de smart city: de stadsmarketing voorbij
Post on 12-Feb-2017
204 Views
Preview:
TRANSCRIPT
De Smart City – de stadsmarketing voorbij
1
Inhoudstafel
Inleiding .................................................................................................................................................. 2
De stad .................................................................................................................................................... 2
Maar wat is nu een smart city? .............................................................................................................. 3
Kritiek op ‘smart’ .................................................................................................................................... 5
De Vlaamse slimme stad of gemeente ................................................................................................... 7
En dan nu… de oplossingen .................................................................................................................. 10
1. Smart city strategie ................................................................................................................... 10
2. Smart city solutions .................................................................................................................. 11
3. Slimme projecten ...................................................................................................................... 13
Besluit ................................................................................................................................................... 14
2
Inleiding
De laatste jaren heeft iedereen de mond vol van de ‘smart city’. Heel wat steden overal ter wereld
gebruiken dit concept in het kader van hun stadsmarketing. Intuïtief wordt die slimme stad steeds
gelinkt aan een hypermoderne stad die in alle aspecten gebruik maakt van ICT en innovatieve digitale
toepassingen inzet in domeinen zoals mobiliteit, energie-‐efficiëntie, interactie tussen burgers of de
dienstverlening van de lokale overheid. Maar intussen is iedereen het er over eens dat de slimme
stad meer is dan een digitale stad.
In dit artikel wordt meer duiding gegeven over het concept van de ‘smart city’, de evolutie van het
concept tijdens het afgelopen decennium en de (mogelijke) toepassing ervan in onze Vlaamse
gemeenten.
De stad
Het is een cliché te stellen dat tegen 2050 meer dan 75% van de wereldbevolking in steden zal leven,
maar het is tegelijk ook een toekomstige realiteit. Daar waar in 1950 ongeveer 1 miljard mensen op
onze planeet in verstedelijkt gebied woonden, zullen dat er in 2050 ongeveer 6 miljard zijn. Recente
projecties van de VN (http://esa.un.org/unpd/wup/) stellen zelfs dat tegen het einde van deze eeuw
85% van de wereldbevolking of 9 miljard mensen in steden zullen leven. Als we kijken naar de cijfers
voor België dan blijkt dat 98% van onze inwoners nu al beschouwd worden als stedelingen. Daarmee
staan we in de top 10 van de meest verstedelijkte gebieden in de wereld.
De toekomst ligt dus in onze steden en vereist een anders omgaan met stedelijkheid dan louter het
reageren op problematieken die eigen zijn aan de fysieke en demografische groei van de stad.
Het denken over steden en stedelijkheid is van alle tijden. Nieuwe theorieën steken steeds vaker de
kop op, veelal geïnspireerd door een academicus, een internationale organisatie, een internationale
instelling of een individuele consultant. Denken we maar aan de duurzame stad, de eco-‐city, de
digitale stad, de creative city, de ubiquitous city en meer recent de future cities, slow cities, de caring
en de sharing city.
Al zo lang ‘de stad’ bestaat zijn er visies over stedelijkheid ontwikkeld en uitgeprobeerd. In de ene
periode in de geschiedenis kon de stad een aantrekkingspool zijn terwijl een volgende periode tot
3
verval en stadsvlucht kon leiden. Telkens opnieuw vonden steden zichzelf opnieuw uit, zich ofwel
baserend op een al dan niet gedragen lange termijn visie, een politiek geïnspireerde korte termijn
visie ofwel op de dynamiek van het moment.
Maar wat is nu een smart city?
In mijn zoektocht naar de ultieme definitie van de ‘smart city’ vond ik in de wetenschappelijke
literatuur maar liefst 28 verschillende pogingen. Het bleek al duidelijk dat het onmogelijk is om één
kaderende definitie te vinden. Daarnaast zijn er nog tientallen conceptuele varianten waarbij het
adjectief ‘smart’ vervangen wordt door bijvoorbeeld ‘intelligent’, ‘virtueel’ of ‘digitaal’.
Als we uitgaan van het aspect ‘digitalisering’ als nieuw element in het mondiale stedelijk denken, dan
zien we een duidelijke evolutie, die nu al verder verder gaat dan de smart city:
1. de digitale stad (2002): legde de focus op de ontwikkeling van ICT-‐infrastructuur (breedband)
om tegemoet te komen aan noden van burgers, bedrijven en overheid op het vlak van
connectiviteit.
2. de ‘ubiquitous city’(2006): de ICT-‐infrastructuur in de stad wordt verder ontwikkeld om
permanente connectiviteit mogelijk te maken. Burgers krijgen toegang tot diensten op elk
moment, vanop elke plaats en met elk toestel.
3. de intelligente stad (2009): maakt gebruik van informatietechnologie om de manier van
leven en werken te veranderen. De intelligentie verwijst naar het bewust streven naar het
ondersteunen van innovatie en technologische ontwikkeling.
4. de ‘smart city’ (2011): voegt de menselijke factor toe aan de intelligente stad. Interactie
tussen mensen bepaalt het slimme karakter van het vormgeven van de stad via nieuwe
technologie. Stimuleren van creativiteit is essentieel in de smart city.
5. de kennis-‐stad (2014): voegt aan de smart city het permanent vergaren en gebruik van
kennis toe. Data wordt een strategische asset, en zowel sensoren en andere monitoring
systemen, als mensen verzamelen data, met het oog op analyse en aggregatie van data om
de omgeving beter te kennen en de juiste beslissingen te kunnen nemen op alle niveaus.
4
De meeste definities in de begindagen van het denken over de smart city waren zeer technologisch
georiënteerd. Volgens IBM, Cisco en tal van andere grote commerciële spelers is dit een stad waarin
nieuwe technologieën alle problemen op het vlak van infrastructuur, instrumentarium,
interconnectiviteit en intelligentie in de stad oplossen. En uiteraard hebben deze bedrijven al meteen
een technologische zelfhulpkit voor steden klaar. Voorbeelden van dergelijke steden zijn vooral te
vinden in Azië, de zogenaamde ‘smart cities in a box’ in Zuid-‐Korea en China, maar ook Masdar City in
de Verenigde Arabische Emiraten geldt als dé show case van een smart and sustainable city. Siemens
ontwikkelde zelfs een City Cockpit in Singapore, van waaruit de burgemeester de staat van zijn stad
elke dag opnieuw kan overzien en op basis van verzamelde informatie van bijvoorbeeld sensoren en
camera’s die overal in de stad zijn geplaatst, beslissingen kan nemen.
De Europese Commissie adopteerde het smart city begrip in eerste instantie in het kader van het
Europese innovatiebeleid. Consortia van bedrijven, onderzoeksinstellingen en overheden worden
aangemoedigd om hoogtechnologische smart city oplossingen te ontwikkelen en piloten uit te testen
in een stedelijke context. De industrie moest hierbij de lead nemen, steden werden veelal aanzien als
het decor, de proeftuin om te commercialiseren oplossingen uit te testen.
De 28 definities van de ‘smart city’ die ik terugvond bevatten ook pogingen tot concretisering. Heel
wat auteurs zoeken hun heil in het afbakenen van dimensies, om duidelijk te maken op welke
terreinen een smart city actief zou moeten zijn en technologie zou moeten inzetten om future-‐fit te
worden. Een aantal voorbeelden:
Giffinger et al. (2007) Economy Mobility Environment People Governance
Kourtit en Nijkamp (2012) Human capital Infrastructural capital Social capital Entrepreneurial capital
Thuzar (2011) Quality of life Sustainable economic development Management of natural resources through participatory policies Convergence of economic, social and environmental goals
Lombardi et al. (2012) Smart economy Smart people Smart governance Smart mobility Smart environment Smart living
5
Samengevat kunnen we stellen dat volgens de literatuur de eigenschappen van een smart city zich
situeren op deze domeinen:
• een genetwerkte infrastructuur die politieke efficiëntie en sociale en culturele ontwikkeling
mogelijk maakt
• sociale inclusie van de diverse groepen van bewoners en van het sociaal kapitaal in de
stedelijke ontwikkeling
• economische stedelijke ontwikkeling en stimuleren van creativiteit en ondernemerschap in
functie van stedelijke groei
• de natuurlijke omgeving als strategische component voor de toekomst
• technologie, en enger bekeken, ICT, mag geen doel op zich zijn, maar is een ‘enabler’, een
middel om het uiteindelijke doel makkelijker te bereiken.
Kritiek op ‘smart’
Een eerste kritiek op deze ontwikkelingen was vooral dat ze aanleiding gaven tot ‘lege’ plaatsen die
geen rekening houden met hoe steden in realiteit functioneren, de complexiteit van het stedelijk
weefsel, onverwachte scenario’s en het gemengde gebruik van stedelijke ruimtes. Met andere
woorden, men hield geen rekening met de onvoorspelbaarheid van de menselijke factor in de stad
en eigenlijk hield men zelfs geen rekening met de mens zelf. De doelstelling van deze smart city was
de technologie op zich.
Een tweede kritiek op de eerste smart city oplossingen was dat de stad zelf, met in de eerste plaats
het stadsbestuur, op geen enkele manier beschouwd werd als een actor in het streven naar een
smart city. De stad werd louter gezien als ‘klant’ die de nieuwe technologie kon aankopen, of als
‘canvas’ waarop de technologieën werden getest.
In antwoord op deze kritieken ijvert onder meer het grootste Europese stedennetwerk Eurocities,
met steden zoals Helsinki, Amsterdam, Manchester, Bologna, Barcelona, Gent en Eindhoven voor een
veel breder en holistisch smart city begrip. De definitie die we hanteren voegt in de eerste plaats de
menselijke component toe : “Een stad kan als smart city worden omschreven wanneer investeringen
in menselijk en sociaal kapitaal en in traditionele en meer innovatieve communicatie een duurzame
ontwikkeling ondersteunen. Hierbij wordt op een duurzame wijze omgegaan met natuurlijke
hulpbronnen en wordt een participatief lokaal beleid gevoerd. Een smart city moet een goede plek
6
zijn om te wonen, met de best mogelijke levenskwaliteit en met een zo efficiënt mogelijke inzet van
middelen. ”1
Een smart city verbindt mensen opnieuw met hun omgeving en stad om zo meer efficiënte en
optimale relaties te creëren tussen beschikbare middelen, technologie, gemeenschappen, diensten
en gebeurtenissen in de stedelijke omgeving. Het opnieuw verbinden van mensen houdt ook in dat
de inwoners van een stad opnieuw mee verantwoordelijk worden voor hun omgeving.
Smart Cities bestaan niet zonder hun smart citizens. Om ten volle inclusief, innovatief en duurzaam
te zijn, en met andere woorden klaar te staan voor alle uitdagingen en opportuniteiten die de
toekomst voor de steden brengt, moeten stadsbesturen, bedrijven, onderzoeksinstellingen én alle
burgers zich verenigen om zo een stedelijk eco-‐systeem te vormen dat klaar is voor die toekomst. De
kansen en de uitdagingen die de kennis-‐ en informatiemaatschappij ons bieden moeten hierbij
maximaal worden benut.
De lokale besturen mogen daarbij niet gezien worden als lijdende voorwerpen, die moeten toestaan
dat allerlei technologieën en technieken in hun stad of gemeente worden uitgetest, maar zij zijn zelf
actor in het vormgeven van hun lokale gemeenschap en hebben hierin een evenwaardige stem als de
industrie en de academische wereld. Meer nog, de lokale overheid moet er ook voor zorgen dat
burgers en het middenveld betrokken kunnen worden in het denken over en het werken aan hun
stad van de toekomst. Met andere woorden: co-‐creatie in alle betekenissen en toepassingen is
essentieel.
Om het met een boutade te stellen: een mens kijkt in principe niet verder dan het einde van zijn
grasveld.
Maar we kunnen deze stelling in de huidige maatschappelijke cultuur in Vlaanderen langzaamaan
beginnen verlaten. We zien steeds meer een evolutie van NIMBY (not in my back yard!) naar YIMBY
(yes in my back yard!). Steeds meer bewoners nemen bewonersinitiatieven die ook een impact
hebben op de grasvelden van hun buren. Het middenveld vindt opnieuw de weg naar de wijk, het
dorp, het stadsdeel. Nieuwe technologie laat toe dat meer mensen kunnen betrokken worden en
willen betrokken worden bij de organisatie van hun kleine gemeenschap. En finaal ook bij de
organisatie en de werking van hun gemeente, stad en zelfs regio.
In alles wat voorafgaat kan je rustig het woord ‘city’ of ‘stad’ vervangen door gemeente of
gemeenschap. Het streven naar een plek waar iedereen het over eens is dat het goed is om te leven,
1 Caragliu, A, Del Bo, C. & Nijkamp, P (2009). "Smart cities in Europe". Serie Research Memoranda 0048 (VU University Amsterdam, Faculty of Economics, Business Administration and Econometrics)
7
wonen en werken is geen exclusiviteit voor de stad. Hoewel verstedelijking realiteit is, blijft in de
toekomst de lokale gemeenschap toch voorop staan.
Net zoals bedrijfsmodellen zoals gehanteerd door Amazon, Google, Spotify, en recenter Netflix,
Bitcoin, AirBNB, Uber, een ‘disruptive’ effect hebben op onze gehele economie waardoor
verandering noodzakelijk is, is de huidige maatschappelijke evolutie van co-‐creatie en co-‐productie
disruptief voor de manier waarop onze politiek en onze overheden zijn georganiseerd. Het getuigt
ook van ‘smartness’ dat de politiek en administratie zich zouden heruitvinden om permanent klaar te
zijn voor het meewerken aan het vormgeven van de stad en de gemeente van de toekomst.
De Vlaamse slimme stad of gemeente
Uit wat voorafgaat mag blijken dat dé Smart City niet bestaat, maar dat het streven ernaar wel de
hedendaagse poging is om een antwoord te vinden op de vraag hoe de stad van de toekomst er in
alle opzichten moet uitzien. Vertrekken van de maatschappelijke uitdagingen die er vandaag zijn om
dat antwoord te formuleren is belangrijk, maar we mogen ook niet vergeten om voor onze stad
voldoende ambitie te koesteren en ook op zoek te gaan naar oplossingen voor de uitdagingen van
morgen. Hergebruik en delen, open services, open data, open government, semantisch web, big
data, crowdsourcing, crowdfunding en co-‐creatie. Allemaal termen die we de komende jaren meer
zullen horen en meer zullen gebruiken en die allemaal gaan over technologie in functie van
oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Maar moeten alle gemeenten nu tegelijk op alles
inzetten?
Recent lanceerde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een Brusselse Smart City strategie. Op de site
http://smartcity.brussels kan je lezen dat de focus voor Brussel ligt op 5 domeinen : smart en safe,
smart services, smart en mobile, smart en social en smart infrastructure. Niet lukraak gekozen of
geplukt uit al een bestaande set, maar doordachte domeinen die prioritair zijn voor het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, gebaseerd op het meerderheidsakkoord van de Brusselse regering. Andere
Vlaamse steden, zoals Mechelen en Gent, vertrekken ook van hun gekozen prioriteiten voor de
toekomst, om hun smart city strategie aan op te hangen.
Het mag misschien raar klinken, maar de door velen onder ons als een bureaucratisch afgedaan
systeem als de door Vlaanderen opgelegde beleids-‐ en beheerscyclus (BBC) zou voor het lange
termijn denken over de stad of de gemeente heel veel opportuniteiten en hefbomen kunnen bieden.
Althans, als we abstractie maken van de zeer gedetailleerde financiële bepalingen van het BBC-‐
8
besluit en naar de geest van de beleids-‐ en beheerscyclus kijken. We worden allen verplicht om
verder te denken dan morgen, om verder te denken dan de loutere inzet van de middelen en het
bereiken van het financiële evenwicht, en zelfs verder dan de onmiddellijke resultaten van het
beleid. De BBC laat toe om op basis van een gedegen analyse, een ‘staat van de stad’, een visie te
ontwikkelen op wat onze stad of gemeente in de toekomst moet worden. Ook het eerste grote pad
naar het bereiken van die toekomst kan worden omschreven, doordat er een strategie voor de
komende zes jaar moet worden opgemaakt.
Elke stad, elke gemeente is anders. In de eerste plaats heeft elke gemeente en gemeenschap een
eigen identiteit, een eigen historiek en eigen gewoontes. Streven naar dé ideale en enige smart city is
dan ook onmogelijk. Elke gemeente moet een eigen traject afleggen om te formuleren wat ze op
lange termijn wil worden. En elke gemeente zal zich telkens opnieuw moeten uitvinden. Een
eindpunt is nooit bereikt. De BBC legt alle Vlaamse gemeenten op om vooruit te denken en te
plannen. In de filosofie van de BBC staat strategisch denken en strategisch management voorop. En
strategisch management betekent dat we vertrekken vanuit de prioriteiten voor onze gemeente – en
die zijn voor elke gemeente anders – en op basis van die prioriteiten beleid voeren en onze werking
er op afstemmen. En belangrijk hierbij is dat we de nodig flexibiliteit hebben om snel in te kunnen
spelen op nieuwe omstandigheden en nieuwe maatschappelijke evoluties.
De lokale prioriteiten zullen niet ver af liggen van de dimensies van de smart city zoals ze eerder in
dit artikel al werden aangehaald, omdat we zowat overal ter wereld met gelijkaardige uitdagingen
worden geconfronteerd. Maar de status van de uitdagingen en de mogelijke oplossingen zullen op
elke ‘plek’ anders zijn. Zo zullen we overal ter wereld aan onze infrastructuur voor mobiliteit werken,
maar de stand van zaken en de schaal van het probleem in pakweg de Indiase stad Chennai zal
volkomen anders zijn dan hoe de stad Roeselare er voor staat en de mobiliteit zal aanpakken. En toch
besliste de Indiase regering recent om 100 smart cities in India te creëren, waarbij de focus ligt op
high tech wijken met high tech en hypergeconnecteerde gebouwen, die wellicht niet voor iedereen
toegankelijk zullen zijn.2
De lokale uitdagingen van vandaag stoppen uiteraard niet aan de huidige bestuurlijke stadsgrenzen.
Dat heeft men in heel wat van de ons omringende landen al lang begrepen. Stadsregionale
samenwerking in Frankrijk, Nederland en Oostenrijk wordt als noodzakelijk aanzien om tegemoet te
komen aan de toekomstige visie op de stad. In Finland hebben de 6 grootste steden zich zelfs
verenigd in 1 allesomvattende smart city strategie, the Six Cities Strategy3. Via open innovatie, open
2 http://indiansmartcities.in/site/index.aspx 3 http://6aika.fi/in-‐english
9
data en open participatie willen deze 6 steden niet alleen hun internationale competiviteit en
economische groei garanderen, maar vooral zich samen klaar maken voor de toekomst.
Ook de stedeling is veranderd. We onderschatten vandaag nog steeds de collectieve wijsheid die in
onze steden aanwezig is. Iedereen is creatief, iedereen heeft een mening en heeft er behoefte aan
om die mening te kunnen ventileren. En meer dan dat. Ook initiatief nemen moet kunnen, zonder
verpletterd te worden onder het gewicht van de do’s en don’ts van onze bureaucratie. Als overheid
moeten we ruimte geven aan die burgerinitiatieven die een stap vormen in de toekomst van de stad.
Dat betekent dat ook onze lokale administraties ‘smart’ moeten worden, en dat onze lokale politici in
staat moeten zijn om af en toe het absolute primaat van de politiek even opzij te zetten. En ook
daarvoor zijn instrumenten aanwezig in de bureaucratische BBC-‐regelgeving.
Het is ook belangrijk om onszelf goed te leren kennen. Vandaag hebben we zeer veel data over alle
mogelijke aspecten van de stad. Alle Vlaamse lokale besturen werden verplicht hun BBC-‐traject te
starten met de opmaak van een omgevingsanalyse. In principe zou die analyse een beeld moeten
gegeven hebben over de ‘staat van de stad’ of de ‘staat van de gemeente’. We hebben allemaal heel
wat indicatoren verzameld en data bijeen gezocht om die indicatoren te voeden. Maar die
omgevingsanalyse is pas een vertrekpunt. Daardoor kennen we het nu, en kunnen we in beperkte
mate de evolutie van de omgeving rondom ons in de gaten houden. Er is nog heel wat potentieel op
het vlak van data te vinden, niet enkel voor wat betreft de monitoring van de omgeving, maar ook op
het vlak van de monitoring van de impact van gevoerd beleid, de meting van de effectiviteit en de
efficiëntie van de werking van onze administraties ten opzichte van de buitenwereld, en de
monitoring van gegevens die het onze ‘managers’ en leidinggevenden mogelijk moet maken om de
werking bij te sturen. En dan hebben we het nog niet over de schat aan data die beschikbaar is bij de
stakeholders in onze steden en gemeenten, en de mogelijkheden die we hebben door hun data te
combineren met overheidsdata. En het potentieel van open data en big data, en niet enkel vanuit
een economisch perspectief.
Data wordt pas enigszins bruikbaar wanneer we er iets mee doen, wanneer we er informatie uit
destilleren. Die informatie laat toe om analyses uit te voeren, zodat we kennis genereren. Door die
kennis slagen we er veel beter in om te begrijpen in welke context we opereren. En finaal leidt dat
begrip tot wijsheid…
10
Samengevat:
• Als Vlaamse gemeenten hebben we alle middelen in handen om voor elk van onze
gemeenten te werken aan een overkoepelende toekomstvisie en strategie, die het ons als
gemeenten mogelijk moeten maken ‘smart’ te worden
• Elke gemeente moet op basis van het eigen DNA bepalen aan welke prioriteiten er gewerkt
wordt, door gebruik te maken van de technologische mogelijkheden die er vandaag zijn. Dit
houdt de toepassing van transitiedenken in
• Samenwerken is essentieel, niet alleen met de eigen burgers (niet alleen via de klassieke
participatie, maar in echte co-‐creatie), niet alleen met de academische wereld, de
bedrijfswereld en met het middenveld, maar ook met de wijdere regio
• Kennis is niet alleen macht, meten is niet alleen weten, maar data in alle vormen en voor alle
mogelijke toepassingen is essentieel om onszelf te leren kennen en verder te evolueren in
functie van meer wijsheid.
En dan nu… de oplossingen
Nu we het bos hebben geïdentificeerd is het ook belangrijk om eens te kijken naar de verschillende
soorten bomen. Met andere woorden, als we er van uitgaan dat we streven om een gemeente te
worden die klaar is voor de uitdagingen van de toekomst, wie kan ons hierbij helpen en wat zijn
goede praktijken?
Laat ons eerst een onderscheid maken tussen de smart city strategie, smart city solutions en smart
city projects.
1. Smart city strategie
Zoals eerder gesteld zal de strategie van elke gemeente anders zijn, omwille van de lokale
prioriteiten en uitdagingen. Die prioriteiten scherp stellen is een zaak van de lokale overheid, in
nauwe samenwerking met de lokale stakeholders, op basis van de gedragen visie voor de toekomst,
11
maar ook door te kijken naar de prioriteiten van de omliggende gemeenten en gemeenschappen, van
de regio, van Europa en zelfs van de mondiale schaal.
Een goed voorbeeld van een geïntegreerde en transversale smart city aanpak is die van Wenen4. De
meeste van de honderden andere voorbeelden van smart cities focussen zich op één of meerdere
domeinen (mobiliteit en/of energie-‐efficiëntie en/of ICT en/of open data en/of sociale innovatie, …),
en gebruiken dit ook sterk in hun city marketing en profilering, maar Wenen is internationaal erkend
als een stad die vanuit het holistisch perspectief een allesomvattende toekomststrategie heeft
ontwikkeld, en momenteel aan het uitvoeren is.
2. Smart city solutions
Vertrekkende vanuit de eerder genoemde dimensies van de ‘smart city’ werden de afgelopen jaren
door de bedrijfswereld en de academische wereld heel wat oplossingen ontwikkeld. Deze
oplossingen zijn vaak zeer generiek opgemaakt en houden nog geen rekening met de specifieke
lokale situatie.
Men kan de platformen en systemen die grote spelers zoals Siemens, Cisco en IBM aanbieden,
catalogeren onder de smart solutions, hoewel hun oplossingen niet haalbaar zijn voor een gemeente
met beperkte middelen. De grote bedrijven richten zich dan ook in de eerste plaats op grote steden
met dito budgetten.
Daarnaast zijn er sinds het EU-‐innovatiebeleid zich focust op smart cities, en vooral door de opstart
van het European Innovation Partnership, ontelbare kleinere bedrijven, KMO’s en start-‐ups op de
markt gekomen met specifiek voor steden en gemeenten ontwikkelde generieke smart city
oplossingen. Je kan een overzicht op Europese schaal vinden op https://eu-‐smartcities.eu/solution-‐
proposals. Voorbeelden gaan van intussen al klassieke apps die gebruik maken van sensoren in
parkings om het parkeergedrag te sturen, over applicaties die alle gemeentelijke diensten ontsluiten
via een city app, tot systemen die gebruik maken van slimme meters om het energiegebruik te
optimaliseren.
Voor de meesten onder ons zal dit weinig nieuws zijn. Heel wat van onze gemeenten experimenteren
vandaag al met dit soort van toepassingen. Zo won de Stad Kortrijk vorig jaar nog de Agoria en Belfius
Smart City Awards met het Shop & Go project, waarbij parkeerwachter de duur van het parkeren
4 https://smartcity.wien.at/site/en/
12
kunnen opvolgen via sensoren onder de parkeerplaatsen. Diverse gemeenten hebben intussen een
app waarop een aantal gemeentelijke diensten worden aangeboden, zoals de Stadsapp van Beveren
of Geel. Wanneer we even kijken naar de genomineerden van de Agoria e-‐gov awards van de
afgelopen jaren of naar de genomineerden van de Belfius Smart City Awards voor 2015, dan zie je tal
van smart city solutions die binnen één of meerdere gemeenten zijn ontwikkeld of toegepast.
Met deze voorbeelden kan je zien dat er in Vlaanderen intussen heel wat bedrijven de lokale markt
hebben ontdekt. Dat betekent dat enerzijds dat het Europese en Vlaamse innovatiebeleid met focus
op de lokale context resultaten boekt, maar dat betekent nog lang niet dat we er zijn.
Nog veel te vaak blijven de oplossingen steken in een experimenteel stadium. Vlaamse
onderzoeksinstituten zoals het VIM (Vlaams Instituut voor de Mobiliteit), met projecten rond
duurzame mobiliteit zoals Dynacity, VITO (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek) met het
Vlaamse Smart Energy City netwerk en iMinds met tal van projecten, ICT incubatoren en toegepast
onderzoek op het vlak van smart city solutions in ICT, media en communicatie hebben de afgelopen
jaren niet alleen de focus gelegd op het stimuleren van ondernemerschap in Vlaanderen, maar
proberen ook de gemeentebesturen te betrekken. Toch is dit nog niet voldoende. Veel projecten in
steden en gemeenten kunnen indrukwekkende resultaten voorleggen, maar worden nadien niet
verankerd in de reguliere werking, laat staan dat de resultaten gebruikt worden voor een uitrol in
andere gemeenten.
Dit heeft enerzijds te maken met het experimenteel karakter van heel wat oplossingen, met de
problemen die kunnen opduiken op het vlak van intellectuele eigendomsrechten en mogelijkheden
rond vermarkting, maar anderzijds (nog steeds) met de verkokering van de Vlaamse administraties
waardoor een Vlaamse visie op slimme oplossingen op lokaal niveau uitblijft. En tenslotte worden
onze gemeenten ook nog steeds te vaak gezien als proefgebied, test bed, proeftuin, en niet als
volwaardige partner.
Een laatste probleem met smart solutions is de diversiteit ervan. Dromen we niet allemaal over
slimme verlichting in onze steden en gemeenten? Straatverlichting die – eenvoudig gezegd –
geactiveerd wordt door een netwerk van sensoren, waardoor de lichten enkel aangaan wanneer er
beweging in de buurt is? Dit levert heel wat voordelen op, niet alleen op het vlak van energie-‐
efficiëntie, maar ook veiligheid en gezelligheid in het algemeen. De technologie is vandaag matuur
genoeg en er zijn in Europa heel wat geslaagde voorbeelden van implementaties terug te vinden. Het
probleem is dat er momenteel een 80-‐tal verschillende manieren zijn om ‘smart (street)lighting’ te
implementeren. Een standaard bestaat niet, waardoor de maatschappijen die verantwoordelijk zijn
voor openbare verlichting nog afwachten welke normen en technieken uiteindelijk zullen
13
bovendrijven. Een zelfde redenering kunnen we hanteren voor wat betreft data-‐normen en -‐
standaarden. Het project OSLO5, gefaciliteerd door V-‐ICT-‐OR en iMinds, heeft als doel een algemene
datastandaard voor lokale besturen te creëren. Allemaal high tech hoor ik u denken? Helemaal niet,
normen en standaarden zijn essentieel voor onze toekomst, omdat ze de sleutel zijn om de
experimentele fase te overstijgen.
3. Slimme projecten
Smart projecten zijn de kern van de transitie van een klassieke gemeentelijke organisatie naar een
slimme gemeente die klaar is voor de toekomst. We kunnen twee types van slimme projecten
onderscheiden:
3.1. projecten die uitvoering geven aan de ambities en de prioriteiten uit de slimme strategie van de gemeente.
Wanneer we kijken naar de staat van onze gemeente bij de start van een legislatuur, luisteren naar
de stakeholders en daaruit, samen met de beleidsopties van de politieke meerderheid de
uiteindelijke prioriteiten voor de gemeente bepalen, dan kan de keuze worden gemaakt om een
aantal slimme projecten in uitvoering van die prioriteiten te identificeren.
Bijvoorbeeld: is het de ambitie om tegen een bepaalde datum een percentage van het
gebouwenpatrimonium van de gemeente energie-‐efficiënter te maken, dan kan dit het voorwerp
uitmaken van een slim project, waarbij samen met de stakeholders, bedrijven en de academische
wereld naar (technologisch ondersteunde) oplossingen wordt gezocht. Louter de aankoop van een
bestaande oplossing zal doorgaans niet volstaan. De lokale situatie moet in rekening worden
gebracht en een aangepast traject moet worden afgelegd. Een gedegen onderzoek naar goede
praktijken en bestaande smart solutions is uiteraard essentieel.
Belangrijk hierbij is dat de prioriteiten voldoende scherp worden geformuleerd, dat ze ondersteund
worden door cijfermateriaal en dat opvolging kan worden gegarandeerd. Belangrijk is ook het lokale
draagvlak, bij die doelgroepen die er belang bij hebben, maar ook dat er een sterk politiek en
ambtelijk draagvlak is, met een duidelijke coördinatie en leiderschap. Tenslotte is het ook belangrijk
te kiezen voor een beperkt aantal slimme projecten.
5 http://www.v-‐ict-‐or.be/kenniscentrum/OSLO
14
3.2. projecten die eerder als experimenteel kunnen worden beschouwd.
Niet elke gemeente heeft de draagkracht om te experimenteren (en dus ook de kans te lopen om te
mislukken). Vaak ontstaan dit soort projecten doordat een (lokaal) bedrijf of een onderzoeker
langskomt met een bepaald idee, waarvoor hij of zij een gemeente zoekt die als case kan worden
gebruikt. De keuze voor dit soort projecten, die doorgaans niet meteen in de afgesproken lokale
prioriteiten te vinden zijn, houdt dan ook risico’s in. Het kan hier over een zeer goed idee gaan, dat
later bijzonder succesvol blijkt te zijn, maar evengoed loopt dit faliekant af.
Een oplossing om het risico te beperken is de opstart van een lokaal living lab (levend lab), dat
specifiek als doelstelling heeft om rond een aantal thema’s te experimenteren. Voorbeelden van
dergelijke living labs in Vlaanderen zijn Stadslab 20506 in Antwerpen, Ghent Living Lab7 en Licalab8 in
Turnhout. Aansluiting zoeken bij andere thematische living labs, zoals iLab.O van iMinds, is ook een
mogelijkheid.
Besluit
Om als stad of gemeente klaar te zijn voor toekomstige uitdagingen en maatschappelijke evoluties is
het goed om zichzelf constant en bewust opnieuw uit te vinden. De zich steeds verder ontwikkelende
technologieën, op het vlak van ICT, mobiliteit, energie-‐efficiëntie, menselijke interactie, bieden
enorme kansen om onze gemeenschappen slimmer te maken.
Om een echte slimme gemeente te worden is het noodzakelijk om te vertrekken vanuit het eigen
DNA, de kennis van de gemeente, de gemeenschap en de stakeholders. Een bewust omgaan met
data, die data aggregeren en analyseren is essentieel om die kennis te verwerven. Samen met de
stakeholders kan een visie voor de toekomst worden ontwikkeld en die visie kan worden nagestreefd
op een slimme manier. Technologie is de ‘enabler’ en mag geen doel op zich worden. In een smart
city staat de mens voorop.
Niet elke gemeente hoeft de ambitie te hebben om een allesomvattende ‘smart’ strategy te
ontwikkelen. Slimme projecten hebben op zich al een enorme meerwaarde, op voorwaarde dat die
6 http://stadslab2050.be 7 http://www.ghentlivinglab.be 8 http://www.licalab.be
15
projecten uitvoering geven aan een prioriteit van de gemeente, en op voorwaarde dat ze in
samenwerking met alle belanghebbenden in de gemeente worden uitgevoerd.
Dit artikel verscheen in Impuls -‐ inspiratiebron voor gemeentemanagers
Auteur: Karl-‐Filip Coenegrachts, Strategisch Coördinator Stad Gent
Foto © Tom D’Haenens -‐ www.tomdhaenens.com
top related