2016 03 11 - om repliek bientu robbie dos santos

33
 1 Forum Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao Datum vrijdag 11 maart 2016 Verdachten 1. R.A. dos Santos (500.00430/12) 2. Administratiekantoor Dollar N.V. (500.00119/15) 3. Jamaroma Lotteries N.V. (500.00120/15) 4. The Money Game N.V. (500.00121/15) Officieren mr. J.H. van der Werff mr. J.M. Mul Repliek OM in de strafzaak ‘Bientu’ (hoofdzaak )

Upload: black-lion

Post on 08-Jul-2018

214 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 1/33

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 2/33 

Inhoud

1 Algemeen .............................................................................................................................................. 4

2 Pleitnota mr. E.F. Sulvaran .................................................................................................................... 4

2.1 Ontvankelijkheidsverweren .......................................................................................................... 4

2.1.1 Start onderzoek ..................................................................................................................... 4

2.1.2 Aanleiding verdenking/start onderzoek ............................................................................... 8

2.1.3 Opgewekt vertrouwen buitengerechtelijke afdoening......................................................... 9

2.1.4 Rechtmatigheid dwangmiddelen .......................................................................................... 9

2.1.5 (Tussen)conclusie ................................................................................................................ 12

2.2 Bewijsverweren ........................................................................................................................... 13

2.2.1 De Loterijwetgeving ............................................................................................................ 13

2.2.2 Gedoogbeleid ...................................................................................................................... 13

2.2.3 Valsheid ............................................................................................................................... 15

2.2.4 Witwassen (verhullen/verbergen) ...................................................................................... 15

2.2.5 Deelneming (criminele organiatie) ..................................................................................... 16

2.3 Kwalificatieverweren .................................................................................................................. 17

2.4 Strafmaatverweren ..................................................................................................................... 17

3 Pleitnota mrs. Kerckhoffs en Boezelman ............................................................................................ 18

3.1 Verweren m.b.t. bevoegdheid .................................................................................................... 18

3.2 Verweren m.b.t. ontvankelijkheid (inkeerbrief) ......................................................................... 18

3.3 Bewijsverweren ........................................................................................................................... 19

3.2.1 Verklaringen R.A. Dos Santos (uitsluiting) .......................................................................... 19

3.2.2 Verklaringen getuigen (uitsluiting) ..................................................................................... 20

3.2.3 Kwalificatie medeplegen/feitelijk leiding geven ................................................................. 21

3.2.4 Fiscale delicten The Money Game/Jamaroma Lotteries..................................................... 21

3.2.5 Fiscale delicten Administratiekantoor Dollar N.V. .............................................................. 24

3.2.6 Onjuiste aangiftes inkomstenbelasting ............................................................................... 25

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 3/33 

3.4 Overige weren ............................................................................................................................. 25

3.4.1 Gedoogbeleid en (fiscale) willekeur .................................................................................... 25

3.4.2 Berusting OM in melding aan Minister? ............................................................................. 26

3.4.3 Beleidsregels m.b.t. inkeer .................................................................................................. 27

3.4.4 Alternatieve herkomst (fiscaal nadeel lager) ...................................................................... 29

4 Strafmaatverweer ............................................................................................................................... 32

5 (Eind)conclusie .................................................................................................................................... 32

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 4/33 

1 AlgemeenIn het requisitoir dat wij op dinsdag 8 maart 2016 en woensdag 9 maart 2016 hebben voorgedragen,

verwijzen wij op enkele plaatsen naar onze schriftelijke reactie (op de preliminaire verweren ex art. 316

SvCur) waarbij abusievelijk een onjuiste datum is genoemd: 28 oktober 2015 i.p.v. 29 oktober 2015. Wij

verzoeken uw Gerecht en de verdediging omdat als een kennelijke misslag op te vatten en dat verbeterd

te lezen. Waar nodig zullen wij in deze (conclusie van) repliek ook nog enkele malen naar die schriftelijke

reactie verwijzen.

Bij de bespreking van de pleitnota’s van de verdediging houden wij de volgorde aan waarin die voor uw

Gerecht zijn voorgedragen, t.w.: woensdag 9 maart 2016 (mr. E.F. Sulvaran) en donderdag 10 maart

2016 (mrs. Kerckhoffs en Boezelman). In de kopjes en subonderdelen verwijzen wij naar de thema’s die

daarin zijn behandeld. Voor de duidelijkheid houden wij de daar gebruikte randnummers aan.

2 Pleitnota mr. E.F. Sulvaran

2.1 Ontvankelijkheidsverweren

Door de verdediging zijn de reeds gevoerde (preliminaire) weren d.d. 23 oktober 2015 op enkele punten

aangevuld. Waar nodig zullen wij naast de al eerder gegeven reactie(s) aanvullend reageren.

2.1.1 Start onderzoek

1-2 Ondertekening proces-verbaal verkennend onderzoek

Het komt wel eens voor dat een proces-verbaal dat aanstonds wordt opgemaakt naar aanleiding

van de bevindingen van een opsporingsambtenaar, niet direct wordt ondertekend. Dat kan hetgevolg zijn van een zgn. ‘groei-document’, zoals een overzichtsproces-verbaal. Maar het komt

ook wel voor dat dit abusievelijk wordt vergeten. Dat doet echter niet af aan de inhoud van die

bevindingen, noch wordt daarmee de verplichting om zo spoedig mogelijk proces-verbaal op te

maken (art. 186 SvCur) geschonden.

Op p. 000.121-000.122 van het Algemeen Dossier [map 2] is duidelijk aangegeven hoe het is

gegaan met het ‘ proces-verbaal opdracht tot verkennend onderzoek’ en is het late alsnog door

de opsteller ervan ondertekend. Dat doet niet(s) af aan de inhoud ervan. Bovendien heeft de

verdediging de opsteller van dat proces-verbaal dat in haar ogen cruciaal is niet opgegeven als

getuige om hem daarover te ondervragen. Daar nu over klagen is tardief. Hetzelfde geldt voor

de bevraging van de Belastingdienst d.d. 26 maart 2009 door mr. J.B.C. Develing. Ook die is niet

als getuige opgeroepen (via het OM), noch in een eerder stadium verzocht (regiezitting d.d. 18

december 2015).

Overigens is nadien – bij de doorstart van het onderzoek begin 2011 – weer opnieuw verzocht

om informatie bij de Belastingdienst van Sint Maarten (zie RHV SXM) en is opnieuw informatie

uitgeleverd. Het verweer treft derhalve geen doel.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 5/33 

3-4 Onjuiste aanname i.g.v. MOT-meldingen

Volstaan wordt met de opmerking dat de doormelding door de Compliance Manager kennelijk is

gebaseerd op de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties, in werking getreden op

11 september 19971, zoals gewijzigd (2001) en de daarop gebaseerde Ministeriële beschikkingen

met indicatoren.2

 3

 Daarin is de verplichting tot melding van ongebruikelijke transacties aan hetMeldpunt opgenomen als sprake is van de daarin opgenomen indicatoren, zoals opgesomd in

het overzichtsproces-verbaal.

Overigens wijzen wij er in dit verband op de deze Landsverordening in werking is getreden rond

de periode dat er meerdere off-shore vennootschappen zijn opgericht door Grynsztein in de BVI

voor Dos Santos en dat er dan een ‘sprong’ plaatsvindt in de vermogensopbouw in de VS op de

bankrekeningen van die entiteiten. De verhoogde dijkbewaking in de financiële sector tezamen

met de wijzigingen in de fiscale regelgeving (introductie OB/ABB) en de Loterijwetgeving (Sorteo

Extra) en de handhaving daarvan (1998, vergunningen ingetrokken) zijn in die tijd te plaatsen.

5 Niet geverifieerde CID-informatie

Het verweer dat door politie en OM niet had mogen worden binnen getreden (ter gelegenheid

van een huiszoeking ter inbeslagneming) wegens het ontbreken van een verdenking ter zake de

overtreding van de Opiumlandsverordening mist doel, nu de aanvragen noch de beschikkingen

daartoe op een dergelijke verdenking zijn gebaseerd. De informatie in het bedoelde CID-verbaal

hoefde daarom niet (nader) te worden geverifieerd. Dat de (mogelijke financiering van handel

in verdovende middelen als mogelijk gronddelict voor de witwas-verdenking kan gelden, kon in

samenhang met die CID-info overigens ook worden ontleend aan de grote contante stortingenin ronde bedrage van USD 150.000,- per keer op in biljetten van uitsluitend USD 100,-/USD 50,-,

die niet passen bij de door de verdachte opgegeven bron (’scratch lottery’) die ook al jaren niet

meer op het eiland van Sint Maarten werden verkocht. Bovendien werd het geld gestort op een

rekening van een off-shore, niet op naam gestelde vennootschap, waarvan de doelomschrijving

evenmin overeen kwam met de stortingen. Dat levert enkele typologieën van witwassen op, dat

o.g.v. vaste rechtspraak van de Hoge Raad (hierna) zelfs als bewijs kan gelden. Het is dan aan de

verdachte om een concrete, niet op voorhand onaannemelijke, en min of meer verifieerbare

verklaring over de (legitieme) herkomst af te leggen.

1 P.B. 1997, no. 237

2 Ministeriële beschikking met algemene werking van de 4de april 2001, houdende vaststelling van de indicatoren

aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke

transactie in de zin van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties ( Beschikking indicatoren

ongebruikelijke transacties ), zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2007, No.33.3 MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 1ste september 2004, houdende vaststelling van

de indicatoren met betrekking tot transacties in verband met het afnemen van financiële diensten, bedoeld in

artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van het Landsbesluit aanwijzing financiële diensten melding ongebruikelijke

transacties (P.B. 2000, no. 120) ( Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties inzake fiduciaire diensten ),

P.B.2004, No.74. 

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 6/33 

Ontbreekt zo’n verklaring, dan kan de rechter op grond van de concretisering van twee of meer

van dergelijke typologieën oordelen dat het ‘niet anders kan dat het geld afkomstig is van enig

misdrijf ’. Welk specifieke misdrijf, dat hoeft het OM dan niet aan te tonen. Wij gaan daar hierna

nog nader op in bij onderdeel 4.

In het onderzoek Bientu is getracht om een verklaring te vinden voor de herkomst van het geld.Daartoe dienen de berekeningen in de overzichtsprocessen-verbaal van de zaakdossiers Marvin

Sint Maarten/Curaçao. De verdachte heeft daarover geen verklaring meer willen afleggen. Dat is

zijn goed recht, maar daardoor bleven die wel uitgangspunt voor het OM. Ook in de meermalen

gevoerde onderhandelingen. Niet in de laatste plaats omdat Dos Santos ook zelf had verklaard

dat de opbrengsten van die illegale loterijen op de bankrekeningen in de VS waren neergeslagen

en op de bankrekeningen bij de WIB (Statia/Saba) van Administratiekantoor Dollar NV. Ook de

bankrekeningen van Precise Administration NV bestaan uit de opbrengsten van die loterijen.

Die berekeningen zijn bij pleidooi voor het eerst door de verdediging betwist op het gebied van

de extrapolatie.4 In het bijzonder voor wat betreft Curaçao waar de grootste omzet in de illegale

loterijen wordt gegenereerd: ANG 135 miljoen. Door die betwisting wordt weliswaar de hoogte

van het fiscaal nadeel verlaagd, maar er ontstaat aan de andere kant een groter gat tot de wel

aangetroffen ANG 84,4 miljoen gulden. Die dan immers niet mee (geheel) kan worden verklaard

door de netto-opbrengsten van de illegale loterijen. De verdediging zwijgt daarover. En verzuimt

een verklaring te geven voor de herkomst van het ontstane gat.

De verdediging verzuimt ook een eigen berekening aan te leveren voor wat het nadeel; dan wel

is. Onder het mom: het OM moet maar aantonen wat dat exact is (als bewijsverweer), maar het

heeft ook een ander voordeel. Men legt zich niet vast op de minimum positie wat Dos Santos nu

werkelijk uit de illegale loterij heeft verkregen. En daarmee kan het OM niet het gat bepalen wat

dan vervolgens overblijft tot het aangetroffen en in beslag genomen geldbedrag. Nog los van de

overige uitgaven en het bezit van vermogensbestanddelen zoals sieraden en onroerend goed op

Sint Maarten (Red Roses Road, (appartementen) Cannegieterstreet en Caravanserai Resort) en

op Curaçao. Dat is vermoedelijk ook de reden dat de verdediging na bijna 5 jaar nog steeds geen

rapportage heeft overgelegd aan het OM met daarin een sluitende, verifieerbare opgave van de

herkomst en vermogensopbouw van de aangetroffen bank- en beleggingstegoeden, anders dan

onder de voorwaarde dat de zaak dan fiscaal zou worden afgedaan (en niet strafrechtelijk). Wij

begrijpen dat de verdediging de afwijzing van die voorwaarde niet goed uitkwam. De concept-

rapportage van de veel genoemde rechercheur was daarvoor mede de aanleiding. Dat rapport is

en blijft gebaseerd op een telling van doordrukken afkomstig van de verdachte zelf. En hoewel

inmiddels ingehaald door de rapportage(s) van het NFI – op verzoek van het OM – rechtvaardigt

dat nieuwe percentage nog steeds de handhaving van het beslag op die tegoeden.

4 In de onderhandelingen zijn door de verdediging meerdere stukken overgelegd opgesteld door R.D. de Lanooi RA.

In die stukken is –  zoals de verdediging ook heeft bepleit op 10 maart 2016 –  niet het standpunt ingenomen dat het

door het RST berekende fiscale nadeel in Marvin onjuist is omdat de extrapolatie geen stand kan houden (zij het dat

dit geïndexeerd moest worden dan wel een gewogen gemiddelde moest zijn aan de hand van de ontwikkeling van

de omzet in die periode).

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 7/33 

De verklaring van Dos Santos ter zitting van 7 maart jl. dat er na 2000 in de VS geen geld meer is

bij gekomen (afkomstig uit de illegale loterijen, OM) wordt weerlegd door de veelheid aan feiten

in het dossier. Ook achten wij diens verklaring dat het eindvermogen in 2011 het resultaat is van

beleggingsrendementen niet aannemelijk, nu enige onderbouwing daarvan in de vorm van een

al jaren lang toegezegd rapport en/of een administratie waar dat uit blijkt ontbreekt.

Nu de verdediging bij pleidooi voorts aangeeft dat de bedrijfskosten voor Dos Santos veel hoger

waren dan het RST heeft berekend (aftrek ‘eigen’ commissie e.d.), wordt daarmee de opbrengst

lager. En het te verklaren ‘gat’ naar de ANG 84,4 miljoen – dus – groter. Die grootheden werken

als communicerende vaten: hoe lager de netto-opbrengst (na afdracht belastingen), hoe groter

het gat dat verdachte verklaren moet.

De stellingen m.b.t. de omzetbelasting als kostenpost gaat niet op; die is nu juist niet afgedragen

aan de Belastingdienst. Van enige rekening-courant verhouding in de orde van grootte van het

in totaal aangetroffen geldbedrag is evenmin sprake. De aftrek van ‘commissie’ in Sint Maarten

baat evenmin; dat leidt dan weer tot een hoger belastbaar inkomen dat ook niet is aangegeven.

En de bankrekeningen waar alles op is terecht gekomen waren evenmin bekend bij de fiscus.

Kortom: totdat de verdediging aangeeft wat nu precies in hun ogen het fiscaal nadeel is, valt ook

niet uit te rekenen wat in de visie van de verdediging de netto-opbrengst is (van de onvergunde

loterijen). En daarmee het onverklaarbare deel van het gat tot de ANG 84,4 miljoen. Een spagaat

van jewelste.

7 Gedoogbrief Sint Maarten

Wij verwijzen op dit punt naar paragraaf 4.1.3 (p.39-46) van onze reactie d.d. 29-10-2015 (in het

bijzonder p.42, onderaan). Wij voegen hier nog aan toe dat de zogenoemde ‘gedoogbrief’ nietafkomstig is van het exclusief tot strafvervolging bevoegde orgaan, het Openbaar Ministerie van

de Nederlandse Antillen, Parket van de Officier van Justitie te Sint Maarten en dat er in die brief

ook geen sprake is van het (bestuurlijk, laat staan: strafrechtelijk) gedogen van het afromen van

15% van de omzet van de ‘streetsellers’ en de daaruit ook voortvloeiende (fiscale) misdrijven.

7 Geen GVO gevorderd

Het verwijt dat het OM geen GVO heeft gevorderd is onbegrijpelijk. Artikel 187 SvNA bepaalde

dat de Officier van Justitie een gerechtelijk vooronderzoek vordert zo ‘daartoe termen aanwezig

zijn’ en dan alleen ‘als hij dat nodig acht’ (art. 222 lid 1 SvNA). Uit de Memorie van Toelichting

kan worden afgeleid dat de inzet van dwangmiddelen bewust is los gekoppeld van het GVO.5 Vanwege de machtigingen SFO en de overige aan de Officier van Justitie in SvCur toegekende

bevoegdheden was daar geen noodzaak toe.

5 Staten van de Nederlandse Antillen, zitting 1987 –  1988, Memorie van Toelichting, No.3

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 8/33 

10 Politieke connotatie: Minister van Justitie niet geïnformeerd.

Volgens de verdediging blijkt uit de verklaringen van het Hoofd MOT en de Hoofdofficier dat er

helemaal geen besluit van de stuurgroep geweest om hetRST Curaçao te belasten met ‘Bientu’.

Deze stelling berust op een onjuiste lezing van het dossier: op p.13 van het overzichtsproces-

verbaal Bientu (pv 163472) staat duidelijk dat het daarbij (telkens) gaat om een besluit van destuurgroep van het RST  .

Het onderzoek liep in 2010al onder het RST Nederlandse Antillen, vestiging Sint Maarten en is

door haar eigen, interne stuurgroep overgedragen aan de vestiging Curaçao. De Hoofdofficier

van Justitie maakt geen deel uit van de (interne) stuurgroep. Het hoofd MOT evenmin. Het is

dus niet vreemd dat hij niets weet van een dergelijke beslissing.

Dat de verdediging weet te melden (zonder bronvermelding) dat de toenmalige Minister van

Justitie niet op de hoogte zou zijn gesteld [door de P-G, OM]van het onderzoek is opmerkelijk.

En bovendien onjuist. De Minister van Justitie is in de betreffende periode steeds door de P-G

op de hoogte gehouden van het onderzoek ‘Bientu’. Dat heeft de Minister er evenwel niet van

weerhouden om meermalen te interveniëren (brief verzoek opheffen beslag aan VS, opzeggen

vertrouwen in P-G, algemene aanwijzing gegeven om onderzoek ‘Bientu’ te stoppen, wijziging

bestaand mandaat (1993) om rechtshulp met de VS te verzoeken).

2.1.2 Aanleiding verdenking/start onderzoek

Over de aanleiding voor de verdenking en de start van het onderzoek is al veel gezegd en geschreven.

Wij volstaan hier met de verwijzing naar het OPV Bientu (map 1), het Algemeen Dossier (map 2) en het

Methodiekendossier (mappen 8, 9 en 9a) voor de verantwoording daarvan en hetgeen wij daarover al

eerder in onze reactie d.d. 29.10.2015 hebben opgemerkt.

Dat er in één van de stukken aan de Amerikaanse autoriteiten is aangegeven dat het onderzoek mede

was gericht op ‘ forgery (…) illegal gambling’ is niet vreemd. Uit de verwijzing van de verdediging (nr. 17,

p.19) naar het stuk – dat is opgesteld voor de Amerikaanse beklagprocedure medio 2012 – kan niet de

conclusie worden afgeleid dat het OM al in januari 2011 bij de start van Bientu al onderzoek deed naar

de illegale loterijen. Dat is onjuist; in het overzichtsproces-verbaal is aangegeven dat het RST pas op 14

 juni 2011 in het bezit werd gesteld van een envelop waarvan de inhoud is opgenomen in ZD Sirocco. De

zaaksofficier had die envelop slechts (zeer) kort daarvoor in handen gekregen.

Vanaf dat moment is het onderzoek – uiteraard - ook mede gericht geweest op die illegale loterijen ende mogelijke misdrijven die daarmee samenhingen. Maar dat wil niet zeggen dat er geen oog was voor

andere, mogelijke gronddelicten voor het witwassen. Zoals bijvoorbeeld fiscale misdrijven en een valse

boekhouding. Dat kan allemaal worden verstaan onder de termen ‘forgery’ (=valsheid in geschrift) en de

term ‘illegal gambling’ als onderdeel van het meeromvattende witwasonderzoek (‘money laundering’ ).

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 9/33 

2.1.3 Opgewekt vertrouwen buitengerechtelijke afdoening

14-15 Opgewekt vertrouwen

Ook hier verwijzen wij naar hetgeen wij al eerder hebben opgemerkt en herhalen wij dat wij

vanwege de vertrouwelijkheid van die gesprekken daar niet veel mee over willen en kunnen

zeggen. Omdat wij die vertrouwelijkheid willen respecteren.

Wij constateren slechts dat de verdediging tot op de dag van vandaag geen rapportage aan het

OM heeft willen of kunnen overhandigen, ondertekend door een fiscalist en medeondertekend

door een controlerend accountant (RA) waaruit de herkomst en de opbouw van het vermogen

van Dos Santos blijkt. Dit betekent dat de berekeningen van het RST – inclusief die m.b.t. de in

het verleden behaalde rendementen – voor het OM uitgangspunt is en blijft. De eis die aan de

overlegging van zo’n rapport wordt gesteld hoeft het OM niet in te willigen. Wij zijn immers niet

wettelijk verplicht om te onderhandelen.

Het laatste wat wij willen opmerken is dat de suggestie van de verdediging dat zij en OM er bijna

uit waren (op een paar details na) is onjuist; ook daar was een groot gat te bespeuren dat niet te

overbruggen bleek. Het financiële uitgangspunt van het OM bij de onderhandelingen - die lange

tijd in beslag hebben genomen – is steeds toegelicht en was en is bekend bij de verdediging. Dat

uitgangspunt was ook hoger dan de strafeis die woensdag is uitgesproken. De eis tot detentie is

te voorzien geweest en overigens ook voorgehouden bij het stranden van de onderhandelingen

(overigens ook hoger dan thans gevorderd vanwege het toen kortere tijdverloop art. 6 EVRM);

het vooruitzicht daarop was kennelijk geen reden om het finale bod van het OM te aanvaarden.

2.1.4 Rechtmatigheid dwangmiddelen

19 Onrechtmatige schorsing inverzekeringstelling

Op dit punt verwijzen wij naar hetgeen wij daarover al hebben opgemerkt in onze reactie d.d.

29.10.2015. Wij voegen daar nog aan toe dat de verdediging niet alleen op de hoogte was van

deze situatie (waar hun cliënt zelf om heeft gevraagd c.q. mee heeft ingestemd) en dat zij die

situatie zelf ook hebben laten voortbestaan. De procedure ex art. 91 SvCur is ingetrokken c.q. is

niet opnieuw aanhangig gemaakt (terwijl er in retrospectief van de verdediging toch sprake is

geweest van een de facto vrijheidsbeneming c.q. vrijheidsbeperkende maatregelen). Zij hebben

geen verzoek ex art. 43 SvCur (strafvorderlijk kort geding) aanhangig gemaakt en de verdediging

heeft hun cliënt ook niet aangeraden om die – in hun visie onwettige – voorwaarden gewoon te

negeren. Ten slotte is nog steeds niet gesteld, noch onderbouwd welk nadeel daar nu door zou

zijn ontstaan (immers geen voortzetting detentie-situatie) en welke consequentie daar dan op

zou moeten volgen en waarom die sanctie (ex art. 413 SvCur)

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 10/33 

1

Ook hier moeten wij nog iets recht zetten: de inverzekeringstelling van Dos Santos in het kader

van het onderzoek ‘Bientu’ was niet in Barber maar in de goed geoutilleerde marine kazerne op

Suffisant. Dat is na te kijken op de audiovisuele registratie van de verhoren. De detentie van Dos

Santos in het cellencomplex op Barber was – net zoals de bloeddruk verhogende autorit – dus in

een ander strafrechtelijk onderzoek tegen deze verdachte.

Dat de schorsing van de (tenuitvoerlegging van de) IVS een middel zou zijn geweest door het

OM om te voorkomen dat er processtukken aan de verdediging moesten worden verstrekt is

niet te volgen. Op grond van de vaste jurisprudentie van het EVRM en enkele gepubliceerde

beschikkingen van Nederlandse rechters-commissarissen is duidelijk dat dit recht alleen gaat

over stukken die betrekking hebben op de dan door de rechter te nemen beslissing: dus in het

geval van de toetsing van de rechtmatigheid van de IVS; het pv aanhouding en het bevel IVS.

Voor het overige gold een mededeling onthouding waartegen de verdediging destijds vergeefs

bezwaar heet gemaakt. Overigens is het gehele dossier inmiddels aan de verdediging bekend.

Dat pas voor het eerst stukken zijn verstrekt na de eerste verhoren over de andere strafbare

feiten dan het vuurwapen (vanaf april 2012) is in dat licht te rechtvaardigen en toegestaan.

21 Bevriezen e-mails

Over het opvragen van e-mails aan de Verenigde Staten kunnen we kort zijn. Die is in het geheel

niet uitgeleverd door de VS. Ook daar wordt weer door de verdediging gepoogd door (bewust?)

een onjuiste lezing van het proces-verbaal de suggestie te wekken dat er wel degelijk een ‘deel’

is uitgeleverd. Bedoeld is daar dat de overige verzoeken om assistentie in dat rechtshulpverzoek

die niet zagen op de e-mail, zijn ingewilligd.

Overigens begrijpen wij de stellingen van de verdediging niet over het onrechtmatig opvragenvan e-mails. Het is vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat bij een huiszoeking een image kan

worden gemaakt va een server en dat daar vervolgens onderzoek aan kan worden gedaan. Het

wetboek van Strafvordering van Curaçao ontbeerde dus wellicht een specifieke regeling zoals de

Nederlandse artikelen 125i t/m 125k SvNL, maar tot 1 januari 2006 boden ook daar de algemene

regels m.b.t. inbeslagneming voldoende wettelijke basis.

Daarbij komt nog dat in het internationale rechtshulpverkeer het afhankelijk is van het verdrag

in kwestie welke documenten bij zo’n verzoek moeten worden gevoegd. In het ene geval is een

omzetting noodzakelijk van een rechterlijk bevel afgegeven in de verzoekende; in het andere

geval wordt in de aangezochte staat zelf op grond van de verstrekte informatie in het verzoek of

de bijlagen (processen-verbaal) een rechterlijke machtiging aangevraagd bij de eigen rechter. De

toets die de rechter in de aangezochte staat dient uit te voeren is per land verschillend, maar in

de regel gelden de twee belangrijkste: dubbele strafbaarheid en dat de verzoekende autoriteit

geen toepassing van dwangmiddelen kan verzoeken die in de verzoekende staat niet toegelaten

zijn. Daartoe kan het verdrag bepalen dat de toepasselijke wetsartikelen worden overgelegd.

Zover is het echter nooit gekomen. Er is geen e-mail uitgeleverd. Er is geen nadeel ontstaan.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 11/33 

1

24 ‘Piercing the corporate veil’

Dit onderdeel is onbegrijpelijk en geeft een onjuiste voorstelling van zaken. Het beklag tegen het

beslag op de bankrekeningen in de VS is in eerste instantie ingediend namens Dos Santos als de

beslagen natuurlijke persoon. Daarmee heeft hij zich de facto als belanghebbende gemeld. Pas

toen het OM aangaf dat het beslag was gelegd op bankrekeningen van drie rechtspersonen uitde BVI, zijn aanvullende klaagschriften ingediend namens die entiteiten. Bij de behandeling van

die klaagschriften – ook die van de belanghebbende entiteiten - was Dos Santos en zijn advocaat

aanwezig. Dos Santos was dus kennelijk ook belanghebbende bij/van die entiteiten.

Het is juist dat het Gerecht vervolgens heeft geoordeeld dat op grond van overgelegde stukken

van het OM niet kon worden aangenomen dat – zoals het OM stelde - Dos Santos de werkelijke

eigenaar was van die tegoeden. Dat wist de rechter-commissaris die het beslag had gemachtigd

wel; aan hem was door het OM een kopie van het tapgesprek tussen de Minister van Financiën

en Dos Santos overgelegd waarin Dos Santos tegen zijn halfbroer zegt dat zijn geld bij Tula zit.

Dat tapgesprek kon nog niet worden prijs gegeven door het OM in een raadkamer-procedure

omdat er toen nog een mededeling onthouding stukken gold en het onderzoek in “Passaat” – 

waar de Minister van Financiën ook als mogelijke verdachte gold – nog volop gaande was.

De beslaglegging onder de rechtspersonen zelf is nimmer aangevochten door de verdediging in

een nieuwe artikel 150 Sv-procedure. Ondanks dat de Amerikaanse federale rechter in de door

de verdediging zelf aangespannen procedure aangaf dat men de nationale weg in Curaçao moet

bewandelen. Voor zover uit het voorgaande dus al enig nadeel zou zijn ontstaan, dan is het de

verdediging zelf die dat in stand heeft gehouden tot en met de dag van vandaag. Door dit op het

bord van het OM neer te leggen is de omgekeerde wereld.

26 Misleidende rapportage

Wat betreft dit onderdeel kunnen wij kort zijn; het is een herhaling van hetgeen eerder al is

aangevoerd. De indicatieve brutowinst-rapportage is gebaseerd op een telling van de door de

verdachte zelf bij de FWNK aangeleverde doordrukken van verkochte legale loten. Dat hij daar

niet even trouw in was, blijkt wel uit het dossier. En dat de FWNK niet even behulpzaam was bij

dit onderzoek eveneens. Voor zover er al fouten zijn gemaakt in de tellling/berekening, dan zijn

die in hoge mate te wijten aan de opslag in een (open) zeecontainer op het terrein van de FWNK

zelf en de mate van conformiteit aan de voorwaarden van de vergunning en de eisen in artikel3bis e.v. van de Loterijverordening 1909 om die doordrukken aan de FWNK aan te leveren.

Dat er een percentage van 34 uit kwam is weliswaar opmerkelijk, maar het is wel een feit . Dat

dit statistisch niet houdbaar was, bleek pas nadat het NFI dat had berekend. Op verzoek van het

OM en RST overigens. Niet als betwisting door de verdediging. Dat ‘nieuwe’ percentage isook

lager dan hetgeen Dos Santos zelf opgeeft in de boeken van Administratiekantoor Dollar N.V.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 12/33 

1

2.1.5 (Tussen)conclusie

De verweren in het eerste deel van het pleidooi van mr. Sulvaran bevat welbeschouwd geen nieuwe

elementen ten opzichte van de preliminaire weren d.d. 23 oktober 2015. Daar waar er een aanvulling is

gemaakt, heet het OM daarop hiervoor gereageerd.

Wij herhalen de conclusie(s) die wij al eerder trokken in onze reactie d.d. 29 oktober 2015. Er is geensprake van enig (onherstelbaar) vormverzuim en voor zover uw Gerecht daartoe we zou concluderen,

dan is door de verdediging andermaal niet voldoende onderbouwd en uitdrukkelijk voorgedragen welk

nadeel als gevolg van dat/die verzuim(en) zou zijn ontstaan, waarom dat nadeel niet (meer) ongedaan

kan worden gemaakt en waarom daarvoor compensatie noodzakelijk is en in welke mate (constatering,

bewijsuitsluiting, strafverlaging c.q. niet-ontvankelijkheid).

Wel valt ons op dat ter ondersteuning van enkele stellingen onvolledig wordt geciteerd. Als pregnant

voorbeeld noemen wij de stelling op p.21 (nr. 17) dat de Inspecteur van Curaçao in haar verhoor zou

hebben gezegd dat zij ook begrepen had dat de Minister van Financiën in de eerste week van april 2011

op de radio gewag van deze regeling heeft gemaakt en uitleg daarover heeft gegeven. Naast het feit dat

de aan uw Gerecht overgelegde vertaling(en) van zowel OM als verdediging een expliciete verwijzing

naar de ‘bijzondere inkeerregeling’ ex art. 26-A ALL6 ontbeert en Dos Santos op 11/12 april 2011 nu juist

(alleen) op die – toen niet bestaande – regeling wilde inkeren, is het letterlijke antwoord van Isenia: 7 

Ik heb van derden begrepen dat de Minister van Financien in de eerste week van

april 2011 op de radio gewag van deze regeling heeft gemaakt en uitleg daarover heeft

gegeven. Ik was in het buitenland . 

Ook gaat de verdediging in haar pogingen om het OM en het RST stelselmatig weg te zetten als boven

de wet verheven en solistisch opererende instanties nogal eens de mist in. Treffende voorbeelden daar

zijn de concept-rapportage die is gebaseerd een telling van de door Dos Santos bij de FWNK ingeleverde

doordrukken van lootjes (waarvan hij in de verhoren stelselmatig ontkent dat hij daartoe verplicht is) en

de poging om de Gouverneur te beïnvloeden om de ontwerp Landsverordening Belastingvoorzieningen

te laten invoeren. Het OM is niet tegen een (bijzondere) inkeerregeling. Die regeling bestond ook al in

de ALL vanaf 2001. Wel hadden wij bedenkingen bij het beleid dat de nieuwe regeling zou flankeren. En

waarover het OM niet meer was geconsulteerd na de wijzigingen in het oorspronkelijke wetsontwerp op

15 september 2011, in tegenstelling tot het oorspronkelijke ontwerp.8  Maar daarover later meer.

6 Op het bestaande artikel 26 ALL kon immers ook worden ingekeerd vanaf de inwerkingtreding van de ALL in 2001,

maar dan zou tegen het normale belastingtarief moeten worden ‘afgerekend’.7  Zie Getuigendossier [map 17], p. 000.437, midden.

8 Zie brief van de Procureur-Generaal aan de Minister van Justitie d.d. 22 juli 2011, overgelegd als productie 1 bij de

Reactoe OM d.d. 29.10.2015. 

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 13/33 

1

2.2 Bewijsverweren

Uit het betoog van de verdediging is een aantal bewijsverweren te destilleren. Voor zover die niet al

door de feite en omstandigheden in het dossier wordt weerlegd, merken wij daar nog aanvullend het

volgende over op.

2.2.1 De LoterijwetgevingHoewel de opmerkingen in de pleitnota (nrs. 28-33) op dit punt interessant zijn, kunnen zij niet dienen

tot onderbouwing van de stelling dat sprake is of was van een gedoogbeleid t.a.v. de nummerloterijen,

althans niet na 1986. De bronvermelding duidelijk; de doctoraalscriptie is uit 1983 en heeft dus alleen

betrekking op de situatie tot dan.

De ‘zorg voor het loterijwezen’ wordt door de wijziging van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen

(ERNA) in verband met de uittreding van Aruba per Overdrachtslandsverordening d.d. 19 januari 1984

overgedragen aan de eilanden; in 1986 treedt dat pas in werking voor Curaçao (P.B. 19686, No.166).

Op 26 juni van dat jaar krijgt de nummerloterij een wettelijke basis. Op 15 augustus 1986 wordt de

Fundashon Wega di Number Kòrsou opgericht. De handhaving van de Loterijverordening tot 1983 is dan

ook niet van toepassing op de casus in “Bientu”. Al was het maar omdat Dos Santos naar eigen zeggen

vanaf 1986 geheel legaal ging en pas vanaf 1992 een aantal straatverkopers ‘inde schoot kreeg

geworpen’.

Dat de Fundashon geen rol heeft bij de bestrijding van de illegaliteit is misleidend. De omzet in de legale,

vergunde WNK-loterij wordt direct benadeeld als gevolg van de verkoop van valse en buitenlandse, niet-

vergunde loten. Bovendien worden uit de extra afdracht van de Sorteo Extra (vanaf 1998) verplichte

reserves opgebouwd van ANG 152.000,- per trekking ter voorkoming en ter bestrijding van de illegale

loterijen. (A.B. 1998, No,23)

Over het door de verdediging overgelegde instellingsbesluit van de Raad van Ministers d.d. 21 november

2011 m.b.t. de Commissie Inventarisering en Regulering is al genoeg gezegd; wij kunnen slechts

constateren dat de opsteller ervan de aangehaalde conclusie van de A-G bij de Hoge Raad waarop het

door de verdediging in de pleitnota geciteerde deel kennelijk moet zijn gebaseerd een geheel andere

lezing geeft van de ontwikkelingen op Curaçao. Als bron voor de vaststelling dat er al 38 jaar illegale

loterijen plaatsvinden (die worden gedoogd, aldus dezelfde verdediging) is dat niet bruikbaar; de

verwijzing naar dei conclusie is een aanfluiting.

Veelzeggend is dat de verdediging niet verwijst naar enig (concept-)advies van die Commissie.

2.2.2 Gedoogbeleid

Feitelijk betreft het verweer in het pleidooi (nrs. 34-36) een ontvankelijkheidsverweer, maar vanwege

de overzichtelijkheid volgen we hier de volgorde in de pleitnota.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 14/33 

1

Het OM betwist uitdrukkelijk dat er sprake was van een gedoogbeleid (in ruime zin) voor wat betreft de

handhaving van overtreding van de Loterijverordening en de daarmee volgens de verdediging

noodzakelijkerwijze samenhangende strafbare feiten.

Wij bestrijden overigens ook die noodzakelijke samenhang; de vergunninghouder is zeker niet

gedwongen om valse en niet-vergunde loten te verkopen, laat staan die loten zelf te drukken. Dat deconcurrentie daartoe zou nopen is ook lastig voorstelbaar. Dos Santos hoogt kosten in de reguliere

bedrijfsvoering op waardoor een onjuist beeld ontstaat van de werkelijke financiële situatie binnen het

bedrijf. Bovendien trekt hij de kosten van de illegale loterijen ook deels af in de legale, vergunde tak.

Ten slotte is hij volgens de verdediging één van de drie grootsten in de legale, vergunde tak. Hetgeen

ook wordt ondersteund door de bij de FWNK in beslag genomen omzetcijfers per rifero. Maar in de

illegale loterij is Dos Santos (in 2012) goed voor ten minste ANG 22 miljoen. Uitgaande van de

schattingen van 40%-60% van de omzet in de legale tak van ANG 60 miljoen (FWNK, 2010)9 is het eerder

zo dat alle andere rifero’s, snéks en Chinezen met Dos Santos concurreren om een groter stuk van de

illegale taart. Niet andersom.

En dat er een noodzaak bestaat om geen omzetbelasting af te dragen (ook al wordt die niet aan de

koper doorberekend) ontgaat ons ook; net zoals het feit dat er geen winstbelasting over die illegale

verkoop wordt afgedragen. Als het nu allemaal al decennialang wordt gedoogd, waarom dan geen juiste

opgave zoals de gedoogde coffeeshophouder in Nederland iedere maand bij de Belastingdienst on-line

indient?

De uitleg door de verdediging van de uitspraak uit 2008 gaat mank op het punt dat Dos Santos in 1998

nu juist al was gewaarschuwd van het gewijzigde beleid en de handhaving daarvan door de rechter voor

wie hij de intrekking van zijn vergunning bestreed.

En dat de Hoofdofficier van Justitie begin 2013 tegen de vertegenwoordigers van de FWNK zou hebbengezegd dat de (strafrechtelijke) handhaving van de Loterijwetgeving “geen prioriteit” zou hebben ligt

ook een stuk genuanceerder. Uit informatie van zowel de Hoofdofficier zelf als van de eveneens

aanwezige mr. G.L.C. Schoop blijkt iets anders. De eerste uitnodiging voor een gesprek is door de FWNK

zelf afgezegd. Het tweede gesprek ging wel door, maar was aanleiding voor het OM om uitleg te vragen

aan de FWNK over de brief d.d. 14 december 2012 die wij als bijlage 1 bij ons verzoek om getuigen te

horen (d.d. 27 november 2015) hebben overgelegd.

De vraag van het OM was waarom alleen ‘aangifte’ was gedaan tegen de verkoop van illegale

(nummer)loten door Chinese uitbaters en niet ook tegen vergunninghouders die daarmee de omzet van

de legale, officiële WNK-loten in gevaar brachten en daarmee bovendien ook de aan die vergunningverbonden voorwaarden schonden. Het standpunt van het OM was dat alvorens tot strafrechtelijke

handhaving van overtredingen van de Loterijverordening 1909 zou worden overgegaan zoals verzocht in

die brief, ook de FWNK zelf orde op zaken diende te stellen door ‘haar’ vergunninghouders aan te

speken op de verkoop van valse en niet-vergunde loten.

9 In 2014 bedroeg de omzet nog slechts zo’n 35 miljoen. Uitgaande van dat laatste cijfer is de schatting dat Dos

Santos goed is voor 2/3de

 deel nog voorzichtig te noemen.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 15/33 

1

Tot die tijd, zo heeft het OM meegedeeld, was er geen prioriteit bij het OM om de in die brief genoemde

(twee) Chinese ondernemers strafrechtelijk aan te pakken en zou de informatie van de FWNK over hun

activiteiten aan de tot bestuurlijke handhaving bevoegde organen worden overgedragen. Dat is gebeurd

en daarop is vervolgens actie ondernomen (door de Inspectie van het Ministerie van Economische

Ontwikkeling en de SBAB/TIO), zo hebben we geleerd van de op vrijdag 4 maart 2016 gehoorde getuige

Van Heijdoorn. Mr. Schoop kon dat ook bevestigen.

2.2.3 Valsheid in geschrift

Onder nrs. 37-39 39 voert de verdediging het verweer dat geen bewezenverklaring kan volgen voor het

bij Dos Santos onder feit 3 tenlastegelegde valselijk opmaken van loten/loterijbriefjes en opzettelijk

gebruik maken van die geschriften. In het requisitoir hebben wij al aangegeven hoe wij het betreffende

valselijk opmaken en het opzettelijk gebruik van de valse bescheiden zien.

Nieuw is de stelling dat de vervolging wegens valsheid in geschrift niet mogelijk is nu de verweten

gedraging tenlastegelegd had moeten worden als het overtreden van artikel 9 (bedoeld zal zijn: 9bis of

artikel 3bis) van de Loterijverordening. Het Openbaar Ministerie ziet in het geheel niet in waarom deze

bepaling ten opzichte van artikel 230 SrCur heeft te gelden als een specialis. Er is immers geen sprake

van een logische specialiteit. Ook van een systematische specialiteit is geen sprake. Uit het proces van

wetgeving van de Loterijverordening is niet af te leiden dat het de bedoeling van de wetgever is geweest

dit artikel als specialis te hebben willen doen gelden ten opzichte van het valsheidsdelict.

Het verweer kan verworpen worden omdat het zijn weerlegging vindt in de feiten en in strafbaarstelling

en in de wetgevingsgeschiedenis daarvan.

2.2.4 Witwassen (verhullen/verbergen)

Met betrekking tot dit verweer kunnen wij ook kort zijn. Dat Dos Santos tegenover de opsporing heeft

toegegeven dat de entiteiten waarop de saldi zijn aangetroffen hem toebehoren en hij daar de (enige)

feitelijke zeggenschap in had, kan hem nu niet meer baten. Dat was niet kenbaar voorafgaande aan het

opsporingsonderzoek en was door hem nergens aangegeven of opgegeven. Ook de werkelijke herkomst

van de voeding van die tegoeden was niet aangegeven. Dat het onderzoek Bientu dit aan het licht heeft

gebracht, wil niet zeggen dat er (daarom) geen sprake meer is of nooit is geweest van het verhullen en

verbergen van de herkomst en/of de eigendom en/of de vindplaats.

Dos Santos erkent het overboeken, het storten en het aanwenden van die gelden voor eigen gebruik enhet (opnieuw) aanwenden ervan in de legale en in de niet-vergunde takken van zijn ondernemingen. Dat

is gebruiken, overdragen en omzetten. Terwijl het geld afkomstig was en is van meerdere misdrijven. En

dat levert dan weer een (nieuwe) witwashandeling op.

De vergelijking met de pensioen-BV begrijpen wij niet. Als daar zwart geld in wordt gestort en dat wordt

daar ook weer opnieuw aangewend, omgezet, overgedragen etc., dan is dat eveneens aan te merken als

het verder verhullen en verbergen van de werkelijke herkomst etc.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 16/33 

1

2.2.5 Deelneming (criminele organiatie)

Onder nrs. 50-54 wordt verweer gevoerd m.b.t. de deelneming aan een organisatie die tot oogmerk

heeft het plegen van misdrijven. Het openbaar Ministerie onderkent hierin een juridisch verweer dat er

in de kern er op neerkomt dat de rechtspersonen Administratie Kantoor Dollar N.V., The Money Game

N.V. en Jamaroma Lotteries N.V. onder het wetboek van strafrecht geldend tot en met 14 november

2011 niet strafbaar hebben kunnen deelnemen nu het toenmalige strafartikel 146 enkel was bedreigd

met een gevangenisstraf. De verdediging verwijst naar een arrest van de Hoge Raad van 18 mei 200410 

met vervolgens de gevolgtrekking dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden

verklaard in de strafzaken tegen de rechtspersonen voor zover het betreft de tenlastegelegde de

deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.

Het Openbaar Ministerie merkt op dat als deze lijn wordt doorgetrokken, dit ook zou moeten gelden

voor het bij de rechtspersonen onder feit 2 in ieder der dagvaardingen tenlastegelegde valselijk

opmaken van jaarrekeningen en het opzettelijk gebruik daarvan.

De verdediging geeft een verkeerde uitleg aan het aangehaalde arrest. Zo kan een bewezenverklaring

van de tenlastegelegde feiten voor de rechtspersonen tot het moment van verandering van wetgeving

wel volgen, en is uitsluitend het opleggen van een geldboete over die periode niet mogelijk. De Hoge

Raad vernietigt namelijk de betreden uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof, maar uitsluitend voor

wat betreft de strafoplegging. Het vervolgingsrecht of de kwalificatie n.a.v. een bewezenverklaring is

nooit in gevaar geweest.

Vervolgens verwijst de verdediging naar een uitspraak van uw Gemeenschappelijke Hof van 16 juli 2004,

maar voegt deze echter niet bij. Wat de verdediging er wel over zegt is dat het Hof, evenals de Hoge

Raad, oordeelt dat aan de rechtspersoon geen straf kon worden opgelegd. Ook uit dit arrest van het Hof

voor zover besproken door de verdediging blijkt evenwel vervolgingsbeletsel noch een beletsel in een

bewezenverklaring.

Daarbij geldt dat de deelneming ook ten laste is gelegd bij de rechtspersonen voor een periode na 15

november 2011.

Met verandering van wetgeving in de zin van artikel 1:1 lid 2 van het huidige wetboek van Strafrecht

heeft de door de verdediging opgeworpen kwestie niets van doen.

Het Openbaar Ministerie meent dat dit verweer tot niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

verworpen kan worden nu het zijn weerlegging vindt in de wet en het betreffende arrest van de Hoge

Raad.

Onder nrs. 55-56 in de pleitnota wordt door de verdediging ingegaan op de criminele organisatie an sich.

Deze overwegingen geven geen aanleiding tot een nadere reactie van het Openbaar Ministerie anders

dan dat wij menen dat dit verweer zijn weerlegging vindt in de feiten en de wijze waarop het Openbaar

Ministerie de bewijsconstructie heeft vorm gegeven.

10 ECLI:NL:HR:2004:AO3562

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 17/33 

1

2.3 Kwalificatieverweren

Voor wat betreft de verweren op het punt van het zelfwitwassen verwijzen wij naar de jurisprudentie

die wij hebben aangehaald in het requisitoir en meer in het algemeen naar de juridische kenbronnen.

Uitgaande van de laatste stand van zaken – en in het bijzonder de uitspraak van de Hoge Raad m.b.t. de

doorbreking van artikel 74 Awr d.d. 25 maart 2014 – kan dit verweer worden gepasseerd.

Met betrekking tot de vervolging c.q. bewezenverklaring en /of straffeloosheid van de rechtspersonen

wegens de kennelijke omissie van de wetgever in de strafmodaliteit verwijzen wij naar de opmerkingen

die wij hiervoor hebben gemaakt.

2.4 Strafmaatverweren

Wij komen hier straks nog op terug, maar hier moet worden benadrukt dat Dos Santos niet terecht staat

voor zijn activiteiten in de legale, vergunde loterij. Het gaat om het parallelle niet-vergunde circuit, de

niet afgedragen belastgingen, het vervalsen van de boekhouding en het witwassen van de opbrengsten.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 18/33 

1

3 Pleitnota mrs. Kerckhoffs en Boezelman

3.1 Verweren m.b.t. bevoegdheid

Wij verwijzen voor het verweer onder de nummers 2.0 t/m 3.0 naar onze reactie d.d. 28 oktober 2015

op dit punt. Het gestelde door de verdediging leidt ons niet tot ander inzichten op dit punt.

3.2 Verweren m.b.t. ontvankelijkheid (inkeerbrief)

Dit verweer strekt tot niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in zijn vervolging op basis van

inkeer ex artikel 49, derde lid ALL. De verdediging meent dat aannemelijk is dat verdachte Dos Santos

voor de inkomstenbelasting alsnog tijdig een juiste en volledige aangifte heeft gedaan.

Het Openbaar Ministerie meent dat dit verweer verworpen kan worden nu het zijn weerlegging vindt in

de feiten, inhoudende dat niet tijdig alsnog een juiste en volledige aangifte is gedaan in de zin van de

Algemene Landsverordening Landsbelastingen op basis van artikel 26A van die landsverordening.

Ter verwerping van dit verweer verwijst het OM naar zijn reactie op de preliminaire verweren en met

name hetgeen naar voren is gebracht in het requisitoir strekkende tot bewezenverklaring van een

valselijk opgemaakte inkeerverklaring en de aanvullende opmerkingen daarbij.

Het Openbaar Ministerie zal dan ook alleen nog een enkele opmerking maken over nieuwe punten die

de verdediging aanvoert.

De door de verdediging weergegeven geschiedenis van de totstandkoming van artikel 26A ten spijt kan

niet worden aangenomen dat de wetgever een gefaseerde inkeerregeling heeft willen doen invoeren. Zo

bestaat er niet, zoals in de Nederlandse situatie, een opdeling in een eerste melding tot inkeer en een

vervolgtraject. Het initiatief is volledig gelegd bij de belastingplichtige en de inspecteur kan contact met

belastingplichtige opnemen.

De verdediging geeft in zijn verweer aandacht aan de historische context van de inkeer waarin door

meerdere instanties volop aandacht is gevraagd voor de promotie van de regeling van inkeer, voor de

manier waarop de stimulerende regeling onder de aandacht van de belastingplichtigen moet worden

gebracht, door middel van gerichte publicitaire acties van de Belastingdienst (randnummers 3.7 en

3.14). Dat staat in schril contrast van wat het uiteindelijk aan publiciteit heeft opgeleverd. De Minister

van Financiën heeft de aanschrijving daarover niet publiekelijk willen maken. Pas medio mei 2011 is

deze (door toedoen van de heer Gankema) op de website van de belastingdienst gekomen.

Onder randnummers 3.28 en 3.76 wordt gesteld dat de kennisneming van de rekening van Caribbean

Investment Group Ltd. bij de Windward Island Bank op zich al zal kunnen leiden dat andere rekeningen,

bijvoorbeeld de UBS, bij de belastingdienst bekend zullen worden. Als al deze informatie bij de

Windward Island Bank opgevraagd en verkregen zou worden blijkt daar overigens niet uit dat de

overschrijving vanaf die rekening (het is er maar 1) leidt naar de UBS Financial Services.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 19/33 

1

De overschrijving vindt tussen 2005 en 2007 plaats naar een bankrekening bij de Bank of America die op

10 juli 2007 wordt opgeheven en dus niet meer bestond ten tijde van de vermeende inkeer. Het

scenario dat de verdediging schetst is daarmee slechts een theoretische mogelijkheid. De voeding van

USD 8 miljoen op de bankrekening bij UBS kan niet herleid worden tot de rekening van Caribbean

Investment Group Ltd. bij de Windward Island Bank.

Onder randnummer 3.60 wordt ingegaan op de MOT-bevraging van 21 februari 2011. In het requisitoir

zijn wij ingegaan op deze bevraging en kunnen vaststellen dat de bevraging is ondertekend door officier

van justitie mr Angela en dat deze niet enkel zag op de verdachte Dos Santos. De verklaring van de heer

Jamaloodin is dan ook in het geheel niet in lijn met die van de heer Dambruck in relatie tot deze

MOTbevraging.

Het onderdeel in dit verweer (randnummer 3.64) dat in maart 2011 de naam van de Minister van

Financiën niet stond op de MOT-bevraging en dat dat pas einde juli 2011 het geval was, volgt niet uit de

feiten, met name niet uit de bevraging van 21 februari 2011.

Vanaf randnummer 3.88 wordt ingegaan op de onderbouwing van het verweer dat de gestelde tijdige,

 juiste en volledige inkeer verhindert dat de belastingplichtige wordt vervolgd voor witwassen in zoverre

dat is gebaseerd op een fiscaal delict. Nu het Openbaar Ministerie stelt dat van een inkeer geen sprake

is, maar van een valselijk opgemaakte inkeerverklaring, behoeft dit verweer geen verdere reactie.

Vanaf randnummer 3.94 wordt ingegaan op de vraag wie van een inkeermelding profiteert. Verwezen

wordt naar een enkele uitspraak van de Hoge Raad. De situatie als in het arrest omschreven doet zich

hier niet voor. Slechts de belastingplichtige kan inkeren. Als het gaat om een vennootschap als

belastingplichtige kan uit de aard der zaak de daarvoor optredende bestuurder of aandeelhouder voor

deze vennootschap inkeren. Uit de feiten en stukken blijkt dat de inkeerverklaring geen betrekking heeft

op Administratie kantoor Dollar N.V.

De inspecteur heeft overigens een juiste beslissing genomen door geen uitspraak te doen op

bezwaarschrift en de strafzaak af te wachten. Het verwijt is immers dat sprake is van een valsheid in de

inkeerbrief. Het is bij uitstek de strafrechter die heeft te oordelen of sprake is van valsheid in geschrift.

Het zou niet juist zijn een beslissing te nemen op een potentieel valselijk opgemaakt stuk.

Het Openbaar Ministerie meent dat het verweer strekkende dat aannemelijk is gemaakt dat alsnogtijdig 

een juiste en volledige aangifte voor de inkomstenbelasting is gedaan kan worden verworpen, nu het

zijn weerlegging vindt in de feiten.

3.3 Bewijsverweren

3.2.1 Verklaringen R.A. Dos Santos (uitsluiting)

De verdediging meent dat de verklaringen van Dos Santos moeten worden uitgesloten van bewijs nu

Dos Santos gedurende de verhoren in de onderzoeksfase tot stand zijn gekomen zonder bijstand van

een tolk en voorts een effectief recht op bijstand van een raadsman aan Dos Santos tijdens de verhoren

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 20/33 

2

is onthouden. Beide vormverzuimen leveren in de ogen van de verdediging een onherstelbaar

vormverzuim op in de zin van artikel 413 WvSvC.

Verdachte Dos Santos is vele malen gehoord en elk verhoor is audio-visueel vastgelegd. Alleen het

verhoor van 6 oktober 2011 heeft plaatsgevonden na aanhouding van verdachte. Overigens in

aanwezigheid zijn raadsman Sulvaran. Voor alle overige verhoren is de raadsman uitgenodigd en heeftde verdachte alle mogelijkheid gehad met zijn raadsman te overleggen. Bij de meeste verhoren is de

raadsman ook aanwezig geweest in de vorm van mr Sulvaran, mr Tielkemeijer en mr. Peterson. Uit de

audio-visuele vastlegging kan blijken hoe de raadsman zich heeft opgesteld en hoe het verhoor is

gegaan. Overigens is alleen in het verhoor van 4 april 2012 de zinsnede opgenomen waar de verdediging

op doelt. Daarmee kan toch moeilijk gezegd worden dat de verdediging volledig buiten spel is gezet

door het RST. Het betreft hier advocaten die zich niet ‘buiten spel ‘ laten zetten.

Alle verhoren zijn gedaan in een combinatie van verhorende ambtenaren waarvan één van de

ambtenaren Papiamentstalig is. Het Openbaar Ministerie meent dat verdachte Dos Santos de

Nederlandse taal wel degelijk goed machtig is. Als Nederlands niet toereikend was, werd uitleg gegeven

in het Papiaments. De omstandigheden waar de verdediging op wijst in de uitspraken van het EHRM zijn

niet van toepassing.

Het Openbaar Ministerie meent dat dit verweer moet worden verworpen. Het vindt zijn weerlegging in

de feiten.

3.2.2 Verklaringen getuigen (uitsluiting)

De verdediging meent dat verklaringen van vele getuigen zouden moeten worden uitgesloten van bewijs

nu de totstandkoming van de inhoud niet zonder meer als betrouwbaar is aan te merken.

Het Openbaar Ministerie meent dat dit verhoor kan worden verworpen nu het zijn weerlegging vindt in

de feiten en de navolgende redenen.

In nagenoeg alle gevallen zijn de getuigen gehoord door opsporingsambtenaren waarvan één van hen

Papiamentstalig is. Daarbij heeft te gelden dat de Spaanse taal voor de Papiamentstalige

opsporingsambtenaar soms zijn eerste en soms zijn tweede moedertaal is. Voor een getuige geldt niet

een soortgelijk recht op een tolk als bij een verhoor van verdachten.

De verdediging heeft bij de regiezitting de gelegenheid gehad opgave te doen van te horen getuigen. Wij

verwijzen naar de betreffende zitting. De te horen getuigen moeten van belang zijn voor enige in destrafzaak uit hoofde van de art. 392 en 394 WvsvCur te nemen beslissing. In dat kader had het voor de

hand gelegen dat opgave ware gedaan van getuigen die in het vooronderzoek zijn gehoord teneinde

deze personen of hun afgelegde verklaringen te toetsen op geloofwaardigheid en betrouwbaarheid.

Geen van de thans naar voren gebrachte personen waarvan vermoed wordt dat de inhoud van hun

verklaring niet zonder meer als betrouwbaar is aan te merken is door de verdediging bij die gelegenheid

naar voren gebracht.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 21/33 

2

3.2.3 Kwalificatie medeplegen/feitelijk leiding geven

De verdediging voert het verweer dat geen bewezenverklaring kan volgen van de door het Openbaar

Ministerie uitgesproken kwalificatie van medeplegen. Het door de verdediging genoemde arrest maakt

duidelijk in welke gevallen de kwalificatie van medeplegen kan volgen en dat dit afhangt van de

omstandigheden van het geval. Het Openbaar Ministerie en de verdediging verschillen duidelijk van

mening over de waardering van de feiten en de daaruit voortvloeiende kwalificatie van de

betrokkenheid van verdachte Dos Santos bij de tot het tot stand komen van de diverse strafbare feiten.

Wij menen dat de invloed van verdachte Dos Santos binnen zijn bedrijfsvoering kwalificeert tot

medeplegen.

Het Openbaar Ministerie meent dat het verweer kan worden verworpen nu het zijn weerlegging vindt in

de feiten en de afgelegde verklaringen.

3.2.4 Fiscale delicten The Money Game/Jamaroma Lotteries

In het pleidooi onderkent het Openbaar Ministerie een ontvankelijkheidsverweren en bewijsverweren.

Het ontvankelijkheidsverweer houdt in dat niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie zou

moeten volgen omdat de belastinginspecteur geen navorderings- en naheffingsaanslagen heeft

opgelegd, alsmede een gedeeltelijk niet ontvankelijkheidsverweer omdat de Minister van Financiën

beleidsregels heeft gepubliceerd inzake het tijdelijk buiten invordering stellen van belastingschulden van

de belastingjaren 2006 en daarvoor.

Het Openbaar Ministerie meent dat deze ontvankelijkheidsverweren kunnen worden verworpen nu zij

hun weerlegging vinden in de feiten en de uitleg van de regelgeving.

Voor de vervolging van belastingdelicten is immers niet van belang dat een navorderingsaanslag is

opgelegd. De formele vaststelling (de aanslag) van de materiele belastingschuld is niet van invloed op de

ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in zijn vervolging. Waar het in de strafzaak om draait is

dat door de gedraging van verdachte het gevolg zou kunnen zijn dat nadeel voor de Nederlandse

Antillen of voor het (ei)land Sint Maarten kon ontstaan. De strafzaak staat op zichzelf.

Maar wat daarvan zij: Wij voegen bij een door de officier van justitie te Sint Maarten toegestuurde mail

betreffende de aanslagen. De inspecteur van Belastingen te Sint Maarten heeft hetzelfde standpunt

ingenomen als de inspecteur van Belastingen van Curacao, te weten dat het rapport/proces-verbaal zal

worden gevolgd. [bijlage 1]

Ook de publicatie van de Minister van Financiën is niet van invloed op de ontvankelijkheid van het

Openbaar Ministerie. Het is aan de strafrechter vast te stellen of strafbare feiten zijn gepleegd. De

tijdelijke buiten invorderingstelling staat daar los van. Overigens is niet duidelijk of een ontwerp van

landsverordening ter zake van dit onderwerp is ingediend en of deze kracht van wet heeft gekregen. In

deze vaststellingen vindt het verweer zijn weerlegging.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 22/33 

2

De bewijsverweren zijn gestapeld opgebouwd en betreffen beide rechtspersonen. Het verweer houdt

allereerst in dat uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat tot een bewezenverklaring kan worden

gekomen dat elk van de tenlastegelegde aangiften belasting over de bedrijfsomzetten opzettelijk onjuist

of onvolledig is gedaan. Dit nu omdat uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat de omzetverzwijging

betrekking heeft op de totale omzet.

Het Openbaar Ministerie meent dat dit verweer kan worden verworpen omdat het zijn weerlegging

vindt in de feiten - onder andere de verklaring van verdachte Dos Santos zelf – maar ook in de wet en

 jurisprudentie.

Voor de onderbouwing van dit verweer grijpt de verdediging terug op de aangetroffen

overdrachtsnotitie van M. Callender en haar verklaring daarbij. De betreffende notitie zou de

mogelijkheid verwoorden dat het afgeroomde bedrag ook een negatief bedrag zou kunnen zijn en dat

dit haaks staat op het feit dat een afgeroomd bedrag in de vorm van “ 15% over de opbrengst” altijd een

positief resultaat moet hebben.

De feiten liggen evenwel anders. De notitie verklaart hoe op dagbasis te handelen. Zo kan het

voorkomen dat op dagbasis - naast de te betalen commissie - de prijzengelduitkering zo hoog is dat geen

mogelijkheid aanwezig is 15% omzet af te romen. In dat geval geldt: “if it has a minus you do not have to

take anything”. De enveloppe over die dag geeft dan een bedrag aan van 0,00. Op maandbasis leiden

dat soort dagen naast de positieve dagen tot een gemiddelde. Wij verwijzen naar de opgemaakte

processen verbaal betreffende de omzetcijfers Robbies Lottery Sint Maarten over 2004, 2005, 2006,

2007, 2008, 2009, 2010 en 2011 t/m juni. In deze verbalen kan uit de vergelijking tussen voorhanden

gegevens van de Sintacclijsten (lage omzetlijsten) en de RL lijsten (hoge omzetlijsten) berekend worden

welk percentage over die maand daadwerkelijk is afgeroomd. Bij aanwezigheid van alleen de

Sintacclijsten is vanuit die Sintacclijsten teruggerekend naar de werkelijke omzet.

In proces-verbaal 164089 is vanuit de Sintacclijsten aansluiting gevonden op de turnover tax.

De vergelijking tussen de afgedragen belasting op bedrijfsomzetten en de daadwerkelijk af te dragen

belasting op bedrijfsomzetten is weergegeven in een afzonderlijk proces-verbaal 163896 waarin per

boekjaar op maandbasis is weergegeven de teveel (eerste helft 2004) of te weinig (rest van de jaren)

geheven belasting op bedrijfsomzetten.

Het Openbaar Ministerie merkt daarbij op dat de opbrengsten van de illegale loterijen Pool en Santo

Domingo in de berekening van aan te geven en afgedragen omzetbelasting niet zijn meegenomen. Op

die wijze is een soort levering aangebracht voor de doorberekening van de te weinig geheven belasting

op basis van 15% omzetverzwijging. Wij verwijzen naar proces-verbaal Pv 164724 waarin is verwoord

dat de inkomsten uit deze loterijen over de periode 05-12-2010 t/m 17-04-2011 USD149.120,72

bedragen.

Voor de berekening van het belastingnadeel is uitgegaan van de in dit proces-verbaal gerelateerde

verzwegen omzetten van de streetsellers. Hierbij is geen rekening gehouden met de eventueel door Dos

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 23/33 

2

Santos “uit eigen zak” aangevulde commissiebetalingen aan de streetsellers. Ook is geen rekening

gehouden met de opbrengsten van de andere illegale loterijen.

In voornoemde verbalisering is gerelateerd dat de uit te betalen commissiegelden aan de streetsellers in

de administratie van RL eveneens is verlaagd met 15%, omdat anders zichtbaar zou zijn dat de omzet is

afgeroomd. Het hogere commissiebedrag wordt vermoedelijk wel uitbetaald aan de streetsellers. In de

administratie van RL wordt dit hogere verschuldigde bedrag deels rechtgetrokken door de “over” en “

short” dienovereenkomstig aan te passen.11 

Het resterende verschil wordt vervolgens uit het apart gezette deel van “Robbie’s 15%” gehaald. In dit

apart gezette, voor verdachte Dos Santos bestemde deel, worden verder ook de saldi van de illegale

loterijen ingebracht en de niet uitbetaalde prijzen.12

 

Het gevolgbestanddeel in artikel 49 ALL is een geobjectiveerd bestanddeel. In die zin dat de betreffende

omzetverzwijging tot gevolg kan hebben dat nadeel kan ontstaan. Bewezenverklaring dat tot een te laag

bedrag aangifte belasting op bedrijfsomzetten per maand is gedaan kan derhalve volgen.

Voorts meent de verdediging dat uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat tot een bewezenverklaringkan worden gekomen dat elk van de tenlastegelegde aangiften winstbelasting opzettelijk onjuist of

onvolledig is gedaan.

Daartoe voert de verdediging aan dat de aan Dos Santos binnen The Money game N.V. en Jamaroma

Lotteries N.V. uitbetaalde commissiebedragen van de winst aftrekbare kosten vormen.

Het Openbaar Ministerie meent dat dit verweer verworpen moet worden nu het zijn weerlegging vindt

in de feiten en de uitleg van de wettelijke bepalingen.

De betreffende commissie voor Dos Santos zou aftrekbaar voor de winst kunnen zijn indien dat blijkt uit

de boekhouding. De feiten zijn echter dat de boekhouding niet weergeeft dat een commissiebetaling inde vorm van een omzetverzwijging ten behoeve van Dos Santos heeft plaatsgevonden. Onder die

omstandigheden zijn dit uit de aard der zaak geen aftrekbare kosten en betreft dit een uitdeling van de

winst aan de aandeelhouder.

Vervolgens meent de verdediging  – althans zo begrijpt het Openbaar Ministerie dit verweer – dat uit de

bewijsmiddelen niet kan volgen dat tot een bewezenverklaring kan worden gekomen dat elk van de

tenlastegelegde aangiften winstbelasting opzettelijk onjuist of onvolledig is gedaan vanwege het feit dat

de straatverkopers moeten worden aangemerkt als vaste vertegenwoordigers van The Money Game

N.V. en de winst derhalve belast zou moeten worden op het Franse deel van Sint Maarten.

De verdediging stelt daartoe:

“ Dus, indien het commissiedeel (aan Dos Santos) fiscaal niet aftrekbaar zou zijn en deze dus

onderdeel vormt van de winst van The Money Game N.V., concludeert de verdediging dat deze

winst het resultaat is van activiteiten van vaste vertegenwoordigers van TMG. Deze winst is niet

11 Proces-verbaal van bevindingen 163370 berekening Robbie’s 15% 

12 Proces-verbaal van bevindingen 164613 aangetroffen commissie enveloppen

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 24/33 

2

belastbaar op Sint Maarten als gevolg waarvan niet bewezen kan worden verklaard dat op Sint

Maarten te weinig winstbelasting is geheven.” 

Wat het Openbaar Ministerie opvalt is dat afstand is genomen van de opstelling dat sprake zou zijn van

een vaste inrichting op de Franse kant van Sint Maarten zoals eerder aan de orde is gekomen in de

gesprekken tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging. Thans wordt ingezet op de vastevertegenwoordiging aan de Franse kant van Sint Maarten.

Het Openbaar Ministerie meent dat dit verweer verworpen kan worden nu het zijn weerlegging vindt in

de feiten. Om te kunnen spreken van een vaste vertegenwoordiger moet, naast de door de verdediging

aangehaalde criteria, sprake zijn van een dienstverband met The Money Game N.V. De betreffende

streetsellers zijn echter geen werknemer van The Money game N.V. Voor hen wordt geen loonbelasting

afgedragen. Zij dienen in hun eigen aangifte hun verdiensten aan te geven. Alleen werknemers van een

bedrijf kunnen worden aangemerkt als vaste vertegenwoordiger van het bedrijf als zij namens het

bedrijf aanwezig zijn in het buitenland. Vanwege het ontbreken van een dienstverband kan niet van een

vaste vertegenwoordiger worden gesproken.

Daarbij komt dat het verboden is op de Franse kant van Sint Maarten dergelijke loten te verkopen.

Er liggen overigens geen voetangels en klemmen op het gebied van de omzetbelasting zoals de

verdediging in randnummer 12.45 doet voorkomen. De genoemde vrijstelling betreft de verkoop van

loten als bedoeld in de Landsloterijverordening 1949. De Loten van The Money game N.V. zijn geen

loten als bedoeld in deze Landsloterijverordening. Er is in het geheel geen sprake van vrijstelling.

De conclusie van de verdediging dat het dossier onvoldoende overtuigend bewijs bevat voor de

opzettelijk onjuist gedane aangiften voor de belasting op bedrijfsomzetten en de winstbelasting kan

verworpen worden nu het zijn weerlegging vindt in de feiten.

De nadeelberekening kan ten grondslag liggen aan het bedrag van de te weinig geheven belasting. De

strafbedreiging van ANG 100.000 heeft overigens betrekking op elke individueel opzettelijk onjuist

gedane aangifte en kan bij meerdaadse samenloop cumuleren

3.2.5 Fiscale delicten Administratiekantoor Dollar N.V.

In dit kader wordt een aantal bewijsverweren gevoerd. De verdediging meent dat niet voor iedere

afzonderlijke aangifte bewezen kan worden dat tot een te laag bedrag aan prestaties en/of

vergoedingen en daarmee een te laag bedrag aan te betalen omzetbelasting heeft opgegeven.

He Openbaar Ministerie meent dat dit verweer verworpen kan worden nu het zijn weerlegging vindt in

de feiten.

Die feiten houden in dat omzet niet is aangegeven voor de verkoop van niet vergunde loten. In feite wil

de verdediging met dit verweer zeggen dat niet kan worden bewezen dat in de jaren in geding verkoop

van onvergunde loten heeft plaatsgevonden, althans niet in de omvang als tenlastegelegd.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 25/33 

2

Het Openbaar Ministerie meent dat uit de feiten en bewijsmiddelen kan volgen dat de omzet van niet

vergunde loten niet is aangegeven. Van omzetverzwijging kan telkens het gevolg zijn dat nadeel voor de

Nederlandse Antillen of voor het (ei)Land Curacao kon ontstaan. Het geobjectiveerde bestanddeel is

ingetreden.

Het lijkt meer in de kern te gaan dat niet voor iedere specifiek tenlastegelegde aangifte kan wordenbewezen tot welk bedrag de aangifte onjuist is gedaan. Dat regardeert het bewijs van dit

geobjectiveerde bestanddeel evenwel niet.

Het overzichtsproces-verbaal is daarvan een duidelijke verantwoording weergegeven.

Wat de verdediging en het Openbaar Ministerie verdeeld houdt is het bedrag aan te weinig geheven

belasting door de jaren heen. De notitie van de heer De Lanooi brengt in die verdeeldheid geen

verandering.

In randnummer 14.35 wordt nog gewezen op een denkfout bij het RST door in de berekening voor de

winstbelasting geen aftrek toe te passen voor de door haar berekende omzetbelasting. Wij wijzen er opdat de omzetbelasting drukt op de eindconsument. De ondernemer is niet meer dan een onbezoldigde

tussenschakel in de afdracht van omzetbelasting.

3.2.6 Onjuiste aangiftes inkomstenbelasting

In dit kader wordt een aantal bewijsverweren gevoerd. De verdediging meent dat niet voor iedere

De verdediging voert het bewijsverweer dat niet kan worden bewezen dat de betreffende aangiften op

onderdelen opzettelijk onjuist of onvolledig zijn gedaan.

Een van die onderdelen is het verweer dat inkomsten pas in de heffing van de inkomstenbelasting

worden betrokken zodra deze zijn genoten. Daarbij is van belang vast te stellen in welk jaar de bedragen

aan de vennootschap zijn onttrokken.

Dit verweer kan worden verworpen nu het zijn weerlegging vindt in de feiten. Wij verwijzen daartoe

naar de afgelegde verklaringen waaruit naar voren komt dat op Sint Maarten de betreffende voor Dos

Santos afgescheiden bedragen periodiek aan Dos Santos of zijn schoonmoeder werden meegegeven.

3.4 Overige weren

3.4.1 Gedoogbeleid en (fiscale) willekeur

In de nummers 5.0 e.v. wordt ten onrechte de suggestie gewekt dat het ‘usance’ is bij de Inspectie van

Curaçao dat er deals worden gesloten met vergunninghouders van nummerloterijen. Uit verklaringen

van de ter zitting gehoorde getuigen is dat niet af te leiden. Slechts dat er met de ‘Franse slag’ aanslagen

zijn vastgesteld voor alle belastingplichtigen – en niet specifiek rifero’s – en dat bovendien alleen voor

aangiftes tot en met begin jaren ’90. Dus voordat de vermogensopbouw van Dos Santos plaatsvindt.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 26/33 

2

In dat verband wel opmerkelijk dat de Belastingdienst vanaf dat moment weer oog had voor de jaren

erna en die ‘grace period ’ dus kennelijk niet meer gold. In het geval dat sprake was van een navordering

voor de winstbelasting en inkomstenbelasting c.q. een naheffing van omzetbelasting en loonbelasting,

werd dat begroot aan de hand van de omvang van de vergunde tak van de betrokken

nummerloterijhouder.

In de door de verdediging overgelegde twee voorbeelden (concepten, waarvan niet vast staat of het ook

daadwerkelijk tot een regeling is gekomen), valt nog iets anders op. In het geval van Joe Black (periode

2004-2008) ontbreekt een berekening van de winstbelasting. Dat is omdat het een eenmanszaak is, in

tegenstelling tot Administratiekantoor Dollar N.V. Verder valt op dat dhr. Farah gevraagd is om inzage te

geven in de omvang van de verkoop van niet-vergunde loten. Dat het daarbij om valse loten gaat, blijkt

niet uit het rapport. Op basis van die (eigen) berekening, komt de Belastingdienst uit op een omzet van

ANG 930.372,- in 2008. Dat zou overeenkomen met het “deel” van 1 rifero van de illegale taart, maar

steekt natuurlijk buitengewoon schril af tegen de bijna ANG 23 miljoen per jaar van Dos Santos.

Voor zover er al een vergelijking kan worden gemaakt met de (fiscale) afdoening van andere rifero’s, is

het onderscheid tussen hen (Eugenio, hogere winst ca. ANG 250.000,- / Farah, meer-omzet ANG 1 mio) )

en Dos Santos (meer-omzet Nadette + valse WNK (straatverkopers) + aangifte 2012/suppletie OB 2013 +

SMS2win = ca. ANG 21-23 miljoen) dus objectief gerechtvaardigd,. Voor zover uit een vergelijking met

twee andere rifero’s (periode 1992-1994/2004-2006) al gesproken zou kunnen worden van enig beleid.

Voor het overige betwist het OM dat sprake was van enig (stilzwijgend) gedoogbeleid bij de handhaving

van de Loterijverordening. Bestuursrechtelijk, noch strafrechtelijk. Laat staan dat dot zou doorwerken in

de verplichtingen die voortvloeien uit de ALL. Zoals hiervoor reeds betoogd, ziet het OM die volgens de

verdediging noodzakelijke samenhang tussen illegale verkoop en de belastingontduiking. De plicht tot

het doen van een juiste en volledige aangifte en de afdracht ervan blijft bij de ondernemer rusten, ook

als hij gedoogd zou zijn (qoud non).

3.4.2 Berusting OM in melding aan Minister?

In randnummer 3.60 wordt uw Gerecht volledig verkeerd ingelicht. Het OM was er fel op tegen dat het

Hoofd MOT de Minister van Financiën (inhoudelijk) zou informeren bij een hernieuwde bevraging ex. 6

Lv MOT waarin de Minister zelf zou voorkomen. Een brief met die strekking is op 1 september 2011 aan

het Hoofd MOT gezonden door de Procureur-Generaal. Daarin wordt aangegeven dat kennisneming van

(de inhoud van het) MOT-register door de Minister van Financiën – ook is deze o.g.v. ar. 4 Lv MOT als de

formele beheerder aangewezen – uit den boze is. Een opdracht daartoe door de Minister aan het hoofdmoe dan ook als ontoelaatbaar en mogelijk strafbaar worden gezien, aldus de P-G. Wij voegen die brief

als bijlage. [bijlage 1]

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 27/33 

2

3.4.3 Beleidsregels m.b.t. inkeer

De verdediging schetst vanaf nr. 3.0 e.v. een fraai beeld van de totstandkoming van de zgn. bijzondere

inkeerregeling zoals die uiteindelijk in artikel 26-A van de ALL terecht is gekomen en heeft gegolden in

de periode 1.1.2012 tot en met 31.12.2012. Dat wordt ook niet betwist.

Of de Formulieren A en B behorende bij de Aanschrijving d.d. 7 april 2011 inderdaad toen ook al warenontwikkeld kan niet worden bevestigd (en is ook niet nader onderbouwd door de verdediging), maar wij

zijn het met de verdediging roerend eens dat die Formulieren belangrijk zijn. Heel erg belangrijk. Het zijn

ook precies deze formulieren – meer in het bijzonder: de plotselinge afschaffing ervan na kennelijk al die

 jaren van voorbereiding - die reden waren voor het OM om aandacht te vragen bij zowel Directie Fiscale

Zaken als AJZ voor een in de witwas-wereld zeer bekend verschijnsel: het meermalen gebruiken van een

‘source of funds’ bij verschillende financiële instellingen in verschillende jurisdicties. Daardoor kan van

een veel groter bedrag – na verdeling – steeds opnieuw een legitieme herkomst worden voorgewend.

En wat is er dan mooier al er een officiële inkeerverkaring van de Belastingdienst met dito stempels bij

zit van een binnen de FATF als betrouwbaar bekend staand land: Curaçao. Dat is ook precies de reden

dat die non-gouvernementele anti-witwas organiatie in haar rapport Best Practices –  Voluntary TaxCompliance Programs 

13  erop aandringt dat alle bij de bestrijding van witwassen betrokken instanties

(OM, Belastingdienst, Centrale Bank) flankerende wetgeving en procedures introduceren waardoor

zicht blijft op de herkomst van de gelden die worden ingekeerd en na die inkeer in de economie worden

aangewend.

Wij herinneren er nogmaals aan dat artikel 26 van de ALL toen al bestond. Vrijwillige inkeer was dus ook

al mogelijk vòòr 7 april 2011. Waarom Dos Santos – die daar al vanaf 2009 mee rond liep - dat toen niet

heeft gedaan heeft is een goede vraag, maar ligt vermoedelijk in het feit dat er een bijzonder tarief zou

gaan gelden bij de bijzondere, tijdelijke regeling.

Juist in zo’n bijzondere regeling zit het risico dat daar ook niet-legaal vermogen wordt ingekeerd. Dat is

ook de reden geweest dat in de Formulieren A en B een uitgebreide vragenlijst was opgenomen voor de

belastingplichtige om aan te geven welke fondsen werden ingekeerd, waar die werden aangehouden en

wat de herkomst ervan was. Ook stond in die formulieren duidelijk aangegeven dat de opgave volledig,

stellig en zonder voorbehoud moest geschieden. En dat er niet ingekeerd kon worden voor geld dat een

niet-legale herkomst had. Althans, dat de Inspecteur in dat geval een melding zou doen aan het OM.

So far,so good.

Bij de door de verdediging aangehaalde beleidsregels van 6 december 2011 zag die wereld er echter

heel anders uit. Op 15 september 2011 was het ontwerp wetsvoorstel ingrijpend gewijzigd door eenamendement. Het formulier dat volgens de verdediging al vanaf de eerste dag deel uitmaakt van de

door Faroe Metry in 2009 aangekondigde bijzondere inkeer, verdween van de een op de andere dag.

Waarbij de Staten als aardigheidje hadden bedacht dat dit zelfs met terugwerkende kracht gold voor

‘alle belastingplichtigen die toen al gebruik hadden gemaakt van de regeling.

13 http://www.fatf-gafi.org/media/fatf/documents/reports/BPP%20VTC.pdf  

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 28/33 

2

Ook kon men nu ineens voor de winstbelasting inkeren en was een enkel briefje (vormvrij) met dat

voornemen voldoende om de procedure in gang te zetten. De door de verdediging voorgestane

‘gefaseerde inkeer’ leek daarmee te zijn geboren. Maar Dos Santos had toen al lang ingekeerd als

natuurlijk persoon en door het verbod op derdenwerking zou Administratiekantoor daar niet meer van

kunnen profiteren. Laat staan The Money Game en Jamaroma die op Sint Maarten, een ander Land

sinds 10.10.2010 waren gevestigd.

Op 6 december 2011 werden beleidsregels afgekondigd. Zonder raadpleging van het OM. Novum: niet

de strafrechter bepaalt of een inkeer tijdig en (alsnog) volledig is; dat doet de Belastingdienst. En als de

inkeer als zodanig is bestempeld, mag het OM niet meer vervolgen. Niet alleen voor de ALL zoals art. 49

al voorschreef, maar ook niet voor commune delicten. Zoals witwassen en alle andere “met de inkeer

samenhangende” misdrijven, waaronder valsheid in geschrift. 

Het verzoek van het OM aan de Sector Fiscale Zaken om te anticiperen in het flankerende beleid op het

verlies van die formulieren bleek dus aan dovemansoren gericht. In de door de verdediging bij pleidooi

overgelegde brief van de Regering van Curaçao Ministerie van Financiën d.d. 9 december 2011 wordt de

strafrechtelijk geverseerde Officier belast met MOT-meldingen en de bestrijding van en witwassen nog

even verweten dat het OM niet door kwam met flankerend beleid.

Maar dat was op 22 juli 2011 al goedgekeurd door de Minister van Justitie; zie de reactie van het OM

van 28 oktober 2015 en de bijlage daarbij. Het verlies van de Formulieren A en B waarin de verplichte

opgave van de herkomst (‘source of funds’) was opgenomen, het verbod op inkeren van vermogen uit

misdrijf en de meldplicht van de Inspectie aan het OM was een feit. En het beleid waarin de toets of de

inkeer tijdig en volledig was de facto van de strafrechter naar de Belastingdienst was verhuisd eveneens.

Dat is de werkelijke reden dat de beleidsregels van 6 december 2011 – volgens enkele media14

: onder

druk van de Gouverneur – moesten worden aangepast. En dat resulteert dan in de nieuwe beleidsregelsvan 21 december 2011 waarin bevestigd wordt dat het vervolgingsrecht van het OM voor witwassen en

andere, commune misdrijven mag blijven vervolgen. [bijlage 2]

Pas daarna is het gewijzigde ontwerp Belastingvoorzieningen 2011 ondertekend door de Gouverneur en

op 1.1.12 in werking getreden.

Echter, vóórdat die aangepaste beleidsregels van 21 november jl. aan het publiek bekend zijn gemaakt,

kwam er plotsklaps een “Interne Instructie” aan het OM (en SBAB). Die (interne) instructie, ondertekend

op 12 januari 2012 door de toenmalige Minister-president van het nieuwe land Curaçao, kennelijk in zijn

hoedanigheid als “Minister van Financiën a.i.” heeft als strekking dat de gepubliceerde beleidsregels van

6 december 2011 voorgaan op de latere van 21 november 2015. Daarmee werden die van 21 november

2011 de facto non-existent en voor de buitenwereld waren die van 6 december dus de enige versie.

14 Zie: http://atapalabra.blogspot.com/2012/05/instructie-inkeerregeling-bevestigt.html  , geraadpleegd op 11

maart 2016 te 11:48 uur.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 29/33 

2

Maar dit verhaal kwam uit.15

 Dat leidt dan vervolgens tot een storm van kritiek in de samenleving, mede

ingegeven door de poging van de Minister van Justitie om de beslagen in de VS op de bankrekeningen

met daarop de niet-ingekeerde USD 30 miljoen op te heffen. Als die Minister vervolgens een bijzondere

aanwijzing geeft aan de P-G om met “Bientu” te stoppen (vermomd als een algemene aanwijzing om de

wettelijk voorgeschreven toetsing door het Gemeenschappelijke Hof te ontlopen) het sinds 1993 reeds

bestaande mandaat om rechtshulp te verzoeken aan de Verenigde Staten intrekt en het vertrouwen in

hem opzegt, moet de Minister uitleg geven in de Staten.

Dan komt er ineens een brief op de proppen van de Directeur van de Sector Fiscale Zaken dat het OM in

de zaak “Bientu” helemaal niet bevoegd was om zonder haar toestemming een onderzoek naar fiscale

misdrijven te starten. Een standpunt dat ook herhaaldelijk bij de verdediging terug komt. En onjuist is, al

was het maar omdat de toenmalige sector-directeur (dhr. S. Casper) heeft ingestemd met bijstand aan

het onderzoek door SBA/TIO.

Na ingrijpen door de Rijksministerraad komen er in september 2012 komt dan de laatste versie van de

beleidsregels. Als die niet gelden voor Dos Santos vanwege zijn inkeer op 11/12 april 2011, dan moeten

we ervan uitgaan dat voor Dos Santos de regels gelde die van toepassing waren toen hij inkeerde. En dat

is eigenlijk hetzelfde als nu: de toets of sprake is van een geslaagde inkeer ligt (weer) bij de strafrechter.

En dus niet bij de Minister van Financiën of een andere Minister (van Justitie).

De Inspecteur wacht thans het oordeel van de onafhankelijke strafrechter af. Dat is goed voorstelbaar:

van de Inspecteur der Belastingen kan natuurlijk niet verwacht worden dat de Inspecteur om tafel gaat

met een belastingplichtige die verdacht wordt van het indienen van een onjuiste en onvolledige inkeer.

3.4.4 Alternatieve herkomst (fiscaal nadeel lager)Wij komen aan bij het laatste deel van de repliek voordat wij de eindconclusie trekken. De strekking van

de pleitnota(‘s) is dat het fiscale nadeel veel te hoog is berekend. Zoals hiervoor aangegeven heeft dat

tot gevolg dat het “gat” tot de ANG 84,4 miljoen alleen maar groter wordt. En dus dat van de verdachte

een verklaring mag worden verwacht waar dat gl dan wel vandaan komt. Immers is aan hem onder feit 2

ten laste gelegd dat het witgewassen geld uitenig misdrijf afkomstig is.

Niet geheel duidelijk is wat de stelling van de verdediging nu precies is en over welke periode(s) dat dan

betrekking heeft, maar wat betreft de opbouw kan in dat geval worden onderscheiden in drie opties:

  Eerdere, gelijksoortige misdrijven in de periode 1992-2003 die (daarmee) buiten de ten laste

gelegde periode in feit 2 (2004-2013) vallen;16

 

15 Zie: http://www.versgeperst.com/nieuws/156862/wilsoe-spreekt-zijn-eigen-instructie-tegen.html, geraadpleegd

op 11 maart 2016 te 11:54 uur. 16

 Eerdere fiscale misdrijven en commune feiten (mogelijke valsheid in geschrift in de jaarrekeningen 1992-2003,

valsheid in WNK-loten (geen carbonboekjes supermarkt meer vanaf 1986, tot 1992 alles legaal, bij overname 30

kantoren ook straatverkopers, in 1998-1999 extra straatverkoper)s, aankopen cashier checks en laten storten door

I.A. Grynstein over periode 1992-2000 van in totaal USD 7.000.000,- tot USD 8.000.000,-.;

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 30/33 

3

  Eerdere, andersoortige misdrijven in de periode 1992-2003 die (daarmee) buiten de ten laste

gelegde periode in feit 2 (2004-2013) vallen.

   Andere, tot op heden nog onbekende misdrijven die wel in de ten laste gelegde periode van feit 2

(periode 2004-2013) vallen;17  

Het OM stelt zich op het standpunt dat de vermogensopbouw in de periode 1992-2004 op grond van de

 jurisprudentie van de Hoge Raad t.a.v. vermenging en witwassen als voortdurend delict mede onder de

(geldbedragen van) de ten laste gelegde periode valt. Niettemin willen wij ons daarbij ook beroepen op

de (vaste) jurisprudentie van de Hoge Raad met betrekking tot het concretiseren van één of meer door

typologieën/indicatoren voor witwassen.18

  In de rechtspraktijk mag dat zelfs al door te oordelen dat het

daarbij gaat om feiten van algemene bekendheid.19

 

In dat geval kan het Gerecht (ook) oordelen dat de geldbedragen die tot 2004 zijn opgebouwd en met

ingang van 1 januari 2004 (voortdurend) worden witgewassen, indien vast staat dat die geldbedragen

niet anders dan van enig misdrijf afkomstig kunnen zijn.20

  Welk misdrijf dat concreet is hoeft niet te

worden aangetoond.21

 Voor het bewijs van witwassen van een geldbedrag (afkomstig uit enig misdrijf)

mag het Gerecht zich verlaten op genoemde typologieën en die voor het bewijs bezigen. 22

 

In dit geval meent het OM dat door haar voldoende feiten en omstandigheden zijn aangedragen in het

dossier en dit requisitoir waaruit blijkt dat de vòòr 2004 opgebouwde geldbedragen  – die mede deel

uitmaken van de ten laste gelegde geldbedragen in feit 2 en indirect ook van de deelneming aan de

criminele organisatie - afkomstig zijn uit (enig) misdrijf.

Naast de in het requisitoir al ruimschoots gepresenteerde en geciteerde bewijsmiddelen, wijzen wij ookde in het dossier voorkomende indicatoren23 en typologieën voor witwassen, specifiek toegespitst op

wat in het onderzoek ‘Bientu’ door RST en TIO is bevonden: 

17  Daarvoor kan worden gewezen op de CID-info aan de start van het onderzoek, de FATF-criteria/typologieën voor

witwassen en de USD 100/50 biljetten. Ook kan worden gewezen op het onverklaarbare gat van ANG 70,6 miljoen;

ook als we uitgaan van de opbrengst uit de illegale loterijen. Ten slotte wordt gewezen op de suppletieaangiftes en

de daarmee veronderstelde herkomst (enorme toename in Smartplay/Daily Number-verkopen).18

 Afkomstig van de Financial Action task Force (FATF), de VN en/of andere instanties die zich bezig houden met de

bestrijding van witwassen, zoals het Ministerie van Financiën in Nederland.19 Zie Gerechtshof Amsterdam 1 juli 2008,

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7281 20

 Zie Hoge Raad 29 maart 2011. http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2011:BO2628 21

 Hoge Raad 9 december 2008, http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2008:BG1654 en

Hoge Raad 30 juli 2010, http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2010:BM0787  22 Zie arrest Hoge Raad 09 oktober 2012, LJN: BX4563 (Antilliaanse zaak), waarin geklaagd was tegen dat gebruik:

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2012:BX4563 23

 Zie in dit verband ook de Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties uit 2001 (P.B.2001, No.46), de

tussentijdse wijzigingen daarin en uit 2010 (P.B. 2010, No.27).

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 31/33 

3

Ontbreken economische verklaring/herkomst e.d.:

  het feit dat er geen legale economische verklaring is voor de gewisselde valutasoorten en de

frequentie van de wisselingen];

  de transacties staan niet in verhouding tot de inkomsten;

  het feit dat ten aanzien van de betreffende persoon geen economische activiteit bekend is in

relatie tot het land waarmee transacties werden verricht;

  de aard en herkomst van het geld en de bestemming kunnen aanwijzingen geven of er al dan

niet relaties zijn met van misdrijf afkomstig vermogen [bijv. weigeren antwoord te geven op de

herkomst en de bestemming van de betaling afkomstig van Atlantis World ];

Gebruik contant geldverkeer:

  het contant omwisselen ter onderbreking van de ‘paper trail’ [valutahandel Free Zone];

  bij grote hoeveelheden contant geld in diverse valuta: het is een feit van algemene bekendheid

dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld in

diverse valuta

  het fysiek vervoeren van grote bedragen in contanten brengt een aanzienlijk veiligheidsrisico

met zich mee;

  de betreffende persoon heeft voorkeur voor activa die geen sporen achterlaten zoals contant

geld, toonderpapier, toonder polissen;

Verhullen (werkelijke) identiteit (naar buitenwereld):

  de betreffende persoon maakt gebruik van rechtspersonen of vennootschappen waarvan de

zeggenschapstructuur niet transparant is of die qua karakter of inrichting geschikt zijn om deidentiteit van de achterliggende belanghebbende te verhullen (bijv. toonderaandelen, trusts,

vennootschappen die niet transparant zijn) zonder dat daarvoor legitieme redenen aanwezig

zijn;

  Personen die formeel geen in het handelsregister geregistreerde functie bekleden blijken

niettemin de facto de dienst uit te maken;

Gebruik maken van juridische constructies

  de betreffende persoon maakt gebruik van een of meer tussen geschakelde, buitenlandse of

aangekochte rechtspersonen of vennootschappen zonder dat daarvoor legitieme fiscale,

 juridische of commerciële redenen aanwezig zijn;

  de betreffende persoon maakt gebruik van rechtspersonen of vennootschappen waarvan de

zeggenschapsstructuur niet transparant is of die qua karakter of inrichting geschikt zijn om de

identiteit van de achterliggende belanghebbende te verhullen (bijv. toonderaandelen, trusts,

vennootschappen die niet transparant zijn);

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 32/33 

3

Internationale transacties/voeding etc.

  aanhouden van bankrekeningen in het buitenland waardoor deze buiten het zicht blijven van de

(fiscale) opsporingsautoriteiten;

  over en weer transacties van en naar persoonlijke en zakelijke rekeningen;

  doelbewust gebruik maken van verschillende jurisdicties en veelheid van transacties tussen

bedrijven om de relatie tussen herkomst en bestemming van gelden te verdoezelen;

  oorspronkelijke opdrachtgevers, uiteindelijke begunstigden, betrokkenen of herkomst dan wel

de bestemming van gelden blijven onbekend, mede als gevolg van het gebruiken van dergelijke

 juridische constructies en het ontbreken van betalingsomschrijvingen ;

  voeding rekening door derden van cheques, leningen van offshore landen, gebruik credit card;

  er is sprake van grote betalingen ineens vanuit het buitenland; ongebruikelijke (valuta-

)transacties, bijvoorbeeld tegen contanten, cheques aan toonder, toonderpapieren of voor

money transfers;

Opgave van c.q. onderzoek naar herkomst bij financiële instellingen:

  onjuiste opgave (zakelijke) activiteiten bij aanvraag dienstverlening door een financiële instelling

en/of onvolledige opgave herkomst voeding [opgave in EDD/CDD-formulier van de UBS dat de

inkomsten afkomstig zijn uit een ‘door de overheid gereguleerde’ loterij ];

  het betaalverkeer vertoont een ongebruikelijk patroon. De gelden waarover de betreffende

persoon beschikt zijn afkomstig uit onduidelijke bronnen of de door de betreffende persoon

aangegeven bronnen zijn onwaarschijnlijk of onvoldoende gedocumenteerd;

Gelet op deze veelheid aan geconcretiseerde typologieën, meent het OM dat het Gerecht er bij de

bewezenverklaring van het hiervoor besproken (witwassen) en het hierna te bespreken feit (deelname

aan criminele organisatie) vanuit kan gaan dat het door de verdachten tussen 1992-2003 opgebouwde

en in beslag genomen vermogen middellijk of onmiddellijk in zijn geheel is verkregen uit (enig) misdrijf,

als de stelling wordt gehandhaafd (in dupliek) dat een groot deel van het vermogen niet afkomstig is van

de illegale loterijen (omdat de berekende netto-opbrengst veel te hoog is).

4 StrafmaatverweerGelet op het voorgaande (communicerende vaten) betekent dit dat een eventueel lager fiscaal nadeel

niet doorwerkt in de strafmaat, omdat het aan de andere kant een verhoging van het witgewassen geld

uit onbekende bron oplevert. Vermogen dat ook niet is opgegeven aan de Belastingdienst en in zoverre

dus ook niet bij kan dragen aan een lagere strafmaat.

5 (Eind)conclusieGeen van de gevoerde verweren treffen doel. Wij persisteren bij hetgeen wij reeds hebben gesteld in

onze eerdere Reactie OM d.d. 29 oktober 2015 en het requisitoir op 8-9 maart 2016.

8/19/2019 2016 03 11 - OM Repliek Bientu Robbie Dos Santos

http://slidepdf.com/reader/full/2016-03-11-om-repliek-bientu-robbie-dos-santos 33/33

Willemstad, 11 maart 2016

J.H. van der Werff / J.M. Mul

Officieren van Justitie