2 nvve • studiedag niet reanimeren · inhoud programma 4 bij de sprekers artikel reanimatie als...
TRANSCRIPT
CuLtuurcentrum Griffioen VU, Amstelveen
2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
I N H O U D
Programma 4
Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9POWER POINT Wet en praktijk rond niet reanimeren 10AANVRAAGFORMULIER Niet-reanimerenpenning NVVE 13BROCHURE Informatie over (niet-)reanimeren 15ARTIKEL Lange neus naar de dood 21ARTIKEL Gun patiënt zijn einde 25DILEMMA Casus 27ARTIKEL Afspraken over reanimeren 29POSTER Wilsverklaringen tot niet-reanimeren van cliënten in
verzorgingshuizen 31WILSVERKLARING Wilsverklaring tot niet-reanimeren (Brenda Ott) 32ARTIKEL Praat met patiënten over het levenseinde 33
JuridischKAMERBRIEF Reactie inzake de niet-reanimerenpenning 39UITSPRAAK RECHTBANK Verzoek tot instelling mentorschap 46UITSPRAAK TUCHTCOLLEGE Negeren behandelverbod 48
RichtlijnenNEDERLANDSE REANIMATIE RAAD Starten, niet starten en stoppen van
de reanimatie 53VERENSO/V&VN/NHG Besluitvorming over reanimatie 63
Aantekeningen
NVVE Studiedag Niet reanimeren • 13-6-2014
09.15 Ontvangst
10.00 Opening
Erwin Kompanje, dagvoorzitter en discussieleider
10.10 Welk beeld hebben we van reanimatie?
Hugo van der Wedden, medisch socioloog, verpleegkundige en publicist
Vragen uit de zaal
10.40 Wet en praktijk rond niet reanimeren
Petra de Jong, directeur NVVE
Vragen uit de zaal
11.10 Koffiepauze
11.40 Gun de patiënt zijn einde
Erik van Engelen, ambulancehulpverlener
Dilemmaronde 1
12.10 Reanimeren moet!
Marianne Ockels-van Leek, EHBO’er en ervaringsdeskundige
Dilemmaronde 2
12.40 Lunch
13.40 De praktijk in het ziekenhuis
Dilemmaronde 3
14.10 Waarom verpleegkundigen soms niet zo hard lopen
Hugo van der Wedden, medisch socioloog, verpleegkundige en publicist
Dilemmaronde 4
14.40 Niet-reanimerenbeleid in zorginstellingen
Brenda Ott, huisarts en kaderarts ouderengeneeskunde Dilemmaronde 5
15.10 Samenvatting leerpunten en afsluiting
Erwin Kompanje, dagvoorzitter en discussieleider
15.30 (Netwerk)borrel
P R O G R A M M A
4 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
BIJ DE SPREKERS
R E A N I M A T I E A L S M O D E R N R I T U E E L
De vraag waarom wij mensen met een plotselinge hartstilstand reanimeren, lijkt eenvoudig te beantwoorden. Dat doen wij om een leven te redden. Maar is dat de enige reden? Een beknopte samenvatting van mijn sociologie scriptie, die in 2008 genomineerd werd voor de Nationale scriptieprijs.
Hugo van der Wedden
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 25.000 mensen gereanimeerd. Vijftien procent overleeft, 85% procent sterft alsnog. Veel aandacht gaat uit naar die 15%. We zien hen terug op televisie en in campagnes van de Hartstichting. Zij bevestigen voor ons de betekenis van mond op mondbeademing, hartmassage en defibrillatie. Reanimatie redt levens. De 85% die alsnog sterft, ruim 20.000 mensen per jaar, blijft anoniem.Wie deze anonieme groep mensen onder de loep neemt raakt verwonderd. Er zitten enkele kinderen bij, drenkelin-gen, maar de meeste van hen zijn chronisch zieke ouderen. Sommigen al diep in de tachtig of negentig. Worden zij echt alleen gereanimeerd om het leven te redden of is er meer aan de hand? Om daar inzicht in te krijgen heb ik onderzoek gedaan naar de volgende vraag:
Wat is het nut van reanimatie wanneer het niet leidt tot het redden van een leven? Uit mijn onderzoek komt naar voren dat reanimatie een aantal functies heeft waar we ons niet of nauwelijks van bewust zijn: latente functies. Laat ik beginnen met de belangrijkste. Een niet geslaagde reanimatie verandert de plotselinge dood in een geleidelijk sterfproces.De plotselinge dood wordt al sinds mensheugenis gezien als slecht. Tijdens de Middeleeuwen leidde een plotselinge dood vaak tot strijd binnen de gemeenschap over de erfenis van spullen en posities. Tegenwoordig zijn er andere redenen waarom de plotselinge dood ons ernstig tegenstaat.De openbare plaatsen waar wij ons dagelijks begeven zijn gevrijwaard van de dood. In de Kalverstraat of in de plaat-
O N D E R Z O E K
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 7
selijke Albert Heijn is er niets dat ons herinnert aan onze sterfelijkheid. Wanneer iemand dan toch plotseling een hartstilstand krijgt, dan draagt een reanimatie en de daarbij behorende gang naar het ziekenhuis er aan bij dat er nie-mand dood gaat in de publieke ruimte. Of de reanimatie nu slaagt of niet is wat dat betreft niet belangrijk. Het enige dat waarneembaar sterft is het geluid van de sirene in de verte.Een plotselinge hartstilstand van een naaste of een omstander is een zeer schokkende gebeurtenis die hevige emoties oproept. Het gestandaardiseerde gedragspa-troon dat de Hartstichting ons voorschrijft - van het bellen van112, tot het starten van mond op mondbeademing en borstcompressie - kanaliseert deze hevige emoties. Een reanimatie dwingt tot een geciviliseerd gedragspatroon. Want hoe meer emoties, hoe kleiner de kans dat een reanimatie succesvol verloopt.Dat reanimatie schuldgevoelens onderdrukt en op een positieve wijze kan bijdragen aan het rouwproces dat op het afscheid volgt wordt steeds openlijker onderkend. Bij de vraag of familieleden aanwezig mogen zijn bij een reanima-tie in het ziekenhuis is het positieve effect op het eventuele rouwproces een belangrijk argument van de voorstan-ders. Nabestaanden kunnen dan met eigen ogen zien dat er echt alles aan gedaan is.Reanimatie, tot slot, is vanuit een theatraal perspectief een eerbetoon aan de overledene. Met energieke borstcom-pressies en mond op mondbeademing laten we letterlijk zien aan de omstanders en aan onszelf hoe belangrijk het slachtoffer is voor de gemeenschap.Reanimatie is meer dan een levensreddende handeling alleen. Wanneer het niet leidt tot het redden van het leven fungeert het als een nuttig stervensritueel dat de sociale waarde van de stervende benadrukt, dat bijdraagt aan de acceptatie van de dood en dat er voor zorgt dat de publieke ruimte niet ontwricht raakt door een sterfgeval. Hoe kleiner de kans dat reanimatie daadwerkelijk een leven gaat redden, hoe meer deze latente functies zich opdringen als werkelijke reden.
GeloofEr is een belangrijke voorwaarde wil reanimatie fungeren als nuttig stervensritueel: vooraf moet men enig ver-trouwen hebben in een goed resultaat. Is dat geloof er niet, dan verworden de handelingen in beleving van de uitvoerder tot een vorm van zinloos geweld, losgelaten op een zojuist overleden persoon. Om deze reden doet de Hartstichting zeer haar best het succesvolle imago van reanimatie in stand te houden. Wanneer dat imago er niet zou zijn, was het draagvlak in de samenleving voor de reanimatiepraktijk vermoedelijk een stuk minder dan nu het geval is.Dat het succesvolle imago niet in overeenstemming is met de werkelijkheid leidt echter tot een problematische praktijk binnen het ziekenhuis. Wanneer de dokter om medische redenen af wil zien van een reanimatie, ontneemt hij daarmee ook een deel van de sociale waarde van de patiënt en de mogelijkheid voor de familie om het gevoel te krijgen dat er alles aan gedaan is. Om een conflict of spanningen te voorkomen wordt dan soms toch gekozen om te reanimeren ook al is de kans op succes nihil en de kans op schade levens groot.Deze gang van zaken maakt dat van verpleegkundigen regelmatig hoogbejaarde mensen, die in hun beleving over-leden zijn, toch moeten reanimeren. Omdat dit voor verpleegkundigen traumatisch is, gebeurt het dat deze vrijwel kansloze reanimaties soms worden gesaboteerd. Verpleegkundigen doen dan nauwelijks hun best en rommelen maar wat aan. Ze veranderen de reanimatie in een matig toneelstuk, dat wordt uitgevoerd uit angst voor juridische consequenties en om de arts en de familie tevreden te stellen. Met het redden van een leven heeft reanimatie dan helemaal niets meer van doen.
Het onderzoek ‘Reanimatie; Een sociologische analyse van een modern ritueel rondom de dood’ is te downloaden via: www.hugovanderwedden.nl/publicaties.
8 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
O N D E R Z O E K
Su
rviv
al
of
ou
t-o
f-h
osp
ital su
dd
en
card
iac
arr
est
has
trip
led
in
th
e D
utc
h p
rovin
ce
Lim
bu
rg o
ver
the last
20
years
R
uu
d W
.M.
Pij
lsA,
Anto
n P
.M.
Gorg
elsA
, o
n b
ehal
f of th
e H
art
voor
Lim
burg
inve
stig
ators
A
Dep
artm
ent
of
Car
dio
logy
Mate
rials
an
d m
eth
od
s
Dat
a fr
om
all
out-
of-
hosp
ital
SCA p
atie
nts
in t
he
pro
vince
of
Lim
burg
in 2
012 w
ere
colle
cted
acco
rdin
g t
o t
he
Uts
tein
Tem
pla
tes1
. Pa
tien
ts w
ere
incl
uded
in t
he
anal
ysis
if
the
origin
of
the
SCA
was
car
dia
c or
unkn
ow
n,
and t
he
SCA d
id n
ot
occ
ur
in t
he
ambula
nce
. Surv
ival
was
com
par
ed w
ith
dat
a fr
om
the
Maa
stri
cht
card
iac
regis
try
2 (
1991 –
1994).
Resu
lts
Of
424 S
CA c
ases
incl
uded
, 70.5
% w
ere
men
, co
mpar
able
to 7
2%
in 1
990’s
. A t
ota
l of
23.8
% w
as
dis
char
ged
fro
m t
he
hosp
ital
aliv
e. S
urv
ivors
wer
e yo
unger
than
non-s
urv
ivors
(63,5
± 1
5.1
vs.
69.1
, ±
16.0
, p =
0.0
02).
Surv
ival
was
27.4
% in d
ocu
men
ted c
ardia
c SCA v
s. 8
.6%
if
unkn
ow
n (
p
= 0
.000),
29.4
% in w
itnes
sed S
CA (
in c
ontr
ast
to 1
0.6
% in 1
992)
vs.
4.7
% if
unw
itnes
sed (
p =
0,0
00),
31.9
% in S
CA o
uts
ide
hom
e vs
. 19.9
% in t
he
hom
e (p
= 0
,007),
33.8
% in c
ase
of
bys
tander
res
usc
itat
ion v
s. 1
0.5
% w
ithout
(p =
0,0
00),
34.0
% w
hen
an A
ED
was
connec
ted v
s.
20.9
% w
ithout
an A
ED
connec
ted (
p =
0,0
15),
40.8
% w
hen
ven
tric
ula
r fibrilla
tion w
as t
he
initia
l
rhyt
hm
vs.
5.0
% in c
ase
of
no d
ocu
men
ted v
entr
icula
r fibrilla
tion (
p =
0,0
00).
Figure
1:
Univ
aria
ble
s re
late
d t
o t
he
outc
om
e of SCA in t
he
Dutc
h p
rovi
nce
Lim
burg
in 2
012.
Con
clu
sio
n
The
pre
sent
over
all su
rviv
al r
ate
in t
he
Dutc
h p
rovi
nce
of
Lim
burg
of
resu
scitat
ion o
f out-
of-
hosp
ital
SCA is
23.8
%.
In t
he
1990’s
surv
ival
rat
e w
as 1
0.6
% in w
itnes
sed S
CA
2 c
om
par
ed t
o
29.4
% in 2
012.
This
mar
ked incr
ease
is
likel
y to
be
rela
ted t
o im
pro
ved r
esusc
itat
ion e
ffort
s w
ithin
the
com
munity.
Refe
ren
ces
[1].
Jac
obs
I, N
adka
rni V.
Car
dia
c Arr
est
and C
ardio
pulm
onar
y Res
usc
itat
ion O
utc
om
e Rep
ort
s: U
pdat
e an
d S
implif
icat
ion o
f th
e U
tste
in T
empla
tes
for
Res
usc
itat
ion R
egis
trie
s: A
Sta
tem
ent
for
Res
usc
itat
ion.
Cir
cula
tion 2
004;
110:3
385-9
7
[2].
De
Vre
ede-
Sw
agem
aker
s JJ
M,
Gorg
els
APM
, D
ubois
-Arb
ouw
WI
et a
l. O
ut-
of-
Hosp
ital
Car
dia
c Arr
est
in t
he
1990s:
A P
opula
tion-B
ased
Stu
dy
in t
he
Maa
stri
cht
Are
a on I
nci
den
ce,
Char
acte
rist
ics
and
Surv
ival
. Jo
urn
al o
f th
e Am
eric
an C
olle
ge
of
Car
dio
logy
1997;
30:
1500-5
Co
rresp
on
den
ce t
o:
Ruud W
.M.
Pijls
ruud.p
ijls
@m
um
c.nl
Dep
artm
ent
of
Car
dio
logy
T +
3143 3
8 7
5102
Maa
strich
t U
niv
ersi
ty
P.O
. Box
616
6200 M
D
Maa
strich
t, T
he
Net
her
lands
Pu
rpo
se o
f th
e s
tud
y
To a
sses
curr
ent
surv
ival
and r
elat
ed f
acto
rs o
f out-
of-
hosp
ital
sudden
car
dia
c ar
rest
(SCA)
in t
he
pro
vince
of
Lim
burg
, th
e N
ether
lands.
CA
PH
RI
Sch
oo
l fo
r P
ub
lic
Healt
h a
nd
Pri
mary
Care
2012
19
92
To
tal N
(%)
Sur
vivo
rs N
(%)
Tota
l 42
4 (1
00)
101
(23.
8)
Witn
esse
d 33
0 (7
7.8)
97
(29.
4)
10.6
2
Non
witn
esse
d 86
(20.
3)
4 (4
.7)
Unk
now
n 8
(1.9
) 0
(0.0
)
Out
side
hom
e 13
8 (3
2.5)
44
(31.
9)
182
In th
e ho
me
286
(67.
5)
57 (1
9.9)
72
Bys
tand
er B
LS
237
(55.
9)
80 (3
3.8)
17
.62
No
byst
ande
r B
LS
162
(38.
2)
17 (1
0.5)
11
.72
AED
con
nect
ed
106
(25.
0)
36 (3
4.0)
No
AED
con
nect
ed
318
(75.
0)
65 (2
0.9)
Asys
tole
/ PE
A 16
6 (3
9.2)
3
(1.8
)
Vent
ricul
ar fi
brill
atio
n 22
3 (5
2.6)
91
(40.
8)
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 9
W E T E N P R A K T I J K
10 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 11
12 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
F P A M Janssen «address6» «address7» Amsterdam, 2 juni 2014 Geachte heer «d1prfxnm1», Sommige mensen willen in geen geval gereanimeerd worden. De wet geeft mensen het recht een behandeling te weigeren. Als u niet gereanimeerd wilt worden, is het belangrijk dat u dit vastlegt. Alleen zo kunnen artsen en reddingswerkers gehoor geven aan uw wil.
De NVVE ontwikkelde, naast het behandelverbod, een niet-‐reanimerenpenning. Daarop staat duidelijk dat u onder geen enkele omstandigheid gereanimeerd wilt worden. De penning is voorzien van uw handtekening, foto, naam en geboortedatum. Hij wordt zonder ketting geleverd.
Het dragen van een niet-‐reanimerenpenning biedt geen absolute garantie dat u niet gereanimeerd wordt, maar maakt wel de kans groter dat uw wil wordt uitgevoerd. Informeer daarom ook uw naasten, vrienden en buren over uw wensen ten aanzien van wel of niet reanimeren.
De penning kost u eenmalig € 37,50. U kunt de penning uitsluitend aanvragen door: • uw handtekening met zwarte fine-‐liner precies in het linkervakje onder te plaatsen • een recente, originele kleurenpasfoto in het vak rechts onderaan te bevestigen • een kopie van een geldig identiteitsbewijs bij te voegen (hiermee controleren wij voor ambulance-‐personeel en EHBO’ers dat u zelf de penning heeft aangevraagd; deze kopie zal na de controle worden vernietigd)
• uw rekeningnummer in te vullen en uw handtekening te zetten, waardoor u een eenmalige machtiging verstrekt voor het incasseren van € 37,50.
Rekeningnummer: Handtekening:
└─┴─┴─┴─┴─┴─┴─┴─┴─┴─┘
Stuurt u dit formulier naar: NVVE -‐ POSTBUS 75331 -‐ 1070 AH AMSTERDAM
De levertijd van de penning bedraagt ongeveer twee maanden. «sub_nr»
«sub_nr»
Controleer svp uw adresgegevens bovenaan, uw lidnummer hiernaast en uw geboortedatum: : 11-‐08-‐1952
Niet reanimeren
Handtekening in het zwart binnen het kader plaatsen s.v.p.
Foto recht inhet kader plakken
De niet-reanimerenpenning
De penning is geheel van aluminium gemaakt, is ongeveer 26 x 45 mm groot en enkele millimeters dik. De levertijd van de penning is lang. Dat komt omdat de producent de penning in meerdere stappen moet produceren. Dit is een tijdrovende procedure. De penning heeft doorgaans een levensduur van vijf tot zeven jaar.
De rechtsgeldigheid van de niet-reanimerenpenningOp 21 september 2010 verklaarde de toenmalig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) dat de niet-reanimerenpenning een geldige wilsverklaring is volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek, waarin de Wet op de GeneeskundigeBehandelingsovereenkomst (WGBo) is opgenomen. Dit betekent dat zonder toestem-ming van de persoon de hulpverlener (artsen, verpleegkundigen en andere medischehulpverleners) niet mogen doen. Ook niet-professionele hulpverleners dienen op basis van artikel 11 van de grondwet (iedereen heeft recht op onaantastbaarheid van het lichaam) de penning te respecteren. In het ambulanceprotocol van maart 2011 is de penning opgenomen. Ambulanceverpleegkundigen kunnen dus op de hoogte zijn van de wettelijke status van deniet-reanimerenpenning. Ook in het lesmateriaal van het Oranje Kruis, verantwoor-delijk voor cursussen EHBO, is de penning opgenomen. De niet-professionele hulp-verleners hoeven de reanimatie niet te starten wanneer de penning zichtbaar is. Als zij toch gaan reanimeren tot de professionele hulpverlener aanwezig is, dient deze laatste de reanimatie te stoppen.
© 2013, NVVE AMSTERDAM
Voorbeeld niet-reanimerenpenning
Draagt u de penning altijd zichtbaar.Noch de EHBO-er, noch het ambulancepersoneel gaat op zoek naar de penning.
Bij reanimatie geldt dat elke seconde telt.
Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevings-kans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de over-levingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In ge-sprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reani-matie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Na reanimatie ben je toch een kasplant) Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de over-levingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In ge-sprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reani-
Informatie over(niet-)reanimeren
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 15
Niet-reanimerenpenning Reanimeren is in acute situaties van hartstilstand of ademstilstand de eerste vorm van hulpverlening. Som-mige mensen willen niet gereani-meerd worden. Het is van belang dat artsen en hulpverleners tijdig op de hoogte zijn van deze wens. De NVVE heeft daarvoor een niet-reanimeren-penning ontwikkeld.
Deze voorlichtingsfolder geeft infor-matie over reanimatie en bespreekt overwegingen die een rol spelen bij een niet-reanimeren wens. Wij hopen hiermee een bijdrage te leveren aan een weloverwogen be-sluit om de penning al dan niet te gaan dragen.
Wat is reanimatie?Reanimatie betekent letterlijk: “de geest (animus) terug (re)”. Iemand wordt weer tot leven gewekt. Reani-matie kan levensreddend zijn bij hart-stilstand, dreigende verdrinking en bewusteloosheid bijvoorbeeld na een ernstig ongeluk. Een hartstilstand leidt binnen enkele minuten tot een ademstilstand en omgekeerd leidt onvermogen om te ademen binnen enkele minuten tot een hartstilstand. Bij reanimatie brengt de hulpverlener met hartmassage en mond-op-mond beademing de bloedcirculatie en de ademhaling kunstmatig op gang. Hoe sneller dit gebeurt, hoe kleinerde kans op schade aan hart of hersenen door zuurstoftekort. Ook kunnen de eigen hartslag en bloedsomloop weer worden opgewekt door een elektri-sche schok met behulp van een AED (Automatische Externe Defibrillator), indien er sprake is van een te defibril-leren hartritmestoornis.
Wat is de overlevingskans?De kans een hartstilstand te overleven is sterk afhankelijk van de omstandig-
De niet-reanimerenpenning is een behandelverbod ten aanzien van reanimeren. Een op zichzelf staande verklaring, gedragen aan een halskettinkje, en voorzien van pasfoto, handtekening, naam en geboortedatum. De penning is van aluminium en heeft een af-meting van 4,5 x 2,5 cm (h x b). Als u deze penning zichtbaar draagt, zal dit opgemerkt worden bij reanimatie. Volgens de Wet op de Geneeskundige Behandelings-overeenkomst (WGBo) mag u dan niet worden gereanimeerd.
16 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
heden, leeftijd en de snelheid waar-mee de reanimatiepoging kan worden gestart. Omdat de juiste hulp op de plek des onheils meestal niet (tijdig) aanwezig is, komt reanimatie vaak te laat. Als het de hulpverleners niet meer lukt om de bloedsomloop weer op gang te brengen, wordt de reani-matiepoging gestaakt. Als het wel lukt, wordt het slachtoffer naar het zieken-huis vervoerd voor verdere behande-ling. De overlevingskans neemt sterk toe als hartmassage en mond-op-mond be-
ademing al is gestart voordat de am-bulance arriveert of als op het mo-ment van hartstilstand al ambulancepersoneel aanwezig is. Als alle factoren gunstig zijn, is de overle-vingskans ongeveer 50 procent, maar die daalt snel tot slechts 2 à 3 procent als alles tegenzit. Uiteraard is de over-levingskans niet van tevoren bekend. Het hangt helemaal af van de situatie en de medische conditie waarin een hartstilstand zich voordoet. De kans op succesvolle reanimatie is de laatste tien jaar toegenomen. Vooral door de
20 van de 100 mensen van 70 jaar of ouder overleven een reanimatietijdens het verblijf in het ziekenhuis.
3 van de 20 overlevenden hebben ernstige blijvende schade.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 17
introductie van de AED, maar ook door de sterke verbetering van de behandeling in het ziekenhuis. Door meer kennis en beschikbaarheid van medische technieken zullen de overle-vingskansen in de toekomst verder toenemen. Recente onderzoeken in eigen land wijzen uit dat bij gemid-deld 65-jarigen de overleving na re-animatie buiten het ziekenhuis ruim 20% is.
Wat merkt het slachtoffer?Van de reanimatie(poging) zelf
merkt het slachtoffer niets. Als het slachtoffer niet ter plekke overlijdt, zal hij naar het ziekenhuis worden vervoerd. Daar vindt verdere behan-deling plaats op de intensive care. Het slachtoffer wordt enkele dagen in diepe slaap gehouden. Als daarna de toediening van slaapmiddel wordt gestopt, is het afwachten of en hoe iemand ontwaakt. Dit kan enkele dagen duren. Als de patiënt niet wakker wordt, zal in overleg met de familie worden besloten alsnog alle behandelingen te staken. Het slacht-
8 van de 100 mensen van 70 jaar of ouder overleven een reanimatiebuiten het ziekenhuis.
4 van de 8 overlevenden hebben ernstige blijvende schade.
18 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
offer overlijdt zonder er iets van te hebben gemerkt.In ongeveer een derde tot de helft van de gevallen wordt iemand na enkele dagen wel wakker. Aanvankelijk in sterk verwarde toestand en met een groot ‘gat’ in het geheugen. De patiënt zal zeker in het begin ook snel dingen vergeten, zoals bezoek van familie. In de loop van enkele dagen verbetert de toestand meestal en vindt geheel of gedeeltelijk herstel plaats.
Hoe groot is de kans op (blijvende) schade?Er is uitgebreid onderzoek gedaan, ook in Nederland, naar de toestand van mensen die een reanimatie hebben overleefd*. Hierbij wordt gekeken naar zowel fysieke kwaliteiten als psychi-sche factoren. Kan iemand zelfstandig functioneren? Verandert de relatie met partner? Kan iemand terugkeren naar het (oude) werk? Vooral onderzoek in eigen land laat zien dat het overgrote deel van de overlevenden, en/of hun partners in meer of mindere mate nadelige gevol-gen ondervinden, zoals geheugen- en concentratieproblemen. Twee à drie procent van de overlevenden is zorgaf-hankelijk. Hoe zwaar deze ‘schade’ weegt ten opzichte van niet-meer-leven, is een zeer persoonlijke kwestie. Voor mensen die aan het einde van het leven zijn, kan een plotseling over-lijden een geschenk zijn dat de voor-keur verdient boven overleven met het
risico van ongemakken. De toestand ‘kasplant’ is zeldzaam.
Wel of niet reanimeren?De beslissing of u wel of niet gereani-meerd wilt worden, is aan u. Niet iedereen wil gereanimeerd worden. Sommige mensen zien een hartstil-stand als een mooie dood. Overwe-gingen om een niet-reanimerenpen-ning te dragen kunnen zijn:
a. Mijn leven is voltooid Er zijn mensen die op een leeftijd
zijn gekomen dat zij de natuur haar gang willen laten gaan. Zij hebben de balans van hun leven opgemaakt. De ouderdomskwalen nemen toe en vaak zijn veel fami-lieleden en vrienden al overleden. Zij verkiezen de dood boven het leven.
b. Voor mij hoeft het niet meer Leeftijd is niet altijd de belangrijk-
ste overweging. Voor sommige mensen zijn gezondheid, kwaliteit van leven, sociale contacten met familie en vrienden belangrijk. Ondanks dat beschouwen zij een hartstilstand als een ‘mooie’ (snel-le en pijnloze) dood.
c. Na reanimatie ben je toch een kasplant Er zijn ook mensen die niet gere-
animeerd willen worden vanwege de risico’s. Zij wensen niet in een
* Multidisciplinaire richtlijn besluitvorming over reanimatie
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 19
situatie terecht te komen waar-in een ‘normaal’ leven niet meer mogelijk is. Zij willen bewust dat risico niet lopen.
Uw wens teltIn de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBo) is uw behandelrelatie met de arts of verpleegkundige vastgelegd. De wet verplicht artsen en professio-nele hulpverleners patiënten te informeren over een voorgenomen medische behandeling. Op basis hiervan kan een patiënt een wel-overwogen beslissing nemen om een behandeling al dan niet te ondergaan. Een van de rechten van de patiënt is namelijk om een be-handeling te weigeren. Bij de over-wegingen rond een reanimatie is de situatie anders: een hartstil-stand treedt meestal geheel onver-wacht op.
Omstanders of familie zullen 112 inschakelen en hulp inroepen. Hulpverleners (ambulanceperso-neel, arts en verpleegkundigen) zullen bij aankomst de situatie beoordelen en eerste hulp bieden.
Als iemand niet bij bewustzijn is en niet normaal ademt, wordt reani-matie gestart. Zij zullen in ieder geval hartmassage en beademing toepassen en indien nodig ook een elektrische schok toedienen om het normale hartritme te herstellen. De hulpverleners kennen u niet. Er is dus geen gelegenheid om tevoren met deze behandelaars te spreken over uw wensen. U kunt alleen door het zichtbaar dragen van een niet-reanimerenpenning aangeven dat u geen reanimatie wenst. De pro-fessionele hulpverlener zal deze wens respecteren wanneer deze ervan overtuigd is dat uw besluit geheel vrijwillig, na voldoende in-formatie over kansen en risico’s, is genomen. De informatie in deze folder kan daarvoor zorgen.
In gesprekHet is goed mogelijk dat u na het lezen van deze folder nog vragen heeft. Wij adviseren u deze te be-spreken met uw huisarts en ook uw familie in uw overwegingen te betrekken. Als u heeft besloten de niet-reanimerenpenning aan te schaffen, informeer dan uw naas-ten. Zij zijn immers vaak degenen die bij een hartstilstand moeten beslissen over het inroepen van acute hulp en het starten van re-animatiepogingen.
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR EEN VRIJWILLIG LEVENSEINDE
Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevings-kans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de over-levingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In ge-sprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reani-matie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Na reanimatie ben je toch een kasplant) Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de over-levingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In ge-sprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reani-
Postbus 75331
1070 ah Amsterdam
t 020 620 06 90
www.nvve.nl
Mei 2014
20 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
A R T I K E L
L A N G E N E U S N A A R D E D O O D
Mag je iemand die dood is net zo lang hard op de borst slaan tot hij weer een beetje begint te leven? Ja en nee. En het moet al helemaal niet. ‘Mensen zouden heel goed moeten nadenken voor ze iemand gaan reanimeren.’
Wilma de Rek
Over reanimatie kun je heel verschillende verhalen vertellen. Zo heb je het verhaal van de man die in januari 2000 in een stad in Noord-Holland vol vuur zijn nieuwjaarsspeech stond te houden en plotseling omviel - zijn hart was gestopt met kloppen. Een toevallig aanwezige politieman rende naar zijn auto, haalde er de Automatische Externe Defibrillator uit die hij een paar dagen eerder bij wijze van proef had gekregen en gaf de omgevallen man een stroomstoot. Hij leefde nog lang en gelukkig. Maar er is ook het verhaal van prins Friso. Hoe dat is begonnen, weet iedereen; hoe het afloopt, weet niemand. Zijn reanimatie duurde vijftig minuten. Dat is erg lang, zei zijn behandelend arts Wolfgang Kol-ler tijdens de persconferentie in Innsbruck, twee weken geleden: ‘Men kan ook zeggen: te lang.’ Het verhaal van Friso baart reanimatiedeskundigen zorgen. Om Friso zelf, maar ook om de beeldvorming. ‘Zie je wel’, zullen de mensen zeggen. ‘Hij wordt een kasplantje. Dat krijg je er nou van, van al dat gere-animeer. Ze hadden die man met rust moeten laten.’ En dat is de grote vraag. Mag je iemand die dood is - hij ademt niet, er is geen hartslag - net zo lang hard op de borst slaan tot hij weer een beetje begint te leven? Het antwoord is: ja, dat mag. Sterker: dat moet. Volgens artikel 450 van het Wetboek van Strafrecht is elke burger verplicht hulp te verlenen aan iemand die in onmiddel-lijk levensgevaar verkeert. Een reanimatiepoging valt onder hulp aan iemand in onmiddellijk levensgevaar en wordt door professionals al-tijd gestart, tenzij er een goe-de reden is om ervan af te zien. De richtlijn ‘Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie’, opgesteld door de Nederlandse Reanimatie-raad, noemt als voorbeelden ‘onthoofding’, ‘lijkstijfheid’ of ‘verkoling’. Ook als het leven van de hulpverlener in gevaar komt, of als voor aanvang duidelijk is dat de patiënt een rechtsgeldige niet-reanima-tieverklaring heeft, hoeft niet met de reanimatie te worden begonnen.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 21
Dus je mag iemand die dood is - hij ademt niet, er is geen hartslag - net zo lang hard op de borst slaan tot hij weer een beetje begint te leven? Nee, dat mag niet altijd. En het moet al helemaal niet, vindt Dick Engberts, hoogleraar medische ethiek en gezondheidsrecht aan het Leids Universitair Medisch Centrum. ‘Artikel 450 kun je beter vergeten. Het artikel staat al sinds 1886 in het wetboek, maar niemand zal worden gestraft als hij niet meteen begint te reanimeren. En terecht. Over reanimatie moet je niet luchtig denken.’ Geen harde uitspraken Het probleem met reanimatie is dat je over veel aspecten ervan nauwelijks harde uitspraken kunt doen, vindt neuroloog Michael Kuiper, voorzitter van de Nederlandse Reanimatieraad en intensi-vist bij het Medisch Centrum Leeuwarden. ‘Globaal kun je zeggen dat van de tien mensen die worden gereanimeerd, er twee weer een normaal leven kunnen leiden. Je moet dus een heleboel re-animaties doen om een paar mensen te helpen, maar zo werkt geneeskunde; soms helpt het, soms niet. Dat geldt ook voor aspi-rine geven, opereren of andere medische ingrepen verrichten.’ Dat vijftig minuten in het geval van prins Friso te lang waren, wil niet zeggen dat een reanimatie van vijftig minuten altijd te lang is, zegt Kuiper; dat hangt onder meer af van de vraag hoe lang de hartstilstand duurde die eraan voorafging. ‘Een reanimatie kan drie kwartier of een uur duren en toch succesvol zijn.’ Vermoedelijk hebben mensen vanaf het moment dat er doden vielen, geprobeerd ze weer tot leven te wekken. Dat ging vaak gepaard met grof geweld. In de 16de eeuw ontdekte Paracelsus dat je gebruik kon maken van een blaasbalg, die lucht in de longen pompte. In de 18de eeuw werden slachtoffers soms opgehangen aan een boom, ondersteboven, en dan op en neer gehesen. Je had de ‘rol’-methode (slachtoffer wordt op ton gebonden en heen en weer gerold) en de ‘dravend paard’-methode (slachtoffer ligt niet op een ton maar op een paard). De moderne manier van reanimeren, een combinatie van hartmassage en beademing, wordt vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw toegepast. Sinds een jaar of tien rukt op scholen, in bedrijven en in openbare gelegenheden als stations de Automa-tische Externe Defibrillator op, kortweg AED, een apparaat waarmee je het slachtoffer van een hartstil-stand een elektrische schok kunt toedienen. Daarvan hangen er in Nederland nu zo’n 40 duizend, relatief meer dan in andere Europese landen. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan Ruud Koster, cardioloog in het Amsterdamse AMC. In de jaren negentig bepleitte hij gebruik van AED’s door leken, en met succes. De eerste niet-medici die toe-stemming kregen om AED’s te gebruiken, waren politie- en brandweermensen, daarna volgde de rest van de bevolking. Iedereen die iemand ineen ziet zijgen, mag nu de AED van de muur grissen en de in-
22 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
structies volgen die het apparaat hem geeft. ‘Mijn belangrijkste motivatie was dat de gemiddelde tijd tussen het bellen van 112 en het arriveren van een ambulance tien minuten is’, zegt Koster. ‘Dat is in ge-val van een hartstilstand dramatisch lang. Het tijdige gebruik van een AED, door wie ook, verdubbelt de overlevingskans na een hartstilstand. Daar kan toch niemand tegen zijn?’ Waar veel mensen wel op tegen zijn, is het reanimeren van ouderen of zwaar zieken; slachtoffers van een hartstilstand voor wie de dood niet bepaald als een totaal onverwachte vijand kwam. In de zomer van 2011 schreef ambulancemedewerker Erik van Engelen een vlammend stuk in het artsenvakblad Me-disch Contact. Veel te vaak moesten hij en zijn collega’s mensen reanimeren van wie later bleek dat ze daar helemaal niet blij mee waren: mensen op hoge leeftijd wier hart het begaf en die midden in de nacht uit hun huis werden getakeld en naar een ziekenhuis vervoerd. Penning Met die groep mensen zou veel meer ge-praat moeten worden, vond Van Engelen. Hun omgeving moet weten hoe ze eigenlijk over reanimatie denken. Weliswaar bestaat sinds 2007 de mogelijkheid om voor 37,50 euro een ‘reanimeer mij niet’-penning te bestellen bij de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) - er zijn inmiddels ruim 7.500 penningen aan-gevraagd - maar niet iedereen is van die mogelijkheid op de hoogte of wil de hele dag met een penning om zijn nek lopen. Het Albert Schweitzer-ziekenhuis in Dor-drecht experimenteert deze maand met rode polsbandjes voor patiënten die niet gereanimeerd willen worden. Mensen hebben bij reanimatie een te sim-pel beeld, zegt medisch-ethicus Dick Eng-berts. ‘Het is het beeld uit de tv-program-ma’s: iemand valt neer, hulpbereide om-standers snellen toe en aan het eind gaat de patiënt gezond naar huis. Maar in werkelijkheid is het een ingrijpende medische behandeling. Reani-matie is het terugdraaien van de klok. Je behandelt mensen die eigenlijk dood zijn.’ Volgens Engberts moeten bij een reanimatie de regels in acht worden genomen die voor elk medisch ingrijpen gelden. ‘Dat houdt in dat het alleen mag worden uitgevoerd wanneer is voldaan aan twee ba-sale voorwaarden. Er moet een indicatie zijn om iets te doen - dus een situatie waarin deskundige artsen het gegeven de omstandigheden zinvol vinden actie te ondernemen - en er moet toestemming zijn van de betrokkene. Dat laatste is lastig als die persoon feitelijk dood is, dus wordt meestal uitgegaan van een vorm van veronderstelde toestemming.’ Er zijn, zegt Engberts, artsen die vinden dat je niet moet reanimeren als je niet precies weet wanneer de hartstilstand is ingetreden. En hij geeft ze gelijk. ‘Je mag niet zomaar wat doen en daarmee het risico ne-men dat je mensen voor mal en dwaas naar een verpleeg-huis stuurt, waar ze nog dertig jaar kwijlend op hun dood moeten wachten. Wanneer het menselijk brein zes minuten zonder zuurstof is, is het onher-stelbaar beschadigd. ‘Er wordt weleens gedaan of reanimatie twee uitkomsten heeft, maar in werkelijkheid zijn het er drie: iemand is en blijft dood; de reanimatie slaagt; of je krijgt iemand half aan de praat en houdt vervolgens niks over. Dat kan wanneer het brein niet helemaal dood is en nét dat stukje nog intact is dat nodig is voor de ademhaling.’ Grens trekken Volgens Michael Kuiper van de Reanimatieraad is die laatste variant in Nederland een uitzondering. ‘Echt vegetatieve patienten zijn hier maar heel weinig, want bij die mensen wordt de behandeling gestaakt. Je moet een grens trekken. Als iemand na een reanimatie niet wakker wordt, moet je stoppen - en dat ge-beurt in Nederland dus ook. In de regel overlijdt iemand dan binnen vijf tot zeven dagen.’
Foto
: Cha
rlotte
Bog
aert
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 23
De Nederlandse Reanimatieraad is geen lobbyclub die blind het reanimeren promoot, benadrukt Kuiper. Hij citeert een uitspraak van Peter Safar, een van de grondleggers van de huidige reanimatiepraktijk: death is not the enemy, but occasionally needs help with timing. De dood is de vijand niet, maar heeft soms hulp nodig bij het kiezen van de juiste tijd. ‘De discussie kun je niet loszien van hoe wij omgaan met sterven, met de acceptatie van de dood. Toen mijn grootouders overleden, in de jaren tachtig, nam nie-mand het woord ‘reanimeren’ zelfs maar in de mond. De dood is in de afgelopen jaren steeds verder van ons af komen te staan. We zijn er onthand in en als gevolg daarvan zijn we ook niet altijd goed in staat te zien wanneer reanimeren zinvol is en wanneer niet. ‘Als iemand oud is of ernstig ziek, waardoor allerlei lichaamsfuncties steeds slechter worden en uiteinde-lijk ook het hart ermee stopt, is reanimeren een ontzettend slecht idee. Maar als iemand in de kracht van zijn leven is en hij krijgt een klein hartinfarct, is ingrijpen zinvol en kan het levensreddend zijn.’ Moet reanimatie net zo’n onderwerp van debat worden als bijvoorbeeld euthanasie? Ja, vindt medisch-ethicus Dick Engberts. ‘Er mag niet te gemakkelijk over worden gedaan. Mensen zouden heel goed moe-ten nadenken voor ze iemand gaan reanimeren. Maar daar zijn bijvoorbeeld ambulancebroeders niet op ingesteld. Die zijn opgeleid om te handelen. Toch is het altijd verkeerd om zonder na te denken een der-gelijke ingrijpende medische handeling te verrichten. Het feit dat iemand levenloos op de grond ligt, geeft een ander niet het recht er zomaar bovenop te springen.’
IN NEDERLAND KRIJGEN JAARLIJKS 16.000 MENSEN EEN HARTSTILSTAND In de westerse wereld krijgt jaarlijks ongeveer 1 op de 1.000 mensen een hartstilstand. Voor Ne-derland komt dat neer op 16 duizend mensen per jaar. Daaronder zitten mensen die op kantoor of op een sportveld in elkaar zakken, maar ook ouderen voor wie het alarmnummer 112 is ge-beld. Bij de helft van de mensen met een hartstilstand wordt een poging tot reanimatie gedaan. Die reanimatie duurt doorgaans ten minste 20 minuten. Cardioloog Ruud Koster van het AMC: ‘Dat is geen richtlijn; als je wilt, kunt en vooruitgang ziet, mag je wel twee uur doorgaan met re-animeren. Maar wanneer het hart na 20 minuten reanimeren nog niet op gang is, wordt er vaak gestopt.’ Grofweg kun je zeggen dat van de 1.000 mensen die worden gereanimeerd, er 800 al tijdens de reanimatie of in het ziekenhuis overlijden. Van de overige 200 herstellen er 145 tot 160 goed; 35 tot 40 personen herstellen redelijk (ze zijn grotendeels zelfredzaam) en 5 tot 10 mensen herstellen niet voldoende om zichzelf te kunnen redden.
De Volkskrant, 10 maart 2012
24 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
A R T I K E L
G U N P A T I Ë N T Z I J N E I N D E
De medische wetenschap maakt steeds meer mogelijk. Het voelt echter niet goed om medewerking te moeten verlenen aan het oprekken van een leven dat eigenlijk al ‘klaar’ is. Een noodkreet uit de am-bulancewereld.
Erik van Engelen
Na ruim elf jaar op de ambulance staan sommige facetten van hulpverlenen mij steeds meer tegen. De medische wetenschap is tot steeds meer in staat. Het resultaat hiervan is dat wij als ambulancehulpver-lener almaar vaker te maken krijgen met oude mensen die in een terminaal stadium van hun leven ver-keren, bij wie het kaarsje langzaam maar zeker, of plotseling, uit kan gaan. Voor de terminale patiënt die ondraaglijk lijdt, levert de gang naar het ziekenhuis louter uitstel op van iets wat hij binnen afzienbare tijd tóch moet ondergaan. De hoogbejaarde die wij door reanimatie in leven houden, ontnemen wij een mooie dood. Wat hij ervoor terugkrijgt is ongewis. In slechts weinig gevallen kan deze patiënt het zieken-huis zonder enig restverschijnsel verlaten.
We moeten ons afvragen of we de hoogbejaarde die wij door reanimatie in leven houden, niet beroven van een mooie dood. We moeten ons afvragen of we de hoogbejaarde die wij door reanimatie in leven houden, niet beroven van een mooie dood.
Onze hoogontwikkelde medische stan-daard verlengt het leven, maar de kwali-teit zal op de langere termijn sterk vermin-deren. In ons dagelijks werk komen we steeds meer mensen tegen die lijden on-der de ouderdom. Fysieke pijn, benauwd-heidsklachten, maar ook eenzaamheid. Het gevolg van onze tussenkomst is verer-gering van deze pijn, omdat we meewer-ken aan het verlengen van hun leven.
HumaanEr is niets in het leven wat zo onherroepe-lijk bij het leven hoort als de dood. We zijn het erover eens dat dit proces zo humaan mogelijk moet verlopen. Pijn en benauwd-heid moeten altijd bestreden worden. Maar het levenseinde heeft ook iets bij-zonders, iets mystieks. Juist het feit dat we vroeg of laat komen te overlijden maakt het leven zo de moeite waard. Om te ster-ven kun je je toch geen betere plaats voor-stellen dan je eigen vertrouwde omgeving met je naasten in de buurt. De kilte van de kliniek is voor de meeste mensen niet de voorkeursplek om te sterven.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 25
Mij bekruipt steeds vaker het gevoel dat wij tegen beter weten in met zulke patiënten naar het zieken-huis worden gestuurd, terwijl abstinerend beleid het meest humaan zou zijn. Een dergelijke beslissing van de dienstdoende huisarts blijft meer en meer uit, omdat de visitearts tegenwoordig slechts bij toeval de eigen huisarts is. De dienstdoende huisartsen op de huisartsen-posten durven deze beslissingen niet te nemen, omdat ze de patiënt onvoldoende kennen. Ook de juridische aansprakelijk-heid speelt mee. De makkelijkste weg is dan: insturen.
BerustenWat wij in deze tijd missen, is een stervens-begeleider – zoals vroeger de pastoor – van wie geen medisch ingrijpen wordt ver-wacht, die mensen het vertrouwen geeft de dood gerust tegemoet te treden. In mijn werk ben ik steeds vaker geneigd om pa-tiënten én familie te doordringen van het feit dat het leven eindig is en daarin te be-rusten. Dit valt helaas buiten mijn verant-woordelijkheid. Wat ik wél kan doen, is een discussie op gang brengen over dit onder-werp. Met als doel meer overleg tussen (huis)arts en palliatieve zorginstellingen, die uitstekende terminale thuiszorg kunnen leveren, en meer respect voor mensen die op basis van hun leeftijd of omstandigheden de regie voor hun levenseinde zélf in de hand willen houden.
Uit: Medisch Contact nr. 23 - 10 juni 2011
Met dit artikel won Erik van Engelen de Zilveren Zeepkist 2009-2011. De Zilveren Zeepkist wordt toegekend voor het meest spraakmakende artikel dat de afgelopen twee jaar in Medisch Contact heeft gestaan.
26 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
Foto
: Cha
rlotte
Bog
aert
Publicatie : Arts & Auto Regio : NederlandDatum : 28 feb 2013 Pagina : 22 Frequentie : 12x per jaarcm2 : 696 Advertentiewaarde : € 4.413,00 Oplage : 97.745
WILSVERKLARING - BEPAALDE BEHANDELING JUIST WEL/JUIST NIET WILT NIET TERLOOPS
alleen voor intern/eigen gebruik
D I L E M M A
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 27
Publicatie : Arts & Auto Regio : NederlandDatum : 28 feb 2013 Pagina : 22 Frequentie : 12x per jaarcm2 : 696 Advertentiewaarde : € 4.413,00 Oplage : 97.745
WILSVERKLARING - BEPAALDE BEHANDELING JUIST WEL/JUIST NIET WILT NIET TERLOOPS
alleen voor intern/eigen gebruik
Publicatie : Arts & Auto Regio : NederlandDatum : 28 feb 2013 Pagina : 22 Frequentie : 12x per jaarcm2 : 696 Advertentiewaarde : € 4.413,00 Oplage : 97.745
WILSVERKLARING - BEPAALDE BEHANDELING JUIST WEL/JUIST NIET WILT NIET TERLOOPS
alleen voor intern/eigen gebruik
Publicatie : Arts & Auto Regio : NederlandDatum : 28 feb 2013 Pagina : 22 Frequentie : 12x per jaarcm2 : 696 Advertentiewaarde : € 4.413,00 Oplage : 97.745
WILSVERKLARING - BEPAALDE BEHANDELING JUIST WEL/JUIST NIET WILT NIET TERLOOPS
alleen voor intern/eigen gebruik
28 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
1288 | Medisch Contact | 1 juli 2010 | 65 nr. 26
behandelingsovereenkomst
Van alle in het ziekenhuis opgenomen patiënten onder
gaat het merendeel een operatie. Met veel van hen
worden afspraken gemaakt over het reanimatiebeleid in
geval er zich een calamiteit voordoet. De anesthesiologen
van de Isala klinieken bieden vier opties.
Het is gebruikelijk bij opname van patiënten in het ziekenhuis afspra-ken te maken over het reanimatie-
beleid. Met veel van de opgenomen patiënten wordt een niet-reanimeerafspraak gemaakt. Soms komt dit besluit uit de koker van de behandelend arts omdat er medische redenen zijn om af te zien van reanimatie, bijvoorbeeld als de prognose van de patiënt op korte termijn infaust is. In andere gevallen geeft de patiënt zelf aan dat hij niet gereanimeerd wil worden.Als een wilsbekwame patiënt van tevoren kenbaar maakt dat hij niet wil worden gereani-meerd, moet dit worden gerespecteerd. Daar moet echter wel een belangrijke kanttekening bij worden geplaatst: dit geldt naar de letter
van de Wet op de genees-kundige behandelings-overeenkomst (WGBO) misschien onder alle om-standigheden, maar er zijn situaties denkbaar waarin dit minder absoluut is. Als de patiënt namelijk
een (operatieve) behandeling onder algehele of regio nale anesthesie moet ondergaan, doet zich een zodanig nieuwe situatie voor dat de be-staande niet-reanimeerafspraak weer ter discus-sie moet komen te staan.
SucceskansAls bij de opname van de patiënt in het zieken-huis een niet-reanimeerafspraak is gemaakt, geldt deze afspraak voor de hele opname-periode – waarbij een wekelijkse herevaluatie
van deze afspraak verstandig is. Maar bij een operatieve behandeling – al dan niet onder algehele anesthesie – doet zich een bijzondere situatie voor. Veel van de handelingen die plaatsvinden als onderdeel van de algehele anesthesie, hebben grote overeenkomst met de handelingen die worden verricht bij een reanimatie, zoals het zeker stellen van de vrije luchtweg en het toepassen van kunstmatige ademhaling. Wat is in deze omstandigheden nog reanimatie en wat is normaal onderdeel van de anesthesie? Bovendien komt de vraag boven: indien de patiënt het wel proportioneel vindt een operatieve behandeling te ondergaan, moet hij dan ook niet ‘gewoon’ worden gereani-meerd? Een ander argument om peroperatief wel te reanimeren is dat de succeskans van dit witnessed arrest door de onmiddellijke behande-ling veel groter is dan bij een reanimatie op de verpleegafdeling.In veel ziekenhuizen is het gebruikelijk de niet-reanimeerafspraak automatisch op te schorten als de patiënt zal worden geope-reerd. Opvallend is dat hierover meestal geen concrete afspraken lijken te bestaan, laat staan dat bij individuele patiënten hierover een concreet beleid wordt afgesproken. Toch is dat zeer gewenst, zeker omdat 15 procent van alle ziekenhuis patiënten bij wie een besluit tot niet-reanimeren is genomen, een operatie ondergaat.De vraag is dan ook: Wat is de betekenis van een van tevoren gemaakte ‘algemene’ afspraak tot niet-reanimeren voor het reanimatiebeleid perioperatief?
Erwin Smelt,
Karel Kuizenga,
anesthesiologen, Isala klinieken te Zwolle
Correspondentieadres:[email protected]; c.c. [email protected]
Geen belangenverstrengeling gemeld.
Afspraken over reanimeren
Isala klinieken bieden operatiepatiënten vier opties
Wat is nog reanimatie en wat is normaal onderdeel van de anesthesie?
A R T I K E L
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 29
65 nr. 26 | 1 juli 2010 | Medisch Contact | 1289
behandelingsovereenkomst
In veel ziekenhuizen is het
gebruikelijk de nietreanimeer
afspraak op te schorten als de
patiënt wordt geopereerd.
beeld: iStockphoto
Reanimeren maar ook niet-reanimeren is na-melijk niet een automatisme zonder meer.
Niet-reanimeerwensAfspraken over wel of niet reanimeren moeten – in principe – door de hoofdbehandelaar samen met de patiënt worden gemaakt. Juri-disch gezien is de hoofdbehandelaar verant-woordelijk. Als een patiënt preoperatief een niet-reanimeerwens uitspreekt, is het noodza-kelijk dat de hoofdbehandelaar de proporti-onaliteit van de ingreep opnieuw beoordeelt, daarbij mag de inbreng van de anesthesioloog met zijn specifieke expertise betreffende de perioperatieve zorg niet ontbreken.
Er zijn perioperatief vier beleidskeuzes moge-lijk:1. Algemene beleidslijn: het NR-besluit
wordt 24 uur opgeschort. Een patiënt bij wie een niet-reanimatiebeleid
is afgesproken, wordt bij een calamiteit – peroperatief en de eerste 24 uur postopera-tief – altijd gereanimeerd tenzij er een duidelijke andere afspraak is gemaakt.
2. Drie varianten zijn mogelijk: a. Handhaven NR-besluit In dit geval wordt peroperatief niet gere-
animeerd, het anesthesiologisch handelen wordt beperkt tot die handelingen die voor de ‘normale’ uitvoering van de anesthesie gebruikelijk zijn.
(Bijvoorbeeld bij patiënten die in een terminale fase van een levensbedreigend
ziekteproces verkeren en nog een palliatieve ingreep ondergaan.)
b. Gedeeltelijk opschorten NR-besluit In dit geval worden er concrete afspraken
gemaakt over welke (be)handelingen wel en welke niet zullen worden uitgevoerd bij een circulatiestilstand. (Bijvoorbeeld wel of geen cardiotonica, wel of niet defibrilleren, wel of niet beademen, wel of niet naar de intensive care.)
c. Gewogen reanimatie In dit geval maken de behandelende specia-
listen tijdens de eventuele reanimatie de definitieve keuze.
Dit veronderstelt wel voldoende inzicht in het ziekteproces van de patiënt en de reanimatie-mogelijkheden. Ook moet er bij de behande-laars voldoende ‘ethisch gevoel’ zijn om tot goede keuzes te kunnen komen.Deze van de algemene beleidslijn afwijkende afspraken kunnen alleen worden gemaakt in samenspraak tussen de patiënt, de betrokken operateur en de anesthesioloog. De afspraak wordt – inclusief argumentatie – in het me-disch dossier vastgelegd.In principe voeren de bij de besluitvorming betrokken operateur en anesthesioloog zelf de medische behandeling uit. Als het door om-standigheden noodzakelijk is, kan de patiënt door een andere operateur en/of anesthesioloog worden behandeld, maar alleen nadat er een duidelijke overdracht heeft plaatsgevonden en de andere operateur of anesthesioloog kan instemmen met het afgesproken beleid.
SAMeNvAttiNgnAls een patiënt in
het ziekenhuis wordt
opgenomen, is het
gebruikelijk om een
afspraak te maken over
het reanimatiebeleid.
nIn de Isala klinieken
heeft de maatschap
anesthesiologie de
keuzemogelijkheden
verwerkt tot een
werkafspraak, waarin
naast de mogelijkheid
van opschorten van het
nietreanimeerbesluit
drie alternatieven
worden geboden.
30 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
Wilsverklaring tot niet-reanimeren van cliënten
in verzorgingshuizen van Zorggroep Charim Brenda Ott, huisarts te Zeist, 8 juni 2012
INLEIDING EN MOTIVATIE
In Zeist zijn de meeste verzorgingshuizen aangesloten bij Zorggroep Charim.
Dit kwaliteitsproject heeft betrekking op deze verzorgingshuizen.
Voor de cliënten in de verzorgingshuizen van Zorggroep Charim wordt een Zorgleefplan (ZLP) opgesteld
door de eerste verantwoordelijk verzorgende(n) (EVV).
Onderdeel van het ZLP is de reanimeerwens van de bewoner.
In het reanimatiebeleid van Zorggroep Charim wordt de cliënten geadviseerd om hun niet-reanimeerwens
vast te leggen in een wilsverklaring en deze kenbaar te maken aan hun naasten en hun huisarts.
Doel van dit kwaliteitsproject is om officiële wilsverklaringen op te stellen en de cliënten te
ondersteunen bij het maken van een bewuste keuze. De motivatie tot dit project komt voort uit het
doel om te voorkomen dat deze cliënten (kwetsbare ouderen) onnodig gereanimeerd worden.
WERKWIJZE Informatiebijeenkomsten in de verzorgingshuizen met de EVV, teammanagers en geestelijk verzorgers.
Aandacht voor ervaring, beleving en het delen van heersende kennis en ideeën over reanimatie van kwetsbare ouderen met bijbehorende co morbiditeit . Opstellen van een wilsverklaring (zie voorbeeld) die gebruikt kan worden door de EVV in
de verzorgingshuizen, die overdraagbaar is aan de huisartsen van de cliënten, de huisartsenpost en eventueel andere zorgverleners, zoals ambulanceverpleegkundigen, artsen op de spoedeisende
hulp en specialisten in het ziekenhuis.
BEVINDINGEN Dit project sluit goed aan op de behoefte van zowel het management als de EVV van de verzorgingshuizen om de reanimeerwensen van de bewoners zorgvuldig in kaart te brengen. De bewoners geven in de wilsverklaring aan dat ze hun wens ook kenbaar willen maken aan hun
huisarts, aan de huisartsenpost en eventueel andere zorgverleners. De informatiebijeenkomsten hebben de EVV meer middelen gegeven om de wilsverklaring met betrekking tot niet-reanimeren
bespreekbaar te maken met de cliënten. Zowel in de verzorgingshuizen, als op de huisartsenpost en de afdeling Geriatrie en Neurologie van het Diakonessenhuis in Zeist zijn de medewerkers enthousiast over dit kwaliteitsproject dat leidt tot
een verbetering van de samenwerking van de zorgverleners en daarmee ook de kwaliteit van zorg aan de cliënten van Zorggroep Charim.
Correspondentieadres: Laantje zonder Eind 3, 3701 BT Zeist, [email protected]
NHG-kaderopleiding Ouderengeneeskunde, Kwaliteitsproject
WILSVERKLARING TOT NIET-REANIMEREN
Hierbij verklaar ik, dat ik niet gereanimeerd wil worden in geval van een
hartstilstand.
Naam: ……………………………………………………….
Voornamen: ……………………………………………….
Geboortedatum: ………………………………………….
Huisarts: ……………………………………………………. Zorginstelling: …………………………………………….
Opgemaakt te: …………………………………………… Datum: ………………………………………………………
Met de ondertekening van deze wilsverklaring geef ik toestemming aan mijn huisarts om de huisartsenpost en eventuele andere zorgverleners te
informeren over mijn voorkeur om niet gereanimeerd te willen worden.
Handtekening:
SAMENVATTING
Cliënten van Zorggroep Charim in Zeist die naar hun reanimeerwens worden gevraagd
hebben behoefte aan voorlichting door een EVV en desgewenst begeleiding door een
geestelijk verzorger bij het maken van hun keuze.
De wilsverklaringen zijn ook goed implementeerbaar op de huisartsenpost in Zeist.
Het opstellen van wilsverklaringen tot niet-reanimeren bij cliënten van verzorgingshuizen
van Zorggroep Charim in Zeist verbetert de kwaliteit van zorg aan deze groep ouderen.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 31
WILSVERKLARING TOT
NIET-REANIMEREN Hierbij verklaar ik, dat ik niet gereanimeerd wil worden in geval van een hartstilstand. Naam: …………………………………………………………………………………………… Voornamen: ……………………………………………………………………………………. Geboortedatum: ………………………………………………………………………………. BSN:……………………………………………………………………………………………….. Adres:……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… (Huis)arts:……………………………………………………………………………………….. Datum: …………………………… te: ………………………………………………… Met de ondertekening van deze wilsverklaring geef ik toestemming aan mijn (huis)arts om de huisartsenpost en eventuele andere zorgverleners* te informeren over mijn keuze om niet gereanimeerd te willen worden. Handtekening:
*Informatie over een wilsverklaring tot niet-reanimeren wordt doorgegeven als iemand wordt vervoerd per ambulance of opgenomen wordt in een ziekenhuis of in een verzorgingshuis of verpleeghuis gaat wonen.
W I L S V E R K L A R I N G ( B R E N D A O T T )
32 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500
EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN
alleen voor intern/eigen gebruik
W E L O F N I E T R E A N I M E R E N
Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500
EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN
alleen voor intern/eigen gebruik
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 33
Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500
EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN
alleen voor intern/eigen gebruik34 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500
EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN
alleen voor intern/eigen gebruik NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 35
Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500
EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN
alleen voor intern/eigen gebruik
36 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
JuRIDISch
K A M E R B R I E F
Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl
Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412
Bijlagen
Uw brief
Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.
Pagina 1 van 7
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten�Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 21 september 2010 Betreft Reactie op de motie�Schermers inzake de niet�reanimerenpenning Geachte voorzitter,
Hierbij informeer ik u over de uitvoering van de motie�Schermers1. In deze motie verzoekt uw Kamer aan de regering: • duidelijkheid te verschaffen over de eisen die aan een rechtsgeldige niet�
reanimerenpenning moeten worden gesteld; en daarnaast • definitieve duidelijkheid te verschaffen over de juridische status van de niet�
reanimerenpenning. Voorgeschiedenis In 2006 introduceerde de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) de niet�reanimerenpenning. Deze kwam in plaats van de niet�reanimeren�pas, waarbij overigens ook een penning hoorde. De nieuwe niet�reanimeren�penning heeft als doel om hulpverleners op een snellere en meer adequate wijze te attenderen op de wens van personen ten aanzien van niet�reanimatie. Het voordeel van de niet�reanimerenpenning is dat hulpverleners niet langer meer op zoek hoeven naar een niet�reanimerenpas; dat was wel het geval wanneer zij op het lichaam van een patiënt met een acute circulatiestilstand de ‘oude’ penning aantroffen. Alle benodigde gegevens staan immers op de nieuwe penning, te weten naam, geboortedatum en handtekening plus pasfoto van de bezitter. Toch leidde de nieuwe niet�reanimerenpenning tot discussie in het veld van de hulpverleners over de praktische toepasbaarheid en de juridische status ervan. Zo konden Stichting Ambulancezorg Nederland (AZN), de Vereniging van Verpleeg�kundigen en Verzorgenden Nederland Ambulancezorg (V&VN) en de Vereniging van Medisch Managers Ambulancezorg (NVMMA) zich niet verenigen met de richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) ‘Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie’ van oktober 2008. Hierin is immers aangegeven dat, hoewel de rechtsgeldigheid van de niet�reanimerenpenning (nog) niet bij de rechter is getoetst, bekendheid met de wens van een slachtoffer niet gereani�meerd te willen worden, door het aantreffen van een rechtsgeldige niet�reanima�tieverklaring of niet�reanimerenpenning op of bij het slechtoffer, invloed zal moeten hebben op het handelen van de professionele hulpverlener. Genoemde partijen wensten vooralsnog te blijven vasthouden aan de strekking van het vigerende landelijke protocol ambulancezorg 5.8 ‘Niet starten behandeling’, waarin geen ruimte is gelaten voor het respecteren van de niet�reanimerenpenning. De NRR�richtlijn is dan ook door hen tot nu toe nog niet geïmplementeerd. Wel is op basis van de richtlijn een concept�protocol opgesteld.
1 Kamerstukken II, 2009�2010, 29 835, nr. 57
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 39
Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412
Pagina 2 van 7
Op Kamervragen van het lid Koser Kaya2 heeft voormalig staatssecretaris, mevrouw Bussemaker, geantwoord dat de niet�reanimerenpenning op grond van artikel 7:450 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) dezelfde rechtskracht heeft als een papieren wilsverklaring. Bij de plenaire behandeling van de Wet ambulancezorg in de Eerste Kamer3 heb ik aangegeven dit standpunt te delen. De ambulancesector bleek echter nog niet overtuigd. Vanuit de professionele invalshoek bleef de sector problemen zien met betrekking tot de verificatie van de niet�reanimerenpenning in de dagelijkse werkpraktijk, zowel ten aanzien van de identiteit van de drager als ten aanzien van de reikwijdte van diens wilsverklaring. Daarnaast had de sector bedenkingen bij de uitgifte door de NVVE, wat betreft de betrouwbaarheid van de identiteit op de penning en de zorgvuldigheid van de voorlichting richting aanvragers en dragers. Tegen bovenstaande achtergrond heb ik de motie�Schermers gelezen en geïnterpreteerd. De overweging in de motie, dat reanimeren over leven en dood gaat, deel ik volkomen. Daarom is het dan ook van cruciaal belang dat hulpverleners in een dergelijke situatie snel doch zorgvuldig moeten kunnen handelen. In dat kader begrijp ik de behoefte van de ambulancesector aan ultieme duidelijkheid. Zowel in het parlementaire debat met uw Kamer en met de leden van de Eerste Kamer, als in de gedachtewisselingen met vertegenwoordigers van de sector heb ik steeds naar voren gebracht dat ik graag alle onduidelijkheid bij de sector wil wegnemen. Want ik vind het uitermate belangrijk dat ambulancemedewerkers en andere hulpverleners die in de dagelijkse praktijk regelmatig geconfronteerd worden met de acute noodzaak van levensreddend handelen, doortastend en adequaat kunnen optreden, met de wetenschap dat hun handelen of abstineren in overeenstemming is met de wettelijke voorschriften. In deze brief beschrijf ik allereerst de juridische status van de niet�reanimeren�penning en de implicaties hiervan in de dagelijkse praktijk. Vervolgens ga ik in op de verkrijgbaarheid van de niet�reanimerenpenning en op de in het kader van de afgifteprocedure te hanteren zorgvuldigheidseisen. Ten slotte wordt stilgestaan bij het gevolg geven aan het op de penning weergegeven behandelverbod in acute situaties en bij de redenen op grond waarvan door de hulpverlener in voor�komende gevallen van dit principe kan worden afgeweken. Daarbij baseer ik mij op de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), zoals vastgelegd in afdeling 7.7.5 van het Burgerlijk Wetboek (BW), en op de brief ‘Juridische status van wilsverklaringen in de gezondheidszorg’4 van de toenmalige minister van Justitie, mede namens mijn ambtsvoorganger. Tevens betrek ik in dit kader de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg d.d. 19 april 2007 over een negatieve wilsverklaring5. In deze uitspraak stelt het Centraal Tuchtcollege twee zorgvuldigheidseisen. Kort samen�gevat, komen die er op neer dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen dat de wilsverklaring afkomstig is van de patiënt en dat de omstandigheden overeenstemmen met het behandelverbod zoals in de verklaring aangeduid. Juridische status niet�reanimerenpenning Zoals de voormalig staatssecretaris in uw Kamer heeft betoogd, door mij in de Eerste Kamer is herhaald, en in de beantwoording van hiervoor genoemde Kamervragen is bevestigd, is de niet�reanimerenpenning te beschouwen als een
2 Kamerstukken II, 2008�2009, Aanhangsel Handelingen 235 3 Kamerstukken I, 2008�2009, Handelingen 11�558 4 Kamerstukken II, 1999�2000, 26 885, nr. 1 5 beslissing in zaak nr. 2006/166
40 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412
Pagina 3 van 7
schriftelijke wilsverklaring en is de juridische status van de niet�reanimeren�penning identiek aan die van de papieren wilsverklaring. Ik deel derhalve niet de constatering in de motie�Schermers, dat met de niet�reanimerenpenning niet wordt voldaan aan de wettelijke eis van een op schrift gestelde wilsverklaring ten aanzien van niet�reanimeren. Ik licht dit uiteraard toe. Artikel 7:450, lid 3, BW stelt als eis aan de wilsverklaring dat deze in schriftelijke vorm moet zijn geuit. Om aan deze eis te voldoen, is het voldoende dat er sprake is van het vastleggen van de wilsuiting in ‘schrift’; dat wil zeggen: met gebruik van schrifttekens. Het woord schriftelijk is in de wet gebruikt om te zorgen dat er een tastbare verklaring is. Er is geen reden om daarbij alleen te denken aan het gebruik van papier. Schriftelijke boodschappen kunnen ook op elk willekeurig ander materiaal worden vastgelegd wat geschikt is om de geschreven informatie te bevatten en weer te geven. Dus bijvoorbeeld ook op een metalen penning. Cruciaal voor zowel een verklaring op papier als een verklaring op een metalen penning is dat deze te herleiden is tot de persoon die de verklaring uitte. Dat bij de parlementaire behandeling van artikel 7:450 BW destijds niet is gedacht aan of gesproken over een wilsverklaring in de vorm van een penning, is daarbij niet van belang. De uitgave van de niet�reanimerenpenning door de NVVE gebeurt op een schriftelijk verzoek van de aanvrager, waarin deze aangeeft een weigering als bedoeld in artikel 7:450 lid 3 BW door middel van een penning te willen vastleggen. Dit betekent dus dat naast de penning ook nog een, zonodig boven tafel te halen, wilsverklaring van de drager op papier bestaat, die bij de NVVE wordt bewaard. Zoals in de brief ‘Juridische status van wilsverklaringen in de gezondheidszorg’ door de toenmalige minister van Justitie, mede namens mijn ambtsvoorganger, is aangegeven, zijn er naar geldend recht geen bijzondere vormvereisten verbonden aan de schriftelijke wilsverklaring. De brief vermeldt ook dat het geen voorwaarde is dat de verklaring eigenhandig is geschreven of met hulp van, of in overleg met, de huisarts is opgesteld. Op grond van jurisprudentie waar in genoemde brief naar wordt verwezen en in lijn met de door het Centraal Tuchtcollege in zijn uitspraak gestelde zorgvuldigheidseis dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen dat de wilsverklaring afkomstig is van de patiënt, geldt echter wel dat de gegevens op de penning in overeenstemming moeten zijn met de identiteit van de drager. Nu de niet�reanimerenpenning zoals die door de NVVE wordt uitgegeven, is voorzien van een naam, geboortedatum, handtekening en foto van de drager, voldoet deze in alle opzichten aan de eisen die ook aan een papieren schriftelijke verklaring kunnen worden gesteld. Implicaties Het feit dat de juridische status van de niet�reanimerenpenning identiek is aan die van een wilsverklaring op papier impliceert dat de rechtspositie van zowel de drager als van de hulpverlener die met een dergelijke verklaring geconfronteerd wordt, in beide verschijningsvormen gelijk is. Het maakt per definitie dus geen verschil of iemand met een papieren wilsverklaring op zak loopt, of dat hij de wilsverklaring in penningvorm aan een ketting om zijn nek draagt. In beide gevallen zal de hulpverlener die geconfronteerd wordt met de acute noodzaak van levensreddend handelen, bij de patiënt moeten nagaan of die een wilsverklaring bij zich draagt, en dient conform deze verklaring te worden gehandeld of geabstineerd (waarbij ik overigens nu reeds opmerk, dat ik verderop in deze brief een drietal redenen beschrijf op grond waarvan in voorkomende gevallen van dit uitgangspunt kan worden afgeweken). In de praktijk zal de gemakkelijker en sneller vindbare penning eerder uitsluitsel geven. Voor de hulpverlener kan dit inhouden, dat hij zich, althans naar eigen waarneming, indringender rekenschap
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 41
Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412
Pagina 4 van 7
moet geven of er mogelijk omstandigheden zijn die nopen om die wilsverklaring wel of juist niet op te volgen. De drager van een niet�reanimerenpenning of �verklaring accepteert met het dragen van die penning of verklaring een zeker risico dat het behandelverbod wordt opgevolgd in situaties die de drager bij het opstellen/aanvragen van zijn verklaring niet heeft voorzien, bijvoorbeeld een situatie waarin een goede kans bestaat dat hij na reanimatie zonder enig nadelig restverschijnsel kan doorleven. Ik vind het dan ook belangrijk dat de persoon die besluit tot het opstellen/aanvragen en bij zich dragen van een niet�reanimeren�penning of een verklaring in een andere verschijningsvorm, die beslissing weloverwogen neemt en zich vooraf vergewist van de te verwachten gevolgen en risico’s. Bij voorkeur overlegt hij hierover met zijn (huis)arts, maar te allen tijde blijft de persoon zélf verantwoordelijk voor zijn besluit. Verderop in mijn brief kom ik hier in het kader van de afgifteprocedure op terug. Het materiaal van de niet�reanimerenpenning � metaal � roept mogelijk méér dan bij een papieren versie, de suggestie op dat een eenmaal afgegeven verklaring in principe voor altijd vaststaat. Ik vind dat niet juist en onverstandig. Refererend aan de voorlaatste constatering in de voorliggende motie van uw Kamer, dat uit de gegevens op de niet�reanimerenpenning niet blijkt hoe recent deze zijn, merk ik op dat ook ik het zeer aanbevelenswaardig vind dat de drager van een negatieve wilsverklaring zijn besluit tot behandelverbod periodiek herbevestigt of actualiseert. Door voortschrijdende inzichten en verbeterde technieken op het terrein van reanimatie wordt de vrees om na een dergelijk handelen tot een kasplantje te verworden � voor velen vaak hét argument om een negatieve wilsverklaring op te stellen � immers steeds minder bewaarheid. Ik onderstreep echter in dezen de door de toenmalige bewindslieden in de notitie ‘Juridische status van wilsverklaringen in de gezondheidszorg’ neergelegde lijn, dat een zekere mate van actualiteit van de wilsverklaring weliswaar gewenst is, maar niet verplicht kan worden gesteld. Het behoort tot de eigen verantwoorde�lijkheid van de drager van een wilsverklaring om er voor zichzelf regelmatig bij stil te staan of hij nog steeds achter de eerder gemaakte keuze staat, en op basis daarvan te beslissen of hij de verklaring al of niet blijft dragen. Dit is een zaak van persoonlijke afweging, op eigen tijd en wijze, waar de wetgever niet in moet willen treden. Verkrijgbaarheid Ik kom daarmee bij de constatering in voornoemde motie ten aanzien van de exclusieve verkrijgbaarheid van de niet�reanimerenpenning bij de NVVE en de afgifteprocedure zoals die door de NVVE in dit kader wordt gebruikt. Omdat, zoals hierboven vermeld, het geen wettelijke voorwaarde is dat de verklaring eigenhandig is geschreven of met hulp van, of in overleg met, de huisarts is opgesteld, sluit de WGBO ook niet uit dat de verklaring op uitdrukkelijk verzoek van de verklaarder voor deze vervaardigd wordt door een andere natuurlijke persoon of door een rechtspersoon als bijvoorbeeld de NVVE. De NVVE heeft het initiatief genomen tot uitgifte van de niet�reanimerenpenning op verzoek van haar eigen leden. De penning is alleen voor leden verkrijgbaar. In lijn met het bovenstaande is de gedachte dat het uitbrengen van wilsver�klaringen in penningvorm uitsluitend aan de NVVE zou zijn voorbehouden, dus niet juist. Het staat in ons recht eenieder, dus ook andere personen of instanties dan de NVVE, vrij initiatieven te ontplooien teneinde faciliteiten te bieden voor het vastleggen van wilsverklaringen. Bijvoorbeeld in de vorm van het vervaardigen en op verzoek verstrekken van niet�reanimerenpenningen.
42 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412
Pagina 5 van 7
Afgifteprocedure Gelet op de ingrijpende gevolgen die aan het opvolgen van een niet�reanimeren�verklaring � al dan niet in de vorm van een penning � verbonden kunnen zijn voor zowel de drager als de hulpverlener, zal degene die meewerkt aan het opstellen of vervaardigen en afgeven van een niet�reanimerenverklaring een zeer grote mate van zorgvuldigheid moeten betrachten. Degene die een niet�reanimerenpenning of –verklaring afgeeft, zal, gelet op artikel 7:450 BW zich ervan moeten overtuigen of de aanvrager bij de aanvraag voor het vervaardigen van de wilsverklaring tot de noodzakelijke redelijke waardering van zijn belangen in staat is. Ook zal degene die een niet�reanimerenpenning of –verklaring afgeeft, overeenkomstig het gestelde in de eerder genoemde notitie ‘Juridische status van wilsverklaringen in de gezondheidszorg’ er voor hebben te zorgen dat de af te geven verklaring aan duidelijkheid niet te wensen overlaat. In het licht van de door het Centraal Tuchtcollege in eerdergenoemde uitspraak gestelde zorgvuldigheidseis dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen of de omstandigheden overeenstemmen met het behandelverbod zoals in de verklaring wordt aangeduid, en gelet op de context van de motie�Schermers, wil ik hier het volgende aan toevoegen. 1. Artikel 7: 448 BW kent een plicht van de hulpverlener tot het verschaffen van informatie op grond waarvan de patiënt (of zijn wettelijk vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 7:465 BW) moet kunnen besluiten of hij met een behandeling instemt of dat hij die weigert. In de situatie waarbij de acute beslissing over wel of niet reanimeren aan de orde is, kan op grond van artikel 7:466 lid 1 BW zonder toestemming direct worden gehandeld, indien dit kennelijk nodig is teneinde ernstig nadeel voor de patiënt te voorkomen. Echter, indien op het lichaam van de patiënt een niet�reanimerenverklaring wordt aangetroffen, is uitgangspunt dat er geen sprake is van de vereiste toestemming en kan de behandeling derhalve in beginsel niet plaatsvinden. Een niet�reanimerenverklaring is immers een weigering van een welomschreven mogelijk in de toekomst geïndiceerde geneeskundige behandeling. In verband met genoemde zorgvuldigheidseis door het Centraal Tuchtcollege acht ik het zeer gewenst dat instanties die beroeps� of bedrijfsmatig het vervaardigen en verstrekken van niet�reanimerenpenningen tot hun activiteit rekenen, de cliënt voorafgaand aan diens formele aanvraag van een penning verantwoorde informatie verstrekken over de reikwijdte van de verklaring en de gevolgen en risico’s van het dragen ervan. Indien deze persoon op basis daarvan besluit zijn aanvraag te ondertekenen en de penning te dragen, mag in het voorkomende geval een hulpverlener er in redelijkheid van uit gaan dat � mits de gegevens op de penning matchen met de identiteit van de drager � de behandeling moet worden nagelaten. 2. Hierboven ben ik reeds ingegaan op de constatering in de motie�Schermers met betrekking tot de actualiteit van de gegevens op de niet�reanimerenpenning. Hoewel ik het primair de verantwoordelijkheid van de drager blijf vinden, zou ik het toejuichen indien verstrekkers van niet�reanimerenverklaringen hun cliënten, in elk geval bij de aanvraag van een niet�reanimerenverklaring, zouden wijzen op de wenselijkheid, in elk geval voor zichzelf, periodiek te herbezien óf hij nog steeds achter het indertijd genomen besluit staat. Uit het voorgaande moge duidelijk zijn geworden dat verstrekkers van niet�reanimerenverklaringen, al dan niet in de vorm van een penning, in het afgifteproces de nodige zorgvuldigheid zullen moeten betrachten. Ik heb geconstateerd dat de NVVE een zorgvuldige, schriftelijk vastgelegde procedure hanteert.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 43
Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412
Pagina 6 van 7
Volgens deze procedure krijgt de aanvrager van een niet�reanimerenpenning een formulier toegestuurd. Op dit formulier moet een pasfoto worden geplakt en een handtekening geplaatst. Identificatie door de NVVE geschiedt aan de hand van een fotokopie van het identiteitsbewijs van de aanvrager, die met het formulier moet worden meegestuurd. Na ontvangst van het formulier en controle van de vereiste gegevens, wordt opdracht gegeven de penning te fabriceren. Wat betreft de voorlichting werkt de NVVE samen met AZN, de Nederlandse Hartstichting, de NRR, NVMMA en het Oranje Kruis aan een folder die alle belang�rijke consequenties vermeldt van een besluit om niet te worden gereanimeerd. Ook wordt in de folder de aanvrager geadviseerd zijn wens tot een behandel�verbod te bespreken met zijn naaste verwanten en met zijn arts. De NVVE heeft mij toegezegd dat de folder per 1 oktober 2010 gereed zal zijn. De bedoeling is dat de NVVE deze folder samen met het aanvraagformulier verstrekt. Handelen in acute situaties Als laatste constatering in de motie�Schermers wordt gewezen op de grote onzekerheid die er bij hulpverleners is in situaties waarin acuut moet worden gehandeld als gevolg van het niet aanvaarden van de niet�reanimerenpenning door AZN vanwege de vermeende onduidelijkheid over de juridische status ervan. Ik hoop met mijn uiteenzetting in deze brief de resterende onzekerheid bij hulpverleners te hebben kunnen wegnemen. Uitgangspunt is dat een negatieve wilsverklaring, geschreven op papier of op ander materiaal dat geschikt is om de geschreven verklaring te bevatten en weer te geven, in beginsel altijd dient te worden opgevolgd. Met het oog op de rechtsbescherming van hulpverleners die geconfronteerd worden met de acute noodzaak van levensreddend handelen wil ik echter naar aanleiding van hetgeen in de contacten met de ambulancesector naar voren is gebracht, een drietal redenen geven op grond waarvan in voorkomende gevallen van dit uitgangspunt kan worden afgeweken. Namelijk indien: 1. het levensreddend handelen zodanig acuut moet plaatsvinden dat er
redelijkerwijs geen tijd is om na te gaan of de patiënt een wilsverklaring bij of op zich draagt;
2. de hulpverlener gegronde redenen heeft om te twijfelen of de penning wel bij deze persoon behoort; of
3. de hulpverlener gegronde redenen heeft om aan te nemen dat desbetreffende persoon de wilsverklaring niet voor de gegeven situatie heeft bedoeld.
Ad 1. Uit artikel 7:450, eerste en derde lid, BW vloeit voort dat de hulpverlener verplicht is om naar vermogen zorgvuldig te onderzoeken wat de patiënt in de gegeven situatie zou hebben gewild. In acute en zeer urgente situaties, waar bij levensreddend handelen meestentijds sprake van is, heeft de hulpverlener veelal geen of onvoldoende tijd om dit te doen � laat staan om dit zorgvuldig te doen �, omdat direct moet worden opgetreden. De persoonlijke, subjectieve opvatting van de hulpverlener ten aanzien van negatieve wilsverklaringen mag echter niet de reden zijn voor het nalaten van dit onderzoek. Ad 2. In dit kader betrek ik tevens de opmerkingen vanuit de ambulancesector ten aanzien van mogelijke complicaties bij het vaststellen van de identiteit van de drager. Na een ernstig ongeval kan het gezicht van de patiënt zodanig beschadigd zijn dat identificatie met behulp van een pasfoto niet mogelijk is; zeker niet daar de foto op de niet�reanimerenpenning zeer klein is. Ik refereer echter kortheids�halve aan hetgeen ik hiervoor heb opgemerkt naar aanleiding van de door het Centraal Tuchtcollege geformuleerde zorgvuldigheidseis dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen dat de wilsverklaring daadwerkelijk afkomstig is van de patiënt. Zeker in een acute situatie na een ernstig ongeval mag een hulpverlener bij het aantreffen van een niet�reanimerenpenning op het lichaam van de patiënt
44 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412
Pagina 7 van 7
redelijkerwijs veronderstellen dat de identiteit van de drager indertijd bij de aanvraag van de penning is geverifieerd, en dient er conform de uitgedrukte wens niet te worden behandeld. Echter, indien blijkt dat de identiteit van de patiënt aantoonbaar afwijkt van de zichtbare identiteitsgegevens op de wilsverklaring, is dit een gegronde reden om de verklaring niet op te volgen. Ad 3. Op grond van artikel 7:453 BW is een hulpverlener gehouden tot goed hulpverlenerschap. Dat wil zeggen: de hulpverlener moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeen�stemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hem geldende professionele standaarden. Tevens stelt het Centraal Tuchtcollege in de hierboven aangehaalde zorgvuldigheidseis dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen dat de gegeven situatie waarin de patiënt zich op dat moment bevindt, overeenstemt met de situatie waarvan deze in het verleden verklaard heeft niet behandeld te willen worden. Op basis van het voorgaande heeft een hulpverlener de bevoegdheid van de wilsverklaring af te wijken indien hij daartoe gegronde redenen aanwezig acht (zie ook art. 7:453 lid 3, tweede zin, BW). De praktijk, en in een voorkomend geval het oordeel van de (tucht�)rechter, zal moeten uitwijzen wat gegronde redenen kunnen zijn. Gelet op de parlemen�taire geschiedenis van de WGBO, kunnen medische ontwikkelingen, die de betrokkene bij het opstellen van zijn wilsverklaring niet had kunnen voorzien maar die kunnen bewerkstelligen dat de patiënt door toepassing van die ontwikkelingen na reanimatie nog jaren in aanvaardbare conditie zou kunnen voortleven, echter zo’n reden zijn. In dit licht acht ik de prognose op het kunnen opheffen van een circulatiestilstand zonder dat de patiënt hier enig restverschijnsel aan overhoudt, eveneens een gegronde reden. Besluit In deze brief heb ik onderbouwd aangegeven dat de juridische status van de niet�reanimerenpenning identiek is aan die van een papieren wilsverklaring. Ook heb ik aangegeven welke eisen aan de niet�reanimerenpenning, en aan de uitgifte ervan, worden gesteld. Ik vertrouw erop dat ik hiermee heb voldaan aan het verzoek aan uw Kamer, zoals neergelegd in de motie van het voormalig lid Schermers. Tevens vertrouw ik erop dat ik met deze brief de resterende onzekerheid bij hulpverleners heb kunnen wegnemen. Ik verwacht dan ook van AZN dat zij het concept�protocol, gebaseerd op de NRR�richtlijn ‘Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie’ ten spoedigste zullen implementeren. Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dr. A. Klink
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 45
R E C H T Z A A K
UITSPRAAK RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANTKanton Middelburg
beschikking d.d. 13 maart 2014 op een verzoek tot instelling van een mentorschapvan [verzoekster] , wonende [adres].
[…]
2. Het verzoek2.1Het verzoek strekt tot de instelling van een mentorschap over [betrokkene], hierna te noemen betrokke-ne, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [adres], onder gelijktijdige benoeming van [verzoekster], wonende te [adres], tot mentor.
2.2Betrokkene is thans 69 jaar oud. Zij is ernstig gehandicapt en heeft een zeer laag verstandelijk niveau. Zij herkent haar naaste familie niet en kan niet spreken. Zij is aangewezen op een rolstoel. Reeds vele jaren, in ieder geval vanaf het instellen van een bewind, wordt zij gehuisvest en verzorgd door een instelling. Op[datum] is ten behoeve van haar een meerderjarigenbewind ingesteld. Verzoekster, de zuster van de betrokkene, is op [datum] tot haar bewindvoerster benoemd. Andere bewindvoerders, de moeder en de oudste broer van betrokkene, zijn overleden.
2.3Verzoekster heeft thans verzocht een mentorschap voor betrokkene in te stellen, waarbij zij als reden heeft opgegeven:“Als [betrokkene] ernstig ziek wordt, willen wij niet dat zij gereanimeerd wordt.”Ter zitting heeft verzoekster uitgelegd dat zij mentor wil worden teneinde een niet-reanimatieverklaring te kunnen indienen bij de instelling die betrokkene huisvest en verzorgt. Verzoekster heeft meegedeeld dat betrokkene reeds tweemaal is gereanimeerd en dat de instelling hier eerst met haar over wil spreken wanneer zij mentor zal zijn. Verzoekster vreest dat betrokkene bij een eventuele volgende reanimatie bedlegerig zal worden en wil de zware last vermijden die het zal meebrengen voor het personeel van de instelling, wanneer betrokkene haar bed niet meer zal kunnen verlaten.
3. De beoordeling3.1Vanwege haar zeer lage verstandelijke niveau is betrokkene niet in staat om zelf bij voorbaat te beoor-delen of zij al dan niet gereanimeerd wil worden. Haar ontbreken de noodzakelijke mentale vermogens om te kunnen oordelen over de vraag wanneer haar eigen leven een einde moet hebben. Ingevolge art. 1:453 lid 2 BW heeft de mentor een wettelijke volmacht om rechtshandelingen voor de betrokkene te verrichten in aangelegenheden betreffende de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van de betrokkene, tenzij vertegenwoordiging uitgesloten is op grond van wet of verdrag.
3.2Tot de aangelegenheden betreffende de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding behoort niet de beslissing over de vraag of en onder welke omstandigheden het leven van de betrokkene een einde moet hebben. Een goed voorbeeld hiervan is euthanasie. Een mentor is niet bevoegd om in plaats van de betrokkene die daartoe de mentale vermogens mist, om diens euthanasie te verzoeken. Dat zou zonder meer in strijd zijn met het recht op leven. Het recht op leven is een fundamenteel recht dat met zoveel woorden is erkend in art. 2 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Tijdens het proces van de wetgeving betreffende art. 1:453 BW was er dan ook overeenstemming over dat euthanasie be-hoort tot de ingrijpende medische verrichtingen die naar hun aard uitsluitend kunnen plaats vinden met
46 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
toestemming van de betrokkene persoonlijk. Voor het antwoord op de vraag welke andere ingrijpende medische verrichtingen naar hun aard uitsluitend kunnen plaats vinden met de persoonlijke toestem-ming van de betrokkene heeft de regering naar de rechter verwezen.
3.3Reanimeren is een ingrijpende medische verrichting. Het stervensproces is reeds begonnen, maar wordt door reanimeren afgebroken. Zonder de ingreep sterft de betrokkene een natuurlijke, althans een niet opzettelijk veroorzaakte dood. Dat is een belangrijk verschil met euthanasie. Niet in alle situaties waarin reanimatie mogelijk is, wordt ook gereanimeerd. Zo komt het regelmatig voor dat een schriftelijke ver-klaring van niet-reanimeren (verder: NR-verklaring) gerespecteerd wordt.Ingevolge art. 7:450 lid 3 BW moet de hulpverlener een NR-verklaring respecteren, mits de verklaring is opgesteld toen de patiënt/betrokkene nog in staat was tot een redelijke waardering van zijn belangen. Daaruit volgt dat de NR-verklaring afkomstig moet zijn van een persoon die in staat is om bij voorbaat de afweging te maken of hij/zij nog wel gereanimeerd wenst te worden. Een NR-verklaring kan niet worden afgegeven door een ander dan de betrokkene zelf, omdat die afweging bij voorbaat van zeer persoonlijke aard is. Een NR-verklaring kan daarom niet worden afgegeven door een mentor in plaats van een betrok-kene die de mentale vermogens mist om die afweging bij voorbaat te maken.
3.4Die afweging bij voorbaat moet goed onderscheiden worden van de beslissing waarvoor de hulpverle-ner staat op het moment zelf. Bij voorbaat valt lang niet alles te voorzien. Reanimatie vindt per definitie plaats in een actuele situatie van leven of dood, waarin de stervende zijn/haar wil niet kan uiten. In die situatie zal de hulpverlener naar beste vermogen moeten beslissen, waarbij behoud van leven voorop staat, tenzij een NR-verklaring gerespecteerd behoort te worden. Ingevolge art. 7:450, lid 3 laatste vol-zin, BW kan de hulpverlener een NR-verklaring naast zich neerleggen, indien hij daartoe gegronde rede-nen aanwezig acht.
3.5Een mentor, indien voor de betrokkene benoemd, zal niet bevoegd zijn in plaats van de betrokkene een NR-verklaring af te geven. In dit geval kan er niet een geldige NR-verklaring worden gegeven. Dat bete-kent niet dat verzoekster geen enkele invloed kan hebben op de beslissing of de betrokkene nogmaals gereanimeerd zou moeten worden. Als zuster van de betrokkene heeft verzoekster ingevolge art. 7:465 lid 3 BW rechten tegenover hulpverleners. In het kader van een overeenkomst van geneeskundige be-handeling in de zin van art. 7:446 BW hebben hulpverleners verplichtingen tegenover de betrokkene, die zij jegens de verzoekster als haar zuster moeten nakomen. Hierbij wordt aangenomen dat andere perso-nen, vermeld in art. 7:465 lid 3 BW, ontbreken. Voor een reanimatie is daarom in beginsel de toestem-ming van verzoekster nodig. Maar doorgaans zal de tijd ontbreken om die toestemming vooraf te vragen. In dat geval mag ex art. 7:466 BW zo nodig zonder die toestemming van verzoekster tot reanimatie wor-den overgegaan. Voorts heeft verzoekster recht op informatie als bedoeld in art. 7:448 BW.
3.6Aangezien verzoekster als zuster van de betrokkene in beginsel toestemming moet geven voor reanima-tie en voorts recht heeft op medische informatie over haar zuster, kan zij het gesprek aangaan met de behandelende arts van de betrokkene over de vraag of betrokkene nogmaals gereanimeerd zou moe-ten worden. Verzoekster heeft dat tot op heden niet gedaan. Verzoekster wordt overigens afgeraden om daarbij aan te voeren dat het een zware last zal meebrengen voor het personeel van de instelling, wanneer betrokkene haar bed niet meer zal kunnen verlaten. Dat mag geen rol spelen bij de vraag of betrokkene nogmaals gereanimeerd zou moeten worden.
3.7De enige grond ontbreekt waarvoor het mentorschap van de betrokkene is verzocht. Een mentor zal niet voor de betrokkene een geldige NR-verklaring kunnen afgeven. Een andere grond is niet naar voren ge-komen. De betrokkene, thans 69 jaar oud, wordt al vele jaren door een instelling gehuisvest en verzorgd zonder dat de naaste familie van de betrokkene behoefte heeft gevoeld aan het instellen van een men-torschap. Het verzoek zal worden afgewezen omdat het ongegrond is.
4. De beslissingDe kantonrechter wijst het verzoek af.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 47
UITSPRAAK REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM
Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 31 maart 2004 binnengekomen klachten van: A, wonende te B, klaagster, tegen C, arts, wonende te D, verweerster.
[…] De klacht is ter openbare terechtzitting van 7 maart 2006 behandeld, gelijktijdig met de door klaag-ster bij het college ingediende klachten tegen E, internist en verweerder in zaak 04/060, tegen F, internist en verweerder in zaak 04/061 en tegen G, psychiater en verweerster in zaak 04/062.
[…] De klacht heeft betrekking op de handelwijze van verweerster tegenover klaagster moeder, K, gebo-ren in 1953 en overleden in 2002, hierna patiënte te noemen.
De feiten.Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende wor-den uitgegaan: Op donderdagmiddag 24 oktober 2002 is patiënte na een tentamen suïcide per ambu-lance binnen-gebracht op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van L, hierna te noemen het ziekenhuis. Patiënte was ingestuurd door haar huisarts M. Deze maakt in zijn verwijzing melding van een uitgebreide voorgeschiedenis. Bij binnenkomst was op de SEH niet bekend dat patiënte een verklaring inhoudende een behandelverbod had ondertekend en beschikte over andere wilsverklaringen. Patiënte droeg deze verklaringen niet bij zich toen zij in het ziekenhuis aankwam. Op het SEH-formulier staat vermeld dat pa-tiënte was gevonden door de hulp en dat zij onder de morfinepleisters (Durogesic) zat. Zij was twee da-gen eerder nog gezien. Patiënte was bekend met een chronisch pijn syndroom, waarvoor haar éénmaal per week een Durogesic pleister door haar huisarts was voorgeschreven. Op de SEH is patiënte gezien door de dienstdoend arts-assistent en internist. Patiënte was niet aanspreekbaar. Zij was in comateuze toestand. In de decursus bij 24 oktober 2002 staat onder meer vermeld dat bij patiënte afscheidsbrieven en een liturgie van de uitvaart zijn aangetroffen. Patiënte is geïntubeerd, beademd en opgenomen op de afdeling Intensive Care (IC).De initiële cerebrale scan vertoonde geen afwijkingen. In de verpleegkundige status staat vermeld dat de familie is gebeld. Voorts staat vermeld dat de moeder en de zuster van patiënte in het ziekenhuis zijn geweest en dat een arts met de familie heeft gesproken. E was niet bij de behandeling op de SEH betrokken.Op vrijdagochtend 25 oktober 2002 is patiënte teruggebracht tot supportive beademing (EMV 6 + tube). In de status staat bij die dag vermeld dat de zuster en de dochter van patiënte op bezoek kwamen. Voorts staat vermeld dat familie onderling geen goed contact had. E was vanaf vrijdag 25 oktober 2002 vanaf 18.00 uur het gehele weekend bij de behandeling van patiënte betrokken. Hij is vrijdagmiddag vooruitlopend op zijn weekenddienst aanwezig geweest bij de patiëntenbespreking. E heeft gesproken met de moeder van patiënte die verzocht de behandeling voort te zetten. Op zaterdag 26 oktober ont-waakte patiënte langzaam uit haar comateuze toestand. Klaagster heeft die dag in de middag de door patiënte op 5 juli 2002 ondertekende verklaringen betreffende een euthanasieverklaring, een volmacht en een behandelverbod aan E overhandigd. In de volmacht stond klaagster als plaatsvervangende gevol-machtigde vermeld. N stond als eerste gevolmachtigde en O stond als tweede gevolmachtigde vermeld. Op de volmacht zijn wijzigingen met typex en doorhalingen aangebracht. Klaagster stond daarna ver-meld als eerste plaatsvervangend gevolmachtigde. In het behandelverbod en op de euthanasieverklaring heeft patiënte ingevuld: een coma van langer dan “nog geen 1 ”weken: “geen 1 dag.” E heeft die dag met de familie van patiënte gesproken. Klaagster was daarbij aanwezig. In de status heeft hij daaromtrent het volgende genoteerd: “s middags verzoek moeder om door te gaan!‘s avonds verzoek dochter te stoppen foto copie van verklaring wijst echter iemand anders aan als ge-machtigde (zwager?). Derhalve verzoek niet gehonoreerd. Bovendien zijn er meerdere versies met door-halingen / typex e.d.Huisarts niet in beeld.”
T U C H T Z A A K
48 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
Op zondag 27 oktober 2002 werd patiënte gedetubeerd. E was vanaf maandag 28 oktober niet meer be-trokken bij de behandeling van patiënte. Op maandag is een psychiatrisch consult aangevraagd met als vraagstelling:“ Is patiënte wilsbekwaam?? Gaarne uw beoordeling traject na ontslag van IC” In de nacht van maandag 28 oktober op dinsdag 29 oktober ging patiënte achteruit. Zij is toen weer geïntubeerd. Op dinsdag 29 oktober 2002 heeft G patiënte gezien. Deze heeft in haar bevindingen onder meer het vol-gende vermeld:
“Patiënte is momenteel niet wilsbekwaam. Patiënte is bekend met een ernstig persoonlijkheidsstoornis en heeft in het verleden meerdere TS ‘sen gedaan in het kader van haar persoonlijkheidsstoornis. Uit het dossier te ontleiden valt dat er voorafgaand aan de TS’ssen geen sprake was van een depressie. Er is in ieder geval geen sprake van een behandelbare psychiatrische aandoening en de kans op herhaling van een TS is reeël. Morgen zullen wij de situatie opnieuw beoordelen. Voor het vervolgtraject kunnen nu geen bindende uitspraken worden gedaan. Over het algemeen werkt het contraproductief om mensen met een dergelijke persoonlijkheidsstoornis op een psychiatrische afdeling op te nemen, intensieve ambu-lante begeleiding verdient de voorkeur.”
Patiënte is geleidelijk van de beademing afgehaald. Zij is op 31 oktober 2002 gedetubeerd. In de cursus staat bij 31 oktober onder meer nog het volgende vermeld:
“Tel contact M (huisarts bij P) Dochters zijn bij hem geweest met euthanasieverklaring terwijl pat. hier op de ICU lag. Is afgesproken dat het in een later stadium besproken zal worden.” Op donderdag 31 oktober heeft een gesprek plaatsgevonden met klaagster, H, jurist van de Nederlandse Vereniging Van Euthanasie (NVVE), verweerster, als dienstdoend arts-assistent en F als supervisor. In de status heeft verweerster het volgende omtrent dit gesprek genoteerd:
“Gesprek met dochter + C + Q erbij geroepen omdat jurist NVVE er zonder aankondiging bijzat en behan-delverbod benadrukte. Uitgelegd waarom wij gehandeld hebben zoals wij gedaan hebben.- geboortedatum onjuist- verklaring(en) onduidelijk- behandeltraject al ingezet- psych. pat.wilsonbekwaam- vervolgtraject- (psychiater: invoeging RTG) gebeld R niet bereikbaarDochter de somatische problematiek uitgelegd. Geen vragen meer overVervolgens vragen van jurist v. NVVE met F besproken.”
Op donderdagmiddag 31 oktober 2002 ontwikkelden zich bij patiënte diverse insulten. De MRI-scan liet uitgebreide cerebrale schade zien. De prognose was slecht. In overleg met de familie is besloten een ab-stinerend beleid in te zetten met pijnbestrijding. Patiënte is op zondag 3 november 2002 overleden. In een brief van S, psychiater, aan de huisarts van patiënte van 17 oktober 2002 staat vermeld dat patiënte met een zus, of zussen nauwelijks contact had en dat zij met haar twee dochters een verstoorde relatie had. Als samenvatting staat in genoemde brief het volgende vermeld:
“Kortdurende psychiatrische opname i.v.m. uitputting en mogelijk suïcidaal gedrag bij een geheel geïnva-lideerde verzorgingsbehoeftige en afhankelijke vrouw. Waarschijnlijk forse persoonlijkheidsproblematiek, echter niet door klinische opname te behandelen.”
Klaagster heeft bij repliek een kopie van een bladzijde van de status van patiënte overgelegd. Daarin staat vermeld dat patiënte op 29 augustus 2002 met uitputtingsklachten is gezien in het ziekenhuis. In de status staat bij die dag onder meer vermeld dat patiënte een euthanasie verklaring heeft getekend, dat zij niet meer wil, dat patiënte aangeeft niet in het ziekenhuis opgenomen te willen worden en dat zij geen behandeling wenst.
3. Het standpunt van klaagster en de klacht.De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster in haar zorgplicht tegenover patiënte te kort is geschoten door zonder voldoende grond het behandelverbod van patiënte te negeren. Het feit dat klaag-ster deze klacht indient zonder ondersteuning van andere familieleden is in de visie van klaagster vol-strekt irrelevant voor de vraag of klaagster wel of niet belanghebbende is.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 49
Het leven van patiënte kende meer pogingen tot zelfdoding. Deze laatste poging is door patiënte goed voorbereid. Zij heeft in de maand juli 2002 hierover telefonisch overleg gepleegd met één van de mede-werkers van de NVVE. Patiënte heeft ook overleg gevoerd met de leiding van T, waar zij woonachtig was om te voorkomen dat zij bij een poging tot zelfdoding te vroeg zou worden gevonden. Haar huisarts was in het bezit van de wilsverklaringen van patiënte. Ook de dominee was op de hoogte van de doodswens van patiënte. Met de dominee had patiënte de liturgie van de uitvaartdienst voorbereid. Patiënte had ook af-scheidsbrieven geschreven. Beide documenten bevonden zich ook bij patiënte, toen zij op de SEH werd gepresenteerd. Ondanks haar maatregelen is patiënte tegen haar wens in gevonden voordat zij aan de overdosis fentanyl of aan de daardoor veroorzaakte complicaties is overleden. Herhaaldelijk is door klaag-ster en/ of de familie gevraagd de behandeling van patiënte te staken.
4. Het standpunt van verweerster.De klacht is alleen door klaagster is ingediend. Reeds eerder was gebleken dat de familie onderling ver-deeld was. Patiënte had een verstoorde verhouding met haar dochters. Klaagster kan niet worden gezien als gevolmachtigde van patiënte. Verweerster vraagt zich dan ook af of klaagster kan worden aangemerkt als belanghebbende ex artikel 65 lid 1 sub a wet BIG, althans of kan worden vastgesteld dat onder deze omstandigheden met de behandeling van de klacht het door deze wet beoogde belang wordt gediend. Verweerster meent dat klaagster niet ontvankelijk dient te worden verklaard.Verweerster was op het moment van de opname van patiënte bijna een jaar werkzaam als artsassistent (niet in opleiding) I C. Pas vanaf 29 oktober 2002 was verweerster betrokken bij de behandeling van pa-tiënte. De beslissing om een patiënt al dan niet te behandelen is niet aan de arts-assistent, maar onder meer aan de (supervisor) de internist-intensivist. Deze beslissing was ook al genomen voordat verweerster bij de behandeling werd betrokken. Verweerster was in haar hoedanigheid verantwoordelijk voor de soma-tische behandeling van patiënte.Het feit dat verweerster geen beslissingsbevoegdheid had, doet aan haar tuchtrechtelijke verantwoorde- lijkheid voor de behandeling van patiënte in beginsel niet af. Verweerster kon zich echter geheel vinden in de beslissing van het behandelteam om geen enkel risico te nemen en de behandeling te continueren. Bo-vendien bestond over de wil van patiënte en haar verklaringen veel onduidelijkheid. Van het gesprek van 31 oktober 2002 met de familie heeft verweerster een verslag gemaakt. Dit gesprek heeft zij in de status genoteerd. Het was op dat moment niet aan haar om een beslissing te nemen ten aanzien van het wel of niet naleven van het behandelverbod.
5. De overwegingen van het college.Als familielid in de eerste lijn is klaagster belanghebbende in zin van de Wet BIG. Dat zij niet samen met andere familieleden klaagt en dat andere familieleden mogelijk geen of een ander oordeel hebben over het handelen van verweerster ontneemt klaagster niet haar eigen belang bij het indienen van de klacht. Het college acht klaagster derhalve ontvankelijk in haar klacht. Gebleken is dat verweerster als arts-assi-stent pas vanaf 29 oktober 2002 betrokken is geweest bij de behandeling van patiënte. Het college houdt daarmee rekening bij de beoordeling van de handelwijze van verweerster in deze.Het college is van oordeel dat het onder deze omstandigheden niet zozeer aan verweerster als arts-assi-stent was om een beslissing te nemen over het wel of niet naleven van het behandelverbod van patiënte. Daar komt nog bij dat de beslissing op de SEH om patiënte wél te behandelen al was genomen, op het mo-ment dat verweerster bij de behandeling van patiënte was betrokken. Dat geldt eveneens voor de beslis-sing op 26 oktober 2002 om de op de SEH ingezette behandeling niet te beëindigen. Ook daar was ver-weerster niet bij betrokken. Het enkele feit dat verweerster aanwezig was bij het gesprek op 31 oktober 2002 met de familie van patiënte maakt haar nog niet direct persoonlijk verantwoordelijk voor het behan-delbeleid in deze. Het was juist dat verweerster F, ten deze optredende als haar supervisor, heeft gevraagd dat gesprek bij te wonen, toen bleek dat klaagster zich liet vergezellen door H. Het was ook F die in dat ge-sprek uitleg heeft gegeven aan de familie over het tot dan toe gevoerde behandelbeleid. Verweerster heeft dat gesprek in de status weergegeven. De taak van verweerster bestond met name uit de somatische be-handeling van patiënte. Het college concludeert dan ook dat verweerster in haar hoedanigheid van arts-assistent gehandeld heeft zoals van haar mocht worden verwacht.
De conclusie van het voorgaande is dat de klacht ongegrond is.Verweerster kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de WBG worden gemaakt.
6. De beslissing.Het Regionaal tuchtcollege wijst de klacht af.
50 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
RIchTLIJNEN
Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie
Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse Reanimatie Raad Najaar 2008
Gewijzigd mei 2011
Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie
Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad
Nederlandse Reanimatie Raad Najaar 2008 Gewijzigd mei 2011Website: www.reanimatieraad.nl e-mail: [email protected] Auteur Wetenschappelijke Raad van de NRR
N E D E R L A N D S E R E A N I M A T I E R A A D
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 53
Inhoudsopgave Inleiding
Hoofdstuk I: Richtlijnen voor de leekhulpverlener I.1. Richtlijn “starten van de reanimatie” II.2. Richtlijn “stoppen van de reanimatie”
Hoofdstuk II. Richtlijnen voor de professionele hulpverlener De Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. II.1. Richtlijn “starten van de reanimatie” II.2. Richtlijn “niet starten van de reanimatie” II.3. Richtlijn “stoppen van de reanimatie”
Inleiding Plotseling verlies van bewustzijn is zeer vaak het gevolg van een hartstilstand of het stoppen van de bloedsomloop. Soms leidt een verstoring of belemmering van de ademhaling na korte tijd tot het stop-pen van de bloedsomloop. Zoiets gebeurt meestal onverwacht en een omstander (familie of andere) wordt plotseling voor de keus gesteld iets te doen. Als deze getuige een reanimatiecursus heeft gevolgd ligt het voor de hand dat hij een poging tot reanimatie onderneemt. Andere, professionele, hulpverlen-ers zullen de reanimatie overnemen. Deze poging zal niet altijd leiden tot herstel van de bloedcirculatie en dan komt de vraag wanneer de reanimatiepoging mag worden beëindigd. Ook zijn er omstandig-heden waarbij het beter is de reanimatie niet te starten, bijvoorbeeld als de patiënt daarover zelf een wens kenbaar heeft gemaakt. Het wel of niet beginnen en het beëindigen van een reanimatiepoging zijn emotionele gebeurtenissen, zowel voor leekhulpverleners als professionele hulpverleners, waarbij soms ook schuldgevoelens kunnen ontstaan over de juistheid van het (niet-)handelen. Deze publicatie heeft tot doel de medische en niet-medische overwegingen voor het starten, niet-starten en stoppen van een reanimatie te verhelderen en een richtlijn te zijn voor professionele en niet-professionele hulpverleners, die met deze beslissingen worden geconfronteerd. De tekst is gebaseerd op de huidige medische en maatschappelijke inzichten omtrent reanimatie en probeert deze inzichten op een zorgvuldige en overzichtelijke wijze samen te vatten.
In deze publicatie is sprake van leekhulpverleners en professionele hulpverleners. Onder een leekhulpver-lener wordt verstaan een niet medisch geschoolde hulpverlener die een training volgde in basale reani-matie (BLS) en het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED). Een professionele hulpver-lener is medisch geschoold en heeft een opleiding gevolgd voor uitgebreide reanimatiehandelingen. Een beroepsmatig ingezette hulpverlener (bv. een politieagent of een brandweerman) wordt als leekhulpver-lener beschouwd. Een ambulanceverpleegkundige is een professionele hulpverlener.
Iedereen is verplicht hulp te verlenen aan iemand die in onmiddellijk levensgevaar verkeert, in het kader van artikel 450 van het Wetboek van Strafrecht. Een reanimatiepoging wordt dan ook altijd gestart tenzij er een goede reden is om ervan af te zien. In deze publicatie worden de aspecten en argumenten rondom het wel of niet starten en stoppen van reanimatie besproken. Hoofdstuk I biedt richtlijnen voor de leekhulpverlener. Hoofdstuk II is van toepassing op de professionele hulpverlener, zowel voor de extra- als de intramurale situatie. Hierbij wordt aangetekend dat deze richtlijnen niet gelden voor traumatische oorzaken van hart- en/of ademstilstand en evenmin voor de pasgeborene tijdens de geboorte.
Indien de hulpverlener kan reanimeren, mag in principe worden verwacht dat deze een reanimatie-poging start. Met toenemende vaardigheid van de hulpverlener wordt die verwachting ook dwingender: bijvoorbeeld voor een arts of verpleegkundige is de plicht tot verlenen van hulp duidelijker dan voor een leek. Het hebben gevolgd van een reanimatiecursus, zeker als dat behoort bij de beroepsuitoefening van een leek (bv. politieagent) is daarbij ook van belang. Artsen mogen zelfstandig beslissen op grond van
54 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
medische redenen om een reanimatie niet te starten of te stoppen. De arts kan een dergelijke beslissing nemen als hij in deze bekwaam is en op de hoogte is van de achtergrond van de patiënt. De ambulance-verpleegkundige neemt bij de besluitvorming over niet starten of stoppen van een reanimatie een speciale positie in. De bevoegdheid daartoe, die mede stoelt op de bekwaamheid van de desbetreffende ambulanceverpleegkundige, wordt vastgesteld door de medisch manager ambulancezorg van de ambulancedienst. Bij de uitoefening van de bevoegdheid dient het vigerende landelijk protocol ambulancezorg te worden gevolgd. Leekhulpverleners zijn, met een enkele uitzondering (zie hoofdstuk I), niet bevoegd om over het niet starten en over het stoppen van reanimatie te beslissen, ook al hebben zij een reanimatietraining gehad.
De betekenis van de niet-reanimerenverklaring bij de beslissing om wel of niet een reanimatie te starten of deze te staken is niet onder alle omstandigheden duidelijk. Een niet-reanimerenverklaring kan door een persoon worden opgesteld en als deze aan een aantal eisen voldoet (handgeschreven, ondertekend, van een geboortedatum en pasfoto voorzien) mag worden aangenomen dat deze de wens van de betrokkene weergeeft. De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) verstrekt sinds najaar 2007 een niet-reanimerenpenning, sinds 2010 ook een voorlichtingsfolder, waarin overwegingen worden besproken, die een rol kunnen spelen bij de niet-reanimerenwens en het besluit een niet-reanimerenpenning te gaan dragen. Deze penning, gedragen aan een halskettinkje, is voorzien van een pasfoto, de naam, de geboortedatum en de handtekening van de eigenaar. De rechtsgeldigheid van de penning is (nog) niet bij de rechter getoetst. Desalniettemin meent de Nederlandse Reanimatie Raad dat het dragen van deze penning de wens tot niet-reanimeren duidelijk maakt en dient te worden gerespecteerd. Bij aanvang van een reanimatie zal de aanwezigheid van een niet-reanimerenpenning vaak niet zijn vast te stellen omdat de borstkas van het slachtoffer bij basale reanimatie niet behoeft te worden ontbloot en ook als dat wel het geval is, kan de penning aan de blik van de hulpverlener zijn onttrokken als deze naar achteren is verplaatst.
Hoofdstuk I: Richtlijnen voor de leekhulpverlener
I.1. Richtlijn “starten van de reanimatie” Een reanimatiepoging wordt altijd ondernomen, behalve
- als het leven van de hulpverlener in gevaar is of komt; - als overduidelijk is dat een dergelijke poging geen zin heeft (bijvoorbeeld lijkstijfheid, onthoof-
ding, ernstige verbranding (verkoling); - als vóór aanvang duidelijk is dat de patiënt een rechtsgeldige niet-reanimatieverklaring heeft.
Leekhulpverleners dienen bij iemand met een circulatiestilstand niet op zoek te gaan naar een wils- verklaring (geschreven verklaring, dan wel niet-reanimerenpenning). Aldus wordt voorkomen dat de reanimatiepoging wordt uitgesteld en de uitkomst van de reanimatie nadelig wordt beïnvloed.
II.2. Richtlijn “stoppen van de reanimatie” Een reanimatiepoging wordt gestopt onder de volgende omstandigheden:
- indien de hulpverlener te vermoeid is om de handelingen voort te zetten; - wanneer het slachtoffer normaal gaat ademen of ademt - als professionele hulpverleners de reanimatie overnemen; - als men er niet binnen 20 minuten in slaagt om in contact te komen met professionele zorg-
verleners, bijv. 112 centrale of huisarts. Bij onderkoeling (bv. verdrinking onder ijs) dient deze termijn tot 60 minuten te worden verlengd.
Toelichting: stoppen van de reanimatie Indien een reanimatie is gestart, wordt deze door leken niet gestopt tot professionele hulpverleners zijn gearriveerd die de kennis en ervaring hebben om de zinvolheid en wenselijkheid van voortzetting te beoordelen. Een advies van een toevallig passerende arts om de reanimatiepoging te stoppen wordt niet gevolgd.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 55
Een bijzondere situatie doet zich voor als een niet-reanimerenverklaring wordt getoond of een niet-reanimerenpenning zichtbaar wordt gedurende de periode dat leekhulpverleners de reanimatie al uitvoeren, b.v. tijdens het aansluiten van een Automatische Externe Defibrillator. Er is onder deze omstandigheid geen verplichting de reanimatiepoging te stoppen omdat deze plicht uitsluitend geldt voor professionele hulpverleners (zie Hoofdstuk II.3) op grond van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. Het staat de leekhulpverlener(s) vrij de reanimatie voort te zetten dan wel te staken.
Hoofdstuk II. Richtlijnen voor de professionele hulpverlener
De Wet op de geneeskundige behandelovereenkomstVoor de professionele hulpverlener is de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo), ook buiten het ziekenhuis, van toepassing. Deze hulpverleners mogen ervan uitgaan dat hun hulp wordt in-geroepen om hun professionele taak i.c. reanimatie uit te voeren. De reanimatiepoging kan worden uit-gevoerd zonder expliciete toestemming van de patiënt volgens art. 466 Wgbo. In het algemeen zullen de hulpverleners de patiënt en zijn wens t.a.v. reanimatie niet kennen en niet op de hoogte zijn van het al dan niet bestaan van (ernstige) aandoeningen of een al slechte kwaliteit van leven, die de slaagkans van een reanimatie kan beïnvloeden. Bekendheid met de wens van het slachtoffer door de aanwezigheid van een rechtsgeldige niet-reanimatieverklaring of rechtsgeldige niet-reanimerenpenning, zal op dit handel-en wel invloed hebben. Zie ook de toelichting op het niet starten van de reanimatie. De familie (m.n. de levenspartner) is meestal op de hoogte van de wensen van patiënt t.a.v. niet-reani-meren. Niet zelden blijkt dat de familie toch ambulancehulp inroept op het moment van een circulatie-stilstand. Een familielid is op dat moment de juridische vertegenwoordiger van het slachtoffer die wils-onbekwaam is geworden door bewusteloosheid (zie ook verder onder Wgbo). De ambulancezorgverlener komt dan in een verwarrende positie als eerst om spoedzorg wordt ge-vraagd, terwijl even later door dezelfde hulpvrager daarmee strijdige informatie wordt gegeven door het tonen van een niet-reanimerenverklaring of het zichtbaar worden van een niet-reanimerenpenning. Het zal onder deze omstandigheden van de situatie ter plaatse en van de professionele afweging door de zorgverlener afhangen welke hulp zinvol kan worden verleend. De huisarts zal meestal op de hoogte zijn van de toestand en de wens van de patiënt t.a.v. eventuele reanimatie, maar is zelden ter plaatse op het moment van een eventuele calamiteit.
Binnen het ziekenhuis is de Wgbo-eis van informed consent ook van toepassing. Wensen van de patiënt en de zinvolheid van een eventuele reanimatiepoging kunnen worden besproken. Indien dit overleg tot de conclusie leidt dat geen poging tot reanimatie zal worden ondernomen, dient een mondelinge afspraak hierover door de arts schriftelijk in het patiëntendossier vastgelegd te worden. Bij een collaps binnen het ziekenhuis is vrijwel direct gespecialiseerde hulp aanwezig die ALS kan toepassen. In andere zorginstellingen (verpleeg- en verzorgingshuis) zijn in eerste instantie alleen BLS- handelingen mogelijk, maar zijn wel de Wgbo-bepalingen van toepassing op het te voeren reanimatiebeleid.
II.1. Richtlijn “starten van de reanimatie” Een reanimatiepoging wordt door professionele hulpverleners altijd gestart, ook al passen omstanders geen BLS toe, indien de hulpverleners snel ter plaatse zijn (<15 minuten na collaps, behoudens ook hier weer als overduidelijk is dat een dergelijke poging geen zin heeft). Indien geen getuige van de collaps aanwezig is, geldt de richtlijn starten <15 minuten vanaf het tijdstip van de melding. Bij hypothermie geldt voor professionele hulpverleners een richtlijn starten <60 minuten. Een reanimatiepoging wordt door professionele hulpverleners voortgezet en specialistische reanimatie (ALS) wordt altijd ingezet indien omstanders BLS toepassen (ten minste hartmassage) ongeacht het tijdstip van arriveren van de professionele hulpverleners.
Toelichting: starten van de reanimatie Een reanimatiepoging is technisch haalbaar (kans op herstel van circulatie) indien de biologische dood niet is ingetreden. De biologische dood is onder de omstandigheden van een plotselinge circulatiestil-stand en in de hectiek van die situatie moeilijk vast te stellen, behalve in extreme situaties (bijvoorbeeld:
56 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
niet met het leven verenigbare verminking en lijkstijfheid). Het uitsluiten van de intrede van de biolo-gische dood is eenvoudiger. Dit kan gebaseerd worden op de twee volgende praktische omstandigheden:
· een collaps met toepassing van adequate reanimatie door omstander(s) en het arriveren van de professionele hulpverleners (ambulance/reanimatieteam).
· een collaps zonder toepassing van adequate reanimatie door omstander(s), maar met korte tijdsspanne (minder dan 15 minuten) tussen het ontstaan van de collaps en het arriveren van de professionele hulpverleners (ambulance/reanimatieteam).
Hierbij moet een aantal opmerkingen worden geplaatst.
· De tijdsintervallen rondom een circulatiestilstand zijn moeilijk in te schatten.
· Het moment van collaps hoeft niet per definitie het moment van circulatiestilstand te zijn.
Zo kan een ventriculaire tachycardie met lage bloeddruk enige minuten bestaan alvorens de feitelijke circulatiestilstand intreedt.
· Het observeren van gaspende ademhaling en epileptiforme trekkingen zijn indicaties van een kort tijdsinterval tussen de collaps en het moment van beoordeling en daarom een indicatie voor een kansrijke reanimatiepoging en een relatief goede uitkomst.
· Adequate BLS onderhoudt een beperkte maar belangrijke bloeddoorstroming van het lichaam (m.n. hersenen en hart) van het slachtoffer. Daarom heeft een reanimatiepoging technisch gesproken toch kans van slagen bij laat (> 15 min na collaps) arriveren van de professionele hulpverleners als daarvoor BLS heeft plaats gevonden.
· De richtlijnen voor BLS geven aan wat een optimale reanimatie behelst. Maar ook beperkte reanimatiehandelingen zijn succesvol gebleken, bijvoorbeeld alleen hartmassage zonder dat beademing wordt toegepast. Dit kan zeker effectief zijn gedurende 3 tot 4 minuten.
· Ook bij hoge leeftijd kan een reanimatie succesvol zijn.
· Wijde, lichtstijve pupillen zijn beslist geen criterium voor een ingetreden biologische dood.
II.2. Richtlijn “niet starten van de reanimatie”
a) buiten het ziekenhuis
· wanneer het leven van de hulpverlener in gevaar is;
· als overduidelijk is dat reanimatie geen zin heeft (lijkstijfheid, decapitatie, ernstige verbranding (verkoling);
· als bij aanvang duidelijk is dat de patiënt een rechtsgeldige niet-reanimeerverklaring heeft; NB: zorgverleners dienen bij een slachtoffer met een circulatiestilstand niet op zoek te gaan naar een wilsverklaring (geschreven verklaring, dan wel niet-reanimerenpenning) van de patiënt. Aldus wordt voorkomen dat de reanimatiepoging wordt uitgesteld en de uitkomst van de reanimatie nadelig wordt beïnvloed.
· bij een langdurige circulatiestilstand zonder BLS (> 15 minuten) en als het eerst geobserveerde hartritme niet ventrikelfibrilleren is.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 57
b) binnen het ziekenhuis Een reanimatiepoging wordt niet ondernomen als er m.b.t. een individuele patiënt een niet- reanimeren beleid is afgesproken, zoals hieronder toegelicht.
Toelichting: niet starten van de reanimatie De beslissing om een reanimatie niet te starten berust op ten minste een drietal principes: de wens van de patiënt, de kans van slagen en de, vooraf ingeschatte, medische zinvolheid van de poging. Het gaat dus altijd om een beslissing in een specifiek, individueel geval.
· De wens van de patiënt.Een patiënt kan niet worden gedwongen tegen zijn wens een behandeling te ondergaan. Niet altijd zal deze toestemming voor elke handeling apart expliciet worden gevraagd. Dat geldt ze-ker ook, wanneer zich onverwacht een calamiteit voordoet waarvoor reanimatie noodzakelijk is. Echter, als de wilsbekwame patiënt tevoren uitdrukkelijk te wens te kennen heeft gegeven niet gereanimeerd te willen worden, dient deze wens te worden gerespecteerd.
· De kans van slagen.Het gaat hierbij om de medisch-technische haalbaarheid van de reanimatiepoging in termen van het succes op de korte termijn: het herstel van spontane circulatie en ademhaling. Dit crite-rium is het best te hanteren door zorgprofessionals (bijvoorbeeld ambulanceverpleegkundigen) die de omstandigheden van de reanimatie kunnen beoordelen zonder specifieke kennis van de voorgeschiedenis van de patiënt.
· De medische zinvolheid. De zin van de poging betreft de vraag of de medische interventie proportioneel is in het licht van de voorgeschiedenis en de prognose van de patiënt voordat sprake was van een circulaties-tilstand. De beoordeling van deze vraag eist medische kennis over de patiënt, diens levensvisie en levenswil. Voor het niet starten is het uitgangspunt van zinvolheid slechts te hanteren door een arts die bij de behandeling van de patiënt is betrokken. Een arts is niet gehouden een me-disch zinloze behandeling toe te passen en kan daartoe ook niet worden gedwongen door de wens van de patiënt.
· Reanimatie is per definitie “kleine kans geneeskunde”. Het niet starten van een reanimatie-poging vanwege de overweging dat de poging slechts een kleine kans van slagen heeft is zeker niet terecht. Op basis van een medische en maatschappelijke discussie zou beoordeeld kunnen worden met welke kans een reanimatiepoging niet meer gestart wordt. Een dergelijke discussie omvat een groot aantal maatschappelijke en ethische overwegingen en gaat deze richtlijn te boven.
De Wgbo bepaalt dat voor elke medische verrichting de toestemming van de patiënt vereist is. Wilsbe-kwame meerderjarigen en wilsbekwame minderjarigen vanaf 16 jaar dienen deze toestemming zelf te geven. Een wilsbekwame, weloverwogen weigering dient te worden gerespecteerd. Als bij een ziekenhuisbehandeling de kans op een reanimatiesituatie klein wordt geacht, zal een gesprek over de wens t.a.v. reanimatie meestal niet gevoerd zijn. Art. 448 Wgbo stelt daarover, dat de arts zich ten aanzien van de informatieplicht dient te laten leiden tot wat de patiënt in het kader van het voorgenomen onderzoek en behandeling redelijkerwijs dient te weten. De bespreking van zeldzaam voorkomende complicaties kan dan achterwege blijven en wordt een reanimatiepoging geacht deel uit te maken van de behandeling waarvoor de patiënt toestemming heeft gegeven. Bij een acute opname in het ziekenhuis en spoedeisende behandeling is het niet mogelijk met de patiënt te overleggen m.b.t. zijn wens tot reanimatie. Ook dan kan de opname zelf gelden als toestemming voor de erop volgende spoedbehandeling, tenzij een rechtsgeldige niet-reanimatieverklaring aanwezig is. Voor minderjarigen van 12 tot 16 jaar geldt dat zowel de ouders als de minderjarige zelf (mits wils-bekwaam) toestemming moeten geven. Onthouden de ouders hun toestemming voor een noodzakelijke ingreep dan kan de arts de ingreep toch doen als deze kennelijk nodig is om ernstig nadeel voor de patiënt (i.c. de minderjarige) te voorkomen of de patiënt (i.c. de minderjarige) zelf de ingreep welover-wogen blijft wensen.
58 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
Voor minderjarigen tot 12 jaar is de toestemming van de ouders vereist. Om rechtsgeldig toestemming te kunnen geven dient de patiënt wilsbekwaam te zijn. Van wilsbekwaamheid is volgens de Wgbo sprake als de patiënt in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake van de situatie en/of de beslissing die aan de orde is. De patiënt moet derhalve in redelijkheid voor zichzelf kun-nen opkomen. Het is aan de behandelend arts om te bepalen of dit het geval is.
De Wgbo kent een vertegenwoordigingsregeling voor (meerderjarige) wilsonbekwamen. Achtereen-volgens kunnen namens de patiënt optreden:
· een door de rechter benoemde curator of mentor;
· iemand die door de patiënt zelf schriftelijk is gemachtigd;
· de echtgenoot/-ote, geregistreerde partner of andere levensgezel van de patiënt;
· een ouder, kind, broer of zus van de patiënt.
In het kader van reanimatie is de vraag of in de gevallen dat de patiënt zelf niet kan of mag beslissen een vertegenwoordiger gerechtigd is om „plaatsvervangend‟ te beslissen dat de patiënt niet gereanimeerd zal worden. Naar de gangbare juridische opvatting hoort het niet tot de competentie van vertegenwoor-digers om beslissingen te nemen die de beëindiging van het leven van de patiënt tot gevolg hebben of kunnen hebben. De Wgbo bepaalt dat als de patiënt 16 jaar of ouder is en wilsonbekwaam is geworden – bijvoorbeeld bij dementie – een schriftelijke weigering om te worden behandeld dient te worden gerespecteerd, tenzij de hulpverlener gegronde redenen heeft om dat niet te doen. Een dergelijke schriftelijke weigering – die specifiek de inhoud kan hebben van een niet-reanimatieverklaring – dient door de betrokken patiënt zelf (toen hij wilsbekwaam was) te zijn opgesteld en dient gedagtekend te zijn en door de patiënt eigenhan-dig ondertekend. De verklaring dient qua inhoud en boodschap ondubbelzinnig te zijn. De arts dient de overtuiging te hebben dat de verklaring de wil van de patiënt weerspiegelt. De niet-reanimerenbeslissing in het ziekenhuis of zorginstelling Indien de patiënt zich in een ziekenhuis bevindt of in een zorginstelling voor verzorging of verpleging, dienen tijdig afspraken gemaakt te worden t.a.v. het niet-reanimeren beleid. De beslissing over het beleid wordt genomen in overleg tussen de patiënt, de behandelende artsen en verpleegkundigen. Als zich in de toestand van de patiënt veranderingen voordoen die invloed kunnen hebben op een eerder genomen beslissing, dient de beslissing te worden getoetst aan de situatie van het moment. Belangrijk is, dat de beslissing op een vaste plaats in de medische en verpleegkundige status wordt vastgelegd en naar de aanwezige artsen en verpleegkundigen gecommuniceerd, opdat in geval van een plotselinge calamiteit geen onnodige discussie ontstaat of een reanimatie wordt gestart terwijl het tegendeel was afgesproken en vastgelegd.
II.3. Richtlijn “stoppen van de reanimatie” Onder ALS omstandigheden kan de reanimatiepoging worden gestaakt bij:
i. persisterend asystolie als eerst geobserveerde ritme gedurende 20 minuten sinds de start van Advanced Life Support of, nadat herstel van circulatie tijdelijk bleek te zijn, weer 20 minuten later;
ii. elektromechanische dissociatie (polsloze elektrische activiteit) als eerst geobserveerde ritme gedurende tenminste 20 minuten sinds de start van Advanced Life Support, na correctie, behandeling of uitsluiten van afwijkingen zoals in de toelichting beschreven (4 H’s en 4 T’s);
iii. asystolie of elektromechanische dissociatie als later ritme gedurende 20 minuten, na correctie, behandeling of uitsluiten van afwijkingen zoals in de toelichting beschreven (4 H’s en 4 T’s);
iv. bij aanwezigheid van een wilsverklaring ‘niet-reanimeren’.
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 59
Toelichting: stoppen van de reanimatie. Het stoppen van de reanimatie is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
· De ambulanceverpleegkundige beslist binnen het door de medisch manager ambulancezorg vastgestelde kader en het vigerende protocol. Ambulanceverpleegkundigen en reanimatie-teams (zonder behandelend arts) mogen slechts tot stoppen van de reanimatie beslissen als de medisch-technische haalbaarheid ontbreekt.
· Een oordeel over de zinvolheid van de reanimatie is voorbehouden aan de behandelend arts, omdat deze geacht mag worden kennis te hebben over de medische achtergrond van de patiënt, diens levensvisie en levenswil. De behandelend (huis)arts die kennis heeft van het dossier van de patiënt beslist over de zinvolheid van de reanimatie.
· In principe wordt bij zowel kinderen als volwassenen een reanimatie niet gestaakt bij vermo-eden van onderkoeling of een gemeten centrale temperatuur onder 32 graden Celsius.
· Ventrikelfibrilleren (c.q.polsloze ventrikeltachycardie) wordt beschouwd als een hartritme waar-bij medisch technisch gesproken de reanimatiepoging kans van slagen heeft. In principe wordt onder dit ritme de reanimatie niet gestaakt. Persisterend ventrikelfibrilleren betekent dat na herhaalde defibrillatie en een therapeutische dosering amiodaron ventrikelfibrilleren blijft bestaan.
· Asystolie en elektromechanische dissociatie (PEA, polsloze elektrische activiteit) hebben een slechte prognose. Dit komt enerzijds door de factoren die deze ritmen hebben veroorzaakt, als ook doordat reanimatie-inspanningen wellicht minder intensief worden uitgevoerd zodra de genoemde ritmen bekend zijn. (“self-fulfilling prophecy”). Persisterende asystolie of PEA kan een reden zijn om de reanimatie te stoppen.
· Bij persisterend ventrikelfibrilleren, PEA en bij patiënten onder de 16 jaar dient het transport van de patiënt naar een medisch centrum met betere therapeutische opties en diagnostische mogelijkheden vroegtijdig te worden overwogen. Het doel van het transport is het achterhalen en behandelen van het onderliggend probleem. De afweging waarvoor de professionele hulpverlener wordt gesteld is de potentiële winst van de diagnostische en therapeutische mo-gelijkheden van het ontvangende ziekenhuis en verlies aan kwaliteit en effectiviteit van de re-animatiehandelingen gedurende het transport. Het moment waarop men van “persisteren” spreekt is arbitrair. In elk geval dient het ritme volgens de meest recente medische inzichten te zijn behandeld en voldoende tijd te zijn genomen om de behandeling te laten inwerken.
·· Van stoppen van de reanimatie bij PEA kan pas sprake zijn als de mogelijke behandelbare oor-
zaken in de vorm van de z.g. “vier H’s en vier T’s” in redelijkheid zijn uitgesloten of adequaat behandeld zonder dat herstel van spontane circulatie op enig moment (tijdelijk) is opgetreden. De 4 H’s en 4 T’s zijn:
v) Hypoxievi) Hypovolaemievii) Hyper/hypokalaemie, hypocalciaemie, acidoseviii) Hypothermieix) Tension (spannings) pneumothoraxx) Tamponade (harttamponnade)xi) Thrombo-embolische of mechanische obstructie (bijvoorbeeld longembolie)xii) Toxische of overgedoseerde therapeutische middelen
· Tijdens reanimatie komen verschillende hartritmen voor en deze kunnen elkaar afwisselen. Het wijzigen in een ander hartritme zonder bloeddruk is te beschouwen als (a) een ander ritme bij eenzelfde problematiek en eenzelfde prognose of (b) een verandering van problematiek en ver-andering van prognose. Het nieuw ontstane hartritme wordt overeenkomstig de voorschriften
60 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
behandeld en de vier H‟s en vier T‟s worden redelijkerwijs uitgesloten of adequaat behandeld. Bij ventrikelfibrilleren en polsloze ventricuaire tachycardie als nieuw ontstaan ritme wordt de reanimatie niet gestaakt.
Stoppen onder ALS omstandigheden bij kinderenHet is zinvol om een kinderarts te betrekken in de beslissingen over het stoppen van een reanimatie-poging bij een kind. Hierbij treedt de kinderarts op in de rol van behandelend arts (zie hierboven), of als reanimatie-expert. Bij het nemen van de beslissing om reanimatie bij een kind te stoppen dient men in acht te nemen dat bij het voortzetten van de reanimatie bij kinderen na 20 minuten de kans op overleving verwaarloosbaar is. Uitzonderingscriteria gelden als bij volwassenen. Naast de noodzakelijke diagnostiek ter uitsluiting van een behandelbare aandoening voorafgaand aan de beslissing over het stoppen van de reanimatie, is tevens post-mortem onderzoek ter uitsluiting van onder andere erfelijke ziektes (die consequenties voor overige familieleden kunnen hebben) vaak geïndiceerd.
Deze richtlijn is in 2008 opgesteld door de Wetenschappelijke Raad (WR) van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en vastgesteld door het bestuur van de NRR. De WR heeft dankbaar gebruik gemaakt van de adviezen van Prof. Dr. F.C.B. van Wijmen, hoogleraar gezondheidsrecht Universiteit Maastricht, en van D. Meerman, beleidsmedewerker bij de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst.
De actuele samenstelling van de Wetenschappelijke Raad en het bestuur van de NRR kunt u vinden op www.reanimatieraad.nl.
Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie
Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse Reanimatie Raad Najaar 2008
Gewijzigd mei 2011
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 61
62 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
[email protected] www.verenso.nl
Multidisciplinaire Richtlijn Besluitvorming
over reanimatie Anticiperende besluitvorming over
reanimatie bij kwetsbare ouderen
Deel 1 Samenvatting en aanbevelingen
Co
lofo
n
Dit is
een
uitga
ve v
an V
eren
so,
vere
nigi
ng v
an s
peci
alis
ten
oude
reng
enee
skun
de
en s
ocia
al g
eria
ters
.
Init
iati
ef e
n o
rgan
isat
ieVe
rens
o
Dez
e ri
chtl
ijn
is in
sam
enw
erki
ng
met
de
volg
end
e o
rgan
isat
ies
to
t st
and
gek
om
en:
h
et N
eder
land
s H
uisa
rtse
n G
enoo
tsch
ap (
NH
G)
V
erpl
eegk
undi
gen
en V
erzo
rgen
den
Ned
erla
nd (
V&
VN
)
Fin
anci
erin
gH
et m
inis
teri
e va
n Vo
lksg
ezon
dhei
d, W
elzi
jn e
n Spo
rt
Dis
clai
mer
Dit is
een
uitga
ve v
an V
eren
so,
vere
nigi
ng v
an s
peci
alis
ten
oude
reng
enee
skun
de e
n
soci
aal g
eria
ters
. D
e pu
blic
atie
is t
ot s
tand
gek
omen
dan
kzij
subs
idie
van
het
min
iste
rie
van
VW
S.
Alle
s ui
t de
ze u
itga
ve m
ag g
ebru
ikt
wor
den
met
bro
nver
mel
ding
voo
r pu
blic
atie
. Aan
de
tots
tand
kom
ing
van
deze
uitga
ve is
de
uite
rste
zor
g be
stee
d. V
oor
info
rmat
ie d
ie
deso
ndan
ks o
nvol
ledi
g of
onj
uist
is o
pgen
omen
, aa
n vaa
rden
de
aute
urs
en u
itge
ver
geen
aa
nspr
akel
ijkhe
id.
Aan
dez
e pu
blic
atie
kun
nen
geen
rec
hten
wor
den
ontlee
nd.
Onj
uist
hede
n en
/of su
gges
ties
voo
r ve
rbet
erin
gen
kunt
u d
oor g
even
aan
Ver
enso
.
Uit
gav
e
© V
eren
so,
2013
ISBN
978
90
7478
514
3
On
twer
pH
et L
ab g
rafis
ch o
ntw
erpe
rs,
BN
O A
rnhe
m
Dru
k Rik
ken
Prin
t b.
v.
Dez
e p
ub
lica
tie
is t
e b
este
llen
bij
Ver
enso
Post
bus
2006
935
02 L
B U
trec
htT
030
28
23 4
81F
030
28
23 4
94in
fo@
vere
nso.
nl
of v
ia w
ww
.ver
enso
.nl
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
11
Mul
tidis
cipl
inai
re R
icht
lijn
B
eslu
itvo
rmin
g
ov
er r
ean
imat
ie
Ant
icip
eren
de b
eslu
itvor
min
g ov
er
rean
imat
ie b
ij kw
etsb
are
oude
ren
Dee
l 1
Sam
enva
ttin
g en
aan
beve
linge
n
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
12
Ric
htl
ijn
wer
kgro
ep•
Pro
f. dr
. J.
J.M
(H
ans)
van
Del
den,
voo
rzitte
r
en s
peci
alis
t ou
dere
ngen
eesk
unde
• D
rs.
R.P
. (R
onal
d) v
an d
er E
ndt,
hui
sart
s na
men
s
het
NH
G•
E.
(Eve
rlie
n) d
e G
raaf
, RN
Msc
, na
men
s V&
VN
• M
r. dr
s. R
. (R
ober
t) H
elle
, sp
ecia
list
oude
reng
enee
sku
nde
nam
ens
Vere
nso
• H
. (H
anne
ke)
Ikki
ng,
kwal
itei
tsve
rple
egku
ndig
e,
nam
ens
V&
VN
(va
naf 1
dece
mbe
r 20
11)
• D
rs.
A.J
. (A
rnou
d) K
lein
Ikk
ink,
hui
sart
s en
NH
Gs
tafli
d (t
ot m
ei 2
011)
• M
r. dr
s. H
.V.U
. (R
iekj
e) K
apte
in,
spec
ialis
t ou
dere
nge
nees
kund
e na
men
s Ve
rens
o•
Drs
. M
.W.F
(M
artin)
van
Lee
n, s
peci
alis
t ou
dere
nge
nees
kund
e na
men
s Ve
rens
o, t
even
s lid
van
de
NH
G/
CBO
wer
kgro
ep v
oor
rich
tlijn
en h
artf
alen
en
card
io
vasc
ulai
r ri
sico
man
agem
ent
(van
af jan
uari
201
2)
• D
rs.
L. (
Laur
a) d
e Vri
es,
huis
arts
en
NH
Gs
tafli
d (v
anaf
se
ptem
ber
2011
)•
P.
(Pet
er)
de V
rij,
nur
se p
ract
itio
ner,
nam
ens
V&
VN
(t
ot 1
dec
embe
r 20
11)
Focu
sgro
ep•
Mr.
C.B
.M.M
. (C
hris
tine
) H
oege
n, o
pgev
olgd
doo
r dr
s. A
. M
ulde
r, na
men
s Act
iZ•
L.
(Len
a) H
illen
ga,
nam
ens
LOC
Zeg
gens
chap
in
de z
org
• D
rs.
A.
(Ank
) va
n D
rent
h, n
amen
s de
Har
tstich
ting
en
Ned
erla
ndse
Rea
nim
atie
Raa
d (N
RR)
Ger
aad
ple
egd
e ex
per
ts*
•
Nam
ens
de N
eder
land
se R
eani
mat
ie R
aad:
dr.
F.W
D
ijker
s, h
uisa
rts;
dr.
R.W
. Ko
ster
, ca
rdio
loog
AM
C;
M
. M
aas,
sec
reta
ris
en d
r. M
.I.
Kuip
er n
euro
loog
/ in
tens
ivis
t M
CL
Leeu
war
den
voor
hoo
fdst
uk 2
.•
Drs
. R.M
.G.
van
Dijk
, sp
ecia
list
oude
reng
enee
skun
de,
rean
imat
iein
stru
cteu
r N
RR,
gera
adpl
eegd
voo
r de
pa
ragr
aaf t.
• D
r. F.
M.
(Fuu
sje)
de
Gra
aff,
advi
seur
inte
rcul
ture
le c
om
mun
icat
ie e
n om
gang
skun
de in
de
zorg
, ge
raad
plee
gd
voor
hoo
fdst
uk 4
.
Stu
urg
roep
• D
rs.
I. (
Inge
) va
n de
r Ste
lt,
bele
idsm
edew
erke
r Ve
rens
o•
Dr.
J. (
Jean
) Vri
ezen
, se
nior
wet
ensc
happ
elijk
m
edew
erke
r N
HG
, af
delin
g ri
chtlijn
ontw
ikke
ling
en
wet
ensc
hap,
sec
tie
sam
enw
erki
ng•
Drs
. J.
(Jo
ke)
de W
itte
, ad
vise
ur E
thie
k V&
VN
Pro
ject
gro
ep•
Drs
. C
.M.
(Cor
inne
) de
Rui
ter,
proj
ectlei
der/
bele
ids
med
ewer
ker
Vere
nso,
hoo
fdau
teur
• D
r. M
.G.T
. (M
aria
) D
olde
rs,
bele
idsm
edew
erke
r
wet
ensc
hap,
Ver
enso
•
Mr.
R.B
.J.
(Roy
) Knu
iman
, ju
rist
Ver
enso
On
der
steu
nin
g e
n a
dvi
es•
Dr.
ir. J
.J.A
(H
ans)
de
Bee
r, ri
chtlijn
met
hodo
loog
en
nam
ens
het
CBO
ver
antw
oord
elijk
voo
r he
t C
BO
ev
iden
cera
ppor
t en
evi
denc
etab
elle
n vo
or h
oofd
stuk
2
(in
deel
3)
• D
rs.
L.P.
M.
(Lau
ri)
Faas
, co
mm
unic
atie
advi
seur
Ver
enso
• J
. (J
udith)
Hei
dstr
a, b
elei
dson
ders
teun
er V
eren
so•
Led
en v
an d
e Ve
rens
oco
mm
issi
e W
eten
scha
ppel
ijke
Ric
htlij
nOnt
wik
kelin
g (W
RO
) on
der
leid
ing
van
drs.
M.
Sm
albr
ugge
(EM
GO
ins
titu
ut,
VU
MC
)
Res
po
nd
ente
n c
om
men
taar
fase
ric
htl
ijn
*
De
onde
rsta
ande
res
pond
ente
n he
bben
com
men
taar
op
de r
icht
lijn
gele
verd
. D
eze
groe
p ve
rsch
ilt d
eels
van
de
refe
rent
en v
oor
de L
ESA d
ie in
de
LESA z
elf ge
noem
d
wor
den.
De
bijb
ehor
ende
tek
st v
oor
oude
ren
en h
un
naas
ten
is d
oor
een
aant
al p
atië
nten
orga
nisa
ties
bec
om
men
tari
eerd
die
ben
oem
d zi
jn in
die
pat
iënt
ente
kst.
• G
eraa
dple
egde
exp
erts
en
lede
n fo
cusg
roep
• N
amen
s de
Kon
inkl
ijke
Ned
erla
ndsc
he M
aats
chap
pij to
t be
vord
erin
g de
r G
enee
skun
st (
KN
MG
): p
rof.
mr.
A.C
. H
endr
iks,
jur
idis
ch a
dvis
eur
en c
oörd
inat
or g
ezon
dhe
idsr
echt
•
Nam
ens
de N
eder
land
se P
atië
nten
Ver
enig
ing:
C.H
. Ari
ese,
bel
eids
med
ewer
ker
colle
ctie
ve b
elan
gen
beha
rtig
ing
• N
amen
s de
Ned
erla
ndse
Ver
enig
ing
van
Art
sen
voor
Ve
rsta
ndel
ijk G
ehan
dica
pten
(N
VAVG
): S
.A.
Hui
sman
, ar
ts v
oor
vers
tand
elijk
geh
andi
capt
en,
Prin
sens
tich
ting
te
Pur
mer
end
• N
amen
s de
Ned
erla
ndse
Ver
enig
ing
voor
Car
diol
ogie
(N
VVC
): d
rie
anon
iem
e ca
rdio
loge
n vi
a dr
. W
.R.P
. Age
ma,
car
diol
oog
• N
amen
s de
Ned
erla
ndse
Ver
enig
ing
voor
Klin
isch
e G
eria
trie
(N
VKG
): d
rs.
A.J
. Are
nds,
klin
isch
ger
iate
r
en d
rs.
L.K.
Lam
, kl
inis
ch g
eria
ter.
• N
amen
s de
Pro
test
ants
Chr
iste
lijke
Oud
eren
bond
(P
CO
B):
G.
Abr
amse
, be
leid
sadv
iseu
r•
Nam
ens
de V
eren
igin
g H
uisa
rtse
npos
ten:
Elle
n Spi
erin
gs,
bele
idsm
edew
erke
r•
Nam
ens
de V
eren
igin
g G
ehan
dica
pten
zorg
Ned
erla
nd
(VG
N):
drs
. J.
P.F.
Noo
rdov
er e
n M
. D
elw
ig,
seni
or
bele
idsm
edew
erke
rs•
E.
van
Enge
len,
am
bula
nceh
ulpv
erle
ner
• D
rs.
A.J
. Kle
in I
kkin
k, h
uisa
rts
te B
reuk
elen
• D
rs.
B.
Ott
, ka
derh
uisa
rts
oude
reng
enee
skun
de Z
eist
• D
rs.
V.R.M
. M
oula
ert,
rev
alid
atie
arts
/ond
erzo
eker
, Ade
lant
e te
Hoe
nsbr
oek
• D
rs.
M.
van
Soe
stP
oort
vlie
t, o
nder
zoek
er E
MG
O
inst
ituu
t VU
MC
• D
r. ir.
J.T
. va
n de
r Ste
en,
onde
rzoe
ker
EMG
O in
stituu
t VU
MC
• D
rs.
H.
van
der
Wed
den,
soc
iolo
og e
n ve
rple
egku
ndig
e•
Hui
sart
sen
uit
het
NH
Gb
esta
nd•
Spe
cial
iste
n ou
dere
ngen
eesk
unde
uit h
et
Vere
nso
lede
nbes
tand
• V
erpl
eegk
undi
gen
en v
erzo
rgen
den
uit
het
le
denb
esta
nd v
an V
&VN
* n
aam
sver
mel
ding
bet
eken
t ni
et d
at d
e ex
pert
/ref
eren
t de
tek
st in
houd
elijk
op
elk
deta
il on
ders
chri
jft.
3
Inho
ud
S
amen
vatt
ing
4
S
tro
om
dia
gra
m
7
D
efin
itie
s 8
C
on
clu
sies
en
aan
bev
elin
gen
ove
r h
et m
edis
ch b
elei
d b
ij
anti
cip
eren
de
bes
luit
vorm
ing
ove
r re
anim
atie
10
Aan
bev
elin
gen
van
uit
het
eth
isch
en
ju
rid
isch
kad
er v
oo
r
anti
cip
eren
de
bes
luit
vorm
ing
ove
r re
anim
atie
13
Aan
bev
elin
gen
ove
r g
esp
reks
voer
ing
ove
r an
tici
per
end
e
bes
luit
vorm
ing
met
ind
ivid
uel
e o
ud
eren
17
Aan
bev
elin
gen
ove
r ra
nd
voo
rwaa
rden
vo
or
uit
voer
ing
va
n a
nti
cip
eren
de
rean
imat
ieb
eslu
iten
18
Bij
de r
icht
lijn
over
dit o
nder
wer
p ho
ren
ook
• de
el 2
: de
inte
gral
e te
kst
van
de r
icht
lijn
• de
el 3
: he
t bi
jbeh
oren
de C
BO
evi
denc
erap
port
en
–evi
denc
e tab
elle
n ov
er
uitk
omst
en e
n pr
ogno
stis
che
fact
oren
bij
rean
imat
ie b
uite
n he
t zi
eken
huis
(OH
CA)
en b
inne
n he
t zi
eken
huis
(IH
CA)
in d
e in
tern
atio
nale
lite
ratu
ur•
de L
ande
lijke
Eer
stel
ijns
Sam
enw
erki
ngs
Afs
praa
k (L
ESA)
• de
voo
rlic
htin
gste
kst
voor
oud
eren
en
hun
naas
ten
Vanw
ege
de le
esba
arhe
id w
ordt
in d
eze
rich
tlijn
ges
prok
en v
an:
• pa
tiën
t w
aarv
oor
ook
bew
oner
, cl
iënt
of kl
ant
gele
zen
kan
wor
den;
•
zorg
sett
ing,
waa
rmee
alle
zor
gset
ting
s, z
oals
thu
is, ve
rple
eghu
is o
f
ziek
enhu
is, w
orde
n be
doel
d, t
enzi
j and
ers
aang
egev
en;
• zo
rgin
stel
ling
waa
rmee
een
intr
amur
ale
voor
zien
ing
zoal
s ve
rzor
ging
shui
s of
ve
rple
eghu
is w
ordt
bed
oeld
;•
hij o
f he
m w
aarv
oor
ook
zij o
f ha
ar g
elez
en k
an w
orde
n;•
beha
ndel
end
arts
waa
r ho
ofdb
ehan
dela
ar w
ordt
bed
oeld
; •
ve
rzor
gend
e, v
erpl
eegk
undi
ge e
n pr
aktijk
onde
rste
uner
waa
r oo
k de
ve
rple
egku
ndig
spe
cial
ist
of p
rakt
ijkve
rple
egku
ndig
e w
ordt
bed
oeld
w
erkz
aam
in h
et v
erpl
eegk
undi
g do
mei
n. In
dez
e sa
men
vatt
ing
corr
espo
ndee
rt d
e nu
mm
erin
g va
n de
aan
beve
linge
n m
et
de h
oofd
stuk
num
mer
ing.
Zo
is d
e ee
rste
aan
beve
ling
2a, om
dat
in h
oofd
stuk
1
geen
aan
beve
linge
n vo
orko
men
.
Lees
wijz
er
Mu
lt
idis
cip
liN
air
e r
ich
tl
ijN
aN
tic
ipe
re
Nd
e B
es
lu
itv
or
MiN
g o
ve
r r
ea
NiM
at
ie B
ij k
we
ts
Ba
re
ou
de
re
N |
de
el
1
4M
ul
tid
isc
ipl
iNa
ire
ric
ht
lij
N a
Nt
icip
er
eN
de
Be
sl
uit
vo
rM
iNg
ov
er
re
aN
iMa
tie
Bij
kw
et
sB
ar
e o
ud
er
eN
| d
ee
l 1
Kwet
sbar
e ou
dere
n he
bben
eve
nvee
l rec
ht o
p go
ede
zorg
als
elk
men
s in
een
an
dere
leve
nsfa
se. D
eze
– ve
elal
hoo
gbej
aard
e ou
dere
n –
hebb
en v
aak
mee
rder
e (c
hron
isch
e) a
ando
enin
gen
tege
lijk
die
mee
stal
sam
enga
an m
et li
cham
elijk
e,
psyc
hisc
he, co
mm
unic
atie
ve e
n/of
soc
iale
bep
erki
ngen
. H
ierd
oor
zijn
zij
afha
nke
lijk
van
hulp
bij
het
dage
lijks
e le
ven.
Ook
gel
dt v
oor
hen
vaak
een
bep
erkt
e le
vens
verw
acht
ing.
De
med
isch
e zo
rg a
an d
eze
groe
p ri
cht
zich
er
op h
en e
en z
o go
ed m
ogel
ijke
kwal
iteit
van
leve
n te
bie
den.
Sam
en m
et d
e in
divi
duel
e kw
etsb
are
oude
re w
eegt
de
arts
daa
rbij
de m
eerw
aard
e en
bel
astin
g va
n m
edis
che
hand
elin
gen
zorg
vuld
ig t
egen
elk
aar
af. D
it is
nog
bel
angr
ijker
bij
kwet
sbar
e ou
dere
n m
et e
en b
eper
kte
leve
nsve
rwac
htin
g. D
aaro
m b
esta
at e
r di
scus
sie
of r
eani
mat
ie
bij k
wet
sbar
e ou
dere
n m
edis
ch z
invo
l is.
Pub
lieks
cam
pagn
es le
ggen
vee
l nad
ruk
op h
et b
elan
g va
n sn
elle
rea
nim
atie
om
leve
ns t
e re
dden
. To
ch is
het
goe
d te
be
seff
en d
at r
eani
mat
ie n
iet
alle
en e
en o
verl
evin
gska
ns b
iedt
maa
r oo
k ka
n le
iden
to
t bl
ijven
de e
rnst
ige
scha
de. Som
mig
e kw
etsb
are
oude
ren
en h
un n
aast
en z
ien
een
plot
selin
ge c
ircu
latie
stils
tand
als
een
gew
enst
e m
ilde
natu
urlij
ke d
ood.
Als
dan
to
ch g
erea
nim
eerd
wor
dt, ka
n di
t ee
n ve
rsto
ord
ster
f e
n ro
uwpr
oces
ver
oorz
aken
.
Goe
de z
org
omva
t zo
rgvu
ldig
e an
ticip
eren
de b
eslu
itvor
min
g ov
er r
eani
mat
ie d
ie is
af
gest
emd
op d
e op
vatt
inge
n va
n de
pat
iënt
. G
espr
eksv
oeri
ng o
ver
rean
imat
ie is
on
derd
eel v
an a
dvan
ced
care
pla
nnin
g w
aarb
inne
n oo
k m
et d
e pa
tiënt
ges
prok
en
wor
dt o
ver
zijn
eve
ntue
le w
ense
n ov
er d
e ov
erig
e zo
rg r
ond
het
leve
nsei
nde.
Dez
e ri
chtli
jn b
esch
rijf
t de
kan
sen
op o
verl
evin
g en
sch
ade
na r
eani
mat
ie v
an k
wet
sbar
e ou
dere
n en
de
wijz
e va
n be
slui
t vor
min
g da
arov
er in
sam
ensp
raak
met
de
patië
nt.
Hoe
wel
de
over
levi
ngsk
anse
n na
rea
nim
atie
bij
kwet
sbar
e ou
dere
n la
ag z
ijn, bi
edt
alle
en r
eani
mat
ie e
nige
kan
s op
ove
rlev
ing
bij e
en c
ircu
latie
stils
tand
. H
oofd
stuk
2
vat
de g
evon
den
evid
ence
sam
en. D
aaru
it bl
ijkt
dat
2,4
14%
van
de
70p
luss
ers
over
leef
t1 n
a re
anim
atie
bij
een
circ
ulat
iest
ilsta
nd b
uite
n he
t zi
eken
huis
. O
ngev
eer
de h
elft
daa
rvan
, 1,
25,
7% v
an a
lle g
erea
nim
eerd
e 70
plu
sser
s, h
oudt
gee
n to
t m
ilde
neur
olog
isch
e sc
hade
ove
r. D
e an
dere
hel
ft v
an d
e ov
erle
vend
en h
eeft
blij
ve
nde
erns
tige
neur
olog
isch
e sc
hade
. Vo
or 8
0pl
usse
rs g
eldt
dat
3,3
9,4
% o
ver
leef
t na
rea
nim
atie
bij
een
circ
ulat
ie st
ilsta
nd b
uite
n he
t zi
eken
huis
. Bij
men
sen
met
bep
aald
e aa
ndoe
ning
en g
elde
n no
g la
gere
ove
rlev
ings
kans
en.
Om
geke
erd
bete
kent
dit
dat
869
7,6%
van
de
70p
luss
ers
en 9
0,6
96,7
% v
an d
e 80
plu
sser
s ov
erlij
dt b
ij ee
n ci
rcul
atie
stils
tand
na
rean
imat
ie b
uite
n he
t zi
eken
hu
is e
n da
t er
wei
nig
kans
is d
at d
e ov
erle
vend
en z
onde
r bl
ijven
de (
neur
olog
isch
e)
scha
de h
un le
ven
zelfs
tand
ig k
unne
n vo
ortz
ette
n.
Gev
onde
n ev
iden
ce t
oont
aan
dat
er
geen
spe
cifie
ke g
roep
en t
e be
noem
en z
ijn
waa
rbij
de r
eani
mat
ie k
ansl
oos
is. Er
bes
taat
gee
n la
ndel
ijke
‘nor
m’ b
ij w
elk
over
le
ving
sper
cent
age
rean
imer
en a
ls m
edis
ch z
inlo
os h
ande
len
te b
esch
ouw
en is
. W
el
is d
uide
lijk
dat
kwet
sbar
e ou
dere
n ee
n ze
er k
lein
e ka
ns h
ebbe
n om
rea
nim
atie
zo
nder
sch
ade
te o
verl
even
naa
rmat
e de
leef
tijd
stijg
t en
bij
toen
emen
de c
omor
bi
dite
it. D
at g
eldt
zek
er a
ls d
e ci
rcul
atie
stils
tand
bui
ten
het
ziek
enhu
is p
laat
svin
dt,
in h
et b
ijzon
der
als
de c
ircu
latie
stils
tand
pla
atsv
indt
zon
der
dat
er e
en o
ogge
tuig
e is
die
dir
ect
adeq
uate
hul
p ka
n ve
rlen
en.
Sam
enva
ttin
g
1 in
de
wet
ensc
happ
elijk
e lit
erat
uur
wor
dt m
et o
verl
evin
g be
doel
d da
t ge
rean
imee
rde
patiën
ten
leve
nd h
et z
ieke
nhui
s ve
rlat
en.
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
15
Tijd
ens
een
circ
ulat
iest
ilsta
nd is
ove
rleg
met
de
patië
nt o
nmog
elijk
om
dat
deze
bu
iten
bew
ustz
ijn is
. Ee
n an
ticip
eren
d re
anim
atie
besl
uit
kan
dan
held
erhe
id b
ie
den
of r
eani
mat
ie g
ewen
st e
n af
gesp
roke
n is
. D
eze
rich
tlijn
ple
it er
voor
indi
vidu
ele
kwet
sbar
e ou
dere
n tij
dig
een
gesp
rek
aan
te b
iede
n ov
er r
eani
mat
ie. D
e be
han
dele
nd a
rts
kan
daar
in –
op
basi
s va
n de
evi
denc
e in
dez
e ri
chtli
jn –
aan
de
indi
vi
duel
e kw
etsb
are
oude
re e
en t
oelic
htin
g ge
ven
over
eve
ntue
le s
tape
ling
van
risi
co’s
en
de
gevo
lgen
daa
rvan
voo
r zi
jn o
verl
evin
gska
ns. H
ierm
ee k
an d
e ar
ts in
sam
en
spra
ak m
et d
e pa
tiënt
de
mog
elijk
heid
en
wen
selij
khei
d va
n ee
n ev
entu
ele
re
anim
atie
vas
tste
llen.
Uit
de li
tera
tuur
blij
kt d
at d
e m
eest
e pa
tiënt
en s
hare
d de
cisi
on m
akin
g ov
er
rean
imat
ie o
p pr
ijs s
telle
n en
dat
de
zorg
hie
rdoo
r be
ter
afge
stem
d ka
n w
orde
n
op h
un b
ehoe
ften
. H
ierd
oor
neem
t de
tev
rede
nhei
d ve
elal
toe
. Via
sha
red
deci
sion
m
akin
g w
ordt
ges
tree
fd n
aar
een
geza
men
lijk
rean
imat
iebe
slui
t ge
base
erd
op e
en
af w
egin
g va
n de
wen
sen
van
de p
atië
nt e
n ev
iden
ceba
sed
info
rmat
ie o
ver
uitk
om
sten
van
rea
nim
atie
in d
e (g
ezon
dhei
ds)s
ituat
ie v
an d
e in
divi
duel
e pa
tiënt
. D
aarb
ij vo
rmt
de p
atië
nt m
et z
ijn e
rvar
inge
n, b
ehoe
ften
, no
rmen
, w
aard
en e
n vo
orke
uren
he
t ui
tgan
gspu
nt v
an d
e be
slui
tvor
min
g. W
anne
er e
en p
atië
nt e
chte
r ge
en r
eani
m
atie
wen
st, is
zijn
nie
tre
anim
eren
wen
s le
iden
d.
Het
str
even
is in
sam
ensp
raak
met
de
patië
nt t
e ko
men
tot
goe
d ge
ïnfo
rmee
rde
besl
uitv
orm
ing.
In
som
mig
e si
tuat
ies
is h
et m
ogel
ijk d
at d
e be
hand
elen
d ar
ts,
reke
ning
hou
dend
met
mog
elijk
e ui
tkom
stci
jfer
s, r
eani
mat
ie b
ij ee
n in
divi
duel
e kw
etsb
are
oude
re a
ls m
edis
ch z
inlo
os b
eoor
deel
t, g
ezie
n di
ens
indi
vidu
ele
gezo
nd
heid
ssitu
atie
(ch
roni
sche
com
orbi
dite
it, s
peci
fieke
bel
emm
eren
de b
eper
king
en
en b
eper
kter
e le
vens
verw
acht
ing)
. In
hoo
fdst
uk 3
wor
dt a
ange
geve
n bi
j wel
ke
patië
nten
in d
e pr
aktij
k ee
n de
rgel
ijke
indi
vidu
ele
afw
egin
g w
ordt
gem
aakt
. In
da
t ge
val b
eslu
it de
art
s om
de
patië
nt n
iet
te r
eani
mer
en o
p m
edis
che
gron
den.
Een
niet
rea
nim
atie
besl
uit
van
de a
rts
is le
iden
d w
ant
een
rean
imat
iepo
ging
he
eft
dan
geen
reë
le s
lagi
ngsk
ans
of d
e be
last
ing
van
de r
eani
mat
iete
chni
eken
en
mog
elijk
e co
mpl
icat
ies/
scha
de w
egen
nie
t op
teg
en d
e ka
ns o
p ov
erle
ving
.
Dit
verg
t ee
n zo
rgvu
ldig
e af
weg
ing
die
geco
mm
unic
eerd
wor
dt m
et d
e pa
tiënt
–
en z
ijn e
vent
uele
ver
tege
nwoo
rdig
er –
en
bij v
oork
eur
zijn
naa
sten
. D
e pa
tiënt
of
zijn
ver
tege
nwoo
rdig
er m
ogen
ove
rige
ns a
fzie
n va
n he
t re
cht
op in
form
atie
en
bet
rokk
enhe
id b
ij be
slui
tvor
min
g. I
n da
t ge
val n
eem
t de
art
s ze
lfsta
ndig
een
re
anim
atie
besl
uit
waa
rbij
deze
geb
ruik
kan
mak
en v
an s
igna
len
van
over
ige
zo
rgve
rlen
ers
over
de
opva
ttin
gen
en w
ense
n va
n de
pat
iënt
.
Ges
prek
svoe
ring
ove
r re
anim
atie
is o
nder
deel
van
ant
icip
eren
de b
eslu
itvor
min
g ov
er d
e zo
rg r
ond
het
leve
nsei
nde.
Bij
voor
keur
wor
den
daar
bij –
met
toe
stem
m
ing
van
de w
ilsbe
kwam
e pa
tiënt
– z
ijn n
aast
en b
etro
kken
doo
r oo
k he
n m
et
de p
atië
nt u
it te
nod
igen
voo
r ee
n ge
spre
k, z
ie h
ierv
oor
ook
hoof
dstu
k 4
en d
e bi
jbeh
oren
de b
ijlag
en.
Een
zorg
vuld
ig g
espr
ek o
ver
doel
en v
an d
e zo
rg in
de
laat
ste
leve
nsfa
se e
n re
alis
tis
che
info
rmat
ie o
ver
de u
itkom
sten
van
rea
nim
atie
hel
pt m
eest
al e
en m
enin
gs
vers
chil
te v
oork
omen
. Als
de
patië
nt w
el r
eani
mat
ie w
il, t
erw
ijl d
e ar
ts o
p m
edis
che
gron
den
een
niet
rea
nim
atie
besl
uit
heef
t ge
nom
en, ka
n vo
or s
econ
d op
inio
n na
ar e
en a
nder
e ar
ts v
erw
ezen
wor
den.
Een
art
s is
nie
t ve
rplic
ht t
e
rean
imer
en a
ls d
eze
oord
eelt
dat
rean
imat
ie e
en m
edis
ch z
inlo
ze h
ande
ling
is.
Verp
leeg
kund
igen
, ve
rzor
gend
en o
f pra
ktijk
onde
rste
uner
s ku
nnen
vra
gen
si
gnal
eren
van
pat
iënt
en, ve
rteg
enw
oord
iger
s of
man
telz
orge
rs o
ver
zorg
ron
d he
t le
vens
eind
e en
rea
nim
atie
. Ze
kun
nen
patië
nten
stim
uler
en d
eze
vrag
en m
et h
un
beha
ndel
end
arts
te
besp
reke
n en
met
toe
stem
min
g va
n de
pat
iënt
die
vra
gen
aan
de a
rts
door
geve
n. Z
ij ku
nnen
ver
der
vera
nder
inge
n in
de
kwet
sbaa
rhei
d va
n de
pa
tiënt
sig
nale
ren
aan
de a
rts.
Dez
e si
gnal
en k
unne
n de
tim
ing
van
een
gesp
rek
over
ant
icip
eren
de b
eslu
itvor
min
g (m
ede)
bepa
len.
Sam
enva
ttin
g
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
16
Verp
leeg
kund
igen
, ve
rzor
gend
en o
f pra
ktijk
onde
rste
uner
s ku
nnen
ook
een
rol
sp
elen
bij
de g
espr
eksv
oeri
ng. Zij
kunn
en –
in a
fste
mm
ing
met
de
beha
ndel
end
ar
ts –
alle
en g
espr
ekke
n ov
er r
eani
mat
ie s
tart
en a
ls z
ij be
schi
kken
ove
r de
ben
odi
gde
gesp
reks
vaar
digh
eden
en
over
vol
doen
de k
enni
s va
n de
evi
denc
e ov
er d
e ui
tkom
sten
van
rea
nim
atie
uit
deze
ric
htlij
n. D
e ar
ts b
lijft
ech
ter
eind
vera
ntw
oor
delij
k vo
or b
eslu
itvor
min
g.
Een
indi
vidu
eel n
iet
rean
imat
iebe
slui
t di
ent
door
alle
zor
gver
lene
rs t
e w
orde
n op
gevo
lgd.
Een
indi
vidu
eel w
elr
eani
mat
iebe
slui
t w
ordt
opg
evol
gd t
enzi
j uit
een
gew
ijzig
de (
gezo
ndhe
ids)
situ
atie
van
de
patië
nt b
lijkt
dat
rea
nim
atie
med
isch
zi
nloo
s zo
u zi
jn. Va
n be
lang
is d
at d
it re
anim
atie
besl
uit
in a
cute
situ
atie
s sn
el
toeg
anke
lijk
is. H
et in
divi
duel
e re
anim
atie
besl
uit
kan
zow
el ‘w
el r
eani
mer
en (
WR)’
al
s ‘n
iet
rean
imer
en (
NR)’
luid
en. D
aaro
m d
ient
een
zor
gaan
bied
er d
e m
ogel
ijk
heid
te
bied
en d
at e
r da
adw
erke
lijk
gere
anim
eerd
kan
wor
den.
Er
zijn
gee
n
spec
ifiek
e gr
oepe
n te
ben
oem
en w
aarb
ij re
anim
atie
kan
sloo
s is
. D
aaro
m g
eldt
de
volg
ende
uitg
angs
rege
l: z
onde
r in
divi
duel
e be
slui
tvor
min
g w
aaru
it he
t te
gend
eel
blijk
t, w
ordt
een
pat
iënt
ger
eani
mee
rd.
Vere
nso,
het
Ned
erla
nds
Hui
sart
seng
enoo
tsch
ap e
n Ve
rple
egku
ndig
en e
n Ve
rzor
ge
nden
Ned
erla
nd b
iede
n in
dez
e m
ultid
isci
plin
aire
ric
htlij
n (M
DR)
een
over
zich
t va
n ge
vond
en e
vide
nce
over
de
uitk
omst
en v
an r
eani
mat
ie b
ij kw
etsb
are
oude
ren.
D
aarn
aast
wor
dt in
gega
an o
p de
ver
antw
oord
elijk
hede
n bi
j ant
icip
eren
de b
eslu
itvo
rmin
g en
juri
disc
he b
etek
enis
van
rea
nim
atie
besl
uite
n, r
eani
mer
enpe
nnin
gen
en
wils
verk
lari
ngen
. O
ok w
orde
n ha
ndva
tten
geg
even
voo
r ge
spre
ksvo
erin
g m
et
patië
nten
, co
mm
unic
atie
tus
sen
zorg
prof
essi
onal
s en
het
vas
tlegg
en e
n ov
er
drag
en v
an (
niet
)re
anim
atie
besl
uite
n. V
erde
r w
orde
n ra
ndvo
orw
aard
en g
esch
etst
vo
or d
e ui
tvoe
ring
van
rea
nim
atie
besl
uite
n.
In d
e bi
jbeh
oren
de L
ande
lijke
Eer
stel
ijns
Sam
enw
erki
ngs
Afs
praa
k (L
ESA)
‘A
ntic
iper
ende
bes
luitv
orm
ing
over
rea
nim
atie
bij
kwet
sbar
e ou
dere
n’ w
ordt
in
gega
an o
p de
rol
en
taa
kver
delin
g va
n ve
rsch
illen
de d
isci
plin
es d
ie b
etro
kken
zi
jn b
ij an
ticip
eren
de b
eslu
itvor
min
g. O
ok w
orde
n aa
ndac
htsp
unte
n ge
sche
tst
vo
or o
nder
linge
sam
enw
erki
ng d
aarb
ij.
Voor
pat
iënt
en e
n hu
n na
aste
n is
voo
rlic
htin
gsm
ater
iaal
ont
wik
keld
dat
geb
ruik
t ka
n w
orde
n al
s on
ders
teun
ing
van
gesp
reks
voer
ing
over
rea
nim
atie
.
Voor
de
toep
assi
ng v
an d
e ju
iste
rea
nim
atie
tech
niek
wor
dt v
erw
ezen
naa
r
de m
eest
rec
ente
ric
htlij
nen
van
de N
eder
land
se R
eani
mat
ie R
aad
(NRR).
De
rich
tlijn
wer
kgro
ep w
il m
et d
eze
publ
icat
ies
bijd
rage
n aa
n re
spec
tvol
le e
n zo
rg
vuld
ige
antic
iper
ende
bes
luitv
orm
ing
over
rea
nim
atie
bij
de k
wet
sbar
e ou
dere
pa
tiënt
én
in g
eval
van
cir
cula
tiest
ilsta
nd a
an o
pvol
ging
van
het
(ni
et)
rean
ima
tiebe
slui
t. D
aarn
aast
hoo
pt d
e w
erkg
roep
dat
dez
e ri
chtli
jn b
ijdra
agt
aan
tijdi
ge
besl
uitv
orm
ing
over
het
med
isch
bel
eid
in d
e la
atst
e le
vens
fase
tus
sen
de
kwet
sbar
e ou
dere
en
zijn
beh
ande
lend
art
s.
nam
ens
de r
icht
lijnw
erkg
roep
, pr
of. dr
. j.
j.M
. va
n d
elde
n,
hoog
lera
ar m
edis
che
ethi
ek e
n sp
ecia
list
oude
reng
enee
skun
de,
juliu
s c
entr
um, u
Mc
utr
echt
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
17
S
tro
om
dia
gra
m a
nti
cip
eren
de
bes
luit
vorm
ing
ove
r re
anim
atie
M
ogel
ijke
aanl
eidi
ngen
:
op
initia
tief
van
de
patiën
t/ve
rteg
enw
oord
iger
* al
s de
ze
• vr
agen
hee
ft o
ver
de z
org
rond
het
leve
nsei
nde;
• m
eldi
ng m
aakt
van
een
nie
tre
anim
eren
verk
lari
ng, ni
etr
eani
mer
enpe
nnin
g,
niet
rea
nim
eren
wen
s of
een
wils
of
eut
hana
siev
erkl
arin
g;
• vr
agen
hee
ft o
ver
(de
succ
eska
ns v
an)
rean
imat
ie.
bij
kwet
sbar
e ou
dere
n op
initia
tief
van
de
arts
bijv
oorb
eeld
als
blij
kt d
at:
•
er e
en s
terk
e ve
rand
erin
g op
tree
dt in
de
gezo
ndhe
idss
itua
tie
van
de p
atië
nt;
•
iem
and
als
kwet
sbar
e ou
dere
wor
dt g
eïde
ntifi
ceer
d, b
ijvoo
rbee
ld v
ia s
cree
ning
;
• te
ver
wac
hten
is d
at d
e pa
tiën
t bi
nnen
een
jaar
zal
ove
rlijd
en;
•
een
patiën
t m
oet
verh
uize
n na
ar o
f w
ordt
opg
enom
en in
een
woo
n/
zorg
inst
ellin
g,
aanl
eunw
onin
g of
zie
kenh
uis;
•
of a
ls d
e ar
ts o
f ee
n (a
nder
e) z
orgv
erle
ner
sign
alee
rt d
at v
oor
de p
atië
nt é
én o
f m
eer
van
onde
rsta
ande
pun
ten
geld
en:
ee
n on
gene
eslij
ke m
alig
ne o
f pr
ogre
ssie
ve z
iekt
e;
70+
met
com
orbi
dite
it é
n ee
n st
erk
afne
men
de s
omat
opsy
chol
ogis
che
vita
litei
t;
een
verh
oogd
e ka
ns o
p ee
n ha
rt
of a
dem
halin
gsst
ilsta
nd;
co
gnitie
ve b
eper
king
en;
ee
n ve
rhoo
gde
kans
op
erns
tige
en
blijv
ende
inva
liditei
t.
* d
e ve
rteg
enw
oord
iger
kan
toe
stem
min
g ge
ven
voor
een
beh
ande
ling
of d
eze
wei
gere
n. d
e zo
rgve
rlen
er g
aat
op
deze
lfde
man
ier
om m
et d
e be
slis
sing
van
de
vert
egen
woo
rdig
er a
ls d
ie v
an d
e pa
tiën
t. h
ij re
spec
teer
t de
bes
lissi
ng t
enzi
j he
t m
edis
ch z
inlo
os is
, sc
hade
toe
bren
gt a
an d
e ge
zond
heid
stoe
stan
d va
n de
pat
iënt
of de
ze s
trijd
ig is
met
de
prof
essi
onel
e st
anda
ard.
Ges
prek
met
pat
iënt
(b
ij vo
orke
ur in
aan
wez
ighe
id v
an
man
telz
orge
r in
dien
met
to
este
mm
ing
patiën
t)
Patiën
t/ve
rteg
enw
oord
iger
*:
geen
rea
nim
atie
gew
enst
Patiën
t/ve
rteg
enw
oord
iger
*: w
el r
eani
mat
ie g
ewen
stBeh
ande
lend
art
s: m
edis
ch z
inlo
os v
oor
indi
vidu
ele
patiën
t va
nweg
e ni
et r
eële
kan
s op
ove
rlev
ing
(o.b
.v
evid
ence
) of
rea
nim
atie
te
bela
sten
d t.
o.v
over
le
ving
skan
s (e
vent
ueel
bev
estigd
tijd
ens
colle
gial
e co
nsul
tatie
en v
astg
eleg
d in
dos
sier
/zor
gpla
n)
Art
s en
pat
iënt
(of
ver
tege
nwoo
rdig
er)
besp
reke
n:•
Verw
acht
e ui
tkom
st/k
ans
succ
es b
ij in
divi
duel
e pa
tiën
t•
Wen
sen
en v
erw
acht
inge
n pa
tiën
tD
e p
atië
nt/
vert
egen
wo
ord
iger
* e
n a
rts
zijn
het
ver
volg
ens:
Info
rmat
ie b
enut
ten
van
m
ultidi
scip
linai
r te
am
(bv
verp
leeg
kund
ige,
ver
zor
gend
e, p
rakt
ijkon
ders
teun
er)
Ges
prek
met
ver
tege
nwoo
rdig
er
met
zov
eel m
ogel
ijk in
bren
g va
n w
ilson
bekw
ame
patiën
t
EEN
S:
R
EA
NIM
ER
EN
EEN
S:
N
IET
RE
AN
IME
RE
N
NIE
T R
EA
NIM
ER
EN
NE
EJA
Pat
iën
t w
ilsb
ekw
aam
?
ON
EEN
S
8
Def
initie
s
Kw
etsb
are
ou
der
en
Oud
eren
van
ove
rweg
end
hoge
tot
zee
r ho
ge le
eftijd
die
vee
lal c
hron
isch
zie
k zi
jn
vanw
ege
licha
mel
ijke,
psy
chis
che,
com
mun
icat
ieve
en/
of s
ocia
le b
eper
king
en,
waa
rdoo
r zi
j (tijd
elijk
) ni
et in
sta
at z
ijn v
olle
dig
zelfs
tand
ig t
e fu
nction
eren
. to
elic
htin
g: in
de
(int
er)n
atio
nale
lite
ratu
ur e
n bi
j de
hant
erin
g va
n ve
rsch
illen
de
inst
rum
ente
n vo
or g
eria
tris
ch a
sses
men
t be
staa
t ge
en u
nifo
rme
defin
itie
voo
r kw
etsb
aarh
eid.
In
deze
ric
htlij
n is
daa
rom
gek
ozen
om
in h
et s
troo
mdi
agra
m t
e be
noem
en w
elke
sig
nale
n va
n kw
etsb
aarh
eid
een
aanl
eidi
ng k
unne
n vo
rmen
om
al
s ar
ts a
an e
en k
wet
sbar
e ou
dere
een
ges
prek
aan
te
bied
en o
ver
rean
imat
ie.
Kwet
sbar
e ou
dere
n ku
nnen
zow
el t
huis
als
in v
erpl
eeg
of ve
rzor
ging
shui
zen
won
en.
Cir
cula
ties
tils
tan
d/
har
tsti
lsta
nd
Bij
een
circ
ulat
iest
ilsta
nd w
ordt
er
geen
blo
ed m
eer
door
het
lich
aam
gep
ompt
en
tree
dt e
r ee
n do
orbl
oedi
ngss
tils
tand
op.
Rea
nim
atie
Rea
nim
atie
is h
et g
ehee
l van
han
delin
gen
geri
cht
op h
et h
erst
el v
an s
pont
ane
circ
ulat
ie e
n/of
ade
mha
ling
ten
min
ste
door
bor
stco
mpr
essi
e en
/of be
adem
ing.
Nie
t-re
anim
atie
(N
R)
Bij
acuu
t fa
lend
e of
ont
brek
ende
blo
edci
rcul
atie
wor
dt g
een
enke
le v
orm
van
bo
rstc
ompr
essi
e en
/of be
adem
ing
toeg
epas
t ge
rich
t op
het
her
stel
van
spo
ntan
e ci
rcul
atie
en/
of a
dem
halin
g.
Bas
ale
rean
imat
ie (
BLS
= b
asic
life
su
pp
ort
) Bij
een
circ
ulat
iest
ilsta
nd s
tart
en m
et b
orst
com
pres
sie
en b
eade
min
g.
Bas
ale
rean
imat
ie k
an a
ange
vuld
wor
den
door
een
AED
te
gebr
uike
n. S
pec
iali
stis
che
rean
imat
ie (
ALS
= a
dva
nce
d li
fe s
up
po
rt)
G
evor
derd
e re
anim
atie
die
vol
gt o
p ba
sale
rea
nim
atie
. to
elic
htin
g: A
LS b
esta
at o
nder
mee
r ui
t he
t to
edie
nen
van
med
icijn
en,
defib
rille
ren,
intu
bere
n en
toe
pass
en v
an k
oeltec
hnie
ken.
Au
tom
atis
che
Ext
ern
e D
efib
rill
ato
r (A
ED
)
App
araa
t w
aarm
ee e
en o
f m
eerd
ere
krac
htig
e st
room
stot
en t
oege
dien
d ku
nnen
w
orde
n m
et a
ls d
oel o
m h
et h
art
in h
et n
orm
ale
hart
ritm
e te
rug
te b
reng
en, op
dat
de s
pont
ane
circ
ulat
ie h
erst
elt.
to
elic
htin
g: h
et a
ppar
aat
herk
ent
zelf
het
hart
ritm
e w
aarb
ij de
fibri
llatie
nood
zake
lij
k is
en
afha
nkel
ijk v
an h
et t
ype
AED
die
nt d
eze
of z
elf de
str
oom
stot
en t
oe o
f ka
n de
bed
iene
r m
et d
e sc
hokk
nop
een
stro
omst
oot
toed
iene
n.
Rea
nim
atie
bes
luit
Een
indi
vidu
eel a
ntic
iper
end
besl
uit
van
de e
indv
eran
twoo
rdel
ijk a
rts
(hoo
fd
beha
ndel
aar)
waa
ruit b
lijkt
of de
pat
iënt
wel
of ni
et g
erea
nim
eerd
moe
t w
orde
n
in g
eval
van
acu
ut fal
en v
an c
ircu
latie
en/o
f ad
emha
ling.
Nie
t-re
anim
eren
verk
lari
ng
(N
R-v
erkl
arin
g)
Een
schr
iftel
ijke
wils
verk
lari
ng w
aari
n ie
man
d ze
lf he
eft
vast
gele
gd d
at h
ij
– in
gev
al v
an a
cuut
fal
en v
an c
ircu
latie
en/o
f ad
emha
ling
– ni
et g
erea
nim
eerd
w
il w
orde
n.
Mu
lt
idis
cip
liN
air
e r
ich
tl
ijN
aN
tic
ipe
re
Nd
e B
es
lu
itv
or
MiN
g o
ve
r r
ea
NiM
at
ie B
ij k
we
ts
Ba
re
ou
de
re
N |
de
el
18
9
Sch
rift
elij
ke w
ilsv
erkl
arin
g
Doc
umen
t w
aari
n ie
man
d ze
lf in
stru
ctie
s ge
eft
over
de
beha
ndel
ing
die
hij i
n de
to
ekom
st w
el o
f ni
et w
enst
te
onde
rgaa
n on
der
gesp
ecifi
ceer
de o
mst
andi
ghed
en.
toel
icht
ing:
er
kunn
en t
wee
soo
rten
wils
verk
lari
ngen
zijn
:•
een
verk
lari
ng w
aari
n de
pat
iënt
aan
geef
t w
elke
beh
ande
ling
hij o
nder
ge
spec
ifice
erde
om
stan
digh
eden
wil
ontv
ange
n (l
even
swen
s);
• ee
n ve
rkla
ring
waa
rin
de p
atië
nt a
ange
eft
wel
ke b
ehan
delin
g hi
j ond
er
gesp
ecifi
ceer
de o
mst
andi
ghed
en w
eige
rt (
beha
ndel
verb
od).
Nie
t-re
anim
eren
pen
nin
g (
NR
-pen
nin
g)
Met
een
nie
tre
anim
eren
penn
ing,
ged
rage
n aa
n ee
n ke
ttin
kje
om d
e ha
ls, ge
eft
iem
and
aan
dat
deze
nie
t ge
rean
imee
rd w
il w
orde
n, z
ie v
erde
r ho
ofds
tuk
3 vo
or
info
rmat
ie o
ver
de ju
ridi
sche
sta
tus
van
de n
iet
rean
imer
enpe
nnin
g.
Med
isch
zin
loo
s h
and
elen
Han
dele
n da
t ni
et m
eer
bijd
raag
t aa
n de
opl
ossi
ng v
oor
het
med
isch
e pr
oble
em
van
de p
atië
nt e
n/of
waa
rbij
de b
eoog
de b
ehan
delin
g qu
a ef
fect
en e
n be
last
ing
niet
in r
edel
ijke
verh
oudi
ng s
taat
tot
het
te
bere
iken
doe
l, vo
lgen
s de
pro
fess
io
nele
sta
ndaa
rd.
Sh
ared
dec
isio
n m
akin
g
Gez
amen
lijke
bes
luitvo
rmin
g tu
ssen
pat
iënt
/ver
tege
nwoo
rdig
er e
n ar
ts o
m s
amen
to
t ee
n be
leid
te
kom
en d
at h
et b
este
bij
de p
atië
nt p
ast.
De
erva
ring
en, be
hoef
te
n, n
orm
en, w
aard
en e
n vo
orke
uren
van
de
patiën
t vo
rmen
daa
rbij
het
uitg
angs
pu
nt. G
ezam
enlij
ke b
eslu
itvo
rmin
g is
een
adv
iser
ende
stijl
van
com
mun
icer
en d
ie
voor
al w
ordt
geb
ruik
t bi
j bel
angr
ijke,
pre
fere
ntie
gevo
elig
e be
slis
sing
en.
toel
icht
ing:
bij
antici
pere
nde
besl
uitv
orm
ing
over
rea
nim
atie
wor
dt v
ia s
hare
d de
cisi
on m
akin
g ge
stre
efd
naar
een
gez
amen
lijk
besl
uit.
Wil
son
bek
waa
mIe
man
d is
wils
onbe
kwaa
m in
dien
dez
e ni
et in
sta
at k
an w
orde
n ge
acht
tot
een
re
delij
ke w
aard
erin
g va
n zi
jn b
elan
gen
ter
zake
.
Med
isch
do
ssie
r H
et d
ossi
er b
evat
info
rmat
ie o
ver
de p
atië
nt d
ie d
oor
de b
ehan
dele
nd a
rts
is
vast
gele
gd.
toel
icht
ing:
dit d
ossi
er m
oet
conf
orm
de
Wet
op
de g
enee
skun
dige
beh
ande
lings
ov
eree
nkom
st (
WG
BO
) ge
geve
ns b
evat
ten
over
de
gezo
ndhe
idss
itua
tie
van
de
patiën
t, a
nam
nese
, on
derz
oeke
n en
bev
indi
ngen
, in
houd
van
med
isch
han
dele
n en
res
ulta
ten
daar
van,
geg
even
s vo
or d
e co
ntin
uïte
it v
an z
org
zoal
s ov
erdr
acht
sge
geve
ns, le
vens
loop
en
per
soon
sgeg
even
s di
e re
leva
nt b
lijve
n vo
or v
ervo
lg
beha
ndel
ing,
ond
erzo
ek e
n be
gele
idin
g zo
als
ook
schr
iftel
ijke
wils
verk
lari
ngen
.
Zo
rg(l
eef)
pla
n (
ZLP
)Ee
n Zo
rgle
efpl
an is
een
doc
umen
t w
aari
n de
afp
rake
n tu
ssen
de
zorg
verl
ener
en
de p
atië
nt w
orde
n ge
docu
men
teer
d. H
et b
evat
info
rmat
ie o
ver
diag
nose
n, d
oele
n va
n zo
rgve
rlen
ing
en a
fges
prok
en in
terv
enties
.
toel
icht
ing:
het
Zor
glee
fpla
n w
ordt
vaa
k ge
brui
kt in
ver
zorg
ings
en
ver
plee
ghu
izen
. Er
zijn
vel
e m
odel
len
die
de b
asis
kun
nen
vorm
en v
oor
het
zorg
plan
af
hank
elijk
van
de
afsp
rake
n bi
nnen
een
zor
gins
telli
ng. H
et b
evat
de
afsp
rake
n ov
er v
ier
leve
nsdo
mei
nen
(het
men
tale
wel
bevi
nden
van
de
patiën
t al
s pe
rsoo
n;
het
licha
mel
ijke
gevo
el v
an w
elbe
vind
en e
n ge
zond
heid
; da
ginv
ullin
g vo
lgen
s ei
gen
inte
ress
e en
het
ond
erho
uden
van
soc
iale
con
tact
en (
part
icip
atie
), d
e w
oon
en
leef
omst
andi
ghed
en).
In
de h
uisa
rtse
npra
ktijk
wor
dt h
et (
digi
taal
) In
divi
duee
l Zor
gpla
n ge
hant
eerd
, da
t ve
rbon
den
is m
et h
et H
uisa
rts
Info
rmat
ie
Syst
eem
(H
IS)
met
het
pat
iënt
endo
ssie
r.
Mu
lt
idis
cip
liN
air
e r
ich
tl
ijN
aN
tic
ipe
re
Nd
e B
es
lu
itv
or
MiN
g o
ve
r r
ea
NiM
at
ie B
ij k
we
ts
Ba
re
ou
de
re
N |
de
el
19
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
110
Wel
ke u
itko
mst
en v
an r
ean
imat
ie k
om
en, i
n w
elke
mat
e, v
oo
r b
ij
kwet
sbar
e o
ud
eren
(d
oo
d, o
verl
evin
g z
on
der
sch
ade,
ove
rlev
ing
m
et s
chad
e)?
De
uitk
omst
bij
ou
der
en v
an r
eani
mat
ie n
a ci
rcul
atie
stils
tand
bui
ten
het
ziek
en
huis
(O
HC
A)
is a
ls v
olgt
(zi
e ta
belle
n 1
en 2
, pa
gina
19)
:a.
ci
rca
2,4
14%
van
de
70p
luss
ers
verl
aat
leve
nd h
et z
ieke
nhui
s, v
an d
e 80
plu
sser
s ve
rlaa
t 3,
39,
4% le
vend
het
zie
kenh
uis;
b.
ci
rca
1,2
5,7%
van
de
gere
anim
eerd
e 70
plu
sser
s ho
udt
geen
tot
mild
e ne
urol
ogis
che
scha
de o
ver
(CPC
≤2)
. D
at is
ong
evee
r de
hel
ft v
an h
et a
anta
l ov
erle
vend
en. D
e an
dere
hel
ft v
an d
e ov
erle
vend
en h
eeft
blij
vend
e er
nstige
ne
urol
ogis
che
scha
de.
De
uitk
omst
bij
ou
der
en v
an r
eani
mat
ie n
a ci
rcul
atie
stils
tand
in h
et z
ieke
nhui
s (I
HC
A)
is a
ls v
olgt
(zi
e ta
belle
n 1
en 3
, pa
gina
19,
20):
a.
ci
rca
5,9
32,7
% v
an d
e 70
plu
sser
s ve
rlaa
t le
vend
het
zie
kenh
uis,
van
de
80p
luss
ers
verl
aat
111
7% le
vend
het
zie
kenh
uis;
b.
ci
rca
17%
van
de
gere
anim
eerd
e 70
plu
sser
s ho
udt
geen
tot
mild
e ne
urol
ogi
sche
sch
ade
over
(C
PC ≤
2). D
at is
ong
evee
r de
hel
ft v
an h
et a
anta
l ove
rlev
en
den.
De
ande
re h
elft
van
de
over
leve
nden
hee
ft b
lijve
nde
erns
tige
ne
urol
ogis
che
scha
de.
Op
basi
s va
n de
ze g
egev
ens
lijkt
de
kans
op
over
levi
ng n
a re
anim
atie
bij
een
ci
rcul
atie
stils
tand
bui
ten
het
ziek
enhu
is m
inst
ens
twee
kee
r zo
kle
in t
e zi
jn a
ls
bij e
en c
ircu
laties
tils
tand
in h
et z
ieke
nhui
s.
Om
geke
erd
bete
kent
dit d
at 8
697
,6%
van
de
70p
luss
ers
en 9
0,6
96,7
% v
an d
e 80
plu
sser
s ov
erlij
dt b
ij ee
n ci
rcul
atie
stils
tand
bui
ten
het
ziek
enhu
is e
n da
t er
w
eini
g ka
ns is
dat
de
over
leve
nden
zon
der
blijv
ende
(ne
urol
ogis
che)
sch
ade
hun
leve
n ze
lfsta
ndig
kun
nen
voor
tzet
ten.
Te
vero
nder
stel
len
is d
at b
inne
n de
ze
leef
tijd
sgro
epen
kw
etsb
are
oude
ren
op b
asis
van
hun
hog
e le
eftijd
en
hun
(mul
ti)
path
olog
ie e
en g
rote
re k
ans
hebb
en o
p ov
erlij
den
of n
euro
logi
sche
sch
ade.
Con
clus
ies
en a
anbe
velin
gen
ov
er h
et m
edis
ch b
elei
d
bij an
tici
pere
nde
besl
uitv
orm
ing
over
rea
nim
atie
11
Mu
lt
idis
cip
liN
air
e r
ich
tl
ijN
aN
tic
ipe
re
Nd
e B
es
lu
itv
or
MiN
g o
ve
r r
ea
NiM
at
ie B
ij k
we
ts
Ba
re
ou
de
re
N |
de
el
1
Ook
bij
mild
e ne
urol
ogis
che
scha
de (
CPC
≤2)
kun
nen
patiën
ten
één
van
de
volg
ende
sym
ptom
en v
erto
nen:
mild
e dy
sfas
ie, ee
n ge
deel
telij
ke v
erla
mm
ing
(hem
ipar
ese
of h
emip
legi
e) o
f lic
ht h
erse
nlet
sel,
epile
ptis
che
insu
lten
, ge
brek
kige
sp
ierb
ehee
rsin
g (a
taxi
e), sp
raak
stoo
rnis
sen,
blij
vend
e ge
heug
en p
robl
emen
of
blijv
ende
men
tale
ver
ande
ring
en.
Voor
oud
eren
met
ver
schi
llend
e ch
roni
sche
aan
doen
inge
n (c
omor
bidi
teit)
zijn
de
ze o
verl
evin
gska
nsen
kle
iner
. D
it li
jkt
in ie
der
geva
l te
geld
en v
oor
men
sen
met
de
vol
gend
e aa
ndoe
ning
en:
(met
asta
tisc
he o
f he
mat
olog
isch
e) m
alig
nite
it, se
psis
, le
veri
nsuf
ficië
ntie
, ni
erfa
len,
acu
te n
euro
logi
sche
aan
doen
inge
n (e
en b
eroe
rte
of
besc
hadi
ging
van
het
cen
traa
l zen
uwst
else
l), ga
stro
inte
stin
ale
com
orbi
dite
it,
hypo
tens
ie, pn
eum
onie
ane
urys
ma
diss
ecan
s, u
rem
ie e
n pu
lmon
aire
em
bolie
.
Ook
AD
L af
hank
elijk
heid
gee
ft e
en s
lech
tere
pro
gnos
e. C
ardi
ovas
cula
ire
com
orbi
di
teit b
leek
juis
t ve
rban
d te
hou
den
met
een
bet
ere
prog
nose
.
Ove
r de
vijf
jaar
s ov
erle
ving
en
de k
wal
itei
t va
n le
ven
na r
eani
mat
ie k
unne
n ge
en
betr
ouw
bare
uitsp
rake
n w
orde
n ge
daan
, om
dat
daar
over
zow
el v
oor
OH
CA a
ls
voor
IH
CA t
e w
eini
g st
udie
s zi
jn.
Wel
ke (
po
siti
eve
en n
egat
ieve
) fa
cto
ren
beï
nvl
oed
en,
in w
elke
m
ate,
sig
nif
ican
t d
e u
itko
mst
van
rea
nim
atie
bij
(kw
etsb
are)
o
ud
eren
?
Voor
pat
iënt
gebo
nden
fac
tore
n lij
kt d
e vo
lgen
de fac
tor
een
bet
ere
prog
nose
te
gev
en:
• ca
rdio
vasc
ulai
re c
omor
bidi
teit.
De
volg
ende
fac
tore
n lij
ken
een
slec
hte
re p
rogn
ose
te g
even
:•
hoge
re le
eftijd
ona
fhan
kelij
k va
n co
mor
bidi
teit;
• ni
et c
ardi
ovas
cula
ire
com
orbi
dite
it, vo
oral
mal
igni
teit e
n le
verc
irro
se;
• op
nam
e in
een
ver
plee
ghui
s.
De
ster
kte
van
de h
ierv
oor
geno
emde
pat
iënt
gebo
nden
fac
tore
n va
riee
rt z
odan
ig
in d
e st
udie
s da
t ni
et k
an w
orde
n aa
ngeg
even
in w
elke
mat
e de
ze fac
tore
n de
ui
tkom
st v
an r
eani
mat
ie b
eïnv
loed
en. D
it g
eldt
nog
ste
rker
voo
r de
spe
cifie
ke
groe
p va
n kw
etsb
are
oude
ren.
Voor
zov
er h
et fac
tore
n tijd
ens
de r
eani
mat
ie b
etre
ft, zi
jn g
un
stig
e pr
ogno
stis
che
fact
oren
: •
circ
ulat
iest
ilsta
nd in
het
bijz
ijn v
an o
mst
ande
rs;
• ci
rcul
atie
stils
tand
in h
et b
ijzijn
van
am
bula
nceh
ulpv
erle
ning
(Em
erge
ncy
Med
ical
Ser
vice
s (E
MS))
; •
gere
anim
eerd
wor
den
door
om
stan
ders
; •
vent
rike
lfibr
iller
en o
f ve
ntri
keltac
hyca
rdie
; •
spon
taan
her
stel
van
cir
cula
tie
(RO
SC
).
Zij
n e
r sp
ecif
ieke
pat
iën
ten
gro
epen
aan
te
mer
ken
bij
wie
de
kan
s n
a re
anim
atie
op
ove
rlev
ing
(zo
nd
er s
chad
e) z
eer
bep
erkt
is?
Er w
erde
n ge
en s
tudi
es g
evon
den
waa
rin
voor
spe
cifie
ke p
atië
nten
groe
pen
een
over
levi
ng v
an m
inde
r da
n 1%
wer
d ge
rapp
orte
erd.
Het
is o
p ba
sis
van
de e
vi
denc
e ni
et m
ogel
ijk o
m p
er a
ando
enin
g te
ver
mel
den
hoev
eel o
verl
evin
gska
ns
iem
and
heef
t. W
el li
jken
pat
iënt
en m
et e
en m
alig
nite
it, an
eury
sma
diss
ecan
s,
seps
is, ac
ute
besc
hadi
ging
van
het
cen
traa
l zen
uwst
else
l, tr
aum
a, u
rem
ie e
n pu
lmon
aire
em
bolie
een
bep
erkt
e ka
ns o
p ov
erle
ving
te
hebb
en. M
aar
ook
hier
bij
is e
r va
riat
ie in
uitko
mst
en. O
ver
over
levi
ng n
a re
anim
atie
bij
men
sen
met
de
men
tie
is n
iets
ge v
onde
n.
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
112
Ove
rweg
ing
en
Bui
ten
het
ziek
enhu
is h
ebbe
n pa
tiën
ten
met
een
cir
cula
ties
tils
tand
een
kle
iner
e ka
ns o
p ov
erle
ving
, om
dat
het
mee
stal
lang
er d
uurt
voo
rdat
zij
met
een
cir
cula
ties
tils
tand
wor
den
aang
etro
ffen
en
(ges
peci
alis
eerd
e) r
eani
mat
ie o
p ga
ng k
omt.
O
m d
ie r
eden
kan
aan
geno
men
wor
den
dat
voor
kw
etsb
are
oude
ren
die
thui
s of
in
een
verz
orgi
ngs
of ve
rple
eghu
is w
onen
de
cijf
ers
over
uitko
mst
en v
an r
eani
mat
ie
buiten
het
zie
kenh
uis
(OH
CA)
geld
en. D
aarn
aast
gel
dt d
at in
dez
e se
ttin
gs n
iet
altijd
zor
gver
lene
rs a
anw
ezig
zijn
die
ges
choo
ld z
ijn in
bas
ale
rean
imat
ie e
n da
t
er n
iet
altijd
AED
’s a
anw
ezig
zijn
die
, al
s zi
j sne
l wor
den
inge
zet,
een
gro
tere
ov
erle
ving
skan
s bi
eden
. D
it g
eldt
zek
er b
ij kw
etsb
are
oude
ren
die
thui
s of
in
klei
nsch
alig
e w
oonv
orm
en w
onen
. D
e ci
jfer
s ov
er u
itko
mst
en v
an r
eani
mat
ie in
he
t zi
eken
huis
(IH
CA)
kunn
en w
el g
ebru
ikt
wor
den
bij d
e vo
orlic
htin
g aa
n
patiën
ten
waa
rbij
opna
me
in h
et z
ieke
nhui
s is
voo
rzie
n.
Bel
angr
ijk is
er
van
bew
ust
te z
ijn d
at d
e m
eest
gev
onde
n ov
erle
ving
scijf
ers
men
sen
betr
effe
n di
e na
rea
nim
atie
leve
nd z
ijn o
pgen
omen
in h
et z
ieke
nhui
s.
In d
e pr
aktijk
ove
rlijd
en e
r ve
el m
ense
n aa
n ee
n ci
rcul
atie
stils
tand
voo
rdie
n,
omda
t zi
j nie
t ge
rean
imee
rd w
illen
wor
den
of t
e la
at w
orde
n ge
vond
en o
f om
dat
de b
loed
som
loop
ond
anks
een
rea
nim
atie
pogi
ng n
iet
mee
r op
gan
g ko
mt.
dat
be
teke
nt d
at d
e ka
ns o
p ov
erle
ving
in d
e re
alitei
t w
aars
chijn
lijk
klei
ner
is d
an
gevo
nden
cijf
ers
wee
rgev
en.
Gev
onde
n ev
iden
ce t
oont
aan
dat
er
geen
spe
cifie
ke g
roep
en t
e be
noem
en z
ijn
waa
rbij
de r
eani
mat
ie k
ansl
oos
is. Er
bes
taat
gee
n la
ndel
ijke
‘nor
m’ b
ij w
elk
over
levi
ngsp
erce
ntag
e re
anim
eren
als
med
isch
zin
loos
han
dele
n te
bes
chou
wen
is
. W
el is
dui
delij
k da
t kw
etsb
are
oude
ren
een
zeer
kle
ine
kans
heb
ben
rean
imat
ie
zond
er s
chad
e te
ove
rlev
en n
aar
mat
e de
leef
tijd
stijg
t en
bij
toen
emen
de c
omor
bi
dite
it. D
at g
eldt
zek
er a
ls d
e ci
rcul
atie
stils
tand
bui
ten
het
ziek
enhu
is p
laat
svin
dt,
in h
et b
ijzon
der
als
de c
ircu
laties
tils
tand
pla
atsv
indt
zon
der
dat
er e
en o
ogge
tuig
e is
die
dir
ect
adeq
uate
hul
p ka
n ve
rlen
en. D
aaro
m is
het
zin
vol o
m k
wet
sbar
e ou
dere
n tijd
ig e
en g
espr
ek a
an t
e bi
eden
ove
r de
zor
g ro
nd h
et le
vens
eind
e w
aaro
nder
ove
r re
anim
atie
. D
aari
n ho
ort
de a
rts
een
toel
icht
ing
te g
even
ove
r ev
entu
ele
stap
elin
g va
n ri
sico
’s b
ij in
divi
duel
e pa
tiën
ten
waa
rdoo
r hu
n ov
erle
vi
ngsk
ans
klei
ner
wor
dt. D
aarb
ij ga
at h
et o
ok o
m o
pvat
ting
en v
an d
e pa
tiën
t ov
er
zijn
kw
alitei
t va
n le
ven.
Dit o
m d
e w
ense
lijkh
eid
van
een
even
tuel
e re
anim
atie
sa
men
met
de
patiën
t op
een
rea
listisc
he m
anie
r va
st t
e st
elle
n.
Aan
bev
elin
gen
aan
de
beh
and
elen
d a
rts
2a:
Van
bela
ng is
dat
de
vera
ntw
oord
elijk
art
s ev
iden
ceba
sed
info
rmat
ie g
eeft
ov
er h
et p
roce
s va
n re
anim
atie
, de
uitko
mst
en e
n ka
nsen
op
blijv
ende
sc
hade
, al
of ni
et n
aar
aanl
eidi
ng v
an v
rage
n va
n kw
etsb
are
oude
ren
of
sign
alen
daa
rove
r va
n ve
rple
egku
ndig
en, ve
rzor
gend
en o
f pr
aktijk
onde
rst
eune
rs. O
p ba
sis
daar
van
dien
t de
art
s in
ove
rleg
met
de
patiën
t ee
n in
divi
duee
l rea
nim
atie
besl
uit
te n
emen
. D
uide
lijk
is h
oe m
eer
nega
tiev
e pr
ogno
stis
che
fact
oren
aan
wez
ig z
ijn h
oe k
lein
er d
e ka
ns is
op
over
levi
ng
zond
er s
chad
e. I
n ee
n en
kel g
eval
zal
rea
nim
atie
dan
als
med
isch
zin
loos
be
scho
uwd
kunn
en w
orde
n.
2b:
Als
de
arts
tw
ijfel
t ov
er d
e in
scha
ttin
g va
n de
ove
rlev
ings
kans
bij
spec
ifiek
e ne
gatiev
e pr
ogno
stis
che
fact
oren
die
spe
len
bij d
e be
tref
fend
e in
divi
duel
e kw
etsb
are
oude
re, is
het
raa
dzaa
m d
at d
e ar
ts e
en c
olle
ga c
onsu
ltee
rt.
voo
r aa
nbev
elin
gen
over
de
wijz
e va
n ge
spre
ksvo
erin
g w
ordt
ver
wez
en
naar
hoo
fdst
uk 4
.
Aan
bev
elin
gen
aan
de
ove
rhei
d e
n r
elev
ante
ken
nis
inst
itu
ten
2c:
Stim
ulee
r (p
ublic
atie
s ov
er)
onde
rzoe
k na
ar d
e in
cide
ntie
van
cir
cula
ties
til
stan
den
bij o
uder
en in
ver
schi
llend
e se
ttin
gs (
thui
s, v
erzo
rgin
gshu
is, ve
rpl
eegh
uis,
zie
kenh
uis)
; de
inci
dent
ie v
an r
eani
mat
ie b
ij de
ze g
roep
; hu
n (l
ange
ter
mijn
)ove
rlev
ing
en k
wal
itei
t va
n le
ven
na r
eani
mat
ie. Bel
angr
ijk
is d
at d
aarb
ij oo
k de
inci
dent
ie v
an n
iet
rean
imer
en w
ordt
mee
geno
men
(o
p ba
sis
van
NR
be s
luit en
of om
dat
ter
plaa
tse
blee
k da
t re
anim
atie
zi
nloo
s w
as).
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
113
Aan
bev
elin
gen
aan
de
beh
and
elen
d a
rts
3a. B
espr
eek
met
de
patiën
t de
mog
elijk
heid
en
wen
selij
khei
d va
n re
anim
atie
te
nzij
de p
atië
nt e
rvoo
r ki
est
niet
bet
rokk
en t
e w
illen
zijn
bij
med
isch
e be
slui
tvo
rmin
g. M
aak
bij h
et g
espr
ek g
ebru
ik v
an s
igna
len
van
over
ige
zorg
ver l
e ne
rs. voo
r aa
nwijz
inge
n ov
er d
e w
ijze
van
gesp
reks
voer
ing
zie
aanb
evel
inge
n in
hoo
fdst
uk 4
.
3b
. Bet
rek
zove
el m
ogel
ijk d
e (d
eels
) w
ilson
bekw
ame
patiën
t al
s in
sam
ensp
raak
m
et z
ijn v
erte
genw
oord
iger
een
rea
nim
atie
besl
uit
wor
dt g
enom
en. H
ierv
oor
kan
het
gesp
rek
gepl
and
wor
den
in e
en v
ertr
ouw
de o
mge
ving
op
het
mom
ent
van
de d
ag d
at d
e pa
tiën
t m
eest
al h
et b
est
aans
pree
kbaa
r is
. 3c
. Ant
icip
eren
de e
vide
nceb
ased
ges
prek
svoe
ring
ove
r re
anim
atie
kan
aan
ve
rple
egku
ndig
en, ve
rzor
gend
en o
f pr
aktijk
onde
rste
uner
s ge
dele
geer
d w
orde
n al
s de
ze b
esch
ikke
n ov
er d
e be
nodi
gde
gesp
reks
vaar
digh
eden
en
vold
oend
e ke
nnis
van
de
evid
ence
ove
r ui
tkom
sten
van
rea
nim
atie
uit d
eze
rich
tlijn
. D
e ar
ts b
lijft
ein
dver
antw
oord
elijk
en
voer
t he
t ge
spre
k ov
er h
et
defin
itie
ve r
eani
mat
iebe
slui
t. V
oor
een
goed
e ge
spre
ksvo
erin
g ka
n de
art
s in
form
atie
ben
utte
n va
n ve
rple
egku
ndig
en, ve
rzor
gend
en o
f pr
aktijk
onde
rst
eune
rs o
ver
de o
pvat
ting
en e
n co
mm
unic
atie
stijl
van
de
patiën
t.3d
. Rea
nim
atie
besl
uite
n bl
ijven
gel
dig
totd
at –
op
initia
tief
van
de
patiën
t of
ar
ts (
zie
stro
omdi
agra
m o
p pa
gina
7 v
oor
mog
elijk
e aa
nlei
ding
en)
– na
een
ni
euw
ges
prek
een
and
er r
eani
mat
iebe
slui
t w
ordt
gen
omen
. Er
gel
dt g
een
verj
arin
gs te
rmijn
.3e
. De
arts
zor
gt d
at h
et (
herz
iene
) ni
etr
eani
mat
iebe
slui
t en
/of ni
etr
eani
mer
en
verk
lari
ng o
p ee
n he
lder
e w
ijze
wor
dt v
astg
eleg
d in
het
(el
ektr
onis
ch)
patiën
te
ndos
sier
en
indi
en a
anw
ezig
in h
et in
divi
duel
e zo
rgpl
an.
3f.
Verm
eld
in h
et d
ossi
er h
et r
eani
mat
iebe
slui
t m
et d
aarb
ij de
vol
gend
e ge
ge
vens
: aa
rd r
eani
mat
iebe
slui
t (w
elr
eani
mer
en o
f ni
etr
eani
mer
en),
dat
um
besl
uit,
ker
nach
tige
wee
rgav
e va
n ge
geve
n in
form
atie
, w
ense
n en
opv
atting
en
van
de p
atië
nt, ev
entu
eel r
elev
ante
aan
vulle
nde
gege
vens
van
naa
sten
en
aa
nwez
ige
gesp
reks
part
ners
, na
am v
an a
rts
die
het
rean
imat
iebe
slui
t he
eft
geno
men
. D
eze
info
rmat
ie m
oet
snel
toe
gank
elijk
zijn
in e
en a
cute
situa
tie.
Bij
papi
eren
zor
gdos
sier
s w
ordt
de
aanw
ezig
heid
van
een
nie
tre
anim
atie
be
slui
t m
et d
e af
kort
ing
NR e
n ee
n w
elr
eani
mat
iebe
slui
t m
et d
e af
kort
ing
WR
gem
arke
erd
op d
e vo
orpa
gina
of ee
rste
pag
ina
van
het
doss
ier.
Op
deze
lfde
pagi
na s
taat
ook
de
naam
van
de
betr
effe
nde
patiën
t. I
n he
t hu
isar
tsen
in
form
atie
syst
eem
(H
IS)
kan
een
epis
ode
aang
emaa
kt w
orde
n m
et d
e tite
l N
Rbe
slui
t. D
eze
wor
dt v
ervo
lgen
s st
anda
ard
in v
erw
ijsbr
ieve
n ve
rmel
d.
Er b
esta
at n
og g
een
ICPC
cod
e vo
or a
ntic
iper
ende
bes
luitvo
rmin
g. I
ndie
n aa
nwez
ig k
an in
het
indi
vidu
ele
zorg
plan
van
de
patiën
t, d
at m
et h
et H
IS
geko
ppel
d is
, de
info
rmat
ie w
orde
n va
stge
legd
.3g
. Dra
ag (
herz
iene
) re
anim
atie
besl
uite
n pr
oact
ief ov
er a
an a
nder
e be
trok
ken
zorg
verl
ener
s en
aan
de
huis
arts
enpo
st e
n st
imul
eer
hier
door
dat
dez
e
zorg
verl
ener
s he
t re
anim
atie
besl
uit
vast
legg
en in
een
eve
ntue
le in
divi
duel
e zo
rgm
ap o
f zo
rgle
efpl
an. O
ok k
an p
er a
fdel
ing
één
map
gem
aakt
wor
den
waa
rin
per
indi
vidu
ele
patiën
t m
et e
en N
R t
wee
kop
ieën
zitte
n va
n he
t N
Rbe
slui
t (a
fsch
rift
pap
iere
n of
ele
ktro
nisc
he d
ossi
erpa
gina
) om
een
kop
ie
mee
te
kunn
en g
even
(aa
n am
bula
nceh
ulpv
erle
ners
) bi
j zie
kenh
uiso
pnam
e.
Bel
angr
ijk is
dat
er
slui
tend
e af
spra
ken
gem
aakt
wor
den
over
het
act
ueel
ho
uden
van
dez
e ge
geve
ns.
3h. B
enoe
m h
et n
iet
rean
imat
iebe
slui
t st
anda
ard
in v
erw
ijsbr
ieve
n vo
or d
e am
bula
ncez
org,
het
zie
kenh
uis,
een
and
ere
zorg
inst
ellin
g, d
e th
uisz
org,
de
hui
s art
senp
ost
of a
nder
e be
hand
elen
d ar
tsen
.
Aan
beve
linge
n va
nuit h
et e
this
ch
en jur
idis
ch k
ader
voo
r an
tici
pere
nde
besl
uitv
orm
ing
over
rea
nim
atie
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
114
3i.
Stim
ulee
r pa
tiën
ten
om h
un n
aast
en t
e in
form
eren
ove
r de
inho
ud v
an h
et
afge
spro
ken
rean
imat
iebe
slui
t en
vra
ag h
en h
un n
aast
en t
e at
tend
eren
op
de
plaa
ts w
aar
het
vast
gele
gde
rean
imat
iebe
slui
t in
acu
te s
itua
ties
is t
erug
te
vind
en (
op e
en v
aste
ple
k, b
ijvoo
rbee
ld b
ij de
tel
efoo
n, in
de
zorg
map
).3j
. Stim
ulee
r (a
mbu
lant
e) p
atië
nten
om
het
nie
tre
anim
atie
besl
uit
vast
te
legg
en
in e
en n
iet
rean
imer
enpe
nnin
g of
een
sch
rift
elijk
e ni
etr
eani
mer
enve
rkla
ring
di
e aa
n de
erk
enni
ngse
isen
vol
doet
(ge
noem
d in
de
brie
f va
n vo
orm
alig
m
inis
ter
klin
k di
e in
3.2
.4 w
ordt
gec
itee
rd).
Ver
wijs
hen
daa
rvoo
r na
ar b
ron
nen
waa
r zi
j NR
penn
inge
n of
NR
verk
lari
ngen
kun
nen
verk
rijg
en d
ie a
an d
ie
voor
waa
rden
vol
doen
. In
form
eer
hen
dat
de k
ans
op o
pvol
ging
van
een
ni
etr
eani
mat
iebe
slui
t gr
oter
is a
ls d
e pa
tiën
t ee
n ev
entu
ele
niet
rea
nim
eren
pe
nnin
g op
een
sne
l vin
dbar
e pl
aats
op
het
licha
am d
raag
t.
Aan
bev
elin
gen
aan
ver
ple
egku
nd
igen
, ver
zorg
end
en e
n
pra
ktij
kon
der
steu
ner
s 3k
. Gee
f si
gnal
en o
ver
toen
emen
de k
wet
sbaa
rhei
d of
ver
ande
ring
en in
de
patiën
tsi
tuat
ie d
oor
aan
de b
ehan
dele
nd a
rts.
3l.
Gee
f vr
agen
van
de
patiën
t/zi
jn v
erte
genw
oord
iger
of m
ante
lzor
ger
over
zor
g ro
nd h
et le
vens
eind
e en
rea
nim
atie
– m
et t
oest
emm
ing
van
de p
atië
nt –
doo
r aa
n de
art
s.3m
. Stim
ulee
r de
pat
iënt
om
zijn
vra
gen
en w
ense
n ro
nd h
et le
vens
eind
e en
ove
r re
anim
atie
te
besp
reke
n m
et d
e ar
ts.
3n. S
tim
ulee
r da
t de
pat
iënt
zijn
naa
sten
info
rmee
rt o
ver
de in
houd
van
het
af
gesp
roke
n re
anim
atie
bele
id e
n ov
er d
e pl
aats
waa
r he
t ni
etr
eani
mat
ie
besl
uit
te v
inde
n is
.3o
. Zor
g er
voor
dat
een
afg
espr
oken
rea
nim
atie
besl
uit
vast
gele
gd w
ordt
in d
e
indi
vidu
ele
zorg
map
of he
t zo
rgle
efpl
an.
3p. S
tim
ulee
r da
t de
pat
iënt
het
nie
tre
anim
atie
besl
uit
vast
legt
in e
en
niet
rea
nim
eren
penn
ing.
3q. A
ls je
als
ver
plee
gkun
dige
, ve
rzor
gend
e of
pra
ktijk
onde
rste
uner
– in
afs
tem
m
ing
met
de
arts
– g
espr
eksv
oeri
ng o
ver
rean
imat
ie s
tart
: be
spre
ek m
et d
e pa
tiën
t de
mog
elijk
heid
en
wen
selij
khei
d va
n re
anim
atie
op
basi
s va
n de
ev
iden
ce u
it d
eze
rich
tlijn
. G
eef aa
n de
art
s do
or o
f de
pat
iënt
wel
of ni
et
gere
anim
eerd
wil
wor
den.
Aan
bev
elin
g a
an d
e h
uis
arts
enp
ost
3r.
Not
eer
een
niet
rea
nim
atie
besl
uit
zodr
a di
t is
ont
vang
en in
het
com
pute
rsy
stee
m b
ij de
geg
even
s va
n de
bet
reff
ende
pat
iënt
. D
e hu
isar
tsen
post
is e
r ve
rant
woo
rdel
ijk v
oor
dat
deze
mel
ding
en in
het
eig
en s
yste
em w
orde
n op
geno
men
en
dat
zodr
a er
ove
r de
ze p
atië
nt g
ebel
d w
ordt
de
atte
ntie
rege
l in
beel
d ko
mt.
Dit is
ree
ds g
ebru
ikel
ijk b
ij de
zor
g vo
or p
atië
nten
in d
e pa
lliat
ieve
fa
se (
Han
drei
king
‘Pal
liatiev
e Zo
rg’,
Vere
nigi
ng H
uisa
rtse
npos
ten
Ned
erla
nd,
2008
).
Aan
bev
elin
gen
aan
hu
lpve
rlen
ers
(zo
wel
zo
rgve
rlen
ers,
po
liti
e,
bra
nd
wee
r al
s p
assa
nte
n)
3s.
Zoek
bij
patiën
ten
die
met
een
cir
cula
ties
tils
tand
wor
den
aang
etro
ffen
sne
l na
ar e
vent
uele
aan
wez
ighe
id v
an e
en n
iet
rean
imer
enpe
nnin
g of
and
er
kenm
erk
dat
binn
en d
e in
stel
ling
wor
dt g
ebru
ikt
of v
raag
een
col
lega
te
zoek
en. Sta
rt o
nder
tuss
en w
el m
et r
eani
mat
ie e
n st
aak
deze
als
als
nog
ee
n N
Rbe
slui
t of
NR
penn
ing
of N
Rve
rkla
ring
wor
dt g
evon
den.
Aan
bev
elin
gen
aan
het
min
iste
rie
van
VW
S, b
ero
epso
rgan
isat
ies
(NH
G,
Ver
enso
, KN
MG
, V&
VN
, Ord
e va
n M
edis
ch S
pec
iali
sten
) en
bra
nch
e-o
rgan
isat
ies
(Act
iZ, N
VZ
Zie
ken
hu
izen
, Am
bu
lan
ce Z
org
Ned
erla
nd
) aa
n V
WS
3t.
Stim
ulee
r da
t ni
etr
eani
mer
enpe
nnin
gen
of n
iet
rean
imer
enve
rkla
ring
en o
ok
zond
er h
et li
dmaa
tsch
ap v
an d
e N
VVE
verk
rijg
baar
zijn
.
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
115
aan
nh
g
3u. S
tim
ulee
r da
t hu
isar
tsen
pro
actief
aan
kw
etsb
are
oude
ren
een
gesp
rek
aan
bi
eden
ove
r re
anim
atie
. 3v
. Stim
ulee
r da
t in
het
HIS
een
nie
uwe
IPC
Pcod
e w
ordt
inge
voer
d di
e va
stle
ggin
g m
ogel
ijk m
aakt
van
(ni
et)b
ehan
delb
eslu
iten
zoa
ls a
ntip
eren
de b
eslu
itvo
rmin
g ov
er z
org
rond
het
leve
nsei
nde
waa
rond
er r
eani
mat
ie. N
eem
in h
et p
rogr
am
ma
van
eise
n vo
or le
vera
ncie
rs v
an h
et H
IS o
p da
t er
een
att
entier
egel
ove
r he
t re
anim
atie
besl
uit
wor
dt o
pgen
omen
die
sta
ndaa
rd in
ver
wijs
brie
ven
staa
t ve
rmel
d.
aan
ver
enso
/kn
Mg
3w. B
ewer
kste
llig
dat
Am
bula
ncez
org
Ned
erla
nd, Po
litie
en
Bra
ndw
eer
Ned
er
land
gee
n do
or e
en a
rts
onde
rtek
ende
sch
rift
elijk
e op
drac
ht t
ot n
iet
rean
im
eren
eis
en, m
aar
de z
orgv
uldi
g to
t st
and
geko
men
nie
tre
anim
atie
besl
uite
n na
kom
en. D
at b
etek
ent
dat
rean
imat
ie n
iet
gest
art
of w
ordt
ges
taak
t al
s ee
n (e
lekt
roni
sch)
nie
tre
anim
atie
besl
uit,
nie
tre
anim
eren
verk
lari
ng o
f ni
et
rean
imer
en pe
nnin
g is
gev
onde
n. G
eadv
isee
rd w
ordt
om
land
elijk
e af
spra
ken
te m
aken
ove
r de
wijz
e w
aaro
p ee
n (e
lekt
roni
sch)
nie
tre
anim
atie
besl
uit
be
vest
igd
wor
dt.
aan
v&
vn
3x. B
enad
ruk
bij v
erpl
eegk
undi
gen,
ver
zorg
ende
n en
pra
ktijk
onde
rste
uner
s he
t be
lang
van
zor
gvul
dige
evi
denc
ebas
ed g
espr
ekke
n ov
er r
eani
mat
ie e
n vr
aag
hen
bij v
rage
n hi
erov
er v
an p
atië
nten
/hun
ver
tege
nwoo
rdig
ers
of fam
iliel
eden
na
ar d
e be
hand
elen
d ar
ts t
e ve
rwijz
en. Stim
ulee
r da
t ve
rple
egku
ndig
en,
verz
orge
nden
en
prak
tijk
onde
rste
uner
s be
schi
kken
ove
r de
juis
te k
enni
s ov
er
de z
egge
nsch
ap v
an p
atië
nten
, ve
rteg
enw
oord
iger
s, a
rtse
n en
hun
eig
en
disc
iplin
e bi
j ant
icip
eren
de b
eslu
itvo
rmin
g.3y
. In
form
eer
verp
leeg
kund
igen
, ve
rzor
gend
en e
n pr
aktijk
onde
rste
uner
s ov
er h
et
bela
ng v
an d
e zi
chtb
aarh
eid
van
het
even
tuel
e ni
etr
eani
mat
iebe
slui
t in
het
(e
lekt
roni
sche
) do
ssie
r va
n de
pat
iënt
zod
at, m
ocht
een
pat
iënt
met
een
ci
rcul
atie
stils
tand
wor
den
aang
etro
ffen
, sn
el z
icht
baar
en
duid
elijk
is o
f ee
n pa
tiën
t w
el o
f ni
et g
erea
nim
eerd
moe
t w
orde
n. D
eze
info
rmat
ie d
ient
, in
dien
aa
nwez
ig, ov
eree
n te
kom
en m
et d
e in
form
atie
in h
et in
divi
duel
e zo
rgpl
an d
at
verb
onde
n is
met
het
ele
ktro
nisc
h do
ssie
r. W
ijs h
en o
p de
mog
elijk
heid
om
va
nuit é
én c
entr
ale
map
een
kop
ie v
an h
et N
Rbe
slui
t (a
fsch
rift
pap
iere
n of
el
ektr
onis
che
doss
ierp
agin
a) a
an t
e re
iken
dat
gel
dt v
oor
de b
etre
ffen
de
indi
vidu
ele
patiën
t m
et e
en N
R. Bel
angr
ijk is
dat
er
slui
tend
e af
spra
ken
gem
aakt
wor
den
over
het
act
ueel
hou
den
van
deze
geg
even
s.
aan
am
bula
nce
Zor
g n
eder
land
3z
. Ste
l gee
n ei
sen
aan
niet
rea
nim
eren
verk
lari
ngen
of be
slui
ten
die
opvo
lgin
g va
n zo
rgvu
ldig
gew
ogen
bes
luiten
ver
hind
eren
waa
rdoo
r he
t ri
sico
ont
staa
t da
t de
pat
iënt
nie
t pa
ssen
de m
edis
ch z
org
ontv
angt
die
mog
elijk
ook
teg
en
zijn
wen
s in
gaat
.
aan
de o
rde
van
Med
isch
spe
cial
iste
n en
med
isch
wet
ensc
happ
elijk
e ve
reni
ging
en:
3aa.
Inf
orm
eer
med
ici d
at d
e ev
iden
ce o
ver
uitk
omst
en v
an r
eani
mat
ie b
ij kw
ets
bare
oud
eren
het
bel
ang
onde
rstr
epen
van
indi
vidu
ele
antici
pere
nde
besl
uit
vorm
ing
tuss
en a
rts
en p
atië
nt o
ver
de m
ogel
ijkhe
id e
n w
ense
lijkh
eid
van
rean
imat
ie. Ve
rmel
d da
arbi
j dat
col
lect
ief N
Rbe
leid
voo
r (b
epaa
lde
groe
pen)
kw
etsb
are
oude
ren
niet
wen
selij
k is
. 3b
b. S
tim
ulee
r da
t de
hoo
fdbe
hand
elaa
r aa
n kw
etsb
are
oude
ren
tijd
ig e
en
gesp
rek
aanb
iedt
ove
r re
anim
atie
/de
zorg
ron
d he
t le
vens
eind
e. V
oork
om d
at
een
patiën
t al
leen
kor
t w
ordt
gev
raag
d na
ar z
ijn r
eani
mat
iew
ens
zond
er d
at
hij d
e m
ogel
ijkhe
id h
eeft
geh
ad e
en z
orgv
uldi
g ev
iden
ceba
sed
gesp
rek
te
hebb
en m
et z
ijn b
ehan
dele
nd a
rts.
3cc.
Stim
ulee
r da
t ar
tsen
bes
chik
ken
over
de
juis
te k
enni
s ov
er d
e ze
ggen
scha
p va
n pa
tiën
ten,
ver
tege
nwoo
rdig
ers,
art
sen
en h
un e
igen
dis
cipl
ine
bij
antici
pere
nde
besl
uitv
orm
ing.
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
116
3dd.
Stim
ulee
r da
t bi
j het
ont
slag
van
kw
etsb
are
oude
ren
even
tuel
e re
anim
atie
be
slui
ten
die
in h
et z
ieke
nhui
s zi
jn o
vere
enge
kom
en w
orde
n ge
com
mun
ice
erd
met
de
eige
n hu
isar
ts o
f ei
gen
spec
ialis
t ou
dere
ngen
eesk
unde
en
dat
ook
in h
et z
ieke
nhui
s ee
n ee
rder
tot
sta
nd g
ekom
en in
divi
duee
l nie
tre
ani
mat
iebe
slui
t w
ordt
opg
evol
gd, ee
n in
divi
duee
l wel
rea
nim
atie
besl
uit
wor
dt
opge
volg
d te
nzij
uit
een
gew
ijzig
de (
gezo
ndhe
ids)
situ
atie
van
de
patiën
t bl
ijkt
dat
rean
imat
ie m
edis
ch z
inlo
os z
ou z
ijn.
aan
act
iZ:
3ee.
Inf
orm
eer
dire
ctie
s en
bel
eids
med
ewer
kers
dat
de
evid
ence
ove
r ui
tkom
sten
va
n re
anim
atie
bij
kwet
sbar
e ou
dere
n he
t be
lang
ond
erst
repe
n va
n in
divi
du
ele
antici
pere
nde
besl
uitv
orm
ing
tuss
en a
rts
en p
atië
nt o
ver
de m
ogel
ijk
heid
en
wen
selij
khei
d va
n re
anim
atie
. Ve
rmel
d da
arbi
j dat
col
lect
ief
NR
bele
id v
oor
(bep
aald
e gr
oepe
n) k
wet
sbar
e ou
dere
n ni
et w
ense
lijk
is.
Stim
ulee
r pr
oact
ieve
bes
luitvo
rmen
de g
espr
ekke
n tu
ssen
pat
iënt
/fam
ilie
en
de b
ehan
dele
nd a
rts.
Voo
rkom
dat
een
pat
iënt
alle
en k
ort
door
een
and
ere
hulp
verl
ener
wor
dt g
evra
agd
naar
zijn
rea
nim
atie
wen
s zo
nder
hij
de m
oge
lijkh
eid
heef
t ge
had
een
zorg
vuld
ig e
vide
nceb
ased
ges
prek
te
hebb
en m
et
zijn
beh
ande
lend
art
s.
aan
patiën
ten-
en
oude
reno
rgan
isat
ies
3ff:
Vo
or z
over
dat
nog
nie
t ge
beur
t: s
tim
ulee
r da
t (k
wet
sbar
e ou
dere
) pa
tiën
ten,
di
e da
t w
illen
, go
ed g
eïnf
orm
eerd
nad
enke
n ov
er h
un w
ense
n ov
er d
e zo
rg
rond
het
leve
nsei
nde
waa
rond
er r
eani
mat
ie. Vra
ag p
atië
nten
hun
opv
attin
gen
hier
over
te
besp
reke
n m
et h
un b
ehan
dele
nd a
rts
om m
et d
eze
tot
een
antici
pere
nd r
eani
mat
iebe
slui
t te
kom
en. In
form
eer
hen
daar
bij d
at e
en
even
tuel
e ni
etr
eani
mer
enw
ens
van
de p
atië
nt le
iden
d is
en
dat
bij e
en
wel
rea
nim
eren
wen
s ge
ldt
dat
deze
wor
dt u
itge
voer
d te
nzij
de b
ehan
dele
nd
arts
na
zorg
vuld
ige
afw
egin
g oo
rdee
lt d
at r
eani
mat
ie a
ls le
vens
redd
ende
ha
ndel
ing
med
isch
zin
loos
is g
ezie
n de
gez
ondh
eids
situ
atie
(ch
roni
sche
co
mor
bidi
teit, sp
ecifi
eke
bele
mm
eren
de b
eper
king
en e
n be
perk
tere
leve
ns
verw
acht
ing)
van
de
indi
vidu
ele
kwet
sbar
e ou
dere
. Att
ende
er p
atië
nten
voo
r ee
n go
ede
evid
ence
base
d be
slui
tvor
min
g op
het
voo
rlic
htin
gsm
ater
iaal
dat
on
twik
keld
is b
ij de
ze r
icht
lijn.
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
117
Aan
bev
elin
gen
aan
zo
rgve
rlen
ers
4a. D
e be
hand
elen
d ar
ts n
eem
t he
t in
itia
tief
om
met
de
kwet
sbar
e ou
dere
de
zorg
ro
nd h
et le
vens
eind
e te
bes
prek
en, in
clus
ief he
t re
anim
eren
. M
ogel
ijke
aanl
ei-
ding
en h
ierv
oor
staa
n be
schr
even
bij
aanb
evel
ing
4e e
n w
orde
n he
rhaa
ld in
het
st
room
diag
ram
op
pagi
na 7
. bijl
age
c in
dee
l 2 v
an d
e ri
chtlijn
sch
etst
sta
ps-
gew
ijs a
anda
chts
punt
en v
oor
de g
espr
eksv
oeri
ng.
4b. V
erpl
eegk
undi
gen,
ver
zorg
ende
n en
pra
ktijk
onde
rste
uner
s st
imul
eren
de
patiën
t om
zijn
vra
gen
en w
ense
n ov
er d
e zo
rg r
ond
het
leve
nsei
nde
en o
ver
rean
imat
ie
te b
espr
eken
met
de
beha
ndel
end
arts
en
geve
n zi
jn v
rage
n do
or a
an d
e ar
ts.
4c.
Verp
leeg
kund
igen
, ve
rzor
gend
en e
n pr
aktijk
onde
rste
uner
s si
gnal
eren
aan
de
arts
al
s zi
j toe
nem
ende
kw
etsb
aarh
eid
of v
eran
deri
ngen
in d
e pa
tiën
t situa
tie
waa
rnem
en.
4d. B
elan
grijk
is d
at a
rtse
n –
en b
ij ta
akde
lega
tie
ook
verp
leeg
kund
igen
en/
of
verz
orge
nden
en/
of p
rakt
ijkon
ders
teun
ers
– ge
scho
old
zijn
in h
et v
oere
n
van
gesp
rekk
en o
ver
de z
org
rond
het
leve
nsei
nde
omda
t:
de
mee
ste
patiën
ten
betr
okke
n w
illen
zijn
bij
antici
pere
nde
besl
uit v
orm
ing
hier
over
;
g
oede
com
mun
icat
ieve
vaa
rdig
hede
n no
dig
zijn
voo
r he
lder
e ge
spre
ks vo
erin
g di
e le
idt
tot
eend
uidi
g in
terp
reta
tie
van
het
geno
men
re a
ni m
atie
besl
uit.
Te v
erw
acht
en is
dat
art
sen
(en
bij t
aakd
eleg
atie
ook
ver
plee
gkun
dige
n, v
erzo
rge
nden
of pr
aktijk
onde
rste
uner
s) v
aker
dit s
oort
ges
prek
ken
zulle
n vo
eren
gez
ien
de s
terk
e st
ijgin
g va
n he
t aa
ntal
oud
eren
en
omda
t de
pro
fess
ione
le s
tand
aard
vo
orsc
hrijf
t da
t ar
tsen
tijd
ig s
prek
en o
ver
de z
org
rond
het
leve
nsei
nde
(K
NM
G 2
011)
. 4e
. De
rich
tlijn
wer
kgro
ep a
dvis
eert
de
beha
ndel
end
arts
om
de
patië
nt b
ij vo
orke
ur
met
zijn
naa
sten
uit
te n
odig
en o
m d
e w
ense
lijkh
eid
en d
e m
ogel
ijkhe
id v
an
rean
imat
ie t
e be
spre
ken
in d
e on
ders
taan
de, oo
k in
het
str
oom
diag
ram
be
schr
even
, si
tuat
ies:
op
initia
tief
van
de
patiën
t/ve
rteg
enw
oord
iger
als
dez
e:
vra
gen
heef
t ov
er d
e zo
rg r
ond
het
leve
nsei
nde;
mel
ding
maa
kt v
an e
en n
iet
rean
imer
enve
rkla
ring
, ni
etr
eani
mer
enpe
nnin
g,
niet
rea
nim
eren
wen
s of
een
wils
of
eut
hana
siev
erkl
arin
g;
vra
gen
heef
t ov
er (
de s
ucce
skan
s va
n) r
eani
mat
ie.
bij
kwet
sbar
e ou
dere
n op
initia
tief
van
de
arts
bijv
oorb
eeld
als
blij
kt d
at:
e
r ee
n st
erke
ver
ande
ring
opt
reed
t in
de
gezo
ndhe
idss
itua
tie
van
de p
atië
nt;
ie
man
d al
s kw
etsb
are
oude
re w
ordt
geï
dent
ifice
erd,
bijv
oorb
eeld
via
scr
eeni
ng;
t
e ve
rwac
hten
is d
at d
e pa
tiën
t bi
nnen
een
jaar
zal
ove
rlijd
en;
e
en p
atië
nt m
oet
verh
uize
n na
ar o
f w
ordt
opg
enom
en in
een
woo
n/
zorg
in
stel
ling,
aan
leun
won
ing
of z
ieke
nhui
s;
of al
s de
art
s of
een
(an
dere
) zo
rgve
rlen
er s
igna
leer
t da
t vo
or d
e pa
tiën
t éé
n of
m
eer
van
onde
rsta
ande
pun
ten
geld
en:
• e
en o
ngen
eesl
ijke
mal
igne
of pr
ogre
ssie
ve z
iekt
e;•
70+
met
com
orbi
dite
it é
n ee
n st
erk
afne
men
de s
omat
opsy
chol
ogis
che
vita
litei
t;•
een
ver
hoog
de k
ans
op e
en h
art
of ad
emha
lings
stils
tand
;•
cog
nitiev
e be
perk
inge
n;•
een
ver
hoog
de k
ans
op e
rnst
ige
en b
lijve
nde
inva
liditei
t.
aan
act
iZ4f
. S
tim
ulee
r vo
orlic
htin
gsbi
jeen
kom
sten
in z
orgi
nste
lling
en (
verz
orgi
ngsh
uize
n/ve
rple
eghu
izen
) w
aar
patiën
ten
en n
aast
en r
ealis
tisc
he in
form
atie
kri
jgen
ove
r go
ede
zorg
ron
d he
t le
vens
eind
e, u
itko
mst
en v
an r
eani
mat
ie w
aarn
a zi
j met
hun
ei
gen
beha
ndel
aar
het
besl
uitv
orm
ende
ges
prek
voe
ren.
Aan
beve
linge
n ov
erge
spre
ks vo
erin
g ov
er a
ntic
iper
ende
be
slui
tvor
min
g m
et in
divi
duel
e ou
dere
n
Mu
lt
idis
cip
lin
air
e r
ich
tl
ijn
an
tic
ipe
re
nd
e b
es
lu
itv
or
Min
g o
ve
r r
ea
niM
at
ie b
ij k
we
ts
ba
re
ou
de
re
n |
de
el
120
Leef
tijd
O
verl
evin
g (l
even
d he
t zi
eken
huis
ve
rlat
en)*
Gee
n to
t m
ilde
neur
olog
isch
e sc
hade
(C
PC 1
2)*
Ove
rlev
ing
na 1
jaa
rSig
nific
ant
klei
nere
ov
erle
ving
skan
sen
bij:
70+
5,9
32,7
%
17%
8
11,3
%
Oud
eren
met
AD
Laf
hank
elijk
heid
en/
of v
ersc
hille
nde
chro
nisc
he a
ando
enin
ge
n (c
omor
bidi
teit),
o.a
. bi
j (m
etas
ta
tisc
he o
f he
mat
olog
isch
e) m
alig
nite
it,
seps
is,
leve
rins
uffic
iënt
ie,
nier
fale
n,
acut
e ne
urol
ogis
che
aand
oeni
ngen
, ga
stro
inte
stin
ale
com
orbi
dite
it,
hypo
te
nsie
, pn
eum
onie
ane
urys
ma
diss
eca
ns,
urem
ie e
n pu
lmon
aire
em
bolie
.
80+
111
7%
Gee
n ui
tkom
st
en g
evon
den
Gee
n ui
tko
mst
en
gevo
nden
* %
van
de
men
sen
met
een
cir
cula
ties
tils
tand
dat
ger
eani
mee
rd w
erd
en le
vend
het
zie
kenh
uis
verl
iet
Tab
el 3
- S
amen
vatt
ing
uit
kom
st b
ij o
ud
eren
van
rea
nim
atie
na
har
tsti
lsta
nd
in
het
zie
ken
hu
is (
IHC
A)
Mercatorlaan 12003528 BL Utrecht
Postbus 200693502 LB Utrecht
T 030 28 23 481 F 030 28 23 494
[email protected] www.verenso.nl
AANTEKENINGEN
A A N T E K E N I N G E N
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 77
A A N T E K E N I N G E N
78 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren
A A N T E K E N I N G E N
NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 79
A A N T E K E N I N G E N
80 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren