atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/vwo 5 geschiedenis - geschieden… · web viewde rente op...

68
Hoofdstuk 6: De republiek in Europa: 6.1 Langs kusten, over oceanen: Toenemend kapitalisme in de landbouw: De republiek was haar tijd ver voorbij. In de overige delen van Europa was de economie vooral agrarisch gericht, maar in de republiek was dit maar een klein deel. In de 15 e eeuw verslechterden de landbouwomstandigheden in de republiek. Er was niet meer voldoende graan aanwezig, dit werd gehaald uit het Oostzeegebied, waar een overschot was. De handel groeide hier sterk, er werd een belangrijke winst gemaakt. Dit word wel de ‘moedernegotie’ genoemd. Kapitalisme in de steden: In de steden vond er ook specialisatie en schaalvergroting plaats. Armere mensen gingen voor loon werken bij rijkere handelaren. Deze laatsten werden dan wel drapeniers’ genoemd. Het verschil tussen deze drapeniers en de loonwerkers werd steeds groter. Oostzeehandel: Bij de scheepvaart vond er ook schaalvergroting plaats. Bij de passage van de Sont bij Kopenhagen, moest tol betaald worden naar de grote van het dek, om deze reden ontwikkelden de Nederlanden zogenaamde ‘fluitschepen’. Deze hadden een bolle romp, maar een klein dek. Er werden veel van deze schepen gebouwd, waardoor dit goedkoop was. Ook had dit schip minder bemanning nodig. Handelskapitalisme in Indië: Cornelis Houtman was de eerste Nederlander die naar Azië vertrok. Dit was in 1595, de Portugezen die vrijwel een monopoliepositie hadden, hadden een zwakke organisatie en gingen weinig naar Indië, waardoor er nog veel vraag over was. Hier maakte de republiek dankbaar gebruik van. De tocht van Cornelis Houtman was een mislukking, maar zijn tocht legde wel de basis voor indrukwekkende resultaten. Om de concurrentie voor te blijven werd de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) opgericht (1602). Er zijn meerdere oorlogen op zee uitgevochten om het monopolie in meerdere gebieden te krijgen. Door producten schaars te houden, desnoods door vernieling, konden ze de prijzen flink hoog leggen, hierdoor verdienden ze veel. Maar met veel menselijk leed. Stapelmarkt en beurs: Na het bezet van Antwerpen, groeide Amsterdam heel snel en werd het de belangrijkste havenstad in Europa. De rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden geïnvesteerd in aandelen, bijvoorbeeld in schepen

Upload: vuongbao

Post on 22-Jul-2018

217 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Hoofdstuk 6: De republiek in Europa:

6.1 Langs kusten, over oceanen:

Toenemend kapitalisme in de landbouw:De republiek was haar tijd ver voorbij. In de overige delen van Europa was de economie vooral agrarisch gericht, maar in de republiek was dit maar een klein deel. In de 15e eeuw verslechterden de landbouwomstandigheden in de republiek. Er was niet meer voldoende graan aanwezig, dit werd gehaald uit het Oostzeegebied, waar een overschot was. De handel groeide hier sterk, er werd een belangrijke winst gemaakt. Dit word wel de ‘moedernegotie’ genoemd.

Kapitalisme in de steden:In de steden vond er ook specialisatie en schaalvergroting plaats. Armere mensen gingen voor loon werken bij rijkere handelaren. Deze laatsten werden dan wel ‘drapeniers’ genoemd. Het verschil tussen deze drapeniers en de loonwerkers werd steeds groter.

Oostzeehandel:Bij de scheepvaart vond er ook schaalvergroting plaats. Bij de passage van de Sont bij Kopenhagen, moest tol betaald worden naar de grote van het dek, om deze reden ontwikkelden de Nederlanden zogenaamde ‘fluitschepen’. Deze hadden een bolle romp, maar een klein dek. Er werden veel van deze schepen gebouwd, waardoor dit goedkoop was. Ook had dit schip minder bemanning nodig.

Handelskapitalisme in Indië:Cornelis Houtman was de eerste Nederlander die naar Azië vertrok. Dit was in 1595, de Portugezen die vrijwel een monopoliepositie hadden, hadden een zwakke organisatie en gingen weinig naar Indië, waardoor er nog veel vraag over was. Hier maakte de republiek dankbaar gebruik van. De tocht van Cornelis Houtman was een mislukking, maar zijn tocht legde wel de basis voor indrukwekkende resultaten. Om de concurrentie voor te blijven werd de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) opgericht (1602). Er zijn meerdere oorlogen op zee uitgevochten om het monopolie in meerdere gebieden te krijgen. Door producten schaars te houden, desnoods door vernieling, konden ze de prijzen flink hoog leggen, hierdoor verdienden ze veel. Maar met veel menselijk leed.

Stapelmarkt en beurs:Na het bezet van Antwerpen, groeide Amsterdam heel snel en werd het de belangrijkste havenstad in Europa. De rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden geïnvesteerd in aandelen, bijvoorbeeld in schepen of in de VOC. De vraag in het buitenland steeg ook en hiermee ook de werkgelegenheid.

Page 2: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

6.2 Eindelijk vrede. Altijd weer oorlog:

Staatsgezinden en prinsgezinden:In de jonge Republiek was het nog niet echt duidelijk bij wie de hoogste macht lag. Er waren 2 partijen: De Staatsgezinden en de Prinsgezinden. De prinsgezinden waren voor de oranjes als hoogste macht en de Staatsgezinden wilden de Gewestelijke Staten en Staten-Generaal als het hoogste gezag, onder leiding van een raadspensionaris. Toen Willem II plotseling stierf, verhinderden de Staatsgezinden dat er een nieuwe stadhouder werd gekozen. Van 1650 tot 1672 was er geen stadhouder.

Lodewijk XIV, dé absolute vorst:Lodewijk XIV (1638-1715) was 4 jaar oud toen hij al op de troon kwam, kardinaal Mazarin regeerde voorlopig op zijn plaats. Hij kreeg al veel kritiek door de belastingdruk en de versterking van het absolutisme. In 1661 ging Lodewijk XIV regeren, hij zette het absolutisme en de centralisatiepolitiek stevig door. Hij vond godsdienstvrijheid niet goed, iedereen moest katholiek zijn. De hugenoten, de Franse calvinisten, mochten dan ook niet meer hun geloof hebben. Zij vluchten veelal naar de Republiek of naar Pruisen, ze waren erg ondernemend en hadden veel geld, daarom werden ze met open armen aangenomen.

Economische politie:Door het absolutisme en het geloof, waren de meeste hugenoten weg. Dit ging ten koste van de economie. Lodewijk XIV stelde Colbert aan als minister van Financiën en ook voor Handel en Nijverheid. Hij was voorstander van het mercantilisme, de staat moest via de handel zo veel mogelijk goud zien te krijgen. Door invoerheffingen op buitenlandse producten en het steunen van binnenlandse ondernemingen, probeerde hij de import onnodig te maken. Dit word ook wel protectionisme genoemd.

Het Rampjaar 1672:Oorlogen waren een goede manier om de concurrenten uit te schakelen en de eigen positie te versterken, hier maakten Engeland en Frankrijk ook gebruik van. Er zijn 3 Engelse Oorlogen geweest tussen Nederland en Engeland. De Eerste Engelse Oorlog (1651-1654), deze eindigde onbeslist.De Tweede Engelse Oorlog (1665-1667), hier werd uiteindelijk besloten dat Nederland Suriname officieel kreeg en Engeland New York (destijds Nieuw Amsterdam). Lodewijk XIV veroverde ook veel gebied om de rijkdommen en de toekomstige extra belastingen. In 1670 sloot hij een verbond met Engeland en later ook met de aartsbisschoppen van Munster en Keulen. In 1672 verklaarden deze de Republiek de oorlog. Op zee was de Republiek met admiraal De Ruyter de baas. En in 1674 moest Engeland de oorlog al staken vanwege geldgebrek. De Fransen daarentegen hadden in drie weken tijd Overijssel, Gelderland en Utrecht al bezet. Omdat Lodewijk XIV besloot eerst de noordelijke gewesten aan te vallen, kon stadhouder Willem III de waterlinie gebruiken, het gebied tussen de Zuiderzee en de rivieren werd onder water gezet. Hierdoor werd het rampjaar 1672 overleeft. Willem III kon verbonden sluiten met Brandenburg, Spanje en de Duitse keizer. In 1678 kon de Vrede van Nijmegen worden gesloten

Willem III koning-stadhouder:In 1685 werd de katholieke Jacobus II koning in Engeland. Hij was bepaald niet geliefd bij het protestantse volk en het parlement, omdat hij het parlement had ontbonden. De invloedrijke groepen verzochten Willem III om naar Engeland te komen om Engeland van zijn koning te verlossen. Zijn vrouw was een Engelse prinses. In 1688 viel hij Engeland binnen. Door het volk voor zich te winnen wist hij de macht over te nemen. Dit was een grote stap naar een constitutionele monarchie. De macht van de koning werd beperkter en het parlement kreeg meer macht. Willem III bleef een tegenstander van Lodwijk XIV, het ging steeds slechter met de Fransen. De economie ging achteruit, de belastingen waren verschrikkelijk hoog, de bevolking werd ontevreden.

Page 3: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

6.3 Kritische geesten:

De Leidse universiteit:In 1575 kreeg Leiden een universiteit als beloning voor het verzet tegen Spanje. Er kwamen hier veel buitenlandse geleerden en buitenlandse studenten. De voertaal was Latijn

Natuurwetenschap in de praktijk:De wetenschappers van de 17e eeuw ontketenden een wetenschappelijke revolutie, wetenschap werd niet langer aan oude ideeën gekoppeld, maar eigen waarneming en experiment kwam centraal te staan.

Grote geesten:Hugo de Groot had grote invloed op het internationaal recht. Hij kwam onder andere met het idee van vrije internationale wateren. Baruch de Spinoza (1632-1677) was een belangrijk filosoof met veel invloed op de latere filosofen. Hij vond tolerantie erg belangrijk. Na zijn speurtocht concludeerde hij : ‘De hele werkelijkheid is God’.

Internationale wetenschap:In West-Europa werden veel wetenschappelijke ontdekkingen gedeeld. Praktische kennis uit de Republiek werden internationaal graag gebruikt. Simon Stevin werd gevraagd voor advies bij het uitdiepen van de haven van Dantzig en het uitbaggeren van de haven van Calais. Russische tsaar Peter de Grote (1672-1725) wilde Rusland snel moderniseren en trok daarvoor naar West-Europa om de wetenschappelijke ontwikkelingen te kunnen meenemen. Zo werden in Sint-Petersburg een aantal moerassen drooggelegd volgens Hollandse principes en werden Nederlandse artsen gevraagd voor de tsarenfamilie.

Page 4: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Lijst met wetenschappers:Nicolaas Tulp (1593-1674):

- 1636, receptenboek voor apothekers.

- 1641, overzichtswerk waarin ruim 200 ziektebeelden en sterfbeelden werden beschreven.

Simon Stevin (1548-1620):- Specialist in toegepaste meetkundige problemen.

- Schreef samenvattend werk over de exacte wetenschappen.

- Schreef boek Havenvinding, waarin zeelui werd geleerd hoe ze de plaats op aarde konden vaststellen om zo de haven te kunnen vinden.

- Ontwikkelde systeem van vestingbouw.

- Leerde waterhuishouding te beheersen met behulp van kanalen, sluizen en molens.

- Op zijn aangeven werden moerassen bij Delft drooggelegd.

Jan Adriaanszoon Leeghwater (1575-1650):- Droeg enorm bij aan drooglegging van Beemster, Heerhugowaard en meer.

Christiaan Huygens (1629-1695):- Liet betere instrumenten maken voor precieze waarnemingen.

- Formuleerde golftheorie van licht.

- Ontwikkelde verbeterde telescoop, ontdekte in 1655 Titan, de grote maan van Saturnus.

- Ontwikkelde slingeruurwerk.

Antonie van Leeuwenhoek (1632-1723):- 1670 eerste microscoop, onderzocht ook zijn eigen lichaam.

Page 5: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

6.4 Een land apart:

Economisch:De 17e eeuw was een periode van grote welvaart voor de Republiek. Er heerste een enorme economische bedrijvigheid. De arme mensen, wilden de smerige klusjes wel doen.

Gereformeerden en katholieken:De gereformeerde kerk was de bevoorrechte kerk in de Republiek, maar was geen staatskerk. Katholieken mochten bijeenkomsten houden, maar dit mocht niet in het openbaar zijn. Het was officieel niet toegestaan, maar het werd als het ware door de vingers gezien.De overwegend katholieke gebieden in het zuiden, die later bij de Republiek waren gekomen, worden Generaliteitslanden genoemd. De katholieke kerken werden vaak omgebouwd tot protestantse kerken, of ook gebruikt door de protestanten.Er zijn meerdere oorzaken voor de betrekkelijke tolerantie.

- Vervolging zou de geest van de opstand bezoedelen.

- 40% van de bevolking was katholiek, dus er zou dan een burgeroorlog uitbreken.

- Praktisch was vervolging moeilijk, omdat elk gewest eigen rechtsregels kende, waardoor vervolging niet overal goedgekeurd zou worden.

De kooplieden voelden niets voor vervolging, zij vonden de religie van mensen niet zo belangrijk, iedereen telde voor hen als klant.Andersgelovigen werden toegestaan, zolang ze maar geen gevaar vormden voor de gereformeerden. De gereformeerde kerk was geen staatskerk, maar van echte tolerantie was nog geen sprake.

Geloof en politiek:Het Twaalfjarig Bestand, was de wapenstilstand die met de Spanjaarden was afgesproken (1609-1621). In deze periode werd er veel over godsdienst gediscussieerd. Er waren strenge gelovigen maar ook gematigden. Gomarus (1563-1641) en Arminius (1560-1609) kregen een felle discussie. De strenge Gomarus geloofde in de predestinatieleer (voorbestemming) en Arminius trok deze in twijfel en wilde grote tolerantie ten aanzien van de verschillende geloofsopvattingen in de Republiek. De meeste regenten steunden Arminius, raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) en geleerde Hugo de Groot. De Arminianen dienden een Remonstratie in: een betoog om hun opvattingen uiteen te zetten en steun van de overheid te vragen. De Gomaristen dienden weer een Contraremonstrantie in. Hierdoor werden de Gomaristen ook wel Contraremonstranten genoemd en de Arminianen Remonstranten. Tot 1616 hadden de Remonstranten de overhand in de stadsbesturen. Hierdoor mochten de Contraremonstranten minder. In 1616 ontstond er onrust in de Republiek door toenemende werkloosheid en minder bedrijvigheid. Oldenbarnevelt liet nu de Scherpe Resolutie aannemen, hierdoor konden de stadsbesturen zelf soldaten in dienst nemen. Dit betekende dat stadhouder Maurits (1567-1625) bijna geen invloed meer kon uitoefenen. Door te kiezen voor de Contraremonstranten en veel Remonstranten met geweld uit de machtsposities weg te halen. Hij liet Johan van Oldenbarnevelt en Hugo de Groot arresteren en zij werden door een rechtbank van Contraremonstranten veroordeelt tot hoogverraad. In 1619 werd Johan van Oldenbarnevelt onthoofd.

Page 6: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Hoofdstuk 7: Stoffige pruiken, bruisende ideeën:

H7 kenmerken, begrippen enzovoort:

Tijdvak: Tijd van Pruiken en Revoluties 1700-1800Periode: Vroegmoderne Tijd

4 Kenmerken van het tijdvak:- Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de

daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme. - Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de

samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.- Voortbestaan van het Ancien Régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse

verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).- De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten,

grondrechten en staatsburgerschap

Kernbegrippen:Abolitionisme: Streven naar afschaffing van de slavernij en de slavenhandel.Ancien Régime: Benaming voor de tijd vóór de Franse Revolutie, toen de absolute vorsten regeerden.Democratische revolutie: Ommezwaai in bestuur waarbij het volk steeds meer macht in handen kreeg ten koste van de macht van de vorst.Grondrechten: Vrijheidsrechten, die burgers bescherming geven tegen een oneerlijke behandeling door de overheid of door andere burgers.Grondwet: Constitutie, algemene staatsregeling. Wet waarin de belangrijkste grondbeginselen van het bestuur van een staat zijn omschreven.Plantagekolonie: Overzees gebiedsdeel waar grote landbouwgebieden waren ingericht, waarop vaak slaven te werk werden gesteld.Rationalisme: Toepassen van de rede, het verstand.Sociale verhoudingen: De wisselwerking tussen de verschillende groepen in de samenleving.Staatsburgerschap: Toestand waarin iemand burgerrechten in een staat heeft.Trans-Atlantische slavenhandel: Koop en verkoop van mensen als bezit, waarbij verschillende continenten betrokken zijn.Verlicht absolutisme: Als vorsten onder invloed van de Verlichting hun bestuur verbeterden, maar wel alle macht in handen hielden. Ook wel verlicht despotisme genoemd.Verlichting: Verlicht denken. In de 18e eeuw hadden steeds meer Europeanen kritiek op de staat en de samenleving. Ze vonden dat mensen meer gebruik moesten maken van de rede, het gezond verstand. Meer vrijheid en gelijke rechten voor iedereen zouden bijdragen aan vooruitgang van de samenleving in haar geheel.

Page 7: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

7.1 Europa gaat buitengaats:

Wereldhandelsrijken:Tussen Europa, Afrika en Amerika ontstond een bloeiende driehoekshandel, waarbij goederen en slaven van het ene naar het andere continent werden vervoerd. Deze handel werd beheerst door de Europese compagnieën, waaronder de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC). In de loop van de 18e eeuw namen de Britten en Fransen een voorsprong in de internationale wereldhandel. Dit grotendeels ten koste van Spanje en Portugal. In het noordoosten van Zuid-Amerika, het Caraïbisch t steeg omdat gebied en in het zuidoosten van Noord-Amerika stichtten de Europeanen plantagekoloniën, waar subtropische landbouwgewassen verbouwd werden voor de handel. Er werd vooral suikerriet en tabak verbouwd. Na 1800 kwam een derde plantagegewas op: ruwe katoen. De vraag naar dit product steeg door de snel groeiende industrieën in Groot-Brittanië. De handel bleef maar groeien door een sterke bevolkingsgroei in Europa. Om aan de vraag te kunnen voldoen, moest er meer worden verbouwd. Er was veel ruimte in het westen, slaven moesten dit gaan bewerken.

Slavenarbeid:Slavenarbeid vormde de grondslag van het plantagesysteem. Er moesten voortdurend slaven worden ingevoerd omdat de ziekten en het uitputtende werk veel doden veroorzaakten. De slaven werden slecht behandeld en misbruikt. Rond 1770 leefden er een half miljoen slaven in de Britse koloniën in Amerika. De meeste slaven bevonden zich in de zuidelijke koloniën.

Slavenhandel:In de 16e eeuw kwamen de Spaanse kolonisten er al achter dat de indianen niet geschikt waren voor het zware werk op de plantages. Daarom haalde Spanje toen al zwarte sterke mensen uit Afrika. Zo ontstond er een winstgevende handel tot in de 19e eeuw. Ondernemingen gingen zich specialiseren in het vervoer van slaven. De slaven werden door Afrikaanse vorsten verkocht aan de slavenhandelaars. In Amerika ontvingen deze vaak het tienvoudige voor een slaaf van wat ze betaald hadden. Tot eind van de 19e eeuw zijn meer dan twaalf miljoen Afrikanen het slachtoffer geworden van deze transatlantische slavenhandel. De WIC was één van de belangrijke slavenleveranciers.

Abolitionisme:Pas eind 18e eeuw werd slavernij minder normaal gevonden onder invloed van verlichtingsdenkbeelden. Het abolitionisme kwam op. Deze beweging pleitte voor de afschaffing van de slavernij, op basis van ideeën over gelijke rechten voor alle mensen en de mens als individu.Begin 19e eeuw won het abolitionisme aan kracht. In 1807 besloot het Britse parlement tot wettelijke afschaffing van de slavenhandel tussen Engeland, Afrika en de Britse koloniën. De illegale handel ging nog wel lang door. Pas in de loop van de 19e eeuw werd de slavernij afgeschaft.

Page 8: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

7.2 De wereld kan beter!

Verlichting:Eind 17e en begin 18e eeuw bloeide de Verlichting: Een intellectuele en culturele beweging die zich over heel Europa verspreidde. Vanaf de Middeleeuwen was de samenleving gebaseerd op geloof, traditie en gezag. De Verlichting ging hier tegen in. In Parijs werkten geleerden aan de uitgave van de eerste encyclopedie. Schrijvers als Voltaire, Rousseau en Montesquieu hielpen hier aan mee. Dit moest niet alleen tot een betere wereld leiden door de vele kennis, maar het ging ook tegen de bestaande politieke en maatschappelijke vooroordelen in. In 1759 verbood de Franse regering het werk aan de encyclopedie dan ook.

Rationalisme:De ideeën van de verlichting waren gebaseerd op het rationalisme (ratio=verstand). Het rationalisme ging ervan uit dat het menselijk verstand de oplossing was van de problemen. Dit beeld leidde dan ook tot veel optimisme. De verlichtingsfilosofen bepleitten meer verdraagzaamheid op godsdienstig gebied, ze vonden dat staatskerken moesten worden afgeschaft. Ze wilden scheiding van kerk en staat. De Franse filosoof Voltaire richtte zijn kritiek vooral op de kerk. Door zijn kritiek kwam hij twee keer in de staatsgevangenis van Parijs.

Vrij en gelijk:De verlichtingsfilosofen pasten het verlichte denken toe op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen. Ze vonden dat iedereen gelijk was en zelf konden bepalen hoe zij bestuurd wilden worden. Ze zagen elk mens als een individu, dus zonder standen. Dit was een revolutionaire gedachte. Edmund Burke had niet zo’n optimistisch mens- en wereldbeeld. Hij vond dat de Franse Revolutie niet zo’n positieve gebeurtenis was. Burke geloofde niet in de goedheid van de mens.

Volkssoevereiniteit en trias politica:Tijdens de Verlichting kwam het absolutisme onder vuur te liggen. John Locke (1632-1704) had in de 17e eeuw al geschreven dat mensen samen een maatschappij vormen, die samen leven op basis van gelijkwaardigheid. De soevereiniteit ligt bij het volk. Het is de taak van de regering om het volk te beschermen. Doet de regering dit niet, dan heeft het volk het recht de regering af te zetten.Montesquieu schreef in 1748 het boek De l’esprit des lois (Over de geest der wetten), hierin stond dat de koning niet alles in zijn eentje voor het zeggen had. Hij bedacht de trias politica: De leer van de driedeling der staatsmachten. Een scheiding tussen uitvoerende, wetgevende en de rechterlijke macht. Jean-Jacques Rousseau vond dat mensen zulke instellingen niet eens nodig had. De algemene volkswil diende de bron van alle macht te worden. Het volk was soeverein: er stond geen hogere macht boven. Dit is de leer der volkssoevereiniteit. Door deze denkbeelden raakte de bestaande orde in een strijd met de verspreiders van deze ideeën.

Opvoeding:John Locke zei dat iedereen bij zijn geboorte een ‘onbeschreven blad’ was. Goede eigenschappen konden via onderwijs en opvoeding worden aangeleerd. Rousseau vond dat de mens van nature goed was, maar door zijn omgeving werd bedorven. Een vrije opvoeding, het liefst ongebonden en in de vrije natuur was volgens hem het best.

Verspreiding:Verlichtingsfilosofen reisden veel rond. Ze werden in stijlvolle salons ontvangen. Hier werd soms hevig gediscussieerd

Page 9: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Filosofische verlichtingsideeën werden ook verspreid via brieven, romans en toneelstukken.

7.4 Burgers, te wapen!!:

De Amerikaanse koloniën:Aan de oostkust van Noord-Amerika woonden een paar miljoen kolonisten, voornamelijk Britten. In het begin was de druk op deze kolonisten door de Engelse koning niet zo zwaar. Tussen 1754 en 1763 was Groot-Brittannië in oorlog met de Fransen in Amerika. Dit koste veel geld waardoor de nationale schuld na afloop bijna 170 miljoen pond was. Dit geld wilde koning George III uit de dertien Amerikaanse koloniën halen. De belastingen stegen enorm. Hier waren de kolonisten niet blij mee. Ze moesten wel veel betalen, maar hadden in het parlement niets te zeggen. Hier komt de bekende uitspraak: “No taxation without representation!” vandaan. Er ontstonden rellen, opstanden. Ze wilden in eerste instantie lagere belastingen, grotere autonomie en inspraak in beslissingen die van invloed waren op de handel en wandel van de Amerikaanse koloniën.

Boston Tea Party:In 1773 werd de Tea Act ingevoerd. Dit hield in dat de Britse East India Company haar thee tegen lagere prijzen in Amerika mocht verkopen. In december 1773 verkleedde een groep rebellen, die zichzelf Patriots noemde, zich als indianen en kaapten de schepen van de East India Company. 342 kisten thee, ter waarde van 10.000 Britse ponden werden in het water gegooid. De Britse regering reageerde hier streng op met strenge wetten (Coercive Acts). Onder andere de haven van Boston werd afgesloten. De dertien koloniën kwamen nu bijeen en er werden milities opgericht, er werd gesproken over onafhankelijkheid.

Het begin van de strijd:Op 19 april 1775 vochten Amerikaanse opstandelingen met het Britse leger bij het plaatsje Concord in Massachusetts. Het werd een overwinning voor de rebellen en dit was het begin van de Onafhankelijkheidsoorlog. De rebellenlegers vochten onder leiding van George Washington. Een groot Brits leger, aangevuld met 20.000 Duitse huurlingen, werd naar Amerika gestuurd. Hiermee was de Amerikaanse Vrijheidsoorlog (1755-1783) een feit. Op 4 juli 1776 werd de Onafhankelijkheidsverklaring aangenomen, opgesteld door Thomas Jefferson welke samen met Benjamin Franklin en John Adams lid waren van een comité dat was aangesteld voor het rechtvaardigen van de acties van de Amerikaanse koloniën. In deze verklaring waren duidelijk de verlichtingsideeën zichtbaar. Er werd bijvoorbeeld verwezen naar het universele recht van een volk om goed bestuur te eisen, hetgeen Britse filosoof John Locke eerder al had verwoord.

Vrijheidsoorlog:In het begin leek de oorlog voor de kolonisten hopeloos. Ze hadden maar 5000 beroepssoldaten en 25000 wisselende vrijwilligers. In 1776 moesten de Britten zich terugtrekken uit Boston, maar verdreven Washington uit New York. Maar Washington sloeg terug door de Britten bij de rivier de Delaware te verslaan. De Britten wilden de zuidelijke en noordelijke helft van de koloniën scheiden, maar door slechte samenwerking mislukte dit. De Amerikanen sloten een bondgenootschap met de Fransen. De Britten richtten zich op de zuidelijke koloniën, waar ze succesvol waren. In 1781 vond de beslissende slag plaats, die werd gewonnen door de Amerikanen. Op 19 oktober gaf Cornwallis (generaal van de Britten) zich over.

Page 10: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

De Amerikaanse Constitutie:In 1787 kwamen de founding Fathers, afgevaardigden van de 13 onafhankelijke Amerikaanse staten, bijeen om een constitutie (grondwet) op te stellen. De Verenigde Staten werden een federatie:een land met machtsevenwicht tussen de deelstaten en het centrale bestuur. De Trias Politica van Monstesquieu werd ingevoerd. En de grondwet werd aangevuld met een Bill of Rights, waarin de principiële grondrechten voor elke staatsburger werden gegarandeerd, zoals vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, rechtsbescherming, recht van petitie (verzoekschrift) en vrij wapenbezit. De eerste democratische revolutie was geslaagd.

De Bataafs-Franse tijd:In de Republiek was er een groepering die zich Patriotten noemden. Ze waren tegen de macht van de stadhouders en regenten. Ze waren aanhangers van de verlichtingsideeën. Ze zorgden ervoor dat Willem V moest vluchten naar Engeland. In 1787 kwam de koning van Pruisen (schoonvader van Willem V) de orde weer herstellen in de Republiek en stelde Willem V weer aan als stadhouder. De Patriotten moesten vluchten naar Frankrijk. Daar vormden ze een revolutieleger. Ze kregen de Fransen zo ver om de Republiek en Engeland aan te vallen omdat deze nog tegen het systeem van de revolutie leefden. De verlichtingsideeën moesten worden geëxporteerd. In 1795 viel het Franse revolutieleger met de Patriotten de Republiek binnen. Willem V moest vluchtten naar Engeland.In 1799 nam Napoleon Bonaparte de macht over in Frankrijk. Hij regeerde als absoluut vorst, maar stelde ook de Code Napoléon (nieuw wetboek) in. Hij voerde ook de dienstplicht in.

Napoleon veroverde veel gebieden. Toen hij in 1812 Rusland binnenviel was dit het begin van zijn einde. Hij moest zich terugtrekken met grote verliezen.

Tijdens de slag bij Waterloo vond het Congres van Wenen (1814/1815) plaats. Het was een conservatief congres, met als doel de orde in Europa te herstellen. Von Metternich vond dat een grondwet en medezeggenschap revolutionaire waanbeelden zijn.Oostenrijk, Pruisen, Engeland, Rusland en Frankrijk waren aanwezig. Napoleon werd niet meer door dit Frankrijk gesteund. Uitgangspunten bij de onderhandelingen waren:

1. Legitimiteit van het gezag.2. Het staatkundig evenwicht.

Gevolgen van het congres:1. Wettige vorsten in Frankrijk hersteld2. Frankrijk weerhouden van expansiedrift (Nederland en België samengevoegd)

Congres had geen rekening gehouden met Nationalistische gevoelens. In 1830 scheidde België zich al af van Nederland. In 1815 werd de Duitse Bond onder leiding van Oostenrijk opgericht, hier waren de Duitse staten in verenigd.

Page 11: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

De Franse Revolutie (in de vorm van aantekeningen):Oorzaak 1: Maatschappelijke ontevredenheid in alle lagen van de bevolking.

- Adel wenste beperking van het absolutisme van de vorst.- Bourgeoisie (rijke burgerij, 3e stand) voelde zich achtergesteld bij de adel strijd om

politieke medezeggenschap.- Boeren wilden afschaffing van feodale verhoudingen.

Oorzaak 2: De Verlichting, ideeën over gelijkheid en volkssoevereiniteit van invloed op de openbare mening.Oorzaak 3: Financiële toestand, Frankrijk had grote staatsschulden. In 1788 wordt de Staten- Generaal bijeen geroepen!

Aanleiding: De bijeenroeping van de Staten-Generaal:- Mei 1789, Openingszitting Staten Generaal.- Stemmenkwestie per hoofd (3e stand zijn wens) of per stand (adel en geestelijkheid zijn

wens) ?- Derde stand stapt uit Staten-Generaal en roept zichzelf uit tot Nationale Vergadering.- Juni 1789, Eed in de Kaatsbaan: Niet uiteen voordat er een grondwet tot stand is gekomen.- 1789-1791, Grondwetgevende vergadering.- Koning probeert ontwikkelingen te remmen- Ontslag van minister Necker en troepenconcentraties rond Parijs Parijse bevolking op de

been. Parijse bevolking steunt de grondwetgevende verklaring.- 14 juli 1789, Bestorming van de Bastille. Hier lag veel munitie wat nodig was voor revolutie.

Dit deed de Parijse bevolking, wat teken was dat de hele bevolking de Bourgeoisie gaat steunen. Revolutie begint dus in Parijs.

Gevolgen:- Boerenopstanden- Emigratiegolf van de adel naar het buitenland.

Begrippen, feiten enz:- Het Ancien Regime – Tijd voor de revolutie, het oude tijdperk.- Absolutisme Droit Divin (goddelijk recht)

o Lodewijk XIV, “De staat, dat ben ik” (Alle macht bij 1 persoon)- Standenmaatschappij:- Privileges van adel en geestelijkheid.- Belastingdruk op de 3e stand was extreem.- 70% van boereninkomen was belasting.

Lodewijk XIV zei: “Ik heb alle macht” en aanhangers beweerden dat de koning door God is aangesteld dus kritiek was slecht.Montesquieu zei: “Alleenheersers veroorzaken slechte dingen” en “als koning slecht heerst mag je hem afzetten” Dit is dus een revolutionaire uitspraak van Montesquieu!

Page 12: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Hoofdstuk 8: Tijd van Burgers en Stoommachines:

H8 Oriëntatie:Tijdvak: Tijd van Burgers en Stoommachines 1800-1900Periode: Moderne Tijd

Kenmerkende aspecten van het tijdvak:

De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.

Discussies over de ‘sociale kwestie’.

De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

De opkomst van emancipatiebewegingen.

Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en uiteindelijk ook vrouwen aan het politieke proces.

Begrippen:

Bourgeoisie: Welgestelde burgers, vaak de mensen die de politieke macht en de productiemiddelen bezaten.

Censuskiesrecht: Kiesrecht dat alleen geldt voor mensen (mannen) die een bepaald minimumbedrag aan belasting betalen.

Communisme: Politieke stroming die door middel van een revolutie alle kapitaal en productiemiddelen (machines en grondstoffen) in handen van de gemeenschap wil brengen. Hoofddoel is het realiseren van een klassenloze samenleving waarin iedereen volledig gelijk is. Ook wel marxisme genoemd.

Confessionalisme: Stroming waarvan de aanhangers hun politieke en maatschappelijke opvattingen afleiden van hun geloof.

Constitutionele monarchie: Koninkrijk waarin de macht van de vorst is vastgelegd in een grondwet. Nederland heeft deze staatsvorm sinds 1813.

Democratisering: Streven van groepen naar meer inspraak in de politiek door het verwerven van actief en passief kiesrecht.

Districtenstelsel: Kiesstelsel waarbij het land is opgedeeld in districten en elk district één zetel in het parlement heeft en daarvoor een vertegenwoordiger mag kiezen. Emancipatiebeweging:

Maatschappelijke groepering die zich inzet voor gelijke (politieke) rechten voor een bepaalde groep. In de negentiende eeuw waren dat arbeiders, vrouwen en confessionelen.

Evenredige vertegenwoordiging: Kiesstelsel waarbij het aantal zetels dat een partij in het parlement krijgt, een afspiegeling is van het aantal stemmen dat op die partij is uitgebracht.

Feminisme: In de 19e eeuw de politiek-maatschappelijke beweging die de achtergestelde positie van de vrouw wilde verbeteren door vrouwen kiesrecht te geven.

Huisnijverheid: Het aan huis maken van producten. Een ondernemer levert hiervoor de grondstoffen en hulpmiddelen, en neemt de eindproducten af.

Page 13: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Imperialisme: Streven van landen om hun macht te vergroten door andere gebieden te veroveren of er op andere wijze invloed op uit te oefenen.

Industriële Revolutie: Overgang van een economie van vooral landbouw en (huis)nijverheid naar een economie waarin goederen vooral machinaal en in fabrieken worden geproduceerd.

Industriële samenleving: Samenleving waarin de meeste mensen in fabrieken werken en in steden wonen.

Klassenstrijd: Term uit het marxisme, de leer van Karl Marx. Het is de strijd tussen de bezittende klasse (‘het kapitaal’) en een niet-bezittende klasse (‘het proletariaat’).

Kolonisatie: In de 19e eeuw het in bezit nemen van grote gebieden in Azië en Afrika door Europese landen, met het doel er economisch beter van te worden.

Liberalisme: De opvatting dat mensen volledig vrij moeten zijn en zelf verantwoordelijk zijn voor hun welzijn en maatschappelijke positie. Liberalen willen dat de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met de economie.

Modern Imperialisme: Vanaf 1850 het streven van West-Europese landen naar het bezit van koloniën in Afrika en Azië als leveranciers van grondstoffen, als afzetmarkten of als strategische steunpunten.

Nationalisme: Voorliefde voor de eigen natie. Ook wel: het streven om alle mensen van hetzelfde volk in een eigen soevereine staat samen te brengen.

Politieke stroming: Een groep mensen die dezelfde politieke overtuiging aanhangen zonder dat ze een politieke partij vormen.

Proletariaat: Sociale groep die voor zijn levensonderhoud volledig afhankelijk is van de arbeidskracht die ze verkoopt.

Romantiek: Stroming in de eerste helft van de 19e eeuw die zich afzette tegen het rationalisme en het gevoel en de intuïtie op de eerste plaats zette.

Schoolstrijd: De strijd die tot 1917 gevoerd werd om de vrijheid en de financiering van het bijzonder onderwijs.

Sociaaldemocraten: Politieke stroming die tot doel heeft via parlementaire weg de macht van de bezittende klasse te breken om daarna een samenleving op te bouwen op basis van de gelijkheid van alle mensen.

Sociale kwestie: Het vraagstuk van de armoede en de slechte werk- en levensomstandigheden van de arbeiders, en de discussie over de integratie van de arbeiders in de samenleving.

Socialisme: Verzamelnaam van alle politieke stromingen die tot doel hebben de maatschappelijke ongelijkheid op te heffen en een samenleving op te bouwen op basis van volledige gelijkheid. Het communisme en de sociaaldemocratie zijn twee varianten hiervan.

Urbanisatie: Het verschijnsel dat mensen in steden gaan wonen. In de 19e eeuw gebeurde dat massaal.

Page 14: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

8.1 De Industriële Revolutie:

De Vroegmoderne Tijd:Aan het eind van de 15e eeuw werkten de meeste mensen in Europa in de landbouw. In de steden werkten ambachtslieden in een gilde. Een gilde maakte de regels, zoals de prijs, de kwaliteit enzovoort. Veel gilden groeiden uit tot groepen met het monopolie op een ambacht. Steeds meer mensen konden geen meester meer worden in een ambacht. De gilderegels waren dan ook heel hinderlijk voor deze mensen.Om hieraan te ontkomen ontwikkelde zich op het platteland de huisnijverheid. Een ondernemer leverde de mensen de grondstoffen, coördineerde hun productie en zorgde voor de afzet.

Drie uitvindingen:Textiel maak je door wol, vlas of katoen eerst te spinnen en dan te weven. Het spinnen van garen op een spinnewiel kostte echter meer tijd dan het verwerken van garen op een weefgetouw. Voor een wever waren er 7/8 spinners nodig. De eerste technische vernieuwing was bij het weefgetouw:John Kay ontwierp in 1733 de schietspoel. Hierdoor steeg de productie van een wever.Een nieuwe manier van spinnen werd noodzakelijk. In 1761 schreef de Society of Arts een prijsvraag uit voor het ontwikkelen van een spinmachine die door één persoon kon worden bediend en die tegelijkertijd zes draden wol, vlas, hennep of katoen zou kunnen spinnen. James Hargreaves (1740-1778) kwam met de Spinning Jenny. Hij ging echter zelf met het idee verder, omdat dit hem meer geld zou kunnen opleveren. Het ging echter nog niet snel genoeg om de productie van de weefgetouwen aan te kunnen. Beide uitvindingen waren geschikt voor de huisnijverheid. Dit veranderde door de uitvinding van Richard Arkwright (1732-1792). Hij kwam met een Waterframe, een machine die werd aangedreven door een waterrad.

De komst van de fabriek:Omdat het waterframe niet thuis kon worden beidend, ging men over naar productie in een fabriek. Ondernemers haalden hele families van het platteland naar hun fabriek om de productie te halen die zij wilden. Ondernemers vestigden zich langs een rivier waar ze een groot gebouw maakten waarin machines werden aangedreven door het waterrad. Deze gebouwen worden Mills genoemd.

Het stoomtijdperk breekt aan:Omdat een Mill afhankelijk was van een goede plek aan een rivier met snelstromend water, wilden de ondernemers een nieuwe manier om de machines aan te drijven. James Watt (1736-1819) paste de stoommachine zo aan dat hij toepasbaar werd voor de fabriek (1785). De ondernemers konden zich nu overal vestigen, omdat de stoommachine niet plaatsgebonden was. Ze trokken richting de steden.

Een nieuwe samenleving:De overgang van het maken van producten met de hand naar een fabrieksmatige productie noemen we de Industriële revolutie. Hierdoor was rond het midden van de 19e eeuw de samenleving veranderd van een agrarisch-urbane samenleving naar een Industriële samenleving. Kenmerken:

- Steeds meer mensen gingen in fabrieken werken en steeds minder mensen in de landbouw. - De snelle bevolkingsgroei en urbanisatie. - Enorme uitbreiding van de mogelijkheden van vervoer, zoals de stoomlocomotief en door

stoommachines aangedreven schepen.In de jaren 70 van de 19e eeuw stokte de economische groei, maar in de jaren 90 nam de bedrijvigheid weer sterk toe. Het karakter van de industrie veranderde toen zo erg, dat men wel

Page 15: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

spreekt van de Tweede Industriële Revolutie. In de eerste revolutie waren technische verbeteringen en uitvindingen afkomstig van hobbyisten met vooral praktische kennis van het productieproces. Vanaf het midden van de 19e eeuw richtten de grote bedrijven zelfs onderzoeksafdelingen op.

Tijdens de Eerste Industriële Revolutie was steenkool de belangrijkste energiebron. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd dit elektriciteit en aardolie. Deze bronnen zorgden ervoor dat veel dingen sneller en makkelijker konden. Door de komst van aardolie begon men kort voor 1900 met de auto.De overgang van de Eerste naar de Tweede Industriële revolutie betekende de overgang van een economie die gebaseerd was op de productie van kapitaalgoederen (machines, spoorwegen) naar een economie die het moest hebben van de productie van consumptiegoederen.

Nederland bleef een beetje hangen in de ontwikkelingen. Pas rond 1850 kwam er een moderne economische groei op gang.

Page 16: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

8.2 Modern Imperialisme:

Grondstoffen:De katoenfabrikanten profiteerden van de handelsnetwerken uit voorgaande eeuwen, zoals de trans-Atlantische handel. Uit Amerika kwamen schepen volgeladen met ruwe katoen. Maar er waren nog veel meer grondstoffen nodig. Omdat de meeste landen in Amerika onafhankelijk waren geworden, gingen de Europeanen zich concentreren op het veroveren van delen van Afrika en Azië. Zo konden ze beschikken over de grondstoffen die ze nodig hadden. Ze maakten de landen tot hun koloniën.

Afzetgebieden:Een ander motief voor kolonisatie werd het vinden van afzetgebied. Veel Europese landen waren ook al geïndustrialiseerd waardoor die afzetmarkt voor Engeland wegviel. Het opbouwen van een groot rijk door andere gebieden te veroveren noemen we Imperialisme. In deze periode wordt de inname van landen Modern Imperialisme genoemd, deze tijd onderscheid zich omdat er enorm veel landen in betrokken zijn.

Macht:Er werden ook gebieden veroverd om macht en aanzien voor een natie te verwerven. De gedachte was dat een land alleen meetelde als het veel omvangrijke koloniën had.Toen Frankrijk in 1871 in de Frans-Duitse Oorlog werd verslagen, werd duidelijk dat Frankrijk niet langer het machtigste land was op het vaste land in Europa. Voor eerherstel probeerden ze een zo groot mogelijk koloniaal rijk op te bouwen. Maar omdat meer landen dit wilden ontstond er een rivaliteit. De wedloop om het bezit van koloniën zou dan ook een van de dieperliggende oorzaken worden van de Eerste Wereldoorlog in 1914.Ook Duitsland begon aan het opbouwen van een koloniaal rijk, voor Duitsland zat er geen enkel economisch motief achter.

Sociaal-darwinisme:Naast de economische en politieke motieven is er ook nog het culturele of ideologische motief voor kolonisatie. In 1859 publiceerde Charles Darwin The Origin Of Species, een boek waarin hij zijn evolutietheorie uiteenzette. Het idee van “Survival of the fittest” gaf hij als verklaring voor de verschillende soorten in planten- en diersoorten. Eind 19e eeuw pasten westerse wetenschappers en politici dit ook toe op de menselijke samenleving. Deze Sociaal-Darwinisten kwamen tot de conclusie dat hun eigen volk en het eigen blanke ras superieur waren. De Europeanen zagen het als hun taak om hun eigen cultuur te verspreiden

De exploitatie van Congo:De Belgische koning Leopold II had de Britse ontdekkingsreiziger Stanley opdracht gegeven, om de binnenlanden van Afrika in kaart te brengen. Op de Koloniale Conferentie van Berlijn in 1885 werden de grenzen bepaald. Er werd hierbij niet gekeken naar bevolkingsgroepen, maar er werden zomaar strepen getrokken.In Congo was in het begin alleen ivoor van waarde voor de Europeanen. In 1888 werd ook rubber belangrijk, omdat de Schotse veearts John Boyd Dunlop de opblaasbare rubberband had uitgevonden, die precies op het juiste moment kwam voor de auto’s en de fietsen.Leopold II kon met Congo laten zien waar een kolonie voor diende: economische exploitatie, imperiale roem en nationale trots. De bevolking van Congo werd slecht behandeld. Dit stuitte binnen en buiten Europa wel op kritiek.

Page 17: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

8.3 Nationalisme en de Duitse eenwording:

De erfenis van Napoleon:Eind 18e eeuw bestond ´Duitsland´ uit meer dan driehonderd onafhankelijke steden, graafschappen, hertogdommen, koninkrijken en minivorstendommen. In 1813 brachten de gezamenlijke legers van Pruisen, Oostenrijk, Rusland en Zweden tijdens de Volkerenslag bij Leipzig het leger van Napoleon een zware nederlaag toe. Toen Napoleon definitief had verloren, werd het aantal Duitse staatjes teruggebracht tot ongeveer dertig, waarvan Pruisen het grootst en belangrijkst was.Tijdens het Congres van Wenen (1814-1815) werd Europa opnieuw ingedeeld. Pruisen stond een oostelijk deel af in ruil voor het Rijnland, aan de noordoostgrens van Frankrijk. Dit moest de stabiliteit van de regio vergroten.

Nationalisme en Romantiek:Na de Napoleontische periode kwamen de Duitse oorlogsvrijwilligers vol vaderlandsliefde terug uit de oorlog. In Duitsland ontstonden er Burschenschaften, dit waren studentenverenigingen die het verleden verheerlijkten en zich tegen buitenlandse invloeden keerden. Nationalisme en Romantiek ging hier hand in hand.Johann Gottfried Herder (1744-1803) gaf een theoretische basis aan dit Nationalisme. Mensen gingen zich verdiepen in de Duitse geschiedenis, ze gingen op zoek naar de cultuur, taal, volkssprookjes, roemrijke personen en gebeurtenissen die de identiteit van de Duitsers een historische basis kon geven. Deze vertegenwoordigers van het culturele nationalisme stonden onder invloed van de Romantiek.

Geen eenheid door overleg:Er ontstond al snel ook een politiek nationalisme. Dit kwam door de maatschappelijke veranderingen en de technische vooruitgang als gevolg van de Industriële Revolutie. Omdat Pruisen een versnipperd staatsgebied had, waren er een paar problemen. Het transport via de spoorwegen ging erg moeilijk, omdat bij elke grensovergang er tol moest worden betaald en alle paspoorten moesten worden gecontroleerd. Pruisen zette hierdoor de buurstaten onder druk, waardoor er in 1834 een Zollverein (Douane-unie) werd opgericht, Oostenrijk en Hannover zaten hier nog niet bij. In 1848 kwam er een parlement bijeen, om te discussiëren over de vraag hoe groot een toekomstige Duitse staat moest zijn. Er waren twee stromingen:

- Groot-Duitse gedachteo Gehele Donaumonarchie erbij, in ieder geval de Duitstalige gebieden.

- Klein-Duitse gedachteo Geen Donaumonarchie en dus ook geen Duitstalige delen daarvan.

Het werd het laatste en de Pruisische koning Wilhelm IV werd gevraagd om keizer van dit Duitsland te worden. Hij bedankte hiervoor, omdat hij niet wilde worden benoemd door het volk.In 1848 probeerden democraten een revolutie te veroorzaken, deze werd in bloed gesmoord.

Eenheid door oorlog:In 1862 trad Otto von Bismarck (1815-1898) aan als minister-president van Pruisen . Hij vond dat een oorlog met Oostenrijk en Frankrijk de enige manier was om een Duits Keizerrijk te kunnen vormen. In 1864 testte hij zijn leger door een oorlog met Denemarken uit te vechten. Om na wederzijdse provocaties in 1866 Oostenrijk aan te vallen. Deze Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog werd door Pruisen gewonnen en kon het koninkrijk Hannover inlijven. Generaal Helmuth von Moltke was hier erg belangrijk geweest, hij had slim gebruik gemaakt van de spoorwegen en de telegraaf. Hij had ook de dienstplicht ingevoerd. In het najaar van 1866 vormden 22 Duitste staten een statenbond: de Noord-Duitse Bond.

Page 18: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

In 1870 vond de Spaanse troonopvolgingskwestie plaats. Leopold van Hohenzollem stelde zich kandidaat. Frankrijk was hier niet blij mee, omdat ze dan ingesloten zouden raken tussen de Duitse koningen. Leopold ziet van de troon af, maar Frankrijk eist dat Duitsland afspreek dat ze voor eeuwig af zullen zien van de Spaanse troon. Von Bismarck paste het telegram van Wilhelm zo aan dat het heel agressief leek (Emser Depesche). Dit werd gepubliceerd in de kranten, waarna Napoleon III op 19 juli 1870 de oorlog verklaarde aan Pruisen. In januari 1871 capituleerde ook Parijs. Frankrijk moest een flinke schadevergoeding betalen en bovendien Elzas-Lotharingen afstaan. De overwinning had in Duitsland nationalistische gevoelens aangewakkerd. Bismarck zorgde dan ook voor de Duitse eenwording. De Zuid-Duitse staten sloten zich aan. Op 18 januari 1871 werd koning Wilhelm I van Pruisen in de Spiegelzaal van Versailles tot keizer uitgeroepen, Bismarck had hierop aangedrongen. Toen keizer Wilhelm II in 1888 aantrad ging het voor Bismarck niet goed meer. Deze twee hadden te verschillende meningen om door te gaan, waardoor Bismarck in 1890 gedwongen was om zijn ontslag in te dienen.

Page 19: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

8.4 De Sociale kwestie:

Ongestuurde urbanisatie:Door de industrialisatie was er een grote bevolkingsgroei. De steden groeiden enorm hard. Voor alle mensen die in de fabriekssteden gingen wonen, werden in hoog tempo veel huizen gebouwd. Er ontstonden al snel krottenwijken, omdat er weinig geld, kennis en tijd in werd gestoken. De huizen werden neergezet door de ondernemers, die hier natuurlijk weinig geld aan kwijt wilden. Ook de voedselvoorziening was een groot probleem. De arbeidersklasse was hierdoor vaak slachtoffer van erge ziektes.

De Sociale kwestie:In de loop van de 19e eeuw kwamen er sociaal bewogen burgers voor de arbeiders op. Ze brachten de misstanden onder de aandacht. Hieronder volgen er een paar:

- Slechte huisvesting- Lage lonen- Lange werkdagen- Ongezond werkklimaat- Onveilige productieruimtes

De maatschappelijke discussie die hierdoor in gang werd gezet, wordt de sociale kwestie genoemd. In de 2e helft van de 19e eeuw werd het oplossen van de sociale kwestie het belangrijkste politieke thema. Er waren echter ook voorstanders van de industriële samenleving zoals hij was. Een voorbeeld daarvan is Andrew Ure.

Het individu centraal:Adam Smith (1723-1790) kwam met de basis van het liberalisme. Bij het liberalisme staat het vrije, ondernemende individu centraal. De liberalen vonden dat de staat zich zo min mogelijk met de economie moest bemoeien. Ze vonden dat iedereen zichzelf omhoog zou kunnen werken. Op intellectueel vlak streden de liberalen tegen godsdienstfanatisme en censuur. Iedereen moest zijn eigen opvattingen kunnen ontwikkelen en die mogen uitdragen.

Karl Marx:Begin 19e eeuw gingen veel mensen de straat op om hun wensen kenbaar te maken. Ze eisten een rechtvaardiger maatschappij, redelijke lonen en meer politieke zeggenschap. In 1848 kwam er een boek van Karl Marx en Friedrich Engels, welke de theoretische basis zou worden voor het socialisme, een verzamelnaam voor een nieuwe politieke stroming die volledige gelijkheid van de mensen nastreefde. Marx stelde dat er in elk maatschappijtype een bezittende en een niet-bezittende klasse is. In de 19e eeuw waren dat volgens Marx de bourgeoisie (de rijke burgerij) en het proletariaat (de arbeiders). De verschillen tussen deze twee zouden zo groot worden dat het proletariaat wel in opstand zou moeten komen. Volgens het marxisme, ook wel communisme genoemd, zou die klassenstrijd gewonnen worden door het proletariaat. Hij voorzag dan een overgangsfase, waarin proletariërs zouden leren omgaan met hun nieuw verworven vrijheid en verantwoordelijkheid. De vroegere machthebbers zouden zich uiteindelijk ook aansluiten en alle productiemiddelen zouden gemeenschappelijk bezit worden. In deze klassenloze samenleving krijgt iedereen wat ze nodig hebben en zou iedereen tevreden zijn, een beetje het paradijs op aarde.

Page 20: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Ruzie over de route:De arbeiders kregen het echter niet slechter, maar juist beter. Omdat de voorspelde revolutie maar uitbleef gingen sommige aanhangers van Marx twijfelen. Sommige bleven wachten op de revolutie en anderen, de sociaaldemocraten, bleven streven naar een klassenloze samenleving. Het verschil tussen deze twee groepen is dat de sociaal democraten de klassenloze samenleving wilden bereiken door het stapsgewijs opbouwen ervan via sociale wetten. Ze wilden deze ideale samenleving tot stand brengen via de parlementaire democratie, door een uitbreiding van het kiesrecht. Het aandeel van communisten in de meeste West-Europese landen was minder dan die van de sociaaldemocraten.

Page 21: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

8.5 Een nieuwe grondwet:

Koning Willem I:In de 17e en 18e eeuw was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uniek. Bijna alle andere staten waren monarchieën met een erfelijke koning of keizer aan het hoofd. In de Republiek hadden de Staten-Generaal de macht en namen de afgevaardigden van de zeven gewesten samen de besluiten. Toen de Franse revolutionaire troepen in 1795 de Republiek veroverden, moest stadhouder Willem V naar Engeland vluchten. Na de val van Napoleon kreeg de zoon van de laatste stadhouder, prins Willem Frederik, het oppergezag aangeboden. Hij moest wel beloven dat er een nieuwe grondwet zou komen. Deze grondwet werd op 29 maart 1814 aangenomen en werd de prins tot Koning Willem I beëdigd. Hierdoor was Nederland een constitutionele monarchie geworden. Ondanks alles was er nog geen sprake van een democratie door de macht van Willem I.

De Belgische opstand:In het Zuiden waren de mensen niet blij met de Nederlandse regering. In 1830 kwam het tot een uitbarsting door katholieken, Franstaligen en liberalen. Hiermee was de Belgische Opstand een feit.Koning Willem I stuurde de kroonprins met een leger naar Brussel, maar deze kwam zonder succes terug. Op 4 oktober verklaarde een Voorlopig Bewind ,de Zuidelijke Nederlanden onafhankelijk.In augustus 1831 stuurde de koning opnieuw een leger, dit is later bekend geworden als de Tiendaagse Veldtocht, het werd geen succes. De grote mogendheden steunden Koning Willem I niet langer en in 1839 werd het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opgedeeld in twee onafhankelijke staten: Nederland en België. In Nederland veranderde er hierdoor weinig, behalve dat Koning Willem I in 1840 aftrad omdat hij zich persoonlijk gekrenkt voelde.

Thorbecke:Willem II werd koning en erfde een bijna lege schatkist, want door de afscheiding van België moest Nederland nu alleen de staatsschuld aflossen. Die schulden waren flink opgelopen door de kosten die de Belgische Opstand met zich mee hadden gebracht. De burgers moesten dit betalen door middel van belasting. Vanaf 1845 kwam er ook nog eens een hongersnood bij door mislukte aardappeloogsten. De onvrede in Nederland nam, net zoals in andere landen, erg toe. Uit angst voor een revolutionaire beweging besloot Willem II in maart 1848 mee te werken aan een nieuwe grondwet. Leider van de liberalen, Johan Thorbecke kreeg de opdracht om deze te schrijven. De koning werd in één nacht van conservatief, liberaal en zette zijn handtekening. Op 3 november 1848 werd de nieuwe grondwet plechtig afgekondigd. De macht van de volksvertegenwoordiging (1e en 2e kamer) was in deze nieuwe grondwet uitgebreid en die van de koning en de regering ingeperkt. De volksvertegenwoordiging zou worden gekozen door mannen die een minimumbedrag aan belasting betaalden (censuskiesrecht).

Page 22: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

8.6 Emancipatie en politieke strijd:

Opkomst politieke stromingen/emancipatiebewegingen, democratisering steeds meer M/V deelname politieke proces Hoe werd politiek gedemocratiseerd?

ENG macht koning van oudsher ingeperkt, iedere hervorming wet/bestuur moest door parlement goedgekeurd worden Parlement bestond uit Hogerhuis (House of Lords) & Lagerhuis (House of Commons) = uit belangrijke families = gekozen via districtenstelsel = 2 afgevaardigden district

Sinds 1688 waren grenzen van districten X aangepast, districten ++ mensen woonden zaten bijna X in Lagerhuis Grootgrondbezitters domineerde Britse bestuur = weinig oog voor belangen fabrikanten Fabrikanten/arbeiders wouden hervorming districten, voor meer invloed = bijeenkomsten/demonstreren Autoriteiten traden streng op (1819 Machester) Duidelijk dat hervorming X via straat bereikt kon worden = Fabrikanten + arbeiders moesten samenwerken, ook al waren hun doelen verschillend = 1832 werd Reform Act aangenomen Hiermee verloren 86 kiesdistricten hun vertegenwoordiging in Lagerhuis Min. eis van kiesrecht werd verlaagd, waardoor het aantal mannelijke kiezers toenam

ChartistenNa aannemen Reform Act werd roep om verdere hervormingen ++1 beweging hield mensen ++ bezig = Chartisme = Van 'People's Charter' dat William Lovett in 1838 had opgesteld = Zijn hoofddoel was algemeen kiesrecht (voor mannen) + jaarlijkse geheime verkiezingen + passief kiesrecht uitbreiden + vergoeding mensen met --inkomen lid Lagerhuis + verandering van districten

Chartisme groeide o.l.v. Feargus O'Conner uit tot ++ bewegingDoordat regering sociale veranderingen doorvoerde + anderen hervormers ideeën overnamen verdween bewegingMidden 19e eeuw maakte in Engeland ook liberale beweging de dienst, net als in andere landen uitbreiding kiesrecht

FeministenNL begon Industriële revolutie laat, daardoor hadden vrouwen weinig betaald werk = verzorging van huis/gezin 2de helft 19e eeuw steeds meer onvrede over ondergeschikte positie van vrouw. Overal in W landen was na 1870 beweging ontstaan die opkwam voor de rechten van de vrouw = feminisme In NL was dat Wilhelmina Drucker Verwerven van kiesrecht, om invloed te krijgen op wetgeving

Page 23: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Openbaar of Bijzonder onderwijs?Pas in grondwet 1848 werd vrijheid van GD opgenomen = Weg vrij voor eman cip atiebeweging van katholiekenConfessionelen stoorden zich aan manier onderwijs was georganiseerdKatholieken + Protestanten vonden elkaar in Schoolstrijd = Ze wilden dat overheid Bijzondere Scholen op dezelfde manier zou financieren als Openbaar Onderwijs 1878 werd in Parlement wel nieuwe onderwijswet opgenomen, maar nog steeds X financiële gelijkstelling geregeld

Bundeling van politieke krachtenNL had in 19e eeuw nog districtenstelsel, waren evenveel kamers als districtenTot Schoolstrijd een politieke strijd werdAbraham Kuyper slaagde erin aantal kiesdistrictkandidaten op lijst krijgen die zich wilden inzetten voor Schoolstrijd = uit deze samenwerking ontstond in 1878 1ste politieke partij = Anti Revolutionaire Partij 1882 richtte Domela Nieuwenhuis = Sociaal Democratische Bond = hij 1ste socialist die 1888 in 2de Kamer werd gekozen Katholieken en Protestanten vormden toen verbond tegen 'het rodgevaar' (=socialisme)Toch zou ++ tijd vergen voordat confessionelen/socialisten invloed konden uitoefenen op wetgeving1887 werd grondwet aangepast waardoor kiesrecht kon worden uitgebreid. 1896 werd Kieswet pas echt aangepast = bepaalde diploma’s, bezit huis met waarde, min. bedrag spaargeld, inkomen de voorwaarden voor kiesrecht = aantal mannelijke keizers veranderde door kieswet van 300.000 naar 600.000, vrouwen hadden X kiesrecht

Politieke strijdbijl begravenWOI leidde ertoe dat politieke stromingen gedwongen werden om samen te werkenOntstond gevoel van nationale 1heidRegering maakte daarvan gebruik om 2 kwesties optelossen: - Schoolstrijd - KiesrechtkwestieConfessionelen zouden akkoord gaan met financiële gelijkstelling van onderwijs, maar dan moesten ze ook instemmen met invoering van algemeen kiesrecht

1918 werd ook districtenstelsel vervangen door evenredige vertegenwoordiging stelsel 1ste verkiezing leverde aardverschuiving: Liberalen van 31 naar 15 zetels Sociaaldemocraten van 15 naar 22 zetels Confessionele partijen kregen meer dan helft van aantal zetels Rooms-katholieke Staatspartij RKSP grootste 2de Kamer, 30 zetels Kon nu aanpassing plaatsvinden van kieswet: 5 juli 1922 mochten NL vrouwen voor eerst stemmen = met Algemeen Kiesrecht is democratisering voltooid

Page 24: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Hoofdstuk 9: Tijd van wereldoorlogen:

H9 Oriëntatie:Tijdvak: Tijd van wereldoorlogenPeriode: Moderne TijdTijd: 1900-1950

Begrippen:Anschluss: De annexatie van Oostenrijk door Duitsland in 1938.

Antisemitisme: Vijandigheid jegens joden dat al sinds het begin van de christelijke jaartelling bestaat.

Appeasement: Term voor de buitenlandse politiek van de Britse premier Chamberlain ten opzichte

van Duitsland in de periode 1937-1939, gericht op het vermijden van conflicten.

Bezetting: Innemen en overheersen van een gebied.

Bolsjewieken: Communisten onder leiding van Lenin. De term betekent letterlijk: meerderheid.

Communicatiemiddelen: De wijzen waarop en waarmee berichten worden doorgegeven.

Communisme: Politieke stroming met als voornaamste streven gelijkwaardigheid en

gemeenschappelijk bezit.

Conferentie van München: Verdrag uit 1938 tussen Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland en Italië

waarin de annexatie van Sudetenland door Duitsland werd geaccepteerd.

Crisis: Keerpunt, beslissend moment waarna alles verandert; ook: economische neergang.

Dawes-plan: Een overeenkomst uit 1924 die het mogelijk moest maken dat Duitsland zijn

herstelbetaling kon doen.

Discriminatie: Ongelijk behandelen.

Entente Cordiale: Verdrag tussen Groot-Brittannië en Frankrijk uit 1904 over de invloedsferen in

Afrika. Indirect werd afgesproken om, wanneer Duitsland of één van haar partners zou mobiliseren,

Duitsland onmiddellijk op twee fronten aan te vallen.

Fascisme: Extreem nationalistische en totalitaire politieke stroming.

Februarirevolutie: Het begin van de Russische Revolutie in februari 1917. Het onmiddellijke resultaat

ervan was het gedwongen aftreden van tsaar Nicolaas II.

Gelijkschakeling: Nationaalsocialistische term waarmee alle maatregelingen (vanaf 1933) worden

geduid die bedoeld waren om van Duitsland een totalitaire staat te maken.

Genocide: Geplande volkerenmoord.

Goelag-archipel: Systeem van straf- en werkkampen in de Sovjet-Unie.

Grote Depressie: Economische wereldcrisis tijdens de jaren dertig van de twintigste eeuw.

Grote Terreur: Periode in de Sovjet-Unie van 1934 tot 1938, waarin ‘vermeende’ tegenstanders van

Stalin werden verbannen of vermoord.

Page 25: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Ideologie: Een leer of maatschappelijke opvatting.

Isolationisme: Politiek waarbij een land zich niet richt op aangelegenheden in andere landen, zonder

zich van het buitenland af te keren.

Massaorganisatie: Een enorm grote vereniging.

Massavernietigingswapens: Werktuigen die in korte tijd voor een groot aantal slachtoffers zorgen.

Molotov-Von Ribbentrop-pact: Een niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en de Sovjet-Unie uit 1939.

Nationaalsocialisme: Fascisme en antisemitisme.

Neurenbergerwetten: Racistische, antisemitische wetten uit 1935 in Duitsland.

New Deal: De economische politiek van president Roosevelt, gebaseerd op de ideeën van de Britse

econoom Keynes.

Nieuwe Economische Politiek (NEP): Een tijdelijke en gedeeltelijke terugkeer van het kapitalisme om

de economie van de Sovjet-Unie weer op gang te krijgen. Maatregelen in 1921 door Lenin genomen.

Oktoberrevolutie: Opstand van de bolsjewieken in oktober 1917 met de bezetting van strategische

plaatsen in Petrograd.

Propaganda: Reclame maken voor een partij of een idee.

Racisme: Ongelijk en slecht behandelen van mensen op basis van lichamelijke kenmerken.

Rode Terreur: Periode van communistisch schrikbewind tijdens de Russische Burgeroorlog tussen

1917 en 1921.

Triple Alliantie: Een verdrag tussen het Duitse keizerrijk, Oostenrijk-Hongarije en Italië uit 1882. De

landen spraken af om elkaar te steunen in het geval van een aanval op een van hen door twee of

meer grootmachten.

Triple Entente: Alliantie tussen Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland uit 1907.

Totalitarisme: Ideologie die de hoogste waarde toekent aan de staat, waaraan het individu helemaal

ondergeschikt is.

Verdrag van Versailles: Verdrag waarmee in 1919/1920 de Eerste Wereldoorlog formeel werd

beëindigd.

Verzuiling: Indeling van de maatschappij in groepen met dezelfde geloofs- of levensovertuiging.

Volkenbond: Voorloper van de Verenigde naties opgericht in 1921.

Volksfront: Een samenwerkingsverband van linkse politieke partijen en organisaties.

Vrede van Brest-Litovsk: Vredesverdrag tussen de communisten in Rusland en Duitsland, in maart

1918. Als gevolg hiervan stapte Rusland uit de Eerste Wereldoorlog wat voor Duitsland het einde van

de tweefrontenoorlog betekende.

Wereldoorlog: Oorlog tussen veel staten en gevoerd op mondiale schaal.

Page 26: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

9.1 Van eeuwwisseling naar wereldoorlog (1900-1914):

Kenmerkende aspecten:- Het voeren van twee wereldoorlogen.- De crisis van het wereldkapitalisme.- Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.

De kern:Rond 1900 gingen de technische ontwikkelingen steeds sneller. De Verenigde Staten gingen voorop in dit moderne tijdperk. In Rusland stond het industrialisatieproces nog in de beginfase. Groot-Brittannië was de grootste wereldmacht. Frankrijk was ook een wereldmacht met veel koloniën. Duitsland was een wereldmacht in opkomst, de industrialisatie zette zich in een heel hoog tempo voort. Na het in bezit nemen van Elzas-Lotharingen, door Duitsland op Frankrijk, kon Frankrijk de ontwikkelingen van Duitsland niet meer bijbenen.

Perspectief:De industriële revolutie had economische, sociale, politieke en culturele aardverschuivingen tot gevolg. Europa zocht naar een nieuw evenwicht. Duitsland dat zich heel snel ontwikkelde eiste een plaats op het internationale wereldtoneel op. Dit eindigde met de Eerste Wereldoorlog.

Onderzoeksvraag:Hoe zagen de internationale verhoudingen eruit voor de Eerste Wereldoorlog?

Een nieuwe grootmacht: Duitsland:De Verenigde Staten waren begin 20e eeuw nog steeds het modernste land van de wereld. Ze hadden toen politiek weinig te maken met Europa. Dit kwam door het isolationisme, de onthouding van bemoeienis in politieke aangelegenheden in het buitenland. West-Europa was echter nog steeds het economische en politieke centrum van de wereld. In de periode 1900-1914 streden Groot-Brittannië en Duitsland om de macht in Europa. De Duitse industrie groeide enorm sinds de vorming van het keizerrijk in 1871. Omdat het later geïndustrialiseerd was dan Groot-Brittannië en Frankrijk, hadden ze wel gelijk de nieuwste technische vindingen. Ze hadden de achterstand dus al snel ingehaald. Rond 1900 was Duitsland internationaal gezien een serieuze speler. De Duitsers wilden net als Groot-Brittannië veel koloniën bezitten, omdat ze jaloers waren op de macht van het Britse Imperium. Om dit te bereiken was er wel een sterke vloot nodig. In 1889 begon Wilhelm II met het versterken van de vloot. Groot-Brittannië moest hier wel op antwoorden door ook mee te gaan. Deze wapenwedloop zorgde voor een hele reeks nieuwe vlootwetten.

Bondgenootschappen en wraak:Als gevolg van de wapenwedloop met Duitsland ging Groot-Brittannië opzoek naar een partner op het vasteland van Europa. De Fransen maakten zich ook zorgen om de ambities van Duitsland en sloten zich bij Groot-Brittannië aan. Dit vriendschapsverdrag wordt de Entente Cordiale (1904) genoemd. Frankrijk had nog wraakgevoelens tegenover Duitsland vanwege de inname van de provincie Elzas-Lotharingen, in de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871). De Fransen wilden dit terug. Het uitroepen van het Duitse keizerrijk in de Spiegelzaal in het paleis in Versailles (1871), was een enorme vernedering geweest voor de Fransen, ze waren woest. In 1892 sloot Frankrijk ook een bondgenootschap met Rusland, waardoor Duitsland ingeklemd zat. Toen Groot-Brittannië ook een vriendschapsverdrag met Rusland sloot waren de Fransen blij. Deze verdragen leiden langzaam tot een bondgenootschap: de Triple Entente (1907).

Page 27: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Rusland was een zwakke bondgenoot. Het land was nog niet voldoende ontwikkeld en werden nog geregeerd door een autocratische keizer, een Tsaar. De binnenlandse politiek was gericht tegen de tsaar. Ook liep Rusland gezichtsverlies op toen het een oorlog tegen Japan verloor (1904-1905). Rond 1910 gaf Duitsland al veel aanstoot. Landen als Frankrijk, Groot-Brittannië en Servië maakten zich al zorgen. Dit werd alleen maar erger toen Duitsland probeerde invloed te krijgen in Turkije en Duitslands bondgenoot Oostenrijk-Hongarije, de Donau-monarchie, in 1908 Bosnië en Herzegovina inlijfde.

Antwoord op de onderzoeksvraag:Groot-Brittannië was het machtigste land in Europa. Duitsland kwam er echter al snel achteraan. Ze hadden al snel een modernere industrie. Ze wilden net als Groot-Brittannië een groot koloniaal rijk opbouwen. Hiervoor versterkten ze de vloot, wat tot spanning leidde. Uit angst werden er allerlei bondgenootschappen gevormd. De spanning in Europa liep alleen maar op, omdat Duitsland steeds gevaarlijker werd, door bijvoorbeeld in Turkije invloed te krijgen en doordat bondgenoot Oostenrijk-Hongarije Bosnië en Herzegovina inlijfde.

Page 28: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

9.2 De Eerste Wereldoorlog (1914-1918):

Kenmerkende aspecten:- Het voeren van twee wereldoorlogen.- De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van

massaorganisatie.- Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de

betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

De kern:Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog geloofden alle strijdende partijen in een snelle overwinning. Het was echter al snel duidelijk dat dit niet zo was. Er waren enorm veel doden. Ook politiek neutrale landen ondervonden de gevolgen van de oorlog. Pas de deelname van de Amerikanen (1917) forceerde de eindbeslissing (1918).

Perspectief:Nationalisme, chauvinisme (overdreven vaderlandsliefde), imperialisme en een wapenwedloop waren de dieperliggende oorzaken die in 1914 de oorlog veroorzaakten. Het incident, de politieke moord op Franz-Ferdinand, de prins van Oostenrijk, gaf doorslag tot de oorlogsverklaring van Oostenrijk, wat leidde tot de oorlog.

Onderzoeksvraag:Hoe verliep de Eerste Wereldoorlog?

Plannen voor de oorlog:In 1914 stonden twee bondgenootschappen tegenover elkaar: de Triple Entente van de Geallieerden, en de Triple Alliantie (Italië, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije). Duitsland en Oostenrijk-Hongarije werden ook wel de Centralen genoemd. Rusland was een zwakke schakel door de achterlopende industrieën. Oostenrijk-Hongarije was een zwakke schakel, omdat er veel nationalistische ontevredenheden binnen het rijk waren, vanwege de vele volken. Duitsland was niet blij met de Frans-Russische samenwerking, omdat ze zo tussen twee fronten lagen. In 1906 werd daarom het Von Schlieffenplan uitgewerkt. Met dit plan moest eerst snel Frankrijk verslagen worden, zodat de Russen nog niet zouden zijn gemobiliseerd. Frankrijk had al sinds de Frans-Duitse Oorlog forten langs de oostgrens gebouwd, om Elzas-Lotharingen te kunnen heroveren. Ook werd de dienstplicht verlengd van 2 naar 3 jaar. Frankrijk werd gedreven door wraakgevoelens tegen Duitsland. In de overige landen lagen de blauwdrukken al wel klaar over ‘hoe te handelen’ bij een internationaal conflict.

De directe aanleiding:Op 28 Juni 1914 werd kroonprins Franz-Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije vermoord. Hij was op inspectiebezoek in Sarajevo om de legers te inspecteren. De route van de optocht was bekend. Ook bij de Nationalistische beweging “Zwarte Hand”. Na 1 mislukte aanslag ging Ferdinand naar burgemeester om zijn woede daarover te uiten, hij wilde naar het ziekenhuis om de gewonde te bezoeken, maar dit kreeg de chauffeur niet mee. De chauffeur stopte even op een kruispunt, waar Gravilo Princip uit het publiek stapte en Franz-Ferdinand en zijn vrouw dood schoot. Hiermee ontstond de Juli crisis. 6 Juli verklaarde Duitsland onvoorwaardelijke steun aan Oostenrijk-Hongarije. Ze zochten geen diplomatieke oplossing (Blanco Cheque). 23 juli stelden ze een ultimatum van 48 uur aan Servië: Oostenrijk eist dat zij jacht mogen maken op terroristen in Servië. Dit mag natuurlijk niet, omdat het de soevereiniteit van Servië schendt. Het is dus een onmogelijke eis voor Servië. Servië verwierp op 25 juli het ultimatum. Op 28 juli verklaarde Oostenrijk-Hongarije dan ook de oorlog.

Page 29: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Oorlog:Vanaf 28 juli 1914 werden de legers overal gemobiliseerd. Mensen waren erg blij met de oorlog. Militarisme en Nationalisme gingen namelijk hand in hand. Op 4 augustus 1914 trokken Duitse legers België binnen. Het Von Schlieffenplan trad in werking. Dit verliep snel en gewelddadig, veel weerloze mensen werden geëxecuteerd. Begin september zaten de Duitsers al in Frankrijk. Tussen 5 en 12 september werd er zwaar strijd geleverd bij de rivier de Marne (Slag bij Marne I). De Duitse opmars kwam echter tot stilstand in een loopgravenoorlog. Dit had niemand kunnen voorspellen. Het werd een oorlog met veel doden. Onder andere door de inzet van nieuwe wapens, zoals tanks, vlammenwerpers, vliegtuigen en het massavernietigingswapen gifgas (mosterdgas). Op het oostfront kwam de opmars pas later tot stilstand, omdat de frontlijn veel breder was. Oostenrijk-Hongarije streed aan het oostfront en op de Balkan en Turkije raakte bij de Bosporus (doorgang van de Zwarte Zee naar de Middellandse Zee) slaags met de Britten. In 1915 wisselde Italië van kant in ruil voor de belofte van land (Zuid-Tirol), ze streden nu mee met de Geallieerden. Pas in 1917 werd ook de duikbotenoorlog afgekondigd door Duitsland. Hierbij kwamen ook veel politiek-neutrale boten ten onder. Dit was in april 1917 de reden voor de Amerikanen om de politiek van isolationisme los te laten en aan de oorlog deel te nemen. Omdat hierdoor bijna alle continenten betrokken waren bij de oorlog noemen we het een wereldoorlog. Het oostfront was ineens weg na de Vrede van Brest-Litovsk (1918) tussen Rusland en Duitsland. De Duitse soldaten werden weer naar het westfront gebracht, om de overwinning te forceren (Slag bij de Marne II). Door deserterende soldaten en de Amerikaanse troepen aan geallieerde kant (met lichte en zeer mobiele tanks), liep de aanval van de Duitsers vast. In de herfst van 1918 kwam het einde van de Eerste Wereldoorlog in zicht. In Turkije, Oostenrijk-Hongarije en Duitsland braken revoluties uit. Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand gesloten na het gedwongen aftreden van de Duitse keizer.

Antwoord op de onderzoeksvraag:In het begin verliep de opmars van de Duitsers spoedig, maar al snel veranderde de oorlog in een loopgravenoorlog. Er vielen miljoenen doden door bijvoorbeeld de massavernietigingswapens (bijv. gifgas). Italië wisselde in 1915 al van Duitse kant, naar de Geallieerde kant. In 1917 besloten de Verenigde Staten om ook mee te doen. In de Slag bij de Marne II liep de aanval van de Duitsers vast door deserterende soldaten en de Amerikaanse hulp aan de Geallieerde kant. Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand gesloten.

Page 30: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

9.3 De Russische Revolutie en de Sovjet-Unie onder Stalin:

Kenmerkende aspecten:- Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en

fascisme/nationaalsocialisme.- De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van

massaorganisatie.

De kern:Rusland lag in 1914 nog ver achter in de industriële ontwikkelingen op West-Europa. Tsaar Nicolaas II regeerde als een absolute koning net als voor de Franse Revolutie. Onder andere door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog brak in februari 1917 een revolutie uit. In november 1917 (oktober in Rusland), volgde een revolutie van de communisten onder leiding van Lenin en Trotski. Na een burgeroorlog werd in 1921 de Sovjet-Unie uitgeroepen. Het communisme werd met harde hand ingevoerd. Onder Lenins opvolger Stalin, moest iedereen zich inspannen om de industriële achterstand in te halen op het Westen. Tegenstanders van het communistische systeem werden uit de weg geruimd.

Perspectief:Karl Marx beschreef in de 19e eeuw een maatschappij op basis van gelijkheid. Dit was het beginsel van het communisme, het werd echter niet uitgevoerd. Veel mensen werden onderdrukt en naar schatting werden er 11 miljoen mensen vermoord.

Onderzoeksvraag:Hoe is het communisme in Rusland ingevoerd en wat waren de gevolgen ervan in de periode tussen 1917 en 1939?

Revolutie in Rusland:In 1914 was 75% van de Russische bevolking op het platteland. Ze produceerden voor eigen levensonderhoud (autarkie) en waren analfabeet. Tsaar Nicolaas II wilde niet meedoen aan de Eerste Wereldoorlog, al helemaal niet na de nederlaag tegen Japan (1904-1905), waarin duidelijk werd dat het leger slecht was. Onder druk van zijn bondgenoten deed hij dit echter toch. Rusland verloor veel, en omdat miljoenen boeren als soldaat dienden, lag de voedselproductie stil. Begin 1917 was de voedselvoorziening zo slecht, dat de stedelingen in opstand kwamen en de soldaten gingen muiten.Politici uit de Doema (het parlement) riepen in februari 1917 de revolutie uit, de Februarirevolutie. Alexander Kerenski werd de voorlopige liberale leider van de regering. Overal ontstonden sovjets, een soort volksraden. Door de aanhoudende oproer, moest tsaar Nicolaas II in maart aftreden. Zijn hele familie werd in gevangenschap vermoord. De geallieerden erkenden Kerenski’s regering, omdat hij beloofde de oorlog voort te zetten. Duitsland smokkelde ondertussen Vladimir Iljitsj Oeljanov (schuilnaam: Lenin) en Lev Trotski terug Rusland in, omdat zij beloofden uit de oorlog te stappen als de aan de macht waren gekomen. De Doema accepteerden de plannen van Lenin niet, waardoor de aanhangers, de bolsjewieken (bolsje betekent meer, dus: de meerderheid) een staatsgreep: de Oktoberrevolutie.

Invoering communisme onder Lenin:In januari 1918 pakten verkiezingen slecht uit voor de bolsjewieken, ze accepteerden deze nederlaag niet, maar radicaliseerden hun revolutionaire standpunten. Politieke tegenstanders gingen elkaar met geweld te lijf. De bolsjewieken onderdrukten de grondwetgevende vergadering, arresteerden hun politieke tegenstanders en stelden de pers onder censuur. Om greep te krijgen op de Russische bevolking, werd de Tsjeka ingevoerd (geheim politieapparaat). Vanaf 1918 terroriseerde de Tsjeka de bevolking, dit wordt de Rode Terreur genoemd.

Page 31: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

In maart 1918 sloot Lenin vrede met Duitsland met de Vrede van Brest-Litovsk. Ze deden hiermee afstand van Estland, Letland, Litouwen, Polen en Oekraïne. Het oostelijke deel van Oekraïne werd in 1922 weer worden ingelijfd. In een burgeroorlog om de macht vochten de Witten (medestanders van de tsaar) samen met de Geallieerden tegen het Rode Leger, dat onder leiding van Trotski stond. Na de overwinning van de bolsjewieken in 1921 werd de Sovjet-Unie uitgeroepen. Volgens de ideeën van Karl Marx kwam de communistische heilstaat er vanzelf, als de communisten tijdelijk de macht zouden overnemen, totdat de bevolking in staat zou zijn om volgens het communisme te leven. In de praktijk liep dit niet zo makkelijk. Er was veel honger en de organisatie verliep nog slecht. In twee jaar tijd waren er al 2 miljoen mensen gestorven aan de honger. Lenin introduceerde daarom in 1921 de Nieuwe Economische Politiek (NEP). De industrie, de banken en de handel met het buitenland bleven in handen van de staat, maar de boeren mochten hun landbouwoverschotten, na het betalen van belasting in natura, weer verkopen op de markt. Door een kleine terugkeer naar het kapitalisme, probeerde Lenin de bevolking te motiveren. Dit lukte, de voedselsituatie ging vooruit en de arbeiders gingen aan de slag. Onderwijs was de sleutel tot het vormen van een nieuwe samenleving. Kinderen leerden de communistische leefwijze. Kerken werden vernietigd en religie werd verboden, communisme moest hiervoor in de plaats komen.

Collectivisatie en terreur onder Stalin:Na Lenins dood in 1924 streden Trotski en Josif Vissarionovitsj Dzjoegasjvili, bijgenaamd Stalin, om de macht. Trotski werd uiteindelijk verbannen. Stalin was dictator van 1927 tot 1953. Hij verhevigde de terreur, met als doel de industriële achterstand op het Westen binnen tien jaar in te halen. Hij begon met het hervormen van de landbouw. Hij schafte de NEP af en collectiviseerde de landbouw. Het arbeidsoverschot dat ontstond gebruikte hij voor de opbouw van de industrie. De collectivisatie gebeurde onder dwang van het Rode Leger en de sovjets. Alles werd van de staat. Wie protesteerde werd vermoord of verdween in de Goelag-archipel, de straf- en werkkampen in onherbergzame streken. In de Vijfjarenplannen werden nogal ambitieuze productiequota vastgesteld voor de zware industrie. Alle productiemiddelen werden ingezet voor de mijnbouw, staalproductie, machines en tractoren voor de landbouw, de bouw van elektriciteitscentrales en chemische fabrieken. De infrastructuur werd verbeterd voor de zware industrie. Voor de controle op de uitvoering van de Vijfjarenplannen kwam er een enorm ambtenarenapparaat. Discipline werd afgedwongen door strafmaatregelen. Voor productie van consumptiegoederen was geen plaats, waardoor de leefomstandigheden slecht waren. Ondanks alle negatieve gebeurtenissen noemde Stalin de collectivisatie en de Vijfjarenplannen de successen van het communisme.Stalin werd net als Lenins persoon verheerlijkt. Weinig mensen durfden kritiek te leveren, elk jaar verhevigde de terreur van Stalin. De zuiveringsacties van de Tsjeka in de jaren dertig troffen zelfs communisten. De periode 1936-1938 wordt zelfs aangeduid als de Grote Terreur. Velen werden zonder eerlijk proces veroordeeld tot de Goelag of geëxecuteerd. Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire staat. Loyaliteit aan de ideologie is daarvoor een vereiste en iedere vorm van kritiek is gevaarlijk. Ondanks dat de industrialisatie met een enorm tempo ging, werd de Sovjet-Unie geen heilstaat.

Antwoord op de onderzoeksvraag:Het communisme werd door middel van geweld ingevoerd in Rusland onder leiding van Lenin. Politieke tegenstanders werden met geweld uit de weg geruimd. Onderwijs was belangrijk om de communistische ideeën onder de bevolking te verspreiden. Kinderen werden met de ideologie opgevoed. Toen Stalin in 1927 Lenin opvolgde, verhevigde de terreur. De landbouw werd gecollectiviseerd en er werd alles aan gedaan om de industriële achterstand in te halen. Dit aan de hand van de Vijfjarenplannen. Terreur en strenge straffen zorgden voor de discipline in de Sovjet-Unie. Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire staat.

Page 32: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

9.4 Vrede na afloop van de wereldoorlog?

Kenmerkende aspecten:- Het voeren van twee wereldoorlogen.- De crisis van het wereldkapitalisme.

De kern:Na de Eerste Wereldoorlog was nog lang niet alles in orde. De economie was nog niet op gang en een griepgolf kostte tientallen miljoenen mensen het leven. Frankrijk en Groot-Brittannië eisten veel van Duitsland. Duitsland werd financieel uitgekleed en het moest het belangrijke zware-industriegebied Elzas-Lotharingen en zijn koloniën afstaan. De Duitse economie herstelde hierdoor niet en raakte in een crisis. Rechts-radicale bewegingen als fascisme en nationaalsocialisme kregen hier veel aanhang. Amerikaanse steun aan de Duitse economie bracht een verandering in West-Europa die onbedoeld een grote rol ging spelen in de Europese internationale betrekkingen.

Perspectief:Herstel naar een normaal leven na een oorlog is moeilijk. Naast trauma’s zijn er ook politieke schades naast materiële schades. Naast dit probleem maakte de wereldwijde griepepidemie het herstel nog moeilijker.

Onderzoeksvraag:Wat waren de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog; welke afspraken zijn er met de verliezers gemaakt en hoe is geprobeerd om nieuwe internationale conflicten te voorkomen?

Oorlogsslachtoffers en Spaanse griep:Het aantal gesneuvelde soldaten van de Eerste Wereldoorlog is zo’n 9 miljoen. Daarnaast zijn er nog heel veel oorlogsslachtoffers. Het is moeilijk om dat aantal te noemen, omdat er na de oorlog nog eens tientallen miljoenen mensen dodelijk getroffen werden door de grieppandemie rond 1918-1919. Deze griep begon in mei 1918 in Spanje en verspreidde zich snel. Wereldwijd kregen mensen de griep. Het openbare leven kwam tot stilstand door deze epidemie.

Vredesverdragen met verliezers:Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand tussen de Geallieerden en Duitsland getekend. Er werden allerlei vredesverdragen gesloten:

- Verdrag van Saint-Germain:o Oostenrijk-Hongarije stuk kleiner.o Hongarije, Polen, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië werden eigen staat.

- Vrede van Sèvres:o Ambitie tot uitbreiding van Turkije beëindigd.

- Verdrag van Versailles:o Duitsland als hoofddader van de oorlog aangewezen.o Duitsland moest industriegebied Elzas-Lotharingen afstaan aan Frankrijk.o Aantal gebieden afstaan aan België en het heropgerichte Polen. o Frankrijk mocht Rijnland controleren. o Duitsland moest koloniën afstaan aan de overwinnaars. o Duitse leger gereduceerd tot 100.000 man.o Duitsland moest schuld erkennen.

Volkenbond:In 1919 werd de Volkenbond opgericht. Deze had tot doel het bevorderen van vrede en veiligheid in de wereld en het zelfbeschikkingsrecht voor alle volkeren. De Sovjet-Unie en Duitsland waren vooraf al uitgesloten. De Verenigde Staten besloten uiteindelijk om ook niet toe te treden, omdat ze weer

Page 33: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

terug wilden keren naar een politiek van isolationisme. Er was geen sprake van daadkrachtige politiek, maar de organisatie was wel zeer nuttig bij het bestrijden van epidemieën.

Opkomst fascisme:Door de ontevredenheid over de afloop van de oorlog, de slechte economische omstandigheden, de armoede en de persoonlijke ellende kwam in veel Europese landen een nieuwe politieke stroming op: het fascisme. Denkbeelden van het fascisme waren: orde en rust door gezag. Na de oorlog was er in Duitsland een grote politiek onrust. Staatsgrepen waren er dan ook meerdere keren. Geen enkele regering kon de enorme problemen oplossen. In november 1923 pleegde een rechts-radicale partij een staatsgreep. Eén van de leiders was Hitler. Zijn voorbeeld was de Italiaanse fascist Mussolini die in 1922 een staatsgreep pleegde met succes. De staatsgreep van Hitler wordt de Bierkellerputsch (8 november 1923) genoemd. De staatsgreep mislukte echter en Hitler werd gevangengenomen.

Opwaartse trend:Na de Eerste Wereldoorlog had niemand er rekening mee gehouden dat de economische situatie een gevaar kan zijn voor de vrede. Dat de Verenigde Staten in 1924 Duitsland financieel te hulp schoten met het Dawes-plan was dan ook bijzonder. Het was gebruikelijker dat landen hun eigen problemen oplosten. De Verenigde Staten deden dit om de leningen van de Britten en Fransen terug te kunnen krijgen, die vast liepen door het stoppen van de herstelbetalingen door Duitsland. Vanaf 1924 ging het economisch beter in Duitsland en daardoor ook in de rest van Europa. De Frans-Duitse relaties verbeterden en Duitsland accepteerde zelfs vrijwillig de grenzen van het Vredesverdrag van Versailles met het Verdrag van Locarno (1925). In 1926 mocht het zelfs toetreden tot de Volkenbond. De economie trok aan wat tot een betere sfeer leidde in Duitsland.

Antwoord op de onderzoeksvraag:Er waren miljoenen doden en oorlogsslachtoffers na de oorlog. De Spaanse griep maakte dit alleen nog maar erger. Er werden al snel vredesverdragen gesloten, zoals het Verdrag van Saint-Germain, Vrede van Sèvres en het Verdrag van Versailles. Deze verdragen moesten nieuwe spanningen voorkomen. Duitsland moest door zware straffen onschadelijk worden gemaakt, zoals herstelbetalingen en het afstaan van een aantal gebieden. Het Dawes-plan zorgde ervoor dat de economie in Duitsland weer aantrok, wat voor minder gespannen verhoudingen zorgde in Europa.

Page 34: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

9.5 De Verenigde Staten: welvaart en crisis:

Kenmerkende aspecten:- De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van

massaorganisatie.- De crisis van het wereldkapitalisme.

De kern:Via moderne communicatiemiddelen als film en radio werd een consumptiepatroon voorgesteld in de Verenigde Staten. Er werd winst gemaakt met op aanbetaling gekochte aandelen. Met de beurskrach (beurscrash) van 24 oktober 1929 zakte de economie in elkaar. De beurscrisis veroorzaakte enorme werkloosheid . Een periode van Grote Depressie volgde. President Roosevelt probeerde met de politiek van de New Deal de economie weer op gang te helpen. Door de economische relaties tussen de Verenigde Staten en Europa en met name door de schuldenlast van Duitsland, sloeg de economische crisis over naar Europa. Duitsland raakte als eerste in een diepe crisis.

Perspectief:In de kapitalistische wereld zijn economieën van landen nauw met elkaar verbonden. Een crisis heeft altijd mondiale gevolgen. Door ingrijpen van de overheid lukte het landen om er boven op te komen. Dit vinden we nu heel normaal, maar dit was relatief nieuw.

Onderzoeksvraag:Hoe ontstond de crisis van 1929 in de Verenigde Staten en hoe probeerde president Roosevelt de Amerikaanse economie weer op gang te helpen?

Consumptiemaatschappij:Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië hadden een enorme schuld aan de Verenigde staten. Samen met de enorme binnenlandse productie was dit de belangrijkste reden voor het belangrijker worden van de Verenigde Staten op economisch gebied. De jaren twintig worden in Amerika ook wel de ‘Roaring Twenties’ genoemd. Er kwamen allerlei moderne producten die massaal werden gekocht door reclame via bijvoorbeeld radio. Consumeren werd een levensstijl. In korte tijd veranderden de Verenigde Staten in een consumptiemaatschappij. Dit was vooral zo in de steden. Op het platteland was weinig welvaart en veel armoede. In de Eerste Wereldoorlog konden ze veel produceren voor Europa, maar nu lag alles stil, terwijl de mechanisatie doorzette. Ze hadden stevige schulden en veel boeren gingen uiteindelijk failliet.

Drooglegging:Weinig Amerikanen maakten zich zorgen om de slechte economische situatie in de landbouw. Ze maakten zich drukker om het drankverbod. Ze zagen in alcohol de oorzaak van veel kwaad. Alcohol werd ondanks het verbond uit 1920 illegaal gestoken en gesmokkeld. De maffia was met dit soort activiteiten heel berucht.

Crisis en depressie:Er werd veel op afbetaling gekocht. Ook aandelen. In oktober 1929 daalden de koersen plotseling, terwijl de handel in aandelen op de beurs nog doordraaide en er steeds meer aandelen op de markt kwamen. Op 24 oktober 1929 (Zwarte Donderdag) was het aanbod zo hoog dat de beurs crashte. De beurscrash (een economische crisis van een enorme omvang) had een kettingreactie als gevolg. Consumenten haalden hun spaargeld van de bank, die het geld hadden gespeculeerd (in aandelen gestopt), waardoor deze failliet gingen. Het betalingsverkeer kwam in de knoei. Bedrijven verkochten niks meer en bleven met enorme voorraden zitten. Bedrijven gingen failliet en de werkloosheid nam snel toe, hierdoor daalde de koopkracht weer. De Verenigde Staten besloten te bezuinigen en zetten de leningen aan Europa stop, hierdoor verlamde de buitenlandse handel ook nog eens.

Page 35: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

In 1932 werd Franklin Delano Roosevelt president. Hij moest de Amerikanen uit de Grote Depressie halen. Hij kwam met een vooruitstrevend sociaaleconomisch plan, de New Deal, om de koopkracht te herstellen en om de werkloosheid te verhelpen. De overheid ging investeren in plaats van bezuinigen. Er werden grote projecten gestart, waar werklozen voor werden betaald door de overheid. Er werd dus geïnvesteerd in werkgelegenheid, wat was gebaseerd op de theorie van de econoom Keynes. Het plan werkte en de economie kwam weer omhoog. De economie kwam al helemaal weer op gang toen de Britten en Fransen aanklopten voor een lening om wapens te kopen in de Verenigde Staten.De theorie van Keynes verdrong het klassiek liberale denken van ‘alles laten gebeuren’. Sinds 1945 passen veel landen de theorie van Keynes toe.

Antwoord op de onderzoeksvraag:Er werd voornamelijk gekocht op aanbetaling. Aandelenkoersen stegen maar en het aanbod van aandelen nam toe. Op het platteland ging het niet goed. Landbouw bedrijven gingen failliet, omdat ze hun graan niet meer kwijt konden aan Europa. Het mechanisatieproces ging ondertussen wel door, waardoor er een enorm overschot ontstond. Toen in oktober 1929 de koersen ineens inzakten terwijl er steeds meer aandelen op de markt kwamen, ontstond er op 24 oktober 1929 (Zwarte Donderdag) een beurscrash. Er werd een negatieve cirkel in gang gezet, waardoor de economie helemaal stil kwam te liggen. President Roosevelt probeerde dit op te lossen door de New Deal politiek, gebaseerd op de theorieën van Keynes. Hij investeerde in plaats van te bezuinigen. De economie kwam hierdoor weer omhoog.

Page 36: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

9.6 Fascisme en nationaalsocialisme:

Kenmerkende aspecten:- Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en

fascisme/nationaalsocialisme.- De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van

massaorganisatie.- Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.

De kern:De groei van extremistische (radicale) politieke stromingen en partijen was een gevolg van de economische crisis. Door propaganda, werkgelegenheidsprojecten, herbewapening en expansie wisten de nationaalsocialisten een machtspositie te krijgen. Eenmaal aan de macht werkten ze de democratie van de Weimarrepubliek omver.

Perspectief:Een economische crisis en armoede zijn bedreigend voor de democratie. In crisistijden vertrouwen kiezers makkelijker op populistische politici. Antidemocratische ontwikkelingen vanuit het buitenland corrigeren is moeilijk, het betekent dat verhoudingen tussen landen verslechteren.

Onderzoeksvraag:Waartoe leidde de economische crisis in Europa en in Duitsland en hoe reageerden andere Europese landen op het Duitse nationaalsocialisme.

Nationaalsocialisme in Duitsland:Duitsland was financieel afhankelijk van de Verenigde Staten door de leningen. Hierdoor kwam de crisis hier als eerste aan. De werkloosheid in Duitsland steeg tussen 1929 en 1932 enorm. De Republiek van Weimar kon geen oplossing bieden. De Weimarrepubliek had al een aantal tegenstanders:

- Antidemocratisch Links:o De communisten (KPD)

- Antidemocratisch Rechts:o Conservatief-rechts (DNVP)

Aanhangers van keizerrijk, grootgrondbezitters, industriëlen en legertopo Nieuw rechts (NSDAP)

1920 opgericht

Na de beurscrash in New York (1929) mislukt het Dawes-plan in Duitsland, waardoor crisis komt. De politieke ontevredenheid neemt hierdoor alleen maar toe. De radicalere bewegingen profiteerden hier van. In 1932 haalde de NSDAP 230 zetels en werd daarmee de grootste partij. Na de Brand in de Rijksdag (27 Februari 1933) profiteerde Hitler van de omstandigheden. De brand was gesticht door een Nederlandse communist. De communisten worden door Hitler uitgesloten van de verkiezingen, waardoor ze de absolute meerderheid behalen. De andere partijen werden verboden. Het onderwijs, de rechtspraak, de massamedia en de culturele instellingen werden gelijkgeschakeld op basis van de racistische ideologie van het nationaalsocialisme. Verenigingen en jeugdbewegingen werden massaorganisaties. Tegenstanders van de Nazi’s werden opgepakt en verbannen of veroordeeld tot dwangarbeid in concentratiekampen. Adolf Hitler vormde Duitsland om tot een totalitaire staat.

Page 37: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Antisemitisme:De bevolking werd geïndoctrineerd met het idee dat de jood de veroorzaker was van alle ellende. Propaganda hielp mee aan het verspreiden van deze ideeën. Het antisemitisme werd nieuw leven ingeblazen met de moderne communicatiemiddelen. De Neurenbergerwetten (1935) zorgden ervoor dat joden van allerlei zaken werden buitengesloten.

Racisme:De nationaalsocialistische ideologie baseerde zich op de 19e-eeuwse rassentheorieën die veronderstelden dat verschillen tussen mensen, met hun afkomst te maken had. Op deze vorm van discriminatie (onderscheid maken) werd een variatie bedacht die beweerde dat het bloed dat door je aderen stroomt bepaald wie je bent. Duitsers behoorden volgens de racistische leer tot het Germaanse volk, een volk van heersers (Übermenschen), dat het tegenovergestelde is van de joden (Untermenschen). Deze rassenleer werd onderwezen op scholen.

Internationale betrekkingen:In het buitenland bleef het principe om je niet te mengen in nationale aangelegenheden overeind. In veel Europese landen heerste ook crisis en politieke radicalisme. De Britten maakten zich zorgen om de politieke situatie in Duitsland, maar voerden een politiek van appeasement: te vriend houden door elke confrontatie te mijden. In Frankrijk ging het ook niet goed en kon de fascistische Action Française slechts met moeite worden gestopt door het Volksfront, een samenwerkingsverband tussen de Franse socialisten en communisten. De Sovjet-Unie had geen last van de crisis, omdat ze economisch zelfstandig waren. Het nationaalsocialisme werd echter wel bedreigend gevonden door de anticommunistische propaganda. In 1934 werd de Sovjet-Unie lid van de Volkenbond, maar een internationaal bondgenootschap kwam er niet.

Expansie van Duitsland:De nationaalsocialisten investeerden in werkgelegenheidsplannen, die in dienst stonden van de herbewapening. Dit was tegen de afspraken van het Verdrag van Versailles, maar niemand greep in. Hitler had grondstoffen nodig, omdat de betaling van grondstoffen uit het buitenland in gevaar kwamen door enorme schulden. Hiervoor werd naar Oost-Europa gekeken. In 1936 begon de expansie, met de inname van het Rijnland. Op 1 maart 1938 volgde Oostenrijk (de Anschluss). Eind september 1938 dreigde Hitler in de Conferentie van München met oorlog als Duitsland Sudetenland niet mocht annexeren (inlijven). Om de internationale rust te bewaren gaven de premier van Groot-Brittannië, van Frankrijk en Mussolini toe. In het voorjaar van 1939 annexeerde niet alleen Sudetenland, maar nam hij heel Tsjechië in en dwong hij Slowakije in de positie van vazalstaat. Nu riepen Groot-Brittannië en Frankrijk, Duitsland een halt toe. Stalin werd gepolst om een Geallieerd bondgenootschap aan te gaan. Stalin wilde dit alleen in ruil voor herstel van de Russische grenzen van 1917. Stalin was in 1939 niet klaar voor een oorlog met Duitsland en sloot daarom met Duitsland een niet-aanvalsverdrag, het Molotov-Von Ribbentrop-pact (23 augustus 1939). Dit pact bevatte een geheime clausule over de verdeling van Polen tussen Duitsland en de Sovjet-Unie.

Antwoord op de onderzoeksvraag:Door de economische crisis in Europa en in Duitsland nam de politiek spanning in Duitsland toe. Hierdoor werden radicale partijen groter. In 1932 haalde de NSDAP de meeste zetels en werd daarmee de grootste partij. Toen de NSDAP aan de macht kwam, was er wel een angst, maar men bemoeide zich er niet mee. Pas toen Duitsland meer annexeerde dan was toegestaan werd er ingegrepen. Ze waren al verbaasd over de politiek in Duitsland, maar waren eerst te druk met de politiek in eigen land. Daarnaast voerde bijvoorbeeld Groot-Brittannië een politiek van appeasement.

Page 38: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

9.7 Nederland 1918-1939, een verzuilde samenleving:

Kenmerkende aspecten:- De crisis van het wereldkapitalisme.- Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.- Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en

fascisme/nationaalsocialisme.

De kern:Nederland was lang een verzuilde samenleving, waarin de bevolking binnen hun eigen groep leefde. Nederland had als handelsland wel last van de economische crisis. Het fascisme (NSB) kwam in Nederland. Daarnaast merkte Nederland de gevolgen van het antisemitisme door de duizenden vluchtelingen.

Perspectief:Nederland telt internationaal gezien mee door zijn economische status. Het is niet neutraal meer en zit in internationale organisaties zoals de Verenigde Naties. Er is weinig over van de samenleving zoals hij toen was. We kunnen echter nog wel restanten vinden in bijvoorbeeld ons onderwijssysteem en het omroepstelsel.

Onderzoeksvraag:Hoe zag de Nederlandse samenleving er tussen de twee wereldoorlogen uit en wat waren de invloed en de gevolgen van internationale gebeurtenissen zoals de economische crisis of de opkomst van fascisme en nationaalsocialisme?

Verzuilde samenleving:De Nederlanders in het interbellum (periode tussen de twee wereldoorlogen) leefden in een isolement van de groep waarin ze geboren waren: verzuiling. Er waren vier zuilen:

- De katholieke- De protestants-christelijke- De socialistische (en communistische)- De ‘overigen’(neutraal of liberaal, die niet echt een zuil vormden)

Iedere zuil had zijn eigen politieke partij, scholen, vakbonden, kranten, verenigingen, radio-omroep en winkels. De verschillende zuilen leefden langs elkaar heen.

Nederlandse economie in crisis:Ook Nederland had last de Eerste Wereldoorlog op economisch gebied. Na het herstel vanaf 1925 trok ook de Nederlandse economie aan. Er ontwikkelde een nieuwe industrie. Er kwamen betere sociale maatregelen door de welvaart. Na de beurscrash van 1929 merkte Nederland eerst weinig, tot in 1931 de handel wegviel. Buitenlandse regeringen devalueerden hun munteenheden, terwijl Nederland dit niet deed, omdat ze aan hun gouden standaard vasthielden (waarde gebaseerd op goud). Dit zorgde ervoor dat Nederland (te) duur werd voor het buitenland. Toen het buitenland ook nog eens importverboden instelde (protectionisme) gingen er veel bedrijven failliet en steeg de werkloosheid tot een recordhoogte. In Nederland werd bezuinigd, om de crisis te bestrijden. Er werd bijvoorbeeld bezuinigd op het leger. Er werden slechts een paar investeringen gedaan in werkgelegenheid. Nederland wilde geen staatsschuld maken. In 1936 deden ze dit toch, waarmee ze hun gouden standaard loslieten. Hierdoor nam de handel met het buitenland weer toe, en ging het weer langzaam beter.

NSB:Tijdens de economische crisis werd in Nederland de fascistische partij, de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) opgericht (1931). Ze vonden dat Nederland een sterke leider nodig had en dat de

Page 39: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

democratie te traag werkte. De NSB haalde echter nooit meer stemmen dan 4% in de Tweede Kamer. Dat de NSB niet populair was, is een direct gevolg van de verzuiling in Nederland. In 1936 verbood de overheid haar ambtenaren om lid te zijn van de NSB. De NSB werd steeds meer een kopie van de NSDAP in Duitsland, door bijvoorbeeld het innemen van antisemitische standpunten. Daarnaast hadden ze hun eigen uniformen, een speciale groet, een knokploeg, een jeugdafdeling, een eigen krant enzovoort.

Nederlands-Indië:In Nederlands-Indië daalde de export met de helft als gevolg van de economische wereldcrisis. De werkloosheid steeg ook daar en er werd alleen maar bezuinigd als maatregel. De Nederlandse regering kreeg met steeds meer tegenstand te maken van de inheemse bevolking. In 1927 was de Partai Nasional Indonesia (PNI) opgericht, met als leider Soekarno. Ze wilden een zelfstandige staat zonder Nederlands gezag. Na de Tweede Wereldoorlog werd Soekarno de eerste president.

Neutraliteit:Door Nederlands handelsbelangen hadden ze al lang de traditie van neutraliteit. Nederland zag de gevaren van het nationaalsocialisme in Duitsland wel, maar nam geen standpunt in tegen Duitsland, omdat het een te belangrijke handelspartner was. Voor de Tweede Wereldoorlog werd aan ongeveer 40000 (Duitse) joden politiek asiel verleend.

Antwoord op de onderzoeksvraag:Tijdens het interbellum was de Nederlandse samenleving verzuild. In Nederland sloeg de economische crisis pas laat in en steeg de werkloosheid enorm. Tijdens de crisis werd de NSB opgericht. Deze partij sloeg niet echt aan, door de verzuiling. Nederland zag de gevaren van het fascisme en nationaalsocialisme, maar wilde geen standpunt tegen Duitsland innemen, omdat het land voor de handel te belangrijk was. Door het nationaalsocialisme in Duitsland vluchtten ongeveer 40000 joden naar Nederland.

Page 40: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

9.8 De Tweede Wereldoorlog en de Holocaust:

Kenmerkende aspecten:- Het voeren van twee wereldoorlogen.- Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de

betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogsvoering. - Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.- De Duitse bezetting van Nederland.- Racisme en discriminatie die leiden tot genocide, in het bijzonder op de joden.

De kern:Duitsland was de schuldige aan de Tweede Wereldoorlog in Europa. Bij de Eerste Wereldoorlog, waren de slachtoffers vooral soldaten. In de Tweede Wereldoorlog waren dit ook heel veel burgers, door gevechtshandelingen, maar ook door genocide. Zuidoost-Azië was ook onderdeel van de Tweede Wereldoorlog, door het imperialisme van Japan.

Perspectief:De Tweede Wereldoorlog heeft sporen achtergelaten die we zelfs nu nog terug zien in samenwerkingsverbanden zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie. Duitsland is nu een democratische staat die een belangrijk deel van de EU uitmaakt. Daarnaast is Groot-Brittannië nu allang geen grootmacht meer.

Onderzoeksvraag:Hoe verliep de Tweede Wereldoorlog en hoe vond de Holocaust plaats?

De Tweede Wereldoorlog:Op 1 september 1939 begon de Tweede Wereldoorlog met de Duitse invasie van Polen, dat in een Blitzkrieg (snelle aanvalsoorlog) werd ingenomen tot de grens van het Molotov-Von Ribbentrop-pact. Een paar weken later viel de Sovjet-Unie vanuit het oosten Polen aan. In april 1940 viel Hitler Noorwegen en Denemarken aan en op 10 mei Nederland en België. Nederland capituleerde op 14 mei en België op 28 mei. Eind juni gaf het Franse leger zich over en in het voorjaar van 1941 was de Balkan aan de beurt. Op 22 juni 1941 startte Operatie Barbarossa, de aanval op de Sovjet-Unie. Dit had opnieuw een Blitzkrieg moeten worden, maar de winter viel in het najaar van 1941 al vroeg in, waardoor tienduizenden Duitse soldaten doodvroren. Op 7 december 1941 raakten de Verenigde Staten betrokken in de oorlog, na de Japanse aanval op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor. Japan was een bondgenoot van Duitsland en was al sinds 1937 in oorlog met China. In 1941 veroverde het in rap tempo Zuidoost-Azië, waaronder veel Europese koloniën. Duitsland drong in 1941 door tot Noord-Afrika, waar ze in oktober 1942 werden verslagen door de Britse generaal Montgomery (Slag om El Alamein). In 1943 keerden de verhoudingen. De Russen versloegen in februari de Duitsers bij Stalingrad, hierna werd de opmars van de Geallieerden richting Duitsland ingezet.

Holocaust:Duitsland voerde al vanaf het begin van de oorlog een fel antisemitisch beleid. In Oost-Europa werden joden opgesloten in getto’s en in de Sovjet-Unie werden eenheden ingezet die joden doodschoten.Omdat kogels te duur waren en schieten psychisch te belastend was voor de moordenaars, zochten de Duitsers naar een nieuw middel om snel en efficiënt te moorden. Dit werd gas. Tijdens de Wannsee-conferentie van 20 januari 1942 legden de organisatoren van de genocide vast hoe het moordproces zou verlopen. De Joodse Raad moest de deportatie naar de vernietigingskampen

Page 41: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

regelen. Over het algemeen wordt aangenomen dat het aantal slachtoffers van de Holocaust (genocide op de joden van Europa) rond de zes miljoen ligt.

Nederland tijdens de oorlog:Op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen. Hierbij werd de neutraliteit van Nederland geschonden. In het begin was de bezetting nog niet zo zwaar en gedroeg de bezetter zich netjes. Tot in het najaar van 1940 was er voor alle Nederlanders een meldingsplicht. Een joodse achtergrond moest gemeld worden. Hierdoor konden er systematische maatregelen tegen de joden worden genomen. Joden kregen al snel allerlei verboden. De acties van de Duitsers leidden tot protesten en stakingen, maar het hielp niets. Nederland werd door Duitsland gezien als een Germaans volk dat kon worden ingelijfd in het Derde Rijk, maar hier moest Nederland niets van hebben. De deportatie van de Joden en allerlei beperkende maatregelen voor de bevolking leidden tussen 1942 en 1943 tot een toename van het verzet.

Einde Tweede Wereldoorlog:Op 6 juni 1944 ontstond er na aandringen van Stalin een tweede front in Europa (D-Day). In september 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd tot aan de grote rivieren. Het noorden bleef bezet en beleefde nog de periode van de Hongerwinter, waarin zo’n 20.000 mensen stierven. In het voorjaar van 1945 trokken de Geallieerden Duitsland binnen. De Russen hadden hun eigen land en het Balkangebied al bevrijd en waren ook in Duitsland beland. Op 2 mei veroverden de Russen Berlijn, waar Hitler op 30 april zelfmoord had gepleegd. Op 7 mei tekende Duitsland de overgave. In zuidoost-Azië was de oorlog pas later afgelopen na een atoombom op Hiroshima (6 augustus 1945) en op Nagasaki (9 augustus 1945), Japan capituleerde hierna.

Antwoord op de onderzoeksvraag:Hitler viel land voor land binnen met succes. In 1943 kwamen de Geallieerden er beter voor te staan. De opmars van de Geallieerden ging toen door en het Duitse rijk werd steeds kleiner. De Duitsers voerden overal een fel antisemitisch beleid. Miljoenen joden werden vermoord, door bijvoorbeeld gas in concentratiekampen. De joden werden met treinen gedeporteerd naar allerlei kampen, waar de sterken moesten gaan werken en de zwakken in veel kampen werden vermoord.De overgave van Japan kwam pas na 2 atoombommen. Hierna was de Tweede Wereldoorlog helemaal voorbij.

Page 42: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

9.9 Aantekeningen en overige onderwerpen:

Het Von Schlieffenplan:- A. Von Schlieffen (1833-1913)- Doel: voorkomen van Twee-frontenoorlog- Bewondering voor Hannibal

o Tangbeweging (omsingelen)- Eerst Frankrijk, dan Rusland veroveren- 42 dagen nodig voor verovering Parijs- Tag M

o Mobilisatie is oorlogsverklaring- Grote rol van de spoorwegen in het Von Schlieffenplan

o Maakte snelle mobilisatie mogelijk- Oorlog volgens de klok

o Hield geen rekening met tegenslagen- 1e versie liep door Nederland

o Aangepast door generaal Von Moltke

Voor geschiedenis moet je kijken naar de oorzaak. De afloop kan door vele keuzes bepaald worden. De aanpassing van het Von Schlieffenplan door generaal Von Moltke is daar een goed voorbeeld van.

Interbellum: Periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog

Verdrag van Versailles:Duitsland was verdeeld in twee groepen:

- Mensen die weg van verdrag wilden bewandelen (Erfüllung)- Conservatieven (aanhangers keizer, machtige mensen)

o Voelden zich door verdrag benadeeld.

Weimar-Republiek (1919-1933):Weimar wordt ook wel Republiek zonder Republikeinen genoemd. Er was een enorme politiek onrust. Er werden tussen 1919 en 1923 324 politieke moorden gepleegd. Er waren veel tegenstanders van de republiek. De tegenstelling tussen de conservatieven en democraten (Erfüllungspolitici) was groot. Daarnaast was er geen gewenningsproces. Het Ruhrgebied werd bezet en hyperinflatie zorgde ook voor instabiliteit. Dit hielp mee aan de val van Weimar.

Fascisme als reactie:- Na WO I Politieke/maatschappelijke onvrede bij de middenklasse. - De middenklasse was politiek dakloos

o Liberale Bourgeoisieo Arbeidersproletariaato Middenklasse hoorde bij geen van beide

- Fascisme bood een oplossing.

Fascisme was een samenraapsel van ideeën en opvattingen:- Extreem collectivisme: algemeen belang gaat voor individu.- Nationalisme: de natie als een organische eenheid (Volksgeist).- Racisme, dit vooral in Nationaalsocialisme.- Politiek-Darwinisme: Recht van de sterkste.

o Nationalisme gaat hand in hand met Militarisme. - Leiderselement

Bij fascisme is geweld een geoorloofd middel om aan de macht te komen.

Page 43: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden
Page 44: atgreijdanus.nlatgreijdanus.nl/files/VWO 5 Geschiedenis - Geschieden… · Web viewDe rente op leningen was slechts 4%, wat erg gunstig was voor de economie. Er kon in Amsterdam worden

Hitler:- Geboren in 1889, in plaatsje op grens in Oostenrijk.- Opgeleid in Wenen:

o Von Schöner grote inspiratiebron voor Hitler Duits Nationalisme Antisemitisme Anti-Habsburg (vermengde, onzuivere staat)

- Hij is een product van zijn tijd en neemt de groot-Duitse gedachte over.- In 1913 vertrekt hij naar München- 1914-1918 vecht Hitler mee aan westfront in WO I.

o Oorlogsverklaring voelde voor hem als bevrijding.- November 1918 wapenstilstand

o Frustratie bij de nationalisteno Kritiek op de democraten

- Hitler besluit politiek in te gaano Wordt lid van de DAP

- Vanaf 1920 politicus bij de NSDAPo Anti-beweging

Tegen Weimar Tegen Democratie Tegen communisten/joden

- Propagandabijeenkomsteno In Hofbraühauso Volkische Beobachter (Nazi-krant)

- Vanaf 1921 krijgt de partij knokploegen, de S.A. (Sturm abteilung)- 1923 mislukte staatsgreep

o Inval van de S.A. in de Bürgerbraükellero Mars naar Berlijn (voorbeeld Mussolini)o Optreden Duitse regering smoort de opstando Gevangenisstraf

Schrijft 1e deel van Mein Kampf- Vanaf 1925 doet Hitler mee aan de verkiezingen- 1929 beurscrash in New York

o Ontstaan economische crisis.- 1932 NSDAP de grootste partij- Brand in Rijksdag 27 februari 1933

o Communist is stichtero Communisten worden uitgesloten van verkiezingen

Absolute meerderheid van NSDAP- Maart 1933: Machtigingswet aangenomen

o Buiten het parlement om besluiten Samenleving onder controle van Nazi’s

Politieke partijen verboden Concentratiekamp Dachau Propaganda onder leiding van Joseph Goebbels