gehoord mrt-jun 2010
Post on 10-Mar-2016
229 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
GEHO
ORD
2010
MRTJUN
Het G
elde
rs O
rkes
t da
ar h
oren
we
Hoofdsponsor:
Projectsponsors:
Fourdigits i.s.m. Catharsis, Connexxion
Partners:
Akkermans Van Elten, Allegro Automatisering, GE Artesia Bank, Wijnhandel
Appeldoorn B.V., BDO Accountants & Adviseurs, Rechtskundig Advies- en
Incassobureau v/h E. Beekman, Bénard.Verstraaten Advocaten, Breed,
Buro voor de Boeg, CCV Holland B.V., Cito, Deloitte Accountants, Djam B.V.,
Electrabel Nederland N.V., Erku B.V., Eromes Projectinrichting, Den Hartog
Heuff Notarissen, Hieke de Zeeuw Communicatie & Management, K+V
Interim Management Search, Ondernemers Sociëteit KAN, Kiwa Gas
Technology, KplusV Organisatieadvies, KEMA, MeerWaarde Management en
Advies, P2, Handels onderneming PD, Peutz B.V., PriceWaterhouse Coopers,
Q-Marq B.V., Rabobank Arnhem e.o., Saréco, Sequoia Vermogensbeheer,
Stipp BV, Synthon, Thoma TBB Bedrijfsmakelaars, Tien Organisatieadvies,
Tüv Rheinland Quality B.V.
Donateurs:
De heer H. Hierck en mevrouw J. van Nes,
De heer en mevrouw B.R.C. de Roo
Gemeente Apeldoorn
Gemeente Arnhem
Gemeente Ede
Co-sponsor:
Mediapartners:
Hoofdsponsor:
Het G
elde
rs O
rkes
t da
ar h
oren
we
2
GEHO
ORD
pag. 4 Te gast: Wiener Concert-Verein
Martin Sieghart dirigent Liza Ferschtman viool
pag. 12 HGO klein Kamermuziek
Strijkkwintet
pag. 24 Te gast: orkest de ereprijs
Wim Boerman dirigent Cindy Albracht viool Aljosja Buijs piano Vera Westera zang
pag. 36 Beethoven Tripelconcert
Damian Iorio dirigent Roeland Gehlen viool Maike Reisener cello Ian Gaukroger piano
pag. 46 HGO klein Kamermuziek
Het Gelders Mahler Ensemble
pag. 64 Trombonissimo Christian Lindberg dirigent
en solist (trombone) Jörgen van Rijen trombone
pag. 72 Mahler nr. 4 Martin Sieghart dirigent Ilse Eerens sopraan
pag. 80 Russische contrasten
Nikolai Alexeev dirigent Eldar Nebolsin piano
3
ARNHEMma. 29 maart (Serie A)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Kees Wisse, 19.15 uur
TE GAST: WIENER CONCERT-VEREINKammerorchester Wiener Concert-VereinMartin Sieghart dirigentLiza Ferschtman viool
4
Wie
ner C
once
rt-Ve
rein
ProgrammaLex van Delden (1919-1988)Sinfonia VIII, opus 84
Preludio – allegro - postludio zScherzo (con moto) zLento - allegro z
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)Vioolconcert nr. 3 in G, KV 216
Allegro zAdagio zRondo: allegro-allegretto z
pauze
Gustav Mahler (1860-1911)Uit Symfonie nr. 5 in cis:
Adagietto z
Edvard Grieg (1843-1907)Holbergsuite, opus 40
Praeludium zSarabande zGavotte zAir zRigaudon z
Dit concert uit de klassieke programmering van Musis Sacrum/
Schouwburg Arnhem is opgenomen in Serie A van Het Gelders Orkest.
Lex van Delden (1919-1988) is in het seizoen 2009-2010
‘Composer in Focus’ in Musis Sacrum.
5
Wiener Concert-VereinDe Wiener Concert-Verein is in 1987 opgericht door leden van
de Wiener Symphoniker. De programmering van het kameror-
kest richt zich op de periode van de Weense klassieken tot de
muziek van deze tijd. Er worden, naast de traditionele composi-
ties voor kamerorkest, ook regelmatig nieuw ontdekte werken
gespeeld, zoals de symfonieën van Ignaz Pleyel. Daarnaast
bracht het orkest in de laatste vijftien jaar meer dan 40 werken
van Oostenrijkse hedendaagse componisten in première.
De Wiener Concert-Verein werkt met gerenommeerde dirigen-
ten zoals Ulf Schirmer, Vladimir Fedosejev, Leopold Hager,
Krzystof Penderecki, Claus Peter Flor en Fabio Luisi. Tournees
brachten het orkest in Duitsland, België, Frankrijk, Griekenland,
Italië, Hongarije, China, Hong-Kong, Japan en Canada.
Het orkest werd in Oostenrijk meerdere malen onderscheiden en
een in 2005 opgenomen cd werd in de categorie ‘orkesten en
grote ensembles’ genomineerd voor een ‘Amadeus Classic Award’.
6
Martin Sieghart dirigent
Als blijk van waardering na ruim vijf succesvolle seizoenen als
chef-dirigent is Martin Sieghart in januari 2009 benoemd tot
honorair gastdirigent van Het Gelders Orkest. Zijn interpreta-
ties van Mahler, Bruckner, Schönberg en de Strauss-familie
hebben hem zowel bij het orkest als bij het publiek tot een
geliefde dirigent gemaakt.
Sieghart startte zijn carrière in zijn geboorteplaats Wenen,
waar hij cello, piano en directie studeerde. In 1975 werd hij
benoemd tot solocellist van de Wiener Symphoniker, het orkest
dat hij in 1986 voor de eerste maal dirigeerde. Daarna was hij
o.a. chef-dirigent van het Stuttgarter Kammerorchester en het
Bruckner Orchester in Linz. Hij leidt de dirigentenklas van de
Musikuniversität te Graz en is dirigent van het Kammerorchester
van de Wiener Concert-Verein.
Martin Sieghart maakte met Het Gelders Orkest cd-opnamen
van symfonieën van Schubert en Brahms en van Das Lied von
der Erde en de Zesde en Tiende symfonie van Mahler. In februari
2010 dirigeert hij Het Gelders Orkest in het Weense Konzert haus
in Mahlers Tiende om in april ook de Vierde met Het Gelders
Orkest op cd vast te leggen. Sieghart opende het seizoen
2009-2010 met een semi-scenische uitvoering van Lehárs
operette Die lustige Witwe en dirigeerde verder o.a. Brittens
War Requiem. Hij leidde Het Gelders Orkest bovendien in zeer
succesvolle concerten met Mahlers Tiende symfonie in Gelder-
land en Wenen.
Wie
ner C
once
rt-Ve
rein
7
Liza Ferschtman viool
2006 was voor de violiste Liza Ferschtman een bijzonder jaar.
In november ontving zij de Nederlandse Muziekprijs 2006.
Zelf zei zij daarover in haar dankwoord: “Deze prijs heeft mij het
vertrouwen gegeven om mijn vleugels uit te slaan, verder te
dromen en meer te durven willen”.
De eerste vleugelslagen maakte Ferschtman, dochter van
befaamde Russische musici, als vijfjarige onder leiding van
Philip Hirschhorn. Later studeerde ze bij Herman Krebbers en
volgde masterclasses bij onder meer Igor Oistrach. Ze vervol-
maakte haar studie aan het Curtis Institute of Music in
Philadelphia. Haar talent en vakmanschap zorgden ervoor dat
zij in Nederland en ver daarbuiten een graag geziene en
gehoorde soliste werd op de grote concertpodia. Zo had zij in
2008 in het Concertgebouw een serie van vier carte blanche-
concerten in de Robeco Zomerconcerten.
Daarnaast heeft ze ook haar sporen verdiend met diverse
cd-opnamen. In november 2004 verscheen een productie van
haar hand met vioolsonates uit het Franse en Russische
repertoire begeleid door pianist Bas Verheijen. Bijzonder was
ook de opname met de vioolconcerten van de Nederlandse
componist Julius Röntgen.
Liza Ferschtman is artistiek directeur van het Delft Chamber
Music Festival, dat haar voorgangster Isabelle van Keulen heeft
opgericht en tot het belangrijkste kamermuziekfestival van
Nederland heeft gemaakt.
8
TE GAST: WIENER CONCERT-VEREINSymfonie als samenklankLex van Delden was een componist met een uitgesproken
mening over muziek. In een tijd dat de muziek na de Tweede
Wereldoorlog losbarstte in allerlei gewaagde en soms extreme
experimenten, verloor Van Delden welbewust de muzikale
traditie niet uit het oog. Hij hield vast aan het tonale, al verkende
hij dat wel tot het uiterste, en stelde zijn eigen inspiratie altijd
onvoorwaardelijk op de eerste plaats, los van elke conventie en
stijl. In een toelichting op zijn Achtste symfonie omschreef
van Delden het als volgt: “Ik ben er van overtuigd dat de
menselijke geest ook zonder het terzijde stellen van verwor-
venheden uit een grote traditie tot manifestaties van belang
in staat is. Techniek en stijl zijn nu eenmaal nooit bepalend voor
het gehalte van een kunstwerk.”
In deze achtste en laatste symfonie die hij in 1964 in opdracht
van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen schreef, hanteert hij deze stelling. Hierbij gaat
hij uit van de letterlijke betekenis van het woord symfonie dat
simpelweg samenklank betekent. Van Delden gebruikt be-
staande technieken en speelwijzen, ook neemt hij traditionele
harmonieën als basis. Maar in het combineren, of beter gezegd,
het samenklinken hiervan, zoekt hij naar nieuwe klanken en
expressievormen, waardoor er wel degelijk iets nieuws en nog
ongehoords ontstaat. Zo laat hij in het eerste deel op enkele
melodieën bepaalde canonische technieken los die de structuur
voortdurend als een caleidoscoop van vorm doet veranderen.
Het tweede deel laat twee verschillende gegevens, die eerst
afzonderlijk tot klinken kwamen, gelijktijdig maar via verschil-
lende speeltechnieken (getokkeld en gestreken) optreden.
In het derde deel tenslotte laat hij akkoordcomplexen in een
golfbeweging steeds in en uit elkaar schuiven.
9
Mozart de violistHoewel Wolfgang Amadeus Mozart als uitvoerend musicus
vooral te boek stond als pianist was dit niet zijn enige kwaliteit.
Ook als violist bereikte de componist grote hoogten. Dat was
niet zo verwonderlijk. Zijn vader Leopold was zelf een uitstekend
violist en had met zijn Versuch einer gründlichen Violinschule
een standaardwerk geschreven. Zoon Mozart kreeg daarom
ook gedegen onderwijs op de viool.
Ondanks alle reizen die Mozart als wonderkind kon maken,
waren hij en zijn vader wel officieel in dienst bij de kardinaal van
Salzburg. Toen graaf Colloredo in 1772 gewijd werd tot nieuwe
aartsbisschop kreeg Mozart een aanstelling als concertmeester
van het hoforkest. In die hoedanigheid schreef hij binnen enkele
jaren al zijn concertante muziek voor viool, waaronder zijn vijf
vioolconcerten. Ongetwijfeld bedoelde hij deze in de eerste
plaats voor zichzelf en verscheidene malen berichtte hij zijn
vader over zijn succesvol optreden met zijn vioolconcerten.
Wanneer het Derde vioolconcert is ontstaan is niet helemaal
zeker, maar het jaar 1775 is toch het meest waarschijnlijk.
Het is een typisch soloconcert voor die tijd met een stevig
openingsallegro, een lyrisch en zangerig langzaam middendeel
en een vrolijk op Franse leest geschoeid slotrondo. Mozart heeft
het in ieder geval zelf nog gespeeld in 1779. In oktober van dat
jaar schrijft hij opgetogen uit Augsburg aan zijn vader naar
aanleiding van een optreden tijdens een concert-diner: “Na het
souper speelde ik het Straatsburger Concert (de bijnaam voor
het Derde vioolconcert). Het ging gesmeerd, iedereen prees
mijn mooie reine toon.”
Een verliefde MahlerGustav Mahler was in februari van 1901 door het oog van de
naald gekropen. Een enorme inwendige bloeding betekende
bijna het einde van zijn leven. Hij kwam er gelukkig weer
bovenop maar het gebeuren liet een onuitwisbare indruk op
hem achter. In datzelfde jaar begon hij aan zijn Vijfde symfonie
in een sfeer van somberheid. Dat is in de eerste drie delen goed
te merken: na een deprimerende treurmars volgden een wild
adagio en een luimig scherzo. Hoe nu verder? Het antwoord
kwam van onverwachte kant. In november 1901 ontmoette
hij Alma Schindler. Zij was een bruisende jonge vrouw van
22 en de 41-jarige Mahler viel al gauw als een blok voor haar.
Twee maanden later waren ze verloofd. Als liefdesbetuiging
schreef Mahler een zeer gevoelig adagio voor strijkers en harp
waarin de verstilde eindeloze trage melodie de zoete dronken-
schap van zijn intense liefde verbeeldde. Daarbij schreef hij nog
10
een hartstochtelijke liefdesbrief. Dit kleinood kreeg in zijn
Vijfde symfonie een plek als vierde deel met als aanduiding
Adagietto, waarmee de somberheid van de voorgaande delen
in een heel ander daglicht kwamen te staan. Het kon dan ook
niet anders dan dat het vijfde en laatste deel een uitbundig
triomflied zou worden. Mahler construeerde zijn symfonieën
altijd zorgvuldig waarbij het bepaald niet de bedoeling was
om zomaar een deel losstaand te spelen. Het Adagietto was
echter als een losstaand stuk geschreven en pas daarna in de
symfonie opgenomen. Daarmee krijgt een losse uitvoering
van dit deel een zekere legitimiteit, waarvan zeer veel dirigen-
ten en orkesten tot op de dag van vandaag dankbaar gebruik
maken. Het is daarmee verreweg de populairste muziek
geworden die Mahler ooit geschreven heeft.
Een barokke GriegFeitelijk was Ludvig Holberg (1684-1754) een Deense
schrijver. Hij was weliswaar in het Noorse Bergen geboren,
maar had een groot deel van zijn leven in Denemarken
doorgebracht en schreef zijn meeste werken ook in het
Deens. Dat nam niet weg dat hij in Noorwegen, zeker in zijn
geboortestad Bergen, werd geëerd als een groot literator.
Edvard Grieg, ook geboren in Bergen, was een bewonderaar
van de schrijver. Al in 1878 stelde hij geld beschikbaar voor
een op te richten standbeeld van Holberg. Voor de festivitei-
ten rond de 200ste geboortedag van Holberg schreef Grieg
twee composities. Op de dag van de onthulling van het
Holberg-monument klonk de Holberg-kantate voor bariton
en mannenkoor. Enkele dagen later speelde Grieg een suite
voor piano met muziek in de stijl van de tijd van Holberg
onder de titel Fra Holbergs tid (Uit Holbergs tijd). Het waren
kleine intieme pianostukjes, geschreven als een barokke
suite, bestaande uit een prelude gevolgd door enkele
dansen. Het succes was enorm. De luchtige en vriendelijke
pianostukjes riepen een sfeer op van nostalgie die het
publiek zeer aansprak. Gestimuleerd door dit succes maakte
de componist een jaar later een arrangement voor strijkor-
kest. In deze versie werd het werk zo mogelijk nog populairder.
In ieder geval behoort de Holbergsuite nog steeds tot de
meest gespeelde werken van de Noorse componist.
Kees Wisse
Wie
ner C
once
rt-Ve
rein
CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.
11
WAGENINGENzo. 11 aprilJunushoff, 15.30 uurARNHEMwo. 14 aprilMusis Sacrum, 20.15 uurZEVENAARzo. 18 aprilHet Musiater, 11.00 uur
HGO KLEIN KamermuzieKStrijkkwintetRoeland Gehlen vioolCindy Albracht vioolBart Peters altvioolMeintje de Roest altvioolInge Grevink cello
12
ProgrammaFelix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)Strijkkwartet nr. 2 in a, opus 13
Adagio - Allegro vivace zAdagio non lento zIntermezzo: Allegretto con moto - Allegro di molto zPresto - Adagio non lento z
Anton Webern (1883-1945)6 Bagatellen, opus 9Langsamer Satz
pauze
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)Strijkkwintet in g, KV 516
Allegro zMenuetto: Allegretto zAdagio ma non troppo zAdagio - Allegro z
HGO
Klei
n
13
Roeland Gehlen viool
Roeland Gehlen werd in Schinnen geboren. Hij studeerde bij
Nilla Pierrou in Maastricht, bij André Gertler in Brussel, en
aansluitend bij Thomas Brandis aan de Hochschule der Künste
in Berlijn, waar hij zijn solistendiploma haalde. Hij won verschil-
lende prijzen bij nationale en internationale concoursen
( zoals b.v . het Oskar-Back-concours in Amsterdam, eerste prijs,
het internationale Lipizzer-concours in Italie , en het
internationale Szymanowski-concours in Brussel).
Van 1994 tot 1997 was Roeland Gehlen vaste remplacant bij
de Berliner Philharmoniker. Van 2000 tot 2004 was hij eerste
concertmeester van de Bochumer Symphoniker, en sinds 2004
is hij eerste concertmeester van Het Gelders Orkest. Hij treedt
regelmatig als solist op in Nederland en Duitsland.
Zijn talrijke kamermuziekconcerten brachten hem naar de
muziekcentra van Europa, zoals o.a. Duitsland, Italie, Frankrijk,
Spanje, Portugal en Polen, als ook naar Japan, USA, Brazilië en
Argentinië. Hij maakte de laatste jaren verschillende opnames
voor o.a. de Bayerische Rundfunk en de SWR. Roeland Gehlen
speelt op een viool van Jean-Baptiste Vuillaume.
14
HGO
Klei
n
Cindy Albracht viool
Cindy Albracht studeerde viool bij Jan Repko, Davina van Wely en
Else Krieg aan het Conservatorium van Amsterdam en bij
Gerhard Schulz aan de Hochschule für Musik und Darstellende
Kunst in Wenen. Daarbij sloot ze haar opleiding met de hoogste
onderscheiding af. Zij volgde masterclasses bij onder anderen
Viktor Liberman, Herman Krebbers en Rainer Kussmaul.
In 1998 won Cindy de Zilveren Vriendenkrans, een prijs van de
Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertge-
bouworkest. In 1999 was zij derde prijswinnares op het Oscar
Back Vioolconcours.
Cindy Albracht was tot 2007 primarius van het Romeo Kwartet,
waarmee zij regelmatig optrad in binnen- en buitenland. Met het
kwartet kreeg zij lessen van grote musici als Isaac Stern, György
Kurtág, en van leden van onder andere het Amadeus Quartett,
het Alban Berg Quartett en het Borodin Quartett. Naast enkele
andere prijzen won het Romeo Kwartet in 2005 de Mees Pierson
Award, een prijs voor het beste Nederlandse ensemble in de serie
‘ Jonge Nederlanders’ van het Concertgebouw.
Sinds 2007 is Cindy Albracht werkzaam in Het Gelders Orkest als
aanvoerder van de tweede violen. Ook speelt zij als eerste violiste
in het Mahler Chamber Orchestra.
15
Bart Peters altviool
Bart Peters studeerde altviool bij Erwin Schiffer en Marjolein
Dispa aan het Sweelinck Conservatorium van Amsterdam, het
Koninklijk Conservatorium van Brussel en het Conservatorium
van Tilburg. Bart volgde vele internationale masterclasses in
Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en België o.a. bij Wolfram Christ
(Berliner Philharmoniker). In 1994 haalde hij zijn docerend
musicus diploma en in 1996 het diploma “uitvoerend musicus”
met onderscheiding in Amsterdam. Hij haalde in 1996 ook zijn
meestergraad in Brussel met grote onderscheiding. Bart Peters
gaf veel concerten en recitals met o.a. zijn vaste begeleider
Robert van de Roer. In 1996 speelde Bart Peters in het Zweedse
strijkorkest “Camerata Roman” onder leiding van Levon
Chilingirian (Chilingirian Quartett) en Terje Tönessen (Oslo
Philharmonisch Orkest). Vanaf 2000 is hij aanvoerder van de
altvioolgroep in Het Gelders Orkest. Bart bespeelt een altviool
gebouwd door Alfons Pisters in 1989.
16
HGO
Klei
n
Meintje de Roest altviool
Meintje de Roest studeerde viool bij Ilona Sie Dhian Ho en
altviool bij Gisella Bergman aan het Noord Nederlands Conser-
vatorium te Groningen. Haar masteropleiding altviool volgde
zij bij Sven Arne Tepl en Nobuko Imai aan het Conservatorium
van Amsterdam en sloot zij in juni 2008 succesvol af.
Gedurende haar studie speelde Meintje de Roest onder meer
in het Nationaal Jeugd Orkest en het European Union Youth
Orchestra. Van 2005 tot 2008 was zij als altvioliste werkzaam
bij het Noord Nederlands Orkest. Momenteel speelt zij als
plaatsvervangend aanvoerder altviool in Het Gelders Orkest.
Meintje de Roest treedt veelvuldig op in kamermuziekverband.
Zij speelt in het Saffierkwartet en Het Ensemble en verleent
regelmatig haar medewerking aan de Amsterdam Soloists.
Ook speelt zij veel kamermuziek met collega’s uit Het Gelders
Orkest. Naast haar conservatoriumopleiding studeerde Meintje
sociologie. In 2005 behaalde zij haar master-titel met de
afstudeerscriptie “Concertmagie of thuiscomfort. Waarom
liefhebbers van klassieke muziek concerten bezoeken”.
Deze scriptie schreef zij tijdens haar stage bij het Sociaal en
Cultureel Planbureau.
17
Inge Grevink cello
In 1996 begon Inge Grevink haar beroepsopleiding cello in de
Jong Talent Klas van het conservatorium te Utrecht waar ze in
2003 haar diploma behaalde. Hierna vervolgde ze haar studie in
Zwitserland bij Raphael Wallfisch aan de Hochschule für Musik
und Theater Zürich-Winterthur. Na een zeer succesvol examen
kreeg ze toegang tot de Solistenklas. In januari en juni 2008
heeft ze hiervoor haar afsluitende concerten gegeven en het
“Solistendiplom” behaald. Daarnaast volgde ze masterclasses bij
onder anderen Wolfgang Boettcher en Colin Carr.
Inge Grevink was diverse malen laureaat bij het Prinses Christina
Concours en het nationaal concours van de stichting Jong
Muziektalent Nederland. Zij soleerde met onder meer het Polaris
ensemble (o.a. tournee door Oostenrijk) het Eindhovens Jongeren
ensemble en Musica Ducis. Ook trad zij op in diverse ensembles
waaronder als solocelliste van het Gustav Mahler Jugend
Orchester en maakte op deze manier verschillende tournees door
Nederland en heel Europa.
Sinds augustus 2006 is Inge Grevink plaatsvervangend aanvoer-
der bij Het Gelders Orkest. Daarnaast geeft ze regelmatig
concerten met Het Nieuw Prinsekwartet, Trio Artio en het
Dehmel ensemble.
18
HGO KLEIN STRIJKKWINTET‘Onleesbare, ongecorrigeerde horror.’ Het onderwerp van
discussie? De late strijkkwartetten van Beethoven. De compo-
nist Louis Spohr was aan het woord. En als dat nou nog alleen
zijn mening geweest was, maar nee, er waren er heel wat die
het toen met Spohr eens waren. Bijvoorbeeld de vader van Felix
Mendelssohn-Bartholdy. Deze zag het dan ook enigszins met
lede ogen aan toen zijn 18-jarige zoon die abracadabramuziek
tot voorbeeld koos.
In Beethovens sterfjaar 1827 schreef Mendelssohn zijn
Strijkkwartet in a, opus 13, geschoeid op Beethovens leest.
De Weense meester is erg aanwezig. Het kwartet begint al met
een klein mottothema ‘Ist es wahr’, dat sterk doet denken aan
het ‘Lebewohl’-thema uit Beethovens sonate Les adieux opus
81a. Het hoofdthema van het eerste deel brengt het Allegro
vivace van het Beethovenkwartet opus 132 in gedachten, het
thema van het Adagio non lento dat van de cavatine uit opus
130 en het fugathema van het scherzo verraadt grondige
kennis van het Quartetto serioso opus 95. Interessanter nog
zijn een aantal structurele zaken die de jongere componist van
de oudere afkeek, zoals het idee van een recitatief aan het
begin van de finale (zie Beethovens opus 132), terwijl de
thematische ‘terugblik’ in dit deel op de drie voorgaande delen
en het langzame slot dat de inleiding tot deel 1 herhaalt, het
procedé van de finale van Beethovens Negende symfonie
verraden (Mendelssohn zei overigens eens dat hij die finale
‘niet begreep’).
Wat is er nu nog Mendelssohn? Eigenlijk alles. Want terwijl
Beethovens late muziek introspectief en vergeestelijkt klinkt,
is het kwartet van het nog zo jonge genie uit Berlijn romantisch,
hartstochtelijk, ‘sehnsüchtig.’ Het is: Mendelssohn. Het klinkt
19
Mendelssohn, en daar gaat het om. Komt bij, dat in die jaren
meer componisten niet onder de vernieuwer par excellence
uitkonden; cyclische principes zouden spoedig de mode worden,
zozeer dat Schumann er jonge componisten zelfs voor waar-
schuwde. Aardig, dat op zijn beurt een groot componist ook
weer iets van Mendelssohn afkeek. Want niemand minder dan
Johannes Brahms zou het ‘Ist es wahr’-motief (dat Mendelssohn
ontleende aan zijn eigen lied ‘Ist es wahr? / Daß du stets dort in
dem Laubgang / An der Weinwand meiner harrst?’) gêneloos
gebruiken voor zijn Intermezzo opus 118/2. Eén van Brahms’
mooiste pianostukken. Laten we vooral veel en vaak ‘kopiëren’!
De essentie van Weberns Sechs Bagatellen, opus 9 werd het
beste verwoord door zijn leraar Arnold Schönberg in diens
voorwoord tot de partituur. ‘Besef wat een ingetogenheid en
matigheid het vereist om zich zo beknopt uit te drukken,’ schrijft
Schönberg. ‘Iedere blik laat zich tot een gedicht, elke zucht tot
een roman uitbreiden. Maar: een roman in een enkel gebaar,
een geluk door een enkel ademhalen uit te drukken: zulk een
concentratie wordt alleen gevonden wanneer zelfmedelijden
ontbreekt.’ Concentratie, beknoptheid – dit is muziek die zich
nauwelijks binnen de lengte van de tijd afspeelt maar des te
meer in de diepte van het moment.
Geen gemakkelijke muziek. Ook niet omdat Webern compo-
neert volgens het principe van de dodecafonie – in 1913, het
ontstaansjaar van de bagatellen, revolutionair en een eeuw
later voor veel luisteraars nog altijd moeilijk toegankelijk
terrein. De dodecafonie (‘twaalftoonsleer’) kent geen melodie
of harmonie meer in de gebruikelijke vorm. Opgeheven zijn de
harmonische functies; dissonanten lossen niet op maar eman-
ciperen zich tot opzichzelfstaande klanken. Voor de ‘melodie’
baseert de componist zich op een reeks van twaalf verschil-
lende tonen, die niet langer zijn ontleend aan een toonladder
maar volkomen gelijkwaardig zijn, ‘alleen met elkaar te maken
hebben.’ Deze reeks blijft de hele compositie onveranderd
afgezien van omkeringen, transposities, kreeftgangen en
instrumentale kleuringen.
De middelste vier delen schreef Webern als een keurig vierdelig
strijkkwartet; later raamde hij dit in met nog twee delen.
De eerste uitvoering was pas elf jaar na het ontstaan, in 1924
tijdens het festival voor contemporaine muziek in Donau-
eschingen in Zuid-Duitsland. Voor zulke moeilijke muziek
bleken de reacties erg positief. ‘[De bagatellen] bezitten een
concentratie van muzikale gedachte en een beknoptheid
van expressie die zelfs de meest onvoorbereide luisteraar
20
overtuigde van de spiritualiteit van deze introverte musi-
cus,’ schreef een criticus. Mooier kon Webern het zich niet
wensen, al had hij zich tijdens de uitvoering geërgerd aan
iemand die halverwege in lachen was uitgebarsten. (Webern
had de onbeschaamde man misschien de partituur van zijn
Langsamer Satz in handen moeten stoppen. Een werk dat
acht jaar voor de Bagatellen was ontstaan en nog volop wor-
telt in de romantiek. Het is met zijn dromerige atmosfeer
een uitstekende inleiding tot Weberns idioom en doet ook
vandaag zijn ‘voorbereidend werk’.)
Wolfgang Amadeus Mozart was niet de zwaarmoedigste.
Van iemand die puberale opera’s als Le nozze di Figaro en
Die Entführung aus dem Serail op papier wist te zetten,
verwacht je dat ook niet. Maar op 4 april 1787 schrijft hij
zijn vader een vreemde brief. ‘Ik heb er een gewoonte van
gemaakt in alle dingen op het ergste voorbereid te zijn.
Aangezien de dood, welbeschouwd, het werkelijke einddoel
van ons leven is, heb ik mij de laatste paar jaren zo vertrouwd
gemaakt met deze beste, ware mensenvriend, dat zijn beeld
niets afschrikwekkends meer heeft maar veeleer rustgevend
en troostrijk is!’
Dit is natuurlijk niet per definitie zwaarmoedig. De dood als
trooster en vriend – Mozart maakte ook hier nog iets van.
Maar toch. Verderop schrijft hij: ‘Ik ga nooit naar bed zonder
te bedenken dat ik, zo jong als ik ben, misschien de volgende
dag niet zal aanschouwen…’ Het zijn woorden die er niet om
liegen. Ze geven je het idee dat er op de bodem van Mozarts
ziel nog heel wat meer lag dan de levenslust, vitaliteit en
goedgemutstheid die wat meer in het oog springen.
Het ging hem in 1787 ook niet goed. Zijn kansen in Wenen
begonnen te keren. Men leek een beetje op hem uitgekeken.
De Weners namen er genoegen mee om deuntjes uit Figaro
en Die Entführung te fluiten of er op te dansen, Mozart als
dirigent of pianist te beluisteren, maar nieuwe composities
hoefden ze niet persé van hem. Mozart componeerde steeds
minder. Het kostte hem ook meer moeite dan eerst; er zaten
soms duidelijk wat mindere werken tussen. Het was ook een
tijd waarin hij steeds dieper in de schulden raakte en zijn
gezondheid te wensen overliet. En toen bereikte hem het
bericht dat zijn vader ernstig ziek was (hij zou spoedig
overlijden). In zulke omstandigheden schrijf je woorden als
bovenstaande.
En noten als van het Strijkkwintet in g, KV 516. Het is een
tragisch werk. Dat het klakkeloos volgt op het optimistische
HGO
Klei
n
21
Kwintet in C, KV 515 laat een opvallende parallel zien met
Mozarts laatste twee symfonieën waarbij knarsend g mineur
en stralend C majeur (de Jupiter) al even drastisch tegen elkaar
worden geplaatst, zij het in omgekeerde volgorde. Is het
kwintet in C het ‘himmelhoch jauchzend’, dat in g is de fatale
tegenhanger ‘zum Tode betrübt.’ In de klassieke Mozart woonde
een romantische ziel.
Deze muziek gaat over het Onvermijdelijke. De Mozartbiograaf
Alfred Einstein vatte het werk in een prachtig beeld. ‘Wat hier
gebeurt is misschien alleen met de scène in de hof van
Gethsemane te vergelijken. De kelk met de bittere drank moet
worden geledigd en de discipelen slapen. […] Mozart besluit de
expositie [van het eerste deel] weliswaar in de parallelle
majeurtoonsoort maar keert in de reprise genadeloos genoeg
terug naar mineur. Er valt niet aan te ontkomen. En het menuet
wil niets anders zeggen dan: ‘Niet zoals ik het wil, maar Uw wil
geschiede.’ In het trio valt een straal hemelse troost uit de
duistere wolken maar de terugkeer naar het menuet zelf is
onvermijdelijk. Het Adagio ma non troppo is een gebed – het
gebed van een eenzame die overal door afgronden omgeven is:
de vele soli, de enharmonische verwisselingen voor de terug-
keer naar de tonica, zijn symbolisch. Het slotdeel wordt ingeleid
door een soort duister heroïsche cavatine van de eerste viool en
slaat dan om in G majeur: maar dit is het troosteloze majeur dat
Mozart in zoveel van zijn latere werken eigen is […].’
Stephen Westra
VriendenkortingVrienden van Het Gelders Orkest krijgen op vertoon van hun
lidmaatschapspas € 10 korting* bij de kassa van de betreffende
concertzaal.
*max. 2 kaarten per Vriend. Wij raden u aan tijdig te reserveren.
CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.
22
23
ARNHEMvr. 16 april (Serie C)ArtEZ Conservatorium Arnhem* Concertzaal, 20.15 uurInleiding Jacob Jansen, 19.15 uur
Dit programma wordt herhaald in:
DEVENTERwo. 21 aprilSchouwburg, 20.30 uur* gewijzigde locatie
TE GAST: ORKEST DE EREPRIJSGastorkest orkest de ereprijsWim Boerman dirigentCindy Albracht vioolAljosja Buijs pianoVera Westera zang
24
Te g
ast:
orke
st d
e er
eprij
s
Programma*Kurt Weill (1900-1950)Vioolconcert – visie Willem Breuker
Andante con moto z Notturno : Allegro un poco tenuto - Cadenza z(moderato) – SerenataAllegro molto, un poco agitato z
Louis Andriessen (geb. 1939)M is for Man, Music, Mozart – film Peter Greenaway
The alphabet song (tekst van L. Andriessen en zJ. van der Linden) Instrumental I zThe Vesalius song (tekst van P. Greenaway) zInstrumental II zThe Schulz song (tekst van P. Greenaway) zInstrumental III zThe Eisenstein song (tekst van P. Greenaway) z
pauze
Léos Janácek (1854-1928)Capriccio – bewerking Andries van Rossem
Allegro zAdagio zAllegretto zAndante z
Mary Finsterer nieuw werk
Willem Breukernieuw werk
*Volgorde van het programma is onder voorbehoud
25
orkest de ereprijsOrkest de ereprijs is hét orkest voor nieuwe muziek in het oosten
van Nederland. Het gezelschap heeft naam en faam opge-
bouwd in binnen- en buitenland. Het orkest initieert – zowel op
internationaal als lokaal niveau – nieuwe projecten, veelal in
samenwerking met andere disciplines. Daarnaast biedt het
orkest een podium voor jong talent, onder meer in de jaarlijks
terugkerende Young Composers Meeting en in de samenwerking
met de conservatoria van Den Haag, Rotterdam en Arnhem/
Enschede/Zwolle - ArtEZ.
Kenmerk van orkest de ereprijs is vooral de mentaliteit: het
gezelschap is nieuwsgierig en durft het experiment aan te gaan.
De kracht van het orkest is dat ze op een heel toegankelijke en
kwalitatief extreem hoge wijze het publiek kennis laat maken
met het bijzondere van nieuwe muziek.
26
Te g
ast:
orke
st d
e er
eprij
s
Wim Boerman dirigent
Wim Boerman (1951) is fluitist en sinds 1979 verbonden aan
orkest de ereprijs. Boerman en de ereprijs zijn één sinds hij de
artistiek leider én dirigent van dit ensemble is. Boerman heeft
met het ensemble vele bijzondere producties op zijn naam staan,
zoals Onder het Melkwoud met De Plaats, Lines and Dogs met
Pieter de Ruiter en Eva Villanueva, Boxing Pushkin met Bollwerk,
Mixed Emotions met Generale Oost en de Dans-academie van
ArtEZ en Boogloze Boogpees i.s.m. de Wintertuin.
Daarnaast is Boerman het hart van de Young Composers
Meeting die in 2010 de 16de editie beleefde.
Boerman heeft met het ensemble veel internationale tournees
naar Rusland, Polen, Hongarije, Engeland en Frankrijk gemaakt.
27
Cindy Albracht viool
Cindy Albracht studeerde viool bij Jan Repko, Davina van Wely
en Else Krieg aan het Conservatorium van Amsterdam en bij
Gerhard Schulz aan de Hochschule für Musik und Darstellende
Kunst in Wenen. Daarbij sloot ze haar opleiding met de hoogste
onderscheiding af. Zij volgde masterclasses bij onder anderen
Victor Liberman, Herman Krebbers en Rainer Kussmaul.
In 1998 won Cindy de Zilveren Vriendenkrans, een prijs van de
Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concert-
gebouworkest. In 1999 was zij derde prijswinnares op het
Oscar Back Vioolconcours.
Cindy Albracht was tot 2007 primarius van het Romeo Kwartet,
waarmee zij regelmatig optrad in binnen- en buitenland. Met
het kwartet kreeg zij lessen van grote musici als Isaac Stern,
György Kurtág, en van leden van onder andere het Amadeus
Quartett, het Alban Berg Quartett en het Borodin Quartett.
Naast enkele andere prijzen won het Romeo Kwartet in 2005
de Mees Pierson Award, een prijs voor het beste Nederlandse
ensemble in de serie ‘ Jonge Nederlanders’ van het Concert-
gebouw.
Sinds 2007 is Cindy Albracht werkzaam in Het Gelders Orkest
als aanvoerder van de tweede violen. Ook speelt zij als eerste
violiste in het Mahler Chamber Orchestra.
28
Te g
ast:
orke
st d
e er
eprij
s
Aljosja Buijs piano
Pianist Aljosja Buijs volgde zijn vakopleiding aan de conservato-
ria van Arnhem en Amsterdam waar hij studeerde bij Janine van
Mever, Marjès Benoist en Willem Brons. Daarnaast volgde hij
masterclasses bij onder anderen Detlef Kraus en Jean-Yves
Thibaudet. Verder bekwaamde hij zich in de kamermuziek bij
musici als Vladimir Mendelssohn, Colin Carr, Ab Koster en
Pascal Devoyon.
Als veelzijdig musicus met een brede interesse speelde Aljosja
Buijs met uiteenlopende ensembles in binnen- en buitenland.
Momenteel maakt hij deel uit van het Don Banks hoorntrio.
Voor dit gezelschap schreven diverse componisten werk,
waaronder Nico Hijbregts en Ian Matheson. Ook speelt hij al
een aantal jaren in orkest de ereprijs. Sinds 2005 is hij als
pianobegeleider en methodiek docent verbonden aan het ArtEZ
Conservatorium Arnhem.
29
Vera Westera zang
Vera Westera (1972) studeerde aanvankelijk Engels en richtte
zich pas op 21-jarige leeftijd op de zang. Na de vooropleiding
vervolgde ze tot 2000 haar studie aan het conservatorium van
Arnhem waar ze cum laude afstudeerde. In 1998 won ze de
‘De Roos Geesink Prijs’ voor jong, pas afgestudeerd talent. Dit
gaf haar de mogelijkheid om naar de International Jazz Work-
shop in Banff, Canada te gaan. In 1999 werd ze tweevoudig
winnares van het Nederlands Jazz Vocalisten Concours in
Zwolle. Ze kreeg hier zowel de eerste prijs van de jury als de
publieksprijs. Een jaar later won ze in Leiden de solistenprijs
van de VSB Music Award.
Vera Westera zingt in veel verschillende stijlen in verscheidene
bezettingen. Zo zong ze in de popgroep B1 en zingt ze bij het
akoestisch ensemble Biyuya van muzikant en producent Bojan
Vuletic. Tevens is ze leadzangeres bij de Groove Troopers van
Martin Fondse, met wie ze in 2003 haar debuut maakte op het
North Sea Jazz Festival in Den Haag. Verder speelt en werkt ze
onder andere samen met pianist Maurits Fondse en producer
Tom van Beers. In 2008 maakte ze haar eerste solo-cd onder de
titel ‘ A View Amazing’.
30
TE GAST: ORKEST DE EREPRIJS Al ruim dertig jaar houdt orkest de ereprijs zich bezig met de
rafelranden van de klassieke muziek. Zij spelen veelal eigen-
tijdse en eigenzinnige composities die raakvlakken hebben met
andere kunstuitingen of anderszins afwijken van de gebaande
paden van de serieuze, gecomponeerde muziek. Zo ook in dit
programma. De muziek van Janácek is schatplichtig aan de
volksmuziek. De composities van Kurt Weill hebben veel
invloed ondergaan van de amusementsmuziek. De muziek van
Louis Andriessen heeft in dit geval te maken met jazz, Mozart
en film. De muziek van Mary Finsterer is eigenzinnig en origi-
neel en maakt gebruik van veel verschillende inspiratiebronnen.
De oudste componist van dit programma is de Moravische
Tsjech Léos Janácek. Janácek, die veel gebruik maakt van
elementen uit de Moravische volksmuziek, is in het begin van
zijn carrière vooral bekend om zijn koorwerken en opera’s, maar
aan het eind van zijn leven nemen de orkestwerken en de
kamermuziek een steeds belangrijkere plaats in. Dan compo-
neert hij ook twee werken voor piano en kamermuziekensemble:
het Concertino uit 1925 en het Capriccio uit 1926.
In de oorspronkelijke bezetting van het Capriccio wordt de
piano begeleid door een ensemble van fluit, twee trompetten,
drie trombones en een tenortuba. Aanvankelijk zou het stuk
Trotsering heten en bevatte het volgens de componist sombere
en weerbarstige muziek. Ondanks het niet-vrolijke karakter van
het grootste deel van deze compositie heeft Janácek ervoor
gekozen om dit werk Capriccio te noemen; een benaming die
voornamelijk gegeven wordt aan vrolijke en grappige muziek.
31
Janácek heeft dit stuk geschreven voor de pianist Otakar
Hollman die als oorlogsslachtoffer zijn rechterhand niet kon
gebruiken. Dit ‘pianoconcert voor de linkerhand’ is door de
Arnhemse componist Andries van Rossem bewerkt. Hij heeft de
instrumentatie van het ensemble aangepast aan de bezetting
van orkest de ereprijs. De muziek blijft verder volledig intact.
Het Vioolconcert van Kurt Weill wordt ook in een aangepaste
versie uitgevoerd, in dit geval in de visie van Willem Breuker.
De van oorsprong Duitse componist Weill is vooral bekend door
de samenwerking die hij aanging met de theatermaker Bertolt
Brecht. Samen maakten zij de Dreigroschenoper en Mahagonny;
twee muziektheaterproducties die bol staan van maatschappij-
kritiek en amusementsmuziek. Door zijn socialistische sympa-
thieën en joodse afkomst was Weill in 1933 genoodzaakt naar
Amerika uit te wijken. Ook daar maakte hij een groot aantal
musicals die met succes werden opgevoerd op Broadway. In
1943 verkreeg Weill het Amerikaanse staatsburgerschap.
Het Vioolconcert uit 1924 is het eerste werk waarmee Kurt
Weill naam maakt. De klank is nog niet zozeer gebaseerd op de
amusementsmuziek ofschoon het werk wel een opgetogen en
fris karakter heeft. Weill had net zijn studie voltooid bij Ferrucio
Busoni en onderging in deze periode veel invloed van Paul
Hindemith en Igor Stravinsky. Weill gebruikt voor dit concert de
klassieke driedeligheid waarbij het opvalt dat het tweede deel
zelf ook weer driedelig is: Notturno – Cadenza – Serenata.
Voor de orkestbezetting heeft Weill gekozen voor blazers,
slagwerk en een contrabas. Zij ondersteunen de virtuoze
vioolpartij, maar treden ook zelf veelvuldig op de voorgrond.
Met name in het snelle laatste deel is de rol van het orkest groot
en virtuoos. De originele bezetting van twee fluiten, een hobo,
twee klarinetten, twee fagotten, twee hoorns, een trompet,
slagwerk en contrabas is door Willem Breuker aangepast aan de
bezetting van orkest de ereprijs.
Van “Angry Young Man” is Louis Andriessen inmiddels op
70-jarige leeftijd uitgegroeid tot de nestor van het Nederlandse
muziekleven. In de jaren zestig en zeventig is de muziekwereld
in Nederland op verschillende manieren wakker geschud door
initiatieven van Louis Andriessen. Hij nam deel aan de noten-
krakersaktie, was mede auteur van de opera Reconstructie,
richtte ensembles op als De Volharding en Hoketus en compo-
neerde een aantal grote ensemblewerken zoals De Staat
waardoor veel jonge componisten geïnspireerd zijn geraakt.
M is for Man, Music, Mozart is het resultaat van een samen-
32
Te g
ast:
orke
st d
e er
eprij
s
werking tussen Louis Andriessen en de cineast Peter
Greenaway in 1991. Het initiatief is afkomstig van de BBC
die met zes korte films het tweehonderdste sterfjaar van
Mozart wilde belichten. M is for Man, Music, Mozart is door
de samenwerking tussen Greenaway en Andriessen een
hecht samenhangend kunstwerk met beeld en geluid
geworden. Het is dan ook toe te juichen dat in dit concert
niet alleen de muziek gespeeld wordt maar dat tegelijkertijd
ook de beelden te zien zijn.
Het openingsdeel “Alphabet Song” begint bij het begin:
‘A is for Adam’ en vervolgt het alfabet, waarbij de mens leert
bewegen en muziek te maken, om vervolgens uit te komen
bij de M van Mens, Muziek en Mozart. De overige drie gezon-
gen delen zijn een eerbetoon aan achtereenvolgens de
16de-eeuwse anatomist Andreas Vesalius, de 20ste-eeuwse
Pools-joodse schrijver Bruno Schulz en de Russische filmma-
ker Sergej Eisenstein. Tussen de vier gezongen delen klinken
drie instrumentale delen. Het eerste daarvan gaat over de
mens, het tweede over beweging en het derde over Mozart.
Andriessen maakt gebruik van een heldere duidelijke
muzikale taal die onder andere doet denken aan jazzmuziek
en Stravinsky en die natuurlijk refereert aan de muziek van
Mozart. De muziek is destijds gecomponeerd voor orkest
De Volharding met een bezetting van 1 fluit, 3 saxofoons,
1 hoorn, 3 trompetten, 3 trombones, piano en contrabas.
De zang is geschreven voor een ‘Jazz-singer (NB not soprano)’.
De componiste Mary Finsterer (1962) is afkomstig uit
Australië en zij heeft, net als vele anderen, enige tijd les
gehad van Louis Andriessen. Haar werk heeft een aantal
belangrijke prijzen behaald en is uitgevoerd door vooraan-
staande ensembles als Het Asko-Ensemble, het Arditti
strijkkwartet, het IRCAM en The Australian Symphony
Orchestra. Ook in haar werk worden vaak combinaties
aangegaan met andere disciplines, met name film.
De muziek van Mary Finsterer is lastig te omschrijven.
Al haar werken zijn voor verschillende bezettingen gecom-
poneerd en maken gebruik van verschillende componeer-
principes. Een rode draad is wel dat haar muziek bijzonder
spontaan klinkt, alsof het ter plekke wordt verzonnen.
Muzikale ideeën worden geïntroduceerd en vervolgens door
andere instrumenten overgenomen en veranderd. Haar
muziek krijgt daardoor een flitsend en caleidoscopisch
karakter. Daarnaast maakt Mary Finsterer veelvuldig
33
gebruik van elektronica hetgeen resulteert in, wat zij zelf
noemt: ‘electro-acoustic soundscapes’. Het werk dat orkest de
ereprijs vanavond ten gehore zal brengen is nog maar net af.
Om die reden is de titel van dit stuk nog niet bekend. Maar dat
hoeft een spannende luisterervaring zeker niet in de weg te
staan. Tot slot zal bovendien nog een nieuw werk van Willem
Breuker worden gespeeld.
Jacob Jansen
CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.
34
35
DOETINCHEMdo. 22 aprilSchouwburg Amphion, 20.00 uurInleiding Maarten Brandt, 19.00 uur
ARNHEMvr. 23 april (Serie B)Musis Sacrum, 20.15 uurAdoptieconcert Teijin AramidInleiding Maarten Brandt, 19.15 uur
NIJMEGENza. 24 april (Serie 2)De Vereeniging, 20.15 uurKeuzeconcert DirkzwagerInleiding Maarten Brandt, 19.15 uur
APELDOORNzo. 25 april (Serie II)Orpheus, 16.00 uurInleiding Maarten Brandt, 15.15 uur
BEETHOVEN TRIPELCONCERTDamian Iorio dirigentRoeland Gehlen vioolMaike Reisener celloIan Gaukroger piano
36
Beet
hove
n Tr
ipel
conc
ert
PROGRAMMAArvo Pärt (geb. 1935)Fratres
Ludwig van Beethoven (1770-1827)Tripelconcert voor piano, viool, cello en orkest
Allegro zLargo zRondo alla polacca z
pauze
Richard Wagner (1813-1883)Parsifal, an orchestral quest (bew. H. de Vlieger)
Vorspiel zParsifal zDie Gralsritter I zDie Blumenmädchen zKarfreitagszauber zDie Gralsritter II zNachspiel z
37
Damian Iorio dirigent
Geboren in Londen koos Damian Iorio aanvankelijk voor de
viool. Daarvoor volgde hij een opleiding in Engeland en de
Verenigde Staten. Hij stapte over op directie en studeerde in
Sint Petersburg bij Alexander Polishchuk en de legendarische
Ilya Mushin.
Van 1999 tot 2005 was Iorio chef-dirigent van het Moermansk
Symfonie Orkest. Met dit ensemble gaf hij veel succesvolle
concerten in Rusland en Scandinavië. Maar ook als gastdirigent
groeide zijn reputatie. Zo stond hij voor het London Philharmo-
nic Orchestra, het Philharmonisch Orkest van Sint Petersburg,
het Deens Radio-orkest en in Nederland het Radio Filharmonisch
Orkest.
Ook op operagebied is Damian Iorio actief. Zo verzorgde hij de
Russische première van The Man Who Mistook His Wife for a Hat
van Michael Nyman. Zijn debuut bij de Central City Opera
Denver met Brittens The rape of Lucretia brachten hem lovende
kritieken.
Momenteel heeft Damian Iorio zich gevestigd in Italië waar hij
furore maakt bij operahuizen in onder meer Milaan (La Scala),
Pisa en Florence. Voor zijn activiteiten bij het Orchestra
Sinfonica di San Marino werd hij in dat land geridderd.
Damian Iorio stond al eerder voor Het Gelders Orkest.
In november 2009 leidde hij het orkest in een Scandinavisch
programma.
38
Beet
hove
n Tr
ipel
conc
ert
Roeland Gehlen viool
Roeland Gehlen werd in Schinnen geboren. Hij studeerde bij
Nilla Pierrou in Maastricht, bij André Gertler in Brussel, en
aansluitend bij Thomas Brandis aan de Hochschule der Künste
in Berlijn, waar hij zijn solistendiploma haalde. Hij won verschil-
lende prijzen bij nationale en internationale concoursen
( zoals b.v . het Oskar-Back-concours in Amsterdam, eerste prijs,
het internationale Lipizzer-concours in Italie , en het
internationale Szymanowski-concours in Brussel).
Van 1994 tot 1997 was Roeland Gehlen vaste remplacant bij
de Berliner Philharmoniker. Van 2000 tot 2004 was hij eerste
concertmeester van de Bochumer Symphoniker, en sinds 2004
is hij eerste concertmeester van Het Gelders Orkest. Hij treedt
regelmatig als solist op in Nederland en Duitsland.
Zijn talrijke kamermuziekconcerten brachten hem naar de
muziekcentra van Europa, zoals o.a. Duitsland, Italie, Frankrijk,
Spanje, Portugal en Polen, als ook naar Japan, USA, Brazilië en
Argentinië. Hij maakte de laatste jaren verschillende opnames
voor o.a. de Bayerische Rundfunk en de SWR. Roeland Gehlen
speelt op een viool van Jean-Baptiste Vuillaume.
39
Maike Reisener cello
Maike Reisener maakte kennis met de cello op negenjarige
leeftijd. Het instrument veroverde haar hart en zij studeerde in
Detmold en de Folkwanghochschule in Essen bij Young-Chang
Cho waar zij cum laude afstudeerde. Daarnaast volgde ze
masterclasses bij o.a. Boris Pergamenschikov, Steven Isserlis en
Frans Hemerson. Zij was prijswinnares van het Duits Nationaal
Concours “Jugend Musiziert”, van het Internationale Cello
Concours Douai en ereprijswinnaar van de Carl-Flesch-Akademie
te Baden-Baden.
Tijdens haar studie bekwaamde de celliste zich ook in de kamer-
muziek. In die discipline volgde ze lessen bij het Alban-Berg-
Quartett in Keulen en bij professor Andreas Reiner in Essen.
Lange tijd speelde zij in kleinere ensembles en kamerorkesten,
zoals de Amsterdamse Bachsolisten en Amsterdam Sinfonietta.
Nog tijdens haar studie werd zij benoemd tot aanvoerder cello
bij het Radio Kamerorkest (tegenwoordig Radio Kamer Filhar-
monie). Haar benoeming tot solocellist bij Het Gelders Orkest in
2004 bracht haar weer in aanraking met het grotere symfonische
repertoire.
Haar liefde voor de kamermuziek is echter gebleven. Sinds 2004
was zij lid van het Romeo Kwartet waarmee zij concerten in
binnen- en buitenland gaf. Met dit strijkkwartet won zij in 2005
de Mees Pierson Award, een prijs voor het beste Nederlandse
ensemble in de serie ‘Jonge Nederlanders’ van het Concertge-
bouw. Sinds 2009 vormt Maike met Roeland Gehlen en Ian
Gaukroger het Covatina Pianotrio.
40
Beet
hove
n Tr
ipel
conc
ert
Ian Gaukroger piano
Ian Gaukroger studeerde bij Bernard Roberts en Yonty Solomon
aan het Royal College of Music in Londen, waar hij de Chappell
Medal – de hoogste prijs voor piano – won. Ian behaalde
vervolgens zijn masters degree aan de Eastman School of Music
in Rochester, New York, waar hij de eerste prijs won als concertso-
list met zijn vertolking van het Derde Pianoconcert van Prokofiev.
Masterclasses volgde Ian met o.a. György Sebok, Guido Agosti,
Joaquin Achucarro en Lamar Crowson.
Als solist trad hij verscheidene malen op met onder meer de
Hongkong Philharmonic en het Nederlands Kamerorkest.
Met dit laatste orkest speelde hij tijdens een succesvolle tournee
door de Verenigde Staten samen met Philippe Entremont de
solopartijen in Carnaval des Animaux van Camille Saint-Saëns.
Ook soleerde Ian bij het Nederlands Kamerorkest in Frank
Martins Petite Symphonie Concertante. Bij het Hongkong
Philharmonic speelde hij onder andere in Rhapsody in Blue van
Gershwin, het Tweede Pianoconcert van Sjostakovitsj en het
Pianoconcert in D van Haydn.
Daarnaast Ian is een veelgevraagd kamermusicus. Behalve in
Nederland (Beurs van Berlage, Musis Sacrum) trad hij op in
London (o.a. in de Queen Elizabeth Hall en de Purcell Room),
het Verre Oosten, Australië, Nieuw-Zeeland, Frankrijk,
Zwitserland en de Nederlandse Antillen. Ook maakte hij
radio-opnames voor diverse radio-stations waaronder de BBC,
de Hessische Rundfunk en de Australian Broadcasting Corpora-
tion. Verder treedt Ian op als pianist met Het Gelders Orkest,
het Nederlands Philharmonisch Orkest en Het Koninklijk
Concertgebouworkest.
41
BEETHOVEN TRIPELCONCERT EEN EENVOUDIGE VIRTUOZE PIANOPARTIJLudwig van Beethoven mocht dan wel Republikeinse sympa-
thieën koesteren en zijn argwaan tegen de adel niet onder
stoelen of banken te steken, hij onderhield wel degelijk warme
contacten met die adel, al was het maar om zich in zijn levens-
onderhoud te kunnen voorzien. Met prinsen als Kinsky en
Lichnovsky en de Russische graaf Rasumowsky ging hij vriend-
schappelijk om. Op de gravinnen Therese Brunsvik en Giulietta
Guicciardi was hij zelfs tot over zijn oren verliefd. Niet minder
dan de zoon van de Oostenrijkse keizer, aartshertog Rudolph,
behoorde tot zijn leerlingen. En deze was nog getalenteerd ook.
Hij speelde heel behoorlijk piano en schreef niet onaardige
composities.
Rudolph begon in 1803 als 15-jarige zijn lessen bij Beethoven.
Deze was verrast door de snelle vorderingen die de adellijke
jongen aan het klavier maakte. Al gauw rees het plan om een
stuk te schrijven met een pianopartij die niet al te moeilijk was,
maar wel veel bravoure uitstraalde. Zo werd de kiem gelegd
voor het Tripelconcert, waarin Beethoven een eenvoudige
pianopartij combineerde met virtuoze partijen voor viool en
cello die zo hun uistraling zouden hebben naar de piano.
Voor de andere solisten had Beethoven de toentertijd be-
faamde violist Carl Anton Seidler in gedachten, de cellist zou
Anton Kraft moeten zijn, een oudgediende, die jarenlang
onder Joseph Haydn eerste cellist in het hoforkest van Esterházy
was geweest.
De uitvoering kwam echter nooit van de grond, waarschijnlijk
ook omdat de voltooiing van het concert te lang op zich liet
wachten. Pas in 1807 kwam het tot een publicatie bij één van
42
Beet
hove
n Tr
ipel
conc
ert
de Weense uitgevers. De première vond een jaar later plaats
tijdens een concert georganiseerd door violist Ignaz
Schuppanzigh. Hij was één van de bekendste violisten van
Wenen en had Beethoven ooit nog vioolles gegeven. Tussen
beide musici was een levenslange vriendschap ontstaan.
Het concert was één van de abonnementsconcerten in de
Weense Augartensaal waarmee Schuppanzigh al sinds 1795
furore maakte. Hijzelf speelde in het Tripelconcert natuurlijk
de vioolsolo, Anton Kraft speelde cello en Beethoven zelf
nam zeer vermoedelijk de pianopartij voor zijn rekening.
Het publiek reageerde maar lauw bij deze gelegenheid.
Een uitvoering enkele maanden later in Leipzig werd heel
wat enthousiaster ontvangen, al was het maar omdat de
zaal voor een deel werd bevolkt door fanatieke Beethoven-
fans. Maar echt populair is het Tripelconcert tot op de dag
van vandaag nooit geworden. En dat is jammer, want
uitgerekend dit stuk laat de anders zo ruige en onbehouwen
Beethoven van een ongekend galante en fijnbesnaarde
kant zien.
WAGNER ALS SyMFONISCH GEDICHTUit het succes van Henk de Vliegers symfonische samenvat-
ting van Richard Wagners Der Ring des Nibelungen in 1991
was duidelijk geworden dat de theatraal en vocaal bedoelde
muziek van Wagner, met slechts enkele aanpassingen, ook
uitstekend geschikt was voor een instrumentale uitvoering
in de concertzaal. Dit bleek zo goed te werken omdat Wagner
zijn vier opera’s van de Ring zeer compact had geconstrueerd
met een groot aantal Leitmotiven die voortdurend herhaald,
gevarieerd en gecombineerd worden. Ondanks de lengte
van de opera’s is het muzikale bouwmateriaal overzichtelijk
en leent het geheel zich goed om een muzikaal uittreksel te
maken.
In 1993 besloot De Vlieger tot een nieuwe Wagneriaanse
uitdaging in dezelfde sfeer. Ditmaal nam hij Wagners laatste
opera Parsifal als basis voor een symfonisch arrangement.
Parsifal is wel de meest bijzondere opera die Wagner
schreef. Zelf noemde hij het een Bühnenweihfestspiel,
daarmee het sacrale karakter van het werk benadrukkend.
Het is een christelijk-mythisch verhaal dat handelt over het
conflict tussen wereldlijke en religieuze liefde, waarbij een
veelheid aan christelijke symboliek ten tonele wordt gevoerd.
43
De Vlieger probeert in dit stuk niet zozeer het verhaal van
Parsifal in een notedop na te vertellen, als wel de rituele
uitstraling van de opera in de kern te vatten. De beide hoekdelen
vormen de ouverture en de slotscène van de opera waarbij de
vocale lijnen instrumentaal zijn ingevuld. Direct na de ouver-
ture volgt een korte presentatie van Parsifal zelf. Deel 3 en 6
zijn geconcentreerd rond de graalridders en vormen de oor-
spronkelijke intermezzo’s van de eerste en de derde akte.
De twee delen in het midden vormen de tegengestelde sferen
in de opera, enerzijds het zinnelijke, hier uitgebeeld door de
bloemenmeisjes, anderzijds het sacrale verklankt in de muziek
voor Goede Vrijdag.
KLOKJESOp zijn minst kun je Arvo Pärt een controversieel componist
noemen. Als diepgelovig mens schrijft hij moderne mystieke
muziek die hem, met componisten als Henryk Górecki en John
Tavener het predicaat Holy minimalists oplevert. Voor sommi-
gen een kritische benaming, voor anderen een geuzennaam,
een tussenweg lijkt er niet te zijn. Pärt liet zich aanvankelijk
inspireren door componisten als Prokofjev en Schönberg, maar
zocht later zijn heil bij het gregoriaans en de polyfonie van de
Renaissance. Maar zijn ware stijl kwam boven in een heel
nieuw concept, wat hij tintinnabuli noemde, het Latijnse woord
voor klokjes. De muziek klinkt op het eerste gehoor heel simpel,
maar brengt de geconcentreerde toehoorder in een soort
‘luistermeditatie’ die door sommigen als zeer indringend wordt
gevoeld, bijna als een religieuze ervaring.
In het stuk Fratres wordt die ervaring op wiskundige wijze
bereikt. Pärt gaat uit van een stapsgewijs dalende lijn in een
specifieke notenvolgorde met halverwege een octaafsprong
naar boven. Daar zet hij parallel een tweede lijn tegenaan die
dezelfde noten gebruikt maar op een ander punt begint.
Daartussenin beweegt een derde lijn die slechts uit enkele
verschillende noten bestaat. De drie stemmen vormen met
elkaar vrijwel consonante akkoorden. Door een systeem van
omkeringen en mathematische permutaties worden de
notenreeksen omgevormd tot negen variaties. Fratres is niet
voor een bepaald uitvoeringsapparaat geschreven. De lijnen
en harmonieën zijn belangrijker dan het klankspectrum. Dat
betekent niet dat het stuk zomaar willekeurig in elke samen-
stelling gespeeld kan worden. Pärt heeft het werk zelf in
verschillende versies voor diverse bezettingen gecomponeerd.
De originele versie stamt uit 1977 en is gemaakt voor vijf
44
Beet
hove
n Tr
ipel
conc
ert
CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.
strijkers en vijf blazers. Daarna zijn er tot nu toe nog 13 andere
varianten gemaakt. Tijdens dit concert wordt de versie voor
strijkers en slagwerk uit 1983 gespeeld.
Kees Wisse
45
ZUTPHENdi. 27 aprilDe Hanzehof, 20.00 uurInleiding Martin Buninga, 19.00 uur
ARNHEMwo. 28 aprilMusis Sacrum, 20.15 uurEDEza. 1 meiCultura, 20.15 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uur
NIJMEGENzo. 2 meiDe Vereeniging, kleine zaal, 12.00 uur
HGO KLEIN KamermuzieKArthur Mahler dirigentRobbert Muuse bariton Het Gelders Mahler EnsembleEwoud Mahler, viool, Mara Mikelsone-Mahler, viool, Meintje de Roest, altviool, René Berman, cello, Aristoteles Potamianos, contrabas, Peter Verduyn Lunel, fluit, Arno Stoffelsma, klarinet, Bram Kreeftmeijer, hobo, Joop Bremer, fagotJosé Luis Sogorb Jover, hoorn, Mark Voermans, pauken, Juan Zurutuza, piano, Dirk Luijmes, harmonium
46
HGO
Klei
n
ProgrammaGustav Mahler (1860-1911)Pianokwartet
Alfred Schnittke (1934-1998)Pianokwartet
Gustav Mahler (1860-1911)Lieder eines fahrenden Gesellen (bew. A. Schönberg)
Wenn mein Schatz Hochzeit macht zGing heut morgen übers Feld zIch hab’ ein glühend Messer zDie zwei blauen Augen von meinem Schatz z
pauze
Gustav Mahler (1860-1911)Uit Symfonie nr 2 ‘Auferstehung’ (bew. E. Bauer)
Andante moderato z
Fünf Rückertlieder (bew. G. Müller-Hornbach)
Ich atmet’ einen linden Duft! zLiebst du um Schönheit zBlicke mir nicht in die Lieder zIch bin der Welt abhanden gekommen zUm Mitternacht z
47
Arthur Mahler dirigent
Arthur Mahler (1952) beschikt door zijn vele en gevarieerde
werkzaamheden over brede ervaring als uitvoerend en docerend
musicus. Naast zijn functie bij Het Gelders Orkest werkte hij
free-lance als barokhoboïst bij gerenommeerde ensembles als
The Amsterdam Baroque Orchestra en The Academy of Ancient
Music in Londen en doceerde hij hobo en barokhobo aan de
conservatoria van Maastricht, Utrecht en Arnhem. Hij gaf tal van
recitals en kamermuziekconcerten en trad met diverse orkesten
solistisch op.
Ook als dirigent is Arthur Mahler actief; in de recensies van de
inmiddels vele door hem geleide uitvoeringen met koren, orkes-
ten en ensembles wordt opvallend vaak de interessante program-
mering genoemd en het inspirerende en integere musiceren.
Het Gelders Mahler Ensemble
Het Gelders Mahler Ensemble is een gelegenheidsensemble van
musici uit Het Gelders Orkest, aangevuld met de pianist Juan
Zurutuza en harmoniumexpert Dirk Luijmes. Het ensemble is
samengesteld rondom de ‘Verein für musikalische Privatauf-
führungen’, waar componisten als Arnold Schönberg zich
inzetten om van muziek van tijdgenoten hoorbaar te maken
voor het publiek. In het geval van deze bewerkingen van twee
liederencycli van Mahler niet in volledige vorm, maar door een
kamermuziekensemble van strijkers, houtblazers, hoorn, piano
en harmonium. Het Gelders Mahler Ensemble staat onder
leiding van Arthur Mahler, een bekend gezicht uit de hobogroep
van Het Gelders Orkest, en nee, geen directe familie van.
48
HGO
Klei
n
Robbert Muuse bariton
De bariton Robbert Muuse studeerde bij Mya Besselink in
Maastricht en in de Opernschule van Karlsruhe bij Donald Litaker,
en volgde liedstudies bij Konrad Richter (Stuttgart), Hartmut Höll
(Mozarteum Salzburg) en Julius Drake (Londen). Hij nam deel aan
vele masterclasses bij o.a. Sir Thomas Allen, Barbara Bonney,
Robert Holl, Hilde Zadek en Graham Johnson. Verder werd hij
gecoacht door Helmuth Kolvenbach. Hij won verscheidene
prijzen, waaronder de MeesPierson Award 2004 in de serie
‘Jonge Nederlanders’ van het Concertgebouw in Amsterdam.
Sinds 1994 vormt Robbert Muuse een liedduo met de pianiste
Micha van Weers. Samen gaven zij recitals onder meer in het
Concertgebouw in Amsterdam, in Stuttgart, Karlsruhe, Salzburg
en Parijs. Ook gaven zij masterclasses voor het liedgenre.
Robbert is een veelgevraagde concertsolist en vertolker van
barokmuziek. Als operazanger vertolkte hij tientallen rollen in
opera’s, o.a. Aeneas in Dido and Aeneas, Dottore Malatesta in
Don Pasquale, Allazim in Mozarts Zaide en Guglielmo in Così
fan tutte, Falke in Die Fledermaus, Sid in Albert Herring van
Britten, Le Directeur in Les Mamelles de Tirésias van Poulenc,
Escamillo in La Tragédie de Carmen, en andere opera’s van o.a.
Händel, Purcell, Rossini, Leoncavallo en Britten.
Hij werkte met vele orkesten en ensembles, onder meer met
dirigenten Jan Willem de Vriend, Jurjen Hempel, Enrico Delam-
boye, Jos van Veldhoven en Ed Spanjaard, en met regisseurs
Renate Ackermann, Lodewijk de Boer, Jan Bouws, Guy Joosten,
David Prins, Saskia Boddeke en Peter Greenaway.
Hij was als solist te gast voor optredens in het Amsterdams
Concertgebouw, festival Oude Muziek Utrecht, St John’s Smith
Square in Londen, York, Stuttgart, Festspielhaus Karlsruhe,
Salzburg en Cité de la Musique in Parijs, Israel, Riga en Miami.
49
Het i
s w
erke
lijk:
Onge
hoor
d!w
ebsh
op.h
etge
lder
sork
est.n
l
Het G
elde
rs O
rkes
t d
aar h
oren
we
Hier
bes
telt
u al
les.
Van
CD’
s to
t pos
ters
, va
n ka
artje
s to
t min
iabo
nnem
ente
n.
Alle
s va
n He
t Gel
ders
Ork
est,
altij
d
besc
hikb
aar.
Supe
r han
dig
thui
s be
stel
len
en s
nel t
huis
bezo
rgd.
Nu g
eope
nd, o
nze
eige
n w
ebsh
op O
NGEH
OORD
!
Neem
sne
l een
kijk
je
en m
aak
uw k
euze
!
HGO KLEINHET GELDERS MAHLER ENSEMBLE
Het was niet de eerste de beste die beschreef wat de ‘Verein für
musikalische Privataufführungen’ beoogde. In september 1919
verwoordde Alban Berg wat Arnold Schönberg voor de geest
stond en stipte de belangrijkste uitgangspunten aan. Het ging
erom werk van tijdgenoten hoorbaar te maken - kon dat niet in
de oorspronkelijke grotere bezetting, dan koos men voor een
compacte kamermuziekversie (soms zelfs piano vierhandig).
Zo konden deze nieuwe werken tóch beluisterd worden, in een
tijd waarin radio en grammofoon nog nauwelijks een vaste
plaats hadden verworven. Het ging Schönberg niet om één
bepaalde stijl, nee: ‘Van Mahler en Strauss tot aan de allerjong-
sten zou de hele moderne muziek, en dan ook alles wat naar
naam of vorm en karakter heeft, gepresenteerd worden’.
Deze werken werden tijdens wekelijkse verenigingsavonden
ten gehore gebracht. Bovendien zouden ze vaker gespeeld
worden en ingeleid worden. Zo klonken tussen december 1918
en december 1921, in niet minder dan 113 concerten, een
groot aantal werken van Bartók, Berg, Debussy, Hauer, Mahler,
Ravel, Reger, Schönberg, Skrjabin, R. Strauss, Stravinsky,
Webern en Zemlinsky, om slechts de belangrijksten te noemen.
Parallel werd een serie georganiseerd waarin ‘klassieke, vaak en
slecht gespeelde werken goed gespeeld werden’, terwijl ook in
Praag een bescheiden serietje plaatsvond.
Op 6 februari 1920 kwam in deze Weense context Mahlers
Lieder eines fahrenden Gesellen tot klinken. Ze stammen uit
Mahlers vroege periode, werden in de jaren 1883-85 geschre-
ven en in het begin van de jaren negentig waarschijnlijk
georkestreerd. De teksten zijn van Mahler zelf, uitgezonderd
het eerste lied dat gebaseerd is op Des Knaben Wunderhorn, de
52
verzameling volkspoëzie van Achim von Arnim en Clemens
Brentano die Mahler zo sterk inspireerde. Niet voor niets
klinken de echo’s van deze liederen ook door in zijn eerste
vier symfonieën, bijvoorbeeld ‘Ging heut morgen übers Feld’
in de Eerste symfonie. Mahler schreef zelf over de cyclus:
‘De liederen zijn zo bedacht, alsof een reizende gezel, die zijn
noodlot ontmoet heeft, nu aan het zwerven is gegaan, en zo
doelloos ronddwaalt.’ Ook al schrijft Mahler in de ‘orkestrale’
versie van de liederen voor groot symfonie-orkest, de instru-
mentatie is altijd dusdanig dat de tekst centraal kan staan.
Wat dat betreft sloot Schönbergs versie dan ook naadloos
aan bij de bedoelingen van de componist. Trouwens, de
beperkingen qua bezetting waren niet eens zó ver van
Mahlers uitgangspunten verwijderd. Ten onrechte wordt hij
wel geassocieerd met een wat megalomane orkestbenade-
ring. Niets is echter minder waar, wat moge blijken uit een
concert op 29 januari 1905 in Wenen. Dat was aangekondigd
als een ‘Lieder-Abend mit Orchester’ en vond plaats in de
kleine zaal van de Musikverein. Op het door Mahler zelf gedi-
rigeerde concert klonken onder meer enkele Wunderhorn-
liederen en een tweetal zettingen van teksten van Friedrich
Rückert, waarbij de zangers begeleid werden door een
kamerorkest.
Dat de benadering van Schönbergs Verein ook na de ophef-
fing ervan nog doorwerkte, blijkt uit het arrangement dat
Emil Bauer maakte van het tweede deel van Mahlers
Tweede symfonie, het Andante moderato. Ook hij gaat uit
van een piano als steun van het geheel, met daarbij strijkers
en blazers, alsmede een ad libitum harmonium. Ook kunnen
koperblazers worden ingezet. Zijn arrangement werd in
1926 uitgegeven door Universal; onbekend is wanneer deze
versie tot klinken is gekomen. De Tweede symfonie, waaraan
Mahler al werkte voordat zijn Eerste haar première beleefde,
is evenals de Eerste geworteld in Des Knaben Wunderhorn.
Zo klinkt daarin ‘Des Antonius von Padua Fischpredigt’ in het
Scherzo, maar citeert ook de alt de Wunderhorn-cyclus.
Met zijn Tweede symfonie betrad Mahler nieuw gebied: niet
alleen werd deze, evenals zijn Eerste, geschreven voor solisten
en koor, maar ook was het werk zó baanbrekend dat de
fameuze dirigent Hans von Bülow opmerkte dat in vergelij-
king ermee Wagners Tristan een Haydnesque symfonie was!
De eerste drie (instrumentale) delen uit de Tweede kregen
hun première in maart 1895 onder Richard Strauss, in Berlijn,
waarna in december dat jaar het volledige werk door Mahler
werd gedirigeerd.
HGO
Klei
n
53
Tot op de dag van vandaag blijft de kamermuzikale benadering
van Schönberg en de zijnen intrigeren. Zo maakte de Frankfurter
componist en dirigent Gerhard Müller-Hornbach in onze tijd een
bewerking van Mahlers Rückert-Lieder. Mahler schreef rond de
eeuwwisseling een collectie van zeven liederen, waarvan de
eerste twee weer uit Des Knaben Wunderhorn stammen en de vijf
resterende teksten van Rückert als grondslag hebben. Mahler
hield zich toentertijd intensief bezig met Rückert: de Kindertoten-
lieder, eveneens op teksten van deze dichter, werden ook in deze
jaren gecomponeerd. Zoals hij zelf zei kon hij, na de oriëntatie op
de volkse poëzie van Des Knaben Wunderhorn, zijn beste inspiratie
vinden bij Rückert, wiens lyriek hij omschreef als ‘uit de eerste
hand’. Het waren twee van deze Rückert-liederen (‘Ich bin der Welt
abhanden gekommen’ en ‘Mitternacht’) die ook werden uitge-
voerd tijdens het eerder genoemde concert met kamerorkest in
1905. Müller-Hornbach heeft, met de Schönberg-traditie in het
achterhoofd, een arrangement van deze collectie gemaakt.
Evenals bij Schönberg dunt hij de strijkers uit tot een kwintet en
roept de klankwereld van Mahler op met enkelvoudige blazers,
op een fundament van piano en harmonium. Wie overigens de
orkestrale versie van Mahlers Rückert-liederen wil horen die kan
dat nog dit jaar doen: Het Gelders Orkest heeft ze met Kerstmis
geprogrammeerd met als soliste niemand minder dan Nathalie
Stutzman.
Het werk dat aan het begin van dit concert klinkt, heeft niets met
Schönbergs Verein te maken, maar alles met de vroege Mahler.
De componist zelf heeft zich over zijn jeugdwerken nooit zo
enthousiast getoond: van het bestaan van de meeste ervan weten
we uit vermeldingen in de literatuur, maar ze zijn ofwel door
onachtzaamheid verloren gegaan, ofwel door hem zelf doelbe-
wust vernietigd. Onbekend is wanneer de jeugdige Mahler het
Pianokwartet schreef. Houdt de gezaghebbende New Grove
Dictionary of Music het voorzichtig op ‘?1876-8’, andere schrijvers
houden de zomer van 1876 aan. Over die datering is echter het
laatste woord nog allerminst gezegd want, zoals Donald Mitchell
terecht constateert, het ‘bewijs’ voor het jaar 1876 is flinterdun.
Dat jaartal werd naar alle waarschijnlijkheid door Alma Mahler op
het manuscript gezet en is dus van latere datum (Alma Mahler
maakte pas in 1901 kennis met de componist). De vraag is op
wiens instigatie zij de datering van deze ‘frühe Composition’
aanbracht. Zelfs als dat op Mahlers gezag was, blijven er nog
vragen, want ook zijn herinnering is niet altijd even betrouwbaar.
Vast lijkt te staan dat het werk ontstond tijdens Mahlers studietijd
aan het Weense conservatorium. Niet alleen verwierf hij op
54
CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.
HGO
Klei
n
23 juni 1876 een eerste prijs bij het ‘Clavier-Concurs’ dat
gehouden werd aan dat instituut, maar ook ging hij op 1 juli
van dat jaar strijken met de eerste prijs bij de compositiewed-
strijd aldaar. Er is wel gesuggereerd dat Mahler deze prijs
verwierf met het Pianokwartet, maar de tegenstrijdige
informatie die we hebben laat geen harde conclusies toe.
Mahlers Pianokwartet draagt duidelijk de sporen van Brahms
in zich en toont hem eerder als een compositieleerling die
imponeert door zijn technische beheersing dan door zijn eigen
stijl. Was Mahler zelf minder te spreken over het werk? In ieder
geval voltooide hij het nooit. Het enig overgeleverde eerste
deel geraakte in vergetelheid en werd pas in 1964 weer
uitgevoerd, door Peter Serkin en het Galimir Kwartet. Buiten
het volledige eerste deel is nog een dertigtal maten overgele-
verd van een scherzo. Het zijn deze maten waarop de Russi-
sche componist Alfred Schnittke voortborduurde.
De publicatie van Mahlers Pianokwartet in 1973 was voor
Schnittke de aanzet om het werk diepgaand te bestuderen.
Aanvankelijk wilde hij het werk completeren in de geest van
Mahler, maar gaandeweg veranderde Schnittkes opzet.
Uiteindelijk besloot hij de muziek uitgangspunt te laten zijn om
iets ‘op te roepen wat nooit tot stand gekomen is’.
In Schnittkes Pianokwartet, dat in 1988 zijn première
beleefde, onderneemt de componist enkele pogingen om
Mahlers idioom te treffen, om vervolgens het kwartet te
beëindigen met een letterlijk citaat uit Mahlers kwartet.
Het is overigens niet alleen in deze kamermuzikale ambiance
dat Schnittke Mahlers jeugdige gedachtegoed laat voortleven:
de Russische componist orkestreerde zijn kwartet en op die
manier werd Mahlers muziek een onderdeel van Schnittkes
Concerto grosso nr. 4 - Vijfde symfonie, een werk dat geschre-
ven werd ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van
het Koninklijk Concertgebouworkest.
Frits de Haen
VriendenkortingVrienden van Het Gelders Orkest krijgen op vertoon van hun
lidmaatschapspas € 10 korting* bij de kassa van de betreffende
concertzaal.
*max. 2 kaarten per Vriend. Wij raden u aan tijdig te reserveren.
55
LIEDTEKSTENLieder eines fahrenden Gesellen (tekst: Gustav mahler)
1. Wenn mein Schatz Hochzeit machtWenn mein Schatz Hochzeit macht,
Fröhliche Hochzeit macht,
Hab’ ich meinen traurigen Tag!
Geh’ ich in mein Kämmerlein,
Dunkles Kämmerlein,
Weine, wein’ um meinen Schatz,
Um meinen lieben Schatz!
Blümlein blau! Verdorre nicht!
Vöglein süß! Du singst auf grüner Heide.
Ach, wie ist die Welt so schön!
Ziküth! Ziküth!
Singet nicht! Blühet nicht!
Lenz ist ja vorbei!
Alles Singen ist nun aus.
Des Abends, wenn ich schlafen geh’,
Denk’ ich an mein Leide.
An mein Leide!
2. Ging heut morgen übers FeldGing heut morgen übers Feld,
Tau noch auf den Gräsern hing;
Sprach zu mir der lust’ge Fink:
“Ei du! Gelt? Guten Morgen! Ei gelt?
Du! Wird’s nicht eine schöne Welt?
Zink! Zink! Schön und flink!
Wie mir doch die Welt gefällt!”
56
HGO
Klei
n
Auch die Glockenblum’ am Feld
Hat mir lustig, guter Ding’,
Mit den Glöckchen, klinge, kling,
Ihren Morgengruß geschellt:
“Wird’s nicht eine schöne Welt?
Kling, kling! Schönes Ding!
Wie mir doch die Welt gefällt! Heia!”
Und da fing im Sonnenschein
Gleich die Welt zu funkeln an;
Alles Ton und Farbe gewann
Im Sonnenschein!
Blum’ und Vogel, groß und klein!
“Guten Tag, ist’s nicht eine schöne Welt?
Ei du, gelt? Schöne Welt?”
Nun fängt auch mein Glück wohl an?
Nein, nein, das ich mein’,
Mir nimmer blühen kann!
3. Ich hab’ ein glühend MesserIch hab’ ein glühend Messer,
Ein Messer in meiner Brust,
O weh! Das schneid’t so tief
In jede Freud’ und jede Lust.
Ach, was ist das für ein böser Gast!
Nimmer hält er Ruh’, nimmer hält er Rast,
Nicht bei Tag, noch bei Nacht, wenn ich schlief.
O Weh!
Wenn ich in dem Himmel seh’,
Seh’ ich zwei blaue Augen stehn.
O Weh! Wenn ich im gelben Felde geh’,
Seh’ ich von fern das blonde Haar
Im Winde wehn.
O Weh!
Wenn ich aus dem Traum auffahr’
Und höre klingen ihr silbern’ Lachen,
O Weh!
Ich wollt’, ich läg auf der schwarzen Bahr’,
Könnt’ nimmer die Augen aufmachen!
57
4. Die zwei blauen Augen von meinem SchatzDie zwei blauen Augen von meinem Schatz,
Die haben mich in die weite Welt geschickt.
Da mußt ich Abschied nehmen vom allerliebsten Platz!
O Augen blau, warum habt ihr mich angeblickt?
Nun hab’ ich ewig Leid und Grämen.
Ich bin ausgegangen in stiller Nacht
Wohl über die dunkle Heide.
Hat mir niemand Ade gesagt.
Ade! Mein Gesell’ war Lieb’ und Leide!
Auf der Straße steht ein Lindenbaum,
Da hab’ ich zum ersten Mal im Schlaf geruht!
Unter dem Lindenbaum,
Der hat seine Blüten über mich geschneit,
Da wußt’ ich nicht, wie das Leben tut,
War alles, alles wieder gut!
Alles! Alles, Lieb und Leid
Und Welt und Traum!
Fünf Rückertlieder(tekst: Friedrich rückert)
1. Ich atmet’ einen linden Duft!Ich atmet’ einen linden Duft!
Im Zimmer stand
Ein Zweig der Linde,
Ein Angebinde
Von lieber Hand.
Wie lieblich war der Lindenduft!
Wie lieblich ist der Lindenduft!
Das Lindenreis
Brachst du gelinde!
Ich atme leis
Im Duft der Linde
Der Liebe linden Duft.
2. Liebst du um SchönheitLiebst du um Schönheit,
O nicht mich liebe!
Liebe die Sonne,
Sie trägt ein gold’nes Haar!
58
Liebst du um Jugend,
O nicht mich liebe!
Liebe den Frühling,
Der jung ist jedes Jahr!
Liebst du um Schätze,
O nicht mich liebe.
Liebe die Meerfrau,
Die hat viel Perlen klar.
Liebst du um Liebe,
O ja, mich liebe!
Liebe mich immer,
Dich lieb’ ich immerdar.
3. Blicke mir nicht in die LiederBlicke mir nicht in die Lieder!
Meine Augen schlag’ ich nieder,
Wie ertappt auf böser Tat.
Selber darf ich nicht getrauen,
Ihrem Wachsen zuzuschauen.
Deine Neugier ist Verrat!
Bienen, wenn sie Zellen bauen,
Lassen auch nicht zu sich schauen,
Schauen selber auch nicht zu.
Wann die reichen Honigwaben
Sie zu Tag gefördert haben,
Dann vor allen nasche du!
4. Ich bin der Welt abhanden gekommenIch bin der Welt abhanden gekommen,
Mit der ich sonst viele Zeit verdorben,
Sie hat so lange nichts von mir vernommen,
Sie mag wohl glauben, ich sei gestorben!
Es ist mir auch gar nichts daran gelegen,
Ob sie mich für gestorben hält,
Ich kann auch gar nichts sagen dagegen,
Denn wirklich bin ich gestorben der Welt.
Ich bin gestorben dem Weltgetümmel,
Und ruh’ in einem stillen Gebiet!
Ich leb’ allein in meinem Himmel,
In meinem Lieben, in meinem Lied!
HGO
Klei
n
59
5. Um MitternachtUm Mitternacht
Hab’ ich gewacht
Und aufgeblickt zum Himmel;
Kein Stern vom Sterngewimmel
Hat mir gelacht
Um Mitternacht.
Um Mitternacht
Hab’ ich gedacht
Hinaus in dunkle Schranken.
Es hat kein Lichtgedanken
Mir Trost gebracht
Um Mitternacht.
Um Mitternacht
Nahm ich in acht
Die Schläge meines Herzens;
Ein einz’ger Puls des Schmerzes
War angefacht
Um Mitternacht.
Um Mitternacht
Kämpft’ ich die Schlacht,
O Menschheit, deiner Leiden;
Nicht konnt’ ich sie entscheiden
Mit meiner Macht
Um Mitternacht.
Um Mitternacht
Hab’ ich die Macht
In deine Hand gegeben!
Herr! über Tod und Leben
Du hältst die Wacht
Um Mitternacht!
60
61
M25 80910592 Gehoord_001 09.03.2010 13:25:42 Pdf_Roos
klassiek
INFORMATIE & RESERVEREN: 026-443 73 43 OF WWW.MSSA.NL
VERWACHT IN MUSIS SACRUM
Eldar Nebolsin
Kammerorchester Wiener Konzert-Verein
Johannette Zomer
donderdag 15 april, Concertzaal, 20.15 uur
Nederlands Blazers EnsembleUIT DE OUDE WERELD
muzikale leiding Bart Schneemann, hobo
Dvorák Serenade voor blazers in d, opus 44Van Delden Sinfonia concertante, opus 83Dvorák Strijkkwartet nr. 12 in F ‘Amerikaans’
(arrangement voor blazers)
zaterdag 17 april, Concertzaal, 20.15 uur
Musica AmphionEEN NEDERLANDSE MUZIEKAVOND IN DE 18E EEUW
Werken van Dandrieu, Hotteterre, Boismortier, Couperin, Telemann, Naudot, Colombe en Leclair
woensdag 19 mei, Concertzaal, 20.15 uur
Combattimento Consort AmsterdamPRIMA LA MUSICA, POI LE PAROLE (SEMI-SCENISCHE VOORSTELLING)dirigent Jan Willem de Vriendsolisten Claudia Patacca (sopraan), Ralf Popken (countertenor),
Pjotr Micinski (bariton), Robert Muuse (bariton)
Salieri Prima la musica, poi le parole, divertimento teatrale
dinsdag 25 mei, Concertzaal, 20.15 uur
Alexei Volodin (piano)Beethoven Sonate nr. 30 in E, opus 109Beethoven Sonate nr. 31 in As, opus 110Chopin 24 Preludes, opus 28
donderdag 25 maart, Concertzaal, 20.15 uur
Baroque Music Ensemble Florilegium & Johannette Zomer (sopraan)J.S. Bach Ouverture (suite) nr. 2 in b, BWV 1067J.S. Bach Cantate ‘Mein Herze schwimmt in Blut’, BWV 199J.S. Bach Concert in A, voor oboe d’amore en strijkers
(gereconstrueerd van BWV 1055)J.S. Bach Cantate ‘Ich habe genug’, BWV 82
maandag 29 maart, Concertzaal, 20.15 uur
Kammerorchester Wiener Konzert-Vereindirigent Martin Sieghartsoliste Lisa Ferschtman, viool
Van Delden Sinfonia VIII, opus 84 (1964) Mozart Vioolconcert nr. 3 in G, KV 216Mahler Adagietto uit ‘Vijfde symfonie’Dvorák Serenade in E, opus 22
zaterdag 10 april, Concertzaal, 20.15 uur
Eldar Nebolsin (piano) en Alexander Melnikov (piano)m.m.v. Kamerkoor Mnemosyne o.l.v. Caroline Westgeest slagwerk Peter Wolterinck en Jan-Roel Hamersma
Van Delden Rubáiyát, opus 19 (voor koor, twee piano’s en slagwerk, 1948)Crumb Music for a summer evening (Makrokosmos III)Bartók Sonate voor twee piano’s en slagwerk
Er valt de komende maanden weer veel te genieten op het gebied
van klassieke muziek in Musis Sacrum. Een greep uit ons aanbod:
M25 80910592 Gehoord_001 09.03.2010 13:25:42 Pdf_Roos
klassiek
INFORMATIE & RESERVEREN: 026-443 73 43 OF WWW.MSSA.NL
VERWACHT IN MUSIS SACRUM
Eldar Nebolsin
Kammerorchester Wiener Konzert-Verein
Johannette Zomer
donderdag 15 april, Concertzaal, 20.15 uur
Nederlands Blazers EnsembleUIT DE OUDE WERELD
muzikale leiding Bart Schneemann, hobo
Dvorák Serenade voor blazers in d, opus 44Van Delden Sinfonia concertante, opus 83Dvorák Strijkkwartet nr. 12 in F ‘Amerikaans’
(arrangement voor blazers)
zaterdag 17 april, Concertzaal, 20.15 uur
Musica AmphionEEN NEDERLANDSE MUZIEKAVOND IN DE 18E EEUW
Werken van Dandrieu, Hotteterre, Boismortier, Couperin, Telemann, Naudot, Colombe en Leclair
woensdag 19 mei, Concertzaal, 20.15 uur
Combattimento Consort AmsterdamPRIMA LA MUSICA, POI LE PAROLE (SEMI-SCENISCHE VOORSTELLING)dirigent Jan Willem de Vriendsolisten Claudia Patacca (sopraan), Ralf Popken (countertenor),
Pjotr Micinski (bariton), Robert Muuse (bariton)
Salieri Prima la musica, poi le parole, divertimento teatrale
dinsdag 25 mei, Concertzaal, 20.15 uur
Alexei Volodin (piano)Beethoven Sonate nr. 30 in E, opus 109Beethoven Sonate nr. 31 in As, opus 110Chopin 24 Preludes, opus 28
donderdag 25 maart, Concertzaal, 20.15 uur
Baroque Music Ensemble Florilegium & Johannette Zomer (sopraan)J.S. Bach Ouverture (suite) nr. 2 in b, BWV 1067J.S. Bach Cantate ‘Mein Herze schwimmt in Blut’, BWV 199J.S. Bach Concert in A, voor oboe d’amore en strijkers
(gereconstrueerd van BWV 1055)J.S. Bach Cantate ‘Ich habe genug’, BWV 82
maandag 29 maart, Concertzaal, 20.15 uur
Kammerorchester Wiener Konzert-Vereindirigent Martin Sieghartsoliste Lisa Ferschtman, viool
Van Delden Sinfonia VIII, opus 84 (1964) Mozart Vioolconcert nr. 3 in G, KV 216Mahler Adagietto uit ‘Vijfde symfonie’Dvorák Serenade in E, opus 22
zaterdag 10 april, Concertzaal, 20.15 uur
Eldar Nebolsin (piano) en Alexander Melnikov (piano)m.m.v. Kamerkoor Mnemosyne o.l.v. Caroline Westgeest slagwerk Peter Wolterinck en Jan-Roel Hamersma
Van Delden Rubáiyát, opus 19 (voor koor, twee piano’s en slagwerk, 1948)Crumb Music for a summer evening (Makrokosmos III)Bartók Sonate voor twee piano’s en slagwerk
Er valt de komende maanden weer veel te genieten op het gebied
van klassieke muziek in Musis Sacrum. Een greep uit ons aanbod:
ARNHEMvr. 14 mei (Serie C)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uur
APELDOORNza. 15 mei (Serie I) Orpheus, 20.00 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uur
NIJMEGENzo. 16 mei (Serie M)De Vereeniging, 14.15 uurInleiding Martin Buninga, 13.15 uur
TROMBONISSIMOChristian Lindberg dirigent en solist (trombone)
Jörgen van Rijen trombone
64
Trom
boni
ssim
o
ProgrammaCarl Nielsen (1865-1931)Helios Ouverture, opus 17
Jan Sandström (geb. 1954)Ecos de Eternidad (Concert voor twee trombones en orkest) (Ned. première)
pauze
Jean Sibelius (1865-1957)Symfonie nr. 2 in D, opus 43
Allegretto zTempo andante ma rubato zVivacissimo; Lento e suave zFinale: Allegro moderato z
Dit concert wordt opgenomen door KRO Radio 4.
65
Christian Lindberg dirigent en solist (trombone)
“Ik raakte volledig geobsedeerd door de trombone toen ik er
voor het eerst op speelde. Ik was er verliefd op met passie. Een
hele wereld ging voor me open”, zo sprak de Zweedse Christian
Lindberg over zijn ontmoeting met zijn geliefde instrument.
Toen hij na zijn conservatoriumopleiding een aanstelling kreeg
bij de Zweedse opera, verliet hij de bak al weer na een jaar om
zich, naar eigen zeggen, echt op de trombone te richten. Vijf
jaren van intensieve studie brachten hem grote roem, niet
alleen in de concertzaal maar ook vanwege zijn meer dan 60
cd-opnamen. Hij staat bekend om zijn gedurfde repertoire
waarbij heel wat componisten werk voor hem schreven en hij
ettelijke wereldpremières op zijn naam heeft staan. Daarnaast
is hij, op instigatie van componist Jan Sandström ook zelf in de
pen geklommen en is momenteel ook als componist actief.
En alsof dat niet genoeg is neemt Christian Lindberg sinds 2000
ook de dirigeerstok regelmatig ter hand. Met zekere regelmaat
staat hij voor orkesten en ensembles als het Zweeds Blaasen-
semble, het Arctic Symphony Orchestra, en het Tiroler Sympho-
nie Orchester waar hij direct na zijn optreden met Het Gelders
Orkest op 17 mei te gast zal zijn.
66
Jörgen van Rijen trombone
Het zal niet vaak voorkomen dat een solist die te gast is bij een
orkest, gestudeerd heeft bij de directeur van datzelfde orkest.
Bij trombonist Jörgen van Rijen is dat het geval. Hij studeerde
aan het Rotterdams conservatorium bij George Wiegel, huidig
directeur van Het Gelders Orkest. Een studie die hij afsloot met
de hoogste lof en voortzette in Lyon, waar hij zich ook op de
baroktrombone bekwaamde. Bij de dirigent van dit concert,
Christian Lindberg, volgde hij enige masterclasses.
Tegenwoordig behoort Jörgen van Rijen tot de grote trombonis-
ten van deze tijd, die naast zijn werk als eerste trombonist bij
het Koninklijk Concertgebouworkest wereldwijd concerten
verzorgt. Het NRC noemde hem niet voor niets een “toonkun-
stenaar in de ware zin des woords”. Naast vele andere prijzen
werd hij in 2004 bekroond met de Nederlandse Muziekprijs, de
hoogste muzikale staatsonderscheiding van ons land.
Van Rijen is zeer actief om zijn instrument op velerlei manieren
te promoten. Diverse componisten, waaronder Theo Verbey en
Martijn Padding schreven composities voor hem. Daarnaast is
hij oprichter en artistiek leider van het Nieuw Trombone
Collectief en KCO Koper. Tenslotte is hij hoofdvakdocent aan het
conservatorium in Rotterdam waar hij ooit zijn carrière begon.
Trom
boni
ssim
o
67
TROMBONISSIMOTypisch Nederlands. Dat ritme moet wel afgeleid zijn van het
geklos van het nationale schoeisel: de klomp. En de weidsheid
van dat symfonisch gedicht heeft vast te maken met de plat-
heid van deze kleine natie. De dissonanten verbeelden de
voortdurende angst voor het water. O ja… in die wervelende
finales hoor je de kletterende regens die deze grote polder zo
vaak teisteren. Wie op zo’n manier over Nederlandse muziek
schrijft, zal uiteraard met hoongelach worden terechtgewezen.
Maar wie op een vergelijkbare wijze de muziek van sommige
andere Europese landen in woorden probeert te vatten, zal heel
wat meer begrip kunnen oogsten. Vooral de beschrijvingen van
Scandinavische muziek zijn soms hele natuurfilms. Onbesmet-
te sneeuw, klaterende watervalletjes, adembenemende
fjorden, ondergaande zonnen: alles lijkt toon geworden en elke
toon lijkt iets te verbeelden. Ook bij de symfonieën van Jean
Sibelius is het verleidelijk om je te verliezen in dat soort pano-
rama’s. Finland is vergeleken met het ‘klare’ Noorwegen of
Zweden al weer een stuk onbekender, geheimzinniger, nevel-
achtiger en schurkt helemaal tegen het duistere Rusland aan.
Past het symfonisch werk van de godfather van de Finse
componisten niet prachtig bij deze clichés?
Sibelius is de eerste die je dan op de vingers tikt: ‘Mijn symfo-
nieën bevatten louter uitdrukkingsmuziek, zonder enige
literaire ondergrond bedacht en uitgewerkt. Voor mij begint de
muziek waar het woord eindigt. Een scène kan op een schilderij
een drama in woorden verbeelden. Een symfonie moet ten
eerste en ten laatste muziek zijn.’ Toen hij in 1934 deze stelling
poneerde was zijn populairste werk uit dit genre, de Tweede symfonie opus 43, al 33 jaar oud. In 1901, twee jaar nadat hij
zijn symfonische eersteling had geschreven, begon hij aan de
68
Trom
boni
ssim
o
opvolger ervan tijdens een uitstapje naar Italië, waarna hij
er in Finland de laatste hand aan legde. In het pastorale
openings-Allegretto presenteert de componist een breed
scala aan eenvoudige motieven en thema’s, die in de loop
van het deel samengesmolten worden tot een hecht geheel.
Zo keren de akkoordenreeksen van de strijkers terug,
brengen de houtblazers belangrijk materiaal aan en laten de
violen een unisono-thema horen dat verschillende bouw-
stenen in zich bergt. Het tweede deel van de symfonie is
veel somberder van toon. Boven paukenroffels, en pizzicati
van de lage strijkers blazen de fagotten een donkere melo-
die, waarna verschillende dramatische uitbarstingen volgen.
Het wervelende scherzo wisselt af met een ‘Lento e suave’-
trio, waarin de hobo een reciterend thema laat horen. In de
Finale heffen de strijkers het plechtige hoofdthema aan, en
antwoordt het koper met fanfares. De fluiten laten nog
melancholische klanken horen, maar de energie en de
vreugde van dit deel is niet meer te onderdrukken en mondt
uit in een groots en stralend slotkoraal. De Tweede symfonie
ging op 8 maart 1902 in Helsinki in première onder leiding
van de componist en de reacties waren lovend. Toen het
werk een jaar later in Stockholm klonk, beschreef Sibelius’
Zweedse collegae Wilhelm Stenhammer de Tweede als ‘een
reeks wonderen, naar boven gebracht vanuit het onbekende
en onuitsprekelijke: grote en eenvoudige symbolen uit
mystieke diepten, welke slechts door muziek kunnen
worden uitgedrukt.’ De zegetocht van de symfonie was
begonnen.
In de tijd dat Sibelius het boegbeeld werd van Finland,
kwamen ook in andere landen in het hoge Noorden muzi-
kale ambassadeurs op. Nadat Niels Gade de toon had gezet
in Denemarken nam vanaf ongeveer 1900 Carl Nielsen de
fakkel over. De toen nog jonge componist, die later een grote
invloed zou uitoefenen op vele Scandinavische toondich-
ters, had rond die tijd al volop van zich doen spreken. In zijn
vroege kamermuziek, liederen en eerste symfonieën, hoort
men al de kiemen van het geheel eigen idioom dat de
'Deense Brahms' - zoals hij wel wordt getypeerd - zou gaan
hanteren. In de lente van 1903 reisde de componist samen
met zijn vrouw, de beeldhouwster Anne Marie Brodersen,
naar Griekenland. Natuurlijk stond in Athene de bestudering
van oud-Griekse kunst en archeologie op het programma
van het kunstminnende paar, maar Nielsen kwam ook nog
toe aan componeren. Vanuit de kamer die hij had betrokken,
69
had hij een prachtig uitzicht op de zon boven de Egeïsche zee.
Dit panorama zou hem inspireren tot het schrijven van een
nieuw orkestwerk, de Helios ouverture, opus 17. Hoewel de
componist – evenmin als Sibelius – weinig op had met ‘beschrij-
vende’ muziek, is het niet al te moeilijk om in de Helios ouver-
ture de op- en ondergang van de zon (‘helios’) te herkennen. ‘De
opening is erg ingehouden, er is een aantal lange noten in de
bassen, waarbij zich langzamerhand meer instrumenten
voegen’, zo beschrijft de Deen zelf de ouverture. ‘Enkele hoorns
zingen een nogal plechtige ochtendhymne.’ Als de zon hoger en
hoger klimt en zijn hoogste punt heeft bereikt, ‘baadt alles in
een lichtvloed, die alle schepsels suf en lusteloos maakt’.
Tenslotte daalt de zon ‘langzaam en majestueus achter de verre
blauwe bergen in het westen...’.
Met de nog springlevende componist Jan Sandström blijven we
in Sandinavië. Sandström groeide op in Stockholm, de stad
waar hij ook zijn muzikale opleiding ontving. Hij kreeg les van
Gunnar Bucht, Brian Ferneyhough en Pär Lindgren, waarna hij
uiteindelijk een eigen stijl ontwikkelde. Die stijl laat zich
moeilijk omschrijven want het credo van de Zweed luidt
ongeveer: ‘Als ik ’s morgens wakker wordt, wil ik verrast worden
door wat ik die dag ga bedenken’. In zijn werken ontwaren we
dan ook allerlei invloeden, waaronder die van het minimalisme,
van oosterse filosofieën en van het serialisme. Sandström heeft
inmiddels een gevarieerde opuslijst op zijn naam staan, met
werken voor kamermuzikale ensembles, koren - waaronder het
populair geworden ‘Er is een roos ontloken’ uit 1990 - opera’s,
ballet- en orkestmuziek. Zijn bekendste werk is ongetwijfeld
het Motorbike Concerto voor trombone en orkest, dat sinds
1989 wereldwijd al meer dan 600 keer werd uitgevoerd.
Daarmee behoort Sandström tot de belangrijkste muzikale
ambassadeurs van zijn land. Trombonist Christian Lindberg,
voor wie Sandström dit Motorbike Concerto schreef, is ook een
van de hoofdpersonen die de componist voor ogen had toen hij
vorig jaar Ecos de Eternidad op papier zette. Lindberg heeft
hierin als dirigent en trombonist een dubbelrol en krijgt
gezelschap van een tweede trombonesolist. Het dubbeltrom-
boneconcert ontstond op verzoek van het Spaanse Orquesta de
Extremadura. Het orkest probeert – met andere organisaties –
ervoor te zorgen dat de Spaanse stad Caceres in 2016 de
Europese Cultuurhoofdstad wordt, een kandidatuur die
Sandström van harte ondersteund. De historie van Caceres
gaat meer dan 30.000 jaar terug; niet voor niets is de stad door
de Unesco op de lijst met werelderfgoederen geplaatst. Indruk-
ken die de componist er opdeed van onder meer de oeroude
70
CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.
torens, het ‘huis van de Aap’ en het geklepper van de vele
ooievaars die in die contreien bivakkeren, kregen beslag in
Ecos de Eternidad. Volgens de componist zelf gaat het in het
werk om ‘communicatie en vriendschap’. ‘Een verliefde stad.
Geluiden van ooievaars die niet meer weg willen. Verlan-
gende stemmen van de oude muren. Verse muziek van
verre plekken, die voortdurend de ziel van de oude verleide-
lijke stad verrijkt. Echo’s van alle tijden en plaatsen. Echo’s
van liefde en verlangen. Eeuwige echo’s.’
Dirk Luijmes
Trom
boni
ssim
o
71
ARNHEMvr. 21 mei (Serie B)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Kees Wisse, 19.15 uur
UTRECHTzo. 23 meiVredenburg Leidsche Rijn, 15.00 uur
MAHLER NR. 4Martin Sieghart dirigentIlse Eerens sopraan
72
Mah
ler n
r. 4
ProgrammaGustav Mahler (1860-1911)Blumine
Richard Strauss (1864-1949)Uit Brentano-liederen, opus 68:
Ich wollte ein Strausslein binden zSausle, liebe Myrte zAls mir dein Lied erklang z
pauze
Gustav Mahler (1860-1911)Symfonie nr. 4 in G
Bedächtig. Nicht eilen - Recht gemächlich zIn gemächlicher Bewegung. Ohne Hast zRuhevoll (Poco adagio) z Sehr behaglich: "Wir genießen die himmlischen zFreuden"
Mahlers Vierde symfonie wordt tijdens het concert in Arnhem
opgenomen voor een live cd.
73
Martin Sieghart dirigent
Als blijk van waardering na ruim vijf succesvolle seizoenen als
chef-dirigent is Martin Sieghart in januari 2009 benoemd tot
honorair gastdirigent van Het Gelders Orkest. Zijn interpreta-
ties van Mahler, Bruckner, Schönberg en de Strauss-familie
hebben hem zowel bij het orkest als bij het publiek tot een
geliefde dirigent gemaakt.
Sieghart startte zijn carrière in zijn geboorteplaats Wenen,
waar hij cello, piano en directie studeerde. In 1975 werd hij
benoemd tot solocellist van de Wiener Symphoniker, het orkest
dat hij in 1986 voor de eerste maal dirigeerde. Daarna was hij
o.a. chef-dirigent van het Stuttgarter Kammerorchester en het
Bruckner Orchester in Linz. Hij leidt de dirigentenklas van de
Musikuniversität te Graz en is dirigent van het Kammerorchester
van de Wiener Concert-Verein.
Martin Sieghart maakte met Het Gelders Orkest cd-opnamen
van symfonieën van Schubert en Brahms en van Das Lied von
der Erde en de Zesde en Tiende symfonie van Mahler. In februari
2010 dirigeert hij Het Gelders Orkest in het Weense Konzerthaus
in Mahlers Tiende om in april ook de Vierde met Het Gelders
Orkest op cd vast te leggen. Sieghart opende het seizoen
2009-2010 met een semi-scenische uitvoering van Lehárs
operette Die lustige Witwe en dirigeerde verder o.a. Brittens
War Requiem.
74
Mah
ler n
r. 4
Ilse Eerens sopraan
De Belgische sopraan Ilse Eerens (1982) begon haar opleiding
aan het Lemmensinstituut in Leuven. Daarna kwam zij naar de
Nieuwe Opera-Academie in Amsterdam en Den Haag bij de
befaamde zangeres en pedagoge Jard van Nes, waar zij met de
hoogste onderscheiding haar diploma behaalde. Ze debuteerde
in 2004 bij de Vlaamse Opera met zo’n succes dat zij regelmatig
werd teruggevraagd voor producties als Ariadne auf Naxos van
Richard Strauss en Die lustige Witwe van Franz Lehár. In het
najaar van 2007 stond zij op de planken bij De Nederlandse
Opera met verschillende rollen in de vermaarde Monteverdi-
cyclus van regisseur Pierre Audi. En afgelopen februari schit-
terde zij nog in Le grand Macabre van Ligeti tijdens het Adelaide
Music festival in Australië, een rol die ze reeds verscheidene
malen vertolkte in diverse grote operatheaters.
Daarnaast is Ilse Eerens actief in de liedkunst en het concer-
tante repertoire. Als zodanig zong zij bij diverse orkesten
waaronder het Nederlands Philharmonisch Orkest, het
Münchener Rundfunkorchester en Anima Aeterna. Bij Het
Gelders Orkest was zij al eerder te zien en te horen, onder meer
als Adèle in Strauss’ Die Fledermaus tijdens het nieuwjaars-
concert van 2008.
75
MAHLER NR.4BLOEMENSTUKIn 1883 was Gustav Mahler benoemd tot muzikaal directeur
van de opera van Kassel. Een jaar later werd aldaar een gala
georganiseerd om fondsen te werven voor het theater.
Als hoogtepunt van de avond zou een voorstelling plaatsvinden
van enkele tableaux vivants op het gedicht Der Trompeter van
Säkkingen van Joseph Viktor von Steffel. Mahler kreeg het
verzoek om de muziek hierbij te componeren. Binnen twee
dagen was de partituur gereed en de componist was er uiter-
mate tevreden over. Vooral het eerste stuk, het zwoele
Ein Ständchen am Rhein beviel hem uitstekend. Mahlers
toneelmuziek is grotendeels verloren gegaan toen tijdens een
bombardement in 1944 het Kasselse theater in vlammen
opging. Mahler echter had voor de kleine Rijnserenade een
nieuwe bestemming gevonden. Toen hij in 1884 aan een groot
symfonisch werk begon nam hij dit stuk er in op onder de titel
Blumine. Dit werk ging als Symphonische Dichtung in zwei Teilen
in 1889 in première, met vijf opeenvolgende onderdelen. In de
volgende versie kreeg het symfonisch gedicht de bijnaam Titan
mee. Pas in 1896 vormde Mahler het werk om tot een vierde-
lige symfonie, zonder verdere titels en onderverdeling van de
delen. Het kleine andante Blumine had het veld moeten ruimen
en verdween uit het zicht om pas in 1967 weer herontdekt te
worden.
LIEFLIJKE LIEDERENClemens von Brentano (1778-1842), was een uiterst roman-
tisch Duits schrijver. Hij zwelgde zo nu en dan in zijn gevoelens
die hij soms heftig door religieuze ontboezemingen liet beheersen.
76
Mah
ler n
r. 4
Hij was bekend om zijn korte verhalen, zijn drama’s en
gedichten, waarin intense emoties, abrupte verhaalwendin-
gen en een neiging naar het bizarre en fantastische een
belangrijke rol speelden. Het bekendst werd hij als medesa-
mensteller van de Duitse bundel volkspoëzie Des Knaben
Wunderhorn waarvan Goethe al beweerde dat die in iedere
Duitse boekenkast te vinden moest zijn. In zijn liederencyclus
opus 68, waarin alleen teksten van Brentano voorkomen,
maakte Richard Strauss echter geen gebruik van deze
bundel. Hij laat de dichter horen van zijn meer intieme kant
in gedichten die stammen uit enkele drama’s en losse
poëzie. Daarbij lijkt het alsof Strauss zich wil concentreren
op de lieflijkheid van de tekst. Hoewel hij niet schroomt
gecompliceerde harmonieën te gebruiken en de zangpartij
van virtuoze trekjes te voorzien, ademt de muziek een sfeer
van lichtvoetigheid.
Strauss was goed bekend met het lied. Dat kon ook bijna niet
anders met een beroepszangeres als echtgenote. Zeker in
zijn eerste scheppingsperiode schreef hij er talloze. Dat
minderde drastisch toen hij zch na 1900 toelegde op opera.
De Brentano-liederen ontstonden in 1918, toen Strauss al
enkele succesvolle opera’s had gecomponeerd. Maar hij
maakt van de verzen bepaald geen opera. Zelfs in de
orkestratie, die hij in 1940 maakte, behoudt hij het liedka-
rakter ten volle en doet daarmee volkomen recht aan de
intentie van de dichter.
KIND IN DE HEMELNiet alleen in zijn Eerste symfonie, ook in de Derde en de
Vierde heeft Gustav Mahler herhaaldelijk met de diverse
delen geworsteld om ze wel of niet op te nemen of om ze op
de juiste plaats binnen het werk te plaatsen. De Derde
symfonie, voltooid in 1896, bestond aanvankelijk uit zeven
delen, waarvan twee op tekst uit Des Knaben Wunderhorn.
Deze liederen, Es sungen drei Engel en Das himmlische Leben
vertoonden duidelijk thematische overeenkomsten met
elkaar en waren ook als paar bedoeld in de symfonie. Mahler
besloot echter het laatste lied, dat hij als zevende deel
bedoelde te laten vallen. De symfonie was al uitermate lang
en wellicht waren twee liederen uit Des Knaben Wunderhorn
wat veel van het goede. Uiteindelijk kwam dit lied, dat
77
Mahler overigens al in 1892 had geschreven, terecht in de
Vierde symfonie die hij in 1901 voltooide.
De start van deze symfonie was uiterst moeizaam. Hij was
inmiddels twee jaar directeur van de Weense Hofoper, een baan
die hij hartstochtelijk had begeerd, maar die veel van hem
vergde. De zomervakantie had hij echt nodig om uit te rusten
en zich te ontspannen met componeren. De zomer van 1899
die hij doorbracht aan een meertje in het Salzkammergut
verliep echter desastreus. Het weer was slecht met veel regen
en zijn zomerverblijf stond onaangenaam dicht bij een plaatse-
lijke muziektent van waaruit voortdurend jolige blaasmuziek
klonk. Het jaar daarop ging het beter. Via vrienden kon hij een
villa betrekken in Maiernigg aan de Wörthersee in Karinthië.
Achter in de tuin, verscholen in het groen, stond een klein huisje
waar Mahler zich terugtrekken kon. In dat Komponierhäuschen,
zoals hij het zelf noemde, kon hij zich in alle rust aan zijn
muziek wijden. Het voltooien van de Vierde symfonie in 1901
was in dit tuinhuisje geen probleem meer.
Overigens had Mahler in eerste instantie woeste plannen met
deze symfonie. Het moest een uitgebreid zesdelig werk worden
waarin vocale en instrumentale delen elkaar afwisselden,
enigszins vergelijkbaar met de Derde. Maar allengs werd de om-
vang van het concept gereduceerd tot vier delen, waarbij alleen
het laatste deel een beperkt vocaal element in de vorm van een
solosopraan had. Deze bezingt de hemelse eeuwigheid vanuit
de ogen van een kind. Het is een verstild lied, innig gelukzalig
van stemmig en het bepaalt de kleur van de rest van de symfo-
nie. Deze is bijna intiem van opzet, zelfs het orkest is voor
Mahleriaanse begrippen klein. Het eerste deel is vrolijk en heeft
soms banale en boertige volksmelodietjes. Zou het nog een her-
innering zijn aan de rumoerige vakantie van 1899? Ook het
tweede deel lijkt in die richting te wijzen met zijn vals verstem-
de soloviool die als een Middeleeuwse vedel zijn sinistere
dansjes uitvoert. Vrolijk en net een beetje griezelig, precies zo
als een kind het zou willen. Bij het uitgesponnen adagio had
Mahler het gezicht van zijn moeder voor ogen, zacht en lief,
maar met een zweem van droefheid.
Het publiek was duidelijk minder gecharmeerd van de Vierde
symfonie. Na de grootse drie voorgangers had men wederom
een spektakelstuk verwacht en had niet gerekend op deze
uiterst subtiele muziek. De première in München ging in ieder
geval met boegeroep uit de zaal gepaard. In Amsterdam was de
uitvoering met het Concertgebouworkest en zijn goede vriend
Willem Mengelberg in 1904 echter wel een groot succes. Het
78
CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.
was ook bijzonder aangepakt. Voor de pauze dirigeerde
Mahler het werk, na de pauze werd de hele symfonie
herhaald, maar nu onder leiding van Mengelberg.
Kees Wisse
Mah
ler n
r. 4
79
ARNHEMwo. 2 juniMusis Sacrum, 12.45 uurGratis lunchconcert: aangepast programma
ZUTPHENdo. 3 juniHanzehof, 20.00 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.00 uur
NIJMEGENvr. 4 juni (Serie 1)De Vereeniging, 20.15 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.15 uur
APELDOORNza. 5 juni (Serie II)Orpheus, 20.00 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.15 uur
ARNHEMzo. 6 juni (Serie M)Musis Sacrum, 14.15 uurInleiding Jochem van der Heide, 13.15 uur
RUSSISCHE CONTRASTENNikolai Alexeev dirigentEldar Nebolsin piano
80
Russ
isch
e co
ntra
sten
ProgrammaAlexander Glazoenov (1865-1936)Concertwals nr. 1 in D, opus 47
Sergej Prokofjev (1891-1953)Pianoconcert nr. 2 in g, opus 16
Andantino zScherzo: Vivace zIntermezzo: Allegro moderato zFinale: Allegro tempestoso z
pauze
Sergej Prokofjev (1891-1953)Symfonie nr. 5 in Bes, opus 100
Andante zAllegro marcato zAdagio zAllegro giocoso z
Eldar Nebolsin is in het seizoen 2009-2010 ‘Artist in Residence’ in
Musis Sacrum.
81
Nikolai Alexeev dirigent
Nikolai Alexeev is in Sint Petersburg geboren en getogen en
heeft gestudeerd bij Avenir Michailov en bij Arvid en Mariss
Jansons. Hij schreef in 1982 het Herbert von Karajan Concours
te Berlijn op zijn naam en werkte enige tijd aan de Kirov Opera
als assistent van Yuri Temirkanov. Inmiddels is hij vaste dirigent
bij het St. Petersburg Philharmonisch Orkest en als chef-diri-
gent verbonden aan het Estlands Nationaal Symfonieorkest.
Als gastdirigent is hij veel te horen in Europa, de Verenigde
Staten en Japan. In Nederland dirigeerde hij o.a. het Radio
Philharmonisch Orkest, het Residentie Orkest, het Rotterdams
Philharmonisch Orkest en het Koninklijk Concertgebouworkest.
Nikolai Alexeev is sinds 2002 vaste gastdirigent van Het
Gelders Orkest. Hij legt zich vooral toe op de 19de- en 20ste-
eeuwse muziek uit zijn vaderland. Dit seizoen brengt hij
concerten met Prokofjev en Skrjabin, maar ook Van Delden,
Dvorak en Brahms. De Tiende symfonie van Sjostakovitsj wordt,
als eerste van een serie symfonieën, door Het Gelders Orkest
onder Alexeevs leiding live op cd vastgelegd.
82
Russ
isch
e co
ntra
sten
Eldar Nebolsin piano
De in Tasjkent, Oezbekistan geboren (1974) pianist Eldar
Nebolsin kan al bogen op een intensieve carrière. Die begon
toen hij als twaalfjarige het concours voor jonge musici in
Tbilisi won. Na enige jaren studie in zijn geboorteplaats vertrok
hij naar Madrid, waar hij zijn opleiding afsloot bij Dmitri
Bashkirov. Hoogtepunt in zijn carrière was wel de eerste prijs
in het Svjatoslav Richter Concours van 2005. Sindsdien heeft
Nebolsin met meer dan 130 ensembles en orkesten geconcer-
teerd over de hele wereld.
“Zijn aanslag, zijn gevoeligheid op de toetsen en zijn uiterst
verzorgd gebruik van het pedaal droegen, het waren alle
elementen die bijdroegen tot een inspirerende en fluweelzach-
te klank”, het waren deze lovende woorden die de pers schreef
over Eldar Nebolsin in een recital met onder meer werk van
Rachmaninov, één van zijn lievelingscomponisten. Het is dan
ook niet voor niets dat zijn opname van Rachmaninovs prelu-
des voor piano door de critici hoog geprezen werd.
Na zijn succesvolle debuut bij Het Gelders Orkest in april 2008
keert deze pianist nu terug. Bovendien is hij dit seizoen als
‘Artist in Residence’ bij Musis Sacrum te gast.
83
RUSSISCHE CONTRASTENEn in Rusland bloeide de wals… Verrassend zinnetje misschien.
De wals, denk je, bloeide in Wenen, in de operette, in de Parijse
salons. Ofwel: in Europa. Maar toch, eind negentiende eeuw
was Rusland heel wat mondainer dan je zou verwachten. De
aristocratie sprak Frans; sla de eerste pagina van Tolstojs Oorlog
en Vrede op en tot je niet geringe verbazing (of schrik) is die
bijna helemaal in de taal van Flaubert, Zola en Balzac. In zo’n
omgeving gingen de danslustigen zich niet te buiten aan hopak
of trepak. Nee, daar walste men.
Russische componisten schreven prachtige walsen. Het meest
geijkte nummer tijdens het Nieuwjaarsconcert uit Wenen, de
Bloemenwals, is van Tsjaikovski. En kijkt u goed, dan ziet u op de
reguliere concertprogramma’s nooit een wals van walskoning
Johann Strauss maar soms wel van Alexander Konstantinovitsj
Glazoenov. Glazoenov schreef twee concertwalsen (1893 en
1894). Ze waren in zijn tijd de grote mode. Deze componist had
een bepaalde flair voor het wat lichtere genre; je ziet dat ook
aan zijn mooie balletten Raymonda en De jaargetijden. Daarin
kwam zijn instrumentatiekunst het voordeligst uit en boven-
dien had hij een afkeer van alles wat zwaarwichtig was (een
werk als Richard Strauss’ Ein Heldenleben vond hij ‘stomverve-
lend en weerzinwekkend’).
Wat ooit modern was, klinkt nu gematigd. Wat ooit hard was,
vinden wij mild. Wat toen de haren te berge deed rijzen, roept
thans levendige staartpruik-associaties op. U zult Prokofjevs
Tweede pianoconcert niet modern vinden, ook niet bijzonder
hard en uw haartjes blijven keurig plat op de schedel liggen.
Beetje jammer misschien; prettig griezelen is niet naar.
Gelukkig geniet u ook een voordeel: u zult het wel een mooi
84
Russ
isch
e co
ntra
sten
stuk vinden. Anders werd het echt niet geprogrammeerd.
En dat is wel eens anders geweest. Het was Prokofjevs
bedoeling te shockeren en dat is gelukt. Hij was een jonge
kerel toen hij het concert schreef, student, een jaar of 22.
Hij was een lastig, eigenzinnig, wat zelfingenomen kereltje
dat als hoogste doel had overal tegenaan te schoppen. Waar
schop je als student het liefst tegenaan? Tegen je leraren.
In zijn geval tegen Anatol Liadov en Alexander Glazoenov.
Werken als Glazoenovs concertwalsen, waarvan u er net
eentje hoorde, vond hij zoete liflafjes. Prokofjev vond het
mooi als Glazoenov het niet mooi vond. Dat gaf wel eens
spanningen. Tijdens de première van Prokofjevs Skytische
suite vertrok Glazoenov, de handen tegen de oren, snakkend
naar adem naar de uitgang. Hij hoefde nooit meer iets van
Serjosja Prokofjev te horen.
De première in Sint-Petersburg op 23 augustus 1913 van
Prokofjevs Tweede pianoconcert was een schandaal. ‘Een
verzameling ongenadig dissonerende klanken […] die als
scherpe droge slagen op het publiek neervallen.’ Aldus de
Petersburgse Courant. Het publiek riep dat het ‘gek’ werd en
verliet en masse de zaal. Zaken waarvan Prokofjev, die zelf
de solopartij speelde, zich weinig aantrok. Hij vond zijn werk
geweldig, anders had hij het niet geschreven, en ging
onverstoorbaar verder met ‘het poetsen van de toetsen’ en
‘het uitproberen welke toets wat hoger of lager klonk.’ Men
hield dus niet zo van die explosieve dynamiek, die hame-
rende pianopartij (handelsmerk van de jonge Prokofjev), die
grillige, onherkenbare transformaties van de thema’s en dat
onze jonge toonkunstenaar zo weinig respect betoonde voor
klassieke vormschema’s viel ook niet in goede aarde (waar-
om zo onverwachts twee snelle middendelen?)
Ach, het zou wat, dacht Prokofjev. In zijn minutieus bijge-
houden dagboek lees je niets over slechte reacties. Hij heeft
toen heerlijk zitten spelen, was in zijn element, hoogstens
vooraf wat bang voor een paar moeilijke chromatische
passages, die tijdens de uitvoering inderdaad mislukten
maar waar hij handig improviserend toch nog wat van
maakte, wel wetend dat het publiek het niet merken zou.
En daarbij, aan een schandaal kleefden ook voordelen zoals
zou blijken. Want ‘schandalig’ ligt niet zelden in het verleng-
de van ‘interessant’: Ruslands modernistische kringen
sloten het concert van de jonge hond in de armen en de
beroemde impresario Sergej Diaghilev beraamde al spoedig
plannen er een ballet van te maken…
85
De zomer van 1944 was niet de ongelukkigste van Prokofjevs
leven. De 54-jarige componist was juist voor de tweede keer
getrouwd; de verbintenis leek dit keer gelukkig. Hij was vol
energie en nieuwe plannen. Compositieopdrachten, ook uit
Europa, stroomden binnen. En de oorlog nam voor de Russen
een gunstige wending, waardoor de levensomstandigheden
langzamerhand wat beter werden en Prokofjev, die een tijd met
zijn gezondheid had getobd, weer wat begon aan te sterken.
Stimulerend was ook dat de Componistenbond voor zijn leden
een speciaal componistenoord in het leven had geroepen, het
‘Huis voor Rust en Creativiteit’ op het voormalige landgoed
Ivanovo, ongeveer 100 kilometer ten noordoosten van Moskou.
Een heerlijke, rustige omgeving waar je ongestoord kon werken.
Zoals vroeger, merkte Prokofjevs vrouw Lina op, hernam haar
man nu weer zijn gewoonte vroeg op te staan. Een niet al te
uitgebreid ontbijt en dan verliet hij klokslag negen de eetzaal
en wandelde door de velden naar het nabijgelegen dorpje waar
hij zijn componeerstudio had. Vleugel, tafel, stoel, een divan, en
een veranda van waaraf je in de vijver spelende kindertjes kon
zien – een vrolijk gezicht. Prokofjev werkte de hele ochtend tot
de lunch. De middag werd dan ingeruimd voor zaken die wat
minder van zijn energie vroegen en als de tijd het toeliet deed
hij mee met een partijtje volleybal met zijn collega’s.
Tegen deze achtergrond schreef Prokofjev zijn Vijfde symfonie.
Een werk vol geluk. Stralend, ronduit uitbundig in de snelle
delen, onverholen lyrisch in de langzame. Onder gelukkig
gesternte ging het stuk die winter in Moskou in première. De
avond van 13 januari 1945 was om meerdere redenen een
groot feest. Vóór het concert begon, kwam het nieuws dat het
Sovjetleger een nieuwe overwinning op de Duitsers had
behaald: de slag aan de Weichsel was een glansrijk Sovjetsucces
geworden. Op het moment dat Prokofjev zijn stokje wilde
heffen om zijn werk te dirigeren, klonken van buiten opeens
triomfantelijke saluutschoten van de artillerie. Zoals de pianist
Svatoslav Richter, die in de zaal zat, later vertelde: ‘Prokofjev
wachtte tot het kanongebulder was gestopt. Het was haast
symbolisch. Het was of ieder van ons – inclusief Prokofjev – een
soort van gedeeld keerpunt had bereikt.’
De nieuwe symfonie sloot wonderwel bij de feeststemming
aan. Dmitri Kabalevski schreef daags na de première in de
Sowjetskoje iskusstwo dat ‘de muziek de moed en de geestelijke
rijkdom van de mens vierde,’ en onderstreepte het nationale
karakter van de symfonie. Prokofjev zelf overigens ging in zijn
uitleg niet zo ver; een specifiek programma had het stuk niet,
tenzij je een ‘hymne aan de vrijheid van de menselijke geest’
86
Russ
isch
e co
ntra
sten
een programma kon noemen. Bovendien had hij dat ‘pro-
gramma’ niet met opzet gekozen, ‘het drong gewoon mijn
hoofd binnen en stond er op tot uitdrukking te worden
gebracht.’
Al snel werd de Vijfde Prokofjevs meest geliefde symfonie
(geduchte concurrent is tegenwoordig zijn Eerste, de
‘Klassieke symfonie’). Binnen het jaar werd hij in Parijs
gespeeld en was vooral ook in New York een enorm succes.
‘De met ongeduld verwachte Vijfde symfonie van Prokofjev,’
aldus een criticus van Musical America, ‘sloeg in als een bom
in Amerika’s muzikale kringen.’ Zat er aan dat Amerikaanse
succes misschien ook een politiek tintje? Een andere muziek-
criticus legde een direct verband tussen de optimistische
stemming van de symfonie en de reeks militaire successen
die de Sovjets toen op Ruslands en Amerika’s gezamenlijke
vijand Duitsland hadden behaald.
Stephen Westra
CD-voordeelZie bladzijde 90-91 voor HGO/Bergmanncd-voordeel.
87
PROGRAMMEER UW EIGEN WENSCONCERTKies nu uw favoriete muziekstukken en beluister ze in juni live
in de concertzaal.
Het Gelders Orkest sluit het seizoen 2009-2010 half juni af met
een feestelijk wensconcert. Onder leiding van de jonge Engelse
dirigent Alexander Shelley - in maart nog succesvol met
Het Gelders Orkest in de Pastorale van Beethoven - speelt het
orkest de lievelingsstukken van het publiek. Welke stukken dat
worden? Dat hangt onder ander van u af! Breng uw stem uit via
www.hetgeldersorkest.nl.
Genieten van uw eigen favoriete klassieke muziekstukken.
Niet via uw geluidsinstallatie thuis in uw luie stoel, maar echt
live in de concertzaal. Tijdens het Wensconcert dat half juni in
Arnhem plaatsvindt, speelt Het Gelders Orkest de favoriete
orkestwerken van het publiek! Ga naar www.hetgeldersorkest.
nl en stem op uw favoriete werken uit de wenslijst. Kent u ze
niet allemaal? Geeft niets, we geven u er luistervoorbeelden bij.
De meest gekozen stukken spelen wij voor u tijdens het feeste-
lijke, laatste concert van het jubileumseizoen 2009-2010.
Stemmen kan tot half april 2010.
Kijk op www.hetgeldersorkest.nl en programmeer uw eigen
wensconcert!
88
89
HGO/BERGMANN CD-VOORDEELOp deze cd’s krijgt u 10 % korting bij Muziek-
handel Bergmann in Arnhem. Natuurlijk kunt u
ook voor andere werken bij Bergmann terecht.
U vindt de winkel in de Koningstraat in Arnhem,
tel. 026 - 442 30 14 of www.bergmann.nl.
Te gast: Wiener Concer-VereinGrieg: Holbergsuite Estonian National Symphony Orchestra o.l.v. Paavo Järvi (Virgin)
HGO Klein StrijkkwintetMendelssohn: Strijkkwartet nr. 2Leipziger Streichquartett (MDG)
Te gast: orkest de ereprijsKurt Weill: Vioolconcert. Nona Lidell, viool. London Sinfonietta o.l.v. David Atherton (Decca)
90
Beethoven TripelconcertArvo Pärt: Fratres. Gidon Kremer met 12 cellisten van de Berliner Philharmoniker (ECM)
HGO klein Het Gelders Mahler Ensemble Mahler: Lieder eines fahrenden Gesellen, Rückertlieder. Thomas Hampson, bariton. Wiener Philharmoniker o.l.v. Leonard Bernstein (DGG)
TrombonissimoJörgen van Rijen, trombone: I was like wow (Channel Classics)
Mahler nr. 4Mahler: Symfonie nr. 4. Budapest Festival Orchestra o.l.v. Iván Fischer (Channel Classics)
Russische contrastenProkofiev: Pianoconcert nr. 2. yundi Li, piano. Berliner Philharmoniker o.l.v. Seiji Ozawa (DGG)
91
92
93
Stevig verankerd in de Gelderse en Nederlandse samenleving
geeft Het Gelders Orkest een groot aantal concerten per
seizoen op de belangrijke podia in Nederland. Het orkest
etaleert zich daarnaast graag met tournees en concerten in het
buitenland. Daarmee is Het Gelders Orkest een van de meest
actieve Nederlandse orkesten, en vervult het een ambassa-
deursrol zowel in als buiten Nederland. Dit maakt HGO tot één
van de toporkesten van Nederland.
In het seizoen 2009-2010 viert Het Gelders Orkest het 120-jarig
bestaan. Reden voor een jaar vol feestelijke hoogtepunten en
verrassende experimenten.
Passie is een sleutelbegrip voor Het Gelders Orkest. Het orkest
investeert in de ontwikkeling van creativiteit en dynamiek in de
organisatie. Enthousiaste, jonge en getalenteerde musici weten
we hiermee aan ons te binden. Naast de vele symfonische
concerten geven de speciale kamermuziekconcerten unieke
kansen voor de musici en werken we aan de toegankelijkheid
van het veelzijdige klassieke repertoire. Deze intieme concerten
brengen musici en publiek letterlijk en figuurlijk dichter bij elkaar.
Vanuit maatschappelijk oogpunt beschouwt het orkest het als
zijn taak om de passie voor live klassieke muziek over te dragen
op zowel jong als oud. Daartoe organiseert het orkest jaarlijks
een groot aantal familieconcerten, educatieconcerten en
speciale participatieprojecten voor amateurs en neemt het
jaarlijks meerdere (live) cd’s op. Het orkest voelt zich in zijn
missie gesteund door een trouw publiek en een steeds groter
wordende groep Vrienden, Partners en Mecenassen.
Hoofdsponsor van Het Gelders Orkest is Teijin Aramid B.V.
BIOGRAFIE HET GELDERS ORKEST
94
Biog
rafie
Het
Gel
ders
Ork
est
1ste vioolCécile Huijnen
1ste 1ste concertmeester
Roeland Gehlen
1ste 1ste concertmeester
Rémy Baudet
2de 1ste concertmeester
Jelena Ristic
1ste 2de concertmeester
Alexej Pevzner
2de 2de concertmeester
Farinaz Kherad Picheh
Janneke Roelofs
Anna Wiersum
Sylvia van der Grinten
Aimée Broeders
Pieternel van Lent
Alexander de Blaey
Melanie Jansen
Ewoud Mahler
Mara Milkelsone-Mahler
2de vioolMarjolein van Dingstee
aanvoerder
Cindy Albracht
aanvoerder
Arthur Ornée
plv. aanvoerder
Bert Neisingh
Saskia Bos
Martijn Tjoelker
Christien Gerritsen
Marjo Finke
Wouter Schmidt
Michaela van Buuren
Mark Levin
Eva Bengtsson
Boukje Raes
Eszter Frauenholz
Marte Straatsma
altvioolBart Peters
aanvoerder
Eileen McEwan
plv. aanvoerder
Meintje de Roest
plv. aanvoerder
Wouter van Ettinger
Marieke Wenink
Peter van Praagh
Wim Traa
Jan Willem van der Eyk
Marian van den Berg
Elka Berberich
violoncelloRené Berman
solo-cellist
Maike Reisener
solo-cellist
Ran Varon
plv. aanvoerder
Inge Grevink
plv. aanvoerder
Liliana Rupp
Joke den Heijer
Eveline Rosenhart
Mariëlla Duindam
Agaath Kooistra
contrabasAristotelis Potamianos
aanvoerder
Hans Blok
plv. aanvoerder
Joost Hillen
plv. aanvoerder
Jacinta Molijn
Peter Rikkers
ORKESTBEZETTING
95
fluitPeter Verduyn Lunel
1ste fluitist
Eveline Poser
plv. 1ste fluitist
Heleen de Witte
Gudrun Bourel
piccoloïst
hoboBram Kreeftmeijer
solo-hoboïst
Jeroen Soors
solo-hoboïst
Arthur Mahler
Sigurd Smit
klarinetOscar Ramspek
1ste klarinettist
Arno Stoffelsma
plv. 1ste klarinettist
Irene Teepe
fagotMette Laugs
1ste fagottist
Joop Bremer
hoornStefan Blonk
1ste hoornist
Laurens Woudenberg
3de/plv. 1ste hoorn
Syta IJpma
Kirsten Jeurissen
Jose Luis Sogorb Jover
trompetTonnie Kievits
1ste trompettist
Bob Koertshuis
1ste/plv. 1ste trompettist
Jacq Sanders
tromboneJilt Jansma
1ste trombonist
Christian Ansink
plv. 1ste trombonist
Dick Bolt
bastrombonist
tubaArjan Stroop
1ste tubaïst
slagwerkMark Voermans
1ste paukenist/
aanvoerder slagwerk
Peter Wolterinck
plv. 1ste paukenist/
1ste slagwerker
Jan Roel Hamersma
harpDiana de Vries
1ste harpist
96
97
CONCERTLIJSTTE GAST: WIENER CONCERT-VEREINARNHEMma. 29 maart (Serie A)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Kees Wisse, 19.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl
HGO KLEIN: STRIJKKWINTETWAGENINGENzo. 11 aprilJunushoff, 15.30 uurReserveren: 0317 - 46 55 00 of www.junushoff.nl
ARNHEMwo. 14 aprilMusis Sacrum, 20.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl
ZEVENAARzo. 18 aprilHet Musiater, 11.00 uurReserveren: 0316 - 52 44 77 of www.hetmusiater.nl
TE GAST: ORKEST DE EREPRIJSARNHEMvr. 16 april (Serie C)ArtEZ Conservatorium Arnhem, Concertzaal, 20.15 uurInleiding Jacob Jansen, 19.15 uurReserveren: 026- 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl
DEVENTERwo. 21 aprilSchouwburg, 20.30 uur
98
BEETHOVEN TRIPELCONCERTDOETINCHEMdo. 22 aprilSchouwburg Amphion, 20.00 uurInleiding Maarten Brandt, 19.00 uurReserveren: 0314 - 376 000 of www.amphion.nl
ARNHEMvr. 23 april (Serie B)Musis Sacrum, 20.15 uurAdoptieconcert Teijin AramidInleiding Maarten Brandt, 19.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl
NIJMEGENza. 24 april (Serie 2)De Vereeniging, 20.15 uurKeuzeconcert DirkzwagerInleiding Maarten Brandt, 19.15 uurReserveren: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl
APELDOORNzo. 25 april (Serie II)Orpheus, 16.00 uurInleiding Maarten Brandt, 15.15 uurReserveren: 0900 - 123 0 123 of www.orpheus.nl
HGO KLEIN: HET GELDERS MAHLER ENSEMBLE ZUTPHENdi. 27 aprilDe Hanzehof, 20.00 uurInleiding Martin Buninga, 19.00 uurReserveren: 0575 - 512 013 of www.hanzehof.nl
ARNHEMwo. 28 aprilMusis Sacrum, 20.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl
EDEza. 1 meiCultura, 20.15 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uurReserveren: 0318 - 672 800 of www.cultura-ede.nl
NIJMEGENzo. 2 meiDe Vereeniging, kleine zaal, 12.00 uurReserveren: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl
99
TROMBONISSIMOARNHEMvr. 14 mei (Serie C)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl
APELDOORNza. 15 mei (Serie I) Orpheus, 20.00 uurInleiding Martin Buninga, 19.15 uurReserveren: 0900 - 123 0 123 of www.orpheus.nl
NIJMEGENzo. 16 mei (Serie M)De Vereeniging, 14.15 uurInleiding Martin Buninga, 13.15 uurReserveren: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl
MAHLER NR. 4ARNHEMvr. 21 mei (Serie B)Musis Sacrum, 20.15 uurInleiding Kees Wisse, 19.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl
UTRECHTzo. 23 meiVredenburg Leidsche Rijn, 15.00 uurReserveren: 030 - 231 45 44
RUSSISCHE CONTRASTENARNHEMwo. 2 juniMusis Sacrum, 12.45 uurGratis lunchconcert: aangepast programmaReserveren niet mogelijk
ZUTPHENdo. 3 juniHanzehof, 20.00 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.00 uurReserveren: 0575- 512 013 of www.hanzehof.nl
NIJMEGENvr. 4 juni (Serie 1)De Vereeniging, 20.15 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.15 uurReserveren: 024 - 322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl
100
APELDOORNza. 5 juni (Serie II)Orpheus, 20.00 uurInleiding Jochem van der Heide, 19.15 uurReserveren: 0900 - 123 0 123 of www.orpheus.nl
ARNHEMzo. 6 juni (Serie M)Musis Sacrum, 14.15 uurInleiding Jochem van der Heide, 13.15 uurReserveren: 026 - 443 73 43 of www.musis-sacrum.nl
101
ColofonGehoord is een uitgave van Het Gelders Orkest
Samenstelling en eindredactie: Marco van Es, Het Gelders OrkestVormgeving: Buro voor de Boeg, RotterdamDruk: Z Studio, Rotterdam
Aan dit nummer werkten mee:Frits de Haen, Jacob Jansen, Dirk Luijmes, Stephen Westra en
Kees Wisse.
Fotografie: Het Gelders Orkest, Bokkie Vink, Clive Barda, DeccaKasskara, Marco Borggreve, Nick Granito, Mikhail Vaneev, Mats Bäcker, Nico Wytoshinsky, Steven Walthew, EneHarry, Dirk Arleri
Bureau Het Gelders Orkest:
Het Gelders Orkest
Postbus 1180
6801 BD Arnhem
telefoon 026 - 789 01 30
e-mail: info@hetgeldersorkest.nl
www.hetgeldersorkest.nl
© Het Gelders Orkest, Arnhem, maart 2010
102
103
H25 50V777 Omslag 7_004 04.05.2009 13:19:59 Pdf_Monique
Working together as a real team not only makes the work itselfmore pleasurable, it delivers a better end product every time.In music and in business. That’s why Teijin Aramid, one of theworlds biggest producers of the ultra strong, lightweightand sustainable aramid fiber focuses on partnership with itscustomers. To create the best and most sustainable solutions.Time and time again.
Teijin Aramid is the main sponsor of the Arnhem Philharmonic Orchestra since 2002.
www.teijinaramid.com
The best things in lifeare created in harmony
top related