het ibp-w: aanleiding en uitwerking 2...stuk 2. het organogram op pagina 8 laat zien waar het ibp-w...
Post on 06-Aug-2020
5 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Het IBP-W: aanleiding en uitwerking12345
De veiligheidsregio en de waterfunctionaris
Het IBP-W in de praktijk
Overzicht aanlandingsplaatsen Waddenzee
Afkortingen
VoorwoordDeWaddenzee is een prachtig, uniek natuurgebied. Een natuurgebied dat
om bescherming vraagt, zeker op het moment dat er incidenten of rampen
plaatsvinden. Daarom zijn afspraken gemaakt over een gecoördineerde
aanpak van de incidenten- en rampenbestrijding. Sinds kort is deze aanpak
vernieuwd.
IBP-WDeWaddenzee heeft een nieuw incidentbestrijdingsplan.Van 2004 tot
2011 was de rampenbestrijding op deWaddenzee geregeld in het
Coördinatieplan RampenbestrijdingWaddenzee. Sindsdien is het
IncidentbestrijdingsplanWaddenzee (IBP-W) van kracht. Een andere
benaming, andere verantwoordelijheden en een andere manier van
samenwerken. Deze brochure geeft op hoofdlijnen een beeld van de
nieuwe aanpak van incidenten- en rampenbestrijding op deWaddenzee.
Via de website www.hvdfryslan.nl/crw is het IBP-W te downloaden.
Voor meer informatie kunt u ook terecht bij het secretariaat van het CRW,
dat is ondergebracht bij het veiligheidsbureau van deVeiligheidsregio
Fryslân, telefoonnummer 088 - 22 99 111.
Marijke van Beek, burgemeester gemeente Eemsmond,
voorzitter BestuurlijkWaddenzee Overleg
3
1 Het IBP-W: aanleiding
en uitwerking
Het IBP-W staat niet op zichzelf. Het plan is een vertaling van landelijkgemaakte afspraken over incidentbestrijding op het water. De basis hiervoorwerd gelegd binnen het projectWaterrand.
5
HET IBP-W:
AANLEIDING EN UITWERKING
EEN STUKJE GESCHIEDENISDe bestrijding van rampen en crises op de Waddenzeewas tussen 2004 en 2011 geregeld in het CoördinatieplanRampenbestrijding Waddenzee. Dit coördinatieplanviel onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van deCommissaris van de Koningin in de provincie Fryslân.De CdK was bestuurlijk verantwoordelijk voor de afsprakenen uitvoering van het Coördinatieplan RampenbestrijdingWaddenzee.
WATERRANDIn 2006 startte het project Waterrand op initiatief van hetministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatiesen het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De opdrachtwas de bestrijding van incidenten op het water te ver-beteren en te komen tot een landelijk geldende werkwijze,gewoontes en eenduidigheid in (ondermeer) terminologieen definities. Uit verschillende evaluaties en onderzoekenwas namelijk gebleken dat verbetering van incident-bestrijding op het water noodzakelijk was.
Waterrand ontwikkelde een uniform denkkader engestroomlijnde processen voor de incidentbestrijding ophet water. Deze zijn vastgelegd in het Handboek Water-rand. Ook ontwikkelde Waterrand een modelplan waarin
per samenhangend risicowatersysteem (SRWS) aanvullendeafspraken kunnen worden vastgelegd. Het Incidentbestrij-dingsplan Waddenzee (IBP-W) bestaat dus uit een model-Incidentbestrijdingsplan, aangevuld met een aantalafspraken die specifiek voor de Waddenzee als SRWSgelden. Vergelijkbare Incidentbestrijdingsplannen zijn, ofworden ontwikkeld voor het IJsselmeer, de Noordzee, hetNoordzeekanaal, de Zeeuwse delta en de hoofdvaarwegenin de provincie Fryslân.
WAT MAAKT WATER ANDERS?Uit de praktijk blijkt dat hulpverlening en incidentbestrij-ding op het water wezenlijk verschillen van incidentenop het land. Op het water zijn meer en andere partijenbetrokken dan op het land. Waterincidenten hebben eenandere dimensie in tijd, ruimte en risico. Ook wordenverschillende begrippen en termen gebruikt om hetzelfdeaan te duiden. Denk maar aan stuurboord versus rechts,bakboord versus links, mijlen versus kilometers en boei-nummers versus hectometerpaaltjes. Het is belangrijk datalle betrokken partijen dezelfde taal spreken. Om land- enwaterpartijen dichter bij elkaar te brengen en eenduidigheidte creëren, zonder daarbij voorbij te gaan aan de verschillentussen de disciplines, ontwikkelde Waterrand een algemeendenk- en begrippenkader voor alle waterincidenten.
SRWSDe gebieden waarvoor een IBP wordt opgesteld,worden aangeduid als een ‘samenhangend risico-watersysteem’ (SRWS). Een SRWS ontstaat in overlegmet de betrokken regio’s en partijen van een water-gebied. Er wordt dan gekeken naar een logischeeenheid van oppervlaktewateren die met elkaar inverbinding staan.
IMPLEMENTATIEHet Nederlands Waddenzeegebied is onderdeel van drieveiligheidsregio’s: Groningen, Fryslân en Noord-HollandNoord. Begin 2011 is het IBP-W vastgesteld in deze veilig-heidsregio’s. Alle betrokken overheden en organisatieshebben ingestemd met het IBP-W. Daarmee is een belang-rijke stap gemaakt in het proces van optimaliseren vanincidentbestrijding en interdisciplinaire samenwerking.Nog belangrijker dan het plan zelf is de implementatieervan. Deze implementatiefase is vastgelegd in het Meer-jaren Implementatieplan 2010-2014. Het plan krijgt immerspas kans haar waarde te bewijzen als het op de juiste doel-
treffende wijze wordt uitgevoerd op het moment vaneen incident op de Waddenzee. Het implementatieplanbeschrijft hoe de gemaakte afspraken binnen alle betrokkenorganisaties worden ingevoerd. Het implementatieplanwordt vertaald in alle oefenjaarplannen.
SAMENWERKING MET DUITSE AUTORITEITENDe afspraken over de samenwerking met de Duitse auto-riteiten en operationele hulpverleningsdiensten zijn vast-gelegd in het Eems-Dollardverdrag. De VeiligheidsregioGroningen, Rijkswaterstaat en de Kustwacht zijn in het Eems-Dollard gebied de direct betrokken operationele partners.
Om tot een optimale samenwerking te komen is een trajectvan opleiden, trainen en oefenen ontwikkeld. Niet alleenhulpverlenende instanties, maar bijvoorbeeld ook rederijenen havenbedrijven worden hierbij betrokken. Door de
kennis en ervaringen breed te delen en te oefenen kanslagvaardig en doeltreffend worden opgetreden in gevalvan een incident of calamiteit.
• Veiligheidsregio Groningen• Veiligheidsregio Noord-Holland Noord• Veiligheidsregio Fryslân (Coördinerende veiligheidsregio)• gemeente Oldambt (vh Reiderland)• gemeente Delfzijl• gemeente Eemsmond• gemeente De Marne• gemeente Dongeradeel• gemeente Ferwerderadiel• gemeente Het Bildt• gemeente Franekeradeel• gemeente Harlingen• gemeente Súdwest Fryslân(voorheen Wûnseradiel)
• gemeente Schiermonnikoog
WELKE PARTIJEN ZIJN BETROKKEN BIJ DE UITVOERING VAN HET IBP-W?
• gemeente Ameland• gemeente Vlieland• gemeente Terschelling• gemeente Texel• gemeente Wieringen*• gemeente Anna Paulowna*• gemeente Den Helder• Rijkswaterstaat (directie Noord-Nederland)• Ministerie EL&I (vestiging Noord)• Kustwacht• Koninklijke Nederlandse Reddings Maatschappij (KNRM)• Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)
Brandweer, Regiopolitie en GHOR zijn vertegenwoor-digd in de veiligheidsregio.
* per 01-01-12 gemeenteHollands Kroon
HET IBP-W: EEN OPERATIONEEL PLANDe bestuurlijke afspraken over de Waddenzeebrede samen-werking zijn vastgelegd in het Convenant-CRW. Het IBP-Wmaakt samen met dit convenant deel uit van de afsprakenover de Coördinatie Rampenbestrijding Waddenzee (CRW).Het secretariaat van het CRW is als zelfstandige eenheidondergebracht bij het veiligheidsbureau van de Veiligheids-regio Fryslân. Fryslân is de Coördinerende Veiligheidsregio(CVR). De veiligheidsregio wordt verder toegelicht in hoofd-stuk 2. Het organogram op pagina 8 laat zien waar hetIBP-W is ondergebracht. Ook de operationele en bestuur-lijke overlegstructuren zijn in dit overzicht opgenomen.
BESTUURLIJK WADDENZEE OVERLEGVoor het beheer van het IBP-W is het Bestuurlijk Wadden-zee Overleg (BWO) ingesteld. Dit BWO wordt gevormddoor burgemeesters uit de Veiligheidsregio’s Groningen,Noord-Holland Noord en Fryslân, (vertegenwoordigersvan) de directies van de drie veiligheidsregio’s, Rijks-waterstaat, het ministerie van EL&I, de Kustwacht ende voorzitter van het Operationeel Waddenzee Overleg,de waterfunctionaris.
TAKEN VAN HET BESTUURLIJK WADDENZEE OVERLEGHet BWO bepaalt het ambitieniveau en de kwaliteitseisenvan incidentbestrijding op de Waddenzee. Zij stelt het(meerjaren) opleidings- en oefenplan en de evaluatie-rapportages van oefeningen en incidenten vast. Het signa-leren van (bestuurlijke) knelpunten en het aandragen vanmogelijke oplossingen behoort ook tot de taken van hetBWO. Het BWO is verantwoordelijk voor het aansturen vanhet Operationeel Waddenzee Overleg.
OPERATIONEEL WADDENZEE OVERLEGVoor de operationele coördinatie is het OperationeelWaddenzee Overleg (OWO) ingericht. Het OWO heefteen vaste werkgroep voor het Opleiden, Trainen enOefenen (OTO). Voor de verbetering van planvorming enprocedures worden op ad-hocbasis bijeenkomsten belegd.
Het OWO wordt gevormd door leidinggevenden van deveiligheidsbureaus van de Veiligheidsregio’s Groningen,Noord-Holland Noord en Fryslân, de Kustwacht, dedirecteur KNRM, medewerkers van Rijkswaterstaat, hetministerie van EL&I, het KLPD, een gemeente (namens deWaddengemeenten) en het CRW-secretariaat. Het OWOwordt voorgezeten door de waterfunctionaris. De rol enfunctie van de waterfunctionaris wordt toegelicht inhoofdstuk 2.
TAKEN VAN HET OPERATIONEEL WADDENZEE OVERLEGHet OWO verzorgt de bovenregionale coördinatie vanoperationele processen in de koude fase. Zij inventariseerten stelt oefendoelen, oefenbehoeften en oefenplannenvast, zoekt hiervoor afstemming en zorgt voor aansturingen regie. Daarnaast zorgt het OWO voor afstemming metdirecties en besturen van betrokken organisaties in devoorbereiding op het Bestuurlijk Waddenzee Overleg.
OPLEIDEN, TRAINEN EN OEFENENHet IBP-W is pas van waarde als alle betrokkenen de inhoudkennen en ernaar handelen als er een incident op deWaddenzee plaatsvindt. Het traject van Opleiden, Trainenen Oefenen (OTO) is daarom erg belangrijk. De verant-woordelijkheid voor de bovenregionale regie op het
HET IBP-W:
AANLEIDING EN UITWERKING
7
IBP-W/CRW
VeiligheidsregioGroningen
AB AB
BWO
OWO
OTO
Alarmering(meldkamers)
DB
AB
DB DB
Directie Directie Directie
VeiligheidsregioNoord-Holland
Noord
CoördinerendeVeiligheidsregio
Fryslân
GHOR
Dir.GGD/RGF
Regionaalcommandant
Risico-beheersing
Veiligheids-bureau
Operationelevoorbereiding
CRW(regeling)
IBP-W(plan)
MOTOF
BrandweerNW-Fr.
BrandweerNO-Fr.
Figuur 1:De plek van het CRW/IBP-W, als zelfstandig bureau onder-gebracht bij de coördinerende Veiligheidsregio Fryslân
HET IBP-W:
AANLEIDING EN UITWERKING
OTO-traject ligt bij het CRW-secretariaat. Het is aan departners om hieraan uitvoering te geven.
Naast het OTO-traject verzorgt het CRW-secretariaat ookde communicatie rondom het IBP-W. Informatie wordtondermeer verstrekt via de website www.hvdfryslan.nl/crw.Ook verzorgt het CRW-secretariaat jaarlijks meerderenieuwsbrieven. Ter ondersteuning van het implementatie-traject worden ook communicatiemiddelen ontwikkeld.Een voorbeeld hiervan is de ‘Wijzer op het Water’, eeninformatieboekje voor alle Officieren van Dienst diebetrokken zijn bij incidentbestrijding en hulpverleningin het Nederlandse Waddenzeegebied.
9
2 De veiligheidsregio en
de waterfunctionaris
Een ramp op het water beperkt zich zelden tot één gemeente. DeWaddenzee strekt
zich uit over verschillende gemeenten, provincies en landen. Het werkingsgebied
van het IBP-W betreft het Nederlandse deel van deWaddenzee.
DE VEILIGHEIDSREGIO EN DE WATERFUNCTIONARIS
WERKINGSGEBIED VAN HET PLANHet werkingsgebied van het IBP-W is het geheleNederlandse deel van de Waddenzee, waaronder ookde Eems en de Dollard worden begrepen. Ook de havensmaken deel uit van het IBP-W, tot het eerste kunstwerk.Een kunstwerk is bijvoorbeeld een brug of een sluis.
11
VEILIGHEIDSREGIOOp 1 oktober 2010 traden de Wet veiligheidsregio’s en dedaarbij behorende besluiten in werking. De veiligheids-regio’s zijn in het leven geroepen om de organisatie vande rampenbestrijding en crisisbeheersing te verbeteren ende kwaliteit van de taakuitvoering te verhogen. In eenveiligheidsregio werken de brandweer, de GeneeskundigeHulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), depolitie en gemeenten samen. Nederland is onderverdeeldin 25 veiligheidsregio’s.
COÖRDINERENDE VEILIGHEIDSREGIOPer SRWS wordt één veiligheidsregio aangewezen alsCoördinerende Veiligheidsregio (CVR). Voor het Wadden-zeegebied is dit de Veiligheidsregio Fryslân. De Coördi-nerende Veiligheidsregio neemt de regie en de voor-bereiding en coördinatie van de incidentbestrijding opde Waddenzee op zich in de ‘koude’ fase en zorgt ervoordat de andere veiligheidsregio’s binnen het SRWS wordenbetrokken.
WATERFUNCTIONARISDe taak van voorbereiding en coördinatie binnen de Coör-dinerende Veiligheidsregio ligt bij een waterfunctionaris.De waterfunctionaris brengt alle partijen binnen het SRWSbijeen en bereidt ze voor op een doeltreffende inzet tijdenseen incident. Dit gebeurt ondermeer door organisatie vanhet traject van opleiden, trainen en oefenen (OTO).
De waterfunctionaris speelt met name een grote rol bij debevordering van de interdisciplinaire samenwerking metalle ketenpartners (zie hoofdstuk 3). De inzet van organisa-ties bij waterincidenten is altijd nauw verbonden met derol die zij spelen in de dagelijkse hulpverlening.
Omdat de waterfunctionaris een spilfunctie bekleedt,maakt hij ook deel uit van de verschillende overleg-structuren over het IBP-W. Zo is hij lid van het BestuurlijkWaddenzee Overleg en voorzitter van het OperationeelWaddenzee Overleg.
Met alle voorbereidende maatregelen kan er tijdenseen incident goed worden opgetreden.
Koude en warme faseIncidentbestrijding kent twee fases: de koude en dewarme fase. De koude fase is de fase waarin er nogniets aan de hand is. Het is de periode waarin zakenals voorlichting, opleiden, trainen en oefenen plaats-vinden. De warme fase is de fase waarin er daadwer-kelijk sprake is van incidentbestrijding. De koude fasewordt ook wel aangeduid als de risicofase en dewarme fase als de crisisfase.
DE VEILIGHEIDSREGIO EN DE WATERFUNCTIONARIS
13
3 Het IBP-W in de praktijk
OPERATIONELE UITWERKING VAN HET IBP-WVoor een optimale organisatie van incidentbestrijding ophet water zijn vier randvoorwaardelijke processen ergbelangrijk:
• melding en alarmering• leiding & coördinatie• op- en afschaling• informatiemanagement
Het NederlandseWaddengebied is onderdeel van drie veiligheidsregio’s. Ergrenzen achttien gemeenten aan deWaddenzee. Daarnaast grenst het gebiedook aan de Noordzee, aan het IJsselmeergebied en aan Duitsland. Bij debestrijding van incidenten op deWaddenzee zijn veel verschillende organisatiesbetrokken. Elke organisatie heeft een eigen rol en bevoegdheid. In het IBP-Wstaat beschreven wie wat moet doen als er een incident plaatsvindt. Hoofdstuk 3belicht het IBP-W in de praktijk.
Aanvullend op ruime binnenwateren en zee (t.o.v. overige binnenwateren)
(door)melding na ontvanst via telefoon/C2000/VHFalarmeringinformeren
HelikoptersSAR
via VHF
KLPDhelikopters
Materieel(nautisch)beheerder
Uitluisteren via VHF
Uitluisteren via VHF
Melding vaneen incidentop het water
KWC(SMC)
VP
OperationeelcentrumKLPD
RegionaleGMK’s
(waaronder1C GMK)
Landelijke112
centrale
KNRM
Reddingbrigade
GHOR
Gemeente
Politie
Waterpolitie
Brandweer
Gebiedsspecifiekeeenheden
OverigeSAR-eenheden
via 112mobiel
viaVHF
via 112vaste lijn
Figuur 2: Proces van melding en alarmering
15
DE VEILIGHEIDSREGIO EN DE WATERFUNCTIONARIS
MELDING EN ALARMERINGNa een melding van een incident alarmeren de meldkamersde operationele eenheden. Omdat een melding doorverschillende meldkamers kan worden ontvangen is hetbelangrijk om goed af te stemmen welke meldkamerwelke operationele eenheden informeert. Figuur 2 laatzien hoe het proces van melding en alarmering verloopt.Als een incident zich op of nabij een regiogrens afspeeltof een bovenregionaal effect heeft, of als er sprake isvan een SAR-incident, zijn vaak meerdere meldkamersbetrokken. Er zijn dan duidelijke afspraken over demelding en alarmering door verschillende meldkamersnodig. Daarom worden bij waterincidenten centralecoördinatiepunten aangewezen.
Vaststellen van het scenarioOp basis van de melding wordt een inschatting gemaaktvan de gewenste alarmering. De melding wordt daarvoorgeclassificeerd naar scenario’s. Waterincidenten zijningedeeld in zeven scenario’s. Aan het IBP-W is eenachtste scenario toegevoegd: dat van de veerdiensten.
LEIDING EN COÖRDINATIEOm de verschillende disciplines goed op elkaar af testemmen vallen alle opgestarte incidentbestrijdings-processen tijdens een incident onder multidisciplinaireaansturing. De leiding en coördinatie tijdens een incidentworden ingericht via de landelijk vastgestelde GRIP-structuur. Uitgangspunt is dat in elk incidentbestrijdings-team land- en waterpartijen zijn vertegenwoordigd.
On scene coördinatorOp het water is niet altijd het hele incident voor alle proces-verantwoordelijken zichtbaar. Om dan toch tot eenkloppend beeld en goede afstemming te komen, kaniemand worden aangewezen om de praktische coördinatieop de plaats van het incident te regelen: de on scenecoördinator (OSC). In principe kan elke passant wordenaangewezen als OSC. Zodra de voor de functie toegerusteeenheden ter plaatse aanwezig zijn, wordt de functie aaneen van hen overgedragen.
Scenario’s binnen het IBP-W1. Mens en dier in nood2. Verontreiniging oppervlaktewater3. Ongeval met gevaarlijke stoffen4. Brand en/of explosie5. Ordeverstoring6 Ecologisch incident7. Aanvaring en/of losgeslagen schip, object of lading8. Veerdiensten/veertrajecten.
GRIPGecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure(GRIP) is in Nederland een landelijke afspraak over deopschaling van incident- en rampenbestrijding voor pro-fessionele hulpverleners. GRIP kent vier fasen, die wor-den onderverdeeld naar aard en omvang van hetincident, de reikwijdte en de risico’s. Binnen de GRIP-structuur bestaat ook een indeling van verantwoorde-lijkheid voor de operationele en bestuurlijke coördinatie.
OP- EN AFSCHALINGOp- en afschaling heeft betrekking op de GRIP-structuur.Het is belangrijk dat iedereen weet wie officieel mag op- enafschalen. Centralisten, leidinggevenden van operationelediensten en de burgemeester zijn logischerwijs bevoegd.Ook de medewerkers van de Kustwacht, de verkeerspostenen de reddingsbrigades moeten op de hoogte zijn van deGRIP-regeling en van hun eigen mandaat. Om de afsprakenrondom op- en afschaling goed te regelen zijn per veilig-heidsregio afspraken gemaakt over de GRIP-regeling. Hetopschalingsniveau kan dus per regio variëren.
Zodra het mogelijk is, wordt er na instemming van dehoogst leidinggevende afgeschaald. Het risico op afschalenzonder overleg wordt daarmee voorkomen.
INFORMATIEMANAGEMENTDe verschillende afnemers van informatie tijdens eenwaterincident hebben elk een eigen informatiebehoefte.Een goed totaalbeeld van het incident is natuurlijk vooriedereen van belang. Hiervoor is het noodzakelijk om alleafnemers, leveranciers en hun informatiebehoeften in kaartte hebben. Scenariokaarten zijn een goed hulpmiddel omhet netwerk van actoren, de eigen rol en verantwoordelijk-heden en de communicatielijnen correct en snel voor alleopschalingsniveaus inzichtelijk te maken. Deze scenario-kaarten zijn opgenomen in het operationeel plan van hetIBP-W. Voor de veerdiensten zijn aparte scenariokaartenopgesteld.
Het in kaart brengen van de informatiebehoefte alleen isniet voldoende. Bij waterincidenten spelen communicatie-middelen een complicerende rol, omdat er gebruik wordtgemaakt van verschillende middelen en systemen. Denkhierbij bijvoorbeeld aan C2000 als landelijk communicatie-netwerk voor de reguliere hulpverleningsdiensten en VHF(marifoon) voor de partijen op het water. Ook hierover zijnvaste afspraken gemaakt.
Procedures voor optreden op het waterOptreden op het water brengt grotere risico’s met zichmee, ook voor hulpverleners. Om ‘land’ hulpverlenersbekend te maken met procedures die op het waterworden gevolgd, is een aantal procedures ontwikkeld.Dit zijn:• procedure opstappen• procedure aanlanden• procedure opvragen• advisering ladinggegevens• procedure bevoegdheid bij optreden• procedure opvang en afhandeling van besmeurdedieren op de Nederlandse kust
• procedure aangespoelde lading en dieren.
Figuur 3: Scenariokaart mogelijk betrokken actoren
HulpdienstVeiligheidsregioPolitieBrandweerGHORGemeente
Meldkamer (GMK)
112-centrale Driebergen
KNRM
RijkswaterstaatReddingsbrigade
KLPD WaterpolitieVerkeerspostKustwachtcentrumOC KLPDHulpdiensten
Havenautoriteit
Waterschap: DijkgraafMin V&W: HID
Bestuurlijk
kapitein
Passerende scheepvaartBergingsmaatschappijDregdienstenReddingshondenDuikersPrivate hulpverleningsdienstSpecialistische teamsPrivaat
Kon. MarineKon. Luchtmacht
Overig
BestuurlijkVoorzitter Veilig-heidsregioBurgemeester
Min. BZK: CdKMin. LNV: regio-directeur Provincie
PrivaatBetrokken organnisatiesRederijenOffshoreOliemaatschappijenVerzekeraarHulporganisaties alsecomare, dolfinarium
zeehondencrêcheK1 vogelasielen
OverigDefensieAmbassadeTolken
LAND
incident op het water
WATER
DE VEILIGHEIDSREGIO EN DE WATERFUNCTIONARIS
17
Overzicht
aanlandingsplaatsen
en meldposten
in het Waddengebied4
Nr Cat. Gemeente Plaats Haven/locatie Lokatie (X,Y)1 A Den Helder Den Helder Marine Nw.Haven 114 20 - 552 9112 B Texel ‘t Horntje Veerhaven 114 606 - 557 5293 B Texel Oude Schild Haven Oude Schild 119 134 - 561 7224 A Wieringen Den Oever Noorderhaven 131 608 - 549 7565 C Wunseradiel Kornwerderzand Buitenhaven 151 568 - 565 3986 A Harlingen Harlingen Oude Buitenh. 156 764 - 576 696
Nw.willemsh. 156 772 - 575 9967 C Vlieland Vlieland Werkhaven 135 144 - 590 0198 C Terschelling West-Terschelling KNRM 143 544 - 596 752
Havenkade 143 869 - 597 4369 C Ameland Nes Veersteiger 180 806 - 605 443
Ballumerbocht 177 023 - 605 52810 B Dongeradeel Holwerd Veersteiger 187 822 - 601 12311 C Schierm’oog Schiermonnikoog Veersteiger 209 088 - 609 51412 A De Marne Lauwersoog Visserijhaven 208 83 - 602 92113 A Eemsmond Eemshaven Beatrixhaven 250 876 - 608 740
Emmahaven 250 588 - 607 46814 A Delfzijl Delfzijl Handelshaven 257 876 - 595 04015 C Delfzijl Termunterzijl Visserijhaven 264 858 - 591 948
19
Meldposten in het Waddengebied
In het algemeen geldt voor het melden van een calamiteit:
bel het landelijk alarmnummer 112.
Meldingen vanuit hetWaddengebied, anders dan de landgebonden
alarmmeldingen die via 112 worden gemeld, vinden op de volgende
wijze plaats:
• Meldingen van bijzondere aard op deWaddenzee, niet zijnde nood-, spoed-
of veiligheidsberichtgeving (SAR), worden gericht aan de Centrale Meldpost
Waddenzee (Brandaris) opVHF-kanaal 4.
• Nood-, spoed- en veiligheidsberichten (SAR) op deWaddenzee worden
gericht aan het Kustwachtcentrum, opVHF-kanaal 16.
• Wanneer het scheepvaartverkeer zich in het verkeersgebied (VTS) van de
Brandaris bevindt, kunnen meldingen ook worden doorgegeven via marifoon-
kanaal 2, hetVTS werkkanaal van de Brandaris.
MELDKAMER NOORD – NEDERLAND (MKNN)Noorderend 4
Drachten
0512 - 335700
MELDKAMER NOORD-HOLLAND NOORDPostbus 9347
1800 GH Alkmaar
tel: 072 - 564 4444
fax: 072 - 560 0019
MELDKAMER AMBULANCE EN BRANDWEERTE GRONINGENPostbus 584
9700 AN Groningen
tel: 050 - 367 4710
fax: 050 - 367 4715
VERKEERSDIENST DEN HELDERtel: 0223 - 657 522
fax: 0223 - 657 341
marifoonkanaal 62
CENTRALE MELDPOST WADDENZEEBrandarisstraat 2
8881 AW Terschelling West
tel: 0562 - 443 100
fax: 0562 - 442 355
marifoonkanaal 4
KUSTWACHTCENTRUM DEN HELDERPostbus 10 000
1780 CA Den Helder
tel: 0900 - 0111 alarmnummer
0223 - 658 330 leider operationeel team
0223 – 658 333 / 334 voorlichting
fax: 0223 - 658 303
telex: 71088
marifoonkanaal 16
MELDKAMER DRIEBERGENPostbus 100
3970 AC Driebergen
tel: 0343 - 535 353
HAVENBEDRIJF HARLINGENWaddenpromenade 9-3
0517 - 412512
marifoonkanaal 11
GRONINGEN SEAPORTDelfzijl (Eemshaven)
Handelskade 1
0596 - 640400
marifoonkanaal 66
21
5 afkortingen
BWO Bestuurlijk Waddenzee Overleg
CdK Commissaris van de Koningin
CRW Coördinatie Rampenbestrijding Waddenzee
CoPI Commando Plaats Incident
CVR Coördinerende veiligheidsregio
EL&I Ministerie van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie
GHOR Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen
en Rampen
GRIP Gecoördineerde Regionale Incidenten-
bestrijdingsprocedure
GMK Gemeenschappelijke Meldkamer
IBP-W Incidentbestrijdingsplan Waddenzee
KLPD Korps Landelijke Politiediensten
KNRM Koninklijke Nederlandse Reddings Maatschappij
KWC Kustwachtcentrum
OSC On Scene Coördinator
OTO Opleiden, trainen en oefenen
OWO Operationeel Waddenzee Overleg
SRWS Samenhangend risicowatersysteem
VP Verkeerspost
VR Veiligheidsregio
Ten slotte
Deze brochure bevat algemene informatie over het IBP-W.Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij graagnaar de volgende websites:www.hvdfryslan.nl/crwwww.waterrand.nl
Secretariaat CRWtel. 088 - 2299111e-mail: r.veenstra@hvdfryslan.nl
COLOFON
Deze brochure is een uitgave van het CRW. Voor hetsamenstellen van deze brochure is ondermeer gebruikgemaakt van informatie uit het Handboek Waterrand,het Incidentbestrijdingsplan voor de Waddenzee ende Wijzer op het Water.
Versie 2.0, 2011Eerste druk(Eind)redactie: Tina M. Lageweg, Dick Veen,
Ron VeenstraBeeldmateriaal: provincie Fryslân, Tina M. Lageweg,
Ron VeenstraVormgeving: Klaas PotCoördinatie: PAARS* communicatieOplage: 200 stuks
coördinatierampenbestrijdingwaddenzee
top related