4. de peuter

36
Ontwikkelingspsycholog ie De peuter (1,5 jaar – 3 jaar)

Upload: sofiekdg1

Post on 26-Jul-2015

182 views

Category:

Education


2 download

TRANSCRIPT

Page 1: 4. de peuter

Ontwikkelingspsychologie

De peuter (1,5 jaar – 3 jaar)

Page 2: 4. de peuter

Lichamelijke ontwikkeling• Groei lengte/gewicht vertraagt• Blijft asynchroon

Page 3: 4. de peuter

Lichamelijke ontwikkeling

Baby Peuter

Page 4: 4. de peuter

Lichamelijke ontwikkeling

Peuter Jonge kleuter

Page 5: 4. de peuter

Lichamelijke ontwikkeling

• Melkgebit volledig

Page 6: 4. de peuter

Motorische ontwikkeling

• Fundamentele bewegingsactiviteiten– Bvb. springen, rennen, klimmen,

vangen, werpen, zwemmen, etc.– Fundamenteel = Belangrijk in leven

• Zelfstandigheid/zelfredzaamheid

Page 7: 4. de peuter

Motorische ontwikkeling

• Middagdutje

• Zindelijkheidstraining• ‘Potje doet zijn intrede’ • Stimuleren, NIET forceren!

Page 8: 4. de peuter

Tekenontwikkeling• Krabbelstadium blijft (tot 4 j)

• Oudere peuter: beheerst krabbelen

Page 9: 4. de peuter

Perceptuele ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Voorwerp herkennen met ≠ zintuigen

• Globale waarneming– Hoe ouder, hoe meer oog voor details– Bvb. tekening van opa

• Peuter: opa = cirkel • Jonge kleuter: opa = kopvoeter• Schoolkind: opa heeft armen, benen,

handen, voeten, hoofd, mond, neus, etc.

• Aandacht voor boeiende details

Page 10: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Pre-operationeel stadium (Piaget)– ‘Geïnterioriseerd experimenteren’– Imitatie van modellen

= Leren via nabootsing, bvb. mama, zus, …

– Uitgesteld = Beginnend symbolisch denken Voorstellingsvermogen - fantasie ‘Doen alsof’-spelletjes Geboeid door sprookjes, verhalen, etc. Anticiperen

Page 11: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Pre-operationeel stadium (Piaget)– Voorstellingsvermogen

Voorstelling van het zelf

• Geheugen– Uitgestelde imitatie– Absorberen, maar geen bewust/

intentioneel gebruik

Page 12: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• MAAR: Denkfouten!– Enkele experimenten:• Conservatieproeven• Het ‘drie bergen’-experiment• De ‘Sally en Anne’-proef• Het klasse-inclusie-experiment

Page 13: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Conservatieproeven– Inhoud

https://www.youtube.com/watch?v=YtLEWVu815o&feature=related

Page 14: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Conservatieproeven–Massa

https://www.youtube.com/watch?v=U64V-z56TRg

Page 15: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Conservatieproeven: Verklaringen• 3 denkfouten:

1. Centratie: één opvallend kenmerk2. Geen reversibel (omgekeerd) denken3. Statisch-gericht denken: geen oog

voor ‘overgang’ of transformatie

Page 16: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• ‘Drie bergen’-experiment

Page 17: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• ‘Drie bergen’-experiment: Verklaring• 4de denkfout:

4. Egocentrische perspectiefname

Page 18: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en kleuter

• ‘Sally en Anne’-proef• 1) Sally Anne 2)

Fiche Fiche

Page 19: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Klasse-inclusie-experiment

Page 20: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Klasse-inclusie-experiment: Verklaring

• 5de denkfout5. Geen onderscheid deel-geheel

Page 21: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Verwarring fantasie – werkelijkheid• Peuterverwarring• Antropomorfisme of animisme– Objecten krijgen eigenschappen die kind zelf

ervaart

• Fysiognomisch waarnemen– Objecten krijgen een ‘gezicht’ met

emotionele geladenheid.

• Artificialisme– Alles wordt door ‘iemand’ gemaakt.

https://www.youtube.com/watch?v=O8ayhQk4-uA

Page 22: 4. de peuter

Cognitieve ontwikkelingPeuter en Kleuter

• Verwarring fantasie – werkelijkheid• Kleuterverwarring• Finalisme– Alles heeft een bedoeling.

• Onlogische, irrationele verbanden– Verbanden tussen dingen die toevallig

samengaan.

• Magisch denken– ‘Ik kan dingen beïnvloeden.’

Page 23: 4. de peuter

Taalontwikkeling

• Betekenisvol taalgebruik– Begrijpt meer dan het kan zeggen– Volwassene = spreekbuis, want leren

door ‘nazeggen’/ imitatie– Bedmonologen• ‘s Avonds in bed• Over gebeurtenissen, verhalen, etc.• Uiten van diepste wensen, fantasieën,

angsten• Soms al zingend brabbelen

Page 24: 4. de peuter

Taalontwikkeling

• Betekenisvol taalgebruik– Egocentrisch taalgebruik– Vanaf 2j:

Tweewoordzinnen Gebruik persoonlijke

voornaamwoorden– Meertaligheid

• Tweede taal: associatie met persoon/situatie• Langzamer leren praten en communiceren• Hoe vroeger, hoe beter

Page 25: 4. de peuter

Sociaal-emotionele ontwikkeling

• Zelfbewustzijn– Bvb. zichzelf herkennen op foto/in

spiegel

• ‘Zelf doen’ ‘Niet willen’, ‘nee zeggen’, driftbuien, gilpartijenpeuterfase =

koppigheidsfase

Page 26: 4. de peuter

Sociaal-emotionele ontwikkeling

• Conflict zelfstandigheid - afhankelijkheid– Bvb. in de war bij vertrek ouders– Transitionele objecten: vervanging

‘ouders’ bij afwezigheid• Gevoelens– Schaamte versus trots– Afgunst / jaloezie– Agressie

Page 27: 4. de peuter

Seksuele ontwikkeling

• Interesse voor eigen en ander lichaam

• Grote behoefte aan lichamelijk contact

• ‘Vieze woorden’-spelletjes• Anale fase (Freud)– Stoelgang op potje = lustbeleving– Geschenk of protest?

Page 28: 4. de peuter

Persoonlijkheids-ontwikkeling

• Zelfbewustzijn– ‘Ik kan zelf dingen willen

en/of doen’

• Egocentrisch– Peuter kijkt vanuit ‘eigen’ standpunt– Ander standpunt bestaat niet• Bvb. iemand pijn of verdriet doen,

moeilijk te begrijpen want peuter voelt pijn zelf niet

Page 29: 4. de peuter

Persoonlijkheids-ontwikkeling

• Autonomie versus schaamte/twijfel (Erikson)– Voorwaarde autonomie• Veilige gehechtheid• Exploreren binnen veilige

grenzen

– Schaamte/twijfel• Exploreren beperken• Overbescherming

Page 30: 4. de peuter

Persoonlijkheids- ontwikkeling

• Sekse-identiteit–= Besef van eigen geslacht– Uiterlijke kenmerken

– Seksestereotiep gedrag– Gendergerelateerde verwachtingen

Page 31: 4. de peuter

Morele ontwikkeling

• Weten wat mag en wat niet– Gelinkt aan ‘aanwezigheid’ ouders– Gericht op gevolgen van gedrag• Beloning of straf = mag/mag niet

– Later: • Weten wat niet mag maar ‘toch doen’• Of schuld op iemand anders steken• Geleidelijk ‘verinnerlijken’ van regeltjes

Page 32: 4. de peuter

Morele ontwikkeling

• Straffen– Fysiek, activiteit, sociaal/psychologisch

• Aandachtspunten– Consequent zijn– Gedrag bestraffen, niet de persoon– Voorspelbare straf– Uitvoerbare straf– Volgen op ongewenste gedrag–…

Page 33: 4. de peuter

Morele ontwikkeling• Belonen–Materieel, activiteit, sociaal

• Aandachtspunten– Afspraken nakomen– Volgen op gewenst gedrag– Zorg voor afwisseling (verrassende

beloning)– Niet overdrijven–Wegvallen van straf = beloning–…

Page 34: 4. de peuter

Spelontwikkeling• Bewegingsspelen• ‘Doen alsof’-spel/rollenspel– Fantasie en werkelijkheid komen samen– Nabootsen wereld rondom hen– Ook als ‘verwerking’ gevoelens

• Constructiespel• GEEN samenspel– Zelfde ruimte, maar

peuter speelt op zichzelf= ‘Toekijkend’ en ‘solitair’ – Wel ‘parallelspel’

Page 35: 4. de peuter

Samengevat

• Groei lengte/gewicht vertraagt• Fundamentele bewegingsactiviteiten• Zelfredzaamheid • Tekenen = krabbelen = bewegingsspel• Globale waarneming• Pre-operationeel stadium– Denkfouten– Verwarring fantasie – werkelijkheid

• Betekenisvol taalgebruik

Page 36: 4. de peuter

Samengevat

• Koppigheidsfase• Ontwikkeling van sekse-identiteit• Anala fase: stoelgang lust• Egocentrisch• Morele regels aanwezigheid

ouders• 6 basisbehoeften ( schoolse

aanpak)• Bewegingsspel, ‘doen alsof’-spel,

constructiespel maar parallel