als een ommetje een omweg wordt

12
Als een ommetje een omweg wordt Project “Recreatie & Overwegen” Amersfoort 2006 www.recreatie-overwegen.nl

Upload: phamdang

Post on 11-Jan-2017

221 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

Page 1: Als een ommetje een omweg wordt

Als een ommetje een omweg wordt

Project “Recreatie & Overwegen”

Amersfoort 2006

www.recreatie-overwegen.nl

Page 2: Als een ommetje een omweg wordt

2

Sinds 1980 zijn 1350 gelijkvloerse spoorwegovergangen ver-dwenen. Dat is het gevolg van de uitbouw van spoorwe-gen, de nieuwbouw van de HSL en de Betuweroute en nietin het minst van de uitvoering van het ProgrammaVerbetering Veiligheid Overwegen.

Daardoor verliezen kleinschalige wandel-, fiets- en ruiterpa-den een belangrijk deel van hun functie. De bereikbaarheidvan bossen, velden en natuur wordt zienderogen minder.Miljoenen Nederlanders merken de gevolgen daarvan. Hetministerie van Verkeer en Waterstaat en spoorwegbeheer-der ProRail streven voor de periode tussen 2005 en 2010naar verdere sanering. Zo staan nóg eens honderden krui-singen op de nominatie om te verdwijnen. Tot overmaatvan ramp verdwijnen er ook kruisingen in provincialewegen en bouwen kleine en middelgrote gemeenten steedsvaker rondwegen. Het resultaat is dat wandelaars, fietsersen ruiters regelmatig ‘doodlopen’ op spoorlijnen en auto-wegen. Ze kunnen geen kant meer op.

Dat de gelijkvloerse overwegen verdwijnen is op zichzelfnog niet erg, mits voldoende andere kruisingsmogelijkhe-den overblijven. Maar als er al geld is voor een tunnel, danis het er meestal maar één, terwijl meerdere overwegenverdwijnen. De afstand tussen de overblijvende kruisingenwordt op deze manier steeds groter, waardoor de gebruiks-waarde van de ‘kleine infrastructuur’ verslechtert.Wandelaars, fietsers en ruiters raken zo aangewezen opoersaaie parallelwegen langs wegen en spoorlijnen, opzoek naar een manier om aan de andere kant van de spoor-lijn of de autoweg te komen. Het wandelen in de natuur ofeen blokje om vanuit de woonwijk, wordt er niet leuker op.Soms blijft de wandelaar zelfs ‘gevangen’ tussen hoofdwe-gen en spoorlijnen.

INHOUD

Inleiding

Introductie

‘Kleine infrastructuur’,iedereen gebruikt het

Tegen de ‘verhokking’

Handreiking

Afsluiten overwegen leidt tot meer autoverkeer

Mobiliteitsbeleid

Basiskwaliteit

Eén overweg is geen overweg...

Is géén overweg de beste overweg?

De ene overweg is de andere niet

Veiligheid, wat mag het kosten?

Maatwerk is noodzakelijk

Politieke discussies

Perspectieven

Kerncijfers

Colofon

233

445

566788910101112

INLEIDING

Page 3: Als een ommetje een omweg wordt

‘Kleine infrastructuur’ iedereen gebruikt het

Wat verstaan we eigenlijk onder ‘kleineinfrastructuur’? Hebben we het overrecreatieve wandel-, fiets- en ruiterpa-den? Gaat het om wandelroutes vooreen beperkt aantal liefhebbers? Of overrustige boerenpaden en landweggetjesop het platteland? In feite bedoelen weze allemaal. We hebben het over com-plete netwerken van verkeersluwepaden en wegen, waarvan de samen-hang nu in snel tempo wordt aange-tast. Dit netwerk is een wezenlijkonderdeel van de nationale infrastruc-tuur. Deze bestaat verder uit de beken-de slagaders zoals spoorlijnen enauto(snel)wegen. Maar de mens heeftóók behoefte om zich te bewegen opwegen en paden zonder geraas in zijnoren. Mensen hebben in ons overvolleland in toenemende mate behoefte aaneen omgeving waar ze weer méns kun-nen zijn en kunnen recreëren. Diewegen kun je recreatief noemen, maarhet is ook belangrijk om te beseffendat duizenden mensen over deze ver-bindingen veilig naar school of hunwerk gaan. Daarom is het onjuist omhier te spreken over recreatieve infra-structuur; het gaat om de verkeersluwewegen en paden voor het langzameverkeer, de haarvaten van ons wegen-net, kortom: de kleine infrastructuur.

Zonder haarvaten is er geen goedebloedsomloop, worden belangrijkegebieden onbereikbaar en sterven zezelfs een langzame dood. Dat is te illus-treren met cijfers: 98 procent van deNederlandse bevolking maakt regelma-tig gebruik van de haarvaten van deinfrastructuur. Dat kan dus voor woon-werkverkeer zijn, maar ook voor omme-tjes en dagtochten op de fiets of wan-delend. Wandelen en fietsen scorenhoog in de top tien van de vrijetijdsacti-viteiten van de Nederlander. In het landelijk gebied neemt bovendien deruitersport de laatste jaren een hoge

3

Introductie

Overal in Nederland worden plan-nen uitgevoerd om spoorwegen vei-liger te maken. Dit vindt plaats viaopheffing van overwegen, aanlegvan tunnels en viaducten en dooroverwegen beter te beveiligen. Hetaantal spoorwegkruisingen neemtaf, vooral in het landelijk gebied.Dit leidt tot reacties van gebruikers,met name wandelaars, fietsers enruiters.

Om de problematiek in kaart tebrengen hebben de landelijkebelangenorganisaties het project“Recreatie & Overwegen” uitge-voerd.

Met deze brochure willen we wijzenop de noodzaak van integrale,gebiedsgerichte planvorming alsbasis voor het nemen van proportio-nele en locatiespecifieke maatrege-len bij overwegsaneringen. Kortom:het leveren van maatwerk.Essentieel vinden we dat er voor hetlangzame verkeer een visie wordtgevormd die leidt tot behoud enontwikkeling van samenhangendenetwerken van verkeersluwe wegenen paden.

Met deze brochure willen de orga-nisaties bekendheid geven aan deresultaten van het project“Recreatie & Overwegen”. Deze zijnvrij beschikbaar op www.recreatieenoverwegen.nl.

“De beschikbaarheid van bereik-bare en toegankelijke 'groene' en'blauwe' recreatievoorzieningen inen rond de (grote) steden houdtgeen gelijke tred met de vergaandeverstedelijking van de laatstejaren”. (...)“Het aanwezige groen voldoetbovendien dikwijls niet aan de hui-dige kwaliteitseisen. Het is versnipperd door barrières, zoalsspoorwegen en (snel)wegen en deaantrekkelijke vormgeving van verschillende stadsparken en monu-mentale lanen is aangetast. Tevenszijn er onvoldoende verbindingentussen het groen in de stad en hetbuitengebied en is het buitenge-bied zelf matig toegankelijk voorrecreatief gebruik.”Nota Ruimte (2004)

Als een ommetje een omweg wordt

Page 4: Als een ommetje een omweg wordt

vlucht en vormt ze bovendien eensteeds belangrijkere economische pijler.

Tegen de ‘verhokking’“Recreatie & Overwegen” is een initia-tief dat waarschuwt tegen de toene-mende ‘verhokking’ van ons land en

Een recreatieve infrastructuur: eennetwerk van verkeersluwe wegenen paden voor het langzame verkeer; een landsdekkend netwerkmet van plaats tot plaats optreden-de verdichtingen.

4

pleit voor bescherming en versterkingvan het fijnmazige netwerk van kleinewegen en paden. De koepelorganisatiesvan wandelaars, fietsers en ruitersonderstrepen het belang van die fijn-mazige verbindingen. De initiatiefne-mers hebben daarvoor samenwerkinggezocht met het ministerie vanLandbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,het ministerie van Verkeer enWaterstaat en met de spoorwegbeheer-der ProRail.

HandreikingOm dit sluipende, maar versnellendeproces te stoppen, hebben de StichtingWandelplatform-LAW, de StichtingLandelijk Fietsplatform en deKoninklijke Nederlandse HippischeSportfederatie de handen ineen geslagen in het project “Recreatie &Overwegen”. Samen publiceerden zij deHandreiking voor belangenbehartigingen besluitvorming bij overwegsanerin-gen. Deze brochure informeert over dieHandreiking.

De bedoeling is om alle betrokkenen tedoordringen van de ongewenste effec-ten van de overwegsaneringen, en bijte dragen aan het ontlopen van dienadelen.

Iedereen doet het

Onderzoek laat zien dat bijna iedereen(98% van de bevolking) ommetjes endagtochten maakt. Het project “Recreatie& Overwegen” richt zich vooral op wandelaar, fietser en ruiter/ menner alsgebruikers van wegen en paden. `Deze activiteiten hebben een grootdraagvlak onder de bevolking. Achterwandelen, fietsen en paardensport gaateen verscheidenheid aan activiteitenschuil zoals hiernaast is te zien. Op onzewebsite www.recreatie-overwegen.nlstaan meer gegevens over deze en volgende aspecten.

lopen

• Even hond uitlaten• Met kind eendjes

voeren• Ommetje maken• Frisse neus halen• Joggen, trimmen• Training voor

wedstrijden• Wandeling maken• Dag gaan lopen, soms

fietsen

• Even de hond uitlaten• Ommetje maken• Frisse neus halen• Middagje fietsen• Trimmen met racefiets• Terreinrijden met ATB• Per fiets naar

recreatieve bestemming

paardensport

• Buitenrit ruiter• Buitenrit met paard en

wagen• Recreatief

trainingsrondje• Training wedstrijd-

sporter• Dagtocht ruiter• Dagtocht menner• Meerdaagse vakantie

ruiter• Meerdaagse vakantie

mennerDiversiteit aan recreatie-activiteiten: grote verschillen in frequentie,

benodigde tijd, snelheid en afgelegde afstanden.

Renkumseweg, Ede. Voor en na ombouw van knipperlichtbeveiliging naar mini-ahob.

Page 5: Als een ommetje een omweg wordt

Aantalmeters

5001.0002.0004.000

lopend(4 km per uur)

7,5153060

paardrijdend(7,5 km per uur)

481632

fietsend(12 km per uur)

2,55

1020

met auto(60 km per uur)

0,5124

Behalve bijdragen aan meer bewustwor-ding, wijzen de koepelorganisaties opalternatieven voor het opheffen vanoverwegen en hebben ze de recreatief-toeristische belangen van alle overwe-gen in het land in kaart gebracht. Hetdoel is bij te dragen aan evenwichtigerbeleid. In de Handreiking maken de drieorganisaties hun expertise toegankelijkvoor de overheden die verantwoordelijkzijn voor de overwegsaneringen. Verderwillen de koepelorganisaties met hunkennis graag actief betrokken wordenbij de besluitvormingsprocessen.

MobiliteitsbeleidEr is nog een reden om zuinig om tespringen met deze ‘kleine infrastruc-tuur’. Stimulering van woon-werkver-keer met de fiets is al jaren onderdeelvan mobiliteitsplannen van rijk, provin-cies en gemeenten. Vooral op afstandentot circa 10 kilometer wordt de fietsgezien als een serieus alternatief voorauto en openbaar vervoer.

5

Afsluiten overwegen leidt tot meer autoverkeer

In snel tempo dreigen aantal en ernst van de barrières in onze omgeving toe tenemen. Discussies over het voortbestaan van spoorwegkruisingen maken deel uitvan het veel grotere probleem van de versnippering van onze leefruimte doorgrootschalige infrastructuren. Opheffing van overwegen heeft gevolgen. Het leidt tot barrièrevorming en noodzaken tot omlopen, -fietsen of -rijden.De ernst en omvang daarvan hangt samen met de snelheid van de gebruiker, demaaswijdte van de spoorwegkruisingen, de plek waar de barrière ontstaat en denog voorhanden alternatieven. Wandelaars zijn de meest kwetsbare groep. Wemoeten ons hierbij realiseren dat het niet alleen gaat om de fysieke aanwezig-heid van één spoorwegovergang maar om de samenhang met twee of meerkruisingen die aantrekkelijke en veilige ommetjes mogelijk maken.

Bij het opheffen van verbindingen kan de auto het gemakkelijkst omrijden en is de wandelaar het meest

kwetsbaar.

Intervalkruisingen Schatting tijdsduur omweg in minuten

Dezelfde overweg, nu opgehevenFietspad Ruurlo - Lichtenvoorde

De ene oplossing leidt tot samenhang,

de andere niet

Als een ommetje een omweg wordt

Page 6: Als een ommetje een omweg wordt

Het doen van boodschappen en hetnaar school brengen van kinderen gaatvaak te voet of met de fiets. Zonder dekleine verkeersluwe infrastructuur ver-liest de fiets een deel van zijn aantrek-kingskracht als vervoermiddel. Voetgangers, fietsers en ruiters ervarende nadelen van barrières intensief. Eenverdwenen overweg kan al gauw eenomweg van enkele kilometers beteke-nen. Voor een automobilist is dat eenkleinigheid maar voor een voetgangerbetekent dat een half uur omlopen.Voor een fietser kan zo’n omweg nethet verschil maken om ook voor deauto te gaan kiezen. Voor de ruiter-

sport kan dat het verlies betekenen vaneen mogelijkheid om buiten te rijden.

BasiskwaliteitZoals voor de spoorwegen en het hoofd-wegennet basiskwaliteiten zijn vastge-steld voor beschikbaarheid van infra-structuur en doorstroming, zo hebbende koepelorganisaties ook basiskwalitei-ten benoemd voor het fijnmazige net-werk van wegen en paden. Deze zijnvastgelegd in de Handreiking. De over-heden zouden die als uitgangspuntmoeten nemen bij hun besluitvorming.

Eén overweg isgeen overweg…

Kruisingen worden belangrijker naar-mate er minder van zijn. Een voorbeeld:tussen de stedelijke bebouwing en eennatuurgebied ligt een belangrijkespoorlijn en de woongebieden wordenmet de achterliggende natuur verbon-den door middel van vier of vijf over-wegen. De bewoners kunnen naar har-telust kiezen welk rondje ze op zondag-middag maken; elke week een anderdesnoods. Als er nog maar twee spoor-wegovergangen overblijven verdwijntde keuzevrijheid voor de gebruiker.

6

Page 7: Als een ommetje een omweg wordt

Het rondje is immers al bepaald. Alsvervolgens wordt besloten ook de eenna laatste overweg te sluiten zonderdat er een ongelijkvloerse kruising voorterugkomt, dan is het afgelopen methet blokje-om. Veel bewoners zullendan een eind langs de spoorlijn moetenlopen om bij die ene overgebleven passage te kunnen komen. Het gevolg:gebruikers haken af, pakken de auto engaan ergens anders wandelen. Denatuur achter de spoorlijn is haastonbereikbaar geworden voor de men-sen die er wonen. Ze kunnen er alleennog maar naar kijken. Zo raken comple-te woonomgevingen afgesneden vanhun ‘uitloopgebieden’. De Handreikinglaat dit duidelijk zien, ook in voorbeelden.

Is géén overweg de besteoverweg?Namens de Nederlandse overheidbeheert ProRail een spoorwegnet van

ongeveer 3500 kilometer lengte, inclu-sief bijbehorende overwegen, bruggen,viaducten en tunnels. Iets minder dan2000 kilometer van dit spoorwegnet isaan te duiden als het hoofdnet metdruk treinverkeer. Met het oog op hetverbeteren van de spoorweg- en ver-keersveiligheid is ProRail belast met deuitvoering van het ProgrammaVerbetering Veiligheid Overwegen. Dat programma is opgesteld met deambitie om het aantal ongevallen opoverwegen in tien jaar te halveren. Vrijvertaald behelst het programma: ‘debeste overweg is géén overweg’. Datprincipe heeft ProRail tot voor kortveelvuldig gehanteerd. Het is een dui-delijk uitgangspunt voor wie streeftnaar een maximale veiligheid op enrond de spoorweginfrastructuur.

De koepelorganisaties zijn óók voor hetveiliger maken van overwegen, maarhameren daarnaast op een zorgvuldigebelangenafweging en op het beperken

7

Mogelijke neveneffecten

• minder spoorwegkruisingen, dusvergroting van onderlinge afstan-den

• barrières voor langzaam verkeer• verhoging verkeersintensiteit op

overblijvende kruisingen• samenbrengen van langzaam en

snel verkeer op overblijvendekruisingen en hun toevoerwegen

• schaalvergroting van spoorweg-kruisingen

• beperking zoneringsmogelijkhe-den rurale wegennet

• verlies doorgaande, verkeersluwewegen en paden

• beperking routekeuze langzaamverkeer

Ongewijzigd beleid leidt tot ver-hokking en kwaliteitsverlies van deleefruimte.

Als een ommetje een omweg wordt

Ongelijkvloerse kruising, onaantrekkelijk voor recreanten

Page 8: Als een ommetje een omweg wordt

van negatieve neveneffecten van hetafsluiten van kruisingen, die de bereik-baarheid en toegankelijkheid van onzeomgeving bedreigen. Van die zorgvuldi-ge afweging is begin 2006 nog onvol-doende sprake. Overwegen wordenopgeheven, zonder veel oog voor ánde-re belangen dan spoorwegveiligheid.Behalve het veiligheidsvraagstuk lijkt bijde besluitvorming om overwegen teschrappen ook de kwetsbaarheid vanhet spoorvervoer mee te spelen. Eenvermindering van het aantal overwegenbetekent vermoedelijk minder storin-gen. Dat is met het oog op de punctua-liteit van de dienstregeling natuurlijkeen actueel onderwerp.

De ene overweg is deandere niet

Maatwerk is nodig om te voorkomendat alle spoorlijnen over één kam wor-den geschoren. Is het nodig om deoverwegen in de spoorlijn Leeuwarden-Stavoren – twee treinen per uur – opdezelfde manier te behandelen als deviersporige lijn Utrecht-Amsterdam,waar het aantal treinen meer dan hettienvoudige bedraagt? Dat lijkt een alte rigide aanpak. Toch gebeurt dat nu.Met behulp van de gegevens in deHandreiking wordt gebiedsgerichteafweging en het leveren van maatwerkmogelijk. Daarbij streven de koepelor-ganisaties van wandelaars, fietsers enruiters naar een integrale afweging tus-sen de belangen van recreatie, land-schap, doorstroming van het verkeer enveiligheid. De maatregelen dienen teworden beoordeeld op proportionali-teit én doelmatigheid.

Veiligheid,wat mag het kosten?

Hoe veilig moet het zijn, hoe veilig kanhet worden? En hoeveel mag dat dankosten? De koepelorganisaties stellenvast dat ProRail en het ministerie van

8

Mini-ahob: net als nevenstaande voorbeelden is dit

een voor recreanten positieve oplossing.

Zigzag-hek

Page 9: Als een ommetje een omweg wordt

Verkeer en Waterstaat hun beleidsdoel-stellingen eigenlijk al hebben gehaald.In de Kadernota Railveiligheid staat dathet aantal dodelijke slachtoffers in 2010moet zijn gehalveerd ten opzichte vanhet peiljaar 1985. Die halvering was in2005 een feit als gevolg van de vervan-ging van automatische knipperlichtin-stallaties door mini-overwegbomen(mini-ahobs). Het ministerie wil de kansop ongelukken nu nog verder terug-dringen met risico-uitsluitende maatre-gelen.

Proportionaliteit en doelmatigheid zijngeen populaire begrippen als het gaatom mensenlevens. Toch kan het verhel-derend zijn om naar de cijfers te kijken.Op de nu nog overgebleven 2700 gelijk-vloerse spoorwegkruisingen zijn jaar-lijks minder dan 25 dodelijke slachtof-fers te betreuren. Een veelvoud daarvanverongelukt jaarlijks bij huishoudelijkeongelukken, in het wegverkeer – 900tot 1000 per jaar – of als gevolg vanslechte leefgewoonten.

Bij het maken van de veiligheidsanaly-ses op het Nederlandse spoorwegennetdringt zich de vergelijking op met eentopatleet. Hoe hoger zijn niveau, hoemeer hij zal moeten investeren om nógbeter te worden, laat staan om recordste breken. Het streven naar 100 procentveiligheid is loffelijk, maar een illusie.

Het Nederlandse spoorwegnet is al zeerveilig. Het streven naar verdere verbe-teringen is terecht, maar vraagt ookeen zorgvuldige afweging van financië-le en maatschappelijke kosten enbaten.

Maatwerk is noodzakelijk

ProRail beschouwt iedere gebruiker alseen risicofactor. Denk niet dat alleenmaar voetgangers, fietsers en ruitersverongelukken op spoorwegovergan-gen. In tegendeel: ruiters zijn al hele-maal niet in de statistieken terug tevinden. Uit de handreiking blijkt dat de kans op ongelukken verschilt per plaats, soort overweg en typegebruiker.

9

0

20

40

60

80

100

gem

oto

rise

erd

verk

eer

(bro

m)f

iets

ers

voet

gan

ger

s/w

and

elaa

rs

ruit

ers

Als een ommetje een omweg wordt

Ongevals-historie van overwegen

overwegen inexploitatie

overwegen opgeheven inperiode 2001-2005

% met ongevalin periode 1995 - 2004

20

18

% zonder ongevalin periode 1995 -2004

80

82

totaal aantaloverwegenabs. = 100 %

2.195

360

Zoneringsmaatregel, alleen langzaam verkeer ‘Brug’, maakt gebruik van viaduct over watergang Tunnel alleen voor fietsers

Aantal slachtoffers op overwegen in periode

1995 tot 2004 in percentages (excl. suïcide)

Page 10: Als een ommetje een omweg wordt

In de afgelopen dertig jaar blijkt dat bijongeveer driekwart van alle dodelijkeongevallen op overwegen automobilis-ten betrokken zijn. Voetgangers (5 pro-cent) en (brom)fietsers (11 procent) vormen een minderheid. Juist heel wei-nig ongelukken gebeuren met wande-laars en fietsers. Ruiters zijn in de statis-tieken al helemaal niet te vinden.Volgens de koepelorganisaties is er danook geen reden om over te gaan tot

algehele opheffing van kleine gelijkvloerse overwegen. Het is mogelijkde kleine overwegen te beveiligen metmini-ahobs en door ze eventueel ontoe-gankelijk te maken voor gemotoriseerdverkeer. Dan wordt hetzelfde doelbereikt, zonder de vervelende bijwer-king van afgesneden haarvaten in deinfrastructuur.

In de Handreiking komen ongelukken inrelatie tot type overweg, spoorlijn engenomen saneringsmaatregelen uitvoe-rig aan de orde. Het afsluiten van kleineoverwegen voor gemotoriseerd verkeervoorkomt dat snel- en langzaam verkeermeer en meer worden gemengd opsmalle buitenwegen. Ook dat heeftgevolgen voor de verkeersveiligheid.

Het afsluiten van overwegen vereist eengenuanceerde en afgewogen kijk opveiligheid. Maatwerk is noodzaak.

Politieke discussiesDe Tweede Kamer heeft sinds 2003geregeld kritische vragen gesteld overde sterke beperking van het aantalgelijkvloerse spoorwegkruisingen. Hetmotto ‘de beste overweg is géén over-weg’ wordt daarom officieel niet meergehanteerd. Politiek Den Haag kijktsteeds kritischer naar het opheffen vangelijkvloerse kruisingen en is steedsgevoeliger voor een evenwichtigebelangenafweging, waarbij veiligheids-effect, landschapskwaliteit en het haar-vatensysteem van de nationale infra-structuur een gelijkwaardige rol krijgen.In de politieke discussies spelen begrip-pen als ‘gebiedsgericht’, ‘integraal’,‘proportioneel’ en ‘doelstellingsgericht’telkens weer een heel belangrijke rol.De kritische houding van het parlementheeft geleid tot aanpassing van beleids-lijnen. De discussie is echter nog nietafgerond. De samenhang en de kwali-teit van onze buitenruimte vraagt omeen voortdurende aandacht.

PerspectievenUit de cijfers blijkt juist dat er geen aan-leiding is om spoorwegovergangen inhet buitengebied domweg te schrap-pen. De snelle opheffing van veel spoor-

wegovergangen is contraproductief enleidt tot een verschuiving van langzaamverkeer naar zwaardere verkeersadersmet veel gemotoriseerd verkeer. Het isonduidelijk welk effect die bundelingen menging heeft op de verkeersveilig-heid en hoe die zich verhoudt tot dedoelstellingen van het programma'Duurzaam Veilig'.

Zeker is wel dat het vervangen van deautomatische knipperlichtinstallatiesdoor mini-ahobs een sterke verhogingvan de veiligheid teweeg brengt, zo wij-zen de cijfers uit. De maatregel leidt dustot positieve effecten, zonder dat ernadelige neveneffecten voor bereik-baarheid en toegankelijkheid optreden.Hetzelfde geldt voor het afsluiten vangelijkvloerse spoorovergangen voorgemotoriseerd verkeer. Op initiatief vanProRail wordt nu een eenvoudige pre-fab-tunnel voor fietsers en voetgangersontwikkeld, die relatief goedkoop inserieproductie kan worden gemaakt enonder spoorlijnen kan worden aange-legd. Het zijn allemaal betaalbare initia-tieven die de veiligheid vergroten enbovendien maatwerk mogelijk maken.En als het opheffen van overwegenondanks deze mogelijkheden tochonvermijdelijk wordt, moet dat gebeu-ren vanuit een visie op de samenhangen de ontwikkeling van de ‘kleine infra-structuur’. Anders komt de leefbaarheidop de tocht te staan.

10

“Alle beheerders van wegen,spoorwegen en vaarwegen heb-ben bij aanleg en aanpassing vaninfrastructuur (mede)verantwoor-delijkheid voor het zoveel moge-lijk instandhouden en verbeterenvan kruisende routes voor fiets- enwandelverkeer. De decentraleoverheden inventariseren voorafde effecten van infrastructurelemaatregelen op de mogelijkhedenvoor en de aantrekkelijkheid vanwandelen en fietsen. Alle overhe-den zorgen voor promotie vanfietsgebruik en kennis over-dracht.”Nota Mobiliteit (2005)

Page 11: Als een ommetje een omweg wordt

Kerncijfers

1111

Stakeholders in overwegenproblematiek

Wandelaars 15 miljoen

Fietsers 11 miljoen

Ruiters 415.000

Menners 7.000

Kerncijfers spoorwegennet

Lengte spoorwegnet (2005) ca 2.800 km

Hoofdspoornet afhankelijk van definitie 1.000 à 2.000 km

Spoorwegovergangen 1981 4.072

Opgeheven overwegen (in 25 jaar) 1.329

Overgebleven spoorwegovergangen (2005) 2.743

Status spoorwegovergangen 2005

Openbaar 69 %Particulier met openbare functie 7 %Overige waaronder particulier 24 %

Beveiligd met overwegbomen 56 %Beveiligd zonder overwegbomen 8 %Overige (waaronder onbeveiligd) 36 %

(Zeer) groot belang voor recreatie & toerisme 51 %Neutraal belang voor recreatie & toerisme 12 %Onbelangrijk voor recreatie & toerisme 37 %

Gemeenten 2005

Totaal aantal 458

Met één of meer spoorwegovergangen 256 = 60%waarvan met ingrijpende projecten 190 = 74%(kruisingen opheffen of vervangen)

Gebruik netwerk langzaam verkeer

Recreatieve wandelingen > 2 uur 130 miljoen

Recreatieve wandelingen van 1-2 uur 190 miljoen

Alledaagse ommetjes < 1 uur 70 % vindt (onderzoek Trendbox 2005) ommetje meest

populaire wandeling

Aantal recreatieve fietstochten van 70 miljoen> 2 uur

Aantal recreatieve fietstochten van 105 miljoen1-2 uur

Aantal fietstochten < 1 uur Niet gemeten groot aantal

Vrijetijdsactiviteiten

April 2004-maart 2005 (CVTO) 4,6 miljard

Aandeel van buitenrecreatie daarin 20 %

D.w.z. 5 à 6 activiteitenper inwoner

per week

Vrijetijdsactiviteiten 40 %binnen eigen gemeenten

Vrijetijdsactiviteiten binnen straal van 5 km 50 %

Beweging nodig om gezondheid tenminste 30 op peil te houden minuten per dag

matig intensief

Als een ommetje een omweg wordt

Page 12: Als een ommetje een omweg wordt

ColofonDeze brochure is verschenen als afsluiting van het project “Recreatie & Overwegen”. Het project heeft een

bestand met gegevens en kaarten opgeleverd over het recreatiebelang van alle overwegen in Nederland.

Voor advies en beschikbaarstelling van gegevens gelieve contact op te nemen met het projectsecretariaat.

Het project is het resultaat van de samenwerking van de onder het colofon vermelde organisaties. Het is

gefinancierd door de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Verkeer en Waterstaat en

ProRail. In de begeleidingscommissie waren deze organisaties vertegenwoordigd evenals de in het project

samenwerkende organisaties en de Fietsersbond.

De tekst van de brochure is geschreven door Jos Steehouder van QUA TEKST, de vormgeving en productie

is verzorgd door PINTA, Utrecht. De omslagfoto is van Eveline Kooijman. De overige foto's zijn van

Han van der Voet.

Het projectteam heeft geopereerd vanuit de Stichting Wandelplatform-LAW en heeft bestaan uit:

Fred Gieltjes, Hans Jonker (honorair medewerkers), Bas Kippers (projectmedewerker) en

Han van der Voet (projectleider).

In de begeleidingscommissie hadden verder zitting: Lex van Boetzelaer (ProRail), Kees Kuijken, Jelger

Moggree (min. LNV), Henk Dikker Hupkes, Harm Piek (Wandelplatform), Eric Nijland (Fietsplatform),

Claudia van Deyck, Lonneke Braun (KNHS), Bernard Ensink, Miriam van Bree (Fietsersbond).

Tientallen vrijwilligers van de drie koepelorganisaties hebben in het kader van dit project hun

medewerking verleend, met name door waarnemingen en rapportages vanuit het veld.

Als een ommetje een omweg wordt

Stichting Wandelplatform-LAW

(tevens correspondentie-adres project

“Recreatie & Overwegen”)

Postbus 846, 3800 AV Amersfoort

Berkenweg 30, 3818 LB Amersfoort

Tel. 033-4653660; fax. 033-4654377

internet: www.wandelnet.nl

Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie

Postbus 3040, 3850 CA Ermelo

De Beek 125, 3852 PL Ermelo

internet : www.knhs.nl

Stichting Landelijk Fietsplatform

Adres als Wandelplatform

Tel. 033-4653656; fax. 033-4654377

internet: www.fietsplatform.nl

www.recreatie-overwegen.nl

“Het zachte gekling-klang van een spoor-

wegovergang dwarrelt over.

Wie heeft dat bellen toch gecomponeerd?

Het dringt door, het waarschuwt, daar is

het voor bedoeld en dat doet het goed.

Maar schril is het niet. Het versmelt steeds

met het geluid van het landschap (…)”

(Joyce Roodnat, NRC Handelsblad 1 januari 2006)