adhd en de snelheid van informatieverwerking

25
Bachelorscriptie Klinische Neuropsychologie Universiteit van Amsterdam ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking: Het Verband Tussen de Aanwezigheid van ADHD-Symptomen en Verwerkingssnelheid in een Subklinische Populatie Hanna F. Heyer Student nummer: 10307214 Begeleiders: Drs. N.R. de Vent I. Z. Groot Mei 2016

Upload: others

Post on 02-Aug-2022

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

Bachelorscriptie Klinische Neuropsychologie

Universiteit van Amsterdam

ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking:

Het Verband Tussen de Aanwezigheid van ADHD-Symptomen en

Verwerkingssnelheid in een Subklinische Populatie

Hanna F. Heyer

Student nummer: 10307214

Begeleiders:

Drs. N.R. de Vent

I. Z. Groot

Mei 2016

Page 2: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

2

Inhoudsopgave

Abstract 3

Inleiding 3

ADHD en bijbehorende problemen 3

De relatie tussen ADHD, executief functioneren en verwerkingssnelheid 4

Verschillen tussen ADHD symptomen en ADHD als continuüm 6

Methode 8

Deelnemers 8

Materialen 9

Procedure 11

Analyse 12

Resultaten 13

Het verband tussen verwerkingssnelheid en ADHD-symptomen 14

Het verband tussen de speed accuracy trade-off en ADHD symptomen 15

Het verschil in verband tussen verwerkingssnelheid en de subtypes hyperactiviteit en

afleidbaarheid 16

Discussie 17

Literatuurlijst 21

Page 3: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

3

Abstract

ADHD-problematiek gaat vaak samen met executieve functieverstoringen, het is denkbaar dat

ADHD-problematiek via een vertraagde verwerkingssnelheid met deze verstoringen in

verband staat. In deze studie wordt gekeken naar het verband tussen ADHD-symptomatologie

en verwerkingssnelheid en in een subklinische populatie. Daarnaast is ook gekeken naar het

verband tussen ADHD-symptomen en nauwkeurigheid. Ook is er gekeken naar een

onderverdeling van ADHD-symptomen in twee symptoomclusters; aandachttekort en

hyperactiviteit/impulsiviteit. Een neuropsychologisch onderzoek is afgenomen bij 175

deelnemers. Uit de resultaten is gebleken dat er geen verbanden zijn gevonden tussen ADHD

symptomatologie en verwerkingssnelheid. Ook met betrekking tot de nauwkeurigheid en met

betrekking tot ADHD-symptomen opgesplitst in symptoomclusters kwam uit de resultaten

geen verband naar voren. Voorlopig kan men hieruit concluderen dat er geen verband is

tussen ADHD-symptomtologie en verwerkingssnelheid in een subklinische populatie.

ADHD en bijbehorende problemen

Attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) is een ontwikkelingsstoornis die wordt

gekenmerkt door drie hoofdsymptomen: impulsiviteit, aandachttekort en hyperactiviteit

(Castellanos, Sonuga-Barke, Milham, & Tannock, 2006). Bij mensen met ADHD worden, in

vergelijking met non-hyperactive mensen, verhoogde levels van antisociaal gedrag, meer

middelen misbruik, slechtere schoolprestaties en relatieproblemen gerapporteerd (Knouse,

Mitchell, Brown, Silvia, Kane, Myin-Germeys & Kwapil, 2007). Daarnaast hebben mensen

met ADHD moeite met het aanpassen van hun gedrag aan sociale -en omgevingsfactoren. De

problematische gedragingen bestaan bijvoorbeeld uit snel afgeleid zijn of niet wachten tot

iemand uitgepraat is (Mulder et. al, 2010). Deze gedragingen hebben impact op zowel de

Page 4: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

4

persoon met ADHD zelf als zijn of haar omgeving. Naast sociale problemen scoren mensen

met klinisch gediagnosticeerde ADHD ook op veel academische -en werk gerelateerde

vlakken slechter dan mensen zonder ADHD (Biederman, Petty, Fried, Fontanella, Doyle,

Seidman & Faraone, 2006). Mogelijk hebben deze problemen in het dagelijks functioneren

een verband met cognitief functioneren (Barkley & Murphy, 2010).

De relatie tussen ADHD, executief functioneren en verwerkingssnelheid

Executieve functies zijn een belangrijk onderdeel van het cognitief functioneren. Onder

executieve functies worden namelijk de hogere mentale processen verstaan die onze

gedachtegang, actie en emotie aansturen (Biederman et. al., 2006). Zonder deze functies is

goed georganiseerd en doelgericht gedrag niet mogelijk. In het dagelijks gedrag zijn

executieve functieverstoringen bijvoorbeeld terug te zien bij planning, probleem-

oplossingsgerichtheid en flexibiliteit.

Uit eerder onderzoek is al gebleken dat veel mensen met ADHD executieve

functieverstoringen hebben (Biederman et. al., 2006; Jiménez, Ballabriga, Arrufat, & Giacobo,

2015; Toplak, Bucciarelli, Jain, & Tannock, 2008). Daarnaast is gebleken dat veel mensen met

executieve functieverstoringen een vertraagde verwerkingssnelheid hebben (Jiménez,

Balabriga, Martin, Arrufat en Giacobo (2015). Verwerkingssnelheid is de snelheid waarmee

cognitieve processen plaatsvinden, het gaat hierbij om processen die een belangrijke rol spelen

bij allerlei dagelijkse functies, zoals het lezen van een krant of het zoeken van je sleutels (Ball

et. al., 2007).

Het is denkbaar dat het verband tussen de gedragsmatige problematiek die bij ADHD

komt kijken en de executieve functieverstoringen verklaard kan worden door

verwerkingssnelheid. Uit verschillende longitudinale studies is al gebleken dat

verwerkingssnelheid voor een significant groot deel executieve functieafwijkingen verklaart

Page 5: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

5

(Finkel, Mintzer, Dysken, Krishnan, Burt & McRae, 2004; Lemke & Zimprich, 2005 beide

aangehaald in Ball, Edwards & Ross, 2007). Daarbij is gebleken dat training, en dus

verbetering, van verwerkingssnelheid een verbeterd executief functioneren tot gevolg heeft

(Ball et. al., 2007). Uit deze studie kwam eveneens naar voren dat de effecten van een snellere

verwerkingssnelheid een positieve impact hebben op het gedragsmatig functioneren van de

deelnemers in het dagelijks leven.

Een mogelijk verband tussen de mate van ADHD-symptomatologie en een vertraagde

verwerkingssnelheid zou te maken kunnen hebben met de verhouding tussen snelheid en

accuraatheid, verder in deze studie wordt dit nauwkeurigheid genoemd. Deze nauwkeurigheid

wordt gedefinieerd door de mate waarin iemand snelheid inlevert voor accuraatheid: de speed

accuracy trade-off (Mulder et. al., 2010; Wylie, Van Den Wildenberg, Ridderinkhof, Bashore,

Powell, Manning, & Wooten, 2009). Deze relatie is echter niet bij iedereen gelijk. Hoe hoger

de speed accuracy trade-off hoe minder nauwkeurig iemand is. Speed-accuracy errors, fouten

in accuraatheid door snelheid, komen sneller voor wanneer er meer ruis is in de aangeboden

informatie. Ruis ontstaat in de vorm van aandachts –of concentratieverlies. Errors komen dus

sneller voor wanneer er meer afleiding aanwezig is en er hierdoor meer tijd nodig is om een

correcte beslissing te maken. Men zou kunnen stellen dat er bij mensen met ADHD mogelijk

altijd sprake is van meer ruis in de aangeboden informatie, omdat mensen met ADHD juist

problemen hebben met aandacht, concentratie en verwerkingssnelheid. Juist omdat de

verwerkingssnelheid trager is, zou iemand met ADHD baat hebben bij een hogere mate van

aandacht en concentratie. Echter zit daar nu precies de symptomatologie, om deze reden

zouden er bij mensen met ADHD meer speed accuracy errors optreden en zou er dus sprake

zijn van een verminderde nauwkeurigheid (Mulder et.al.,2010). Op deze manier zorgen

ADHD-symptomen voor een vertraagde verwerkingssnelheid en zoals net besproken heeft een

vertraagde verwerkingssnelheid een invloed op het executief functioneren.

Page 6: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

6

Verschillen tussen ADHD symptomen en ADHD als continuüm

Zoals al eerder genoemd is ADHD een ontwikkelingsstoornis, dit houdt in dat de

stoornis zich manifesteert in de kindertijd. Maar daarnaast is er ook sprake van een

symptomatische continuïteit gedurende de adolescentie en de volwassenheid (Biederman et.

al. 2006). Enigszins in strijd met deze symptomatische continuïteit is de bevinding dat veel

volwassenen niet meer aan de klinische diagnose van ADHD voldoen, terwijl ze in de

kindertijd wel aan deze diagnose voldeden (Wilens, Biederman, Faraone, Martelon,

Westerberg & Spencer, 2009). Deze tegenstrijdigheid is opmerkelijk, maar niet geheel

onverklaarbaar. Mogelijk zijn de drie hoofdsymptomen van ADHD (impulsiviteit,

aandachttekort en hyperactiviteit) namelijk niet onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar

gaat het meer om de aanwezigheid van één of een specifieke combinatie van de symptomen

(Jiménez et.al., 2015). In de volwassenheid zal het symptoom aandachttekort in grotere mate

aanwezig zijn, al dan niet in combinatie met hyperactiviteit en impulsiviteit (Karalunas,

Huang-Pollock, & Nigg, 2012; Wilens et.al. 2009). Dit ondersteunt de symptomatische

continuïteit, maar ook de bevinding dat iemand in de volwassenheid niet meer aan de

diagnose voor ADHD voldoet. Wanneer er namelijk slechts sprake is van het symptoom

aandachttekort kan iemand hier zeker nog problemen door ondervinden, maar niet meer

voldoen aan de volledige diagnostische criteria. Het is denkbaar dat de diagnostische criteria

voornamelijk gericht zijn op de ADHD-symptomatologie in de kindertijd, dat wil zeggen

vooral op symptomen van hyperactiviteit/impulsiviteit. Dit is goed mogelijk, aangezien

ADHD meestal vastgesteld wordt in de kindertijd. Dit kan ervoor zorgen dat iemand in de

volwassenheid, met een hogere mate van aandachttekort in plaats van

hyperactiviteit/impulsiviteit, niet meer aan de diagnose van ADHD voldoet.

Hieruit volgt ook het volgende punt: bij de diagnosestelling van ADHD wordt deze

Page 7: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

7

stoornis als een discrete variabele behandeld, maar misschien is ADHD geen discrete

variabele maar ligt de symptomatologie meer op een continuüm. Dit houdt in dat wanneer

iemand qua symptomen nog onder het cut-off point voor diagnose scoort er nog steeds wel

sprake kan zijn van symptomen en dus ook de bijbehorende problematiek (Mohamed, Börger,

Geuze & Meere, 2015).

Deze twee punten samen, verschil in aanwezigheid van soort symptoom en ADHD

symptomatologie als een continuüm maken dat het relevant is om te kijken naar ADHD

symptomatologie in een subklinische populatie. Er is al genoemd dat juist mensen met een

hoge mate van aanwezigheid van het symptoom aandachttekort geassocieerd worden met een

langzamere verwerkingssnelheid (Jiménez et.al., 2015). Daarnaast is ook gebleken dat in de

volwassenheid meestal juist het symptoom aandachttekort in de grootste mate aanwezig is,

maar ook dat veel volwassenen niet meer aan de diagnostische criteria voor ADHD voldoen.

Uit deze thema's komt de vraag naar voren in hoeverre er een verband is tussen de mate

van aanwezige ADHD-symptomen en verwerkingssnelheid en of hier verschil in zit per

symptoom. De veronderstelling hierbij is dat mensen die een hoge mate van ADHD-

symptomatologie rapporteren een relatief langzame verwerkingssnelheid laten zien. Hierbij

wordt verwacht dat wanneer er een hoge mate van ADHD-symptomen aanwezig is, deze

vooral binnen het cluster aandachttekort valt. Dit omdat de onderzochte populatie een

populatie van volwassenen is. Daarnaast wordt eveneens verwacht dat juist de mensen met

een grote mate van aanwezigheid van het symptoom aandachttekort ook in grotere mate een

verstoorde verwerkingssnelheid laten zien. Ook met betrekking tot de nauwkeurigheid wordt

verwacht dat mensen die een hoge mate van ADHD-symptomatologie hebben een lagere

nauwkeurigheid laten zien.

Page 8: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

8

Methode

Deelnemers

Aan dit onderzoek deden 175 mensen mee. Deze deelnemers zijn geworven in de

kringen van de onderzoekers zelf en via de Universiteit van Amsterdam. De leeftijd van de

deelnemers lag tussen de 18 en 84 met een gemiddelde van 31,8. In Tabel 1 staat een

overzicht van het aantal mannen en vrouwen met gemiddelde leeftijden en opleidingsniveaus.

Deelnemers werden uitgesloten wanneer aangeven werd dat er sprake was van een ziekte in

het centraal zenuwstelsel. Indien de deelnemer student aan de Universiteit van Amsterdam

was ontving deze twee proefpersoon punten voor zijn deelname aan het onderzoek1.

Tabel 1

Het Aantal Mannen en Vrouwen (N) met Gemiddelden (M) Leeftijden en Opleiding met

Standaardafwijkingen (SE) tussen Haakjes

Materialen

Verwerkingssnelheid is gemeten door een combinatie van de D2 test, de subtest

symboolsubstitutie van de Wechsler Adult Intelligence Scale IV (WAIS IV) en de trail making

test (TMT). ADHD-symptomatologie is gemeten door middel van het Diagnostisch Interview

voor ADHD bij Volwassenen (DIVA). Deze tests waren onderdeel van een grotere

testbatterij.

1 Participatiepunten die studenten van de Universiteit van Amsterdam dienen te halen door deel te nemen aan onderzoek

N M Leeftijd (SE) Opleiding (SE)

Man 69 31,83 (18,77) 5,85 (0,50)

Vrouw

Totaal

106

175

32,58 (18,68)

32,38 (18,68)

5,67 (0,88)

5,67 (0,88)

Page 9: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

9

D2 test. De D2 Test meet naast verwerkingssnelheid ook selectieve aandacht. De test

bestaat uit 14 regels, waarbij elke regel 47 items bevat. De test items bestaan uit de letters d en

p waarbij één tot vier strepen staan. De deelnemer wordt gevraagd alleen de letters d aan te

strepen waar precies twee strepen bij staan. Per regel krijgt de deelnemer 20 seconden, hierbij

wordt de deelnemer verzocht zo snel mogelijk te werken, maar ook om zo min mogelijk

fouten te maken. De betrouwbaarheid en validiteit van alle maten van de D2 zijn goed

gebleken, met een hoge interne consistentie, Cronbach’s Alpha, 0,98 (Wassenberg,

Hendriksen, Hurks, Feron, Keulers, Vles, & Jolles, 2008). In dit onderzoek is gekeken naar

twee verschillende uitkomstmaten van de D2. Als maat voor verwerkingssnelheid is de

concentratieprestatie berekend. Ter berekening hiervan is het totaal aantal fouten afgetrokken

van het totaal aantal verwerkte items. De maximale score op deze uitkomstmaat van de D2 is

658, hetgeen overeenkomt met een extreem hoge verwerkingssnelheid. Als maat voor de

nauwkeurigheid is de speed accuracy trade off score berekend. Hiervoor is het totale aantal

fouten vermenigvuldigd met 100 en vervolgens gedeeld door het totaal aantal verwerkte

items. Hierbij komt een hoge speed accuracy trade off score overeen met lage

nauwkeurigheid.

Symboolsubstitutie. De subtest symboolsubstitutie van de WAIS meet naast

verwerkingssnelheid ook fijne motoriek en kortetermijngeheugen (Carlozzi, Tulsky,

Chiaravalloti, Beaumont, Weintraub, Conway, & Gershon, 2014). Bij deze test staat een

sleutel afgebeeld van de cijfers één t/m negen met bijbehorende symbolen. Na een oefenstuk

bestaat de test uit acht regels, waarbij iedere regel 16 items bevat. De testitems bestaan uit de

cijfers één t/m negen in random volgorde, onder deze cijfers staan lege hokjes. De deelnemer

krijgt 120 seconden de tijd om de bijbehorende symbolen bij de cijfers te tekenen. Hierbij

mogen er geen cijfers worden overgeslagen en wordt de deelnemer gevraagd zo snel mogelijk

en zo nauwkeurig mogelijk te werken. De betrouwbaarheid en validiteit van de subtest

Comment [P1]: speed-accuracy trade-off

Comment [P2]: speed-accuracy trade-off

Page 10: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

10

symboolsubstitutie zijn goed bevonden, Cronbach’s Alpha, 0,90 (Kreiner & Ryan, 2001). De

uitkomstmaat die gebruikt is voor verwerkingssnelheid in dit onderzoek is gevormd uit het

aantal verwerkte items min het aantal gemaakte fouten. Hierbij komt een hoge score overeen

met een hoge verwerkingssnelheid en een lage score met een trage verwerkingssnelheid.

TMT. De TMT is voornamelijk een maat voor executief functioneren (Sanchez-Cubillo,

Perianez, Adrover-Roig, Rodriguez-Sanchez, Rios-Lago, Tirapu, & Barcelo, 2009).

Aangezien gesuggereerd wordt dat verwerkingssnelheid een voorwaarde is voor executief

functioneren, wordt ook de TMT meegenomen in dit onderzoek. De TMT bestaat uit twee

delen, de TMT-A en de TMT-B. Bij de TMT-A dient de deelnemer de cijfers 1 t/m 25 in

oplopende volgorde met elkaar te verbinden, deze staan random verdeeld over het blad. Bij de

TMT-B is het wederom de bedoeling om de cijfers in oplopende volgorde met elkaar te

verbinden, echter nu afgewisseld met letters (1-A-2-B-3-C...). Zowel de TMT-A als de TMT-

B bestaat uit 25 items. Als uitkomstmaat van verwerkingssnelheid wordt de totale tijdsscore

gebruikt. Het is gebleken dat de betrouwbaarheid en validiteit van de TMT goed zijn. Een

lage totale score is hierbij een weergave van goed executief functioneren (Sanchez-Cubillo, et.

al., 2009).

DIVA. Mate van ADHD-symptomatologie is gemeten met behulp van de DIVA. De

DIVA bestaat uit 18 stellingen. Hierbij hebben de eerste negen stellingen betrekking op

symptomen van aandachttekort en de tweede negen stellingen op symptomen van

hyperactiviteit/impulsiviteit. Normaliter wordt de DIVA in de vorm van een diagnostisch

interview afgenomen en wordt ook gevraagd naar de aanwezigheid van de symptomen in de

kindertijd. Aangezien het in dit onderzoek het niet de doelstelling was om een diagnose te

stellen en een volledig diagnostisch interview te veel tijd in beslag zou nemen is de afname

procedure van de DIVA aangepast. De negen stellingen zijn in de vorm van een interview één

voor één aan de deelnemer voorgelegd, waarbij gevraagd werd de voorgelegde stelling te

Page 11: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

11

scoren op een schaal van 1 tot 6. Hierbij stond 1 gelijk aan nooit, 2 aan zelden, 3 aan soms, 4

aan regelmatig, 5 aan vaak en 6 aan altijd. Voorbeeldstellingen zijn: "Heeft u moeite met het

organiseren van taken en activiteiten?", "Beweegt u vaak onrustig met uw handen of voeten,

of draait u in uw stoel?". Omdat de afname procedure van de DIVA is aangepast voor het doel

van het onderzoek zijn er geen gegevens over de betrouwbaarheid en validiteit bekend. Er zijn

drie verschillende uitkomstmaten van de DIVA gebruikt in dit onderzoek. De totale score van

alle stellingen is gebruikt als maat voor de mate van ADHD-symptomatologie in zijn geheel.

De totale score op de eerste negen stellingen is gebruikt voor de mate van aanwezigheid van

het symptoom aandachttekort. En de totale score op de tweede negen stellingen is gebruikt als

maat voor de mate van aanwezigheid van het de symptomen hyperactiviteit/impulsiviteit. Bij

alle drie de uitkomstmaten komt een hoge score overeen met een hoge mate en een lage score

met een lage mate van aanwezigheid van ADHD-symptomatologie.

Procedure

Iedere participatie aan het onderzoek vond tussen een onderzoeker en een individuele

deelnemer plaats. Voor het testen begon werd een informed consent getekend door de

deelnemer. Het onderzoek bestond uit een testbatterij van in totaal 12 onderdelen, waarvan

vier vragenlijsten en acht test. De duur van het onderzoek bedroeg ongeveer twee uur.

Halverwege het testen werd een korte pauze gehouden van ongeveer tien minuten waarna het

onderzoek weer verder ging. Aan het einde van het onderzoek werden de deelnemers bedankt

voor hun deelname en indien gewenst ingelicht over het doel van het onderzoek.

Analyses

Het statistische programma SPSS 22 is gebruikt voor alle analyses. Voordat de analyses

zijn uitgevoerd, is de data gecontroleerd op uitbijters. Hiervoor is gekeken naar de

Page 12: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

12

gecorrigeerde uitbijters van de variabelen. Dit is gedaan door de gestandaardiseerde residuals

te berekenen, deze zijn gecorrigeerd voor het effect van leeftijd, sekse en opleiding. De scores

waarvan de residuals meer dan 3,5 standaarddeviatie afweken van het gemiddelde zijn

verwijderd.

Na verwijdering van de outliers is er bij iedere analyse een check gedaan op de

assumpties van lineariteit, normaliteit, homoscedasticiteit en onafhankelijkheid van de errors

met behulp van PP-plots en de Durbin-Watson test. Wanneer de Durbin-Watson niet meer dan

0,8 van 2 afweekt was de assumptie van onafhankelijkheid van de errors niet geschonden. Met

betrekking tot de overige assumpties was het van belang dat het model in het PP-plot niet te

veel afweek van de normaalverdeling.

De score van de TMT is gespiegeld door 1-TMTscore toe te passen, dit zodat ook bij de

TMT een hoge score gelijk staat aan een snelle verwerkingssnelheid. Vervolgens zijn de

scores van de van de D2, symboolsubstitutie en TMT ter standaardisering omgescoord tot Z-

scores. Deze Z-scores zijn bij elkaar opgeteld, deze score is gebruikt als indexscore van

verwerkingssnelheid.

Om naar het verband tussen verwerkingssnelheid en ADHD-symptomatologie te kijken

is gebruik gemaakt van een multiple regressieanalyse. Hierbij is gekeken of ADHD-

symptomatologie (onafhankelijke variabele) een significante voorspeller is voor

verwerkingssnelheid (afhankelijke variabele). De covariaten leeftijd, sekse en opleiding zijn

bekeken in een apart model. Dit omdat verwacht werd dat deze covariaten, en hierbij

voornamelijk leeftijd, een significant effect zullen hebben op het verband (Baudouin, Clarys,

Vanneste, & Isingrini, 2009). Vervolgens is in een apart model de ADHD-symptomatologie

toegevoegd. Deze twee modellen zijn vergeleken om naar de toegevoegde voorspellende

waarde van ADHD-symptomatologie op verwerkingssnelheid te kijken.

Om naar het verband tussen nauwkeurigheid en ADHD-symptomatologie te kijken is

Page 13: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

13

gebruik gemaakt van een multiple regressieanalyse. Hierbij is gekeken of ADHD-

symptomatologie (onafhankelijke variabele) een significante voorspeller is voor

nauwkeurigheid (afhankelijke variabele). De covariaten leeftijd, sekse en opleiding zijn

bekeken in een apart model. Vervolgens is in een apart model de ADHD-symptomatologie

toegevoegd. Deze twee modellen zijn mer elkaar vergeleken om naar de toegevoegde

voorspellende waarde van ADHD-symptomatologie op nauwkeurigheid te kijken.

Om te kijken of de symptoomclusters aandachttekort versus hyperactiviteit/impulsiviteit

verschillen in hun verband met verwerkingssnelheid zijn twee multiple regressieanalyses met

elkaar vergeleken. Hierbij is gekeken of symptomen van aandachttekort (onafhankelijke

variabele) een significante voorspeller is voor verwerkingssnelheid (afhankelijke variabele),

hierbij is gecontroleerd voor de covariaten leeftijd, sekse en opleiding. Daarnaast is gekeken

of symptomen van hyperactiviteit/impulsiviteit (onafhankelijke variabele) een significante

voorspeller is voor verwerkingssnelheid (afhankelijke variabele), wederom is hierbij

gecontroleerd voor de covariaten leeftijd, sekse en opleiding. Deze twee modellen zijn met

elkaar vergeleken om naar het verschil in verband met verwerkingssnelheid te kijken.

Aangezien er drie regressieanalyses op één dataset gedaan worden zal een Bonferroni-

correctie op significante p-waardes worden toegepast, dit om de kans op een type-II fout te

verkleinen.

Resultaten

Alle 175 deelnemers hebben het gehele onderzoek voltooid. Geen van de deelnemers

gaf aan een ziekte van het centraal zenuwstelsel te hebben, echter bij zeven deelnemers was

een aantal testscores niet bruikbaar in verband met extreem afleidende omgevingsfactoren.

Daarnaast zijn er bij de scores van de TMT twee uitbijters verwijderd. Bij de

nauwkeurigheidsscores op de D2 is één uitbijter verwijderd en ook bij de scores van de

Page 14: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

14

concentratiepresentatie op de D2 is één uitbijter verwijderd. De hierna gevormde indexscore,

de overige nauwkeurigheidsscores van de D2 en de scores van de DIVA zijn meegenomen in

de verdere data-analyse. In Tabel 2 staat een overzicht van de gebruikte data na verwijdering

van de uitbijters.

Tabel 2

Beschrijvende Statistieken (N, Minimum, Maximum, Gemiddelde M) en Standaardafwijking

(SE tussen haakjes) van de Index Score voor Verwerkingssnelheid, de DIVA Totaalscores,

Aandachttekortscores, Hyperactiviteit/Impulsiviteitscores en de nauwkeurigheidsscores na de

verwijdering van uitbijters

Het verband tussen ADHD-symptomen en verwerkingssnelheid

Bij deze multiple regressieanalyse is aan de assumpties van lineariteit, normaliteit,

homoscedasticiteit en onafhankelijkheid van de errors (Durbin-Watson, 1,3) voldaan. Zowel

het model met de covariaten als het model met toegevoegde ADHD-symptomen is significant,

respectievelijk F (3, 169) = 68,41, p < 0,001 en F (4, 168) = 51,03, p < 0,001. Beide

regressiemodellen zijn bruikbaar om de verwerkingssnelheid van mensen te voorspellen, de

kracht van de voorspelling in beide modellen is 54 procent (R2 = 0,54). Het model wordt

echter niet beter of slechter na toevoeging van ADHD-symptomen maar blijft gelijk. Wanneer

gekeken wordt naar de voorspellende waarde van ADHD-symptomatologie gecontroleerd

N Minimum Maximum M (SE)

Index 173 -5,25 3,60 0,04 (2,39)

Diva Totaal 175 5 61 28,62 (11,04)

Aandachttekort 175 0 38 14,17 (6,57)

Hyperactiviteit/Impulsiviteit 175 1 30 14,46 (6,10)

Nauwkeurigheid 174 -21,30 -0,17 -3,82 (3,81)

Page 15: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

15

voor de covariaten is het opvallend is dat juist alleen leeftijd, b* = -0,35, t= -4,81, p < 0, 001,

95% CI [-0,10; 0,04], een sterk significant verband heeft met verwerkingssnelheid. Sekse, b*

= 0,02, t= 0,23, p = 0, 82, 95% CI [-0,96; 1,21], opleiding, b* = 0,13, t= 1,71, p = 0, 09, 95%

CI [-0,10; 1,36] en DIVA totaal b* = -0,03, t= 0,33, p = 0, 74, 95% CI [-0,04; 0,056] hebben

geen significant verband met verwerkingssnelheid. Per leeftijdsjaar neemt de geschatte

verwerkingssnelheid met 0,07 af, hierbij wordt ervan uitgegaan dat de overige onafhankelijke

variabelen constant worden gehouden. De effectgrootte van het model is zeer groot, effect size

statistic = 1,10, hetgeen inhoudt dat er een grote mate van samenhang is tussen

verwerkingssnelheid en leeftijd, sekse, opleiding en ADHD-symptomatologie.

Het verband tussen ADHD symptomen en nauwkeurigheid

Bij deze regressieanalyse zijn wederom de assumpties van lineariteit, normaliteit,

homoscedasticiteit en onafhankelijkheid van de errors getest met behulp van plots. Echter

bleek uit het P-P plot dat de verdeling afwijkt van een normaalverdeling. Hiermee moet

rekening gehouden worden bij de interpretatie van de resultaten. Zowel het regressiemodel

met de covariaten als het regressiemodel waarbij nauwkeurigheid is toegevoegd zijn niet

significant, respectievelijk F (3,171) = 0,27, p = 0,85; F (1,169) = 0,11, p = 0,74. Deze

regressiemodellen zijn niet bruikbaar om verwerkingssnelheid mee te voorspellen. Daarnaast

voegt nauwkeurigheid nauwelijks iets toe aan de voorspellende waarde van het

regressiemodel. Dit blijkt ook uit de zeer zwakke voorspellende waarde van 7% (R2 = 0,07).

De effectgrootte van het model is zwak, effect size statistic =0,08, hetgeen inhoudt dat er een

zeer zwakke mate van samenhang is tussen nauwkeurigheid en ADHD-symptomatologie.

Deze resultaten suggereren dat er geen verband is tussen de nauwkeurigheid en demografische

gegevens en eveneens dat er geen verband is tussen ADHD symptomatologie en

nauwkeurigheid.

Page 16: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

16

Het verschil in verband tussen verwerkingssnelheid en de subtypes hyperactiviteit en

afleidbaarheid

Bij deze regressieanalyses is aan de assumpties van lineariteit, normaliteit,

homoscedasticiteit en onafhankelijkheid van de errors voldaan. Allebei de regressiemodellen

zijn significant; model aandachttekort, F (4, 168) = 51,14, p < 0,001 en model

hyperactiviteit/impulsiviteit, F (5, 166) = 17,70, p < 0,001. De regressiemodellen zijn

bruikbaar om verwerkingssnelheid mee te voorspellen, de sterkte van deze voorspelling is

matig sterk (respectievelijk, R2 = 0,35;0,35). De verbanden van de verschillende variabelen

zijn weergegeven in Tabel 1. Hierbij zitten er weinig tot geen verschillen in de sterkte van de

verbanden tussen de modellen aandacht en hyper.

Om naar de mate van samenhang tussen verwerkingssnelheid en beide subtypes te

kijken is de effectgrootte berekend. Deze effectgroottes van de modellen zijn gelijk, effect size

statistic = 0,54, hetgeen inhoudt dat er een middelgrote mate van samenhang is tussen

verwerkingssnelheid en leeftijd, sekse, opleiding en ADHD-symptomatologie mits deze

opgesplitst is in twee symptoomclusters. In Tabel 2 staat een overzicht van de effectgroottes

en de kracht van de voorspelling weergegeven per model. Echter wordt deze effectgrootte niet

bepaald door de invloed van symptomen van aandachttekort dan wel hyperactiviteit. Slechts

leeftijd, b* = -0,04, t= -8,10, p < 0, 001, 95% CI [-0,05; -0,03], heeft in beide modellen een

significante invloed op verwerkingssnelheid.

Aangezien de resultaten ook zonder Bonferroni-correctie weinig significante samenhang

laren zien, zorgt dit ervoor dat de relevantie van deze correctie vervalt.

Tabel 3

Kracht van de voorspelling in R2, effectgroottes en sterkte van het effect weergegeven per

Page 17: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

17

model:, Leeftijd, sekse, opleiding (LSO) * Verwerkingssnelheid (VS) / ADHD

*Verwerkingssnelheid / ADHD * Nauwkeurigheid / Aandachttekort *Verwerkingssnelheid en

Hyperactiviteit * Verwerkingssnelheid

Discussie

In deze studie werd het verband tussen ADHD-symptomatologie en

verwerkingssnelheid onderzocht. Hierbij werd geen verband gevonden tussen ADHD-

symptomatologie en verwerkingssnelheid, slechts leeftijd bleek een verband te vertonen met

verwerkingssnelheid. Dit is niet in lijn met de verwachting die vooraf gesteld was. Daarnaast

is ook gekeken naar het verband tussen ADHD-symptomatologie en nauwkeurigheid. Ook dit

verband werd niet gevonden, hetgeen eveneens niet conform de verwachting is. Tot slot is

gekeken naar een verschil in verband wanneer er een onderscheid in ADHD-symptomatologie

werd gemaakt bestaande uit hyperactiviteit en aandachttekort. Hieruit bleek dat er geen

onderscheid in mate van verband is tussen de twee subtypes hyperactiviteit versus

aandachttekort en verwerkingssnelheid. Ook deze bevinding is niet in lijn met de verwachting

die vooraf gesteld was.

In de inleiding zijn verschillende theorieën besproken over het verband tussen

verwerkingssnelheid en ADHD-symptomatologie. Hierin is beargumenteerd dat

verwerkingssnelheid een mogelijke verklaring zou kunnen zijn voor het verband tussen

R2 Effectgrootte Sterkte v/h verband

LSO * VS 0,74 1,10 Zeer groot

LSO + ADHD symptomen * VS 0,74 1,10 Zeer groot

LSO + ADHD symptomen * Nauwkeurigheid 0,07 0,08 Zwak

Aandachttekort * VS 0,35 0,54 Middelgroot

Hyper/Impuls * VS 0,35 0,54 Middelgroot

Page 18: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

18

ADHD-symptomatologie en executieve functieverstoringen. Dit doordat ADHD-symptomen

de verwerkingssnelheid vertragen en een vertraagde verwerkingssnelheid tot executieve

functieproblemen kan leiden. Uit eerder onderzoek is al gebleken dat er een verband is tussen

ADHD-symptomatologie en executief functioneren (Biederman et. al., 2006; Jiménez et. al.,

2015; Toplak, et al., 2008). Daarnaast is ook al een verband aangetoond tussen executief

functioneren en verwerkingssnelheid (Finkel et.al,2004; Lemke & Zimprich, 2005 beide

aangehaald in Ball et.al., 2007). Een doel van deze studie was om te kijken of dit verband ook

aanwezig was tussen verwerkingssnelheid en ADHD-symptomatologie. Dit zou een

ondersteuning kunnen zijn voor verwerkingssnelheid als gezamenlijke factor. Echter is in de

resultaten van deze studie geen ondersteuning te vinden voor deze theorie. Dit betekent niet

meteen een uitsluiting van verwerkingssnelheid als verklaring voor verminderd executief

functioneren. Bij bestudering van de data is namelijk weinig spreiding gevonden op ADHD-

symptomatologie, standaarddeviatie 11 (max score 90). Dit houdt in dat er niet veel verschil

is gevonden in mate van ADHD-symptomatologie bij de deelnemers. Dit kan een verklaring

zijn voor waarom er geen verband tussen ADHD-symptomatologie en verwerkingssnelheid is

gevonden. Dit zou betekenen dat wanneer men naar een populatie met grotere verschillen in

ADHD-symptomatologie zou kijken er wel een verband met verwerkingssnelheid gevonden

zou worden. In vervolgonderzoek zou dit ondervangen kunnen worden door

verwerkingssnelheid te vergelijken tussen een subklinische en een klinische ADHD groep.

Eveneens in de inleiding besproken is het verband tussen de nauwkeurigheid en de

ADHD-symptomatologie. Ook voor deze theorie is in deze studie geen ondersteuning

gevonden. Wederom is het goed denkbaar dat dit te wijten is aan een gebrek aan spreiding op

de ADHD-symptomatologie. Wanneer er weinig verschil in mate van ADHD-

symptomatologie is gevonden, is het niet verwonderlijk dat er ook weinig verschil in

nauwkeurigheid gevonden wordt. Daarnaast is als maat voor nauwkeurigheid ook maar één

Page 19: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

19

testscore gebruikt in dit onderzoek. Deze D2test meet méér dan alleen verwerkingssnelheid,

zoals selectieve aandacht en concentratievermogen. Het is goed denkbaar dat deze twee

oorzaken ervoor gezorgd hebben dat er geen effect is gevonden. In vervolgonderzoek zou dit

ondervangen kunnen worden door meerdere tests te gebruiken maat voor verwerkingssnelheid

en te kijken naar een subklinische versus een klinische populatie.

In deze studie is ervoor gekozen om naar ADHD-symptomatologie in een subklinische

populatie te kijken, omdat gedacht werd dat ADHD-symptomatologie zich op een continuüm

bevindt. Uit het eerdergenoemde gebrek aan spreiding is gebleken dat in deze studie geen

ondersteuning is gevonden voor deze theorie. Het doel van deze theorie was om te verklaren

hoe het mogelijk is dat mensen met ADHD in de kindertijd soms in de volwassenheid niet

meer aan de diagnose van ADHD voldoen. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de

diagnostische criteria van ADHD meer zijn afgesteld op ADHD-symptomatologie in de

kindertijd. In deze studie is hier geen expliciet onderzoek naar gedaan, maar uit bestudering

van de data is wel gebleken dat in een subklinische populatie weinig ADHD-symptomatologie

aanwezig is. Voor vervolgonderzoek is het interessant om te kijken naar specifiek de mensen

die in de kindertijd gediagnosticeerd zijn met ADHD, maar in de volwassenheid niet meer aan

de diagnose voldoen. Hieruit zal dan ook beter kunnen blijken of met betrekking tot de

subtypes inderdaad mensen met voornamelijk symptomen in het cluster aandachttekort

problemen met verwerkingssnelheid ondervinden (Karalunas et. al., 2009;Wilens et.al,2009).

Uit deze studie is ook gebleken dat verwerkingssnelheid niet in grotere mate werd verklaard

door aandachttekort dan door hyperactiviteit.

Een tekortkoming van dit onderzoek zou kunnen zitten in de meting van

verwerkingssnelheid. De tests die gebruikt zijn om verwerkingssnelheid en nauwkeurigheid te

meten vereisen meer dan slechts snelheid van informatieverwerking alleen. Zo meet de D2

daarnaast ook selectieve aandacht en concentratievermogen, de TMT mentale flexibiliteit en

Page 20: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

20

spelen bij symboolsubstitutie ook werkgeheugen en fijne motoriek een rol. Er is geprobeerd

om de rol van deze, in dit onderzoek, irrelevante cognitieve vaardigheden zo klein mogelijk te

maken door meerdere tests te gebruiken als maat voor verwerkingssnelheid. Hierdoor was de

verwachting dat een gestandaardiseerde cumulatieve score van deze drie tests een goede

weergave van verwerkingssnelheid zou zijn. Echter is het niet ondenkbaar dat de overige

cognitieve vaardigheden voor een vertekening in de uitkomstmaat van verwerkingssnelheid

hebben gezorgd. Dit zou betekenen dat er in dit onderzoek niet zo zeer gekeken is naar het

werkelijke verband tussen verwerkingssnelheid en ADHD-symptomen. Daarnaast zijn er

meerdere tests die verwerkingssnelheid meten die in dit onderzoek niet gebruikt zijn. Gebruik

van andere tests zou, door de invloed van andere cognitieve vaardigheden, voor een andere

uitkomst van verwerkingssnelheid kunnen zorgen dan dat er gevonden is in deze studie. In

vervolgonderzoek zou hiernaar gekeken kunnen worden door andere tests als maat voor

verwerkingssnelheid te gebruiken en vervolgens te vergelijken of de resultaten overeenkomen

met deze studie.

Voorlopig kan de conclusie van dit onderzoek zijn dat er geen enkel verband is

aangetoond tussen ADHD-symptomatologie en verwerkingssnelheid. Ook met betrekking tot

de nauwkeurigheid en met betrekking tot ADHD-symptomen opgesplitst in subtypes kan

geconcludeerd worden dat er geen verband aanwezig is. Echter is dit het goed denkbaar dat dit

gebrek aan gevonden verbanden voornamelijk te wijten is aan een lage spreiding met

betrekking tot ADHD-symptomatologie in een subklinische populatie. Hieruit kan men

concluderen dat ADHD-symptomatologie zich mogelijk niet op een continuüm bevindt.

Aldus, hoewel uit deze studie geen aantoonbare verbanden naar voren zijn gekomen is er voor

vervolgonderzoek genoeg materiaal aanwezig om het boek over ADHD en

verwerkingssnelheid nog niet te hoeven sluiten.

Page 21: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

21

Literatuurlijst

Ball, K., Edwards J.D., Ross, L.A. (2007). The Impact of Speed Processing Training on

Cognitive and Everyday Functions. Journals of Gerontology: SERIES B. 62B (special

Issue 1), 19-31

Barkley, R. A., & Murphy, K. R. (2010). Impairment in occupational functioning and adult

ADHD: the predictive utility of executive function (EF) ratings versus EF tests.

Archives of Clinical Neuropsychology, acq014.

Bates, M. E., & Lemay, E. P. (2004). The d2 test of attention: construct validity and

extensions in scoring techniques. Journal of the International Neuropsychological

Society, 10(03), 392-400.

Baudouin, A., Clarys, D., Vanneste, S., & Isingrini, M. (2009). Executive functioning and

processing speed in age-related differences in memory: contribution of a coding task.

Brain and cognition, 71(3), 240-245.

Biederman, J., Petty, C., Fried, R., Fontanella, J., Doyle, A. E., Seidman, L. J., & Faraone, S.

V. (2006). Impact of Psychometrically Defined Deficits of Executive Functioning in

Adults With Attention Deficit Hyperactivity Disorder. AM J Psychiatry, 163(10), 1730-

1738.

Carlozzi, N. E., Tulsky, D. S., Chiaravalloti, N. D., Beaumont, J. L., Weintraub, S., Conway,

K., & Gershon, R. C. (2014). NIH Toolbox Cognitive Battery (NIHTB-CB): the

NIHTB pattern comparison processing speed test. Journal of the International

Neuropsychological Society, 20(06), 630-641.

Castellanos, F. X., Sonuga-Barke, E. J. S., Milham, M. P., & Tannock, R. (2006).

Characterizing Cognition in ADHD: Beyond Executive Dysfunction. TRENDS in

Cognitive Sciences, 10(3), 117-123.

Page 22: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

22

Engel-Yeger, B., Josman, N., & Rosenblum, S. (2009). Behavioural Assessment of the

Dysexecutive Syndrome for Children (BADS-C): An examination of construct validity.

Neuropsychological Rehabilitation, 19(5), 662-676.

Jiménez, E. A. A., Ballabriga, M. C. J., Martin, A. B., Arrufat, F. J., & Giacobo, R. S. (2015).

Executive Functioning in Children and Adolescents With Symptoms of Sluggish

Cognitive Tempo and ADHD. Journal of Attention Disorders, 19(6), 504-517.

Jonsdottir, S., Bouma, A., Sergeant, J. A., & Scherder, E. J. (2006). Relationships between

neuropsychological measures of executive function and behavioral measures of ADHD

symptoms and comorbid behavior. Archives of Clinical Neuropsychology, 21(5), 383-

394.

Karalunas, S. L., Huang-Pollock, C. L., & Nigg, J. T. (2012). Decomposing ADHD-Related

Effects in Response Speed and Variability. Neuropsychology, 26(6), 684–694.

http://doi.org/10.1037/a0029936

Knouse, L. E., Mitchell, J. T., Brown, L. H., Silvia, P. J., Kane, M. J., Myin-Germeys, I., &

Kwapil, T. R. (2007). The expression of adult ADHD symptoms in daily life: an

application of experience sampling methodology. Journal of Attention Disorders.

Kooij, S. (2001). ADHD bij volwassenen. Neuropraxis, 5(6), 142-147.

Kooij, S. J. J., Buitelaar, J. K., Oord, E. J. van den, Furer, J.W., Rijnders, C.A.T, Hodiamont.

P. P. G. (2005). Internal and External validity of Attention-Defictit Hyperactivity

Disorder in a Population-Based Sample of Adults. Psychological Medicine, 35, 817-827

Kooij, J. J. S., Buitelaar, J. K., & Van Tilburg, W. (1999). Voorstel voor diagnostiek en

behandeling van aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) op volwassen

leeftijd. Tijdschrift voor psychiatrie, 41, 349-358.

Kreiner, D. S., & Ryan, J. J. (2001). Memory and motor skill components of the WAIS-III

Digit Symbol-Coding subtest. The Clinical Neuropsychologist, 15(1), 109-113.

Page 23: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

23

Mohamed, S.M.H., Börger, N.A., Geuze, R.H., Meere, J.J. van der (2015). Self-Reported

ADHD Symptoms and Interhemispheric Interaction in Adults: A Dimensional

Approach. Behavioral Neurology, 1-10

Mulder, M. J., Bos, D., Weusten, J. M., van Belle, J., van Dijk, S. C., Simen, P., ... & Durston,

S. (2010). Basic impairments in regulating the speed-accuracy tradeoff predict

symptoms of attention-deficit/hyperactivity disorder. Biological psychiatry, 68(12),

1114-1119.

Oosterman, J. M., Wijers, M., & Kessels, R. P. (2013). Planning or something else?

Examining neuropsychological predictors of Zoo Map performance. Applied

Neuropsychology: Adult, 20(2), 103-109.

Sanchez-Cubillo, I., Perianez, J. A., Adrover-Roig, D., Rodriguez-Sanchez, J. M., Rios-Lago,

M., Tirapu, J. E. E. A., & Barcelo, F. (2009). Construct validity of the Trail Making

Test: role of task-switching, working memory, inhibition/interference control, and

visuomotor abilities. Journal of the International Neuropsychological Society, 15(3),

438.

Toplak, M. E., Bucciarelli, S. M., Jain, U., & Tannock, R. (2008). Executive Functions:

Performance-Based Measures and the Behavior Rating Inventory of Executive Function

(BRIEF) in Adolescents With Attention Deficit/ Hyperactivity Disorder (ADHD). Child

Neuropsychology, 15, 53-72.

Thorell, L. B. (2007). Do delay aversion and executive function deficits make distinct

contributions to the functional impact of ADHD symptoms? A study of early academic

skill deficits. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 48(11), 1061-1070.

Wassenberg, R., Hendriksen, J. G., Hurks, P. P., Feron, F. J., Keulers, E. H., Vles, J. S., &

Jolles, J. (2008). Development of inattention, impulsivity, and processing speed as

measured by the d2 test: results of a large cross-sectional study in children aged 7–13.

Page 24: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

24

Child Neuropsychology, 14(3), 195-210.

Wilens, T. E., Biederman, J., Faraone, S. V., Martelon, M., Westerberg, D., & Spencer, T. J.

(2009). Presenting ADHD Symptoms, Subtypes, and Comorbid Disorders in Clinically

Referred Adults With ADHD [CME]. The Journal of clinical psychiatry, 70(11), 1-478.

Wylie, S. A., Van Den Wildenberg, W. P. M., Ridderinkhof, K. R., Bashore, T. R., Powell, V.

D., Manning, C. A., & Wooten, G. F. (2009). The effect of speed-accuracy strategy on

response interference control in Parkinson's disease. Neuropsychologia, 47(8), 1844-

1853.

Page 25: ADHD en de Snelheid van Informatieverwerking

25

Reflectieverslag

Omgang met de gekregen feedback

Ik heb de feedback zoveel mogelijk proberen toe te passen over het gehele stuk. Dus naast de

aangegeven kopjes, ook zelf door mijn scriptie heen kijken of ik gelijksoortige fouten zag.

Daarnaast heb ik zo veel mogelijk geprobeerd nuttig gebruik te maken van de

feedbackgesprekken door hier mijn eigen vragen te stellen.

Waar is het project goed verlopen en waar minder goed

Tegen het einde van de testperiode kwam ik in behoorlijke tijdnood, niet zozeer met testen,

maar ook met het schrijven en invoeren van de data. Hier ben ik wel wat kostbare uren

verloren en heb ik ook niet een optimaal deelproduct ingeleverd. Dit vind ik heel zonde, want

hoe beter je deelproduct is, hoe verder je het later nog kunt verbeteren.

Sterkere en zwakkere punten van het onderzoeksverslag

Mijn inleiding is (naar mijn eigen mening) een stuk sterker geworden dan dat deze in eerste

instantie was. De discussie is een minder sterk onderdeel van mijn onderzoeksverslag.

Ethische aspecten van het onderzoek

Alle deelnemers zijn uitvoerig ingelicht over de gang van zaken van het onderzoek en hebben

een informed consent ondertekend. Daarnaast heb ik geen proefpersonen gehad waarbij ik het

gevoel had dat ze het onderzoek vervelend vonden om te doen, of wilden stoppen. Daarnaast

heb ik aangegeven dat wanneer dit wel zo was, ze gewoon konden stoppen. Ook de resultaten

van dit onderzoek zijn met discretie behandeld. Niemand heeft zijn resultaten teruggekoppeld

gekregen.