1 nederlands woord beeld in & in in & in copyright © 2004 frans snik klik met de muis
Embed Size (px)
TRANSCRIPT

1
NEDERNEDERLANDSLANDS
WOORD WOORD BEELDBEELD
ININ && ININ
copyright © 2004 Frans Snik
Klik met de muisKlik met de muis

2
Les 5:Les 5:
het weerhet weerKlik met de muisKlik met de muis

3
Een jaar heeft 4 seizoenen.

4
De winter duurt van 21 decembertot 21 maart.
De lente duurt van 21 maarttot 21 juni.
De zomer duurt van 21 junitot 21 september.
De herfst duurt van 21 septembertot 21 december.

5
de winter
De winter duurt van 21 decembertot 21 maart.

6
de lente
De lente duurt van 21 maarttot 21 juni.

7
de zomer
De zomer duurt van 21 junitot 21 september.

8
de herfst
De herfst duurt van 21 septembertot 21 december.

9
de zon

10
de wolken

11
de mist

12
de regen

13
de wind

14
het onweer

15
het ijs

16
de regenboog

17
de thermometer

18
Het is koud. Het is warm.

19
de sneeuw

20
Weet u het nu ?

21
Het regent.

22
Het waait.

23
Het waait in de herfst.

24
Het regent in de herfst.

25
De zon schijnt.

26
De zon schijnt in de zomer.

27
Het is warm inde zomer.

28
Het is bewolkt.

29
Het is mistig.

30
Het vriest.

31
Het sneeuwt.

32
Het vriest in de winter.

33
Het sneeuwt in de winter.

34
Het is koud in de winter.

35
Weet u het nu ?

36
Weet u het nu ?

37
Weet u het nu ?

38
het weerbericht 1
18 graden

39
Morgen schijnt de zon.De temperatuur loopt op tot 18 graden.
Het regent niet.In de avond is er onweer.
De wind is zwak.Het wordt een mooie zomerdag.
(zwak = niet sterk)
het weerbericht 1

40
- 6 graden
het weerbericht 2

41
Het wordt morgen een koude dag .De temperatuur wordt - 6 graden.
In de avond valt er sneeuw.Er waait een sterke wind.
Het wordt een koude winterdag.
het weerbericht 2

42
6 graden
het weerbericht 3

43
Het wordt morgen een bewolkte dag .Er waait een sterke wind.
Er valt veel regen.De temperatuur wordt 6 graden.Het wordt een echte herfstdag.
het weerbericht 3

44
het is warmhet is koud
het is bewolkthet vriesthet misthet waait
het sneeuwthet onweert
Dit heeft u geleerd:
de zon - de regen de wolken - de sneeuw
het ijs - de mistde wind - het onweer
de zomerde lente
de winterde herfst
Het regent in de herfst.Het is warm in de zomer. Het vriest in de winter.
De zon schijnt in de zomer.

45
EINDEEINDE
Maak nu de opdrachtenMaak nu de opdrachten
of de toets.of de toets.