ademtocht juni-juli-augustus 2014

24
Verantwoordelijke uitgever en afzendadres: L. Declerck, J. Maertenstraat 26, 8200 BRUGGE 2 - Afgiftekantoor: 8200 Brugge-Mail – P2A8313 TIJDSCHRIFT VAN ADEM-TOCHT VZW 33e jaargang nr. 5 – juni, juli en augustus 2014 (verschijnt vijfmaal per jaar: februari, mei, augustus, oktober, december)

Upload: ademtocht

Post on 01-Apr-2016

226 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Verantwoordelijke uitgever en afzendadres: L. Declerck, J. Maertenstraat 26, 8200 BRUGGE 2 - Afgiftekantoor: 8200 Brugge-Mail – P2A8313

TIJDSCHRIFT VAN ADEM-TOCHT VZW

33e jaargang nr. 5 – juni, juli en augustus 2014(verschijnt vijfmaal per jaar: februari, mei, augustus, oktober, december)

22

colofoonADEM-TOCHTReligieuze kernbewegingvoor mensen op rijpere leeftijd

Voorzitters en geestelijk raadgeversInterdiocesaanERIC BRUNEELFazantenlaan 14, 8450 Bredenetel. 059 32 20 22ROBRECHT MICHIELSDiocesaan Pastoraal CentrumF. de Merodestraat 18, 2800 Mechelentel. 015 29 84 09

Bisdom Mechelen - BrusselKAMIEL DE WITTEBurchtstraat 27, 1933 Sterrebeektel. 02 731 19 91FRANS STOFFELENKleine Wouwer 29 bus 7, 1860 Meisetel. 02 269 83 42

Bisdom AntwerpenMIA VERBANCKKoninklijke Laan 91 bus 5, 2600 Berchemtel. 03 218 99 81GASTON SULSLysenstraat 38, 2600 Berchemtel. 03 230 26 07

Bisdom BruggeMARIA SEURINCKDelaeystraat 58, 8830 Hoogledetel. 051 70 14 50JORIS WEYTSOude Molenweg 24-26, 8377 Meetkerketel. 0473 84 97 95

Bisdom GentRENÉE SMETEendenplasstraat 33, 9940 Evergemtel. 09 357 75 56FERNAND VERHEGGENSint-Lievenslaan 268, 9000 Genttel. 09 225 59 82

Bisdom HasseltHUBERT SCHEPERSHerebaan-West 127, 3530 Houthalentel. 011 52 21 86

http://www.kerknet.be/microsite/ademtocht/

Gespreksbijlagen thema’s staan centraalop de startpagina bij ‘Nieuws’.

ADEM-TOCHTTijdschrift van de v.z.w. Adem-Tocht

RedactieHerman Anné, Eric Bruneel, Edith Cardoen,Ria Grommen, Robrecht Michiels,Hubert Schepers, Piet Thomas, Céline Van Acker, Achille Venmans, Mia Verbanck,Marc Van Hauwaert (redactieverantwoordelijke),Sint-Laurentiuslaan 5/202, 9041 Oostakker

GespreksbijlagenGuido Debonnet

VormgevingW. Vanhaelemeesch

AANPASSING LIDGELD(werkjaar september tot juni)binnenland: 14,00 eurotwee huisgenoten: 18,00 euro‘steunbijdrage’: 20 euro … 30 euro …

RekeningnummersInterdiocesaanIBAN: BE69 4348 1481 7178BIC: KREDBEBBAdem-Tocht, Nieuwpoortsesteenweg 112G bus 3.02,8400 Oostende

Bisdom Mechelen-BrusselIBAN: BE13 0014 8665 5039BIC: GEBABEBBAdem-Tocht, Kleine Wouwer 29 bus 7, 1860 Meise

Bisdom AntwerpenIBAN: BE64 4190 1330 1152BIC: KREDBEBBAdem-Tocht, Spoorweglaan 137, 2610 Wilrijk

Bisdom BruggeIBAN: BE73 7380 0798 6960BIC: KREDBEBBAdem-Tocht, Diocesaan Centrum GroenhoveBosdreef 5, 8820 Torhouttel. 050 74 56 28 (vrijdag 10 uur - 16 uur)

Bisdom GentIBAN: BE70 2900 2286 3325BIC: GEBABEBBAdem-Tocht, Oudenaardsesteenweg 48, 9000 Gent

Bisdom HasseltIBAN: BE47 0013 6240 2180BIC: GEBABEBBAdem-Tocht, Kloosterstraat 27, 3990 Peer

3

Het zijn allemaal vragen die in de kring van Lena naar boven zijn gekomen en wellicht ook in veel andere kringen die met de toekomst van Adem-Tocht begaan zijn. Het zou ons enorm helpen het resultaat van jullie denkoefening te mogen ontvangen. Onder het motto Jij inspireert kunnen jullie ons per mail of per brief je suggesties, bedenkingen en vragen doorsturen. In ieder edito zal ik jullie bij dat denkproces betrekken. Zo staan we schouder aan schouder om Adem-Tocht nieuw leven te geven voor de volgende generatie. Ik dank jullie van harte voor die samenwerking.

Ik hoop dat het voor jullie allen een vruchtbaar en aangenaam werkjaar geweest is, waarin je veel vriendschap heb mogen ondervinden, waarin je de adem van de innerlijke geestelijke kracht hebt gevoeld en waarin het engagement van de kringleden je voortdurend voortstuwt op je tocht.

Ik heb nog heuglijk nieuws te melden. Jullie weten dat onze interdiocesane pastor Robrecht Michiels ontslag heeft genomen. Hij wordt opgevolgd door Jan Vanden Berghe, geboren te Roeselare op 16 april 1942 en priester gewijd op 19 juli 1968. Hij is licentiaat in de Germaanse filologie. Na zijn opdracht als leraar in het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende is hij diensthoofd geweest voor Vredesspiritualiteit in Pax Christi Vlaanderen. Tot voor kort was hij pastoor te Hertsberge. Hij is een pastoraal bewogen man en wil zich volop ten dienste stellen van de beweging.

Hij stelt zichzelf voor als een kind van tijdens de Tweede Wereldoorlog, opgegroeid

Herinner je je nog het gesprek tussen enkele kringleden, zoals weergegeven in het eerste nummer van deze jaargang? Ik ben benieuwd wat de kring van Lena van de vernieuwing terechtgebracht heeft. Elke bijeenkomst hebben ze wat tijd aan de toekomst gewijd van hun kring en zo ook aan de toekomst van Adem-Tocht.

De werkwijze van deze kring heeft ook het interdiocesaan bestuur geïnspireerd. Ook wij stellen ons de vraag wat er van onze beweging zal geworden nu de leden van de bestaande kringen steeds meer verouderen en jongere senioren zich niet aangesproken voelen.

Daarom heeft de Raad van Bestuur na overleg met de Algemene Vergadering beslist een kleine werkgroep op te richten. Die werkgroep, samengesteld uit een vertegenwoordiger per bisdom stelt dezelfde vragen als de leden van de kring van Lena.

Wat is de boodschap van onze beweging en welk krachtig aansprekend verhaal brengen we? Welke communicatiemiddelen wenden we aan om jong-senioren te bereiken? Is het nog mogelijk en wenselijk dat nieuwe leden aansluiten bij bestaande kringen of moeten we ervoor opteren om jongere senioren samen te brengen in nieuwe kringen? Kan onze werkwijze jong-senioren boeien en staan ze daarvoor open? Sluiten de thema’s die maandelijks besproken worden, aan bij de levensvragen van jong-senioren en bieden zij verrijkende denkpistes aan? Kunnen jong-senioren vanuit een evangelische inspiratie tot een zinvolle communicatie met elkaar komen?

JIJ INSPIREERT...

edito

4

in Ardooie en Roeselare. Na zeven geluk-kige jaren als leraar talen is hij naar de pastoraal overgestapt om er in de geest van Vaticanum II werkzaam te zijn. Hij is al vroeg begonnen met het begeleiden van bezinningsdagen voor jongeren, op een manier die toen vragen opriep bij bisschop Emiel-Jozef De Smedt – overigens een zeer open man! – stonden wij niet te lang stil bij wat de jongeren bezighield in plaats van onze blijde boodschap te verkondigen? Na een herscholingsjaar in Brussel (Lumen Vitae, 1990-1991) ging hij in dezelfde lijn verder, maar nu bij volwassenen. Niet zozeer over wat mensen zouden moeten geloven, maar om hen te helpen ontdekken wat ze geloven, hoe ze geloven, en of dit geloof hen geholpen heeft en nog helpt om

te leven, om mens te worden, om zichzelf te worden en gelukkig te zijn. De West-Vlaamse basisgroepen drukten een stempel op hem (Mgr. Romero), zoals overigens Mgr. Gaillot, de vroegere bisschop van Evreux met zijn uitspraak ‘Als de kerk niet dient, dient ze tot niets.’ Dankzij Pax Christi kwam hij voorgoed op het spoor van de geweldloze Jezus, die niet alleen zei dat we onze tegenstanders moeten beminnen (respecteren, zouden we vandaag zeggen) maar die dat ook voorgeleefd heeft. Ook aan de Gelovige Gezinsgroepen heeft onze nieuwe pastor Jan veel te danken. De vorming PRH (Persoonlijkheid en Relaties) heeft hem dan weer geholpen op de weg van de zelfkennis. En ten slotte zijn er een goede vriend en een goede vriendin die hij erg dankbaar is voor wat ze hem bijbrachten ...

Jan, van harte welkom in ons midden. Ik hoop dat je in dit nieuwe pastorale werk gelukkig mag zijn.

Aan allen een deugddoende vakantie en hopelijk komen jullie met een nieuwe vriend of vriendin aan de start van het komende werkjaar.

Het ga jullie goed.

Genegen, Eric Bruneel, interdiocesaan voorzitter.

WEBSITEhttp://www.kerknet.be/microsite/ademtocht/

(gespreksbijlagen staan centraal op de startpagina bij ‘nieuws’)

5

In 1963 kwam Sadan als kleine jongen met zijn ouders en zes broers en zussen vanuit Turkije in Zonhoven terecht, in een huis zonder veel comfort. Naast hen woonden twee oudere mensen, kleine boeren die hard moesten werken om rond te komen. Geregeld vond het Turkse gezin aan de voordeur een zak met groenten uit de tuin van de buren. Een schoenwinkel in het dorp bezorgde hun tegen een kleine prijs schoenen die uit de mode waren … Kleine gebaren, attenties en ontmoetingen die het gezin van Sadan uiteindelijk op dreef hielpen in de Belgische samenleving …

Wat hebben wij zien gebeuren?

Zo begon vijftig jaar geleden de instroom van de eerste Turken en Marokkanen naar België op vraag van onze overheid (1). Men vond hier ter plaatse amper nog mensen om te werken in de mijnen en in de zware industrie. Die situatie was niet nieuw. Tevoren had men reeds een beroep gedaan op Italianen, Polen, Spanjaarden en Grieken voor de wederopbouw van ons land na de Tweede Wereldoorlog. Zowel de migranten uit Marokko en Turkije als de overheid zagen dat aanvankelijk als een tijdelijke win-winsituatie: voor ‘gastarbeiders’ een buitenkans om goed geld te verdienen met het oog op de terugkeer naar hun geboorteland om daar ‘iets nieuws’ te beginnen, voor België een voorlopige oplossing voor een economische probleemsituatie.

Dat basispatroon van de arbeidsmigratie is ondertussen veranderd, vooral onder invloed van de mondialisering. Mensen van over heel de wereld zijn om allerhande redenen van politieke, culturele, economische, sociale, religieuze … aard,

Thema voor juni

Christenen en moslims: zusters en broeders

6

De toenmalig vooral Belgische inwo-ners van ons land werden willens nil-lens mee betrokken in dat complexe veranderingsproces. Dat heeft de vrij homogene, gesloten samenleving, die velen van ons nog gekend hebben, grondig dooreengeschud, een evolutie die trouwens nog altijd gaande is. Ook als christenen zijn we niet langer in de meerderheid. Door de migratie en de secularisatie zijn er medespelers gekomen op het vlak van godsdienst, levensbeschouwing en zingeving, domeinen waarin de katholieke kerk vroeger een quasi monopolie had. We stellen vast dat die evolutie het ons als gelovige niet altijd gemakkelijk maakt. We weten nog altijd niet goed hoe om te gaan met andere levensbeschouwingen, meer bepaald de islam.

op zoek gegaan naar een ander, beter leven elders. De gevolgen van die toestroom doen zich vandaag vooral gevoelen in de grote steden. In Antwerpen leven er op dit ogenblik net geen 170 nationaliteiten. In Brussel is minder dan de helft van de bewoners van Belgische origine. In Genk is 54% van de bevolking van vreemde afkomst, en niet minder dan 71,5% van de kinderen tot 5 jaar. Dat wijst erop dat de diversiteit een onomkeerbaar feit is geworden. Nieuw is dat ook binnen de van oorsprong niet-Belgische gemeenschappen en groepen zelf de diversiteit groeit, cultureel, religieus, socio-economisch, juridisch ... Socioloog Dirk Geldof spreekt in dat verband van superdiversiteit.

7

Eerder dan in te gaan op het globale kader en de analyse van oorzaken en gevolgen van de diversiteit in haar geheel, willen we ons in dit artikel toespitsen op de weg die christenen en moslims samen kunnen afleggen richting God en een humanere samenleving. Hoe kunnen we op die weg actieve impulsen geven aan ontmoeting, dialoog en samenwerking, aan het beter leren kennen van elkaar?

Ontmoeting en dialoog

Uit het voorgaande blijkt reeds dat elkaar negeren en isoleren geen optie is als we een samenleving willen waarin het goed is om te leven, voor onszelf en voor anderen. Maar voor een christen kan dat slechts een bijkomend motief zijn om er werk van te maken. De echte beweegredenen liggen dieper, in de liefde van God die is mens geworden in Jezus. De God die Jezus openbaarde, is een God met een menselijk gezicht, één en al liefde, bekommerd om het heil van elke mens. Het is een liefde die niemand uitsluit. Vandaaruit stuurt hij gelovigen aan om de wereld menselijker, rechtvaardiger, vredevoller, meer één te maken. ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen.’ (Mt 28,19) Die liefde gaat uit naar iédere mens. In elke mens, hoe anders ook, is God aan het werk. Dat is de belangrijkste drijfveer om de stap te zetten naar de anderen, naar álle anderen. Die liefde vraagt zelfs niet om wederkerigheid. Dat het omgaan met de vreemdeling daarvoor een belangrijke toetssteen is, blijkt reeds in het Oude Testament. ‘Vreemdelingen mag je niet uitbuiten. Jullie weten immers hoe het voelt om vreemdeling te zijn, omdat

jullie zelf vreemdelingen zijn geweest in Egypte.’ (Exodus 23,9)

Via die andere heeft God mij iets te zeggen. Vanop dat punt start voor christenen de dialoog met andere mensen. En al is de zoektocht naar God bij moslims via andere wegen verlopen, wat moslims en christenen dicht bij elkaar brengt, is het feit dat zij openstaan voor het mysterie, voor de religieuze, transcendente dimen-sie van het leven. Daardoor zijn zij vertrouwd met de religieuze grammatica en de geëigende woordenschat die daarbij hoort. Christenen zullen geen moeite hebben met het verstaan van de vijf zuilen van de islam: geloofsbelijdenis, gebed, vasten, solidariteit met de armen, pelgrimstocht naar Mekka. Moslims zullen de tien geboden van het christendom niet vreemd vinden. Vanuit een weliswaar verschillende achtergrond heeft elk van hen ook een schat aan ethische waarden ontwikkeld met een aantal gemeenschappelijke trekken, zoals het erkennen van het unieke en waardevolle van het leven, de zorg voor armen, het werken aan gerechtigheid en vrede. Samen met de christenen reageren ook de moslims tegen de trend om God uit het openbare leven te bannen en op te sluiten in de privésfeer.

Wat vooropstaat in de dialoog met elkaar is het getuigenis. Ieder verduidelijkt op die manier voor de ander waarin zij/hij gelooft, wat dat voor haar/zijn leven betekent. Door het uitwisselen van het persoonlijk geloofs- en levensverhaal, groeit er wederzijdse achting en respect. En vooral een vriendschap die ruimte laat voor meer authenticiteit en voor

8

andere godsdienst, cultuur, gemeenschap. De heikele aspecten komen ruim aan bod, tot in de media toe: ze dreigen zelfs die waarderende benadering onder te sneeuwen of onmogelijk te maken.

Er zijn weliswaar aspecten die men in het gesprek niet uit de weg mag gaan, zoals een aantal inzichten, overtuigingen, waarden en relaties die ons leven in de Westerse cultuuromgeving zin en inhoud hebben gegeven. Ze hebben tot de cultuur en de levensstijl geleid die de onze is. Ze hebben ook mee onze samenleving geboetseerd. Is het niet juist daardoor dat onze manier van leven een sterke aantrekkingskracht is gaan uitoefenen op andere culturen? Vrijheid, een open samenlevingsklimaat, mensenrechten, een democratische mentaliteit, de scheiding kerk-staat, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, het belang van onderwijs en vorming, … zijn kostbare verworvenheden, veelal verankerd in de christelijk-Bijbelse traditie, die we samen dienen te behoeden en te verfijnen.

een liefde die de verschillen overstijgt. Bovendien hebben we elkaar heel wat bij te brengen. Zo kunnen we als christenen wat opsteken van de gebedscultuur en de gebedshouding van de moslims, van hun onderlinge verbondenheid en solidariteit. Christenen kunnen moslims denkstof bieden in verband met de interactie geloof-cultuur, de dialoog geloof-rede – beide belangrijke levensaders voor een integraal mens-zijn en een bron van inspiratie met het oog op de verfijning van inzichten en levenshoudingen –, naast het beste uit de milde ethische traditie van de katholieke gemeenschap die zelfs geen wederkerigheid vraagt …, om slechts die dingen te noemen.

Moslims en christenen kunnen, elk van hun kant, zorgen voor een nieuw klimaat in de ontmoetingen. Niet focussen op wat ons stoort bij de anderen, op de achterdocht en het wantrouwen, maar uitdrukkelijk zeggen wat we goedvinden en waarderen: het lijkt vanzelfsprekend maar is het niet! Er valt immers nog heel wat te ontdekken in de schatkamers van de

9

Wat geldt voor individuele personen, gaat ook op voor gemeenschappen. Als kerk kunnen we ons laten aanspreken door wat moslims en hun gemeenschappen ons voorleven. Op het vlak van de interreligieuze, de interlevensbeschouwelijke en inter-culturele dialoog nemen kerkelijke organisaties trouwens vaak het voor-touw: denken we maar aan Kerkwerk Multicultureel Samenleven (KMS), Rechtvaardigheid en Vrede, Pax Christi, Sant’Egidio en vele andere... Hun ijveren voor meer solidariteit, rechtvaardigheid en eenheid verdient een ruimere weerklank …

Toch is voor ons, christenen, die dialoog niet altijd zo vanzelfsprekend. Wij zijn nogal terughoudend op dat vlak. We zijn het niet gewoon ons geloof onder woorden te brengen, tenzij in de vertrouwde kring van ADEM-TOCHT misschien. We ervaren ook een zekere schroom. We willen anderen niet voor het hoofd stoten, we vinden dat de sfeer in de samenleving niet goed zit voor een geloofsdiscours. Of … is onze christelijke identiteit niet sterk genoeg om onbevangen uit te komen voor wat wij geloven? De dialoog vraagt immers om een zekere vertrouwdheid met wat de eigen geloofstraditie fundeert en geloofwaardig maakt: Bijbel, spiritualiteit, leerstellige achtergrond, liturgie, diaconie … Maar er is ook moed voor nodig om te zijn wie men is, los van de onvriendelijke context of het gevaar van spottende of neerbuigende commentaar.

Nieuwe wegen zoeken …

Waar vinden we trouwens ruimte voor zulke ontmoetingen? Zelf de stap naar de ander zetten, waar het kan, lijkt het meest aangewezen daarvoor. Men hoeft niet erg ver te zoeken naar zulke gelegenheden: het gewone leven van iedere dag draagt ze aan. Een goedendag, een burenpraatje, een ontmoeting op straat, in een winkel, op de werkvloer … kan de aanzet zijn naar meer. Als dat niet zo is, zijn er wellicht initiatieven die openingen kunnen maken: interreligieuze ont-moetingen tijdens een KMS-avond of een Open gebedshuizendag, interculturele activiteiten van socio-culturele bewegingen – zoals gezamenlijke cultuuravonden, kook-lessen … –, gemeenschappelijke acties op het vlak van armoede, van vrede en gerechtigheid … In Genk is er bijvoorbeeld het Abrahamhuis, dat zichzelf definieert als een huis met de tafel gedekt en het boek voor de volken geopend aan ‘De gastvrijheid van Abraham’. Opgericht om kansen te geven voor ontmoeting, vorming, dialoog en inzet voor gerechtigheid en vrede in intergodsdienstige samenlevingsmodellen door zeven religieuze gemeenschappen in Genk. Ook Sant’Egidio speelt een voortrekkersrol in het gesprek tussen godsdiensten en levensbeschouwingen. De Antwerpse trialoog (2), gesprekken tussen een priester, een rabbijn en een imam, is daarvan een krachtig teken en heeft geleid tot een sterke vriendschapsband tussen de drie gesprekspartners. Die

10

beweging slaagt er overigens in om leiders en volgelingen van de meest diverse religies en levensvisies van over heel de wereld samen te brengen om met elkaar te overleggen over vrede en in elkaars bijzijn daarvoor te bidden, zoals binnenkort weer, van 7 tot 9 september 2014 in Antwerpen (3). Mogelijkheden genoeg dus voor wie er bewust naar zoekt. En soms zijn de voor de hand liggende gelegenheden het meest vruchtbaar. Zo is een buurtwerker in Meulenberg van oordeel dat een voetbalmatch onder jongeren vaak meer betekent voor de goede verstandhouding dan georganiseerde gesprekken.

Een van de partners met wie we dit artikel voorbereidden, Rachid, is leraar in een katholieke school. Hij engageert zich als moslim actief voor de realisatie van het christelijk opvoedingsproject en nodigt ook jonge christenen uit om trots te zijn op hun identiteit en er in woord en daad voor uit te komen. Geloof en leven in eenklank met elkaar, dat is waar moslims en christenen voor staan, dat is het waarmerk van geloof.

Die dialoog kan men ook voeren via lectuur, onder meer door op zoek te gaan naar boeken, artikels en teksten die de inhoud van de islam, de levenspraktijk van moslims en de maatschappelijke en culturele gestalte van die godsdienst verhelderen en beter leren begrijpen. Men kan zich daarbij laten wegwijs maken door een goed geïnformeerde en gevormde moslim of christen. Hetzelfde geldt voor andere toegangswegen tot info, vorming en uitwisseling, zoals

radio, tv, internet en aanverwante.Ook de weg van de schoonheid en de cultuur biedt perspectieven die we nog te weinig exploreren. Muziek, beeldende kunsten, woordkunst, dans – de dansende derwisjen uit Turkije bijvoorbeeld – … ontsluiten soms meer van de complexe wereld die elke godsdienst een eigen gezicht geeft, dan een beschrijvende uitleg.

En, waar het kan, is eveneens het bidden volgens de eigen geloofstraditie maar in elkaars aanwezigheid een sterk dialoogsignaal. Delicaat en intiem maar niet onbelangrijk.

In de waarheid staan

Belangrijk daarbij is dat men tegenover elkaar in de waarheid gaat staan. Het kan niet de bedoeling zijn van de interreligieuze dialoog op zoek te gaan naar het grote gelijk of gemakkelijke compromissen. Uiteraard zijn daarom verborgen agenda’s uit den boze: in een echte dialoog is men niet uit op assimilatie, het ‘binnenhalen’ van de andere gelovige of het bewerken van een ommekeer bij de partner. Ook de neiging tot syncretisme, waarbij men alle overtuigingen op één hoopje gooit, kan de dialoog parten spelen. Als men doet alsof er geen verschillen zijn, verliezen de eigen overtuiging en traditie hun waarde en worden religies vlak en zouteloos. Hetzelfde gebeurt als men de eigen of de andere overtuiging zo relativeert dat men er alle kanten mee uit kan. Positief geformuleerd heet dat dan: ‘Och, alle godsdiensten staan uiteindelijk toch voor hetzelfde.’ Negatief verwoord klinkt het als ‘Al die poespas, waarvoor is dat nodig?’

11

Veranderen van perspectief

Uit die dialoog groeit een nieuw verstaan van anderen, een nieuwe kijk op geloven en mens zijn vandaag. Want het (h)erkennen van het anders-zijn-en-leven van de andere, ook in zijn relatie met God, trekt onze eigen horizon en die van onze gemeenschappen open. Met een wereldwijde blik – als het ware met de ogen van God – naar een veelzijdige werkelijkheid kijken, behoedt ons voor fundamentalisme – religieuze scherpslijperij – en het opgesloten raken in onszelf, met onze eigen persoon als enig referentiepunt. De religieuze verscheidenheid kunnen zien als een rijkdom en ons uitgedaagd voelen om uit andersgelovige mensen en geloofs- en spirituele tradities het mooie, het goede, het ware te halen en dat aan te wenden voor de vermenselijking van onszelf en de wereld, is Gods hart en handen zijn in het voortdurend scheppen van een betere wereld. Het bevestigend en waarderend omgaan met elkaar in de dialoog is daarvan een sterk teken en een hefboom voor verandering.

Terzelfdertijd blijven wij gevoelig voor de pijn van de verdeeldheid, een tegengetuigenis in de ogen van niet-gelovigen, want … in Gods naam! Het zet ons aan om te zoeken naar wegen om tegemoet te komen aan het uiteindelijk plan van God met de wereld – ‘Laat hen allen één zijn’ (Joh 17,21). Elke vorm van begrip, waardering en vriendschap brengt mensen dichter bij elkaar en bij God. Dat kan het begin zijn van een veelomvattender verhaal, dat van een samenleving met een sterkere sociale samenhang, een voor iedereen toegankelijke welvaart, een hartelijke, vriendelijke, warme maatschappij.

Obstakels op de weg van de dialoog

Het helpt ons ook los te komen van het wij/zij- en het of/of-denken dat de andere reduceert tot de etnische, culturele of religieuze groep waartoe men behoort. Dat fenomeen is nefast omdat het voorbijgaat aan het veelgelaagde van ieder menselijk bestaan en van de samenleving, aan de genuanceerde werkelijkheid die gegroeid is tussen dat wij en zij. Zo vormen noch de christenen noch de moslims een homogene groep die eenduidig denkt, handelt, geschiedenis maakt. Het denken in of/of-termen wordt zo vervangen door een én/én-logica.

Maar er is meer. Hoe omgaan met de vele vragen en vooroordelen die de dialoog in de weg staan als ze onvoldoende uitgeklaard worden?

In de gesprekken met moslimgelovigen ter voorbereiding van dit artikel ging men die niet uit de weg. Vooral de identificatie van de islam met terrorisme en geweld werd door alle gesprekspartners afgewezen als een foute interpretatie van de islam. Islam betekent overgave en is een godsdienst van vergeving en barmhartigheid. Bahattin citeert daarbij uit de Koran: ‘Als iemand een ander onrechtmatig doodt, is het alsof hij de gehele mensheid heeft gedood; als iemand een ander redt, redt hij de hele mensheid.’ (5:32) Ook de rechten van de vrouw zijn vaak een heikel onderwerp. Dat spitst zich op dit ogenblik veelal toe op het al dan niet dragen van een hoofddoek en van andere kleding die

12

opvalt in ons straatbeeld. Een woord uitleg bij het waarom – de hoofddoek als vrij gekozen uitdrukking van een geloofsovertuiging, de chador, het lange zwarte gewaad, als bescherming van de waardigheid van de vrouw – kan leiden tot meer begrip. Zeker als onze gesprekspartners fijntjes doen opmerken dat het beeld van de westerse vrouw in de publiciteit en de media bijvoorbeeld niet altijd een toonbeeld is van waardigheid en eerbied voor het eigen lichaam!

Mouloud Kalaai, arts, leerde van zijn geschiedenisleraar in het katholiek onderwijs om zich bij elke bewering af te vragen: is dat wel zo? Die kritische vraag helpt hem nog altijd om dieper in te gaan op sommige beweringen over andere godsdiensten en waarheid en verdichtsel uit elkaar te halen.

Ten slotte

Gelovige christenen en moslims hebben, vanuit hun geloof in God, onmiskenbaar bijgedragen tot de verheffing van de mens, de verfijning van de cultuur en een menselijker samenleving, dat

VRAGEN TER BESPREKING

alles tegen de achtergrond van diepere inspiratiebronnen. Het is een opdracht die in alle tijden en in alle situaties waarin de geschiedenis – of de Voorzienigheid – hen brengt, blijft gelden. Vandaag mét en voor elkaar, mét en voor de gemeenschap waarin zij leven. Die dialoog is in die zin meer dan een methode, een weg: het is de kern van het samenzijn, een geest van ontmoeting waarin er telkens nieuwe deuren opengaan naar elkaar, naar vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping in de samenleving en de wereld. Onmisbaar dus!–––––––––––––––––(1) http://www;fedactio.be(2) Zie het boek Trialoog van Jan De Volder, Lannoo, mei 2013(3) http://santegidio.be/pif/

Met dank aan

§Saatci Bayram

§Bert Cleymans, ADEM-TOCHT Hoboken Don Bosco

§Rik Hoet, priester, bisschoppelijk vicaris Antwerpen, mede-initiatiefnemer Antwerpse Trialoog

§Mouloud Kalaai, arts

§Bahattin Koçak, islamleraar in Heusden-Zolder

§Rachid Moumn, leraarleraar

§Sadan Yilmaz, Yesil Camii-moskee, Houthalen

1. Bij welke woorden of passages heb je graag nog wat toelichting of verduidelijking?2. Wat spreekt jou aan in het artikel? Waarom?3. Wat zou je zeggen als een moslim je vraagt waarom christen

zijn zo belangrijk is voor jou?4. Wat bewonder je in de manier waarop moslims de islam beleven?5. Heb je ervaringen met de ontmoeting en de dialoog met moslims?- Indien ja, vertel eens wat je daarin waardeert / moeilijk vindt.- Indien neen, kan je dan even zeggen wat je tegenhoudt?- Hoe kunnen we elkaar helpen om een dialooghouding te bevorderen?

13

VRAGEN TER BESPREKING

Dit zijn de traditionele woorden om God aan te roepen.

Als je wordt geconfronteerd met angst: ‘Er is geen God dan God.’

Als je wordt geconfronteerd met leed en verdriet: ‘Moge het gaan zoals God het wil.’

Als je wordt overladen met weldaden: ’Geloofd zij God’ en als je de overvloed des levens ziet: ’God zij dank.’

Als je vol verbazing het mysterie van het leven aanschouwt: ‘God is subtiel en gaat alle weten te boven.’

Als je wordt geconfronteerd met zondigheid: ‘Ik vraag God om vergeving’ en als je wordt geconfronteerd met schaarste: ‘God is mij genoeg.’

Als je wordt geconfronteerd met rampspoed: ‘Wij behoren God toe en tot hem keren we terug.’

Zeg bij alles wat je overkomt en blijkbaar door God zo beschikt is: ‘Ik vertrouw op God.’

Als je wordt geconfronteerd met gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid: ‘Er is geen kracht of macht dan bij God, de allerhoogste, de allergrootste.’

Roemi (Perzische mysticus),uit ‘Van dag tot dag‘ (Synthese/Rotterdam 2011),vertaald door Sipko A. Den Boer.

zijn zo belangrijk is voor jou?4. Wat bewonder je in de manier waarop moslims de islam beleven?5. Heb je ervaringen met de ontmoeting en de dialoog met moslims?- Indien ja, vertel eens wat je daarin waardeert / moeilijk vindt.- Indien neen, kan je dan even zeggen wat je tegenhoudt?- Hoe kunnen we elkaar helpen om een dialooghouding te bevorderen?

14

‘De kracht van het beeld reikt verder dan een print’

Het religieuze beeld in Jawlensky’s kunst

‘Ik hou grenzeloos van kunst. Ik schilder als bij een meditatie alleen wat diep in mijn ziel verborgen ligt. Mijn taal is kleur. Mijn beelden zijn vaak donker. Daar kies ik voor. Deze kleuren zijn geheimnisvol. Zij spreken van diepte.’ (brief aan Galka Scheyer 14 mei 1936)

Alexej von Jawlensky – 1864 in Torschok in Rusland geboren – was aanvankelijk officier in het Russische leger. Hij gaf deze militaire carrière op voor zijn artistieke passie: de schilderkunst. Samen met de schilderes Marianne von Werefkin vertrok hij naar München waar hij omstreeks dezelfde tijd (1896) arriveerde als zijn latere vriend en collega Wassily Kandinsky, eveneens uit Rusland afkomstig. Beiden werden lid van ‘Der Blaue Reiter’: het Duitse expressionisme, dat in München een geheel eigen karakter krijgt onder invloed van deze kunstenaars en Franz Marc, Paul Klee, Feiniger en anderen. Jawlensky verkeerde in hun kringen. Hij onderhield ook contacten met fauvisten als Matisse en Van Dongen. Terwijl Kandinsky na zijn radicale doorbraak naar een abstracte kunst steeds meer aan invloed won en internationaal aanzien kreeg, ging Jawlensky zijn eigen eenzame weg. In zijn streven naar verinnerlijking blijft hij, in tegenstelling tot Kandinsky, uitgaan van de zichtbare werkelijkheid. Steeds meer werd zijn werk neerslag van een religieuze, ja zeg maar, mystieke vervoering.In 1914 moest Jawlensky Duitsland binnen de 48 uur verlaten. Met wat handbagage reisde hij naar St. Prex aan het meer van Genève, waar een vriend hem een kleine woning bezorgde. In het Zwitsers ballingsoord zocht Jawlensky naar nieuwe expressie voor zijn religiositeit via landschappen en het menselijk gelaat. Hij beperkte zich tot deze twee thema’s!

Van 1914 tot 1921 schilderde hij ‘Variationen über ein landschaftliches Thema’. Het betreft een 350-tal schilderijen vanuit zijn raam geschilderd. Door deze variaties op een landschappelijk thema drukte hij uit wat hem innerlijk bezielt. Hij had de natuur enkel als inspiratie nodig. Het zijn werkjes van klein formaat. Zij stellen op directe wijze voor wat de kunstenaar door zijn venster zag. Hij bracht de wezenlijke elementen van een landschap op doek. De gekleurde invulling varieert, afhankelijk van het moment van de dag en het humeur van de kunstenaar zelf.In zijn memoires schrijft hij het zo: ‘Ik probeerde iets méér te tonen dan een object. Door kleur en vorm gaf ik vrije teugel aan mijn diepste zielenroerselen. Ik schilder de bomen zonder nutteloze details. Mijn mooiste landschappen vertonen de heftigste kleuren, en zijn het minst natuurgetrouw.’

In zijn kleine kamer trad hij binnen in zichzelf door te bidden, te schilderen en zijn ziel ontvankelijk te stellen voor religieuze inspiratie. Op deze weg trachtte hij vanaf 1917 een vorm te vinden voor het menselijk gezicht. Vanaf 1917 zocht hij naar nieuwe expressie voor het menselijk gelaat als verbeelding van zijn spiritualiteit. In het gelaat kan hij het best zijn artistieke en godsdienstige visie vertolken. ‘Ware kunst kan alleen geschilderd worden vanuit een religieus gevoel’, schreef Jawlensky in zijn memoires. ‘Vanuit kleuren en vormen druk ik mijn verlangen naar God uit. Een kunstwerk maakt God zichtbaar.

15

‘Gevecht van Jakob met de engel’ van Inka Klinckhardt (foto Mia Verbanck)

Kunst scheppen is heimwee naar God. Dit kan ik het best bereiken door het menselijk gelaat.’

Als ideaal beeld en inspiratie koos Jawlensky voortaan de orthodoxe icoon. Dat wordt nu zijn model. Jawlensky vertelt zelf hoe de afbeelding van een Poolse Lieve-Vrouw een magische indruk op hem maakte toen hij nog kind was. Itzhah Goldberg heeft dit aspect van het werk van Jawlensky uitvoerig bestudeerd vanuit de theologie van de icoon. Het wijst op het steeds weerkerende spanningsveld bij Jawlensky tussen het algemene archetype en de herkenbaarheid van zijn beelden, tussen figuratie en abstractie.Jawlensky creëerde stereotype vormen van gezichten. De transparante gelaatstrekken zijn vol tederheid in de fijnste kleurnuances gemodelleerd. Hierdoor ontstijgen ze het lichamelijke en worden immateriële, verbeeldingsvolle prenten. Zij lijken allegorieën van het christelijk evangelie. Achtereenvolgens stileerde Jawlensky de pregnante gelaatsuitdrukkingen van de ‘Mystische Köpfe’, van de ‘Heiligengesichter’ en van de ‘Heilandsgesichter’. In het verlengde daarvan, en toch zo anders door hun uitsluitend geometrische vormen, ontstonden ook ‘Abstrakte Köpfe’.

In 1929 vertoonde Jawlensky de eerst symptomen van arthrosis deformans. In zijn memoires lezen we daarover: ‘Sinds 1929 lijd ik aan een zeer pijnlijke ziekte die van jaar tot jaar erger wordt. Omdat ik door stijfheid in mijn ellebogen en handen erg werd belemmerd, moest ik een andere manier van werken vinden.’ Deze doeken werden nog eenvoudiger, zuiverder. Ieder uit deze reeks ‘Kleine meditaties’ is ode en heiliging van

16

het menselijk gelaat als materie dat zichzelf voorbijsteekt en ontstijgt. Omdat Jawlensky aanvoelde dat hij niet lang meer zou kunnen schilderen, werkte hij met gestrekte armen als een bezetene aan zijn laatste ‘Meditationen’. De kunstenaar leek te beseffen dat hij zijn krachten moest sparen. Hij geraakte, zoals later ook de filosoof Emanuel Levinas, als geobsedeerd en begeesterd door het menselijk gelaat. Hij zag er iets bovenmenselijks, iets goddelijks in. Deze werkjes zijn noodgedwongen van klein formaat, maar bezonken en vergeestelijkt. Zijn beperkte bewegingsvrijheid zette hem aan tot een nog grotere concentratie. Het menselijk gelaat is nu teruggebracht tot zijn essentiële vorm. Dit zijn niet langer variaties meer maar pure ingetogenheid die het best zijn rijpe, gelouterde religiositeit vertolkt. Deze werkjes ontlenen al hun uitdrukkingskracht aan kleur en vorm. Alles is in verf uitgedrukt. De verfstrepen worden zichtbaar door de nieuwe beperkte schildertechniek. Het zijn vergeestelijkte meditaties, gezichten in een kruisschema die veel doen denken aan iconen uit zijn land van herkomst. ‘Omdat ik voel aankomen dat ik vanwege mijn ziekte binnenkort niet meer zal kunnen werken, werk ik als een bezetene aan deze kleine ‘Meditationen’. En nu laat ik deze kleine, maar voor mij zo belangrijke werkjes na aan de mensen die van kunst houden.’Zo kan je lezen in Alexej von Jawlensky’s ‘Lebenserinnerungen’.

Tijdens het Nazibewind werden in 1937 72 werken van Jawlensky uit de Duitse musea verwijderd. Een aantal werd als ‘Entartete Kunst’ vernietigd. Reeds in 1933 had hij van de ‘Nationalsozialisten’ tentoonstellingsverbod gekregen. Deze kunstenaar is lang ten onrechte onbekend gebleven.In 1937 moest de kunstenaar het schilderen opgeven. Hij stierf in 1941 in Wiesbaden. Hij werd begraven in het Russisch orthodoxe kerkhof.

17

Het Christusgelaat, zoals Jawlensky het frontaal brengt, werkt fascinerend. ‘La figure porte absence et présence’ schreef Pascal. Door verregaande geometrische vereenvoudiging gaat alle aandacht naar de essentie van het gezicht: enkel nog ogen, neus en mond in hun puurste vorm. De ogen zijn strepen, de neus een verticale en de mond een horizontale lijn. Door enkel de structuur van het gezicht te schilderen spreekt dit Christusgezicht ten diepste aan. Het overstijgt de kijker. Zijn laatste beelden behoren een andere wereld toe. Zij voeren naar intense stilte waar hoop verschijnt door alle wanhoop heen.

Mark Delrue

Mark Delrue, auteur van de boeken Kunst en Spiritualiteit, Lannoo (2005) en Kunst en Liturgie, Lannoo (2009), is priester van het bisdom Brugge. Hij is directeur van het interdiocesaan museum voor Moderne Religieuze Kunst van de Basiliek van Koekelberg en lid van de commissie van cultusgebouwen in het bisdom Brugge en in het aartsbisdom Mechelen-Brussel. Als curator verleende Mark Delrue zijn medewerking aan een aantal opgemerkte tentoonstellingen, onder meer Epifanie in de parkabdij Leuven in 2000.Bij Averbode verscheen in 2012 een derde boek van Mark Delrue: Op vleugels van verlangen. Over de eigen taal van kunst.

18

Nieuws uit de bewegingBISDOM ANTWERPEN

Terugblik op de vormingsnamiddag van 14 maartWe waren met een 70 deelnemers uit 17 van de 19 kringen. Slechts twee kringen waren verontschuldigd en met reden. Een onverhoopt succes. En hoe kwam dat? Mia Verbanck, onze diocesaan voorzitster, heeft gedurende haar eerste jaar meerdere contacten gezocht met alle kringen en in 13 ervan reeds de maandelijkse samenkomst meegemaakt. Bij het onthaal in het TPC verraste ze iedereen door elke kring en de meeste van de leden bij naam te begroeten. We gingen graag ‘met haar in gesprek’ zoals was aangekondigd.Eerst kregen we een presentatie met foto’s en teksten over Adem-Tocht als beweging, internationaal en in Vlaanderen, met het aantal kringen en leden in de vijf bisdommen. En dan Antwerpen: het verhaal van de 13 kringen die ze bezocht had, met foto’s en appreciaties en haar contacten met de 6 kringen die ze nog dit jaar gaat bezoeken. We voelden erkenning en waardering, voelden ons deel van een enthousiaste beweging met een zinvolle naam, een logo en een tijdschrift.

Daarna ging het over onze drie pijlers. We kregen inzicht in de samenhang van onze maandelijkse thema’s. We konden reageren. Iedereen was goed mee en blij er bij te horen.Na de pauze werden de kenmerken van een goed gesprek op een rijtje gezet in een powerpoint: de taak van de inleider om de tekst correct te begrijpen, van de gespreksleiding om iedereen aan bod te laten komen met respect voor ieders inzicht en vertrouwen om het thema op het eigen leven te kunnen leggen. Daarover werd eerlijk door de deelnemers nagepraat. Dan kwamen de tips en de valkuilen als monologen, discussies, en subgroepjes.Ten slotte legde Mia haar zorg voor de toekomst op tafel. Kringen verdwijnen, leden worden ouder. Hoe kunnen we onze kring bekend maken, er over spreken, ons enthousiasme tonen.Dank je, Mia, voor zo’n bezielende vormingsdag.Bert Cleymans - Foto: Hugo Van Aken

19

De kring van SCHILDE stelt zich aan u voorOnze groep werd in 1982 in ‘t leven geroepen door zuster Christiane Van den Nouweland, zuster van het H. Hart van Maria van ’s-Gravenwezel, en is de eerste, dus de oudste, van het bisdom Antwerpen.Wij zijn niet conservatief, niet progressief, alleen jong van hart en geest en rad van tong.Elke laatste maandag van de maand komen we bijeen om het maandelijkse thema te bespreken met behulp van de vragen. Iedereen krijgt de kans om zijn standpunt uit te leggen en anderen geven hun inzicht. Zo krijgen we een boeiende gedachtewisseling.

We vergaderen in een prachtig kader bij de zusters van ‘s Gravenwezel in een ruime veranda tussen bloemen en planten, terwijl we verwend worden met koffie of thee en koekjes. Onze geestelijke leider volgt ons, luistert aandachtig en op het juiste moment geeft hij zijn standpunt. Na de gedachtewisseling gaat hij voor en vieren we eucharistie in de sfeervolle kapel van de zusters.We zijn een echte vriendenkring die elkaars verschillen en inzichten respecteren. Ik ben heel gelukkig dat ik deel mag uitmaken van deze groep.

Chris Gijsbrechts-Stuer, voorzitster

Op de website kan je nog meer lezen over de geschiedenis van de kring: Zuster Josée Pauwels sprokkelde feiten en foto’s.

Eerste rij v.l.n.r.: Louisa Verheyen, Maarten Clemens, Magda Clarysse, Ida Kools, Chris Gijsbrechts-Stuer, Yvonne D’Hulst, zr. Josée Pauwels, Jan Janssen - Tweede rij v.l.n.r.: Marcel Van Doorselaer, Jan Peeters, Margriet Pairon-Willem, Frans Pues, Hortense Pues-Vervliet, Trudi Van den Dool, Fons Verhulst Op de foto ontbreken: Mathilde Huygen, Lanny Oen, Magda Van der Schoot en de nieuwe leden die sindsdien nog bijgekomen zijn.

(foto Mia Verbanck)

20

BISDOM BRUGGE

Danknamiddag 4 maart 2014Ondanks drukke sociale engagementen waren 122 kringverantwoordelijken aanwezig in Groenhove, Torhout, om er samen een fijne namiddag van te maken. Het tof programma verliep vlot. Voorzitster Maria Seurinck verwelkomde de leden heel hartelijk en sprak lovende dankwoorden voor onze secretaris Paula Thérie, Lucien Declerck en Carlos Ervinck, voor jarenlange erg verdienstelijke inzet, met bijval van groot applaus. E.H. Joris Weyts sprak verder een toonzettend gebed waardoor een instemmende diep-aandachtige luisterbereidheid intrad. Mgr. Jan Dumon, directeur Ferdinand Verbiest-Stichting, sprak over Evangelie en leven. Carlos Ervinck gidste ons met een voorbeeldige PowerPoint presentatie door het internetgebruik voor Adem-Tocht. Tot slot werd de vrije toom gevierd voor blij weerzien met veel uitwisseling in een gezellig samenzijn.Het thema Evangelie en leven lag de West-Vlaamse spreker en toehoorders nauw aan ‘t hart en werd helder, authentiek en heel gedreven enthousiast uiteengezet. De Bijbelse God leren we kennen als de liefdevolle dragende grond van ons hedendaags bestaan, persoonlijk en binnen

het samenkomen als kerk-geroepenen, en niet in ’t minst in de vergaderingen van Adem-Tocht. In gebed vinden we zijn spoor, beleven we intiem de grondrelatie. Zijn appèl om in liefde en gerechtigheid de aarde te bewonen is aanvankelijk de kern en bedoeling van zijn ontmoeting en gegeven-zijn. In die zin wil Jezus ons een aantal evangelische reflexen aanleren, training in dagelijkse “gedragstherapie”, levenskeuzen van christelijke attitudes om het geloof in God concreet te beleven en zo

“nieuwe” gelukkige mensen te worden. Als dagdagelijkse voorbeelden uit Jezus’ optreden zelf noemde hij de deugden gerechtigheid, barmhartigheid, dankbaarheid, broeder- en zusterschap, eenvoud, dankbaarheid, vreugde.Tenslotte zal het delen met anderen van onze kostbare parel aanstekelijk werken en zal ons geloofsleven vruchtbaar zijn vanuit deze dagelijkse basishouding en persoonlijk gekleurde manier van leven. Echte Adem-Tocht! (h.a.)

Vroegere kringen Sint-Pius X Kortrijk en Zwevegem Sint-Franciscus

We gedenken piëteitsvol priester Frans Vanderhelst die vorig jaar na een spijtig verkeersongeval is overleden.Voor zijn emeritaat gaf hij les aan het Sint-Aloysiuscollege in Menen, tot 1987 ook in het Sint-Niklaasinstituut en Ten Broele in Kortrijk. Verder was hij ook leraar aan de beroepsschool van de Onbevlekte Ontvangenis in Marke.Van 1984 tot 2012 was hij geestelijk raadgever van de kring Sint-Pius X Kortrijk, waarvan hij trouwens medestichter was. Daarbij begeleidde priester Vanderhelst als geestelijk raadgever de kring Sint-Franciscus

21

Zwevegem van 1990 tot 2003. In beide kringen was hij een goed onderlegd persoon om de thema’s te duiden.Hij leeft nu verder in de vrede van de Heer en in onze dankbare herinnering.

BISDOM GENT

Vormingsnamiddag 21 maart 2014Op onze vormingsnamiddag waren een 40-tal leden van de verschillende kringen aanwezig om te luisteren naar de boeiende uiteenzetting door diaken Fernand d’Heedene over Palliatieve zorg als heilzame weg voor terminaal zieken.In een eerste deel vergeleek de spreker de palliatieve gedachte en euthanasie.Bij palliatieve zorg kan een terminaal zieke, al dan niet samen met de familie, oordelen of de behandeling die hij krijgt nog zinvol is. De patiënt kan kiezen voor de zogenaamde comforttherapie, die eventueel kan vastgelegd worden in een negatieve wilsbeschikking. Bij zwaar terminale patiënten, die bijvoorbeeld ondraaglijke pijn lijden, gaat men soms over tot palliatieve sedatie, waarbij de patiënt in een coma wordt gebracht en langzaam inslaapt.Belangrijk bij palliatieve zorg is dat het over totaal zorg gaat. De patiënt wordt bijgestaan door een team van dokters, verpleegkundigen, psychologen, vrijwilligers, spirituele begeleiders, die alles in het werk stellen om voor de patiënt rust te brengen.Euthanasie daarentegen betekent een actieve levensbeëindiging door een ander persoon op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt, zonder inspraak van de familie.Fernand besloot dit theoretisch deel van zijn uiteenzetting met een quote: “Je laat mensen sterven of je doet mensen sterven.”In een tweede deel van zijn conferentie beschreef de spreker de werking van de palliatieve afdeling van de Volkskliniek, een afdeling van het AZ Sint-Lucas te Gent, waar hij als vrijwilliger actief is.In deze afdeling, met 12 kamers, wordt alles in het werk gesteld om voor de patiënten een huiselijke, rustige sfeer te creëren. Elke patiënt kan zijn kamer inrichten zoals hij wil, een familielid kan blijven slapen. Er zijn huisdieren (een hond, een papegaai, vissen). Er is een computerruimte, een badkamer met alle mogelijke accommodaties, een stille ruimte. En belangrijk… er wordt nog gekookt, zodat de zieke kan kiezen wat hij eet. Er wordt gefeest bij verjaardagen, met Kerst en Pasen. Voor de familie is er een bemoedigingmoment na het overlijden van de patiënt en jaarlijks, in november, een gedachtenisviering voor alle overledenen. “Je bent niet vergeten.”Fernand zet zich in voor deze zieken omdat ‘hij goed wil zijn voor de mensen’ en daarbij als gelovige inspiratie vond in de Bijbel.Namens alle tevreden aanwezigen, bedankt Fernand voor je inzet en je getuigenis.

BezinningsdagOp woensdag 4 juni heeft de bezinningsdag plaats in de Oude Abdij te Drongen. In de voormiddag zal onze bisschop mgr. Van Looy het thema De toekomst van de parochies in ons bisdom toelichten.Na het middagmaal brengt onze diocesaan geestelijk raadgever diaken Fernand Verheggen, een speciaal voor deze dag door hem geschreven eenakter Mijmeren met Spinoza. - ‘Ik geloof in God, maar mag ik dan nog nadenken?’Deze dag begint om 9.30 u. en eindigt, na de eucharistieviering, rond 16u30.

22

Wij nodigen al onze leden van harte uit op deze dag, maar ook geïnteresseerde niet-leden zijn hartelijk welkom. Verdere info bij de diocesaan voorzitster of op de website Adem-Tocht.

BISDOM HASSELT

Bezinningsdag23 april, een woensdag … : niet zo’n geschikte dag voor oma’s en opa’s die mee de zorg opnemen voor hun kleinkinderen, zo bleek uit het geringe aantal leden dat de weg vond naar het Pastoraal Centrum in Kiewit-Hasselt voor de bezinningsdag van ADEM-TOCHT Limburg.

De dag zelf was er niet minder goed om. Dat was in grote mate te danken aan pater Maurits Gilissen die even terugkeerde naar zijn roots om ons te laten zien hoe de tien geboden – geloofswoorden – niets van hun waarde hebben ingeboet voor de mens en de samenleving van 2014. Ook al komen ze minder uitdrukkelijk aan bod, ze blijven een onmisbaar fundament voor het leven van een christen en de christelijke gemeenschap, en, ruimer nog, voor alle mensen en heel de samenleving. Dat bleek ook uit de tussenkomsten van de toehoorders: zij onderstreepten hoe i.v.m. dienstbaarheid, zorg voor de schepping, vrede … een nieuwe gevoeligheid groeit, ook en vooral bij jongeren. Belangrijk is wel dat die tien klinkende woorden, zoals pater Maurits ze noemde, verbonden blijven met hun oorsprong ‘Ik ben Jahwe, uw God’.

Met de zon erbovenop en wat tijd voor ontmoeting en voor een bezoekje aan de winkel, de bibliotheek en de mooie omgeving van het Pastoraal Centrum werd het een dag die de aanwezigen sterk aansprak, met dank vooral aan pater Maurits Gilissen die erin slaagde een thema dat naar het museum verwezen leek, op te frissen en midden in het leven te plaatsen van mensen van vandaag.

Onze dierbare overledenen

Brugge De Wijngaard: de heer Robert Vanden Bilcke, weduwnaar van mevrouw Marcelle Vanmalder • Bellegem: de heer Roger Van de Maele (eerste kringvoorzitter), weduwnaar van mevrouw Marieke Fabry • De Panne: mevrouw Elisabeth Crudenaire • Deurne-Antwerpen: mevrouw Marieke Schops, gewezen oprichtster en voorzitster van kring Deurne Sint-Paulus (opgeheven in 2002), weduwe van de heer Gustaaf De Smet • Gentbrugge Sint-Antonius: mevrouw Laurette De Smet-Vervaet • Hasselt: de heer Jan Rigtering, echtgenoot van mevrouw Anneke van der Schalk • Ieper 1: mevrouw Irène Buysse • Marke: mevrouw Lieve Verhulst, weduwe van de heer André Van Hauwaert

23

THEMA’S VOOR HET WERKJAAR 2014-2015

SEPTEMBER 2014De nieuwe parochie

OKTOBER 2014Het boek Tobit

NOVEMBER 2014Vredesproblematiek in het jaar van de herdenking van W.O. I

DECEMBER 2014Heiligheid in het dagelijkse leven

JANUARI 2015Broeder Roger Schütz en de Taizé-gemeenschap

FEBRUARI 2015Veelkleurig geloven

MAART 2015De sociale leer van de Kerk en laatste encycliek van paus Franciscus

APRIL 2015Leven als “paasmensen”

MEI 2015Ethiek rond waardig levenseinde

JUNI 2015Eucharistie vieren

INHOUD

Edito, Eric Bruneel‘THEMA VOOR JUNI:

‘Christenen en moslims: zusters en broeders’,Saatci Bayram, Rik Hoet, Mouloud Kalaai, Bahattin Koçak, Rachid Moumn,

Sadan Yilmaz, Bert Cleymans‘Traditionele woorden om God aan te roepen’,

Roemi (Perzische mysticus)‘De kracht van het beeld reikt verder dan een print’

Het religieuze beeld in Jawlensky’s kunst,Mark Delrue

Nieuws uit de bewegingOnze dierbare overledenen

Thema’s voor het werkjaar 2014-2015‘De rijpe linde’, Bart Mesotten

24

De rijpe linde,geel gestippeld, vol bloesem: –vaten lindethee

Bart Mesotten

Stoerder dan een huisde bloeiende lindeboom, –maar lieflijk geurend.

Bart Mesotten

(foto Mia Verbanck)