actieplan opvang en integratie statushouders houten (pdf)
TRANSCRIPT
1
Actieplan gemeente Houten
Opvang en Integratie Statushouders
Gemeente Houten in samenwerking met
maatschappelijke organisaties en inwoners van Houten
januari 2016
2
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding pag. 3
2. Vluchtelingenopvang tot 2016 pag. 4
I Opvang in Nederland
II Procedure na aankomst
III Opvang in Houten
3. Houtense opgave voor 2016 pag. 8
I Doelstelling
II Actieplan
III werkelijkheid in beweging
IV Totstandkoming actieplan
V Inwonersberaad
4. De Houtense Aanpak pag. 12
I Huisvesting II Maatschappelijke begeleiding III Onderwijs IV Werk, inkomen en participatie
5. Communicatie pag. 30
6. Financiën pag. 32
Bijlagen 1. Asielprocedure
2. Drie vormen van opvang asielzoekers
3. Huisvesting vluchtelingen met verblijfsvergunning
4. Resultaten inwonersberaad 28 november 2015
3
1. Inleiding
Europa heeft momenteel te maken met een vluchtelingenstroom van
grote omvang. De schrijnende beelden in de media spreken voor zich
en het einde van deze humanitaire crisis is nog niet in zicht. Ook in
Nederland melden zich dagelijks honderden asielzoekers. Het ziet er
voorlopig niet naar uit dat deze toestroom zal stoppen.
Als gemeente vangen we al jaren, vanuit onze wettelijke taak,
vluchtelingen met een verblijfsstatus op: de zogeheten
vergunninghouders of statushouders1. Naar verwachting zal hun aantal
op korte termijn sterk toenemen. Op deze situatie willen we ons tijdig
voorbereiden. Hoe we dat doen, is te lezen in dit actieplan ‘Opvang en
integratie statushouders’.
Het actieplan is tot stand gekomen in samenwerking met
vertegenwoordigers van relevante maatschappelijke organisaties in
Houten en op basis van de input uit het inwonersberaad van 28
november 2015.
In het actieplan beschrijven we de opgave die we als gemeente Houten
voor ons zien, de stappen die we willen zetten om die opgave te
realiseren en de middelen die daarvoor nodig zijn. Mocht blijken dat
ook andere vormen van opvang in onze gemeente nodig zijn, dan zal
hiervoor een apart traject in werking worden gezet.
1 In dit actieplan zal de term statushouder gebruikt worden.
Diverse vraagstukken die in dit actieplan behandeld worden, zijn ook
relevant voor andere groepen inwoners binnen de gemeente. Hoewel
het college van B&W - vanwege de urgentie en complexiteit van het
vraagstuk - heeft besloten tot de ontwikkeling van een plan speciaal
gericht op statushouders, zijn de acties op korte en/of langere termijn
ook ten bate van andere relevante inwoners van Houten.
Op landelijk niveau worden eveneens initiatieven ontwikkeld om de
asielproblematiek aan te pakken. Eind december ondertekenen Rijk en
VNG naar verwachting het bestuursakkoord ‘Verhoogde
Asielinstroom’. Het akkoord bevat een aantal nuttige afspraken voor
gemeenten om de instroom in goede banen te leiden en zal na
vaststelling concreet uitgewerkt worden. Het is daarom nog te vroeg
om goed in te kunnen schatten wat het voor onze gemeente kan
betekenen.
In dit actieplan gaan we uit van wat we nu weten, houden we rekening
met wat er naar alle waarschijnlijkheid gaat komen en creëren we
ruimte om in te spelen op wat gedurende het jaar nodig zal zijn. Het
actieplan dient als basis voor besluitvorming in de gemeenteraad in
januari 2016.
4
2. Vluchtelingenopvang tot 2016
Al eeuwen lang zijn er plaatsen op de wereld waar inwoners zich om
uiteenlopende redenen niet veilig voelen en vluchten. En al even lang
zijn er andere landen die deze mensen opvangen en voor kortere of
langere tijd onderdak bieden. Vluchtelingen zijn er dus altijd geweest,
maar door de recente (burger)oorlogen in het Midden-Oosten en
Afrika is de afgelopen tijd een ongekende stroom op gang gekomen.
Vluchtelingewerk Nederland rapporteert op 2 september 2015:
· 60 miljoen mensen op de vlucht Nooit eerder waren er zo veel mensen op de vlucht voor oorlog en geweld: eind 2014 bijna 60 miljoen mensen, 8,3 miljoen meer dan vorig jaar. · 4 miljoen Syriërs zijn hun land ontvlucht Ruim 4 miljoen Syriërs zijn hun land ontvlucht, nog eens 7,6 miljoen zijn ontheemd in eigen land. 90% van de Syrische vluchtelingen wordt opgevangen in Turkije, Libanon of Jordanië. · Drama’s op de Middellandse Zee Vanuit Noord-Afrika wagen veel vluchtelingen uit Syrië, Eritrea en Afghanistan de levensgevaarlijke oversteek naar Europa. 137.000 mensen in de eerste helft van dit jaar. Bijna 2.000 mensen overleven de overtocht niet. · Veel Eritreeërs in korte tijd In 2014 is er in april en mei een kortstondige piek van Eritrese vluchtelingen die asielaanvragen in Nederland. Ook in mei en juni van dit jaar zijn er opvallend veel Eritrese asielzoekers: 1.076 en 1.248 personen.
Vluchtelingenwerk Nederland: Vluchtelingen in getallen 2015
Opvang in Nederland
Ook Nederland vangt van oudsher asielzoekers op. Onderstaande tabel
laat een overzicht zien van de instroom vanaf 1990.
Bovenstaande tabel is gebaseerd op cijfers t/m juni 2015. In de
periode tot 1 oktober was het aantal opgelopen tot 39.500 en stijgt
sindsdien nog steeds. In november kwamen gemiddeld 1700 per week
naar Nederland, wat opmerkelijk is omdat in deze periode het aantal
asielzoekers doorgaans daalt.
5
Procedure na aankomst
Asielzoekers die Nederland binnenkomen, moeten een procedure
doorlopen voordat ze als vergunninghouder of statushouder erkend
worden. Zie bijlage 1. Het inwilligingspercentage op eerste
asielaanvragen ligt in de periode januari t/m september 2015 rond de
70%.
Er zijn drie soorten opvang voor asielzoekers. De bekendste zijn de
gewone asielzoekerscentra (AZC’s) die vaak al jaren bestaan.
Daarnaast bestaat er noodopvang en crisisnoodopvang waar
asielzoekers kort verblijven. In bijlage 2 zijn de diverse vormen van
asielopvang nader omschreven.
Is een asielzoeker eenmaal als statushouder erkend dan krijgt hij een
tijdelijke verblijfsvergunning die 5 jaar geldig is. Op dat moment krijgt
hij verschillende rechten en plichten. Zo heeft hij recht op huisvesting
binnen een gemeente en moet hij een inburgeringsexamen
afleggen. Na 5 jaar bekijkt de IND of de statushouder nog steeds
bescherming nodig heeft. Als dat het geval is dan krijgt hij een
verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.
Gemeenten ontvangen twee keer per jaar een brief van het Rijk waarin
zij geïnformeerd worden over het aantal statushouders dat zij voor
het komende half jaar moeten huisvesten. Dit wordt ook de
‘Taakstelling Huisvesting Vergunninghouders’ genoemd. De
taakstelling vindt plaats naar rato van het aantal inwoners van de
betreffende gemeente.
Schematisch ziet het proces er als volgt uit:
Bron: Ministerie van Veiligheid en Justitie
6
Opvang in Houten
Net als iedere gemeente heeft ook Houten de wettelijke verplichting
om statushouders te huisvesten en zorg te dragen voor integratie en
participatie. In onderstaande grafieken is te zien wat de taakstelling
van de gemeente Houten was voor de jaren 2013 t/m 2015, de
herkomst van de desbetreffende statushouders en de leeftijdsopbouw
voor het jaar 2015.
Nationaliteiten statushouders in Houten
Zoals uit bovenstaande grafieken blijkt, heeft Houten in 2015 88
statushouders toegewezen gekregen, 4x meer dan in 2013. Meer dan
helft daarvan waren kinderen tot 23 jaar. Dit houdt verband met het
feit dat in Houten veel gezinnen geplaatst zijn.
Vanwege de grote stroom van asielzoekers die wekelijks ons land
bereikt, bestaat er tevens een groot tekort aan opvangcapaciteit voor
vluchtelingen die nog geen verblijfsstatus hebben. Om te voorkomen
dat deze asielzoekers op straat belanden, heeft het Rijk een dringende
oproepen gedaan aan gemeenten om noodopvang en crisisopvang
beschikbaar te stellen. In oktober heeft de gemeente Houten in
sporthal de Wetering twee weken crisisopvang geboden aan 170
asielzoekers.
7
In onderstaand overzicht is te zien welke opvangvoorzieningen er op dit moment binnen onze provincie voor handen is.
Schema opvangvoorzieningen provincie Utrecht, VRU 12 november 2015
8
3. Houtense opgave 2016
In november 2015 heeft het Rijk de taakstelling voor de eerste helft
van 2016 bekend gemaakt. Voor Houten bedraagt het 58
statushouders. Naar verwachting zal dit aantal in de tweede helft van
het jaar flink toenemen. Veel asielzoekers die in ons land verblijven,
zijn immers nog in afwachting van een procedure. We anticiperen
daarom op een taakstelling van 200 statushouders voor het gehele
jaar. Dat is een aanzienlijke toename t.o.v. voorgaande jaren.
Daarnaast zal in 2016 uitbreiding van noodopvangcapaciteit voor
asielzoekers noodzakelijk blijven. VNG, IPO en het Rijk hebben in het
bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom opgenomen dat er per 1
februari 2016 plannen klaar moeten liggen voor 2500 extra
opvangplekken per provincie waar asielzoekers langer dan een jaar
kunnen blijven. De grootte van deze plekken staat daarbij open. Op dit
moment is nog onduidelijk wat de gevolgen hiervan zijn voor onze
gemeente. Mocht dit duidelijker worden en er concrete locaties in
beeld komen, dan zal dit ter besluitvorming voorgelegd worden aan de
gemeenteraad en besproken worden met omwonenden. In dat geval
staan wij een doorgaande lijn voor, waarbij de asielzoekers in de
noodopvang ook bij ons gehuisvest blijven als zij de verblijfstatus
verkrijgen.
Doelstelling
Binnen de gemeente zijn er veel mensen en organisaties die zich willen
inzetten voor een goede opvang van statushouders. Maar er is ook
bezorgdheid. Hoe kunnen we een grote groep vluchtelingen opvangen
en goed laten integreren in onze samenleving zonder dat dit ten koste
gaat van de eigen inwoners? Ook zijn er vragen over de veiligheid en
de toch al schaarse ruimte op de (sociale) woningmarkt en de
arbeidsmarkt. We staan dus voor de uitdaging de benodigde opvang
en integratie te regelen en tegelijkertijd zorgen weg te nemen. Het
college van B&W heeft daarom de volgende doelstelling geformuleerd:
“De gemeente Houten draagt zorg voor een tijdige en adequate
opvang en integratie van de verhoogde stroom statushouders in
2016, rekening houdend met de zorgen van inwoners en passend
bij de lokale mogelijkheden.”
Actieplan
De realisatie van de doelstelling vereist inzet, afstemming en
samenwerking op vele gebieden en tussen een groot aantal partijen.
Om inzichtelijk te maken hoe dit bereikt kan worden en wat hiervoor
nodig is, heeft het college opdracht gegeven tot het opstellen van een
actieplan ‘Opvang en integratie statushouders’. Daarbij zijn de
volgende uitgangspunten geformuleerd:
1. Integrale aanpak. Opvang van statushouders betekent niet alleen
het regelen van huisvesting maar vraagt ook om adequate
maatschappelijk opvang, goede onderwijsvoorzieningen, de
aanwezigheid van zorg op momenten dat het nodig is en het
9
creëren van mogelijkheden om de kennis en ervaring te benutten
die statushouders bezitten. Succesvolle opvang en integratie
vereist dus een effectieve samenwerking tussen diverse
aandachtsgebieden.
2. Samen met de maatschappelijke partners. Bij de opvang en
integratie van statushouders zijn veel partijen betrokken. Iedere
organisatie vervult daarbij een eigen rol maar is tegelijkertijd
afhankelijk van de acties van andere samenwerkingspartners.
De gemeente Houten wil deze samenwerkingsverbanden
ondersteunen en waar nodig uitbreiden.
3. Voldoende draagvlak. Ervaringen tijdens de crisisopvang en ook
elders in het land hebben laten zien dat onder burgers zowel
betrokkenheid als bezorgdheid leeft. Om tot een breed gedragen
plan te komen is het van belang de zorgen van burgers te kennen
en ze met hun ervaringen en ideeën te betrekken. Het organiseren
van een inwonersberaad was een eerste stap om hierin te
voorzien.
4. Gelijk speelveld. De schaarste op bijvoorbeeld de huizen- en
arbeidsmarkt maakt dat ook andere inwoners van de gemeente
behoefte hebben aan betaalbare woningen en geschikt werk.
Daarom willen we de druk die er op het moment bestaat op de
opvang en integratie van vluchtelingen benutten als hefboom om
ook deze knelpunten aan te pakken. We gaan dus op zoek naar
oplossingen die ook ten goede kunnen komen aan de andere
inwoners van de gemeente Houten.
5. Kansrijk en innovatief. De opvang van een grotere groep
vluchtelingen vraagt op onderdelen om een nieuwe kijk en maakt
een andere aanpak noodzakelijk. Naast zorgen ontstaan er ook
kansen, op korte en op langere termijn. Het is van belang deze
kansen te herkennen en te benutten.
Werkelijkheid in beweging
Zoals vermeld anticiperen we op een taakstelling in 2016 van 200
statushouders. Afhankelijk van de versnelling die de IND heeft ingezet
in het afhandelen van de procedureaanvragen en van de instroom van
nieuwe asielzoekers de komende maanden, kan dit aantal veranderen.
Daarnaast wordt ook op landelijk niveau actie ondernomen om de
vluchtelingenproblematiek aan te pakken. Ten tijde van het schrijven
van dit actieplan hebben Rijk en VNG het bestuursakkoord ‘Verhoogde
Asielinstroom’ opgesteld. Het akkoord bevat een aantal nuttige
afspraken voor gemeenten om de instroom in goede banen te leiden.
Het akkoord zal naar verwachting voor het kerstreces 2015 vastgesteld
worden, waarna op diverse punten verdere uitwerking zal
plaatsvinden.
Ontwikkelingen gaan snel. In dit actieplan gaan we uit van wat we nu
weten, houden we rekening met wat er naar alle waarschijnlijk gaat
komen en creëren we ruimte om in te spelen op wat gedurende het
jaar nodig zal zijn.
Totstandkoming actieplan
Het actieplan is ontwikkeld door een interne werkgroep in
samenwerking met vertegenwoordigers van relevante
maatschappelijke organisaties in Houten, zoals woningcorporatie
10
Viveste, Welzijnsorganisatie vanHouten&co, de koepel van
onderwijsinstellingen, Werk en Inkomen Lekstroom, stichting Present
en het Wereldhuis. Uiteraard zijn veel meer organisaties actief op het
terrein van opvang en integratie statushouders. Ook zij zullen bij de
verdere uitwerking betrokken worden.
Tot slot is ook de input uit het inwonersberaad op 28 november in het
gebouw van Houtens belangrijke input geweest.
Houtens, school voor VMBO en MAVO+
Inwonersberaad
Ter voorbereiding op het actieplan vond een inwonersberaad plaats
met een driedelig doel:
1. Informeren: presenteren van facts en figures over de
vluchtelingenstroom en -opvang.
2. Peilen: onderzoeken hoe inwoners van Houten denken over de
mogelijkheden en onmogelijkheden / kansen en risico’s m.b.t.
de opvang van vluchtelingen.
3. Betrekken: met elkaar in gesprek gaan over een aantal
concrete vraagstukken m.b.t. de opvang van de specifieke
doelgroep statushouders
Vanwege het interactieve karakter van de bijeenkomst waren voor het
inwonersberaad 200 plaatsen beschikbaar. Vooraf hadden 1500
inwoners op aselecte basis een brief ontvangen met de uitnodiging om
deel te nemen aan het beraad. Daarnaast konden inwoners zich op
eigen initiatief aanmelden. Dit is kenbaar gemaakt via diverse
publicaties in de lokale media en de website van de gemeente.
Het aantal aanmeldingen voor het inwonersberaad bedroeg 205; 133
inwoners zijn daadwerkelijk op 28 november aanwezig geweest. Het
aantal mannen (64) en vrouwen (69) was ongeveer gelijk. Hun houding
ten aanzien de opvang van vluchtelingen in Houten was bij aanvang
van het beraad als volgt:
11
Opzet inwonersberaad Houten
Het inwonersberaad startte met de vraag: ‘Welke zorgen leven er
volgens u bij de inwoners over de opvang en integratie van
statushouders in Houten?’.
Inwonersberaad Houten
Een samenvatting van de antwoorden:
Huisvesting: voorkom verdringing en zorg voor vermenging
Opvang en begeleiding: voldoende vrijwilligers beschikbaar?
Participatie en integratie in Houtense samenleving: hoe
overbruggen we de verschillen?
Taal en onderwijs: kunnen onderwijsinstellingen het wel aan?
Veiligheid: wordt het onveiliger op straat?
Kosten: wie moet dat betalen?
Werkgelegenheid: geen verdringing op de arbeidsmarkt!2
Naar aanleiding van deze zorgen zijn in kleine groepen, aan de hand
van de vraag ‘Wat kunnen/moeten we extra of anders doen’, veel
ideeën en oplossingen aangedragen om de opvang en integratie van
statushouders te verbeteren. Deze resultaten van het inwonersberaad
zijn meegenomen in de ontwikkeling van het actieplan.
2 Voor meer informatie over de resultaten van het inwonersberaad zie bijlage 4 of de
website van gemeente Houten
12
4. De Houtense aanpak Dankzij de inzet en samenwerking van een groot aantal organisaties
vangt Houten al jaren statushouders op. Door de komst van grote
groepen asielzoekers in 2015 zal het aantal statushouders in 2016 fors
toenemen. Daarop willen we ons tijdig voorbereiden. We realiseren
ons dat de huidige aanpak niet vanzelfsprekend volstaat om de forse
toename te kunnen opvangen, te begeleiden en te laten integreren.
Op onderdelen is herbezinning en vernieuwing noodzakelijk. In dit
hoofdstuk beschrijven we de aanpak die we voor ogen hebben om te
zorgen dat statushouders ook in 2016 kunnen rekenen op geschikte
huisvesting, begeleiding, onderwijs, participatiemogelijkheden en zorg.
Per onderdeel beschrijven we hoe de aanpak in 2015 was, wat de
opgave voor 2016 is, welke acties daarvoor nodig zijn, welke middelen
er beschikbaar zijn en tot slot de risico’s die we op dit moment zien.
Vanwege de urgentie en de complexiteit van de opgave, hebben we
ervoor gekozen om een actieplan te ontwikkelen voor de specifieke
groep statushouders. Tijdens het inwonersberaad werd het advies
meegegeven:
‘Zorg zo snel mogelijk voor verbreding van de aanpak, want
veel problemen gelden ook voor andere inwoners in
Houten.’
Quote uit inwonersberaad
Deze oproep nemen we ons zeer ter harte. Waar dat mogelijk en nodig
is, kiezen we voor een aanpak die op korte of langere termijn ten bate
komt van alle inwoners.
Fasering
Zoals we in hoofdstuk 2 hebben aangegeven, anticiperen we op de
komst van 200 statushouders in 2016. De taakstelling voor de eerste
helft van het jaar bedraagt 58. Omdat de IND inzet op een snelle
behandeling van de vele asielaanvragen, verwachten we voor de
tweede helft van 2016 een verhoogde taakstelling van 140 tot 150
statushouders. Deze bijna verdrievoudiging maakt een fasering in de
aanpak noodzakelijk. Omdat er nog veel onduidelijkheden bestaan, is
het op dit moment nog niet mogelijk om voor de tweede helft van
2016 alle acties te definiëren. Wat we wel kunnen, is de opgave in
beeld brengen en tijdig lijnen uitzetten om tot oplossingen te komen.
Integrale aanpak en samenwerking: sleutel tot succes
Hoewel we - omwille van de duidelijkheid - gekozen hebben voor de
behandeling van de afzonderlijke onderdelen, is het uiteindelijke
succes uiteraard afhankelijk van het samenspel tussen de diverse
onderdelen. De banlieues ten noorden van Parijs laten zien wat de
gevolgen kunnen zijn van huisvesting zonder begeleiding en
participatie. ‘Investeer in taalonderwijs, ontmoeting en zinvolle
tijdsbesteding’ waren belangrijke adviezen tijdens het inwonersberaad
in november. Scholen zijn belangrijke plekken waar statushouders met
kinderen met andere ouders in gesprek kunnen komen en zo de taal
en gewoonten kunnen leren.
Houtense scholen in het primair onderwijs willen bij het
taalonderwijs aan kinderen van statushouders ook de
13
ouders direct betrekken. Dit willen ze onder meer doen
door ouders een dagdeel mee te laten draaien bij het
taalonderwijs. Hierdoor weten ouders wat hun kinderen
leren en helpt het hen bij hun eigen leerproces.
Ook de deelname aan sportclubs, of het verrichten van (on)betaald
werk werden tijdens het inwonersberaad als belangrijk genoemd.
‘Biedt als sportvereniging gratis lidmaatschap aan in ruil
voor werkzaamheden binnen de vereniging of zet
statushouders in bij wegbezuinigde taken zoals
Groenonderhoud’.
Quote uit inwonersberaad
Tegelijkertijd werd ook gewaarschuwd voor teveel pamperen. Neem
niet alles uit handen maar leer statushouders zichzelf en elkaar te
helpen, was een veelgehoord advies.
‘Vraag vertegenwoordigers van statushouders waar zij
behoefte aan hebben.’
‘Organiseer een bewonersbijeenkomst met
vluchtelingen of gemengd en haal hun denkkracht naar
boven.’
Quote uit inwonersberaad
Rol gemeente
Bij de opvang en integratie zijn veel organisaties en vrijwilligers
betrokken. Hun inzet en deskundigheid zijn een belangrijke sleutel tot
succes. Van belang is dat zij tijdig beschikken over relevante
informatie, elkaar weten te vinden als dat nodig is, gebruik kunnen
maken van elkaars expertise, en ruimte krijgen om initiatieven van de
grond te krijgen. In veel gevallen zijn zij zelf verantwoordelijk om dit te
organiseren. Maar soms is ondersteuning van de gemeente
noodzakelijk. Die ondersteuning kan verschillende vormen aannemen.
Als gemeente fungeren we soms als opdrachtgever en stellen we een
budget beschikbaar. Dit gebeurt op basis van besluiten door de
gemeenteraad. In ander gevallen ondersteunen we door platforms te
bieden waar partijen elkaar kunnen ontmoeten, door informatie
beschikbaar te stellen en waar nodig ontwikkelingen te initiëren en
soms ook te regisseren.
Huisvesting
Huidige situatie
De huisvesting van statushouders is belegd bij de
woningbouwvereniging Viveste. In de periode tot half november 2015
hebben zij 35 woningen beschikbaar gesteld voor de plaatsing van 88
statushouders. Dit is 8% van de sociale huurwoningen die dat jaar zijn
vrijgekomen. Daarmee heeft Houten nog voor het einde van het jaar
voldaan aan de taakstelling van 2015. Gemiddeld zijn drie woningen
per maand toegewezen aan statushouders.
14
Plaatsing van statushouders gebeurt in nauw overleg tussen
gemeente, Viveste en COA. Viveste meldt welk type woning
beschikbaar is en afhankelijk daarvan plaats het COA een gezin of
alleenstaande. VanHouten&co wordt al vanaf de start betrokken om
tijdig de maatschappelijke begeleiding te kunnen regelen.
Nieuwe Opgave
Uitgaande van de ervaringen van de afgelopen jaren, verwachten we
in 2016 70 – 80 woningen nodig te hebben om aan onze taakstelling
van 200 statushouders te voldoen. Voor de 58 statushouder in de
eerste helft van het jaar zal het gaan om 20 – 25 woningen; voor de
overige 140 statushouders rekenen we op 40 – 60 woningen. Het
exacte aantal is uiteraard afhankelijk van het percentage gezinnen of
alleenstaanden dat geplaatst zal worden
Inwonersberaad Houten
In het inwonersberaad op 28 november is de zorg uitgesproken voor
verdringing op de woningmarkt en is aangedrongen op het benutten
van alternatieve huisvestingvormen door bijvoorbeeld leegstaande
kantoren te transformeren. Tevens is aangegeven dat een grote
concentratie van statushouders niet wenselijk is. Deze reacties
beschouwen we als belangrijke richtlijnen bij het zoeken naar
oplossingen. We koersen daarom op verruiming van de
woningvoorraad, die op kortere of langere termijn ook beschikbaar
komt voor andere woningzoekenden in Houten.
Resultaten Bestuursakkoord verhoogde Asielinstroom (december 2015)
Voor de korte termijn is het van belang dat de doorstroming van
statushouders vanuit de asielzoekerscentra (AZC’s) naar huisvesting in
de gemeenten op gang komt. Veel statushouders houden plekken
bezet waar het COA nieuwe asielzoekers zou willen plaatsen, die nu
eerst in (nood)opvanglocaties moeten worden ondergebracht. Omdat
er in bepaalde regio’s, waaronder Houten, sprake is van krapte op
woningmarkt, hebben Rijk en gemeenten in het bestuursakkoord van
december een aantal verruimde maatregelen afgesproken:
• Voor statushouders kan er, als de lokale omstandigheden erom
vragen, sobere, kleinschalige huisvesting bovenop de huidige
woningvoorraad gebouwd worden: voor het realiseren daarvan is een
subsidie voor de verhuurder beschikbaar.
• Statushouders kunnen in onzelfstandige woonruimtes worden
ondergebracht, waarbij zij (tenminste 4 met elkaar) voorzieningen
delen. Daarbij geldt de kostendelersnorm voor de bijstand en is er
geen recht op huurtoeslag.
15
• Verhuurders krijgen subsidie om panden geschikt te maken voor
bewoning. Corporaties mogen onder voorwaarden diensten leveren in
gebouwen die door anderen ter beschikking zijn gesteld.
• Gemeenten kunnen per 1 januari het Gemeentelijk
VersnellingsArrangement (GVA) inzetten om statushouders in tijdelijke
woonvoorzieningen te bekostigen: de statushouders hebben dan geen
woonlasten en krijgen zak- en leefgeld. De maximale termijn wordt 24
maanden vanaf datum vergunningverlening. Dit GCA komt in de plaats
van de huidige GZZA regeling.
• Commissarissen van de Koning zijn als Rijksheer gevraagd een rol te
spelen in de inrichting van regionale regietafels waar de nationale
afspraken worden uitgevoerd. Daarmee wordt gestimuleerd dat er
regionaal wordt samengewerkt en gemeenten hun taakstelling
onderling kunnen verevenen.3
Huisvestingsopties
Huisvesting van statushouders heeft tot dusver plaats gevonden
binnen het huidige aanbod van sociale huurwoningen. Om aan de
verwachten taakstelling van 2016 te kunnen voldoen en recht te doen
aan de zorgen voor verdringing, moet er extra huisvesting gecreëerd
worden. Het uitgangspunt is daarbij dat deze woningen zo mogelijk
ook beschikbaar moeten komen voor de mensen die op de
wachtlijsten staan. In de Woonvisie die in februari/maart aan de raad
gepresenteerd wordt, zal dit nader uitgewerkt worden.
3 Op provinciaal niveau is de ‘Taskforce Opvang Vluchtelingen’ (TOV) opgericht en op
U10 niveau de ‘Kerngroep Asiel en integratie U10’. De gemeente Houten neemt actief deel aan beide tafels.
Permanente woningen
Voor het toevoegen van woningen aan de totale permanente
woningvoorraad, zijn leegstaande kantoorgebouwen aan te wijzen die
voor duurzame transformatie in aanmerking komen. Tijdens het
inwonersberaad is deze optie veelvuldig genoemd. Houten kent een
groot aantal leegstaande kantoren. Door middel van de reguliere
procedure kunnen deze worden getransformeerd naar sociale
huurwoningen. De leefbaarheid en aanwezigheid van voorzieningen in
de nabije omgeving, spelen hierbij een belangrijke rol. De doorlooptijd
van het realiseren van deze woningen wordt ingeschat op ongeveer 1 -
1,5 jaar. Naast de benodigde bouwtijd zullen in het voortraject
eigenaren bereid moeten worden gevonden om medewerking te
verlenen.
Tijdelijke woningen
Voor de onmiddellijke opvang kan vanaf 1 januari 2016 gebruik
worden gemaakt van het Gemeentelijke Versnellingsarrangement
(GVA). Voorloper van dit arrangement is het Gemeentelijke
Zelfzorgarrangement (GZZA) dat per 1 januari 2016 beëindigd is. De
gemeente heeft de Houtense fruittelers per brief geïnformeerd over
het bestaan van de GZZA regeling en hun interesse gepeild voor
tijdelijke huisvesting van statushouders. Deze blijkt vooralsnog gering
te zijn. Mogelijk dat zich nog andere particuliere initiatieven
aandienen.
Een andere mogelijkheid om extra woningen op korte termijn te
realiseren, is het plaatsen van tijdelijke woningen op onbebouwde
percelen voor een periode van enkele jaren.
16
Tijdelijke studentenhuisvesting op de Uithof, Utrecht
In procedure tijd is dit overzienbaar (crisis en herstelwet) en de
bouwtijd is zeer beperkt. Indien het om gemeentegrond gaat, zou er
per direct aan kunnen worden gewerkt. De realisatietijd hiervan wordt
ingeschat op ongeveer 6 maanden. Daarbij gaat het om procedures
(voorbereidingstraject, (omgevings)vergunningen, plaatsen woningen,
aanleg en aansluiting op gas, water, elektra en riolering, aanleg
verharding, etc.).
Vanuit deze tijdelijke woningen kunnen statushouders op den duur
doorgeplaatst worden naar reguliere woningen (zie permanente
bewoning). Wanneer de locatie vrijkomt waarop de tijdelijke woningen
geplaatst zijn, kan de locatie herontwikkeld worden.
Tot slot is het ook mogelijk om leegstaande kantoren op zeer korte
termijn geschikt te maken voor tijdelijke en sobere woonunits waar
statushouders alvast gehuisvest kunnen worden in afwachting van
andere huisvesting. Een dergelijke transformatie kan haalbaar zijn
binnen enkele maanden.
Acties
Onze taakstelling voor de eerste helft van 2016 bedraagt 58
statushouders. Afgaande op de ervaringen uit voorgaande jaren
verwachten we daarvoor 20 -25 woningen nodig te hebben. Dit willen
we realiseren door middel van de tijdelijke transformatie van
leegstaande kantoren. Omdat deze omzetting enkele maanden in
beslag neemt, zal het nodig zijn om in de tussentijd aanspraak te
maken op het reguliere woningaanbod in de sociale huursector. We
achten dit echter een onwenselijke situatie die we zo snel mogelijk
willen veranderen.
Voor de tweede helft van 2016 anticiperen we op ongeveer 140
statushouders. Daarvoor hebben we naar verwachting 40 – 60
woningen nodig. Om dit te realiseren hanteren we de volgende
aanpak:
Creëren van extra huisvesting d.m.v. het plaatsen van tijdelijke
woningen op onbebouwde percelen. Te verwachten
oplevering: juli/augustus. We onderzoeken of het mogelijk is
om deze tijdelijke woningen ook beschikbaar te stellen voor
andere woningzoekenden binnen de gemeente.
Ontwikkeling van duurzame kantoortransformatie tot
woningen voor zowel statushouders als andere
woningzoekenden in de gemeente. Oplevering zal
vermoedelijk plaatsvinden medio 2017.
17
Realisatie van de opdracht is in handen van woningbouwcorporatie
Viveste. Gemeente wijst hiervoor een aantal potentiële locaties aan.
De corporatie onderzoekt de locaties op geschiktheid voor het
realiseren van (tijdelijke) woningen. Bovendien maakt Viveste een
businesscase op het omzetten van kantoorgebouwen naar woningen
en het plaatsen van tijdelijke woningen op ‘grasland’. Zij gaat
gesprekken aan met eigenaar van de leegstaande kantoorgebouwen
om de beoogde transformatie te bespreken. Naast kantoren kunnen
ook andere, meer kleinschalige, panden kansen bieden om (tijdelijk)
statushouders te huisvesten. Ook die mogelijkheden zullen we als
oplossingsrichting betrekken.
Op het moment dat er meer duidelijkheid ontstaat over de
haalbaarheid van permanente of tijdelijke huisvesting op specifieke
locaties, dan zullen de raad en omwonenden bij het proces betrokken
worden.
Kosten
Op dit moment is nog niet in te schatten welke middelen nodig en
beschikbaar zijn voor de realisatie van extra huisvesting.
Bij tijdelijke huisvesting zijn de eventuele kosten voor de ondergrondse
infrastructuur (kabels & leidingen en riolering) afhankelijk van de
gekozen locatie en de te maken afspraken hierover met Viveste .
Hierbij is het de intentie van de gemeente om deze kosten voor
rekening van Viveste te laten zijn, aangezien het zeer waarschijnlijk
tijdelijke infrastructuur betreft die niet kan worden (her)gebruikt bij de
definitieve invulling van de locatie.
Risico’s
De volgende risico’s kunnen optreden (alleen of in combinatie):
- Er komen onvoldoende aanvullende woningen beschikbaar. Dit
kan het geval zijn bij tijdelijke woningen, maar ook als het
tempo van de duurzame kantoortransformatie tegenvalt.
- In afwachting van het beschikbaar komen van aanvullende
wooneenheden komt er meer druk op de toewijzing van
woningen in de sociale huursector. Daardoor kan een
evenwichtige spreiding over woonbuurten in het gedrang
komen.
Maatschappelijke begeleiding
Huidige situatie
Het uitgangspunt voor integratie is dat de vergunninghouder zo snel
mogelijk in staat wordt gesteld om zelfredzaam te zijn. In Houten
bestaat een actief maatschappelijk middenveld dat met allerlei
initiatieven de nieuwkomer in Houten ondersteunt.
De toegang van de statushouder tot Houten loopt via de
maatschappelijke begeleiding die door vanHouten&co wordt verzorgd.
De maatschappelijke begeleiding richt zich op de verschillende
leefgebieden: wonen, inkomen, onderwijs, taal, zorg en vrije tijd. Hoe
beter deze maatschappelijke begeleiding plaatsvindt, hoe makkelijker
de integratie een vervolg kan krijgen via de reguliere organisaties. De
maatschappelijke begeleiding vindt plaats door zo’n 60 vrijwilligers die
18
door twee beroepskrachten van vanHouten&co worden ondersteund.
VanHouten&co ontvangt hiervoor een subsidiebedrag van €160.000
van de gemeente. Maatschappelijke begeleiding is een wettelijke taak
van de gemeente. Hiervoor wordt de COA bijdrage ( €1000 per
statushouder van 16 – 65 jaar) ingezet als dekking.
Gedurende de eerste anderhalf jaar biedt vanHouten&co
maatschappelijke begeleiding. Deze begeleiding bestaat uit het regelen
van de hoogst noodzakelijke zaken in de Houtense samenleving
(huurovereenkomst, aanvragen uitkeringen, ziektekosten, toeslagen,
onderwijs, aanmelding inburgeringscursus). Per statushouder
(alleenstaande of gezin) zijn doorgaans twee vrijwilligers betrokken,
die afwisselend ingezet worden. Deze vrijwilligers worden
ondersteund door twee professionele krachten.
Na 18 maanden worden statushouders geacht zelfredzaam te zijn. Als
echter aanvullende ondersteuning gewenst is, dan kunnen zij gebruik
maken van het sociaal loket of het sociaal team.
Het Wereldhuis, de kerken en de stichting Present zijn gezamenlijk
actief met vrijwilligers op aanvullende leefgebieden, zoals
huiswerkbegeleiding, taalmaatjes, praktische klussen.
Statushouders zijn wettelijk verplicht om een inburgeringscursus te
volgen. Die wordt verzorgd door Vluchtelingenwerk Midden
Nederland. Hiervoor kunnen statushouders een lening afsluiting bij
DUO. VanHouten&co ondersteunt de taallessen door inzet van
taalvrijwilligers.
Nieuwe opgave
De maatschappelijke begeleiding blijft in 2016 het startpunt en een
belangrijke pijler bij de opvang en integratie van nieuwe
statushouders. Het toegenomen aantal statushouders maakt een
herbezinning op de aanpak en werkwijze echter noodzakelijk. Het is
niet aannemelijk dat (op korte termijn) het aantal vrijwilligers fors
uitgebreid kan worden. Een substantiële verhoging van het budget is
evenmin realistisch. Op onderdelen zal een andere aanpak
noodzakelijk zijn. Een belangrijk aandachtspunt is dat de infrastructuur
rond vrijwilligers en de diverse taken die daarbij verricht worden,
onderling goed worden afgestemd. Verschillende organisaties zijn
daarbij betrokken. De gemeente zal vanuit deze netwerkstructuur de
afstemming tussen de verschillende activiteiten en organisaties
ondersteunen en bewaken.
Acties
1. Effectueren van de ketensamenwerking:
Opzetten van een Houtense netwerkstructuur waarin alle
relevante partijen acties en ontwikkelingen afstemmen,
afspraken maken met betrekking tot de inzet van vrijwilligers
en de ondersteuning door professionals, en kennis en kunde
uitwisselen. Belangrijk doel van het netwerk is ook te komen
tot een beter samenspel tussen alle relevante domeinen
(maatschappelijke begeleiding, onderwijs, sport, zorg,
19
huisvesting, etc.). In het voorjaar van 2016 zal de gemeente
het initiatief nemen tot het organiseren van een
startbijeenkomst waarin alle betrokken organisaties de
netwerkstructuur gaan vormgeven en werkafspraken maken.
2. Organisatie van een uitwisselingsmarkt in het voorjaar van
2016 met diverse betrokken organisaties, vrijwilligersgroepen
en initiatiefnemers om kennis te maken, en afstemming en
uitwisseling te bevorderen.
3. Vraag aan vanHouten&co:
- Gedurende de eerste anderhalf jaar de maatschappelijke
begeleiding te verzorgen voor 200 nieuwe statushouders, naast
de begeleiding van de huidige statushouders
- Rekening te houden met een verhoogde instroom gedurende
de tweede helft van 2016.
- Afhankelijk van de ontwikkelingen op huisvestingsgebied,
rekening te houden met de instroom van grotere groepen
tegelijk en hierop tijdig te anticiperen. Dit geldt in het bijzonder
voor de 2e helft van 2016.
- Te onderzoeken hoe naast individuele begeleiding ook
groepsgerichte vormen van begeleiding aangeboden kunnen
worden, onder leiding van leiding en coördinatie door een
professionele beroepskracht.
- Zorg te dragen voor verdere professionalisering van de
vrijwillige begeleiders.
- Voor zover mogelijk het aantal vrijwilligers uit te breiden en in
te werken.
- Een bijdrage te leveren aan de optimalisatie van de
samenwerking met andere maatschappelijke organisaties zoals
het Wereldhuis, de kerken, stichting Present, Zorg in Houten,
Onderwijs (Jeugd), Viveste, Voedselbank etc.
- Ondersteuning te bieden bij burgerinitiatieven binnen de
Gemeente.
4. Vraag aan stichting Present:
Coördinatie van de inzet van vrijwilligers bij de praktische inrichting
van de woning. Bij de aankomst in Houten wordt een leeg huis
opgeleverd. Stichting Present ondersteunt statushouders bij het
klussen en de woninginrichting. Zij doet dit in nauwe samenwerking
met vanHouten&co.
Kosten
In 2016 is aan vanHouten&co een subsidiebedrag beschikbaar gesteld
van € 180.000,-. Dit bedrag is vooral bestemd voor de financiering van
de coördinatie en deskundigheidsbevordering Vrijwilligers.
Ten behoeve van de praktische hulp bij de inrichting van een woning
wordt daarnaast € 3000,- aan coördinatie kosten beschikbaar gesteld
aan stichting Present.
In het bestuursakkoord van december 2015 is afgesproken dat het
budget voor de maatschappelijke begeleiding en integratie verhoogd
wordt van €1000,- naar €2370,- per volwassene (de zogeheten COA
bijdrage). In verband met de gefaseerde aanpak zal in het voorjaar een
besluit genomen worden over de besteding van dit budget. Daarbij zal
breed gekeken worden naar alle domeinen die betrekking hebben op
20
begeleiding, participatie en integratie en komen ook andere
initiatieven uit de Houtense samenleving in aanmerking.
Risico’s
- De huidige COA bijdrage (€ 1000,-) wordt berekend voor
statushouders tussen 16 en 65 jaar. Het is nog onduidelijk of
deze uitgangspunten ook gelden voor 2016.
- Tekort aan voldoende vrijwilligers (kwantitatief en kwalitatief)
- Financiële onzekerheden: budgetten voor VanHouten&co
kunnen ontoereikend blijken. Dit geldt vooral voor de tweede
helft van het jaar.
Onderwijs
Huidige situatie
Primair onderwijs (PO)
Kinderen van statushouders hebben recht op onderwijs en kunnen
binnen onze gemeente zelf een school kiezen. De verschillende
schoolbesturen in het primair onderwijs werken nauw samen om de
instroom van deze kinderen goed te begeleiden. Daarvoor hebben zij
onder meer een extra taalvoorziening binnen het reguliere onderwijs
ontwikkeld. Per jaar kunnen maximaal 30 kinderen instromen. Deze
capaciteit is echter al in het najaar van 2015 overschreden. Om die
reden wordt de extra taalondersteuning op dit moment daar ingezet
waar dit het hardst nodig is.
Het uitgangspunt van de huidige taalvoorziening is, met het oog op
integratie en participatie in de wijk, ‘thuisnabij onderwijs’, in de
verwachting dat zo het leerproces om de taal te leren een extra impuls
krijgt. De professional 2de taalverwerving gaf voor de herfstvakantie
aan dat dit onvoldoende vruchten afwierp, omdat onvoldoende
rekening kon worden gehouden met het niveau van het kind. Om die
reden is er na de herfstvakantie gestart met een differentiatie van het
aanbod afgestemd op het niveau van het kind. Verder zijn de middelen
ontoereikend om alle groepen te bedienen. Noodgedwongen is er in
eerste instantie een keus gemaakt het taalonderwijs in te richten voor
de groepen 3 tot en met 8. Daarmee is er geen doorlopende leerlijn
van Peuterschool (VVE) naar PO.
Voortgezet onderwijs (VO)
In regio Lekstroom gaan alle leerlingen van 12 jaar en ouder naar de
Internationale schakelklassen (ISK) in Utrecht. Daar volgen ze een
speciaal traject van 1 ½ tot 2 jaar voor ze kunnen instromen in het
reguliere voortgezette onderwijs. In november 2015 zijn vanuit onze
gemeente 17 kinderen in de ISK geplaatst. De oorspronkelijke
capaciteit van de ISK was 400 leerlingen en is onlangs vergroot tot 600.
Eind november waren er 500 leerlingen geplaatst. Met een instroom
van 15 leerlingen per week zal de maximale capaciteit spoedig bereikt
worden.
Het ISK wordt bekostigd door de gemeente Utrecht. Hoewel leerlingen
na een periode van maximaal twee jaar dienen door te stromen naar
het reguliere onderwijs, leert de ervaring dat deze leerlingen dan nog
steeds extra taalondersteuning nodig hebben. Daarin wordt op dit
moment alleen voorzien door een aantal vrijwilligers vanuit het
Wereldhuis. In het recent ondertekende convenant Kwetsbare
jongeren is ook aandacht besteed aan ISK leerlingen van 16 tot 23 jaar.
21
Opgave 2016
Primair onderwijs; faseren
Hoewel het lastig te voorspellen is hoeveel kinderen in 2016 in Houten
gehuisvest zullen worden, houden we voorlopig rekening met een
aantal van rond de 60 in de leeftijd tot 12 jaar. Samen met de 35
leerlingen uit 2015 ontstaat hiermee situatie die mogelijk niet meer te
hanteren is in de reguliere klassen. Schoolbesturen onderzoeken of het
huidige concept kan blijven voorzien in de te verwachten behoefte.
Mogelijk worden in de toekomst aparte schakelklassen en wellicht ook
kopklassen (extra jaar basisonderwijs voor instromers in de leeftijd 11-
12 jaar) noodzakelijk. Dergelijke schakelklassen kennen een
leerlingaantal van circa 15 kinderen. Dat zou betekenen dat er in
Houten ongeveer 6 schakelklassen nodig zouden zijn, uitgaande van de
ervaring dat deze leerlingen 1,5 á 2 jaar taalonderwijs nodig hebben.
Omwille van de sociale integratie en de waarde die gehecht wordt aan
vrije schoolkeuze, willen schoolbesturen op basis van de taakstelling
van 58 personen voor de eerste helft van 2016, de huidige aanpak toch
kans van slagen geven en waar nodig verder doorontwikkelen.
Afhankelijk van de taakstelling voor de 2de helft van 2016, moet
opnieuw de afweging gemaakt worden of deze inrichting van het
taalonderwijs nog aansluit bij de behoefte. Op deze manier zijn we in
staat keuzes hierin te faseren.
Taalonderwijs kan een sleutel zijn om ook ouders te bereiken
en te ondersteunen.’
Annelies Smits, Openbaar Onderwijs Houten
Om de effectiviteit van het onderwijs te verhogen is het daarnaast
wenselijk om vanaf de Peuterschool (VVE) al te starten met
taalonderwijs en een doorlopende lijn te ontwikkelen naar het
primaire onderwijs.
Voortgezet onderwijs
Voorlopige aanname is dat in 2016 ca. 30 leerlingen gebruik zullen
maken van schakelklassen. Vanuit andere naburige gemeenten zal de
instroom eveneens sterk stijgen. Zoals vermeld is de huidige capaciteit
van de ISK in Utrecht hier niet op berekend. Dit betekent een nieuwe
ontwerpopgave. De directeur van de ISK heeft de voorkeur
uitgesproken voor een duurzame oplossing door middel van de
ontwikkeling van dependances per regio om de kwaliteit en kennis te
behouden. Afhankelijk van de omvang van de instroom kan het aantal
dependances groeien of krimpen.
Daarnaast is een nieuwe ontwerpopgave nodig voor taalondersteuning
voor kinderen die na maximaal 2 jaar ISK doorstromen naar het
reguliere voortgezet onderwijs en voor jeugdigen van 16 tot 23 jaar.
Acties
Primair onderwijs
Met het primair onderwijs is intensief overleg over de opvang van
meer statushouders. Vanuit de gemeente hebben we als
ontwikkelopdracht meegegeven:
- Ontwikkel een gemeenschappelijke voorziening 2de
taalverwerving ten behoeve van kinderen van statushouders in
22
het primair onderwijs in Houten in een doorlopende leerlijn
van VVE naar basisonderwijs.
- Sluit daarbij aan op het taal- en ontwikkelingsniveau van de
kinderen: zo zwaar als nodig, zo licht als mogelijk en zo
thuisnabij als mogelijk.
- Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van de bestaande
voorzieningen en middelen: VVE, Vrijwilligersveld, bibliotheek,
LOHAN regeling, regeling OnderwijsAchterstandenBeleid
(OAB).
Voorstel van de onderwijsbesturen is om het huidige gedifferentieerde
aanbod van taalonderwijs in de vorm van een taalbad de kans te geven
die het verdient, door:
1. Verdubbeling van de capaciteit van het taalbad in
gedifferentieerd aanbod, waarbij de maximale ondersteuning
is: 3 dagdelen taalonderwijs door de docent 2de taalverwerving
(in analogie naar schakelklassen), waarbij ouders verplicht 10 x
1 dagdeel meedoen. Kinderen krijgen ondersteuning zo lang
als nodig, waar mogelijk in samenwerking met genoemde
partners.
2. Uitbreiding naar de groepen 1&2, omwille van de doorlopende
leerlijn, en vanuit de overtuiging dat juist de verbinding met de
omgeving uiteindelijk de beste optie is.
3. 2de locatie voor taalbad in Noord West Houten. De
verdubbeling van de instroom in de eerste helft van 2016
vraagt om een verdubbeling van de capaciteit en een tweede
locatie voor het taalbad. Voorstel is om er één in NO en één in
NW te huisvesten, gezien de huisvesting van de statushouders.
Voor de leerlingen in Zuid moet onderzocht worden hoe deze
leerlingen kunnen aansluiten.
Tot slot doen de besturen Primair Onderwijs de aanbeveling om bij
gemeente een coördinator aan te wijzen, gezien de vele beleidsvelden
die moeten worden verbonden.
Het primair onderwijs heeft een duidelijk beeld van wat er nodig is en
met welke partners zij hieraan vorm wil geven. In samenwerking met
partners als Peuterschool, Van Houten & CO, Wereldhuis, Bibliotheek
en Educatie aan de Slinger zien zij mogelijkheden voor een palet aan
activiteiten dat taalonderwijs aan kinderen verbindt met
ondersteuning van de ouders, mede gericht op eigen kracht en de
opbouw van een eigen sociaal netwerk in de Houtense samenleving.
Een inspirerende visie, ontworpen vanuit de behoefte van de
nieuwkomer is te vinden in onderstaande mindmap.
23
24
Voortgezet Onderwijs
De urgentie is besproken tijdens het regionaal bestuurlijk overleg
Onderwijs. Op 18 december a.s. gaat Wethouder Onderwijs, samen met
zijn collega uit Nieuwegein namens Lekstroom hierover in gesprek met
wethouder Onderwijs van Utrecht.
Daarnaast heeft Houtens contact gezocht over de blijvende behoefte aan
taalonderwijs bij ISK-leerlingen die recentelijk bij hen zijn ingestroomd.
Houtens geeft aan een actieve rol te willen vervullen bij de inrichting van
taalvoorziening voor de instromers vanuit het ISK. Zij zullen aansluiting
zoeken bij het netwerk dat ons voor ogen staat voor het PO.
De ambitie van het Houtens reikt verder dan alleen taal. Zij zien het als
hun maatschappelijke opdracht om deze jongeren deelgenoot te laten
worden van de Houtense samenleving. Zij willen daarom de school
aanbieden als ontmoetingsplek voor deze doelgroep in samenwerking
met maatschappelijke partners, zoals ook beschreven voor het PO.
‘Laten we vanaf het begin investeren in de kracht van deze jongeren. Ik wil graag van ze horen wat zij te bieden hebben en wat zij nodig hebben om dit de kansen te geven die het verdient.’
Ad van Andel, Houtens Kosten Huidig budget
Bij het huidige budget (€50.000,-) is altijd aangegeven dat dit slechts een
startkapitaal kan zijn. Voorstel van het PO; een verdubbeling van de
capaciteit, zou betekenen dat we max. tot de zomer kunnen financieren.
Voor de 2de helft van 2016 moet opnieuw bekeken worden wat de
behoefte is en welke middelen hiervoor ter beschikking staan of
vrijgemaakt kunnen worden. We reserveren hiervoor vooralsnog opnieuw
€50.000,-.
Voor het VO moet de inhoud nog verder worden uitgewerkt en is dus
niets te zeggen, behalve dat er apart aanvullend bekostigd moeten
worden.
Middelen 2016
Voor zowel primair als voortgezet onderwijs:
1 Rijksbekostiging onderwijs
2 LOWAN (impulssubsidie €10.000,- aan te vragen door
onderwijsinstelling met meer dan 4 statushouders per school, niet
langer dan een jaar in Nederland)
3 OAB (rijksbijdrage aan gemeenten)
Ad. 1) Rijksbekostiging
De bekostiging van het onderwijs op basis van de zogenaamde
‘leerlinggewichten’ (extra bijdrage per leerling met een bijzondere
achtergrond, in dit geval een vluchteling) blijkt in de praktijk zeer
weerbarstig en komt slechts beperkt los. Het is een zeer bureaucratisch
proces, met weinig oog voor de behoefte van de school en de leerling. De
eerste bezwaarprocedure van een onderwijsbestuur bij het Rijk loopt. In
ieder geval zal deze bekostiging achteraf plaatsvinden.
Ad. 2) LOWAN
Dit betreft een incidentele bijdrage aan te vragen door schoolbesturen als
zij voor het eerst 4 leerlingen binnen krijgen, niet langer dan 1 jaar in
25
Nederland. Op dit moment is nog slechts 1 school in aanmerking
gekomen. Hier ligt een potentieel van €40.000,-
Ad. 3) OAB (€108.000,-)
Op basis van de huidige regeling OnderwijsAchterstandenBeleid (OAB) zal
het lage percentage allochtonen in Houten en een peildatum van om de 4
jaar niet op korte termijn tot significante verhoging van budgetten leiden.
Op dit moment gaat het volledige budget naar VVE, aangevuld met een
gemeentelijke bijdrage. Dit biedt dus geen dekking voor de
taalvoorziening. Mogelijkerwijs pakt een nieuwe rekenmethode gunstig
uit voor de gemeente Houten en wordt het bedrag €124.000,-. Voor de
G4 pakt de nieuwe rekenmethode slechter uit en zij zijn hiertegen in het
geweer gekomen. Het is nog onduidelijk hoe dit verder afloopt.
Ad. 4) Leerlingenvervoer
Voor leerlingenvervoer is in 2016 €25.000 gereserveerd.
Risico’s
-Financieel tekort
Het is nog niet duidelijk of € 100.000,- voldoende zal zijn om de kosten
voor het primair onderwijs in 2016 te dekken. Verder is er nog geen
budget voor een taalvoorziening en voor voortgezet onderwijs.
-Samenwerking Primair Onderwijs
De kansen die ontstaan door samenwerking met partners, zijn nog niet
met alle partijen besproken, laat staan verwerkt in opdrachten voor 2016.
-Thuiszitters
Gezien de grote druk op de voorzieningen en het feit dat we geen invloed
hebben op het tempo van de instroom in de regio is er geen garantie dat
de voorzieningen op tijd en met voldoende capaciteit beschikbaar zijn.
Mogelijk kunnen we thuiszitters niet voorkomen voor deze doelgroep.
-Regionale aanpak
Acties op het gebied van het voortgezet onderwijs vereisen een
bovenregionale aanpak en afstemming. Dit kan gevolgen hebben voor de
snelheid van handelen. Zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau zetten
we druk op het proces. In het bestuursakkoord VNG RIJK wordt wel een
aankondiging van een aanvullende voorfinanciering gedaan. Daarover is
meer bekend in april 2016.
Werk, inkomen en participatie
Huidige situatie
Asielzoekers komen in een volledig afhankelijke status binnen in
Nederland. Vanaf het moment dat iemand zich vestigt in Houten, start de
eerste opbouw van een nieuw leven. Het kunnen voorzien in de eigen
basisbehoeften is daar een essentieel onderdeel van. Werk & Inkomen
regio Lekstroom (WIL) verzorgt namens de gemeente de uitkering, de
oriëntatie op werk en de bijzondere bijstand.
- Oriëntatie op werk: Dit is in een vroeg stadium van belang. Via
WIL wordt gebruik gemaakt van werkcoaches. Er vindt
afstemming plaats met maatschappelijke begeleiding over een
effectieve toeleiding. Ook vanuit het netwerk van vrijwilligers
kan al veel worden gedaan. In 2016 worden verdere afspraken
gemaakt over afstemming tussen de maatschappelijke
begeleiding en de werkcoach.
26
- Uitkering: De aanvraag van een uitkering vindt plaats met
behulp van vanHouten&co. De aanvragen worden vlot
afgewikkeld.
- Bijzondere bijstand: Statushouders leven op een minimum
niveau. In die zin maken statushouders gebruik van de
gangbare regeling voor minimabeleid en bijzondere bijstand.
Veel “normale” kosten zijn niet vanzelfsprekend op te brengen
vanuit de bijstandsuitkering. Het gaat dan bijvoorbeeld om (een
lening voor) inrichtingskosten, reiskosten voor taal-/
inburgeringscursussen, eigen bijdragen onderwijs en
leermiddelen.
- Inburgering en taal: De verplichte inburgeringscursus ( deze
betaalt de statushouder zelf via een lening met DUO) blijkt in
de meeste gevallen niet toereikend om een opleiding te volgen
of aan het werk te kunnen. Gerichte inzet van WEB middelen
(Wet Educatie en Beroepsgericht onderwijs) geven daartoe wel
de mogelijkheid. Op dit moment worden deze middelen via de
centrumgemeente regionaal gebundeld.
Nieuwe opgave
Integratie en participatie zien we als cruciale succesfactoren bij de opvang
van statushouders. Dit blijkt ook uit het inwonersberaad, zeker wanneer
het aantal statushouders toeneemt.
Hoe zorgen we dat statushouders zo snel mogelijk
Nederlands leren? Hoe gaan we om zoveel verschillende
culturen en met de religieuze verschillen? Kunnen zij zich
aanpassen aan onze cultuur? Kan onze cultuur het wel aan?
Is het wel verstandig om groepen bij elkaar te plaatsen?
Quotes uit inwonersberaad
Vanaf de start in Houten zal oriëntatie op opleiding, werk en
zelfredzaamheid een essentieel thema zijn. De huidige instroom van
asielzoekers bestaat voor een groot deel uit hoogopgeleide mensen. Van
hun kwaliteiten en ervaringen willen we graag gebruik maken. Dit vereist
dat we snel inzicht moeten verkrijgen in hun opleidings- en
werkachtergronden. Vervolgens kunnen we samen met de Houtense
inwoners, organisaties en werkgevers zoeken naar passende
mogelijkheden voor (taal)stageplekken, vrijwilligersplekken en
werkervaringsplaatsen en betaald werk voor statushouders in Houten. Bij
participatie en integratie spelen veel partijen een rol. Het optimaliseren
van de afstemming en samenwerking is eveneens een belangrijk punt van
aandacht. In het kader van een gelijk speelveld, hoort hier ook de
aandacht voor andere specifieke groepen met een afstand tot de
arbeidsmarkt thuis.
Acties
Ter voorbereiding op de nieuwe opgave worden de volgende acties
voorgesteld:
1. Experiment ‘Aan de slag met de participatieverklaring’.
In de participatieovereenkomst worden vanaf het begin afspraken
gemaakt met de statushouder over het traject dat iemand kan volgen als
voorbereiding op de arbeidsmarkt (inclusief vrijwilligerswerk etc.). Dit
wordt in het bestuursakkoord genoemd als onderdeel van de inburgering.
27
In Houten willen we de participatieverklaring zo spoedig mogelijk
invoeren. Hiervoor zullen we een plan van aanpak opstellen. Daarin
nemen we mee hoe de participatieverklaring voor andere Houtense
inwoners kan worden ingevoerd. Dit wordt in het kader van het gelijke
speelveld uitgewerkt. Dat kan uiteindelijk leiden tot een Houtens
werkbedrijf met de volgende uitgangspunten:
- Het ‘Houtens werkbedrijf’ is een werktitel voor een samenspel van
activiteiten, gericht op mens- en (lokale) marktontwikkeling.
- Voor en door bewoners en lokale organisaties.
- Met de mogelijkheid voor mensen ‘met een afstand tot de
arbeidsmarkt’ om zich te ontwikkelen.
- Door in samenwerking met maatschappelijke organisaties en lokale
ondernemers actief te worden in de lokale economie.
- En deze lokale economie mede daardoor duurzaam te ontwikkelen
Inwonersberaad Houten
2. Werkafspraken met relevante partners binnen de gemeente
Met WIL en andere relevante partners maken we afspraken op de
volgende terreinen:
- Een effectievere inzet van de werkcoach (bijvoorbeeld speciaal
voor Houten, of met de expertise vluchtelingen).
- Voorlichtingsactiviteiten over arbeidsmarkt en werk, voor
vluchtelingen en vrijwilligers (taalstages, werkstages,
Meet&Greet, etc.).
- Versterking van de samenwerking tussen WIL, Krachtfabriek,
vanHouten&co (vrijwilligers) en regionaal werkgeversnetwerk
in Houten en in de regio.
- In samenwerking met vanHouten&co, Krachtfabriek en andere
vrijwilligersorganisaties en netwerken extra inzet doen op het
gebied van trajectbegeleiding en job coaching.
Ten aanzien van het minimabeleid en bijzondere bijstand:
- Met WIL is in regionaal verband een gezamenlijk collegevoorstel
gemaakt, waarin de bijzondere bijstand (reiskosten ten behoeve
van inburgeringscursus en leermiddelen) effectief kan worden
toegepast.
- Naar voorbeeld van de andere regiogemeenten willen we actieve
ondersteuning bieden bij het initiatief om in onze gemeente een
stichting Leergeld Houten op te richten. Doel is om kinderen in
armoedesituaties financieel te ondersteunen bij de aanschaf van
de benodigde leermiddelen. Een dergelijke stichting is er nog niet
in Houten. Op verzoek van de afdeling samenleving heeft
vanHouten&co aangeboden om via het netwerk een bestuur
samen te stellen voor de op te richten stichting Leergeld Houten.
28
Daarmee komt een dergelijke minimavoorziening ten goede aan
alle Houtense minima.
- Vanuit de vroegere WEB (Wet Educatie en Beroepsgericht
onderwijs) middelen is per 1 januari 2015 € 83.196,- beschikbaar
gekomen voor educatiemiddelen. Inzet van deze middelen wordt
op dit moment bepaald door de centrumgemeente Utrecht. In
2016 willen we directer betrokken worden bij de besteding van
deze middelen en deze gerichter inzetten ter ondersteuning van
de participatie in Houten.
Burgerinitiatieven
Naast de acties die door maatschappelijke organisatie in gang worden
gezet, zijn er ook diverse burgerinitiatieven die integratie en participatie
van statushouders bevorderen.
In 2015 is door ervaren [oud] leerkrachten de TaalSpeelGroep
opgezet. Daarbij is ook gestart met een samenwerking met Educatie
aan de Slinger en Kunstcentraal om vorm te geven aan kennismaking
met en deelname aan culturele activiteiten door de kinderen.
Theater aan de Slinger organiseert ieder jaar voor de kerst een gezellige avond uit voor diegenen die zich juist in deze feestmaand alleen voelen. Deze keer is dat de film ‘De Hollandse delta’, muzikaal begeleid door het Nederlands Studentenorkest. Een voorstelling waar geen taal aan te pas komt is in de ogen van theaterdirecteur Arjen Berendse
uitermate geschikt om ook de nieuwkomers in Houten voor uitnodigen. Zij zijn dan ook van harte welkom.
Uit het inwonersberaad kwamen eveneens veel ideeën naar voren. Een
greep uit de opbrengst:
‘Organiseer buurtgerichte ontmoeting, bv een buurt BBQ, buurt voetbal of buurtkinderfeest’ ‘Organiseer een interculturele huiskamer waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en samen eten en drinken’ ‘Gebruik cultuur als bindmiddel, bv musici bij elkaar zetten uit diverse landen en uit Houten’ ‘ Zet een (digitale) vraag en aanbodmarkt op’ ‘Organiseer contactmomenten tussen Houtense jongeren en statushouders en laat ze elkaar hun verhaal vertellen’ ‘ Creëer een denktank sociale cohesie samen met statushouders’ ‘Samen doen is soms veel effectiever dan samen praten!’ Quotes Inwonersberaad
Zie voor meer tips en ideeën uit het inwonersberaad de website van de
gemeente. Daarin is een uitgebreid verslag van het inwonersberaad te
vinden.
29
Kosten
Kerncijfers
Bij een toename van het aantal statushouders, zullen de uitgaven op het
gebied van werk en inkomen toenemen. Op basis van voorlopige
berekeningen van WIL gaat het om de volgende kerncijfers:
- Verstrekking Bijstandsuitkering: circa €13.000, - op jaarbasis.
- Beroep bijzondere bijstand: inrichtingskosten lening €4000, -
na drie jaar afbetaling omzetten in gift
- Overige kosten bijzondere bijstand / minimabeleid ( ten behoeve
van Leermiddelen eigen bijdragen etc. volgens WIL 8.000 -
Op grond van de instroom in 2015, en de prognose voor 2016 kunnen we
uitgaan van een uitbreiding van 70 tot 80 woningen en van 70 tot 80
uitkeringen (al dan niet gezinsuitkeringen). Dit zou betekenen dat er een
extra beroep wordt gedaan op de bijzondere bijstand van 70 x €5.500 =
€385.000,- of meer.
Daarnaast dienen we rekening te houden met de uitvoeringskosten voor
WIL. WIL gaat uit van een integrale kostprijs van € 4.740,- per uitkering
per jaar (Begroting 2016).
Dekking - Educatiebijdrage Houten via regiogemeente € 83.196,00
- In het bestuursakkoord wordt een extra bedrag van 50 miljoen
genoemd ter bekostiging van de financiële effecten op de
participatiewet. Dit is een voorfinanciering, die specifiek voor
statushouders wordt toegepast. Het is een open einde regeling.
De regeling gaat in januari in.
- In de COA bijdrage €2370, - zit ook het bedrag bedoeld voor
oriëntatie op participatie en werk (zie ook onderdeel
maatschappelijke begeleiding).
Consequenties Bestuursakkoord
Participatiewet
In het bestuursakkoord krijgen gemeenten voor 2016
€ 50 miljoen extra om de hoge instroom van vergunninghouders in de
bijstand te bekostigen. Het bedrag van € 50 miljoen is geen maximum
bedrag wat aan gemeenten beschikbaar wordt gesteld, maar is een open
einde regeling. Het Rijk zal de kosten vergoeden op basis van nacalculatie.
De doelgroep 'statushouders in de gemeente’ zal deel uitmaken van de
reguliere groep bijstandsgerechtigden en dus volledig meelopen op de
grondslagen met betrekking tot de bijstand.
In de Voorjaarsnota zal verder worden gekeken wat de totale behoefte
aan financiering voor het jaar 2016 en 2017 is. Afgesproken is ook dat er
gezocht wordt naar een systematiek waarbij het geld de statushouder
volgt. De gemeenten mogen geen materiële hinder ondervinden van de
presentatie van deze regeling als kasschuif.
Bijstelling en dekking in voorjaarsnota
Het huidige bestuursakkoord en de financiële afspraken die hierin zijn
opgenomen moeten de eerste kosten dekken. De VNG zal in februari
financiële onderbouwingen aanleveren bij het Kabinet voor de extra
kosten die gemeenten maken als gevolg van de hoge instroom van
vluchtelingen op het terrein van gezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs
en WMO. Dit zal de inzet worden voor een aanvullend bestuursakkoord in
het voorjaar van 2016. Verwacht wordt dat dit akkoord in april wordt
30
afgerond. Bijstellingen van ramingen zijn dan ook aan de orde. Vanuit het
Kabinet is in het huidige bestuursakkoord de toezegging gedaan dat de
financiële dekking hiervan wordt opgenomen in de voorjaarsnota.
Deze punten uit het akkoord zijn de voorwaarden waarmee gemeenten
over voldoende middelen kunnen beschikken om de medebewindtaken
op het gebied van de asielproblematiek te kunnen uitvoeren.
Risico’s
- Op dit moment is de definitieve tekst van de Voorjaarsnota ten
aanzien van de regeling nog niet bekend. De consequenties
daarvan worden in de Voorjaarsnota en meicirculaire bekend
gemaakt.
- De WIL heeft aangegeven dat er een aanpassing komt ten aanzien
van uitvoeringskosten en gerelateerde kosten. De te verwachten
extra kosten kunnen worden gedekt uit de extra te beschikken
budgetten van SZW.
- Er wordt een sterke stijging van kosten van minimabeleid
verwacht ( ca €9000,- per gezinshoofd)
ZORG
Huidige situatie
De groep vluchtelingen is een kwetsbare groep. Het gaat vaak om mensen
die onvrijwillig zijn vertrokken uit eigen land, gecombineerd met
oorlogservaringen en mogelijk ook persoonlijke trauma’s. Ook de reis van
eigen land naar Nederland had, zoals we hebben kunnen zien veel risico’s
in zich. Daarom is extra aandacht voor zorg noodzakelijk.
Tijdens hun verblijf in een AZC, ontvangen vluchtelingen via de arts die
aan het AZC is verbonden. Bij verhuizing naar Houten worden
statushouders aangemeld bij de huisartsen in het EMC bij hen in de wijk.
Alleen bij bijzondere omstandigheden ( bijvoorbeeld een trauma of
fysieke handicap) wordt dit gemeld aan vanHouten&co. Als er aanleiding
is voor extra of gespecialiseerde zorg, wordt via huisartsen of het sociale
team 2e lijnshulpverlening ingezet. Er zijn geen signalen dat het aantal
statushouders in 2015 heeft geleid tot enig knelpunt met betrekking tot
de gezondheidszorg. Vanuit vanHouten&co wordt ook doorverwezen naar
het sociaal team, in verband met kortdurende hulp. In 2015 gaat het om 6
casussen. Wat betreft jeugd is de mogelijkheid om vanuit onderwijs te
verwijzen naar sociaal team. Voorover bekend is dat in 2015 niet gebeurd.
Nieuwe opgave
De komst van een grotere groep statushouders zal leiden tot een
toename van het aantal patiënten in de 1e en 2e lijnszorg. Tevens zal er
naar verwachting meer beroep gedaan worden op het sociale team en de
jeugdgezondheidszorg.
Acties
In verband met de verwachte toename van het aantal statushouders is in
december 2015 contact opgenomen met ZorginHouten om af te stemmen
of er actie nodig is ten aanzien van de huisartsenzorg voor de
statushouders. Aandachtspunt is in ieder geval de inzet van tolken en de
31
inzet Welzijn voor Elkaar. Bij niet medische klachten kunnen huisartsen
patiënten doorverwijzen naar Welzijn voor Elkaar.
Vanuit het sociaal team is aangegeven dat een heldere taakafbakening
tussen vrijwilligers/ coördinator vluchtelingen en sociaal team
noodzakelijk is. Het sociaal team verwacht een toename, van 6 naar 20
casussen (op basis van 2015). Daarom wordt een overleg ingesteld waarin
de overdracht of cliëntbespreking tussen maatschappelijke begeleiding en
sociaal team kan worden besproken.
Daarnaast zal overleg plaatsvinden met de GGDrU, die vanaf 2016 de
jeugdgezondheidszorg voor alle kinderen van 0-19 jaar in Houten uitvoert.
Via de Peuterschool en Onderwijs ( PO en VO) zal er extra aandacht zijn
voor de gezonde ontwikkeling van kinderen, en zo nodig doorverwijzing
naar het sociaal team.
Tot slot zal ook contact gezocht worden met de zorgverzekeraar in het
kader van de dekking van medische kosten, bijvoorbeeld op het gebied
van de geestelijke gezondheidszorg.
Kosten
In deze fase is nog niet te vast te stellen wat kosten voor dit domein
zullen zijn.
Risico’s
- Aanspraak op 2e lijnshulp is moeilijk in te schatten.
- Beroep op het sociale team kan groter zijn dan verwacht.
32
5. Communicatie
Dit plan van aanpak voor communicatie en participatie heeft betrekking
op de opvang en integratie van vluchtelingen met een verblijfsvergunning
(statushouders). Mocht er op enig moment concreet sprake zijn van de
komst van een (crisis)noodopvang dan wel een satelliet AZC dan wordt
daarvoor uiteraard een passend communicatie- en participatietraject
ingezet dat recht doet aan de dan spelende belangen van betrokkenen en
aan het democratisch proces dat daarbij hoort.
Over de opvang en integratie van vluchtelingen leven in Houten
verschillende ideeën en gevoelens. De betrokkenen zijn ruwweg in drie
categorieën in te delen.
Inwoners, organisaties en bedrijven die positief staan tegenover de
komst en opvang
Inwoners, organisaties en bedrijven die neutraal staan tegenover de
komst en de opvang
Inwoners, organisaties en bedrijven die negatief staan tegenover de
komst en de opvang
Bij de communicatie over en ten behoeve van de opvang en integratie van
vluchtelingen met een verblijfsvergunning in Houten staan daarom twee
vraagstukken voorop: a] Hoe houden we zoveel mogelijk rekening met
ieders belangen en ideeën? en b] Hoe zorgen we dat er aansluiting komt
en blijft met en tussen alle betrokkenen? Dialoog is daarbij van groot
belang met name als het gaat om zorgen die leven over de woning- en
arbeidsmarkt, integratie, onderwijs, zorg en veiligheid.
Rekening houden met de belangen van alle betrokkenen
Belangrijk bij de aanpak van de problematiek en dus ook de communicatie
is dat er voortdurend oog is voor alle verschillende ideeën en opvattingen
over het vluchtelingenvraagstuk. Of die nu positief, neutraal of negatief
zijn. Dat vraagt om een open en eerlijke communicatie. Met andere
woorden: we maken successen op het gebied van opvang/integratie in
Houten zichtbaar, maar staan zeker ook open voor zorgen, kritiek en
bezwaren en spelen daarop in.
Voor wat betreft de insteek van de inhoud van de communicatie over
statushouders geldt echter wel de feitelijke situatie: het opvangen van
door het Rijk aan de gemeente toegewezen statushouders is een
wettelijke plicht is die volbracht moet worden.
Werken met Factor C en leefstijlen
De omstandigheden zullen voortdurend veranderen. Op dit moment
worden voor de eerste helft van 2016 58 vluchtelingen verwacht, maar dit
aantal zal in 2016 (schoksgewijs) oplopen tot naar verwachting 200. In
elke fase van het proces moeten we goed kijken welke belanghebbenden
en actoren betrokken willen c.q. moeten worden, welke
kernboodschappen we willen communiceren en welke
communicatiemiddelen we daarvoor inzetten. Het is zaak voortdurend te
monitoren wat er speelt en daarop de communicatieaanpak aan te
passen. Kortom: communiceren volgens het Factor C principe en de
leefstijlmethode die we al jaren in Houten hanteren.
33
Inwonersberaad
De opvang en integratie van vluchtelingen gaat de hele samenleving aan.
Wij stemmen de communicatie daarom niet alleen af met de
professionele partners, maar maken ook graag gebruik van de kennis en
ervaring die aanwezig is bij ‘ongeorganiseerden’ in de Houtense
samenleving, de zogenoemde ‘wisdom of the crowd’. Tijdens het
inwonersberaad op 28 november 2015 hebben de deelnemers veel goede
adviezen gegeven die we zeer ter harte nemen:
1. Zorg dat de statushouders een ‘gezicht’ krijgen
2. Verstrek voortdurend goede feitelijke informatie
3. Gebruik meerdere kanalen en werk samen met anderen
4. Organiseer ontmoetingen tussen statushouders en inwoners
5. Besteed via de lokale media aandacht aan de zaak
6. Maak gebruik van websites en social media (van meerdere
organisaties)
De aanpak van communicatie gedurende het gehele traject (dat wel jaren
kan gaan duren) valt vanwege de complexiteit en veranderlijkheid van de
omstandigheden niet van te voren uit te stippelen maar zal in de praktijk
zijn vorm krijgen. Denken en doen gaan daarbij steeds hand in hand.
Samenwerken in de communicatie
Zoals ook de deelnemers van het inwonersberaad al aangaven is
communicatie over de vluchtelingenopvang niet alleen een zaak van de
gemeente. Alle andere betrokken partijen communiceren ook met
inwoners, media, vrijwilligers, ondernemers en de statushouders zelf.
Het is daarom goed de communicatie goed op en met elkaar af te
stemmen. Dit bevordert op de eerste plaats de duidelijkheid en biedt
daarnaast mogelijkheden qua efficiëntie en het onderling uitwisselen van
expertise. Hierover willen we graag met betrokken partijen afspraken
maken.
Daarom organiseren we op korte termijn een overleg met
vertegenwoordigers van de inmiddels aangesloten partijen. Dat kunnen
communicatieprofessionals zijn (als die in de organisatie beschikbaar zijn),
maar ook projectleiders/medewerkers die voor hun organisatie met
opvang en integratievraagstukken bezig zijn. In het overleg proberen we
te komen tot de formatie van een gezamenlijk communicatieteam. In het
team kan zowel op regie- als op uitvoeringsniveau worden samengewerkt,
expertises gedeeld en boodschappen worden afgestemd. Uiteraard zal
daarbij graag gebruik worden gemaakt van de vele suggesties die de
deelnemers aan het inwonersberaad van 28 november 2015 hebben
gedaan.
Vinger aan de pols houden in de Houtense samenleving
Het team monitort wat er leeft in de Houtense samenleving: hoe
ontwikkelen zich in de loop der tijd de ideeën over de opvang en
integratie van vluchtelingen, met welke belangen moet rekening worden
gehouden en hoe spelen de partners daar gezamenlijk op in?
34
7. Financiën
Onderstaande tabel biedt een overzicht van de kosten en de dekking voor
de realisatie van het actieplan zoals we dat nu al kunnen voorzien. Zoals
we al eerder in het plan hebben vermeld bestaan er op dit moment nog
veel onzekerheden. Waar mogelijk lichten we dit toe in de laatste kolom.
Uiteraard ontvangen sommige organisaties zoals scholen, zelf ook
middelen van het Rijk t.b.v. hun werkzaamheden voor statushouders.
Dekking Begrote Kosten P.M Opmerkingen
€ 308.100,-
Vanuit het Rijk (COA
middelen)
€ 180.000,-
(van Houten &co)
€ 3.000 (stichting Present)
€ 50.000,-
(Participatieplan)
€ 75.100,-
Dekking:
- Bij de dekking is geanticipeerd op de afspraken in het bestuursakkoord Verhoogde
Asielinstroom De dekking is berekend waarin het bedrag voor maatschappelijke begeleiding
en integratie verhoogd is van €1000,- naar € 2370,- . Daarbij gaan we uit van de huidige
afspraken dat de tegemoetkoming alleen geldt voor statushouders tussen 16 en 65 jaar.
- Het bedrag van € 308.100,- is berekend op basis van de leeftijdsopbouw in 2015. Toen was
65% van de statushouders ouder van 16 jaar. Uitgaande van 200 statushouders in 2016 zou
het gaan om 130 statushouders x €2370,- = € 308.100
- Het definitieve bedrag is afhankelijk van feitelijk aantal statushouders in 2016 en
leeftijdsgrens die gehanteerd zal worden in de nieuwe regeling. Hierover is nog geen
duidelijkheid.
Kosten: - Het betreft een subsidiebedrag van € 180.000,- dat nu ter beschikking gesteld is aan
vanHouten&co t.b.v. de maatschappelijke begeleiding - Het betreft een subsidiebedrag van € 3000,- voor coördinatie praktische hulp bij inrichting
woning - T.b.v. de ontwikkeling van een nieuw te ontwikkelingen participatieplan zijn kosten
geraamd van €50.000,-.
PM: - Deze kosten (€ 308.100 – 233.000 = € 75.100) zijn nog niet bestemd, maar worden
gereserveerd voor nog niet te voorziene kosten in 2016 voor maatschappelijke begeleiding
35
in integratie.
Dekking Begrote Kosten P.M. Opmerkingen
€ 218.000
Eigen middelen
gemeente
€ 100.000,- (startkapitaal onderwijs 1
e en 2
e helft
2016 € 20.000,- (communicatiekosten) € 50.000,- (projectkosten) € 25.000,- (leerlingenvervoer)
€ 23.000, -
Dekking
- Dit bedrag is al opgenomen in de begroting van 2016
Kosten
- Het betreft kosten die voor zover nu bekend niet gedekt worden door de middelen die door het Rijk beschikbaar worden gesteld voor de opvang en integratie van statushouders
- De kosten t.b.v. het primair onderwijs (startkapitaal) staan voor de 1e helft van 2016 vast en
bedragen €50.000,-. Voor de tweede helft anticiperen we op tenminste een soortgelijk bedrag.
- De projectkosten hebben betrekking op een periode van een half jaar.
P.M. - Deze kosten (€ 218.000 – 195.000 = 23.000,-) zijn nog niet bestemd maar worden
gereserveerd voor het geval de kosten van onderwijs en/of leerlingenvervoer hoger uitvallen dan nu voorzien is of voor nog niet in te schatten kosten t.b.v. de jeugdgezondheidszorg en/of werk & inkomen.
36
Bijlage 1 Asielprocedure
Aankomst in Nederland Een vreemdeling die asiel aanvraagt in Nederland, meldt zich bij een aanmeldcentrum van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Na deze aanmelding vangt het COA de asielzoeker op in de centrale ontvangstlocatie (col) in Ter Apel (Groningen). In de col verzorgt de Vreemdelingenpolitie de registratie en het identiteitsonderzoek. De GGD voert de verplichte tbc-controle uit. Na deze onderzoeken start een periode van rust en voorbereiding op de asielaanvraag, die minimaal zes dagen duurt. De asielzoeker wordt hierin bijgestaan door Vluchtelingenwerk Nederland en de Raad van Rechtsbijstand. Asielzoekers verblijven maximaal vier dagen in de col.
Asielprocedure Na afronding van de tbc-screening verhuist de asielzoeker naar één van de proces opvanglocaties (pol), waar hij zich verder kan voorbereiden op de asielaanvraag. De pol’s bevinden zich altijd in de buurt van aanmeldcentra van de IND, waar de asielaanvraag van de asielzoeker in behandeling wordt genomen. Asielzoekers verblijven maximaal twaalf dagen in een pol.
Het eerste deel van de asielprocedure is de Algemene Asielprocedure. Na afloop hoort de asielzoeker van de IND of zijn asielaanvraag is ingewilligd, geweigerd of dat meer onderzoek nodig is. De asielzoeker verhuist van de pol naar een asielzoekerscentrum (azc). Hier gaat de volgende fase van de asielprocedure in:
Asielaanvraag is ingewilligd De asielzoeker heeft een verblijfsvergunning gekregen. Het COA koppelt hem aan een gemeente in de regio van het azc. De gemeente zorgt voor
geschikte woonruimte. De bewoner woont op het azc tot hij de zelfstandige woonruimte kan betrekken (maximaal twaalf weken). Verlengde Asielprocedure De IND heeft meer tijd nodig om een beslissing te nemen op de asielaanvraag. De bewoner gaat de Verlengde Asielprocedure in. Tijdens deze procedure blijft hij op het azc. Asielaanvraag is geweigerd De asielzoeker heeft geen verblijfsvergunning gekregen. Hij heeft nu nog maximaal vier weken recht op opvang in het azc. In deze tijd kan hij zijn vertrek uit Nederland voorbereiden. De Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) ondersteunt de asielzoeker hierbij. Na vier weken dient hij het land te verlaten.
Vertrek uit Nederland nog niet mogelijk? Soms is vertrek uit Nederland binnen vier weken niet mogelijk. De uitgeprocedeerde asielzoeker heeft dan nog maximaal twaalf weken recht op opvang op een vrijheidsbeperkende locatie (vbl). Op de vbl is de begeleiding van de bewoners gericht op terugkeer.
Gezinnen met minderjarige kinderen Gezinnen met minderjarige kinderen mogen nooit dakloos worden. Als zij al lang op een azc of vrijheidsbeperkende locatie zitten en eigenlijk geen recht op opvang meer hebben dan worden zij overgeplaatst naar speciale gezinslocaties. Op een gezinslocatie geldt een sober voorzieningenniveau. De begeleiding is volledig gericht op terugkeer.
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen De opvang van minderjarige jongeren die zonder familie naar Nederland zijn gekomen om asiel aan te vragen (alleenstaande minderjarige vreemdelingen of amv) is afhankelijk van de leeftijd en omstandigheden van de jongere. Onafhankelijk van de uitkomst van de asielprocedure heeft de jongere in ieder geval recht op opvang tot de dag dat hij 18 jaar wordt. Daarna geldt dezelfde procedure als voor volwassen asielzoekers.
37
Bijlage 2 Drie vormen van opvang voor asielzoekers in Nederland Crisisnoodopvang asielzoekers Dit zijn locaties, zoals sporthallen, die ook voor incidenten, rampen of crises worden gebruikt door bevolkingszorg. Op 18 september 2015 is oproep gedaan aan gemeenten om deze aan te leveren. Deze opvang is bedoeld voor in beginsel 72 uur, waarna asielzoekers kunnen doorstromen naar de andere vormen van opvang waar COA mee bezig is. Crisisnoodopvang die langer dan de genoemde 72 uur beschikbaar is, is noodzakelijk. Ook komt het voor dat aan gemeenten wordt gevraagd de 72 uur te verlengen totdat er een nieuwe plek is gevonden voor de desbetreffende groep. Soms volgt er na 72 uur een volgende groep die voor 72 uur wordt opgevangen. Coördinatie voor crisisnoodopvang ligt primair bij veiligheidsregio of – indien dat regionaal is afgesproken – bij een provincie of grote stad. Noodopvang asielzoekers Dit zijn hallen en locaties voor paviljoens voor de duur van zes tot twaalf maanden met een opvangcapaciteit +/- 300 of meer. Bij voorkeur in de directe nabijheid van een mogelijke tijdelijke of reguliere opvanglocatie. Kabinet, VNG en IPO hebben een dwingend beroep gedaan op de provincies om onder regie van Rijksheren (de Commissarissen van de Koning) in alle provincies een grote noodopvanglocatie in te richten. Deze noodopvang locaties hebben een omvang van 2.000-2.500 en zijn in ieder geval nodig tot en met 2016. Met gemeenten wordt inmiddels ook overleg gevoerd over kleinere noodopvanglocaties. Reguliere opvang asielzoekers Een asielzoekerscentrum (azc) dat door het COA wordt geëxploiteerd voor een termijn vanaf twee jaar met een opvangcapaciteit tot 1500+ personen (getallen zijn indicatief). Incidenteel worden ook recreatieparken, migrantenhuisvesting of vergelijkbare accommodaties
benut waarvan de exploitatie deels door de verhurende eigenaar wordt gevoerd (voor circa 300 – 800 of meer personen). Het kan gaan om langdurige opvang (tot 30 jaar) en tijdelijke opvanglocaties (tot 5 jaar). Er wordt hard gewerkt om nieuwe AZC’s mogelijk te maken. Dit gebeurt onder regie van het COA (structurele investering in opvang), waarbij met het uitgangspunt om 500+ locaties te hebben flexibeler omgegaan wordt, bijvoorbeeld door kleinere vestigingen van in ieder geval 100+ als onderdeel van een grote vestiging (satellietmodel).
38
Bijlage 3 Huisvesting asielzoekers met verblijfsvergunning Asielzoekers met een verblijfsvergunning gaan deel uitmaken van de Nederlandse maatschappij. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) wijst deze vergunninghouders toe aan gemeenten. Gemeenten moeten hen passende woonruimte aanbieden. COA wijst vergunninghouders toe aan gemeenten De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar het aantal vergunninghouders dat gemeenten moeten huisvesten. Grotere gemeenten moeten meer asielzoekers huisvesten dan kleinere gemeenten. Aan de hand van de gesprekken met de vergunninghouder stelt het COA een informatieprofiel op. In dit document staat informatie die belangrijk is voor de huisvesting in de gemeenten, zoals:
grootte van het gezin; land van herkomst; taal; opleiding; werkervaring; eventueel doktersadvies.
Op basis van het informatieprofiel koppelt het COA asielzoekers met een vergunning aan gemeenten. Tijdsduur huisvesting Het COA heeft 14 dagen de tijd om een vergunninghouder aan een gemeente te koppelen. Ook maakt het COA binnen 14 dagen het informatieprofiel. Gemeenten hebben gemiddeld 12 weken de tijd om woonruimte te vinden en de verhuizing te regelen. Voor woonruimte maken zij vooral gebruik van het woningaanbod van sociale huurwoningen van woningcorporaties.
Zelf woonruimte kiezen Een vergunninghouder mag ook zelf naar woonruimte zoeken. Maar hij heeft alleen recht op voorrang bij huisvesting in de gemeente waaraan het COA hem koppelt.
39
Bijlage 4 Resultaten inwonersberaad 28 november 2015
Het actieplan is mede tot stand gekomen op basis van de resultaten uit
het Inwonersberaad van zaterdag 28 november 2015 dat van 14.00 tot
17.00 uur plaatsvond in middelbare school Houtens.
Voor het inwonersberaad waren 200 plaatsen beschikbaar. Vooraf
hadden 1500 inwoners op aselecte basis een brief ontvangen met de
uitnodiging om zich aan te melden en deel te nemen aan het beraad.
Daarnaast konden inwoners zich uiteraard op eigen initiatief aanmelden.
Dit is kenbaar gemaakt via diverse publicaties in de lokale media, twitter
en de website van de gemeente.
Het aantal aanmeldingen bedroeg 205. Hiervan hadden 85 mensen wel en
120 mensen geen brief van de burgemeester ontvangen.
Uiteindelijk zijn 133 inwoners daadwerkelijk op 28 november aanwezig
geweest. Het aantal mannen (64) en vrouwen (69) was ongeveer gelijk.
Wat betreft leeftijd waren inwoners in de leeftijdscategorie van 40 jaar
tot en met 59 jaar en 60 jaar en ouder duidelijk beter vertegenwoordigd
dan in de leeftijdscategorieën 16 tot en met 19 jaar en 20 ten met 39 jaar.
Leeftijdsopbouw deelnemers inwonersberaad
Doel van het inwonersberaad
Het inwonersberaad op 28 november 2015 had een driedelig doel:
1. Informeren: presenteren van facts en figures over de
vluchtelingenstroom en –opvang.
2. Peilen: onderzoeken hoe inwoners van Houten denken over de
mogelijkheden en onmogelijkheden / kansen en risico’s m.b.t. de
opvang van vluchtelingen.
3. Betrekken: met elkaar in gesprek gaan over een aantal concrete
vraagstukken m.b.t. de opvang van de specifieke doelgroep
statushouders.
1. Informeren
Het informeren startte met een vraaggesprek met burgemeester Wouter
de Jong, wethouder Kees van Dalen (vluchtelingen beleid) en Wim Vos
(organisatie Opnieuw Thuis). Inwoners konden ook zelf vragen stellen.
40
Hierbij kwamen onder andere aan de orde: de asielinstroom in Nederland
door de jaren heen, het verloop van de asielprocedure, de verschillende
soorten opvang (azc, noodopvang en crisisnoodopvang), de landelijk
opgave ten aanzien van statushouders, het aantal statushouders in
Houten tot 2015 en de nationaliteiten en leeftijden van de statushouders
tot 2015. Ook werd uitgelegd dat Houten voor 2016 een grotere
wettelijke opgave ten aanzien van statushouders verwacht dan de laatste
jaren: Houten houdt rekening met een opgave voor opvang en integratie
van circa 200 status houders (vluchtelingen meteen verblijfsvergunning).
2. Peilen
Tijdens het informatiegedeelte van het programma werd diverse malen
de mening van de deelnemers gepeild. Dit gebeurde door middel van
stemkastjes die alle deelnemers bij binnenkomst hadden gekregen.
Om te beginnen werd de deelnemers gevraagd naar hun grondhouding
ten aanzien van opvang en integratie van vluchtelingen.
Na uitleg over de verschillende soorten eerste opvang werden ook de
meningen gepeild over hoe de deelnemers stonden tegenover de opvang
in Houten van circa 200 vluchtelingen in een asielzoekerscentrum/AZC,
een noodopvang en een crisisnoodopvang. Hierbij werd uitdrukkelijk
gesteld dat het ging om een algemene peiling en dat mocht deze soorten
van opvang spelen, de beslissing dan uiteraard aan de gemeenteraad is.
41
Tot slot werd gevraagd hoe men stond tegenover de komst van meer
statushouders naar Houten dan waartoe de landelijke taakstelling de
gemeente verplicht.
3. Betrekken
Na de peilingen gingen de deelnemers onder leiding van de
tafelvoorzitters met elkaar in gesprek over gaan over een aantal concrete
vraagstukken m.b.t. de opvang van de specifieke doelgroep
statushouders. De volgende onderwerpen kwamen daarbij aanbod:
Dialoog 1: Welke zorgen leven er volgens u bij inwoners van Houten
over de opvang en integratie van statushouders.
Dialoog 2: Wat moeten/kunnen we extra of anders doen om de
opvang en integratie van statushouders te laten slagen?
Dialoog 3: Welke acties kunnen/moeten we ondernemen op
belangrijkste items genoemd bij dialoog 2.
De antwoorden en ideeën van de deelnemers werden aan alle tafels op
tablets ingetypt en naar een centraal punt gezonden (versnellingskamer)
waarbij ze meteen live en voor iedereen zichtbaar op de grote schermen
voor in de zaal werden geprojecteerd.
42
Resultaten van het inwonersberaad
Het inwonersberaad heeft veel nuttige inzichten en een groot aantal
ideeën opgeleverd die in het actieplan verwerkt zijn. De belangrijkste
inzichten, ideeën en adviezen van de deelnemers staan hieronder.
Dialoog 1 : zorgen die leven onder inwoners
1. Huisvesting: voorkom verdringing en zorg voor vermenging
Veel deelnemers aan het inwonersberaad gaven aan dat in de gemeente
zorgen bestaan dat huisvesting van statushouders kan leiden tot langere
wachtlijsten voor andere woningzoekenden. De wachttijden voor de
sociale huursector zijn nu al bijzonder lang. Daarnaast werd veelvuldig
aangegeven dat een concentratie van statushouders uit oogpunt van
integratie en veiligheid niet gewenst is.
2. Opvang en begeleiding: voldoende vrijwilligers beschikbaar?
Ten aanzien van de opvang en begeleiding bestond de zorg over de
beschikbaarheid van voldoende professionals en vrijwilligers (kwantitatief
en kwalitatief). Tevens werd gewaarschuwd voor teveel pamperen
3. Participatie en integratie in Houtense samenleving: hoe
overbruggen we de verschillen?
Belangrijks zorgen m.b.t. integratie en participatie liggen op het terrein
van wederzijdse acceptatie en de bereidheid tot aanpassing. Zijn de
cultuurverschillen niet te groot en komt de Nederlandse cultuur onder
druk te staan?
4. Taal en onderwijs: kunnen onderwijsinstellingen het wel aan?
Ten aanzien van onderwijs bestaat er de zorg voor overbelasting van de
scholen en mogelijke daling van de kwaliteit van het onderwijs. Het
onderwijsveld moet het maar opvangen, lukt dat wel?
5. Veiligheid: wordt het onveiliger op straat?
Tevens zijn zorgen geuit over de veiligheid als gevolg van de opvang van
meer statushouders. Met name verveling en gettovorming worden
genoemd als belangrijke risicofactoren. Ook onbekendheid en
onwetendheid kunnen het gevoel van onveiligheid bevorderen.
6. Kosten: wie moet dat betalen?
Zorgen zijn er ook geuit over de hoge kosten die de opvang van meer
statushouders met zich meebrengt. Kunnen we dat als gemeente wel
aan?
7. Werkgelegenheid: geen verdringing op de arbeidsmarkt!
Over de effecten op de arbeidsmarkt voor de huidige werkzoekenden zijn
eveneens een groot aantal zorgen geuit. Tegelijkertijd zijn er ook zorgen
dat de kennis en ervaringen van statushouders onvoldoende benut
worden en het risico op verveling toeneemt.
8. Overige
Daarnaast zijn ook diverse zorgen genoemd die niet direct tot een
categorie te herleiden zijn. Is er bijvoorbeeld voldoende aandacht voor
het tegengeluid? Kunnen de we massale instroom wel aan? Gaat het ten
koste van het budget voor onze gezondheidszorg?
43
Dialoog 2: Wat kunnen/moeten we extra of anders doen?
Bij dialoog 2 kwamen veel onderwerpen van dialoog 1 weer voorbij, maar
dan meer in de ideeën- en oplossingensfeer. De ideeën betroffen onder
andere inburgering en integratie, inzet van vrijwilligers en maatjes,
maatschappelijke begeleiding, bijzondere vormen van huisvesting, goede
communicatie, (taal) onderwijs versterken en betaald werk organiseren.
Aan het einde van deze ronde en na de pauze konden de deelnemers
stemmen over de thema’s waarop zij dieper in wilden gaan.
Dialoog 3: Welke acties kunnen/moeten we ondernemen
Na de pauze gingen de deelnemers aan de slag om acties te bedenken
voor drie thema’s die bij het stemmen belangrijk werden geacht:
1. Contact, ontmoeten en uitwisselen
2. Creatief zijn met huisvesting
3. Communiceren en informeren
Hieronder leest u de samenvatting van de ideeën. Alle ideeën afzonderlijk
zijn te vinden op www.houten.nl.
1. Contact-ontmoeten en uitwisselen
Bij dit thema ging het vooral over hoe er verbinding zou kunnen ontstaan
tussen statushouders en inwoners van Houten en ook hoe daarbij
vrijwilligers een belangrijke rol kunnen spelen. De belangrijkste
aanbevelingen van de deelnemers op een rij:
Kies voor een aanpak per buurt of wijk
Maak kennis met elkaar cultuur
Vrijwilligers en buddies werken samen met professionals
Breng vraag en aanbod bij elkaar (face-to-face en digitaal)
Betrek kinderen en jongeren (o.a. via onderwijs en scholen)
Organiseer uitwisselingen, cursussen, evenementen
Communiceer en laat de media er aandacht aan besteden
2. Creatief zijn met huisvesting
Bij het thema huisvesting kwamen de deelnemers met veel ideeën voor
conventionele maar ook onconventionele woonvormen. Daarbij werden
onder andere vaak genoemd:
44
het ombouwen van leegstaande kantoren (en scholen) tot
wooneenheden geschikt voor jongeren en gezinnen
het neerzetten van container- of andere (semi-permanente)
woningen
het bouwen van extra woningen in de sociale sector waarbij vaak
soberheid werd benadrukt
andere woonvormen (o.a. stacaravans, het mogelijk maken dat
inwoners een deel van hun woning verhuren, voordelen of een bonus
geven aan mensen die als gastgezin optreden, doorstroming van
ouderen naar kleinere woningen bevorderen)
Bij alle geopperde woonvormen werd vaak benoemd dat het belangrijk is
deze nieuwe woongelegenheden te spreiden over Houten en bovendien
niet alleen voor statushouders maar ook voor Houtenaren (met name
jonge starters en ouderen) beschikbaar te stellen. Enerzijds om de
integratie en sociale cohesie te bevorderen. Anderzijds om te voorkomen
dat Houtenaren het gevoel krijgen dat statushouders worden
voorgetrokken en daardoor mensen die al langer op de wachtlijst staan
verdringen. Ook wordt vaak gezegd dat de huisvesting wel sober mag
zijn, de gemeenschap niet teveel moet kosten en bovendien niet te duur
mag zijn voor de huurders (zowel Houtenaren als statushouders).
Verder werd er aandacht gevraagd voor een rechtvaardig en transparant
toewijzingssysteem.
3. Communiceren en informeren
Tot slot werd het thema communicatie besproken. Inhoudelijk gezien
werd daarbij vaak benoemd dat statushouders een ‘gezicht’ moeten
krijgen. Dit zou onder andere kunnen door ze hun verhaal te laten
vertellen in bijvoorbeeld de (sociale) media, op scholen en tijdens allerlei
bijeenkomsten en ontmoetingen. Ook wordt het belangrijk gevonden dat
er duidelijke feitelijke informatie wordt verstrekt over onder andere de
landen en culturen van de statushouders en het verloop van de
vluchtelingenopvang in Houten.
Daarnaast waren er ook veel ideeën over de vormen waarin hoe de
communicatie zouden moeten c.q. plaats vinden. Hier de belangrijkste op
een rij:
Gebruik meerdere communicatiekanalen en-media
Laat alle partij een die erbij betrokken afstemmen en samenwerken
Zorg dat lokale media er aandacht aan besteden
Organiseer ontmoetingen (zowel face-to-face als digitaal)
Zet websites en social media (van meerdere organisaties)
Afsluiting inwonersberaad
Tijdens de afsluiting van het inwonersberaad zegde burgemeester Wouter
de Jong (mede namens wethouder Kees van Dalen) toe dat de resultaten
van het inwonersberaad komen te staan op www.houten.nl. ook worden
ze samen met de input van partners, ambtenaren en Argu) verwerkt in
het actieplan Opvang en integratie statushouders waarover de
gemeenteraad in januari 2016 beslist. Tot slot bedankte de burgemeester
alle deelnemers voor hun waardevolle bijdragen.