bijlage jaarverslag feiten en cijfers comleet
Post on 24-Mar-2016
231 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Jaarverslag 2010 Feiten en cijfers
Jaarverslag Tilburg University 2010Feiten & cijfers
Stichting Katholieke Universiteit Brabant
Warandelaan 2
5037 AB Tilburg
1
32
in- houds- opgave
Verslag van het Stichtingsbestuur
Voorwoord van het College van Bestuur
1 Organisatie1.1 Organogram
1.2 Stichtingsbestuur
1.3 College van Bestuur
1.4 Risicobeheersing
1.5 Financiën
2 Bestuursagenda 2010
3 Ranking Tilburg University3.1 Onderwijs
3.2 Onderzoek
3.2.1 Internationale rankings
3.2.2 Tilburg University Economics Ranking
3.3 Ranking TIASNIMBAS
68
101010111113
1524
2425252526
54
4 Onderzoeksinstituten 4.1 Overzicht Onderzoekscentra
4.1.1 Babylon
4.1.2 CentERdata
4.1.3 Centrum voor Patristisch Onderzoek
4.1.4 CIR - Center for Innovation Research
4.1.5 CoRPS - Center of Research on Psychology in Somatic diseases
4.1.6 EBC - European Banking Center
4.1.7 ERISS - European Research Institute in Service Science
4.1.8 EVS - European Values Study
4.1.9 ILRS - Instituut voor Liturgische en Rituele Studies
4.1.10 INTERVICT - International Victimology Institute Tilburg
4.1.11 Netspar - Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement
4.1.12 ReflecT - Research Institute on Flexicurity Labour Market Dynamics
and Social Cohesion at Tilburg University
4.1.13 Thomas Instituut
4.1.14 Tiber - Tilburg Institute for Behavioral Economics Research
4.1.15 TiCC - Tilburg center for Cognition and Communication
4.1.16 TILEC - Tilburg Law and Economics Center
4.1.17 TiLPS - Tilburg centre for Logic and Philosophy of Science
4.1.18 TILT - Tilburg Institute for Law, Technology, and Society
4.1.19 Tranzo - Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn
4.1.20 TSC - Tilburg Sustainability Center
4.2 Gelieerde instituten
4.2.1 IVA
4.2.2 IVO
5 Onderzoek5.1 Visitaties en kwaliteitszorg
5.2 Cijfermateriaal
5.3 Onderzoekssubsidies
5.4 Stichting Bijzondere Leerstoelen
6 Onderwijs6.1 Accreditatie
6.2 Ontwikkelingen in onderwijs
6.3 Post experience onderwijs
2727272728293031323233343536
3637383840404142434343
4545465054
59596367
7 Studenten7.1 Voorlichtingsactiviteiten en toelating
7.2 Centraal klachten loket
7.3 Studentdecanen
7.4 Kengetallen
7.5 Center for knowledge transfer (CKT)
7.5.1 Inleiding
7.5.2 Samenwerking
7.5.3 Ontwikkelingen kernactiviteiten
8 Internationalisering8.1 International Office
8.2 Uitgaande en inkomende studentenmobiliteit
8.3 Internationale sturdentenwerving
8.4 RISE
9 Personeel9.1 Algemeen
9.2 Onderverdeling naar functies en geslacht
9.3 Tijdelijk personeel
9.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw
9.5 Voltijd en deeltijd personeel
9.6 Salarisschalen
9.7 Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages)
9.8 Instroom en uitstroom
9.9 KCS en uitzendbureaus
10 Jaarrekening 201010.1 Kengetallen
10.2 Algemene toelichting
10.3 Waarderingsgrondslagen activa en passiva
10.4 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo
10.5 Jaarrekening
10.6 Letter of representation
10.7 Accountantsverklaring
Bijlage 1 Lijst van afkortingenBijlage 2 Nevenfuncties Stichtingsbestuur en
College van Bestuur
717172767783838485
9292949698
9999
100102104106106107107108
109109110113116119143145
147149
76
Het Stichtingsbestuur vervult aan de universiteit twee hoofdtaken. Het bestuur oefent de wettelijke taken
en bevoegdheden uit van een raad van toezicht bij openbare universiteiten. Daarnaast heeft het bestuur
een speciale verantwoordelijkheid voor de bewaking van de bijzondere signatuur van de instelling. Voor
de uitoefening van die taken en bevoegdheden onderhouden de leden van het Stichtingsbestuur nauwe
banden met de universiteit, onder meer tot uitdrukking komend in een veelvuldig aantal contacten met het
College van Bestuur en het bijwonen van academische zittingen en belangrijke evenementen.
In 2010 vergaderde het Stichtingsbestuur vijf keer in aanwezigheid van het College van Bestuur. Afhankelijk
van de aard van het onderwerp adviseert het Stichtingsbestuur het College van Bestuur, neemt besluiten of
verleent goedkeuring aan Collegebesluiten. Onderwerpen van bespreking tijdens de reguliere vergaderin-
gen zijn strategische beleidsthema’s, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en het toezicht op
de realisatie daarvan, evenals de relatie met de kerk en relevante wet- en regelgeving.
Belangrijke onderwerpen die in 2010 in het Stichtingsbestuur zijn besproken betreffen de katholieke identi-
teit van de universiteit, de ontwikkelingen in het rijksbeleid en de financiële gevolgen daarvan, de plannen
voor intensivering van het onderwijs en de wijziging van de Wet Versterking Besturing. Het Stichtingsbe-
stuur heeft uitgebreid met het College van Bestuur overleg gevoerd over de politieke ontwikkelingen in de
sector Hoger Onderwijs en de positionering van Tilburg University daarbinnen. Het Stichtingsbestuur staat
achter de plannen van het College om een verdere profilering van de Tilburg University na te streven en in-
tern de verhouding wetenschappelijke versus ondersteunende organisatieonderdelen opnieuw te herzien.
In het kader van de relatie met de kerk heeft het Stichtingsbestuur overleg gevoerd met de bisschoppen
medio 2010. Onderwerp van gesprek was een nadere uitwerking van de identiteit van Tilburg University.
Kern van de identiteit is de emancipatiegedachte van Cobbenhagen, de relatie daarvan met de katholieke
sociale leer en de voortdurende exploratie van identiteit in een universitaire gemeenschap. De identiteit
zoals besproken is geïllustreerd aan de hand van concrete onderwijs- en onderzoeksactiviteiten aan Tilburg
University.
Het Stichtingsbestuur heeft in aanwezigheid van de accountant de jaarrekening 2010 besproken en ge-
constateerd dat de financiële huishouding van de universiteit goed op orde is. Het Stichtingsbestuur heeft
daarbij gewezen op het belang van investeren, ombuigen en bezuinigen waar nodig om de te verwachten
financiële veranderingen in het hoger onderwijs het hoofd te kunnen bieden.
Er heeft tweemaal overleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiging van de medezeggenschap. Belang-
rijke onderwerpen van bespreking tijdens dat overleg waren het Strategisch Plan, het Taken Middelen Plan
(de universitaire ‘Voorjaarsnota’), de wijzigingen in de WHW, de begroting en de plannen voor intensive-
ring van het onderwijs. De teneur van die besprekingen was positief.
In 2010 heeft het Stichtingsbestuur na een zittingstermijn van acht jaar afscheid genomen van de heer drs.
H. Borstlap. Het Stichtingsbestuur heeft de heer W.I.I. van Beek, lid van de Tweede Kamer, verwelkomd als
nieuw lid.
Verslag van het StichtingsbestuurDe vicevoorzitter van het Stichtingsbestuur neemt deel aan de landelijke bijeenkomsten van de voorzitters
van de Raden van Toezicht van de universiteiten.
Tilburg, 21 maart 2011
Ruud Lubbers
Voorzitter Stichtingsbestuur
98
In het jaarverslag legt het College van Bestuur verantwoording af over het handelen van de universiteit. In
dit jaarverslag vindt u de feiten en cijfers op het gebied van onderwijs, wetenschap en maatschappelijke
dienstverlening.
AmbitiesIn 2010 is het nieuwe Strategisch Plan 2010 – 2013 van start gegaan. Dit plan plaatst de ambities voor deze
periode in een maatschappelijke context die zich kenmerkt door een toenemende concurrentie binnen het
hoger onderwijs en een groeiend belang van de (internationale) kenniseconomie. Veel aandacht gaat uit
naar het onderwijs, opdat Tilburg University zich hierin als kwaliteitsinstelling verder profileert. De lijn van
stimulering van toponderzoek wordt voortgezet, evenals de versterking van de aandacht voor maatschap-
pelijke relevantie van de onderzoeksresultaten. Belangrijke ambitie is het profiel van Tilburg University in
nationale en internationale context te versterken.
Bestuursagenda 2010In haar bestuursagenda legt Tilburg University jaarlijks vast op welke wijze zij in het betreffende jaar uit-
voering geeft aan het vigerende Strategisch Plan. Belangrijke onderwerpen in de Bestuursagenda 2010
waren verhoging van de kwaliteit van het onderwijs, ontwikkeling van Centers of Excellence, valorisatie,
verhoging van het aandeel vrouwen in hogere functies, topsportbeleid, lancering van een nieuwe website
en herverdeling van de taken van centrale diensten. Over de Bestuursagenda 2010 wordt verderop in dit
verslag integraal gerapporteerd.
Intensivering van het onderwijsTilburg University hecht er groot belang aan de onderwijskwaliteit verder te verhogen. De rendementen
van de studieprestaties moeten omhoog, het percentage studie-uitval omlaag. Tilburg University zet zich
in om het studiesucces, met name in de bachelorfase, te vergroten door de onderwijskwaliteit te verhogen.
Bovendien krijgt excellentie in het onderwijs ruime aandacht. In 2010 heeft de universiteit geïnvesteerd in
facultaire onderwijsplannen om deze intensivering te kunnen concretiseren. Bovendien is gestart met een
heroriëntatie op de excellentieprogramma’s om meer differentiatie binnen het onderwijsaanbod mogelijk
te maken.
Toponderzoek in internationaal verbandOm in de nationale en internationale competitie voorop te kunnen lopen, wil het College van Bestuur en-
kele multidisciplinaire centra laten doorontwikkelen tot Centers of Excellence; internationale topinstituten
met een bewezen excellente onderzoekskwaliteit van internationale faam. In 2010 is een eerste aanvraag
voor een Center of Excellence gedaan. Onder leiding van een vooraanstaande commissie heeft eind 2010
de evaluatie plaatsgevonden. In 2011 wordt de bestuurlijke besluitvorming over dit onderwerp verwacht.
Internationale studentenHet aandeel internationale studenten aan Tilburg University steeg in 2010 opnieuw. Tilburg University is
zeer verheugd over de groeiende internationale belangstelling. De verdere internationalisering van de cam-
pus heeft dan ook veel aandacht gekregen met als een van de resultaten de Engelstalige benaming van de
universiteit, de faculteiten en de dienstonderdelen.
Het is een van de ambities om ook de uitgaande mobiliteit te stimuleren. In 2010 heeft de universiteit het
bestaande beleid daarvoor voortgezet.
Valorisatie: Social InnovationMet de slogan Understanding Society ziet Tilburg University het als haar taak een wetenschappelijke bijdrage
te leveren aan de maatschappij. Als een van de key spelers in de regionale samenwerking Mid-point Brabant
heeft de universiteit in 2010 gewerkt aan de contouren van een topinstituut Social Innovation. Door middel
van multidisciplinair onderzoek en in nauwe samenwerking met overheid en bedrijfsleven wordt innovatie
bevorderd op belangrijke maatschappelijke thema’s. In 2011 zal dit topinstituut worden gerealiseerd.
Tilburg University heeft afgelopen jaar ook haar positie in Brainport, een samenwerkingsverband in de
regio Zuidoost Brabant van internationaal bedrijfsleven en instellingen voor hoger onderwijs, versterkt.
Het thema Social Innovation maakt deel uit van het strategisch plan van Brainport. Tevens zijn binnen de
Brainportregio samenwerkingsmogelijkheden verkend met de TU/e en de Universiteit Maastricht.
OrganisatieEen doorlichting van de financiële kolom heeft in 2010 geleid tot aanbevelingen op het vlak van de organi-
satie van de P&C - functie, de invulling van de strategische functie binnen de universiteit en de vaststelling
van relevante stuurinformatie. De aanbevelingen hebben geleid tot projectvoorstellen die in 2011 zullen
worden gerealiseerd.
In 2010 is verder gewerkt aan een visietraject en een herstructurering van de diensten teneinde een verho-
ging van de kwaliteit van de dienstverlening te bewerkstelligen. Tevens wordt daarmee een verhoging van
effectiviteit en efficiëntie nagestreefd en herbezinning op de interne verhouding tussen wetenschappelijke
en ondersteunende organisatieonderdelen.
FinanciënIn het tot voor kort geldende Bama-bekostigingsmodel heeft Tilburg University door haar relatief zeer
goede prestaties in de afgelopen jaren regelmatig forse begrotingsoverschotten gekend. Daarbij was het
perspectief dat er in de jaren vanaf 2010 – 2011 een daling in de bekostiging zou optreden, dat met die
overschotten zou kunnen worden gedicht. Wij voorzagen dan ook in 2010, 2011 en 2012 mogelijk forse te-
kortjaren. De verwachting was dat daarna inkomsten en uitgaven weer in evenwicht zouden komen. Door
de forse Rijksbezuinigingen, die een aantal verschillende elementen kennen en die min of meer toevallig al-
lemaal bij onze universiteit landen, is het financiële perspectief echter belangrijk gewijzigd. Om inkomsten
en uitgaven weer in overeenstemming te brengen zijn daarom fikse bezuinigingen nodig. Bij het schrijven
van het jaarverslag is binnen de instelling een begin met die bezuinigingen gemaakt. Het gaat daarbij om
een zeer ingrijpende bezuiniging die ongeveer 15 procent van onze eerste geldstroom beslaat. Hieraan zal
in 2011 en in de jaren die volgen nadere invulling worden gegeven.
Hein van Oorschot,
Voorzitter College van Bestuur
Voorwoord van het College van Bestuur
1110
1.1 Organogram
Tilburg School of Economics
andManagement
TilburgLaw School
Tilburg Schoolof Social andBehavioralSciences
Tilburg Schoolof Humanities
Tilburg Schoolof Theology
UniversityOffice
Office ofEconomic andAdministrative
Affairs
Library andIT Services
StudentServices
FacilityServices
TiasNimbasBusinessSchool
Board of Governors
Doctorate Board Executive Board
University Council
University Labor &Representation Board
Secretary General
De onderzoeksinstituten verbonden aan Tilburg University zijn onderdeel van een of meerdere schools.
1.2 StichtingsbestuurTilburg University is een zogenaamde ‘bijzondere universiteit’. Anders dan de openbare universiteiten res-
sorteert Tilburg University onder een privaatrechtelijke stichting. Het Stichtingsbestuur bewaakt de doel-
stellingen van de stichting, waaronder de open katholieke identiteit. Ook benoemt het Stichtingsbestuur de
leden van het College van Bestuur. Het Stichtingsbestuur oefent tevens de taken en bevoegdheden uit die
de wet toekent aan de Raden van Toezicht bij openbare universiteiten.
Op 31 december 2010 was het Stichtingsbestuur als volgt samengesteld:
Voorzitter:
- Prof. drs. R.F.M. Lubbers
Leden:
- Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur interne auditdienst APG Groep NV)
- Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds)
- Drs. M.A.M. Leers (voormalig voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen)
- Ir. B.W.M. Koeckhoven (Manager Achmea/Directeur NV Hagelunie)
- De heer W.I.I. van Beek (lid Tweede Kamer)
- Ing. J.P.C.M. van Zijl (Voorzitter MBO-raad)
De commissie Remuneratie / Benoemingen van het stichtingsbestuur bestond op 31 december 2010 uit:
- Prof. drs. R.F.M. Lubbers, voorzitter
- Drs. M.A.M. Leers, plaatsvervangend voorzitter
- Ing. J.P.C.M. van Zijl, plaatsvervangend lid
Het Stichtingsbestuur wordt ondersteund door het hoofd Strategy & Policy / adjunct-secretaris van de
universiteit, mevrouw dr. E.M.R. van der Heijden. Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de
leden van het Stichtingsbestuur is opgenomen in bijlage 2.
1.3 College van BestuurHet College van Bestuur (CvB) vormt het dagelijkse bestuur van de universiteit. Het is belast met alle be-
stuurlijke aangelegenheden en met het beheer van de universiteit. Het College van Bestuur is onder meer
belast met het doelmatig beheer van financiën, de zorg voor het personeelsbeheer en het zorg dragen voor
de veiligheid, de gezondheid en de overige arbeidsomstandigheden. Het College van Bestuur is verant-
woording verschuldigd aan het Stichtingsbestuur.
Per 31 december 2010 bestond het College van Bestuur uit twee personen:
- Mr. H.M.C.M. van Oorschot, voorzitter
- Prof.dr. Ph. Eijlander, rector magnificus
Het College van Bestuur wordt ondersteund door de algemeen directeur / secretaris van de universiteit, de
heer drs. H.A.R.R. Dekkers. Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het College
van Bestuur is opgenomen in bijlage 2.
1.4 RisicobeheersingManagement Control is gericht op het waarborgen van de realisatie van strategische beleidsdoelstellingen.
Voor Tilburg University bestaat deze interne beheersing uit het stellen van strategische kaders en uit regle-
menten en procedures die gericht zijn op het identificeren, analyseren en beheersen van risico’s. Belang-
rijke risico’s zijn de ontwikkeling van de Rijksbijdrage, het niet bereiken van doelen uit het Strategisch Plan
en de lange termijn huisvestingsrisico’s.
1 Organisatie
1312
De belangrijkste instrumenten voor de interne beheersing binnen Tilburg University zijn (niet limitatief):
• Het Strategisch Plan 2010 – 2013, waarin de strategische doelen voor de komende jaren zijn geformuleerd
en dat als uitgangspunt dient voor de jaarlijkse bestuursagenda van de universiteit.
• Het Bestuurs- en Beheersreglement waarin de bevoegdheden van de beheersfunctionarissen, aangesteld
door het College van Bestuur, zijn geregeld.
• De mandaatregeling waarin de bevoegdheden per faculteit en overige beheerseenheden zijn vastgelegd.
• De financiële planning- en controlcyclus die bestaat uit het Taken Middelen Plan waarin meerjarige kaders
worden gesteld en uit de decentrale meerjarenbegrotingen van faculteiten, diensten en gelieerde insti-
tuten die worden goedgekeurd door het College van Bestuur en als basis dienen voor de begroting van
Tilburg University die wordt goedgekeurd door het Stichtingsbestuur.
• Financiële managementrapportages die de beheerseenheden minimaal viermaandelijks indienen bij het
College van Bestuur en waarin wordt gerapporteerd over de realisatie ten opzichte van de begroting, de
verwachtingen voor de rest van het jaar en mogelijke risico’s en de beheersing daarvan.
• Periodieke toetsing van de ontwikkeling van de financiële reserves (concern niveau en beheerseenheden)
ten opzichte van de gestelde normen.
• Cashflowprognoses die worden afgegeven door de treasurer.
• De stuurkaarten onderwijs, onderzoek en personeel waarin prestatie-indicatoren zijn opgenomen afgeleid
uit het Strategisch Plan.
• Periodieke bilaterale overleggen tussen het College van Bestuur en de faculteiten waarin onder andere de
targets en de realisatie van de prestatie-indicatoren op het gebied van onderwijs, onderzoek en personeel
worden besproken.
• Code of Conduct. Tilburg University heeft duidelijke waarden voor gedrag benoemd voor het werken en
studeren bij de universiteit, deze waarden zijn: integriteit, respect, deskundigheid en betrokkenheid.
• De Regeling Nevenwerkzaamheden.
• Een door het College van Bestuur vastgesteld Treasury Statuut dat voldoet aan de Regeling Beleggen en
Belenen.
• De Letter of Representation.
• De aanwezigheid van de afdeling Internal Audit. Review vindt plaats door de externe accountant die ver-
volgens een verklaring afgeeft bij de jaarrekening.
• Periodieke doorlichtingen van de kolommen van de ondersteunende dienstverlening.
• Personeelsenquête.
Het bewustzijn bestaat dat geen enkel systeem van interne beheersing volledige garantie geeft op het in
zijn geheel behalen van gestelde strategische doelen en het voorkomen van fouten. Genoemde instrumen-
ten van interne beheersing worden regelmatig getoetst en geëvalueerd. In 2010 is een concerncontroller
aangesteld om verdere inhoud te geven aan onder andere risicomanagement en heeft de doorlichting
plaatsgevonden van de financiële kolom. Ontwikkelpunt uit deze doorlichting betreft het verder versterken
van de koppeling tussen strategie en financiën.
De rollen van het College van Bestuur en het Stichtingsbestuur op het gebied van interne beheersing
voldeden in het verslagjaar aan de wettelijke kaders zoals deze zijn opgenomen in de Wet op het Hoger
Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Verder is Tilburg University van mening dat de huidige be-
heersstructuur en -mechanismen op dit moment toereikend zijn en voldoende waarborgen bieden om
risico’s waaraan wij onderhevig zijn vroegtijdig te onderkennen en – indien mogelijk – te beheersen. Wij
zijn ons er van bewust dat het systeem – mede in het licht van toekomstige ontwikkelingen – niet definitief
af is en zijn van daaruit op zoek naar verdere doorontwikkeling en verbetering.
1.5 FinanciënBegroting 2011
(bedragen x € 1.000) Begroting 2011 Geconsolideerd
Baten Rijksbijdrage OCW 105.165
Correctie inkomensoverdrachten -4.795
Collegegelden 21.600
Baten werk i.o.v. derden 57.585
Overige baten 17.151
Totaal van de baten 196.706
Lasten Personele lasten 151.266
Overige lasten 58.297
Totaal van de lasten 209.563
Saldo baten en lasten -12.857
Financiële baten en lasten Financiële baten 2.325
Financiële lasten 1.878
Saldo financiële baten en lasten 447
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering -12.410
Buitengewone bedrijfsvoering Buitengewone baten 0
Buitengewone lasten 0
Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering 0
Aandeel derden -/- 0
Exploitatiesaldo -12.410
1514
Vergelijking met balansposten 2010Het totale vermogen is met bijna m€ 11 toegenomen tot ruim m€ 274 per ultimo 2010. Het exploitatiete-
kort (-m€ 6) is in mindering gebracht op het eigen vermogen. De toename van de langlopende schulden
met m€ 13 hangt samen met een nieuwe lening ter financiering van een aantal huisvestingsprojecten. Door
deze projecten is ook de waarde van de materiële vaste activa gestegen. De kortlopende schulden zijn door
vooruitontvangen termijnen onderhanden werk met m€ 4 gestegen.
Analyse kasstromenPer ultimo 2010 bedraagt de stand van de liquide middelen ruim m€ 106. Dit is een lichte groei ten op-
zichte van vorig jaar. Het saldo van inkomende en uitgaande kasstromen uit operationele activiteiten was
in 2010 ruim m€ 9 positief. Er is voor een bedrag van m€ 20 geïnvesteerd in materiële vaste activa en
financiële vaste activa. Voor de investering in materiële vaste activa is een nieuwe lening aangetrokken
van m€ 15. Gesaldeerd met de aflossingen heeft dit een positieve kasstroom uit financieringsactiviteiten
opgeleverd van m€ 13.
Bestuursagenda 2010Met de vaststelling van het Strategisch Plan 2010 – 2013 zijn de hoofdonderwerpen van instellingsbeleid voor de periode 2010 – 2013 vastgesteld en is de richting aangegeven waarin deze worden uitgewerkt. Deze bestuursagenda geeft de uitwerking daarvan voor het begrotingsjaar 2010.
Dit is het eerste jaar onder het Strategisch Plan 2010 – 2013. Tevens zijn in deze agenda die onderwerpen
opgenomen die eerder zijn gepland, maar nog niet gerealiseerd in 2009.
Bij een aantal onderwerpen wordt onder ‘middelen’ ‘Pro Memorie (PM)’ gemeld. Dit is een consequentie
van de aard van de betreffende projecten: het gaat in de meeste gevallen om beleidsvoorbereiding die ten
laste komt van de lopende exploitatie en die resulteert in een werkplan met begroting. De voor de uitvoering
van het te ontwikkelen beleid benodigde middelen zijn met andere woorden meestal aan het eind van het
beleidsvoorbereidende traject bekend.
Onder ‘actie’ is aangegeven welk Collegelid het betreffende onderwerp in portefeuille heeft. Tevens is aan-
gegeven welk organisatieonderdeel binnen de diensten in eerste instantie verantwoordelijk is voor het
project in kwestie. Deze verantwoordelijkheid houdt tevens in dat het betreffende organisatieonderdeel
verantwoordelijk is voor afstemming en coördinatie met andere organisatieonderdelen. Voor de uitvoering
van de prioriteiten Strategisch Plan voor 2010 ten laste van het FBI is een bedrag van k€ 451 toegekend en
staat k€ 1.549 gereserveerd.
1. Onderwijs
Waardering van onderwijs
Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013
Doel/omschrijving: Bevorderen van waardering voor onderwijs. Het betreft enerzijds het bevorderen van
excellentie van docenten (basis- en seniorkwalificatie), anderzijds het belonen van
onderwijskwaliteit.
Resultaat: In 2010 zijn een coördinator en trainer Basiskwalificatie Onderwijs aangesteld. De
eerste trainingen zijn gegeven aan beginnende docenten met een zeer goed resultaat.
Ook zijn de facultaire onderdelen van dit docentprofessionaliseringstraject van start
gegaan.
Middelen: Regulier
Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, Human Resources
Tijdschema: 2010 e.v.
Kwaliteit van onderwijs
Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013
Doel/omschrijving: Verhogen van kwaliteit van onderwijs, bijtrekken van het onderwijsbeen door het tref-
fen van maatregelen op het terrein van studievoortgang, studiebegeleiding en onder-
wijsprocessen, waaronder verhoging van de BSA-norm en pilots met intakegesprek-
ken, en diverse deelprojecten op het gebied van activerend leren
2 Bestuursagenda 2010
1716
Resultaat: In 2010 zijn diverse maatregelen genomen om de kwaliteit van het onderwijs te ver-
sterken. De verhoging van de BSA-norm naar 42 ECTS is een feit. Faculteiten hebben
plannen ingediend om het onderwijs te kunnen intensiveren. Deze plannen zijn door
het College geaccordeerd en van een startsubsidie voorzien. Bij twee faculteiten heb-
ben pilots met intakegesprekken plaatsgevonden. De conclusies hiervan zijn begin
2011 bekend. Er zijn diverse initiatieven op het gebied van activerend leren genomen,
waaronder het gebruik van stemkastjes tijdens colleges, het gebruik van weblectures
en vormen van peer review.
Middelen: FBI, regulier
Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, faculteiten, Library and IT Services
Tijdschema: 2010 e.v.
BaMa-structuur in internationale context
Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013
Doel/omschrijving: Aanscherpen van BaMa-structuur in een internationale context
Resultaat: Van het Ministerie van OCW hebben de Nederlandse universiteiten middelen gekre-
gen ter stimulering van joint degrees. Deze middelen worden verspreid over de pe-
riode 2009-2013 toegekend. Tilburg University zal deze middelen gebruiken om een
tweetal stimuleringsprogramma’s op te zetten: een programma dient ter stimulering
van joint bachelor- en masterprogramma’s; het andere programma is bedoeld voor de
stimulering van joint PhD programma’s. De uitwerking van beide stimuleringsplan-
nen staat gepland voor 2011.
Middelen: FBI, regulier
Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, International Office, faculteiten
Tijdschema: 2010 e.v.
Actualiseren van onderwijs
Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013
Doel/omschrijving: Actualisering van het onderwijsaanbod
Resultaat: In 2010 is voor enkele masteropleidingen een macrodoelmatigheidstoets aange-
vraagd. Ook is met enkele opleidingen gestopt die niet kostendekkend waren, dan wel
niet meer pasten in de nieuwe strategie van een faculteit. Om de relaties met het be-
roepenveld te versterken zijn er enkele initiatieven genomen op het terrein van stages
voor studenten. Ook is de profilering van enkele bacheloropleidingen aangescherpt
zodat de diversiteit onder de uitstroomprofielen kon worden vergroot. Het gaat hier
met name om bacheloropleidingen van de Tilburg School for Humanities.
Middelen: FBI, regulier
Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, faculteiten
Tijdschema: 2010 e.v.
ICT in het onderwijs
Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013
Doel/omschrijving: Bevorderen van ICT in het onderwijs/Onderwijsinnovatie
Resultaat: Via enkele initiatieven op het gebied van Blended Learning en door deelname in het
landelijke OASE-project dat het gebruik van weblectures in het Hoger Onderwijs sti-
muleert wordt het gebruik van ICT in het onderwijs bevorderd. Door middel van ICT-
onderwijsbijeenkomsten wordt gestreefd naar optimale kennisdeling op het gebied
van onderwijsinnovatie.
Middelen: FBI (k€ 250), regulier
Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy, Library and IT Services
Tijdschema: 2010 e.v.
Organisatie onderwijsondersteuning
Aanleiding / Kader: Strategisch plan 2010-2013
Doel /omschrijving: Projecten op het gebied van kwaliteitsverbetering en kwaliteitszorg vragen om gekwa-
lificeerd ondersteunend personeel.
Resultaat: De bundeling van onderwijsondersteuning op centraal niveau is verkend. Helder is dat
door samenvoeging van kennis op het gebied van ICT in het Onderwijs, docentpro-
fessionalisering en toetsexpertise, de voor onderwijsinnovatie noodzakelijke profes-
sionalisering kan worden gestimuleerd. Vooralsnog is gekozen voor een herplaatsing
van enkele medewerkers. In 2011 zal in nauwe samenwerking met de faculteiten een
optimale bundeling van onderwijsondersteuning worden vastgesteld en gerealiseerd.
Middelen: PM
Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy
Tijdschema: Start in 2010
Diversiteitsbeleid
Aanleiding / Kader: Strategisch Plan 2006-2009 en 2010-2013
Doel /omschrijving: Tilburg University wil bevorderen dat het aantal allochtone studenten toeneemt, de
uitval vermindert en hun studieresultaten verbeteren door middel van het uitvoeren
van projecten die leiden tot:
• bevordering van sociale verbanden en voorzieningen van/voor allochtone studen-
ten.
• voorlichting gericht op de doelgroep en hun ouders.
Resultaat: In 2010 zijn enkele initiatieven ontplooid om de allochtone student zich beter thuis
te laten voelen op de universiteit. Specifiek is ingezet op een betere voorlichting voor
deze studenten door enkele middelbare scholen te bezoeken. Ook is er een zeer suc-
cesvolle bijeenkomst georganiseerd ter gelegenheid van het Suikerfeest.
Middelen: FBI (reservering is reeds gemaakt)
Actie: Voorzitter, Strategy & Policy i.s.m. Student Services en Communications & Marketing
Tijdschema: 2010 e.v.
1918
2. Onderzoek
Ontwikkeling Centers of Excellence
Aanleiding / Kader: Strategisch plan 2010-2013
Doel /omschrijving: Om in de nationale en internationale competitie mee te kunnen doen zal Tilburg
University de mogelijkheid scheppen om een aantal van onze multidisciplinaire on-
derzoekscentra door te laten ontwikkelen tot een universitair Center of Excellence.
Resultaat: In 2010 is de eerste aanvraag voor een Center of Excellence gedaan door het instituut
Intervict. Onder leiding van een vooraanstaande commissie hebben een evaluatie en
site visit plaatsgevonden. In 2011 worden de conclusies van de commissie verwacht.
Middelen: PM
Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy
Tijdschema: Start in 2010
Valorisatie
Aanleiding / kader: Strategisch plan 2010-2013
Doel /omschrijving: Versterken van de impact van onderzoek. Versterking van verankering van Tilburg Uni-
versity in de regionale en nationale kennisinfrastructuur.
Resultaat: In 2011 heeft de universiteit haar regionale positie versterkt binnen het kader van Mid-
point Brabant. De contouren voor een topinstituut Social Innovation zijn ontworpen.
Door multidisciplinair onderzoek en in nauwe samenwerking met overheid en het
bedrijfsleven geeft de universiteit vorm aan innovatie op belangrijke maatschappelijke
thema’s. In 2011 zal dit profiel van Social Innovation verder worden verdiept.
Middelen: Regulier
Actie: Rector Magnificus, Strategy & Policy
Tijdschema: 2010
3. Personeel
Internationale (top)medewerkers
Kader: Strategisch plan 2010-2013, 11-puntenplan Human Resources 2009-2013
Doel: Aanpassing van onze werving, selectie en arbeidsvoorwaarden om effectief op de in-
ternationale onderzoeksmarkt te kunnen opereren.
Resultaat: Werving en selectieprocessen zijn gedigitaliseerd, wat het solliciteren voor internati-
onale medewerkers vergemakkelijkt. Samen met de Tilburg School of Social and Be-
havioral Sciences is een draaiboek ontwikkeld voor de facilitering van internationale
medewerkers tijdens werving- en selectieprocedures en de settling-in fase. Samen
met VSNU wordt uitgezocht of er mogelijkheden zijn, en zo ja welke, om de arbeids-
voorwaarden meer af te stemmen op de behoeften van internationale kenniswerkers.
Middelen: Regulier
Actie: Voorzitter, Human Resources
Tijdschema: 2010
Sturen op prestaties en talent
Kader: Strategisch plan 2010-2013, 11-puntenplan Human Resources 2009-2013,
P-enquête 2009
Doel: Sturing op talent, prestaties en competenties ter bevordering van de kwaliteit van
werk.
Resultaat: Binnen Tilburg University is commitment voor de noodzaak van prestatie- en ont-
wikkelingsgericht sturen. In 2010 zijn daarvoor de nodige instrumenten ontwikkeld.
Leidinggevenden zullen in 2011 ondersteund worden bij de implementatie van dit
nieuwe beleid. Een faculteit en een dienst hebben zich beschikbaar gesteld om als
pilot te fungeren bij het invoeren van bewust belonen. Dit zal in 2013 worden geëvalu-
eerd.
Middelen: Regulier, PM
Actie: Voorzitter, Human Resources
Tijdschema: 2010-2011
Aandeel vrouwen in hogere functies (WP en OBP)
Kader: Strategisch plan 2010-2013, 11-puntenplan Human Resources 2009-2013
Doel: Minimaal 15 procent van de hoogleraren binnen Tilburg University is in 2013 vrouw en
vergroting van aandeel vrouwen in top van OBP-functies. In het kader van het Charter
‘Talent naar de Top’ evalueren en precieze targets formuleren.
Resultaat: Tilburg University heeft haar doelstellingen voor 2010 gerealiseerd, zowel wat betreft
het aantal vrouwen in hogere wetenschappelijke functies als voor het aantal vrouwen
in hogere OBP functies.
Middelen: Regulier, PM
Actie: Voorzitter, Human Resources
Tijdschema: 2010 e.v.
4. Organisatie
International Campus fase 2
Kader: Strategisch plan 2010-2013
Doel: Verbetering en optimalisering van dienstverlening aan internationale studenten en
medewerkers.
Resultaat: In de tweede fase van het programma ‘Towards an International Campus’ is integra-
tie een van de hoofdthema’s. In 2010 is de voorbereiding gestart voor de opzet van
een geïntegreerde introductie voor alle nieuwe (internationale) studenten vanaf 2011.
In het kader van het thema taal hebben sinds de start van het programma in 2007
meer dan 1200 medewerkers en 500 studenten aan de English Language Assessment
deelgenomen om op basis daarvan het gebruik van het Engels te verbeteren. In 2010
heeft een recordaantal van 470 internationale studenten en medewerkers een cur-
sus Nederlands gevolgd. Middels het derde thema, bevordering van de interculturele
competentie, is in 2010 door 380 studenten een workshop gevolgd.
2120
Middelen: FBI (nog geen reservering) naar schatting k€ 200 (matched funding)
Actie: Rector Magnificus, International Office
Tijdschema: Start van deelprojecten vanaf 2010 met verschillende doorlooptijd.
Evaluatie Tilburg School of Theology
Aanleiding / Kader: Afspraak met Nederlandse Bisschoppenconferentie, Tilburg School of Theology en
Tilburg University.
Doel: Bij het tot stand komen van de Tilburg School of Theology is afgesproken dat het con-
venant dat in verband daarmee tussen de Nederlandse Bisschoppenconferentie, de
Tilburg School of Theology en Tilburg University is gesloten na drie jaar geëvalueerd
zou worden. Deze evaluatie is voorzien voor 2011.
Resultaat: Evaluatie
Middelen: Regulier
Actie: Voorzitter, Strategy & Policy
Tijdschema: 2011
Topsportbeleid
Kader: Strategisch Plan 2010-2013, Strategisch plan Student Services 2010-2013
Doel: Tilburg University aantrekkelijker maken voor studenten die hun studie willen combi-
neren met topsport. Bijkomend effect kan zijn een grotere bekendheid van Tilburg als
studentenstad en Tilburg University in het bijzonder
Resultaat: In het najaar is de nota Topsport aanvaard. Hierin zijn twee kernsporten benoemd
(hockey en roeien), die door een aantal gerichte maatregelen worden ondersteund en
ontwikkeld. Verder is het de bedoeling de universiteit aantrekkelijker te maken voor
studenten die hun studie willen combineren met topsport. Bijkomend effect kan zijn
een grotere bekendheid van Tilburg als studentenstad en de universiteit in het bijzon-
der.
Middelen: FBI. In 2009 zijn de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de samenwerkings-
overeenkomst met TMHC (Tilburg Mixed Hockey Club) nog via de exploitatie uit de
reserves van Student Services gefinancierd.
Actie: Voorzitter, Student Services
Tijdschema: Voorjaar 2010
Herverdeling taken centrale diensten
Aanleiding / Kader: Strategisch Plan 2010-2013
Doel: Voor het kwaliteitsniveau van de ondersteunende diensten wordt een 4 uit 5 nage-
streefd. De structuur van de ondersteuning dient aan te sluiten bij deze ambitie. In
het Strategisch Plan is reeds aangegeven dat er aanleiding bestaat om de taakverde-
ling tussen de verschillende centrale diensten te bezien. Met name het takenpakket
van General Services is de laatste jaren sterk uitgebreid, met vooral uitvoerende werk-
zaamheden. Om tegemoet te komen aan de ambities, is de tijd rijp om ook te gaan
kijken naar de structuur van de organisatie.
Resultaat: Organisatieplan
Middelen: PM
Actie: Voorzitter, Secretaris Universiteit
Tijdschema: 2010
5. ICT
Toekomst kantoorautomatisering
Aanleiding / Kader: Beleids- en Organisatieplan Library and IT Services 2007-2010, vast te stellen ICT
architectuurplan voor de gehele instelling
Doel: Eind 2007 / begin 2008 is een concept van een nieuwe werkplek gepresenteerd. Deze
nieuwe werkplek maakt gebruik van diverse Microsoft producten. In de laatste helft
van 2008 is begonnen met de technische inrichting van deze omgeving ter voorberei-
ding op de uitrol. De invoering vindt in 2010 plaats.
Resultaat In 2010 is de technische basisinfrastructuur voor ‘de nieuwe werkplek’ gerealiseerd.
Het eerste, voor gebruikers zichtbare, resultaat was de introductie van een applicatie
waardoor met usernaam en wachtwoord gebruik gemaakt kan worden van talloze ap-
plicaties. Eind 2010 zijn de eerste gebruikers overgezet naar de nieuwe mail/calendar/
to-do/contacts omgeving en is de procedure uitgewerkt zodat de eerste helft van 2011
alle medewerkers kunnen migreren.
Middelen: Binnen het Subcompartiment ICT zijn middelen voor dit project ter beschikking ge-
steld.
Actie Voorzitter, Library and IT Services
Tijdschema: Start uitrol eind 2009
Nieuw bibliotheeksysteem
Aanleiding / Kader: Advies SIA van 13 maart 2007
Doel: In 2008 / 2009 wordt de nieuwe search engine in het project ‘Beter zoeken en vinden
van wetenschappelijke informatie‘ geïmplementeerd. Volgende stappen in het bij de
tijd brengen van onze bibliotheeksystemen zijn de keuze van een nieuw lokaal biblio-
theeksysteem voor het beheren van onze boekencollectie en de selectie van een sys-
teem voor het beheren van de elektronische licenties. De laatste selectie zal gedaan
worden samen met de UKB, de samenwerking van de universiteitsbibliotheken in
Nederland.
Resultaat: GetIT, de nieuwe zoekmachine voor wetenschappelijke informatie, is geïntroduceerd,
waarmee via een zoekopdracht in diverse databases gezocht kan worden. Met GetIT
is het mogelijk geworden om te zoeken middels facetten. Er is uitgebreid onderzoek
gedaan naar mogelijke opvolgers van het lokale bibliotheeksysteem. De definitieve
keuze zal in 2011 worden gemaakt.
Middelen: Kosten voor het selectieproces k€ 10. Aanschaf van een lokaal systeem plus bijdrage
Tilburg University aan het door de UKB te kiezen systeem voor elektronische licenties:
PM (reservering ICT-fonds in totaal k€ 250)
Actie: Voorzitter, Library and IT Services
Tijdschema: Selectieproces in 2010, start implementatie in 2011.
2322
6. Communicatie en Marketing
Internationale marketing
Kader: Strategisch plan 2010-2013 en uitkomst projectgroep internationale marketing com-
municatie
Doel: Verhoging van de instroom uit het buitenland, verbetering van de kwaliteit van de
instroom uit het buitenland, verbetering van de onderlinge werkverdeling van facul-
teiten en diensten op dit terrein.
Resultaat: De ontwikkeling van internationale marketing ligt op schema. Najaar 2010 is de eerste
versie van de internationale website, primair gericht op studiezoekers, live gegaan.
Ook wordt volop geëxperimenteerd met de toepassing van social media. De mobiele
internationale wervingssite is in voorbereiding, net als de universiteitsbrede marke-
tingstrategie. De focus op doellanden en verbetering van organisatie en samenwer-
king maken daar deel van uit.
Middelen: FBI, regulier
Actie: Rector Magnificus, International Office, Communications & Marketing
Tijdschema: Vanaf 2010 tot eind van het project in 2012/2013.
7. Huisvesting
Huisvesting Tilburg School of Social and Behavioral Sciences
Aanleiding / Kader: Lange termijn huisvestingsplan
Doel: Nieuwbouw realiseren ten behoeve van Tilburg School of Social and Behavioral Scien-
ces
Resultaat: Het programma van eisen is eind 2010 in concept afgerond. De economische situ-
atie en intensivering onderwijs zijn aanleiding om het concept programma van eisen
nog een keer te screenen in 2011. Er zijn verkennende gesprekken gevoerd met de
gemeente. Het parkeren vraagt, zowel tijdens de bouwtijd als in de definitieve situatie,
extra aandacht.
Middelen: Planvorming ten laste van reguliere middelen; uiteindelijk subcompartiment Huisves-
ting
Actie: Voorzitter, Facility Services
Tijdschema: 2010 e.v.
Studentencentrum Binnenstad
Aanleiding/kader: Studiereis van studenten naar Leuven, College van Bestuur en gemeentebestuur
Doel: Om Tilburg Studentenstad een extra impuls te geven, te onderzoeken of het vestigen
van een Studentencentrum in de binnenstad haalbaar is. In dit centrum kunnen een
mensa, een studentencafé, studentenwerkplekken en vergaderruimten worden opge-
nomen.
Resultaat: In 2010 is ingeschreven op de openbare verkoop door de gemeente van ‘het Duvel-
hok’. Tilburg University is hier als winnende partij uitgekomen. De uitwerkingen van
het contract zijn nog in onderhandeling.
Middelen: Regulier
Actie: Voorzitter, Student Services in samenwerking met studenten
Tijdsschema: 2010
Duurzaamheidsplan.
Aanleiding / Kader: Maatschappelijke en interne ontwikkelingen (incl. aankondiging in de Universiteits-
raad)
Doel: Inventarisatie van bestaande activiteiten en bestaand beleid op het gebied van duur-
zaamheid en op basis daarvan komen tot een vernieuwing, aanvulling en meer geïn-
tegreerde aanpak.
Resultaat: In 2010 is een beleidsnotitie duurzaamheid vastgesteld door het College van Bestuur
welke de basis vormt voor de verdere uitwerking van duurzaamheidsprojecten. Het
eerste project; keuze van ‘Greencalc’ als duurzaamheidsmeetlat is bepaald. Tevens
zijn enkele energiebesparende projecten in opdracht gegeven, waaronder energiebe-
sparende besturing van liften, adiabatische koeling en led-verlichting.
Middelen: Regulier
Actie: Voorzitter, Facility Services
Tijdschema: 2010
8. Facilitaire voorzieningen
Aanbesteding cateringvoorzieningen
Aanleiding / Kader: Afloop contract Albron, klanttevredenheidsonderzoek
Doel: Realiseren van een nieuw cateringconcept met meer variatie en betere prijs/kwaliteits-
verhouding
Resultaat: In 2010 zijn overeenkomsten gesloten met drie leveranciers en met een vierde wordt
nog onderhandeld. Er zijn verschillende cateringconcepten gerealiseerd met een geva-
rieerd aanbod aan cateringvoorzieningen in het Restaurant en gebouw Prisma. Weer
een ander concept zal vanaf de opening in gebouw Academia begin 2011 operationeel
zijn.
Middelen: Reguliere middelen en subcompartiment huisvesting voor de bouwkundige aanpas-
singen.
Actie: Voorzitter, Facility Services
Tijdschema: 2010
2524
3.1 Onderwijs
Elsevier 2010
Tilburg University is voor het vierde achtereenvolgende jaar uitgeroepen tot beste specialistische universi-
teit in het jaarlijks onderzoek van het weekblad Elsevier. Tilburg scoort volgens het oordeel van hoogleraren
en docenten met vijf opleidingen als beste van Nederland: Economie, Econometrie en Operationele Re-
search, Accountancy, Fiscaal Recht en Rechtsgeleerdheid . De tweede plaats in hun categorie scoorden de
Tilburgse opleidingen Business Studies en Sociologie. Studenten vinden de opleiding Communicatie- en
Informatiewetenschappen een eerste plaats waard.
Bijna 2.500 hoogleraren en hoofddocenten van universiteiten en zestigduizend studenten deden mee aan
het jaarlijkse onderzoek van Elsevier, dat voor de zestiende keer werd gehouden. Dertien universiteiten
werden onder de loep genomen en onderverdeeld in drie groepen: brede, specialistische en technische
universiteiten.
De hoogleraren en hoofddocenten beoordeelden de kwaliteit van de docenten en hun wetenschappelijke
werk en ook het programma van de bachelor- en masteropleidingen. De studenten legden de opleidingen
langs de lat volgens de volgende criteria: de faciliteiten, het programma, de kwaliteit van het onderwijs en
van de docenten, de manier van toetsen en de interne organisatie en communicatie. Ook werd gekeken
naar de kansen voor afgestudeerden op de arbeidsmarkt.
WO-monitor 2009
In het najaar van 2009 heeft de tweejaarlijkse meting voor de WO monitor plaatsgevonden onder mas-
teralumni van Tilburg University. De resultaten van dit onderzoek zijn in 2010 gerapporteerd. De WO-
monitor geeft inzicht in de ervaren kwaliteit van het onderwijs, de aansluiting van het onderwijs op de
arbeidsmarkt en de huidige positie van de alumni op de arbeidsmarkt. Tilburg University scoort goede rap-
portcijfers als het gaat om de inhoudsdeskundigheid en de onderzoekservaring van de docenten. Minder
tevreden zijn de respondenten over de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk. Hier scoort Tilburg
University lager dan landelijk gemiddeld. Van de onderzochte alumni heeft 88 procent betaald werk. Daar-
van werkt 57 procent op een functie waarvoor minimaal WO-niveau is vereist. Gemiddeld verdienen alumni
van Tilburg University twee jaar na het afstuderen een bedrag van 2.619 euro bruto per maand. Dit is 28
euro meer dan het landelijk gemiddelde.
Keuzegids Masters 2010
Op 15 februari 2010 verscheen de Keuzegids Masters, met beoordelingen van masteropleidingen van Ne-
derlandse WO- en HBO-instellingen. Van Tilburg University zijn in totaal 21 masters beoordeeld. Twee mas-
ters van de faculteit Rechtswetenschappen kwamen als beste uit de bus in de categorie WO Internationaal
en Europees Recht: International Business Law en International and European Public Law. Volgens de gids
staan deze masters bovenaan “met applaus voor de inhoud en samenhang van de programma’s, die ook
goed haalbaar zijn in de gestelde tijd.”
3.2 Onderzoek
3.2.1 Internationale rankings
Social Science Research Network
In de lijst van de ‘Top Economics Departments & Research Centers’ van het Social Science Research Net-
work (SSRN) staat Tilburg University wereldwijd op de eerste plaats. De Tilburg School of Economics and
Management laat hiermee een aantal klassieke topuniversiteiten als Harvard achter zich.
Op de tiende plaats in dezelfde ranking staat onderzoeksinstituut TILEC, het Tilburg Law and Economics
Center.
In de SSRN-ranking voor de ‘Top International Law Schools’ scoort de Tilburg Law School als beste buiten
de Verenigde Staten. In de wereldwijde ranking staat Tilburg Law School op een veertiende positie.
Academic Ranking of World Universities
Op de lijst van de beste universiteiten ter wereld binnen de Social Sciences van de Academic Ranking of
World Universities heeft Tilburg University een positie bij de beste honderd gehaald. Binnen Europa staat
Tilburg op de dertiende plaats. In het veld van Economics and Business doet de universiteit het zelfs nog
wat beter: hier wordt een plek bij de beste 77 van de wereld gehaald en de twaalfde plaats binnen Europa.
University of Dallas Ranking
De Tilburg School of Economics and Management heeft net als vorig jaar de derde positie in de University
of Dallas Ranking van Europese Business Schools behaald. Wereldwijd staat men op een 44e plaats, en is
daarmee de hoogst genoteerde Nederlandse universiteit.
Arizona State University Finance Ranking
In de Arizona State University Finance Ranking van universiteiten op het gebied van finance, staat Tilburg
University op de 66e plaats. Van alle Europese universiteiten neemt Tilburg een vierde positie in.
Times Higher Education World University Rankings
In de THE ranking van ‘Top Arts and Humanities Universities’ staat Tilburg University op de 48e plaats.
Binnen Europa staat Tilburg op de zeventiende positie.
3.2.2 Tilburg University Economics Ranking
De Tilburg School of Economics and Management heeft in 2009 haar eigen onderzoeksranking gepubli-
ceerd. Deze ranking geeft een overzicht van de honderd beste onderzoeksscholen in de economie ter we-
reld. De lijst wordt aangevoerd door Harvard University. Tilburg staat zelf op de 23e positie in deze ranking
en neemt de derde positie wat betreft Europese universiteiten in.
3 Ranking Tilburg University
2726
3.3 Ranking TiasNimbasFinancial Times:
Worldwide Full time MBA 2010, januari 2010: positie 89 wereldwijd, 24 in Europa.
Custom Programmes 2010, mei 2010: positie 47 wereldwijd, 26 in Europa, 2 in Benelux.
Open enrolment Programmes 2010, mei 2010: positie 59 wereldwijd, 23 in Europa.
Masters in Management 2010, september 2010: positie 55 wereldwijd, 50 in Europa.
International Executive MBA 2010, november 2010: positie 21 wereldwijd, 11 in Europa, 1 in Benelux.
European Business Schools 2010, december 2010: positie 24 in Europa.
4.1 Overzicht onderzoekscentra
4.1.1 Babylon
Babylon is in 2002 opgericht door de Tilburg School of Humanities en de Tilburg School of Social and
Behavioral Sciences als het multidisciplinaire en interfacultaire centrum voor onderzoek naar de multicul-
turele samenleving.
Babylon is in 2010 uitgegroeid tot de coördinatiepoot van een groot internationaal consortium over taal en
superdiversiteit, waaraan onderzoekers en centra deelnemen uit Duitsland, Groot-Brittannië, Denemarken,
Finland, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Australië. Dit consortium is tevens een Max Planck Research
Group geworden, geassocieerd met het Max Planck Institute for the Study of Ethnic and Religious Diversity
in Göttingen, Duitsland. Met dit consortium is een vijfjarig werkplan ontwikkeld, met daarin een hele reeks
projectaanvragen op diverse schaalniveaus en minstens twee internationale congressen. De intensiteit van
uitwisseling, contact, onderzoek en publicaties is daardoor in een hogere versnelling geschakeld en Baby-
lon speelt nu een rol op het allerhoogste internationale niveau.
4.1.2 CentERdata
CentERdata is een non-profit instituut voor online dataverzameling en toegepast economisch en metho-
dologisch onderzoek. Het instituut werkt voornamelijk voor wetenschappelijke organisaties, ministeries
en overheidsinstellingen. Er wordt nauw samengewerkt met de faculteiten en andere instituten van Tilburg
University, zodat een meerwaarde op het gebied van gegevensverzameling, theorievorming, methoden van
onderzoek en interpretatie van onderzoeksresultaten ontstaat.
Het in 2006 gestarte MESS (Measurement and Experimentation in the Social Sciences) project is in 2010
door een externe commissie tussentijds geëvalueerd. De commissie stelde met tevredenheid vast dat de
kern van het project, het zogenaamde LISS panel, functioneert zoals werd beoogd en bekend is bij onder-
zoekers in binnen- en buitenland. Naar het oordeel van de commissie verloopt het project goed en verdere
inzet ervan wordt aangemoedigd. Een aanvullende subsidie van k€ 750 werd toegekend. Ook het CentER-
panel werd in 2010 veelvuldig ingezet voor tal van vragenlijsten en experimenten. Van het langstlopende
onderzoek, de DNB Household Survey, werd in 2010 de 18e golf afgenomen.
In het verlengde van de genoemde panels is CentERdata samen met de vakgroep Klinische Gezondheids-
psychologie van de School of Social and Behavioral Sciences aan Tilburg University en het Integraal Kan-
kercentrum Zuid (IKZ) te Eindhoven in 2009 gestart met het opzetten van een vergelijkbare infrastructuur
voor een studie naar het welbevinden van (ex-)kankerpatiënten. In 2010 is de infrastructuur opgeleverd en
zijn de eerste data verzameld. Samen met het departement Econometrie & Operations Research werd een
e-learning omgeving ontwikkeld voor het Wiskunde D project. Op internationaal terrein werden projecten
uitgevoerd in het kader van het Europese SHARE project (Survey of Health, Ageing, and Retirement in Eu-
rope) en het IMPACT project (Impact Measurement and Performance Analysis of CSR) in opdracht van het
National Centre for Social Research in Londen.
4 Onderzoeksinstituten
2928
Het zwaartepunt van CentERdata’s toegepast economisch onderzoek lag in 2010 op het vlak van arbeids-
marktonderzoek. Het betreft onder meer arbeidsmarktramingen voor het Ministerie van OCW en een twee-
tal onderzoeken voor het Ministerie van SZW: één onderzoek naar aanleiding van het experiment bevor-
dering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders in de Wet Werk en Bijstand (WWB) en één onderzoek met
betrekking tot de evaluatie van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ).
4.1.3 Centrum voor Patristisch Onderzoek
Aan het Centrum voor Patristisch Onderzoek (CPO) van Tilburg University en de Vrije Universiteit Amster-
dam werken 25 theologen, filologen en godsdienstwetenschappers van verschillende levensbeschouwelijke
achtergronden samen aan om wetenschappelijk onderzoek te doen naar de vroege kerk in haar culturele
en historische context. Ook het Leids Instituut voor Godsdienstwetenschap participeert in dit onderzoek.
Op 12 maart 2010 aanvaardde prof.dr. B. Koet aan Tilburg University zijn leeropdracht met het uitspreken
van zijn oratie getiteld: Dromen tussen Jeruzalem en Rome. Over droomverhalen van Hieronymus en Monica.
Prof. Koet bekleedt de aan het CPO gerelateerde leerstoel Vroegchristelijke exegese van de Schrift. De oratie
werd voorafgegaan door een interdisciplinaire studiedag over de functie van dromen in theologische en fi-
losofische werken. Aan deze studiedag namen 150 mensen deel; de oratie werd door meer dan 250 mensen
bezocht.
Op 9 april 2010 werd de First Dutch Annual Lecture in Patristics gehouden. In de Tinbergenzaal van de KNAW
sprak prof.dr. h.c. Christoph Markschies, patristicus en rector magnificus van de Humboldt-Universität te
Berlijn, een rede uit getiteld: ‘Does It Make Sense to Speak about a ‘Hellenization of Christianity’ in Anti-
quity?’ Deze lecture werd door meer dan 100 mensen bezocht. Hieraan voorafgaand vond onder leiding
van Prof. Markschies een masterclass plaats voor de 8 promovendi, die hun onderzoek doen bij de direc-
teur van het CPO.
In het jaar 2009-2010 verzorgde Revd. Professor Andrew Louth FBA als gasthoogleraar aan de VU Univer-
sity Amsterdam verschillende lectures en was verbonden aan het CPO.
Op 26 november promoveerde dr. Daniel Napier aan de VU University bij prof.dr. P. van Geest. Zijn proef-
schrift is getiteld: From the Circular Soul to the Cracked Self: A Genetic Historiography of Augustine’s Anthro-
pology from Cassiciacum to the Confessiones. Napier blijft verbonden aan het CPO als senior research fellow.
Dr. Emiliano Fiori, via het ERC project van dr. Hagit Amirav verbonden aan het CPO, heeft de John Temple-
ton Award for Theological Promise gekregen, verbonden aan de Universiteit van Heidelberg. De prijs is ook
verbonden met de Amerikaanse stichting die de jaarlijkse Templeton Prize uitreikt.
In 2010 werden in het kader van expert meetings een aantal onderzoekers uit het buitenland uitgenodigd
om aan het CPO de volgende lezingen te houden: Dr. Gavin Kelly (Edinburgh); Prof.dr. Craig Morrison (Bi-
blicum, Rome); Jaesung Dr. Cha (Korea); Dr. Amerigo Miranda (Augustinianum, Rome): The definition of
‘spiritual man’ in the works of Chrysostom.
Prof. Paul van Geest gaf gastcolleges aan het Centre for Early Christian studies, Hebrew University, Jeru-
salem, Leuven, het Institutum Patristicum Augustinianum, Rome (6 mei) en in het Patristic Seminar van
Oxford University (14-16 juni). In de maanden november- december was hij visiting professor aan de Theo-
logische faculteit van de universiteit van Malta. Hij gaf er college in de research master en enkele master-
classes. In aanwezigheid van de president van Malta sprak hij de nationale Annual St. Augustine Lecture uit
in het groot auditorium van de universiteit.
In het jaar 2010 verschenen van de hand van medewerkers van het CPO vier wetenschappelijke monogra-
fieën in internationale reeksen (Brill: Leiden; Peeters: Leuven), vijf proceedings van eerder mede door het
CPO georganiseerde congressen (Amsterdam, Leiden Rome), eveneens in internationale reeksen (Studia
Ephemerides Augustiniana: Rome; Brill: Leiden; Peeters: Leuven). Verder werden er een dissertatie en twee
oraties gepubliceerd. Ten slotte zijn er ook monografieën en zelfstandige publicaties verschenen voor een
breder publiek.
4.1.4 CIR - Center for Innovation Research
Onderzoekers van CIR bestuderen de effecten die business en corporate strategie, organisatorische pro-
cessen en het leervermogen van organisaties hebben op innovatie. 2010 was het derde jaar in het bestaan
van CIR. In deze periode heeft het management team van CIR zich gericht op het verder uitbouwen van de
activiteiten van het center. CIR heeft in 2010 drie PhD’s en een Postdoc aangesteld. Een van de Postdocs
die al bij CIR in dienst was heeft een NWO Veni grant (k€ 250) ontvangen. Verder ontving CIR Fellow Bart
Nooteboom, als eerste Nederlander ooit, de Schumpeter Prijs voor zijn boek A Cognitive Theory of the
Firm; Learning, Governance and Dynamic Capabilities.
Een belangrijke gebeurtenis was voorts het eerste grote CIR congres, dat van 10 tot 12 juni plaatsvond in
Oisterwijk onder de titel ‘Innovation at the Intersection of Strategy, Organization and Learning’. In totaal 54
papers werden in parallelsessies gepresenteerd en drie plenaire sessies werden verzorgd door CIR Fellow
Bart Nooteboom en door Andrew van de Ven (University of Minnesota) en Will Mitchell (Duke University).
Het congres vond plaats in conferentieoord en hotel De Rosep en leidde tot veel enthousiaste reacties van
de deelnemers. In 2012 zal het tweede CIR congres plaatsvinden.
Ook in 2010 is er weer een aantal nieuwe onderzoeksprojecten opgestart. Een van deze projecten, ‘Adaptive
aspirations in the German magazine industry from 1972 to 2009’, richt zich op het verband tussen aspi-
ratieniveaus in strategieën en de prestaties en overlevingskansen van ondernemingen. Dit project wordt
uitgevoerd door CIR Postdoc Daniela Blettner en CIR Fellow Zilin He. Een tweede NWO-project wordt
uitgevoerd door CIR Postdoc Joris Knoben en heeft als titel ‘What do they know? Information inaccuracy
in interorganizational networks’. Dit onderzoekproject kijkt kritisch naar de aanname dat partijen in een
netwerk dat netwerk ook inderdaad kennen. De vraag zal centraal staan onder welke condities partijen in
een netwerk meer of minder kennis van dat netwerk hebben, en wat de consequenties hiervan zijn. Een
derde nieuw project dat gestart is in 2010 is ‘Interfirm Collaboration and Radical Innovation’. Veelal wordt
aangenomen dat radical innovaties vooral voortgebracht worden door nieuwkomers in een bedrijfstak. Dit
project echter onderzoekt de rol van gevestigde bedrijven bij de totstandkoming van radicale innovaties.
3130
Het project wordt uitgevoerd door CIR promovendus Stefan Keijl, in samenwerking met CIR Fellows Geert
Duijsters en Victor Gilsing en Postdoc Joris Knoben.
Een CIR-PhD project dat is gestart in 2010 is: ‘Bridging Cognitive Distance in teams’ van Nicoleta Meslec,
begeleid door Petre Curseu, Marius T.H. Meeus en Bart Nooteboom. Het project bouwt voort op het boek-
project van Nooteboom en eerder werk van Curseu en Meeus. Drie verwante onderzoeksmodellen over
Cognitieve Afstand (Nooteboom), Cognitieve Complexiteit (Curseu) en Interactief leren (Meeus) zullen
worden gebruikt om deze vraag te modelleren. In laboratorium experimenten wordt getest: (a) Welke mate
van cognitieve afstand bevordert het uitvoeren van hoog complexe taken, zodanig dat de beste innovatie-
resultaten kunnen worden behaald? (b) Hoe beïnvloedt de kwaliteit van de interactie in een team het effect
van cognitieve afstand op innovatie en leren in een team? en (c) In welke mate modereert de veranderlijk-
heid in teamsamenstelling het verband tussen cognitieve afstand tussen teamleden en daarmee het leren
en innoveren in teams?
Een experimentele studie ‘Partner selection: network based versus node based selection’ van Jing Han (CIR
fellow) in samenwerking met Curseu en Meeus is uitgevoerd in najaar 2010. De vraag is daar in hoeverre de
aard van beschikbare informatie over potentiële partners (past peformance van de partners, netwerkpositie
van de partners, gelijkenis van de partners), respectievelijk de precisie van de kennis over de netwerksa-
menstelling partnerkeuze in innovatienetwerken beïnvloedt.
In het afgelopen jaar is het aantal publicaties op eenzelfde niveau gebleven als in het vorige jaar, maar er
is een verschuiving opgetreden van boeken en hoofdstukken in boeken naar tijdschriftartikelen, en wel met
name in de zeer goede toptijdschriften waarop de publicatiestrategie van CIR zich richt.
CIR heeft in 2010 voor de eerste keer een Research Master cursus over innovatie gegeven, in samenwerking
met de Università Commerciale Luigi Bocconi. Middels een videolink konden studenten vanuit Milaan en
Tilburg gezamenlijk colleges bijwonen en over de collegestof discussiëren. De cursus zal ook in 2011 aan-
geboden worden.
Verder heeft CIR in 2010 een rijke serie van seminars aangeboden. Acht gerenommeerde sprekers hebben
het Center bezocht, waaronder Anita McGahan (University of Toronto), Melissa Schilling (New York Univer-
sity), Scott Shane (Case Western Reserve University), Georg von Krogh (ETH Zürich), and Oded Shenkar
(Ohio State University).
4.1.5 CoRPS - Center of Research on Psychology in Somatic diseases
Het onderzoek van CoRPS bevindt zich op het snijvlak van de medische en gedragswetenschappen. Bij het
onderzoek zijn psychologen van het departement Medische en Neuropsychologie betrokken, onderzoekers
van het departement Methoden en Technieken van Onderzoek, alsook artsen, medisch specialisten en psy-
chologen vanuit de klinische praktijk.
Het onderzoek richt zich op patiënten met (chronische) lichamelijke aandoeningen, zoals cardiovasculaire
aandoeningen, diabetes en depressie, oncologische en neuropsychologische aandoeningen.
De onderzoeksvraagstellingen betreffen (psychologische) risicofactoren bij het ontstaan, het beloop en
de behandeling van deze ziekten, de kwaliteit van leven van patiënten en behandelingsmethoden. Verder
zijn de onderzoekers van CoRPS geïnteresseerd in de (biologische) mechanismen, die het verband tussen
somatische ziekten en psychologische factoren kunnen verklaren.
CoRPS is op 1 januari 2008 van start gegaan met een subsidie van het College van Bestuur, de Tilburg
School of Social and Behavioral Sciences, het St. Elisabeth ziekenhuis en het TweeSteden ziekenhuis te
Tilburg. In de loop van 2008 zijn het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) en de huisartsenorganisatie Po-
ZOB tot het samenwerkingsverband toegetreden. Deze instellingen leveren ook een financiële bijdrage aan
CoRPS.
De staf van CoRPS werd in 2010 uitgebreid met een hoogleraar Biobehavioral Processes in Health and
Disease (dr. Willem Johan Kop), twee universitair docenten en een postdoc. In 2010 werden er negen
nieuwe promovendi aangesteld deels gefinancierd uit verworven subsidies.
In 2010 organiseerde CoRPS diverse symposia, zoals een symposium over implanteerbare defibrillatoren
en een symposium over het medisch wetenschappelijk onderzoek dat verricht wordt bij het St. Elisabeth
Ziekenhuis.
In 2010 is de unieke, tweejarige opleiding Medische Psychologie door de NVAO geheraccrediteerd tot ten
met augustus 2016.
In 2010 hebben twee onderzoekers van CoRPS, dr. Floortje Mols en dr. Kim Smolderen, de prestigieuze
Veni-subsidie toegekend gekregen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
(NWO). De subsidie van k€ 250 is bedoeld om gedurende een periode van drie jaar onderzoek te doen.
CoRPS onderzoekers waren in 2010 verder zeer succesvol bij het binnenhalen van subsidies van o.a. het
Diabetesfonds, ZonMW, KWF Kankerbestrijding en de Danish Heart Foundation.
4.1.6 EBC - European Banking Center
Het European Banking Center in Tilburg richt zich sinds 2008 op bancair onderzoek door samenwerkings-
verbanden binnen en buiten Tilburg University te ondersteunen. Met een drietal thematische peilers gericht
op 1. Central Banking, Financial Regulation and Supervision, 2. Banking and Corporate Finance en 3. Inter-
national Banking and Finance kadert het EBC haar onderzoeksactiviteiten.
De missie van het EBC is het creëren van een omgeving waarin door academische samenwerking met
financiële instituten excellent multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek ontstaat. Daarnaast ondersteu-
nen de aangesloten wetenschappers bijdragen tot het internationale, Europese en nationale overheidsbe-
leid en stimuleren zij met regelmaat het publieke debat hierover.
Aan het EBC zijn zowel wetenschappers vanuit de disciplines Algemene Economie als Financiering van
de Tilburg School of Economics and Management verbonden. Ook zijn er interdisciplinaire contacten met
de Tilburg Law School. Mede door deze en een variëteit aan extramurale samenwerkingverbanden met
3332
topwetenschappers van gerenommeerde universiteiten is het EBC in staat hoogstaand onderzoek te initi-
eren.
Het EBC organiseert conferenties en symposia - in 2010 organiseerde het EBC onder meer de tweede Fi-
nancial Stability Conference. Daarnaast zijn er nauwe samenwerkingsverbanden met instituten waaronder
het Centre for Economic Policy Research, het Center for Financial Studies en het International Monetary
Fund.
4.1.7 ERISS - European Research Institute in Service Science
ERISS voert innovatief en interdisciplinair onderzoek op het gebied van services uit. Initieel is de focus ge-
richt op service value networks. Meer algemeen richt het instituut zich op de volgende zaken:
• Een leidende rol in het ontwikkelen van standaarden en onderzoek;
• Het promoten van het vakgebied en kennis en vaardigheden vergroten;
• Het verhogen van de bekendheid van service onderzoek door innovatieve onderzoeksprojecten.
ERISS heeft in 2010 haar projectportfolio verder uitgebouwd met drie EU projecten. Twee van deze projec-
ten zijn gericht op onderzoek op het gebied van service science, terwijl het derde project een prestigieus
internationaal onderwijsprogramma betreft. Deze projecten helpen ERISS om verder gestalte te geven aan
haar missie, het onderzoeken, onderwijzen en verspreiden van kennis op het gebied van service science
voor de samenleving in het algemeen en het bedrijfsleven en de overheid meer in het bijzonder. Naast een
reeks van wetenschappelijke resultaten, waaronder artikelen in top journals en boeken, bieden deze projec-
ten ERISS de mogelijkheid haar netwerk in Europa en Nederland verder uit te bouwen en te intensiveren,
waaronder samenwerking met Tsjinghua University (China) en UC Berkeley (USA).
4.1.8 EVS - European Values Study
De European Values Study is een groot, cross-nationaal en longitudinaal onderzoeksprogramma gebaseerd
op menselijke waarden. Het geeft inzicht in ideeën, overtuigingen, voorkeuren, houdingen, waarden en
meningen van burgers uit heel Europa.
In het najaar van 2010 werd de geïntegreerde dataset van de vierde wave gepubliceerd. Dankzij bijdragen
van vele sponsoren in binnen- en buitenland en van de EVS Foundation werd het vurig gewenste doel
bereikt: een dataverzameling in alle 45 landen van Europa (voor zover ze meer dan 100.000 inwoners heb-
ben), plus aparte onderzoeken in Noord-Ierland en Turks Cyprus. Dit maakt EVS tot het grootste Europese
survey-onderzoek dat ooit is uitgevoerd. De geïntegreerde dataset is voor iedere wetenschapper gratis be-
schikbaar. Op een aantal fronten wordt er nu gepubliceerd: (1) artikelen in wetenschappelijke tijdschriften,
(2) een serie van vergelijkende studies (Brill Publishers), (3) de tweede editie van de Atlas of European
Values. In 2010 hebben drie workshops plaatsgevonden: in Keulen, Zagreb en Bilbao. Op 24-25 november
2011 worden de resultaten gepubliceerd op een internationaal congres dat plaatsvindt in Tilburg. De nieuwe
Atlas wordt dan gepresenteerd en er wordt (in samenwerking met de Fontys Hogeschool) een interactieve
website gelanceerd die de resultaten inzichtelijk maakt voor een breed publiek en voor onderwijsdoelein-
den.
4.1.9 ILRS - Instituut voor Liturgische en Rituele Studies
Het Instituut voor Liturgische en Rituele Studies is een interuniversitair en interfacultair onderzoeksinsti-
tuut, met als doelstelling het coördineren en stimuleren van het onderzoek op het terrein van de liturgische
en rituele studies in Nederland. Als interuniversitair onderzoeksinstituut functioneerde het ILRS voor het
18e achtereenvolgende jaar. In 2010 beschikte het over vijf universitaire participanten en negen niet-univer-
sitaire participanten.
Wegens het overlijden van dr. Ike de Loos was in de tweede helft van maart 2010 een vacature ontstaan
voor de functie van coördinator. Per 1 september 2010 beschikt het ILRS over een nieuwe coördinator, dr.
Petra Versnel-Mergaerts.
In 2010 zijn er in totaal zes boeken uitgegeven door het ILRS. In de reeks Liturgia Condenda verschenen er
twee nieuwe delen. In de reeks Meander is één deel uitgekomen. Wat betreft het Jaarboek voor Liturgieonder-
zoek/Yearbook for Liturgical and Ritual Studies, een gezamenlijke uitgave van het ILRS en het Instituut voor
Christelijk Cultureel Erfgoed (gevestigd aan de RUG), is deel 26 verschenen. Dit deel bevat tien artikelen
en vier samenvattingen van proefschriften. In de reeks Netherlands Studies for Ritual and Liturgy, eveneens
een gezamenlijke uitgave van het ILRS en het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed, zijn twee nieuwe
delen uitgekomen.
Tot slot zijn er in 2010 twee Nieuwsbrieven verschenen die verspreid zijn over ca. 650 adressen.
In 2010 zijn er vier studiedagen en symposia georganiseerd waarbij het ILRS betrokken is geweest.
Zo organiseerde het ILRS, in samenwerking met de RUG en het museum Catharijneconvent, op 22 ja-
nuari 2010 de goed bezochte studiemiddag ‘Ruimte voor ritueel’ in het auditorium van het museum Ca-
tharijneconvent te Utrecht. Aanleiding was het verschijnen van de wetenschappelijke congresbundel Holy
Ground. Re-inventing Ritual Space in Modern Western Culture (Leuven 2010 = Liturgia condenda 24) en het
nieuwe boek van prof.dr. Paul Post Voorbij het kerkgebouw. Over de speelruimte van een ander sacraal domein
(Heeswijk 2010): twee boeken over ‘nieuwe rituele plekken’, die het schriftelijk resultaat vormden van een
groot onderzoeksproject waaraan de Rijksuniversiteit van Groningen en Tilburg University vanaf 2005 heb-
ben gewerkt onder leiding van prof.dr. Arie Molendijk (Groningen) en prof.dr. Paul Post (Tilburg).
Op 7 mei 2010 vond aan de Radboud Universiteit te Nijmegen het expert seminar ‘Ritualizing Death: End-
of-Life Care and Spirituality’ plaats dat door het Centrum voor Thanatologie (CT) en het Instituut voor Li-
turgische en Rituele Studies werd georganiseerd. Prof.dr. Douglas Davies van Durham University (UK), één
van de meest geprofileerde auteurs op het gebied van rituelen rondom de dood, was gastspreker.
Op 26 november 2010 vond te Tilburg het symposium ‘Worship wars. Contested ritual praxis.’ plaats, vol-
ledig georganiseerd door het ILRS. Vier internationaal gerenommeerde deskundigen op het terrein van cul-
tuur, ritueel en liturgiewetenschap waren uitgenodigd om, ieder vanuit hun eigen specialisme, een reflectie
te houden op de problemen en spanningen die veranderingen binnen rituelen oproepen. Hoofd(gast)spre-
ker was John Baldovin s.j., professor aan de Boston College School of Theology and Ministry.
3534
Tenslotte heeft het ILRS op 17 december 2010, eveneens in Tilburg, het mini-symposium ‘Patronen en
Personen. Historiografie van de liturgiewetenschap in Nederland in de twintigste eeuw’ georganiseerd.
Aanleiding was het verschijnen van het nieuwste deel in de Liturgia condenda-serie van het ILRS dat de-
zelfde titel draagt. Dit deel is geheel gewijd aan de ontwikkeling van de liturgiewetenschap in Nederland
binnen de kerkelijke, maatschappelijke en wetenschappelijke context van de twintigste eeuw. Inzicht in en
een overzicht van die ontwikkeling geschiedt in dit boek aan de hand van een portrettering van personen
en bewegingen (patronen) die significant zijn geweest voor de ontwikkeling van het vakgebied. Hoofdgast-
spreker was prof.dr. Willem Frijhoff.
Tot slot zijn in 2010 binnen het onderzoeksprogramma van het ILRS twee nieuwe projecten van start ge-
gaan. In maart is een PhD-onderzoeksproject van start gegaan dat direct voortvloeit uit het in 2009 da-
terend pilot project Beyond the church building: a comparative exploration of the position of Christian church
buildings in modern Europe. Dit PhD-onderzoeksproject wordt verzorgd door Inez Schippers (Tilburg Uni-
versity). Zij onderzoekt sacrale zones in de Utrechtse VINEX-wijk Leidsche Rijn. In mei is bij de leerstoel
Music and christanity het post-doc project Religion? Music! van dr. Mirella Klomp (Tilburg University) van
start gegaan.
4.1.10 INTERVICT - International Victimology Institute Tilburg
INTERVICT promoot en doet interdisciplinair onderzoek dat bijdraagt aan omvangrijke en op bewijs geba-
seerde kennis over het helpen en ondersteunen van slachtoffers van geweld en machtsmisbruik.
In 2010 vierde INTERVICT zijn eerste lustrum. Het instituut is vijf jaar na de oprichting uitgegroeid tot
een onderzoeksinstituut met brede nationale en internationale bekendheid. In 2010 vond een grondige
evaluatie plaats van het onderzoeksprogramma gedurende de eerste vijf jaar, de toegekende subsidies en
onderscheidingen, publicaties, georganiseerde conferenties en presentaties en de promoties van de eerste
PhD-onderzoekers. Het totale werk en de prestaties van het instituut werden door de onderzoekscommis-
sie gewaardeerd met een 5 (excellent).
In 2010 is prof.dr. P. van der Velden benoemd tot hoogleraar op de bijzondere leerstoel ‘Psychologische ge-
volgen en gebruik van geestelijke gezondheidszorg na rampen en calamiteiten’. Voorts startten twee nieu-
we PhD’s met hun promotieonderzoek en kon een post-doc worden aangetrokken in het kader van een door
NWO gefinancierd onderzoek naar victimisatie van patiënten met ernstige psychiatrische problematiek.
Verschillende senior onderzoekers van INTERVICT zijn ook in 2010 weer gevraagd om zitting te nemen in
internationale expert groups en denk tanks, in het leven geroepen door bijvoorbeeld de Europese Commis-
sie, de World Bank of UNODC en Victim Support Europe.
In 2010 was INTERVICT succesvol in het verkrijgen van twee EU-subsidies. In samenwerking met de vol-
gende partijen voert INTERVICT onderzoek uit:
• Human European Consultancy (NL), Universität Osnabrück (Duitsland) en de Child en de Women Abuse
Study Unit van de London Metropolitan University (UK): ‘Feasibility Study EU Legislation Vilence against
Women, Children and Sexual Identity Violence’.
• European Forum for Restorative Justice (België), National Research Institute of Legal Policy (Finland),
National Institute for Health and Welfare (Finland), University of Helsinki (Finland), Institute for the
Sociology of Law and Criminology (Oostenrijk), Neustart (Oostenrijk), K.U. Leuven, Leuven Institute of
Criminology (België), National Institute for Criminalistics and Criminology, (België): ‘Victims and Res-
torative Justice: An empirical study of the needs, experiences and position of victims within restorative
justice practices’.
NWO subsidies werden verkregen voor een onderzoek naar victimisatie van patiënten met ernstige psy-
chiatrische problematiek, en een vergelijkend onderzoek naar seksueel misbruik en ongewenste seksuele
ervaringen van jongeren met niet-Westerse cultureel-etnische achtergrond en Nederlandse jongeren.
Voorts werden in 2010 onderzoeken gestart of afgerond in opdracht van de Provincie Noord-Brabant (Eva-
luatie Wet Tijdelijk Huisverbod), Raad voor de Rechtspraak (Dossieronderzoek kwalificerende slachtoffers)
en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie (Secundaire
Analyse Huiselijk Geweld; Procesevaluatie SoVa op Maat; Vervolg Kwaliteitsmeting Slachtofferzorg; Evalu-
atie Wet Invoering Spreekrecht).
In 2010 is INTERVICT gestart met de voorbereidende activiteiten voor een eigen master ‘Victimology and
Criminal Justice’. Naar verwachting wordt deze master in 2012 gestart. Andere onderwijsactiviteiten wer-
den in 2010 voorbereid voor een start in 2011: Top Class Victimologie, Keuzevak Victimologie voor uitwis-
selingsstudenten, samenwerking met de bacheloropleiding rechtsgeleerdheid (vakken strafrecht) en de
masteropleiding Forensische Psychologie.
4.1.11 Netspar - Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement
Netspar is een netwerk van personen en organisaties uit de pensioenwetenschap en -praktijk. Netspar
draagt door netwerkvorming en het formuleren en (doen) uitvoeren van wetenschappelijke onderzoek-
programma’s, in combinatie met activiteiten gericht op kennisdeling, bij aan de voortdurende verbetering
van pensioenproducten, en van Europese pensioenvoorzieningen in het algemeen en het Nederlandse
pensioenstelsel in het bijzonder. Het netwerk had in 2010 zo’n 700 leden, afkomstig van Nederlandse en
buitenlandse universiteiten, verzekeraars, pensioenfondsen, ministeries en toezichthouders.
Netspar investeert in kennisontwikkeling onder andere via het toekennen van subsidies aan onderzoekers
voor grotere en kleinere projecten. In totaal ontvingen in 2010 ruim 125 onderzoekers een financiële bij-
drage van Netspar. Voor wat betreft onderzoeksresultaten was het jaar 2010 het meest productieve jaar van
Netspars bestaan. Netspar onderzoekers genereerden in totaal zo’n 275 publicaties; variërend van publi-
caties in wetenschappelijke tijdschriften tot uitgaven in de zogenaamde Panel- en NEA-paper-reeksen van
Netspar, publicaties in vakbladen en PhD- en Master-Theses.
3736
Via een evenementenprogramma rondom een breed scala aan pensioengerelateeerde onderwerpen geeft
Netspar vorm aan zijn netwerkfunctie. Doel van deze evenementen is om kennis te delen tussen weten-
schappers en beleidsmedewerkers uit de sector en ministeries. In de zogenaamde Netspar-werkgroepen
werken onderzoekers en professionals uit de praktijk concreet samen aan belangrijke beleidsissues.
In 2010 startten 25 studenten met de masteropleiding ‘Economics and Finance of Aging’, waarvan de helft
afkomstig is uit het buitenland. Deze eenjarige opleiding werd voor de vijfde keer gegeven aan Tilburg Uni-
versity door wetenschappers en praktijkprofessionals verbonden aan Netspar.
De Netspar - UM SBE Academy verzorgt postacademisch onderwijs en heeft in 2010 vier thematische
modules verzorgd, gericht op bestuurders en professionals uit de pensioenpraktijk. Per module namen
gemiddeld twintig personen deel.
4.1.12 ReflecT - Research Institute on Flexicurity Labour Market Dynamics and Social Cohesion at Tilburg
University
Het onderzoeksprogramma van ReflecT is gericht op vraagstukken die voortvloeien uit enerzijds de ten-
dens naar meer flexibiliteit, dynamiek en efficiëntie op de arbeidsmarkt, binnen arbeidsverhoudingen en in
de organisatie van het werk en anderzijds de noodzaak om sociale cohesie, bescherming, participatie en
betrokkenheid in de samenleving te garanderen. Na een succesvolle start in 2009 heeft ReflecT zich in 2010
verder verankerd zowel binnen de universiteit als in de maatschappij.
De belangrijkste thema’s in 2010 waren innovatie en kennisvalorisatie op het gebied van de arbeidsmarkt
en economie, op verschillende niveaus. Medewerkers van ReflecT hebben een substantiële bijdrage gele-
verd aan de strategische agenda’s op het gebied van regionaal arbeidsmarkt beleid. Dit heeft onder andere
geresulteerd in de oprichting van de ‘Taskforce regionale Arbeidsmarkt Midden Brabant’. Samen met afge-
vaardigden van regionale ondernemingen, onderwijs en overheid (de zogenaamde drie O’s) heeft ReflecT
een actieagenda ontwikkeld om voor de komende 10 jaar de arbeidsmarktknelpunten in de regio aan te
pakken.
ReflecT heeft het afgelopen jaar vele bijeenkomsten georganiseerd om de eigen arbeidsmarkt kennis en
ontwikkelde concepten uit te wisselen met vertegenwoordigers van overheden en bedrijfsleven uit onder
andere Japan, Rusland en Macedonië. Daarnaast was er veel nadruk op het verder in detail uitwerken van
het concept werkzekerheid vanuit een multi-disciplinair perspectief.
ReflecT streeft ernaar om een inspirerende academische werkomgeving te zijn, waar we graag nieuwe en
jonge onderzoekers uitnodigen om hun bijdrage te leveren. In de media kregen het onderzoek en de ideeën
van ReflecT-medewerkers ook dit jaar veel aandacht, waarbij de crisis, de kabinetsplannen op het gebied
van bezuinigingen en de gevolgen voor de arbeidsmarkt centraal stonden.
4.1.13 Thomas Instituut
Binnen het Thomas Instituut te Utrecht (Tilburg University) wordt door Nederlandse theologen, wijsgeren
en historici onderzoek gedaan naar het werk van de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino (1224/5-
1274). Het onderzoeksprogramma van het instituut omvat individuele op elkaar afgestemde projecten.
Voorts zijn onderzoekers uit binnen- en buitenland bij het instituut betrokken, wier onderzoek buiten het
instituutsprogramma wordt uitgevoerd.
Tijdens maandelijkse bijeenkomsten gedurende het jaar 2010 kwamen de leden van de onderzoeksgroep
bij elkaar om lopend onderzoek te bespreken. Studenten van de Research Master Theology namen in het
kader van hun studieprogramma actief deel aan deze bijeenkomsten.
Op 29 januari 2010 organiseerde het Thomas Instituut te Utrecht een goed bezochte studieochtend, geti-
teld ‘God met ons?’, over het thema transcendentie en immanentie van God in het werk van Thomas van
Aquino. De bijdragen aan deze ochtend werden gepubliceerd in de 29e jaargang van het Jaarboek Thomas
Instituut te Utrecht, dat in september verscheen. Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van het insti-
tuut werd in april 2010 een nieuwe website gelanceerd.
4.1.14 Tiber - Tilburg Institute for Behavioral Economics Research
Het interdisciplinaire onderzoekscentrum Tiber is een platform waar onderzoekers uit de Tilburg School
of Social and Behavioral Sciences en de Tilburg School of Economics and Management samenwerken. Er
wordt onderzoek gedaan naar Behavioral Economics; economisch gedrag dus.
In de economische theorie wordt economisch gedrag traditioneel verklaard op basis van nutsdenken, rati-
onaliteit en beschikbaarheid van volledige informatie. We weten dat dit in de praktijk zo niet werkt. Mensen
nemen economische beslissingen op vaak heel andere gronden. Emoties, beperkte informatie en sociale
beïnvloeding spelen een grote rol. De recente financiële crisis is daar het levende bewijs voor.
Dat is het centrale thema waar onderzoekers uit het domein van de economie en dat van de sociale psycho-
logie elkaar proberen te versterken en trachten om samen tot nieuwe inzichten te komen.
In 2010 is er voor de negende keer het Tiber Symposium on Psychology and Economics georganiseerd.
Gastsprekers waren Deborah Small (University of Pennsylvania) en Matthias Sutter (University of Inns-
bruck).
Verder wisten drie jonge onderzoekers in Tiber een Veni beurs van NWO in de wacht te slepen: dr. Joris
Lammers, dr. Gijs van der Kuilen en dr. Stephan Trautmann. Dr. Niels van der Ven ontving uit handen van de
rector magnificus van Tilburg University de prijs voor beste dissertatie van het academisch jaar 2009/2010.
In november organiseerde Tiber onder auspiciën van Transforum (innovatieplatform van Ministerie van
Landbouw voor duurzaamheid) en samen met Wageningen Universiteit een symposium over ‘Inducing
behavioral change: How to induce sustainable behavior’. Toponderzoekers vanuit de gehele wereld pre-
senteerden op dit symposium hun ideeën over hoe de laatste inzichten uit hun onderzoeksveld (zoals
bijvoorbeeld sociologie, neuropsychologie, evolutionaire biologie, marketing) kunnen worden aangewend
om duurzamer gedrag te induceren. Gastsprekers waren onder anderen Geoffrey Miller (New Mexico), Ka-
thleen Vohs (Minnesota), Siegwart Lindenberg (Groningen), Travis Proulx (Canada) en Jeff Stone (Arizona).
3938
4.1.15 TiCC - Tilburg center for Cognition and Communication
In 2010 heeft de onderzoeksgroep Language, Communication en Cognition (LCC) zich aangesloten bij het
TiCC (tot 1 april stond dit voor Tilburg center for Creative Computing (CC)). De aansluiting betekende een
verdubbeling van het onderzoekspotentieel (van 30 naar 60) en een verandering van de betekenis van de
letters TiCC. Vanaf 1 april 2010 staat TiCC voor Tilburg center for Cognition and Communication. TiCC heeft
twee onderzoekslijnen: LCC en CC. Het TiCC wordt geleid door Professor Jaap van den Herik. TiCC streeft
naar de ontwikkeling van e-Humanities. Dat is de onderzoekslijn waarbij geesteswetenschappen worden
uitgedaagd om met geheel nieuwe, gedurfde onderzoeksvragen te komen, opdat ICT-onderzoekers binnen
TiCC innovatieve methoden en technieken ontwikkelen om de geavanceerde vragen te beantwoorden.
Het LCC programma onderzoekt cognitieve, functionele en sociale aspecten van menselijke communicatie
in een multidisciplinaire omgeving. Het communicatieproces tussen zender en ontvanger wordt geanaly-
seerd in termen van inhoud, verpakking en context. Een belangrijk onderwerp bij de communicatie tussen
mens en machine is de nadruk op flexibiliteit en adaptiviteit van sociale interactie met taal als communica-
tiemiddel (verbaal en non verbaal).
Het CC programma richt zich op het computationeel modelleren van processen die betrekking hebben op
taal, visuele beelden (vision) en serieuze spelen. De belangrijkste onderzoeksonderwerpen zijn machine
learning en adaptatie. De nadruk bij het onderzoek ligt op de interpretatie van grote hoeveelheden data
(tekst en visuele data). De onderzoekers ontwikkelen methoden voor automatisch vertalen, voor parafra-
seren, en voor tekstcorrectie. Daarenboven worden historische data geconverteerd naar databases om het
geheel doorzoekbaar te maken (dat geldt ook voor WikiLeaks). Bij het onderzoek naar schilderijen (visuele
beelden) is een doorbraak te vermelden bij het ontwikkelen van een methode voor het vaststellen van de
authenticiteit van schilderijen (het vaststellen van een echte Van Gogh). Het onderzoek richt zich ook op
karakteriseren van gebaren en gezichtsuitdrukkingen. In serious games betekent dit het analyseren van de
handeling van groepen mensen. Daarbij gaat het om patroonherkenning en het nemen van preventieve
maatregelen.
Op 11 juni hield Professor Aske Plaat (leerstoel: informatie en complexe besluitvorming) zijn inaugurele
rede (De Vlinder en de Mier) en op 18 juni hield Myriam Diocaretz (leerstoel: Humanism and the Digital
Society) haar rede (The Human (,) the Digital: Being in the 21st Century). Vanaf de oprichting (1 september
2008) vonden 14 promoties plaats bij TiCC.
Naast onderwijs en onderzoek organiseert TiCC bijeenkomsten waarin het publiek kennis kan maken met
de in Tilburg ontwikkelde technologieën. Voorts was TiCC (mede)organisator van de 18th World Compu-
ter Chess Championship, the 15th Computer Olympiad, en de 7th Computers and Games Conference
(CG2010) in Kanazawa, Japan, van 23 september – 2 oktober.
4.1.16 TILEC - Tilburg Law and Economics Center
TILEC ondersteunt en stimuleert onderzoeksactiviteiten gerelateerd aan de economische regulatie van
markten. Voor TILEC was 2010 een evaluatiejaar. In de zomer verscheen het visitatierapport over het juri-
disch onderzoek in Nederland over de periode 2003-2008. TILEC scoorde 4,75 (op een schaal van 1-5) en
was daarmee de op een na hoogste binnen de Tilburg Law School (TLS). De kwaliteit van het onderzoek
werd met 4,75 beoordeeld, de productiviteit met 4,0, de relevantie met 4,25 en de vitaliteit met 5,0. De
commissie schreef onder andere: “Het ambitieniveau ligt zeer hoog en heeft erin geresulteerd dat TILEC
wordt gerekend tot de absolute top in Europa. Het programma kan gelden als een modelprogramma (...).
Hoewel talloze onderzoeksprogramma’s in Nederland interdisciplinair onderzoek op de voorgrond zetten,
is dit een van de weinige programma’s waarin economen en juristen effectief samenwerken”. In het najaar
schreef het TILEC Management Team vervolgens een zelfevaluatierapport over de periode 2006-2010, dat
dient als input voor de algehele evaluatie van TILEC in het voorjaar van 2011. De intentie is dat bij een po-
sitieve evaluatie TILEC gecontinueerd zal worden.
In 2010 is het aantal leden van TILEC verder gegroeid met 9 tot een totaal van 67, waaronder 17 promo-
vendi. Laura Parret en Jun Zhou verdedigden hun proefschrift. Ongeveer 40 procent van de leden zijn
verbonden aan Tilburg Law School, 60 procent aan Tilburg School of Economics and Management. Ook
het aantal extramurale fellows (onderzoekers die bijdragen aan het programma van TILEC, maar die niet
verbonden aan Tilburg University) werd uitgebreid, tot 19. Florian Schuett won een tweejarig Marie Curie
Intra-European Fellowship voor zijn project ‘Incentives in the Patent System’.
In het verslagjaar verschenen 44 discussion papers met nieuwe resultaten van het TILEC-onderzoekpro-
gramma ‘Market Governance’. Opnieuw werden een groot aantal publicaties in boeken en tijdschriften
gerealiseerd, waaronder een aantal in toptijdschriften als de Common Market Law Review, European Law
Review, American Economic Review en het Journal of Competition Law and Economics.
Grotere onderzoeksprojecten werden gesponsord door NZa, Qualcomm, Microsoft en de Europese Com-
missie. Het project over regulering van financiële markten dat gedurende 5 jaar door de AFM gesteund
werd, werd beëindigd. Onder leiding van Pierre Larouche werd gestart met het onderzoek voor GRASP
(Growth and Sustainability Policies for Europe) in het Europese KP7 programma. Binnen GRASP is TILEC
verantwoordelijk voor het onderzoek naar de coherentie van het Europese innovatiebeleid, met als streven
te komen naar effectiever beleid. In 2010 werkten onderzoekers van TILEC aan twee grotere onderzoeken in
opdracht van Nederlandse overheidsorganisaties. Onder leiding van Lapo Filistrucchi, en in samenwerking
met advocatenkantoor Howrey, werd voor de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) onderzocht hoe
fusiecontrole in tweezijdige markten vormgegeven zou moeten worden. De inzichten zullen door de NMa
in haar beleid gebruikt worden. Met financiële ondersteuning van het Ministerie van Economische Zaken
deden Bastian Henze, Florian Schuett en Jasper Sluijs een experimenteel onderzoek naar transparantie van
de breedbandmarkt. Aangetoond werd dat transparantieverplichtingen op internetaanbieders (ISP’s) de
marktwerking kan bevorderen. De resultaten van dit onderzoek zijn van belang in de Europese discussie
over ‘netneutraliteit’, die ook in Nederland steeds meer aandacht krijgt.
In 2010 werden een vijftal grotere conferenties en workshops georganiseerd:
• ‘The Law and Economics of Search and Online Advertising’, met als hoofdsprekers onder andere Susan
Athey (Harvard) en Ben Edelman (Harvard Business School) en als onderwerp onder meer of deze markt
gereguleerd zou moeten worden;
4140
• ‘The Pros and Cons of Private Ordering in the Shadow of the Law’ over het spanningsveld tussen zelfregu-
lering en mededingingsbeleid, met keynote sprekers Lisa Bernstein (Chicago), Avinash Dixit (Princeton),
Robert Gibbons (MIT) en Bentley McLeod (Columbia);
• De eerste ‘MetaLaw TILEC Workshop’ over de grondslagen van de rechtseconomie, met onder andere
Lewis Kornhauser (NYU);
• De eerste TILEC-Tranzo conferentie over ‘Consumer Choice in Health Care Markets’, met onder andere
Theo Langejan (NZa) en Ellen Nolte (RAND Europe) als gastsprekers.
Verder werden samen met het Ministerie van Economische Zaken en het CPB twee workshops over markt-
werking georganiseerd, met als thema’s de huizenmarkt en internationale afstemming in het mededin-
gingsbeleid. Samen met EZ, NMa en CPB werden twee workshops over energiebeleid georganiseerd (over
innovatie in milieu- en energiebeleid, en over de prioriteiten voor het nieuwe Nederlandse kabinet), terwijl
samen met het Ministerie van VWS, CPB en NZa een workshop over de toekomst van de lange-termijn zorg
georganiseerd werd. Daarnaast ontmoetten de TILEC-onderzoekers elkaar wekelijks om ontwikkelingen in
beleid en wetenschap te bespreken en vond er maandelijks een seminar plaats waarbij twee externe spre-
kers een bepaald onderwerp vanuit economische en juridische invalshoek bediscussieerden.
4.1.17 TiLPS - Tilburg centre for Logic and Philosophy of Science
TiLPS richt zicht op het onderzoek van logica en filosofie in al zijn vormen. TiLPS werkte ook in 2010 samen
met vele internationale instellingen. In het kader van het onderzoeksproject ‘Modeling in the Social and
Behavioral Sciences’ werkt TiLPS samen met onderzoeksgroepen van universiteiten uit Barcelona, Madrid,
Philadelphia, Parijs (IHPST) en London (LSE). Verder participeert TiLPS samen met de universiteit van
Groningen in het door NWO gefinancierde onderzoeksnetwerk Rationality and Decision.
In 2010 organiseerde TiLPS een aantal internationale colloquia waaraan een scala van tien tot vijftig we-
tenschappers deelgenomen hebben. De sprekers op de colloquia waren afkomstig van gerenommeerde
instituten uit de VS (Rhode Island College en Stanford University) en Australië (Sydney University). Samen
met het Sydney Center for the Foundations of Science organiseerde TiLPS de conferentie ‘The Future of
Philosophy of Science’ (Tilburg, 14-16 April 2010). Verder organiseert TiLPS om de twee jaar, waaronder
vorig jaar, ‘Descartes Lectures’. Daarbij wordt er een internationaal erkend en gerenommeerde filosoof
uitgenodigd om een aantal lezingen te houden. In 2010 had TiLPS het genoegen Ian Hacking te ontvangen.
4.1.18 TILT - Tilburg Institute for Law, Technology, and Society
TILT is een prominent onderzoeksinstituut waarbinnen onderzoek wordt gedaan naar een groot aantal on-
derwerpen zoals ontwikkelingen in de ICT, biotechnologie en andere technologieën. Deze ontwikkelingen
worden in de context gezet van de kenniseconomie, e-governement, e-commerce, e-health, privacy, identi-
teitsmanagement, security en intellectueel eigendom.
In het kader van het EU KP7 project Primelife onderzoekt TILT privacy en security kwesties van bestaan-
de sociale netwerken zoals Facebook en Hyves. Om bij te dragen aan een veiliger internet heeft TILT in
2010 haar eigen privacy vriendelijke sociale netwerk Clique gebouwd. Clique stelt je in staat verschillende
profielen aan te maken zodat je kunt kiezen met wie je informatie deelt.
Daarnaast geeft de site beter inzicht in wie de informatie te zien krijgt en gaat het ‘ontvrienden’ geleidelijker
dan bij de andere sociale netwerken.
In 2010 zijn twee EU KP7 projecten gestart waar TILT als partner aan deelneemt, VIRTUOSO (Versatile
InfoRmation Toolkit for end-Users oriented Open Sources explOitation) en ENDORSE (Legal Technical
Framework for Privacy Preserving Data Management). Binnen het VIRTUOSO project wordt gebouwd aan
een prototype platform voor analyse van open source informatie ten behoeve van het veiligheidsdomein.
Het ENDORSE project onderzoekt de juridische eisen voor gegevensbescherming en hoe regels daarvoor
technisch geïmplementeerd kunnen worden.
Tevens neemt TILT deel aan het COMMIT project, dat door Agentschap NL, van het Ministerie van Eco-
nomische zaken, Landbouw en Innovatie wordt gesubsidieerd. Het project heeft een looptijd van vier jaar.
Samen met Philips en enkele technische universiteiten zal onderzoek worden verricht naar de juridische en
sociale aspecten van vertrouwen in elektronische health service portals voor communicatie en transactie
tussen patiënten en zorgverleners.
Gedurende het jaar zijn het onderzoek en onderwijs van TILT geëvalueerd en met gepaste trots kunnen we
melden dat het onderzoek een waardering van 4.75 (uit 5) heeft gekregen. Het master programma Law en
Technology (L&T) is beoordeeld als het beste internationale programma van Tilburg Law School.
Op 16 april 2010 heeft Prof.dr. Ronald Leenes zijn inaugurele rede ‘Harde lessen: een apologie voor regu-
lering door technologie’ gehouden. Prof.dr. Ronald Leenes is aangesteld als hoogleraar regulering door
technologie.
4.1.19 Tranzo - Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn
“Het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk”, een missie waar Tranzo al 10 jaar hard aan
werkt. Als wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn slaat zij deze brug mede dankzij de academische
werkplaatsen. Dit zijn duurzame samenwerkingsverbanden waarin zowel Tilburg University als praktijkin-
stellingen investeren. Maar ook de science practitioners, professionals die deels werken in de praktijk en
deels binnen de universiteit, spelen een cruciale rol bij het slaan van die brug.
Tranzo heeft in 2010 haar tienjarig bestaan gevierd met een groots lustrumsymposium ‘It takes three to
tango’. Het symposium stond in het teken van de rol van de vraagzijde; interactie tussen wetenschap, prak-
tijk en zorgvraag. Daarnaast heeft Tranzo in 2010 in totaal veertien grotere en kleinere symposia georgani-
seerd. Met succes hebben zeven promovendi hun proefschrift verdedigd, waaronder één cum laude. Onge-
veer 80 internationale peer reviewed publicaties zijn verschenen en ongeveer 55 Nederlandse publicaties.
En er is voor ruim k€ 4.500 aan subsidie verworven. Vier postacademische leergangen voor bestuurders,
directeuren en professionals in de zorgsector zijn aangeboden. Daarnaast is hard gewerkt aan een accredi-
tatieaanvraag voor een eigen master.
4342
Twee nieuwe bijzonder hoogleraren hebben in 2010 hun oratie gehouden. Bert Vrijhoef als bijzonder
hoogleraar ‘Chronische zorg’ en Jaap van Weeghel als bijzonder hoogleraar ‘Rehabilitatie en participatie
van mensen met ernstige psychische aandoeningen’. Twee nieuwe bijzonder hoogleraren zijn in 2010 be-
noemd: Ien van de Goor met als leerstoelopdracht ‘Effectiviteit van individuele preventie’ (leerstoelhouder
CZ zorgverzekeraar) en Inge Bongers op de leerstoel ‘Evidence-Based Management in de (geestelijke) ge-
zondheidszorg’ (leerstoelhouders IVA en GGzE).
4.1.20 TSC - Tilburg Sustainability Center
Het doel van het TSC is de expertise op het gebied van duurzaamheid op Tilburg University te bundelen,
te focussen en internationaal op de kaart te zetten. Onder leiding van Aart de Zeeuw en Hilde Baert zijn de
eerste bouwstenen voor het centrum gelegd. Inmiddels zijn er zo’n tien hoogleraren, acht UD/UHD’s, vijf
PhD studenten en een zevental onderzoekers actief in het centrum.
TSC opereert als een interdisciplinair center voor duurzame ontwikkeling, en ambieert een internationaal
leidend onderzoeksinstituut te worden, waarbij TSC bedrijven, de overheid en andere organisaties tracht
te helpen bij duurzame ontwikkeling. Hiermee draagt TSC bij aan de slogan ‘Understanding Society’ en de
wens om te komen tot een leefbare en tegelijkertijd welvarender wereld. TSC huisvest onderzoeksprojecten
vanuit verschillende thema’s: milieu economie, milieurecht, maatschappelijk verantwoord ondernemen,
finance en duurzaamheid en regionale duurzaamheid.
Ten aanzien van de verbonden onderzoeksgroepen zijn er verschillende ontwikkelingen in 2010. Professor
Reyer Gerlagh, Professor Sjak Smulders, Professor Daan van Soest, Professor Eline van der Heijden en Pro-
fessor Aart de Zeeuw vormen de gerenommeerde groep milieu economen. In 2010 zijn zij actief geweest
in advies aan Ministerie van EL&I, Planbureau voor Leefomgeving en met onderzoeksgroepen in Oslo.
Professor Reyer Gerlagh is lid van het IPCC geworden en Sjak Smulders was co-voorzitter van het weten-
schappelijk comité van het vierde wereldcongres (WCERE)’ Environmental and Resource Economists’ in
Montreal, Canada. Professor Johan Graafland geeft de onderzoeksagenda op het gebied van Maatschap-
pelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) vorm, vanuit dit aspect neemt TSC deel aan een Europees onder-
zoeksproject IMPACT. Vanuit de Faculteit Rechtswetenschappen zijn professor Jonathan Verschuuren en
professor Kees Bastmeijer betrokken. De leerstoel van Kees Bastmeijer wordt deels gefinancierd door de
Brabantse natuurorganisaties. Daarnaast is ook Arie Trouwborst actief vanuit de Tilburg Law School en
heeft in 2010 een Veni beurs ontvangen. Vanuit de Sociale faculteit helpen professor Hans Mommaas en
dr. Tobias Goessling op respectievelijk het gebied van regionale duurzame ontwikkeling en MVO. De groep
Finance en Sustainability wordt gevormd door Rachel Pownal Jeroen Derwall en Kees Koedijk. Deze groep
is gevraagd vanuit het Holland Financial Center om een wereldwijd portal omtrent kennis over Finance en
Duurzaamheid op te zetten. De Telos-onderzoekers – onderdeel van TSC – hebben gedurende 2010 naast
een aantal onderzoeksprojecten de Duurzaamheidsbalans voor de Provincie Noord Brabant opgesteld.
In de loop van het jaar 2010 heeft TSC de hoogleraren Roel in ’t Veld (Goverance and Sustainability) en
Shelby Gerking (University of Central Florida) benoemd. Professor Meir Statman, Glenn Klimek Professor
of Finance van de Leavey School of Business, Santa Clara University, heeft een aantal weken doorgebracht
bij TSC in het kader van zijn guest professorship.
Gedurende 2010 heeft TSC verschillende activiteiten ontwikkeld, een 12 tal academic seminars waar de
banden tussen de onderzoekers worden versterkt en ideeën opgedaan voor discipline overschrijdend on-
derzoek. Daarnaast zijn twee workshops georganiseerd in het kader van ‘All you wanted to know about...but
were afraid to ask’, een reeks van interactieve workshops voor breed publiek. In 2010 vonden een tweede
en derde lunchmeeting over respectievelijk het Nederlands klimaatbeleid en duurzaam bankieren plaats
en werden druk bezocht in december door studenten, medewerkers, medewerkers van de gemeente en
Provincie, onderzoekers en hoogleraren geïnteresseerd in het onderwerp.
In oktober 2010 heeft Professor Reyer Gerlagh samen met Bernard ter Haar (Directeur Milieu op het Minis-
terie) een diner pensant met thema ‘duurzaamheid’ geleid in het kader van de UvT Sociëteit.
Voor het eerst heeft onder leiding van het TSC een duurzaamheidsweek plaatsgevonden op de campus,
waar een breed spectrum van activiteiten voor studenten, onderzoekers en hoogleraren heeft plaatsgevon-
den. In november 2010 heeft voormalig Vice President van de VS en nobelprijswinnaar Al Gore zijn ere-
doctoraat tijdens zijn toespraak ter gelegenheid van de Dies van de universiteit in november 2010 mogen
ontvangen. Deze ceremonie was tevens het officiële moment van opening van het TSC. Meer dan 1000
mensen hebben zijn overweldigende speech gevolgd.
Naast de onderzoeksambities steunt TSC ook initiatieven die van de Tilburg University campus een duur-
zamere omgeving maken en faciliteert zij de Groene Leonardo’s die als missie hebben om de campus
‘groener’ te maken.
4.2 Gelieerde instituten
4.2.1 IVA
IVA verricht toegepast wetenschappelijk beleidsonderzoek in opdracht van overheden en andere marktpar-
tijen en richt zich daarbij op maatschappelijke vraagstukken op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn,
Human Resource Management en criminaliteit en veiligheid.
Terwijl IVA het jaar 2009 nog met winst kon afsluiten, liep de orderportefeuille in 2010 snel terug. Een stag-
nerende economie en groeiende concurrentie eisten zijn tol. Dit resulteerde na de zomer in de prognose
van een onverwacht groot verlies waardoor IVA zich genoodzaakt zag de personele formatie met 25 procent
te krimpen.
Door een verscherpte focus op de markt en de eigen kernkwaliteiten, in combinatie met een efficiëntere
bedrijfsvoering, verwacht IVA in de toekomst weer gezond te kunnen opereren in de markt.
4.2.2 IVO
Samenwerking met universiteiten in ontwikkelingslanden is een kernactiviteit van het Instituut voor Ont-
wikkelingsvraagstukken (IVO). Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met Mbrara University of Sci-
ence and Technology (MUST) in Oeganda. Dit is een vierjarig door de Nuffic gefinancierd project, gericht
op ondersteuning van de Faculty Development Studies (FDS). Samen met een instituut van de Universiteit
4544
van Antwerpen (IOB) is de eerste paar jaar van het project (dat is gestart in 2007) hard gewerkt aan het
verbeteren van het curriculum, met name door de introductie van twee nieuwe master opleidingen. In de
laatste twee jaar is de samenwerking meer verschoven naar onderzoekssamenwerking.
Dit krijgt vooral vorm door de begeleiding van in totaal zes promovendi van FDS. De meest recente daarvan
is een kandidaat die wordt begeleid samen met de Rechten Faculteit met als thema conflicten rond land-
gebruik (en eigendom) in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Dit past in een nieuw onderzoeksthema
dat het IVO aan het uitwerken is, de toegang tot en alternatieven voor (publieke) dienstverlening. Voor de
promotie kandidaat is dat de toegang tot recht in een situatie waarin het formele rechtssysteem ernstig
tekort schiet. De vraag is dan of een alternatief voorhanden is, in dit geval het concept microjustice dat is
ontwikkeld binnen Tilburg Law School. In een andere sector, het krediet, is een eerste explorerend onder-
zoek gedaan door een stagiaire van het Departement Economie over de situatie van microkrediet. En in de
gezondheidszorg wordt gekeken naar de toegang tot moeder en kindzorg, waarbij ook gekeken wordt of het
mogelijk is samen te werken met Tranzo.
Bovenstaande laat zien dat het IVO niet alleen samenwerkt met academische instellingen in ontwikkelings-
landen, maar ook zoekt naar synergie met onderdelen van Tilburg University.
De profilering van het IVO is de afgelopen jaren geleidelijk verschoven van een op samenwerkingsverban-
den gerichte projectorganisatie naar een combinatie van onderzoeksprojecten en promotietrajecten. De
landelijk na-ijlende bekostiging van promoties en de moeilijke marktomstandigheden voor onderzoeks-
projecten veroorzaken een cashflow probleem waarvoor onder andere in overleg met de universiteit naar
oplossingen gezocht wordt.
5.1 Visitaties en kwaliteitszorg
Zeer goede beoordeling voor Rechten
In 2009 zijn de onderzoeksprogramma’s van de Tilburg Law School door een externe evaluatiecommissie
beoordeeld in het kader van een landelijke onderzoeksvisitatie. Pas in 2010 zijn de resultaten van deze
onderzoeksvisitatie bekend gemaakt. De commissie was zeer positief over de faculteit in het algemeen en
over de acht onderzoeksprogramma’s in het bijzonder. Hierbij wordt met name gewezen op de vooraan-
staande internationale positie, het vermogen om externe financiering te verwerven, en het positieve onder-
zoeksklimaat dat de faculteit intern heeft weten te creëren. Tilburg Law School haalde de hoogste score van
alle Nederlandse rechtenfaculteiten.
Overzicht beoordelingen
Kwaliteit Productiviteit Relevantie Vitaliteit Eindoordeel
TLS Center for Transboundary Legal Development (CTLD)
4,25 4,25 4,00 4,00 4,25
TLS Center for Company Law (CCL) 4,50 4,00 4,00 4,00 4,25
TLS Tilburg Institute for Interdis-ciplinary Studies of Civil Law and Conflict Resolution (TISCO)
5,00 4,50 5,00 5,00 5,00
TLS Centrum voor Wetgevingsvraa-gstukken (CvW)
4,00 4,00 3,75 - 4,00
TLS Centrum voor Procesrecht (CvP) 4,00 3,75 4,25 - 4,00
TLS Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT)
4,75 4,00 4,25 5,00 4,75
TLS Tilburg Law and Economics Center (TILEC)
4,75 4,00 4,25 5,00 4,75
TLS International Victimology Institute (INTERVICT)
5,00 4,00 5,00 4,75 4,75
Geplande visitaties in 2011
Voor 2011 zijn geen onderzoeksvisitaties gepland.
5 Onderzoek
4746
5.2 Cijfermateriaal
Wetenschappelijke publicaties 1)
2008 2009 2010
TiSEM 2) 400 344 344,5
TLS 656 632 609
TiSSBeS 2) 562 512 543,5
TSH 314 329 355
TST 93 119 87
Tilburg University 2025 1936 19391) inclusief proefschriften, monographs en edited books
2) TISEM en TiSSBeS hebben in 2010 een gezamenlijke promotie; TiSSBeS heeft in 2010 2 dubbelpromoties
Output per faculteit
Tilburg School of Economics and Management
Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010
Academic In refereed journals 257 230 248
Publications In other journals 6 5 3
Bookchapters 97 79 63
Totaal 360 314 314
Monographs en edited books 13 13 7
PhD Theses (diss. I en II) 27 17 23,5
Professional publications and products 111 94 52
Tilburg Law School
Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010
Academic In refereed journals 308 142 142
Publications In other journals - 146 124
Bookchapters 249 264 242
Totaal 557 552 508
Monographs en edited books 83 60 82
PhD Theses (diss. I en II) 16 20 19
Professional publications and products 382 363 275
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences
Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010
Academic In refereed journals 361 367 365
Publications In other journals 0 0 4
Bookchapters 143 100 112
Totaal 504 467 481
Monographs en edited books 30 15 17
PhD Theses (diss. I en II) 27 30 47,5
Professional publications and products 89 88 79
Tilburg School of Humanities
Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010
Academic In refereed journals 97 102 110
Publications In other journals 12 14 10
Bookchapters 164 176 182
Totaal 273 292 302
Monographs en edited books 28 22 33
PhD Theses (diss. I en II) 13 15 20
Professional publications and products 64 45 66
Tilburg School of Theology
Output volgens SEP-indeling 2008 2009 2010
Academic In refereed journals 17 28 21
Publications In other journals 20 11 11
Bookchapters 40 64 48
Totaal 77 103 80
Monographs en edited books 12 13 7
PhD Theses (diss. I en II) 2 3 0
Professional publications and products 92 65 53
4948
Promoties
2008 2009 2010
TiSEM 1) 27 17 23,5
TLS 16 20 19
TiSSBeS 1) 2) 27 30 47,5
TSH 13 15 20
TST 2 3 0
TIAS NIMBAS 1
Tilburg University 85 85 1111) TISEM en TiSSBeS hebben in 2010 een gezamenlijke promotie
2) TiSSBeS heeft in 2010 twee dubbelpromoties
Gemiddeld cumulatief promotierendement per HOOP-gebied
HOOP- instroom promotie
gebied 2000 t/m
2006 <4jr <5jr >5jr
Economie 147 18% 59% 76%
Rechten 87 5% 25% 39%
G&M 101 14% 43% 61%
T&C 66 5% 23% 58%
Tilburg University 401 12% 42% 61%
Onderzoeksinzet 2010 (in FTE)
School 1e 2e 3e Totaal
geldstroom geldstroom geldstroom
TiSEM 112,4 29,2 17,7 159,2
TSH 48,6 16 17,9 71,4
TST 79,1 23,5 26,7 15,4
TLS 44 19,4 8,4 80,7
TiSSBeS 13,4 0 2 131,3
Tilburg University 297,5 87,9 72,7 458,0
HOOP-gebieden (in FTE) 1e 2e 3e Totaal
(aanlevering VSNU KUOZ) geldstroom geldstroom geldstroom
Economie 112,4 29,2 17,7 159,2
T&C 127,7 39,5 44,6 86,8
Recht 44,0 19,4 8,4 80,7
G&M 13,4 0,0 2,0 131,3
Tilburg University 297,5 87,9 72,7 458,0
Toegewezen 1e geldstroom per faculteit in € x 1.000*
2008 2009 2010
TiSEM 30.339 29.640 27.674
TLS 15.921 14.520 14.751
TiSSBeS 19.380 17.721 17.566
TSH 13.131 13.003 13.301
TST 5.174 5.223 4.481
Totaal 83.945 80.107 77.773
1e geldstroom is totale 1e geldstroom (onderwijs en onderzoek)
Ontvangsten 2e en 3e geldstroom per faculteit
2e geldstroom 3e geldstroom
2008 2009 2010 2008 2009 2010
TiSEM 5.199.937 5.371.273 5.745.620 5.631.853 6.644.327 6.435.204
TLS 1.930.463 1.095.175 951.375 4.249.849 4.470.594 5.259.708
TiSSBeS 2.549.783 2.030.241 2.841.675 2.888.161 2.886.263 3.879.706
TSH 1.123.016 1.301.023 1.178.378 594.007 801.750 734.616
TST - - - 7.801 67.233 178.938
Totaal 10.803.199 9.797.712 10.717.048 13.371.671 14.870.167 16.488.172
5150
5.3 Onderzoekssubsidies
Tabel NWO 2008, 2009 en 2010
2008 2009 2010
TiSEM 1.217.990 3.943.000 3.583.526
TLS 540.000 1.610.034 1.405.000
TiSSBeS 1.178.192 4.562.770 7.797.648
TSH 3.018.878 456.336 100.000
TST - - -
Totaal 5.955.060 10.572.140 12.886.174
De tabel laat het totaal van de toegekende subsidiebedragen vanuit NWO in de betreffende jaren in euro
zien.
Tabel NWO-subsidies, uitsplitsing 2010
Persoonsgebonden
subsidiesOverige NWO-
subsidies overig
Totaal
TiSEM 2.750.000 833.526 3.583.526
TLS 200.000 1.205.000 1.405.000
TiSSBeS 2.500.000 5.297.648 7.797.648
TSH - 100.000 100.000
TST - - -
Totaal 5.450.000 7.436.174 12.886.174
Tabel EU-subsidies 2008, 2009 en 2010
2008 2009 2010
TiSEM 1.279.086 861.913 1.485.344
TLS 1.965.928 467.681 912.000
TiSSBeS 150.135 215.764 586.273
TSH 40.000 216.550 -
TST - - -
Overige - - 1.511.000
Totaal 3.435.149 1.761.908 4.494.617
De tabel laat het totaal van de toegekende subsidiebedragen van EU-subsidies
in de betreffende jaren zien. Het totaal van 2008 is inclusief de ERC Starting Grant bij Tilburg Law School van € 1.645.000.
Tabel EU-subsidies 2010
Acroniem / Naam Regeling Aanvrager Subsidie (aandeel
Tilburg University)
TiSEM COCKPIT KP7 Cooperation, ICT W.J. v.d. Heuvel 177.784
TiSEM 4CAAST KP7 Cooperation, ICT M. Papazoglou 416.560
TiSEM IMPACT KP7 Cooperation, SSH J. Graafland 397.000
TiSEM SHARE_M4 KP7 Capacities, Infrastruc-
tures
A. van Soest 312.000
TiSEM EXPMAC Marie Curie IEF D. Pfajfar 182.000
TLS ENDORSE KP7 Cooperation, ICT R. Leenes 480.000
TLS VIRTUOSO KP7 Cooperation, Security C. Cuijpers 196.000
TLS Detention in EU DG Justice, JPEN A. van Kalmthout 40.000
TLS THB - Trafficking in
human beings
DG Home Affairs, ISEC C. Rijken 136.000
TLS Victims and
Restorative Justice
DG Justice, Criminal Justice A. Pemberton 60.000
TiSSBeS TANGO KP7 Cooperation, ICT B. de Gelder 544.259
TiSSBeS Circles Europe:
Together for Safety
DG Justice, Daphne III S. Bogaerts 42.014
CentERdata IMPACT KP7 Cooperation, SSH M. Das 103.000
CentERdata SHARE_M4 KP7 Capacities,
Infrastructures
M. Das 1.408.000
Totaal 4.494.617
5352
In 2010 zijn er voor twaalf onderzoeksprojecten EU-subsidies toegekend. Het betreft hier zowel projecten
bij het 7e Kaderprogramma (KP7) als projecten van andere Europese organisaties, waaronder tenders van
de verschillende Directoraten-Generaal. Binnen de projecten IMPACT en SHARE_M4 participeren zowel
Tilburg School of Economics and Management als het onderzoeksinstituut CentERdata. Van een aantal van
deze twaalf projecten is hieronder een korte samenvatting te lezen.
COCKPIT - Citizens Collaboration and Co-Creation in Public Sector Service Provision
Binnen het project COCKPIT wordt onderzoek gedaan hoe sociale media en web 2.0 toepassingen gebruikt
kunnen worden voor communicatie tussen burger en overheid. Bovendien kan hiermee worden geïnventa-
riseerd wat de wensen van burgers zijn ten aanzien van de publieke dienstverlening. COCKPIT wil daarom
een nieuw ‘governance’ model ontwikkelen voor deze nieuwe generatie van publieke diensten. Hierbij gaat
men uit van de notie van een open overheid waarin burgers meer vertrouwen hebben in elkaar en in die
overheid. Dit zal resulteren in beter toezicht op publieke diensten, een hogere mate van gebruik van dien-
sten, lagere leveringskosten en meer innovatie. Het consortium bestaat uit twaalf partners. Vanuit Tilburg
University is Tilburg School of Economics and Management betrokken. De coördinatie ligt in handen van
Intrasoft International SA (Luxemburg).
4CAAST - Building the PaaS Cloud of the Future
Het 4CAAST project heeft als doel het creëren van een geavanceerd PaaS (Platform as a Service) Cloud plat-
form dat de geoptimaliseerde en elastische hosting van multitier applicaties op Internetschaal ondersteunt.
4CAAST ontsluit alle noodzakelijke functies, versoepelt programmering van rich internet applications en
maakt de creatie van een echt zakelijk ecosysteem mogelijk, waarbinnen applicaties van verschillende aan-
bieders voor verschillende gebruikers op maat kunnen worden gemaakt, kunnen worden samengevoegd
en kunnen worden verhandeld. Het consortium bestaat uit 17 partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg
School of Economics and Management betrokken. De coördinatie ligt in handen van Telefónica Investiga-
ción y Desarrollo (Spanje).
IMPACT - Impact Measurement and Performance Analysis of CSR
Binnen de EU is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) of Corporate Social Responsibility
(CSR) gedefinieerd als de vrijwillige bijdrage van het bedrijfsleven aan het concurrentievermogen, sociale
cohesie en het rentmeesterschap voor het milieu. De werkelijke toegevoegde waarde van MVO in het aan-
pakken van deze uitdagingen wordt echter nog betwist.
Onderzoek naar MVO concentreerde zich tot dusver op de beoordeling van de voordelen voor en bin-
nen ondernemingen. Maar welke baten en effecten brengt MVO daadwerkelijk, verder dan de grens van
bedrijven, naar de economie en de samenleving als geheel? Hoe kunnen managers, beleidsmakers en
belanghebbenden de effecten ervan beter meten en beoordelen? Wat betekent dit voor ‘smart mixes’ van
overheidsbeleid en bedrijfsstrategie? Binnen het project IMPACT gaat men onderzoek verrichten naar deze
en andere vragen rondom MVO. Het consortium bestaat uit 16 partners. Vanuit Tilburg University zijn Til-
burg School of Economics and Management en CentERdata betrokken. De coördinatie ligt in handen van
het Öko Institut (Institute for Applied Ecology) (Duitsland).
SHARE_M4 - Multinational Advancement of Research Infrastructures on Ageing
Het SHARE_M4 project is ondersteunend aan het ook met Europese middelen gefinancierde SHARE pro-
ject (Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe). Het omvat alle taken die van belang zijn om de
toegevoegde waarde voor Europa van SHARE te handhaven en de zestien nationale enquêtes goed geïnte-
greerd te houden. Het doel is om de expertise en excellentie in dienstverlening alsmede in de wetenschap
te bewaken. Dit gebeurt onder meer door het bevorderen van de cultuur van samenwerking tussen ontwer-
pers en gebruikers van SHARE, door verbetering van de multinationale diensten voor gebruikers en door
het verder ontwikkelen van de ‘state-of-the-art’ in de bouw van interdisciplinaire panels. Het consortium
bestaat uit dertien partners. Vanuit Tilburg University zijn Tilburg School of Economics and Management
en CentERdata betrokken. De coördinatie ligt in handen van de University of Mannheim (Duitsland).
EXPMAC - Experimental Macroeconomics: Expectations and Monetary Policy Design
EXPMAC is een Marie Curie project, onder het subprogramma Intra-European Fellowships. Het onderzoek
gaat uitgevoerd worden door Damjan Pfajfar bij Tilburg School of Economics and Management. Het doel
van het voorstel is om drie punten te onderzoeken, die momenteel in de kern van het moderne macro-
economische debat spelen en dan meer specifiek binnen de monetaire economie. Deze kwesties zullen
worden onderzocht met een nieuwe en innovatieve methode binnen dit domein, namelijk laboratoriumex-
perimenten.
ENDORSE - Legal Technical Framework for Privacy Preserving Data Management
Het ENDORSE project houdt zich bezig met het verstrekken van garanties voor databescherming voor zo-
wel de gebruikers van de data als degenen waar de data betrekking op heeft. Het project beoogt een op re-
gels gebaseerde taal, genaamd PRDL (Privacy Rules Definition Language) te definiëren, die kan worden ge-
bruikt om wettelijke voorschriften, privacybeleid van organisaties en ‘user content’ uit te drukken. Hiervoor
worden regels geformuleerd die ervoor moeten waken dat de privacyregels voldoen aan wettelijke vereisten.
Het consortium bestaat uit negen partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg Law School betrokken. De
coördinatie ligt in handen van het Waterford Institute of Techonology (Ierland).
VIRTUOSO - Versatile InfoRmation Toolkit for end-Users oriented Open Sources explOitation
VIRTUOSO heeft tot doel de autoriteiten op het gebied van veiligheid te voorzien van een geavanceerde
geïntegreerde toolkit, ontwikkeld rondom een ‘open ‘ architectuur, waarmee open source informatie voor
ondersteuning van besluitvorming kan worden benut. Bij elke stap van dit besluitvormingsproces wordt
actiegerichte, beoordeelde en gevalideerde informatie verstrekt. Deze informatie wordt geïntegreerd in een
open kader, waardoor andere bestaande of toekomstige instrumenten ook weer kunnen worden toege-
voegd. De toolkit voldoet aan alle belangrijke juridische en ethische richtlijnen. Het consortium bestaat uit
achttien partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg Law School betrokken. De coördinatie ligt in handen
van de French Alternative Energies and Atomic Energy Commission (CEA) (Frankrijk).
THB - Trafficking in Human Beings
De belangrijkste doelstelling van het THB project is om de opsporing en vervolging van mensenhandel
wegens uitbuiting op het werk te verbeteren en om de meest voorkomende problemen en best practices
op dit terrein te identificeren. Om deze vorm van mensenhandel te bestrijden zijn specifieke vaardigheden,
5554
kennis en het bewustzijn voor een effectieve opsporing en vervolging vereist. Ook andere actoren dan de
politie en het Openbaar Ministerie (zoals de arbeidsinspectie en gemeenten) dienen betrokken te worden
bij deze activiteiten. De betrokken actoren zijn vaak onbekend met de specifieke behoeften van de slachtof-
fers en zijn zich niet bewust van hoe netwerken rondom mensenhandel opereren. Het consortium bestaat
uit zes partners. Vanuit Tilburg University is Tilburg Law School betrokken. De coördinatie ligt in handen
van Tilburg University.
TANGO - Emotional interaction grounded in realistic context
Veel alledaagse handelingen vinden plaats in een sociale en affectieve context en veronderstellen dat
de actoren deze context delen. De huidige beweging synthese technieken, bijvoorbeeld in computer graphics,
zijn echter vooral gericht op fysieke factoren. De rol van andere factoren, en in het bijzonder
psychologische variabelen, wordt nog niet goed begrepen. Het doel van het TANGO-project is deze ver-
trouwde ideeën over affectieve communicatie een grote stap verder te brengen, door het ontwikkelen van
een kader dat het essentiële interactieve karakter van sociale communicatie, gebaseerd op non-verbale
communicatie met gezichts- en lichamelijke expressie, vertegenwoordigd. TANGO gaat verder dan de hui-
dige stand van zaken in zowel theoretische omvang, als in de methodologische benaderingen en innovatie-
ve toepassingen die worden verwacht. Het consortium bestaat uit zeven partners. Vanuit Tilburg University
is Tilburg School of Social and Behavioral Sciences betrokken. De coördinatie ligt in handen van Tilburg
University.
5.4 Stichting Bijzondere Leerstoelen
Activiteiten
De werkzaamheden van de Stichting Bijzondere Leerstoelen (SBL) hadden in 2010 voornamelijk betrekking
op de voorbereiding van de vestiging van bijzondere leerstoelen, de benoeming van bijzonder hoogleraren
en het sluiten van overeenkomsten met de vestigende instanties. Tevens zijn evaluaties en verlengingen
van de leerstoelen in gang gezet.
Het bestuur SBL is gedurende dit verslagjaar tweemaal bijeengekomen, in het voorjaar en in het najaar.
Daar is aandacht gegeven aan de criteria voor de vestiging van een bijzondere leerstoel. Daarvoor is advies
gevraagd van de afdeling Juridische Zaken. Tevens is aan de afdeling Financiële Administratie gevraag om
naar de fiscale aspecten te kijken (BTW) van bijzondere leerstoelen. Op grond hiervan zijn de criteria geher-
formuleerd op basis waarvan een vestiging van een bijzonder hoogleraar getoetst kan worden.
Vervolgens is besloten om het College van Bestuur te adviseren een indexering toe te passen voor de finan-
ciële bijdrage van een externe instantie voor de vestiging van een bijzondere leerstoel. Er heeft de afgelopen
vijf jaar geen indexering plaatsgevonden terwijl de salarislasten en overige kosten wel omhoog zijn gegaan.
Voorgesteld werd om de bijdrage van € 40.000, - te verhogen naar € 45.000 per jaar voor 0,2 fte. Daarbij
werd uitgegaan van een indexering van gemiddeld 2 procent per jaar gedurende de laatste vijf jaar. Verder
werd voorgesteld om de financiële vergoeding van bijzondere leerstoelen jaarlijks met 2 procent te indexe-
ren.
Het overzicht van de bijzondere leerstoelen is geactualiseerd en naar de faculteiten gestuurd. In december
2010 heeft de secretaris van SBL gesprekken met de faculteiten gevoerd over de voortgang van de leerstoe-
len en de acties die in 2011 moeten worden ondernomen.
De bijzondere leerstoelen
ZoaIs gesteld, zijn in 2010 vijftien nieuwe bijzondere leerstoelen gevestigd. De vestigende instanties zijn
De Nederlandsche Bank, Unesco, Arq Psychotrauma Expert Groep, de Stichting bestuursrecht en bestuurs-
kunde, CZ Groep, GGZ Midden Brabant, RINO Zuid, Dichterbij, Stichting Religie in het Publieke Domein,
Stichting Maatschappelijke Activering, Marga Klompé Stichting, De Nederlandse Jezuïeten, Stichting Adri-
anusfonds, PWC, GITP en Capgemini Consulting. Voor twee recent gevestigde leerstoelen worden nog
kandidaten gezocht. Op alle andere leerstoelen zijn bijzonder hoogleraren benoemd.
De Bijzondere leerstoel ‘Persoonlijke Financiële Planning’ van prof.dr. H.M. Prast is omgezet in een ge-
wone leerstoel. Verder is de bijzondere leerstoel ‘Islam en Moderniteit’ overgeheveld van Tilburg School
of Humanities naar Tilburg School of Theology en is een nieuwe leerstoelhouder benoemd na vertrek van
de voorgaande hoogleraar. De bijzondere leerstoel ‘Global Sourcing’ bij Tilburg School of Economics and
Management heeft een nieuwe vestigende instantie gekregen, namelijk EquaTerra in plaats van Accenture.
Hieronder vindt u een overzicht van de nieuwe en beëindigde bijzondere leerstoelen en is de ontwikkeling
van de bijzondere leerstoelen in de afgelopen vijf jaar (2006 – 2010) en de verhouding hoogleraar – bijzon-
der hoogleraar in 2010 weergegeven.
5756
In 2010 zijn de volgende leerstoelen gevestigd:
Tilburg School of Economics and Management (TISeM):
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. R.J. Berndsen
Titel Financiële Infrastructuur en Systeemrisico
Initiatiefnemer De Nederlandsche Bank
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. R. in ‘t Veld (m)
Titel Substainability in Knowledge Democracy
Initiatiefnemer Unesco
Tilburg Law School:
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P.G. van der Velden (m)
Titel Psychologische gevolgen en gebruik van geestelijke gezondheids-
zorg na rampen en calamiteiten
Initiatiefnemer Arq Psychotrauma Expert Groep
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TiSSBeS):
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. I. van de Goor (v)
Titel Effectiviteit Individuele Preventie
Initiatiefnemer CZ Groep
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. C.M. van der Feltz-Cornelis (v)
Titel Sociale Psychiatrie
Initiatiefnemer GGZ Midden Brabant
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P. Embregts (v)
Titel Beroepsopleiding tot gezondheidszorgpsycholoog
Initiatiefnemer RINO Zuid
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P. Embregts (v)
Titel Mensen met een verstandelijke beperking: psychopathologie en
behandeling
Initiatiefnemer Dichterbij
Tilburg School of Humanities (TSH):
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. S. van Bijsterveld (v)
Titel Religie, rechtsstaat en samenleving
Initiatiefnemer Stichting Religie in het Publieke Domein
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. A. Goossensen (v)
Titel Presentie en Geestelijke Gezondheidszorg
Initiatiefnemer Stichting Maatschappelijke Activering
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. M.M.E.H. Reisen (v)
Titel Maatschappelijk verantwoord handelen vanuit de Katholieke
Traditie
Initiatiefnemer Marga Klompé Stichting
Tilburg School of Theology (TST):
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. H. Witte (m)
Titel Franciscus Xaverius
Initiatiefnemer De Nederlandse Jezuïeten
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. M. Siddiqui (v)
Titel Islam en Burgerschap
Initiatiefnemer Stichting Adrianusfonds
TiasNimbas:
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. S. Stevens (m)
Titel Fiscale aspecten van maatschappelijk ondernemen
Initiatiefnemer PWC
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. ir. Goodijk (m)
Titel Governance in de Publieke Sector
Initiatiefnemer GITP
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. M. Folpmers (m)
Titel Financial Risk Management
Initiatiefnemer Capgemini Consulting
In 2010 zijn de volgende bijzondere leerstoel beëindigd:
Tilburg School of Economics and Management (TISeM):
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. H.M. Prast
Titel Persoonlijke Financiële Planning
Initiatiefnemer Rabobank
Reden: De benoeming van prof. Prast is omgezet in een gewone hoogleraar.
5958
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TiSSBeS):
Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. A.W. Gaillard
Titel: Psychosociale stress
Initiatiefnemer: Stichting voor onderzoek naar Psychosociale Stress
Reden: emeritaat
Ontwikkeling bijzonder hoogleraren in aantal 2006 - 2010
2006 2007 2008 2009 2010
TISeM 10 12 12 11 12
TLS 5 8 9 7 8
TiSSBeS 16 13 14 15 17
TSH 6 8 11 13 15
TST 4 4 5 6 8
TiasNimbas 2 1 2 4 7
Totaal: 43 46 53 56 67
Cijfers verhouding hoogleraar-bijzonder hoogleraar in fte 2010
M V totaal % bijz
TISeM reg 72,25 6,6 78,85 3,6 %
bijz 2,8 0 2,8
TiSSBeS reg 24,65 5,7 30,35 13%
bijz 2,4 1,65 4,05
TLS reg 30,8 4 34,8 4,6%
bijz 1,2 0,4 1,6
TSH reg 21,1 2 23,1 13,4%
bijz 2,3 0,8 3,1
TST reg 5,7 0 5,7 35%
bijz 1,8 0,2 2,0
Totaal: regulier: 172,8 bijzonder: 13,55 reg – bijz: 7,8%
6.1 Accreditatie
Ba en Ma opleidingen geaccrediteerd t/m
Tilburg School of Economics and Management (TISeM)
Ba Economics februari 2017
Ba Economie en Bedrijfseconomie februari 2017
Ba Bedrijfseconomie februari 2017
Ba Econometrie en Operationele Research februari 2017
Ba Fiscale Economie februari 2017
Ba Economie en Informatica februari 2017
Ba International Business augustus 2012
Ba International Business Administration december 2013
Ma Accounting februari 2017
Ma Economics februari 2011
Ma Fiscale Economie februari 2017
Ma International Management februari 2011
Ma Supply Chain Management februari 2011
Ma Marketing Management februari 2017
Ma Marketing Research februari 2011
Ma Econometrics and Mathematical Economics februari 2011
Ma Operations Research and Management Science februari 2011
Ma Quantitative Finance and Actuarial Science februari 2011
Ma Strategic Management februari 2011
Ma Information Management februari 2017
Ma Economics and Finance of Aging november 2011
Ma Finance februari 2011
Onderzoeksmasters
Research master in Business augustus 2015
Research master in Economics augustus 2015
Tilburg Law School (TLS)
Ba Fiscaal Recht maart 2012
Ba Internationaal en Europees Recht maart 2012
6 Onderwijs
6160
Ba Rechtsgeleerdheid maart 2012
Ba Bestuurskunde april 2012
Ba Recht en Management december 2013
Ma Fiscaal Recht maart 2012
Ma International and European Public Law maart 2012
Ma International Business Law maart 2012
Ma Law and Technology maart 2012
Ma Milieurecht maart 2012
Ma Nederlands Strafrecht in Europa maart 2012
Ma Rechtsgeleerdheid maart 2012
Ma Sociaal Recht en Sociale Politiek maart 2012
Ma Bestuurskunde april 2012
Ma Recht en Management december 2013
Ma Master of Laws in European and International Taxation mei 2014
Onderzoeksmasters
Research master Grondslagen en Methoden van de Rechtswetenschap februari 2016
Research master Public Administration and Organizational Science april 2017
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TiSSBeS)
Ba Organisatiewetenschappen december 2013
Ba Personeelwetenschappen december 2013
Ba Psychologie december 2013
Ba Sociologie december 2013
Ba Vrijetijdwetenschappen december 2013
Ma Medische Psychologie augustus 2017
Ma Human Resource Studies december 2013
Ma Leisure Studies december 2013
Ma Organisation Studies december 2013
Ma Psychologie en Geestelijke Gezondheid december 2013
Ma Social Psychology december 2013
Ma Sociology december 2013
Onderzoeksmaster
Research master Social and Behavioural Sciences december 2012
Tilburg School of Humanities (TSH)
Ba Wijsbegeerte februari 2017
Ba Liberal Arts and Sciences januari 2013
Ba Algemene Cultuurwetenschappen december 2013
Ba Communicatie- en Informatiewetenschappen december 2013
Ba Religie in samenleving en Cultuur mei 2014
Ma Wijsbegeerte februari 2017
Ma Wijsbegeerte van een bepaald Wetenschapsgebied februari 2011
Ma Algemene Cultuurwetenschappen december 2013
Ma Christendom en Islam december 2013
Ma Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Religie
in Samenleving en Cultuur
december 2013
Ma Religie in Samenleving en Cultuur mei 2014
Ma Zorg, Ethiek en Beleid december 2013
Ma Communicatie- en Informatiewetenschappen maart 2017
Onderzoeksmaster
Research master Theology februari 2016
Research master Language and Communication maart 2017
Research master Wijsbegeerte februari 2016
Tilburg School of Theology (TST)
Ba Theologie maart 2013
Ma Theologie maart 2013
Ma Christianity and Society maart 2013
Onderzoeksmaster
Research master Theology februari 2016
6362
TiasNimbas
Accreditatie
De volgende instanties hebben programma’s van TiasNimbas geaccred-
iteerd;
– The Association of MBAs (AMBA);
– Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO);
– Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS);
– Economic and Social Science Research Council (ESRC).
NVAO Accreditatiegegevens TiasNimbas Business School geaccrediteerd t/m
* EMFC Executive Master of Finance and Control april 2012
* International MSc in Business Administration, mei 2016
* Executive Master of Management and Organisation, oktober 2016
* Executive Master in Finance, november 2016
* Executive Master of Business Valuation november 2016
Accreditatie
Nieuwe opleidingen
Tilburg University heeft in 2010 een aantal initiatieven in gang gezet voor het starten van nieuwe master-
opleidingen. Een nieuwe opleiding wordt door het ministerie van OCW en de Nederlands-Vlaamse Accre-
ditatieorganisatie (NVAO) getoetst op respectievelijk macrodoelmatigheid en potentiële kwaliteit. Tilburg
University heeft drie aanvragen voor de toets macrodoelmatigheid ingediend. Te weten, International Busi-
ness Taxation, Kennistoepassing in zorg en welzijn en Victimology and Criminal Justice. Het ministerie van
OCW heeft een positief besluit genomen over de opleiding International Business Taxation. Voor de andere
twee opleidingen wordt in 2011 een besluit verwacht. Met betrekking tot potentiële kwaliteit heeft de NVAO
heeft een positief besluit genomen voor een zestal Lerarenopleidingen:
• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Algemene Economie
• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Filosofie
• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Maatschappijleer
• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Nederlands
• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Wiskunde
• Ma Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Management en Organisatie
Heraccreditatie
Bestaande opleidingen worden om voor bekostiging van overheidswege in aanmerking te blijven zesjaar-
lijks beoordeeld door de NVAO. In 2010 heeft de NVAO de volgende opleidingen positief beoordeeld:
• Ba Economie
• Ba Economie en Informatica
• Ba Bedrijfseconomie
• Ba Economie en Bedrijfseconomie
• Ba Fiscale Economie
• Ba Econometrie en Operationele Research
• Ba Wijsbegeerte
• Ma Accounting
• Ma Information Management
• Ma Accountancy
• Ma Marketing Management
• Ma Fiscale Economie
• Ma Wijsbegeerte
• Ma Communicatie- & Informatiewetenschappen
• Ma Medische Psychologie
Daarnaast zijn er drie researchmasters geheraccrediteerd:
Research master Research in Public Administration and Organizational Science
Research master Language and Communication
Research master Theology
De oorspronkelijke accreditatie van de researchmaster Social and Behavioural Sciences is met twee jaar
verlengd. Op basis van de door de KNAW-commissie aangedragen verbeterpunten is een verbeterplan
opgesteld. Het unanieme oordeel van de KNAW commissie was dat het verbeterplan in alle opzichte een
uitstekend plan is, waarin tegemoet wordt gekomen aan de eerdere bezwaren van de commissie. Het ver-
beterplan dient te leiden tot een heraccreditatie van zes jaar.
6.2 Ontwikkelingen in onderwijs
Universitaire Lerarenopleiding Tilburg
Tilburg University startte in 2008 samen met OMO (Ons Middelbaar Onderwijs) met de voorbereiding van
de Universitaire Lerarenopleiding (ULT). De ULT is een eerstegraads lerarenopleiding. In juni 2010 heeft
de NVAO zes lerarenopleidingen officieel geaccrediteerd. De ULT gaat gefaseerd van start. In september
2011 starten de opleidingen Filosofie, Levensbeschouwing en Nederlands bij de Tilburg School of Humani-
ties. Maatschappijleer start in september 2012 bij de Tilburg School of Social and Behavioural Sciences. In
september 2013 volgen de opleidingen Economie, Management & Organisatie en Wiskunde bij de Tilburg
School of Economics and Management.
Onderwijs voor excellente studenten
Afgelopen jaar is van start gegaan met het programma ‘Outreaching’. Tilburg University heeft voor dit
programma subsidie ontvangen in het kader van het Sirius-programma, dat door OCW is opgezet voor het
bevorderen van excellent onderwijs. Het programma is bedoeld voor excellente bachelorstudenten die een
toppositie ambiëren in het bedrijfsleven, het openbaar bestuur of andere maatschappelijke organisaties,
zowel nationaal als internationaal. In september is een groep van 50 ambitieuze studenten gestart met het
programma.
6564
Het Outreaching-programma bestaat onder meer uit een cursus in de toepassing van wetenschappelijke
kennis vanuit een ondernemende houding, labs onder leiding van bijzondere hoogleraren met de aan hen
gelieerde organisaties/bedrijven, masterclasses door personen in maatschappelijke topfuncties, een (in-
ternationale) stage en deelname aan intensieve trainingen door het bureau Krauthammer International.
Ook wordt een fysieke en virtuele ‘gemeenschap’ gevormd, waarin de studenten elkaar, docenten en coa-
ches ontmoeten. Het Outreaching-programma beslaat vier semesters vanaf het tweede bachelorjaar en
is Engelstalig. Om ervoor in aanmerking te komen zullen studenten goede studieresultaten, ambitie en
motivatie moeten tonen.
Naast dit nieuw ontwikkelde Outreaching-programma biedt Tilburg University voor de ambitieuze en ge-
motiveerde student nog de volgende programma’s aan: een universiteitsbreed, multidisciplinair Honours
Programma en disciplinair verdiepende facultaire topclasses bij de Law School en de Schools of Economics
and Management en Social and Behavioral Sciences.
Krachtig Meesterschap – Excellente leraren wizzkunde
Dit project onder leiding van prof.dr. Herbert Hamers biedt VWO leerlingen en VO wiskundedocenten de
mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen in de wiskunde om in de toekomst te kunnen excelleren. In
2009 en 2010 zijn de volgende activiteiten ontplooid:
1. Wiskunde D lessen op Tilburg University aan 180 leerlingen VWO 5 en 6 afkomstig van het Beatrixcollege,
Willem 2 College, Theresia Lyceum, Mill Hill College, 2College Cobbenhagen, St. Odulphus Lyceum en
Stedelijk Gymnasium Den Bosch.
2. Wiskunde B lessen op Tilburg University aan 200 leerlingen VWO 5 afkomstig van dezelfde scholen als
in item 1.
3. Scholing aan vijftien VWO wiskundedocenten op de onderwerpen Speltheorie (in 2009) en Financiële
wiskunde (in 2010).
4. De volgende dictaten voor wiskunde D (omvang ongeveer 150 bladzijden per dictaat) zijn ontwikkeld in
samenwerking met VO docenten: Speltheorie, Financiële wiskunde en Besliskunde.
5. De volgende dictaten voor wiskunde B (omvang ongeveer 30 bladzijden per dictaat) zijn ontwikkeld in
samenwerking met VO docenten: Integralen, Algebraïsche vaardigheden, Coderingstheorie en Binaire
getallen.
6. Er is een website ontwikkeld voor Wiskunde D (http://cdata3.uvt.nl/wiskunded/).
7. Mogelijkheden onderzocht voor e-learning omgeving voor ontwikkelde dictaten. De inhoud van het
dictaat Speltheorie is bewerkt in een e-learning omgeving. De link is http://cdata3.uvt.nl/wiskunded/e-
learning.htmml. Aan andere dictaten wordt gewerkt om deze ook in een e-learning omgeving te zetten.
Uitreiking thesisprijzen
Tilburg University reikt jaarlijks prijzen uit voor de beste masterthesis en de beste researchmasterthesis van
het voorgaande collegejaar. De faculteiten konden twee kandidaten voordragen voor de masterthesisprijs
en één voor de researchmasterthesisprijs. De jury, bestaande uit de vice-decanen onderwijs onder voorzit-
terschap van de Rector Magnificus, heeft uit deze kandidaten drie prijswinnaars gekozen.
De tweede prijs is in 2010 gegaan naar een masterthesis die de jury omschrijft als een coherent, goed
leesbaar en rijkelijk geïllustreerd verhaal. De thesis is tegelijkertijd onderhoudend én een degelijk en ver-
nieuwend stuk onderzoek dat erin slaagt een bijdrage te leveren aan de toegepaste taalwetenschap en de
sociolinguïstiek. In interactie met wetenschappelijke literatuur over onder andere semiotiek, geletterdheid,
communicatie en etnografie slaagt de auteur erin om een zeer genuanceerd beeld te schetsen van gelet-
terdheid in een Gambiaanse dorpsgemeenschap. Het betreft de thesis ‘Visuele communicatie en geletterd-
heid op het Gambiaanse platteland’ van Jannet Coppoolse. De thesis die de eerste prijs heeft gewonnen,
gaat over een klassiek strafrechtelijk thema, te weten het onderscheid tussen moord en doodslag. De au-
teur heeft over dit onderscheid een rechtsvergelijkend onderzoek gedaan tussen Nederland en Duitsland.
Naar het oordeel van de jury is dit op een methodologisch perfecte wijze gedaan. De auteur heeft niet alleen
beide stelsels beschreven, maar ze ook kritisch benaderd. Het resultaat is een boeiend geschreven thesis
die mede dankzij praktijkvoorbeelden goed toegankelijk is. Het betreft de thesis ‘Over de kwalificering van
doodslag’ van Iris Haenen.
De winnaar van de prijs voor de beste researchmasterthesis is Jochem de Bresser voor zijn thesis ‘Retire-
ment replacement rate expectations of Dutch employees’. In deze thesis analyseert Jochem de pensioen-
verwachtingen van Nederlandse werknemers aan de hand van een representatief panel dat gedurende een
aantal jaren ondervraagd is over wanneer zij met pensioen verwachten te gaan en wat zij verwachten van
hun inkomen na pensionering. Deze analyse is gebaseerd op de nieuwste inzichten in de econometrie
van het meten van verwachtingen. Volgens de jury laat Jochem zien de literatuur met betrekking tot zowel
econometrie als ook pensioenverwachtingen goed te kennen. Hij gaat creatief en verantwoord om met
econometrische technieken en koppelt het toepassen van geavanceerde econometrische technieken op een
originele manier aan het beantwoorden van beleidsrelevante onderzoeksvragen.
Intensivering onderwijs
Het College van Bestuur is voornemens de BSA-norm met ingang van 1 september 2011 te verhogen naar
42 ECTS. Om te bevorderen dat studenten deze norm halen is aan de faculteiten gevraagd plannen te
ontwikkelen voor intensivering van het onderwijs. Het college heeft daarvoor voor zes jaar middelen ter be-
schikking gesteld, toe te wijzen in twee tranches. De faculteiten dragen daar uit eigen middelen ten minste
een zelfde bedrag aan bij. De in het najaar ingediende voorstellen van de Tilburg School of Economics and
Management (Research Based Lerarning), Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (Actief Leren)
en Tilburg School of Humanities (Academische schrijfvaardigheid) zijn allen gehonoreerd. Tilburg Law
School zal in het voorjaar van 2011 een voorstel indienen.
Docentprofessionalisering
In 2009 heeft de door het college ingesteld projectgroep docentprofessionalisering een onderwijskwalifi-
catietraject gepresenteerd, specifiek gericht op de onderwijssituatie op Tilburg University. Bij de uitwerking
van het onderwijskwalificatietraject is uitgegaan van de vaardigheden die een docent volgens het UFO-
profiel moet verwerven. Tevens is voortgebouwd op de reeds op Tilburg University aanwezige ervaring
en expertise. Per 1 januari 2010 is dit kwalificatietraject verplicht voor alle nieuw aangestelde docenten en
UD’s. in het voorjaar zijn een coördinator en een trainer aangesteld die het traject in uitvoering zijn gaan
brengen. In september is gestart met de eerste trainingen.
6766
Aansluiting HBO-WO
Instellingsbreed is het aantal pre-masterstudenten de afgelopen jaren toegenomen. Om te inventariseren
wat de studieresultaten van deze groep studenten zijn, is in 2010 een werkgroep HBO-instroom ingesteld.
Geconstateerd is dat een deel van de HBO-bachelors weliswaar in het begin moeite heeft met aanpassing
aan het academisch klimaat, maar dat de uiteindelijke studieresultaten van de hele groep niet veel verschil-
len van de WO-bachelors. De motivatie en werkhouding van de HBO-instromers is juist sterker en positie-
ver. De werkgroep heeft een aantal aanbevelingen gepresenteerd met betrekking tot een vergelijkende ana-
lyse van scripties, het verzorgen van pre-mastervakken, schrijfvaardigheid en de mogelijkheid van selectie.
Studiekeuzegesprekken
Aan de hand van een notitie over de mogelijkheden van intakegesprekken aan Tilburg University heeft het
College van Bestuur besloten pilots met kennismakingsgesprekken met eerstejaars studenten in de eerste
zes weken van het collegejaar uit te voeren bij twee opleidingen. Gekozen is voor de opleidingen Psycho-
logie en Rechten. Deze pilots zijn in het najaar van 2010 gehouden. Uitgangspunt bij de pilots is dat de
faculteit een eigen invulling aan de pilot kan geven, waarbij zo veel mogelijk aangesloten wordt bij wat op
de faculteit gangbaar is op het gebied van studiebegeleiding. Een evaluatie van de pilots wordt in het voor-
jaar van 2011 verwacht.
ICT en onderwijs
Library
Verreweg het belangrijkste wapenfeit in 2010 in voorzieningen voor studenten is de oplevering van het
geheel gerenoveerde gebouw L (Library). Niet alleen heeft het gebouw van binnen een totale facelift onder-
gaan waardoor er, letterlijk, veel meer licht en ruimte in het gebouw is, maar ook zijn er fors meer studiep-
lekken voor studenten gecreëerd en is de omvang per studieplek flink toegenomen. Tevens is er meer diver-
siteit in die studieplekken aangebracht: naast stilteplekken zijn er aanzienlijk meer samenwerkingsplekken
dan voorheen, alsmede groepsruimtes die gereserveerd kunnen worden. De samenwerkingsplekken en
de groepsruimten zijn voorzien van moderne ICT-middelen. Tenslotte is er een datalab, een teaching lab
(gericht op docenten) en zijn er enkele speciaal ingerichte ruimten voor AV-bewerking (viewing, editing).
Enkele cijfers over gebouw L:
- 224 studieplaatsen zonder PC;
- 498 studieplaatsen met PC;
- 200 studieplaatsen op groepswerkplaatsen, uitgerust met 72 PC’s met dubbele schermen en laptopaan-
sluiting.
Totaal dus 922 studieplaatsen.
Activerend leren
De pilot met ‘e-voting’ op basis van stemkastjes in 2010 heeft aangetoond dat het principe succesvol ge-
noemd mag worden maar dat de gekozen technologie voor veel logistieke en operationele problemen heeft
gezorgd die hebben gemaakt dat van een doorslaand succes niet gesproken kan worden.
Dat actieve participatie van studenten aan het onderwijs door middel van ‘e-voting’ een vaste plaats dient
te krijgen in het onderwijsinstrumentarium aan Tilburg University staat wel vast.
6.3 Post experience onderwijsEen belangrijke vorm van kennisoverdracht aan de samenleving is het executive of postervarings onder-
wijs. Tilburg University heeft het executive onderwijs ondergebracht in TiasNimbas Business School. Tias-
Nimbas is zowel de business school van Tilburg University als van de Technische Universiteit Eindhoven
en heeft vestigingen in Tilburg, Eindhoven, Utrecht, Bonn en Taipei. TiasNimbas streeft ernaar om door
middel van kwalitatief hoogwaardige opleidingen toegevoegde waarde te creëren voor managers en hun
organisaties. Onder het motto ‘Never Stop Asking’ combineert TiasNimbas de ‘frontiers of knowledge’
met ‘project based learning’. Dit alles leidt tot nieuwe inzichten en kennis in een omgeving waar service en
persoonlijke aandacht centraal staat. Het product portfolio bestaat uit diverse MBA opleidingen, een DBA
opleiding, executive master opleidingen, korte executive programma’s, een MSc opleiding en company
specific programma’s.
2010 is een goed jaar voor TiasNimbas geweest. De meeste programma’s zijn succesvol van start gegaan
wat een omzetstijging van 12 procent tot gevolg had. Daarnaast is TiasNimbas fors gestegen in de jaarlijkse
Financial Times Ranking van European Business Schools en behoort inmiddels tot de top 25 businessscho-
len in Europa. TiasNimbas steeg met 25 plaatsen tot positie 24 (in 2009 positie 49).
MBA programma’s
TiasNimbas heeft een breed portfolio aan MBA programma’s voor professionals met minimaal drie jaar
werkervaring. In 2010 heeft TiasNimbas, in partnership met Tilburg School of Economics and Manage-
ment, een nieuw internationaal full-time MBA op de markt gebracht. Uniek aan dit programma is de koppe-
ling tussen het academische curriculum, een ‘personal and career development programme’ en een ‘socie-
tal programme’. Dit laatste biedt de deelnemers de mogelijkheid om vanuit andere disciplines (neurologie,
sport, kunst) of instituten (ngo’s, publieke organisaties) naar business management te kijken. Dit nieuwe
programma zal in september 2011 voor het eerst van start gaan.
Een belangrijk aspect voor elk full-time MBA programma is professionele en pro-actieve Career Services. In
2010 is het aanbod aan Career Services aanzienlijk uitgebreid met Career Preparation Days, carrière gerela-
teerde workshops, een digitaal career platform en company visits.
Het Internationale Executive MBA dat een partnership is tussen TiasNimbas en graduate schools van Pur-
due University (USA), Central European University Budapest (Hongarije), en GISMA Business School Han-
nover (Duitsland) behoorde ook in 2010 tot de top 25 van de wereld en een wereldwijde nummer 1 positie
op het aspect ‘International Course Experience’. Dit programma zal in het komende jaar worden vernieuwd
onder andere door een structurele incorporatie van ‘blended learning’.
Executive Master programma’s
TiasNimbas biedt een breed portfolio van Executive Masters aan die leiden tot een verdieping, verbreding
en toepassing van kennis. Zij zijn ontwikkeld voor professionals met een academisch denk- en werkniveau
6968
en ruime (management)ervaring. Een belangrijke meerwaarde van deze programma’s is de heterogene
samenstelling van de deelnemersgroep. Deelnemers zijn afkomstig uit verschillende sectoren en branches
en hebben verschillende achtergronden en werkervaring. Hierdoor ontstaat een optimale situatie voor een
‘joint process of discovery’. In 2010 zijn een drietal programma’s door de NVAO als universitaire master
geaccrediteerd (Master of Management and Organisation, Master in Finance en Master in Business Valu-
ation), drie andere liggen ter besluitvorming bij de NVAO voor.
Ook in september van dit jaar zijn de verschillende executive master programma’s zeer succesvol van start
gegaan. In 2010 zijn twee nieuwe opleidingen gestart: de Executive Master of Actuarial Science ontwikkeld
in samenwerking met Tilburg University en het Actuarieel Genootschap & Actuarieel Instituut en de Execu-
tive Master in Information Security Management.
MSc programma’s
Naast MBA programma’s en Executive Masters biedt TiasNimbas ook een internationaal MSc in Business
Administration programma aan. Het full-time programma bestond in 2010 voor de helft uit internationale
studenten die de mogelijkheid hadden te kiezen voor de specialisaties ‘Financial Management’ en ’Interna-
tional Business and Marketing Management’. Dit programma is afgelopen jaar zowel in de full-time variant
als in de part-time variant succesvol van start gegaan, ondanks de niet altijd gunstige economische situ-
atie. Focus voor 2010 was verdere internationalisering via de uitbreiding van exchange mogelijkheden en
toename van het aantal internationale studenten.
De international MSc in Business Administration is in 2010 voor het eerste opgenomen in de Financial
Times ranking voor Masters in Management en heeft op dit moment een 55e positie wereldwijd.
Executive Programmes
Het portfolio van korte Executive Programmes is in 2010 net als in 2009 behoorlijk uitgebreid en is zeer
succesvol gebleken. De omzet is in 2010 met 35 procent gegroeid. In 2010 is TiasNimbas voor de eerste
keer opgenomen in de Financial Times ranking voor ‘open enrolment’ programma’s. TiasNimbas was in
dit jaar nr. 59 in de wereld, nr. 27 in Europa en nr. 2 in de Benelux. De divisie heeft dit jaar een Strategic Ad-
visory Board, bestaande uit vertegenwoordigers uit het veld van management en leiderschapsontwikkeling,
ingesteld om de connectie tussen onderwijs en werkveld verder te versterken.
Belangrijk onderdeel van de uitbreiding van de programmaportefeuille is de verdere ontwikkeling van een
portfolio van general management programma’s met opleidingen voor jonge, middel en senior managers.
Een voorbeeld hiervan is de succesvolle start van het programma ‘Building Superior Performance’ voor
senior managers. Daarnaast zijn er ook diverse programma’s op het gebied van finance, ontwikkeld in sa-
menwerking met de Tilburg School of Economics and Management, aan de portefeuille toegevoegd.
In samenwerking met de provincie Noord-Brabant hebben ook in 2010 een aantal succesvolle innovation se-
minars onder leiding van (inter)nationale topfaculty plaatsgevonden, bijvoorbeeld Winning in Emerging Mar-
kets: Lessons from China, India and the Emerging World door prof. Tarun Khanna, Harvard Business School
en The Entrepreneurial Venture as Vehicle for Creating Value door prof. Eric Woord, University of Cape Town.
Company Specific Programma’s
De divisie Company Specific Programma’s specialiseert zich in het ontwikkelen van exclusieve, maatwerk-
programma’s voor organisaties. De programma’s voorzien in managementontwikkeling en in organisato-
rische ontwikkelingsdoelen, die een substantiële impact en verandering in de organisatie teweeg brengen.
Het ontwerp en de organisatie van de maatwerkprogramma’s vindt plaats in nauwe samenwerking met
onze klant (‘co-creatie’). Company Specific Programmas zijn flexibel in inhoud, lengte, formaat, methodo-
logie en faculty . Alle programma’s worden door een toegewijd klantteam begeleid, dat verantwoordelijk is
voor inhoud, logistiek en kwaliteitscontrole. Programma’s worden naar wens van onze klanten op zowel
nationale als internationale locaties uitgevoerd. Maatwerk programma’s worden ontwikkeld op het gebied
van Leiderschap, General Management, Strategie, Finance, Marketing, Technologie & Operational Excel-
lence en Human Resource Management, voor zowel de profit als non-profit en publieke sector.
Net als 2009 was ook 2010 een goed jaar, ongeveer de helft van de programma’s betrof nieuwe opleidingen
voor bestaande klanten zoals Randstad en Stork. Daarnaast zijn in 2010 programma’s ontwikkeld voor
nieuwe klanten zoals Mediq en Boskalis. In mei 2010 zijn de TiasNimbas Company Specific Programma’s
door de Financial Times in de Europese top 25 en als beste in de Benelux op de criteria ‘Future Use’ en
‘Partner Schools’.
Doctor of Business Administration
Het DBA programma van TiasNimbas leidt tot een diploma van de University of Bradford. Ook in 2010 is
dit programma met een zeer internationale groep gestart.
Competence Centres
Binnen TiasNimbas zijn verschillende compentence centres actief.
• Globus (Instituut voor Globalisering en Duurzame ontwikkeling) richt zich op multidisciplinair onderzoek en
onderwijs op het gebied van corporate global responsibility & governance.
• Centrum voor het Bestuur van de Maatschappelijke Onderneming (CBMO) met een focus op onderzoeks- en
onderwijsactiviteiten voor het bestuur en management van de maatschappelijke onderneming.
• EIBIE (The European Institute for Business Innovation and Entrepreneurship) is een intiatief van TiasNimbas
Business School en Philips Research. EIBIE richt zich op educatie, training en coaching van start-ups.
Daarnaast zal EIBIE in de komende jaren een research programma ontwikkelen op het gebied van creatie
en ontwikkeling van snel groeiende nieuwe ondernemingen.
In 2010 is een nieuw competence centre op het gebeid van leiderschap opgezet en twee andere compe-
tence centres zullen in 2011 van start gaan.
• Leadership Development Centre, is in november 2010 van start gegaan met de conferentie ‘Leading with
integrity: on the psychology of ethical behaviour’ waarin promimente captains of industry en gerenom-
meerde (inter)nationale hoogleraren met elkaar in debat gingen over de ontwikkelingen in en toekomst
van leiderschap.
• People Management Centre (international HR research) is een samenwerking tussen TiasNimbas en de Til-
burg School of Social Sciences and Behavior (department HR Studies) van Tilburg University. De missie
is de valorisatie van academische kennis op het gebied van Human Resource Management en Leadership
and Change Management.
7170
• Real Estate LAB, een gezamenlijk initiatief van TiasNimbas, Tilburg University en de corporate partners
Amvest, FGH Bank, PGGM en PwC. De missie is ‘to create a natural hotspot of new and relevant real
estate knowledge’.
2006 2007 2008 2009 2010
MBA programma’s 133 127 162 156 144
Company specific programma’s 1012 973 539 530 535
Executive Master programma’s 292 337 407 326 353
Executive Programma’s 185 252 417 400 535
MSc/MA Programma’s 65 77 78 98 89
DBA Programma’s 8 18 20 18 19
Aantal uitgegeven diploma’s 435 401 404 468 522
7.1 Voorlichtingsactiviteiten en toelating
Voorlichtingsdagen
Het bezoeken van voorlichtingsdagen op de universiteit is één van de oriëntatiemogelijkheden voor leerlin-
gen uit 5 en 6 vwo om tot een juiste studiekeuze te komen. In 2010 bezochten rond de 5000 vwo-scholieren
de universiteit. Ruim 2000 studenten (HBO en WO) kwamen naar de mastervoorlichting (twee avonden in
februari en november).
Proefstuderen
Leerlingen die na het bezoeken van een voorlichtingsdag nader kennis willen maken met een vervolgop-
leiding, kunnen een dag komen proefstuderen. In 2010 namen bijna 1800 leerlingen deel aan de proefstu-
deerdagen. Daarnaast maken steeds meer scholieren gebruik van de mogelijkheid om een dagje met een
huidige student mee te lopen.
Aansluiting VO/WO
Tilburg University streeft continu naar het verbeteren van de aansluiting van vwo naar universiteit. In dit
kader heeft de universiteit regelmatig overleg met decanen, docenten en management van vwo-scholen.
Om de aansluiting te verbeteren biedt Tilburg University een aantal activiteiten op aanvraag van een school
aan. De activiteiten richten zich op leerlingen vanaf 3 vwo en betreffen:
Profielkeuze 3 vwo
Op verzoek organiseert Tilburg University voor 3 vwo-leerlingen een presentatie over de profielkeuze. Een
van de belangrijkste boodschappen is dat de profielkeuze gevolgen zal hebben voor de latere studiekeuze
en daarom een belangrijke keuze is. Verder wordt er ingegaan op de vaardigheden die een student moet
hebben, het verschil tussen HBO en WO en een korte indruk van het studentenleven. In 2010 is op 49 vwo
scholen een presentatie voor 3 vwo over profielkeuze verzorgd door studenten.
Oriëntatiedag 4 vwo
Voor leerlingen uit 4 vwo organiseert Tilburg University oriëntatiedagen. Deze dagen staan in het teken
van de oriëntatie op vervolgonderwijs in het hoger onderwijs in het algemeen. De dag is bedoeld om de
scholieren een eerste kennismaking met een universiteit te bieden. Daarnaast kunnen ze een indruk krijgen
van de verschillende richtingen die ze kunnen inslaan met hun profiel. In 2010 namen 35 vwo scholen deel
aan een oriëntatiedag.
Voorlichting op school voor 5 en 6 vwo
Veel scholen organiseren avonden waar scholieren en hun ouders meer informatie krijgen over verschil-
lende studies. Studentvoorlichters van Tilburg University verzorgen inhoudelijke presentaties over hun op-
leiding. In 2010 hebben we in totaal 113 presentaties verzorgd op middelbare scholen. Tilburg School of
Social and Behavioral Sciences en Tilburg School of Humanities waren ieder goed voor 27 presentaties,
Tilburg Law School werd 23 keer vertegenwoordigd en de Tilburg School of Economics and Management
is 36 keer gepresenteerd.
7 Studenten
7372
Volgen van colleges
Excellente studenten uit 5 en 6 vwo kunnen kennismaken met Tilburg University door colleges van een
bepaald vak te volgen en in dit vak tentamen te doen. In 2010 namen 17 leerlingen van negen verschillende
scholen deel aan dit project.
7.2 Centraal klachten loket
Aantallen klachten
Onderstaande tabel biedt een overzicht van de afhandeling van klachten in de periode 2007-2010. In 2010
kwamen 105 klachten binnen, dat is een opmerkelijke stijging ten opzichte van de voorgaande jaren waarin
gemiddeld 75 klachten binnenkwamen. De groei is afkomstig van studenten van de Tilburg School of Eco-
nomics and Management: 55 studenten van die faculteit dienden een klacht in; in 2009 waren dat er 21.
Het aantal klachten afkomstig van studenten Tilburg Law School en Tilburg School of Social and Behavioral
Sciences bleef gelijk, dat van studenten Tilburg School of Humanities nam met de helft af. Van de 55 klach-
ten afkomstig van Tilburg School of Economics and Management studenten hadden er 14 betrekking op
het functioneren van de diensten. Maar liefst 41 klachten betroffen het onderwijs van de faculteit, een forse
stijging ten opzichte van het jaar ervoor (12).
71 klachten waren bestemd voor de faculteiten, 34 zijn voor afhandeling doorgestuurd naar de diensten. De
groei in het aantal klachten betreft zaken die spelen binnen faculteiten. Van de klachten voor de diensten
gaat het overgrote deel naar DEA (18 van de 34), het betreft klachten die te maken hebben met het werk
van de studentenadministratie. LIS en DFB hebben ook een eigen klachtenprocedure. Onbekend is hoeveel
klachten daar binnenkomen.
stud
ente
n va
n
afha
ndel
ing
door
stud
ente
n va
n
afha
ndel
ing
door
stud
ente
n va
n
afha
ndel
ing
door
stud
ente
n va
n
afha
ndel
ing
door
2010 2010 2009 2009 2008 2008 2007* 2007*
TISEM 55 41 21 12 33 20 42 34
TiSSBeS 18 11 18 11 23 21 10 7
TLS 26 16 25 18 19 15 19 13
TSH 5 3 10 7 3 3 3 2
TST 1 - - - - - - -
DEA - 18 - 15 - 10 - 12
DFB - 8 - 2 - 6 - -
DSZ - - - 3 - 1 - -
LIS - 6 - 6 - 2 - 3
BU - 1 - 0 - - - 1
CvB - - - - - - - 1
CBE - 1 - - - - - -
(ingetrokken) - - - - - - - 1
Totaal 105 105 74 74 78 78 74 74
Soort klachten
In de volgende tabel zijn de klachten naar inhoud in zes hoofdcategorieën ingedeeld. Uit het overzicht
blijkt dat opnieuw de meeste klachten (32; bijna een derde van het totaal aantal klachten) de planning en
organisatie van tentamens betreffen. Daarna komen in volgorde van belang: de kwaliteit van algemene
voorzieningen (17); niveau (representativiteit) van tentamens (15) en de onderwijsorganisatie (12).
7574
TISE
M
TLS
TiSS
BeS
TSH
TST
DEA
DFB
LIS
BU
Stud
ente
n-de
cane
n
TOTA
AL
Diversen diversen 1 3 1 1 6
Onderwijs onderwijsaanbod 2 2
Onderwijs begeleiding docent 1 1
Onderwijs onderwijsorganisatie 10 2 12
Onderwijs didactische vaardigheid
docent
1 1 2
Tentamens bekendmaking uitslag 2 1 1 1 5
Tentamens planning en organisatie 10 5 4 2 10 1 32
Tentamens beoordeling
(inhoudelijk)
2 3 1 6
Tentamens niveau
(representativiteit)
10 3 2 15
Examen-
commissie
beslissingen en
procedure
examencommissie
1 1 2
Medewerkers gedrag, service 1 1 2 1 5
Voorzieningen capaciteit ,kwaliteit en
functioneren algemene
voorzieningen
1 1 5 6 4 17
Totaal 41 16 11 3 0 18 8 6 1 1 105
Resultaat
Uit de volgende tabel blijkt dat ongeveer 47 procent van de klachten terecht is ingediend (in 2009 55 pro-
cent). 20 procent is ‘ongegrond’ of ‘niet ontvankelijk’ verklaard (17 procent in 2009). In ruim 17 procent van
de gevallen is tekst en uitleg verschaft over regelingen, voorzieningen, beslissingen (20 procent in 2009).
TISE
M
TLS
TiSS
BeS
TSH
TST
DEA
DFB
LIS
BU
Stud
ente
n-de
cane
n
TOTA
AL
klacht gegrond: probleem (nog) niet
opgelost, wordt aan gewerkt3 3 3 2 8 3 3 25
klacht gegrond: probleem opgelost,
tegemoet gekomen aan wens stu-
dent
12 5 2 3 2 24
klacht ingetrokken 3 2 5
klacht niet ontvankelijk verklaard 2 2
klacht ongegrond, geen verdere actie 7 4 3 4 1 19
klager verwezen naar andere
instantie (o.a. bezwaar/beroep)10 1 1 12
tekst en uitleg gegeven 6 2 1 3 3 3 18
Totaal 41 16 11 3 0 18 8 6 1 1 105
Afhandeling
Klachten moeten binnen zes weken worden afgehandeld. In onderstaande tabel is te zien dat in het ver-
slagjaar 92 klachten binnen de termijn zijn afgehandeld. In dertien gevallen is de termijn overschreden. Dit
resultaat is vergelijkbaar met vorig jaar.
AANTALin week 1 36
in week 2 18
in week 3 8
in week 4 4
in week 5 15
in week 6 11
in week > 6 13
Totaal 105
Start van het Centraal Loket Geschillen en Klachten (CLGK)
Op 1 september 2010 is de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek gewijzigd. De
instellingen voor hoger onderwijs, dus ook Tilburg University, zijn vanaf die datum verplicht een centraal
loket in te richten waar studenten terecht kunnen voor het inwinnen van advies over en het indienen van
klachten, bezwaar- en beroepschriften. Het Studenten Advies Bureau, de afdeling Juridische Zaken en
7776
SpITs hebben in de eerste helft van 2010 samengewerkt aan de totstandkoming van een virtueel loket
(http://www.tilburguniversity.edu/nl/studenten/studeren/klacht-beroep/).
Via dit loket kunnen studenten online klachten, bezwaar- en beroepschriften indienen. De studentendeca-
nen en de medewerkers van Juridische Zaken beheren het loket. Het CLGK fungeert als een front office;
klachtafhandeling vindt plaats door directeuren van de diensten en de hoofden van de onderwijsbureaus;
afhandeling van bezwaarschriften en beroepschriften geschiedt als vanouds door de Commissie van Ad-
vies voor de Bezwaar- en Beroepschriften en het College van Beroep voor de Examens. Er hebben zich geen
problemen voorgedaan in de startfase van het CLGK. Het lijkt wel verstandig om het functioneren over
enige tijd te evalueren.
Streven is om ook de jaarverslaggeving van de afhandeling van klachten, bezwaar- en beroepschriften te
bundelen. Omdat het CLGK pas in september 2010 van start gegaan is er dit jaar voor gekozen om de
jaarverslagen nog afzonderlijk te maken. Over een gezamenlijk jaarverslag moeten nog afspraken gemaakt
worden.
7.3 Studentdecanen
Totaal studentcontacten per jaar
studentendecanen 2010 2009
e-mail/telefoon 1107 1027
spreekuur 1003 883
totaal 2110 1910
Nieuwe ontwikkelingen die erg veel tijd in beslag namen:
• Uitbreiding Centraal Klachten Loket (CKL) met bezwaar- en beroepsmogelijkheden, in samenwerking met
Juridische Zaken is een Centraal Loket voor geschillen en klachten opgezet.
• Nieuwe collegegeldregeling: instellingstarief voor tweede studie. Opstellen nieuwe regeling en voorlich-
ting daarover.
• Uitbreiding Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (FOS) met voorziening voor buitenlandse stu-
denten: profileringsfonds.
Verder business as usual:
• excellence scholarship (23 kandidaten, in 2009 14)
• bsa-adviezen (194 studenten hebben bijzondere omstandigheden gemeld (2009: 143), waarover uiteinde-
lijk 77 (2009: 340 adviezen zijn afgegeven)
• adviezen aan College van Bestuur voor toekenning FOS; reductie collegegeld; tot 1-1-2011 beëindiging in-
schrijving
• bestuursbeurzen (2283 maanden – in 2009 2216)
• voorlichting aan ouders op voorlichtingsdagen (8 x)
Verwachting 2011: Alle aantallen lopen op. Aangekondigde maatregelen langstudeerders, beperking P-beurs
tot bachelorfase en verhoging bsa-norm naar 42 studiepunten zullen leiden tot een steeds groter beroep op
studentendecanen.
7.4 Kengetallen
Aantal ingeschrevenen
2008/09 2009/10 2010/11
TiSEM 5408 5690 5927
TLS 2781 3061 3135
TiSSBeS 2467 2557 2605
TSH 1063 1215 1322
TST 181 155 164
Tilburg University 11900 12678 13153
% buitenlandse ingeschrevenen 6,5% 7,2% 8,0%
Aantal eerstejaarsstudenten 3083 3522 3425
Marktaandeel 1e jaars bacheloropleidingen 7,4% 6,9% 6,9%
Marktaandeel 1e jaars masteropleidingen 16,6% 17,1% 15,8%
2008/09 2009/10 2010/11
man 6323 6739 7027
vrouw 5577 5939 6126
voltijd 11333 12173 12668
deeltijd 567 505 485
jonger dan 20 jr 2268 2357 2335
20 t/m 25 jr 7748 8276 8673
26 t/m 30 jr 1186 1371 1438
31 t/m 39 jr 336 334 366
40 jr en ouder 362 340 341
7978
Instroom eerstejaars instelling (WO-I)
2008/09 2009/10 2010/11
TiSEM bachelor 1030 1020 997
premaster 262 378 360
master 133 189 196
1425 1587 1553
TLS bachelor 450 504 438
premaster 140 178 207
master 72 107 79
662 789 724
TiSSBeS bachelor 492 527 561
premaster 138 140 109
master 36 69 69
666 736 739
TSH bachelor 183 205 199
premaster 104 157 158
master 21 30 24
308 392 381
TST bachelor 17 12 16
premaster 4 4 4
master 1 2 8
22 18 28
Tilburg University bachelor 2172 2268 2211
premaster 648 857 838
master 263 397 376
3083 3522 3425
Instroom buitenlandse studenten 2008/09 2009/10 2010/11 2008/09 2009/10 2010/11
Bachelor
EER exclusief Nederland 39 65 68 2% 3% 3%
niet EER landen 58 87 91 3% 4% 4%
Premaster
EER exclusief Nederland 6 6 9 1% 1% 1%
niet EER landen 44 19 26 7% 3% 3%
Master
EER exclusief Nederland 55 63 115 28% 24% 29%
niet EER landen 75 126 163 38% 48% 41%
Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd)
(gemiddeld aantal EC binnen de opleiding)1)
2007/08 2008/09 2009/10TiSEM 39 39 38
TLS 40 40 36
TiSSBeS 38 36 40
TSH 39 41 42
TST 34 34 31
Tilburg University 39 38 381) inclusief studenten met nul studiepunten
Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd)
(frequentieverdeling behaalde studiepunten)
2007/08 2008/09 2009/10
0 9% 12% 12%
1 - 11 9% 8% 9%
12 - 23 7% 8% 8%
24 - 35 7% 7% 6%
36 - 41 8% 8% 8%
42 - 47 12% 9% 9%
48- 59 24% 21% 23%
60 of meer 25% 26% 25%
100% 100% 100%
8180
Positief bindend studieadvies
2007/08 2008/09 2009/10
TiSEM 75% 72% 69%
TLS 72% 70% 69%
TiSSBeS 77% 72% 80%
TSH 74% 75% 82%
TST 100% 100% 57%
Tilburg University 75% 72% 73%
Diploma’s 2007/08 2008/09 2009/10
Doctoraalopleidingen
TiSEM 0 0 0
TLS 63 0 0
TiSSBeS 41 0 0
TSH 26 1 0
TST 15 6 1
Tilburg University 145 7 1
Bacheloropleidingen
TiSEM 650 598 574
TLS 335 354 301
TiSSBeS 415 328 371
TSH 51 73 104
TST 23 20 15
Tilburg University 1474 1373 1365
Masteropleidingen
TiSEM 733 877 884
TLS 348 387 491
TiSSBeS 471 431 473
TSH 146 162 151
TST 6 11 16
Tilburg University 1704 1868 2015
Totaal initiele opleidingen 3323 3839 3381
Postdoctorale opleidingen 72 57 72
Rendement bachelor (voltijd) 1)
aant
al e
erst
ejaa
rs
200
2/0
3
% g
esla
agd
binn
en
3 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
4 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
5 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
6 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
7 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
8 ja
ar
TiSEM 743 21% 45% 57% 64% 67% 68%
TLS 353 23% 41% 50% 56% 57% 58%
TiSSBeS 489 25% 50% 61% 66% 67% 69%
TSH 103 29% 49% 55% 55% 56% 56%
TST - - - - - - -
Tilburg University 1688 23% 46% 57% 64% 66% 67%
aant
al e
erst
ejaa
rs
200
3/0
4
% g
esla
agd
binn
en
3 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
4 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
5 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
6 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
7 ja
ar
TiSEM 819 24% 46% 59% 66% 68%
TLS 397 27% 42% 50% 54% 57%
TiSSBeS 526 26% 51% 62% 67% 69%
TSH 95 32% 51% 56% 59% 64%
TST - - - - - -
Tilburg University 1837 25% 47% 59% 65% 68%
aant
al e
erst
ejaa
rs
200
4/0
5
% g
esla
agd
binn
en
3 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
4 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
5 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
6 ja
ar
TiSEM 865 20% 42% 55% 61%
TLS 420 23% 44% 53% 58%
TiSSBeS 486 20% 44% 52% 56%
TSH 71 34% 46% 51% 54%
TST - - - - -
Tilburg University 1842 21% 44% 55% 61%
1) Gewijzigde definitie, gebaseerd op instroom (WO-I) bij faculteiten respectievelijk Tilburg University
8382
aant
al e
erst
ejaa
rs
200
5/0
6
% g
esla
agd
binn
en
3 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
4 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
5 ja
ar
TiSEM 898 22% 41% 54%
TLS 403 27% 46% 53%
TiSSBeS 426 32% 52% 62%
TSH 68 18% 44% 50%
TST - - - -
Tilburg University 1795 25% 45% 57%
aant
al e
erst
ejaa
rs
200
6/07
% g
esla
agd
binn
en
3 ja
ar
% g
esla
agd
binn
en
4 ja
ar
TiSEM 841 21% 39%
TLS 439 28% 48%
TiSSBeS 430 24% 46%
TSH 110 21% 49%
TST 23 13% 30%
Tilburg University 1843 23% 44%
aant
al e
erst
ejaa
rs
2007
/08
% g
esla
agd
binn
en
3 ja
ar
TiSEM 882 20%
TLS 405 20%
TiSSBeS 419 31%
TSH 117 35%
TST 9 44%
Tilburg University 1832 23%
7.5 Center for Knowledge Transfer (CKT)
7.5.1 Inleiding
Het Center for Knowledge Transfer (CKT) geeft invulling aan de behoefte van de universiteit om haar ken-
nis beschik baar te stellen aan de samenleving. Omgekeerd fungeert het CKT als de voelsprieten van de
universiteit en signaleert, door het intensieve contact met sectoren in de samenleving, waar er behoefte is
aan academisch onderzoek. De promotieonderzoeken van de Wetenschapswinkel die verderop besproken
worden, zijn hier een mooi voorbeeld van. Het CKT beschikt inmiddels over 30 jaar ervaring in kennisde-
ling. Het is oorspronkelijk een samenvoeging van diverse groepen die zich hier op de universiteit mee be-
zighouden: de Wetenschapswinkel, het Loket MKB, Ondernemer en Recht, Tilburg Matchpoint, Starterslift
en Ondernemerschap.
Visie
In 2010 is een aanzet gemaakt voor een nieuwe visienota en is er veel tijd besteed aan de interne stroom-
lijning en afstemming van werkprocessen. De groei van het CKT en de veranderingen in de wereld om ons
heen maakten het noodzakelijk de organisatie kritisch onder de loep te nemen. Het huidige organisatiemo-
del, bestaande uit verschillende pijlers met een eigen merknaam, staat onder druk. Vanuit de maatschappij
komt de roep om één centrale loketfunctie. In dit jaarverslag vindt u de verschillende pijlers van het CKT
nog terug. Vanaf volgend jaar zal het jaarverslag geschreven worden vanuit het perspectief van de verschil-
lende producten en diensten die het CKT aanbiedt.
Uitbouwen
Daarnaast stond het afgelopen jaar in het teken van het uitbouwen van de samenwerking met zowel in-
als externe partijen, waarover hieronder meer. Wederom was er in 2010 sprake van een groeiend aantal
onderzoeksvragen. Er zijn maar liefst 449 onderzoeksvragen opgepakt en er zijn 60 starters ondersteund
binnen de universiteit. Dat is in totaal een groei van bijna 15 procent ten opzichte van 2009. Het CKT zet
nog steeds primair studenten vanuit studierichtingen en verenigingen in om de vragen uit de samenleving
te beantwoorden. Het afgelopen jaar zijn echter ook steeds vaker wetenschappers en onderzoeksinstituten
betrokken bij de beantwoording van vraagstukken.
Lustrum
In november vierde het CKT zijn dertigjarig bestaan. Vertegenwoordigers van maatschappelijke organisa-
ties, het midden- en kleinbedrijf en onderzoekers van Tilburg University waren tijdens een lunchbijeen-
komst van het CKT bij elkaar om verbindingen te leggen en op zoek te gaan naar gemeenschappelijke
belangen. Ruim 170 deelnemers bezochten in de middag het symposium met als thema ‘Kennis delen in
de praktijk’. Tijdens dit symposium, dat samen met de Kamer van Koophandel en Syntens werd georgani-
seerd, werden in workshops thema’s vanuit de wetenschap en praktijk belicht. Bijzonder deze dag was ook
de aankondiging van de eerste Tilburg University Valorisatieprijs. Deze prijs, die in 2011 voor het eerst zal
worden uitgereikt, is een beloning voor het beste initiatief binnen onze universiteit op het gebied van ken-
nisvalorisatie.
Tilburg Matchpoint
8584
Tilburg Matchpoint is in 2010 bewust naar de achtergrond geschoven omdat het CKT niet tevreden is
over de werking van deze database. Dat verklaart waarom de cijfers gedaald zijn, vooral het aantal door
studenten geplaatste cv’s. Uit onderzoek dat UniPartners heeft uitgevoerd in opdracht van het CKT komen
aanbevelingen voor een verbetering van deze dienstverlening. In 2011 zullen deze verbeteringen worden
doorgevoerd en zal de database naar verwachting weer een prominentere plaats op de site krijgen.
7.5.2 Samenwerking
In 2010 is geïnvesteerd in het uitbouwen van de samenwerking met in- en externe partners. Hieronder
volgen enkele highlights.
United Brains Midden-Brabant
Het CKT heeft in 2010 met het ROC Tilburg, Fontys Tilburg en Avans Hogeschool binnen het samenwer-
kingsverband United Brains Midden-Brabant nieuwe stappen gezet. De partijen bundelen de krachten om
organisaties in Midden-Brabant optimaal toegang te geven tot hun kennisaanbod. Op deze manier willen
ze de slagkracht en het innovatievermogen van de regio vergroten en organisaties ondersteunen bij hun
streven naar verdere professionalisering. In oktober is gestart met de eerste accountmanagers overleggen.
In december 2010 werd een REAP1-subsidie voor United Brains Midden-Brabant toegekend. Cofinancier-
ders van het project zijn de gemeente Tilburg en de betrokken kennisinstellingen. Tilburg University is
penvoerder van het project.
Ondernemerschap
In de zomer van 2010 is gesproken met de Gemeente Tilburg, de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereni-
ging en de Kamer van Koophandel Brabant over samenwerking op het gebied van ondernemerschap. De
genoemde partijen hebben aangegeven een verdergaande samenwerking te entameren. In het najaar van
2010 is dan ook een start gemaakt met het schrijven van een Business Case Ondernemerschap. Intern
betrokken partijen: Brabant Center of Entrepreneurship, het Topinstituut Social Innovation en Instellings-
beleid. Extern betrokken: Starterslift.
Valorisatie
Ten aanzien van valorisatie is afgelopen jaar door de Stichting Starterslift in samenwerking met de universi-
teit, de NHTV en Avans Hogeschool een Valorisatieplan West- en Midden-Brabant geschreven en ingediend
bij het Programma Valorisatie van TechnoPartner. Het Valorisatieplan ziet toe op een verdere samenwerking
tussen Starterslift en de genoemde kennisinstellingen en wil een bijdrage leveren aan het realiseren van
een excellent klimaat voor nieuwe bedrijvigheid, zodat Brabant uitgroeit tot de meest innovatieve regio van
Europa.
Student Career Center
In 2010 is de projectgroep Student Career Center van start gegaan, een samenwerking tussen het Stu-
denten Service Center en het CKT (beiden onderdeel van Student Services) en de economische faculteit.
1 Regionaal Economisch Actieprogramma Midden-Brabant.
Uitgangspunt van deze projectgroep is een goede afstemming tussen begeleiding op het gebied van uni-
versiteitsbrede en facultaire arbeidsmarktoriëntatie en het optimaal benutten van menskracht en middelen.
De samenwerking - die als voorbeeld/pilot kan dienen voor andere faculteiten - moet uiteindelijk leiden tot
een betere ondersteuning van studenten in hun gang naar de arbeidsmarkt. Ten behoeve van de pilot is een
onderzoek gestart naar het beeld van studenten, bedrijven en faculteiten van de universiteit ten aanzien van
Tilburg Matchpoint (de digitale marktplaats van het CKT) en hoe deze dienst het beste in kan spelen op de
behoefte van bedrijven en studenten. De resultaten van het onderzoek zijn begin 2011 bekend.
Bestuurlijke agenda
Door de brugfunctie die het CKT heeft tussen kennisvragen uit de samenleving en de aanwezige kennis
op de universiteit draagt het CKT bij aan de regionale verankering, positionering en profilering van de
universiteit. Het CKT zet primair studenten en secundair wetenschappers en onderzoeksinstituten in voor
het beantwoorden van kennisvragen. Op deze manier draagt het bij aan een kerntaak van de universiteit:
de valorisatie van wetenschappelijke kennis. Tevens kunnen studenten via (opdrachten van) het CKT in
contact komen met hun toekomstige beroepenveld (grootbedrijf, MKB, overheden, non-profit organisaties,
ondernemerschap). Het CKT heeft daarnaast een signalerende functie ten aanzien van maatschappelijke
ontwikkelingen. Deze probeert het te vertalen naar (onderzoeks)projecten voor de universiteit.
7.5.3 Ontwikkelingen kernactiviteiten
De ontwikkelingen in onze kernactiviteiten worden hieronder per pijler van het CKT weergegeven.
Wetenschapswinkel
De Wetenschapswinkel richt zich op beantwoording van vragen op wetenschappelijke basis voor non-profit
organisaties in Zuid-Nederland. Onderzoeksresultaten zijn beschikbaar voor een breed publiek. Studenten
vervullen hierin een belangrijke rol. In 2010 hebben weer meer maatschappelijke organisaties gebruik ge-
maakt van de diensten van de Wetenschapswinkel.
Promotieonderzoeken
Actuele maatschappelijke kwesties rond zorg, empowerment, vergrijzing en diversiteit staan centraal in
langer lopende onderzoeksprojecten. Deze projecten worden geëntameerd en mede mogelijk gemaakt in
samenwerking met faculteiten en externe organisaties. In 2010 werden drie promotieonderzoeken afge-
rond:
• Een onderzoek naar de kwaliteit van trajecten van zorg- en dienstverlening voor mensen met een verstan-
delijke beperking. Ter gelegenheid hiervan vond in samenwerking met Tranzo een symposium plaats over
het ontwikkelde instrument.
• Een onderzoek naar en exploratie van ‘modularity’ in de langdurige ouderenzorg. Aanvullend werden mo-
gelijkheden van modularity in zorgarrangementen vanuit cliëntperspectief onderzocht.
• Een onderzoek naar de rol van religie bij maatschappelijk verantwoord ondernemen.
In 2010 startten twee nieuwe promotieonderzoeken. Een onderzoek naar empowerment in de wijk en een
onderzoek naar de werking en betekenis van de ‘Communities of Practitioners’ in het kader van het totale
leren binnen het Elizabeth Ziekenhuis te Tilburg.
8786
Studentonderzoeken
Daarnaast is een toenemend aantal vragen voor korte onderzoeksprojecten vanuit regionale, maatschap-
pelijke organisaties en groeperingen in behandeling genomen. Deze worden door studenten uitgewerkt
in het kader van het onderwijsprogramma of als werkopdracht. Vermeldenswaard zijn twee druk bezochte
symposia. Één naar aanleiding van het onderzoek naar het effect van uitzendingen van EDTV op Omroep
Brabant, en één naar aanleiding van de evaluatie van online coachingsmethodieken. Daarnaast zijn vijf
onderzoekspresentaties georganiseerd. Een voorbeeld daarvan is de presentatie in het Biesbosmuseum
in Drimmelen van een onderzoek naar de toegankelijkheid van locaties in de recreatiesector en de meer-
waarde van toegankelijkheid voor ondernemers in die sector. Dit was in samenwerking met Zet Respons,
de Projectgroep Toegankelijkheid, de ondernemers in deze sector en de ANWB.
Samenwerking Wetenschapswinkel
Projecten
Afgelopen jaar werd de samenwerking gecontinueerd met regionale, maatschappelijke organisaties in pro-
jecten als Brabant Bekent Kleur en de Dag van de Dialoog. Bij de programmering en uitvoering werd daar-
voor binnen de universiteit samengewerkt met het Centrum voor Wetenschap en Samenleving, Bureau
Internationale Betrekkingen en wetenschappers vanuit verschillende faculteiten.
Thema’s
In samenwerking met het Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing en diverse studieverenigingen
is voor de universitaire gemeenschap een gespreksprogramma georganiseerd rond het thema ‘Tolerantie in
de organisatie’ naar aanleiding van een onderzoek rond acceptatie van homoseksualiteit in Noord-Brabant.
In 2010 werd een start gemaakt met het zoeken naar mogelijkheden om het vak filosofie voor kinderen in
het onderwijsprogramma te bevorderen. Hierin wordt samengewerkt met het Centrum voor Wetenschap en
Levensbeschouwing, Studium Generale en het Wetenschapsknooppunt/Kinderuniversiteit.
Kennistransfer
De Wetenschapswinkel werkt nauw samen met faculteiten als het gaat om aanpak en inhoud van on-
derzoek. Daarnaast leveren wetenschappers regelmatig een bijdrage aan presentaties, symposia en work-
shops georganiseerd door de Wetenschapswinkel. Met maatschappelijke organisaties als Zet en K2 werd
een uitbreiding van kennistransfer-mogelijkheden verkend. In 2010 maakte de coördinator van de Weten-
schapswinkel deel uit van de jury voor de jaarlijkse BrabantZetOpenPrijs. De prijs wordt uitgereikt aan een
organisatie die met zijn innovatieve project of idee de participatie van kwetsbare burgers bevordert en een
voorbeeldfunctie heeft.
Uitwisseling
In het Landelijk Overleg Wetenschapswinkels werd met de Nederlandse en Belgische Wetenschapswinkels
gebruik gemaakt van de mogelijkheid om naar elkaar door te verwijzen, mogelijke samenwerkingsverban-
den te vormen en kennis uit te wisselen.
Loket MKB
Het Loket MKB is een laagdrempelig, regionaal toegangspunt voor ondernemers die informatievragen heb-
ben of (onderzoeks)opdrachten en verzoeken tot de plaatsing van stagiaires, afstudeerders en werkstuden-
ten bij de universiteit willen onderbrengen.
Daling
De economische situatie in 2010 heeft ook het MKB in Brabant getroffen waardoor de focus voor de meeste
bedrijven vooral op het boven water houden van het eigen bedrijf lag, in plaats van op een verdiepingsslag
met behulp van kennis. De opdrachten die wel bemiddeld zijn waren relatief grote en complexe opdrachten
waar meer studenten per opdracht aan gewerkt hebben. Dat betekende voor het Loket MKB meer bege-
leidingsuren per opdracht. Dit alles heeft uiteindelijk geleid tot een afname van het aantal behandelde
opdrachten in 2010.
Efficiency
Veel aandacht is uitgegaan naar het in kaart brengen van de interne processen met als doel om het interne
proces en de tijd die gaat zitten in samenwerking met andere partijen (zoals Loket Ondernemer en Recht,
UniPartners en Integrand) zo efficiënt mogelijk te kunnen besteden.
Samenwerking Loket MKB
Nieuwe initiatieven
Ook in 2010 heeft het Loket MKB, naast de reguliere bemiddeling, nieuwe initiatieven in samenwerking
met partijen op en buiten de campus opgestart. De T-Challenges (een groep studenten werkt een week lang
aan een opdracht van een bedrijf en komt met een bruikbaar advies) hebben in 2010 een vervolg gekregen.
Naast de succesvolle T-Challenges over de T-Dome en de herbestemming van het Mollergebouw in 2010,
is het Loket MKB ook betrokken geweest bij de opstart van het project BIGPIG2 (met Brabant Center of En-
trepreneurship, Kamer van Koophandel Brabant, De Ideale Connectie, Brabants Zeeuwse Werkgevers, Syn-
tens, The Progress Factor & Seedlinqs). Tevens is het Loket MKB actief betrokken geweest bij de Challenge
in het International Entrepreneurship Program van de Tilburg University Summer School. Beide projecten
sluiten aan bij de uitgangspunten van een T-Challenge.
Kennis
In samenwerking met onder andere de gemeente Tilburg is het Loket MKB participant in het project ‘Sup-
port bij (micro) financiering’. Het Loket MKB brengt hierbij de kenniscomponent namens de universiteit in.
In samenwerking met Asset | Marketing heeft het Loket MKB regelmatig resultaten van enquêtes onder de
leden van het Tilburgs Dienstverlenings initiatief (TDi) gepresenteerd tijdens de zogenaamde TDi lunch-
bijeenkomsten.
2 Zie www.bigpig.nl voor meer informatie over dit project.
8988
Convenanten
Intern is de samenwerking geïntensiveerd met KCS en Integrand. Door het sluiten van een convenant met
KCS verlopen de administratieve processen aan beide zijden beter. Met Integrand is een convenant geslo-
ten waarin staat dat zij zorgt voor de voorselectie van potentiële studentonderzoekers.
Loket Ondernemer en Recht
Het Loket Ondernemer en Recht richt zich op het inhoudelijk adviseren over en het signaleren van juridi-
sche problemen voor ondernemers. Het loket fungeert daarnaast als een wegwijzer in de juridische wereld.
Studenten van de juridische faculteit van Tilburg University en studenten van de Juridische Hogeschool van
Avans-Fontys zijn in dienst van het loket en werken samen aan het beantwoorden van de binnengekomen
vragen en opdrachten.
Kennisdeling
Ook in het tweede jaar van zijn bestaan heeft Loket Ondernemer en Recht een bijdrage mogen leveren aan
kennisdeling en het geven van invulling aan ons motto ‘Understanding Society’. In 2010 zijn 94 kennisvra-
gen binnengekomen. Daarmee is het aantal binnengekomen kennisvragen ten opzichte van 2009 bijna
verdubbeld.
Aandacht
Dat de dienstverlening door Loket Ondernemer en Recht op aandacht binnen de regio kan rekenen, blijkt
wel uit het feit dat het Loket dit jaar was voorgedragen en opgenomen in de shortlist voor de Prix TDi, een
prijs voor het beste initiatief op het gebied van dienstverlening in Tilburg en omstreken. Bijzondere aan-
dacht verdient de uitbouw van spreekuren op locatie bij de Kamer van Koophandel. Hiermee heeft Loket
Ondernemer en Recht letterlijk zijn vleugels uitgeslagen.
Samenwerking Loket Ondernemer en Recht
De banden met externe partners (Juridische Hogeschool, Tilburg Law School, gemeente en provincie, de
Kamer van Koophandel, Van Iersel Luchtman advocaten, BDO en Holla advocaten) zijn in 2010 aangehaald.
Dit heeft onder andere geresulteerd in kennisbijeenkomsten, niet alleen voor medewerkers van Loket On-
dernemer en Recht maar ook voor andere studenten van de Juridische Hogeschool en Tilburg Law School.
Starterslift en het Ondernemerscentrum
Starterslift bij Tilburg University ondersteunt studenten, medewerkers en alumni van de universiteit die een
kansrijk idee hebben bij het opzetten van een eigen bedrijf. Starterslift3 loopt een stukje mee op de weg die
de startende ondernemer aflegt.
Aantallen
Starterslift heeft in het afgelopen jaar 60 starters ondersteuning geboden in de vorm van financiering,
huisvesting, coaching, training, netwerk, advies en faciliteiten. Eind 2010 waren er drie bedrijven in het On-
dernemerscentrum van de universiteit gevestigd, te weten: Boxplosive, Presensatie en Media Boys. Negen
bedrijven hebben in 2010 regelmatig gebruik gemaakt van de flexplekken. 3 Waar in dit jaarverslag gesproken wordt over Starterslift wordt vanaf nu altijd het aan het CKT verbonden deel van Starterslift bedoeld.
Werkwijze
In 2010 is de werkwijze ten aanzien van startende ondernemers gewijzigd. Bij aanvang van de ondersteu-
ning wordt door de projectmanager van Starterslift en de ondernemer het begeleidingstraject bepaald. Dit
traject heeft onder andere betrekking op de onderdelen product, markt en de ondernemer. De rol van de
projectmanager is daarbij proactief, waardoor de relatie tussen de projectmanager en de deelnemer sterker
is dan daarvoor.
Samenwerking Starterslift en Ondernemerscentrum
Brabant Center of Entrepreneurship
Starterslift heeft in 2010 de samenwerking met het Brabant Center of Entrepreneurship (BCE) verder uitge-
bouwd, met als doel de processen beter op elkaar af te stemmen en kennis met elkaar te delen. BCE richt
zich voornamelijk op onderwijs en onderzoek rondom ondernemerschap, Starterslift richt zich juist op de
ondersteuning van startende ondernemers. In het onderwijsprogramma van BCE zijn afgelopen jaar veertig
studenten ingestroomd (twintig in de bachelor, twintig in de master). Een aantal van deze studenten zal
vanaf januari 2011 kantoor gaan houden in het Ondernemerscentrum.
Academic Business Club
In 2010 is ook de samenwerking met de Academic Business Club (ABC) geïntensiveerd. Via de ABC (de
netwerkclub van studentondernemers met zo’n 270 leden) kunnen ondernemende studenten in contact
komen met andere ondernemers en veel van hun visie, ideeën en ervaringen leren. De medewerkers van
Starterslift woonden het afgelopen jaar weer regelmatig de maandmeetings van de ABC bij. In het voorjaar
heeft de ABC samen met ondermeer Starterslift een succesvol en goed bezocht symposium neergezet
onder de titel ‘The art of entrepreneurship’. Meer dan 300 belangstellenden waren aanwezig in Theater
Midi. Onder hen studentondernemers, starters en geïnteresseerde studenten van de universiteit, Avans
Hogeschool en Fontys Hogescholen.
Valorisatieplan
Bij het vormgeven van het ‘Valorisatieplan West- en Midden-Brabant’ heeft Starterslift een belangrijke rol
gespeeld bij het samenbrengen van het BCE, Avans Hogeschool en de NHTV. De drie kennisinstellingen
gaan naast een samenwerking in Starterslift ook samenwerken in het ondernemerschapsonderwijs en -on-
derzoek.
9190
Kengetallen Center for Knowledge Transfer2006 2007 2008 2009 2010
Bemiddeling onderzoeksvragen en starters* 594 887 998 1074 509
Langerlopende onderzoeken 7 7 7 8 6
Uitingen in de media 61 46 63 35 44
Verschenen periodieken 3 3 5 4 2
Totale oplage periodieken 1850 2119 3835 2800 1650
Congressen, studiedagen e.d. 8 28 18 11 8
Totaal aantal bezoekers congressen, studiedagen e.d. 1160 3090 2115 880 825
Onderzoekspresentaties** 5
Aantal verspreide publicaties 993 1060 3470 850 882
Omvang bureau CKT (in fte) 5,9 6,8 7,1 9,0 9,2
* Voorgaande jaren is het totaal aantal ondersteunde starters door Starterslift meegenomen in dit getal.
Vanaf 2010 is ervoor gekozen alleen het aantal starters dat bij Tilburg University is ondersteund op te
nemen. Daardoor komt dit getal beduidend lager uit dan voorgaande jaren. Als we dezelfde rekensom
voor 2009 maken, dan komen we voor dat jaar uit op 444 onderzoeksvragen, opdrachten en starters.
** Voorgaande jaren is dit cijfer niet opgenomen bij de kengetallen.
Kengetallen Wetenschapswinkel2006 2007 2008 2009 2010
Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen 92 100 96 77 84
Beantwoorde en afgeronde onderzoeken 25 30 28 20 16
Aantal promoties 2 2 0 1 3
Lopende promotieonderzoeken per 31/12 7 7 7 9 6
Kengetallen Loket MKB2006 2007 2008 2009 2010
Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen 186 239 197 143 127
Beantwoorde en afgeronde onderzoeken 55 81 72 92 48
Kengetallen Loket Ondernemer & Recht2008 2009 2010
Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen 7 57 109
Beantwoorde en afgeronde onderzoeken - 29 39
Kengetallen Tilburg Matchpoint2006 2007 2008 2009 2010
Door bedrijven geplaatste (bij)banen, stages en
afstudeeronderzoeken
137 230 265 115 129
Door studenten geplaatste cv's 130 175 168 237 47
Aantal door studenten bekeken vacatures 3799 5535 6312 4571 4.556
Aantal door organisaties bekeken cv’s van studenten 1088 1259 1612 958 508
Kengetallen Ondernemerschap
Starterlift2006 2007 2008 2009 2010
Ondersteund binnen de universiteit 18 24 44 52 60
Ondernemerscentrum2006 2007 2008 2009 2010
Aantal studentbedrijven per 31 december 3 10 11 7 3*
Aantal bedrijven op de flexplekken - - - 5 9
Aantal pre-startende bedrijven per 31 december 2 7 2 3 1
Aantal studentondernemers per 31 december 5 21 19 23 4
* Eind 2010 zijn er vrijwel tegelijkertijd drie bedrijven uit het Ondernemerscentrum vertrokken, vandaar
deze (tijdelijke) daling.
9392
8.1 International OfficeInternationalisering blijft een dominant thema in de strategie van Tilburg University. Ook in 2010 speelde
het International Office een belangrijke rol bij de voortzetting en intensivering van het internationaliserings-
beleid.
Het International Office adviseert het College van Bestuur, faculteiten en diensten over de implementatie
van de internationale strategie. Ook is het International Office verantwoordelijk voor de uitvoering van
diensten c.q. projecten rondom internationalisering. Voorbeelden van diensten aan internationale studen-
ten zijn de ondersteuning bij de aanvraag van visa en verblijfsvergunningen, huisvesting en de ‘Welcome
week’. Deze activiteiten krijgen vorm in nauwe samenwerking met de faculteiten.
Samenwerking met institutionele preferred partners
Sinds 2003 wordt op instellingsniveau geïnvesteerd in het opzetten van internationale samenwerkingsver-
banden. Na een eerste focus op China, Turkije, Zuid-Afrika en Indonesië, richt de blik zich sinds 2008 op
instellingen in Latijns Amerika en Centraal Europa.
In 2010 heeft er onder leiding van de rector magnificus een missie plaatsgevonden naar Argentinië en
Colombia. In totaal is met vijf universiteiten gesproken over mogelijkheden tot samenwerking. In beide
landen heeft de delegatie een bezoek gebracht aan de Nederlandse ambassade. In Colombia is bovendien
een overeenkomst getekend met Colfuturo, een organisatie die beurzen verstrekt aan Colombiaanse stu-
denten voor een studie in het buitenland. Hierdoor zullen er meer Colombiaanse studenten naar Tilburg
University komen, zo is de verwachting. Het institutioneel partnerbeleid is in 2010 geëvalueerd. In de loop
van de tijd zijn er overeenkomsten gesloten met 28 partners. Voor 23 van de 28 institutionele partners geldt
dat er sprake is van een bestaande samenwerking of ambitie tot samenwerking vanuit meerdere Tilburgse
faculteiten. De samenwerking richt zich voornamelijk op de uitwisseling van studenten en instroom in de
masteropleidingen. Faculteiten zijn echter voornemens om de samenwerking te verbreden naar gezamen-
lijke programma’s op Phd-niveau. Geconcludeerd is dat het aangaan van internationale samenwerkings-
verbanden op instellingsniveau als stimulans en ondersteuning werkt van samenwerkingsactiviteiten op
facultair niveau.
Gezamenlijke internationale programma’s
Gezamenlijke internationale programma’s (joint programmes) verrijken het bestaande opleidingsaanbod.
Studenten volgen een curriculum dat door meerdere universiteiten in verschillende landen wordt verzorgd.
Zij zijn hierbij verplicht om te reizen, waardoor het programma bijdraagt aan de inkomende en uitgaande
mobiliteit van zowel studenten als staf. Internationale programma’s dragen zodoende bij aan een interna-
tionale studieomgeving die ten goede komt aan de gehele studentenpopulatie van Tilburg University. Het
gezamenlijk aanbieden van programma’s met gerenommeerde buitenlandse instellingen heeft een grote
aantrekkingskracht op talentvolle studenten uit de hele wereld. Om deze reden biedt Tilburg University
diverse internationale joint programmes aan; in de meeste gevallen als Erasmus Mundus programma.
Dit prestigieuze Europese programma selecteert excellente programma’s die worden uitgevoerd door een
internationaal consortium van universiteiten. De geselecteerde programma’s krijgen een budget waarmee
studiebeurzen kunnen worden toegekend aan Europese en niet-Europese studenten.
In 2010 participeerde Tilburg University in drie Erasmus Mundus Master programma’s. In 2010 zijn de
eerste studenten gestart in het Erasmus Mundus Master programma in Services Science (IMSE). Via een
innovatieve e-campagne is de nieuwe opleiding in het voorjaar van 2010 wereldwijd gelanceerd. Een eerste
cohort is in september 2010 gestart na een gezamenlijke kick-off bijeenkomst van de instellingen die parti-
ciperen in IMSE: de University of Crete, University of Stuttgart en Tilburg University. Tegelijk met het eerste
semester van IMSE in Stuttgart, zijn ook de voorbereidingen gestart voor de eerste IMSE-Summerschool
waar de niet-Europese partners als Tsinghua University (China), UC Berkeley (VS) en de University of New
South Wales (Sydney, Australië) een belangrijke rol spelen.
Het tweede Erasmus Mundus programma, International Master in Management of IT, wordt sinds 2007
uitgevoerd met het IAE Aix Graduate School of Management, Université Paul Cezanne Aix-Marseille III
(France) en Turku University (Finland). Het programma is gericht op het management van information
technology. De studenten die zijn afgestudeerd hebben het programma bijzonder positief geëvalueerd.
Vooral de mogelijkheid om binnen het kader van één opleiding vakken te volgen aan drie locaties in drie
landen, wordt als belangrijke meerwaarde genoemd.
Ook de rechtenfaculteit participeert in een Erasmus Mundus programma: European Master in Transnati-
onal Trade Law & Finance. De partnerinstellingen zijn universiteiten in Bilbao, Frankfurt en Straatsburg.
Bijzonder aan dit programma is dat studenten na twee semesters kernvakken in Bilbao en Tilburg te heb-
ben gevolgd, voor het tweede jaar de keuze hebben voor een specialisatie die gevolgd wordt in Straatsburg
of Frankfurt.
Een Erasmus Mundus aanvraag in 2010 voor een International Master in European Urban Culture is helaas
afgewezen. Ondanks dat het programma niet in aanmerking komt voor de Erasmus Mundus status, zal het
wel blijven worden aangeboden. Het betreft een joint programma dat wordt aangeboden door de Tilburg
School of Social and Behavioural Sciences met universiteiten in Brussel, Manchester en Tallinn.
In 2010 zijn de eerste studenten gestart met een gezamenlijk internationaal programma op het terrein
van ‘Leadership, Organisational Psychology and Organisational Studies’. Deze opleiding wordt uitgevoerd
door de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences in samenwerking met BI Norwegian School of
Management in Oslo, Noorwegen. Na het succesvol afronden van deze tweejarige opleiding ontvangen de
studenten een diploma van beide instellingen.
De Tilburg Law School participeert al enkele jaren met de Katholieke Universiteit Leuven in het eenjarige
advanced masterprogramma European Tax College. Daarnaast is er binnen de Research Master een inten-
sieve samenwerking met de Katholieke Universiteit Leuven.
Ook op bachelor niveau biedt Tilburg University een gezamenlijk internationaal programma. Tilburgse
bachelor studenten van Tilburg School of Economics and Management konden zich aanmelden voor een
joint programma op het gebied van Information Management. Na een eerste jaar in Tilburg, brengt het
programma studenten naar Boston (Verenigde Staten), waarzij gedurende anderhalf jaar studeren aan
de prestigieuze Bentley University en volgen zij gedurende een semester vakken bij de University of De-
usto (Bilbao, Spanje). Studenten ontvangen voor hun verblijf in het buitenland een scholarship vanuit het
8 Internationalisering
9594
Europese Atlantis programma dat zich richt op het bevorderen van trans-Atlantische samenwerking. Na het
succesvol doorlopen van dit internationale curriculum ontvangen de studenten zowel een bachelordiploma
van Bentley University als van Tilburg University,
8.2 Uitgaande en inkomende studentenmobiliteit Een studieperiode in het buitenland heeft niet alleen een aanzienlijke impact op iemands internationale
competenties, zoals kennis van andere landen, het vermogen om te kunnen samenwerken met mensen
van andere culturen, maar het vergroot ook algemene competenties, zoals probleemoplossend vermogen,
analytisch denkvermogen, initiatief en aanpassingsvermogen. Bovendien vragen complexe maatschappe-
lijke vraagstukken zoals de economische crisis, de multiculturele samenleving en privacybescherming om
analyses en oplossingen waarbij men verder kijkt dan de eigen landsgrenzen.
Tilburg University heeft in 2009 de ambitie uitgesproken dat in 2013 30 procent van de afgestudeerde stu-
denten een deel van de studie in het buitenland heeft gedaan. Het aantal studenten dat een deel van de
opleiding in het buitenland bij een partnerinstelling volgt blijft nog achter bij de verwachtingen. Om deze
ambitie te kunnen realiseren is in 2010 gestart met het intensiveren en verbeteren van de voorlichtings-
campagnes over een verblijf in het buitenland. Veel studenten zien af van een periode in het buitenland
vanwege het risico op studievertraging. Dit ontstaat wanneer buitenlandse vakken niet mee tellen voor het
Tilburgse curriculum. Hieraan wordt door faculteiten gewerkt, bijvoorbeeld door het concentreren van vrije
keuzevakken in een semester. Bij Tilburg Law School heeft men afspraken gemaakt met een groot aantal
partners over standaardvrijstellingen op basis van in het buitenland behaalde vakken.
Sommige studenten hebben de ambitie om na een bachelor in Tilburg, een volledige Master in het buiten-
land te volgen. Excellente uitgaande studenten zijn - net als buitenlandse studenten die terugkeren naar
de Alma Mater - goede ambassadeurs voor onze universiteit. Daarom stimuleert Tilburg University deze
uitgaande mobiliteit via o.a. de Excellence Scholarship. Dit is een beurs van Tilburg University waarmee
excellente studenten een masteropleiding in het buitenland kunnen gaan volgen of een Research Master in
Tilburg. Het International Office ondersteunt ook studenten in het verwerven van beurzen uit het Huygens
Scholarship Programme of het VSB-fonds. Veel studenten uit Tilburg toonden belangstelling voor deze
beurzen. De voordracht van kandidaten heeft plaatsgevonden na een interview, op basis van een uitge-
breide motivatie. Uiteindelijk hebben 2 kandidaten een VSB-beurs ontvangen. Vier kandidaten zijn met een
Huygens Scholarship gaan studeren aan een buitenlandse instelling.
Uitgaande mobiliteit 2007/2008 2008/2009 2009/2010
Europa (EER) 166 124 137
Overig Europa 0 1 1
Noord Amerika / Canada 38 40 34
Midden/Zuid-Amerika 25 15 11
Afrika 8 8 17
Australië / Nieuw-Zeeland 19 18 18
Azië 28 20 20
Totaal 284 226 238
Tilburg University ontvangt jaarlijks nog steeds een toenemend aantal inkomende exchange-studenten.
Deze groep draagt bij aan de internationalisering van de campus. Het ontvangen van uitwisselingsstuden-
ten studenten kan ook leiden tot instroom in de masteropleidingen van Tilburg University.
De instroom van studenten vindt plaats via universiteitsbrede of facultaire overeenkomsten. Het Internati-
onal Office verzorgt inkomende en uitgaande exchange voor de universiteitsbrede partners. Een bijzonder
programma voor instroom van zowel exchange als degree-seeking studenten betreft het Erasmus Mundus
Action 2 programma, waaraan Tilburg University sinds 2010 deelneemt. Dit programma omvat partner-
schappen tussen 5 Europese instellingen en 13 Aziatische instellingen. Vanuit de Europese Unie zijn mid-
delen beschikbaar om de inkomende mobiliteit van Aziatische studenten (bachelor, master, doctoraat en
postdoctoraat) en personeel (academisch en administratief) mogelijk te maken. Naast een extra instroom
van internationale studenten met een studiebeurs, gelooft Tilburg University in dit programma als een ma-
nier om meer studenten met verschillende nationaliteiten naar Tilburg te krijgen.
Inkomende mobiliteit 2007/2008 2008/2009 2009/2010
Europa (EER) 235 211 260
Overig Europa 4 5 1
Noord Amerika / Canada 36 46 47
Midden/Zuid-Amerika 25 23 19
Afrika 0 0 3
Australie / Nieuw-Zeeland 6 12 17
Azie 32 36 33
Totaal 338 333 391
Internatonale studiebeurzen
In 2010/2011 zijn opnieuw vijftig beurzen uitgereikt uit het Tilburg University Scholarship Programme
(TUSP), bestaande uit een korting op het collegegeld tot instellingstarief en een bijdrage ten behoeve van
het levensonderhoud van k€ 5 per jaar. De beurzen zijn toegekend aan excellente internationale studenten
die instroomden in één van de master-programma’s van Tilburg University. Daarnaast hebben de facultei-
ten meerdere facultaire beurzen verstrekt aan getalenteerde studenten. Steeds meer inkomende studen-
ten ontvangen een beurs van externe beursverstrekkers zoals Huygens Scholarship programme, Colfuturo
(Zuid-Amerika) en bijvoorbeeld Stuned (Indonesië).
9796
International Student Barometer
Sinds 2007 wordt onder de internationale studentenpopulatie twee keer per jaar een uitgebreid tevreden-
heidsonderzoek afgenomen. Dit instrument zorgt enerzijds voor meting van de kwaliteit van de universiteit
op onderwijs, leeromgeving en voorzieningen. Op basis van de uitkomst worden door faculteiten en dien-
sten maatregelen ter verbetering ondernomen. In 2010 scoorde Tilburg onveranderd goed op de dienst-
verlening rond visa- en verblijfsvergunningen. Een positieve ontwikkeling is zichtbaar in de score op het
academische deel van de leerervaring. Accommodatie en de integratie met Nederlandse studenten blijven
punten van aandacht. Voor wat betreft de huisvesting van internationale studenten zijn in 2010 gesprekken
gestart met woningbouwcorporaties om ook voor deze groep studenten accommodatie te kunnen bieden
die zich kenmerkt door een hoge kwaliteit tegen een schappelijke prijs. Om de integratie te bevorderen is
besloten vanaf 2011 de Welcome Week en de introductie week te combineren. Hierdoor komen beide groe-
pen studenten direct vanaf de start van hun studie met elkaar in contact.
Tilburg University Summer School gestart met 50 procent meer studenten
Meer dan 150 studenten uit alle delen van de wereld volgen van 16 juli tot 13 augustus de Tilburg University
Summer School (TUSS). De tweede editie van de Summer School kende een forse toename van het aantal
studenten. De Tilburg University Summer School is gericht op internationale studenten uit binnen- en
buitenland.
Naast de gebruikelijke talencursussen en statistiek zijn er in 2010 twee nieuwe zomercursussen toege-
voegd: Filosofie en Internationaal ondernemerschap. Speciaal voor de zomercursus Filosofie is de Ame-
rikaanse hoogleraar Simon Critchley overgekomen uit New York. Hij is sinds 2009 in deeltijd verbonden
aan Tilburg University. De nieuwe cursus Internationaal ondernemerschap is een initiatief van het Brabant
Center of Entrepreneurship (BCE), een samenwerkingsverband tussen Tilburg University en de Technische
Universiteit Eindhoven. Naast de zomercursussen is ook dit jaar weer voorzien in een sociaal programma
zodat de studenten elkaar, de universiteit en Tilburg en omstreken beter leren kennen. Op zaterdag 17 juli
werd de studenten een Tilburg City Quiz aangeboden door de gemeente Tilburg en wethouder van onder-
wijs Marieke Moorman verwelkomde hen in het Huis van de Wereld.
8.3 Internationale studentenwervingIn januari 2010 is in de Universiteitsraad de besluitvorming afgerond over ontwikkeling, organisatie en be-
kostiging van internationale marketing. Besloten is te focussen op een beperkt aantal doellanden, een uni-
versiteitsbrede marketingstrategie te ontwikkelen met versterking van de online marketing en afbouw van
offline activiteiten, met coördinatie door de afdeling Communications & Marketing. Faculteiten zijn verant-
woordelijk voor recruitment in de doellanden. Zij leveren recruiters voor deelname aan onderwijsbeurzen,
schoolbezoeken en overige activiteiten in de doellanden. International Office zorgt samen met faculteiten
voor de relatie met preferred partnerlanden en -instellingen. In 2010 zijn de volgende zaken gerealiseerd:
• De internationale marketing wordt gefocust op doellanden.
• Het onderdeel ‘Internationale Marketing’ is per 1 maart 2010 overgeheveld van het International Office
naar de afdeling Communications & Marketing.
• Een nieuwe, voorlopige internationale Tilburg University website met een nieuw look-and-feel en gestruc-
tureerd naar zoekgedrag van studiekiezers is op 15 november 2010 gelanceerd.
• Om webmarketing te kunnen ontwikkelen en uitbreiden is bij de afdeling Communications & Marketing
een online marketeer aangesteld.
In 2011 zal de universiteitsbrede samenwerking op het gebied van internationale marketing worden voort-
gezet en versterkt om de focus op de geselecteerde doellanden en de beweging van een offline naar online
strategie verder uit te bouwen. De mobiele website voor internationale studiezoekers wordt dit jaar gelan-
ceerd, evenals de definitieve internationale Tilburg University website. Afgesproken is eind 2011 tussentijds
te evalueren en begin 2013 definitief te evalueren.
In het kader van internationale marketing werd onderstaand persbericht gepubliceerd:
“Tilburg University werft studenten met ‘s werelds grootste e-card”
Publicatiedatum: 9 maart 2010
Tilburg University start een virale wervingscampagne voor een internationale masteropleiding via social media als
Facebook en Twitter. In de campagne wordt getracht de grootste e-card ter wereld te maken. Met de e-card werft
Tilburg University potentiële masterstudenten Service Engineering in de hele wereld.
De tweejarige International Master in Service Engineering (IMSE) van Tilburg University start in september
2010. De opleiding wordt verzorgd door de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van Tilburg University
in samenwerking met de Universiteit van Stuttgart (Duitsland) en de Universiteit van Kreta (Griekenland). De
master leidt een nieuwe generatie ‘service engineers’ op: professionals die kunnen werken op het snijvlak van soft-
warediensten en nieuwe wereldwijde bedrijfsprocessen. De opleiding maakt deel uit van het prestigieuze Erasmus
Mundus beurzenprogramma van de Europese Commissie voor toptalenten binnen en buiten de Europese Unie.
Hello World
Om de juiste doelgroep voor de master te bereiken is de virale campagne Hello World ontworpen. Het leuke van
deze interactieve campagne is dat gestreefd wordt naar de grootste e-card ter wereld, bestaande uit de profiel-
foto’s uit Facebook van alle deelnemers. Hoe meer deelnemers, des te groter de e-card. De profielfoto’s worden
bovendien automatisch groter naarmate de e-card vaker wordt doorgestuurd. De campagne is te zien op www.
erasmusmundus-imse.eu/helloworld.
9998
8.4 RISEHet door Tilburg University geïnitieerde Europese netwerk RISE (Raising the Impact of the Social Sciences
and Economics) heeft in 2010 het voorzitterschap van het netwerk overgedragen aan de London School of
Economics. In 2010 heeft er een verdere aanscherping van de doelstellingen van RISE plaatsgevonden en
is er een werkplan voor 2010 en 2011 vastgesteld. Daarin ligt de nadruk vooral op uitbreiden van de strate-
gische allianties met de relevante partijen (zoals de European Science Foundation/Eurohorcs, de nationale
agentschappen en funding agencies) en op het opzetten van een serie publicaties om het maatschappelijke
debat in Europa vanuit de socio-economische wetenschappen te beïnvloeden.
In 2010 heeft RISE middels een lezing (Evaluating the eff ectiveness of development policies) een bijdrage
mogen leveren aan de conferentie Science Against Poverty, georganiseerd in het kader van het Spaanse
voorzitterschap van de EU, door het ministerie van Wetenschap en Innovatie. Aansluitend aan de deelname
aan de conferentie publiceerde RISE op haar website diverse artikelen over armoede in relatie tot andere
thema’s, zoals Poverty and Economics, Poverty and Social Cohesion, Poverty and Education, Poverty and
Post-Communism.
9.1 Algemeen
Stand van zaken per 31 december 2010: aantal medewerkers in personen en fte onderverdeeld naar ge-
slacht.
2008 2009 2010
man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal
Personen 1086 1004 2090 1141 1093 2234 1167 1158 2325
Fte’s 856,2 722,9 1579,1 897,0 794,7 1691,7 947,8 856,1 1803,9
De gemiddelde omvang van een dienstverband van een universiteitsmedewerker is 0,78. Dat betekent dat
de gemiddelde medewerker ongeveer 29,5 uur per week werkt. Vrouwen werken gemiddeld 28,1 uur. Man-
nen werken gemiddeld iets meer (30,9 uur).
Ontwikkeling personeelsformatie in fte
600,0
500,0
400,0
300,0
200,0
100,0
0,0
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Diensten
TISEM
TLS
TiSSBeS
FCC
FWW
TST
IBG
TSH
De universiteit is in het afgelopen jaar in omvang gegroeid (+6,6 procent). Tilburg School of Theology (+26
procent) en Tilburg School of Humanities (+14,3 procent) groeiden het hardst, terwijl de aantallen bij Til-
burg Law School daalden met 8,6 procent.
9 Personeel
101100
Aantal medewerkers per faculteit en de diensten
700
600
500
400
300
200
100
0
TISEM TLS
TiSSBeSTSH
TST
Dienste
n
vrouwman
Tilburg School of Economics and Management is de faculteit die de meeste medewerkers in dienst heeft.
Bij Tilburg School of Economics and Management werken 38 procent vrouwen. Tilburg School of Social
and Behavioral Sciences is de faculteit waar naar verhouding de meeste vrouwen werkzaam zijn, namelijk
62 procent. Binnen Tilburg University is de verdeling man/vrouw gelijk namelijk 50 procent mannen en 50
procent vrouwen.
Ontwikkeling personeelsbestand in fte en personele lasten
In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling weergegeven van de personeelsaantallen in fte en de perso-
nele lasten.
2007 2008 2009 2010
Personeelsbestand totaal (in fte’s) 1437 1579 1692 1804
Wetenschappelijk personeel 842 (59%) 931 (59%) 992 (59%) 1016(56%)
Ondersteunend beheerspersoneel 595 (41%) 648 (41%) 700 (41%) 788 (44%)
Totaal personele lasten (in m€) 103 115 128 134
9.2 Onderverdeling naar functies en geslachtDe volgende tabellen geven een beeld van de aantallen WP en OBP medewerkers in fte per faculteit en
dienst onderverdeeld naar mannen en vrouwen. Tevens wordt in de volgende tabellen het wetenschappelijk
personeel nader uitgesplitst naar functiecategorieën.
WP, OBP en totaal in fte naar geslacht
WP OBP Totaal % WP M V totaal M V totaal M V totaal
TISEM 251,1 88,7 339,8 45,9 95,6 141,5 297,0 184,3 481,3 71%
TLS 114,5 100,2 214,7 11,6 48,2 59,8 126,1 148,4 274,5 78%
TiSSBeS 115,6 158,1 273,7 22,4 49,1 71,5 138,0 207,2 345,2 81%
TSH 92,6 50,2 142,8 15,9 34,6 50,5 108,5 84,8 193,2 74%
TST 29,3 6,6 35,8 6,9 7,8 14,7 36,1 14,4 50,5 71%
Diensten 4,2 5,2 9,4 238,0 211,8 449,8 242,2 217,0 459,2 2%
TOTAAL 607,2 408,9 1016,1 340,6 447,1 787,7 947,8 856,1 1803,9 56%
In de laatste kolom is het percentage wetenschappelijk personeel opgenomen ten opzichte van het totaal
aantal medewerkers (in fte). Van de faculteiten heeft TiSSBeS het hoogste percentage wetenschappers (81
procent).
Wetenschappelijke functies hoogleraar, UHD en UD, in fte naar geslacht
In de onderstaande grafi ek wordt weergegeven hoe de ontwikkeling is van de functies hoogleraar, UHD en
UD weergegeven in fte. Ook is gekeken naar de onderverdeling man/vrouw. Opvallend is vooral de stijging
van het aantal (mannelijke) hoogleraren in de afgelopen periode, van 110 fte in 2004 (het laagste punt) naar
167 fte in 2010. De organisatieopbouw bij mannen is een omgekeerde piramide, waarbij echter wel sprake
is van een sterkere toename van het aantal UD’s. Bij de vrouwen is dit juist omgekeerd: weinig hoogleraren,
iets meer UHD’s en nog meer UD’s. Bij de vrouwen is sprake van een licht stijgend aantal, waarbij ook het
aantal UD’s sterker toeneemt.
180,0
160,0
140,0
120,0
100,0
80,0
60,0
40,0
20,0
0,02004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Hoogleraar m
Hoogleraar v
UHD m
UHD v
UD m
103102
Promovendus en overig wetenschappelijk personeel in fte naar geslacht
In de volgende grafi ek worden de ontwikkelingen in de functies promovendus en overig wp geschetst. Ove-
rig wetenschappelijk personeel zijn onder andere de docenten en onderzoekers. Te zien is dat het aantal
mannelijke promovendi in het afgelopen jaar behoorlijk is gestegen, terwijl het aantal vrouwelijke promo-
vendi licht is gedaald. In tabel 3.3 is te zien dat niet alle faculteiten te maken hebben met een verhoogde
instroom van promovendi.
180,0
160,0
140,0
120,0
100,0
80,0
60,0
40,0
20,0
0,02004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Promovendus mPromovendus vOverig wp mOverig wp v
9.3 Tijdelijk personeel
De ontwikkeling van tijdelijk personeel in dienst van de universiteit, in verhouding tot het totale personeels-
bestand (onderverdeeld naar mannen en vrouwen) wordt weergegeven in de volgende tabellen. Vooral de
faculteiten hebben met hun promovendi en student-assistenten veel tijdelijk personeel in dienst.
Ontwikkeling tijdelijk personeel in % van het personeelsbestand naar geslacht (per 31 december 2010)
2008 2009 2010
man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal
TISEM 48,1 50,6 49,0 50,7 55,4 52,5 52,5 54,4 53,2
TLS 46,6 61,1 54,4 48,3 57,5 53,3 48,8 54,6 52,0
TiSSBeS 44,7 73,4 60,4 46,1 74,2 62,5 46,9 73,0 62,6
TSH 35,4 41,3 37,9 37,4 43,3 39,8 42,1 52,6 46,7
TST 7,8 48,0 15,4 14,6 54,1 23,1 12,9 45,6 22,2
Diensten 16,8 17,7 17,2 17,6 17,2 17,4 19,1 23,4 21,1
TOTAAL 36,6 48,3 41,9 38,8 49,9 44,0 39,9 50,8 45,1
Het totaal aantal medewerkers in tijdelijke dienst is ten opzichte van de vorige jaren iets toegenomen.
Door een grotere omvang van door tweede en derde geldstroom gefi nancierd onderzoek is de behoefte aan
tijdelijke onderzoekers groter. Binnen het OBP krijgen nieuwe personeelsleden het eerste jaar een tijdelijk
dienstverband aangeboden. Bij goed functioneren wordt dit dienstverband omgezet in een dienstverband
voor onbepaalde tijd. Daarnaast wordt er binnen de diensten een aantal projecten uitgevoerd, die met
name worden uitgevoerd door personeelsleden met een tijdelijk dienstverband.
Ontwikkeling WP in tijdelijke dienst (m.u.v. promovendi en student-assistenten) in fte (per 31 december)
Als promovendi en student-assistenten buiten beschouwing worden gelaten, twee groepen die per defi -
nitie een tijdelijk contract hebben, dan had op 31 december 2010 20,6 procent van het wetenschappelijk
personeel een tijdelijk contract. De functies van UD (tenure track), docent en onderzoeker zijn de grootste
groepen. Het aantal hoogleraren en UHD’s met een taak voor bepaalde tijd is beperkt.
2008 2009 2010
man vrouw totaal Man vrouw totaal Man vrouw Totaal
TISEM 48,1 24,4 72,5 59,3 29,2 88,5 67,3 29,9 97,2
TLS 33,8 42,3 76,1 38,9 31,3 70,2 37,6 34,0 71,6
TiSSBeS 27,4 38,2 65,2 31,9 50,4 82,3 29,9 49,2 79,0
TSH 7,5 4,5 12,0 11,2 5,2 16,4 12,0 12,1 24,1
TST 1,5 1,0 2,5 3,5 0,6 4,1 3,5 1,4 4,9
Diensten 0,7 0,7 1,4 0,7 0,7 1,4 0,0 0,7 0,7
TOTAAL 118,9 111,1 229,9 145,3 117,4 262,8 150,2 127,2 277,4
Ontwikkeling promovendi in fte (per 31 december)
Het aantal promovendi is ook het afgelopen jaar gestegen. Tilburg School of Economics and Management
is een van de grote stijgers; zij streven er naar de jaarlijkse instroom van promovendi te verdubbelen van 20
naar 40 per jaar. Bij de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences en Tilburg School of Humanities is
een verhoogde instroom te zien.
2008 2009 2010
man vrouw totaal man vrouw totaal Man vrouw totaal
TISEM 62,3 31,4 93,7 70,6 36,8 107,4 64,8 42,1 106,9
TLS 19,4 32,1 51,5 19,9 35,5 55,4 18,8 26,5 45,3
TiSSBeS 24,0 56,7 80,7 22,4 66,1 88,5 24,6 76,2 100,8
TSH 18,9 18,4 37,3 20,5 16,2 36,7 23,8 19,9 43,7
TST 0,8 2,4 3,2 0,8 1,5 2,3 0,8 2,5 3,3
Diensten 0,0 0,3 0,3 0,0 0,3 0,3 0,0 0,3 0,3
TOTAAL 125,4 141,3 266,7 134,2 156,4 290,6 132,8 167,5 300,3
105104
Ontwikkeling student-assistenten in fte (per 31 december)
Student-assistenten verrichten werkzaamheden ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderwijs en
onderzoek.
In deze tabel staan dus niet de werkstudenten weergegeven. Dit zijn studenten die ondersteunende werk-
zaamheden verrichten ten aanzien van het bestuur en beheer van de universiteit ten behoeve van voorlich-
ting bijvoorbeeld, of studenten die boeken terugplaatsen in de bibliotheek of werken op een IT helpdesk.
In deze tabel staan alleen de student-assistenten die een arbeidsovereenkomst hebben met de universiteit.
Omdat Tilburg School of Economics and Management de student-assistenten aanstelt via KCS, zijn hier-
van geen cijfers opgenomen in deze tabel. In tabel 9.2 wordt het totaal aantal student-assistenten via KCS
aangegeven. Het totaal aantal student-assistenten is ten opzichte van vorig jaar licht gedaald.
2008 2009 2010
man vrouw totaal Man vrouw totaal Man vrouw totaal
TISEM 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0
TLS 7,4 10,3 17,7 5,3 11,9 17,2 4,3 9,4 13,7
TiSSBeS 3,5 10,4 13,9 5,0 12,0 17,0 4,6 11,1 15,6
TSH 0,9 2,7 3,6 0,7 1,8 2,5 1,0 3,1 4,1
TST 0,2 0,2 0,4 0,3 0,5 0,8 0,4 0,5 0,9
Diensten 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
TOTAAL 12,0 23,6 35,5 11,3 26,4 37,7 10,2 24,0 34,2
9.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw In de ontwikkeling van de leeftijdsopbouw door de jaren heen is te zien dat de verdeling over de leeftijds-
klassen redelijk gelijk blijft.
Ontwikkeling leeftijdopbouw in procenten
100%90%80%70%60%50%40%30%20%10%0%
2005 2006 2007 2008 2009 2010
60+>
50-59
40-49
30-39
<30
Leeftijdsopbouw WP/OBP onderverdeeld naar geslacht in procenten
60+>
50-59
40-49
30-39
<30
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%man manvrouw vrouw
WP OBP
Het aandeel jonge vrouwen in de wetenschap blijft onverminderd hoog. Bijna 80 procent van de vrouwe-
lijke wetenschappers is jonger dan 40 jaar. Bij de ondersteunende functies is te zien dat iets minder dan
45 procent van de mannen ouder is dan vijftig jaar. Bij de twee andere categorieën (WP mannen en OBP
vrouwen) is een wat gelijkmatiger spreiding over de verschillende leeftijdsklassen te zien.
107106
9.5 Voltijd en deeltijd personeel
voltijd en deeltijd personeel naar geslacht in personen
man vrouw
800
700
600
500
400
300
200
100
0
voltijddeeltijd
Ruim 35 procent van de mannelijke medewerkers heeft een deeltijdaanstelling, en werkt dus minder dan
gemiddeld 38 werkuren per week. Bij de vrouwen heeft ongeveer 60 procent van de medewerkers een deel-
tijdaanstelling.
9.6 Salarisschalen
salarisopbouw per functiecategorie en geslacht in personen (per 31 december)
WP OBP totaal
man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal
schaal 1 t/m 5 1 0 1 73 56 129 74 59 130
schaal 6 t/m 9 196 299 495 158 361 519 354 660 1014
schaal 10 t/m 12 257 205 462 139 162 301 396 367 763
schaal 13 en 14 99 36 135 15 11 26 114 47 161
schaal 15 en 16 119 19 138 9 2 11 128 21 149
schaal 17 en hoger 99 7 106 2 0 2 101 7 108
TOTAAL 771 566 1337 396 592 988 1167 1158 2325
9.7 Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages)
2006 2007 2008 2009 2010
Ziekteverzuimpercentage 3,2 2,9 2,5 2,5 2,5
Meldingsfrequentie 0,97 0,98 0,92 0,93 0,87
Gemiddelde verzuimduur (in dagen) 15 14 11 11 13
Het verzuimcijfer voor de gehele universiteit is in het afgelopen jaren gedaald van 3,2 procent naar 2,5
procent. Verzuim heeft constant de aandacht van het management, niet alleen door gerichte verzuimbege-
leidingcursussen voor leidinggevenden, maar ook door regelmatig overleg tussen leidinggevende, perso-
neelsfunctionaris en bedrijfsarts.
9.8 Instroom en uitstroomVoor de berekening van de in- en uitstroomcijfers worden vanaf 2008 gegevens uit de stuurkaart Personeel
gebruikt. De instroomcijfers van dit jaar worden tevens als percentage uitgedrukt ten aanzien van de totale
groep op 31 december 2010.
Instroom in personen naar faculteiten en diensten
2007 2008 2009 2010
TISEM 110 118 (25%) 132 (25%) 120 (22%)
TLS 151 185 (43%) 159 (37%) 141 (36%)
TiSSBeS 148 153 (39%) 171 (38%) 163 (35%)
TSH 60 73 (33%) 69 (30%) 79 (31%)
TST 11 6 (11%) 14 (25%) 9 (13%)
Diensten 115 121 (23%) 131 (23%) 130 (22%)
TOTAAL 593 660 (32%) 676 (30%) 642 (28%)
Uitstroom in personen naar faculteiten en diensten
2006 2007 2008 2010
TISEM 73 61 81 (17%) 102 (18%)
TLS 114 138 149 (34%) 182 (46%)
TiSSBeS 86 109 115 (30%) 142 (30%)
TSH 108 76 57 (26%) 47 (18%)
TST 4 16 7 (13%) 5 ( 7%)
Diensten 109 90 100 (19%) 108 (19%)
TOTAAL 491 483 506 (24%) 586 (25%)
109108
9.9 KCS en uitzendbureausDoor de universiteit wordt gebruik gemaakt van KCS en van uitzendbureaus voor de inhuur van personeel.
De exacte omvang daarvan in fte’s is moeilijk te bepalen, omdat deze niet in het personele informatiesys-
teem worden bijgehouden. Wel is de omvang in geld uit te drukken, en te relateren aan de totale personele
lasten. In de volgende tabel worden deze cijfers gepresenteerd over de afgelopen vijf jaren.
Inhuur van derden in K€, en als % van de totale personele lastKCS Uitzendbureaus
2006 1.230 (1,2%) 1.080 (1,0%)
2007 2.012 (1,9%) 992 (1,0%)
2008 1.972 (1,7%) 1.513 (1,3%)
2009 2.574(2,0%) 1.642 (1,3%)
2010 3.307(2,5%) 912 (0,7%)
Inhuur via KCS in fte en personen (tussen haakjes) per faculteit en diensten onderverdeeld naar functie-
categorieWP(excl.
PhD’s)
OBP Student
assistenten
PhD’s TOTAAL
TISEM 3,1 (14) 4,1 (29) 17,9 (229) 0 (0) 25,1(272)
TLS 0,8 (5) 1,0( 3) 0,5 (16) 0 (0) 2,3 (24)
TiSSBeS 1,2 (4) 0,4 ( 8) 0,1 (11) 0 (0) 1,7(23)
TSH 2,1 (9) 1,3 (20) 0,4 (10) 0 (0) 3,8(39)
TST 1,9 (3) 0,6( 5) 0 (0) 0 (0) 2,5 ( 8)
Diensten 0,0 (0) 32,5(362) 0 (0) 0 (0) 32,5 (362)
TOTAAL 9,1(35) 39,9(427) 18,9 (266) 0 (0) 67,9 (728)
Van de student-assistenten hebben er 229 een aanstelling bij Tilburg School of Economics and Manage-
ment. De omvang en duur van de aanstelling varieert: van 0,05 fte tot fulltime, en van twee weken tot meer
dan een jaar. Onder het OBP zijn in 2010 122 surveillanten opgenomen die samen 9,9 fte vertegenwoordi-
gen.
10.1 KengetallenKengetallen 1)
Jaren 2007 2008 2009 2010Studenten
eerstejaars (WO/I) 4) 2.771 3.083 3.562 3.425ingeschrevenen initiële opleidingen 11.326 11.900 12.678 13.153ingeschrevenen postdoctorale opleidingen2) 275 270 236 193ingeschrevenen TiasNimbas Business School 2.352 2.112 2.408 2.640
Onderwijsdoctoraal diploma’s 250 145 7 1postdoctoraal diploma’s 58 72 57 72bachelor diploma’s 1.733 1.474 1.373 1.365master diploma’s 1.713 1.704 1.868 2.015
Onderzoekpromoties 4) 83 85 85 111wetenschappelijke publicaties5) 1.881 2.025 1.936 1.939
Exploitatierijksbijdragen (in m€) 92 117 108 106college- en examengelden (in m€) 17 17 19 20overige baten (in m€) 61 68 70 73exploitatie resultaat (in m€) 19,3 21,1 3,8 -6,2
Vermogeneigen vermogen (in m€) 117 138 142 136vreemd vermogen (in m€) 108 114 121 138
Liquiditeitliquide middelen (in m€) 86 111 104 106netto werkkapitaal (in m€) 44 66 64 62current ratio 1,7 1,9 1,8 1,7current ratio alle universiteiten 0,9 0,9 0,9 pmsolvabiliteit 0,5 0,6 0,5 0,5solvabiliteit alle universiteiten 0,6 0,6 0,5 pm
Personeelpersoneelsbestand UvT 3) 1.438 1.579 1.746 1.804personeelsbestand verbonden partijen 151 167 168 164 wetenschappelijk personeel 843 931 993 1.016 ondersteunend beheerspersoneel 746 815 921 952totale personeelslasten (in m€) 119 130 143 151
1) De cijfers inclusief de gegevens van de deelnemingen en verbonden partijen.2) Exclusief TiasNimbas Business School.3) Fte’s op basis van Wopi-cijfers (peildatum 31/12).4) Inclusief dubbelprmoties; in afwijking van het aantal bekostigde proefschriften die in het TMP staan vermeld.5) Inclusief proefschriften, monographs en edited books
10 Jaarrekening 2010
111110
10.2 Algemene toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Inleiding
Deze geconsolideerde jaarrekening betreft de financiële verslaglegging 2010 van de Universiteit van Til-
burg. Daarin zijn opgenomen de deelnemingen TiasNimbas Business School en UvT Holding (waaronder
KCS B.V.), en de gelieerde instituten Stichting IVA, Vermogensstichting IVA, Stichting IVO en Universiteits-
fonds Tilburg.
Hierna volgt een korte analyse op hoofdlijnen, waarin zowel exploitatie als financiële kengetallen aan bod
komen.
Financiële exploitatie 2010
Het exploitatieresultaat 2010 is in lijn met de begroting. In het licht van de omvangrijke exploitatieover-
schotten van de afgelopen jaren kan dit resultaat als acceptabel worden gekwalificeerd. Alhoewel het finan-
ciële weerstandsvermogen van de UvT voldoende sterk is om het tekort te kunnen opvangen is inmiddels
een bezuinigingsoperatie en reorganisatie gestart om ook in de toekomst een gezonde financiële positie te
waarborgen.
De geconsolideerde exploitatie ziet er verkort als volgt uit:Geconsolideerde exploitatierekening
2010 Begroting 2010
Baten
Rijksbijdragen OCW 99.972.713 98.792.000
Collegegelden 20.459.802 20.000.000
Baten werk i.o.v. derden 57.633.321 59.738.000
Overige baten 15.008.220 16.329.000
Totaal baten 193.074.056 194.859.000
Lasten
Personele lasten 150.463.213 150.743.000
Afschrijvingen 9.364.355 8.773.000
Huisvestingslasten 8.841.743 12.123.000
Overige lasten 32.088.883 31.301.000
Totaal lasten 200.758.194 202.940.000
Saldo baten en lasten -7.684.138 -8.081.000
Saldo financiële baten en lasten 1.747.859 689.000
Belastingresultaat uit gewone bedrijfsvoering 112.730 -
Aandeel derden 25.664 -
Exploitatieresultaat -6.074.673 -7.392.000
Baten en lasten
De stijging van de rijksbijdrage kan met name worden toegeschreven aan de gestegen studentenaantallen.
De baten in opdracht van derden en de overige baten liggen onder het niveau van de begroting maar zijn
wel gestegen ten opzichte van 2009. De omzet uit contractonderwijs (TiasNimbas) en de detachering van
personeel (UvT-holding) is gestegen. De omzet uit contractonderzoek bij IVA en IVO is gedaald.
De personele lasten en de overige lasten zijn nagenoeg op het niveau van de begroting uitgekomen.
De daling van de huisvestingslasten is met name te verklaren door lagere energie- en onderhoudslasten.
Het saldo financiële baten en lasten is hoger uitgevallen dan begroot. In de paragraaf Treasurybeleid is een
toelichting op de onderscheiden posten opgenomen.
TiasNimbas heeft 2010 met een positief resultaat afgesloten. IVA en IVO werden geconfronteerd met een
verlies. IVA heeft in september besloten tot een reorganisatie.
De financiële ontwikkeling gedurende het boekjaar
Periodiek hebben de beheerseenheden een tussentijdse prognose opgesteld voor de ontwikkeling van hun
exploitatieresultaat. Uit de beoordeling van de verschillenanalyses is gebleken dat de faculteiten en dien-
sten afgelopen jaar bewust hebben gewerkt aan een verdere verbetering van de financial control. De ver-
schillenanalyses tussen begroting, tussentijdse prognoses en realisatie zijn kwalitatief verbeterd en er zijn
concrete verbeterpunten voor 2011 geformuleerd.
Met ingang van 2010 is ook gerapporteerd over de uitputting van investeringsbudgetten huisvesting en
ICT. Deze rapportages hebben bijgedragen aan een strakkere beheersing van de projecten waarvoor inves-
teringsbudgetten uit het huisvestingscompartiment en/of ICT-compartiment zijn toegekend.
Vooruitblik
In de begroting 2011 is mede naar aanleiding van het tekort van ruim m€ 12 en de grote onzekerheid van
het toekomstige middelenkader geconstateerd dat het financiële perspectief ten opzichte van de vorige
meerjarenraming van de rijksbijdrage en collegegelden is verslechterd en dat interventies noodzakelijk zijn
om de financiën op orde te houden en de universiteit in een goede uitgangspositie te manoeuvreren voor
de Hoger Onderwijs plannen van de Commissie Veerman. Daarom wordt een reorganisatie voorbereid die
moet leiden tot substantiële bezuinigingen in de ondersteunende dienstverlening aan het primair proces.
113112
Ontwikkeling financiële kengetallen
Het exploitatieresultaat als percentage van het eigen vermogen per ultimo voorgaand jaar komt voor 2010
uit op -4,2%. In 2009 bedroeg dit percentage op + 2,7%. Het negatieve resultaat is verwerkt in het eigen
vermogen.
In de volgende tabel zijn enkele financiële kengetallen opgenomen:
Financiële kengetallen 2007 2008 2009 2010
liquide middelen (in m€) 86 111 104 106
netto werkkapitaal (in m€) 44 66 64 62
current ratio 1,7 1,9 1,8 1,7
current ratio alle universiteiten 0,9 0,9 0.9 pm
solvabiliteit 0,5 0,6 0,5 0,5
solvabiliteit alle universiteiten 0,6 0,6 0,5 pm
Treasurybeleid
Grondslag voor het beleid zijn de (meer) jaren begroting en het Taken Middelen Plan van de Universiteit.
Dit, naast historische informatie, vormt de basis voor de liquiditeits- en kasstroomprognoses voor de ko-
mende vier jaar. Daarnaast wordt volledig aangesloten bij de Regeling beleggen en belenen door instellin-
gen voor onderwijs en onderzoek.
Op grond van deze uitgangspunten worden de volgende beleggingen gerealiseerd.
Een beleggingsportefeuille die ultimo 2010 bestaat uit obligaties. Bij de obligaties wordt gekozen voor aan-
schaffingen die voldoen aan de rendementsdoelstelling en aan de Regeling Beleggen en Belenen. Het over-
grote deel van de te beleggen tijdelijk overtollige liquiditeiten wordt op deposito geplaatst. In tegenstelling
tot 2009 werd de looptijd van de verlengde/nieuwe deposito’s in 2010 beperkt tot maximaal 12 maanden.
De verwachting is dat in 2011 e.v. de ECB de rente langzaam aan weer laat stijgen.
Door de gevolgen van de kredietcrisis is het een-maands euribor in 2010 uitzonderlijk laag geweest en
heeft zich gestabiliseerd van overwegend 0,43% (januari) naar 0,79% (december). Parallel hieraan is ook
de depositorente gedurende 2010 laag geweest. Dit betekende dat nieuw te plaatsen respectievelijk te ver-
lengen deposito’s in 2010 tegen aanzienlijk lagere tarieven konden worden geplaatst. Door het plaatsen van
3 lange deposito’s in 2009 met een looptijd tot ver in 2011 kon optimaal geprofiteerd worden van de toen
nog geldende hogere depositorente die daardoor de resultaten van 2010 en ook 2011 nog positief beïnvloe-
den. Om de neergang van de depositorente deels op te vangen is de obligatieportefeuille uitgebreid met
aankopen die voor de korte- tot middellange termijn een effectief rendement genereren dat ruimschoots
boven de huidige- en op korte termijn te verwachten depositorente zit. Het absolute resultaat van de be-
leggingsopbrengsten in 2010 is € 4,4 mio (2009 € 6,3 mio). Deze teruggang is voor het overgrote deel
toe te schrijven aan een gemiddeld lagere depositorente en voor een beperkt deel in de terugloop van het
beschikbare volume liquiditeiten.
In verband met jaarrekening- en waarderingsvoorschriften moeten de koersen per ultimo voor de balans
tegen de werkelijke waarde worden gewaardeerd. De hiervoor aanwezige herwaarderingsreserve effecten is
ultimo 2010 opgewaardeerd met € 93.500. Tevens heeft deze waardering een negatief effect gehad op de
beleggingsopbrengsten ad € 43.900 in verband met (ongerealiseerde) koersresultaten.
Uit de balans ultimo 2010 blijkt dat het vreemd vermogen in 2010 is uitgebreid met een lening van de BNG
ad € 15 mio. Alhoewel de current ratio ultimo 2010 de indruk wekt dat deze lening niet noodzakelijk is,
geeft onze kasstroompositie voor de komende vier jaren een ander beeld. In de periode 2010 t/m 2014 zijn
er voor ongeveer € 60 mio investeringsplannen in gebouwen gepland. Zonder de current ratio structureel
in gevaar te brengen, zijn deze investeringen niet volledig uit eigen liquiditeiten te financieren. Aangezien
de kapitaalmarktrente in september 2010 op een uitzonderlijk laag niveau stond en een deel van de inves-
teringen eind 2010 ingang zijn gezet respectievelijk zijn geëffectueerd, is met het aangaan van deze lening
geanticipeerd op het totaal van de te realiseren/te verwachten investeringsplannen. De solvabiliteitsratio
blijft hierdoor nog steeds boven het gewenste niveau.
De effecten van de kredietcrisis hebben zich in 2010 gestabiliseerd respectievelijk de trage weg naar herstel
is weer gevonden. De verwachting voor 2011 is een beleggingsopbrengst die lager zal zijn dan in 2010. Hier-
bij dient tevens te worden aangetekend dat de grote onduidelijkheid en eventuele effecten van de huidige
kabinetsplannen omtrent de bekostiging van de universiteiten nog niet in de te verwachten beleggingsop-
brengsten konden worden doorberekend.
Helderheidsaspecten
• Deelnameeigenpersoneelaanopleidingen:
In totaal hebben in 2010 157 medewerkers ingeschreven gestaan voor het volgen van onderwijs aan de
eigen instelling. Betrokkenen hebben zelf hun collegegeldverplichting voldaan.
• AanwendenRijksbijdragevoorprivateactiviteiten:
De UvT heeft in 2010 geen Rijksbijdrage aangewend voor de uitvoering van private activiteiten.
• Uitbesteding(delenvan)Croho-geregistreerdeopleidingen:
De UvT besteedde in 2010 geen (delen van) geregistreerde opleidingen uit aan private organisaties en
andere instellingen.
• Maatwerktrajectenvoorbedrijvenoforganisaties:
De UvT organiseerde in 2010 één maatwerktraject voor KPMG Meijburg & Co, Baker & McKenzie,
Loyens & Loeff, Ministerie van Financiën / Belastingdienst, PriceWaterhouseCoopers en Ernst & Young
ten behoeve van 45 studenten.
115114
10.3 Waarderingsgrondslagen activa en passiva
Algemeen
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9
Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de
Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslag-
geving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.
Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen
de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is
vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het
kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.
Grondslagen voor de consolidatie
Verbonden partijen waarbij sprake is van een meerderheidsbelang dan wel van beslissende zeggenschap,
zijn geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening. Indien sprake is van een meerderheidsbelang van
minder dan 100% dan is separaat een aandeel derden opgenomen.
In de consolidatie zijn de volgende partijen betrokken:
• Universiteit van Tilburg (UvT)
• UvT Holding B.V.
o KUB Career Services B.V.
• TiasNimbas Business School B.V.
o TIAS Business School Eindhoven B.V.
o Nimbas Business School
• Stichting Instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek (IVA)
o Stichting Stimuleringsinstituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek
• Stichting Instituut voor ontwikkelingsvraagstukken (IVO)
• Universiteitsfonds Tilburg
Vanaf 2009 maakt het Universiteitsfonds Tilburg onderdeel uit van de consolidatiekring.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Immateriële vaste activa
Goodwill
De goodwill is gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met afschrijvingen. De goodwill wordt
lineair afgeschreven over een periode van 10 jaar en 20 jaar.
Materiële vaste activa
Gebouwen en terreinen
De terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde en worden niet afgeschreven. De gebouwen in-
clusief vaste installaties, alsmede de inrichting van terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde
verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en ver-
wachte bedrijfseconomische levensduur. De bouwrente als gevolg van investeringen wordt geactiveerd,
voorzover sprake is van financiering met vreemd vermogen.
Apparatuur en inventarisgoederen
Apparatuur en inventaris zijn geactiveerd voor zover de aanschafwaarde per activum groter is dan € 11.500.
Geactiveerde apparatuur en inventaris zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrij-
vingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomi-
sche levensduur.
Technische vervangingen
Technische vervangingen worden niet geactiveerd, maar in de exploitatie verantwoord.
Financiële vaste activa
Deelnemingen
Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.
Effecten
Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden de onder finan-
ciële vaste activa opgenomen effecten gewaardeerd tegen reële waarde. Waardevermeerderingen van deze
effecten worden rechtstreeks verwerkt in de herwaarderings¬reserve. Op het moment dat de desbetref-
fende effecten niet langer in de balans worden verwerkt, wordt de cumulatieve waardevermeerdering in het
eigen vermogen verwerkt in de winst- en verliesrekening. Indien van een individueel effect de reële waarde
onder de (geamortiseerde) kostprijs komt, wordt de waardevermindering verwerkt ten laste van de winst-
en-verliesrekening. Voor rentedragende financiële activa vindt verwerking van de rentebaten plaats tegen
de effectieve-rentemethode.
Voorraden
De voorraden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs.
Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectop-
brengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten. Zie hiervoor de grondslag in paragraaf 3.2). In-
dien van toepassing, worden de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen hierop in mindering
gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde
projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
Vorderingen
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Indien nodig wordt een voorziening voor onin-
baarheid getroffen.
117116
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is te-
vens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen.
De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur
is aangebracht.
Algemene reserve gebouwen
Deze reserve is ontstaan uit het saldo eigen vermogen in materiële vaste activa in het kader van de Integrale
Verantwoordelijkheid Huisvesting (IVH)-operatie per 1 januari 1995. De reserve muteert als gevolg van
desinvesteringen.
Algemene reserves
Dit zijn de vrij besteedbare middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar.
Bestemde reserves
Dit zijn de reeds bestemde middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar.
Herwaarderingsreserve
Indien herwaarderingen in de herwaarderingsreserve zijn verwerkt, worden de gerealiseerde herwaarderin-
gen ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.
Voorzieningen
Wachtgelden
De wachtgeldvoorziening is gebaseerd op de per balansdatum afgegeven beschikkingen in het kader van
wachtgeld en (bovenwettelijke) WW-uitkeringen. De voorziening is bepaald op 75% van de berekende maxi-
male verplichtingen. Uitzondering hierop vormen de beschikkingen van vóór 1991, die voor 100% zijn
voorzien. Betaalde uitkeringen worden aan de voorziening onttrokken.
Jubilea
Deze voorziening is gevormd in verband met de verplichtingen die samenhangen met toekomstige 25-ja-
rige en 40-jarige jubileumuitkering van het personeel.
Spaarverlof
De voorziening spaarverlof is gevormd in verband met verplichtingen die samenhangen met het meerjarig
sparen van verlofdagen.
WIA/WGA Eigen Risico
De UvT is sinds 1 juli 2004 eigenrisicodrager voor de WIA/WGA. De voorziening is gebaseerd op de ver-
plichtingen in verband met toegekende WIA/WGA-uitkeringen na (gedeeltelijk) ontslag wegens arbeidson-
geschiktheid.
10.4 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo
Algemeen
De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden
slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong
vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de
jaarrekening bekend zijn geworden.
Baten
Rijks- en overige bijdragen
Dit betreft de rijksbijdrage die volgens de modelmatige verdeling door de minister is toegewezen, alsmede
de toegekende doelsubsidies.
College- en examengelden
Dit betreft de ontvangen college- en examengelden voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden
toegerekend.
Opbrengst werk voor derden
Dit betreft opbrengsten uit contractonderwijs en contractonderzoek met betrekking tot afgesloten projec-
ten en opbrengsten van lopende projecten tot een bedrag van de gemaakte projectkosten. Eventuele posi-
tieve resultaten worden gerealiseerd bij afsluiting van het project.
Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale project opbrengsten overschrijden, dan
worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de exploitatie verwerkt.
Overige opbrengsten
Dit betreft de opbrengsten uit alle andere activiteiten voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden
toegerekend.
Rentebaten
De rentebaten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Lasten
Personele lasten
Hier zijn de lasten opgenomen in verband met de beloning voor verrichte arbeid, inclusief sociale lasten en
pensioenpremies, alsmede overige personeelskosten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar.
De Universiteit van Tilburg heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP die wordt
gekwalificeerd als een toegezegd-pensioenregeling. Onder een toegezegd-pensioenregeling wordt verstaan
een regeling waarbij aan de werknemers een pensioen wordt toegezegd, waar de hoogte afhankelijk is van
leeftijd, salaris en dienstjaren.
119118
De Universiteit van Tilburg heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het bedrijfspensioen¬fonds, op basis
van RJ 271.310, verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. De verschuldigde premie
over het lopende boekjaar wordt als last verantwoord in de winst- en-verliesrekening. Voor zover de ver-
schuldigde premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen.
Tezamen met andere rechtspersonen past Universiteit van Tilburg dezelfde bedrijfstakpensioen¬regeling
toe. Universiteit van Tilburg heeft in geval van een tekort bij het bedrijfstak¬pensioenfonds geen verplich-
ting tot het doen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies.
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
Immateriële vaste activa en materiële vaste activa worden met ingang van het jaar van ingebruikneming
afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afge-
schreven.
Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige
afschrijvingen aangepast.
Overige lasten
Dit zijn alle overige lasten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar.
Rentebaten en rentelasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet
van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de
verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
10.5 Jaarrekening
Geconsolideerde balans per 31-12-2010 (na resultaatbestemming)
Activa 31-12-2010 31-12-2009
Vaste activa
Immateriële vaste activa 5.597.610 5.974.977
Materiële vaste activa 120.068.335 110.696.466
Financiële vaste activa 18.874.526 16.748.964
Totaal vaste activa 144.540.471 133.420.407
Vlottende activa
Voorraden 44.832 180.742
Vorderingen 23.455.753 25.340.914
Liquide middelen 106.120.693 104.424.574
Totaal vlottende activa 129.621.278 129.946.230
Totaal activa 274.161.749 263.366.637
Passiva 31-12-2010 31-12-2009
Groepsvermogen
Eigen vermogen 136.387.434 142.461.404
Aandeel derden 817.315 791.651
137.204.749 143.253.055
Voorzieningen 6.429.034 6.636.371
Langlopende schulden 44.155.753 31.124.919
Kortlopende schulden 86.372.213 82.352.292
136.957.000 120.113.582
Totaal passiva 274.161.749 263.366.637
121120
Geconsolideerde exploitatierekening 2010
2010 Begroting
2010
2009
Baten
Rijksbijdragen OCW 99.972.713 98.792.000 101.530.822
Collegegelden 20.459.802 20.000.000 18.887.015
Baten werk i.o.v. derden 57.633.321 59.738.000 55.728.720
Overige baten 15.008.220 16.329.000 13.999.019
Totaal baten 193.074.056 194.859.000 190.145.576
Lasten
Personele lasten 150.463.213 150.743.000 143.161.172
Afschrijvingen 9.364.355 8.773.000 7.695.879
Huisvestingslasten 8.841.743 12.123.000 9.454.856
Overige lasten 32.088.883 31.301.000 30.047.980
Totaal lasten 200.758.194 202.940.000 190.359.887
Saldo baten en lasten -7.684.138 -8.081.000 -214.311
Financiële baten en lasten 1.747.859 689.000 4.162.083
Resultaat uit gewone bedrijfs-
voering vóór belastingen
-5.936.279 -7.392.000 3.947.772
Belasting resultaat uit ge-
wone bedrijfsvoering
112.730 - 97.339
Resultaat uit gewone be-
drijfsvoering na belastingen
-6.049.009 -7.392.000 3.850.433
Aandeel derden -25.664 - -50.567
Exploitatieresultaat -6.074.673 -7.392.000 3.799.866
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2010
2010 2009
Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo baten en lasten -7.684.138 -214.311
Belastingen -112.730 -97.339
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen 9.364.355 7.695.879
Mutaties voorzieningen -207.337 490.173
9.157.018 8.186.052
Veranderingen in vlottende middelen:
Voorraden 135.910 -28.227
Vorderingen 1.885.161 -5.817.401
Schulden 4.019.921 8.310.303
6.040.992 2.464.675
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 7.401.142 10.339.077
Ontvangen interest 3.216.493 5.565.042
Betaalde interest -1.468.634 -1.402.959
Buitengewoon resultaat
1.747.859 4.162.083
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 9.149.001 14.501.160
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiele vaste activa -18.374.064 -13.039.048
Desinvesteringen in materiele vaste activa 15.207 -
Investeringen in deelnemingen - -
Mutaties leningen 8.000 7.000
Overige investeringen in financiële vaste activa -2.133.562 -7.133.676
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -20.484.419 -20.165.724
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen 15.000.000 -
Aflossing langlopende schulden -1.969.166 -1.369.167
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 13.030.834 -1.369.167
Kasstroom uit overige balansmutaties 702 395.472
Mutatie liquide middelen 1.696.118 -6.638.259
123122
Toelichting op de onderscheiden posten van de balansActiva 2009Immateriële vaste activaOmschrijving Aanschaf
prijs t/m 2009
Afschrijvingen
t/m 2009
Boekwaarde
31-12-2009Goodwill 7.322.421 1.347.444 5.974.977Totaal 7.322.421 1.347.444 5.974.977Materiële vaste activaOmschrijving Aanschaf
prijs t/m 2009
Afschrijvingen
t/m 2009
Boekwaarde
31-12-2009Gebouwen en terreinenGebouwen 146.228.546 65.627.405 80.601.141 Terreinen (incl. inrichting) 10.557.858 1.533.285 9.024.573 Terrein TFT 882.408 - 882.408 Gebouwen in uitvoering 8.677.118 - 8.677.118
166.345.930 67.160.690 99.185.240 Inventaris en apparatuur 33.262.932 21.751.706 11.511.226
33.262.932 21.751.706 11.511.226 Totaal materiële vaste activa 199.608.862 88.912.396 110.696.466
Activa 2010
Immateriële vaste activaOmschrijving Investeringen
2010
Desinvesterin-
gen 2010 AW
Desinvesterin-
gen 2010 AFS
Afschrijvingen
2010
Aanschaf
prijs t/m 2010
Afschrijvingen
t/m 2010
Boekwaarde
31-12-2010
Goodwill - - - 377.367 7.322.421 1.724.811 5.597.610Totaal - - - 377.367 7.322.421 1.724.811 5.597.610Materiële vaste
activaOmschrijving Investeringen
2010
Desinvesterin-
gen 2010 AW
Desinvesterin-
gen 2010 AFS
Afschrijvingen
2010
Aanschaf
prijs t/m 2010
Afschrijvingen
t/m 2010
Boekwaarde
31-12-2010
Gebouwen en
terreinenGebouwen 10.152.198 113.445 113.445 4.913.726 156.267.299 70.427.686 85.839.613
Terreinen (incl.
inrichting)
3.018.330 - - 179.057 13.576.188 1.712.342 11.863.846
Terrein TFT - - - - 882.408 - 882.408 Gebouwen in
uitvoering
460.919 - - - 9.138.037 - 9.138.037
13.631.447 113.445 113.445 5.092.783 179.863.932 72.140.028 107.723.904 Inventaris en
apparatuur
4.742.617 2.517.595 2.502.388 3.894.205 35.487.954 23.143.523 12.344.431
4.742.617 2.517.595 2.502.388 3.894.205 35.487.954 23.143.523 12.344.431 Totaal materiële vaste activa 18.374.064 2.631.040 2.615.833 8.986.988 215.351.886 95.283.551 120.068.335
De afschrijvingen worden vanaf het jaar van ingebruikname van het actief berekend over de aanschafwaar-
de en zijn gebaseerd op de
volgende percentages:
goodwill 5% - 10%
terreinen 0%
inrichting van terreinen 3,3%
gebouwen 3,3%
apparatuur en inventaris 10% - 25 %
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans
Financiële vaste activa
Overige leningen u/g
Naam Plaats Boekwaarde Verstrekkingen Aflossingen Boekwaarde
31-12-2009 2010 2010 31-12-2010
d’Artagnan Tilburg 27.000 - 8.000 19.000
Subtotaal leningen 27.000 - 8.000 19.000
De renteloze lening aan d’Artagnan heeft een oorspronkelijke looptijd van 5 jaar.
De resterende looptijd is 3 jaar.
Effecten
Boekwaarde Investeringen Desinvestering Boekwaarde
Omschrijving 31-12-2009 in 2010 in 2010 31-12-2010
Obligaties 15.678.182 5.568.993 2.391.649 18.855.526
Aandelen 1.043.782 - 1.043.782 -
Totaal effecten 16.721.964 5.568.993 3.435.431 18.855.526
De actuele waarde van de effecten per 31-12-2010 is € 18.855.526
Totaal financiële vaste activa 16.748.964 18.874.526
125124
Vlottende activa
31-12-2010 31-12-2009
Voorraden
Gebruiksgoederen 44.832 180.742
Totaal voorraden 44.832 180.742
Vorderingen
Debiteuren 12.830.064 14.314.201
Overige vorderingen:
Kaskortingen OCW 204.000 292.000
Overige 503.720 707.277
Totaal overige vorderingen 707.720 999.277
Overlopende activa:
Vooruitbetaalde kosten 3.020.541 2.409.646
Nog te factureren kosten contractonderzoek 4.333.052 4.868.963
Verstrekte voorschotten 108.437 288.258
Overige 2.482.939 2.653.439
Totaal overlopende activa 9.944.969 10.220.306
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -27.000 -192.870
Totaal vorderingen 23.455.753 25.340.914
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:
31-12-2010 31-12-2009
Stand per 1 januari -192.870 -
Ontrekking 192.870 -
Dotatie -27.000 -192.870
Stand per 31 december -27.000 -192.870
Liquide middelen
Banken 16.538.632 16.035.547
Kasmiddelen 10.307 15.982
Deposito’s 89.571.754 88.373.045
Totaal liquide middelen 106.120.693 104.424.574
Deposito’s zijn voor € 64.500.000 niet direct opeisbaar.
Geen van de deposito’s heeft een looptijd langer dan 12 maanden
Totaal vlottende activa 129.621.278 129.946.230
Passiva
Groepsvermogen
Saldo Bestemming Overige Saldo
Omschrijving 31-12-2009 resultaat 2010 Mutaties 31-12-2010
Algemene reserve publiek
Algemene reserve 89.781.151 -5.514.371 -886.541 83.380.239
Algemene reserve privaat
Algemene reserve 11.067.375 432.663 - 11.500.038
Bestemmingsreserve publiek
Reserve huisvestingsbeleid 14.493.931 - - 14.493.931
Bestemde reserves 24.617.556 -53.230 886.541 25.450.867
Bestemmingsreserve privaat
Eigen vermogen geconsolideerde
verbonden partijen 2.105.919 -939.734 - 1.166.185
Herwaarderingsreserve ef-
fecten
395.472 - 702 396.174
Totaal eigen vermogen 142.461.404 -6.074.672 702 136.387.434
Aandeel derden
Saldo Bestemming Overige Saldo
Omschrijving 31-12-2009 resultaat 2010 Mutaties 31-12-2010
Aandeel derden 791.651 25.664 - 817.315
Totaal 791.651 25.664 - 817.315
127126
Voorzieningen
Omschrijving Saldo
31-12-2009
Dotaties
2010
Onttrekkingen
2010
Vrijval
2010
Saldo
31-12-2010
Wachtgelden 686.345 1.164.947 830.783 - 1.020.509
Spaarverlof 3.380.891 64.425 227.665 - 3.217.651
WIA/WGA eigen risico 895.939 - 109.341 - 786.598
Jubilea 1.023.196 293.812 133.433 - 1.183.575
Voorziening belastingen 650.000 - 485.818 164.182 -
Reorganisatie voorziening - 220.701 - - 220.701
Totaal voorzieningen 6.636.371 1.743.885 1.787.040 164.182 6.429.034
Bestedingen van het saldo
per 31-12-2010
< 1 jaar > 1 jaar Totaal
Wachtgelden 586.417 434.092 1.020.509
Spaarverlof 321.765 2.895.886 3.217.651
WIA/WGA eigen risico 102.492 684.106 786.598
Jubilea 148.930 1.034.645 1.183.575
Reorganisatie voorziening 220.701 - 220.701
Totaal voorzieningen 1.380.305 5.048.729 6.429.034
Langlopende schulden
Naam Plaats Saldo
31-12-
2009
Verstrek-
king
2010
Aflossin-
gen
2010
Saldo
31-12-2010
Afloss-
ings- ver-
plichting
2011
Balans
31-12-2010
BNG 32 jaar
(renteperc. 4,4%)
Den Haag 24.106.586 - 945.357 23.161.229 945.356 22.215.873
BNG 30 jaar
(renteperc. 4,0%)
Den Haag 6.562.500 - 250.000 6.312.500 250.000 6.062.500
BNG 25 jaar
(renteperc. 4,0%)
Den Haag - 15.000.000 - 15.000.000 600.000 14.400.000
BNG 17 jaar
(renteperc. 3,5%)
Den Haag 1.824.999 - 173.810 1.651.190 173.810 1.477.380
Totaal langlopende schulden 32.494.085 15.000.000 1.369.167 46.124.919 1.969.166 44.155.753
Van deze langlopende schulden heeft € 36.279.089 een looptijd langer dan 5 jaar.
Kortlopende schulden 31-12-2010 31-12-2009
Vooruitontvangen termijnen OHW 17.162.943 12.855.944
Crediteuren 7.679.322 9.991.421
Loonheffing 5.608.906 5.042.815
Omzetbelasting 879.260 791.394
Premies sociale verzekeringen 1.013.814 906.546
Schulden terzake pensioenen 1.694.984 1.643.062
Overige kortlopende schulden
Aflossingsverplichting langlopende
schulden
1.969.166 1.369.166
Penvoerderfondsen 1.513.423 1.867.969
Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT1 352.752 352.752
Flankerend Sociaal Beleid
Theologieopleidingen UvT2
551.095 551.095
Winstaanspraken derden 548.738 678.720
Overige
Totaal overige kortlopende schulden
531.285 583.218
5.466.459 5.402.920
Overlopende passiva
129128
Vooruitontvangen collegegelden 8.967.964 9.702.060
Vooruitontvangen collegegeld
contractonderwijs
14.957.204 16.146.033
Vakantiegeld 4.107.868 3.792.860
Vakantiedagen 3.203.351 3.049.728
Overige 15.630.138 13.027.509
Totaal overlopende passiva 46.866.525 45.718.190
Totaal kortlopende schulden 86.372.213 82.352.292
1 De kortlopende schuld Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT (€ 352.752) was voorheen sinds 1991
opgenomen als rijkssubsidie KIWTO’s bij de geïncorporeerde Stichting TFT.2 De kortlopende schuld Flankerend Sociaal Beleid theologieopleidingen UvT (€ 551.095) is afkomstig
van de geïncorporeerde Stichting TFT en zal nu de reorganisatie van de katholieke theologieopleidin-
gen van de STFT en de FKTU is afgerond conform de doelstelling worden aangewend voor de daaruit
voortvloeiende reorganisatiekosten.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Leaseverplichtingen
De Universiteit van Tilburg heeft een operationeel autoleasecontract gesloten met een maximale looptijd
van 5 jaar.
De jaarkosten bedragen € 216.875, waarvan € 149.061 bij TiasNimbas Business School B.V..
Kredietfaciliteit
IVA heeft een kredietfaciliteit bij ABN AMRO van maximaal € 250.000. De rente fluctueert met de markt-
rente.
Als zekerheid is pand recht verschaft op de effectenportefeuille van Stichting Stimuleringsinstituut.
Ultimo boekjaar wordt geen gebruik gemaakt van de kredietfaciliteit.
Investeringsverplichting
De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor investeringen met een
verplichting in 2010 van 1.388.373.
Ondershoudscontracten
De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor onderhoudscontracten
met een jaarlijkse verplichting van € 3.326.880.
ICT
Met betrekking tot de ICT is een onderhoudscontract afgesloten met een jaarlijkse verplichting van
€ 249.000.
Huurcontracten
De TiasNimbas Business School B.V. heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor huurcontrac-
ten met een jaarlijkse verplichting van € 323.510.
Niet uit de balans blijkende rechtenIVA
Ultimo boekjaar bedragen de niet gewaardeerde vorderingen uit hoofde van voorwaartse verliesverrekening
€ 63.649 op basis van 20% vennootschapsbelasting (2009: € 0)
131130
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde exploitatierekening
Baten 2010 2009
Rijksbijdragen OCW
Normatieve Rijksbijdrage UvT (WO) 105.817.000 107.906.000
Inkomensoverdrachten -5.844.287 -6.375.178
Totaal rijksbijdragen 99.972.713 101.530.822
Collegegelden
College- en examengelden 20.459.802 18.887.015
Totaal collegegelden 20.459.802 18.887.015
Baten werk i.o.v. derden
Contractonderwijs 28.514.607 25.874.779
Contractonderzoek
Internationale organisaties 4.625.648 5.708.977
Nationale overheden 5.182.870 5.709.369
NWO 12.549.064 11.643.879
KNAW 58.984 43.572
Overige non-profit organisaties 3.070.860 2.015.860
Bedrijfsleven 2.109.825 1.807.801
Totaal 27.597.251 26.929.458
Overige 1.521.463 2.924.483
Totaal baten werk i.o.v. derden 57.633.321 55.728.720
Overige baten
Verhuur onroerende zaken 295.944 437.509
Detachering personeel 561.620 1.261.582
Totaal overige 14.150.656 12.299.928
Totaal overige baten 15.008.220 13.999.019
Lasten 2010 2009
Personele lasten
Brutolonen en salarissen 102.749.281 96.731.236
Sociale lasten 10.048.055 9.017.363
Pensioenpremies 13.804.733 13.214.136
Overige personele lasten
Uitzendkrachten 17.631.444 17.277.483
Dotatie personele voorzieningen 1.743.885 1.296.327
Overige 5.422.361 6.179.851
Totaal overige personele lasten 24.797.690 24.753.661
Uitkeringen (-/-) -936.546 -555.224
Totaal personele lasten 150.463.213 143.161.172
Afschrijvingen
Immateriële vaste activa 377.367 377.367
Materiële vaste activa 8.986.988 7.318.512
Totaal afschrijvingen 9.364.355 7.695.879
Huisvestingslasten
Huur 924.083 1.087.144
Verzekeringen 203.650 209.751
Onderhoud 1.069.804 1.159.296
Energie en water 1.871.982 2.257.642
Schoonmaakkosten 1.664.914 1.602.392
Heffingen 526.508 467.563
Overige 2.580.802 2.671.068
Totale huisvestingslasten 8.841.743 9.454.856
Overige lasten
Accountantskosten 128.988 123.822
Administratie- en beheerlasten 364.965 518.915
Inventaris en apparatuur 1.501.753 1.631.326
Overige 30.093.177 27.773.917
Totaal overige lasten 32.088.883 30.047.980
133132
Accountantskosten 2010 2009
Honorarium onderzoek jaarekening 94.500 75.000
Honorarium andere controle
werkzaamheden
34.488 48.822
Honorarium fiscale advisering - -
Totaal 128.988 123.822
Financiële baten en lasten 2010 2009
Rentebaten 2.110.345 4.219.215
Waardeveranderingen financiële activa 385.135 811.436
Overige opbrengsten financiele activa 721.013 534.391
Rentelasten -1.468.634 -1.402.959
Saldo Financiële baten en lasten 1.747.859 4.162.083
Overzicht verbonden partijen
Meerderheidsdeelneming (BV of NV)Naam Juridische
vorm
Statutaire
zetel
Code
activiteiten
Vermogen
per 31-12 2010
Exploitatie
saldo in 2010
Omzet in
2010
Verklaring
art. 2:403
BW
TiasNimbas
Business School
BV Tilburg 1 4.086.576 128.319 26.357.473 N
UvT Holding BV Tilburg 4 372.318 31.499 3.223.081 N
Totaal 4.458.894 159.818 29.580.554
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging)Juridische Statutaire Code Vermogen Exploitatie Omzet in Verklaring
Naam vorm zetel activiteiten per 31-12-2010 saldo in 2010 2010 art. 2:403
BW
IVA stichting Tilburg 2 1.603.967 -470.514 4.219.142 N
IVO stichting Tilburg 4 -482.649 -503.236 87.143 N
Universiteits-
fonds Tilburg
stichting Tilburg 4 44.867 34.016 34.016 N
Totaal 1.166.185 -939.734 4.340.301
Overige verbonden partijen (minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap)
Naam Juridische
vorm
Statutaire
zetel
Code
activiteiten
Stimuleringsfonds voor sociaal weten-
schappelijk onderzoek
stichting Tilburg 4
Stichting Steun Sportcentrum KUB stichting Tilburg 4
Stichting Letteren stichting Tilburg 4
Stichting Bijzondere Leerstoelen stichting Amsterdam 4
135134
Overzicht bezoldigingen CvB / RvT
2010 2009
College van Bestuur
Mr. H.M.C.M. van Oorschot 216.973 217.016
Prof. Dr. Ph. Eijlander 215.236 212.468
432.209 429.484
Raad van Toezicht
2010 2009
Prof. drs. R.F.M. Lubbers 11.000 11.000
Mevr. Dr. A. Esmeijer 5.500 5.500
Drs. H. Borstlap 7.150 7.150
Mevr. Drs. R.I. Doerga RA 5.500 1.375
Ir. B.W.M. Koeckhoven 5.500 5.500
Drs. M.A.M. Leers 8.250 6.188
Mevr. Mr. M.E.C. Pernot - 6.188
Ing. J.P.C.M. van Zijl 5.500 5.500
48.400 48.401
Totaal 480.609 477.885
137136
Enkelvoudige balans per 31-12-2010 (na resultaatbestemming)
Activa
31-12-2010 31-12-2009
Vaste activa
Materiële vaste activa
Gebouwen 85.839.613 80.601.141
Terreinen 12.746.254 9.906.981
Gebouwen in uitvoering en vooruitbetalingen 9.138.037 8.677.118
107.723.904 99.185.240
Inventaris en apparatuur 11.866.523 10.845.011
119.590.427 110.030.251
Financiële vaste activa
Deelnemingen 3.641.578 3.507.424
Overige leningen u/g 19.000 27.000
Effecten 17.888.146 15.798.764
21.548.724 19.333.188
Totaal vaste activa 141.139.151 129.363.439
Vlottende activa
Voorraden
Gebruiksgoederen 44.832 180.742
Vorderingen
Debiteuren 6.152.348 8.420.050
Verbonden partijen 364.812 298.743
Kasstortingen OCW 204.000 292.000
Overige vorderingen 34.304 259.508
Nog te factureren kosten contractonderzoek 3.448.200 3.748.117
Overlopende activa 4.177.318 4.233.836
14.380.982 17.252.254
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -27.000 -192.870
Liquide middelen 90.417.374 89.019.829
Totaal vlottende activa 104.816.188 106.259.955
Totaal activa 245.955.339 235.623.394
Passiva
31-12-2010 31-12-2009
Eigen vermogen
Algemene reserve publiek 83.380.239 89.781.151
Algemene reserve privaat 7.858.459 7.559.951
Bestemmingsreserves publiek 39.944.798 39.111.487
Bestemmingsreserves privaat 3.641.578 3.507.424
Herwaarderingsreserve 396.174 395.472
135.221.248 140.355.485
Voorzieningen
Wachtgeld 1.020.509 686.345
Overige 5.145.782 5.911.825
6.166.291 6.598.170
Langlopende schulden
Overige langlopende schulden 44.155.753 31.124.919
Kortlopende schulden
Vooruitontvangen termijnen contractonderzoek 14.895.679 11.285.603
Crediteuren 5.855.920 9.050.475
Loonheffing 4.780.478 4.360.293
Omzetbelasting 641.504 439.266
Premies sociale verzekeringen 1.013.814 906.546
Schulden terzake pensioenen 1.663.703 1.623.065
Aflosverplichting langlopende schulden 1.969.166 1.369.166
Overige kortlopende schulden 2.912.906 3.358.838
Overlopende passiva 26.678.877 25.151.568
60.412.047 57.544.820
Totaal passiva 245.955.339 235.623.394
139138
Enkelvoudige exploitatierekening 2010
2010 Begroting
2010
2009
Baten
Rijksbijdragen OCW 99.972.713 104.592.000 101.395.821
Collegegelden 20.459.802 20.000.000 18.887.015
Baten werk i.o.v.
derden
29.062.501 29.494.000 28.102.016
Overige baten 16.505.480 14.222.000 15.712.675
Totaal baten 166.000.496 168.308.000 164.097.527
Lasten
Personele lasten 133.711.432 133.683.000 128.120.217
Afschrijvingen 8.737.316 6.971.186
Huisvestingslasten 7.819.839 8.115.485
Overige instel-
lingslasten 22.447.761 42.768.000 21.720.286
Totaal lasten 172.716.348 176.451.000 164.927.174
Saldo baten en lasten -6.715.852 -8.143.000 -829.647
Financiële baten en lasten 1.446.759 339.000 3.772.128
Resultaat -5.269.093 -7.804.000 2.942.481
Resultaat Deelnemingen 134.154 165.000 313.573
Exploitatieresultaat -5.134.939 -7.639.000 3.256.054
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
Financiële vaste activa
Deelnemingen
Boekwaarde Investeringen Desinvestering Resultaat Boekwaarde
Naam Plaats 01-01-2010 2010 2010 2010 31-12-2010
UvT Holding B.V. Tilburg 340.819 31.499 372.318
TiasNimbas Busi-
ness School B.V.
Tilburg 3.166.605 102.655 3.269.260
Totaal deelnemingen 3.507.424 - - 134.154 3.641.578
UvT Holding B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap, met een
maatschappelijk kapitaal van € 226.890 waarvan € 113.445 geplaatst en € 90.756 gestort is. UvT Holding
B.V. neemt voor 100 % deel in KUB Career Services B.V..
TiasNimbas Business School B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootsc-
hap met een maatschappelijk kapitaal van € 12.500.000, waarvan geplaatst en gestort € 2.500.000.
TiasNimbas Business School B.V. neemt voor 100 % deel in VRZ Tilburg B.V., TIAS Business School
Eindhoven B.V. en Universiteit Nimbas B.V..
UvT heeft een 80% deelneming in TiasNimbas Business School B.V..
Eigen vermogen
Saldo Bestemming Overige Saldo
Omschrijving 31-12-2009 resultaat 2010 Mutaties 31-12-2010
Algemene reserve publiek
Algemene reserve centraal 17.733.025 -226.458 - 17.506.567
Algemene reserve gebouwen 24.900.596 - - 24.900.596
Algemene reserves decentraal 47.147.530 -5.287.913 -886.541 40.973.076
Algemene reserve privaat
Algemene reserves decentraal 7.559.951 298.508 - 7.858.459
Bestemmingsreserve publiek
Bestemde reserves 28.142.311 -53.230 886.541 28.975.622
Bestemde reserve
huisvestingsbeleid
10.969.176 - - 10.969.176
Bestemmingsreserve privaat
141140
Reserve deelnemingen 3.507.424 134.154 - 3.641.578
Herwaarderingsreserve
effecten
395.472 - 702 396.174
Totaal 140.355.485 -5.134.939 702 135.221.248
Aansluiting tussen de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening
Vermogen
Omschrijving 31-12-2010 31-12-2009
Eigen vermogen UvT 135.221.248 140.355.485
Eigen vermogen IVA 1.603.967 2.074.481
Eigen vermogen IVO -482.649 20.587
Eigen vermogen Universiteitsfonds Tilburg 44.867 10.851
Geconsolideerd eigen vermogen 136.387.433 142.461.404
Exploitatiesaldo
Omschrijving 2010 2009
Exploitatiesaldo UvT -5.134.939 3.256.054
Exploitatiesaldo IVA -470.514 539.471
Exploitatiesaldo IVO -503.236 -6.510
Exploitatiesaldo Universiteitsfonds Tilburg 34.016 10.851
Geconsolideerd exploitatiesaldo -6.074.673 3.799.866
Geoormerkte Doelsubsidies OCW
Omschrijving Jaar Kenmerk Bedrag van
toewijzing
Saldo
2009
Ontvangen
in 2010Lasten
2010
Investeringen
2010Saldo
2010
Subsidieregeling 2009 705AO-2184 949.050 - 202.000 138.485 - 63.515
Sirius Programma
Krachtig
meesterschap
2009 804AO-27006 250.000 150.000 50.000 200.373 - -373
1.199.050 150.000 252.000 338.858 - 63.142
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen
Op grond van artikel 6 van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens
(WOPT, Stb. 2006, 95) is de universiteit verplicht jaarlijks het belastbare loon te publiceren van functionaris-
sen van wie dit bedrag uitgaat boven het zgn. normsalaris (gemiddeld belastbare jaarloon van de ministers).
Voor het verslagjaar 2010 is het gemiddelde belastbare jaarloon vastgesteld op € 193.000 (indicatie norm
2010).
Voor de universiteit heeft de publicatieplicht betrekking op de navolgende functionarissen:
Nr.
Func
tie
Bel
astb
aar
loon
20
10
“Pen
sioe
n- a
fdra
chte
n en
ove
rige
voo
rzie
-
ning
en b
etaa
lbaa
r op
term
ijn 2
010
”
Tota
al 2
010
Duu
r di
enst
-ver
band
in m
aand
en 2
010
Con
trac
tuel
e ur
en p
er w
eek
Bel
astb
aar
loon
20
09
“Pen
sioe
n-af
drac
hten
en
over
ige
voor
zie-
ning
en b
etaa
lbaa
r op
term
ijn 2
00
9”
Tota
al 2
00
9
Duu
r di
enst
-ver
band
in m
aand
en 2
00
9
1. voorzitter
CvB
148.376 54.367 202.743 12 38,0 142.106 59.755 201.861 12
2. lid CvB
(rector)
163.460 38.606 202.066 12 38,0 160.976 38.988 199.964 12
3. hoogleraar/
decaan
137.283 30.346 167.629 11 29,1 173.199 42.494 215.693 12
4. hoogleraar/
decaan
174.301 85.158 259.459 12 34,2 173.083 45.588 218.671 12
5. hoogleraar/
decaan
149.123 50.188 199.311 12 38,0 109.430 41.096 150.526 12
6. hoogleraar 161.012 117.566 278.578 12 38,0 183.204 96.987 280.191 12
7. hoogleraar 176.327 44.910 221.237 12 38,0 170.782 48.918 219.700 12
8. hoogleraar 161.047 36.432 197.479 12 38,0 139.429 38.836 178.265 12
9. hoogleraar 145.891 38.093 183.984 12 34,2 144.205 38.464 182.669 12
10. hoogleraar 157.152 40.671 197.823 12 38,0 157.509 33.946 191.455 12
11. hoogleraar 146.557 65.238 211.795 12 38,0 135.357 53.842 189.199 12
12 hoogleraar 156.326 40.944 197.270 12 38,0 136.349 39.371 175.720 12
13 hoogleraar 141.781 52.369 194.150 12 38,0 122.535 39.644 162.179 12
143142
Toelichting:
Ad 1 en 2: Dit betreft de leden van het College van Bestuur met een salaris van resp. 137,5% en 135% van
het maximum van salarisschaal 18 volgens de CAO Nederlandse Universiteiten.
Ad 3 en 4: Dit betreft twee decanen met een bijzondere bestuurstoelage.
Ad 5 t/m 13: Dit betreft hoogleraren die een persoonlijke toelage ontvangen vanwege hun bijzondere
verantwoordelijkheid voor het wetenschappelijk onderzoek.
Resultaatbestemming
Het exploitatieresultaat 2010 bedraagt -/- € 6.074.673 en zal als volgt worden bestemd:
- -/- € 5.081.708 wordt onttrokken aan algemene reserves op centraal en decentraal niveau;
- -/- € 53.230 wordt toegevoegd aan diverse bestemde reserves;
- het resultaat van de verbonden partijen ad. -/- € 939.734 wordt onttrokken aan het eigen vermogen van
deze partijen.
Deze resultaatbestemming is in de jaarrekening verwerkt.
10.6 Letter of representation
Datum
6 juni 2011
Onderwerp
Bevestiging bij de
jaarrekening 2010
Ons kenmerk
202.3695
Telefoon
013 466 2786
Telefax
013 466 28 20
e.m.p.hendriks
@tilburguniversity.edu
Postbus 90153 • 5000 LE Tilburg • Bezoekadres > Warandelaan 2 • Tilburg • Telefoon 013 466 91 11
Bankrekening 45 50 46 042 • Girorekening 10 77 496 • www.uvt.nl
C O L L E G E V A N B E S T U U R
PriceWaterhouseCoopers
Drs. E.M.A. van Heugten
p/a M. van Aar
Postbus 1042
4081 BA BREDA
Onderwerp: Bevestiging bij de jaarrekening 2010
Geachte heer van Heugten,
Hierbij verklaart het College van Bestuur van de Universiteit van
Tilburg het volgende:
1. De jaarrekening wordt onder verantwoordelijkheid van het
College van Bestuur uitgebracht.
2. Het College van Bestuur doet zijn best fraude en andere
niet geoorloofde handelingen binnen onze organisatie te
voorkomen. Indien wij van dat soort feiten vermoedens
hebben, delen wij die met de bevoegde instanties,
waaronder onze externe accountant, en vermelden dat in de
jaarrekening, voor zover daarvoor van materieel belang.
3. De jaarrekening bevat volgens ons geen materiële fouten.
4. Wij hebben u in het bezit gesteld van alle stukken die
volgens ons voor het verrichten van uw werkzaamheden
van belang zijn inclusief identificatie van en transacties met
verbonden partijen. Indien u aanwijzingen hebt dat dit niet
het geval is, nemen wij aan dat u hierop in uw
managementletter terug komt.
5. Er zijn, naar ons beste weten, geen claims of geschillen, die
in het kader van de jaarrekening gemeld zouden moeten
worden.
6. Wij houden ons aan wet en regelgeving.
7. Wij hebben de jaarrekening opgemaakt in overeenstemming
met de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO).
8. Wij hebben geen redenen om aan de continuïteit van de
activiteiten van de instelling te twijfelen.
9. Wij kennen geen gebeurtenissen tussen balansdatum en de
datum van deze brief die aanleiding zouden kunnen geven
tot een aanpassing van de jaarrekening of de toelichting.
145144
Ons kenmerk
202.3695
pagina 2 van 2
Wij vertrouwen erop, dat u op deze punten adequate controle uitvoert
en dat u, indien u bij uw controle bij één van deze punten stuit op
(vermoedens van) onjuistheden of nadere aanwijzingen/suggesties
heeft voor onze administratieve organisatie, u ons daarover informeert.
Met vriendelijke groet,
Mr. H.M.C.M. van Oorschot Drs. H.A.R.R. Dekkers
Voorzitter Algemeen Directeur / Secretaris
10.7 Accountantsverklaring
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Flight Forum 840, 5657 DV Eindhoven, Postbus 6365,
5600 HJ Eindhoven
T: 088 792 00 40, F: 088 792 94 18, www.pwc.nl
30111590/EvH/e0212389/ovt
‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u
meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: Het College van Bestuur van de Universiteit van Tilburg
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2010 van de Universiteit van Tilburg te Tilburg gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de in Nederland geldende Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.9, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
147146
Universiteit van Tilburg, 30111590/EvH/e0212389/ovt
Pagina 2 van 2
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de Universiteit van Tilburg per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010, in alle van materieel belang zijnde aspecten, voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen. Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Eindhoven, 26 mei 2011
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door: drs. E.M.A van Heugten RA
AIO Assistent in opleiding
AVC Audio Visueel Centrum
BaMa Bachelor Master
BSA Bindend Studie Advies
BU Bureau van de Universiteit
CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst
CBE College van Beroep voor de Examens
CentER Center for Economic Research
CIR Center for Innovation Research
CKT Center for Knowledge Transfer (voormalig CvK)
CML Loopbaanontwikkeling
CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases
CvB College van Bestuur
CvK Centrum voor Kennistransfer
CWL Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing
DEA Dienst Economische en Administratieve Zaken
DFB Dienst Facilitair Bedrijf
DSZ Dienst Studentenzaken
EBCT European Banking Center Tilburg
ECTS European Credit Transfer System
ENTER European Network for Training in Economic Research
FBI Fonds Beleidsinitiatieven
FEB Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen
FGW Faculteit Geesteswetenschappen
FKT Faculteit Katholieke Theologie
FKTU Faculteit Katholieke Theologie Utecht
FRW Faculteit Rechtswetenschappen
FS Facility Services (voormalig DFB)
FSW Faculteit Sociale Wetenschappen
fte fulltime-equivalent
G&M gedrag en Maatschappij
GS General Services (voormalig BU)
HBO Hoger Beroeps Onderwijs
HOOP Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan
HRM Human Resource Management
IB Instellingsbeleid
ICT Informatie en Communicatie Technologie
Intervict International Victimology Institute Tilburg
ISI Institute of Scientific Information
IVA Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies
IVO Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken
Bijlage 1 Lijst van afkortingen
149148
KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen
LIS Library and IT Services
MBA Master of Business Administration
MKB Midden- en Kleinbedrijf
Netspar Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement
NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie
NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
OBP Ondersteunend en beheerspersoneel
OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
QANU Quality Assurance Netherlands Universities
ReflecT Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion
RV Restauratieve Voorzieningen
SBL Stichting Bijzondere Leerstoelen
SEP Standard Evaluation Protocol
SIS Studenten Informatie Systeem
SKO Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs
StS Student Services (voormalig DSZ)
T&C Taal en Cultuur
TiasNimbas TiasNimbas Business School
Tiber Tilburg Institute for Behavioral Economics Research
Tilec Tilburg Law and Economics Center
TiLPS Center for Logic and Philosophy of Science
TILT Tilburg Institute for Law, Technology and Society
TiSEM Tilburg School of Economics and Management (voormalig FEB)
TLS Tilburg Law School (voormalig FRW)
TMP Taken Middelen Plan
TSH Tilburg School of Humanities (voormalig FGW)
TiSSBeS Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (voormalig FSW)
TST Tilburg School of Theology (voormalig FKT)
UHD Universitair Hoofddocent
UvT Universiteit van Tilburg
VSNU Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten
VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
WHW Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WO Wetenschappelijk Onderwijs
Wopi Wetenschappelijk Onderwijs Personeels Informatie
WP Wetenschappelijk Personeel
Stichtingsbestuur
Prof. drs. R.F.M. Lubbers
• Minister van Staat
• Lid Earth Charter Commission
• Voorzitter Raad van Toezicht ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland)
• Voorzitter Curatorium VNO-NCW
• Lid directie Breesaap BV
• Voorzitter Council Rotterdam Climate Initiative
• Voorzitter Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF
• Voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University
Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur interne auditdienst APG Groep NV)
• Lid Raad van Commissarissen Rabo Amsterdam
• Lid Board IFAC (International Federation of Accountants)
• Lid Monitoring Commissie Talent naar de Top
• Voorzitter Intac (NBA)
• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds)
• Vice-voorzitter Raad van Toezicht van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
• Lid bestuur Rathenau Instituut
• Lid bestuur Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland
• Lid bestuur Stichting Collecteplan
• Lid bestuur Goede Doelen Platform
• Waarnemer Advisory Council van de European Cultural Foundation
• Jurylid Academische Jaarprijs
• Lid Raad van Advies stichting Democratie en Media
• Secretaris bestuur van The Hague Club (Europees netwerk van vermogensfondsen)
• Lid Comité van Aanbeveling van de stichting Wetenschapsoriëntatie Nederland (won)
• Directeur Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen
• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
Bijlage 2 Nevenfuncties Stichtingsbestuur en College van Bestuur
151150
Drs. M.A.M. Leers (Voormalig voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen)
• Voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Tilburg e.o.
• Lid bestuur Stichting Nederlandse Lourdesbedevaart voor Zieken
• Lid European Healthcare Innovation Leadership Network
• Voorzitter programmacommissie Thema 2 (Positie van de cliënt en patiënt) van het Nationaal
Actieprogramma Diabetes (NAD)
• Lid Raad van Toezicht St. Maartenskliniek Nijmegen
• Lid Raad van Toezicht Thebe Zorg Tilburg
• Lid Raad van Advies Meduon Holding
• Lid Toetsingscommissie RvvZ Zeist
• Voorzitter stichting Perspekt Keurmerk in de Zorg Utrecht
• Voorzitter Kenniscentrum Zorg en Ervaringsdeskundigheid Tilburg
• Lid Raad van Advies Nederlandse Zorgautoriteit
• Vice-voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University
Ir. B.W.M. Koeckhoven (Manager Achmea/Directeur NV Hagelunie)
• Voorzitter Raad van Toezicht Helicon Opleidingen
• Voorzitter Raad van Commissarissen Recreatie Noord-Holland NV
• Lid Raad van Commissarissen LTO-Groeiservice BV
• Lid Adviesraad Social Sciences Group Wageningen UR
• Bestuurslid Stichting MARA
• Voorzitter Stichting Samenwerkende Organisaties voor Christelijk Maatschappelijk Activeringswerk
• Penningmeester Adrianusfonds
• Bestuurslid Stichting ‘Ons Erf ’
• Lid Ereraad Katholieke Studenten Vereniging (KSV)
• Lid Bestuur Stichting ‘Eigen Huis’
• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
De heer W.I.I. van Beek (Lid Tweede Kamer)
• Lid Raad van Commissarissen Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch
• Lid Raad van Advies Vereniging Hou’ en Trou
• Voorzitter Raad van Toezicht Catharina Ziekenhuis, Eindhoven
• Lid Raad van Toezicht Nationaal Monument Kamp Vught
• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
Ing. J.P.C.M. van Zijl (Voorzitter MBO-raad)
• Voorzitter Platform Beroepsonderwijs Bedrijfsleven i.o.
• Voorzitter Stichting Emplooi (arbeidsbemiddeling vluchtelingen)
• Voorzitter Stichting Chakana (NGO)
• Voorzitter Het Platform Beroeps Onderwijs
• Lid bestuur Vluchtelingenwerk Nederland
• Lid bestuur Platform Bèta Techniek
• Lid bestuur Stichting van het Onderwijs
• Lid Raad van Advies Stichting GAK Fonds
• Lid Raad van Advies Akkermans & Partners Groep (pensioenbranche)
• Lid Raad van Advies Nationaal Initiatief Lang Leve Leren!
• Lid Raad van Advies Expertisecentrum LEEFtijd
• Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
College van Bestuur
Mr. H.M.C.M. van Oorschot (Voorzitter Tilburg University)
• Bestuurslid Nationaal Comité 4 en 5 mei
• Lid Raad van Toezicht Legermuseum
• Lid Raad van Commissarissen Lysias Adviseurs BV
• Lid Raad van Commissarissen Energie Beheer Nederland NV
• Lid Raad van Commissarissen Eon-Benelux
• Vice-voorzitter bestuur Omroep Brabant
• Lid Raad van Toezicht St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg
Prof.dr. Ph. Eijlander (Rector Magnificus Tilburg University)
• Lid VSB-fonds adviescommissie WO
• Lid Adviesraad Nuffic
• Voorzitter SER-Commissie Monitoring Code Goed Bestuur Product- en Bedrijfschappen
• Voorzitter Comité 4 mei Tilburg
• Lid van de Board of Trustees CASE Europe
• Vice-voorzitter Raad van Commissarissen TiasNimbas
• Vice-voorzitter Dagelijks Bestuur Midpoint
Tilburg University
Postbus 90153
5000 LE Tilburg
T 013 - 466 9111
www.tilburguniversity.edu
Jaarverslag 2010
top related