9.11

112

Upload: danielle-dijkstra

Post on 17-Jan-2015

150 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: 9.11
Page 2: 9.11

VW: Happy Family?

Generaties:1. Nel

2. Jeffrey x Carlijn

3. Rebecca x Xander, Lara x Ciske x Tom , Marc

4. Nina , Tessa x Adam , Roy , Patrick x Harriët

5. Sanne x Michel, Kevin, Anja, Thomas x Saskia x Roos x Ryan, Jayda x Mark, Sakura x Aaron

6. Laura x Frank, Michelle, baby, Eric, Merel, Vincent x Jasmine, Melvin x Celine, Kim, André

7. Esther x Steven, Lisa, Sander x Melissa, Robert x Jenna, Mariëlle x Leon, Bas, Alfons x Leentje, Casper

8. Sofie x David, Felicia, Marcia x Joran, Miranda, Elise x Bryan, Bastiaan x Kirsten, Nora, Daphne, Sira, Hedwig, baby , Ralph

9. Stefan, Eva, Renate, Arthur, Richard

Page 3: 9.11

x

Page 4: 9.11

De vorige keer

- Hoofdhuis: Bastiaan en Kirsten bleken in verwachting te zijn van hun eerste kindje.

-Fam. Stolk: Hedwig en Casper zaten in een relatiecrisis en Hedwig besloot wat tijd voor zichzelf te nemen door naar de universiteit te gaan.

-Fam. Valentijn: Stefan ging studeren. De tweeling groeide op tot kind. Sofie won geld waarmee ze een studeerkamer bouwde. David werd oudere, en Eva maakte zich zorgen over haar uiterlijk.

-Fam. De Beer: Elise begon een hondenspeciaalzaak. Renate werd tiener, en er werden twee puppies geboren, die zij mocht hebben.

Page 5: 9.11

3kijken

Hoofdhuis

Page 6: 9.11

Met een klein glimlachje legde Kirsten haar hand op haar buik. Ze had geen last meer van misselijkheid, ze genoot nu alleen nog maar van de zwangerschap.

Toch kon ze ook niet wachten tot de kleine eruit zou zijn!

Page 7: 9.11

Er werden twee armen van achteren om haar heen geslagen, en nog steeds lachend draaide Kirsten zich om.

‘Waar stond je aan te denken?’ wilde Bastiaan plagerig weten, en Kirsten haalde haar schouders op.

Page 8: 9.11

Even bleven ze zo staan, tot Bastiaan ineens iets uit zijn zak haalde.

Kirstens lach werd, voor zover dat mogelijk was, nog breder.

‘Een ring? Gaan we…trouwen?’

‘Als je wilt. Alleen als jij wilt, natuurlijk.’

‘Maar natuurlijk wil ik, gekkerd!’

Page 9: 9.11

Zo trouwden Bastiaan en Kirsten in stilte. Ze hielden van de rust, hun kleine boerderijtje op het platteland, de baby die op komst was. Alles was rustig en mooi.

Tot de volgende morgen, toen Bastiaan net naar zijn werk vertrokken was.

Angstig greep Kirsten naar haar buik, die voelde alsof er tientallen messen in gestoken werden. ‘Waarom net nu, waarom niet vanavond? Ik kan dit toch niet alleen?’

Page 10: 9.11

Maar natuurlijk kon ze het wel alleen. Na twee uur pijn lijden was de kleine er al, en met moeite hees Kirsten zich overeind uit bed. Ze moest voor de baby zorgen, ook al was ze net bevallen.

Ze waste haar kleine meisje – want dat was, het een dochtertje! – en gaf haar een flesje.

‘Hoe zullen we jou eens noemen…?’

Page 11: 9.11

Veel tijd om daarover na te denken had Kirsten niet, want ze was doodmoe door de bevalling. Ze legde de baby ergens neer en vertrok duizelig naar haar bed.

Page 12: 9.11

Het kleine meisje bleef op de grond in de keuken liggen, met alleen een luier om haar warm te houden, en niemand om voor haar te zorgen.

Page 13: 9.11

Pas toen Bastiaan aan het eind van de middag weer thuis kwam, stopte de kleine meid met huilen.

‘Je bent er al!’ wist Bastiaan uit te brengen. Vol trots en ongeloof bekeek hij zijn dochtertje.

Page 14: 9.11

Kirsten kwam naar beneden en keek met een schuldig lachje naar haar man.

‘Ik heb haar vandaag een beetje verwaarloosd, ben ik bang.’

‘Dat geeft niet, het was voor jou ook zwaar.’ zei Bastiaan, maar zijn woorden werden overstemd door een oorverdovende huilbui van hun kindje.

Page 15: 9.11

‘Wat is er? Wat heeft ze?’ piepte Kirsten angstig. Ze had geen idee wat ze moest doen.

‘Kom maar, ik denk dat ze gewoon een schone luier nodig heeft. Ruik je het niet?’

Snel gaf Kirsten de baby aan haar man, en hij verschoonde haar.

Page 16: 9.11

‘Zo, kleine prinses. Dat is beter.’ Toen wendde Bastiaan zich weer tot Kirsten. ‘Hoe zullen we haar noemen? We hadden gedacht aan Olga. Zullen we dat doen?’

‘Ik blijf het een prachtige naam vinden.’ knikte Kirsten enthousiast. ‘En de naam past ook goed bij haar, vind ik. Ze heeft jouw ogen en mijn rode haar!’

‘Mijn moeder had ook rood haar.’ glimlachte Bastiaan. ‘Ze zou een kleindochter heel leuk gevonden hebben!’

Page 17: 9.11

En weer werden zijn woorden overstemd door een gekrijs.

‘Alweer een vieze luier? Jij kan er wat van, zeg!’

Page 18: 9.11

‘Dit keer doe ik het wel, het zou niet eerlijk zijn als jij het altijd moet doen. Dan breng ik haar daarna wel naar bed.’

‘Je bent een goede moeder, Kirsten, heus waar. Ik weet het zeker!’ Kirsten glimlachte zwakjes bij zijn complimentjes, want ze was hartstikke onzeker.

Page 19: 9.11

De nacht was onrustig en lang. De volgende morgen had iedereen honger en het werd dan ook een grote chaos.

Page 20: 9.11

Kirsten wist Olga nog net te voeden, voor ze weer als een blok in slaap viel.

Page 21: 9.11

Toen ze met een schok wakker schoot, was het alweer donker buiten.

Kirsten vloekte.

‘Ik ben de slechtste moeder ooit.’ mompelde ze ongelukkig tegen haar alweer krijsende dochtertje. Ze had haar baby verwaarloosd…

Page 22: 9.11

Kirsten had zelfs zo weinig aandacht aan haar baby besteed, dat ze Olga’s verjaardag vergeten was. Ze schrok toen ze ineens tot peuter opgroeide.

‘Je…je bent al…O, Olga, het spijt me zo!’ Met tranen in haar ogen trok Kirsten haar meisje nieuwe kleren aan, en deed haar rode haren in een staartje.

Page 23: 9.11

x

Page 24: 9.11

x

Page 25: 9.11

3kijken

Familie Stolk

Page 26: 9.11

Sinds Hedwig naar de universiteit vertrokken was, was niets meer hetzelfde.

Jasmine vond het vreselijk dat haar zoon en Hedwig in een relatiecrisis zaten.

Page 27: 9.11

Natuurlijk wist ze er niet het fijne van, en begreep ze het ook wel als ze even tijd voor zichzelf nodig hadden. Maar toch miste ze het meisje.

Gelukkig waren haar man en Ralph er om haar op te vrolijken.

Page 28: 9.11

Ralph vond het ook maar vreemd dat Hedwig weg was. Vanuit zijn kinderwereldje kon hij zich totaal niet voorstellen waarom ze weg ging, terwijl ze toch van iedereen hield.

Hij hoopte maar dat ze snel weer terug kwam.

Page 29: 9.11

Casper stortte zich met hart en ziel op zijn baan in het onderwijs, om maar niet aan Hedwig te hoeven denken.

Hij miste haar vreselijk, maar hij hield zich groot en probeerde haar genoeg tijd voor zichzelf te geven.

Page 30: 9.11

En soms nam hij daarom de telefoon niet op, als hij wist dat zij het was.

Hij was bang om met haar te praten, bang om in huilen uit te barsten zodra hij haar vertrouwde stem weer zou horen. Bang dat ze hem zou vertellen dat ze nooit meer terug zou komen.

Page 31: 9.11

Ralph merkte de gespannen sfeer die rond zijn grote broer hing, en ging vaak na school naar zijn beste vriendjes Alfons en Steven toe.

Als peuters waren ze geadopteerde broers van Ralph geweest, maar de kinderbescherming had ze meegenomen. Ralph had nog steeds goed contact met ze, nu ze bij een andere familie woonden.

Page 32: 9.11

Ze hadden het niet erg breed, maar met het oude klimrek in de tuin konden ze uren spelen. Ook was er een papegaai waar ze dol op waren, en Ralph vond het altijd jammer als het weer tijd was om naar huis te gaan.

Page 33: 9.11

‘Snel weer komen, he?’ riep Steven hem na.

‘Tuurlijk, als we tieners zijn!’

‘Daar houden we je aan!’

Page 34: 9.11

Ralph kon gewoon niet wachten! Hij was zo benieuwd hoe het voelde om tiener te zijn, en vanavond was het dan eindelijk zo ver.

Page 35: 9.11

Even later stond hij met een stuk taart in zijn handen en staarde uit over het zwembad, waar het maanlicht in de gladde waterspiegel weerkaatste.

‘Dit voelt best goed.’ vond hij uiteindelijk. Hij zou zijn onbezorgde kindertijd niet vergeten, maar deze nieuwe fase was weer vol nieuwe spannende dingen.

Page 36: 9.11

Hij kroop onder zijn Spongebob dekbed en viel al snel in slaap. Hij droomde over Steven en Alfons, en hoe zij er als tieners uit zouden zien. Stiekem hoopte hij dat ze samen nog veel kattekwaad zouden gaan uithalen. Vooral met meisjes…!

Page 37: 9.11

De volgende dag was Jasmine aan het stofzuigen, toen ze in de verte de telefoon hoorde rinkelen. Snel zette ze de stofzuiger uit en nam de telefoon op.

‘Hedwig?’ riep ze uit. ‘Waarom heb je niet eerder gebeld? Ik maakte me zorgen, meisje!’

Hedwig legde uit dat ze wel degelijk eerder gebeld had, maar dat er nooit opgenomen werd.

Page 38: 9.11

Daar moest Jasmine even over nadenken. Toen begreep ze het.

‘Je negeert haar.’ zei ze even later verwijtend tegen haar zoon. ‘Zo werkt het niet.’

‘Het werkt prima. Ze wilde tijd voor zichzelf, en die heeft ze nu ook.’

Page 39: 9.11

Ralph had het gehoord en kon het niet laten om er tijdens het eten over te beginnen.

Casper was al klaar, dus hij kon zijn hart luchten.

‘Waarom praat hij niet gewoon met haar? Ze houden toch zeker nog van elkaar?’

‘Hij is bang voor haar reactie. Dat ze misschien toch een eind aan hun relatie wil maken.’ gokte Alfons.

Page 40: 9.11

‘Bang?’ herhaalde Ralph. ‘Goed, dan klaar ik dit klusje wel even voor hem.’

Snel ging hij achter de computer zitten. Hij zag dat Casper nog ingelogd stond op zijn email, dus dat kwam mooi uit. Snel tikte hij een korte mail naar Hedwig.

Page 41: 9.11

Het moest precies goed zijn. Niet te romantisch, niet te wanhopig. Gewoon, een korte vraag hoe het met haar ging, en of ze weer eens konden praten.

Snel las Ralph het nog een keertje na.

Liefs, Casper – dat kon hij er wel onder zetten, toch? Grinnikend sloot hij de computer af.

Page 42: 9.11

Verbaasd keek Casper de volgende ochtend naar het lieve mailtje van Hedwig in zijn inbox.

Zijn hart maakte een sprongetje toen bleek dat ze weer nieuwe hoop had, en graag weer eens met hem wilde praten. Ze zei zelfs, dat ze hem begon te missen.

Page 43: 9.11

Caspers vingers zweefden boven het toetsenbord. Wat moest hij terug schrijven?

Ineens viel zijn blik op de verlovingsring, en dat bracht hem terug in de werkelijkheid. Ze waren verloofd.

En ja, hij hield nog steeds zielsveel van haar. Zijn lieve Hedwig.

Page 44: 9.11

‘En, alles goed met Hedwig?’ vroeg Ralph later onschuldig.

‘Wat? Ja wel… hoezo?’

‘O, niks!’ Maar met een brede grijns op zijn gezicht verdween Ralph om de hoek.

Casper haalde zijn schouders op.

Page 45: 9.11

Hij stond zich net af te vragen of hij zijn broertje terug moest roepen, want hij had duidelijk iets te verbergen – toen er van buiten een vreemde stem klonk.

‘Magere Hein! Fuck, het is Magere Hein! Hij komt mama halen!’ vloekte Casper en hij rende met piepende sneakers naar buiten.

‘Mam!’

Page 46: 9.11

Ralph kwam hem achterna in zijn pyjama en begon te hoesten en te huilen tegelijk.

‘Mama, nee! Het is nog helemaal niet jouw tijd!’

‘Wat weten stervelingen van tijd?’ fluisterde de stem van Magere Hein, en Ralph en Casper voelden de haartjes in hun nek overeind gaan staan.

Het werd stil. Hun moeder verdween.

Page 47: 9.11

‘Zeg dat het niet waar is, dat we straks wakker worden en dat mama gewoon weer leeft!’ Weer vloekte Casper, langgerekt, uit de grond van zijn hart, zijn handen gebald tot vuisten en zijn gezicht vertrokken van verdriet.

Naast hem was Ralph tussen de herfstbladeren op zijn knieën gezakt.

Page 48: 9.11

En Alfons stond op de veranda, handenwrijvend toe te kijken terwijl het langzaam avond werd en het duister de tuin vulde.

Zijn Jasmine. De liefde die zo onverwachts was, de vrouw die eerst met zijn adoptievader Vincent getrouwd was, maar na zijn dood voor Alfons koos.

Ze was er niet meer. Alfons wist niet of hij zonder haar wel verder kon…

Page 49: 9.11

Jaar 2

Universiteit de Keizer

Page 50: 9.11

Na het nieuws van Jasmine’s overlijden, had Hedwig continu een knoop in haar maag. Ze had het gevoel alsof haar keel werd dichtgeknepen, en ze kreeg dan ook geen hap naar binnen.

Ze moest eten, dat wist ze, anders kon ze zich tijdens de colleges niet concentreren. Maar dat leek ineens helemaal niet van belang.

Page 51: 9.11

Ze legde haar lepel neer en zuchtte.

Het leek net weer goed te komen tussen Casper en haar, na dat lieve mailtje dat hij ineens stuurde. Ze voelde weer vlinders in haar buik, en hoopte snel weer met hem te kunnen praten.

De dood van Jasmine had alles weer helemaal op zijn kop gezet.

Page 52: 9.11

Ze ging naar college en maakte haar huiswerk, maar alles op de automatische piloot.

Page 53: 9.11

Verder sloot ze zich, zoals gewoonlijk, op in haar studentenkamertje.

Page 54: 9.11

Ze was bang voor het donker. Dan bezochten de schimmen uit het verleden haar weer, herinneringen aan haar ouders, aan haar zus Daphne, aan hun tijd samen.

Nu kwamen daar ook nog de pijnlijke herinneringen aan haar tijd met Casper bij, en hoe erg ze hem miste, en hoeveel ze van Jasmine had gehouden – maar haar nooit meer zou zien.

Page 55: 9.11

Alsof het zo was afgesproken, arriveerde in die donkere tijd een nieuwe jongen in het studentenhuis.

Al vanaf het eerste moment had Hedwig het gevoel dat ze hem ergens van kende, maar verder ontweek ze hem. Ze had geen zin in nieuwe contacten.

Page 56: 9.11

En Stephan, die begreep het wel. Zoals hij altijd alle emoties van mensen begreep, door zijn rijke fantasie kon hij zich zelfs in de vreemdste situaties inleven.

Het had pijn gedaan om afscheid te nemen van zijn moeder Sofie, en ook wel van David – maar hij beloofde gauw weer langs te komen.

Page 57: 9.11

Nu had hij het druk genoeg met de campus verkennen, en met zijn missie: het opvrolijken van Hedwig.

Aan de blik in haar ogen zag hij dat ze hem vaag herkende, en hij besloot haar te helpen.

Lachend leunde hij tegen de spelautomaat, toen ze in haar badjas voorbij kwam sloffen.

‘Hey, achternichtje.’

Page 58: 9.11

Toen had hij haar aandacht. Met tegenzin, dat was duidelijk, maar ze bleef in ieder geval staan.

‘Ik ben Stephan, de zoon van je nicht Sofie.’ legde Stephan vriendelijk uit.

‘O,’ zei Hedwig alleen maar. Ze dacht niet graag aan familie, want dan moest ze weer denken aan alle mensen die ze moest missen.

Page 59: 9.11

‘Ik dacht al, jij moet wel familie zijn, we lijken best op elkaar.’ babbelde Stephan vrolijk verder. Normaal kletste hij altijd makkelijk, maar hij merkte wel dat Hedwig een moeilijk meisje was. Ze zat van binnen helemaal in de knoop.

‘Ik hoorde dat je…dat je hier was.’

‘Ja.’ knikte Hedwig. ‘Ik had even tijd voor mezelf nodig. Ik wilde even alleen zijn.’

Page 60: 9.11

Die laatste zinnen waren misschien als belediging bedoeld, maar Stephan negeerde die.

‘Wat studeer je?’

‘Biologie.’

‘Echt? Dat wil ik ook gaan doen! Ik wil arts worden. Jij ook?’

‘Nee, ik ga de oceanografie in.’

Page 61: 9.11

‘Wow, dat is zo tof! Kunnen we een keertje verder praten over de opleiding?’

‘Best.’

‘Gezellig! Zie je gauw weer!’ Stephan verdween opgewekt naar beneden. Het was niet veel, maar hij had haar toch aan het praten gekregen en het leek wel wat te worden.

Page 62: 9.11

Hedwig kleedde zich aan en bleef ook maar denken aan haar achterneefje. Ze mocht hem wel, hij was vrolijk en behulpzaam – maar iets in haar bleef dat oude, boze meisje dat met niemand contact wilde.

Ze dacht na. Misschien moest ze maar eens wat meer uit haar schulp kruipen. Misschien zou dat haar problemen wel oplossen. Misschien moest ze Stephan haar maar laten helpen.

Page 63: 9.11

Ze veranderde natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Toch stuurde ze meer mailtjes naar Casper dan eerst, waar ze ook veel eerlijker over haar gevoelens was.

Hij zat erg met de dood van zijn moeder, en ze wist dat de sfeer thuis vreselijk was. Zijn vader en broertje gingen ook kapot van verdriet.

Op dat moment kwam de gedachte het eerst bij haar op: misschien moet ik terug gaan.

Page 64: 9.11

Ze durfde hem pas de volgende morgen uit te spreken, tegen Stephan.

Hij reageerde heel rustig, zoals ze al gehoopt had.

‘Ze missen je allemaal, dat is duidelijk. Als jij denkt dat je genoeg tijd hebt gehad om na te denken, als jij denkt klaar te zijn om terug te gaan, dan moet je het doen.’

‘Ik denk dat nu wel het moment is.’

Page 65: 9.11

Aarzelend keek Hedwig naar de opkomende zon, die in banen door het stoffige raam naar binnen viel.

‘En wat als Casper nou niet wil dat ik terug kom?’

‘Natuurlijk wil hij dat wel. Hij wilde in eerste instantie niet eens dat je wegging, toch?’

‘Dat is waar, maar…’

Page 66: 9.11

Ineens schoot Hedwig in de lach en wendde haar gezicht af. ‘Waarom vertel ik dit allemaal aan jou?’

‘Ik denk dat ik makkelijk in de omgang ben. Ik luister goed. Ik ben er voor je, als je dat nodig hebt.’

Hedwig keek hem weer aan, en lachte toen dankbaar. ‘Dat zal ik onthouden, Stephan.’

Page 67: 9.11

‘Ik ga vast naar beneden, een ontbijtje pakken. Kom je ook zo?’ Stephan stond op.

‘Ja, ik…kom er aan.’

Als verdoofd bleef Hedwig op de bank zitten, toen hij weg was. Zijn vriendelijkheid had haar ontdooid, had al haar boze gevoelens doen smelten. Nu pas besefte ze wat ze werkelijk wilde. Haar hart schreeuwde: ga terug. Ga terug naar Casper.

Page 68: 9.11

Ze was er helemaal ondersteboven van, maar ze wist wel dat het waar was. Het voelde goed om eindelijk weer haar ware gevoelens te accepteren.

‘Bedankt.’

‘Waarvoor? Je hebt het allemaal zelf gedaan, hoor.’ zei Stephan, en hij knipoogde.

‘Toch bedankt.’

Page 69: 9.11

Hedwig pakte haar weinige bezittingen in dozen en schreef zich uit voor de studie. Ze kon er niet lang mee zitten; studeren was niet echt haar ding.

Eigenlijk was het alleen maar een uitvlucht uit de werkelijkheid geweest, totdat ze weer wist wat ze eigenlijk wilde in het leven.

Page 70: 9.11

En nu wist ze het.

‘Ik kom naar huis!’

Page 71: 9.11

3kijken

Familie Valentijn

Page 72: 9.11

‘Wat heb ik toch een ouwe kop gekregen. Waarom vertel je me dat nooit, Soof?’

Sofie grijnsde. ‘Je stelt je aan, David. Je bent nog net zo knap als die eerste dag dat ik je zag in het museum.’

‘Pff, dat is echt honderd jaar geleden. Volgens mij was jij toen nog maar net uit de luiers.’

‘Dat is niet waar!’ lachend spetterde Sofie haar man nat.

Page 73: 9.11

Voor de badkamerdeur was de tweeling in een kussengevecht verwikkeld. Het was zondagochtend, en dan hielden ze ervan lekker lang in hun pyjama rond te lopen. Ze sjouwden met kussens en dekens door het huis, hun knuffels onder hun arm, zodat ze overal lekker konden liggen.

Page 74: 9.11

Maar meestal kwam er niks van rusten, en in plaats daarvan zagen ze na een tijdje sterretjes van het vele slaan met de kussens.

Page 75: 9.11

Eva was ook wakker geworden en bezocht haar kleine vriendje Onyx.

‘Goeiemorgen, lekker geslapen?’ Ze schudde wat voer in zijn bakje en draaide zich toen met een zucht om.

Ze miste Stephan.

Page 76: 9.11

Maar ze vermande zich, kleedde zich aan en smeerde wat boterhammen in de keuken.

‘Je tijd is gekomen…’ klonk het griezelig achter haar. Eva schrok zich rot.

‘Arthur, doe normaal!’ riep Eva kwaad. ‘Dat klonk echt…’

Toen zag ze pas dat het haar broertje niet was.

Page 77: 9.11

‘Het is…Hij komt voor Suus.’ stamelde Richard, die nog probeerde zijn broertje te verdedigen.

‘O, s-sorry, ik dacht…’ Met grote ogen staarde Eva naar Magere Hein.

Page 78: 9.11

‘Arme Suus…’ snikte Sofie. Ze hadden Suus nu al zo lang, ze was echt aan het beestje gehecht.

Page 79: 9.11

Het hondje werd begraven in de tuin, dichtbij haar favoriete plekje waar ze altijd van de zon lag te genieten.

Page 80: 9.11

Tijdens de lunch durfde Richard al heel brutaal te vragen of ze nu weer een nieuwe hond zouden nemen.

‘Daar kan ik nu nog geen antwoord op geven.’ stamelde Sofie.

‘Geen enkele hond kan Suus vervangen!’ viel Arthur haar bij.

Page 81: 9.11

Om hun gedachten wat af te leiden, organiseerden Sofie en Eva een klein beauty-middagje. Ze smeerden maskertjes op en lachten om elkaar, en Sofie deed Eva’s haar.

‘Je bent prachtig.’

Onzeker keek Eva naar zichzelf. Het stond wel leuk, ja.

Page 82: 9.11

Maar toch bleef ze onzeker. Op school had ze nauwelijks vrienden, laat staan dat er ooit jongens naar haar keken. Ze was raar, anders, werd genegeerd.

Eigenlijk wilde ze dat ze het niet erg vond, dat ze gewoon door kon leven – maar dat ging niet. Ze was een familiesim en vond het vreselijk.

Page 83: 9.11

De volgende dag viel de tweeling na school meteen in slaap. Blijkbaar was het een vermoeiende dag geweest.

Page 84: 9.11

En Sofie, die voelde ineens tintelingen. Ze werd oud!

Page 85: 9.11

Ze kon er niet zo mee zitten. Er waren ergere dingen in het leven.

Page 86: 9.11

Midden in de nacht werd de tweeling uitgerust wakker.

‘Wow, nu kunnen we gewoon gaan spelen!’ Ze speelden tot de zon weer op kwam.

Page 87: 9.11

En vielen toen weer in slaap – tot het tijd was om naar school te gaan.

Page 88: 9.11

‘Het was leuk om ‘s nachts wakker te zijn, maar ik denk dat ik toch liever slaap.’ mompelde Richard.

‘Ja, ik ben kapot.’ mopperde Arthur.

Page 89: 9.11

Het ondenkbare gebeurde die dag bij Eva op school: er kwam een meisje bij haar zitten in de pauze.

Ze was een beetje excentriek, maar verder aardiger dan iedereen die Eva ooit ontmoet had op school.

Page 90: 9.11

Sofie glimlachte tevreden. Eindelijk had haar dochter een vriendin gevonden en nu stonden ze samen te giechelen en te praten alsof ze elkaar al jaren kenden.

Dat was mooi.

Page 91: 9.11

Ondanks hun voornemens viel de tweeling na school meteen weer in slaap. Sofie wilde er wel iets van zeggen, maar ze besloot dat ze er zelf maar achter moesten komen. Ze kon er toch weinig aan veranderen.

Page 92: 9.11

Die avond belde Stephan, en daar was iedereen blij mee. Hij vertelde dat hij met Hedwig gepraat had, en dat ze terug naar huis gegaan was. Verder had hij zijn eerste colleges er al op zitten en ging alles prima.

‘Zeg hem gedag van mij!’ giechelde Eva op de achtergrond.

‘We komen snel een keertje langs!’ beloofde Sofie.

Page 93: 9.11

3kijken

Familie Stadsie

Page 94: 9.11

Met een ruk schoot Renate overeind in haar bed.

Weer die droom.

Waarom droomde ze toch steeds over haar neef Bart? En niet zo maar dromen, dromen waarin hij haar vriendje was, waarin ze elkaars hand vast hielden…

Page 95: 9.11

Langzaam ebde het verliefde gevoel in haar buik weg en Renate stapte kwaad uit bed.

Ze was helemaal niet verliefd op Bart! Hij was haar beste vriend, en haar neef – en daarmee uit!

Page 96: 9.11

Ze ging maar even een kijkje nemen bij haar puppies Kate en Cory. Ze glimlachte. Die twee wisten elke keer weer haar hart te doen smelten!

Page 97: 9.11

Toch zat ze ermee. Ze nodigde zelfs een andere jongen uit, om maar iemand om zich heen te hebben.

Maar niemand was zo leuk als Bart.

Page 98: 9.11

Nee, niemand.

Renate vloekte in zichzelf.

Page 99: 9.11

Ze stuurde de jongen naar huis, hij betekende niets voor haar, ze kende hem nauwelijks.

Ze had hem alleen maar nodig gehad om te beseffen wat ze werkelijk voor Bart voelde.

En het was waar. Ze was verliefd op hem.

Page 100: 9.11

Haar ouders hadden niets door, die leefden hun eigen drukke leventjes en kropen ‘s nachts tevreden tegen elkaar aan.

Wat hun puberdochter allemaal doormaakte, daar hadden ze geen idee van.

Page 101: 9.11

‘Zo’n honger…’ kermde Elise de volgende morgen.

‘Maak dan wat te eten, schat.’

Elise wist met moeite de keuken te bereiken en begon aan het ontbijt.

Page 102: 9.11

Renate was al lang op, geplaagd door nachtmerries waarin ze met Bart in een parkje zat te zoenen.

Page 103: 9.11

Tijdens het ontbijt kon ze het niet langer voor zich houden.

‘Mam, wat vind je van Bart?’

‘Je neefje?’

‘Ja…’ Renate zuchtte. Hij was familie. Je werd niet verliefd op familie.

Page 104: 9.11

‘Stel dat ik…hem leuk zou vinden. Je weet wel, als vriendje. Wat zou ik dan…’

‘Je vind hem leuk?’ Meteen was haar moeder één en al aandacht. ‘Echt?’

Renate zuchtte en werd rood terwijl ze met haar vork in haar omelet prikte.

‘Nou, eh, ik denk het.’

Page 105: 9.11

‘Maar hij is m’n neef.’

‘Je zegt het alsof het het einde van de wereld is. Meid, maak je niet druk! Je kunt heus wel een relatie met hem beginnen, hoor! Niet geschoten is altijd mis.’

Page 106: 9.11

Renate wist niet precies wat haar moeder met die laatste woorden bedoelde, maar ze voelde wel een sprankje hoop in haar hart.

‘Dus het zou niet raar zijn? En denk je dat hij mij ook als méér dan een gewone vriendin ziet?’

‘Volgens mij deed hij dat altijd al!’

Page 107: 9.11

Dolblij huppelde Renate naar het hondenverblijf.

Er was hoop! Hoop voor haar en Bart!

Page 108: 9.11

Ze was net lekker met de puppies aan het spelen, toen er iets bewoog in de tuin.

De Dood! Voor wie kwam hij?

Page 109: 9.11

‘Ohh, Amper.’ zuchtte Renate verdrietig.

Alle honden verzamelden zich om hem heen en begonnen aan een klaagzang.

Page 110: 9.11

‘Mama, kom gauw! Amper gaat dood!’ riep Renate en Elise kwam struikelend naar haar toe.

Ze huilde, en daar was Renate blij mee.

Normaal deed haar moeder altijd alsof de honden alleen maar business waren. Nu toonde ze eens wat emotie.

Page 111: 9.11

Maar net toen Renate haar arm om haar moeders schouder wilde slaan, vermande Elise zichzelf weer.

‘Ja, zo gaan die dingen. Nieuwe honden worden geboren, oude sterven. Dat is de wereld van de hondenfokkerij.’

Ze begon gelijk aan een grondige schoonmaak van Ampers hok.

Page 112: 9.11

En zo verbeet Elise weer iedere emotie en daar kon Renate wel woedend om worden.

Ze opende haar mond om iets te zeggen, maar sloot hem weer.

Ze haalde haar schouders op.

Dit was haar moeders manier om met haar verdriet om te gaan, waarschijnlijk. Dat moest ze maar accepteren.