briel - relatie cultuur en bedrijfsleven
Post on 08-Mar-2016
216 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
het PON, kennis in uitvoering Tilburg, maart 2013
BRIEL 2012
Versterking relatie cultuur en bedrijfsleven
Colofon
Het PON heeft dit onderzoek verricht in opdracht van
Auteurs Drs. Eric Koopmanschap & Drs. Wies Arts Redactie Henriëtte Maas
Opmaak tabellen en figuren PON
Foto’s Foto omslag: Roger Cremers Foto’s binnenwerk: PON PON Publicatienummer 13-07
ISBN 978-90-5049-531-8
Datum maart 2013
© 2013 het PON, kennis in uitvoering. Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het PON. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. Vermenigvuldiging en publicatie in een andere vorm dan dit rapport is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het PON. Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan het PON geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten.
Meer informatie: www.hetpon.nl
Inhoudsopgave
1 BRIEL: verbinding tussen brein en ziel 5 1.1 Achtergrond van BRIEL 5 1.2 Doelen 2012 5 1.3 Opbouw van deze rapportage 6
2 De relatie tussen cultuur en bedrijfsleven 7 2.1 De interviews 8 2.2 Wat hebben kunst en cultuur het bedrijfsleven te bieden? 9 2.3 Hoe ziet het bedrijfsleven de relatie met kunst en cultuur? 12 2.4 Wensen en behoeften 18
3 Culture meets industry 19 3.1 Startbijeenkomst 19 3.2 Bedrijfsleven en kunstenaars hebben elkaar nodig 20 3.3 Hoe komen ze bij elkaar? 21 3.4 Wie kan wat doen? 22 3.5 Een blik op de toekomst 23 3.6 Ecosysteem voor reguliere ontmoeting 23
4 Van kennis naar praktijk 24 4.1 Van kunstenaar naar creatieve ondernemer: Inspiratiedag studenten kunstopleiding 24 4.2 Van lelijk obstakel naar geliefd kunstobject: Pilot De Havenmeester 25
5 Advies aan de provincie 27 5.1 Kansen voor verbinding cultuur en bedrijfsleven 27 5.2 Relatie met provinciale agenda’s 28 5.3 Wat kan de provincie doen? 29
Bijlagen 31 Bijlage A Overzicht van geïnterviewde personen 33 Bijlage B Interviewguide 34 Bijlage C Rubricering output interviews 36 Bijlage D Deelnemerslijst bijeenkomst Culture Meets Industry 6-9-2012 37 Bijlage E Inspiratiedag studenten Fontys Hogeschool voor de kunsten 39 Bijlage F Prijsvraag pilot De Havenmeester 40 Bijlage G Tussentijds advies 41
1 BRIEL: verbinding tussen brein en ziel 5
1 BRIEL: verbinding tussen brein en ziel 1.1 Achtergrond van BRIEL
In opdracht van het Bureau Cultuur van de provincie Noord-Brabant is het PON in 2011 gestart met de
uitvoering van het project BRIEL: Cultuur als motor van vernieuwing en verbinding. Motto hierbij was: ‘Het
PON verbindt Brein en Ziel: de mens weer centraal’.
Dit project heeft tot doel de verbindende kracht van
cultuur met andere sectoren (ruimte, economie,
sociaal) zichtbaar en concreet te maken en de kan-
sen die zich voordoen te verzilveren. Er zijn enkele
werkbijeenkomsten belegd, zowel voor provinciale
beleidsmedewerkers van cultuur, ruimte en
economie, als voor vertegenwoordigers van cultu-
rele steunfunctie-instellingen. De resultaten daarvan
zijn in 2012 vertaald in concrete, uitvoeringsgerichte
plannen en acties. De rapportage die voor u ligt is
de rapportage van de BRIEL-activiteiten in 2012.
1.2 Doelen 2012
Doel van het project in 2012 is de provincie een beeld te verschaffen van:
welke kansen zich voordoen om de relatie tussen cultuur en bedrijfsleven te versterken;
of en hoe de provincie hierin een rol kan nemen (bijvoorbeeld in het stimuleren van deze verbinding).
6 BRIEL 2012: versterking relatie cultuur en bedrijfsleven
Concrete resultaten Verwachte concrete resultaten in 2012 zijn:
1 Een aantal nieuw ontwikkelde relaties tussen
cultuur en bedrijfsleven.
2 Een rapportage met antwoord op de vragen
welke aanpak hiervoor geboden is en of en hoe
de provincie hierin een rol kan vervullen.
Beoogde effecten Het project dient ertoe te leiden dat:
de provincie voldoende kennis heeft over de
kansen voor verbinding van cultuur en bedrijfs-
leven en over de rol die zij kan spelen in deze
verbinding;
de provincie de meerwaarde van de vernieu-
wende en verbindende kracht van cultuur
ervaart, erkent en gebruikt in haar beleid en
zich bij haar handelen met maatschappelijke
partners hierdoor laat leiden;
de provincie deze partners en met name
culturele instellingen, bedrijfsleven en
gemeenten uitdaagt zich vaker of nadruk-
kelijker met elkaar te verbinden en kansen te
verzilveren.
Samenvattend: versterken van wat al in gang is gezet en waar wenselijk en mogelijk nieuwe experi-menten starten.
1.3 Opbouw van deze rapportage Deze rapportage is het verslag van de activiteiten die het PON in het kader van BRIEL in 2012 heeft uitgevoerd. In
hoofdstuk 2 gaan we in op de resultaten van 21 interviews, die we hebben gehouden met sleutelpersonen uit het
bedrijfsleven en die zijn gebruikt als input voor verdere activiteiten en voor het advies aan de provincie. In hoofdstuk 3
gaan we in op de strategische startbijeenkomst die we in september 2012 hebben georganiseerd in museum de Pont in
Tilburg. In hoofdstuk 4 beschrijven we twee trajecten van uitvoering, die wij hebben opgezet: een inspiratiedag voor
studenten in het kunstonderwijs en pilot de Havenmeester. In hoofdstuk 5 gaan we tot slot in op het advies aan de
provincie, waarbij we ook de link leggen met ‘De agenda van Brabant’.
In de bijlagen treft u aan:
de lijst met geïnterviewden (bijlage A, overzicht van geïnterviewde personen);
de gespreksonderwerpen van de interviews (bijlage B, de interviewguide);
de rubricering van de output van de interviews (bijlage C, rubricering output interviews)
de lijst met deelnemers van de startbijeenkomst (bijlage D, deelnemerslijst Culture meets industry);
de opzet van een inspiratiedag voor studenten kunstonderwijs (bijlage E);
de prijsvraag die is uitgeschreven in het kader van pilot De Havenmeester (bijlage F);
tussentijds advies aan de provincie (bijlage G).
2 De relatie tussen cultuur en bedrijfsleven 7
2 De relatie tussen cultuur en bedrijfsleven In overleg met de provincie richtte BRIEL zich in 2012 primair op de relatie cultuur en economie, op de
verbinding van cultuur en het bedrijfsleven. Als eerste stap om hier invulling aan te geven zijn 21 interviews
gehouden met sleutelpersonen uit het bedrijfsleven.
De interviews zouden de volgende resultaten moeten opleveren:
1. inzicht in hoe bepalende vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven aankijken tegen de bijdrage van cultuur aan
het bedrijfsleven en versterking van de relatie tussen bedrijfsleven en cultuur; 2. aanknopingspunten voor het vervolg, met name acties voor versterking van de relatie bedrijfsleven en cultuur
en concrete matches voor uitvoering; 3. voeding voor de mogelijke (nieuwe) rol van de provincie in het veld van cultuur en economie.
De veronderstelling is dat kunst en bedrijfsleven
elkaar veel te bieden hebben en elkaar kunnen
versterken. Kunst zorgt voor verbeeldingskracht en
out of the box denken, het bedrijfsleven voor onder-
nemerschap en het vinden van (nieuwe) markten. In
Brabant bestaan al inspirerende voorbeelden van
geslaagde synergie tussen kunst en bedrijfsleven,
denk bijvoorbeeld aan design.
Maar kennen kunst en bedrijfsleven elkaar wel echt?
Doel van de interviews is om te vernemen hoe het
bedrijfsleven aankijkt tegen kunst en cultuur en wat
het nodig heeft dat kunst en cultuur kunnen bieden.
De vragen hebben een open karakter en geen nor-
merende bedoeling. Onbevangen antwoorden en
niet sociaal wenselijke is de insteek. In dit hoofdstuk
laten we de resultaten van deze interviews zien. We
categoriseren de input tot een overzichtelijk verhaal
en sluiten af met de wensen en behoeften die
ondernemers hebben om de ontmoeting tussen
bedrijfsleven en kunst en cultuur te stimuleren.
8 BRIEL 2012
2.1 De interviews
De geïnterviewden Met 21 bepalende vertegenwoordigers van het Brabantse bedrijfsleven is een interview gehouden (voor een
overzicht van geïnterviewden: zie bijlage A, voor de interviewguide: zie bijlage B). Criteria voor het selecteren van
kandidaten voor de interviews waren dat de betreffende personen een bepalende positie in het bedrijf bekleden -
dat wil zeggen de functie van directeur, oprichter, eigenaar, hoofd strategie, hoofd innovatie et cetera - en dat van
hen op voorhand niet bekend is welke affiniteit zij met kunst en cultuur hebben. Daarnaast is gelet op een brede
vertegenwoordiging van het bedrijfsleven: zowel wat betreft grootte (zowel zzp-ers, als MKB en grootbedrijf zijn
vertegenwoordigd) als wat betreft variëteit van bedrijfssectoren.
Het kader van de interviews Bij de gesprekken is de volgende definitie van kunst en cultuur gehanteerd: de ervaringen die de geïnterviewde heeft met fotografen, filmmakers, vormgevers in alle disciplines (grafisch, industrieel et cetera), podiumkunstenaars uit de disciplines muziek, muziektheater, toneel, dans, beeldend kunstenaars, schrijvers, architecten et cetera.
Het verwerken van de interviews De interviews hebben heel veel waardevolle informatie opgeleverd. We hebben een ordening aangebracht in de
belangrijkste resultaten en beschrijven ze hieronder. Daarnaast hebben de uit de interviews verkregen inzichten
geleid tot verdere activiteiten en als input gediend voor het advies aan de provincie. (Zie de hoofdstukken 3 tot en
met 5.)
De resultaten uit de interviews zijn vooral in twee categorieën in te delen:
1 De bijdrage van kunst en cultuur aan het bedrijfsleven: Wat hebben kunst en cultuur het bedrijfsleven te
bieden? (paragraaf 2.2)
2 De relatie bedrijfsleven – kunst en cultuur: Hoe kijkt het bedrijfsleven aan tegen deze relatie? Welke kansen
ziet men? Welke voorbeeldfunctie kan het bedrijfsleven hebben, wat en hoe valt te leren van het
bedrijfsleven? Hoe kan deze relatie versterkt worden? (paragraaf 2.3)
Deze twee categorieën worden in de volgende paragrafen verder uitgewerkt.
2 De relatie tussen cultuur en bedrijfsleven 9
2.2 Wat hebben kunst en cultuur het bedrijfsleven te bieden?
Het bedrijfsleven ziet een grote waarde voor kunst en cultuur.
Cultuur – met als brandstof verbeeldingskracht, creativiteit en out of the boxdenken – zorgt voor een innoverend
leef- en vestigingsklimaat en een aantrekkelijk woon- en werkmilieu voor kenniswerkers en andere werknemers.
Het draagt bij aan de creatieve ontwikkeling van mensen en trekt toeristen aan.
De waarde van cultuur ligt volgens de geïnterviewden niet in de intrinsieke betekenis (die overigens ook wel ge-
noemd werd), maar vooral in de directe en indirecte waarde voor individuele bedrijven en het bedrijfsleven als
zodanig. Zij zijn van mening dat de bijdrage van kunst en cultuur zo concreet mogelijk moet zijn en dat deze vooral
in één op één relaties vertaald dient te worden met wederzijds respect als uitgangspunt: ‘een kunstenaar die van
het bedrijfsleven houdt en er zich in verdiept ontmoet een ondernemer, die iets met kunst en cultuur heeft en er
van wil leren uit eigen belang’. Cultuur is van belang voor het vestigingsklimaat. Volgens de geïnterviewden be-
schikt Brabant op dit moment over te weinig culturele voorzieningen van topkwaliteit, welke nodig zijn om een
succesvolle topregio van kennis en innovatie te worden of te zijn, terwijl dit wel de ambitie is van de provincie en
van de belangrijkste maatschappelijke partijen in Brabant.
Een goed cultuuraanbod is voor de economie van groot belang, het vergt weliswaar kosten, maar levert ook baten
en rendement op. Zo is aangetoond dat de grondprijs omhoog gaat door hoogwaardige culturele voorzieningen
in sterk stedelijke context. Cultuur stimuleert tot het bedenken van bijzondere concepten of het maken van bijzon-
dere ontwerpen. Iets waar je emotioneel wat mee hebt: cultuur zorgt voor dingen die opvallen, waarvan je kunt
genieten, die voldoening geven, die prestige verlenen, die je onderscheiden.
Concreet hebben kunst en cultuur het volgende te bieden aan het bedrijfsleven:
Ze stimuleren out of the box denken.
Ze maken ruimtes en producten/processen fysiek mooier.
Ze creëren een bijzondere uitstraling.
Ze geven het bedrijf een innovatief imago.
Ze helpen het bedrijf om zijn identiteit te bepalen.
De rubricering van de antwoorden waaruit deze conclusie is afgeleid is te vinden in bijlage C.
10 BRIEL 2012
Concrete bijdrage kunst en cultuur aan het bedrijfsleven Welke concrete bijdragen hebben kunst en cultuur de geïnterviewden geboden? In de interviews zijn diverse
praktijkvoorbeelden genoemd van de bijdrage van kunst en cultuur aan het bedrijfsleven. Ze zijn onder te verdelen
in twee categorieën:
Bevorderen van efficiëntie:
De met veel zorg ontworpen huisvesting en inrichting van het gebouw van de Brabantse Ontwikkelings
Maatschappij heeft volgens het management van de BOM aantoonbaar bijgedragen aan meer
arbeidsvreugde, transparantie, samenwerking en externe gerichtheid van het bedrijf.
Senior interim-manager Jan Verhoeven kwam in contact met abstracte kunst en is vanaf dat moment zijn grote
projecten anders en beter gaan managen (“Het leerde mij om niet alleen rationeel te denken maar ook af te
gaan op intuïtief oordeel. Intuïtieve beslissingen zijn beter vanwege geaccumuleerde ervaringen”).
Bij Rabobank ’s-Hertogenbosch en omstreken waren een keer alle 300 medewerkers de cameraman van hun
eigen film, losgemaakt en gestimuleerd door kunstenaars.
Verbinden/bijdragen aan innovatie:
De Bossche Investerings Maatschappij (BIM) heeft kunstenaars uitgenodigd voor HEI-sessies – vooral buiten
locaties van de BIM - om voor extra input te zorgen.
Concrete bijdrage van het bedrijfsleven aan kunst en cultuur Het bedrijfsleven levert zelf ook een bijdrage aan de kunst- en cultuursector. In deze subparagraaf kijken we naar
concrete voorbeelden van deze bijdragen. We vermelden een aantal interessante en inspirerende voorbeelden
die de geïnterviewden ons hebben aangereikt. Voor de lijst met geïnterviewden zie bijlage A.
Verbinden/bijdragen aan innovatie:
Designgroup Van Berlo wil zijn designexpertise inzetten voor slimmere en gebruiksvriendelijkere zorg door de
oprichting van Stichting Beter. Farmaceutisch bedrijf Janssen-Cilag sponsort meerjarig een beeldend kunstenares, met als doel kunst,
wetenschap en onderzoek met elkaar te verbinden. De Bossche Investerings Maatschappij (BIM) huisvest ca. 100 kunstenaars, in de hele breedte van het spectrum,
deels facilitair, deels als stimulans (geeft dus letterlijk en figuurlijk ruimte). De BIM exploiteert De Gruyter-
fabriek, het grootste oud-industriële complex van Nederland, waarbij tenminste 10% van de huurders kun-
stenaar moet zijn vanwege hun creatief-verbindende kracht. Daarnaast stelt de BIM veel ruimte beschikbaar
voor amateurkunstinitiatieven (repetitie en opslag) en stimuleert de vorming van een keramiekcluster in De
Gruyterfabriek.
‘Het leerde mij om niet alleen rationeel te denken, maar ook af te gaan op intuïtief oordeel’. Jan Verhoeven | senior interim-manager BOM
2 De relatie tussen cultuur en bedrijfsleven 11
Bevorderen van/bijdragen aan leefbaarheid:
Architectenbureau Bedaux De Brouwer uit Goirle heeft kunstenaars ingeschakeld om buitengevels aan te
kleden en te verfraaien.
Bouwbedrijf Van der Weegen uit Tilburg sponsort ten behoeve van de leefbaarheid van een aanpalende
sociaal minder sterke wijk de activiteitenclub. Bij de ontwikkeling van de Piushaven zijn de aanpak en de
artistieke activiteiten, die door dit bedrijf zijn gefinancierd, verkozen tot voorbeeld van de beste gebieds-
promotie. Deze zijn op 2 juni 2012 tijdens de landelijke week van de amateurkunst gepresenteerd toen Tilburg
zijn uitverkiezing als beste amateurkunstgemeente van Nederland 2012 vierde.
Voor woningcorporatie Trudo uit Eindhoven is cultuur drager van de gebiedsontwikkeling op STRIJP S. In een
ander gebied, wijk Woensel–West, plaatst Trudo kunstenaars, op voorwaarde dat ze een tegenprestatie voor
de wijk leveren. Trudo is lid van de stichting Cultuur en Bedrijf, gelieerd aan Parktheater Eindhoven. Dit bete-
kent dat alle Trudomedewerkers cultuurkaarten kunnen gebruiken samen met buurtbewoners (bedrijfsmissie is
“supporting people”).
Ruimte bieden:
Monumentenfonds Brabant exploiteert een boerderij in de Loonse en Drunense Duinen, waar drie kunstenaars
– een schilder, een schrijver en een textiele vormgeefster – elkaar kunnen kruisbestuiven.
Geert Verbeke, ooit directeur van een transportonderneming, raakte in de ban van beeldende kunst en werd
oprichter, eigenaar en artistiek leider van de Verbeke Foundation in Kemzeke (bij Antwerpen) waar op een
uitgestrekt terrein van 18 ha collages en assemblages verzameld en gepresenteerd worden en waar kun-
stenaars projecten kunnen uitvoeren. (“Niet wat draagt kunst en cultuur bij aan het bedrijfsleven is mijn
uitgangspunt, maar ik draai het om: wat kan ik als bedrijf voor de kunstenaar betekenen?”).
Financieren:
Advocatenkantoor Bogaerts en Groenen, vestiging
Oisterwijk heeft een cultuurfonds opgericht om
kunst te stimuleren, tentoonstellingen georgani-
seerd en een prijs op het terrein van beeldende
kunst gefinancierd.
De voorzitter van de raad van bestuur van de Van
Spaendonckgroep, de heer Jan Geevers, is trekker
van de stichting Cultuurfonds i.o., een initiatief van
het Tilburgse bedrijfsleven dat cultuur wil financie-
ren op basis van matching en crowdfunding.
Rabobank ’s-Hertogenbosch en omstreken heeft
een Coöperatiefonds opgericht, dat jaarlijks
€ 450.000,- besteedt aan maatschappelijk waarde-
volle projecten en activiteiten (cultuur, welzijn en
economie).
Paul Vermee, directeur van Fresh Ideas, stelt jaarlijks
2% van zijn bedrijfswinst beschikbaar voor kunst en
cultuur.
Stimulans in brede zin:
Hoewel niet geïnterviewd, is in dit verband toch het
Duitse bedrijf Würth vermeldenswaardig. Het betreft
een zeer inspirerend voorbeeld, waarvan een deel van
de activiteiten zich in Nederland afspeelt. Onder de
bezielende leiding van oprichter en huidig algemeen
directeur Reinhold Würth is één van de grootste collec-
ties beeldende kunst ter wereld opgebouwd en is
(beeldende) kunst in het hart van het bedrijf geposi-
tioneerd. Er zijn diverse musea opgericht met een grote
openheid naar het publiek. Kunst wordt gezien als een
uitstekende stimulans en prikkel voor het welbevinden
van de werknemers en dit wordt gedeeld met de sa-
menleving. In de hoofdvestiging Nederland in ’s-
Hertogenbosch is een permanente expositieruimte voor
tentoonstellingen uit de eigen rijke collectie ingericht,
die zeven dagen per week gratis toegankelijk is. Ook
wordt veel aandacht aan kunsteducatie voor kinderen
besteed. Ten slotte sponsort Würth culturele activiteiten
en festivals.
‘Niet wat draagt kunst en cultuur bij aan het bedrijfsleven is mijn uitgangspunt, maar ik draai het om: wat kan ik als bedrijf voor de kunstenaar betekenen?’ Gert Verbeke | eigenaar Verbeke Foundation
12 BRIEL 2012
2.3 Hoe ziet het bedrijfsleven de relatie met kunst en cultuur?
De in paragraaf 2.2 genoemde voorbeelden geven aan dat het bedrijfsleven nu al op een bepaalde manier
verbonden is met kunst en cultuur. Soms ligt er een bewuste en structurele visie aan ten grondslag, maar naar
onze indruk is er vaker sprake van ‘een uit de hand gelopen toevallige interesse’.
Ook al komt de verbinding vaak vanuit een persoonlijke kennismaking en ‘klik’ tot stand - en hier is natuurlijk niets
mis mee - toch is de vraag relevant hoe de relatie tussen bedrijfsleven en kunst en cultuur zou kunnen verzakelijken en minder afhankelijk zou kunnen zijn van (alleen) persoonlijke relaties. Oftewel: hoe zou het incidentele karakter vervangen kunnen worden door een meer structurele kennismaking en verbinding tussen bedrijfsleven en kunst en cultuur? Deze vraag proberen wij te beantwoorden aan de hand van de in de interviews gedane uitspraken over
hoe vertegenwoordigers van het bedrijfsleven aankijken tegen de relatie tussen bedrijfsleven en kunst en cultuur
en of, en zo ja hoe, deze relatie versterkt kan worden.
Hieronder ordenen we de resultaten uit de interviews met betrekking tot de relatie bedrijfsleven – kunst en cul-
tuur. Om een zo betrouwbaar mogelijk beeld te geven van de bevindingen uit de interviews en om de provincie
optimaal in staat te stellen keuzes te maken voor het vervolgtraject zien we in eerste instantie af van prioritering.
Bij het beschrijven en ordenen van de interviewresultaten maken we een indeling naar niveau waarop de relatie
kunst en cultuur zich afspeelt, de factoren die daarbij van invloed zijn en de acties die een positieve stimulans aan
de relatie kunnen geven:
1 strategisch niveau (= doelen)
2 tactisch niveau (= wijze van verbinding)
3 operationeel niveau (= uitvoering)
2 De relatie tussen cultuur en bedrijfsleven 13
Bevindingen op strategisch niveau Op het strategisch niveau gaat het om;
- imago- en positieverbetering van elk van beide partijen ten opzichte van elkaar;
- het stimuleren van voorbeeldwerking;
- het versterken van ondernemerschap van kunst en cultuur.
De belangrijkste bevindingen uit de interviews zijn de volgende:
Innovatief denken
Bedrijven moeten eerst innovatief leren denken. Zij zijn
nu niet met creativiteit bezig, managers worden afgere-
kend op massaproductie met kleine marges. Vervolgens
is het verbinden van de ‘linker- en rechterhersenhelft’
aan de orde: de koppeling tussen ‘spreadsheet’ en
‘associatief denken’. Als deze niet verbonden worden,
zullen ook de werelden van bedrijfsleven en kunst en
cultuur vreemden voor elkaar blijven en elkaars sterkte
niet kunnen benutten.
Meerwaarde kunst en cultuur
Startpunt voor een strategisch traject is de overtuiging,
dat mensen niet zonder kunst en cultuur kunnen (vol-
gens velen vormen zij de eerste levensbehoefte na
voeding en huisvesting) en ook niet willen leven. De
meerwaarde van kunst en cultuur moet duidelijk
gemaakt worden en overtuigend gepresenteerd
worden.
Consensus over visie en doel
Voor een strategisch traject is consensus over visie en
doel noodzakelijk. Daarna kunnen keuzes worden
gemaakt voor de aanpak en wijze van stimuleren (voor
dit laatste is geen consensus vereist). Vervolgens wordt
alle aandacht gericht op uitvoering, door mensen aan
mensen te koppelen in mix and matchbijeenkomsten en
door de resultaten en voorbeeldwerking te implemen-
teren en te verspreiden.
Verplaatsen in medewerkers
Om succesvol de verbinding tussen het strategische en
operationele niveau te kunnen maken moet bedacht
worden, dat de verbinding tussen bedrijfsleven en kunst
en cultuur nu vaak niet tot stand komt doordat bedrijven
denken als instituties en zich niet verplaatsen in hun
medewerkers. Immers, de bijdrage aan welzijn en geluk
door kunst en cultuur vindt op dat individuele niveau
plaats: het gaat dus niet om het schilderij aan de muur,
maar om het verrijken van de medewerker, zoals lang
geleden Philips met het Philips Ontspannings Centrum
al goed begreep.
Volhouden
Voor een effectief strategisch traject is een lange adem
nodig en een langjarige marketingstrategie.
Voorbeeldwerking
De voorbeeldwerking van iconen en idolen moet niet
onderschat worden: zij zijn een krachtig voertuig bij het
creëren van successen en het uitventen van de ver-
binding tussen bedrijfsleven en kunst en cultuur. Het
benaderen van geslaagde (ondernemende) kunstenaars
en deze hun succesverhaal laten vertellen is een
belangrijke eerste stap.
Kansen zoeken
De zorgsector (één van de meest kapitaal- en arbeids-
intensieve groeisectoren van onze tijd, die voor de
grootste maatschappelijke vraagstukken staat) is veel te
technologisch en te weinig kunstzinnig ingericht, zonder
gebruik te maken van de kracht van design. Hier ligt een
grote strategische kans.
Actieplan voor ondernemerschap
Conclusie uit de interviews is dat een actieplan om
ondernemerschap in de sector van kunst en cultuur te
stimuleren noodzakelijk is. De provincie zou opdracht
moeten geven om een bepaalde doelstelling te halen.
De BOM heeft aangegeven hierbij behulpzaam te willen
zijn. De volgende noties zijn daarbij van belang:
Het bedrijfsleven en kunstenaars hebben gemeen-
schappelijk dat beider handelen wordt bepaald
door een innerlijke noodzaak, waarbij kunstenaars
continu creativiteit en verbeeldingskracht moeten
inbrengen en het bedrijfsleven het nemen van
risico’s en marktbenadering.
Voor het ontwikkelen van ondernemerschap van
kunstenaars is van belang dat zij een authentiek
verhaal moeten vertellen, continu in (nieuwe) net-
werken investeren en leren wat het is om voor een
opdrachtgever te werken.
De (provinciale) overheid kan dit ondersteunen door
bij subsidieverlening/ investering in cultuur
voorwaarden te stellen aan duidelijke intenties en
minimumresultaten van ondernemerschap.
Het bedrijfsleven kan zorgen voor gratis spreekuren
van specialisten op het gebied van ondernemers-
competenties en -vaardigheden (juristen, marke-
teers et cetera) voor kunstenaars die hierin zijn
geïnteresseerd.
14 BRIEL 2012
Bevindingen op tactisch niveau Op het tactisch niveau gaat het om
- het leggen van verbindingen tussen de werelden van het bedrijfsleven en die van kunst en cultuur,
- het verbinden van de netwerken van beide.
De belangrijkste bevindingen uit de interviews zijn de volgende:
Goede Match
Leidend bij de verbinding tussen de werelden van
bedrijfsleven en die van kunst en cultuur is het
matchen van een kunstenaar die het bedrijfsleven
respecteert met een ondernemer die iets met kunst
en cultuur wil bereiken.
Nieuwe relaties
Het verbinden van netwerken is ook het verbreden
van netwerken, concreet het aangaan van (nieuwe)
relaties.
Aansprekende voorbeelden
Het oprichten en functioneren van de aan de vier
grootstedelijke schouwburgen in Brabant gelieerde
bedrijven en cultuurinstellingen vormen krachtige en
aansprekende voorbeelden van een positieve
verbinding: Cobra in Tilburg, Bo-arte in Breda,
Cubus in ’s-Hertogenbosch en Cultuur en Bedrijf in
Eindhoven.
Eigen kracht
Beide werelden dienen uit te gaan van de eigen
kracht en van daaruit te groeien: “Een kunstenaar
moet compleet zijn: gewoon een goede kunstenaar
zijn. Als je van de kunstenaar een ondernemer
maakt is hij niet meer interessant. Het gaat om het
contrast. De diagnose bij de versterking van de
relatie ondernemer – kunstenaar is dan ook ‘goede
contrastvloeistof inspuiten’”.
Ontmoetingen op bijzondere plek
Ook kunnen ontmoetingen georganiseerd worden
op een voor ondernemers bijzondere plek om hen
te raken en te prikkelen met een volstrekt nieuwe
ervaring, die hen nog lang bijblijft en die hen kan
motiveren om zich open te stellen voor de bijzon-
dere belevingen welke kunst en cultuur kunnen
bieden. Deze bijzondere ontmoetingen dienen
enige continuïteit te krijgen door voldoende
frequentie (bijvoorbeeld vier keer per jaar).
Vertaalslag van groot naar klein
Daarnaast dient nagedacht te worden over hoe en
waar plekken te organiseren zijn om de nodige ver-
taalslag van (grote) bedrijven naar de individuele
zzp-er/ kunstenaar te maken.
Netwerken
Het verdient aanbeveling voor kunstenaars om zich
aan te sluiten bij de werkgeversnetwerken en
gebruik te maken van de faciliteiten van de Kamers
van Koophandel. Kamers van Koophandel kunnen
het bedrijfsleven attenderen op de meerwaarde van
kunstenaars.
Leren van elkaar
Cross-overs dienen gestimuleerd te worden in die
zin, dat vertegenwoordigers van bedrijfsleven en van
kunst en cultuur bij elkaar in de leer gaan. Culturele
instellingen kunnen – eventueel gezamenlijk –
iemand inhuren of aanstellen met een onderne-
mersmentaliteit. Op die manier kunnen zich kans-
rijke clusters ontwikkelen.
‘Een kunstenaar moet compleet zijn: gewoon een goede kunstenaar zijn. Als je van de kunstenaar een ondernemer maakt is hij niet meer interessant.’
2 De relatie tussen cultuur en bedrijfsleven 15
Ecosysteem
Om effectief verbindingen te kunnen leggen moet
een ecosysteem ontwikkeld worden. Daarmee
bedoelen we een systeem dat uit verschillende
organismen bestaat, die gezamenlijk als een zelf-
sturend principe kunnen functioneren. Natuurlijk is
er wel een duwtje nodig voor de ontwikkeling van
een dergelijk systeem. Daarna zou het zichzelf
moeten kunnen doorontwikkelen.
Het principe van een lerende organisatie is
leidend: er wordt een klankbord gecreëerd voor
kunstenaars met ondernemers, die hun voel-
sprieten in de kunst en cultuur hebben. Dit kan
verschillende vormen aannemen, bijvoorbeeld
een cafémodel. De ondernemers kunnen des-
gewenst als mental coach optreden.
Er kan een marktplaats worden ingericht, waarbij
kunstenaars kunnen bedenken en etaleren wat
zij te bieden hebben aan het bedrijfsleven en
vice versa.
Deze marktplaats kan functioneren als een
platform van succesvolle interactie, in ieder
geval op het vlak van marketing, communicatie
en vormgeving.
Het gaat bij het organiseren van deze plekken van
ontmoeting dus om kennismaking, contact en het
aangaan van een relatie en het uitwisselen van
elkaars expertise in wederzijds voordeel. Er zijn
overigens al succesvolle voorbeelden bekend van
ontmoetingen, waarbij cultuur het verbindend
element is en waardoor netwerken aan elkaar
gekoppeld worden. Zo verbindt CAST, het Centrum
voor Architectuur en Stedebouw in Tilburg en
omstreken netwerken van stedebouwkundigen,
architecten, beeldend kunstenaars, vormgevers,
kennisinstellingen, overheden, projectontwikkelaars
en aannemers met elkaar, de vier O’s dus (onderne-
mers, onderzoek, overheid en onderwijs).
16 BRIEL 2012
Bevindingen op operationeel niveau Op het operationeel niveau gaat het om samenwerking, dus om concrete matches met meer en betere business
voor afzonderlijke bedrijven en voor (bedrijven van) kunstenaars.
De belangrijkste bevindingen uit de interviews met betrekking tot het operationeel niveau zijn de volgende:
Mogelijkheden voor innovatie: Beleving: Een consument is niet zozeer geïnteresseerd in innovatie of creativiteit, als wel in beleving. Daar
biedt de synthese tussen bedrijfsleven en kunst en cultuur concrete kansen voor (bijvoorbeeld 3D-printing). In
tegenstelling tot het maken via industriële productie en de grote aantallen van de kennisindustrie gaat het bij
beleving en experience om persoonlijke ervaring. Dit verdienmodel ontstaat door nieuwe technologieën.
Individuele kunstenaars/ondernemers hebben dan ineens een wereldmarkt voor zich liggen. Brainstormsesses met meerdere disciplines: Om maatschappelijke vraagstukken te helpen oplossen is een
workshopaanpak geboden, waarbij multidisciplinaire brainstormsessies - door de inzet van disciplines die nu
nog weinig met elkaar samenwerken - aanzetten tot experimenten die leiden tot nieuwe inzichten en andere
oplossingsrichtingen. Onderwijs: Het PON heeft op uitnodiging van en in samenwerking met Fontys Hogeschool voor de Kunsten
op 9 mei 2012 een studie/ inspiratie- en werkdag rond het thema kunst en ondernemerschap georganiseerd.
(Zie verder hoofdstuk 4,).
Marktkansen: Branding: Kunstenaars brengen verbeeldingskracht in en daarmee het vermogen om een unieke ervaring te
kunnen bieden: geschikt voor branding. Daarmee kunnen bedrijven zich in een globaliserende economie
onderscheiden. Verkoop: Geld wordt verdiend in ondernemingen. Kunst kan aan deze bedrijven verkocht worden. De aanpak
van de stichting Musical Foundation in Tilburg werkt: talenten wordt een podiumervaring geboden, een bedrijf
heeft een topavond en met de uitkoopsom van de voorstelling komen middelen beschikbaar voor de verdere
ontwikkeling van talenten (masterclasses, eindvoorstellingen bij de opleiding, musicalfestival Tilburg et cetera). Voorstellingen op maat: Voorstellingen op maat maken voor bedrijven is ook een nog te weinig toegepaste
aanpak. Relatiegeschenken: Kunst kan vanwege zijn verrijkende karakter en uitstraling prima dienen als relatiegeschenk
naar de eigen medewerkers en naar de relaties van een bedrijf. Gelegenheden: Kunst kan ook aan publiek/burgers verkocht worden bij gelegenheden: bijvoorbeeld bruiloften
en begrafenissen. Marketing: Kunst- en cultuurinstellingen zouden gezamenlijk een marketeer in dienst kunnen nemen om echt
een stap vooruit te zetten bij het vinden van nieuwe markten en bijpassende producten en diensten.
Aandacht voor goede voorbeelden: Best practices: Het voorbeeld van de BOM geeft aan dat het inschakelen van architecten en kunstenaars bij de
vormgeving van een gebouw en inrichting van werkruimtes bijdraagt aan een andere, gewenste bedrijfscultuur
en zo aan het effectiever functioneren van een organisatie. Het voor het voetlicht halen van deze en andere
best practices zou tot meer inzet van architecten en kunstenaars kunnen leiden. Stimuleringsprijs: Er zou een stimuleringsprijs ingesteld kunnen worden die best practices van de verbinding
tussen bedrijfsleven en kunst en cultuur beloont en deze als voorbeeld uitdraagt. Media: Een special rond dit thema in media die bedoeld zijn voor bedrijfsleven en voor kunst en cultuur kan
helpen om mogelijkheden voor verbinding voor het voetlicht te brengen en partijen stimuleren om hierover na
te denken.
2 De relatie tussen cultuur en bedrijfsleven 17
Mogelijkheden voor verbindingen: Praten met ondernemers: Het is een open deur: leren ondernemen is praten met ondernemers. Hiervoor kan
in principe elke mogelijke vorm gebruikt worden. Mogelijkheden voor contact: Er is behoefte bij het bedrijfsleven aan intensiever contact met kunstenaars met
het oog op samenwerking en synergie. Bedrijven willen kunstenaars selecteren van wie ervaring en portfolio
aansluiten bij hun behoeften. Analoog aan de app Mimoa (interesante gebouwen in de omgeving) zou een
app ontwikkeld kunnen worden met gegevens van kunstenaars, al of niet woonachtig in een bepaald gebied.
Een ander gewenst instrument is een website/ zoekbank, die bedrijven gericht kunnen doorzoeken aan de
hand van de door hen gewenste kunstenaarsinbreng. Bijeenkomst BZW: Een bijeenkomst organiseren over dit onderwerp voor de BZW (Brabants Zeeuwse
Werkgeversvereniging) stimuleert meer structurele contactmogelijkheden tussen bedrijfsleven en kunst en
cultuur. Dit zou ook kunnen gelden voor andere op ondernemingen gerichte (belangen)organisaties (Kamer
van Koophandel et cetera). Gewenst is dat kunst en cultuur - bijvoorbeeld via gebundelde inzet van de
provinciale steunfuncties cultuur - een relatie aanknopen met de BZW en andere relevante
belangenorganisaties. Lidmaatschap verenigingen: Culturele instellingen en kunstenaarsbedrijven zouden lid kunnen worden van
BZW en andere ondernemingsverenigingen en – netwerken. Promotiefilm: Bedrijfsleven en kunst en cultuur verbinden is vooral heel praktisch: kennismaken, een relatie
aangaan, je als kunstenaar in een bedrijf verdiepen en nagaan waaraan het bedrijf behoefte heeft en wat jij als
kunstenaar kunt bieden. Een aantal keren is door geïnterviewden aangegeven open te staan voor een derge-
lijke kennismaking. Zij zijn ervan overtuigd dat deze pragmatische en directe aanpak zal werken. Wel moet
volgens hen de introductie van de kunstenaar bij het bedrijf heel goed en overtuigend zijn: net als bij een
sollicitatie is de eerste indruk bepalend. Uitgesproken is dat een korte promotiefilm van minder dan twee
minuten over de waarde van kunst en cultuur en de mogelijke bijdragen aan het bedrijfsleven hiervoor een
geschikt middel zou zijn (kort, duidelijk, krachtig, één beeld zegt meer dan 100 woorden), waarmee ieder
introductiegesprek van een kunstenaar zou kunnen starten.
18 BRIEL 2012
2.4 Wensen en behoeften
Een eerste clustering van de resultaten en bevindingen op basis van de interviews levert het volgende lijstje van
wensen en behoeften op om de ontmoeting tussen bedrijfsleven en kunst en cultuur te stimuleren:
a. Een strategisch traject, te beginnen met een startbijeenkomst (zo mogelijk onder gastheerschap van de
provincie), waarin consensus kan worden bereikt over visie/doel en gesproken kan worden over een concrete
aanpak.
b. Een actieplan ten behoeve van ondernemerschap, om optimaal gebruik te kunnen maken van de
mogelijkheden die de markt biedt.
c. Reguliere ontmoetingen en andere contactvormen tussen ondernemers en kunstenaars.
d. Bijzondere ontmoetingen, die het mogelijk maken dat de kennismaking met kunst een grotere impact heeft en
in de behoefte aan beleving voorziet.
e. Nieuwe communicatie- en hulpmiddelen, die kunnen bijdragen aan een succesvolle introductie van kunst bij
een gesprek met een ondernemer.
Medio 2012 is met de provincie afgesproken het strategisch traject met voorrang in gang te zetten. Daartoe is een
startbijeenkomst georganiseerd, die op 6 september 2012 plaatsvond. In het volgende hoofdstuk leest u meer
daarover.
3 Culture meets industry 19
3 Culture meets industry
Als vervolg op de interviews is een strategische startbijeenkomst voor vertegenwoordigers van bedrijfsleven
en kunst en cultuur georganiseerd. De bijeenkomst vond op 6 september 2012 plaats in museum De Pont in
Tilburg, onder de titel Culture meets industry. In dit hoofdstuk laten we zien hoe de bijeenkomst is
ingestoken en wat deze bijeenkomst heeft opgeleverd.
3.1 Startbijeenkomst
45 Vertegenwoordigers van bedrijfsleven en kunst en cultuur hebben aan de startbijeenkomst deelgenomen (voor
de deelnemerslijst: zie bijlage B). Het doel van deze startbijeenkomst was:
Nagaan of bedrijfsleven en kunstenaars het er over eens zijn dat zij elkaar nodig hebben, met andere woorden:
of zij nut en noodzaak van een verbinding zien.
Peilen welke doelen gewenst en haalbaar zijn ter versterking van de relatie bedrijfsleven en kunst en cultuur.
Peilen hoe bedrijfsleven ofwel ondernemers hieraan kunnen bijdragen en hoe kunstenaars en culturele
instellingen dat kunnen doen.
Peilen hoe de provincie hieraan kan bijdragen.
20 BRIEL 2012
3.2 Bedrijfsleven en kunstenaars hebben elkaar nodig
De bijeenkomst is ingeleid met een citaat van Niklas Luhmann waarin hij betoogt dat we niet zonder kunst en
cultuur kunnen: „Die allgemeine Lebenslage des Menschen ist gekennzeichnet durch eine übermäßig komplexe und kontingente Welt. Die Welt ist komplex insofern, als sie mehr Möglichkeiten des Erlebens und Handelns birgt, als je aktualisiert werden können. Sie ist kontingent insofern, als diese Möglichkeiten sich in ihr abzeichnen als etwas, das auch anders sein oder anders werden könnte. Das wichtigste menschliche Ordnungsmittel in dieser Welt ist Sinnbildung und Kommunikation, mit der die Menschen sich darüber verständigen, daß sie dasselbe meinen und weiterhin meinen werden....“ Hij vertelt dat kunstenaars en bedrijfsleven elkaar
nodig hebben/wat wat aan elkaar kunnen hebben.
Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Er is tijd nodig om
(maatschappelijk) draagvlak te creëren. Het gaat om
het zoeken naar en benadrukken van overeenkom-
sten. Bedrijven overleven door het vermogen dat ze
hebben tot veranderen, daarvoor is openheid nodig.
En de kunstenaar kan oorspronkelijk denken en
inspireren, maar moet daarbij wel open staan voor het
bedrijf. De relatie zit niet in geld maar in gedrag,
houding, ideeën, creativiteit. Er moet een goede
balans zijn tussen ratio en emotie. Bijvoorbeeld:
werknemers krijgen inspiratie als er in het bedrijf
aandacht is voor kunst en cultuur. Creatieve
professionals vinden nieuwe wegen om effectief te
communiceren en bedrijfsleven en kunst te verbinden.
Het is de kunst om de creatieve industrie, bedrijfs-
leven, kunst en cultuur en overheid en onderwijs zo bij
elkaar te brengen, te verbinden, dat er een toege-
voegde waarde ontstaat. Een geheel in plaats van
afzonderlijke onderdelen.
Er bestaan in Brabant inspirerende voorbeelden van
samenwerking. Die samenwerking komt tot stand
door (vaak) toevallige ontmoetingen, één op één
relaties waarin een klik ontstaat, gebaseerd op een
gedeelde interesse. Ontmoeting vindt niet vanzelf
plaats. Dat moet georganiseerd worden, op anker-
plekken, waar mensen graag (terug)komen.
3 Culture meets industry 21
3.3 Hoe komen ze bij elkaar?
Hoe moet de verbinding er uit zien en welke haalbare doelen versterken de relatie?
Onderstaande vier kwadranten beïnvloeden elkaar, je hebt ze allemaal nodig, ze moeten allemaal gezond zijn.
Creatieve industrie Bedrijfsleven
Kunst en cultuur Overheid/onderwijs
Door de deelnemers genoemde strategische doelen:
toewerken naar een vanzelfsprekende samenwerking tussen bedrijfsleven en cultuur
creëren van een reservoir van kwaliteit
reflectie op verleden geven
inspiratie voor toekomst bieden
bewustzijn creëren door opvoeding
ingeweven raken in de bedrijfscultuur
slim omgaan met de verschillende functies van kunst
jonge mensen hun weg laten zoeken naar creativiteit en cultuur
bedrijfsleven stimulans laten geven aan onderwijs
duidelijk maken op welke manier kunst bijdraagt aan de bedrijfsfilosofie
samenhang tussen kunst/cultuur en bedrijf benoemen
Als het gaat om haalbare doelen denken de deelnemers aan:
dialoog/ontmoeting tot stand brengen tussen ondernemers en kunstenaars: open innovatie, co-creatie en
crossovers als aanpak kiezen
ontmoetingsplekken creëren
werken aan de totstandkoming van één op één relaties
koesteren van plekken waar kunst en ondernemen vanzelfsprekend bij elkaar komen (creatieve industrie)
voorbeelden laten zien
onderwerp op de agenda van
het onderwijsveld zetten
(investerings)fondsen
opzetten, benutten
ambassadeurs benoemen
22 BRIEL 2012
3.4 Wie kan wat doen?
Wat is nodig om de genoemde doelen daadwerkelijk te bereiken?
de bereidheid je open te stellen, elkaar en elkaars taal leren begrijpen
nieuwsgierigheid en affiniteit vanuit beide werelden opwekken en tonen
de noodzaak ervan inzien (anders gebeurt er niets)
een podium bieden om relatie tot stand te brengen
evenementen organiseren waar bedrijfsleven en kunst bij elkaar komen, marktplaatsen creëren
ontmoeting tussen beide werelden inhoud geven.
Wat kan het bedrijfsleven doen?
teruggaan naar het oude mecenaat
meester – gezel relatie tot stand brengen; ouderen kunnen jongeren leren
de ontmoeting faciliteren
lef hebben iets met een kunstenaar te doen
positieve bijdrage leveren aan het arbeidsklimaat, kunst draagt hieraan bij
vestigingsklimaat: positie in de regio en in de stad versterken
kunst inzetten als waardevermeerderende factor (en het zou mooi zijn als we dit aantoonbaar kunnen maken)
oude voorraad (2e hands materiaal) laten ophalen
onderscheid maken (multinationals, MKB, zzp et cetera).
Wat kunnen kunst en cultuur doen?
uitdagen, enthousiasmeren
inventariseren van succesvolle projecten
goede voorbeelden belonen/voor het voetlicht halen
intermediairs benutten voor de verbinding
bedrijven verleiden om naar kunst- en cultuurrijke plaatsen te gaan
think provincial, act local.
Op welke manieren kunnen deze werelden bij elkaar worden gebracht?
Dat kan bijvoorbeeld via social media, Linkedin, open coffeeclub, Glow. Het initiatief kan van alle partijen komen,
afhankelijk van de situatie.
Wat kan het onderwijs doen?
zorg dragen voor talentontwikkeling!
meer aandacht besteden aan ondernemerschap in het onderwijsprogramma
uitdragen dat meer aandacht voor cultuur in het (basis)onderwijs en in de opvoeding noodzakelijk is.
Wat kan de provincie doen?
via steunfunctie-instellingen en andere adviesorganen zorgen dat voorbeelden voor het voetlicht komen
een groep mensen faciliteren die aan verandering wil werken
zelf de voorbeeldrol van opdrachtgever nemen (in plaats van alleen de rol van overheid/beleidsmaker).
3 Culture meets industry 23
3.5 Een blik op de toekomst
Aan de deelnemers is gevraagd om na te denken over de toekomst. Hoe zien zij die voor zich?
Rode draad in de bedachte toekomstbeelden 2020 Culture meets Industry is een vanzelfsprekende en grotere
verbinding tussen bedrijfsleven en kunst & cultuur: beide zijn onderdeel van elkaars DNA. Dat leidt tot meer
inspiratie en betrokkenheid, een creatievere en mooiere samenleving en een verrijking voor de consument.
Een kleine greep uit de toekomstbeelden van de deelnemers:
We denken niet meer in producten die op gaan, maar in beleving die in je hart blijft. Industrie levert duurzame
beleving. Kunst theatraliseert, duidt en symboliseert de beleving. Bij gebrek aan ideologie is persoonlijke en
authentieke duiding broodnodig.
Culture= creatief, industry= creatief, na Brabant2018: culture=industry.
Geen gebouwde omgeving, geen gebouw zonder design.
CCO (Chief Creative Officer) in plaats van CEO aan top van bedrijven.
Stel jezelf als ondernemer de vraag: “Wat kan ik doen voor een kunstenaar?” en niet “Wat kan een kunstenaar
doen voor mij als ondernemer?”.
In 2020 is een gemeenschappelijke taal
ontwikkeld waarmee creativiteit en
ondernemerschap elkaar stimuleren en
brengen tot wederzijdse waardecreatie.
From creative stuff to mutual solutions.
Cultuur en Bedrijfsleven zijn samen
verantwoordelijk voor talentontwikkelings-
programma’s.
Vanuit een vertraging naar een hoger
bewustzijn. Eerst eens stilstaan, waarna
vanuit (de huidige jongerengeneratie) een
nieuw bewustzijn het bedrijfsleven kunst en
cultuur ten dienst staat.
Geaccepteerde integratie van kunst/design/
cultuur in alle bedrijfsprocessen.
Automatische inspiratie.
3.6 Ecosysteem voor reguliere ontmoeting
De bijeenkomst leverde een bevestiging op van de resultaten uit de interviews. Nut en noodzaak worden door
beide partijen - bedrijfsleven en kunst en cultuur – onderschreven. Als strategisch doel zien zij een duurzame
samenwerking tussen beiden. Om te komen tot die samenwerking zou een licht gestructureerd ecosysteem
ontwikkeld moeten worden, zodat ondernemers en kunstenaars elkaar kunnen ontmoeten. Met andere woorden:
het moet mogelijk worden om elkaar op een meer reguliere basis te ontmoeten.
24 BRIEL 2012
4 Van kennis naar praktijk Hoe vertalen we de kennis die we hebben opgedaan naar de praktijk? In 2012 heeft het PON twee projecten
in de uitvoeringspraktijk begeleid, waarbij gebruik is gemaakt van de inzichten die via de interviews (zie
hoofdstuk 2) zijn verkregen. In dit hoofdstuk worden deze projecten en het proces van het toepassen van
kennis naar praktijk beschreven.
4.1 Van kunstenaar naar creatieve ondernemer: Inspiratiedag studenten kunstopleiding
Omdat studenten die nu een kunstopleiding volgen de kunstenaars van de toekomst zijn, is het belang van onder-
wijs voor kunst en cultuur en dus ook van onderwijs voor de relatie bedrijfsleven en kunst en cultuur onmiskenbaar.
Vanuit Fontys Hogeschool voor de Kunsten wordt deze boodschap in het volgende citaat verwoord: “De toekomst van onze studenten ligt voor een groot deel in ondernemerschap. Om onze wereld verder te ontwikkelen tot een uitnodigende, gezonde vrolijke speelplaats zijn creatieve ondernemers nodig met zin voor schoonheid en ethiek.”
‘De toekomst van onze studenten ligt voor een groot deel in ondernemerschap. Om onze wereld verder te ontwikkelen tot een uitnodigende, gezonde vrolijke speelplaats zijn creatieve ondernemers nodig met zin voor schoonheid en ethiek.’ Medewerker | Fontys Hogeschool voor de Kunsten
4 Van kennis naar praktijk 25
Van kennis naar praktijk Om de kennis van BRIEL uit de eerste fase (de
interviews) verder te delen en te vergelijken met die
uit een andere doelgroep dan het bedrijfsleven is
gebruik gemaakt van de mogelijkheid om studenten
van Fontys Kunstonderwijs te prikkelen op hun
ondernemerschap en op mogelijke kansen om de
verbindende kracht van cultuur toe te passen. Studiedag Op 9 mei 2012 heeft het PON in samenwerking met
Fontys Hogeschool voor de Kunsten in het kader
van de minor Kunst en Cultuur en Kunst en Context
een studiedag georganiseerd. Met de studenten is geprobeerd om de vraag te beantwoorden: wat is de meerwaarde van de verbinding tussen kunst en bedrijfsleven?
Meer concreet: hoe kunnen minorstudenten,
beginnende professionals in de creatieve industrie,
een bijdrage leveren aan het oplossen van maat-
schappelijke vraagstukken (social design, innovatie
en zorg, community arts)?
Aan de studiedag hebben 70 studenten deel-
genomen. Zowel studenten als docenten hebben de
studiedag als zinvol en bijzonder inspirerend
ervaren.
Uitkomsten Vruchtbare samenwerkingen tussen ondernemers en
cultuurprofessionals komen tot stand tussen indivi-
duen en niet tussen instellingen/overheden en
bedrijven. De match tussen individuen is waar
innovatie start. Daarom zijn studenten op deze
studiedag in contact gebracht met individuen,
ondernemers die zich vragen zijn gaan stellen over
de waarde van kunst/cultuur/creativiteit voor hun
bedrijf. De individuele succesvolle 'avant-garde'
praktijken van verbinding tussen kunst en bedrijfs-
leven kunnen een aantrekkende en inspirerende
werking hebben op minder vooruitstrevende
partijen. Daarom vormden de resultaten van de
interviews de basis voor deze studiedag. Onder-
nemers hebben in deze interviews gesproken over
hun visie, ambities en de voorbeelden die zij al in de
praktijk zien.
Een aantal mensen uit het bedrijfsleven en uit de
wereld van kunst en cultuur waren te gast. De
studenten zijn aan de hand van een aantal stellingen
met hen in discussie gegaan. (Voor meer informatie
over de opzet van de inspiratiedag: zie bijlage E.)
Vervolg Idee is dat in de toekomst meer scholen benaderd
zouden kunnen worden voor een dergelijke
studiedag of andere bijdrage rondom het thema:
kunstenaars en ondernemerschap.
4.2 Van lelijk obstakel naar geliefd kunstobject: Pilot De Havenmeester
Hoe vindt het bedrijfsleven de kunstenaar en hoe vindt de kunstenaar het bedrijfsleven?
Van kennis naar praktijk Bij het afnemen van één van de interviews deed zich de uitgelezen kans voor om een situatie in de praktijk te
begeleiden, waarin bedrijfsleven en kunst en cultuur bij elkaar worden gebracht en met elkaar samenwerken. Een
van de geïnterviewde sleutelfiguren heeft het PON gevraagd om mee te denken over een mogelijke oplossing
voor een probleem waar haar bedrijf tegen aan was gelopen. Dit heeft geleid tot de pilot De Havenmeester.
Het project en de vraag Van der Weegen Bouwontwikkeling ontwikkelt aan de Piushaven in Tilburg het appartementencomplex De
Havenmeester. Op het dek van de parkeerkelder, gelegen tussen de appartementgebouwen, wordt in de
toekomst een tuin aangelegd voor de bewoners. Op dit dek worden vanuit de parkeerkelder ook twee grote
rookafvoerkanalen geplaatst. Omdat de objecten dominant aanwezig zullen zijn en de toekomstige bewoners hier
direct zicht op hebben, is Van der Weegen op zoek gegaan naar een creatieve oplossing en heeft daarbij het PON
ingeschakeld. Daarop vond in het late najaar van 2012 in het kader van BRIEL de pilot De Havenmeester plaats.
In samenwerking met het PON heeft Van der Weegen een prijsvraag uitgeschreven: Hoe kun je van een storend
element een geliefd kunstobject maken?
26 BRIEL 2012
Werkwijze Via diverse kanalen en met behulp van het netwerk van het PON zijn kunstenaars verzocht om mee te doen. Voor
de uitnodiging: zie bijlage F. Uit de mogelijke kandidaten zijn twee kunstenaars geselecteerd die een ontwerp
mochten maken voor de bouwondernemer. Vervolgens hebben deze kunstenaars samen met een in de wijk
gelegen middelbare school - de Nieuwste School - invulling gegeven aan de opdracht. De twee ontwerpen zijn in
het voorjaar van 2013 voorgelegd aan een beoordelingscommissie, bestaande uit toekomstige bewoners, een
afvaardiging van De Nieuwste School, het PON en opdrachtgever Van der Weegen. De beoordelingscommissie
heeft één ontwerp uitgekozen dat daadwerkelijk zal worden uitgevoerd.
In haar winnende ontwerp ‘Hier leg ik aan’ transformeert kunstenares Marieke Vromans de nooduitlaten met een
doorsnede van 1,6 meter en een hoogte van ruim 2,5 meter in twee bolders, met een reusachtige touwentros
rondom de bolders die dienst doet als zitelement. Met name de combinatie van kunst en het gebruik van het
object door de toekomstige bewoners sprak de beoordelingscommissie erg aan.
De beginselen van het ontwerp zijn ontstaan tijdens een brainstormsessie met 10 leerlingen van De Nieuwste
School tijdens de workshops 'creatief denken' die de kunstenares in november en december van 2012 gegeven
heeft. Marieke Vromans: “Het ontwerp maakt de verbondenheid van het gebouw met de Piushaven beleefbaar en
verankert deze identiteit op speelse wijze in de binnentuin van het nieuwbouwcomplex. 'Hier leg ik aan' is een
reactie op de ligging van De Havenmeester aan 'het stoere stadswater' van de Piushaven, de strakheid van de
architectuur en een uitnodiging voor de vele mensen die hier hun nieuwe thuis zullen vinden."
Evaluatie Zowel de school, de kunstenaars als ook de
ondernemer zijn erg tevreden over het gevolgde
traject. Het uitschrijven van een prijsvraag heeft als
middel goed gewerkt, maar volgens de bouw-
ondernemer is deze werkwijze niet voor alle
projecten haalbaar. Mogelijk ligt hiertoe ook een
uitdaging voor het onderwijs.
De meerwaarde voor het bedrijf ligt in de publi-
citeit die het project heeft gegenereerd (het
imago van het bedrijf is positief beïnvloed) en de
tevredenheid van de kopers met het resultaat
(woningen zijn beter te verkopen). Voor de
kunstenaars betekent het, naast het verkrijgen van
een opdracht, het kunnen bijdragen aan een
concrete oplossing voor een probleem.
Beide partijen geven aan het lastig te vinden om
elkaar te vinden voor opdrachten. Voor de
kunstenaars vormen social media een belangrijk
kanaal hiervoor en de bouwondernemer gebruikt
de prijsvraag geregeld als middel.
Het winnende ontwerp van Marieke Vromans
5 Advies aan de provincie 27
5 Advies aan de provincie
In de voorgaande hoofdstukken zijn de ondernomen activiteiten beschreven. In dit hoofdstuk benoemen we
de resultaten en doen we een aantal aanbevelingen. De kansen die we zien benoemen we concreet in 5.3.
Eerst schetsen we de aanknopingspunten voor de provincie en het provinciaal beleid.
5.1 Kansen voor verbinding cultuur en bedrijfsleven
In overleg met de provincie richtte BRIEL zich in 2012 primair op de relatie cultuur en economie, op de verbinding
van cultuur en bedrijfsleven.
Doel van het project in 2012 was de provincie een beeld te verschaffen van:
welke kansen zich voordoen om de relatie tussen cultuur en bedrijfsleven te versterken;
of en hoe de provincie hierin een rol kan nemen (bijvoorbeeld in het stimuleren van deze verbinding).
Op basis van de uitgevoerde activiteiten en alle gesprekken die gevoerd zijn zien wij ruime kansen om de
samenwerking van bedrijfsleven en cultuur te versterken.
De bijdrage van kunst en cultuur aan het bedrijfsleven kan als volgt worden beschreven en samengevat: Cultuur - met als brandstof verbeeldingskracht, creativiteit en out of the boxdenken – zorgt voor een innoverend leef- en vestigingsklimaat en een aantrekkelijk woon- en werkmilieu voor kenniswerkers en andere werknemers. Het draagt bij aan de creatieve ontwikkeling van mensen en trekt toeristen aan.
28 BRIEL 2012
5.2 Relatie met provinciale agenda’s
Agenda van Brabant De in de Agenda van Brabant geschetste ambitie om
tot de top van de kennis- en innovatieregio’s in Europa
te behoren is bepalend voor de agenda van de
provincie Noord-Brabant. Deze is er op gericht om het
vestigings- en leefklimaat zodanig te beïnvloeden, dat
Brabant in sociaal cultureel opzicht creatief, in
ecologisch opzicht duurzaam en in economisch opzicht
aantrekkelijk en welvarend blijft.
In de huidige netwerksamenleving kunnen overheden
maatschappelijke vraagstukken vrijwel nooit zelfstandig
oplossen. Partnerschappen zijn hiervoor noodzakelijk.
Het gaat om slim schakelen tussen overheden, markt en
maatschappelijke organisaties. Daarom ook is juist de
verbinding tussen bedrijfsleven en kunstenaars (kunst en
cultuur) van belang: deze verbinding maakt de
meerwaarde van elk van beide voor de ander zichtbaar
en productief en kan leiden tot nieuwe, slimme
verbindingen en innovaties. De provincie heeft hierbij
verschillende rollen: een faciliterende, een aanjagende
dan wel agenderende rol en via inzet van financiële
middelen een investerende rol.
Wanneer we de Agenda van Brabant als toekomstvisie
nemen, dan biedt deze de volgende
aanknopingspunten voor cultuur. Cultuur…
…draagt bij aan een regionale identiteit
…verhoogt de kwaliteit van het vestigings- en leefklimaat
…zorgt voor een herkenbaar imago van Brabant
…draagt bij aan innovatie en creativiteit
…draagt op zich ook al bij aan de economische waarde
…moet worden meegenomen in de ruimtelijke planvorming
…zorgt voor het aantrekken en behouden van
(creatief) talent en kenniswerkers
Deze noties worden ondersteund door diverse
voorbeelden, die genoemd zijn tijdens de interviews.
Cultuuragenda In de nieuwe Cultuuragenda Brabant van de provincie is het strategische doel te komen tot een veerkrachtige
cultuursector, door in te zetten op kennis, innovatie, ondernemerschap en verbinding. Met name de strategische
lijnen innovatie, ondernemerschap en stimuleren van slimme verbindingen bieden kansen bij de versterking van
de relatie bedrijfsleven en cultuur. Kijkend naar innovatie en verbinding kunnen we stellen dat cultuur een grote
verbindende kracht heeft, als schakel tussen velden die elkaar daarvoor niet kenden. Cultuur is de motor van
verbeeldingskracht en fantasie (vanwege out of the boxdenken), bedenkt bijzondere concepten en ontwerpen en
stimuleert het ontwikkelen van competenties op alle niveaus:
op microniveau (individueel niveau): creativiteit, zelfvertrouwen, co-creatie, betrokkenheid, mondigheid, zelfreflectie;
op mesoniveau (groepsniveau): sociale binding, netwerken en samenwerken;
op macroniveau (nationaal/internationaal niveau): wereldburgerschap.
Juist door deze competenties is cultuur geschikt om
crosssectorale verbindingen te helpen leggen, die
nodig zijn om maatschappelijke vraagstukken op te
lossen: een onorthodoxe benadering die in de plaats
komt van een conventionele niet- effectieve aanpak.
Nieuwe kansrijke verbindingen kunnen leiden tot
slimme nieuwe allianties met zorg, met onderwijs, met
economie, ruimte en stedelijke ontwikkeling. Door
cultuur als verbindende kracht in te zetten naar andere
terreinen, wordt zij zichtbaar en draagt ze bij aan een
betere leefomgeving. Nemen we ondernemerschap,
dan werkt een sterke cultuurinstelling aan ondernemend
vermogen om financieel zoveel mogelijk op eigen
benen te staan, rendabel te blijven en een sterke
maatschappelijke positie te verwerven. Culturele
ondernemers boren nieuwe markten aan, zij zoeken een
relatie met het bedrijfsleven. Culturele instellingen en
bedrijfsleven hebben elkaar veel te bieden en kunnen
elkaar versterken. Daarbij kunnen culturele instellingen
ook veel leren van het bedrijfsleven: het ontwikkelen van
ondernemerschap, het stimuleren van het verdienver-
mogen en het opzetten van andere/nieuwe verdienmo-
dellen, het benaderen van markten en klanten/publiek
en het opstellen van een ondernemingsplan. De uitda-
ging is om de relaties met het bedrijfsleven zo uit te
bouwen, dat deze bereid is cultuurprojecten te adopte-
ren en expertise beschikbaar te stellen.
5 Advies aan de provincie 29
Economische agenda In het economisch programma ‘Brabant 2020 – Op weg naar de top’ wil de provincie Noord-Brabant economie en
leefbaarheid stimuleren via een zogenaamd tienpuntenplan. Uitgangspunt vormen slimme verbindingen in
combinatie met slimme instrumenten: met kennis, ondernemerschap en innovatie de Europese top bereiken.
Zes clusters spelen daarbij een hoofdrol: Life Sciences & Health, Agro Food, High Tech Systemen en Materialen,
Logistiek, Biobased Economy en Maintenance. Deze clusters kunnen ook een rol spelen bij het ontwikkelen van
slimme, innnovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken: goed voor de economie, goed voor de
leefbaarheid. Daarom zijn de clusters gekoppeld aan vier maatschappelijke opgaven: slimme mobiliteit, een
duurzame agro-foodketen, duurzame energie en gezond ouder worden. Per thema komt er een uitvoeringspro-
gramma. Voor het zorgdomein is dat het programma Zorgeconomie. Dit biedt kansen voor een effectieve inzet
van cultuur voor bedrijfsleven.
De drie hiervoor genoemde agenda’s vormen uitgangspunt voor de aanbevelingen van het PON.
5.3 Wat kan de provincie doen?
Wanneer we de projectresultaten overzien en deze toetsen op hun bruikbaarheid voor het actuele provinciale
beleid komen we tot een aantal aanbevelingen. Uitgangspunt hierbij is om in het perspectief van de Agenda van
Brabant zoveel mogelijk een verbinding te leggen tussen de culturele en economische agenda.
Maak een actieplan voor ondernemerschap voor de culturele sector & Ontwikkel een ecosysteem/marktplaats als platform voor interactie tussen kunstenaars en ondernemers De belangrijkste bevindingen uit de interviews (zoals beschreven in de voorgaande hoofdstukken en samengevat
in het tussentijds advies dat in november 2012 aan de provincie is uitgebracht, zie bijlage G) zijn een actieplan
voor ondernemerschap voor de culturele sector en het ontwikkelen van een ecosysteem/marktplaats als platform
voor succesvolle interactie tussen kunstenaars en ondernemers. Deze hebben volgens ons de meeste kans van
slagen wanneer ze gecombineerd worden en worden toegepast op kansrijke gebieden/clusters. Steeds staat de
waarde-vermeerderende factor van kunst en cultuur centraal:
Ze stimuleren out of the box denken en dragen bij aan innovatieve oplossingen van maatschappelijke vraagstukken
Ze maken ruimtes en producten/processen fysiek mooier
Ze creëren een bijzondere uitstraling
Ze geven het bedrijf een innovatief imago
Ze helpen het bedrijf zijn identiteit te bepalen
Een effectieve aanpak bij het realiseren van kansen wordt gekenmerkt door open innovatie, co-creatie en cross-
overs, waarbij de juiste mensen bij elkaar gebracht worden om nieuwe, slimme verbindingen aan te gaan. Strate-
gisch doel is een vanzelfsprekende samenwerking tussen bedrijfsleven en cultuur, die leidt tot een creatievere en
mooiere samenleving en een verrijking voor de consument.
Wij zien de meeste kansen bij de volgende twee clusters:
1 Zorg: de zorgsector (één van de meest kapitaal- en arbeidsintensieve groeisectoren van onze tijd, die voor
de grootste maatschappelijke vraagstukken staat) is veel te technologisch en te weinig kunstzinnig ingericht,
zonder gebruik te maken van de kracht van design. Hier ligt een grote strategische kans.
2 Leefbaarheid: cultuur is van belang voor het vestigingsklimaat. De bijdrage van kunst en cultuur schuilt in
hoge mate in ‘out of the boxdenken’ en in substantiële mate in zijn bijdrage aan het woon-, leef- en
vestigingsklimaat. Ook hier ligt een kans om daar meer gebruik van te maken.
30 BRIEL 2012
In relatie tot de rol van de provincie:
Zorg:
Met projecten als Slimme Zorg (afgerond in 2012) bij
de directie SCO en de keuze voor het economisch
uitvoeringsprogramma Zorgeconomie heeft de pro-
vincie al richtinggevende keuzes gemaakt. Zorg is
een kapitaalintensieve groeisector met veel kansen
voor ondernemend Brabant, waarin de bijdrage van
kunst en cultuur nog sterk kan groeien. Ook tijdens
de projectperiode kwam een aantal perspectiefrijke
initiatieven in beeld: Stichting Beter en de samen-
werking van farmaceutisch bedrijf Jansen-Cilag met
de TUE, gericht op de totstandkoming van ‘Healthy
City’.
Wij bevelen in dit verband aan dat de provincie
vanuit haar faciliterende rol helpt (meer) broed-
plaatsen te creëren, waarin nieuwe concepten/
producten/ diensten/ oplossingen worden
uitgeprobeerd (living lab) en waarin de verbinding
tussen kunst en cultuur en zorg tot stand kan
komen. Er bestaan regionale structuren, deels
gefinancierd door de provincie, die door toevoe-
ging van de kunst- en cultuurblik wellicht een stap
verder kunnen zetten. Hierbij valt onder meer te
denken aan Midpoint als voorbeeld van een
regionale structuur, waarbij het programma Care
Avenue een kansrijke invulling kan krijgen door het
vormen van living labs als kapstok voor diverse
projecten en initiatieven.
Daarnaast zou – vanuit de investerende rol van de
provincie - het op te richten revolverend innova-
tiefonds voor investeringen in kleine collectieve
innovatieprojecten nadrukkelijk open moeten staan
voor de inbreng van kunstenaars.
Leefbaarheid
Ervaringen met de inzet van designers in leef-
baarheidprojecten en de resultaten van het pilot-
project De Havenmeester geven aan dat er te
verzilveren kansen liggen in een toenemende
samenwerking tussen bedrijfsleven en kunst en
cultuur. Voor de provincie is het versterken van de
leefbaarheid in Brabant prioriteit, zoals blijkt uit de
stimulering van iDops (integrale Dorps- ontwikke-
lingsplannen) en uit de Agenda van Brabant.
Wij bevelen aan dat de inzet van kunstenaars bij
leefbaarheid meer vanzelfsprekend wordt en
integraal onderdeel van projecten en programma’s
(agenderende rol) en dat de beschikbare middelen
en fondsen van de provincie en externe partners
expliciet de inbreng van kunstenaars opnemen als
onderdeel van de projectkosten (faciliterende/
investerende rol).
Daarmee ligt de rol van de provincie – zoals hier-
boven aangegeven – in het faciliteren, aanjagen en
agenderen van kansrijke binnen de Agenda van
Brabant passende initiatieven en zo nodig hierin
investeren.
Bijlagen 31
Bijlagen
Bijlagen 33
Bijlage A Overzicht van geïnterviewde personen
(In chronologische volgorde van interviews)
Ton Nelissen Voorzitter Kamer van Koophandel Noord-Brabant
Ad van Berlo Oprichter van Berlo Group/voorzitter Designcoöperatie
Brainport/voorzitter Dutch Design Week
Jan Pelle Directeur Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM)
Peter Stutvoet Directeur Monumentenfonds Brabant
Marc Heuvelmans Advocaat Bogaerts en Groenen, vestiging Oisterwijk
Jacques de Brouwer Architect bij Bedaux De Brouwer Architecten
Richard l’Ami Hoofd Participatie en waarnemend hoofd Innovatie en Ontwikkeling
BOM
Hans Dona Voormalig directeur Ruimte voor Ruimte
Hanneke Doevendans Directeur Doevendans BV (aannemer en projectontwikkelaar)
Sjaak Bloem Onder meer innovatiemanager Janssen-Cilag
Jan Doms Voormalig directeur Tillburgse Kunststichting,oprichter/partner LEF
Stadsdynamica
Jan Verhoeven Senior interim-manager en kunstverzamelaar, voorzitterstichting Yellow
Fellow
Jan Geevers Voorzitter raad van bestuur Van Spaendonckgroep
Clemens Bolhaar Directeur Bossche Investerings Maatschappij (BIM)
Dirk Lips Directeur en grootaandeelhouder van Libéma (beurs-accommodaties,
vakantieparken en attractieparken)
Wim Louwers Directeur Rabobank ’s-Hertogenbosch en omstreken
Paul Vermee Directeur Fresh Ideas BV
Geert Verbeke Oprichter/eigenaar/artistiek leider Verbeke Foundation
Peter Struik CEO Fujifilm Europe BV
Chantal Gulickx Manager nieuwbouw Van der Weegen Tilburg
Albert Kivits Directeur Innovatie woningstichting TRUDO/ directeur STRIJP
Cultuurfonds
34 BRIEL 2012
Bijlage B Interviewguide
Interviewguide Bedrijfsleven en kunst en cultuur
Introductie
Definitie: onder kunst en cultuur versta ik hier uw ervaringen met fotografen, filmmakers, vormge-
vers in alle disciplines (grafisch, industrieel et cetera), podiumkunstenaars uit de disciplines muziek,
muziektheater, toneel, dans, beeldend kunstenaars, schrijvers et cetera.
Kunst en bedrijfsleven hebben elkaar veel te bieden en kunnen elkaar versterken. Kunst zorgt voor
verbeeldingskracht en out of the box denken, het bedrijfsleven voor ondernemerschap en het
vinden van (nieuwe) markten. In Brabant bestaan al inspirerende voorbeelden van geslaagde
synergie tussen beide: denk aan design.
Maar kennen kunst en bedrijfsleven elkaar wel? Daarom dit gesprek. Dat zou kunnen leiden tot
meer samenwerking op operationeel niveau, dus tot concrete matches met meer en betere
business voor uw bedrijf en voor kunstenaars, tot het verbinden van netwerken van bedrijfsleven en
kunst en cultuur (tactisch niveau) en tot een verbinding op strategisch niveau (imago en positie-
verbetering, rechtstreekse relaties tussen beide waarbij de overheid, die voorwaarden schept,
meer op afstand komt waardoor er meer ruimte voor kunst ontstaat om te ondernemen). Het gaat
dus niet om geld, maar om leren en profiteren van elkaar (overdragen van expertise).
De bedoeling is om te horen hoe het bedrijfsleven aankijkt tegen kunst en cultuur en wat het
bedrijfsleven nodig heeft wat kunst en cultuur kunnen bieden.
Thema 1a Ervaringen in het bedrijf - direct verbonden met product en proces in het bedrijf
Met welke vormen van kunst of kunstenaars heeft u wel eens te maken in uw bedrijf?
Hoe/op welk bedrijfsniveau komt u hiermee in aanraking?
Doorvragen:
Via het productieproces?
Product?
Corporate identity?
Corporate strategy?
Corporate communication?
Kunstenaars die uitgenodigd worden voor
trainingen (teambuilding, out of the box denken)?
ontwikkelen visie/missie, strategie?
vormgeven binnen- en buitenruimtes?
Thema 1b Ervaringen in het bedrijf – verbonden met de omgeving
Hoe komt u/uw bedrijf buiten de werksituatie in aanraking met kunst en cultuur?
Eventueel als doorvraagvragen gebruiken:
Ontspanning?
Bedrijfsuitje?
Relatiemarketing?
Sponsoring?
maatschappelijk verantwoord ondernemen?
Door deelname aan besturen/ raden van toezicht van culturele instellingen?
Bijlagen 35
Als voorgaande twee vragen geen informatie opleveren: Thema Visie
Wat is uw eerste associatie/ beeld/ gedachte bij kunst en cultuur?
Hoe kijkt u/ uw bedrijf naar kunst en cultuur?
Tussenvraag: Hoe is de relatie van uw branche met kunst en cultuur?
Thema 2 Bijdrage cultuur aan bedrijfsleven (in al zijn diversiteit, MKB anders dan
grootbedrijf)
Wat hebben kunst en cultuur het bedrijfsleven te bieden?
NB Bij de hand houden:
Experts omschrijven de bijdrage van kunst en cultuur als volgt:
Cultuur - met als brandstof verbeeldingskracht, creativiteit en out of the boxdenken – zorgt voor
een innoverend leef-en vestigingsklimaat en een aantrekkelijk woon- en werkmilieu voor
kenniswerkers en andere werknemers. Het draagt bij aan de creatieve ontwikkeling van mensen en
trekt toeristen aan. Een goed cultuuraanbod is voor de economie van groot belang, het vergt niet
alleen kosten, maar levert ook baten en rendement op. Zo is aangetoond, dat de grondprijs
toeneemt wanneer er hoogwaardige culturele voorzieningen in de buurt zijn. Cultuur bedenkt
bijzondere concepten of maakt bijzondere ontwerpen. Iets waar je emotioneel wat mee hebt:
cultuur maakt dingen die opvallen, waarvan je kunt genieten, die voldoening geven, die prestige
verlenen, die je onderscheiden.
Concreet hebben kunst en cultuur het volgende te bieden:
Out of the box denken
Fysiek mooier maken van ruimtes en producten/ processen
En daardoor een bijzondere uitstraling (Piet Hein Eek)
De mogelijkheid je te verbinden met kunstenaars en –instellingen, die je een innovatief imago geven
Helpen je identiteit te bepalen/zijn identiteitsbepalend.
Wat vindt u hiervan? Wat hebben volgens u kunst en cultuur uw bedrijf te bieden?
Thema 3 Bedrijfsleven – kunst en cultuur
Hoe kijkt u aan tegen deze relatie?
Welke kansen ziet u?
Welke valkuilen ziet u?
Welke voorbeeldfunctie kan het (groot)bedrijf hebben?
Wat zou beter kunnen?
Hoe kan deze relatie volgens u versterkt worden?
Welke rol ziet u hierbij voor u/ uw bedrijf?
Wat zou u/ uw bedrijf concreet kunnen doen?
36 BRIEL 2012
Bijlage C Rubricering output interviews
De antwoorden uit de 21 interviews zijn in een eerste rubricering in te delen in zeven categorieën:
1. Anders kijken (out of the box denken, experimenteren, prikkelen) 17 keer
2. Branding (uitstraling, imago, trendsettend, identificatie) 9 keer
3. Bijdrage aan woon-, leef- en (met name) vestigingsklimaat 8 keer
4. Bron van inkomsten/ economisch rendement 5 keer
5 Ontwerpen en vormgeven 4 keer
6. Bijdrage aan geluk (indicator voor kwaliteit) 3 keer
7. Emotionele impact (raakt, schoonheid, ontspanning) 3 keer
Totaal aantal keren genoemd 49 keer
We constateren dat de categorie ‘Anders kijken’ veruit het hoogste scoort, op enige afstand
gevolgd door de categorieën ‘Branding’ en ‘Bijdrage aan woon-, leef- en vestigingsklimaat’.
Oftewel: volgens vertegenwoordigers van het bedrijfsleven schuilt de bijdrage van kunst en cultuur
in hoge mate in het ‘out of the boxdenken’ en in substantiële mate in zijn bijdrage aan branding en
aan woon-, leef- en vestigingsklimaat.
Een verdere inhoudelijke clustering geeft het volgende beeld:
1. Bijdrage aan omgeving (fysiek, sociaal, economisch; samenvoeging van
de categorieën 2, 3, 4, en 5 26 keer
2. Anders kijken (categorie 1) 17 keer
3. Bijdrage aan geluk (samenvoeging van categorieën 6 en 7) 6 keer
Het zal niet verbazen dat ‘Bijdrage aan de omgeving’ nu het hoogste scoort: het is een samen-
voeging van vier categorieën. Opvallend is dat ‘Anders kijken’ nog steeds hoog scoort.
‘Bijdrage aan de omgeving’ en ‘Bijdrage aan geluk’ kunnen we beide beschouwen als resul-
taatcategorieën: de eerste gaat over materieel resultaat, de tweede over immaterieel resultaat.
‘Anders kijken’ kunnen we daarentegen zien als een inputcategorie: een houding, denkwijze,
aanpak die nodig is om tot betere resultaten te kunnen komen.
De interviewresultaten sluiten ook in behoorlijke mate aan bij de eerder uit onderzoek1 verkregen
inzichten.
1 Publicaties: Florida, R (2002) The Rise of the Creative Class Rutten, P, IJdens, T, Jacobs D, Koch, K (2005) Knelpunten in creatieve productie: creatieve industrie Koopmanschap, E (2007) Ontwikkelprogramma Cultuur en Economie Marlet, G en van Woerkens, C (2011 Atlas 2011 voor gemeenten – de waarde van cultuur voor de stad
Bijlagen 37
Bijlage D Deelnemerslijst bijeenkomst Culture Meets Industry 6-9-2012
Deelnemers uit het bedrijfsleven Bedrijfsnaam
De heer A. Nelissen Kamer van Koophandel Brabant
De heer P. Stutvoet Monumentenfonds Brabant
De heer J. de Brouwer Bedaux De Brouwer Architecten BV BNA
De heer S. Bloem Janssen-Cilag B.V./ Nyenrode Business Universiteit
De heer J. Doms LEF Stadsdynamica
De heer J. Verhoeven Yellow Fellow
De heer P. Vermee Fresh Ideas B.V.
De heer G. Verbeke Verbeke Foundation
De heer P. Struik FUJIFILM Manufacturing Europe B.V.
De heer J. Melis Melis Gieterijen
De heer H. Meijs Interpolis
De heer W. Ummels Bouwconsultancy
De heer G. Berkelmans De Groene Kamer/ Intratruin Tilburg-Breda
De heer N. Baken KPN Strategy & Innovation
De heer J. Post Universiteit van Amsterdam
De heer C. Salomons Starterslift
De heer K. van de Koppel The Progress Factor
De heer F. Coolen GlasbewerkingsBedrijf Brabant GBB
38 BRIEL 2012
Genodigden uit de kunst- en cultuursector
Bedrijfsnaam/beroep
Dhr. H. Driessen De Pont museum voor hedendaagse kunst
Mevr. I. Luycks Galerie Luycks
Dhr. C. van Koppen BKKC Brabants Kenniscentrum kunst en cultuur
Dhr. P. Timmermans Erfgoed Brabant
Dhr. E. van der Westen Muzieklab Brabant
Dhr. H. Robertus Dutch Design Week/Capital D-Design Cooperation Brainport
Dhr. J. Heinsius Cultuur-Ondernemen
Mevr. D. Heeroma NHTV Academy for Digital Entertainment
Mevr. M. Poel Conceptueel kunstenaar
Dhr. P. Schreuder Academy for Creative Industries
Dhr. J. van der Putten Verkadefabriek
Mevr. M. Verberk MU/ STRP cultuurfonds
Mevr. T. Schuurmans Beeldend kunstenaar
Mevr. M. Zijp Eelt/ FHK Kunst en cultuur/Kunstconceptcoach
Dhr. W. Claessen Circo Circolo
Mevr. M. Gerritzen MOTI Museum of the Image
Mevr. L. Dankert Huis voor Beeldcultuur
Mevr. K. de Vries DordtYart
Dhr. E. Uitenbogaard CARTESIUS MUSEUM
Dhr . M. Mulders Beeldend kunstenaar
Dhr. W. Hupperetz Allard Pierson Museum
Mevr. S. Knitel Academy for Creative Industries
Gespreksleiders Bedrijfsnaam
De heer J. Mulder Provincie Noord-Brabant
De heer J-H. Sloesen Provincie Noord-Brabant
De heer G. Grosfeld Provincie Noord-Brabant
Mevrouw E. Hooghiemstra Stichting PON
Mevrouw W. Arts Stichting PON
De heer E. Koopmanschap Stichting PON
Ondersteuning Bedrijfsnaam
De heer J. Mulder Createring BV
Mevrouw J. Smets Stichting PON
Mevrouw N. Aarts Stichting PON
Bijlagen 39
Bijlage E Inspiratiedag studenten Fontys Hogeschool voor de kunsten
Aanpak 9 mei
Doel vanuit BRIEL (opdracht provincie)
Toetsen wat de meerwaarde is van de verbinding tussen kunst en bedrijfsleven
Concreet: studenten kunstonderwijs prikkelen op hun ondernemerschap (primair)
Concreet: hoe kunnen de studenten (afstuderende kunstenaars en beginnend ondernemers)
een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken (social design,
innovatie en zorg, community arts) (secundair).
Doel vanuit PON
Studiedag is onderdeel van BRIEL- werkplanproject, waarbij de resultaten van het
voortraject= interviews en de in overleg met de provincie te kiezen aanpak voor het
vervolgtraject getoetst kunnen worden in de (onderwijs)praktijk
Geeft voeding voor het vervolgtraject BRIEL
Bekendheid geven aan de rol van het PON en zijn producten en diensten.
Voorstel opzet
Vijftrapsraket:
1 eerst prikkelende presentaties/ statements door verschillende ‘typen’ ondernemers en kunstenaars:
ondernemer die (nog) niets heeft met kunst en cultuur (‘verkeerde ondernemer’)
twee ondernemers die kunst en cultuur hebben leren waarderen (‘bekeerde ondernemers’)
een kunstenaar die heeft leren ondernemen (‘bekeerde kunstenaar’)
2 blokje theorie over ondernemen en ondernemerschap
3 debat in een aantrekkelijke vorm (bijv. Lagerhuisdebat, waarbij ieder zijn betoog mag
hebben)
4 workshop(s) om daadwerkelijk met leerpunten aan de slag te gaan, hetzij gepersonaliseerd
(persoonlijke leerpunten) hetzij gethematiseerd (welke thema’s zijn eerder komen
bovendrijven?)
5 enthousiasmerende afsluiting
Stellingen Lagerhuisdebat studiedag FHK 9 mei 2012
De aandacht voor ondernemerschap gaat ten koste van de artistiek- inhoudelijke ontwikke-
ling van een kunstenaar
De toekomst van de kunsten wordt bepaald door de mate waarin kunstenaars het vak van
ondernemer begrijpen
Een vrije kunstenaar bestaat niet (reserve).
40 BRIEL 2012
Bijlage F Prijsvraag pilot De Havenmeester
Van der Weegen Bouwontwikkeling ontwikkelt aan de Piushaven in Tilburg het apparte-
mentencomplex De Havenmeester. Op dit moment wordt het complex in opdracht van Van der
Weegen gerealiseerd. Zie ook www.dehavenmeester.info. Op het dek van de parkeerkelder,
gelegen tussen de appartementgebouwen wordt in de toekomst een tuin aangelegd voor de
bewoners. Op dit dek worden vanuit de parkeerkelder twee rookafvoerkanalen geplaatst van vier
meter hoog. Omdat de objecten dominant aanwezig zullen zijn en de toekomstige bewoners hier
direct zicht op hebben, zijn wij op zoek naar een creatieve oplossing.
Een storend element moet uiteindelijk een geliefd kunstobject worden.
Hierbij willen wij je uitnodigen mee te doen aan de kunstenaarsselectie die wij in samenwerking
met PON in het kader van Culture Meets Industry, voor de invulling van deze opdracht houden. We
zijn op zoek naar (jonge) enthousiaste (beginnende) kunstenaars.
Het is de bedoeling twee kunstenaars te kiezen die beiden een schetsontwerp mogen uitwerken.
Zij presenteren vervolgens hun schetsontwerp, uiteraard op basis van een nader te verstrekken
programma van eisen. De vergoeding voor het schetsontwerp bedraagt € 2.500,00.
Naast het programma van eisen is de samenwerking met een groep leerlingen van de Nieuwste
School een onderdeel van je aanpak. Het is de bedoeling om aan de hand van drie à vier
workshopmiddagen voldoende input te krijgen om je ontwerp uit te werken. Omdat de
tijdbesteding van de werkgroep al is ingepland, dien je beschikbaar te zijn op….. (data).
De kunstenaar met het meest aansprekende ontwerp (hierbij wordt ook gelet op uitvoerbaarheid
binnen het gestelde ontwerpbudget) krijgt een vervolgopdracht tot uitwerking van het schets-
ontwerp.
Hoe doe je mee?
Vertel iets over jezelf (je ambitie, passie)
omschrijf op welke wijze jij invulling zou geven aan de workshops en het proces tot
schetsontwerp
een foto van een kunstwerk dat je gelukkig maakt (niet van jezelf)
een foto van een werkstuk van jezelf (vertel hoe het tot stand is gekomen).
Je aanmelding en een antwoord op bovenstaande vragen dient uiterlijk 24 oktober door ons te zijn
ontvangen.
De twee kunstenaars die worden geselecteerd voor het schetsontwerp ontvangen uiterlijk 29
oktober 2012 bericht.
Je kunt je presentatie indienen bij Chantal Gulickx, mailadres c.gulickx@vanderweegen.nl. Mocht je
nog vragen hebben over de in te dienen bescheiden dan kun je die schriftelijk stellen via hetzelfde
mailadres.
Bijlagen 41
Bijlage G Tussentijds advies
Provincie Noord-Brabant
mevrouw A. van Tilburg
Postbus 90151
5200 MC ‘s-HERTOGENBOSCH
datum 6 november 2012
ons kenmerk erko/mgo b-001
betreft tussentijds verslag en advies
Geachte mevrouw Van Tilburg,
Graag bieden wij u op uw verzoek een tussentijds verslag en advies aan vooruitlopend op de
eindrapportage begin 2013.
In opdracht van bureau cultuur van de provincie Noord-Brabant voert het PON in 2012 binnen het
kader van de Agenda van Brabant een project uit rond de versterking van de relatie
Bedrijfsleven - Kunst en cultuur.
De provincie beoogt met dit project in 2012 een beeld te krijgen van
Welke kansen zich voordoen om de relatie tussen cultuur en bedrijfsleven te versterken
Of en hoe de provincie hierin een rol kan nemen (bijvoorbeeld in het stimuleren van deze
verbinding)
Overzicht van activiteiten en resultaten Er zijn 21 interviews gehouden met sleutelpersonen uit het bedrijfsleven (bijlage 1). Hieruit blijkt
dat het bedrijfsleven grote waarde toekent aan kunst en cultuur (out of the box denken, bijdrage
aan leef- en vestigingsklimaat). Wel dient volgens hen deze bijdrage zo concreet mogelijk te zijn en
vertaald te worden in één-op-één-relaties met wederzijds respect als uitgangspunt: ‘een
kunstenaar die van het bedrijfsleven houdt en er zich in verdiept, ontmoet een ondernemer die iets
met kunst en cultuur heeft en ervan wil leren uit eigenbelang’. De belangrijkste aanbevelingen uit
de interviews zijn:
Ontwikkel een strategisch traject en begin met een startbijeenkomst met de drie partijen
over visie/doel en concrete aanpak. Deze aanbeveling hebben wij uitgevoerd (zie hieronder).
Een aanvalsplan voor ondernemerschap van kunstenaars.
Faciliteer reguliere ontmoetingen tussen kunstenaars en ondernemers (ecosysteem,
markplaats, platform).
Faciliteer bijzondere ontmoetingen.
Zet communicatiemiddelen in zoals een promotiefilm over de waarde van kunst en cultuur
voor het bedrijfsleven.
42 BRIEL 2012
Om deze kennis en ervaringen te delen en te spiegelen aan een andere doelgroep dan alleen het
bedrijfsleven is op 9 mei jl. gebruik gemaakt van de mogelijkheid om 70 studenten van Fontys
Kunstonderwijs te prikkelen op hun ondernemerschap en op de kansen om de verbindende kracht
van cultuur toe te passen, dat wil zeggen hoe kunnen zij als afstuderend kunstenaar en beginnend
ondernemer een passende bijdrage leveren bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken:
cultuur als integrale verbinder (social design, innovatie en zorg, community arts). Het PON heeft op
die dag in samenwerking met Fontys Hogeschool voor de Kunsten een studie/inspiratie- en
werkdag georganiseerd, dit tot expliciete tevredenheid van studenten en docenten.
Vervolgens is de belangrijkste aanbeveling uit de interviews opgevolgd en is op 6 september jl.een
strategische startbijeenkomst gehouden in museum De Pont onder de titel Culture meets industry.
Hieraan namen 45 vertegenwoordigers van bedrijfsleven en kunst en cultuur deel (bijlage 2).
Het doel van de startbijeenkomst was:
Nagaan of het bedrijfsleven en kunstenaars het er over eens zijn dat zij elkaar nodig hebben
(nut en noodzaak).
Peilen welke haalbare doelen gekozen kunnen worden ter versterking van de relatie
bedrijfsleven en kunst en cultuur.
Peilen hoe het bedrijfsleven/ondernemers hieraan kan bijdragen en hoe kunstenaars/culturele
instellingen.
Peilen hoe de provincie hieraan kan bijdragen (welke rol?).
Samengevat leverde de bijeenkomst ook een bevestiging op van de resultaten uit de interviews.
Nut en noodzaak worden door beide partijen (bedrijfsleven en kunst en cultuur) onderschreven en
als strategisch doel zien zij een duurzame samenwerking tussen beiden. Er zou een licht
gestructureerd ecosysteem ontwikkeld moeten worden waarbij ondernemers en kunstenaars elkaar
kunnen ontmoeten. Het faciliteren van reguliere ontmoetingen dus (Verslag bijeenkomst bijlage 3).
In de resterende maanden zullen wij deze resultaten verdiepen in tenminste één pilot waarbij
bedrijfsleven en kunst samenwerken. De pilot met een bouwbedrijf is inmiddels gestart en twee
kunstenaars zijn ingeschakeld. We beogen ook de resultaten van deze samenwerking te bespreken
met de belangrijkste stakeholders van deze pilots.
Tenslotte heeft dit project er in geresulteerd dat de nieuwjaarsbijeenkomst van ondernemend
Midden-Brabant (georganiseerd door BORT en BZW Midden-Brabant) op 2 januari 2013 gewijd zal
zijn aan de verbinding tussen bedrijfsleven en kunst en cultuur waarbij het PON naar verwachting
gevraagd wordt de inhoudelijke vulling van het programma te leveren. Vanzelfsprekend zullen wij u
na afloop van het project een verslag aanbieden. Nu al menen wij te kunnen zeggen dat in het
tijdbestek van 10 maanden interessante resultaten geboekt zijn, die er om vragen verdere acties te
ondernemen.
Projectresultaten De genoemde resultaten passen uitstekend binnen de actuele beleidskaders van de provincie.
Aanknopingspunten hiervoor zijn: de Agenda van Brabant, de ontwikkeling van de CultuurAgenda
Brabant, de uitvoering van het Economisch programma en de rol van de provincie als alliantie-
manager.
Gelet op de projectresultaten, die laten zien dat dit thema leeft bij betrokken partijen, die hebben
aangegeven te willen investeren in de versterking van de relatie tussen Bedrijfsleven en Kunst en
cultuur adviseren wij u tussentijds het volgende:
Bijlagen 43
Aanvalsplan voor ondernemerschap van kunstenaars. Wij adviseren dit via de band van het
onderwijs en via het uitvoeringsprogramma Economie van de provincie te laten realiseren. Een tijdelijke denktank met als opdracht te inventariseren welke relaties tussen bedrijfsleven
en kunst en cultuur er zijn, welke vormen gewenst en haalbaar zijn en welke acties prioriteit
verdienen. Toelichting: Alle drie betrokken partijen (ondernemers, kunstenaars en
kunstonderwijs) zijn positief over de verbinding tussen bedrijfsleven en kunst, maar geen van
deze partijen investeert in de hele keten en neemt het initiatief voor de verbinding. Vanuit
kunstonderwijs (St. Joost Breda) en ondernemers (Tilburg Cultuurfonds) is gevraagd of het
PON hierbij wil helpen en de rol van regisseur op zich wil nemen. Faciliteer reguliere ontmoetingen tussen kunstenaars en ondernemers. Wij adviseren om in
samenspraak met gemotiveerde ondernemers en betrokken cultuurorganisaties en het
kunstonderwijs te investeren in het faciliteren van duurzame en licht gestructureerde
ontmoetingen tussen beiden (ecosysteem). Het Tilburgse bedrijfsleven is gemotiveerd een
pilot te realiseren voor zo’n platform, waarbij na de start het platform zelfvoorzienend is (‘een
lichte organisatie, die een infrastructuur levert die er nu niet is’). Aan de provincie wordt
gevraagd de éénmalige startkosten te financieren. Bij gebleken succes kan bekeken worden
of deze formule ook in andere regio’s van Brabant opgezet kan worden in nauwe
samenspraak met regionale partijen (ondernemers, kunstonderwijs, culturele instellingen). Faciliteer bijzondere ontmoetingen. Wij willen de resultaten van de denktank afwachten
voordat wij u hierover concreet adviseren. Inzet communicatiemiddelen. Wij wachten de voostellen van de denktank ook op dit punt af.
Wij horen graag van u hoe u hier tegen aan kijkt, hoe de provincie dit kan faciliteren en welke rol
het PON hierbij kan spelen. Wij zijn gemotiveerd om ook in 2013 een passende rol - al of niet in
het werkplan - te vervullen.
Met vriendelijke groet,
Erik Koopmanschap Projectleider Briel/verbinding Bedrijfsleven – Kunst en cultuur
top related