2014 passerelle publicatie

20
in dit nummer: platform voor jonge dans Al tien jaar dansend door het leven > Passerelle is ’bijna’ jarig Meisjes, ze zijn het and’re soort, mijnheer > Quan Bui Ngoc over No Man’s Land Een artistieke expeditie met anderstalige jongeren > Noor, Hamza en Matheus vertellen hun OKAN-ervaring De slotgracht van ons onderbewustzijn > Stanislav Dobak en Jamie Lee over hun Castle in the Air Jongeren nemen het BUDA-eiland in > Dafne Maes over DansenDansen en Stel dat Passerelle ontgint jong talent in C-Mine > Judith Clijsters en Eddie Guldof over Vol Vertrouwen

Upload: passerelle

Post on 06-Apr-2016

225 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

2014 Passerelle publicatie Elk jaar publiceert Passerelle een krantje n.a.v. de premières van enkele artistieke trajecten (No Man's Land & Castle in the Air). Deze publicatie biedt ons ook de kans om via enkele diepte-interviews onze bredere werking kenbaar te maken. Meer INFO: www.passerellevzw.be

TRANSCRIPT

Page 1: 2014 Passerelle publicatie

in dit nummer:

platform voor jonge dans

Al tien jaar dansend door het leven > Passerelle is ’bijna’ jarig

Meisjes, ze zijn het and’re soort, mijnheer > Quan Bui Ngoc over No Man’s Land

Een artistieke expeditie met anderstalige jongeren > Noor, Hamza en Matheus vertellen hun OKAN-ervaring

De slotgracht van ons onderbewustzijn > Stanislav Dobak en Jamie Lee over hun Castle in the Air

Jongeren nemen het BUDA-eiland in > Dafne Maes over DansenDansen en Stel dat

Passerelle ontgint jong talent in C-Mine > Judith Clijsters en Eddie Guldof over Vol Vertrouwen

Page 2: 2014 Passerelle publicatie

Voorwoord

editie november 2014teksten Michaël Janart

foto‘s Luc Depreitere, Peter De Jongh (ID KiD in de Vooruit) & Björn Van Hamme(zwart-wit foto OKAN) coverfoto sfeerbeeld van Stel Dat-project met 6-7 jarigen o.l.v. Lot Jansen

opmaak & druk drukkerij Vandekerkhovecoördinatie Pol Coussement & Sabine Vanhoutte

verantwoordelijke uitgever Bart Noels, Neder Mosscher 16, 8500 Kortrijkdank aan de sponsors en overheden die Passerellevzw een warm hart toedragen en ons structureel steunen

Page 3: 2014 Passerelle publicatie

VoorwoordKansen geven“Dit gaat over communicatie en emotie, tonen wie je bent, met al je talenten en onzekerheden. Dit was een unieke ervaring.” Een uitspraak van de vijftienjarige Hamza. Hij is één van de deelnemers aan Grenzeloos, waarmee jonge mensen die nog maar pas in ons land wonen de grote zaal van de Budascoop dit voorjaar lieten vol lopen. Het is een voorstelling die je kippenvel bezorgt. Kwetsbaar en tegelijk krachtig. Grenzeloos was voor velen een eerste podiumervaring, een feestelijk moment na een moeizaam traject met vallen en opstaan. Grenzeloos vat perfect samen waarvoor Passerelle staat: kansen geven.

Het was een fikse stap tien jaar geleden. Een organisatie stichten die kinderen en jongeren kansen geeft om zich uit te druk-ken met dans, om te leren samenwerken, om creatief aan de slag te gaan en ook om samen het podium op te stappen. Die stap heeft intussen een stevige voetafdruk achtergelaten. In cultuurcentra, in scholen, op straat en zelfs in het buitenland. Passerelle is een tiener geworden, na een rijke kindertijd. Een vrolijke en uitbundige tiener die de toekomst voor zich heeft.

Passerelle is kunnen worden wat het vandaag is door de hulp en de steun van velen: niet alleen de overheid en socio-culturele organisaties die al vroeg geloofden in wat wij doen, maar vooral ook de vele deelnemers, de coaches, het team en de enthou-siaste vrijwilligers. We trekken voort op verkenning met jullie, we blijven kansen geven. En we zullen bovendien eens flink feesten begin januari 2015 om die verjaardag te vieren.

Stappen zetten

“In mijn voorstellingen wil ik maskers doorbreken en de dansers laten zien zoals ze écht zijn, ook de gekke en duistere kantjes en zelfs die kantjes die ze van zichzelf niet kennen of willen erkennen.” Choreograaf Quan Bui Ngoc werkte in opdracht van Passerelle met jonge talentvolle dansers aan een voorstelling rond het beeld dat vrouwen van mannen hebben: No Man’s Land. Net als bij Castle in the Air van Stanislav Dobak en Jamie Lee was het maken al even interessant als het presenteren. “De inbreng van de dansers was zo sterk, dat we al snel op een punt zijn beland dat we niet hadden verwacht. Het is ook onwaar-schijnlijk hoe snel hun lichaam nieuwe informatie absorbeert”, zeggen Stanislav en Jamie, “They sparked our inspiration”.

Deze artistieke trajecten blijven een pijler van onze werking, waarin dansers worden aangemoedigd om een stap verder te zetten in hun creatieve groei. Dat deze zoektocht ook onwaarschijnlijk mooie én tijdloze producties oplevert hebben we ove-rigens in september mogen tonen in - of all places - Rio de Janeiro waar voorstellingen van ondere andere tien jaar geleden nog eens konden schitteren. Producties die u ook in januari kan komen bekijken op ons verjaardagsfeest.

Vol vertrouwen

Passerelle wil de komende jaren haar werking verankeren in heel Vlaanderen. We waren al te gast in Gent, de regio’s Brabant en Antwerpen. Met Vol vertrouwen ging Passerelle onlangs ook aan de slag in C-Mine in Genk. Het is evident en tegelijk ver-rassend dat je 200 kilometer verderop even gepassioneerde partners kan botsen, deelnemers kan meeslepen in een traject, kansen kan geven aan jongeren via dans.

Maar je kan pas uitvliegen als je een nest hebt. En met dat nest gaat het bijzonder goed. Het Buda-eiland waar we sedert vorig jaar wonen blijkt een heel inspirerende plek te zijn. Afgelopen zomer nog werkten kinderen van verschillende leeftijd tege-lijkertijd op alle verdiepingen van de Tacktoren aan hun toonmomenten. Ze werden op het eind van de week gepresenteerd voor alweer een volle Budascoop. Stel Dat, leverde een bijzonder boeiende reeks beelden, impressies en emoties op.

Passerelle geeft kansen. En daar zijn we eigenlijk wel heel fier op. Veel plezier bij het doornemen van dit boekje!

Bart Noelsvoorzitter Passerelle v.z.w.

Bart Noels, voorzitter

Page 4: 2014 Passerelle publicatie

25/01/2005 – Uit de startblokken

Op 25 januari 2005 schrijft Passerelle haar statuten met de ambitie om amateurdansers te laten samenwerken met jonge, professionele choreografen. Er waren toen in Kortrijk al een aantal experimenten geweest. De samenwerking met Sidi Larbi Cherkaoui springt hierbij in het oog. Cherkaoui staat ondertussen bekend als één van de meest gevierde hedendaagse choreografen van ons land. AFWEZEN, de voorstelling die hij in Kortrijk maakte, ziet hij nog altijd als een eerste onderzoek en blauwdruk van zijn latere werk.

Het eerste structurele subsidiedossier voor Passerelle werd mee geschreven door wijlen Willy Malysse, de geestelijke vader van het Kortrijkse kunsteneiland BUDA. Die was erg enthousiast over een ontmoetingsplek voor professionelen en amateurs, met een lage drempel, maar zonder angst voor het experiment.

2005 – WAAR

WAAR, een choreografie van Pol Coussement en één van de eerste projecten van Pas-serelle, werd door kunstencentrum BUDA geselecteerd als Belgische inzending voor het internationale dansfestival Repérages. Voor de choreografen van Repérages was er aan het festival een zomerresidentie in Brazilië gekoppeld. Uit deze ontmoetingen vloeide de deelname van Passerelle aan de volgende twee edities van Repérages en ging Pas-serelle 4 maal optreden in Brazilië.

De drie dansers in de voorstelling WAAR zullen in de jaren daarna, elk op hun manier, een mooi parcours afleggen. Ine Naessens danst een solo van choreograaf Thomas Devens. Morgane Van Weyenbergh gaat dans studeren in Tilburg. Anneleen Keppens volgt een dansopleiding bij P.A.R.T.S. om daarna o.a. bij Daniel Linehan te dansen. In 2015 danst Anneleen zelfs bij Rosas.

2006 – Please Stay Connected

In 2006 was Passerelle medeorganistor van de eerste editie van Kortrijk Congé, een nachtelijk festival waar de passant bijzondere artistieke interventies van de Kortrijkse cultuurhuizen beleefde.

Passerelle koos expliciet voor een jongerenproject waarin 8 dansers tussen 15 en 19 jaar in twee weken tijd samen met choreograaf Thomas Devens werkten naar een toonmoment toe. In Please Stay Connected werd het publiek uitgenodigd om te bellen naar telefoonnummers. De ringtones van de mobiele toestellen zetten de dansers aan tot het uitvoeren van bewegingsfrases en de performance ’an sich’. Een buitengewone performance op locatie die op heel wat bijval rekenen kon.

2007 – Death in the Count of 9 (Ditco9)

Death in the Count of 9 is een volgend artistiek hoogtepunt. In samenwerking met het kunstencentrum BUDA komt er een project met de Australische Zoë Knights. Die maakt een ogenschijnlijk eenvoudige, maar sterk doordachte voorstelling rond het getal negen. Via het Europees netwerk APAP gaat de voorstelling op tournee langs Oosten-rijk, Polen en Italië. Ditco9 staat in 2008 zelfs op de affiche van Sommerszene Salzburg tussen voorstellingen van o.a. Les Slovaks, Rosas en Ultima Vez.

al 10 jaar dansend door het levenPasserelle is ’bijna’ jarigal tien jaar dansend door het leven

sfeerbeeld uit AFWEZEN - fatalidad

sfeerbeeld uit WAAR

sfeerbeeld uit Please Stay Connected

sfeerbeeld uit Death in the Count of 9

Lincoln zei dat niet het aantal jaren in je leven telt, maar het leven in je jaren. En toch vieren we volgend jaar feest. Want tien is een bijzondere verjaardag met wel degelijk ’levendige’ jaren. We blikken terug aan de hand van tien hoogtepunten.

Page 5: 2014 Passerelle publicatie

al 10 jaar dansend door het leven

sfeerbeeld van een repetitie in de feestzaal Astoria

2009 – Een vaste stek voor Passerelle

Goed nieuws van de Vlaamse Overheid. Die beslist om structurele subsidies vrij te maken voor Passerelle, niet binnen de Kunsten, maar als cultuureducatieve organisatie binnen de afdeling Jeugd. Die financiële zekerheid maakt dat Passerelle een continue werking kan uitbouwen. Passerelle huurt de ter ziele gegane feestzaal Astoria in de Doorniksesteenweg. De dansvloer wordt een dansstudio, de keuken en tuin worden een ontmoetingsplek, er is een kantoor en opslagruimte voor technisch materiaal. Het aantal activiteiten vervijfvoudigt in vergelijking tot 2005.

2011 - IdentityKiD

Op de Dag van de Cultuureducatie – een nationale ontmoetingsdag voor cultuur en onderwijs – sluit Passerelle de dag af met een bescheiden schoolproject. De voorberei-dingstijd was krap: drie namiddagen en jongeren die hedendaagse dans niet kennen. Pol Coussement vertrekt vanuit de identiteit van de deelnemers, met al hun talenten en kwetsbaarheid. Het eindresultaat ontroert en betekent een doorbraak voor Passerelle in Vlaanderen. IdentityKiD staat ook symbool voor een evolutie waarin Passerelle steeds meer belang hecht aan het proces: hoe betrekken we onze deelnemers en maken we ze mede-eigenaar van het eindresultaat?

2011 - ICI’

In 2011 viert kunstencentrum BUDA haar vijfjarig bestaan. Mylène Benoit en Olivier Normand van Contour Progressif maken samen met jongeren van 7 tot 22 jaar een eigen versie maken van ICI, een voorstelling -met een oorspronkelijk volwassen cast- rond tijd, werkelijkheid en identiteit. De twee versies worden op dezelfde dag getoond. Het is een straf project met een diverse samenstelling qua leeftijd en wel of geen danservaring. Maar ICI’ werkt en de choreografen zijn vol lof over de inzet van de deelnemers en de begeleiding van Passerelle.

2011 - Young and Furious

De provincie West-Vlaanderen heeft een lange traditie van culturele uitwisseling met be-vriende regio’s. In 2013 vraagt ze Passerelle om samen met partners uit het Landschafts-verband Westfalen-Lippe rond dans te werken. Passerelle nodigt het Brugse Entrepot, theater Im Pumpenhaus (Münster) en het gezelschap Unusual Suspects uit samen om een jongerenvoorstelling te maken. Young and Furious wordt een eruptie van enthousiasme en jong geweld, maar vooral een pakkend portret van een groep Duitse en Vlaamse jongeren en hun visie op de wereld. De voorstelling komt op een shortlist als één van de meest opmerkelijke jeugdvoorstellingen in Duitsland dat jaar.

2013 - Passerelle verhuist naar de BUDASCOOP

Feestzaal Astoria wordt verkocht en Passerelle verhuist naar het BUDA-eiland. Het BUDA-eiland is een door Vlaanderen erkend stadsvernieuwingsproject in Kortrijk waar heel wat infrastructuur (theaterzalen, ateliers, studio’s, filmzalen, tentoonstellingsruimte, ...) ten dienste staat van de creatie en kruisbestuivingen tussen kunst, onderwijs en het bedrijfs-leven stimuleert. Een inspirerende ontmoetingsplek van waaruit Passerelle als cultuur-educatieve vereniging haar pijlen op Vlaanderen richt.

2014 - Guernica in deSingel

Canon Cultuurcel (Departement Onderwijs) organiseert jaarlijks een Cultuurdag voor leraren in opleiding. Als startschot en showcase presenteerde Passerelle met de leerlin-gen van 4C van het Sint Lievenscollege in Antwerpen hun Guernica. In 3 sessies maakte Pol Coussement samen met hen een korte performance rond een thema dat toen op de school leefde. Guernica is een bekend schilderij van Picasso dat hij maakte n.a.v. het bom-barderen van het Spaanse stadje Guernica in 1937. Het was even kicken voor de kinderen toen ze optraden voor een volle enthousiaste blauwe zaal in de Singel.

sfeerbeeld uit IdentityKiD

sfeerbeeld uit ICI’

sfeerbeeld uit Young & Furious

nieuw kantoor in de BUDASCOOP

Page 6: 2014 Passerelle publicatie

de kinderen van Guernica op het podium van de blauwe zaal in deSingel

al 10 jaar dansend door het levenPasserelle is ’bijna’ jarigal tien jaar dansend door het leven

sfeerbeeld uit de atelierwerking WeAllGoXL

sfeerbeeld uit Grenzeloos

sfeerbeeld uit WeAllGo

2008-2014 - WeAllGo

WeAllGo door Benjamin Vandewalle en Vincenzo Carta is een fantastisch verhaal, maar toont vooral ook hoe Passerelle alle mogelijke kansen aangrijpt om mensen te laten groeien. Het project begint als een artistiek traject, waarin Vandewalle en Carta de kans krijgen om te experimenteren met het materiaal uit hun eindwerk aan P.A.R.T.S., WeGo. Ze onderzoeken of ze hun concept kunnen transponeren naar een groep; een groep van vijf getalenteerde amateurs in dit geval. De première en de voorstellingenreeks die volgt, wordt een succes.

Ondertussen ontwikkelde Passerelle een atelierwerking waarin een danser uit de originele cast, in dit geval WeAllGo, de kans kreeg om een creatie te herinterpreteren. Kim Cras ging aan de slag met 8 dansers om een WeAllGoXL uit te werken. De uitdaging van Kim bestond erin om uit te zoeken welke concepten en composities werken met een grotere groep. Uiteraard betrokken we Benjamin Vandewalle bij dit atelier. Hij trad hierbij op als externe coach voor Kim en de dansers. Zijn passage inspireerde zowel Kim, de dansers en hemzelf want Benjamin droomt stiekem van een WeAllGoXXL.

WeAllGo is een mijlpaal voor Passerelle precies omwille van deze verdieping maar evenzeer omwille van haar intrinsieke kwaliteit. Zo ging Passerelle in 2008 in première in Kortrijk en werd WeAllGo in 2014 nog opgevoerd in Rio de Janeiro.

2014 - Grenzeloos

Passerelle heeft ondertussen activiteiten voor alle leeftijden, van erg jonge kinderen tot jongvolwassenen met of zonder danservaring. In 2014 maakte Pol Coussement samen met enkele OKAN-klassen en de Stadsschouwburg Kortrijk de voorstelling Grenzeloos. OKAN-klassen staan voor OnthaalKlassen voor Anderstalige Nieuwkomers. De jongeren kunnen nauwelijks Nederlands, zelfs de westerse cultuur is voor sommigen volslagen nieuw. Via Grenzeloos maken ze kennis met onze cultuur, zowel met de kleine c als met de grote C, dans en theater dus.

Vier mee

Wie destijds een aantal hoogtepunten heeft gemist uit de geschiedenis van Pas-serelle krijgt een tweede kans. Want in de week van 16 januari - 25 januari 2015 worden een aantal roemruchte voorstellingen hernomen. Een artistiek verjaar-dagsfeest, zeg maar, met een vleugje nostalgie. Op het programma onder meer WAAR en Grenzeloos.

Meer weten? Neem dan een kijkje op www.passerellevzw.be

Page 7: 2014 Passerelle publicatie

al 10 jaar dansend door het leven

Dirk De Lathauwer (artistiek directeur fABULEUS)

”Het ontstaan van Passerelle moet je zien in de context van Kortrijk, dat altijd al een broeinest voor hedendaagse dans is geweest. Het was ook één van de eerste steden waar die link ont-stond tussen professionele makers en amateurs. Ik denk dat Pol Coussement, de artistiek leider van Passerelle, daarin een belangrijke verbindingspersoon is geweest.”

”Het heeft een paar jaar geduurd, voor Passerelle haar plekje vond in het culturele landschap. In de beginjaren ging het al eens verschillende kanten uit, wat ik begrijp hoor, vanuit een gretigheid om aansluiting te vinden. Je zou kunnen zeggen dat het ontbrak aan een duidelijke identiteit, ook al klopt dat niet helemaal. Want ondanks de zijsporen liep er toch altijd een rode draad door het verhaal van Passerelle. Die rode draad was: verder kijken dan enkel Kortrijk, door elders in Vlaanderen en zelfs internationaal actief te zijn, maar ook door inspirerende mensen van overal naar Kortrijk te brengen.”

Tien hoogtepunten die een leuke impressie geven van Passerelles ontstaansgeschiedenis. Maar welke lijn kan je tussen die punten trekken? Hoe verbind je ze tot één samenhangend verhaal ? We vroegen Dirk De Lathauwer en Franky Devos naar hunimpressie.

Franky Devos (directeur kunstencentrum BUDA)

“Natuurlijk maakt Passerelle mooie verbindingen tussen jonge dansers en professionele choreografen. Al tien jaar bewijzen ze dat ze dit met zorg voor het eindproduct en respect voor het groei-proces doen. Maar waar ik echt vrolijk van word is hun recente engagement naar anderstalige nieuwkomers in de stad. Wat een kans! De laatste dertig jaar is de bevolking ook in Kortrijk alsmaar diverser geworden. Dat is in

heel veel culturele organisaties niet zichtbaar. Passerelle heeft niet enkel ingezien dat ze over unieke troeven beschikken om ook voor die jongeren betekenisvol te zijn, ze doen het ook! Pas-serelle engageert zich voluit in dagdagelijkse projecten.”

Franky Devos

“Ik geloof niet dat de taal van het lichaam universeel is. Ook hierin zijn cultuurverschillen, maar deze blijken makkelijker te overbruggen dan die tussen anders sprekenden. Daarnaast maakt dans vrolijk en niets werkt meer verbindend dan vrolijk-heid.”

“Natuurlijk moet Passerelle zijn brede jongerenwerking blijven verder ontwikkelen. Maar zoals ze tien jaar geleden pionier waren in Vlaanderen in het bouwen van bruggen – passerelles - tussen amateurs en professionelen komen nu andere oevers in beeld met een nog grotere maatschappelijke relevantie. Om maar iets te noemen: meer dan vijftien procent van de kin-deren in Kortrijk groeit op in armoede. Culturele organisaties gaan dit niet oplossen en mogen deze beschamende evolutie niet verzachten. Mensen weerbaar maken, dat is wat kunst en cultuur kan. Passerelle zeker. Ik ben ook benieuwd naar de dag waarop artistieke invloeden uit andere culturen evidenter hun intrede gaan doen op de Vlaamse podia of in de hedendaagse dans. Met hiphop is dat voor een stuk gelukt, maar veel andere voorbeelden zie ik niet. Het wordt tijd dat we de opdeling tus-sen ‘hedendaags’ en ‘traditioneel’ opbergen. Ik ben zeker dat de OKAN-projecten van Passerelle dit kunnen helpen forceren.”

Al 10 jaar maakt Passerelle verbindingen tussen jonge dansers en professionele choreografen met zorg voor het eind-product en respect voor het groeiproces.

Het is aan Passerelle om de Vlaamse referentie in danseducatie te worden.

”Die zoektocht maakt dat Passerelle heel geleidelijk gegroeid is. Dat kan frustrerend zijn, als een processie van Echternach, maar zorgt er ook voor dat je je niet vergaloppeert. Ik denk ook dat Vlaanderen nu, meer dan vroeger, klaar is voor een organisatie als Passerelle, omdat er een breder draagvlak is voor dansedu-catie. Het is nu aan hen om hun kans te grijpen en dé Vlaamse referentie te worden in danseducatie. Het netwerk is er, de geloofwaardigheid is er, dus ik heb er best vertrouwen in.”

Dirk De Lathauwer

Page 8: 2014 Passerelle publicatie

No Man’s Land

Het werk van Quan Bui Ngoc is groepswerk. De inbreng van zijn dansers – hun ideeën, maar ook hun persoonlijkheid en présence – is even belangrijk als zijn eigen inbreng. “Mijn dansers zijn mijn vertrekpunt”, zegt hij zelf. “En dat is bij No Man’s Land niet anders. Het creatieproces is pas begonnen toen ik wist wie ik voor mij zou hebben. In dit geval: vrouwen. Enkel maar vrouwen. Vandaar het idee om rond gender te werken, of toch vooral rond het beeld dat vrouwen van mannen hebben. Omdat het vrij jonge dansers zijn wou ik de voorstelling ook luchtig houden. Geen politieke statements, zoals ik anders graag doe, maar beelden. We brengen onder andere clichébeelden van ‘de man’, die vrouwen nakijkt, zich in het kruis krabt, dat soort dingen… Het publiek mag die beelden gewoon nemen voor wat ze zijn. Al kan je stiekem ook associëren met ruimere maatschappelijke thema’s, zoals het belang van gender, etniciteit en racisme. Het verband is soms klein, verwaarloosbaar haast, maar het zit er wel in. Het is blijkbaar sterker dan mezelf.” (lacht )

No Man’s Land staat doorgaans voor het gebied tussen de grenzen in, meestal zelfs tussen twee vijandelijke legers. De militaire connotatie is snel gemaakt, zeker nu de herdenking van honderd jaar Eerste Wereld-oorlog volop is begonnen. Niet zo bij choreograaf Quan Bui Ngoc. Zijn vertrekpunt was de exclusief vrouwelijke cast voor deze voorstelling en hun visie op mannen.

Meisjes, ze zijn het and’re soort, mijnheer

No Man’s Land

Quan Bui Ngoc (° 1976, Hanoi) begon zijn carrière in het klassiek ballet. Na zijn opleiding aan de Nationale school van Vietnam gaat hij dansen bij de Opera van Hanoi. Op zijn 21ste pas maakt hij kennis met hedendaagse dans, nadat hij is uitge-nodigd naar Frankrijk. Hij volgt er een jaar les aan de school van Istres. Vijf jaar later, in 2002, werkt hij voor het eerst samen met choreograaf Alain Platel van Les ballets C de la B, voor de voorstelling Wolf. De samenwerking wordt verder gezet. Na een tijd wordt hij zelfs verantwoordelijke voor de educa-tieve projecten bij les ballets. Tussendoor werkt hij ook voor de opera van Hanoi, het conservatorium van Gent en geeft hij workshops in Frankrijk, Duits-land, Hongarije en Brazilië. In 2012 richt hij samen met de Zwitserse zanger en performer Daniel Hellmann een eigen gezelschap op: 3art3company. Hun debuut, K., een mix van muziektheater en dans, haalt meteen uitmuntende recensies.

Quan Bui Ngoc

Ik verklap mijn dansers meestal pas net voor de première waar de voorstelling voor mij over gaat.

Mannen zijn van Mars, vrouwen van Venus, we spreken een andere taal. “Maar dat hoeft geen probleem te zijn”, vindt Quan. “Integendeel. Daar schuilt net veel poëzie in. Tijdens de voorstelling is er een passage waarin de meisjes boodschappen… hoe moet ik het zeggen… hoesten of hikken. Je begrijpt nauwelijks wat ze zeggen. Dat kan frustrerend zijn. Maar in mijn verbeelding groeit er iets heel moois uit zo’n beperking: een nieuwe manier van communiceren.”

“Ook het einde van de voorstelling vind ik ontroerend, omdat het de verschillen over-brugt. Het een soort hymne die we brengen, zoals ze zingen voor een voetbalwedstrijd. Typisch mannelijk opnieuw, maar zo ‘schoon’, hoe die mensen daar samen staan te zingen, verenigd in muziek. Eigenlijk willen we dat iedereen op dat moment met ons meezingt, ook het publiek. Liefst luidop, maar toch minstens in hun hoofd. We dagen ze daarin uit. Niet met een voetbalhymne trouwens, maar met een nummer dat in Vlaanderen universeel is. De grap is dat ik het nummer, als Vietnamees, zelf niet ken. De meisjes hebben het gekozen. Ik heb hen al gevraagd waar het over gaat, maar ze krijgen het niet uitgelegd. Nu, het werkt wel, dat heb ik al gezien.”

Page 9: 2014 Passerelle publicatie

No Man’s Land

Wie we zijn vs. hoe we ons voordoen

Authenticiteit is een basisgrondstof in de voorstellingen van Quan. “Het lijkt contradictorisch dat we daar met de dansers heel hard aan gewerkt hebben. Authentiek betekent net heel spontaan, vanuit jezelf. Wat maakt iemand interessant op een podium? Hun uniciteit, hun karakter. Je moet daarmee uitpakken als danser. Maar dat vraagt durf, persoonlijkheid en zelfvertrou-wen. Je moet jezelf graag zien. Alle aspecten van jezelf. Als kin-deren leren we braaf in de pas lopen: met twee woorden spre-ken, vriendelijk blijven. Iemand die je kent, die geef je een kus. Iemand die je niet kent, geef je een hand… dat soort conventies. We leren ons te gedragen, ons op een bepaalde manier voor te doen, maar dat is niet wie wij in werkelijkheid ‘zijn’. In mijn voor-stellingen wil ik dat masker doorbreken en de dansers laten zien zoals ze écht zijn, ook de gekke en duistere kantjes en zelfs die kantjes die ze van zichzelf niet kennen of willen erkennen.”

Bij de première begint het pas

Passerelle biedt uitdagingen aan jonge dansers, maar ook aan de choreografen die er te gast zijn. “Voor mij betekende dat samenwerken met mensen die ik niet ken. Normaal houd ik eerst een week lang auditie voor ik mijn dansers selecteer. Ik kijk wie er met zijn lichaam kan doen wat ik mij inbeeld, of omge-keerd: wiens lichaam mijn verbeelding prikkelt. En dan kies ik. De audities bij Passerelle waren veel minder intensief. Een paar uur lang maar en ik had mij sowieso al voorgenomen om met iedereen samen te werken die zich voor de repetities vrij kon maken. Maar ze hebben mij niet teleurgesteld.

Eigenlijk is een voorstelling pas af als ze de allerlaatste keer gespeeld wordt.

Om zo ver te komen speelt het ‘spel’ een belangrijke rol. “Ik probeer mijn dansers zo veel mogelijk vrijheid te geven om te spelen en te exploreren tijdens de repetities. Het is zelfs zo dat ik hen tijdens het creatieproces nooit expliciet vertel wat ik precies wil maken of welke richting ik uiteindelijk uit wil. Ik wil hen daar niet mee belasten. Ze moeten vrij zijn om hun ding te doen. Meestal verklap ik pas net voor de première waar de voorstelling -voor mij- over gaat.

Grappig genoeg zitten er in de voorstelling een aantal clichés, die op het eerste zicht haaks staan op die drang naar authen-ticiteit. “En toch weer niet”, vindt Quan. “De manier waarop de dansers bijvoorbeeld een man uitbeelden die zich in ’t kruis krabt is er ver over. Bijna karikaturaal. Ik zou dat zelf nooit zo doen (lacht). Maar het vertelt wel veel over hoe zij mannen percipiëren, hoe zij dus voor een deel in de wereld staan.“

“Ook het feit dat we sneller moesten werken dan wat ik gewoon ben, was geen obstakel, maar een leerschool. Bij Alain Platel sleutelen we soms zes maanden aan een voorstelling. No Man’s Land hebben we in twee weken gemaakt. Je leert efficiënt werken zo. Een maximaal effect bereiken binnen een beperkt tijdskader. Nu, sowieso zal dit stuk nog veel moeten groeien. Maar dat is altijd zo. Veel mensen denken dat een voorstelling af is wanneer ze in première gaat, maar dan begint het pas. Het is zoals een baby die je op de wereld zet, de basis is er, maar er moet nog een hele evolutie gebeuren. Eigenlijk is een voorstel-ling pas af als ze de allerlaatste keer gespeeld wordt.”

Page 10: 2014 Passerelle publicatie

GrenzeloosGrenzeloos

2 april 2014. De grote zaal van Budascoop. Applaus. Blije gezich-ten. En jongeren die blinken van trots. Nour, een 15-jarige Ira-kees, neemt het woord. Hij heeft een briefje bij. Op zich al uitzon-derlijk, want tot voor kort kon hij niet lezen of schrijven. Het is een bedankingsbriefje, voor zijn leerkrachten van OKAN en voor Pol Coussement, alias ‘mijnheer Pol’ van Passerelle. Noor heeft net ‘Grenzeloos’ gebracht, een toonmoment samen met andere leerlingen van OKAN. De repetities gingen niet altijd even vlot. Er waren misverstanden, communicatieproblemen, verschillen in levensvisie en cultuur, maar die zijn overwonnen. En desondanks de moeilijkheden -of net dankzij- hebben de jonge deelnemers alweer een flinke stap vooruit gezet.

Overleven op een vreemde plek, grijs en regenachtig, met rare gebruiken en een taal die je niet spreekt. Het is de dagelijkse realiteit voor de jongeren uit de OKAN-klassen, OnthaalKlassen voor Anderstalige Nieuwko-mers. Ze komen uit Marokko, Polen, Colombia, Congo, Pakistan, Eritrea ,... hebben vaak weinig voeling met westerse cultuur, laat staan met hedendaagse dans. En toch ging een aantal van hen, vol goede moed, voor een artistiek experiment met Passerelle en met steun van Stad Kortrijk.

Mijn drang om bij te leren, is groter dan mijn angst om te mislukken. Ervaringen die wij als school niet kunnen bieden.

Steven Geerolf, coördinator van de OKAN-klassen aan de school Drie Hofsteden (er namen ook OKAN-klassen deel uit het VTI), is zelf verrast door zijn leerlingen. “Stel je voor”, zegt hij, “sommige van die gasten waren amper enkele weken in België toen de re-petities begonnen. Om dan deel te nemen aan zo’n project, een sprong te maken in het onbekende, dat is niet evident. “

“Normaal”, zegt Geerolf, “proberen wij – meer nog dan in andere middelbare scholen – veiligheid te bieden. Veel jongeren bij ons komen, bij wijze van spreken, van een andere planeet. Ze staan bloot aan eindeloos veel prikkels en dan nog op een leeftijd waarop de hormonen wild te keer gaan. Meestal zijn ze erg gretig om te verkennen en bij te leren en dat is geweldig, maar het moet wel op de juiste manier gebeuren. Om bij te leren moet je kunnen vallen en opstaan, je kwetsbaar opstellen en dat kan alleen in een context van veiligheid en structuur. In dat opzicht was de samenwerking met Passerelle een beetje een risico, een berekend risico weliswaar. (lacht) Maar er is geen bel bij Pas-serelle, er zijn geen rijen, de leerlingen krijgen plots een spotlicht op zich, moeten zich tonen op een podium, deelnemen aan iets wat hen volledig onbekend is,… Dat is wel best intimiderend.

Een artistieke expeditie met anderstalige jongeren

We zijn ondertussen enkele maanden verder. Maar als de deel-nemers het over Grenzeloos hebben, dan klaren de gezichten nog altijd op. Aan tafel zitten Noor Mohamed Noori (15), Hamza Boroum (15) en Matheus Lima Da Silva (13), allemaal jongens, toevallig, want aan het project namen er even veel meisjes deel. Maar misschien was de stap om deel te nemen net nog iets gro-ter voor hen. “Goh”, zegt Noor. “Ik zou het eigenlijk niet weten. Ik kom sowieso al uit een heel andere wereld. In Bagdad is er oor-log, mensen zijn er achterdochtig en afstandelijk en er zijn heel strikte regels over wat er kan en niet kan. Een jongen en een meisje die elkaar kussen op straat, bijvoorbeeld, dat was voor mij ondenkbaar tot voor kort. Toch niet zonder dat de politie je in el-kaar slaat. Dans en theater kende ik al helemaal niet, buiten wat dingen op televisie. Maar dat was net mijn motivatie om mee te doen. Als je vooruit wil in het leven, dan moet je zo veel mogelijk uitproberen, nieuwe ervaringen opdoen.”

Hamza had wel al ervaring met dans, met hiphop. Hij is ook vertrouwd met het leven in Europa, want hoewel zijn familie Marokkaanse roots heeft, woonden ze lang in Spanje. “En toch heb ook ik veel geleerd uit dit project. Als je hiphop danst, dan zit daar weinig intentie in. Je wil je publiek entertainen, maar daar houdt het op. Wat we met mijnheer Pol hebben gedaan, kan je eigenlijk niet vergelijken. Dat gaat over communicatie en emotie, tonen wie je bent, met al je talenten en onzekerheden. Dat is moeilijker, maar ook waardevoller. Een unieke ervaring.”

Noor neemt het woord na het toonmoment van Grenzeloos

Page 11: 2014 Passerelle publicatie

Grenzeloos

Eigenlijk ben ik zelfs verwonderd dat zo veel leerlingen het pro-ject uit hebben gedaan, het was geen verplichte activiteit. Maar ze hebben er veel voor teruggekregen. Bij de eerste repetities zag je hen echt kijken, zo van: wat is hier de bedoeling van? Maar gaandeweg zijn ze het gaan begrijpen. En zeker op het einde, tijdens de repetities in Budascoop, snapten ze perfect waar het om ging. Vooral ook toen het applaus kwam, na het toonmoment, voor een volle zaal. Dat zijn ervaringen die wij als school niet kunnen bieden. “

“Die stress heb ik niet echt gehad”, zegt Noor. “De meeste men-sen hebben stress uit angst om fouten te maken. Ik niet. Ik zei het daarnet al: om te leren, moet je doen, doen, doen… En dat betekent ook fouten maken. Mijn drang om bij te leren, is groter dan mijn angst om te mislukken. “

“Het allergrootste belang van Grenzeloos is misschien nog de beeldvorming”, besluit Geerolf. “Er zijn nog altijd mensen die neerkijken op die ‘zwartjes’, terwijl dat even goed jonge mensen zijn met dromen, ambities en capaciteiten. Kijk naar Noor. Veel van zijn leeftijdsgenoten uit Vlaanderen zijn al schoolmoe, terwijl voor hem school lopen een feest is. Hij wil niks liever dan bijle-ren. Dat je zo iemand een podium kan geven om de visie van mensen te corrigeren is van onschatbare waarde.”

repeteren ’on stage’ aan Grenzeloos in de BUDASCOOP

Om te leren, moet je doen, doen, doen…

Grenzeloos heeft de jongeren van OKAN artistieke inzichten ge-geven, maar nog zo veel meer: zelfstandigheid, een gevoel van zelfwaarde en zelfs nieuwe sociale netwerken, zoals in het geval van Matheus. “Ja”, lacht hij schuchter, “Sinds Grenzeloos heb ik ook nog andere projecten gedaan voor Passerelle. Niet als dan-ser hoor, maar als technicus. Ik ben niet zo’n podiummens, maar met knopjes werken vind ik geweldig. Ook tijdens Grenzeloos stond ik aan de lichttafel. In het begin was ik zenuwachtig. Ik was nog nooit in een theater geweest en ik had al zeker nooit een mengtafel gezien. Er zitten veel knopjes en schuivers aan. Om dan de juiste schuiver open te zetten op het juiste moment, het vraagt veel concentratie. Maar ondertussen voel ik mij op mijn gemak. Ik ken zelfs heel wat technici sinds ik afgelopen zomer opnieuw in Budascoop zat met Passerelle, voor Dansen-Dansen. Soms is het moeilijk, omdat ik de choreografen niet altijd snap. Maar dan zegt Pol dat ze trager moeten praten en dan lukt het wel.”

De roots van Grenzeloos

Grenzeloos is gemaakt met steun van de Kortrijkse integratie-dienst en de stadsschouwburg. Die nodigen al een paar jaar artiesten uit om samen te werken met de jongeren van OKAN, oorspronkelijk naar aanleiding van ‘Roots’, een voorstellingen-reeks waarin artiesten met diverse achtergronden een statement maken rond diversiteit.

De eerste twee jaar werden de jongeren van OKAN telkens gekoppeld met iemand van het jeugdtheaterhuis Larf! uit Gent. De keuze voor Passerelle kwam er - onder meer - omdat de stad een sterkere lokale verankering wou.

Jozefien Lecluyse (Kortrijkse schouwburg) “We wilden een orga-nisatie waar de jongeren ook later eventueel nog zouden terecht kunnen, of die de stad voldoende kent om hen door te verwijzen naar een dansschool bijvoorbeeld, het muziekcentrum of theater Antigone, dat ook jongerenprojecten heeft. Een goede keuze, als je het verhaal hoort van Matheus bijvoorbeeld. Maar ook artistiek was dit project top. Het was een grote groep, dus het was niet evident om alle deelnemers even te laten schitteren in het geheel. En toch is het gelukt, op een manier bovendien die ook voor het publiek boeiend is en blijft boeien van begin tot einde.” Matheus als technieker bij choreografe Dafne Maes tijdens DansenDansen

Hamza in actie tijdens Grenzeloos

Page 12: 2014 Passerelle publicatie

Castle in the Air

Dreams van Stanislav Dobak en Jamie Lee kan je niet bepaald gezellig noemen. Het is een project rond dromen, maar dan eerder schrikbeelden. “Het is inderdaad vrij donker”, bevestigt Lee. “Dat zal te maken hebben met het bevreemdend karakter van dromen, waarin elementen uit het gewone leven in een compleet andere context worden geplaatst. Dromen kunnen ook verontrusten omdat ze onvoorspelbaar zijn en moeilijk te vatten. Wanneer je wakker wordt kan je zelden nog precies vertellen wat je gedroomd hebt. Het verhaal is zoek. Er blijven enkel losse indrukken achter, details van kleuren, vormen of gevoelens. Met Dreams proberen we die indrukken in beelden te vatten. We verwachten niet dat onze toeschouwers die beelden bewust zullen begrijpen, maar hopen een connectie tot stand te brengen die de logica van het alledaagse overstijgt.”

Droombeelden vastleggen op film is één ding, ze transponeren naar dans een ander. “In de kortfilms die we voor Dreams hebben gemaakt zit sowieso al veel dans”, zegt Stanislav Dobak. “Maar het klopt dat een live performance een andere aanpak vraagt dan film of video. Het is een ander medium. Voor Castle in the Air zijn we vertrokken vanuit een reeks beelden, van insecten onder meer. De dansers geven die beelden vorm met hun lichaam. Ze proberen met z’n tweeën voort te bewegen als een spin, om maar iets te noemen. Een ander beeld was dat van de machines. Dat komt terug in een aantal repetitieve elementen in de voorstelling. Bovendien wordt er heel precies gedanst. Van bij de voorbereiding al wilden we dat er zelfs bij improvisaties gedanst werd alsof het een choreografie was. Iedere beweging moest dus heel secuur, afgemeten en helder zijn. Dat zijn mooie kwaliteiten voor een dans, maar het zorgt er ook voor dat de interactie tussen de dansers vlotter verloopt. Ze weten beter wat ze van elkaar kunnen verwachten.“

Castle in the Air

Voorbij de slotgracht van ons onderbewustzijnHanden die je vastgrijpen uit het niets. Grote, grauwe machines die dreigend pompen. Vrienden die steeds verder van je af staan, hoe hard je ook naar hen toe rent. Het is het lichtjes verontrustende universum dat Jamie Lee en Stanislav Dobak oproepen in hun foto- en videoproject Dreams. Castle in the air is hun poging om dat universum naar het podium te brengen.

Het is ook onwaarschijnlijk hoe snel hun lichaam nieuwe informatie absorbeert.They sparked our inspiration.

Stanislav Dobak is geboren in 1987 in Slovakije. Hij studeerde onder meer aan het conservatorium J.L. Bellu in het Slovaakse Banská Bystrica en aan het gerenommeerde P.A.R.T.S. in Brussel, waar hij in 2010 afstudeerde. Dobak was als danser te zien in Hands van Ultima Vez (Wim Vandekeybus). Hij maakte ook een circusvoorstelling met Franko Dra-gone, bekend van Cirque du Soleil. In 2011 werkte Dobak al voor Passerelle, hij maakte toen Human Wrongs, Human Rights, een voorstelling over de grens tussen mens en machine.

Stanislav werkte o.a. samen met Salva Sanchis, Pierre Droulers, Daniel Linehan, Peter Savel. Vanaf 2015 maakt Stanislav deel uit van Rosas voor de herneming van Drumming.

Samen met Jamie Lee richtte hij Memoryhouse Productions op. Memoryhouse Productions vertrekt vanuit beweging en onderzoekt toepassingen in film en fotografie, www.memoryhouseproductions.com.

Repetitiemoment van Castle in the Air

Een belangrijke rol in de voorstelling gaat naar het licht. “Of eerder het gebrek eraan”, glim-lacht Jamie. “We hebben de scène heel donker gehouden, werken vooral met gloeilampen, waarmee we accenten leggen. Dat creëert suspense, maar zorgt ook voor beweging. Wanneer de performers dansen, in het licht van die gloeilamp, dan danst hun schaduw met hen mee. En zelfs wanneer ze stil staan, maar het licht beweegt, vormt er zich een vreemde choreografie. Je krijgt de indruk dat er in die schaduwen nog meer mensen verborgen zitten. De duisternis houdt ook de energie binnen -op de scène- en laat toe om nadruk te leggen op wat de dansers beleven. Het is zoals met een koplamp: je blik wordt gedwongen naar wat de persoon met de koplamp ziet. Je beleeft de gebeurtenissen, bijna letterlijk, vanuit zijn of haar oogpunt.“

Jamie Lee is geboren in Canada en groeide op in Australië. Ze is van Maleisische oorsprong. Toen ze acht was begon ze met gymnastiek, maar ze stapte al snel over op dans. Ze volgde een opleiding aan de Western Australian Academy of Performing Arts. In 2007 studeerde ze af met onderscheiding na een samenwerking met The Link Dance Company. In de jaren daarop woonde en werkte ze onder meer in New York en Londen. Sinds 2011 woont Jamie Lee in Brussel. Jamie danste in producties van o.a. Sandra Parker, Martin Del Amo, Lucy Guerin en Iris Bouche. Naast dans focust ze ook op haar studies en werk als revalidatiespecialiste. Jamie is mede-oprichter van Memory Productions.

Page 13: 2014 Passerelle publicatie

Castle in the Air

Het is ook onwaarschijnlijk hoe snel hun lichaam nieuwe informatie absorbeert.They sparked our inspiration.

Duistere poëzie

Castle in the Air mag dan wel iets duisters hebben, er zit ook veel poëzie in verscholen. “Ik vind het zelfs een intieme voorstel-ling”, bekent Jamie Lee. “We bieden de mensen een blik op ons onderbewustzijn. Het zijn geen concrete scènes uit ons dagelijks leven, er zit ook geen echte logica in, ’t is vrij absurdistisch. Maar ze vertellen wel iets over onze gevoelens, onze angsten. Ik herin-ner mij bijvoorbeeld een droom, waarin ik ergens naar toe wou lopen, vooruit wou, maar nooit dichterbij kwam. Die kwelling, dat worstelen, hebben we gebruikt in de voorstelling en dat is toch iets heel persoonlijk. Ik vind trouwens dat de dansers die passage schitterend vertolken, je ziet gewoon hoe ze gestript worden van energie, de uitputting wordt haast tastbaar.”

Jamie Lee en Stanislav Dobak met de cast van Castle in the Air tijdens de repetities

Wordt vervolgd…

Stanislav Dobak was eerder al te gast bij Passerelle. Drie jaar ge-leden maakte hij de voorstelling Human Wrongs, Human Rights. Hij was toen zeer onder de indruk van het talent en de motivatie van de jonge dansers. Dat is deze keer niet anders “Onze ver-wachtingen waren bescheiden toen we begonnen aan Castle in the Air, het was een experiment, een onderzoek. We zijn simpel begonnen, met eenvoudige improvisatieoefeningen. Maar de inbreng van de dansers was zo sterk, dat we al snel op een punt zijn beland dat we niet hadden verwacht. Het is ook onwaar-schijnlijk hoe snel hun lichaam nieuwe informatie absorbeert.”

“They sparked our inspiration”, zegt Jamie. “We hebben besloten ons onderzoek verder te zetten en zijn zelfs van plan om met de dansers van Passerelle en met het materiaal uit de voorstel-ling een nieuwe kortfilm te maken voor Dreams. En dat zou wel eens de beste film uit de reeks kunnen worden. Dat heeft zeker te maken met de voorbereidingstijd - de vorige films moesten altijd snel gerealiseerd worden, voor Castle in the Air hadden we weken tijd - maar zeker ook met de inbreng van de dansers. Strikt genomen zijn het amateurdansers, maar dat wil ik niet gezegd hebben. Het is een veel te grof understatement voor mensen die zo hard werken en zo streng zijn op zichzelf.

Page 14: 2014 Passerelle publicatie

Kinderen en jongeren een week lang baas op B

Op mijn website vertrek ik vanuit vier basisprincipes; lichaam, kracht, tijd en ruimte. Die begrippen interpreteer ik heel ruim. Lichaam bijvoorbeeld gaat over bewegen, maar ook over communicatie en over het gebruik van zintuigen. Kracht kan ook emotie zijn of zwaartekracht en bij tijd heb je het heden, verleden en de toekomst maar ook ritme en dus muziek. Tijdens de workshops behandel ik die onderwerpen zowel reflectief, we denken na en discussiëren bijvoorbeeld over wat dans is en wat niet. Maar we doen ook veel op de vloer, doe-opdrachten, zoals: Stel jezelf voor aan de hand van beweging.”

Initiële gêne

De Kortrijkse editie van DansenDansen was in zekere zin een proefproject. “Het was de eerste keer dat ik de workshop heb uitgetest met jongeren die al danservaring hebben”, vertelt Dafne. “Oorspronkelijk is DansenDansen ontwikkeld voor begeleiders die aan de slag gaan met jongeren tussen 12 en 18 jaar met weinig of zelfs geen ervaring in dans. Ik had het ondertussen al eens uitgetest met lagereschoolkinderen en ook daar werkte het goed, maar dus nog nooit met ervaren dansers. Het resultaat was verrassend. Want eigenlijk was er weinig verschil. DansenDansen is een intensieve workshop. Constant doe ik beroep op de creativiteit van de deelnemers. Nu had ik, op één of andere manier, verwacht dat ervaren dansers van bij het begin al actief voorstellen zouden doen. Maar net zoals bij andere jongeren was er schaamte en terughoudendheid. De deelnemers hadden de neiging om te snel te oordelen, over de anderen, maar vooral ook over zichzelf. En dat is moordend voor de creativiteit.”

Het kunsteneiland Buda is een plek in Kortrijk voor artis-tiek experiment waar, normaal gezien, vooral internationaal erkende kunstenaars komen. Maar eind augustus waren kinderen en jongeren er een week lang baas. Passerelle organiseerde in de Tacktoren en in Budascoop een reeks workshops: Stel Dat, voor kinderen van zes tot dertien, en DansenDansen, voor deelnemers vanaf veertien. De rode draad doorheen alle ateliers was dat de kinderen en jon-geren centraal stonden, met hun verhalen, verbeelding en talenten.

Meer dan pasjes op tellen

Dafne Maes leidde de workshop DansenDansen. Die is geba-seerd op haar onderzoek naar danseducatie dat ze voerde aan de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen en op haar website dansendansen.be. Daarop vind je inspiratie om met jongeren rond hedendaagse dans te werken. “Ik heb mijn on-derzoek destijds opgestart vanuit de vaststelling dat er heel veel gedanst wordt in Vlaanderen, maar dat hedendaags wat stiefmoederlijk wordt behandeld. In programma’s als So You Think You can dance komt het genre wel voor en vertellen ze dat het een dans is met een sterk accent op emotie. Maar het blijft toch vooral bij een reeks pasjes op tellen. Terwijl het zo veel meer is.

Kinderen en jongeren een week lang baas op BudaDansenDansen/Stel Dat… Is hedendaagse dans veel vallen? Is stilte ook geluid? Stel dat ...? Een 60-tal kinderen en jongeren ging afgelopen zomer onder begeleiding van straffe coaches als Lot Jansen, Anne-Lore Baeckeland, Berna-dette De Deygere, Darline Deprez en Dafne Maes met deze en andere vragen aan de slag tijdens een reeks unieke workshops waarin Passerelle zowat het hele kunsteneiland Buda innam.

sfeerbeeld tijdens de workshop DansenDansen

In de rand van dit soort artistieke workshops leren jongeren heel wat andere vaardigheden bij : sociale interactie, zelfkennis, een andere manier om naar dans te kijken ,…

Page 15: 2014 Passerelle publicatie

Kinderen en jongeren een week lang baas op BGelukkig werd de initiële gêne snel overwonnen. “Snel-ler dan bij andere groepen”, merkt Dafne op. “En daar ligt volgens mij het verschil tussen deelnemers mét danserva-ring en deelnemers zonder: ze zijn nog enthousiaster en nog meer geëngageerd. Sommige van die gasten kwamen ’s ochtends al een half uur vroeger om nog dingen in te oefenen of uit te testen. Ik heb dat niet gevraagd hé. (lacht) Maar als je dat ziet gebeuren, dan is dat fantastisch. Een doorslaggevend moment tijdens de workshopweek was toen ik op een ochtend laat was, omdat ik vast zat in de file, en de meisjes elkaar dingen zijn gaan leren. Tijdens die uitwisseling konden ze elk eens uitpakken met iets waarin zij goed waren en groeiden het zelfvertrouwen en de waardering voor elkaar. Wat ik trouwens zo leuk vind aan dit soort projecten is dat je, terwijl je aan artistieke competenties werkt, ook an-dere vaardigheden aanscherpt: sociale interactie, zelfkennis of gewoon een andere manier van denken over dans.”

toonmoment van het Stel Dat-project (10 jaar - 11 jaar) met Bernadette De Deygere op het podium van de BUDASCOOP

Grande Finale

DansenDansen en de Stel Dat-workshops werden afgeslo-ten op vrijdag met een toonmoment. “Ik moet toegeven dat ik toonmomenten niet zo belangrijk vind” bekent Dafne. “Ik heb altijd het gevoel dat ze niet genoeg weer-geven wat er die week allemaal écht is gebeurd. Al die indrukken, dat hele proces dat we hebben doorgemaakt, dat valt moeilijk in zo’n moment te vatten. En dat is spijtig. Aan de andere kant is het wel goed dat je iets hebt om naar toe te werken en is het belangrijk dat de jongeren zich kunnen tonen voor een publiek. Dat maakt deel uit van hun ‘opleiding’ als danser. We hadden besloten om ons toonmoment te laten aanslui-ten op dat van Stel Dat… Dat was oorspronkelijk niet zo voorzien. Maar er was tijdens de week zo’n band gegroeid tussen alle deelnemers en begeleiders dat het ons leuk leek om samen af te sluiten en van elkaar te zien wat we hadden gedaan. Voor ons betekende het meteen ook extra publiek, met alle ouders, grootouders en kinderen van de andere workshops erbij.”

sfeerbeeld van het Stel Dat-project (8 jaar - 9 jaar) met Anne-Lore Baeckeland

Terugblik

De deelnemers en coaches aan DansenDansen en Stel dat beleef-den een unieke tijd op het Buda-eiland. Maar wat hebben ze er zelf van onthouden? We vroegen het aan een aantal van hen.

Lotte (16) – DansenDansen: De opdrachten die we kregen van Dafne waren origineel en bijzonder bruikbaar om zelf dans te maken. Ik herinner mij bijvoorbeeld dat we per twee rond tegenstel-lingen konden werken: de ene die heel groot danst en de andere heel klein, of eerst snel en dan traag. Ook grappig was het dansje dat we aangeleerd kregen en dat de helft van de groep dan moest uitbeel-den enkel met hun handen.

Anne-Lore - begeleidster van Stel dat bij de 8-9 jarigen: Het leuke aan Stel Dat… was het ruime thema. Dat biedt veel moge-lijkheden om zelf een invulling te bedenken met de kinderen. Het viel mij ook op dat Passerelle coaches met verschillende achtergronden inzet, waardoor Stel dat telkens anders ingevuld werd.

Marie (16) - DansenDansen: Iedere opdracht die we deden moesten we aan de anderen laten zien. Soms in kleinere groepjes, soms aan iedereen. In het begin was ik super verlegen, zeker als ik iets alleen moest laten zien. Maar na een tijd besef je dat het voor iedereen gelijk is en doe je het ook zo vaak, dat die schaamte wegvalt.

Margeaux (13) - Stel Dat: In de dansschool staan de leerkrachten altijd vooraan en moeten wij hun pasjes gewoon nadoen. Maar dit was iets anders. Hier moesten we zelf onze dans verzinnen, of samenstellen uit een aantal simpele bewegingen die Darline ons had getoond. Het was een leuke week met maar één groot minpunt: er zijn veel te veel trappen in de Tacktoren.

Page 16: 2014 Passerelle publicatie

Passerelle ontgint jong talent in C-MinePasserelle ontgint jong talent in de mijn van WinterslagVol Vertrouwen

C-Mine is een indrukwekkend cultuurcentrum op de site van de vroegere mijn van Win-terslag, bij Genk. Afgelopen zomer lieten Passerelle en Danspunt er een groep van twaalf tieners los voor een artistieke graaftocht rond het thema vertrouwen.

Overweldigende zalen met metershoge plafonds, intrigerende machines met gigantische raderen, kunstig smeedwerk en uitgestrekte vloeren met tegeltjes in rood en wit, netjes geschrankt. Dat was het decor voor Vol Vertrouwen, waarin een groep van twaalf vijftienjarigen de kans kreeg om samen te werken met danscoach Judith Clijsters. “We zijn vertrokken vanuit een ervaringsparcours”, zegt Judith, “Dat is een sessie van een uur waarin we constant van de ene opdracht naar de andere gaan, telkens zeer fysiek, zonder spreken: dingen uitbeelden, elkaar impulsen geven, reageren op de impulsen van anderen…

Tijdens dat parcours was er mij al een zekere terughoudendheid opgevallen bij de groep. Dat bleek ook bij de nabespreking. Veel van de jongeren zeiden dat ze ze normaal veel extraverter zijn, maar dat ze zich wat belemmerd voelden, omdat er nog niet ge-noeg vertrouwen was in en van de groep. Dat thema kwam ook in andere brainstorms telkens naar boven, wat achteraf gezien, niet zo vreemd is. Vijftien, zestien is echt de periode in je leven waarin je dat vertrouwen zoekt, bij vrienden, binnen een groep, maar ook bij jezelf.

Uiteindelijk heb ik de jongeren gevraagd om in de tentoonstel-ling 40/20 een werk te zoeken dat volgens hen het vertrouwen het best weergaf. 40/20 was een tentoonstelling die toen liep in C-Mine Cultuurcentrum met twintig werken uit het Antwerpse MUHKA, geselecteerd door veertig ‘gewone’ Genkenaars. De jongeren kozen er een beeld uit van Jan Van Oost. Op basis van dat werk zijn we dan gaan praten en gaan improviseren: Wat is vertrouwen? Wat is niet vertrouwen? Wanneer? Hoe? Wat? Waar?“

Terecht trots

Vol Vertrouwen was het eerste project van Judith voor Passerelle. “Ik ken de organisatie natuurlijk al langer. Maar we hadden nog nooit echt samengewerkt. Uiteindelijk is het een leuk avontuur geworden, vooral ook omdat we zo vaak op dezelfde golflengte zaten. Zo vind ik het, net als Passerelle, belangrijk om te vertrek-ken vanuit de leefwereld van de jongeren. Door hun ideeën voorop te stellen, hen mee eigenaar te maken van een creatie, krijg je een leuke dynamiek, gaan ze gemakkelijker mee in het avontuur. Het viel mij ook sterk op hoeveel verantwoordelijk-heid de groep uiteindelijk genomen heeft. En dat voor gasten van vijftien, die vaak een soort passiviteit verweten worden.

Voor het toonmoment hebben ze op eigen initiatief een krantje gemaakt, hebben ze zich actief ingespannen om vrienden en familie uit te nodigen en hebben ze zelf een systeem bedacht om het publiek rond te leiden in de oude mijnsite – de voorstel-ling bestond uit verschillende stukjes, telkens op een andere verrassende locatie binnen C-Mine Cultuurcentrum. Ik vind het bijzonder boeiend om te onderzoeken: hoe kan ik die jongeren bereiken? En ik heb het gevoel dat we daar bij Vol Vertrouwen mooi in geslaagd zijn.”

Door hun ideeën voorop te stellen, hen mee eigenaar te maken van een creatie, krijg je een leuke dynamiek, gaan ze gemakkelijker mee in het avontuur.

Overweldigende zalen met metershoge plafonds en intrigerende machines vormen het decor voor Vol Vertrouwen

Page 17: 2014 Passerelle publicatie

Passerelle ontgint jong talent in C-MinePasserelle ontgint jong talent in de mijn van WinterslagVol Vertrouwen

Er wordt vertrokken vanuit dialoog en een gelijkwaardigheid tussen de choreograaf en de deelnemers

Ook de procesmatige aanpak van Passerelle spreekt Judith aan. “Het zijn geen vrijblijvende danslesjes”, zegt ze. “We nemen jongeren actief mee op onderzoek: hoe stel je een voorstelling samen? hoe bedenk je een choreografie? Iemand komt met een idee en plots gaat onze creatie een heel andere richting uit. Dat is een veel rijkere ervaring dan wat pasjes nadoen. Het is wel aanpassen voor de jongeren. Een klassieke dansles biedt meer veiligheid en structuur, is duidelijker, en daar houden ze van. Wij dwingen hen uit hun comfortzone. Dat is schrikken. Maar de inspanning wordt meer dan beloond: je ziet ze dag na dag groeien. Het is ook fijn voor hen om op het eind van het project, tijdens het toonmoment, met vrienden en familie te kunnen delen wat ze geleerd hebben. Ze zijn dan super trots. En terecht.”

Kunstenmissionaris

Het succes van Vol Vertrouwen heeft Passerelle, Danspunt en C-mine Cultuurcentrum er toe aangezet een nieuwe uitdaging aan te gaan. “Bij Vol Vertrouwen hebben we gewerkt met jongeren die al danservaring hadden. Maar nu leek het ons leuk om ook een project op te zetten met onervaren jongeren. Het wordt spannend om te kijken wat zij te bieden hebben, welk traject we met hen kunnen afleggen. Maar ik heb er alle vertrouwen in. Hoe minder voorkennis je hebt, hoe creatiever je soms bent. Ik merk dat bij mezelf. Als ik iets nieuws doe, dan durf ik meer, ben ik minder streng op mezelf omdat ik niet gestoord word door het idee van wat hoort en wat niet hoort.”

Ook Eddie Guldolf, van C-Mine Cultuurcentrum, kijkt uit naar het nieuwe project. “Er zit een missionaris in mij”, lacht hij, “die zo veel mogelijk mensen wil overtuigen van wat hedendaagse dans kan zijn. En die missie deel ik met Passerelle. Ons cultureel centrum doet bijzonder veel inspanningen om een huis te zijn voor iedereen, om Genkenaars uit te nodigen die hier op eigen initiatief misschien niet zouden komen. Dans is daar een uitstekend medium voor, omdat beweging universeler is dan het gesproken woord. Een dansworkshop zal voor jongens uit onze cités veel minder bedreigend zijn dan een theaterproject. Bovendien geloof ik in de aanpak van Passerelle, die iets onge-dwongen heeft. De jongeren leren nadenken over beweging en ontwikkelen danstechniek, maar op een heel andere manier dan in een klassieke dansles. Er wordt ook veel meer vanuit dialoog vertrokken en vanuit een gelijkwaardigheid tussen de choreo-graaf en de deelnemers.”

Toekomstplannen

Eddie Guldolf heeft nog heel wat toekomstplannen bij C-Mine Cultuurcentrum: om een volwaardige werkplaats uit te bouwen voor jonge, professionele makers, om hen op weg te helpen om ook in andere CC’s hun werk te laten zien, maar er zitten ook plannen tussen met Passerelle. “Absoluut”, zegt hij, “ik zie ons nog vaker samenwerken. Ik volg Passerelle ondertussen al lange tijd. Ik heb artistiek leider Pol Coussement nog uitgenodigd in een vorig leven, toen ik in cultuurcentrum De Velinx werkte, voor Bewogen Tongeren. Dat was een reeks voorstellingen waarmee we naar de Tongerse deelgemeenten trokken. Passerelle was toen nog zoekende, moest nog sleutelen aan haar formule om professionele makers en amateurs met elkaar samen te brengen. Maar dat is onder-tussen gelukt. En gelukkig maar, want er was nood aan dit soort organisaties, binnen de kunsteducatie, maar ook binnen het circuit van talentvolle amateurdansers of semi-professionelen. Daar was vroeger geen aanbod voor, buiten de dansscholen misschien, waar je dan een paar uur jazz of ballet kan volgen. Maar dan is dit toch veel rijker.

Judith Clijsters in overleg met enkele dansers van Vol Vertrouwen

Page 18: 2014 Passerelle publicatie

sessie met Ugo Dehaes sessie met Lot Jansen dansproject met Leen Dewilde sessie met Alexander Vantournhout

project met Pol Coussement sessie met Pol Coussement sessie met Sarah Bostoen sessie met Darline Deprez

sessie met Sarah Beel atelier met Céline Verhaeghe sessie met Darline Deprez project met Pol Coussement

project met Pol Coussement sessie met Yentl De Werdt project met Bernadette De Deygere atelier met Peter Savel

workshop met Lot Jansen workshop met Anne-Lore Baeckeland festivaldeelname sessie met Darline Deprez

sesssie met Pol Coussement voorstelling van Albert Quesada project met Judith Clijsters sessie met Morgane Van Weyenbergh

Girls - CC Wevelgem Spetterletters - Wetteren SchrikGodinnen - Spinrag Caprices - CC Waregem

Guernica - Antwerpen Improviseren - DKO Zaventem Diversiteit - Ieper Paaseiland - Tacktoren Kortrijk

Smaaksessie - Poperinge Atelier Fairy Queens - Kortrijk Smaaksessie - Deerlijk Grenzeloos - Kortrijk

IdentityKiD - Roubaix Dansand - Oostende BeleefDe Begijntjes - Kortrijk dansatelier - MUDA Gent

Stel Dat - Kortrijk Stel Dat - Kortrijk 17 Semanas - Rio de Janeiro Fame - CC Roeselare

WAR - DKO Koksijde Ensemble - CC Beveren Vol Vertrouwen - C-Mine Genk Cultuurdag - Knokke-Heist

Passerelle ingebliktMet dit boekje probeert Passerelle haar werking te duiden in de diepte en in de breedte. In de diepte door een aantal mensen aan het woord te laten en in de breedte door de lezer te tonen hoe ruim het aanbod van Passerelle wel is. Dankzij onze huisfotograaf, Luc Depreitere, gunnen we jou een selecte blik op enkele van onze initiatieven in 2014.

Page 19: 2014 Passerelle publicatie

Passerelle ingeblikt

Page 20: 2014 Passerelle publicatie

Kapucijnenstraat 10B-8500 Kortrijk+32 56 25 50 77

[email protected]

volg ons op Facebook (account: Passerelle vzw)of bekijk onze filmpjes op YouTube (account: passerellevzw)

platform voor jonge dans