2 nvve • studiedag niet reanimeren · inhoud programma 4 bij de sprekers artikel reanimatie als...

80
CuLtuurcentrum Griffioen VU, Amstelveen

Upload: others

Post on 04-Jul-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

CuLtuurcentrum Griffioen VU, Amstelveen

Page 2: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 3: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

I N H O U D

Programma 4

Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9POWER POINT Wet en praktijk rond niet reanimeren 10AANVRAAGFORMULIER Niet-reanimerenpenning NVVE 13BROCHURE Informatie over (niet-)reanimeren 15ARTIKEL Lange neus naar de dood 21ARTIKEL Gun patiënt zijn einde 25DILEMMA Casus 27ARTIKEL Afspraken over reanimeren 29POSTER Wilsverklaringen tot niet-reanimeren van cliënten in

verzorgingshuizen 31WILSVERKLARING Wilsverklaring tot niet-reanimeren (Brenda Ott) 32ARTIKEL Praat met patiënten over het levenseinde 33

JuridischKAMERBRIEF Reactie inzake de niet-reanimerenpenning 39UITSPRAAK RECHTBANK Verzoek tot instelling mentorschap 46UITSPRAAK TUCHTCOLLEGE Negeren behandelverbod 48

RichtlijnenNEDERLANDSE REANIMATIE RAAD Starten, niet starten en stoppen van

de reanimatie 53VERENSO/V&VN/NHG Besluitvorming over reanimatie 63

Aantekeningen

NVVE Studiedag Niet reanimeren • 13-6-2014

Page 4: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

09.15 Ontvangst

10.00 Opening

Erwin Kompanje, dagvoorzitter en discussieleider

10.10 Welk beeld hebben we van reanimatie?

Hugo van der Wedden, medisch socioloog, verpleegkundige en publicist

Vragen uit de zaal

10.40 Wet en praktijk rond niet reanimeren

Petra de Jong, directeur NVVE

Vragen uit de zaal

11.10 Koffiepauze

11.40 Gun de patiënt zijn einde

Erik van Engelen, ambulancehulpverlener

Dilemmaronde 1

12.10 Reanimeren moet!

Marianne Ockels-van Leek, EHBO’er en ervaringsdeskundige

Dilemmaronde 2

12.40 Lunch

13.40 De praktijk in het ziekenhuis

Dilemmaronde 3

14.10 Waarom verpleegkundigen soms niet zo hard lopen

Hugo van der Wedden, medisch socioloog, verpleegkundige en publicist

Dilemmaronde 4

14.40 Niet-reanimerenbeleid in zorginstellingen

Brenda Ott, huisarts en kaderarts ouderengeneeskunde Dilemmaronde 5

15.10 Samenvatting leerpunten en afsluiting

Erwin Kompanje, dagvoorzitter en discussieleider

15.30 (Netwerk)borrel

P R O G R A M M A

4 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 5: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

BIJ DE SPREKERS

Page 6: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER
Page 7: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

R E A N I M A T I E A L S M O D E R N R I T U E E L

De vraag waarom wij mensen met een plotselinge hartstilstand reanimeren, lijkt eenvoudig te beantwoorden. Dat doen wij om een leven te redden. Maar is dat de enige reden? Een beknopte samenvatting van mijn sociologie scriptie, die in 2008 genomineerd werd voor de Nationale scriptieprijs.

Hugo van der Wedden

Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 25.000 mensen gereanimeerd. Vijftien procent overleeft, 85% procent sterft alsnog. Veel aandacht gaat uit naar die 15%. We zien hen terug op televisie en in campagnes van de Hartstichting. Zij bevestigen voor ons de betekenis van mond op mondbeademing, hartmassage en defibrillatie. Reanimatie redt levens. De 85% die alsnog sterft, ruim 20.000 mensen per jaar, blijft anoniem.Wie deze anonieme groep mensen onder de loep neemt raakt verwonderd. Er zitten enkele kinderen bij, drenkelin-gen, maar de meeste van hen zijn chronisch zieke ouderen. Sommigen al diep in de tachtig of negentig. Worden zij echt alleen gereanimeerd om het leven te redden of is er meer aan de hand? Om daar inzicht in te krijgen heb ik onderzoek gedaan naar de volgende vraag:

Wat is het nut van reanimatie wanneer het niet leidt tot het redden van een leven? Uit mijn onderzoek komt naar voren dat reanimatie een aantal functies heeft waar we ons niet of nauwelijks van bewust zijn: latente functies. Laat ik beginnen met de belangrijkste. Een niet geslaagde reanimatie verandert de plotselinge dood in een geleidelijk sterfproces.De plotselinge dood wordt al sinds mensheugenis gezien als slecht. Tijdens de Middeleeuwen leidde een plotselinge dood vaak tot strijd binnen de gemeenschap over de erfenis van spullen en posities. Tegenwoordig zijn er andere redenen waarom de plotselinge dood ons ernstig tegenstaat.De openbare plaatsen waar wij ons dagelijks begeven zijn gevrijwaard van de dood. In de Kalverstraat of in de plaat-

O N D E R Z O E K

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 7

Page 8: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

selijke Albert Heijn is er niets dat ons herinnert aan onze sterfelijkheid. Wanneer iemand dan toch plotseling een hartstilstand krijgt, dan draagt een reanimatie en de daarbij behorende gang naar het ziekenhuis er aan bij dat er nie-mand dood gaat in de publieke ruimte. Of de reanimatie nu slaagt of niet is wat dat betreft niet belangrijk. Het enige dat waarneembaar sterft is het geluid van de sirene in de verte.Een plotselinge hartstilstand van een naaste of een omstander is een zeer schokkende gebeurtenis die hevige emoties oproept. Het gestandaardiseerde gedragspa-troon dat de Hartstichting ons voorschrijft - van het bellen van112, tot het starten van mond op mondbeademing en borstcompressie - kanaliseert deze hevige emoties. Een reanimatie dwingt tot een geciviliseerd gedragspatroon. Want hoe meer emoties, hoe kleiner de kans dat een reanimatie succesvol verloopt.Dat reanimatie schuldgevoelens onderdrukt en op een positieve wijze kan bijdragen aan het rouwproces dat op het afscheid volgt wordt steeds openlijker onderkend. Bij de vraag of familieleden aanwezig mogen zijn bij een reanima-tie in het ziekenhuis is het positieve effect op het eventuele rouwproces een belangrijk argument van de voorstan-ders. Nabestaanden kunnen dan met eigen ogen zien dat er echt alles aan gedaan is.Reanimatie, tot slot, is vanuit een theatraal perspectief een eerbetoon aan de overledene. Met energieke borstcom-pressies en mond op mondbeademing laten we letterlijk zien aan de omstanders en aan onszelf hoe belangrijk het slachtoffer is voor de gemeenschap.Reanimatie is meer dan een levensreddende handeling alleen. Wanneer het niet leidt tot het redden van het leven fungeert het als een nuttig stervensritueel dat de sociale waarde van de stervende benadrukt, dat bijdraagt aan de acceptatie van de dood en dat er voor zorgt dat de publieke ruimte niet ontwricht raakt door een sterfgeval. Hoe kleiner de kans dat reanimatie daadwerkelijk een leven gaat redden, hoe meer deze latente functies zich opdringen als werkelijke reden.

GeloofEr is een belangrijke voorwaarde wil reanimatie fungeren als nuttig stervensritueel: vooraf moet men enig ver-trouwen hebben in een goed resultaat. Is dat geloof er niet, dan verworden de handelingen in beleving van de uitvoerder tot een vorm van zinloos geweld, losgelaten op een zojuist overleden persoon. Om deze reden doet de Hartstichting zeer haar best het succesvolle imago van reanimatie in stand te houden. Wanneer dat imago er niet zou zijn, was het draagvlak in de samenleving voor de reanimatiepraktijk vermoedelijk een stuk minder dan nu het geval is.Dat het succesvolle imago niet in overeenstemming is met de werkelijkheid leidt echter tot een problematische praktijk binnen het ziekenhuis. Wanneer de dokter om medische redenen af wil zien van een reanimatie, ontneemt hij daarmee ook een deel van de sociale waarde van de patiënt en de mogelijkheid voor de familie om het gevoel te krijgen dat er alles aan gedaan is. Om een conflict of spanningen te voorkomen wordt dan soms toch gekozen om te reanimeren ook al is de kans op succes nihil en de kans op schade levens groot.Deze gang van zaken maakt dat van verpleegkundigen regelmatig hoogbejaarde mensen, die in hun beleving over-leden zijn, toch moeten reanimeren. Omdat dit voor verpleegkundigen traumatisch is, gebeurt het dat deze vrijwel kansloze reanimaties soms worden gesaboteerd. Verpleegkundigen doen dan nauwelijks hun best en rommelen maar wat aan. Ze veranderen de reanimatie in een matig toneelstuk, dat wordt uitgevoerd uit angst voor juridische consequenties en om de arts en de familie tevreden te stellen. Met het redden van een leven heeft reanimatie dan helemaal niets meer van doen.

Het onderzoek ‘Reanimatie; Een sociologische analyse van een modern ritueel rondom de dood’ is te downloaden via: www.hugovanderwedden.nl/publicaties.

8 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 9: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

O N D E R Z O E K

Su

rviv

al

of

ou

t-o

f-h

osp

ital su

dd

en

card

iac

arr

est

has

trip

led

in

th

e D

utc

h p

rovin

ce

Lim

bu

rg o

ver

the last

20

years

R

uu

d W

.M.

Pij

lsA,

Anto

n P

.M.

Gorg

elsA

, o

n b

ehal

f of th

e H

art

voor

Lim

burg

inve

stig

ators

A

Dep

artm

ent

of

Car

dio

logy

Mate

rials

an

d m

eth

od

s

Dat

a fr

om

all

out-

of-

hosp

ital

SCA p

atie

nts

in t

he

pro

vince

of

Lim

burg

in 2

012 w

ere

colle

cted

acco

rdin

g t

o t

he

Uts

tein

Tem

pla

tes1

. Pa

tien

ts w

ere

incl

uded

in t

he

anal

ysis

if

the

origin

of

the

SCA

was

car

dia

c or

unkn

ow

n,

and t

he

SCA d

id n

ot

occ

ur

in t

he

ambula

nce

. Surv

ival

was

com

par

ed w

ith

dat

a fr

om

the

Maa

stri

cht

card

iac

regis

try

2 (

1991 –

1994).

Resu

lts

Of

424 S

CA c

ases

incl

uded

, 70.5

% w

ere

men

, co

mpar

able

to 7

2%

in 1

990’s

. A t

ota

l of

23.8

% w

as

dis

char

ged

fro

m t

he

hosp

ital

aliv

e. S

urv

ivors

wer

e yo

unger

than

non-s

urv

ivors

(63,5

± 1

5.1

vs.

69.1

, ±

16.0

, p =

0.0

02).

Surv

ival

was

27.4

% in d

ocu

men

ted c

ardia

c SCA v

s. 8

.6%

if

unkn

ow

n (

p

= 0

.000),

29.4

% in w

itnes

sed S

CA (

in c

ontr

ast

to 1

0.6

% in 1

992)

vs.

4.7

% if

unw

itnes

sed (

p =

0,0

00),

31.9

% in S

CA o

uts

ide

hom

e vs

. 19.9

% in t

he

hom

e (p

= 0

,007),

33.8

% in c

ase

of

bys

tander

res

usc

itat

ion v

s. 1

0.5

% w

ithout

(p =

0,0

00),

34.0

% w

hen

an A

ED

was

connec

ted v

s.

20.9

% w

ithout

an A

ED

connec

ted (

p =

0,0

15),

40.8

% w

hen

ven

tric

ula

r fibrilla

tion w

as t

he

initia

l

rhyt

hm

vs.

5.0

% in c

ase

of

no d

ocu

men

ted v

entr

icula

r fibrilla

tion (

p =

0,0

00).

Figure

1:

Univ

aria

ble

s re

late

d t

o t

he

outc

om

e of SCA in t

he

Dutc

h p

rovi

nce

Lim

burg

in 2

012.

Con

clu

sio

n

The

pre

sent

over

all su

rviv

al r

ate

in t

he

Dutc

h p

rovi

nce

of

Lim

burg

of

resu

scitat

ion o

f out-

of-

hosp

ital

SCA is

23.8

%.

In t

he

1990’s

surv

ival

rat

e w

as 1

0.6

% in w

itnes

sed S

CA

2 c

om

par

ed t

o

29.4

% in 2

012.

This

mar

ked incr

ease

is

likel

y to

be

rela

ted t

o im

pro

ved r

esusc

itat

ion e

ffort

s w

ithin

the

com

munity.

Refe

ren

ces

[1].

Jac

obs

I, N

adka

rni V.

Car

dia

c Arr

est

and C

ardio

pulm

onar

y Res

usc

itat

ion O

utc

om

e Rep

ort

s: U

pdat

e an

d S

implif

icat

ion o

f th

e U

tste

in T

empla

tes

for

Res

usc

itat

ion R

egis

trie

s: A

Sta

tem

ent

for

Res

usc

itat

ion.

Cir

cula

tion 2

004;

110:3

385-9

7

[2].

De

Vre

ede-

Sw

agem

aker

s JJ

M,

Gorg

els

APM

, D

ubois

-Arb

ouw

WI

et a

l. O

ut-

of-

Hosp

ital

Car

dia

c Arr

est

in t

he

1990s:

A P

opula

tion-B

ased

Stu

dy

in t

he

Maa

stri

cht

Are

a on I

nci

den

ce,

Char

acte

rist

ics

and

Surv

ival

. Jo

urn

al o

f th

e Am

eric

an C

olle

ge

of

Car

dio

logy

1997;

30:

1500-5

Co

rresp

on

den

ce t

o:

Ruud W

.M.

Pijls

ruud.p

ijls

@m

um

c.nl

Dep

artm

ent

of

Car

dio

logy

T +

3143 3

8 7

5102

Maa

strich

t U

niv

ersi

ty

P.O

. Box

616

6200 M

D

Maa

strich

t, T

he

Net

her

lands

Pu

rpo

se o

f th

e s

tud

y

To a

sses

curr

ent

surv

ival

and r

elat

ed f

acto

rs o

f out-

of-

hosp

ital

sudden

car

dia

c ar

rest

(SCA)

in t

he

pro

vince

of

Lim

burg

, th

e N

ether

lands.

CA

PH

RI

Sch

oo

l fo

r P

ub

lic

Healt

h a

nd

Pri

mary

Care

2012

19

92

To

tal N

(%)

Sur

vivo

rs N

(%)

Tota

l 42

4 (1

00)

101

(23.

8)

Witn

esse

d 33

0 (7

7.8)

97

(29.

4)

10.6

2

Non

witn

esse

d 86

(20.

3)

4 (4

.7)

Unk

now

n 8

(1.9

) 0

(0.0

)

Out

side

hom

e 13

8 (3

2.5)

44

(31.

9)

182

In th

e ho

me

286

(67.

5)

57 (1

9.9)

72

Bys

tand

er B

LS

237

(55.

9)

80 (3

3.8)

17

.62

No

byst

ande

r B

LS

162

(38.

2)

17 (1

0.5)

11

.72

AED

con

nect

ed

106

(25.

0)

36 (3

4.0)

No

AED

con

nect

ed

318

(75.

0)

65 (2

0.9)

Asys

tole

/ PE

A 16

6 (3

9.2)

3

(1.8

)

Vent

ricul

ar fi

brill

atio

n 22

3 (5

2.6)

91

(40.

8)

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 9

Page 10: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

W E T E N P R A K T I J K

10 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 11: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 11

Page 12: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

12 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 13: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

F  P  A  M  Janssen  «address6»  «address7»      Amsterdam,  2  juni  2014      Geachte  heer  «d1prfxnm1»,    Sommige  mensen  willen  in  geen  geval  gereanimeerd  worden.  De  wet  geeft  mensen  het  recht  een  behandeling  te  weigeren.  Als  u  niet  gereanimeerd  wilt  worden,  is  het  belangrijk  dat  u  dit  vastlegt.  Alleen  zo  kunnen  artsen  en  reddingswerkers  gehoor  geven  aan  uw  wil.  

De  NVVE  ontwikkelde,  naast  het  behandelverbod,  een  niet-­‐reanimerenpenning.  Daarop  staat  duidelijk  dat  u  onder  geen  enkele  omstandigheid  gereanimeerd  wilt  worden.  De  penning  is  voorzien  van  uw  handtekening,  foto,  naam  en  geboortedatum.  Hij  wordt  zonder  ketting  geleverd.  

Het  dragen  van  een  niet-­‐reanimerenpenning  biedt  geen  absolute  garantie  dat  u  niet  gereanimeerd  wordt,  maar  maakt  wel  de  kans  groter  dat  uw  wil  wordt  uitgevoerd.  Informeer  daarom  ook  uw  naasten,  vrienden  en  buren  over  uw  wensen  ten  aanzien  van  wel  of  niet  reanimeren.  

De  penning  kost  u  eenmalig  €  37,50.  U  kunt  de  penning  uitsluitend  aanvragen  door:  • uw  handtekening  met  zwarte  fine-­‐liner  precies  in  het  linkervakje  onder  te  plaatsen  • een  recente,  originele  kleurenpasfoto  in  het  vak  rechts  onderaan  te  bevestigen  • een  kopie  van  een  geldig  identiteitsbewijs  bij  te  voegen  (hiermee  controleren  wij  voor  ambulance-­‐personeel  en  EHBO’ers  dat  u  zelf  de  penning  heeft  aangevraagd;  deze  kopie  zal  na  de  controle  worden  vernietigd)  

• uw  rekeningnummer  in  te  vullen  en  uw  handtekening  te  zetten,  waardoor  u  een  eenmalige  machtiging  verstrekt  voor  het  incasseren  van  €  37,50.  

 

Rekeningnummer:   Handtekening:  

└─┴─┴─┴─┴─┴─┴─┴─┴─┴─┘  

Stuurt  u  dit  formulier  naar:    NVVE  -­‐  POSTBUS  75331  -­‐  1070  AH    AMSTERDAM  

De  levertijd  van  de  penning  bedraagt  ongeveer  twee  maanden.     «sub_nr»  

   

             «sub_nr»  

         Controleer  svp  uw  adresgegevens  bovenaan,  uw  lidnummer  hiernaast    en  uw  geboortedatum:  :  11-­‐08-­‐1952      

 

 

Niet reanimeren

Handtekening in het zwart binnen het kader plaatsen s.v.p.

Foto recht inhet kader plakken

Page 14: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

De niet-reanimerenpenning

De penning is geheel van aluminium gemaakt, is ongeveer 26 x 45 mm groot en enkele millimeters dik. De levertijd van de penning is lang. Dat komt omdat de producent de penning in meerdere stappen moet produceren. Dit is een tijdrovende procedure. De penning heeft doorgaans een levensduur van vijf tot zeven jaar.

De rechtsgeldigheid van de niet-reanimerenpenningOp 21 september 2010 verklaarde de toenmalig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) dat de niet-reanimerenpenning een geldige wilsverklaring is volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek, waarin de Wet op de GeneeskundigeBehandelingsovereenkomst (WGBo) is opgenomen. Dit betekent dat zonder toestem-ming van de persoon de hulpverlener (artsen, verpleegkundigen en andere medischehulpverleners) niet mogen doen. Ook niet-professionele hulpverleners dienen op basis van artikel 11 van de grondwet (iedereen heeft recht op onaantastbaarheid van het lichaam) de penning te respecteren. In het ambulanceprotocol van maart 2011 is de penning opgenomen. Ambulanceverpleegkundigen kunnen dus op de hoogte zijn van de wettelijke status van deniet-reanimerenpenning. Ook in het lesmateriaal van het Oranje Kruis, verantwoor-delijk voor cursussen EHBO, is de penning opgenomen. De niet-professionele hulp-verleners hoeven de reanimatie niet te starten wanneer de penning zichtbaar is. Als zij toch gaan reanimeren tot de professionele hulpverlener aanwezig is, dient deze laatste de reanimatie te stoppen.

© 2013, NVVE AMSTERDAM

Voorbeeld niet-reanimerenpenning

Draagt u de penning altijd zichtbaar.Noch de EHBO-er, noch het ambulancepersoneel gaat op zoek naar de penning.

Bij reanimatie geldt dat elke seconde telt.

Page 15: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevings-kans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de over-levingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In ge-sprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reani-matie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Na reanimatie ben je toch een kasplant) Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de over-levingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In ge-sprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reani-

Informatie over(niet-)reanimeren

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 15

Page 16: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Niet-reanimerenpenning Reanimeren is in acute situaties van hartstilstand of ademstilstand de eerste vorm van hulpverlening. Som-mige mensen willen niet gereani-meerd worden. Het is van belang dat artsen en hulpverleners tijdig op de hoogte zijn van deze wens. De NVVE heeft daarvoor een niet-reanimeren-penning ontwikkeld.

Deze voorlichtingsfolder geeft infor-matie over reanimatie en bespreekt overwegingen die een rol spelen bij een niet-reanimeren wens. Wij hopen hiermee een bijdrage te leveren aan een weloverwogen be-sluit om de penning al dan niet te gaan dragen.

Wat is reanimatie?Reanimatie betekent letterlijk: “de geest (animus) terug (re)”. Iemand wordt weer tot leven gewekt. Reani-matie kan levensreddend zijn bij hart-stilstand, dreigende verdrinking en bewusteloosheid bijvoorbeeld na een ernstig ongeluk. Een hartstilstand leidt binnen enkele minuten tot een ademstilstand en omgekeerd leidt onvermogen om te ademen binnen enkele minuten tot een hartstilstand. Bij reanimatie brengt de hulpverlener met hartmassage en mond-op-mond beademing de bloedcirculatie en de ademhaling kunstmatig op gang. Hoe sneller dit gebeurt, hoe kleinerde kans op schade aan hart of hersenen door zuurstoftekort. Ook kunnen de eigen hartslag en bloedsomloop weer worden opgewekt door een elektri-sche schok met behulp van een AED (Automatische Externe Defibrillator), indien er sprake is van een te defibril-leren hartritmestoornis.

Wat is de overlevingskans?De kans een hartstilstand te overleven is sterk afhankelijk van de omstandig-

De niet-reanimerenpenning is een behandelverbod ten aanzien van reanimeren. Een op zichzelf staande verklaring, gedragen aan een halskettinkje, en voorzien van pasfoto, handtekening, naam en geboortedatum. De penning is van aluminium en heeft een af-meting van 4,5 x 2,5 cm (h x b). Als u deze penning zichtbaar draagt, zal dit opgemerkt worden bij reanimatie. Volgens de Wet op de Geneeskundige Behandelings-overeenkomst (WGBo) mag u dan niet worden gereanimeerd.

16 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 17: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

heden, leeftijd en de snelheid waar-mee de reanimatiepoging kan worden gestart. Omdat de juiste hulp op de plek des onheils meestal niet (tijdig) aanwezig is, komt reanimatie vaak te laat. Als het de hulpverleners niet meer lukt om de bloedsomloop weer op gang te brengen, wordt de reani-matiepoging gestaakt. Als het wel lukt, wordt het slachtoffer naar het zieken-huis vervoerd voor verdere behande-ling. De overlevingskans neemt sterk toe als hartmassage en mond-op-mond be-

ademing al is gestart voordat de am-bulance arriveert of als op het mo-ment van hartstilstand al ambulancepersoneel aanwezig is. Als alle factoren gunstig zijn, is de overle-vingskans ongeveer 50 procent, maar die daalt snel tot slechts 2 à 3 procent als alles tegenzit. Uiteraard is de over-levingskans niet van tevoren bekend. Het hangt helemaal af van de situatie en de medische conditie waarin een hartstilstand zich voordoet. De kans op succesvolle reanimatie is de laatste tien jaar toegenomen. Vooral door de

20 van de 100 mensen van 70 jaar of ouder overleven een reanimatietijdens het verblijf in het ziekenhuis.

3 van de 20 overlevenden hebben ernstige blijvende schade.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 17

Page 18: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

introductie van de AED, maar ook door de sterke verbetering van de behandeling in het ziekenhuis. Door meer kennis en beschikbaarheid van medische technieken zullen de overle-vingskansen in de toekomst verder toenemen. Recente onderzoeken in eigen land wijzen uit dat bij gemid-deld 65-jarigen de overleving na re-animatie buiten het ziekenhuis ruim 20% is.

Wat merkt het slachtoffer?Van de reanimatie(poging) zelf

merkt het slachtoffer niets. Als het slachtoffer niet ter plekke overlijdt, zal hij naar het ziekenhuis worden vervoerd. Daar vindt verdere behan-deling plaats op de intensive care. Het slachtoffer wordt enkele dagen in diepe slaap gehouden. Als daarna de toediening van slaapmiddel wordt gestopt, is het afwachten of en hoe iemand ontwaakt. Dit kan enkele dagen duren. Als de patiënt niet wakker wordt, zal in overleg met de familie worden besloten alsnog alle behandelingen te staken. Het slacht-

8 van de 100 mensen van 70 jaar of ouder overleven een reanimatiebuiten het ziekenhuis.

4 van de 8 overlevenden hebben ernstige blijvende schade.

18 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 19: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

offer overlijdt zonder er iets van te hebben gemerkt.In ongeveer een derde tot de helft van de gevallen wordt iemand na enkele dagen wel wakker. Aanvankelijk in sterk verwarde toestand en met een groot ‘gat’ in het geheugen. De patiënt zal zeker in het begin ook snel dingen vergeten, zoals bezoek van familie. In de loop van enkele dagen verbetert de toestand meestal en vindt geheel of gedeeltelijk herstel plaats.

Hoe groot is de kans op (blijvende) schade?Er is uitgebreid onderzoek gedaan, ook in Nederland, naar de toestand van mensen die een reanimatie hebben overleefd*. Hierbij wordt gekeken naar zowel fysieke kwaliteiten als psychi-sche factoren. Kan iemand zelfstandig functioneren? Verandert de relatie met partner? Kan iemand terugkeren naar het (oude) werk? Vooral onderzoek in eigen land laat zien dat het overgrote deel van de overlevenden, en/of hun partners in meer of mindere mate nadelige gevol-gen ondervinden, zoals geheugen- en concentratieproblemen. Twee à drie procent van de overlevenden is zorgaf-hankelijk. Hoe zwaar deze ‘schade’ weegt ten opzichte van niet-meer-leven, is een zeer persoonlijke kwestie. Voor mensen die aan het einde van het leven zijn, kan een plotseling over-lijden een geschenk zijn dat de voor-keur verdient boven overleven met het

risico van ongemakken. De toestand ‘kasplant’ is zeldzaam.

Wel of niet reanimeren?De beslissing of u wel of niet gereani-meerd wilt worden, is aan u. Niet iedereen wil gereanimeerd worden. Sommige mensen zien een hartstil-stand als een mooie dood. Overwe-gingen om een niet-reanimerenpen-ning te dragen kunnen zijn:

a. Mijn leven is voltooid Er zijn mensen die op een leeftijd

zijn gekomen dat zij de natuur haar gang willen laten gaan. Zij hebben de balans van hun leven opgemaakt. De ouderdomskwalen nemen toe en vaak zijn veel fami-lieleden en vrienden al overleden. Zij verkiezen de dood boven het leven.

b. Voor mij hoeft het niet meer Leeftijd is niet altijd de belangrijk-

ste overweging. Voor sommige mensen zijn gezondheid, kwaliteit van leven, sociale contacten met familie en vrienden belangrijk. Ondanks dat beschouwen zij een hartstilstand als een ‘mooie’ (snel-le en pijnloze) dood.

c. Na reanimatie ben je toch een kasplant Er zijn ook mensen die niet gere-

animeerd willen worden vanwege de risico’s. Zij wensen niet in een

* Multidisciplinaire richtlijn besluitvorming over reanimatie

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 19

Page 20: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

situatie terecht te komen waar-in een ‘normaal’ leven niet meer mogelijk is. Zij willen bewust dat risico niet lopen.

Uw wens teltIn de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBo) is uw behandelrelatie met de arts of verpleegkundige vastgelegd. De wet verplicht artsen en professio-nele hulpverleners patiënten te informeren over een voorgenomen medische behandeling. Op basis hiervan kan een patiënt een wel-overwogen beslissing nemen om een behandeling al dan niet te ondergaan. Een van de rechten van de patiënt is namelijk om een be-handeling te weigeren. Bij de over-wegingen rond een reanimatie is de situatie anders: een hartstil-stand treedt meestal geheel onver-wacht op.

Omstanders of familie zullen 112 inschakelen en hulp inroepen. Hulpverleners (ambulanceperso-neel, arts en verpleegkundigen) zullen bij aankomst de situatie beoordelen en eerste hulp bieden.

Als iemand niet bij bewustzijn is en niet normaal ademt, wordt reani-matie gestart. Zij zullen in ieder geval hartmassage en beademing toepassen en indien nodig ook een elektrische schok toedienen om het normale hartritme te herstellen. De hulpverleners kennen u niet. Er is dus geen gelegenheid om tevoren met deze behandelaars te spreken over uw wensen. U kunt alleen door het zichtbaar dragen van een niet-reanimerenpenning aangeven dat u geen reanimatie wenst. De pro-fessionele hulpverlener zal deze wens respecteren wanneer deze ervan overtuigd is dat uw besluit geheel vrijwillig, na voldoende in-formatie over kansen en risico’s, is genomen. De informatie in deze folder kan daarvoor zorgen.

In gesprekHet is goed mogelijk dat u na het lezen van deze folder nog vragen heeft. Wij adviseren u deze te be-spreken met uw huisarts en ook uw familie in uw overwegingen te betrekken. Als u heeft besloten de niet-reanimerenpenning aan te schaffen, informeer dan uw naas-ten. Zij zijn immers vaak degenen die bij een hartstilstand moeten beslissen over het inroepen van acute hulp en het starten van re-animatiepogingen.

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR EEN VRIJWILLIG LEVENSEINDE

Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevings-kans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de over-levingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In ge-sprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reani-matie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Na reanimatie ben je toch een kasplant) Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de over-levingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In ge-sprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reanimatie? Wat is de overlevingskans? Wat merkt het slachtoffer? Hoe groot is de kans op (blijvende) schade? Wel of niet reanimeren? Uw wens telt In gesprek www.nvve.nl Niet-reanimerenpenning Wat is reani-

Postbus 75331

1070 ah Amsterdam

t 020 620 06 90

[email protected]

www.nvve.nl

Mei 2014

20 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 21: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

A R T I K E L

L A N G E N E U S N A A R D E D O O D

Mag je iemand die dood is net zo lang hard op de borst slaan tot hij weer een beetje begint te leven? Ja en nee. En het moet al helemaal niet. ‘Mensen zouden heel goed moeten nadenken voor ze iemand gaan reanimeren.’

Wilma de Rek

Over reanimatie kun je heel verschillende verhalen vertellen. Zo heb je het verhaal van de man die in januari 2000 in een stad in Noord-Holland vol vuur zijn nieuwjaarsspeech stond te houden en plotseling omviel - zijn hart was gestopt met kloppen. Een toevallig aanwezige politieman rende naar zijn auto, haalde er de Automatische Externe Defibrillator uit die hij een paar dagen eerder bij wijze van proef had gekregen en gaf de omgevallen man een stroomstoot. Hij leefde nog lang en gelukkig. Maar er is ook het verhaal van prins Friso. Hoe dat is begonnen, weet iedereen; hoe het afloopt, weet niemand. Zijn reanimatie duurde vijftig minuten. Dat is erg lang, zei zijn behandelend arts Wolfgang Kol-ler tijdens de persconferentie in Innsbruck, twee weken geleden: ‘Men kan ook zeggen: te lang.’ Het verhaal van Friso baart reanimatiedeskundigen zorgen. Om Friso zelf, maar ook om de beeldvorming. ‘Zie je wel’, zullen de mensen zeggen. ‘Hij wordt een kasplantje. Dat krijg je er nou van, van al dat gere-animeer. Ze hadden die man met rust moeten laten.’ En dat is de grote vraag. Mag je iemand die dood is - hij ademt niet, er is geen hartslag - net zo lang hard op de borst slaan tot hij weer een beetje begint te leven? Het antwoord is: ja, dat mag. Sterker: dat moet. Volgens artikel 450 van het Wetboek van Strafrecht is elke burger verplicht hulp te verlenen aan iemand die in onmiddel-lijk levensgevaar verkeert. Een reanimatiepoging valt onder hulp aan iemand in onmiddellijk levensgevaar en wordt door professionals al-tijd gestart, tenzij er een goe-de reden is om ervan af te zien. De richtlijn ‘Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie’, opgesteld door de Nederlandse Reanimatie-raad, noemt als voorbeelden ‘onthoofding’, ‘lijkstijfheid’ of ‘verkoling’. Ook als het leven van de hulpverlener in gevaar komt, of als voor aanvang duidelijk is dat de patiënt een rechtsgeldige niet-reanima-tieverklaring heeft, hoeft niet met de reanimatie te worden begonnen.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 21

Page 22: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Dus je mag iemand die dood is - hij ademt niet, er is geen hartslag - net zo lang hard op de borst slaan tot hij weer een beetje begint te leven? Nee, dat mag niet altijd. En het moet al helemaal niet, vindt Dick Engberts, hoogleraar medische ethiek en gezondheidsrecht aan het Leids Universitair Medisch Centrum. ‘Artikel 450 kun je beter vergeten. Het artikel staat al sinds 1886 in het wetboek, maar niemand zal worden gestraft als hij niet meteen begint te reanimeren. En terecht. Over reanimatie moet je niet luchtig denken.’ Geen harde uitspraken Het probleem met reanimatie is dat je over veel aspecten ervan nauwelijks harde uitspraken kunt doen, vindt neuroloog Michael Kuiper, voorzitter van de Nederlandse Reanimatieraad en intensi-vist bij het Medisch Centrum Leeuwarden. ‘Globaal kun je zeggen dat van de tien mensen die worden gereanimeerd, er twee weer een normaal leven kunnen leiden. Je moet dus een heleboel re-animaties doen om een paar mensen te helpen, maar zo werkt geneeskunde; soms helpt het, soms niet. Dat geldt ook voor aspi-rine geven, opereren of andere medische ingrepen verrichten.’ Dat vijftig minuten in het geval van prins Friso te lang waren, wil niet zeggen dat een reanimatie van vijftig minuten altijd te lang is, zegt Kuiper; dat hangt onder meer af van de vraag hoe lang de hartstilstand duurde die eraan voorafging. ‘Een reanimatie kan drie kwartier of een uur duren en toch succesvol zijn.’ Vermoedelijk hebben mensen vanaf het moment dat er doden vielen, geprobeerd ze weer tot leven te wekken. Dat ging vaak gepaard met grof geweld. In de 16de eeuw ontdekte Paracelsus dat je gebruik kon maken van een blaasbalg, die lucht in de longen pompte. In de 18de eeuw werden slachtoffers soms opgehangen aan een boom, ondersteboven, en dan op en neer gehesen. Je had de ‘rol’-methode (slachtoffer wordt op ton gebonden en heen en weer gerold) en de ‘dravend paard’-methode (slachtoffer ligt niet op een ton maar op een paard). De moderne manier van reanimeren, een combinatie van hartmassage en beademing, wordt vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw toegepast. Sinds een jaar of tien rukt op scholen, in bedrijven en in openbare gelegenheden als stations de Automa-tische Externe Defibrillator op, kortweg AED, een apparaat waarmee je het slachtoffer van een hartstil-stand een elektrische schok kunt toedienen. Daarvan hangen er in Nederland nu zo’n 40 duizend, relatief meer dan in andere Europese landen. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan Ruud Koster, cardioloog in het Amsterdamse AMC. In de jaren negentig bepleitte hij gebruik van AED’s door leken, en met succes. De eerste niet-medici die toe-stemming kregen om AED’s te gebruiken, waren politie- en brandweermensen, daarna volgde de rest van de bevolking. Iedereen die iemand ineen ziet zijgen, mag nu de AED van de muur grissen en de in-

22 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 23: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

structies volgen die het apparaat hem geeft. ‘Mijn belangrijkste motivatie was dat de gemiddelde tijd tussen het bellen van 112 en het arriveren van een ambulance tien minuten is’, zegt Koster. ‘Dat is in ge-val van een hartstilstand dramatisch lang. Het tijdige gebruik van een AED, door wie ook, verdubbelt de overlevingskans na een hartstilstand. Daar kan toch niemand tegen zijn?’ Waar veel mensen wel op tegen zijn, is het reanimeren van ouderen of zwaar zieken; slachtoffers van een hartstilstand voor wie de dood niet bepaald als een totaal onverwachte vijand kwam. In de zomer van 2011 schreef ambulancemedewerker Erik van Engelen een vlammend stuk in het artsenvakblad Me-disch Contact. Veel te vaak moesten hij en zijn collega’s mensen reanimeren van wie later bleek dat ze daar helemaal niet blij mee waren: mensen op hoge leeftijd wier hart het begaf en die midden in de nacht uit hun huis werden getakeld en naar een ziekenhuis vervoerd. Penning Met die groep mensen zou veel meer ge-praat moeten worden, vond Van Engelen. Hun omgeving moet weten hoe ze eigenlijk over reanimatie denken. Weliswaar bestaat sinds 2007 de mogelijkheid om voor 37,50 euro een ‘reanimeer mij niet’-penning te bestellen bij de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) - er zijn inmiddels ruim 7.500 penningen aan-gevraagd - maar niet iedereen is van die mogelijkheid op de hoogte of wil de hele dag met een penning om zijn nek lopen. Het Albert Schweitzer-ziekenhuis in Dor-drecht experimenteert deze maand met rode polsbandjes voor patiënten die niet gereanimeerd willen worden. Mensen hebben bij reanimatie een te sim-pel beeld, zegt medisch-ethicus Dick Eng-berts. ‘Het is het beeld uit de tv-program-ma’s: iemand valt neer, hulpbereide om-standers snellen toe en aan het eind gaat de patiënt gezond naar huis. Maar in werkelijkheid is het een ingrijpende medische behandeling. Reani-matie is het terugdraaien van de klok. Je behandelt mensen die eigenlijk dood zijn.’ Volgens Engberts moeten bij een reanimatie de regels in acht worden genomen die voor elk medisch ingrijpen gelden. ‘Dat houdt in dat het alleen mag worden uitgevoerd wanneer is voldaan aan twee ba-sale voorwaarden. Er moet een indicatie zijn om iets te doen - dus een situatie waarin deskundige artsen het gegeven de omstandigheden zinvol vinden actie te ondernemen - en er moet toestemming zijn van de betrokkene. Dat laatste is lastig als die persoon feitelijk dood is, dus wordt meestal uitgegaan van een vorm van veronderstelde toestemming.’ Er zijn, zegt Engberts, artsen die vinden dat je niet moet reanimeren als je niet precies weet wanneer de hartstilstand is ingetreden. En hij geeft ze gelijk. ‘Je mag niet zomaar wat doen en daarmee het risico ne-men dat je mensen voor mal en dwaas naar een verpleeg-huis stuurt, waar ze nog dertig jaar kwijlend op hun dood moeten wachten. Wanneer het menselijk brein zes minuten zonder zuurstof is, is het onher-stelbaar beschadigd. ‘Er wordt weleens gedaan of reanimatie twee uitkomsten heeft, maar in werkelijkheid zijn het er drie: iemand is en blijft dood; de reanimatie slaagt; of je krijgt iemand half aan de praat en houdt vervolgens niks over. Dat kan wanneer het brein niet helemaal dood is en nét dat stukje nog intact is dat nodig is voor de ademhaling.’ Grens trekken Volgens Michael Kuiper van de Reanimatieraad is die laatste variant in Nederland een uitzondering. ‘Echt vegetatieve patienten zijn hier maar heel weinig, want bij die mensen wordt de behandeling gestaakt. Je moet een grens trekken. Als iemand na een reanimatie niet wakker wordt, moet je stoppen - en dat ge-beurt in Nederland dus ook. In de regel overlijdt iemand dan binnen vijf tot zeven dagen.’

Foto

: Cha

rlotte

Bog

aert

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 23

Page 24: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

De Nederlandse Reanimatieraad is geen lobbyclub die blind het reanimeren promoot, benadrukt Kuiper. Hij citeert een uitspraak van Peter Safar, een van de grondleggers van de huidige reanimatiepraktijk: death is not the enemy, but occasionally needs help with timing. De dood is de vijand niet, maar heeft soms hulp nodig bij het kiezen van de juiste tijd. ‘De discussie kun je niet loszien van hoe wij omgaan met sterven, met de acceptatie van de dood. Toen mijn grootouders overleden, in de jaren tachtig, nam nie-mand het woord ‘reanimeren’ zelfs maar in de mond. De dood is in de afgelopen jaren steeds verder van ons af komen te staan. We zijn er onthand in en als gevolg daarvan zijn we ook niet altijd goed in staat te zien wanneer reanimeren zinvol is en wanneer niet. ‘Als iemand oud is of ernstig ziek, waardoor allerlei lichaamsfuncties steeds slechter worden en uiteinde-lijk ook het hart ermee stopt, is reanimeren een ontzettend slecht idee. Maar als iemand in de kracht van zijn leven is en hij krijgt een klein hartinfarct, is ingrijpen zinvol en kan het levensreddend zijn.’ Moet reanimatie net zo’n onderwerp van debat worden als bijvoorbeeld euthanasie? Ja, vindt medisch-ethicus Dick Engberts. ‘Er mag niet te gemakkelijk over worden gedaan. Mensen zouden heel goed moe-ten nadenken voor ze iemand gaan reanimeren. Maar daar zijn bijvoorbeeld ambulancebroeders niet op ingesteld. Die zijn opgeleid om te handelen. Toch is het altijd verkeerd om zonder na te denken een der-gelijke ingrijpende medische handeling te verrichten. Het feit dat iemand levenloos op de grond ligt, geeft een ander niet het recht er zomaar bovenop te springen.’

IN NEDERLAND KRIJGEN JAARLIJKS 16.000 MENSEN EEN HARTSTILSTAND In de westerse wereld krijgt jaarlijks ongeveer 1 op de 1.000 mensen een hartstilstand. Voor Ne-derland komt dat neer op 16 duizend mensen per jaar. Daaronder zitten mensen die op kantoor of op een sportveld in elkaar zakken, maar ook ouderen voor wie het alarmnummer 112 is ge-beld. Bij de helft van de mensen met een hartstilstand wordt een poging tot reanimatie gedaan. Die reanimatie duurt doorgaans ten minste 20 minuten. Cardioloog Ruud Koster van het AMC: ‘Dat is geen richtlijn; als je wilt, kunt en vooruitgang ziet, mag je wel twee uur doorgaan met re-animeren. Maar wanneer het hart na 20 minuten reanimeren nog niet op gang is, wordt er vaak gestopt.’ Grofweg kun je zeggen dat van de 1.000 mensen die worden gereanimeerd, er 800 al tijdens de reanimatie of in het ziekenhuis overlijden. Van de overige 200 herstellen er 145 tot 160 goed; 35 tot 40 personen herstellen redelijk (ze zijn grotendeels zelfredzaam) en 5 tot 10 mensen herstellen niet voldoende om zichzelf te kunnen redden.

De Volkskrant, 10 maart 2012

24 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 25: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

A R T I K E L

G U N P A T I Ë N T Z I J N E I N D E

De medische wetenschap maakt steeds meer mogelijk. Het voelt echter niet goed om medewerking te moeten verlenen aan het oprekken van een leven dat eigenlijk al ‘klaar’ is. Een noodkreet uit de am-bulancewereld.

Erik van Engelen

Na ruim elf jaar op de ambulance staan sommige facetten van hulpverlenen mij steeds meer tegen. De medische wetenschap is tot steeds meer in staat. Het resultaat hiervan is dat wij als ambulancehulpver-lener almaar vaker te maken krijgen met oude mensen die in een terminaal stadium van hun leven ver-keren, bij wie het kaarsje langzaam maar zeker, of plotseling, uit kan gaan. Voor de terminale patiënt die ondraaglijk lijdt, levert de gang naar het ziekenhuis louter uitstel op van iets wat hij binnen afzienbare tijd tóch moet ondergaan. De hoogbejaarde die wij door reanimatie in leven houden, ontnemen wij een mooie dood. Wat hij ervoor terugkrijgt is ongewis. In slechts weinig gevallen kan deze patiënt het zieken-huis zonder enig restverschijnsel verlaten.

We moeten ons afvragen of we de hoogbejaarde die wij door reanimatie in leven houden, niet beroven van een mooie dood. We moeten ons afvragen of we de hoogbejaarde die wij door reanimatie in leven houden, niet beroven van een mooie dood.

Onze hoogontwikkelde medische stan-daard verlengt het leven, maar de kwali-teit zal op de langere termijn sterk vermin-deren. In ons dagelijks werk komen we steeds meer mensen tegen die lijden on-der de ouderdom. Fysieke pijn, benauwd-heidsklachten, maar ook eenzaamheid. Het gevolg van onze tussenkomst is verer-gering van deze pijn, omdat we meewer-ken aan het verlengen van hun leven.

HumaanEr is niets in het leven wat zo onherroepe-lijk bij het leven hoort als de dood. We zijn het erover eens dat dit proces zo humaan mogelijk moet verlopen. Pijn en benauwd-heid moeten altijd bestreden worden. Maar het levenseinde heeft ook iets bij-zonders, iets mystieks. Juist het feit dat we vroeg of laat komen te overlijden maakt het leven zo de moeite waard. Om te ster-ven kun je je toch geen betere plaats voor-stellen dan je eigen vertrouwde omgeving met je naasten in de buurt. De kilte van de kliniek is voor de meeste mensen niet de voorkeursplek om te sterven.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 25

Page 26: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Mij bekruipt steeds vaker het gevoel dat wij tegen beter weten in met zulke patiënten naar het zieken-huis worden gestuurd, terwijl abstinerend beleid het meest humaan zou zijn. Een dergelijke beslissing van de dienstdoende huisarts blijft meer en meer uit, omdat de visitearts tegenwoordig slechts bij toeval de eigen huisarts is. De dienstdoende huisartsen op de huisartsen-posten durven deze beslissingen niet te nemen, omdat ze de patiënt onvoldoende kennen. Ook de juridische aansprakelijk-heid speelt mee. De makkelijkste weg is dan: insturen.

BerustenWat wij in deze tijd missen, is een stervens-begeleider – zoals vroeger de pastoor – van wie geen medisch ingrijpen wordt ver-wacht, die mensen het vertrouwen geeft de dood gerust tegemoet te treden. In mijn werk ben ik steeds vaker geneigd om pa-tiënten én familie te doordringen van het feit dat het leven eindig is en daarin te be-rusten. Dit valt helaas buiten mijn verant-woordelijkheid. Wat ik wél kan doen, is een discussie op gang brengen over dit onder-werp. Met als doel meer overleg tussen (huis)arts en palliatieve zorginstellingen, die uitstekende terminale thuiszorg kunnen leveren, en meer respect voor mensen die op basis van hun leeftijd of omstandigheden de regie voor hun levenseinde zélf in de hand willen houden.

Uit: Medisch Contact nr. 23 - 10 juni 2011

Met dit artikel won Erik van Engelen de Zilveren Zeepkist 2009-2011. De Zilveren Zeepkist wordt toegekend voor het meest spraakmakende artikel dat de afgelopen twee jaar in Medisch Contact heeft gestaan.

26 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Foto

: Cha

rlotte

Bog

aert

Page 27: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Publicatie : Arts & Auto Regio : NederlandDatum : 28 feb 2013 Pagina : 22 Frequentie : 12x per jaarcm2 : 696 Advertentiewaarde : € 4.413,00 Oplage : 97.745

WILSVERKLARING - BEPAALDE BEHANDELING JUIST WEL/JUIST NIET WILT NIET TERLOOPS

alleen voor intern/eigen gebruik

D I L E M M A

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 27

Page 28: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Publicatie : Arts & Auto Regio : NederlandDatum : 28 feb 2013 Pagina : 22 Frequentie : 12x per jaarcm2 : 696 Advertentiewaarde : € 4.413,00 Oplage : 97.745

WILSVERKLARING - BEPAALDE BEHANDELING JUIST WEL/JUIST NIET WILT NIET TERLOOPS

alleen voor intern/eigen gebruik

Publicatie : Arts & Auto Regio : NederlandDatum : 28 feb 2013 Pagina : 22 Frequentie : 12x per jaarcm2 : 696 Advertentiewaarde : € 4.413,00 Oplage : 97.745

WILSVERKLARING - BEPAALDE BEHANDELING JUIST WEL/JUIST NIET WILT NIET TERLOOPS

alleen voor intern/eigen gebruik

Publicatie : Arts & Auto Regio : NederlandDatum : 28 feb 2013 Pagina : 22 Frequentie : 12x per jaarcm2 : 696 Advertentiewaarde : € 4.413,00 Oplage : 97.745

WILSVERKLARING - BEPAALDE BEHANDELING JUIST WEL/JUIST NIET WILT NIET TERLOOPS

alleen voor intern/eigen gebruik

28 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 29: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

1288 | Medisch Contact | 1 juli 2010 | 65 nr. 26

behandelingsovereenkomst

Van alle in het ziekenhuis opgenomen patiënten onder­

gaat het merendeel een operatie. Met veel van hen

worden afspraken gemaakt over het reanimatiebeleid in

geval er zich een calamiteit voordoet. De anesthesiologen

van de Isala klinieken bieden vier opties.

Het is gebruikelijk bij opname van patiënten in het ziekenhuis afspra-ken te maken over het reanimatie-

beleid. Met veel van de opgenomen patiënten wordt een niet-reanimeerafspraak gemaakt. Soms komt dit besluit uit de koker van de behandelend arts omdat er medische redenen zijn om af te zien van reanimatie, bijvoorbeeld als de prognose van de patiënt op korte termijn infaust is. In andere gevallen geeft de patiënt zelf aan dat hij niet gereanimeerd wil worden.Als een wilsbekwame patiënt van tevoren kenbaar maakt dat hij niet wil worden gereani-meerd, moet dit worden gerespecteerd. Daar moet echter wel een belangrijke kanttekening bij worden geplaatst: dit geldt naar de letter

van de Wet op de genees-kundige behandelings-overeenkomst (WGBO) misschien onder alle om-standigheden, maar er zijn situaties denkbaar waarin dit minder absoluut is. Als de patiënt namelijk

een (operatieve) behandeling onder algehele of regio nale anesthesie moet ondergaan, doet zich een zodanig nieuwe situatie voor dat de be-staande niet-reanimeerafspraak weer ter discus-sie moet komen te staan.

SucceskansAls bij de opname van de patiënt in het zieken-huis een niet-reanimeerafspraak is gemaakt, geldt deze afspraak voor de hele opname-periode – waarbij een wekelijkse herevaluatie

van deze afspraak verstandig is. Maar bij een operatieve behandeling – al dan niet onder algehele anesthesie – doet zich een bijzondere situatie voor. Veel van de handelingen die plaatsvinden als onderdeel van de algehele anesthesie, hebben grote overeenkomst met de handelingen die worden verricht bij een reanimatie, zoals het zeker stellen van de vrije luchtweg en het toepassen van kunstmatige ademhaling. Wat is in deze omstandigheden nog reanimatie en wat is normaal onderdeel van de anesthesie? Bovendien komt de vraag boven: indien de patiënt het wel proportioneel vindt een operatieve behandeling te ondergaan, moet hij dan ook niet ‘gewoon’ worden gereani-meerd? Een ander argument om peroperatief wel te reanimeren is dat de succeskans van dit witnessed arrest door de onmiddellijke behande-ling veel groter is dan bij een reanimatie op de verpleegafdeling.In veel ziekenhuizen is het gebruikelijk de niet-reanimeerafspraak automatisch op te schorten als de patiënt zal worden geope-reerd. Opvallend is dat hierover meestal geen concrete afspraken lijken te bestaan, laat staan dat bij individuele patiënten hierover een concreet beleid wordt afgesproken. Toch is dat zeer gewenst, zeker omdat 15 procent van alle ziekenhuis patiënten bij wie een besluit tot niet-reanimeren is genomen, een operatie ondergaat.De vraag is dan ook: Wat is de betekenis van een van tevoren gemaakte ‘algemene’ afspraak tot niet-reanimeren voor het reanimatiebeleid perioperatief?

Erwin Smelt,

Karel Kuizenga,

anesthesiologen, Isala klinie­ken te Zwolle

Correspondentieadres:[email protected]; c.c. [email protected]

Geen belangenverstrengeling gemeld.

Afspraken over reanimeren

Isala klinieken bieden operatiepatiënten vier opties

Wat is nog reanimatie en wat is normaal onderdeel van de anesthesie?

A R T I K E L

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 29

Page 30: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

65 nr. 26 | 1 juli 2010 | Medisch Contact | 1289

behandelingsovereenkomst

In veel ziekenhuizen is het

gebruikelijk de niet­reanimeer­

afspraak op te schorten als de

patiënt wordt geopereerd.

beeld: iStockphoto

Reanimeren maar ook niet-reanimeren is na-melijk niet een automatisme zonder meer.

Niet-reanimeerwensAfspraken over wel of niet reanimeren moeten – in principe – door de hoofdbehandelaar samen met de patiënt worden gemaakt. Juri-disch gezien is de hoofdbehandelaar verant-woordelijk. Als een patiënt preoperatief een niet-reanimeerwens uitspreekt, is het noodza-kelijk dat de hoofdbehandelaar de proporti-onaliteit van de ingreep opnieuw beoordeelt, daarbij mag de inbreng van de anesthesioloog met zijn specifieke expertise betreffende de perioperatieve zorg niet ontbreken.

Er zijn perioperatief vier beleidskeuzes moge-lijk:1. Algemene beleidslijn: het NR-besluit

wordt 24 uur opgeschort. Een patiënt bij wie een niet-reanimatiebeleid

is afgesproken, wordt bij een calamiteit – peroperatief en de eerste 24 uur postopera-tief – altijd gereanimeerd tenzij er een duidelijke andere afspraak is gemaakt.

2. Drie varianten zijn mogelijk: a. Handhaven NR-besluit In dit geval wordt peroperatief niet gere-

animeerd, het anesthesiologisch handelen wordt beperkt tot die handelingen die voor de ‘normale’ uitvoering van de anesthesie gebruikelijk zijn.

(Bijvoorbeeld bij patiënten die in een terminale fase van een levensbedreigend

ziekteproces verkeren en nog een palliatieve ingreep ondergaan.)

b. Gedeeltelijk opschorten NR-besluit In dit geval worden er concrete afspraken

gemaakt over welke (be)handelingen wel en welke niet zullen worden uitgevoerd bij een circulatiestilstand. (Bijvoorbeeld wel of geen cardiotonica, wel of niet defibrilleren, wel of niet beademen, wel of niet naar de intensive care.)

c. Gewogen reanimatie In dit geval maken de behandelende specia-

listen tijdens de eventuele reanimatie de definitieve keuze.

Dit veronderstelt wel voldoende inzicht in het ziekteproces van de patiënt en de reanimatie-mogelijkheden. Ook moet er bij de behande-laars voldoende ‘ethisch gevoel’ zijn om tot goede keuzes te kunnen komen.Deze van de algemene beleidslijn afwijkende afspraken kunnen alleen worden gemaakt in samenspraak tussen de patiënt, de betrokken operateur en de anesthesioloog. De afspraak wordt – inclusief argumentatie – in het me-disch dossier vastgelegd.In principe voeren de bij de besluitvorming betrokken operateur en anesthesioloog zelf de medische behandeling uit. Als het door om-standigheden noodzakelijk is, kan de patiënt door een andere operateur en/of anesthesioloog worden behandeld, maar alleen nadat er een duidelijke overdracht heeft plaatsgevonden en de andere operateur of anesthesioloog kan instemmen met het afgesproken beleid.

SAMeNvAttiNgnAls een patiënt in

het ziekenhuis wordt

opgenomen, is het

gebruikelijk om een

afspraak te maken over

het reanimatiebeleid.

nIn de Isala klinieken

heeft de maatschap

anesthesiologie de

keuzemogelijkheden

verwerkt tot een

werkafspraak, waarin

naast de mogelijkheid

van opschorten van het

niet­reanimeerbesluit

drie alternatieven

worden geboden.

30 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 31: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Wilsverklaring tot niet-reanimeren van cliënten

in verzorgingshuizen van Zorggroep Charim Brenda Ott, huisarts te Zeist, 8 juni 2012

INLEIDING EN MOTIVATIE

In Zeist zijn de meeste verzorgingshuizen aangesloten bij Zorggroep Charim.

Dit kwaliteitsproject heeft betrekking op deze verzorgingshuizen.

Voor de cliënten in de verzorgingshuizen van Zorggroep Charim wordt een Zorgleefplan (ZLP) opgesteld

door de eerste verantwoordelijk verzorgende(n) (EVV).

Onderdeel van het ZLP is de reanimeerwens van de bewoner.

In het reanimatiebeleid van Zorggroep Charim wordt de cliënten geadviseerd om hun niet-reanimeerwens

vast te leggen in een wilsverklaring en deze kenbaar te maken aan hun naasten en hun huisarts.

Doel van dit kwaliteitsproject is om officiële wilsverklaringen op te stellen en de cliënten te

ondersteunen bij het maken van een bewuste keuze. De motivatie tot dit project komt voort uit het

doel om te voorkomen dat deze cliënten (kwetsbare ouderen) onnodig gereanimeerd worden.

WERKWIJZE Informatiebijeenkomsten in de verzorgingshuizen met de EVV, teammanagers en geestelijk verzorgers.

Aandacht voor ervaring, beleving en het delen van heersende kennis en ideeën over reanimatie van kwetsbare ouderen met bijbehorende co morbiditeit . Opstellen van een wilsverklaring (zie voorbeeld) die gebruikt kan worden door de EVV in

de verzorgingshuizen, die overdraagbaar is aan de huisartsen van de cliënten, de huisartsenpost en eventueel andere zorgverleners, zoals ambulanceverpleegkundigen, artsen op de spoedeisende

hulp en specialisten in het ziekenhuis.

BEVINDINGEN Dit project sluit goed aan op de behoefte van zowel het management als de EVV van de verzorgingshuizen om de reanimeerwensen van de bewoners zorgvuldig in kaart te brengen. De bewoners geven in de wilsverklaring aan dat ze hun wens ook kenbaar willen maken aan hun

huisarts, aan de huisartsenpost en eventueel andere zorgverleners. De informatiebijeenkomsten hebben de EVV meer middelen gegeven om de wilsverklaring met betrekking tot niet-reanimeren

bespreekbaar te maken met de cliënten. Zowel in de verzorgingshuizen, als op de huisartsenpost en de afdeling Geriatrie en Neurologie van het Diakonessenhuis in Zeist zijn de medewerkers enthousiast over dit kwaliteitsproject dat leidt tot

een verbetering van de samenwerking van de zorgverleners en daarmee ook de kwaliteit van zorg aan de cliënten van Zorggroep Charim.

Correspondentieadres: Laantje zonder Eind 3, 3701 BT Zeist, [email protected]

NHG-kaderopleiding Ouderengeneeskunde, Kwaliteitsproject

WILSVERKLARING TOT NIET-REANIMEREN

Hierbij verklaar ik, dat ik niet gereanimeerd wil worden in geval van een

hartstilstand.

Naam: ……………………………………………………….

Voornamen: ……………………………………………….

Geboortedatum: ………………………………………….

Huisarts: ……………………………………………………. Zorginstelling: …………………………………………….

Opgemaakt te: …………………………………………… Datum: ………………………………………………………

Met de ondertekening van deze wilsverklaring geef ik toestemming aan mijn huisarts om de huisartsenpost en eventuele andere zorgverleners te

informeren over mijn voorkeur om niet gereanimeerd te willen worden.

Handtekening:

SAMENVATTING

  Cliënten van Zorggroep Charim in Zeist die naar hun reanimeerwens worden gevraagd

hebben behoefte aan voorlichting door een EVV en desgewenst begeleiding door een

geestelijk verzorger bij het maken van hun keuze.

  De wilsverklaringen zijn ook goed implementeerbaar op de huisartsenpost in Zeist.

  Het opstellen van wilsverklaringen tot niet-reanimeren bij cliënten van verzorgingshuizen

van Zorggroep Charim in Zeist verbetert de kwaliteit van zorg aan deze groep ouderen.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 31

Page 32: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

WILSVERKLARING TOT

NIET-REANIMEREN Hierbij verklaar ik, dat ik niet gereanimeerd wil worden in geval van een hartstilstand. Naam: …………………………………………………………………………………………… Voornamen: ……………………………………………………………………………………. Geboortedatum: ………………………………………………………………………………. BSN:……………………………………………………………………………………………….. Adres:……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… (Huis)arts:……………………………………………………………………………………….. Datum: …………………………… te: ………………………………………………… Met de ondertekening van deze wilsverklaring geef ik toestemming aan mijn (huis)arts om de huisartsenpost en eventuele andere zorgverleners* te informeren over mijn keuze om niet gereanimeerd te willen worden. Handtekening:

*Informatie over een wilsverklaring tot niet-reanimeren wordt doorgegeven als iemand wordt vervoerd per ambulance of opgenomen wordt in een ziekenhuis of in een verzorgingshuis of verpleeghuis gaat wonen.

W I L S V E R K L A R I N G ( B R E N D A O T T )

32 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 33: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500

EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN

alleen voor intern/eigen gebruik

W E L O F N I E T R E A N I M E R E N

Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500

EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN

alleen voor intern/eigen gebruik

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 33

Page 34: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500

EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN

alleen voor intern/eigen gebruik34 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 35: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500

EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN

alleen voor intern/eigen gebruik NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 35

Page 36: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Publicatie : de Dokter Regio : NederlandDatum : 31 jul 2013 Pagina : 22 Frequentie : 9x per jaarcm2 : 1.912 Advertentiewaarde : € 7.425,00 Oplage : 12.500

EUTHANASIE NIET TERLOOPS ALLEEN OVER PERSONEN

alleen voor intern/eigen gebruik

36 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 37: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

JuRIDISch

Page 38: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER
Page 39: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

K A M E R B R I E F

Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl

Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412

Bijlagen

Uw brief

Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.

Pagina 1 van 7

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten�Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 21 september 2010 Betreft Reactie op de motie�Schermers inzake de niet�reanimerenpenning Geachte voorzitter,

Hierbij informeer ik u over de uitvoering van de motie�Schermers1. In deze motie verzoekt uw Kamer aan de regering: • duidelijkheid te verschaffen over de eisen die aan een rechtsgeldige niet�

reanimerenpenning moeten worden gesteld; en daarnaast • definitieve duidelijkheid te verschaffen over de juridische status van de niet�

reanimerenpenning. Voorgeschiedenis In 2006 introduceerde de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) de niet�reanimerenpenning. Deze kwam in plaats van de niet�reanimeren�pas, waarbij overigens ook een penning hoorde. De nieuwe niet�reanimeren�penning heeft als doel om hulpverleners op een snellere en meer adequate wijze te attenderen op de wens van personen ten aanzien van niet�reanimatie. Het voordeel van de niet�reanimerenpenning is dat hulpverleners niet langer meer op zoek hoeven naar een niet�reanimerenpas; dat was wel het geval wanneer zij op het lichaam van een patiënt met een acute circulatiestilstand de ‘oude’ penning aantroffen. Alle benodigde gegevens staan immers op de nieuwe penning, te weten naam, geboortedatum en handtekening plus pasfoto van de bezitter. Toch leidde de nieuwe niet�reanimerenpenning tot discussie in het veld van de hulpverleners over de praktische toepasbaarheid en de juridische status ervan. Zo konden Stichting Ambulancezorg Nederland (AZN), de Vereniging van Verpleeg�kundigen en Verzorgenden Nederland Ambulancezorg (V&VN) en de Vereniging van Medisch Managers Ambulancezorg (NVMMA) zich niet verenigen met de richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) ‘Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie’ van oktober 2008. Hierin is immers aangegeven dat, hoewel de rechtsgeldigheid van de niet�reanimerenpenning (nog) niet bij de rechter is getoetst, bekendheid met de wens van een slachtoffer niet gereani�meerd te willen worden, door het aantreffen van een rechtsgeldige niet�reanima�tieverklaring of niet�reanimerenpenning op of bij het slechtoffer, invloed zal moeten hebben op het handelen van de professionele hulpverlener. Genoemde partijen wensten vooralsnog te blijven vasthouden aan de strekking van het vigerende landelijke protocol ambulancezorg 5.8 ‘Niet starten behandeling’, waarin geen ruimte is gelaten voor het respecteren van de niet�reanimerenpenning. De NRR�richtlijn is dan ook door hen tot nu toe nog niet geïmplementeerd. Wel is op basis van de richtlijn een concept�protocol opgesteld.

1 Kamerstukken II, 2009�2010, 29 835, nr. 57

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 39

Page 40: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412

Pagina 2 van 7

Op Kamervragen van het lid Koser Kaya2 heeft voormalig staatssecretaris, mevrouw Bussemaker, geantwoord dat de niet�reanimerenpenning op grond van artikel 7:450 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) dezelfde rechtskracht heeft als een papieren wilsverklaring. Bij de plenaire behandeling van de Wet ambulancezorg in de Eerste Kamer3 heb ik aangegeven dit standpunt te delen. De ambulancesector bleek echter nog niet overtuigd. Vanuit de professionele invalshoek bleef de sector problemen zien met betrekking tot de verificatie van de niet�reanimerenpenning in de dagelijkse werkpraktijk, zowel ten aanzien van de identiteit van de drager als ten aanzien van de reikwijdte van diens wilsverklaring. Daarnaast had de sector bedenkingen bij de uitgifte door de NVVE, wat betreft de betrouwbaarheid van de identiteit op de penning en de zorgvuldigheid van de voorlichting richting aanvragers en dragers. Tegen bovenstaande achtergrond heb ik de motie�Schermers gelezen en geïnterpreteerd. De overweging in de motie, dat reanimeren over leven en dood gaat, deel ik volkomen. Daarom is het dan ook van cruciaal belang dat hulpverleners in een dergelijke situatie snel doch zorgvuldig moeten kunnen handelen. In dat kader begrijp ik de behoefte van de ambulancesector aan ultieme duidelijkheid. Zowel in het parlementaire debat met uw Kamer en met de leden van de Eerste Kamer, als in de gedachtewisselingen met vertegenwoordigers van de sector heb ik steeds naar voren gebracht dat ik graag alle onduidelijkheid bij de sector wil wegnemen. Want ik vind het uitermate belangrijk dat ambulancemedewerkers en andere hulpverleners die in de dagelijkse praktijk regelmatig geconfronteerd worden met de acute noodzaak van levensreddend handelen, doortastend en adequaat kunnen optreden, met de wetenschap dat hun handelen of abstineren in overeenstemming is met de wettelijke voorschriften. In deze brief beschrijf ik allereerst de juridische status van de niet�reanimeren�penning en de implicaties hiervan in de dagelijkse praktijk. Vervolgens ga ik in op de verkrijgbaarheid van de niet�reanimerenpenning en op de in het kader van de afgifteprocedure te hanteren zorgvuldigheidseisen. Ten slotte wordt stilgestaan bij het gevolg geven aan het op de penning weergegeven behandelverbod in acute situaties en bij de redenen op grond waarvan door de hulpverlener in voor�komende gevallen van dit principe kan worden afgeweken. Daarbij baseer ik mij op de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), zoals vastgelegd in afdeling 7.7.5 van het Burgerlijk Wetboek (BW), en op de brief ‘Juridische status van wilsverklaringen in de gezondheidszorg’4 van de toenmalige minister van Justitie, mede namens mijn ambtsvoorganger. Tevens betrek ik in dit kader de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg d.d. 19 april 2007 over een negatieve wilsverklaring5. In deze uitspraak stelt het Centraal Tuchtcollege twee zorgvuldigheidseisen. Kort samen�gevat, komen die er op neer dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen dat de wilsverklaring afkomstig is van de patiënt en dat de omstandigheden overeenstemmen met het behandelverbod zoals in de verklaring aangeduid. Juridische status niet�reanimerenpenning Zoals de voormalig staatssecretaris in uw Kamer heeft betoogd, door mij in de Eerste Kamer is herhaald, en in de beantwoording van hiervoor genoemde Kamervragen is bevestigd, is de niet�reanimerenpenning te beschouwen als een

2 Kamerstukken II, 2008�2009, Aanhangsel Handelingen 235 3 Kamerstukken I, 2008�2009, Handelingen 11�558 4 Kamerstukken II, 1999�2000, 26 885, nr. 1 5 beslissing in zaak nr. 2006/166

40 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 41: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412

Pagina 3 van 7

schriftelijke wilsverklaring en is de juridische status van de niet�reanimeren�penning identiek aan die van de papieren wilsverklaring. Ik deel derhalve niet de constatering in de motie�Schermers, dat met de niet�reanimerenpenning niet wordt voldaan aan de wettelijke eis van een op schrift gestelde wilsverklaring ten aanzien van niet�reanimeren. Ik licht dit uiteraard toe. Artikel 7:450, lid 3, BW stelt als eis aan de wilsverklaring dat deze in schriftelijke vorm moet zijn geuit. Om aan deze eis te voldoen, is het voldoende dat er sprake is van het vastleggen van de wilsuiting in ‘schrift’; dat wil zeggen: met gebruik van schrifttekens. Het woord schriftelijk is in de wet gebruikt om te zorgen dat er een tastbare verklaring is. Er is geen reden om daarbij alleen te denken aan het gebruik van papier. Schriftelijke boodschappen kunnen ook op elk willekeurig ander materiaal worden vastgelegd wat geschikt is om de geschreven informatie te bevatten en weer te geven. Dus bijvoorbeeld ook op een metalen penning. Cruciaal voor zowel een verklaring op papier als een verklaring op een metalen penning is dat deze te herleiden is tot de persoon die de verklaring uitte. Dat bij de parlementaire behandeling van artikel 7:450 BW destijds niet is gedacht aan of gesproken over een wilsverklaring in de vorm van een penning, is daarbij niet van belang. De uitgave van de niet�reanimerenpenning door de NVVE gebeurt op een schriftelijk verzoek van de aanvrager, waarin deze aangeeft een weigering als bedoeld in artikel 7:450 lid 3 BW door middel van een penning te willen vastleggen. Dit betekent dus dat naast de penning ook nog een, zonodig boven tafel te halen, wilsverklaring van de drager op papier bestaat, die bij de NVVE wordt bewaard. Zoals in de brief ‘Juridische status van wilsverklaringen in de gezondheidszorg’ door de toenmalige minister van Justitie, mede namens mijn ambtsvoorganger, is aangegeven, zijn er naar geldend recht geen bijzondere vormvereisten verbonden aan de schriftelijke wilsverklaring. De brief vermeldt ook dat het geen voorwaarde is dat de verklaring eigenhandig is geschreven of met hulp van, of in overleg met, de huisarts is opgesteld. Op grond van jurisprudentie waar in genoemde brief naar wordt verwezen en in lijn met de door het Centraal Tuchtcollege in zijn uitspraak gestelde zorgvuldigheidseis dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen dat de wilsverklaring afkomstig is van de patiënt, geldt echter wel dat de gegevens op de penning in overeenstemming moeten zijn met de identiteit van de drager. Nu de niet�reanimerenpenning zoals die door de NVVE wordt uitgegeven, is voorzien van een naam, geboortedatum, handtekening en foto van de drager, voldoet deze in alle opzichten aan de eisen die ook aan een papieren schriftelijke verklaring kunnen worden gesteld. Implicaties Het feit dat de juridische status van de niet�reanimerenpenning identiek is aan die van een wilsverklaring op papier impliceert dat de rechtspositie van zowel de drager als van de hulpverlener die met een dergelijke verklaring geconfronteerd wordt, in beide verschijningsvormen gelijk is. Het maakt per definitie dus geen verschil of iemand met een papieren wilsverklaring op zak loopt, of dat hij de wilsverklaring in penningvorm aan een ketting om zijn nek draagt. In beide gevallen zal de hulpverlener die geconfronteerd wordt met de acute noodzaak van levensreddend handelen, bij de patiënt moeten nagaan of die een wilsverklaring bij zich draagt, en dient conform deze verklaring te worden gehandeld of geabstineerd (waarbij ik overigens nu reeds opmerk, dat ik verderop in deze brief een drietal redenen beschrijf op grond waarvan in voorkomende gevallen van dit uitgangspunt kan worden afgeweken). In de praktijk zal de gemakkelijker en sneller vindbare penning eerder uitsluitsel geven. Voor de hulpverlener kan dit inhouden, dat hij zich, althans naar eigen waarneming, indringender rekenschap

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 41

Page 42: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412

Pagina 4 van 7

moet geven of er mogelijk omstandigheden zijn die nopen om die wilsverklaring wel of juist niet op te volgen. De drager van een niet�reanimerenpenning of �verklaring accepteert met het dragen van die penning of verklaring een zeker risico dat het behandelverbod wordt opgevolgd in situaties die de drager bij het opstellen/aanvragen van zijn verklaring niet heeft voorzien, bijvoorbeeld een situatie waarin een goede kans bestaat dat hij na reanimatie zonder enig nadelig restverschijnsel kan doorleven. Ik vind het dan ook belangrijk dat de persoon die besluit tot het opstellen/aanvragen en bij zich dragen van een niet�reanimeren�penning of een verklaring in een andere verschijningsvorm, die beslissing weloverwogen neemt en zich vooraf vergewist van de te verwachten gevolgen en risico’s. Bij voorkeur overlegt hij hierover met zijn (huis)arts, maar te allen tijde blijft de persoon zélf verantwoordelijk voor zijn besluit. Verderop in mijn brief kom ik hier in het kader van de afgifteprocedure op terug. Het materiaal van de niet�reanimerenpenning � metaal � roept mogelijk méér dan bij een papieren versie, de suggestie op dat een eenmaal afgegeven verklaring in principe voor altijd vaststaat. Ik vind dat niet juist en onverstandig. Refererend aan de voorlaatste constatering in de voorliggende motie van uw Kamer, dat uit de gegevens op de niet�reanimerenpenning niet blijkt hoe recent deze zijn, merk ik op dat ook ik het zeer aanbevelenswaardig vind dat de drager van een negatieve wilsverklaring zijn besluit tot behandelverbod periodiek herbevestigt of actualiseert. Door voortschrijdende inzichten en verbeterde technieken op het terrein van reanimatie wordt de vrees om na een dergelijk handelen tot een kasplantje te verworden � voor velen vaak hét argument om een negatieve wilsverklaring op te stellen � immers steeds minder bewaarheid. Ik onderstreep echter in dezen de door de toenmalige bewindslieden in de notitie ‘Juridische status van wilsverklaringen in de gezondheidszorg’ neergelegde lijn, dat een zekere mate van actualiteit van de wilsverklaring weliswaar gewenst is, maar niet verplicht kan worden gesteld. Het behoort tot de eigen verantwoorde�lijkheid van de drager van een wilsverklaring om er voor zichzelf regelmatig bij stil te staan of hij nog steeds achter de eerder gemaakte keuze staat, en op basis daarvan te beslissen of hij de verklaring al of niet blijft dragen. Dit is een zaak van persoonlijke afweging, op eigen tijd en wijze, waar de wetgever niet in moet willen treden. Verkrijgbaarheid Ik kom daarmee bij de constatering in voornoemde motie ten aanzien van de exclusieve verkrijgbaarheid van de niet�reanimerenpenning bij de NVVE en de afgifteprocedure zoals die door de NVVE in dit kader wordt gebruikt. Omdat, zoals hierboven vermeld, het geen wettelijke voorwaarde is dat de verklaring eigenhandig is geschreven of met hulp van, of in overleg met, de huisarts is opgesteld, sluit de WGBO ook niet uit dat de verklaring op uitdrukkelijk verzoek van de verklaarder voor deze vervaardigd wordt door een andere natuurlijke persoon of door een rechtspersoon als bijvoorbeeld de NVVE. De NVVE heeft het initiatief genomen tot uitgifte van de niet�reanimerenpenning op verzoek van haar eigen leden. De penning is alleen voor leden verkrijgbaar. In lijn met het bovenstaande is de gedachte dat het uitbrengen van wilsver�klaringen in penningvorm uitsluitend aan de NVVE zou zijn voorbehouden, dus niet juist. Het staat in ons recht eenieder, dus ook andere personen of instanties dan de NVVE, vrij initiatieven te ontplooien teneinde faciliteiten te bieden voor het vastleggen van wilsverklaringen. Bijvoorbeeld in de vorm van het vervaardigen en op verzoek verstrekken van niet�reanimerenpenningen.

42 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 43: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412

Pagina 5 van 7

Afgifteprocedure Gelet op de ingrijpende gevolgen die aan het opvolgen van een niet�reanimeren�verklaring � al dan niet in de vorm van een penning � verbonden kunnen zijn voor zowel de drager als de hulpverlener, zal degene die meewerkt aan het opstellen of vervaardigen en afgeven van een niet�reanimerenverklaring een zeer grote mate van zorgvuldigheid moeten betrachten. Degene die een niet�reanimerenpenning of –verklaring afgeeft, zal, gelet op artikel 7:450 BW zich ervan moeten overtuigen of de aanvrager bij de aanvraag voor het vervaardigen van de wilsverklaring tot de noodzakelijke redelijke waardering van zijn belangen in staat is. Ook zal degene die een niet�reanimerenpenning of –verklaring afgeeft, overeenkomstig het gestelde in de eerder genoemde notitie ‘Juridische status van wilsverklaringen in de gezondheidszorg’ er voor hebben te zorgen dat de af te geven verklaring aan duidelijkheid niet te wensen overlaat. In het licht van de door het Centraal Tuchtcollege in eerdergenoemde uitspraak gestelde zorgvuldigheidseis dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen of de omstandigheden overeenstemmen met het behandelverbod zoals in de verklaring wordt aangeduid, en gelet op de context van de motie�Schermers, wil ik hier het volgende aan toevoegen. 1. Artikel 7: 448 BW kent een plicht van de hulpverlener tot het verschaffen van informatie op grond waarvan de patiënt (of zijn wettelijk vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 7:465 BW) moet kunnen besluiten of hij met een behandeling instemt of dat hij die weigert. In de situatie waarbij de acute beslissing over wel of niet reanimeren aan de orde is, kan op grond van artikel 7:466 lid 1 BW zonder toestemming direct worden gehandeld, indien dit kennelijk nodig is teneinde ernstig nadeel voor de patiënt te voorkomen. Echter, indien op het lichaam van de patiënt een niet�reanimerenverklaring wordt aangetroffen, is uitgangspunt dat er geen sprake is van de vereiste toestemming en kan de behandeling derhalve in beginsel niet plaatsvinden. Een niet�reanimerenverklaring is immers een weigering van een welomschreven mogelijk in de toekomst geïndiceerde geneeskundige behandeling. In verband met genoemde zorgvuldigheidseis door het Centraal Tuchtcollege acht ik het zeer gewenst dat instanties die beroeps� of bedrijfsmatig het vervaardigen en verstrekken van niet�reanimerenpenningen tot hun activiteit rekenen, de cliënt voorafgaand aan diens formele aanvraag van een penning verantwoorde informatie verstrekken over de reikwijdte van de verklaring en de gevolgen en risico’s van het dragen ervan. Indien deze persoon op basis daarvan besluit zijn aanvraag te ondertekenen en de penning te dragen, mag in het voorkomende geval een hulpverlener er in redelijkheid van uit gaan dat � mits de gegevens op de penning matchen met de identiteit van de drager � de behandeling moet worden nagelaten. 2. Hierboven ben ik reeds ingegaan op de constatering in de motie�Schermers met betrekking tot de actualiteit van de gegevens op de niet�reanimerenpenning. Hoewel ik het primair de verantwoordelijkheid van de drager blijf vinden, zou ik het toejuichen indien verstrekkers van niet�reanimerenverklaringen hun cliënten, in elk geval bij de aanvraag van een niet�reanimerenverklaring, zouden wijzen op de wenselijkheid, in elk geval voor zichzelf, periodiek te herbezien óf hij nog steeds achter het indertijd genomen besluit staat. Uit het voorgaande moge duidelijk zijn geworden dat verstrekkers van niet�reanimerenverklaringen, al dan niet in de vorm van een penning, in het afgifteproces de nodige zorgvuldigheid zullen moeten betrachten. Ik heb geconstateerd dat de NVVE een zorgvuldige, schriftelijk vastgelegde procedure hanteert.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 43

Page 44: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412

Pagina 6 van 7

Volgens deze procedure krijgt de aanvrager van een niet�reanimerenpenning een formulier toegestuurd. Op dit formulier moet een pasfoto worden geplakt en een handtekening geplaatst. Identificatie door de NVVE geschiedt aan de hand van een fotokopie van het identiteitsbewijs van de aanvrager, die met het formulier moet worden meegestuurd. Na ontvangst van het formulier en controle van de vereiste gegevens, wordt opdracht gegeven de penning te fabriceren. Wat betreft de voorlichting werkt de NVVE samen met AZN, de Nederlandse Hartstichting, de NRR, NVMMA en het Oranje Kruis aan een folder die alle belang�rijke consequenties vermeldt van een besluit om niet te worden gereanimeerd. Ook wordt in de folder de aanvrager geadviseerd zijn wens tot een behandel�verbod te bespreken met zijn naaste verwanten en met zijn arts. De NVVE heeft mij toegezegd dat de folder per 1 oktober 2010 gereed zal zijn. De bedoeling is dat de NVVE deze folder samen met het aanvraagformulier verstrekt. Handelen in acute situaties Als laatste constatering in de motie�Schermers wordt gewezen op de grote onzekerheid die er bij hulpverleners is in situaties waarin acuut moet worden gehandeld als gevolg van het niet aanvaarden van de niet�reanimerenpenning door AZN vanwege de vermeende onduidelijkheid over de juridische status ervan. Ik hoop met mijn uiteenzetting in deze brief de resterende onzekerheid bij hulpverleners te hebben kunnen wegnemen. Uitgangspunt is dat een negatieve wilsverklaring, geschreven op papier of op ander materiaal dat geschikt is om de geschreven verklaring te bevatten en weer te geven, in beginsel altijd dient te worden opgevolgd. Met het oog op de rechtsbescherming van hulpverleners die geconfronteerd worden met de acute noodzaak van levensreddend handelen wil ik echter naar aanleiding van hetgeen in de contacten met de ambulancesector naar voren is gebracht, een drietal redenen geven op grond waarvan in voorkomende gevallen van dit uitgangspunt kan worden afgeweken. Namelijk indien: 1. het levensreddend handelen zodanig acuut moet plaatsvinden dat er

redelijkerwijs geen tijd is om na te gaan of de patiënt een wilsverklaring bij of op zich draagt;

2. de hulpverlener gegronde redenen heeft om te twijfelen of de penning wel bij deze persoon behoort; of

3. de hulpverlener gegronde redenen heeft om aan te nemen dat desbetreffende persoon de wilsverklaring niet voor de gegeven situatie heeft bedoeld.

Ad 1. Uit artikel 7:450, eerste en derde lid, BW vloeit voort dat de hulpverlener verplicht is om naar vermogen zorgvuldig te onderzoeken wat de patiënt in de gegeven situatie zou hebben gewild. In acute en zeer urgente situaties, waar bij levensreddend handelen meestentijds sprake van is, heeft de hulpverlener veelal geen of onvoldoende tijd om dit te doen � laat staan om dit zorgvuldig te doen �, omdat direct moet worden opgetreden. De persoonlijke, subjectieve opvatting van de hulpverlener ten aanzien van negatieve wilsverklaringen mag echter niet de reden zijn voor het nalaten van dit onderzoek. Ad 2. In dit kader betrek ik tevens de opmerkingen vanuit de ambulancesector ten aanzien van mogelijke complicaties bij het vaststellen van de identiteit van de drager. Na een ernstig ongeval kan het gezicht van de patiënt zodanig beschadigd zijn dat identificatie met behulp van een pasfoto niet mogelijk is; zeker niet daar de foto op de niet�reanimerenpenning zeer klein is. Ik refereer echter kortheids�halve aan hetgeen ik hiervoor heb opgemerkt naar aanleiding van de door het Centraal Tuchtcollege geformuleerde zorgvuldigheidseis dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen dat de wilsverklaring daadwerkelijk afkomstig is van de patiënt. Zeker in een acute situatie na een ernstig ongeval mag een hulpverlener bij het aantreffen van een niet�reanimerenpenning op het lichaam van de patiënt

44 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 45: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Ons kenmerk DLZ/KZ�U�3023412

Pagina 7 van 7

redelijkerwijs veronderstellen dat de identiteit van de drager indertijd bij de aanvraag van de penning is geverifieerd, en dient er conform de uitgedrukte wens niet te worden behandeld. Echter, indien blijkt dat de identiteit van de patiënt aantoonbaar afwijkt van de zichtbare identiteitsgegevens op de wilsverklaring, is dit een gegronde reden om de verklaring niet op te volgen. Ad 3. Op grond van artikel 7:453 BW is een hulpverlener gehouden tot goed hulpverlenerschap. Dat wil zeggen: de hulpverlener moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeen�stemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hem geldende professionele standaarden. Tevens stelt het Centraal Tuchtcollege in de hierboven aangehaalde zorgvuldigheidseis dat een hulpverlener zich er van moet overtuigen dat de gegeven situatie waarin de patiënt zich op dat moment bevindt, overeenstemt met de situatie waarvan deze in het verleden verklaard heeft niet behandeld te willen worden. Op basis van het voorgaande heeft een hulpverlener de bevoegdheid van de wilsverklaring af te wijken indien hij daartoe gegronde redenen aanwezig acht (zie ook art. 7:453 lid 3, tweede zin, BW). De praktijk, en in een voorkomend geval het oordeel van de (tucht�)rechter, zal moeten uitwijzen wat gegronde redenen kunnen zijn. Gelet op de parlemen�taire geschiedenis van de WGBO, kunnen medische ontwikkelingen, die de betrokkene bij het opstellen van zijn wilsverklaring niet had kunnen voorzien maar die kunnen bewerkstelligen dat de patiënt door toepassing van die ontwikkelingen na reanimatie nog jaren in aanvaardbare conditie zou kunnen voortleven, echter zo’n reden zijn. In dit licht acht ik de prognose op het kunnen opheffen van een circulatiestilstand zonder dat de patiënt hier enig restverschijnsel aan overhoudt, eveneens een gegronde reden. Besluit In deze brief heb ik onderbouwd aangegeven dat de juridische status van de niet�reanimerenpenning identiek is aan die van een papieren wilsverklaring. Ook heb ik aangegeven welke eisen aan de niet�reanimerenpenning, en aan de uitgifte ervan, worden gesteld. Ik vertrouw erop dat ik hiermee heb voldaan aan het verzoek aan uw Kamer, zoals neergelegd in de motie van het voormalig lid Schermers. Tevens vertrouw ik erop dat ik met deze brief de resterende onzekerheid bij hulpverleners heb kunnen wegnemen. Ik verwacht dan ook van AZN dat zij het concept�protocol, gebaseerd op de NRR�richtlijn ‘Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie’ ten spoedigste zullen implementeren. Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dr. A. Klink

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 45

Page 46: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

R E C H T Z A A K

UITSPRAAK RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANTKanton Middelburg

beschikking d.d. 13 maart 2014 op een verzoek tot instelling van een mentorschapvan [verzoekster] , wonende [adres].

[…]

2. Het verzoek2.1Het verzoek strekt tot de instelling van een mentorschap over [betrokkene], hierna te noemen betrokke-ne, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [adres], onder gelijktijdige benoeming van [verzoekster], wonende te [adres], tot mentor.

2.2Betrokkene is thans 69 jaar oud. Zij is ernstig gehandicapt en heeft een zeer laag verstandelijk niveau. Zij herkent haar naaste familie niet en kan niet spreken. Zij is aangewezen op een rolstoel. Reeds vele jaren, in ieder geval vanaf het instellen van een bewind, wordt zij gehuisvest en verzorgd door een instelling. Op[datum] is ten behoeve van haar een meerderjarigenbewind ingesteld. Verzoekster, de zuster van de betrokkene, is op [datum] tot haar bewindvoerster benoemd. Andere bewindvoerders, de moeder en de oudste broer van betrokkene, zijn overleden.

2.3Verzoekster heeft thans verzocht een mentorschap voor betrokkene in te stellen, waarbij zij als reden heeft opgegeven:“Als [betrokkene] ernstig ziek wordt, willen wij niet dat zij gereanimeerd wordt.”Ter zitting heeft verzoekster uitgelegd dat zij mentor wil worden teneinde een niet-reanimatieverklaring te kunnen indienen bij de instelling die betrokkene huisvest en verzorgt. Verzoekster heeft meegedeeld dat betrokkene reeds tweemaal is gereanimeerd en dat de instelling hier eerst met haar over wil spreken wanneer zij mentor zal zijn. Verzoekster vreest dat betrokkene bij een eventuele volgende reanimatie bedlegerig zal worden en wil de zware last vermijden die het zal meebrengen voor het personeel van de instelling, wanneer betrokkene haar bed niet meer zal kunnen verlaten.

3. De beoordeling3.1Vanwege haar zeer lage verstandelijke niveau is betrokkene niet in staat om zelf bij voorbaat te beoor-delen of zij al dan niet gereanimeerd wil worden. Haar ontbreken de noodzakelijke mentale vermogens om te kunnen oordelen over de vraag wanneer haar eigen leven een einde moet hebben. Ingevolge art. 1:453 lid 2 BW heeft de mentor een wettelijke volmacht om rechtshandelingen voor de betrokkene te verrichten in aangelegenheden betreffende de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van de betrokkene, tenzij vertegenwoordiging uitgesloten is op grond van wet of verdrag.

3.2Tot de aangelegenheden betreffende de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding behoort niet de beslissing over de vraag of en onder welke omstandigheden het leven van de betrokkene een einde moet hebben. Een goed voorbeeld hiervan is euthanasie. Een mentor is niet bevoegd om in plaats van de betrokkene die daartoe de mentale vermogens mist, om diens euthanasie te verzoeken. Dat zou zonder meer in strijd zijn met het recht op leven. Het recht op leven is een fundamenteel recht dat met zoveel woorden is erkend in art. 2 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Tijdens het proces van de wetgeving betreffende art. 1:453 BW was er dan ook overeenstemming over dat euthanasie be-hoort tot de ingrijpende medische verrichtingen die naar hun aard uitsluitend kunnen plaats vinden met

46 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 47: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

toestemming van de betrokkene persoonlijk. Voor het antwoord op de vraag welke andere ingrijpende medische verrichtingen naar hun aard uitsluitend kunnen plaats vinden met de persoonlijke toestem-ming van de betrokkene heeft de regering naar de rechter verwezen.

3.3Reanimeren is een ingrijpende medische verrichting. Het stervensproces is reeds begonnen, maar wordt door reanimeren afgebroken. Zonder de ingreep sterft de betrokkene een natuurlijke, althans een niet opzettelijk veroorzaakte dood. Dat is een belangrijk verschil met euthanasie. Niet in alle situaties waarin reanimatie mogelijk is, wordt ook gereanimeerd. Zo komt het regelmatig voor dat een schriftelijke ver-klaring van niet-reanimeren (verder: NR-verklaring) gerespecteerd wordt.Ingevolge art. 7:450 lid 3 BW moet de hulpverlener een NR-verklaring respecteren, mits de verklaring is opgesteld toen de patiënt/betrokkene nog in staat was tot een redelijke waardering van zijn belangen. Daaruit volgt dat de NR-verklaring afkomstig moet zijn van een persoon die in staat is om bij voorbaat de afweging te maken of hij/zij nog wel gereanimeerd wenst te worden. Een NR-verklaring kan niet worden afgegeven door een ander dan de betrokkene zelf, omdat die afweging bij voorbaat van zeer persoonlijke aard is. Een NR-verklaring kan daarom niet worden afgegeven door een mentor in plaats van een betrok-kene die de mentale vermogens mist om die afweging bij voorbaat te maken.

3.4Die afweging bij voorbaat moet goed onderscheiden worden van de beslissing waarvoor de hulpverle-ner staat op het moment zelf. Bij voorbaat valt lang niet alles te voorzien. Reanimatie vindt per definitie plaats in een actuele situatie van leven of dood, waarin de stervende zijn/haar wil niet kan uiten. In die situatie zal de hulpverlener naar beste vermogen moeten beslissen, waarbij behoud van leven voorop staat, tenzij een NR-verklaring gerespecteerd behoort te worden. Ingevolge art. 7:450, lid 3 laatste vol-zin, BW kan de hulpverlener een NR-verklaring naast zich neerleggen, indien hij daartoe gegronde rede-nen aanwezig acht.

3.5Een mentor, indien voor de betrokkene benoemd, zal niet bevoegd zijn in plaats van de betrokkene een NR-verklaring af te geven. In dit geval kan er niet een geldige NR-verklaring worden gegeven. Dat bete-kent niet dat verzoekster geen enkele invloed kan hebben op de beslissing of de betrokkene nogmaals gereanimeerd zou moeten worden. Als zuster van de betrokkene heeft verzoekster ingevolge art. 7:465 lid 3 BW rechten tegenover hulpverleners. In het kader van een overeenkomst van geneeskundige be-handeling in de zin van art. 7:446 BW hebben hulpverleners verplichtingen tegenover de betrokkene, die zij jegens de verzoekster als haar zuster moeten nakomen. Hierbij wordt aangenomen dat andere perso-nen, vermeld in art. 7:465 lid 3 BW, ontbreken. Voor een reanimatie is daarom in beginsel de toestem-ming van verzoekster nodig. Maar doorgaans zal de tijd ontbreken om die toestemming vooraf te vragen. In dat geval mag ex art. 7:466 BW zo nodig zonder die toestemming van verzoekster tot reanimatie wor-den overgegaan. Voorts heeft verzoekster recht op informatie als bedoeld in art. 7:448 BW.

3.6Aangezien verzoekster als zuster van de betrokkene in beginsel toestemming moet geven voor reanima-tie en voorts recht heeft op medische informatie over haar zuster, kan zij het gesprek aangaan met de behandelende arts van de betrokkene over de vraag of betrokkene nogmaals gereanimeerd zou moe-ten worden. Verzoekster heeft dat tot op heden niet gedaan. Verzoekster wordt overigens afgeraden om daarbij aan te voeren dat het een zware last zal meebrengen voor het personeel van de instelling, wanneer betrokkene haar bed niet meer zal kunnen verlaten. Dat mag geen rol spelen bij de vraag of betrokkene nogmaals gereanimeerd zou moeten worden.

3.7De enige grond ontbreekt waarvoor het mentorschap van de betrokkene is verzocht. Een mentor zal niet voor de betrokkene een geldige NR-verklaring kunnen afgeven. Een andere grond is niet naar voren ge-komen. De betrokkene, thans 69 jaar oud, wordt al vele jaren door een instelling gehuisvest en verzorgd zonder dat de naaste familie van de betrokkene behoefte heeft gevoeld aan het instellen van een men-torschap. Het verzoek zal worden afgewezen omdat het ongegrond is.

4. De beslissingDe kantonrechter wijst het verzoek af.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 47

Page 48: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

UITSPRAAK REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 31 maart 2004 binnengekomen klachten van: A, wonende te B, klaagster, tegen C, arts, wonende te D, verweerster.

[…] De klacht is ter openbare terechtzitting van 7 maart 2006 behandeld, gelijktijdig met de door klaag-ster bij het college ingediende klachten tegen E, internist en verweerder in zaak 04/060, tegen F, internist en verweerder in zaak 04/061 en tegen G, psychiater en verweerster in zaak 04/062.

[…] De klacht heeft betrekking op de handelwijze van verweerster tegenover klaagster moeder, K, gebo-ren in 1953 en overleden in 2002, hierna patiënte te noemen.

De feiten.Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende wor-den uitgegaan: Op donderdagmiddag 24 oktober 2002 is patiënte na een tentamen suïcide per ambu-lance binnen-gebracht op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van L, hierna te noemen het ziekenhuis. Patiënte was ingestuurd door haar huisarts M. Deze maakt in zijn verwijzing melding van een uitgebreide voorgeschiedenis. Bij binnenkomst was op de SEH niet bekend dat patiënte een verklaring inhoudende een behandelverbod had ondertekend en beschikte over andere wilsverklaringen. Patiënte droeg deze verklaringen niet bij zich toen zij in het ziekenhuis aankwam. Op het SEH-formulier staat vermeld dat pa-tiënte was gevonden door de hulp en dat zij onder de morfinepleisters (Durogesic) zat. Zij was twee da-gen eerder nog gezien. Patiënte was bekend met een chronisch pijn syndroom, waarvoor haar éénmaal per week een Durogesic pleister door haar huisarts was voorgeschreven. Op de SEH is patiënte gezien door de dienstdoend arts-assistent en internist. Patiënte was niet aanspreekbaar. Zij was in comateuze toestand. In de decursus bij 24 oktober 2002 staat onder meer vermeld dat bij patiënte afscheidsbrieven en een liturgie van de uitvaart zijn aangetroffen. Patiënte is geïntubeerd, beademd en opgenomen op de afdeling Intensive Care (IC).De initiële cerebrale scan vertoonde geen afwijkingen. In de verpleegkundige status staat vermeld dat de familie is gebeld. Voorts staat vermeld dat de moeder en de zuster van patiënte in het ziekenhuis zijn geweest en dat een arts met de familie heeft gesproken. E was niet bij de behandeling op de SEH betrokken.Op vrijdagochtend 25 oktober 2002 is patiënte teruggebracht tot supportive beademing (EMV 6 + tube). In de status staat bij die dag vermeld dat de zuster en de dochter van patiënte op bezoek kwamen. Voorts staat vermeld dat familie onderling geen goed contact had. E was vanaf vrijdag 25 oktober 2002 vanaf 18.00 uur het gehele weekend bij de behandeling van patiënte betrokken. Hij is vrijdagmiddag vooruitlopend op zijn weekenddienst aanwezig geweest bij de patiëntenbespreking. E heeft gesproken met de moeder van patiënte die verzocht de behandeling voort te zetten. Op zaterdag 26 oktober ont-waakte patiënte langzaam uit haar comateuze toestand. Klaagster heeft die dag in de middag de door patiënte op 5 juli 2002 ondertekende verklaringen betreffende een euthanasieverklaring, een volmacht en een behandelverbod aan E overhandigd. In de volmacht stond klaagster als plaatsvervangende gevol-machtigde vermeld. N stond als eerste gevolmachtigde en O stond als tweede gevolmachtigde vermeld. Op de volmacht zijn wijzigingen met typex en doorhalingen aangebracht. Klaagster stond daarna ver-meld als eerste plaatsvervangend gevolmachtigde. In het behandelverbod en op de euthanasieverklaring heeft patiënte ingevuld: een coma van langer dan “nog geen 1 ”weken: “geen 1 dag.” E heeft die dag met de familie van patiënte gesproken. Klaagster was daarbij aanwezig. In de status heeft hij daaromtrent het volgende genoteerd: “s middags verzoek moeder om door te gaan!‘s avonds verzoek dochter te stoppen foto copie van verklaring wijst echter iemand anders aan als ge-machtigde (zwager?). Derhalve verzoek niet gehonoreerd. Bovendien zijn er meerdere versies met door-halingen / typex e.d.Huisarts niet in beeld.”

T U C H T Z A A K

48 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 49: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Op zondag 27 oktober 2002 werd patiënte gedetubeerd. E was vanaf maandag 28 oktober niet meer be-trokken bij de behandeling van patiënte. Op maandag is een psychiatrisch consult aangevraagd met als vraagstelling:“ Is patiënte wilsbekwaam?? Gaarne uw beoordeling traject na ontslag van IC” In de nacht van maandag 28 oktober op dinsdag 29 oktober ging patiënte achteruit. Zij is toen weer geïntubeerd. Op dinsdag 29 oktober 2002 heeft G patiënte gezien. Deze heeft in haar bevindingen onder meer het vol-gende vermeld:

“Patiënte is momenteel niet wilsbekwaam. Patiënte is bekend met een ernstig persoonlijkheidsstoornis en heeft in het verleden meerdere TS ‘sen gedaan in het kader van haar persoonlijkheidsstoornis. Uit het dossier te ontleiden valt dat er voorafgaand aan de TS’ssen geen sprake was van een depressie. Er is in ieder geval geen sprake van een behandelbare psychiatrische aandoening en de kans op herhaling van een TS is reeël. Morgen zullen wij de situatie opnieuw beoordelen. Voor het vervolgtraject kunnen nu geen bindende uitspraken worden gedaan. Over het algemeen werkt het contraproductief om mensen met een dergelijke persoonlijkheidsstoornis op een psychiatrische afdeling op te nemen, intensieve ambu-lante begeleiding verdient de voorkeur.”

Patiënte is geleidelijk van de beademing afgehaald. Zij is op 31 oktober 2002 gedetubeerd. In de cursus staat bij 31 oktober onder meer nog het volgende vermeld:

“Tel contact M (huisarts bij P) Dochters zijn bij hem geweest met euthanasieverklaring terwijl pat. hier op de ICU lag. Is afgesproken dat het in een later stadium besproken zal worden.” Op donderdag 31 oktober heeft een gesprek plaatsgevonden met klaagster, H, jurist van de Nederlandse Vereniging Van Euthanasie (NVVE), verweerster, als dienstdoend arts-assistent en F als supervisor. In de status heeft verweerster het volgende omtrent dit gesprek genoteerd:

“Gesprek met dochter + C + Q erbij geroepen omdat jurist NVVE er zonder aankondiging bijzat en behan-delverbod benadrukte. Uitgelegd waarom wij gehandeld hebben zoals wij gedaan hebben.- geboortedatum onjuist- verklaring(en) onduidelijk- behandeltraject al ingezet- psych. pat.wilsonbekwaam- vervolgtraject- (psychiater: invoeging RTG) gebeld R niet bereikbaarDochter de somatische problematiek uitgelegd. Geen vragen meer overVervolgens vragen van jurist v. NVVE met F besproken.”

Op donderdagmiddag 31 oktober 2002 ontwikkelden zich bij patiënte diverse insulten. De MRI-scan liet uitgebreide cerebrale schade zien. De prognose was slecht. In overleg met de familie is besloten een ab-stinerend beleid in te zetten met pijnbestrijding. Patiënte is op zondag 3 november 2002 overleden. In een brief van S, psychiater, aan de huisarts van patiënte van 17 oktober 2002 staat vermeld dat patiënte met een zus, of zussen nauwelijks contact had en dat zij met haar twee dochters een verstoorde relatie had. Als samenvatting staat in genoemde brief het volgende vermeld:

“Kortdurende psychiatrische opname i.v.m. uitputting en mogelijk suïcidaal gedrag bij een geheel geïnva-lideerde verzorgingsbehoeftige en afhankelijke vrouw. Waarschijnlijk forse persoonlijkheidsproblematiek, echter niet door klinische opname te behandelen.”

Klaagster heeft bij repliek een kopie van een bladzijde van de status van patiënte overgelegd. Daarin staat vermeld dat patiënte op 29 augustus 2002 met uitputtingsklachten is gezien in het ziekenhuis. In de status staat bij die dag onder meer vermeld dat patiënte een euthanasie verklaring heeft getekend, dat zij niet meer wil, dat patiënte aangeeft niet in het ziekenhuis opgenomen te willen worden en dat zij geen behandeling wenst.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht.De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster in haar zorgplicht tegenover patiënte te kort is geschoten door zonder voldoende grond het behandelverbod van patiënte te negeren. Het feit dat klaag-ster deze klacht indient zonder ondersteuning van andere familieleden is in de visie van klaagster vol-strekt irrelevant voor de vraag of klaagster wel of niet belanghebbende is.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 49

Page 50: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Het leven van patiënte kende meer pogingen tot zelfdoding. Deze laatste poging is door patiënte goed voorbereid. Zij heeft in de maand juli 2002 hierover telefonisch overleg gepleegd met één van de mede-werkers van de NVVE. Patiënte heeft ook overleg gevoerd met de leiding van T, waar zij woonachtig was om te voorkomen dat zij bij een poging tot zelfdoding te vroeg zou worden gevonden. Haar huisarts was in het bezit van de wilsverklaringen van patiënte. Ook de dominee was op de hoogte van de doodswens van patiënte. Met de dominee had patiënte de liturgie van de uitvaartdienst voorbereid. Patiënte had ook af-scheidsbrieven geschreven. Beide documenten bevonden zich ook bij patiënte, toen zij op de SEH werd gepresenteerd. Ondanks haar maatregelen is patiënte tegen haar wens in gevonden voordat zij aan de overdosis fentanyl of aan de daardoor veroorzaakte complicaties is overleden. Herhaaldelijk is door klaag-ster en/ of de familie gevraagd de behandeling van patiënte te staken.

4. Het standpunt van verweerster.De klacht is alleen door klaagster is ingediend. Reeds eerder was gebleken dat de familie onderling ver-deeld was. Patiënte had een verstoorde verhouding met haar dochters. Klaagster kan niet worden gezien als gevolmachtigde van patiënte. Verweerster vraagt zich dan ook af of klaagster kan worden aangemerkt als belanghebbende ex artikel 65 lid 1 sub a wet BIG, althans of kan worden vastgesteld dat onder deze omstandigheden met de behandeling van de klacht het door deze wet beoogde belang wordt gediend. Verweerster meent dat klaagster niet ontvankelijk dient te worden verklaard.Verweerster was op het moment van de opname van patiënte bijna een jaar werkzaam als artsassistent (niet in opleiding) I C. Pas vanaf 29 oktober 2002 was verweerster betrokken bij de behandeling van pa-tiënte. De beslissing om een patiënt al dan niet te behandelen is niet aan de arts-assistent, maar onder meer aan de (supervisor) de internist-intensivist. Deze beslissing was ook al genomen voordat verweerster bij de behandeling werd betrokken. Verweerster was in haar hoedanigheid verantwoordelijk voor de soma-tische behandeling van patiënte.Het feit dat verweerster geen beslissingsbevoegdheid had, doet aan haar tuchtrechtelijke verantwoorde- lijkheid voor de behandeling van patiënte in beginsel niet af. Verweerster kon zich echter geheel vinden in de beslissing van het behandelteam om geen enkel risico te nemen en de behandeling te continueren. Bo-vendien bestond over de wil van patiënte en haar verklaringen veel onduidelijkheid. Van het gesprek van 31 oktober 2002 met de familie heeft verweerster een verslag gemaakt. Dit gesprek heeft zij in de status genoteerd. Het was op dat moment niet aan haar om een beslissing te nemen ten aanzien van het wel of niet naleven van het behandelverbod.

5. De overwegingen van het college.Als familielid in de eerste lijn is klaagster belanghebbende in zin van de Wet BIG. Dat zij niet samen met andere familieleden klaagt en dat andere familieleden mogelijk geen of een ander oordeel hebben over het handelen van verweerster ontneemt klaagster niet haar eigen belang bij het indienen van de klacht. Het college acht klaagster derhalve ontvankelijk in haar klacht. Gebleken is dat verweerster als arts-assi-stent pas vanaf 29 oktober 2002 betrokken is geweest bij de behandeling van patiënte. Het college houdt daarmee rekening bij de beoordeling van de handelwijze van verweerster in deze.Het college is van oordeel dat het onder deze omstandigheden niet zozeer aan verweerster als arts-assi-stent was om een beslissing te nemen over het wel of niet naleven van het behandelverbod van patiënte. Daar komt nog bij dat de beslissing op de SEH om patiënte wél te behandelen al was genomen, op het mo-ment dat verweerster bij de behandeling van patiënte was betrokken. Dat geldt eveneens voor de beslis-sing op 26 oktober 2002 om de op de SEH ingezette behandeling niet te beëindigen. Ook daar was ver-weerster niet bij betrokken. Het enkele feit dat verweerster aanwezig was bij het gesprek op 31 oktober 2002 met de familie van patiënte maakt haar nog niet direct persoonlijk verantwoordelijk voor het behan-delbeleid in deze. Het was juist dat verweerster F, ten deze optredende als haar supervisor, heeft gevraagd dat gesprek bij te wonen, toen bleek dat klaagster zich liet vergezellen door H. Het was ook F die in dat ge-sprek uitleg heeft gegeven aan de familie over het tot dan toe gevoerde behandelbeleid. Verweerster heeft dat gesprek in de status weergegeven. De taak van verweerster bestond met name uit de somatische be-handeling van patiënte. Het college concludeert dan ook dat verweerster in haar hoedanigheid van arts-assistent gehandeld heeft zoals van haar mocht worden verwacht.

De conclusie van het voorgaande is dat de klacht ongegrond is.Verweerster kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de WBG worden gemaakt.

6. De beslissing.Het Regionaal tuchtcollege wijst de klacht af.

50 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 51: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

RIchTLIJNEN

Page 52: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER
Page 53: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie

Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse Reanimatie Raad Najaar 2008

Gewijzigd mei 2011

Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie

Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad

Nederlandse Reanimatie Raad Najaar 2008 Gewijzigd mei 2011Website: www.reanimatieraad.nl e-mail: [email protected] Auteur Wetenschappelijke Raad van de NRR

N E D E R L A N D S E R E A N I M A T I E R A A D

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 53

Page 54: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Inhoudsopgave Inleiding

Hoofdstuk I: Richtlijnen voor de leekhulpverlener I.1. Richtlijn “starten van de reanimatie” II.2. Richtlijn “stoppen van de reanimatie”

Hoofdstuk II. Richtlijnen voor de professionele hulpverlener De Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. II.1. Richtlijn “starten van de reanimatie” II.2. Richtlijn “niet starten van de reanimatie” II.3. Richtlijn “stoppen van de reanimatie”

Inleiding Plotseling verlies van bewustzijn is zeer vaak het gevolg van een hartstilstand of het stoppen van de bloedsomloop. Soms leidt een verstoring of belemmering van de ademhaling na korte tijd tot het stop-pen van de bloedsomloop. Zoiets gebeurt meestal onverwacht en een omstander (familie of andere) wordt plotseling voor de keus gesteld iets te doen. Als deze getuige een reanimatiecursus heeft gevolgd ligt het voor de hand dat hij een poging tot reanimatie onderneemt. Andere, professionele, hulpverlen-ers zullen de reanimatie overnemen. Deze poging zal niet altijd leiden tot herstel van de bloedcirculatie en dan komt de vraag wanneer de reanimatiepoging mag worden beëindigd. Ook zijn er omstandig-heden waarbij het beter is de reanimatie niet te starten, bijvoorbeeld als de patiënt daarover zelf een wens kenbaar heeft gemaakt. Het wel of niet beginnen en het beëindigen van een reanimatiepoging zijn emotionele gebeurtenissen, zowel voor leekhulpverleners als professionele hulpverleners, waarbij soms ook schuldgevoelens kunnen ontstaan over de juistheid van het (niet-)handelen. Deze publicatie heeft tot doel de medische en niet-medische overwegingen voor het starten, niet-starten en stoppen van een reanimatie te verhelderen en een richtlijn te zijn voor professionele en niet-professionele hulpverleners, die met deze beslissingen worden geconfronteerd. De tekst is gebaseerd op de huidige medische en maatschappelijke inzichten omtrent reanimatie en probeert deze inzichten op een zorgvuldige en overzichtelijke wijze samen te vatten.

In deze publicatie is sprake van leekhulpverleners en professionele hulpverleners. Onder een leekhulpver-lener wordt verstaan een niet medisch geschoolde hulpverlener die een training volgde in basale reani-matie (BLS) en het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED). Een professionele hulpver-lener is medisch geschoold en heeft een opleiding gevolgd voor uitgebreide reanimatiehandelingen. Een beroepsmatig ingezette hulpverlener (bv. een politieagent of een brandweerman) wordt als leekhulpver-lener beschouwd. Een ambulanceverpleegkundige is een professionele hulpverlener.

Iedereen is verplicht hulp te verlenen aan iemand die in onmiddellijk levensgevaar verkeert, in het kader van artikel 450 van het Wetboek van Strafrecht. Een reanimatiepoging wordt dan ook altijd gestart tenzij er een goede reden is om ervan af te zien. In deze publicatie worden de aspecten en argumenten rondom het wel of niet starten en stoppen van reanimatie besproken. Hoofdstuk I biedt richtlijnen voor de leekhulpverlener. Hoofdstuk II is van toepassing op de professionele hulpverlener, zowel voor de extra- als de intramurale situatie. Hierbij wordt aangetekend dat deze richtlijnen niet gelden voor traumatische oorzaken van hart- en/of ademstilstand en evenmin voor de pasgeborene tijdens de geboorte.

Indien de hulpverlener kan reanimeren, mag in principe worden verwacht dat deze een reanimatie-poging start. Met toenemende vaardigheid van de hulpverlener wordt die verwachting ook dwingender: bijvoorbeeld voor een arts of verpleegkundige is de plicht tot verlenen van hulp duidelijker dan voor een leek. Het hebben gevolgd van een reanimatiecursus, zeker als dat behoort bij de beroepsuitoefening van een leek (bv. politieagent) is daarbij ook van belang. Artsen mogen zelfstandig beslissen op grond van

54 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 55: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

medische redenen om een reanimatie niet te starten of te stoppen. De arts kan een dergelijke beslissing nemen als hij in deze bekwaam is en op de hoogte is van de achtergrond van de patiënt. De ambulance-verpleegkundige neemt bij de besluitvorming over niet starten of stoppen van een reanimatie een speciale positie in. De bevoegdheid daartoe, die mede stoelt op de bekwaamheid van de desbetreffende ambulanceverpleegkundige, wordt vastgesteld door de medisch manager ambulancezorg van de ambulancedienst. Bij de uitoefening van de bevoegdheid dient het vigerende landelijk protocol ambulancezorg te worden gevolgd. Leekhulpverleners zijn, met een enkele uitzondering (zie hoofdstuk I), niet bevoegd om over het niet starten en over het stoppen van reanimatie te beslissen, ook al hebben zij een reanimatietraining gehad.

De betekenis van de niet-reanimerenverklaring bij de beslissing om wel of niet een reanimatie te starten of deze te staken is niet onder alle omstandigheden duidelijk. Een niet-reanimerenverklaring kan door een persoon worden opgesteld en als deze aan een aantal eisen voldoet (handgeschreven, ondertekend, van een geboortedatum en pasfoto voorzien) mag worden aangenomen dat deze de wens van de betrokkene weergeeft. De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) verstrekt sinds najaar 2007 een niet-reanimerenpenning, sinds 2010 ook een voorlichtingsfolder, waarin overwegingen worden besproken, die een rol kunnen spelen bij de niet-reanimerenwens en het besluit een niet-reanimerenpenning te gaan dragen. Deze penning, gedragen aan een halskettinkje, is voorzien van een pasfoto, de naam, de geboortedatum en de handtekening van de eigenaar. De rechtsgeldigheid van de penning is (nog) niet bij de rechter getoetst. Desalniettemin meent de Nederlandse Reanimatie Raad dat het dragen van deze penning de wens tot niet-reanimeren duidelijk maakt en dient te worden gerespecteerd. Bij aanvang van een reanimatie zal de aanwezigheid van een niet-reanimerenpenning vaak niet zijn vast te stellen omdat de borstkas van het slachtoffer bij basale reanimatie niet behoeft te worden ontbloot en ook als dat wel het geval is, kan de penning aan de blik van de hulpverlener zijn onttrokken als deze naar achteren is verplaatst.

Hoofdstuk I: Richtlijnen voor de leekhulpverlener

I.1. Richtlijn “starten van de reanimatie” Een reanimatiepoging wordt altijd ondernomen, behalve

- als het leven van de hulpverlener in gevaar is of komt; - als overduidelijk is dat een dergelijke poging geen zin heeft (bijvoorbeeld lijkstijfheid, onthoof-

ding, ernstige verbranding (verkoling); - als vóór aanvang duidelijk is dat de patiënt een rechtsgeldige niet-reanimatieverklaring heeft.

Leekhulpverleners dienen bij iemand met een circulatiestilstand niet op zoek te gaan naar een wils- verklaring (geschreven verklaring, dan wel niet-reanimerenpenning). Aldus wordt voorkomen dat de reanimatiepoging wordt uitgesteld en de uitkomst van de reanimatie nadelig wordt beïnvloed.

II.2. Richtlijn “stoppen van de reanimatie” Een reanimatiepoging wordt gestopt onder de volgende omstandigheden:

- indien de hulpverlener te vermoeid is om de handelingen voort te zetten; - wanneer het slachtoffer normaal gaat ademen of ademt - als professionele hulpverleners de reanimatie overnemen; - als men er niet binnen 20 minuten in slaagt om in contact te komen met professionele zorg-

verleners, bijv. 112 centrale of huisarts. Bij onderkoeling (bv. verdrinking onder ijs) dient deze termijn tot 60 minuten te worden verlengd.

Toelichting: stoppen van de reanimatie Indien een reanimatie is gestart, wordt deze door leken niet gestopt tot professionele hulpverleners zijn gearriveerd die de kennis en ervaring hebben om de zinvolheid en wenselijkheid van voortzetting te beoordelen. Een advies van een toevallig passerende arts om de reanimatiepoging te stoppen wordt niet gevolgd.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 55

Page 56: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Een bijzondere situatie doet zich voor als een niet-reanimerenverklaring wordt getoond of een niet-reanimerenpenning zichtbaar wordt gedurende de periode dat leekhulpverleners de reanimatie al uitvoeren, b.v. tijdens het aansluiten van een Automatische Externe Defibrillator. Er is onder deze omstandigheid geen verplichting de reanimatiepoging te stoppen omdat deze plicht uitsluitend geldt voor professionele hulpverleners (zie Hoofdstuk II.3) op grond van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. Het staat de leekhulpverlener(s) vrij de reanimatie voort te zetten dan wel te staken.

Hoofdstuk II. Richtlijnen voor de professionele hulpverlener

De Wet op de geneeskundige behandelovereenkomstVoor de professionele hulpverlener is de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo), ook buiten het ziekenhuis, van toepassing. Deze hulpverleners mogen ervan uitgaan dat hun hulp wordt in-geroepen om hun professionele taak i.c. reanimatie uit te voeren. De reanimatiepoging kan worden uit-gevoerd zonder expliciete toestemming van de patiënt volgens art. 466 Wgbo. In het algemeen zullen de hulpverleners de patiënt en zijn wens t.a.v. reanimatie niet kennen en niet op de hoogte zijn van het al dan niet bestaan van (ernstige) aandoeningen of een al slechte kwaliteit van leven, die de slaagkans van een reanimatie kan beïnvloeden. Bekendheid met de wens van het slachtoffer door de aanwezigheid van een rechtsgeldige niet-reanimatieverklaring of rechtsgeldige niet-reanimerenpenning, zal op dit handel-en wel invloed hebben. Zie ook de toelichting op het niet starten van de reanimatie. De familie (m.n. de levenspartner) is meestal op de hoogte van de wensen van patiënt t.a.v. niet-reani-meren. Niet zelden blijkt dat de familie toch ambulancehulp inroept op het moment van een circulatie-stilstand. Een familielid is op dat moment de juridische vertegenwoordiger van het slachtoffer die wils-onbekwaam is geworden door bewusteloosheid (zie ook verder onder Wgbo). De ambulancezorgverlener komt dan in een verwarrende positie als eerst om spoedzorg wordt ge-vraagd, terwijl even later door dezelfde hulpvrager daarmee strijdige informatie wordt gegeven door het tonen van een niet-reanimerenverklaring of het zichtbaar worden van een niet-reanimerenpenning. Het zal onder deze omstandigheden van de situatie ter plaatse en van de professionele afweging door de zorgverlener afhangen welke hulp zinvol kan worden verleend. De huisarts zal meestal op de hoogte zijn van de toestand en de wens van de patiënt t.a.v. eventuele reanimatie, maar is zelden ter plaatse op het moment van een eventuele calamiteit.

Binnen het ziekenhuis is de Wgbo-eis van informed consent ook van toepassing. Wensen van de patiënt en de zinvolheid van een eventuele reanimatiepoging kunnen worden besproken. Indien dit overleg tot de conclusie leidt dat geen poging tot reanimatie zal worden ondernomen, dient een mondelinge afspraak hierover door de arts schriftelijk in het patiëntendossier vastgelegd te worden. Bij een collaps binnen het ziekenhuis is vrijwel direct gespecialiseerde hulp aanwezig die ALS kan toepassen. In andere zorginstellingen (verpleeg- en verzorgingshuis) zijn in eerste instantie alleen BLS- handelingen mogelijk, maar zijn wel de Wgbo-bepalingen van toepassing op het te voeren reanimatiebeleid.

II.1. Richtlijn “starten van de reanimatie” Een reanimatiepoging wordt door professionele hulpverleners altijd gestart, ook al passen omstanders geen BLS toe, indien de hulpverleners snel ter plaatse zijn (<15 minuten na collaps, behoudens ook hier weer als overduidelijk is dat een dergelijke poging geen zin heeft). Indien geen getuige van de collaps aanwezig is, geldt de richtlijn starten <15 minuten vanaf het tijdstip van de melding. Bij hypothermie geldt voor professionele hulpverleners een richtlijn starten <60 minuten. Een reanimatiepoging wordt door professionele hulpverleners voortgezet en specialistische reanimatie (ALS) wordt altijd ingezet indien omstanders BLS toepassen (ten minste hartmassage) ongeacht het tijdstip van arriveren van de professionele hulpverleners.

Toelichting: starten van de reanimatie Een reanimatiepoging is technisch haalbaar (kans op herstel van circulatie) indien de biologische dood niet is ingetreden. De biologische dood is onder de omstandigheden van een plotselinge circulatiestil-stand en in de hectiek van die situatie moeilijk vast te stellen, behalve in extreme situaties (bijvoorbeeld:

56 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 57: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

niet met het leven verenigbare verminking en lijkstijfheid). Het uitsluiten van de intrede van de biolo-gische dood is eenvoudiger. Dit kan gebaseerd worden op de twee volgende praktische omstandigheden:

· een collaps met toepassing van adequate reanimatie door omstander(s) en het arriveren van de professionele hulpverleners (ambulance/reanimatieteam).

· een collaps zonder toepassing van adequate reanimatie door omstander(s), maar met korte tijdsspanne (minder dan 15 minuten) tussen het ontstaan van de collaps en het arriveren van de professionele hulpverleners (ambulance/reanimatieteam).

Hierbij moet een aantal opmerkingen worden geplaatst.

· De tijdsintervallen rondom een circulatiestilstand zijn moeilijk in te schatten.

· Het moment van collaps hoeft niet per definitie het moment van circulatiestilstand te zijn.

Zo kan een ventriculaire tachycardie met lage bloeddruk enige minuten bestaan alvorens de feitelijke circulatiestilstand intreedt.

· Het observeren van gaspende ademhaling en epileptiforme trekkingen zijn indicaties van een kort tijdsinterval tussen de collaps en het moment van beoordeling en daarom een indicatie voor een kansrijke reanimatiepoging en een relatief goede uitkomst.

· Adequate BLS onderhoudt een beperkte maar belangrijke bloeddoorstroming van het lichaam (m.n. hersenen en hart) van het slachtoffer. Daarom heeft een reanimatiepoging technisch gesproken toch kans van slagen bij laat (> 15 min na collaps) arriveren van de professionele hulpverleners als daarvoor BLS heeft plaats gevonden.

· De richtlijnen voor BLS geven aan wat een optimale reanimatie behelst. Maar ook beperkte reanimatiehandelingen zijn succesvol gebleken, bijvoorbeeld alleen hartmassage zonder dat beademing wordt toegepast. Dit kan zeker effectief zijn gedurende 3 tot 4 minuten.

· Ook bij hoge leeftijd kan een reanimatie succesvol zijn.

· Wijde, lichtstijve pupillen zijn beslist geen criterium voor een ingetreden biologische dood.

II.2. Richtlijn “niet starten van de reanimatie”

a) buiten het ziekenhuis

· wanneer het leven van de hulpverlener in gevaar is;

· als overduidelijk is dat reanimatie geen zin heeft (lijkstijfheid, decapitatie, ernstige verbranding (verkoling);

· als bij aanvang duidelijk is dat de patiënt een rechtsgeldige niet-reanimeerverklaring heeft; NB: zorgverleners dienen bij een slachtoffer met een circulatiestilstand niet op zoek te gaan naar een wilsverklaring (geschreven verklaring, dan wel niet-reanimerenpenning) van de patiënt. Aldus wordt voorkomen dat de reanimatiepoging wordt uitgesteld en de uitkomst van de reanimatie nadelig wordt beïnvloed.

· bij een langdurige circulatiestilstand zonder BLS (> 15 minuten) en als het eerst geobserveerde hartritme niet ventrikelfibrilleren is.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 57

Page 58: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

b) binnen het ziekenhuis Een reanimatiepoging wordt niet ondernomen als er m.b.t. een individuele patiënt een niet- reanimeren beleid is afgesproken, zoals hieronder toegelicht.

Toelichting: niet starten van de reanimatie De beslissing om een reanimatie niet te starten berust op ten minste een drietal principes: de wens van de patiënt, de kans van slagen en de, vooraf ingeschatte, medische zinvolheid van de poging. Het gaat dus altijd om een beslissing in een specifiek, individueel geval.

· De wens van de patiënt.Een patiënt kan niet worden gedwongen tegen zijn wens een behandeling te ondergaan. Niet altijd zal deze toestemming voor elke handeling apart expliciet worden gevraagd. Dat geldt ze-ker ook, wanneer zich onverwacht een calamiteit voordoet waarvoor reanimatie noodzakelijk is. Echter, als de wilsbekwame patiënt tevoren uitdrukkelijk te wens te kennen heeft gegeven niet gereanimeerd te willen worden, dient deze wens te worden gerespecteerd.

· De kans van slagen.Het gaat hierbij om de medisch-technische haalbaarheid van de reanimatiepoging in termen van het succes op de korte termijn: het herstel van spontane circulatie en ademhaling. Dit crite-rium is het best te hanteren door zorgprofessionals (bijvoorbeeld ambulanceverpleegkundigen) die de omstandigheden van de reanimatie kunnen beoordelen zonder specifieke kennis van de voorgeschiedenis van de patiënt.

· De medische zinvolheid. De zin van de poging betreft de vraag of de medische interventie proportioneel is in het licht van de voorgeschiedenis en de prognose van de patiënt voordat sprake was van een circulaties-tilstand. De beoordeling van deze vraag eist medische kennis over de patiënt, diens levensvisie en levenswil. Voor het niet starten is het uitgangspunt van zinvolheid slechts te hanteren door een arts die bij de behandeling van de patiënt is betrokken. Een arts is niet gehouden een me-disch zinloze behandeling toe te passen en kan daartoe ook niet worden gedwongen door de wens van de patiënt.

· Reanimatie is per definitie “kleine kans geneeskunde”. Het niet starten van een reanimatie-poging vanwege de overweging dat de poging slechts een kleine kans van slagen heeft is zeker niet terecht. Op basis van een medische en maatschappelijke discussie zou beoordeeld kunnen worden met welke kans een reanimatiepoging niet meer gestart wordt. Een dergelijke discussie omvat een groot aantal maatschappelijke en ethische overwegingen en gaat deze richtlijn te boven.

De Wgbo bepaalt dat voor elke medische verrichting de toestemming van de patiënt vereist is. Wilsbe-kwame meerderjarigen en wilsbekwame minderjarigen vanaf 16 jaar dienen deze toestemming zelf te geven. Een wilsbekwame, weloverwogen weigering dient te worden gerespecteerd. Als bij een ziekenhuisbehandeling de kans op een reanimatiesituatie klein wordt geacht, zal een gesprek over de wens t.a.v. reanimatie meestal niet gevoerd zijn. Art. 448 Wgbo stelt daarover, dat de arts zich ten aanzien van de informatieplicht dient te laten leiden tot wat de patiënt in het kader van het voorgenomen onderzoek en behandeling redelijkerwijs dient te weten. De bespreking van zeldzaam voorkomende complicaties kan dan achterwege blijven en wordt een reanimatiepoging geacht deel uit te maken van de behandeling waarvoor de patiënt toestemming heeft gegeven. Bij een acute opname in het ziekenhuis en spoedeisende behandeling is het niet mogelijk met de patiënt te overleggen m.b.t. zijn wens tot reanimatie. Ook dan kan de opname zelf gelden als toestemming voor de erop volgende spoedbehandeling, tenzij een rechtsgeldige niet-reanimatieverklaring aanwezig is. Voor minderjarigen van 12 tot 16 jaar geldt dat zowel de ouders als de minderjarige zelf (mits wils-bekwaam) toestemming moeten geven. Onthouden de ouders hun toestemming voor een noodzakelijke ingreep dan kan de arts de ingreep toch doen als deze kennelijk nodig is om ernstig nadeel voor de patiënt (i.c. de minderjarige) te voorkomen of de patiënt (i.c. de minderjarige) zelf de ingreep welover-wogen blijft wensen.

58 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 59: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Voor minderjarigen tot 12 jaar is de toestemming van de ouders vereist. Om rechtsgeldig toestemming te kunnen geven dient de patiënt wilsbekwaam te zijn. Van wilsbekwaamheid is volgens de Wgbo sprake als de patiënt in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake van de situatie en/of de beslissing die aan de orde is. De patiënt moet derhalve in redelijkheid voor zichzelf kun-nen opkomen. Het is aan de behandelend arts om te bepalen of dit het geval is.

De Wgbo kent een vertegenwoordigingsregeling voor (meerderjarige) wilsonbekwamen. Achtereen-volgens kunnen namens de patiënt optreden:

· een door de rechter benoemde curator of mentor;

· iemand die door de patiënt zelf schriftelijk is gemachtigd;

· de echtgenoot/-ote, geregistreerde partner of andere levensgezel van de patiënt;

· een ouder, kind, broer of zus van de patiënt.

In het kader van reanimatie is de vraag of in de gevallen dat de patiënt zelf niet kan of mag beslissen een vertegenwoordiger gerechtigd is om „plaatsvervangend‟ te beslissen dat de patiënt niet gereanimeerd zal worden. Naar de gangbare juridische opvatting hoort het niet tot de competentie van vertegenwoor-digers om beslissingen te nemen die de beëindiging van het leven van de patiënt tot gevolg hebben of kunnen hebben. De Wgbo bepaalt dat als de patiënt 16 jaar of ouder is en wilsonbekwaam is geworden – bijvoorbeeld bij dementie – een schriftelijke weigering om te worden behandeld dient te worden gerespecteerd, tenzij de hulpverlener gegronde redenen heeft om dat niet te doen. Een dergelijke schriftelijke weigering – die specifiek de inhoud kan hebben van een niet-reanimatieverklaring – dient door de betrokken patiënt zelf (toen hij wilsbekwaam was) te zijn opgesteld en dient gedagtekend te zijn en door de patiënt eigenhan-dig ondertekend. De verklaring dient qua inhoud en boodschap ondubbelzinnig te zijn. De arts dient de overtuiging te hebben dat de verklaring de wil van de patiënt weerspiegelt. De niet-reanimerenbeslissing in het ziekenhuis of zorginstelling Indien de patiënt zich in een ziekenhuis bevindt of in een zorginstelling voor verzorging of verpleging, dienen tijdig afspraken gemaakt te worden t.a.v. het niet-reanimeren beleid. De beslissing over het beleid wordt genomen in overleg tussen de patiënt, de behandelende artsen en verpleegkundigen. Als zich in de toestand van de patiënt veranderingen voordoen die invloed kunnen hebben op een eerder genomen beslissing, dient de beslissing te worden getoetst aan de situatie van het moment. Belangrijk is, dat de beslissing op een vaste plaats in de medische en verpleegkundige status wordt vastgelegd en naar de aanwezige artsen en verpleegkundigen gecommuniceerd, opdat in geval van een plotselinge calamiteit geen onnodige discussie ontstaat of een reanimatie wordt gestart terwijl het tegendeel was afgesproken en vastgelegd.

II.3. Richtlijn “stoppen van de reanimatie” Onder ALS omstandigheden kan de reanimatiepoging worden gestaakt bij:

i. persisterend asystolie als eerst geobserveerde ritme gedurende 20 minuten sinds de start van Advanced Life Support of, nadat herstel van circulatie tijdelijk bleek te zijn, weer 20 minuten later;

ii. elektromechanische dissociatie (polsloze elektrische activiteit) als eerst geobserveerde ritme gedurende tenminste 20 minuten sinds de start van Advanced Life Support, na correctie, behandeling of uitsluiten van afwijkingen zoals in de toelichting beschreven (4 H’s en 4 T’s);

iii. asystolie of elektromechanische dissociatie als later ritme gedurende 20 minuten, na correctie, behandeling of uitsluiten van afwijkingen zoals in de toelichting beschreven (4 H’s en 4 T’s);

iv. bij aanwezigheid van een wilsverklaring ‘niet-reanimeren’.

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 59

Page 60: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Toelichting: stoppen van de reanimatie. Het stoppen van de reanimatie is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

· De ambulanceverpleegkundige beslist binnen het door de medisch manager ambulancezorg vastgestelde kader en het vigerende protocol. Ambulanceverpleegkundigen en reanimatie-teams (zonder behandelend arts) mogen slechts tot stoppen van de reanimatie beslissen als de medisch-technische haalbaarheid ontbreekt.

· Een oordeel over de zinvolheid van de reanimatie is voorbehouden aan de behandelend arts, omdat deze geacht mag worden kennis te hebben over de medische achtergrond van de patiënt, diens levensvisie en levenswil. De behandelend (huis)arts die kennis heeft van het dossier van de patiënt beslist over de zinvolheid van de reanimatie.

· In principe wordt bij zowel kinderen als volwassenen een reanimatie niet gestaakt bij vermo-eden van onderkoeling of een gemeten centrale temperatuur onder 32 graden Celsius.

· Ventrikelfibrilleren (c.q.polsloze ventrikeltachycardie) wordt beschouwd als een hartritme waar-bij medisch technisch gesproken de reanimatiepoging kans van slagen heeft. In principe wordt onder dit ritme de reanimatie niet gestaakt. Persisterend ventrikelfibrilleren betekent dat na herhaalde defibrillatie en een therapeutische dosering amiodaron ventrikelfibrilleren blijft bestaan.

· Asystolie en elektromechanische dissociatie (PEA, polsloze elektrische activiteit) hebben een slechte prognose. Dit komt enerzijds door de factoren die deze ritmen hebben veroorzaakt, als ook doordat reanimatie-inspanningen wellicht minder intensief worden uitgevoerd zodra de genoemde ritmen bekend zijn. (“self-fulfilling prophecy”). Persisterende asystolie of PEA kan een reden zijn om de reanimatie te stoppen.

· Bij persisterend ventrikelfibrilleren, PEA en bij patiënten onder de 16 jaar dient het transport van de patiënt naar een medisch centrum met betere therapeutische opties en diagnostische mogelijkheden vroegtijdig te worden overwogen. Het doel van het transport is het achterhalen en behandelen van het onderliggend probleem. De afweging waarvoor de professionele hulpverlener wordt gesteld is de potentiële winst van de diagnostische en therapeutische mo-gelijkheden van het ontvangende ziekenhuis en verlies aan kwaliteit en effectiviteit van de re-animatiehandelingen gedurende het transport. Het moment waarop men van “persisteren” spreekt is arbitrair. In elk geval dient het ritme volgens de meest recente medische inzichten te zijn behandeld en voldoende tijd te zijn genomen om de behandeling te laten inwerken.

·· Van stoppen van de reanimatie bij PEA kan pas sprake zijn als de mogelijke behandelbare oor-

zaken in de vorm van de z.g. “vier H’s en vier T’s” in redelijkheid zijn uitgesloten of adequaat behandeld zonder dat herstel van spontane circulatie op enig moment (tijdelijk) is opgetreden. De 4 H’s en 4 T’s zijn:

v) Hypoxievi) Hypovolaemievii) Hyper/hypokalaemie, hypocalciaemie, acidoseviii) Hypothermieix) Tension (spannings) pneumothoraxx) Tamponade (harttamponnade)xi) Thrombo-embolische of mechanische obstructie (bijvoorbeeld longembolie)xii) Toxische of overgedoseerde therapeutische middelen

· Tijdens reanimatie komen verschillende hartritmen voor en deze kunnen elkaar afwisselen. Het wijzigen in een ander hartritme zonder bloeddruk is te beschouwen als (a) een ander ritme bij eenzelfde problematiek en eenzelfde prognose of (b) een verandering van problematiek en ver-andering van prognose. Het nieuw ontstane hartritme wordt overeenkomstig de voorschriften

60 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 61: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

behandeld en de vier H‟s en vier T‟s worden redelijkerwijs uitgesloten of adequaat behandeld. Bij ventrikelfibrilleren en polsloze ventricuaire tachycardie als nieuw ontstaan ritme wordt de reanimatie niet gestaakt.

Stoppen onder ALS omstandigheden bij kinderenHet is zinvol om een kinderarts te betrekken in de beslissingen over het stoppen van een reanimatie-poging bij een kind. Hierbij treedt de kinderarts op in de rol van behandelend arts (zie hierboven), of als reanimatie-expert. Bij het nemen van de beslissing om reanimatie bij een kind te stoppen dient men in acht te nemen dat bij het voortzetten van de reanimatie bij kinderen na 20 minuten de kans op overleving verwaarloosbaar is. Uitzonderingscriteria gelden als bij volwassenen. Naast de noodzakelijke diagnostiek ter uitsluiting van een behandelbare aandoening voorafgaand aan de beslissing over het stoppen van de reanimatie, is tevens post-mortem onderzoek ter uitsluiting van onder andere erfelijke ziektes (die consequenties voor overige familieleden kunnen hebben) vaak geïndiceerd.

Deze richtlijn is in 2008 opgesteld door de Wetenschappelijke Raad (WR) van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en vastgesteld door het bestuur van de NRR. De WR heeft dankbaar gebruik gemaakt van de adviezen van Prof. Dr. F.C.B. van Wijmen, hoogleraar gezondheidsrecht Universiteit Maastricht, en van D. Meerman, beleidsmedewerker bij de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst.

De actuele samenstelling van de Wetenschappelijke Raad en het bestuur van de NRR kunt u vinden op www.reanimatieraad.nl.

Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie

Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad Nederlandse Reanimatie Raad Najaar 2008

Gewijzigd mei 2011

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 61

Page 62: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

62 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 63: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

[email protected] www.verenso.nl

Multidisciplinaire Richtlijn Besluitvorming

over reanimatie Anticiperende besluitvorming over

reanimatie bij kwetsbare ouderen

Deel 1 Samenvatting en aanbevelingen

Page 64: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Co

lofo

n

Dit is

een

uitga

ve v

an V

eren

so,

vere

nigi

ng v

an s

peci

alis

ten

oude

reng

enee

skun

de

en s

ocia

al g

eria

ters

.

Init

iati

ef e

n o

rgan

isat

ieVe

rens

o

Dez

e ri

chtl

ijn

is in

sam

enw

erki

ng

met

de

volg

end

e o

rgan

isat

ies

to

t st

and

gek

om

en:

­ h

et N

eder

land

s H

uisa

rtse

n G

enoo

tsch

ap (

NH

G)

­ V

erpl

eegk

undi

gen

en V

erzo

rgen

den

Ned

erla

nd (

V&

VN

)

Fin

anci

erin

gH

et m

inis

teri

e va

n Vo

lksg

ezon

dhei

d, W

elzi

jn e

n Spo

rt

Dis

clai

mer

Dit is

een

uitga

ve v

an V

eren

so,

vere

nigi

ng v

an s

peci

alis

ten

oude

reng

enee

skun

de e

n

soci

aal g

eria

ters

. D

e pu

blic

atie

is t

ot s

tand

gek

omen

dan

kzij

subs

idie

van

het

min

iste

rie

van

VW

S.

Alle

s ui

t de

ze u

itga

ve m

ag g

ebru

ikt

wor

den

met

bro

nver

mel

ding

voo

r pu

blic

atie

. Aan

de

tots

tand

kom

ing

van

deze

uitga

ve is

de

uite

rste

zor

g be

stee

d. V

oor

info

rmat

ie d

ie

deso

ndan

ks o

nvol

ledi

g of

onj

uist

is o

pgen

omen

, aa

n vaa

rden

de

aute

urs

en u

itge

ver

geen

aa

nspr

akel

ijkhe

id.

Aan

dez

e pu

blic

atie

kun

nen

geen

rec

hten

wor

den

ontlee

nd.

Onj

uist

hede

n en

/of su

gges

ties

voo

r ve

rbet

erin

gen

kunt

u d

oor g

even

aan

Ver

enso

.

Uit

gav

e

© V

eren

so,

2013

ISBN

978

­90­

7478

5­14

­3

On

twer

pH

et L

ab g

rafis

ch o

ntw

erpe

rs,

BN

O A

rnhe

m

Dru

k Rik

ken

Prin

t b.

v.

Dez

e p

ub

lica

tie

is t

e b

este

llen

bij

Ver

enso

Post

bus

2006

935

02 L

B U

trec

htT

030

28

23 4

81F

030

28

23 4

94in

fo@

vere

nso.

nl

of v

ia w

ww

.ver

enso

.nl

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

11

Mul

tidis

cipl

inai

re R

icht

lijn

B

eslu

itvo

rmin

g

ov

er r

ean

imat

ie

Ant

icip

eren

de b

eslu

itvor

min

g ov

er

rean

imat

ie b

ij kw

etsb

are

oude

ren

Dee

l 1

Sam

enva

ttin

g en

aan

beve

linge

n

Page 65: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

12

Ric

htl

ijn

wer

kgro

ep•

Pro

f. dr

. J.

J.M

(H

ans)

van

Del

den,

voo

rzitte

r

en s

peci

alis

t ou

dere

ngen

eesk

unde

• D

rs.

R.P

. (R

onal

d) v

an d

er E

ndt,

hui

sart

s na

men

s

het

NH

G•

E.

(Eve

rlie

n) d

e G

raaf

, RN

Msc

, na

men

s V&

VN

• M

r. dr

s. R

. (R

ober

t) H

elle

, sp

ecia

list

oude

reng

enee

s­ku

nde

nam

ens

Vere

nso

• H

. (H

anne

ke)

Ikki

ng,

kwal

itei

tsve

rple

egku

ndig

e,

nam

ens

V&

VN

(va

naf 1

dece

mbe

r 20

11)

• D

rs.

A.J

. (A

rnou

d) K

lein

Ikk

ink,

hui

sart

s en

NH

G­s

tafli

d (t

ot m

ei 2

011)

• M

r. dr

s. H

.V.U

. (R

iekj

e) K

apte

in,

spec

ialis

t ou

dere

n­ge

nees

kund

e na

men

s Ve

rens

o•

Drs

. M

.W.F

(M

artin)

van

Lee

n, s

peci

alis

t ou

dere

n­ge

nees

kund

e na

men

s Ve

rens

o, t

even

s lid

van

de

NH

G/

CBO

­wer

kgro

ep v

oor

rich

tlijn

en h

artf

alen

en

card

io­

vasc

ulai

r ri

sico

man

agem

ent

(van

af jan

uari

201

2)

• D

rs.

L. (

Laur

a) d

e Vri

es,

huis

arts

en

NH

G­s

tafli

d (v

anaf

se

ptem

ber

2011

)•

P.

(Pet

er)

de V

rij,

nur

se p

ract

itio

ner,

nam

ens

V&

VN

(t

ot 1

dec

embe

r 20

11)

Focu

sgro

ep•

Mr.

C.B

.M.M

. (C

hris

tine

) H

oege

n, o

pgev

olgd

doo

r dr

s. A

. M

ulde

r, na

men

s Act

iZ•

L.

(Len

a) H

illen

ga,

nam

ens

LOC

Zeg

gens

chap

in

de z

org

• D

rs.

A.

(Ank

) va

n D

rent

h, n

amen

s de

Har

tstich

ting

en

Ned

erla

ndse

Rea

nim

atie

Raa

d (N

RR)

Ger

aad

ple

egd

e ex

per

ts*

Nam

ens

de N

eder

land

se R

eani

mat

ie R

aad:

dr.

F.W

D

ijker

s, h

uisa

rts;

dr.

R.W

. Ko

ster

, ca

rdio

loog

AM

C;

M

. M

aas,

sec

reta

ris

en d

r. M

.I.

Kuip

er n

euro

loog

/ in

tens

ivis

t M

CL

Leeu

war

den

voor

hoo

fdst

uk 2

.•

Drs

. R.M

.G.

van

Dijk

, sp

ecia

list

oude

reng

enee

skun

de,

rean

imat

iein

stru

cteu

r N

RR,

gera

adpl

eegd

voo

r de

pa

ragr

aaf t.

• D

r. F.

M.

(Fuu

sje)

de

Gra

aff,

advi

seur

inte

rcul

ture

le c

om­

mun

icat

ie e

n om

gang

skun

de in

de

zorg

, ge

raad

plee

gd

voor

hoo

fdst

uk 4

.

Stu

urg

roep

• D

rs.

I. (

Inge

) va

n de

r Ste

lt,

bele

idsm

edew

erke

r Ve

rens

o•

Dr.

J. (

Jean

) Vri

ezen

, se

nior

wet

ensc

happ

elijk

m

edew

erke

r N

HG

, af

delin

g ri

chtlijn

ontw

ikke

ling

en

wet

ensc

hap,

sec

tie

sam

enw

erki

ng•

Drs

. J.

(Jo

ke)

de W

itte

, ad

vise

ur E

thie

k V&

VN

Pro

ject

gro

ep•

Drs

. C

.M.

(Cor

inne

) de

Rui

ter,

proj

ectlei

der/

bele

ids­

med

ewer

ker

Vere

nso,

hoo

fdau

teur

• D

r. M

.G.T

. (M

aria

) D

olde

rs,

bele

idsm

edew

erke

r

wet

ensc

hap,

Ver

enso

Mr.

R.B

.J.

(Roy

) Knu

iman

, ju

rist

Ver

enso

On

der

steu

nin

g e

n a

dvi

es•

Dr.

ir. J

.J.A

(H

ans)

de

Bee

r, ri

chtlijn

met

hodo

loog

en

nam

ens

het

CBO

ver

antw

oord

elijk

voo

r he

t C

BO

­ev

iden

cera

ppor

t en

evi

denc

etab

elle

n vo

or h

oofd

stuk

2

(in

deel

3)

• D

rs.

L.P.

M.

(Lau

ri)

Faas

, co

mm

unic

atie

advi

seur

Ver

enso

• J

. (J

udith)

Hei

dstr

a, b

elei

dson

ders

teun

er V

eren

so•

Led

en v

an d

e Ve

rens

o­co

mm

issi

e W

eten

scha

ppel

ijke

Ric

htlij

nOnt

wik

kelin

g (W

RO

) on

der

leid

ing

van

drs.

M.

Sm

albr

ugge

(EM

GO

­ins

titu

ut,

VU

MC

)

Res

po

nd

ente

n c

om

men

taar

fase

ric

htl

ijn

*

De

onde

rsta

ande

res

pond

ente

n he

bben

com

men

taar

op

de r

icht

lijn

gele

verd

. D

eze

groe

p ve

rsch

ilt d

eels

van

de

refe

rent

en v

oor

de L

ESA d

ie in

de

LESA z

elf ge

noem

d

wor

den.

De

bijb

ehor

ende

tek

st v

oor

oude

ren

en h

un

naas

ten

is d

oor

een

aant

al p

atië

nten

orga

nisa

ties

bec

om­

men

tari

eerd

die

ben

oem

d zi

jn in

die

pat

iënt

ente

kst.

• G

eraa

dple

egde

exp

erts

en

lede

n fo

cusg

roep

• N

amen

s de

Kon

inkl

ijke

Ned

erla

ndsc

he M

aats

chap

pij to

t be

vord

erin

g de

r G

enee

skun

st (

KN

MG

): p

rof.

mr.

A.C

. H

endr

iks,

jur

idis

ch a

dvis

eur

en c

oörd

inat

or g

ezon

d­he

idsr

echt

Nam

ens

de N

eder

land

se P

atië

nten

Ver

enig

ing:

C.H

. Ari

ese,

bel

eids

med

ewer

ker

colle

ctie

ve b

elan

gen­

beha

rtig

ing

• N

amen

s de

Ned

erla

ndse

Ver

enig

ing

van

Art

sen

voor

Ve

rsta

ndel

ijk G

ehan

dica

pten

(N

VAVG

): S

.A.

Hui

sman

, ar

ts v

oor

vers

tand

elijk

geh

andi

capt

en,

Prin

sens

tich

ting

te

Pur

mer

end

• N

amen

s de

Ned

erla

ndse

Ver

enig

ing

voor

Car

diol

ogie

(N

VVC

): d

rie

anon

iem

e ca

rdio

loge

n vi

a dr

. W

.R.P

. Age

ma,

car

diol

oog

• N

amen

s de

Ned

erla

ndse

Ver

enig

ing

voor

Klin

isch

e G

eria

trie

(N

VKG

): d

rs.

A.J

. Are

nds,

klin

isch

ger

iate

r

en d

rs.

L.K.

Lam

, kl

inis

ch g

eria

ter.

• N

amen

s de

Pro

test

ants

Chr

iste

lijke

Oud

eren

bond

(P

CO

B):

G.

Abr

amse

, be

leid

sadv

iseu

r•

Nam

ens

de V

eren

igin

g H

uisa

rtse

npos

ten:

Elle

n Spi

erin

gs,

bele

idsm

edew

erke

r•

Nam

ens

de V

eren

igin

g G

ehan

dica

pten

zorg

Ned

erla

nd

(VG

N):

drs

. J.

P.F.

Noo

rdov

er e

n M

. D

elw

ig,

seni

or

bele

idsm

edew

erke

rs•

E.

van

Enge

len,

am

bula

nceh

ulpv

erle

ner

• D

rs.

A.J

. Kle

in I

kkin

k, h

uisa

rts

te B

reuk

elen

• D

rs.

B.

Ott

, ka

derh

uisa

rts

oude

reng

enee

skun

de Z

eist

• D

rs.

V.R.M

. M

oula

ert,

rev

alid

atie

arts

/ond

erzo

eker

, Ade

lant

e te

Hoe

nsbr

oek

• D

rs.

M.

van

Soe

st­P

oort

vlie

t, o

nder

zoek

er E

MG

O

inst

ituu

t VU

MC

• D

r. ir.

J.T

. va

n de

r Ste

en,

onde

rzoe

ker

EMG

O in

stituu

t VU

MC

• D

rs.

H.

van

der

Wed

den,

soc

iolo

og e

n ve

rple

egku

ndig

e•

Hui

sart

sen

uit

het

NH

G­b

esta

nd•

Spe

cial

iste

n ou

dere

ngen

eesk

unde

uit h

et

Vere

nso­

lede

nbes

tand

• V

erpl

eegk

undi

gen

en v

erzo

rgen

den

uit

het

le

denb

esta

nd v

an V

&VN

* n

aam

sver

mel

ding

bet

eken

t ni

et d

at d

e ex

pert

/ref

eren

t de

tek

st in

houd

elijk

op

elk

deta

il on

ders

chri

jft.

3

Inho

ud

S

amen

vatt

ing

4

S

tro

om

dia

gra

m

7

D

efin

itie

s 8

C

on

clu

sies

en

aan

bev

elin

gen

ove

r h

et m

edis

ch b

elei

d b

ij

anti

cip

eren

de

bes

luit

vorm

ing

ove

r re

anim

atie

10

Aan

bev

elin

gen

van

uit

het

eth

isch

en

ju

rid

isch

kad

er v

oo

r

anti

cip

eren

de

bes

luit

vorm

ing

ove

r re

anim

atie

13

Aan

bev

elin

gen

ove

r g

esp

reks

voer

ing

ove

r an

tici

per

end

e

bes

luit

vorm

ing

met

ind

ivid

uel

e o

ud

eren

17

Aan

bev

elin

gen

ove

r ra

nd

voo

rwaa

rden

vo

or

uit

voer

ing

va

n a

nti

cip

eren

de

rean

imat

ieb

eslu

iten

18

Bij

de r

icht

lijn

over

dit o

nder

wer

p ho

ren

ook

• de

el 2

: de

inte

gral

e te

kst

van

de r

icht

lijn

• de

el 3

: he

t bi

jbeh

oren

de C

BO

­evi

denc

erap

port

en

–evi

denc

e tab

elle

n ov

er

uitk

omst

en e

n pr

ogno

stis

che

fact

oren

bij

rean

imat

ie b

uite

n he

t zi

eken

huis

(OH

CA)

en b

inne

n he

t zi

eken

huis

(IH

CA)

in d

e in

tern

atio

nale

lite

ratu

ur•

de L

ande

lijke

Eer

stel

ijns

Sam

enw

erki

ngs

Afs

praa

k (L

ESA)

• de

voo

rlic

htin

gste

kst

voor

oud

eren

en

hun

naas

ten

Vanw

ege

de le

esba

arhe

id w

ordt

in d

eze

rich

tlijn

ges

prok

en v

an:

• pa

tiën

t w

aarv

oor

ook

bew

oner

, cl

iënt

of kl

ant

gele

zen

kan

wor

den;

zorg

sett

ing,

waa

rmee

alle

zor

gset

ting

s, z

oals

thu

is, ve

rple

eghu

is o

f

ziek

enhu

is, w

orde

n be

doel

d, t

enzi

j and

ers

aang

egev

en;

• zo

rgin

stel

ling

waa

rmee

een

intr

amur

ale

voor

zien

ing

zoal

s ve

rzor

ging

shui

s of

ve

rple

eghu

is w

ordt

bed

oeld

;•

hij o

f he

m w

aarv

oor

ook

zij o

f ha

ar g

elez

en k

an w

orde

n;•

beha

ndel

end

arts

waa

r ho

ofdb

ehan

dela

ar w

ordt

bed

oeld

; •

ve

rzor

gend

e, v

erpl

eegk

undi

ge e

n pr

aktijk

onde

rste

uner

waa

r oo

k de

ve

rple

egku

ndig

spe

cial

ist

of p

rakt

ijkve

rple

egku

ndig

e w

ordt

bed

oeld

w

erkz

aam

in h

et v

erpl

eegk

undi

g do

mei

n. In

dez

e sa

men

vatt

ing

corr

espo

ndee

rt d

e nu

mm

erin

g va

n de

aan

beve

linge

n m

et

de h

oofd

stuk

num

mer

ing.

Zo

is d

e ee

rste

aan

beve

ling

2a, om

dat

in h

oofd

stuk

1

geen

aan

beve

linge

n vo

orko

men

.

Lees

wijz

er

Mu

lt

idis

cip

liN

air

e r

ich

tl

ijN

aN

tic

ipe

re

Nd

e B

es

lu

itv

or

MiN

g o

ve

r r

ea

NiM

at

ie B

ij k

we

ts

Ba

re

ou

de

re

N |

de

el

1

Page 66: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

4M

ul

tid

isc

ipl

iNa

ire

ric

ht

lij

N a

Nt

icip

er

eN

de

Be

sl

uit

vo

rM

iNg

ov

er

re

aN

iMa

tie

Bij

kw

et

sB

ar

e o

ud

er

eN

| d

ee

l 1

Kwet

sbar

e ou

dere

n he

bben

eve

nvee

l rec

ht o

p go

ede

zorg

als

elk

men

s in

een

an

dere

leve

nsfa

se. D

eze

– ve

elal

hoo

gbej

aard

e ou

dere

n –

hebb

en v

aak

mee

rder

e (c

hron

isch

e) a

ando

enin

gen

tege

lijk

die

mee

stal

sam

enga

an m

et li

cham

elijk

e,

psyc

hisc

he, co

mm

unic

atie

ve e

n/of

soc

iale

bep

erki

ngen

. H

ierd

oor

zijn

zij

afha

n­ke

lijk

van

hulp

bij

het

dage

lijks

e le

ven.

Ook

gel

dt v

oor

hen

vaak

een

bep

erkt

e le

vens

verw

acht

ing.

De

med

isch

e zo

rg a

an d

eze

groe

p ri

cht

zich

er

op h

en e

en z

o go

ed m

ogel

ijke

kwal

iteit

van

leve

n te

bie

den.

Sam

en m

et d

e in

divi

duel

e kw

etsb

are

oude

re w

eegt

de

arts

daa

rbij

de m

eerw

aard

e en

bel

astin

g va

n m

edis

che

hand

e­lin

gen

zorg

vuld

ig t

egen

elk

aar

af. D

it is

nog

bel

angr

ijker

bij

kwet

sbar

e ou

dere

n m

et e

en b

eper

kte

leve

nsve

rwac

htin

g. D

aaro

m b

esta

at e

r di

scus

sie

of r

eani

mat

ie

bij k

wet

sbar

e ou

dere

n m

edis

ch z

invo

l is.

Pub

lieks

cam

pagn

es le

ggen

vee

l nad

ruk

op h

et b

elan

g va

n sn

elle

rea

nim

atie

om

leve

ns t

e re

dden

. To

ch is

het

goe

d te

be

seff

en d

at r

eani

mat

ie n

iet

alle

en e

en o

verl

evin

gska

ns b

iedt

maa

r oo

k ka

n le

iden

to

t bl

ijven

de e

rnst

ige

scha

de. Som

mig

e kw

etsb

are

oude

ren

en h

un n

aast

en z

ien

een

plot

selin

ge c

ircu

latie

stils

tand

als

een

gew

enst

e m

ilde

natu

urlij

ke d

ood.

Als

dan

to

ch g

erea

nim

eerd

wor

dt, ka

n di

t ee

n ve

rsto

ord

ster

f­ e

n ro

uwpr

oces

ver

oorz

aken

.

Goe

de z

org

omva

t zo

rgvu

ldig

e an

ticip

eren

de b

eslu

itvor

min

g ov

er r

eani

mat

ie d

ie is

af

gest

emd

op d

e op

vatt

inge

n va

n de

pat

iënt

. G

espr

eksv

oeri

ng o

ver

rean

imat

ie is

on

derd

eel v

an a

dvan

ced

care

pla

nnin

g w

aarb

inne

n oo

k m

et d

e pa

tiënt

ges

prok

en

wor

dt o

ver

zijn

eve

ntue

le w

ense

n ov

er d

e ov

erig

e zo

rg r

ond

het

leve

nsei

nde.

Dez

e ri

chtli

jn b

esch

rijf

t de

kan

sen

op o

verl

evin

g en

sch

ade

na r

eani

mat

ie v

an k

wet

sbar

e ou

dere

n en

de

wijz

e va

n be

slui

t vor

min

g da

arov

er in

sam

ensp

raak

met

de

patië

nt.

Hoe

wel

de

over

levi

ngsk

anse

n na

rea

nim

atie

bij

kwet

sbar

e ou

dere

n la

ag z

ijn, bi

edt

alle

en r

eani

mat

ie e

nige

kan

s op

ove

rlev

ing

bij e

en c

ircu

latie

stils

tand

. H

oofd

stuk

2

vat

de g

evon

den

evid

ence

sam

en. D

aaru

it bl

ijkt

dat

2,4­

14%

van

de

70­p

luss

ers

over

leef

t1 n

a re

anim

atie

bij

een

circ

ulat

iest

ilsta

nd b

uite

n he

t zi

eken

huis

. O

ngev

eer

de h

elft

daa

rvan

, 1,

2­5,

7% v

an a

lle g

erea

nim

eerd

e 70

­plu

sser

s, h

oudt

gee

n to

t m

ilde

neur

olog

isch

e sc

hade

ove

r. D

e an

dere

hel

ft v

an d

e ov

erle

vend

en h

eeft

blij

­ve

nde

erns

tige

neur

olog

isch

e sc

hade

. Vo

or 8

0­pl

usse

rs g

eldt

dat

3,3

­9,4

% o

ver­

leef

t na

rea

nim

atie

bij

een

circ

ulat

ie st

ilsta

nd b

uite

n he

t zi

eken

huis

. Bij

men

sen

met

bep

aald

e aa

ndoe

ning

en g

elde

n no

g la

gere

ove

rlev

ings

kans

en.

Om

geke

erd

bete

kent

dit

dat

86­9

7,6%

van

de

70­p

luss

ers

en 9

0,6­

96,7

% v

an d

e 80

­plu

sser

s ov

erlij

dt b

ij ee

n ci

rcul

atie

stils

tand

na

rean

imat

ie b

uite

n he

t zi

eken

­hu

is e

n da

t er

wei

nig

kans

is d

at d

e ov

erle

vend

en z

onde

r bl

ijven

de (

neur

olog

isch

e)

scha

de h

un le

ven

zelfs

tand

ig k

unne

n vo

ortz

ette

n.

Gev

onde

n ev

iden

ce t

oont

aan

dat

er

geen

spe

cifie

ke g

roep

en t

e be

noem

en z

ijn

waa

rbij

de r

eani

mat

ie k

ansl

oos

is. Er

bes

taat

gee

n la

ndel

ijke

‘nor

m’ b

ij w

elk

over

­le

ving

sper

cent

age

rean

imer

en a

ls m

edis

ch z

inlo

os h

ande

len

te b

esch

ouw

en is

. W

el

is d

uide

lijk

dat

kwet

sbar

e ou

dere

n ee

n ze

er k

lein

e ka

ns h

ebbe

n om

rea

nim

atie

zo

nder

sch

ade

te o

verl

even

naa

rmat

e de

leef

tijd

stijg

t en

bij

toen

emen

de c

omor

­bi

dite

it. D

at g

eldt

zek

er a

ls d

e ci

rcul

atie

stils

tand

bui

ten

het

ziek

enhu

is p

laat

svin

dt,

in h

et b

ijzon

der

als

de c

ircu

latie

stils

tand

pla

atsv

indt

zon

der

dat

er e

en o

ogge

tuig

e is

die

dir

ect

adeq

uate

hul

p ka

n ve

rlen

en.

Sam

enva

ttin

g

1 in

de

wet

ensc

happ

elijk

e lit

erat

uur

wor

dt m

et o

verl

evin

g be

doel

d da

t ge

rean

imee

rde

patiën

ten

leve

nd h

et z

ieke

nhui

s ve

rlat

en.

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

15

Tijd

ens

een

circ

ulat

iest

ilsta

nd is

ove

rleg

met

de

patië

nt o

nmog

elijk

om

dat

deze

bu

iten

bew

ustz

ijn is

. Ee

n an

ticip

eren

d re

anim

atie

besl

uit

kan

dan

held

erhe

id b

ie­

den

of r

eani

mat

ie g

ewen

st e

n af

gesp

roke

n is

. D

eze

rich

tlijn

ple

it er

voor

indi

vidu

ele

kwet

sbar

e ou

dere

n tij

dig

een

gesp

rek

aan

te b

iede

n ov

er r

eani

mat

ie. D

e be

han­

dele

nd a

rts

kan

daar

in –

op

basi

s va

n de

evi

denc

e in

dez

e ri

chtli

jn –

aan

de

indi

vi­

duel

e kw

etsb

are

oude

re e

en t

oelic

htin

g ge

ven

over

eve

ntue

le s

tape

ling

van

risi

co’s

en

de

gevo

lgen

daa

rvan

voo

r zi

jn o

verl

evin

gska

ns. H

ierm

ee k

an d

e ar

ts in

sam

en­

spra

ak m

et d

e pa

tiënt

de

mog

elijk

heid

en

wen

selij

khei

d va

n ee

n ev

entu

ele

re

anim

atie

vas

tste

llen.

Uit

de li

tera

tuur

blij

kt d

at d

e m

eest

e pa

tiënt

en s

hare

d de

cisi

on m

akin

g ov

er

rean

imat

ie o

p pr

ijs s

telle

n en

dat

de

zorg

hie

rdoo

r be

ter

afge

stem

d ka

n w

orde

n

op h

un b

ehoe

ften

. H

ierd

oor

neem

t de

tev

rede

nhei

d ve

elal

toe

. Via

sha

red

deci

sion

m

akin

g w

ordt

ges

tree

fd n

aar

een

geza

men

lijk

rean

imat

iebe

slui

t ge

base

erd

op e

en

af w

egin

g va

n de

wen

sen

van

de p

atië

nt e

n ev

iden

ceba

sed

info

rmat

ie o

ver

uitk

om­

sten

van

rea

nim

atie

in d

e (g

ezon

dhei

ds)s

ituat

ie v

an d

e in

divi

duel

e pa

tiënt

. D

aarb

ij vo

rmt

de p

atië

nt m

et z

ijn e

rvar

inge

n, b

ehoe

ften

, no

rmen

, w

aard

en e

n vo

orke

uren

he

t ui

tgan

gspu

nt v

an d

e be

slui

tvor

min

g. W

anne

er e

en p

atië

nt e

chte

r ge

en r

eani

­m

atie

wen

st, is

zijn

nie

t­re

anim

eren

wen

s le

iden

d.

Het

str

even

is in

sam

ensp

raak

met

de

patië

nt t

e ko

men

tot

goe

d ge

ïnfo

rmee

rde

besl

uitv

orm

ing.

In

som

mig

e si

tuat

ies

is h

et m

ogel

ijk d

at d

e be

hand

elen

d ar

ts,

reke

ning

hou

dend

met

mog

elijk

e ui

tkom

stci

jfer

s, r

eani

mat

ie b

ij ee

n in

divi

duel

e kw

etsb

are

oude

re a

ls m

edis

ch z

inlo

os b

eoor

deel

t, g

ezie

n di

ens

indi

vidu

ele

gezo

nd­

heid

ssitu

atie

(ch

roni

sche

com

orbi

dite

it, s

peci

fieke

bel

emm

eren

de b

eper

king

en

en b

eper

kter

e le

vens

verw

acht

ing)

. In

hoo

fdst

uk 3

wor

dt a

ange

geve

n bi

j wel

ke

patië

nten

in d

e pr

aktij

k ee

n de

rgel

ijke

indi

vidu

ele

afw

egin

g w

ordt

gem

aakt

. In

da

t ge

val b

eslu

it de

art

s om

de

patië

nt n

iet

te r

eani

mer

en o

p m

edis

che

gron

den.

Een

niet

­rea

nim

atie

besl

uit

van

de a

rts

is le

iden

d w

ant

een

rean

imat

iepo

ging

he

eft

dan

geen

reë

le s

lagi

ngsk

ans

of d

e be

last

ing

van

de r

eani

mat

iete

chni

eken

en

mog

elijk

e co

mpl

icat

ies/

scha

de w

egen

nie

t op

teg

en d

e ka

ns o

p ov

erle

ving

.

Dit

verg

t ee

n zo

rgvu

ldig

e af

weg

ing

die

geco

mm

unic

eerd

wor

dt m

et d

e pa

tiënt

en z

ijn e

vent

uele

ver

tege

nwoo

rdig

er –

en

bij v

oork

eur

zijn

naa

sten

. D

e pa

tiënt

of

zijn

ver

tege

nwoo

rdig

er m

ogen

ove

rige

ns a

fzie

n va

n he

t re

cht

op in

form

atie

en

bet

rokk

enhe

id b

ij be

slui

tvor

min

g. I

n da

t ge

val n

eem

t de

art

s ze

lfsta

ndig

een

re

anim

atie

besl

uit

waa

rbij

deze

geb

ruik

kan

mak

en v

an s

igna

len

van

over

ige

zo

rgve

rlen

ers

over

de

opva

ttin

gen

en w

ense

n va

n de

pat

iënt

.

Ges

prek

svoe

ring

ove

r re

anim

atie

is o

nder

deel

van

ant

icip

eren

de b

eslu

itvor

min

g ov

er d

e zo

rg r

ond

het

leve

nsei

nde.

Bij

voor

keur

wor

den

daar

bij –

met

toe

stem

­m

ing

van

de w

ilsbe

kwam

e pa

tiënt

– z

ijn n

aast

en b

etro

kken

doo

r oo

k he

n m

et

de p

atië

nt u

it te

nod

igen

voo

r ee

n ge

spre

k, z

ie h

ierv

oor

ook

hoof

dstu

k 4

en d

e bi

jbeh

oren

de b

ijlag

en.

Een

zorg

vuld

ig g

espr

ek o

ver

doel

en v

an d

e zo

rg in

de

laat

ste

leve

nsfa

se e

n re

alis

­tis

che

info

rmat

ie o

ver

de u

itkom

sten

van

rea

nim

atie

hel

pt m

eest

al e

en m

enin

gs­

vers

chil

te v

oork

omen

. Als

de

patië

nt w

el r

eani

mat

ie w

il, t

erw

ijl d

e ar

ts o

p m

edis

che

gron

den

een

niet

­rea

nim

atie

besl

uit

heef

t ge

nom

en, ka

n vo

or s

econ

d op

inio

n na

ar e

en a

nder

e ar

ts v

erw

ezen

wor

den.

Een

art

s is

nie

t ve

rplic

ht t

e

rean

imer

en a

ls d

eze

oord

eelt

dat

rean

imat

ie e

en m

edis

ch z

inlo

ze h

ande

ling

is.

Verp

leeg

kund

igen

, ve

rzor

gend

en o

f pra

ktijk

onde

rste

uner

s ku

nnen

vra

gen

si

gnal

eren

van

pat

iënt

en, ve

rteg

enw

oord

iger

s of

man

telz

orge

rs o

ver

zorg

ron

d he

t le

vens

eind

e en

rea

nim

atie

. Ze

kun

nen

patië

nten

stim

uler

en d

eze

vrag

en m

et h

un

beha

ndel

end

arts

te

besp

reke

n en

met

toe

stem

min

g va

n de

pat

iënt

die

vra

gen

aan

de a

rts

door

geve

n. Z

ij ku

nnen

ver

der

vera

nder

inge

n in

de

kwet

sbaa

rhei

d va

n de

pa

tiënt

sig

nale

ren

aan

de a

rts.

Dez

e si

gnal

en k

unne

n de

tim

ing

van

een

gesp

rek

over

ant

icip

eren

de b

eslu

itvor

min

g (m

ede)

bepa

len.

Sam

enva

ttin

g

Page 67: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

16

Verp

leeg

kund

igen

, ve

rzor

gend

en o

f pra

ktijk

onde

rste

uner

s ku

nnen

ook

een

rol

sp

elen

bij

de g

espr

eksv

oeri

ng. Zij

kunn

en –

in a

fste

mm

ing

met

de

beha

ndel

end

ar

ts –

alle

en g

espr

ekke

n ov

er r

eani

mat

ie s

tart

en a

ls z

ij be

schi

kken

ove

r de

ben

o­di

gde

gesp

reks

vaar

digh

eden

en

over

vol

doen

de k

enni

s va

n de

evi

denc

e ov

er d

e ui

tkom

sten

van

rea

nim

atie

uit

deze

ric

htlij

n. D

e ar

ts b

lijft

ech

ter

eind

vera

ntw

oor­

delij

k vo

or b

eslu

itvor

min

g.

Een

indi

vidu

eel n

iet­

rean

imat

iebe

slui

t di

ent

door

alle

zor

gver

lene

rs t

e w

orde

n op

gevo

lgd.

Een

indi

vidu

eel w

el­r

eani

mat

iebe

slui

t w

ordt

opg

evol

gd t

enzi

j uit

een

gew

ijzig

de (

gezo

ndhe

ids)

situ

atie

van

de

patië

nt b

lijkt

dat

rea

nim

atie

med

isch

zi

nloo

s zo

u zi

jn. Va

n be

lang

is d

at d

it re

anim

atie

besl

uit

in a

cute

situ

atie

s sn

el

toeg

anke

lijk

is. H

et in

divi

duel

e re

anim

atie

besl

uit

kan

zow

el ‘w

el r

eani

mer

en (

WR)’

al

s ‘n

iet

rean

imer

en (

NR)’

luid

en. D

aaro

m d

ient

een

zor

gaan

bied

er d

e m

ogel

ijk­

heid

te

bied

en d

at e

r da

adw

erke

lijk

gere

anim

eerd

kan

wor

den.

Er

zijn

gee

n

spec

ifiek

e gr

oepe

n te

ben

oem

en w

aarb

ij re

anim

atie

kan

sloo

s is

. D

aaro

m g

eldt

de

volg

ende

uitg

angs

rege

l: z

onde

r in

divi

duel

e be

slui

tvor

min

g w

aaru

it he

t te

gend

eel

blijk

t, w

ordt

een

pat

iënt

ger

eani

mee

rd.

Vere

nso,

het

Ned

erla

nds

Hui

sart

seng

enoo

tsch

ap e

n Ve

rple

egku

ndig

en e

n Ve

rzor

­ge

nden

Ned

erla

nd b

iede

n in

dez

e m

ultid

isci

plin

aire

ric

htlij

n (M

DR)

een

over

zich

t va

n ge

vond

en e

vide

nce

over

de

uitk

omst

en v

an r

eani

mat

ie b

ij kw

etsb

are

oude

ren.

D

aarn

aast

wor

dt in

gega

an o

p de

ver

antw

oord

elijk

hede

n bi

j ant

icip

eren

de b

eslu

it­vo

rmin

g en

juri

disc

he b

etek

enis

van

rea

nim

atie

besl

uite

n, r

eani

mer

enpe

nnin

gen

en

wils

verk

lari

ngen

. O

ok w

orde

n ha

ndva

tten

geg

even

voo

r ge

spre

ksvo

erin

g m

et

patië

nten

, co

mm

unic

atie

tus

sen

zorg

prof

essi

onal

s en

het

vas

tlegg

en e

n ov

er­

drag

en v

an (

niet

­)re

anim

atie

besl

uite

n. V

erde

r w

orde

n ra

ndvo

orw

aard

en g

esch

etst

vo

or d

e ui

tvoe

ring

van

rea

nim

atie

besl

uite

n.

In d

e bi

jbeh

oren

de L

ande

lijke

Eer

stel

ijns

Sam

enw

erki

ngs

Afs

praa

k (L

ESA)

‘A

ntic

iper

ende

bes

luitv

orm

ing

over

rea

nim

atie

bij

kwet

sbar

e ou

dere

n’ w

ordt

in

gega

an o

p de

rol

­ en

taa

kver

delin

g va

n ve

rsch

illen

de d

isci

plin

es d

ie b

etro

kken

zi

jn b

ij an

ticip

eren

de b

eslu

itvor

min

g. O

ok w

orde

n aa

ndac

htsp

unte

n ge

sche

tst

vo

or o

nder

linge

sam

enw

erki

ng d

aarb

ij.

Voor

pat

iënt

en e

n hu

n na

aste

n is

voo

rlic

htin

gsm

ater

iaal

ont

wik

keld

dat

geb

ruik

t ka

n w

orde

n al

s on

ders

teun

ing

van

gesp

reks

voer

ing

over

rea

nim

atie

.

Voor

de

toep

assi

ng v

an d

e ju

iste

rea

nim

atie

tech

niek

wor

dt v

erw

ezen

naa

r

de m

eest

rec

ente

ric

htlij

nen

van

de N

eder

land

se R

eani

mat

ie R

aad

(NRR).

De

rich

tlijn

wer

kgro

ep w

il m

et d

eze

publ

icat

ies

bijd

rage

n aa

n re

spec

tvol

le e

n zo

rg­

vuld

ige

antic

iper

ende

bes

luitv

orm

ing

over

rea

nim

atie

bij

de k

wet

sbar

e ou

dere

pa

tiënt

én

in g

eval

van

cir

cula

tiest

ilsta

nd a

an o

pvol

ging

van

het

(ni

et­)

rean

ima­

tiebe

slui

t. D

aarn

aast

hoo

pt d

e w

erkg

roep

dat

dez

e ri

chtli

jn b

ijdra

agt

aan

tijdi

ge

besl

uitv

orm

ing

over

het

med

isch

bel

eid

in d

e la

atst

e le

vens

fase

tus

sen

de

kwet

sbar

e ou

dere

en

zijn

beh

ande

lend

art

s.

nam

ens

de r

icht

lijnw

erkg

roep

, pr

of. dr

. j.

j.M

. va

n d

elde

n,

hoog

lera

ar m

edis

che

ethi

ek e

n sp

ecia

list

oude

reng

enee

skun

de,

juliu

s c

entr

um, u

Mc

utr

echt

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

17

S

tro

om

dia

gra

m a

nti

cip

eren

de

bes

luit

vorm

ing

ove

r re

anim

atie

M

ogel

ijke

aanl

eidi

ngen

:

op

initia

tief

van

de

patiën

t/ve

rteg

enw

oord

iger

* al

s de

ze

• vr

agen

hee

ft o

ver

de z

org

rond

het

leve

nsei

nde;

• m

eldi

ng m

aakt

van

een

nie

t­re

anim

eren

verk

lari

ng, ni

et­r

eani

mer

enpe

nnin

g,

niet

­rea

nim

eren

wen

s of

een

wils

­ of

eut

hana

siev

erkl

arin

g;

• vr

agen

hee

ft o

ver

(de

succ

eska

ns v

an)

rean

imat

ie.

bij

kwet

sbar

e ou

dere

n op

initia

tief

van

de

arts

bijv

oorb

eeld

als

blij

kt d

at:

er e

en s

terk

e ve

rand

erin

g op

tree

dt in

de

gezo

ndhe

idss

itua

tie

van

de p

atië

nt;

iem

and

als

kwet

sbar

e ou

dere

wor

dt g

eïde

ntifi

ceer

d, b

ijvoo

rbee

ld v

ia s

cree

ning

;

• te

ver

wac

hten

is d

at d

e pa

tiën

t bi

nnen

een

jaar

zal

ove

rlijd

en;

een

patiën

t m

oet

verh

uize

n na

ar o

f w

ordt

opg

enom

en in

een

woo

n­/

zorg

inst

ellin

g,

aanl

eunw

onin

g of

zie

kenh

uis;

of a

ls d

e ar

ts o

f ee

n (a

nder

e) z

orgv

erle

ner

sign

alee

rt d

at v

oor

de p

atië

nt é

én o

f m

eer

van

onde

rsta

ande

pun

ten

geld

en:

­ ee

n on

gene

eslij

ke m

alig

ne o

f pr

ogre

ssie

ve z

iekt

e;

­

70+

met

com

orbi

dite

it é

n ee

n st

erk

afne

men

de s

omat

opsy

chol

ogis

che

vita

litei

t;

­

een

verh

oogd

e ka

ns o

p ee

n ha

rt­

of a

dem

halin

gsst

ilsta

nd;

­ co

gnitie

ve b

eper

king

en;

­ ee

n ve

rhoo

gde

kans

op

erns

tige

en

blijv

ende

inva

liditei

t.

* d

e ve

rteg

enw

oord

iger

kan

toe

stem

min

g ge

ven

voor

een

beh

ande

ling

of d

eze

wei

gere

n. d

e zo

rgve

rlen

er g

aat

op

deze

lfde

man

ier

om m

et d

e be

slis

sing

van

de

vert

egen

woo

rdig

er a

ls d

ie v

an d

e pa

tiën

t. h

ij re

spec

teer

t de

bes

lissi

ng t

enzi

j he

t m

edis

ch z

inlo

os is

, sc

hade

toe

bren

gt a

an d

e ge

zond

heid

stoe

stan

d va

n de

pat

iënt

of de

ze s

trijd

ig is

met

de

prof

essi

onel

e st

anda

ard.

Ges

prek

met

pat

iënt

(b

ij vo

orke

ur in

aan

wez

ighe

id v

an

man

telz

orge

r in

dien

met

to

este

mm

ing

patiën

t)

Patiën

t/ve

rteg

enw

oord

iger

*:

geen

rea

nim

atie

gew

enst

Patiën

t/ve

rteg

enw

oord

iger

*: w

el r

eani

mat

ie g

ewen

stBeh

ande

lend

art

s: m

edis

ch z

inlo

os v

oor

indi

vidu

ele

patiën

t va

nweg

e ni

et r

eële

kan

s op

ove

rlev

ing

(o.b

.v

evid

ence

) of

rea

nim

atie

te

bela

sten

d t.

o.v

over

­le

ving

skan

s (e

vent

ueel

bev

estigd

tijd

ens

colle

gial

e co

nsul

tatie

en v

astg

eleg

d in

dos

sier

/zor

gpla

n)

Art

s en

pat

iënt

(of

ver

tege

nwoo

rdig

er)

besp

reke

n:•

Verw

acht

e ui

tkom

st/k

ans

succ

es b

ij in

divi

duel

e pa

tiën

t•

Wen

sen

en v

erw

acht

inge

n pa

tiën

tD

e p

atië

nt/

vert

egen

wo

ord

iger

* e

n a

rts

zijn

het

ver

volg

ens:

Info

rmat

ie b

enut

ten

van

m

ultidi

scip

linai

r te

am

(bv

verp

leeg

kund

ige,

ver

zor­

gend

e, p

rakt

ijkon

ders

teun

er)

Ges

prek

met

ver

tege

nwoo

rdig

er

met

zov

eel m

ogel

ijk in

bren

g va

n w

ilson

bekw

ame

patiën

t

EEN

S:

R

EA

NIM

ER

EN

EEN

S:

N

IET

RE

AN

IME

RE

N

NIE

T R

EA

NIM

ER

EN

NE

EJA

Pat

iën

t w

ilsb

ekw

aam

?

ON

EEN

S

Page 68: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

8

Def

initie

s

Kw

etsb

are

ou

der

en

Oud

eren

van

ove

rweg

end

hoge

tot

zee

r ho

ge le

eftijd

die

vee

lal c

hron

isch

zie

k zi

jn

vanw

ege

licha

mel

ijke,

psy

chis

che,

com

mun

icat

ieve

en/

of s

ocia

le b

eper

king

en,

waa

rdoo

r zi

j (tijd

elijk

) ni

et in

sta

at z

ijn v

olle

dig

zelfs

tand

ig t

e fu

nction

eren

. to

elic

htin

g: in

de

(int

er)n

atio

nale

lite

ratu

ur e

n bi

j de

hant

erin

g va

n ve

rsch

illen

de

inst

rum

ente

n vo

or g

eria

tris

ch a

sses

men

t be

staa

t ge

en u

nifo

rme

defin

itie

voo

r kw

etsb

aarh

eid.

In

deze

ric

htlij

n is

daa

rom

gek

ozen

om

in h

et s

troo

mdi

agra

m t

e be

noem

en w

elke

sig

nale

n va

n kw

etsb

aarh

eid

een

aanl

eidi

ng k

unne

n vo

rmen

om

al

s ar

ts a

an e

en k

wet

sbar

e ou

dere

een

ges

prek

aan

te

bied

en o

ver

rean

imat

ie.

Kwet

sbar

e ou

dere

n ku

nnen

zow

el t

huis

als

in v

erpl

eeg­

of ve

rzor

ging

shui

zen

won

en.

Cir

cula

ties

tils

tan

d/

har

tsti

lsta

nd

Bij

een

circ

ulat

iest

ilsta

nd w

ordt

er

geen

blo

ed m

eer

door

het

lich

aam

gep

ompt

en

tree

dt e

r ee

n do

orbl

oedi

ngss

tils

tand

op.

Rea

nim

atie

Rea

nim

atie

is h

et g

ehee

l van

han

delin

gen

geri

cht

op h

et h

erst

el v

an s

pont

ane

circ

ulat

ie e

n/of

ade

mha

ling

ten

min

ste

door

bor

stco

mpr

essi

e en

/of be

adem

ing.

Nie

t-re

anim

atie

(N

R)

Bij

acuu

t fa

lend

e of

ont

brek

ende

blo

edci

rcul

atie

wor

dt g

een

enke

le v

orm

van

bo

rstc

ompr

essi

e en

/of be

adem

ing

toeg

epas

t ge

rich

t op

het

her

stel

van

spo

ntan

e ci

rcul

atie

en/

of a

dem

halin

g.

Bas

ale

rean

imat

ie (

BLS

= b

asic

life

su

pp

ort

) Bij

een

circ

ulat

iest

ilsta

nd s

tart

en m

et b

orst

com

pres

sie

en b

eade

min

g.

Bas

ale

rean

imat

ie k

an a

ange

vuld

wor

den

door

een

AED

te

gebr

uike

n. S

pec

iali

stis

che

rean

imat

ie (

ALS

= a

dva

nce

d li

fe s

up

po

rt)

G

evor

derd

e re

anim

atie

die

vol

gt o

p ba

sale

rea

nim

atie

. to

elic

htin

g: A

LS b

esta

at o

nder

mee

r ui

t he

t to

edie

nen

van

med

icijn

en,

defib

rille

ren,

intu

bere

n en

toe

pass

en v

an k

oeltec

hnie

ken.

Au

tom

atis

che

Ext

ern

e D

efib

rill

ato

r (A

ED

)

App

araa

t w

aarm

ee e

en o

f m

eerd

ere

krac

htig

e st

room

stot

en t

oege

dien

d ku

nnen

w

orde

n m

et a

ls d

oel o

m h

et h

art

in h

et n

orm

ale

hart

ritm

e te

rug

te b

reng

en, op

dat

de s

pont

ane

circ

ulat

ie h

erst

elt.

to

elic

htin

g: h

et a

ppar

aat

herk

ent

zelf

het

hart

ritm

e w

aarb

ij de

fibri

llatie

nood

zake

­lij

k is

en

afha

nkel

ijk v

an h

et t

ype

AED

die

nt d

eze

of z

elf de

str

oom

stot

en t

oe o

f ka

n de

bed

iene

r m

et d

e sc

hokk

nop

een

stro

omst

oot

toed

iene

n.

Rea

nim

atie

bes

luit

Een

indi

vidu

eel a

ntic

iper

end

besl

uit

van

de e

indv

eran

twoo

rdel

ijk a

rts

(hoo

fd­

beha

ndel

aar)

waa

ruit b

lijkt

of de

pat

iënt

wel

of ni

et g

erea

nim

eerd

moe

t w

orde

n

in g

eval

van

acu

ut fal

en v

an c

ircu

latie

en/o

f ad

emha

ling.

Nie

t-re

anim

eren

verk

lari

ng

(N

R-v

erkl

arin

g)

Een

schr

iftel

ijke

wils

verk

lari

ng w

aari

n ie

man

d ze

lf he

eft

vast

gele

gd d

at h

ij

– in

gev

al v

an a

cuut

fal

en v

an c

ircu

latie

en/o

f ad

emha

ling

– ni

et g

erea

nim

eerd

w

il w

orde

n.

Mu

lt

idis

cip

liN

air

e r

ich

tl

ijN

aN

tic

ipe

re

Nd

e B

es

lu

itv

or

MiN

g o

ve

r r

ea

NiM

at

ie B

ij k

we

ts

Ba

re

ou

de

re

N |

de

el

18

9

Sch

rift

elij

ke w

ilsv

erkl

arin

g

Doc

umen

t w

aari

n ie

man

d ze

lf in

stru

ctie

s ge

eft

over

de

beha

ndel

ing

die

hij i

n de

to

ekom

st w

el o

f ni

et w

enst

te

onde

rgaa

n on

der

gesp

ecifi

ceer

de o

mst

andi

ghed

en.

toel

icht

ing:

er

kunn

en t

wee

soo

rten

wils

verk

lari

ngen

zijn

:•

een

verk

lari

ng w

aari

n de

pat

iënt

aan

geef

t w

elke

beh

ande

ling

hij o

nder

ge

spec

ifice

erde

om

stan

digh

eden

wil

ontv

ange

n (l

even

swen

s);

• ee

n ve

rkla

ring

waa

rin

de p

atië

nt a

ange

eft

wel

ke b

ehan

delin

g hi

j ond

er

gesp

ecifi

ceer

de o

mst

andi

ghed

en w

eige

rt (

beha

ndel

verb

od).

Nie

t-re

anim

eren

pen

nin

g (

NR

-pen

nin

g)

Met

een

nie

t­re

anim

eren

penn

ing,

ged

rage

n aa

n ee

n ke

ttin

kje

om d

e ha

ls, ge

eft

iem

and

aan

dat

deze

nie

t ge

rean

imee

rd w

il w

orde

n, z

ie v

erde

r ho

ofds

tuk

3 vo

or

info

rmat

ie o

ver

de ju

ridi

sche

sta

tus

van

de n

iet­

rean

imer

enpe

nnin

g.

Med

isch

zin

loo

s h

and

elen

Han

dele

n da

t ni

et m

eer

bijd

raag

t aa

n de

opl

ossi

ng v

oor

het

med

isch

e pr

oble

em

van

de p

atië

nt e

n/of

waa

rbij

de b

eoog

de b

ehan

delin

g qu

a ef

fect

en e

n be

last

ing

niet

in r

edel

ijke

verh

oudi

ng s

taat

tot

het

te

bere

iken

doe

l, vo

lgen

s de

pro

fess

io­

nele

sta

ndaa

rd.

Sh

ared

dec

isio

n m

akin

g

Gez

amen

lijke

bes

luitvo

rmin

g tu

ssen

pat

iënt

/ver

tege

nwoo

rdig

er e

n ar

ts o

m s

amen

to

t ee

n be

leid

te

kom

en d

at h

et b

este

bij

de p

atië

nt p

ast.

De

erva

ring

en, be

hoef

­te

n, n

orm

en, w

aard

en e

n vo

orke

uren

van

de

patiën

t vo

rmen

daa

rbij

het

uitg

angs

­pu

nt. G

ezam

enlij

ke b

eslu

itvo

rmin

g is

een

adv

iser

ende

stijl

van

com

mun

icer

en d

ie

voor

al w

ordt

geb

ruik

t bi

j bel

angr

ijke,

pre

fere

ntie

gevo

elig

e be

slis

sing

en.

toel

icht

ing:

bij

antici

pere

nde

besl

uitv

orm

ing

over

rea

nim

atie

wor

dt v

ia s

hare

d de

cisi

on m

akin

g ge

stre

efd

naar

een

gez

amen

lijk

besl

uit.

Wil

son

bek

waa

mIe

man

d is

wils

onbe

kwaa

m in

dien

dez

e ni

et in

sta

at k

an w

orde

n ge

acht

tot

een

re

delij

ke w

aard

erin

g va

n zi

jn b

elan

gen

ter

zake

.

Med

isch

do

ssie

r H

et d

ossi

er b

evat

info

rmat

ie o

ver

de p

atië

nt d

ie d

oor

de b

ehan

dele

nd a

rts

is

vast

gele

gd.

toel

icht

ing:

dit d

ossi

er m

oet

conf

orm

de

Wet

op

de g

enee

skun

dige

beh

ande

lings

­ov

eree

nkom

st (

WG

BO

) ge

geve

ns b

evat

ten

over

de

gezo

ndhe

idss

itua

tie

van

de

patiën

t, a

nam

nese

, on

derz

oeke

n en

bev

indi

ngen

, in

houd

van

med

isch

han

dele

n en

res

ulta

ten

daar

van,

geg

even

s vo

or d

e co

ntin

uïte

it v

an z

org

zoal

s ov

erdr

acht

s­ge

geve

ns, le

vens

loop

­ en

per

soon

sgeg

even

s di

e re

leva

nt b

lijve

n vo

or v

ervo

lg­

beha

ndel

ing,

ond

erzo

ek e

n be

gele

idin

g zo

als

ook

schr

iftel

ijke

wils

verk

lari

ngen

.

Zo

rg(l

eef)

pla

n (

ZLP

)Ee

n Zo

rgle

efpl

an is

een

doc

umen

t w

aari

n de

afp

rake

n tu

ssen

de

zorg

verl

ener

en

de p

atië

nt w

orde

n ge

docu

men

teer

d. H

et b

evat

info

rmat

ie o

ver

diag

nose

n, d

oele

n va

n zo

rgve

rlen

ing

en a

fges

prok

en in

terv

enties

.

toel

icht

ing:

het

Zor

glee

fpla

n w

ordt

vaa

k ge

brui

kt in

ver

zorg

ings

­ en

ver

plee

g­hu

izen

. Er

zijn

vel

e m

odel

len

die

de b

asis

kun

nen

vorm

en v

oor

het

zorg

plan

af

hank

elijk

van

de

afsp

rake

n bi

nnen

een

zor

gins

telli

ng. H

et b

evat

de

afsp

rake

n ov

er v

ier

leve

nsdo

mei

nen

(het

men

tale

wel

bevi

nden

van

de

patiën

t al

s pe

rsoo

n;

het

licha

mel

ijke

gevo

el v

an w

elbe

vind

en e

n ge

zond

heid

; da

ginv

ullin

g vo

lgen

s ei

gen

inte

ress

e en

het

ond

erho

uden

van

soc

iale

con

tact

en (

part

icip

atie

), d

e w

oon­

en

leef

omst

andi

ghed

en).

In

de h

uisa

rtse

npra

ktijk

wor

dt h

et (

digi

taal

) In

divi

duee

l Zor

gpla

n ge

hant

eerd

, da

t ve

rbon

den

is m

et h

et H

uisa

rts

Info

rmat

ie

Syst

eem

(H

IS)

met

het

pat

iënt

endo

ssie

r.

Mu

lt

idis

cip

liN

air

e r

ich

tl

ijN

aN

tic

ipe

re

Nd

e B

es

lu

itv

or

MiN

g o

ve

r r

ea

NiM

at

ie B

ij k

we

ts

Ba

re

ou

de

re

N |

de

el

19

Page 69: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

110

Wel

ke u

itko

mst

en v

an r

ean

imat

ie k

om

en, i

n w

elke

mat

e, v

oo

r b

ij

kwet

sbar

e o

ud

eren

(d

oo

d, o

verl

evin

g z

on

der

sch

ade,

ove

rlev

ing

m

et s

chad

e)?

De

uitk

omst

bij

ou

der

en v

an r

eani

mat

ie n

a ci

rcul

atie

stils

tand

bui

ten

het

ziek

en­

huis

(O

HC

A)

is a

ls v

olgt

(zi

e ta

belle

n 1

en 2

, pa

gina

19)

:a.

ci

rca

2,4­

14%

van

de

70­p

luss

ers

verl

aat

leve

nd h

et z

ieke

nhui

s, v

an d

e 80

­plu

sser

s ve

rlaa

t 3,

3­9,

4% le

vend

het

zie

kenh

uis;

b.

ci

rca

1,2­

5,7%

van

de

gere

anim

eerd

e 70

­plu

sser

s ho

udt

geen

tot

mild

e ne

urol

ogis

che

scha

de o

ver

(CPC

≤2)

. D

at is

ong

evee

r de

hel

ft v

an h

et a

anta

l ov

erle

vend

en. D

e an

dere

hel

ft v

an d

e ov

erle

vend

en h

eeft

blij

vend

e er

nstige

ne

urol

ogis

che

scha

de.

De

uitk

omst

bij

ou

der

en v

an r

eani

mat

ie n

a ci

rcul

atie

stils

tand

in h

et z

ieke

nhui

s (I

HC

A)

is a

ls v

olgt

(zi

e ta

belle

n 1

en 3

, pa

gina

19,

20):

a.

ci

rca

5,9­

32,7

% v

an d

e 70

­plu

sser

s ve

rlaa

t le

vend

het

zie

kenh

uis,

van

de

80­p

luss

ers

verl

aat

11­1

7% le

vend

het

zie

kenh

uis;

b.

ci

rca

17%

van

de

gere

anim

eerd

e 70

­plu

sser

s ho

udt

geen

tot

mild

e ne

urol

ogi­

sche

sch

ade

over

(C

PC ≤

2). D

at is

ong

evee

r de

hel

ft v

an h

et a

anta

l ove

rlev

en­

den.

De

ande

re h

elft

van

de

over

leve

nden

hee

ft b

lijve

nde

erns

tige

ne

urol

ogis

che

scha

de.

Op

basi

s va

n de

ze g

egev

ens

lijkt

de

kans

op

over

levi

ng n

a re

anim

atie

bij

een

ci

rcul

atie

stils

tand

bui

ten

het

ziek

enhu

is m

inst

ens

twee

kee

r zo

kle

in t

e zi

jn a

ls

bij e

en c

ircu

laties

tils

tand

in h

et z

ieke

nhui

s.

Om

geke

erd

bete

kent

dit d

at 8

6­97

,6%

van

de

70­p

luss

ers

en 9

0,6­

96,7

% v

an d

e 80

­plu

sser

s ov

erlij

dt b

ij ee

n ci

rcul

atie

stils

tand

bui

ten

het

ziek

enhu

is e

n da

t er

w

eini

g ka

ns is

dat

de

over

leve

nden

zon

der

blijv

ende

(ne

urol

ogis

che)

sch

ade

hun

leve

n ze

lfsta

ndig

kun

nen

voor

tzet

ten.

Te

vero

nder

stel

len

is d

at b

inne

n de

ze

leef

tijd

sgro

epen

kw

etsb

are

oude

ren

op b

asis

van

hun

hog

e le

eftijd

en

hun

(mul

ti)

path

olog

ie e

en g

rote

re k

ans

hebb

en o

p ov

erlij

den

of n

euro

logi

sche

sch

ade.

Con

clus

ies

en a

anbe

velin

gen

ov

er h

et m

edis

ch b

elei

d

bij an

tici

pere

nde

besl

uitv

orm

ing

over

rea

nim

atie

11

Mu

lt

idis

cip

liN

air

e r

ich

tl

ijN

aN

tic

ipe

re

Nd

e B

es

lu

itv

or

MiN

g o

ve

r r

ea

NiM

at

ie B

ij k

we

ts

Ba

re

ou

de

re

N |

de

el

1

Ook

bij

mild

e ne

urol

ogis

che

scha

de (

CPC

≤2)

kun

nen

patiën

ten

één

van

de

volg

ende

sym

ptom

en v

erto

nen:

mild

e dy

sfas

ie, ee

n ge

deel

telij

ke v

erla

mm

ing

(hem

ipar

ese

of h

emip

legi

e) o

f lic

ht h

erse

nlet

sel,

epile

ptis

che

insu

lten

, ge

brek

kige

sp

ierb

ehee

rsin

g (a

taxi

e), sp

raak

stoo

rnis

sen,

blij

vend

e ge

heug

en p

robl

emen

of

blijv

ende

men

tale

ver

ande

ring

en.

Voor

oud

eren

met

ver

schi

llend

e ch

roni

sche

aan

doen

inge

n (c

omor

bidi

teit)

zijn

de

ze o

verl

evin

gska

nsen

kle

iner

. D

it li

jkt

in ie

der

geva

l te

geld

en v

oor

men

sen

met

de

vol

gend

e aa

ndoe

ning

en:

(met

asta

tisc

he o

f he

mat

olog

isch

e) m

alig

nite

it, se

psis

, le

veri

nsuf

ficië

ntie

, ni

erfa

len,

acu

te n

euro

logi

sche

aan

doen

inge

n (e

en b

eroe

rte

of

besc

hadi

ging

van

het

cen

traa

l zen

uwst

else

l), ga

stro

inte

stin

ale

com

orbi

dite

it,

hypo

tens

ie, pn

eum

onie

ane

urys

ma

diss

ecan

s, u

rem

ie e

n pu

lmon

aire

em

bolie

.

Ook

AD

L af

hank

elijk

heid

gee

ft e

en s

lech

tere

pro

gnos

e. C

ardi

ovas

cula

ire

com

orbi

­di

teit b

leek

juis

t ve

rban

d te

hou

den

met

een

bet

ere

prog

nose

.

Ove

r de

vijf

jaar

s ov

erle

ving

en

de k

wal

itei

t va

n le

ven

na r

eani

mat

ie k

unne

n ge

en

betr

ouw

bare

uitsp

rake

n w

orde

n ge

daan

, om

dat

daar

over

zow

el v

oor

OH

CA a

ls

voor

IH

CA t

e w

eini

g st

udie

s zi

jn.

Wel

ke (

po

siti

eve

en n

egat

ieve

) fa

cto

ren

beï

nvl

oed

en,

in w

elke

m

ate,

sig

nif

ican

t d

e u

itko

mst

van

rea

nim

atie

bij

(kw

etsb

are)

o

ud

eren

?

Voor

pat

iënt

gebo

nden

fac

tore

n lij

kt d

e vo

lgen

de fac

tor

een

bet

ere

prog

nose

te

gev

en:

• ca

rdio

vasc

ulai

re c

omor

bidi

teit.

De

volg

ende

fac

tore

n lij

ken

een

slec

hte

re p

rogn

ose

te g

even

:•

hoge

re le

eftijd

ona

fhan

kelij

k va

n co

mor

bidi

teit;

• ni

et c

ardi

ovas

cula

ire

com

orbi

dite

it, vo

oral

mal

igni

teit e

n le

verc

irro

se;

• op

nam

e in

een

ver

plee

ghui

s.

De

ster

kte

van

de h

ierv

oor

geno

emde

pat

iënt

gebo

nden

fac

tore

n va

riee

rt z

odan

ig

in d

e st

udie

s da

t ni

et k

an w

orde

n aa

ngeg

even

in w

elke

mat

e de

ze fac

tore

n de

ui

tkom

st v

an r

eani

mat

ie b

eïnv

loed

en. D

it g

eldt

nog

ste

rker

voo

r de

spe

cifie

ke

groe

p va

n kw

etsb

are

oude

ren.

Voor

zov

er h

et fac

tore

n tijd

ens

de r

eani

mat

ie b

etre

ft, zi

jn g

un

stig

e pr

ogno

stis

che

fact

oren

: •

circ

ulat

iest

ilsta

nd in

het

bijz

ijn v

an o

mst

ande

rs;

• ci

rcul

atie

stils

tand

in h

et b

ijzijn

van

am

bula

nceh

ulpv

erle

ning

(Em

erge

ncy

Med

ical

Ser

vice

s (E

MS))

; •

gere

anim

eerd

wor

den

door

om

stan

ders

; •

vent

rike

lfibr

iller

en o

f ve

ntri

keltac

hyca

rdie

; •

spon

taan

her

stel

van

cir

cula

tie

(RO

SC

).

Zij

n e

r sp

ecif

ieke

pat

iën

ten

gro

epen

aan

te

mer

ken

bij

wie

de

kan

s n

a re

anim

atie

op

ove

rlev

ing

(zo

nd

er s

chad

e) z

eer

bep

erkt

is?

Er w

erde

n ge

en s

tudi

es g

evon

den

waa

rin

voor

spe

cifie

ke p

atië

nten

groe

pen

een

over

levi

ng v

an m

inde

r da

n 1%

wer

d ge

rapp

orte

erd.

Het

is o

p ba

sis

van

de e

vi­

denc

e ni

et m

ogel

ijk o

m p

er a

ando

enin

g te

ver

mel

den

hoev

eel o

verl

evin

gska

ns

iem

and

heef

t. W

el li

jken

pat

iënt

en m

et e

en m

alig

nite

it, an

eury

sma

diss

ecan

s,

seps

is, ac

ute

besc

hadi

ging

van

het

cen

traa

l zen

uwst

else

l, tr

aum

a, u

rem

ie e

n pu

lmon

aire

em

bolie

een

bep

erkt

e ka

ns o

p ov

erle

ving

te

hebb

en. M

aar

ook

hier

bij

is e

r va

riat

ie in

uitko

mst

en. O

ver

over

levi

ng n

a re

anim

atie

bij

men

sen

met

de

men

tie

is n

iets

ge v

onde

n.

Page 70: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

112

Ove

rweg

ing

en

Bui

ten

het

ziek

enhu

is h

ebbe

n pa

tiën

ten

met

een

cir

cula

ties

tils

tand

een

kle

iner

e ka

ns o

p ov

erle

ving

, om

dat

het

mee

stal

lang

er d

uurt

voo

rdat

zij

met

een

cir

cula

­ties

tils

tand

wor

den

aang

etro

ffen

en

(ges

peci

alis

eerd

e) r

eani

mat

ie o

p ga

ng k

omt.

O

m d

ie r

eden

kan

aan

geno

men

wor

den

dat

voor

kw

etsb

are

oude

ren

die

thui

s of

in

een

verz

orgi

ngs­

of ve

rple

eghu

is w

onen

de

cijf

ers

over

uitko

mst

en v

an r

eani

mat

ie

buiten

het

zie

kenh

uis

(OH

CA)

geld

en. D

aarn

aast

gel

dt d

at in

dez

e se

ttin

gs n

iet

altijd

zor

gver

lene

rs a

anw

ezig

zijn

die

ges

choo

ld z

ijn in

bas

ale

rean

imat

ie e

n da

t

er n

iet

altijd

AED

’s a

anw

ezig

zijn

die

, al

s zi

j sne

l wor

den

inge

zet,

een

gro

tere

ov

erle

ving

skan

s bi

eden

. D

it g

eldt

zek

er b

ij kw

etsb

are

oude

ren

die

thui

s of

in

klei

nsch

alig

e w

oonv

orm

en w

onen

. D

e ci

jfer

s ov

er u

itko

mst

en v

an r

eani

mat

ie in

he

t zi

eken

huis

(IH

CA)

kunn

en w

el g

ebru

ikt

wor

den

bij d

e vo

orlic

htin

g aa

n

patiën

ten

waa

rbij

opna

me

in h

et z

ieke

nhui

s is

voo

rzie

n.

Bel

angr

ijk is

er

van

bew

ust

te z

ijn d

at d

e m

eest

gev

onde

n ov

erle

ving

scijf

ers

men

sen

betr

effe

n di

e na

rea

nim

atie

leve

nd z

ijn o

pgen

omen

in h

et z

ieke

nhui

s.

In d

e pr

aktijk

ove

rlijd

en e

r ve

el m

ense

n aa

n ee

n ci

rcul

atie

stils

tand

voo

rdie

n,

omda

t zi

j nie

t ge

rean

imee

rd w

illen

wor

den

of t

e la

at w

orde

n ge

vond

en o

f om

dat

de b

loed

som

loop

ond

anks

een

rea

nim

atie

pogi

ng n

iet

mee

r op

gan

g ko

mt.

dat

be

teke

nt d

at d

e ka

ns o

p ov

erle

ving

in d

e re

alitei

t w

aars

chijn

lijk

klei

ner

is d

an

gevo

nden

cijf

ers

wee

rgev

en.

Gev

onde

n ev

iden

ce t

oont

aan

dat

er

geen

spe

cifie

ke g

roep

en t

e be

noem

en z

ijn

waa

rbij

de r

eani

mat

ie k

ansl

oos

is. Er

bes

taat

gee

n la

ndel

ijke

‘nor

m’ b

ij w

elk

over

levi

ngsp

erce

ntag

e re

anim

eren

als

med

isch

zin

loos

han

dele

n te

bes

chou

wen

is

. W

el is

dui

delij

k da

t kw

etsb

are

oude

ren

een

zeer

kle

ine

kans

heb

ben

rean

imat

ie

zond

er s

chad

e te

ove

rlev

en n

aar

mat

e de

leef

tijd

stijg

t en

bij

toen

emen

de c

omor

­bi

dite

it. D

at g

eldt

zek

er a

ls d

e ci

rcul

atie

stils

tand

bui

ten

het

ziek

enhu

is p

laat

svin

dt,

in h

et b

ijzon

der

als

de c

ircu

laties

tils

tand

pla

atsv

indt

zon

der

dat

er e

en o

ogge

tuig

e is

die

dir

ect

adeq

uate

hul

p ka

n ve

rlen

en. D

aaro

m is

het

zin

vol o

m k

wet

sbar

e ou

dere

n tijd

ig e

en g

espr

ek a

an t

e bi

eden

ove

r de

zor

g ro

nd h

et le

vens

eind

e w

aaro

nder

ove

r re

anim

atie

. D

aari

n ho

ort

de a

rts

een

toel

icht

ing

te g

even

ove

r ev

entu

ele

stap

elin

g va

n ri

sico

’s b

ij in

divi

duel

e pa

tiën

ten

waa

rdoo

r hu

n ov

erle

­vi

ngsk

ans

klei

ner

wor

dt. D

aarb

ij ga

at h

et o

ok o

m o

pvat

ting

en v

an d

e pa

tiën

t ov

er

zijn

kw

alitei

t va

n le

ven.

Dit o

m d

e w

ense

lijkh

eid

van

een

even

tuel

e re

anim

atie

sa

men

met

de

patiën

t op

een

rea

listisc

he m

anie

r va

st t

e st

elle

n.

Aan

bev

elin

gen

aan

de

beh

and

elen

d a

rts

2a:

Van

bela

ng is

dat

de

vera

ntw

oord

elijk

art

s ev

iden

ceba

sed

info

rmat

ie g

eeft

ov

er h

et p

roce

s va

n re

anim

atie

, de

uitko

mst

en e

n ka

nsen

op

blijv

ende

sc

hade

, al

of ni

et n

aar

aanl

eidi

ng v

an v

rage

n va

n kw

etsb

are

oude

ren

of

sign

alen

daa

rove

r va

n ve

rple

egku

ndig

en, ve

rzor

gend

en o

f pr

aktijk

onde

r­st

eune

rs. O

p ba

sis

daar

van

dien

t de

art

s in

ove

rleg

met

de

patiën

t ee

n in

divi

duee

l rea

nim

atie

besl

uit

te n

emen

. D

uide

lijk

is h

oe m

eer

nega

tiev

e pr

ogno

stis

che

fact

oren

aan

wez

ig z

ijn h

oe k

lein

er d

e ka

ns is

op

over

levi

ng

zond

er s

chad

e. I

n ee

n en

kel g

eval

zal

rea

nim

atie

dan

als

med

isch

zin

loos

be

scho

uwd

kunn

en w

orde

n.

2b:

Als

de

arts

tw

ijfel

t ov

er d

e in

scha

ttin

g va

n de

ove

rlev

ings

kans

bij

spec

ifiek

e ne

gatiev

e pr

ogno

stis

che

fact

oren

die

spe

len

bij d

e be

tref

fend

e in

divi

duel

e kw

etsb

are

oude

re, is

het

raa

dzaa

m d

at d

e ar

ts e

en c

olle

ga c

onsu

ltee

rt.

voo

r aa

nbev

elin

gen

over

de

wijz

e va

n ge

spre

ksvo

erin

g w

ordt

ver

wez

en

naar

hoo

fdst

uk 4

.

Aan

bev

elin

gen

aan

de

ove

rhei

d e

n r

elev

ante

ken

nis

inst

itu

ten

2c:

Stim

ulee

r (p

ublic

atie

s ov

er)

onde

rzoe

k na

ar d

e in

cide

ntie

van

cir

cula

ties

til­

stan

den

bij o

uder

en in

ver

schi

llend

e se

ttin

gs (

thui

s, v

erzo

rgin

gshu

is, ve

r­pl

eegh

uis,

zie

kenh

uis)

; de

inci

dent

ie v

an r

eani

mat

ie b

ij de

ze g

roep

; hu

n (l

ange

ter

mijn

)ove

rlev

ing

en k

wal

itei

t va

n le

ven

na r

eani

mat

ie. Bel

angr

ijk

is d

at d

aarb

ij oo

k de

inci

dent

ie v

an n

iet­

rean

imer

en w

ordt

mee

geno

men

(o

p ba

sis

van

NR­

be s

luit en

of om

dat

ter

plaa

tse

blee

k da

t re

anim

atie

zi

nloo

s w

as).

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

113

Aan

bev

elin

gen

aan

de

beh

and

elen

d a

rts

3a. B

espr

eek

met

de

patiën

t de

mog

elijk

heid

en

wen

selij

khei

d va

n re

anim

atie

te

nzij

de p

atië

nt e

rvoo

r ki

est

niet

bet

rokk

en t

e w

illen

zijn

bij

med

isch

e be

slui

t­vo

rmin

g. M

aak

bij h

et g

espr

ek g

ebru

ik v

an s

igna

len

van

over

ige

zorg

ver l

e ­ne

rs. voo

r aa

nwijz

inge

n ov

er d

e w

ijze

van

gesp

reks

voer

ing

zie

aanb

evel

inge

n in

hoo

fdst

uk 4

.

3b

. Bet

rek

zove

el m

ogel

ijk d

e (d

eels

) w

ilson

bekw

ame

patiën

t al

s in

sam

ensp

raak

m

et z

ijn v

erte

genw

oord

iger

een

rea

nim

atie

besl

uit

wor

dt g

enom

en. H

ierv

oor

kan

het

gesp

rek

gepl

and

wor

den

in e

en v

ertr

ouw

de o

mge

ving

op

het

mom

ent

van

de d

ag d

at d

e pa

tiën

t m

eest

al h

et b

est

aans

pree

kbaa

r is

. 3c

. Ant

icip

eren

de e

vide

nceb

ased

ges

prek

svoe

ring

ove

r re

anim

atie

kan

aan

ve

rple

egku

ndig

en, ve

rzor

gend

en o

f pr

aktijk

onde

rste

uner

s ge

dele

geer

d w

orde

n al

s de

ze b

esch

ikke

n ov

er d

e be

nodi

gde

gesp

reks

vaar

digh

eden

en

vold

oend

e ke

nnis

van

de

evid

ence

ove

r ui

tkom

sten

van

rea

nim

atie

uit d

eze

rich

tlijn

. D

e ar

ts b

lijft

ein

dver

antw

oord

elijk

en

voer

t he

t ge

spre

k ov

er h

et

defin

itie

ve r

eani

mat

iebe

slui

t. V

oor

een

goed

e ge

spre

ksvo

erin

g ka

n de

art

s in

form

atie

ben

utte

n va

n ve

rple

egku

ndig

en, ve

rzor

gend

en o

f pr

aktijk

onde

r­st

eune

rs o

ver

de o

pvat

ting

en e

n co

mm

unic

atie

stijl

van

de

patiën

t.3d

. Rea

nim

atie

besl

uite

n bl

ijven

gel

dig

totd

at –

op

initia

tief

van

de

patiën

t of

ar

ts (

zie

stro

omdi

agra

m o

p pa

gina

7 v

oor

mog

elijk

e aa

nlei

ding

en)

– na

een

ni

euw

ges

prek

een

and

er r

eani

mat

iebe

slui

t w

ordt

gen

omen

. Er

gel

dt g

een

verj

arin

gs te

rmijn

.3e

. De

arts

zor

gt d

at h

et (

herz

iene

) ni

et­r

eani

mat

iebe

slui

t en

/of ni

et­r

eani

mer

en­

verk

lari

ng o

p ee

n he

lder

e w

ijze

wor

dt v

astg

eleg

d in

het

(el

ektr

onis

ch)

patiën

­te

ndos

sier

en

indi

en a

anw

ezig

in h

et in

divi

duel

e zo

rgpl

an.

3f.

Verm

eld

in h

et d

ossi

er h

et r

eani

mat

iebe

slui

t m

et d

aarb

ij de

vol

gend

e ge

ge­

vens

: aa

rd r

eani

mat

iebe

slui

t (w

el­r

eani

mer

en o

f ni

et­r

eani

mer

en),

dat

um

besl

uit,

ker

nach

tige

wee

rgav

e va

n ge

geve

n in

form

atie

, w

ense

n en

opv

atting

en

van

de p

atië

nt, ev

entu

eel r

elev

ante

aan

vulle

nde

gege

vens

van

naa

sten

en

aa

nwez

ige

gesp

reks

part

ners

, na

am v

an a

rts

die

het

rean

imat

iebe

slui

t he

eft

geno

men

. D

eze

info

rmat

ie m

oet

snel

toe

gank

elijk

zijn

in e

en a

cute

situa

tie.

Bij

papi

eren

zor

gdos

sier

s w

ordt

de

aanw

ezig

heid

van

een

nie

t­re

anim

atie

be­

slui

t m

et d

e af

kort

ing

NR e

n ee

n w

el­r

eani

mat

iebe

slui

t m

et d

e af

kort

ing

WR

gem

arke

erd

op d

e vo

orpa

gina

of ee

rste

pag

ina

van

het

doss

ier.

Op

deze

lfde

pagi

na s

taat

ook

de

naam

van

de

betr

effe

nde

patiën

t. I

n he

t hu

isar

tsen

­in

form

atie

syst

eem

(H

IS)

kan

een

epis

ode

aang

emaa

kt w

orde

n m

et d

e tite

l N

R­be

slui

t. D

eze

wor

dt v

ervo

lgen

s st

anda

ard

in v

erw

ijsbr

ieve

n ve

rmel

d.

Er b

esta

at n

og g

een

ICPC

cod

e vo

or a

ntic

iper

ende

bes

luitvo

rmin

g. I

ndie

n aa

nwez

ig k

an in

het

indi

vidu

ele

zorg

plan

van

de

patiën

t, d

at m

et h

et H

IS

geko

ppel

d is

, de

info

rmat

ie w

orde

n va

stge

legd

.3g

. Dra

ag (

herz

iene

) re

anim

atie

besl

uite

n pr

oact

ief ov

er a

an a

nder

e be

trok

ken

zorg

verl

ener

s en

aan

de

huis

arts

enpo

st e

n st

imul

eer

hier

door

dat

dez

e

zorg

verl

ener

s he

t re

anim

atie

besl

uit

vast

legg

en in

een

eve

ntue

le in

divi

duel

e zo

rgm

ap o

f zo

rgle

efpl

an. O

ok k

an p

er a

fdel

ing

één

map

gem

aakt

wor

den

waa

rin

per

indi

vidu

ele

patiën

t m

et e

en N

R t

wee

kop

ieën

zitte

n va

n he

t N

R­be

slui

t (a

fsch

rift

pap

iere

n of

ele

ktro

nisc

he d

ossi

erpa

gina

) om

een

kop

ie

mee

te

kunn

en g

even

(aa

n am

bula

nceh

ulpv

erle

ners

) bi

j zie

kenh

uiso

pnam

e.

Bel

angr

ijk is

dat

er

slui

tend

e af

spra

ken

gem

aakt

wor

den

over

het

act

ueel

ho

uden

van

dez

e ge

geve

ns.

3h. B

enoe

m h

et n

iet­

rean

imat

iebe

slui

t st

anda

ard

in v

erw

ijsbr

ieve

n vo

or d

e am

bula

ncez

org,

het

zie

kenh

uis,

een

and

ere

zorg

inst

ellin

g, d

e th

uisz

org,

de

hui

s art

senp

ost

of a

nder

e be

hand

elen

d ar

tsen

.

Aan

beve

linge

n va

nuit h

et e

this

ch

en jur

idis

ch k

ader

voo

r an

tici

pere

nde

besl

uitv

orm

ing

over

rea

nim

atie

Page 71: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

114

3i.

Stim

ulee

r pa

tiën

ten

om h

un n

aast

en t

e in

form

eren

ove

r de

inho

ud v

an h

et

afge

spro

ken

rean

imat

iebe

slui

t en

vra

ag h

en h

un n

aast

en t

e at

tend

eren

op

de

plaa

ts w

aar

het

vast

gele

gde

rean

imat

iebe

slui

t in

acu

te s

itua

ties

is t

erug

te

vind

en (

op e

en v

aste

ple

k, b

ijvoo

rbee

ld b

ij de

tel

efoo

n, in

de

zorg

map

).3j

. Stim

ulee

r (a

mbu

lant

e) p

atië

nten

om

het

nie

t­re

anim

atie

besl

uit

vast

te

legg

en

in e

en n

iet­

rean

imer

enpe

nnin

g of

een

sch

rift

elijk

e ni

et­r

eani

mer

enve

rkla

ring

di

e aa

n de

erk

enni

ngse

isen

vol

doet

(ge

noem

d in

de

brie

f va

n vo

orm

alig

m

inis

ter

klin

k di

e in

3.2

.4 w

ordt

gec

itee

rd).

Ver

wijs

hen

daa

rvoo

r na

ar b

ron­

nen

waa

r zi

j NR­

penn

inge

n of

NR­

verk

lari

ngen

kun

nen

verk

rijg

en d

ie a

an d

ie

voor

waa

rden

vol

doen

. In

form

eer

hen

dat

de k

ans

op o

pvol

ging

van

een

ni

et­r

eani

mat

iebe

slui

t gr

oter

is a

ls d

e pa

tiën

t ee

n ev

entu

ele

niet

­rea

nim

eren

­pe

nnin

g op

een

sne

l vin

dbar

e pl

aats

op

het

licha

am d

raag

t.

Aan

bev

elin

gen

aan

ver

ple

egku

nd

igen

, ver

zorg

end

en e

n

pra

ktij

kon

der

steu

ner

s 3k

. Gee

f si

gnal

en o

ver

toen

emen

de k

wet

sbaa

rhei

d of

ver

ande

ring

en in

de

patiën

t­si

tuat

ie d

oor

aan

de b

ehan

dele

nd a

rts.

3l.

Gee

f vr

agen

van

de

patiën

t/zi

jn v

erte

genw

oord

iger

of m

ante

lzor

ger

over

zor

g ro

nd h

et le

vens

eind

e en

rea

nim

atie

– m

et t

oest

emm

ing

van

de p

atië

nt –

doo

r aa

n de

art

s.3m

. Stim

ulee

r de

pat

iënt

om

zijn

vra

gen

en w

ense

n ro

nd h

et le

vens

eind

e en

ove

r re

anim

atie

te

besp

reke

n m

et d

e ar

ts.

3n. S

tim

ulee

r da

t de

pat

iënt

zijn

naa

sten

info

rmee

rt o

ver

de in

houd

van

het

af

gesp

roke

n re

anim

atie

bele

id e

n ov

er d

e pl

aats

waa

r he

t ni

et­r

eani

mat

ie­

besl

uit

te v

inde

n is

.3o

. Zor

g er

voor

dat

een

afg

espr

oken

rea

nim

atie

besl

uit

vast

gele

gd w

ordt

in d

e

indi

vidu

ele

zorg

map

of he

t zo

rgle

efpl

an.

3p. S

tim

ulee

r da

t de

pat

iënt

het

nie

t­re

anim

atie

besl

uit

vast

legt

in e

en

niet

­rea

nim

eren

penn

ing.

3q. A

ls je

als

ver

plee

gkun

dige

, ve

rzor

gend

e of

pra

ktijk

onde

rste

uner

– in

afs

tem

­m

ing

met

de

arts

– g

espr

eksv

oeri

ng o

ver

rean

imat

ie s

tart

: be

spre

ek m

et d

e pa

tiën

t de

mog

elijk

heid

en

wen

selij

khei

d va

n re

anim

atie

op

basi

s va

n de

ev

iden

ce u

it d

eze

rich

tlijn

. G

eef aa

n de

art

s do

or o

f de

pat

iënt

wel

of ni

et

gere

anim

eerd

wil

wor

den.

Aan

bev

elin

g a

an d

e h

uis

arts

enp

ost

3r.

Not

eer

een

niet

­rea

nim

atie

besl

uit

zodr

a di

t is

ont

vang

en in

het

com

pute

r­sy

stee

m b

ij de

geg

even

s va

n de

bet

reff

ende

pat

iënt

. D

e hu

isar

tsen

post

is e

r ve

rant

woo

rdel

ijk v

oor

dat

deze

mel

ding

en in

het

eig

en s

yste

em w

orde

n op

geno

men

en

dat

zodr

a er

ove

r de

ze p

atië

nt g

ebel

d w

ordt

de

atte

ntie

rege

l in

beel

d ko

mt.

Dit is

ree

ds g

ebru

ikel

ijk b

ij de

zor

g vo

or p

atië

nten

in d

e pa

lliat

ieve

fa

se (

Han

drei

king

‘Pal

liatiev

e Zo

rg’,

Vere

nigi

ng H

uisa

rtse

npos

ten

Ned

erla

nd,

2008

).

Aan

bev

elin

gen

aan

hu

lpve

rlen

ers

(zo

wel

zo

rgve

rlen

ers,

po

liti

e,

bra

nd

wee

r al

s p

assa

nte

n)

3s.

Zoek

bij

patiën

ten

die

met

een

cir

cula

ties

tils

tand

wor

den

aang

etro

ffen

sne

l na

ar e

vent

uele

aan

wez

ighe

id v

an e

en n

iet­

rean

imer

enpe

nnin

g of

and

er

kenm

erk

dat

binn

en d

e in

stel

ling

wor

dt g

ebru

ikt

of v

raag

een

col

lega

te

zoek

en. Sta

rt o

nder

tuss

en w

el m

et r

eani

mat

ie e

n st

aak

deze

als

als

nog

ee

n N

R­be

slui

t of

NR­

penn

ing

of N

R­ve

rkla

ring

wor

dt g

evon

den.

Aan

bev

elin

gen

aan

het

min

iste

rie

van

VW

S, b

ero

epso

rgan

isat

ies

(NH

G,

Ver

enso

, KN

MG

, V&

VN

, Ord

e va

n M

edis

ch S

pec

iali

sten

) en

bra

nch

e-o

rgan

isat

ies

(Act

iZ, N

VZ

Zie

ken

hu

izen

, Am

bu

lan

ce Z

org

Ned

erla

nd

) aa

n V

WS

3t.

Stim

ulee

r da

t ni

et­r

eani

mer

enpe

nnin

gen

of n

iet­

rean

imer

enve

rkla

ring

en o

ok

zond

er h

et li

dmaa

tsch

ap v

an d

e N

VVE

verk

rijg

baar

zijn

.

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

115

aan

nh

g

3u. S

tim

ulee

r da

t hu

isar

tsen

pro

actief

aan

kw

etsb

are

oude

ren

een

gesp

rek

aan

bi

eden

ove

r re

anim

atie

. 3v

. Stim

ulee

r da

t in

het

HIS

een

nie

uwe

IPC

Pcod

e w

ordt

inge

voer

d di

e va

stle

ggin

g m

ogel

ijk m

aakt

van

(ni

et)b

ehan

delb

eslu

iten

zoa

ls a

ntip

eren

de b

eslu

itvo

rmin

g ov

er z

org

rond

het

leve

nsei

nde

waa

rond

er r

eani

mat

ie. N

eem

in h

et p

rogr

am­

ma

van

eise

n vo

or le

vera

ncie

rs v

an h

et H

IS o

p da

t er

een

att

entier

egel

ove

r he

t re

anim

atie

besl

uit

wor

dt o

pgen

omen

die

sta

ndaa

rd in

ver

wijs

brie

ven

staa

t ve

rmel

d.

aan

ver

enso

/kn

Mg

3w. B

ewer

kste

llig

dat

Am

bula

ncez

org

Ned

erla

nd, Po

litie

en

Bra

ndw

eer

Ned

er­

land

gee

n do

or e

en a

rts

onde

rtek

ende

sch

rift

elijk

e op

drac

ht t

ot n

iet­

rean

i­m

eren

eis

en, m

aar

de z

orgv

uldi

g to

t st

and

geko

men

nie

t­re

anim

atie

besl

uite

n na

kom

en. D

at b

etek

ent

dat

rean

imat

ie n

iet

gest

art

of w

ordt

ges

taak

t al

s ee

n (e

lekt

roni

sch)

nie

t­re

anim

atie

besl

uit,

nie

t­re

anim

eren

verk

lari

ng o

f ni

et­

rean

imer

en pe

nnin

g is

gev

onde

n. G

eadv

isee

rd w

ordt

om

land

elijk

e af

spra

ken

te m

aken

ove

r de

wijz

e w

aaro

p ee

n (e

lekt

roni

sch)

nie

t­re

anim

atie

besl

uit

be

vest

igd

wor

dt.

aan

v&

vn

3x. B

enad

ruk

bij v

erpl

eegk

undi

gen,

ver

zorg

ende

n en

pra

ktijk

onde

rste

uner

s he

t be

lang

van

zor

gvul

dige

evi

denc

ebas

ed g

espr

ekke

n ov

er r

eani

mat

ie e

n vr

aag

hen

bij v

rage

n hi

erov

er v

an p

atië

nten

/hun

ver

tege

nwoo

rdig

ers

of fam

iliel

eden

na

ar d

e be

hand

elen

d ar

ts t

e ve

rwijz

en. Stim

ulee

r da

t ve

rple

egku

ndig

en,

verz

orge

nden

en

prak

tijk

onde

rste

uner

s be

schi

kken

ove

r de

juis

te k

enni

s ov

er

de z

egge

nsch

ap v

an p

atië

nten

, ve

rteg

enw

oord

iger

s, a

rtse

n en

hun

eig

en

disc

iplin

e bi

j ant

icip

eren

de b

eslu

itvo

rmin

g.3y

. In

form

eer

verp

leeg

kund

igen

, ve

rzor

gend

en e

n pr

aktijk

onde

rste

uner

s ov

er h

et

bela

ng v

an d

e zi

chtb

aarh

eid

van

het

even

tuel

e ni

et­r

eani

mat

iebe

slui

t in

het

(e

lekt

roni

sche

) do

ssie

r va

n de

pat

iënt

zod

at, m

ocht

een

pat

iënt

met

een

ci

rcul

atie

stils

tand

wor

den

aang

etro

ffen

, sn

el z

icht

baar

en

duid

elijk

is o

f ee

n pa

tiën

t w

el o

f ni

et g

erea

nim

eerd

moe

t w

orde

n. D

eze

info

rmat

ie d

ient

, in

dien

aa

nwez

ig, ov

eree

n te

kom

en m

et d

e in

form

atie

in h

et in

divi

duel

e zo

rgpl

an d

at

verb

onde

n is

met

het

ele

ktro

nisc

h do

ssie

r. W

ijs h

en o

p de

mog

elijk

heid

om

va

nuit é

én c

entr

ale

map

een

kop

ie v

an h

et N

R­be

slui

t (a

fsch

rift

pap

iere

n of

el

ektr

onis

che

doss

ierp

agin

a) a

an t

e re

iken

dat

gel

dt v

oor

de b

etre

ffen

de

indi

vidu

ele

patiën

t m

et e

en N

R. Bel

angr

ijk is

dat

er

slui

tend

e af

spra

ken

gem

aakt

wor

den

over

het

act

ueel

hou

den

van

deze

geg

even

s.

aan

am

bula

nce

Zor

g n

eder

land

3z

. Ste

l gee

n ei

sen

aan

niet

­rea

nim

eren

verk

lari

ngen

of be

slui

ten

die

opvo

lgin

g va

n zo

rgvu

ldig

gew

ogen

bes

luiten

ver

hind

eren

waa

rdoo

r he

t ri

sico

ont

staa

t da

t de

pat

iënt

nie

t pa

ssen

de m

edis

ch z

org

ontv

angt

die

mog

elijk

ook

teg

en

zijn

wen

s in

gaat

.

aan

de o

rde

van

Med

isch

spe

cial

iste

n en

med

isch

wet

ensc

happ

elijk

e ve

reni

ging

en:

3aa.

Inf

orm

eer

med

ici d

at d

e ev

iden

ce o

ver

uitk

omst

en v

an r

eani

mat

ie b

ij kw

ets­

bare

oud

eren

het

bel

ang

onde

rstr

epen

van

indi

vidu

ele

antici

pere

nde

besl

uit­

vorm

ing

tuss

en a

rts

en p

atië

nt o

ver

de m

ogel

ijkhe

id e

n w

ense

lijkh

eid

van

rean

imat

ie. Ve

rmel

d da

arbi

j dat

col

lect

ief N

R­be

leid

voo

r (b

epaa

lde

groe

pen)

kw

etsb

are

oude

ren

niet

wen

selij

k is

. 3b

b. S

tim

ulee

r da

t de

hoo

fdbe

hand

elaa

r aa

n kw

etsb

are

oude

ren

tijd

ig e

en

gesp

rek

aanb

iedt

ove

r re

anim

atie

/de

zorg

ron

d he

t le

vens

eind

e. V

oork

om d

at

een

patiën

t al

leen

kor

t w

ordt

gev

raag

d na

ar z

ijn r

eani

mat

iew

ens

zond

er d

at

hij d

e m

ogel

ijkhe

id h

eeft

geh

ad e

en z

orgv

uldi

g ev

iden

ceba

sed

gesp

rek

te

hebb

en m

et z

ijn b

ehan

dele

nd a

rts.

3cc.

Stim

ulee

r da

t ar

tsen

bes

chik

ken

over

de

juis

te k

enni

s ov

er d

e ze

ggen

scha

p va

n pa

tiën

ten,

ver

tege

nwoo

rdig

ers,

art

sen

en h

un e

igen

dis

cipl

ine

bij

antici

pere

nde

besl

uitv

orm

ing.

Page 72: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

116

3dd.

Stim

ulee

r da

t bi

j het

ont

slag

van

kw

etsb

are

oude

ren

even

tuel

e re

anim

atie

­be

slui

ten

die

in h

et z

ieke

nhui

s zi

jn o

vere

enge

kom

en w

orde

n ge

com

mun

i­ce

erd

met

de

eige

n hu

isar

ts o

f ei

gen

spec

ialis

t ou

dere

ngen

eesk

unde

en

dat

ook

in h

et z

ieke

nhui

s ee

n ee

rder

tot

sta

nd g

ekom

en in

divi

duee

l nie

t­re

ani­

mat

iebe

slui

t w

ordt

opg

evol

gd, ee

n in

divi

duee

l wel

­rea

nim

atie

besl

uit

wor

dt

opge

volg

d te

nzij

uit

een

gew

ijzig

de (

gezo

ndhe

ids)

situ

atie

van

de

patiën

t bl

ijkt

dat

rean

imat

ie m

edis

ch z

inlo

os z

ou z

ijn.

aan

act

iZ:

3ee.

Inf

orm

eer

dire

ctie

s en

bel

eids

med

ewer

kers

dat

de

evid

ence

ove

r ui

tkom

sten

va

n re

anim

atie

bij

kwet

sbar

e ou

dere

n he

t be

lang

ond

erst

repe

n va

n in

divi

­du

ele

antici

pere

nde

besl

uitv

orm

ing

tuss

en a

rts

en p

atië

nt o

ver

de m

ogel

ijk­

heid

en

wen

selij

khei

d va

n re

anim

atie

. Ve

rmel

d da

arbi

j dat

col

lect

ief

NR­

bele

id v

oor

(bep

aald

e gr

oepe

n) k

wet

sbar

e ou

dere

n ni

et w

ense

lijk

is.

Stim

ulee

r pr

oact

ieve

bes

luitvo

rmen

de g

espr

ekke

n tu

ssen

pat

iënt

/fam

ilie

en

de b

ehan

dele

nd a

rts.

Voo

rkom

dat

een

pat

iënt

alle

en k

ort

door

een

and

ere

hulp

verl

ener

wor

dt g

evra

agd

naar

zijn

rea

nim

atie

wen

s zo

nder

hij

de m

oge­

lijkh

eid

heef

t ge

had

een

zorg

vuld

ig e

vide

nceb

ased

ges

prek

te

hebb

en m

et

zijn

beh

ande

lend

art

s.

aan

patiën

ten-

en

oude

reno

rgan

isat

ies

3ff:

Vo

or z

over

dat

nog

nie

t ge

beur

t: s

tim

ulee

r da

t (k

wet

sbar

e ou

dere

) pa

tiën

ten,

di

e da

t w

illen

, go

ed g

eïnf

orm

eerd

nad

enke

n ov

er h

un w

ense

n ov

er d

e zo

rg

rond

het

leve

nsei

nde

waa

rond

er r

eani

mat

ie. Vra

ag p

atië

nten

hun

opv

attin­

gen

hier

over

te

besp

reke

n m

et h

un b

ehan

dele

nd a

rts

om m

et d

eze

tot

een

antici

pere

nd r

eani

mat

iebe

slui

t te

kom

en. In

form

eer

hen

daar

bij d

at e

en

even

tuel

e ni

et­r

eani

mer

enw

ens

van

de p

atië

nt le

iden

d is

en

dat

bij e

en

wel

­rea

nim

eren

wen

s ge

ldt

dat

deze

wor

dt u

itge

voer

d te

nzij

de b

ehan

dele

nd

arts

na

zorg

vuld

ige

afw

egin

g oo

rdee

lt d

at r

eani

mat

ie a

ls le

vens

redd

ende

ha

ndel

ing

med

isch

zin

loos

is g

ezie

n de

gez

ondh

eids

situ

atie

(ch

roni

sche

co

mor

bidi

teit, sp

ecifi

eke

bele

mm

eren

de b

eper

king

en e

n be

perk

tere

leve

ns­

verw

acht

ing)

van

de

indi

vidu

ele

kwet

sbar

e ou

dere

. Att

ende

er p

atië

nten

voo

r ee

n go

ede

evid

ence

base

d be

slui

tvor

min

g op

het

voo

rlic

htin

gsm

ater

iaal

dat

on

twik

keld

is b

ij de

ze r

icht

lijn.

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

117

Aan

bev

elin

gen

aan

zo

rgve

rlen

ers

4a. D

e be

hand

elen

d ar

ts n

eem

t he

t in

itia

tief

om

met

de

kwet

sbar

e ou

dere

de

zorg

ro

nd h

et le

vens

eind

e te

bes

prek

en, in

clus

ief he

t re

anim

eren

. M

ogel

ijke

aanl

ei-

ding

en h

ierv

oor

staa

n be

schr

even

bij

aanb

evel

ing

4e e

n w

orde

n he

rhaa

ld in

het

st

room

diag

ram

op

pagi

na 7

. bijl

age

c in

dee

l 2 v

an d

e ri

chtlijn

sch

etst

sta

ps-

gew

ijs a

anda

chts

punt

en v

oor

de g

espr

eksv

oeri

ng.

4b. V

erpl

eegk

undi

gen,

ver

zorg

ende

n en

pra

ktijk

onde

rste

uner

s st

imul

eren

de

patiën

t om

zijn

vra

gen

en w

ense

n ov

er d

e zo

rg r

ond

het

leve

nsei

nde

en o

ver

rean

imat

ie

te b

espr

eken

met

de

beha

ndel

end

arts

en

geve

n zi

jn v

rage

n do

or a

an d

e ar

ts.

4c.

Verp

leeg

kund

igen

, ve

rzor

gend

en e

n pr

aktijk

onde

rste

uner

s si

gnal

eren

aan

de

arts

al

s zi

j toe

nem

ende

kw

etsb

aarh

eid

of v

eran

deri

ngen

in d

e pa

tiën

t situa

tie

waa

rnem

en.

4d. B

elan

grijk

is d

at a

rtse

n –

en b

ij ta

akde

lega

tie

ook

verp

leeg

kund

igen

en/

of

verz

orge

nden

en/

of p

rakt

ijkon

ders

teun

ers

– ge

scho

old

zijn

in h

et v

oere

n

van

gesp

rekk

en o

ver

de z

org

rond

het

leve

nsei

nde

omda

t:

­

de

mee

ste

patiën

ten

betr

okke

n w

illen

zijn

bij

antici

pere

nde

besl

uit v

orm

ing

hier

over

;

­ g

oede

com

mun

icat

ieve

vaa

rdig

hede

n no

dig

zijn

voo

r he

lder

e ge

spre

ks vo

erin

g di

e le

idt

tot

eend

uidi

g in

terp

reta

tie

van

het

geno

men

re a

ni m

atie

besl

uit.

Te v

erw

acht

en is

dat

art

sen

(en

bij t

aakd

eleg

atie

ook

ver

plee

gkun

dige

n, v

erzo

r­ge

nden

of pr

aktijk

onde

rste

uner

s) v

aker

dit s

oort

ges

prek

ken

zulle

n vo

eren

gez

ien

de s

terk

e st

ijgin

g va

n he

t aa

ntal

oud

eren

en

omda

t de

pro

fess

ione

le s

tand

aard

vo

orsc

hrijf

t da

t ar

tsen

tijd

ig s

prek

en o

ver

de z

org

rond

het

leve

nsei

nde

(K

NM

G 2

011)

. 4e

. De

rich

tlijn

wer

kgro

ep a

dvis

eert

de

beha

ndel

end

arts

om

de

patië

nt b

ij vo

orke

ur

met

zijn

naa

sten

uit

te n

odig

en o

m d

e w

ense

lijkh

eid

en d

e m

ogel

ijkhe

id v

an

rean

imat

ie t

e be

spre

ken

in d

e on

ders

taan

de, oo

k in

het

str

oom

diag

ram

be

schr

even

, si

tuat

ies:

op

initia

tief

van

de

patiën

t/ve

rteg

enw

oord

iger

als

dez

e:­

vra

gen

heef

t ov

er d

e zo

rg r

ond

het

leve

nsei

nde;

­

mel

ding

maa

kt v

an e

en n

iet­

rean

imer

enve

rkla

ring

, ni

et­r

eani

mer

enpe

nnin

g,

niet

­rea

nim

eren

wen

s of

een

wils

­ of

eut

hana

siev

erkl

arin

g;­

vra

gen

heef

t ov

er (

de s

ucce

skan

s va

n) r

eani

mat

ie.

bij

kwet

sbar

e ou

dere

n op

initia

tief

van

de

arts

bijv

oorb

eeld

als

blij

kt d

at:

­ e

r ee

n st

erke

ver

ande

ring

opt

reed

t in

de

gezo

ndhe

idss

itua

tie

van

de p

atië

nt;

­ ie

man

d al

s kw

etsb

are

oude

re w

ordt

geï

dent

ifice

erd,

bijv

oorb

eeld

via

scr

eeni

ng;

­ t

e ve

rwac

hten

is d

at d

e pa

tiën

t bi

nnen

een

jaar

zal

ove

rlijd

en;

­ e

en p

atië

nt m

oet

verh

uize

n na

ar o

f w

ordt

opg

enom

en in

een

woo

n­/

zorg

­in

stel

ling,

aan

leun

won

ing

of z

ieke

nhui

s;­

of al

s de

art

s of

een

(an

dere

) zo

rgve

rlen

er s

igna

leer

t da

t vo

or d

e pa

tiën

t éé

n of

m

eer

van

onde

rsta

ande

pun

ten

geld

en:

• e

en o

ngen

eesl

ijke

mal

igne

of pr

ogre

ssie

ve z

iekt

e;•

70+

met

com

orbi

dite

it é

n ee

n st

erk

afne

men

de s

omat

opsy

chol

ogis

che

vita

litei

t;•

een

ver

hoog

de k

ans

op e

en h

art­

of ad

emha

lings

stils

tand

;•

cog

nitiev

e be

perk

inge

n;•

een

ver

hoog

de k

ans

op e

rnst

ige

en b

lijve

nde

inva

liditei

t.

aan

act

iZ4f

. S

tim

ulee

r vo

orlic

htin

gsbi

jeen

kom

sten

in z

orgi

nste

lling

en (

verz

orgi

ngsh

uize

n/ve

rple

eghu

izen

) w

aar

patiën

ten

en n

aast

en r

ealis

tisc

he in

form

atie

kri

jgen

ove

r go

ede

zorg

ron

d he

t le

vens

eind

e, u

itko

mst

en v

an r

eani

mat

ie w

aarn

a zi

j met

hun

ei

gen

beha

ndel

aar

het

besl

uitv

orm

ende

ges

prek

voe

ren.

Aan

beve

linge

n ov

erge

spre

ks vo

erin

g ov

er a

ntic

iper

ende

be

slui

tvor

min

g m

et in

divi

duel

e ou

dere

n

Page 73: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Mu

lt

idis

cip

lin

air

e r

ich

tl

ijn

an

tic

ipe

re

nd

e b

es

lu

itv

or

Min

g o

ve

r r

ea

niM

at

ie b

ij k

we

ts

ba

re

ou

de

re

n |

de

el

120

Leef

tijd

O

verl

evin

g (l

even

d he

t zi

eken

huis

ve

rlat

en)*

Gee

n to

t m

ilde

neur

olog

isch

e sc

hade

(C

PC 1

­2)*

Ove

rlev

ing

na 1

jaa

rSig

nific

ant

klei

nere

ov

erle

ving

skan

sen

bij:

70+

5,9­

32,7

%

17%

11,3

%

Oud

eren

met

AD

L­af

hank

elijk

heid

en/

of v

ersc

hille

nde

chro

nisc

he a

ando

enin

­ge

n (c

omor

bidi

teit),

o.a

. bi

j (m

etas

ta­

tisc

he o

f he

mat

olog

isch

e) m

alig

nite

it,

seps

is,

leve

rins

uffic

iënt

ie,

nier

fale

n,

acut

e ne

urol

ogis

che

aand

oeni

ngen

, ga

stro

inte

stin

ale

com

orbi

dite

it,

hypo

­te

nsie

, pn

eum

onie

ane

urys

ma

diss

e­ca

ns,

urem

ie e

n pu

lmon

aire

em

bolie

.

80+

11­1

7%

Gee

n ui

tkom

­st

en g

evon

den

Gee

n ui

t­ko

mst

en

gevo

nden

* %

van

de

men

sen

met

een

cir

cula

ties

tils

tand

dat

ger

eani

mee

rd w

erd

en le

vend

het

zie

kenh

uis

verl

iet

Tab

el 3

- S

amen

vatt

ing

uit

kom

st b

ij o

ud

eren

van

rea

nim

atie

na

har

tsti

lsta

nd

in

het

zie

ken

hu

is (

IHC

A)

Page 74: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

Mercatorlaan 12003528 BL Utrecht

Postbus 200693502 LB Utrecht

T 030 28 23 481 F 030 28 23 494

[email protected] www.verenso.nl

Page 75: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

AANTEKENINGEN

Page 76: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER
Page 77: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

A A N T E K E N I N G E N

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 77

Page 78: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

A A N T E K E N I N G E N

78 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren

Page 79: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

A A N T E K E N I N G E N

NVVE • Studiedag Niet Reanimeren 79

Page 80: 2 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren · INHOUD Programma 4 Bij de sprekers ARTIKEL Reanimatie als modern ritueel 7 POSTER Survival of out-of-hospital sudden cardiac arrest 9 POWER

A A N T E K E N I N G E N

80 NVVE • Studiedag Niet Reanimeren