marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · web viewcultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht...

27
Cultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over cultuuronderwijs in de Pabo HR LA4 De maatschappelijke context van het onderwijs Docenten: Bartel Dorhout & Aafke Kroon 1

Upload: tranthuy

Post on 26-Feb-2019

213 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Cultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur.Een beleidsnotitie over cultuuronderwijs in de Pabo HR

LA4 De maatschappelijke context van het onderwijs

Docenten: Bartel Dorhout & Aafke Kroon

Ellen de Vugt0864665

Maart 2014

Inhoudsopgave

1

Page 2: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Inleiding 3

1 Actuele situatie van cultuuronderwijs in het primair onderwijs 4

2 Cultuuronderwijs als essentieel onderdeel van goed onderwijs 5

2.1 Kunstzinnige oriëntatie, cultuureducatie en cultuuronderwijs 5

2.2 De rol van cultuuronderwijs gedacht vanuit de functies van goed onderwijs 5

2.3 De rol van cultuuronderwijs gedacht vanuit transfereffecten 62.3.1 Talentontwikkeling en het welbevinden 62.3.2 Effecten op het cognitief vermogen 62.3.3 Effecten op sociaal gedrag en schoolcultuur 62.3.4 Effecten op de ontwikkeling van creativiteit 72.3.5 Effecten op het functioneren van het brein 7

2.4 De rol van cultuuronderwijs als voorbereiding op de steeds veranderende 7 maatschappij.

2.5 Good practices 7

3 Cultuuronderwijs van de Pabo HR – de verschillende stakeholders 8

3.1 De overheid 8

3.2 De basisschool 8

3.3 De Pabo HR 9

3.4 De gemeente Rotterdam 10

3. 5 Conclusie 11

4 De gewenste situatie en de adviezen 12

4.1 De vakspecialist en de groepsleerkracht 12

4.2 Ontwikkelen tot generalist met basiskennis 13

4.3 Ontwikkelen tot een visie op cultuuronderwijs 14

4.4 Beeldvorming over kunst en cultuuronderwijs 14

Beste Ellen, interessant onderwerp, mij lijkt het zinvol als je na hoofdstuk 2 wat conclusies kan geven wat kan je concluderen uit de paragrafen van hdst 2? Op basis van je swot ben je je adviezen gaan schrijven logische opbouw. Bij je adviezen heb ik nog een vraag gesteld. In de tekst nog wat kleine vragen. Veel bronnen gebruikt. Mag met name in de inleiding iets specifieker je bronvermelding in de eerste alinea. Succes verder.

Marjolijn

2

Page 3: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Inleiding

‘Wordt het nog wat met de kunsten?’ pakkend!!Zo begint een artikel in de Volkskrant. Hebben de activiteitenhier kom je later op terug? die worden ingezet om cultuuronderwijs te verbeteren in het basisonderwijs effect? Volgens de schrijfster geef bron nog duidelijker aanvan het artikel wordt een fiasco gefinancierd wanneer het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (MOCW) niet leidt tot beter opgeleide leerkrachten (Knols, 2013).

De basisschool moet de ontbrekende regie over cultuuronderwijs hervinden vinden de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur (2012). De investeringen van de laatste jaren hebben een accent verschuiving van de verantwoordelijkheden voor cultuuronderwijs van scholen naar de culturele instellingen veroorzaakt. Het kernprobleem is de afwezigheid van een goede verankering van cultuureducatie in het curriculum door het ontbreken van landelijke kaders en deskundigheid in de scholen. Pabo’s kunnen met het invoeren van de kennisbases en nascholingstrajecten werken aan de deskundigheidsbevordering van toekomstige en zittende leerkrachten in het basisonderwijs, aldus de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur (2012, p. 7).

De aandacht voor cultuuronderwijs bij het MOCW biedt kansen voor een verbetering van het cultuuronderwijs in het basisonderwijs. In de totstandkoming van die verbetering hebben de Ppabo’s een verantwoordelijke taak. De vakgroep Kunstzinnige Oriëntatie van de Pabo Hogeschool Rotterdam (Pabo HR) ziet mogelijkheden door te werken aan verbetering van haar cultuuronderwijs, het opzetten van nascholing en door te werken aan de verbetering van de beeldvorming van cultuuronderwijs.

Deze notitie is geschreven in opdracht van de vakgroep Kunstzinnige Oriëntatie van de Pabo HR met het doel:

Kansen(dit zijn de activiteiten van alinea 1?) in kaart te brengen die leiden naar adviezen over hoe de Pabo HR kan bijdragen aan de verbetering van het cultuuronderwijs in het basisonderwijs.

LeeswijzerHoofdstuk 1 en 2 beschrijven de actuele situatie van cultuuronderwijs in het basisonderwijs en de Pabo HR en hoofdstuk 3 geeft antwoord op de vraag waarom cultuuronderwijs onderdeel is van goed onderwijs. Hoofdstuk 4 beschrijft de dilemma’s die spelen in de pabo en hoofdstuk 5 bevat de aanbevelingen voor de Pabo HR moet dit nog aangevuld worden?

3

Page 4: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

1 Actuele situatie van cultuuronderwijs in het primair onderwijs jouw aanvliegroute is anders dan de mijne, leuk om het zo te lezen

Met het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ worden op dit moment in Nederland een aantal acties in gang gezet in het primair onderwijs, waarbij scholen en de culturele instellingen en de overheid, provincie en gemeenten zullen samenwerken (MOCW, 2012). De overheid ziet de basisschool als een plaats waar een fundament gelegd wordt voor de culturele ontwikkeling van kinderen. Kinderen maken kennis met cultuur en ontwikkelen de eigen talenten. De basisschool heeft de vormende taak kinderen te leren te functioneren in een complexe, pluriforme en snel veranderende maatschappij. Daarin speelt ook cultuuronderwijs een belangrijke rol. (Onderwijsraad & Raad voor Cultuur, 2012, p. 7).werk je nog dieper micro, meso uit?De verbetering van cultuuronderwijs is noodzakelijk omdat groepsleerkrachten in het basisonderwijs vaak vakinhoudelijke kennis met betrekking tot cultuuronderwijs missen. Als het om de kunstvakken gaat, hebben zij bovendien weinig tot geen vertrouwen in hun eigen kunnen (Van Hoorn & Hagenaars, 2012).Scholen vinden cultuuronderwijs belangrijk maar dit is niet terug te zien in de keuzes die zij maken in de uitvoering van het onderwijs (Timmermans & Plantinga, 2012; Schilt-Mol, Mariën, Van Vijfeijken & Broekmans, 2011). Er is meer en meer aandacht voor meetbare doelen - met name op rekenen en taal – en steeds minder voor het brede vakkenaanbod waaronder cultuuronderwijs (Onderwijsraad, 2013)

Internationaal worden innovatie en kennis gezien als een belangrijke bron voor economische groei en het welbevinden van mensen. Beleidsmakers zoeken naar nieuwe curricula die leerlingen uitrusten met de vaardigheden die nodig zijn voor de innovatiemaatschappij (Voogt & Pareja Roblin, 2010; Winner, Goldstein & Vincent-Lancrin, 2013). Uit onderzoek blijkt dat er een correlatie is tussen educatie in de kunsten en de rol in innovatie. Men ziet daarnaast dat de kunstvakken een innovatieve cultuur kunnen bevorderen in het leren en onderwijzen om leerprestaties te kunnen verbeteren en om de ontwikkeling van creativiteit te bevorderen (Winner, et al., 2013. p. 25). Toch spelen de kunstvakken een relatief kleine rol in de meeste scholen. Er is veel meer aandacht voor lezen, schrijven en rekenen. In de OECD-landen werd in openbare scholen in 2010 gemiddeld 11% van de leertijd besteed aan de kunstvakken bij de kinderen van 9-11 jaar oud. Voor Nederland is dat iets minder dan 10% en is dat aantal iets gedaald ten opzichte van 2001 (Winner, et al., 2013). Figuur 1 zegt niets over de kwaliteit van het onderwijs en over welke kunstvakken het gaat

Figuur 1 – Totale instructietijd in kunstvakken als percentage van de totale verplichte schooltijd in OECD-landen (Winner, et al. 2013, p.28).

4

Page 5: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

2 Cultuuronderwijs als essentieel onderdeel van goed onderwijs

In dit hoofdstuk is te lezen waarom cultuuronderwijs niet mag ontbreken in goedleg uit onderwijs. Met dit theoretisch kader wordt het belang van de verbeteringen van het cultuuronderwijs in het basisonderwijs onderbouwt. Het hoofdstuk eindigt met voorbeelden uit de praktijk ook zou ik met conclusies eindigen.

2.1 Kunstzinnige oriëntatie, cultuureducatie en cultuuronderwijsDe laatste jaren zijn er door de vele ontwikkelingen in het cultuuronderwijs begrippen door elkaar gebruikt. In deze paragraaf worden de in deze notitie gebruikte begrippen gedefinieerd. Handig overzicht voor mij als leek

Kinderen maken door kunstzinnige oriëntatie, cultuureducatie en cultuuronderwijs kennis met culturele aspecten van hun leefwereld. In de karakteristiek van de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie staat dat kinderen kennis maken met culturele uitingen uit het verleden en met hedendaagse kunstzinnige en culturele diversiteit. Dit alles met de bedoeling om deze uitingen te leren waarderen. Daarnaast leren kinderen zichzelf te uiten met aan het kunstzinnige domein ontleende middelen (tule.slo.nl).

De term cultuureducatie wordt vanaf 2009 gebruikt om vanuit een culturele invalshoek samenhang aan te brengen tussen de vele vakinhouden in het basisonderwijs. Het is tevens een verzamelnaam voor kunsteducatie, erfgoededucatie, literatuureducatie en media-educatie (Cultuurnetwerk Nederland, 2009; Onderwijsraad & Raad voor Cultuur, 2012).

De kerndoelen Kunstzinnige Oriëntatie zijn sinds 1998 een vertaling van het beleid ten aanzien van de kunstvakken beeldende vorming, muziek, drama en dans.

In deze notitie wordt de omschrijving van cultuuronderwijs van het MOCW overgenomen waarin cultuuronderwijs wordt beschreven als al het formele funderend onderwijs over en aan de hand van kunst en erfgoed. In het primair onderwijs gaat het in iedere geval om het leergebied kunstzinnige oriëntatie (MOCW, 2013).

2.2 De rol van cultuuronderwijs gedacht vanuit de functies van goed onderwijs ik zie nu biestaDat onderwijsdiscussies worden gevoerd op basis van feitelijke data in plaats van uitsluitend opvattingen en aannames is goed. We moeten ons echter wel afvragen of we waarderen wat we meten of meten wat we waarderen (Biesta, 2012, p.24). In het onderwijs is steeds meer sprake van een performativiteitscultuur. Een cultuur waarin kwaliteitsindicatoren verward worden met de kwaliteit als zodanig en het middel dus een doel op zichzelf wordt (Biesta, 2012, p.25; Robinson,2009; Burnard, 2010; Sahlberg, 2012). Men komt steeds meer tot het besef dat de aandacht van het onderwijs te eenzijdig op taal en rekenen en op meetbare doelen is gericht (Onderwijsraad, 2013). Deze paragraaf gaat over hoe cultuuronderwijs een rol kan spelen in goed onderwijs.

Om de discussie over de doelen en bedoelingen van goed onderwijs te kunnen voeren, moet men zich bewust zijn van de drie met elkaar samenhangende functies van onderwijs. (Biesta, 2012, p.30): Kwalificatie:Het kind leert kennis, vaardigheden en begrip om te kunnen onderscheiden, oordelen en te handelen.Kwalificatie is een voorbereiding op de arbeidsmarkt en ondersteunt de vorming van politieke en culturele geletterdheid.

Socialisatie:Het kind brengen tot bestaande manieren van handelen en het zijn door normen en waarden over te dragen of het in stand houden van culturen en tradities. Via onderwijs wordt het kind deel van sociale, culturele en politieke ordes.

5

Page 6: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Subjectwording:Onderwijs moet bijdragen aan de persoonsvorming door processen die er toe leiden dat kinderen meer autonoom en onafhankelijk worden in hun denken en handelen. Subjectwording is het tegenovergestelde van socialisatie en gaat dus over het bestaan buiten iedere traditie. Het is meer dan het uitdrukken van je unieke identiteit, omdat de persoonsvorming ontstaat in relaties met anderen door het initiatief dat we nemen en dat door anderen op hun eigen wijze wordt opgepakt.

Een beschrijving van goed onderwijs zegt iets over de kwalificatie, de socialisatie èn de subjectwording (Biesta, 2012, p. 32).

Volgens Biesta is goed onderwijs niet alleen onderwijs dat zorgt voor een brede ontwikkeling door te faciliteren. Hij benadrukt de rol van de dialoog in de ontmoeting van het kind met de wereld. Het kind probeert de wereld te begrijpen op zijn manier als individu en door de ander die hem aanspreekt. Deze dialoog gaat ook gepaard met verzet. Dit verzet is nodig om te ervaren dat de wereld zich niet alleen in het eigen hoofd afspeelt, maar een eigen integriteit heeft en onafhankelijk bestaat. Het is belangrijk dat men in het onderwijs nadenkt over vormen waarop de ontmoeting met de wereld mogelijk is en over manieren om leerlingen te helpen om te gaan met weerstand. Vormen die helpen weerstand te zien als iets positiefs en betekenisvol (Biesta, 2013).Creativiteit, als één van de ‘21st-centrury skills’, is nodig voor de ontwikkeling van de identiteit die nodig is om te overleven in de zich steeds veranderende leefomgeving. bronKunst kan een rol spelen in onderwijs dat echter focust op een bestaan in de wereld met anderen en dat vraagt om onderbreking (Biesta, 2013). Hargreaves (1983) in Alberts & De Vos (2005, p.23) sluit hier op aan met zijn theorie over de ontwrichtende en enerverende ervaring, het conversieve trauma genoemd. Het gaat om nieuwe ervaringen die de leerling, hier de pabostudent, in het esthetisch leren op het verkeerde been zetten en beroeren. Ervaringen die het dagelijkse overstijgen en die zorgen voor betrokkenheid en nieuwsgierigheid. Wat kan je hieruit concluderen

2.3 De rol van cultuuronderwijs gedacht vanuit transfereffectenWetenschappelijk onderzoek naar onderwijs in de kunstvakken maakt maar een heel klein deel uit van al het onderzoek dat wordt gedaan naar educatie. Een aantal van deze onderzoeken zijn bovendien methodologisch zwak en zijn niet altijd gebaseerd op sterke theoretische kaders (Winner et al., 2013). Met de aandacht voor cultuuronderwijs in ons land is er ook veelvuldig aandacht in de media voor de onderzoeken naar de transfereffecten van cultuuronderwijs - ‘Muziek maakt slim’ geeft in google bijvoorbeeld al 931.000 hits! Uit de verschillende lezingen en in gesprekken met beleidsmedewerkers tijdens de conferentie ‘Quality Now!’ in februari 2014 in Amsterdam (http://www.qualitynow.eu/) werd duidelijk dat er door beleidsmakers juist waarde toegekend wordt aan de effecten van cultuuronderwijs op leren (Vincent-Lancrin, 2014; Vermeulen, 2014). In deze paragraaf volgen daarom een aantal uitkomsten van onderzoeken naar effecten op leren. Het beperkte aantal en de soms zwakke onderzoeken vragen om een kritische kijk op deze transfereffecten.

Een andere reden voor terughoudendheid is dat de focus op de transfereffecten de aandacht weghaalt van de belangrijkste legitimering van de kunstvakken: de kunstvakken zelf en de vaardigheden die in deze vakken worden onderwezen (Koopman, 2005; Winner et al., 2013).Winner et al. formuleren dit als volgt “…the arts are an essential part of human heritage and of what makes us human, and it is difficult to imagine education for better lives without arts education” (2013, p. 262). Koopman (2005, p.28 ) en Winner et al. ( 2013) wijzen daarnaast op de gevaren van legitimeringsargumenten die steunen op niet kunstzinnige effecten en welke op hun best alleen die activiteiten kunnen rechtvaardigen die verband houden met het geclaimde effect.

2.3.1 Talentontwikkeling en het welbevindenIn een door innovatie gedreven maatschappij is educatie in de kunstvakken belangrijk voor talentontwikkeling. Kinderen komen in aanraking met kunst en cultuur in het schoolcurriculum en zijn zo in de gelegenheid om te kunnen ontdekken waar zij goed in zijn. Op termijn kunnen deze ontdekkingen leiden naar een kunstgerelateerde beroepskeuze of een carrière in de kunstsector. Deze ontdekkingen zorgen in de eerste plaats voor het welbevinden van de kinderen (Winner et al.,2013, p.263). Door het welbevinden zijn kinderen vrij van emotionele belemmeringen waardoor zij zelfvertrouwen krijgen en een gevoel van eigenwaarde. Welbevinden maakt kinderen weerbaar en in staat om tot betrokken activiteiten te komen waardoor zij tot ontwikkeling kunnen komen (Janssen-Vos,1997, p.37 ).

6

Page 7: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

2.3.2 Effecten op het cognitief vermogen In een meta-analyse van onderzoeken naar transfereffecten wijzen onderzoeken uit dat kunstvakken een positieve invloed hebben op mentale processen. Zo heeft muziek positieve invloed op de verbale vaardigheden, stimuleert muziek het IQ en de algemene leervaardigheden. Er zijn onderzoeken die laten zien dat drama de verbale vaardigheden versterkt en bij de beeldende vakken lijkt recent onderzoek te wijzen naar een positieve invloed op het geometrische redeneren (Winner et al., 2013).

2.3.3 Effecten op sociaal gedrag en schoolcultuurOver de invloed van de kunstvakken op aspecten van sociale ontwikkeling zijn de eerste bewijzen dat drama een positieve invloed heeft op sociale vaardigheden(Winner et al., 2013, p.254).Er zijn op dit moment nog onvoldoende onderzoeken die aantonen dat de kunsten invloed hebben op motivatie van leerlingen. Integreren van de kunsten in het curriculum kan van de schoolcultuur een meer onderzoekende cultuur maken die een positieve invloed kan hebben op de motivatie van leerlingen. Leerlingen kunnen daarnaast meer gemotiveerd zijn voor de lessen in de kunsten omdat deze vakken een beroep doen op andere vaardigheden waarbij geen sprake is van foute of goede antwoorden. Deze motivatie kan leiden naar een andere relatie tot school en leren (Winner et al., 2013; Bamford & Wimmer, 2007).

2.3.4 Effecten op de ontwikkeling van creativiteit De kunstvakken kunnen net als andere schoolvakken invloed hebben op de ontwikkeling van creativiteit als deze vakken ook werkelijk een beroep doen op de creativiteit van kinderen in de lessen (Robinson, 2009; Harland, 2008; Winner et al., 2013). 2.3.5 Effecten op het functioneren van het breinCultuuronderwijs heeft door zijn vaak creatieve aanpak en het ontwikkelen van complexe vaardigheden een stimulerende invloed op de ontwikkeling van ons brein (Koopman, 2005; Scherder, 2013, Mieras, 2011). Toch is er volgens Van Heusden (2012, p. 124) nog een lange weg te gaan voor het neurowetenschappelijk onderzoek naar cultuur en kunst. Samenwerking tussen kunstenaars, geesteswetenschappers en neurowetenschappers zal versterkt moeten worden om gericht empirisch onder zoek te doen.

2.4 De rol van cultuuronderwijs als voorbereiding op de steeds veranderende maatschappij.De industriële maatschappij verandert steeds meer naar een steeds sneller veranderende informatie- en kennismaatschappij. Creativiteit is belangrijk voor de ontwikkeling van die kennismaatschappij van de eenentwintigste eeuw. Met de samenleving verandert ook de werk- en leefomgeving van het individu en ontstaat het besef dat kinderen moeten worden opgeleid voor banen die nog niet bestaan en die om nieuwe competenties vragen, de zogenaamde ‘21st Century Skills’ (Robinson, 2009; Voogt & Pareja Roblin, 2010). In een studie naar wat moet worden verstaan onder de ‘21st Century Skills’ schrijven Pareja en Robin (2010) dat deze vaardigheden zijn: het kritisch denken, probleemoplossende vaardigheden, creativiteit, innovatie, communicatie, samenwerking en ICT geletterdheid. Het spelende element van creativiteit als één van de ‘21st Century Skills’ is nodig om al experimenterend de complexe wereld te doorgronden. Kinderen zullen zich moeten blijven ontwikkelen door in hun leven te blijven spelen en cultuuronderwijs heeft hierin een belangrijke rol. Cultuuronderwijs helpt kinderen te leren spelen (Mieras, 2011).

Cultuur en de creatieve industrie hebben een sleutelrol in de economische groei in de wereld. Een vijfde deel van de uitgaven van huishoudens in OECD landen werd in 2011 besteed aan culturele goederen en diensten. Door ontwikkeling van de geletterdheid in de kunst en cultuur zijn mensen in staat optimaal gebruik te maken van deze producten en blijft er vraag naar deze producten (Winner et al., 2013).

Uit een onderzoek naar de vooropleiding van mensen die werken in bedrijven waar sprake is van innovatie, zoals productinnovatie en technologische innovatie, blijkt dat hierin mensen werken met een kunstvakopleiding. Zij gaan in aantal gelijk op met mensen die komen uit een technische of ICT-opleiding (Avisati, Jacotin & Vincent-Lancrin, 2013).

2.5 Good practicesDit hoofdstuk sluit af met twee voorbeelden van programma’s voor basisscholen waarbij groepsleerkrachten samenwerken met kunstvakspecialisten. Deze voorbeelden zijn gekozen omdat

7

Page 8: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

hier de samenwerking tussen de pedagoog en de vakexpert die ervaringen kunnen geven aan kinderen die zo waardevol kunnen zijn in wat Biesta (2012) noemt de ontmoeting met de wereld.De cultuurwerkplaats van de Pabo Avans Hogeschool is het derde voorbeeld en is bedoeld als inspiratiebron voor de Pabo HR. Met de werkplaats laat deze pabo niet alleen zien hoe je cultuuronderwijs optimaal kunt faciliteren, verdiepen en verbreden, maar ook hoe cultuuronderwijs zichtbaar aanwezig kan zijn in de opleiding en daarbuiten.

Er zijn voorbeelden van scholen waar de kunstvakken centraal staan in het curriculum. Zoals bij het Creative Partnerships programma (CCE) in Engeland dat in 2002 is gestart om door creatieve ontwikkeling de ambities en leerprestaties van kinderen te verhogen (CCE, 2012). Door het grote succes van dit programma zijn vergelijkbare programma’s gestart in Litouwen, Noorwegen en Duitsland (Winner et al. 2013). Centraal in het programma staat het trainen en inzetten van uit de creatieve en culturele industrie afkomstige Creative Agents. De Creative Agent werkt samen met het management en de leerkrachten aan een hulpvraag van de school door het ontwikkelen van een project. Daarna werven zij andere creatieve professionals die samen met de kinderen en de leerkrachten het project uitvoeren (CCE, 2012). In de evaluaties door onafhankelijke onderzoekers werd duidelijk dat het programma een positieve impact heeft op het welbevinden van de leerlingen, te bereiken doelen, professionele ontwikkeling van leerkrachten en schoolprogramma’s. De programma’s hadden een focus op de kunsten en artistieke projecten, maar kenmerkten zich vooral door de pedagogische aanpak die de creatieve professionals lieten zien in de lessen en die werd overgenomen door de groepsleerkrachten (CCE, 2012; Winner et al., 2013). In gesprekken met een kunstvakcollega van Exeter University wordt duidelijk dat men met deze succesvolle en goed geëquipeerde projecten werkt naar fantastische eindproducten, maar werkt men te weinig aan lange termijn effecten in de scholen. Andere projecten als DAISI in Devon hebben als uitgangspunt dat de projecten iets moeten bijdragen aan de voortgang van het cultuuronderwijs in de school op de lange termijn (Daisi, z.j.).

Met een vergelijkbaar programma, het traject ‘Denken, Voelen, Doen’, helpt het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (KCR) scholen bij het ontwikkelen en implementeren van hoogwaardig cultuuronderwijs. Bij het traject staan de wensen van de school centraal en wordt gewerkt met trajectdoelen die vanuit de school worden gesteld. Deze doelen komen voort uit de persoonlijke voorkeuren van het onderwijsteam en de visie van de directeuren. Samenhang tussen de verschillende leergebieden en de inspirerende en motiverende werking op leerkrachten worden gezien als belangrijk voor de beoogde leeropbrengsten. Het KCR verbindt de scholen met kunstenaars, vakleerkrachten en culturele instellingen die de school helpen bij het realiseren van hun doelen (KCR, 2012). In een gesprek met de directeur van het KCR werd het inzetten van kunstenaars in het onderwijs nog eens benadrukt met de opmerking dat de kunstenaars weer terug moeten in de maatschappij. Wim Pak, directeur van basisschool ‘De Bloemhof’ verwoordt de invloed van kunstenaars in de school in de digitale publicatie van het KCR als volgt:

“Waar ligt Parijs? “Als een kind die vraag aan een onderwijzer stelt, wijst deze de Franse hoofdstad aan op de kaart van Europa en daarmee is de kous dan af”, vertelt directeur Wim Pak. “Een kunstenaar zegt: ‘Parijs... waarom wil jij dat weten? Wat is Parijs voor jou?’ En dan bouwt deze met het kind een beeld op van deze wereldstad. Wat is er te zien, te beleven, hoe kom je er? Er gaat een wereld open bij het benoemen van één woord” (KCR, 2012, p.15).

De Pabo van de Avans Hogeschool in Breda heeft sinds 2011 gewerkt aan de totstandkoming van de cultuurwerkplaats. Een cultuurwerkplaats in het hart van de pabo-vloer waar studenten voor drama, muziek, beeldende vorming en nieuwe media terecht kunnen. Niet alleen voor de vakgebieden zelf, maar ook om in te zetten voor de stage en andere leergebieden. De werkplaats is een atelier waar studenten worden begeleid en kunnen werken aan vaardigheden met inspirerende materialen. Een plek waar het kind centraal staat en waar de verschillende partners omheen staan. Onder het motto ‘Partner in kennis’ werkte men in deze ontmoetingsplaats aan uitwisseling van expertise en praktijkervaring. Een ontmoetingsplaats voor studenten, kinderen, opleiders en het culturele veld (Pabo Avans Hogeschool, 2012).In de werkplaats wordt bijvoorbeeld gewerkt aan het ontwikkelen van vaardigheden in studio’s, aan geïntegreerde opdrachten waarbij creativiteit een gemeenschappelijk kader is en aan de minor cultuureducatie met de verbinding tussen studenten en het culturele veld. Bij het werken aan praktijkonderzoeken is het lectoraat ‘De innovatieve opleidingsschool’ betrokken (Pabo Avans Hogeschool, 2012).

8

Page 9: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Zou je uit bovengenoemde paragrafen conclusies kunnen trekken?

3 Cultuuronderwijs van de Pabo HR – de verschillende stakeholdersEr zijn verschillende spelers in het krachtenveld die een invloed hebben op het cultuuronderwijs in de Pabo HR.

3.1 De overheidDe kennisbasis PaboAl in 2005 signaleerde de onderwijsraad dat in pabo’s de balans tussen kennen en kunnen in het curriculum teveel was doorgeslagen naar het kunnen. Het ontwikkelen van kennisbases is één van de maatregelen van de kwaliteitsagenda Krachtig Meesterschap (MOCW, 2008). Na de kennisbases voor taal en rekenen werden in 2012 ook voor de overige vakken, waaronder de vakken kunstzinnige oriëntatie, kennisbases vastgesteld (Commissie Kennisbasis Pabo, 2012).

De studietijd voor de vakken van kunstzinnige oriëntatie is in de laatste decennia in de pabo’s sterk afgenomen, waardoor het nieuwe leerkrachten niet alleen ontbreekt aan kennis, maar ook aan ‘kunnen’ – vaardigheden (NMP, 2011). Volgens het MOCW kan met de nieuwe kennisbasis voor de vakken kunstzinnige oriëntatie worden voorzien in de gewenste basis aan kennis en vaardigheden (MOCW, 2012). Hier moet worden opgemerkt dat volgens de Commissie Kennisbasis Pabo de essentie van de kunstvakken vooral ligt in vaardigheden. Deze essentiële vaardigheden zouden volgens hen echter van een andere orde zijn dan de cognitieve basis waar het in de meeste kennisbases om draait (Commissie Kennisbasis Pabo, 2012, p.13). De problematiek van het onderwijs aan de pabo’s is complex. Aan de ene kant is het onderwijs te weinig en te oppervlakkig en aan de andere kant is het programma te overladen. Om die reden heeft de Commissie Kennisbasis gekozen voor een kerndeel voor alle vakken en voor een profilering in enkele vakken in het profieldeel. Om verder te professionaliseren beschrijft de commissie in een plan om de eerste jaren van de beroepspraktijk van de beginnende leerkracht ook te benutten voor aanvullende professionalisering en verdieping in die vakken waarvoor de beginnende leerkracht alleen de kerndelen beheerst (Commissie Kennisbasis Pabo, 2012).

De kerndoelenKunstzinnige oriëntatie en cultuureducatie zijn geborgd in de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie. Deze kerndoelen en de karakteristieken zijn de kaders voor het basisonderwijs en dus leidend voor het programma cultuureducatie met kwaliteit.

Het programma cultuureducatie met kwaliteitDe overheid wil werken aan kwalitatief goed cultuuronderwijs door het realiseren van leerlijnen, het selecteren van een beoordelingsinstrumentarium voor cultuuronderwijs, het laten opstellen van een inspectierapport ‘cultuureducatie’ in 2015 en het bevorderen van deskundigheid. Van gemeenten en provincies wordt gevraagd de culturele infrastructuur in dienst te stellen van de school door het educatieve aanbod van culturele instellingen in samenspraak met het onderwijs tot stand te laten komen (MOCW, 2012). Op deze manier wil het MOCW stimuleren dat de scholen de regie hernemen over het cultuuronderwijs. Voor toekomstige leerkrachten kan er iets gaan veranderen.

3.2 De basisschoolZoals eerder beschreven heeft in veel scholen cultuuronderwijs een lage prioriteit in de uitvoering van het onderwijs (Timmermans & Plantinga, 2012; Schilt-Mol, Mariën, Van Vijfeijken & Broekmans, 2011; Onderwijsraad, 2013).

Het al decennia lang ontbreken aan kennis van en vaardigheden in de kunstvakken bij leerkrachten in het basisonderwijs heeft effecten op het niveau van kunstzinnige oriëntatie in het basisonderwijs (Van

9

Page 10: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Hoorn & Hagenaars, 2012). Zo zijn bijvoorbeeld bij muziekeducatie de bij de groepsleerkracht aanwezige misconcepties over muzikale kennis en over muzikaliteit vaak de oorzaak van problemen tijdens de muziekles (Wiggins & Wiggins, 2008; Hennessy, 2000). Hennessy (2000, p.183) beschrijft dat het in de leeromgeving tijdens muzieklessen in het basisonderwijs ontbreekt aan continuïteit, verdiepende en rijke lesinhoud, geschikte lesruimte, kwalitatief goed lesmateriaal, expertise en zelfvertrouwen van de leerkrachten. Dit alles heeft invloed op de opvattingen van leerkrachten over muziekeducatie in het basisonderwijs. Het ontbreken van aanmoediging en positieve feedback van een motiverende mentor met kennis van zaken en het ontbreken van tijd om regelmatig te kunnen oefenen in de stage hebben volgens Hennessy (2000) negatieve effecten op de ontwikkeling van de student in het geven van muzieklessen.Deze omschrijving van muziek in de basisschool zou zo ingewisseld kunnen worden met voorbeelden voor de andere kunstvakken. De afwezigheid van good practices in cultuuronderwijs in de stagescholen en de negatieve indrukken van pabo-studenten beïnvloeden hun opvattingen en hun zelfvertrouwen.

3.3 De Pabo HRIn de Pabo HR is in het studiejaar 2013-2014 de laatste fase van het nieuw ontwikkelde curriculum gestart waarin de kennisbases zijn geïmplementeerd. In het nieuwe curriculum worden de adviezen uit het rapport Een goede basis gerealiseerd waarbij het gaat om de implementatie van kennisbases en kennistoetsen en de ontwikkeling en implementatie van een toelatingsexamen. Om beginnende leerkrachten ook na het behalen van het diploma te begeleiden in wat de ‘inductiefase’ genoemd wordt, zal curriculumherziening en het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen nodig zijn (Instituut voor Lerarenopleidingen Hogeschool Rotterdam, 2013).

Voor de vakken kunstzinnige oriëntatie betekent de curriculumherziening dat de studenten in de eerste twee jaar van de studie de tijd van 14/240 ecs kunnen besteden aan muziek, beeldend, drama/ dans en cultuureducatie. In het derde studiejaar profileren de studenten zich in één van de kunstvakken voor 8/240 ecs (Pabo Hogeschool Rotterdam, 2012). De studenten besteden meer ecs aan cultuuronderwijs dan voor de invoering van het nieuwe curriculum. In het keuzeonderwijs kunnen studenten zich bekwamen in verschillende kunstzinnige vaardigheden, zoals tijdens de tweejaarlijkse musical.

De (kunstvak)docenten In de afgelopen periode hebben de (kunstvak)docenten in de secties gewerkt aan de implementatie van het kerndeel en het profieldeel van de kennisbasis van het eigen (kunst)vak in het nieuwe pabo curriculum. De leerlijn cultuureducatie is herschreven en wordt nu aangeboden in een culturele week in pabo 1 en een culturele week in pabo 2. De invoering van de kennisbasis op korte termijn heeft ertoe bijgedragen dat de vaksecties vooral bezig waren met de eigen kennisbasis en te weinig tijd hadden voor het ontwikkelen van vakoverstijgende activiteiten en het delen van kennis met anderen.De vakgroep kunstzinnige oriëntatie is te veel een eiland binnen de pabo met enthousiaste en hoog gemotiveerde docenten. Tijdens een vergadering van de vakgroep geven de kunstvakdocenten aan dat zij zich meer willen profileren in de pabo en daarbuiten (Vakgroep Kunstzinnige Oriëntatie, 2014).

De studentenDe instroom naar de pabo’s vanuit het HAVO/VWO en MBO laat grote verschillen zien in het ingangsniveau. De verschillen in voorkennis van de algemeen vormende vakken lopen enorm uiteen (Commissie Kennisbasis, Pabo, 2012, p.11). Dit geldt zeker voor de kunstvakken. Uit gesprekken met de kunstvakdocenten van de Pabo HR blijkt dat studenten soms geen enkele praktische ervaring hebben opgedaan met één of meerdere kunstvakken voordat zij naar de pabo komen. Op dit moment zijn er toelatingstoetsen voor taal en rekenen en in de nabije toekomst voor Engels, aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde/biologie. Voor de kunstvakken bestaan vooralsnog geen plannen (Commissie Kennisbasis, Pabo 2012).

De locatie:In de periode september 2012 – 2015 vindt een ingrijpende renovatie plaats in het gebouw Museumpark waar de Pabo HR is gehuisvest. Per semester wordt telkens één van de vier vleugels van het oude gedeelte van de locatie gerenoveerd. Dit vraagt geduld en flexibiliteit van alle betrokkenen, maar kan ook gezien worden als een kans om leeromgevingen in te richten naar de wensen van het onderwijs van de toekomst.

10

Page 11: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

3.4 De gemeente RotterdamDe gemeente zet in op het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen, het ondersteunen van scholen bij inbedding van cultuureducatie in het curriculum en het begeleiden van (aankomende) docenten (Gemeente Rotterdam, 2011, p. 29;. Gemeente Rotterdam, 2011a). In het Rotterdamse Masterplan ‘Overal Muziek’ wordt als het flankerende beleid ‘teach the teacher’ met name genoemd en wijst men op het belang van het realiseren van relaties met zittende en aankomende docenten in het primair onderwijs. Zij willen dit realiseren door het aanbieden van bij- en nascholingscursussen, het organiseren en aanbieden van activerende evenementen en door het ontwikkelen van nieuwe methodieken voor de pabo’s in Rotterdam (Gemeente Rotterdam, 2011a, p.13).

De culturele instellingen in RotterdamDe pabo HR werkt al langer samen met educatieve diensten van verschillende kunst- en cultuurinstellingen in Rotterdam. In het verleden was dit om het programma kunsteducatie te helpen vormgeven in de pabo. Tegenwoordig is dit programma verbreed naar cultuureducatie1. Uit onderzoek in samenwerking met Cultuurnetwerk Nederland blijkt dat de met de Pabo HR samenwerkende instellingen verschillende wensen en mogelijkheden hebben. Om de samenwerking te laten werken zijn op maat gesneden afspraken wenselijk (Cultuurnetwerk Nederland, 2012).

De instellingen spelen op dit moment vooral een rol in de programmering van de culturele week in pabo 1 en in pabo 2, het projectonderwijs van de Pabo HR en incidenteel in enkele cursussen. De samenwerking met de instellingen kan gaan van de pabo als afnemer tot het samenwerken in een project.

3.5 Conclusie:

De SWOT let op bijlage 1 staat swat-analyse in bijlage 1 laat zien dat de vakgroep kunstzinnige oriëntatie zich te veel op een eiland bevindt in de Pabo HR en dat zij zich onvoldoende profileert binnen en buiten de pabo. Daar tegenover staat dat zij een groot en enthousiast team is dat veel verschillende expertises heeft die elkaar kunnen aanvullen en versterken. Zij zijn goed in hun vak, hebben in de loopt der jaren veel ervaringen op gedaan in de samenwerking met culturele instellingen en hebben expertise op het gebied van kunsteducatie ontwikkeld. Op dit moment ontwikkeld iedere kunstvaksectie zijn cursussen onafhankelijk van de andere vaksecties, maar tijdens het samenwerken tijdens projecten en de musical is getoond dat door samenwerking de secties elkaar ook in de cursussen kunnen aanvullen en versterken. De landelijke ontwikkelingen die zorgen voor meer aandacht voor cultuuronderwijs en meer aandacht voor onderzoek bieden mogelijkheden om ook het cultuuronderwijs op de pabo verder uit te breiden en te verdiepen. Door meer contacttijd in het curriculum voor de kunstvakken is daar al een start mee gemaakt. Om vakinhoudelijk feeling te houden met de praktijk zullen contacten met de scholen weer gelegd moeten worden.De focus op taal en rekenen en de meetcultuur hebben gezorgd voor een negatieve beeldvorming die door de landelijke politieke discussies over kunst en cultuur is versterkt. Er ligt voor de vakgroep een taak om samen met de pabo HR iets te doen aan deze negatieve beeldvorming.

1 Met cultuureducatie wordt hier bedoeld kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie (Cultuurnetwerk Nederland, 2009).

11

Page 12: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

4 De gewenste situatie en de adviezen

De vakgroep Kunstzinnige Oriëntatie van de Pabo HR wil zich meer profileren in de Pabo zelf en daarbuiten. Zij ziet daarvoor mogelijkheden door te werken aan verbetering van haar cultuuronderwijs, het opzetten van nascholing en door te werken aan de verbetering van de beeldvorming van cultuuronderwijs. De onderstaande adviezen ontstaan wanneer de wensen van de vakgroep in verband gebracht worden met het landelijke programma ‘cultuureducatie met kwaliteit’.De adviezen gaan over interventies binnen en buiten het curriculum, met betrekking tot communicatie en met betrekking tot beeldvorming. Mooie opbouw onderstaand

4.1 Ontwikkelen tot cultuurdragerAls scholen meer gaan samenwerken met culturele instellingen en kunstenaars in de klas dan ontstaat de vraag naar de rol van de groepsleerkracht in die samenwerking.Biesta (2012) spreekt over het belang van de dialoog met de cultuurdragers in de ontmoeting met de wereld. Volgens Konings & De Vries (2010) hebben de groepsleerkrachten de meeste contacturen met de kinderen tijdens schooltijd en zijn zij hier de cultuurdragers. De groepsleerkrachten geven de cultuurvisie van de school vorm. Door de ontmoeting met kunstenaars kunnen kinderen zich echter een ander cognitief instrumentarium2 eigen maken. Cognitieve instrumenten die zij niet als vanzelfsprekend thuis en in het onderwijs meekrijgen. De andere manier van waarnemen, denken en handelen van kunstenaars maakt het mogelijk een nieuwe dimensie toe te voegen aan het waarnemen, denken en handelen van kinderen (Konings & De Vries, 2010, p.40). Hennessy, Malmberg, Niermann & De Vugt (2013, p. 279) zeggen over de groepsleerkrachten met betrekking tot cultuuronderwijs dat zij:

- een compleet beeld hebben van ieder kind dat nodig is voor een meer holistische aanpak van het onderwijs. Door deze aanpak is het mogelijk kinderen een betekenisvol, coherent en flexibel curriculum aan te bieden dat aansluit bij de leerbehoeften.

- meer algemene kennis hebben over hoe kinderen leren en meer informatie hebben over de individuele mogelijkheden en aanleg van ieder kind.

- het vermogen hebben om verbindingen te leggen tussen de verschillen leerervaringen van kinderen en tussen de verschillende leergebieden.

- de opvatting zouden moeten uitdragen dat het uiten in een kunstvorm voor iedereen mogelijk moet zijn en dat dit een gewoon onderdeel is van de ontwikkeling van kinderen.

Vakspecialisten hebben vooral vakkennis, maar beschikken niet altijd over de hierboven beschreven algemene didactische kennis. Volgens Konings en De Vries (2010) kunnen vakspecialisten en groepsleerkrachten van elkaar leren wanneer zij open staan voor elkaars taal.

Door in het pabocurriculum structurele aandacht te geven aan cultuureducatie in de vorm van kunst- en erfgoed- en media-educatie kunnen toekomstige leerkrachten zich ontwikkelen tot waardevolle cultuuroverdragers (Alberts & De Vos, 2005). Dit betekent dat de studenten zich niet alleen tijdens cultuuronderwijs bewust moeten worden van hun rol als cultuurdrager en overdrager, maar dat dit een taak zou moeten zijn van alle vakken in het curriculum. Daarnaast zijn er buiten de ingeroosterde lesuren veel mogelijkheden om aandacht te besteden aan

2 Volgens Vygotskij baseert de cognitieve ontwikkeling van het kind zich op de geestelijke verworvenheden van de cultuur waarin het opgroeit door zich cognitieve instrumenten eigen te maken naar het voorbeeld van de volwassenen en andere kinderen. Met cognitieve ontwikkeling wordt hier niet alleen de ontwikkeling van het denken en het oplossen van problemen bedoeld, maar ook de ontwikkeling van het waarnemen, het voorstellen, het geheugen en de aandacht (Van Parreren, 1987).

12

Page 13: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

cultuuronderwijs. Met het culturele veld kan de toekomstige rol van de groepsleerkracht onderwerp van gesprek zijn.

Adviezen op korte termijn: stel je adviezen op op basis van literatuur, volgens mij wordt een deel literatuur hierboven geschetst, ik zou eerst de literatuur uit eenzetten over het culturele veld en daarna je advies hierover en vervolgens een stuk literatuur over contacten etc.- Het in samenwerking met het culturele veld verder ontwikkelen van de culturele weken waarin de pabo-student zich ontwikkelt tot cultuurdrager en cultuuroverdrager. Hierbij is ook de dialoog met het culturele veld over de samenwerking met de vakexpert/kunstenaar en de groepsleerkracht van belang.

- Het verstevigen en vernieuwen van contacten met culturele instellingen en kenniscentra cultuureducatie in de regio Rotterdam om kennis te delen en om ontmoetingen met het culturele veld te kunnen organiseren voor de student.

- Met het docententeam de dialoog aangaan over de rol als cultuurdrager en overdrager van docenten en toekomstig leerkrachten en de bewustwordings momenten van deze rollen in het hele curriculum. Het gezamenlijk inventariseren op welke manieren de Pabo HR binnen en buiten het curriculum kan bijdragen aan deze ontwikkeling.

- In overleg met de ‘bouwcommissie’ de wensen bespreken voor (een) centrale plek(ken) waar studenten op een klein podium presentaties kunnen geven (zoals muziek, drama en literatuur) en discussies kunnen voeren, en die geschikt zijn voor tentoonstellingen en aankondigingen van culturele activiteiten.

Adviezen op lange termijn:- Het buiten het curriculum om ondernemen van ‘buitenschoolse activiteiten’ door geïnteresseerde docenten en studenten die zij gezamenlijk kunnen ondernemen. Zoals het bezoeken van concerten, toneelvoorstellingen, museumbezoek en culturele reizen.

- Het structureel organiseren van culturele presentaties zoals voorspeelavond, voorleesmiddag en open podium.

- Een geïntegreerde benadering van de ontwikkeling tot cultuurdrager en cultuuroverderager in het gehele curriculum.

4.2 Ontwikkelen tot generalist met basiskennis3. Leerkrachten maken bij het lesgeven gebruik van vakkennis (content knowledge), algemene didactiek en pedagogiek (pedagogical knowledge) en vakdidactiek (Pedagogical content knowledge (PCK)) (Shulman,1987). Door de vakdidactische kennis is de leerkracht in staat om de vakkennis naar de onderwijscontext te vertalen. Te vertalen naar het ontwikkelingsniveau en de belevingswereld van de verschillende leerlingen. Volgens De Vugt (2013) is vakkennis de basis van vakdidactiek, maar wordt deze in lerarenopleidingen pas betekenisvol als deze kennis in verband wordt gebracht met didactische kennis. In pabo’s leren studenten bij de kunstvakken vakdidactiek, maar is er niet altijd genoeg tijd voor de noodzakelijke vakkennis. In de pabo’s zal dus gewerkt moeten worden aan een verbetering van de vakkennis. Dit kan bereikt worden door de beperkte cursustijd efficiënter te gebruiken en door te specialiseren in de opleiding. Op dit moment specialiseren de studenten zich in één kunstvak in het derde jaar. De Commissie kennisbasis Pabo (2012) adviseert om nascholingstrajecten te ontwikkelen voor zittende en net afgestudeerde leerkrachten. Op dit moment zijn er geen nascholingscursussen voor Interne Cultuur Coördinator (ICC) en vakspecialist muziek in Rotterdam. In het verleden was het behalen van het ICC-certificaat onderdeel van de minor.

Efficiënt werken betekent dat er gebruik gemaakt moet kunnen worden van een optimale leeromgeving. Belangrijk daarbij is het gebruiken van werkvormen waarin studenten in groepen met elkaar vaardigheden kunnen trainen en samenwerken aan ontwerpopdrachten. Dit vraagt om plekken waarin gedurende lestijd gewerkt kan worden in groepen. Efficiënt werken betekent ook in overleg met de vakgroep kunstzinnige oriëntatie bepalen waar de vakken elkaar kunnen versterken en aanvullen.

3 Basiskennis is hier kennis en vaardigheden.

13

Page 14: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Adviezen op korte termijn:- In overleg met de ‘bouwcommissie’ de wensen bespreken om plekken (studio’s) te organiseren waarin studenten bij muziek en drama vaardigheden kunne oefenen en samenwerken aan ontwerpopdrachten.

- Onderzoeken of er in de regio Rotterdam behoefte is aan nascholingscursussen voor muziek, drama en beeldend onderwijs.- In overleg met het management en de minordocenten van de huigie minor cultuureducatie onderzoeken of het certificaat interne cultuur coördinator onderdeel kan worden van de huidige minor cultuureducatie en of en hoe deze minor in de toekomst uitgebreid kan worden naar een volwaardige minor erfgoededucatie èn kunsteducatie èn media-educatie.

- Onderzoeken of het ontwikkelen van een cursus vakspecialist muziek met de lerarenopleiding van Codarts mogelijk is en of hieraan behoefte is in de regio.

- In de vakgroep kunstzinnige oriëntatie zal de discussie telkens gevoerd worden over welke vakkennis tot de basiskennis hoort en welke vakdidactiek relevant is om de studenten optimaal voor te bereiden op het geven van goed cultuuronderwijs. Hierbij zullen de kennisbases het startpunt zijn en is overleg over hoe de kunstvakken elkaar kunnen aanvullen en versterken wenselijk.In het vakgroepoverleg kan gestart worden met het delen van kennis door uitwisseling van de inhouden en de werkwijzen in elkaars cursussen.

Adviezen op lange termijn:- Een meer geïntegreerde aanpak van de kunstvakcursussen van de verschillende kunstsecties

- Het ontwikkelen en organiseren van nascholingscursussen muziek, drama en beeldend.

- Het ontwikkelen en organiseren van een nascholingscursus Interne cultuurcoördinator als onderdeel van de minor cultuureducatie.

- In samenwerking met de lerarenopleiding Codarts de curus vakspecialist muziek ontwikkelen en organiseren.

4.3 Ontwikkelen tot een visie op cultuuronderwijs

Een gezamenlijke visie op cultuuronderwjs in de Pabo HR helpt om de gezamenlijke missie en ambities uit te dragen naar anderen. Het is richtinggevend en een inspiratiebron voor toekomstige discussies en beslissingen met betrekking tot het cultuuronderwijs in de Pabo HR.In het verleden heeft de vakgroep kunstzinnige oriëntatie van de Pabo HR meegewerkt aan onderzoeken met betrekking tot het programma kunsteducatie met onder andere de bedoeling om de onderzoeksresultaten te gebruiken om de gemeenschappelijke pedagogische visie op cultuuronderwijs te versterken en uit te werken (Pabo Hogeschool Rotterdam, 2011). Door de komst van de kennisbasis en de curriculumvernieuwing en de daarmee gepaard gaande werkdruk is het werken aan deze visie blijven liggen.

Adviezen op korte termijn:- Het samenstellen van een visiegroep die in overleg met de vakgroep een visie uitwerken waarbij de onderzoeksdocumenten dienen als uitgangspunt.

Adviezen op de lange termijn:- de visie van de vakgroep zal regelmatig tegen het licht gehouden worden van de actuele onderwijskundige onwikkeligen binnen en buiten de Pabo HR.

4.4 Beeldvorming over kunst en cultuuronderwijs

De werkelijkheid wordt geconstrueerd door interactie met de wereld en de interpretatie daarvan. Daarbij wordt het waarnemen en het denken sterk beïnvloed door ons referentiekader, dat bestaat uit een aantal aannames die onze manier van interpreteren van ervaringen structureert. Deze aannames zijn onder andere gebaseerd op opvattingen (beliefs) (Mezirow, 1997, p.7).

14

Page 15: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Opvattingen zijn zeer persoonlijk en vormen zich door toeval, door een intense ervaring of door een reeks van gebeurtenissen. Zij bevatten opvattingen over onszelf en over anderen. Individuen hebben de neiging zich vast te houden aan eigen opvattingen, zelfs als dit uiteindelijk foute of incomplete informatie blijkt te zijn (Pajares, 1992, p.325; Mezirow, 1997). Door bewustwording van opvattingen en het eigen handelen, en kritisch reflectie daarop is het veranderen van de onbewust geworden patronen van denken mogelijk. (Mezirow, 1997, p.9). Stockall en Davis (2011, p.205) adviseren dat opleidingsdocenten contexten construeren voor dialoog en ervaringen die zorgen voor twijfel over deze opvattingen. Hier sluiten de eerder beschreven onderbrekingen van Biesta (2012) en het conversieve trauma van Hargreaves (1983) in Alberts en De Vos (2005) op aan.Omdat volgens Pajares (1992, p. 307) deze opvattingen de percepties en beoordelingen van leerkrachten beïnvloeden die weer het gedrag van de leerkracht in het klaslokaal beïnvloeden is het belangrijk dat er iets wordt gedaan aan de beeldvorming van cultuuronderwijs in het basisonderwijs en de Pabo.

Adviezen op de korte termijn- Informatie geven en in gesprek gaan met alle betrokkenen in de Pabo HR over de rol van subjectieve waarnemingen en eigen opvattingen ten aanzien van de kunstvakken om zo bewustwording mogelijk te maken.

- Studenten positieve ervaringen op laten doen met educatie in de kunstvakken en met de persoonlijke beleving van verschillende kunstvormen.

- Resultaten van cultuuronderwijs in de pabo zichtbaar maken waarbij niet alleen de producten zichtbaar zijn, maar waarin ook het leereffect voor de studenten en kinderen zichtbaar wordt gemaakt. Hierbij kan gedacht worden aan het gebruik van media als pabobook en HINT, aan korte presentaties of tentoonstellingen.

Adviezen op lange termijn- De leeromgeving zo inrichten dat opvattingen over de kunstvorm en de educatie daarin onderwerp van discussie kunnen worden bij studenten. Hierbij kan gedacht worden aan discussie over opvattingen in het lesprogramma waarbij ervaringen in de stage, vroegere herinneringen met muziek of het observeren van innovatieve muzieklessen in het basisonderwijs gesprekstof kunnen zijn.

- Op termijn werken aan het verdwijnen van een onderscheid tussen de verschillende vakken. Het gaat om verschillende manieren van naar de wereld kijken (nog onderbouwen

Nog uitwerken: reflectie

Vakkenintergratie werken met andere leerdomeinen – op lange

Innovatieve cultuur pabo??

Samen werken kenniscentra maar hoe?? De kunstvakken ook betrekken in het doen van onderzoek.

Bad arts education is worse than no arts education (Bamford, 2007)

15

Page 16: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Bronnen

Alberts, E. & De Vos, T. (2005). Ruimte voor verwondering en verbeelding. Rotterdam: CBK/Pabo Hogeschool Rotterdam.

Avvisati, F., Jacontin, G. & Vincent-Lancrin, S. (2013). Educating higher education students for innovative econimies: What international data tell us. Tuning Journal for Hgher Education.

Bamford, A. & Wimmer, M. (2012). Te Role of Arts Education in Enhancing School Attractiveness: a literature review. European Expert Network on Culture (EENC). Verkregen op 17 februari 2014 van http://www.educult.at/wp-content/uploads/2011/08/school-attractiveness-paper-final-REV-march-

2012.pdf.Biesta, G. (2012). Goed onderwijs en de cultuur van het meten. Ethiek, politiek en democratie.

Den Haag: Boom Lemma Uitgevers.Biesta, G. (2013). Coming to a different form on art, democracy and education. Keynote uitgesproken

op 25 november 2013 tijdens de Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie van het Landelijk Kenniscentrum Cultuureducatie en Amateurkunst te Tilburg.

Burnard, P. (2010). Creativity in music education inspiring creative mediation in pedagogic pratice. In Hellenic Journal of Music Education and Culture, 1 (1), 4-16. Creativity, Culture and Education (CCE) (2012). Creative partnerships changing your live. Verkregen

op 20 februari 2014 van http://www.creativitycultureeducation.org/wp-content/uploads/Changing-Young-Lives-2012.pdf.Commissie Kennisbasis Pabo (2012). Een goede basis. Advies van de Commissie Kennisbasis Pabo. Den Haag: HBO-raad.Cultuurnetwerk Nederland (2009). Handboek Cultuureducatie in de Pabo. Van basis naar Verdieping.

Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.Cultuurnetwerk Nederland (2012). Cultuureducatie op de Pabo. Verleden, heden en toekomst van

cultuuronderwijs op de pabo. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.Daisi (z.j.). Daisi, arts inspired learning. About Daisi. Verkregen op 2 maart 2014 van

http://www.daisi.org.uk/we-are-daisi/about-daisi.html.De Vugt, A. (2013). How Obvious is the Artistic and the Musical Expertise of the Music Teacher? In A.

De Vugt & I. Malmberg (Eds). European Perspectives on Music Education 2. Artistry. p.169-182.

Gemeente Rotterdam (2011). Uitgangspunten voor het Rotterdamse cultuurbeleid 2013-2016. Rotterdam: Gemeenste Rotterdam.

Gemeente Rotterdam (2011a). Overal Muziek. Masterplan Muziekeducatie Rotterdam. Rotterdam: Gemeente Rotterdam.

Harland, J. (2008). Voorstellen voor een evenwichtiger kunsteducatiemodel. In J.Harland & L.Hetland (red.), Gewenste en bereikte leereffecten van kunsteducatie, Cultuur+ Educatie, 23 (8), 12-52. Hennessy, S. (2000). Overcoming the red-feeling: the development of confidence to teach music in primary school amongst student teachers. British Journal of Music Education, 17(2),183-196.Hoorn, M. van & Hagenaars, P. (2012). Kunstzinnige oriëntatie: de kwaliteit van de leerkracht. In F.Haanstra, M. van Hoorn, V.Meeuwis, M. de Vreede & T.IJdens (red.), Cultuureducatie: een kwestie van onderwijskwaliteit, Cultuur+Educatie 12(33), 48-66.Instituut voor lerarenopleidingen Hogeschool Rotterdam (2013). Focus IvL. Strategisch Plan Instituut

voor Lerarenopleidingen 2013 – 2017.Janssen-Vos, F. (1997). Basisontwikkeling in de onderbouw. Assen: Van Gorcum.Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (2012). Denken Voelen Doen 2011/2012. Kunst zaaien,

kansen oogsten. Verkregen op 20 februari, 2013, van https://kcr.nl/Upload/Publicatie%20Kunst%20zaaien%20kansen%20oogsten_lowres.pdf.Knols, K. (2013, december 13). Wordt het nog wat met de kunst les? De Volkskrant. Verkregen op 20

februari, 2014, van www.volkskrant.nl.Konings, F. & De Vries, J. (2010). Juf, mijn hersenen werken anders. Rotterdam: Dienst Kunst en

Cultuur.Koopman, C. (2005). Maakt muziek slim? Over de rechtvaardiging van muziekonderwijs. In J.Herfs, R.

van der Lei, E. Riksen & M. Rutten (Eds). Muziek leren. Handboek voor basis- en speciaal onderwijs. Assen: Koninklijke van Gorcum.

16

Page 17: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Mezirow, J. (1997). Transformative Learning: Theory to Practice. New Directions For Adult and Continuing Education, no.74, 5-12. Verkregen op 24 december 2012 van http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/ace.7401/abstractMieras, M. (2011). Mark Mieras: Leren = verteren. Lezing op de conferentie Kunst en Leren op 9

november 2011 in Utrecht van Cultuurnetwerk Nederland. Verkregen op 20 februari, 2014, van http://www.youtube.com/watch?v=azrvvh9vIEA en http://www.youtube.com/watch?v=K_vEyNGIU78.

Ministerie van OCW (2012). Kamerbrief met reactie op advies cultuureducatie in het primair onderwijs. Den Haag: Ministerie van OCW Verkregen op 3 februari, 2014, vanhttp://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/10/24/kamerbrief-met-reactie-

op-advies-cultuureducatie-in-primair-onderwijs.html.Ministerie van OCW (2013). Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs. den haag: Ministerie van OCW

verkregen op 15 februari, 2014, van http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/publicaties/2013/12/16/bestuurlijk-kader-cultuur-en-onderwijs.html.NMP (2011). Bijeenkomst Netwerk Muziekdocenten Pabo’s.Onderwijsraad & Raad voor Cultuur (2012). Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren! Den Haag: de Onderwijsraad.Onderwijsraad (2013). Een smalle kijk op onderwijskwaliteit. Den Haag: Onderwijsraad.Pabo Avans Hogeschool (z.j.). Creativitijd. Cultuurwerkplaats 2011-2012. Eindrapportage. Verkregen

op 2 maart 2014 van http://www.cultuurplein.nl/sites/default/files/04__avans_derde_tranche_eindrapportage.pdf.

Pabo Hogeschool Rotterdam (2011). Eindverslag Cultuurwerkplaats Pabo Hogeschool Rotterdam. Verkregen op 28 februari 2014 van http://www.cultuurplein.nl/sites/default/files/1etranche_eindverslagrotterdam.pdf

Pabo Hogeschool Rotterdam (2012). Opleidingsmodel Pabo Hogeschool Rotterdam. “Van goed naar beter!”

Pajares, M.F. (1992). Teachers’ Beliefs and Educational Research: Cleaning up a Messy Construct. Review of Educational Research, vol. 62(3), 307-332.Stockall, N. & Davis, S. (2011) Uncovering pre-service teacher beliefs about young children: A photographic elicitation methodology, Issues in Educational Research, 21(2), 192 – 209.Timmermans, P. & Plantinga, S.(2012). Motivatie voor invulling onderwijs m.b.t. kerndoelen kunstzinnige oriëntatie. Een onderzoek onder leerkrachten, directeuren en coördinatoren. Amsterdam: TNS NIPO. Verkregen op 26 november, 2012, van www.onderwijsraad.nl/upload/publicaties/718/documenten/cultuureducatie-in-het-basisonderwijs.pdf.Robinson, K. (met Aronica, L.) (2009).The Element. How finding your passion changes everything. New York: Penguin group.Sahlberg, P. (2012).The role of education in promoting creativity potential barriers and enabling factors. Verkregen op 4 februari 2013 van ebookbrowse.com/pasi-sahlberg-pdf-d331568349Scherder, E. (2013). Wat gebeurt er in je hersenen als je muziek luistert? College van de Universiteit

van Nederland. Verkregen op 20 februari, 2014, van http://www.youtube.com/watch?v=9Kq3rwjMxTE.Schilt-Mol, T., Mariën, H., Vijfeijken, M. van, & Broekmans, A. (2011). Muziekeducatie in het primair onderwijs. Een kwantitatieve en kwalitatieve verkenning van de stand van zaken. Tilburg:IVA. Verkregen op 26 november, 2012, van http://www.muziektelt.nl/muziek-telt/publicaties. Schulman, L.S. (1987). Knowledge and teaching: foundations of the new reform. Harvard Educational

Review,57 (1), p. 1-22.Vakgroep Kunstzinnige Oriëntatie (2014). Notulen Vakgroep K.O.-overleg, 15 januari 2014.Van Parreren, C.F. (1988). Ontwikkelend Onderwijs. Leuven/Amersfoort: Acco.Vermeulen, M. (2014). Quality Guidance: the Role of National Governments and the EU. Keynote

gehouden op 14 februari 2014 tijdens de Conferentie: ‘Quality Now! Arts and cultural education tot the next level’ in Amsterdam.

Vincent-Lancrin, S. (2014). Cultural Education for the future: a policy vision. Keynote uitgesproken op 14 februari 2014 tijdens de Conferentie: ‘Quality Now! Arts and cultural education to the next level’ in Amsterdam.

Voogt, J.& Pareja Roblin, N.(2010). Discussienota 21st Centrury Skills. Enschede: Universiteit Twente.

Wiggins, R.A. & Wiggins, J. (2008). Primary Music Education in the Absence of Specialists. International Journal of Education & the Arts, 9(12). Verkregen op 26 november, 2012, van http://www.ijea.org/v9n12/.Winner, E., Goldstein, T. & Vincent-Lancrin, S. (2013). Art for Art’s Sake?The impact of Arts

17

Page 18: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Education. Educational Research and Innovation, OECD Publishing. Verkregen op 15 februari, 2014, van http://www.lkca.nl/downloads/OM_2013_OESO_rapport_Art_for_arts_sake.pdf.

18

Page 19: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

Bijalge 1 - SWAOT- analyse cultuuronderwijs op de Pabo HR

INTERN – STERKTES- In de Pabo HR hebben de kunstvakken door de invoering van de

kennisbases meer tijd gekregen om studenten voor te bereiden op het geven van cultuuronderwijs.

- De vakgroep kunstzinnige oriëntatie van Pabo HR heeft in Rotterdam veel contacten opgebouwd met de culturele instellingen en werken samen met verschillende instellingen

- De vakgroep heeft expertise met betrekking tot kunsteducatie die zij in kan zetten in de samenwerking met instellingen (Docenten zijn bijvoorbeeld bevoegd om de opleiding Interne Cultuur Coördinator vorm te geven en om het certificaat daarvoor uit te reiken)

- De vakgroep heeft expertise met betrekking tot creatieve denkvaardigheden zoals het denken in mogelijkheden en het hebben van een onderzoekende houding.

- Er is sprake van een groot team waardoor de verschillende expertises van de verschillende kunstvakdocenten elkaar kunnen aanvullen en versterken.

INTERN – ZWAKTES- Er wordt op dit moment niet of nauwelijks vakoverstijgend gewerkt binnen de

Pabo HR. Ook binnen de vakgroep kunstzinnige oriëntatie ligt de focus op dit moment te weinig op vakoverstijgende samenwerking.

- De vakgroep kunstzinnige oriëntatie bevindt zich op dit moment te veel op een eiland binnen de Pabo HR.

- Voor de vakgroep kunstzinnige oriëntatie zijn geen landelijke kennistoetsen en toetsen aan de poort. Dit kan invloed hebben op de beeldvorming over de kunstvakken.

- Voor de kunstvakken is geen mogelijkheid om vakinhoudelijk samen te werken met de lerarenopleidingen VO/BVE dit zou isolerend kunnen werken.

- De cultuureducatie is van een blokcursus naar een culttureducatieweek herschreven. Dit heeft het gevaar dat de samenwerking met de culturele instellingen kortstondiger wordt. De samenwerking kan meer het karakter krijgen van ‘komen en gaan’ in plaats van het gezamenlijk onderzoeken naar oplossingen voor een hulpvraag.

- Met het stoppen van deelname met de minor ‘Cultuureducatie’ verdween het vakinhoudelijke contact met basisscholen.

EXTERN - KANSEN- De stad Rotterdam biedt de studenten een rijke leeromgeving voor

cultuureducatie- In de omgeving van de Pabo zijn kenniscentra aanwezig zoals het

Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam, SKVR en het lectoraat Talentontwikkeling.

- Er wordt op dit moment landelijk veel aandacht besteed aan cultuuronderwijs. Het programma ‘Cultuuronderwijs met kwaliteit’ zet in op verschillende interventies om het cultuuronderwijs in het basisonderwijs te verbeteren zoals de samenwerking met culturele instellingen.

- Er is landelijk veel aandacht voor onderzoek naar de effecten van cultuuronderwijs die een positieve beeldvorming van cultuuronderwijs juist versterken.

- De leden van de vakgroep hebben in verschillende landelijke en regionale organisaties contacten waardoor zij goed op de hoogte is van beleid met betrekking tot cultuuronderwijs.

- Aandacht voor Talentontwikkeling op verschillende niveaus in het onderwijs.

EXTERN - BEDREIGINGEN:- De bezuinigingen voor kunst en cultuur en de daarmee gepaard gaande

politieke discussie zorgt voor een negatieve beeldvorming rond kunst – en cultuureducatie.

- Voor de kunstvakken is geen mogelijkheid om vakinhoudelijk samen te werken met de lerarenopleidingen VO/BVE.

- Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam en de SKVR kunnen naast een kans om kennis te delen ook een concurrent zijn in het organiseren van nascholing

- Het team heeft te weinig contacten met betrekking tot cultuuronderwijs met de basisscholen waardoor het gevaar ontstaat dat zij het contact met de praktijk verliest.

- Instellingen hebben door bezuinigingen andere belangen en dit kan nadelige consequenties hebben voor de samenwerking.

19

Page 20: marjolijnvanadrichem.files.wordpress.com file · Web viewCultuuronderwijs met kwaliteit: de kracht van kunst en cultuur. Een beleidsnotitie over . cultuuronderwijs. in . de . Pabo

20