ingenieurs met een verhaal
Post on 11-Jan-2017
224 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Ingenieurs met een verhaal.
BOOT organiserend ingenieursburo bv Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd overeenkomstig de AV-BOOT 2011.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Nader bodemonderzoek nikkel Conform NTA5755
LOCATIE
Tussen Bos en Weide
KADASTRALE GEMEENTE
Pijnacker
SECTIE E, NUMMER 599 (ged.)
BOOT organiserend ingenieursburo B.V.
Plesmanstraat 5
3905 KZ VEENENDAAL
WEBSITE http://www.buroboot.nl
E-MAIL info@buroboot.nl
OPDRACHTGEVER Provincie Zuid-Holland
Postbus 90602
2509 LP DEN HAAG
DATUM 11 mei 2016
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
OPGESTELD DOOR D.A. Mohan, MSc.
GEAUTORISEERD dhr. J.B. Oudijn
PROJECTLEIDER dhr. J.B. Oudijn
GEZIEN
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Titelpagina
SOORT ONDERZOEK Nader bodemonderzoek nikkel
ONDERZOEKSLOCATIE Tussen Bos en Weide
Bieslandseweg (Delfgauw)
Pijnacker/ Delfgauw
OPDRACHTGEVER Provincie Zuid-Holland
Postbus 90602
2509 LP DEN HAAG
CONTACTPERSOON dhr. J.J. Meijer
UITGEVOERD DOOR BOOT organiserend ingenieursburo B.V.
Plesmanstraat 5
3905 KZ VEENENDAAL
CONTACTPERSOON
DATUM VOORONDERZOEK
dhr. J.B. Oudijn
April 2016
DATUM VELDWERK 04, 05 april 2016
VELDWERK DOOR dhr. T. Guijt
dhr. J.H.J. Janssen van Doorn
2001
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Samenvatting
Dit rapport beschrijft een verkennend bodemonderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van
Provincie Zuid-Holland aan de Bieslandseweg (Delfgauw) te Pijnacker/ Delfgauw. Aanlei-
ding voor het onderzoek vormt de voorgenomen herinrichting van het projectgebied. Doel
van het nader bodemonderzoek is het vaststellen van een eventuele bodemverontreiniging
met nikkel en bepaling van de aard, omvang en concentraties.
Conclusie en aanbevelingen
� Tijdens voorgaand bodemonderzoek is in het kleipakket onder de toplaag (70% puin,
slakken en glas op maaiveld) van dam 34 een matig verhoogde concentratie met nikkel
aangetroffen in een grondmengmonster van de verdachte laag (0 – 0,5 m-mv). Hierbij
was dam 34 over een oppervlak van circa 24 m2 matig verontreinigd. De omvang van
de matige verontreiniging bedroeg ca. 9,6 m3.
� Tevens zijn licht verhoogde gehalten aan kobalt, koper, molybdeen, lood en zink ge-
meten.
� In dam 34 is eveneens asbest in de bodem aangetroffen.
� Met dit onderzoek is de matig verhoogde verontreiniging die in voorgaand onderzoek
is aangetoond, voldoende afgeperkt. In dam 34 blijkt naast de matige verontreiniging
met nikkel nu een licht verontreinigd nikkel concentratie aanwezig te zijn.
� Indien gewenst vanwege de grondoverdracht: deze (matige) verontreiniging middels
een PvA bij gemeente saneren;
� Bij voorgenomen grondroerende werkzaamheden: PvA opstellen voor gemeente.
� Bij afvoer rekening houden met AP04.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Inhoudsopgave
1 INLEIDING ............................................................................................................................................. 5
1.1 AANLEIDING.................................................................................................................... 5
1.2 DOELSTELLING ................................................................................................................ 5
1.3 AFBAKENING ................................................................................................................... 5
1.4 LEESWIJZER ..................................................................................................................... 6
2 VOORONDERZOEK........................................................................................................................... 7
2.1 VERONTREINIGINGSSITUATIE .............................................................................................. 7
2.2 CONCEPTUEEL MODEL ....................................................................................................... 7
2.3 TE HANTEREN ONDERZOEKSSTRATEGIE ................................................................................. 8
3 VELDWERKZAAMHEDEN ............................................................................................................... 9
3.1 UITVOERING VELDWERK ..................................................................................................... 9
3.2 LABORATORIUMONDERZOEK .............................................................................................. 9
3.3 NORMERING .................................................................................................................. 10
3.4 KWALITEITSBORGING ...................................................................................................... 10
4 ONDERZOEKSRESULTATEN ..................................................................................................... 11
4.1 RESULTATEN VELDWERK .................................................................................................. 11
4.2 VELDWAARNEMINGEN ..................................................................................................... 11
4.3 LABORATORIUMONDERZOEK EN TOETSING .......................................................................... 11
4.4 VERONTREINIGINGSSITUATIE ............................................................................................ 13
4.5 SANERINGSNOODZAAK EN SPOEDEISENDHEID....................................................................... 13
5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ...................................................................................... 14
5.1 CONCLUSIES ................................................................................................................. 14
5.2 AANBEVELINGEN ............................................................................................................ 14
BIJLAGEN
A : Topografische ligging
: Situatietekening
B : Beschrijving bodemopbouw
C : Verklaring analysepakketten, analysecertificaten
D : Analyse- en toetsresultaten
E : Normering en certificering
F : Verklaring onafhankelijkheid
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
1 Inleiding
In opdracht van Provincie Zuid-Holland is door BOOT organiserend ingenieursburo een
nader onderzoek uitgevoerd naar nikkel. De onderzoekslocatie heeft een grootte van circa
370 m². Een overzicht van de onderzochte locatie is weergegeven in bijlage A, blad 2. Het
onderzoek is separaat gerapporteerd van een asbest in bodemonderzoek (kenmerk P16-
0166-010) op dezelfde locatie.
In een eerder stadium heeft onderzoeksbureau CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek
BV een vooronderzoek conform NEN 5725 uitgevoerd (14M1021, d.d. 23-10-2014). Daar-
naast heeft BOOT een verkennend bodem- en asbest in bodemonderzoek conform de NEN
5740 en NEN 5707 uitgevoerd. Hierbij is een matige verontreiniging met nikkel (over-
schrijding tussenwaarde nikkel) in de bovengrond aangetroffen ter plekke van locatie 3-VI
(dam 34). Verder zijn eveneens een verhoogde asbestconcentratie in een sterk puinhou-
dende bodem en andere chemische verontreiniging met licht verhoogde gehalten aan
kobalt, koper, molybdeen, lood en zink aangetroffen.
Aan de hand hiervan is de onderzoeksstrategie bepaald voor het nader onderzoek naar
nikkel naar de verdachte ophooglaag, dat is uitgevoerd conform de NTA 5755.
Het veldwerk is uitgevoerd onder erkenning van de BRL SIKB 2000. De laboratoriumanaly-
ses zijn uitgevoerd conform AS 3000.
1.1 Aanleiding
Aanleiding voor het onderzoek vormt de voorgenomen verkoop van genoemd perceel. In
verband hiermee dient inzicht verkregen te worden in de milieuhygiënische kwaliteit van
de bodem.
1.2 Doelstelling
Doel van het nader bodemonderzoek is het vaststellen van de aard, omvang en ernst van
de diverse verontreinigingen binnen het projectgebied. De spoedeisendheid van een
eventueel noodzakelijke sanering is niet bepaald, dit vanwege het voornemen van de
opdrachtgever om binnen een jaar na het uitgevoerde nader bodemonderzoek de herin-
richtingswerkzaamheden te hebben uitgevoerd.
1.3 Afbakening
Het uitgevoerde onderzoek betreft een nader bodemonderzoek naar chemische verontrei-
niging. Bij het bodemonderzoek wordt middels vooronderzoek en bestaande onderzoeks-
gegevens in beeld gebracht waar verontreinigingen aanwezig zijn en welke gegevens
ontbreken om de aard en omvang van een verontreiniging te bepalen. Bij het nader on-
derzoek worden deze gegevens, afhankelijk van het type verontreiniging, verwerkt in een
conceptueel model.
Naast het onderzoek naar nikkel heeft er ook onderzoek naar asbest plaatsgevonden. De
resultaten van het onderzoek naar asbest zijn gerapporteerd in de rapportage P16-0166-
013.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Op basis van het conceptueel model wordt een strategie opgesteld voor het veldwerk. Het
veldwerk bestaat uit een aantal boringen, waarbij de visuele waarnemingen worden vast-
gelegd en een aantal representatieve monsters worden samengesteld. Op basis van de
veldwerk- en laboratoriumresultaten wordt geconcludeerd of de verwachting uit het con-
ceptueel model juist is. Indien daartoe aanleiding is, dient aanvullend onderzoek te wor-
den uitgevoerd om de omvang van de verontreiniging verder vast te stellen.
De betrouwbaarheid van het onderzoek wordt beïnvloed door:
� Beschikbaarheid van historische informatie. Onvolledige historische informatie kan
leiden tot een onjuiste onderzoeksstrategie.
� Het onderzoek wordt uitgevoerd conform een gestandaardiseerde methode. Op basis
hiervan wordt de bodem steekproefsgewijs bemonsterd. De steekproefomvang is zo-
danig, dat een betrouwbaar beeld van de bodemkwaliteit wordt verkregen. Echter om-
dat sprake is van een steekproef, kunnen lokale afwijkingen van de bodemkwaliteit
niet volledig worden uitgesloten.
� Het onderzoek betreft een momentopname. Eventuele toekomstige bodembedreigende
activiteiten, calamiteiten (bijvoorbeeld brand), sloopwerkzaamheden of bouwrijp ma-
ken en aanvoer van grond van elders, kunnen de bodemkwaliteit (sterk) beïnvloeden.
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft de resultaten van het vooronderzoek. De opzet van het veld- en
laboratoriumonderzoek volgen in hoofdstuk 3. De resultaten van veldwerkzaamheden,
laboratoriumonderzoek en de verontreinigingssituatie staan beschreven in hoofdstuk 4. In
hoofdstuk 5 worden conclusies en eventuele aanbevelingen beschreven.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
2 Vooronderzoek
In een eerder stadium heeft onderzoeksbureau CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek
BV een vooronderzoek conform NEN 5725 uitgevoerd (14M1021, d.d. 23-10-2014). Daar-
naast heeft BOOT een verkennend bodem- en asbest in bodemonderzoek conform de NEN
5740 en NEN 5707 uitgevoerd (P14-0503-057, d.d. 26-02-2015). Bij dit verkennend on-
derzoek is een matige verontreiniging met nikkel in de bovengrond aangetroffen ter
plekke van dam 34. In dam 34 is eveneens een verhoogde asbestconcentratie in een de
kleipakket aangetroffen. Hierbij is eveneens een chemische verontreiniging met licht
verhoogde gehalten aan kobalt, koper, molybdeen, lood en zink aanwezig.
2.1 Verontreinigingssituatie
In het kleipakket onder de verharding (bodemlaag 0,0 – 0,5 m-mv) van locatie 3-VI (dam
34) is een licht verhoogde concentratie met nikkel aanwezig. Er is geen duidelijke oorzaak
aan te wijzen van de verhoogde gehalten met nikkel. De omvang van de verontreiniging is
niet bepaald.
2.2 Conceptueel model
Voorafgaand aan de uitvoering van het nader bodemonderzoek is voor locatie 3-VI/ dam
34 een conceptueel model opgesteld conform de NTA 5755. Het conceptueel model is
gevormd door beschikbare gegevens uit het vooronderzoek en het uitgevoerde verken-
nend bodemonderzoek. Voor een beschrijving van de verontreinigingssituatie en de
mogelijke herkomst van de verontreiniging wordt verwezen naar de bovenstaande para-
graaf.
Onderzoeksvragen
Naar aanleiding van de aangetroffen verontreinigingen zijn de volgende onderzoeksvra-
gen samengesteld:
� Welke bronnen zijn aanwezig die de verontreiniging kunnen hebben veroorzaakt?
� Hoe situeert de verspreiding van de lichte verontreiniging zich in horizontale richting
buiten dam 34?
De onderzoeksvragen worden in de paragraaf van de verontreinigingssituatie (paragraaf
4.3 beantwoord.
Onderzoekstechnieken en onderzoeksstrategie
De verontreiniging wordt in horizontale richting afgeperkt door 9 boringen te plaatsen
rondom locatie 3-VI/ dam 34. De exacte onderzoeksinspanning is weergegeven in hoofd-
stuk 3. Grondmonsters zijn individueel of als grondmengmonster geselecteerd voor
analyse in het laboratorium op de betreffende parameter incl. organische stof en/of
lutum.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
2.3 Te hanteren onderzoeksstrategie
Uit het voorgaande onderzoek is gebleken dat binnen de locatie bodemverontreinigingen
aanwezig zijn. Ter plaatse van locatie 3-VI/ dam 34 dient nader onderzoek conform NTA
5755 te worden uitgevoerd om de omvang en ernst van de verontreinigingen met nikkel
en asbest in de bovengrond nader in kaart te brengen. De nikkelverontreiniging van dam
34 bevindt zich in de bovengrond.
In tabel 2.1 is de gehanteerde onderzoeksstrategie opgenomen inclusief het betreffende
oppervlak en verdachte parameters.
Tabel 2.1 Locatie met onderzoeksstrategie
LOCATIE STRATEGIE¹ NORM VERDACHTE PARAMETER
3-VI Dam 34 NO NTA5755 Nikkel
1)
NO : nader bodemonderzoek conform NTA5755
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
3 Veldwerkzaamheden
In dit hoofdstuk worden de veldwerk- en laboratoriumresultaten gepresenteerd.
3.1 Uitvoering veldwerk
Het veldwerk is uitgevoerd op 04, 05 april 2016. Tijdens de veldwerkzaamheden zijn de
volgende werkzaamheden verricht:
� een visuele beoordeling van de situatie ter plaatse (terreininspectie);
� verrichten van boringen variërend in diepte tot maximaal 2 m-mv (zie tabel 3.1);
� het zintuiglijk beoordelen van het bij de boringen vrijgekomen bodemmateriaal op
eventuele aanwezigheid van verontreinigingen;
� bemonstering van het opgeboorde bodemmateriaal;
� het inmeten van de boor- en bemonsteringslocaties middels GPS (RTK-GPS).
Tabel 3.1 Locatie met boringen en peilbuizen
LOCATIE | VERONTREINIGING BORINGEN
DIEP (> 0,5 M-MV) ONDIEP (TOT 0,5 M-MV) PEILBUIZEN
3-VI Nikkelverontreiniging
(Dam 34, Manegeweide)
1001 - 1009 - -
De monsterpunten zijn weergegeven in bijlage A, blad 2.
3.2 Laboratoriumonderzoek
Enkele grond(meng)monsters zijn geselecteerd en aangeboden aan het laboratorium van
Eurofins Analytico B.V. te Barneveld ten behoeve van chemische analyse. De werkzaamhe-
den in het laboratorium zijn uitgevoerd conform de richtlijnen van Raad van Accreditatie
en conform AS3000.Een overzicht van de samenstelling van de verschillende
grond(meng)monsters is weergegeven in tabel 3.2.
Tabel 3.2 Overzicht samenstelling grondmonsters en analyseparameters
(MENG-)
MONSTER
BORINGNUMMER(S) DIEPTE (CM-MV) ANALYSE REDEN MONSTERSELECTIE
MM 01 1001 0 - 50 Nikkel Horizontale afperking1
MM 02 1002 0 - 30 Nikkel Horizontale afperking1
MM 03 1003 0 - 30 Nikkel Horizontale afperking1
MM 04 1004 0 - 40 Nikkel Horizontale afperking1
MM 05 1005 0 - 35 Nikkel Horizontale afperking1
MM 06 1006 0 - 50 Nikkel Horizontale afperking1
MM 07 1007 0 - 35 Nikkel Horizontale afperking1
MM 08 1008 0 - 35 Nikkel Horizontale afperking1
MM 09 1009 0 - 35 Nikkel Horizontale afperking1
1)
Dam 34 is circa 50 cm hoger gesitueerd dan de omgeving; de monsters van het zandpakket, boven de oorspronke-
lijke veenlaag zijn geselecteerd voor analyse. Deze zandlaag bevind zich globaal op het zelfde niveau als de
verontreinigde zandlaag onder de verhardingslaag van de dam.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
3.3 Normering
Afwijkingen
Tijdens het onderzoek is zoals aangegeven in onderstaande tabel afgeweken van de
geldende normen. Dit is echter geen afwijking, maar een onderzoeksopzet. In de tabel is
een motivatie opgenomen en is in beeld gebracht wat de consequenties en risico’s zijn.
Tabel 3.3 Afwijking op normen
AARD MOTIVATIE CONSEQUENTIE
VERVOLG
RISICO’S
Grondwater is niet
onderzocht
Zie § 2.3 geen geen
3.4 Kwaliteitsborging
Het procescertificaat van BOOT organiserend ingenieursburo (nr. VB-007) en het hierbij
behorende keurmerk (BRL SIKB 2000, protocol 2001, 2002 en 2018) zijn van toepassing
op de activiteiten inzake het milieukundig veldwerk, inclusief de daarbij behorende veld-
werkregistratie, en de overdracht van de monsters aan een erkend laboratorium of de
opdrachtgever. Het onderzoek is op een zorgvuldige werkwijze en door gekwalificeerd
personeel uitgevoerd.
Om de onafhankelijkheid van het onderzoek te waarborgen, verklaart BOOT organiserend
ingenieursburo onafhankelijk te zijn ten aanzien van opdrachtgever en projectlocatie.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
4 Onderzoeksresultaten
In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten voortvloeiend uit het veldwerk en labo-
ratoriumonderzoek gepresenteerd.
De volgende onderwerpen komen aan de orde:
� Resultaten veldwerk;
� Resultaten laboratoriumonderzoek;
4.1 Resultaten veldwerk
Bodemgesteldheid
De bodembeschrijving per boring is weergegeven in bijlage B. Over het algemeen is spra-
ke van een doorgaand klei pakket. Ten tijde van het nader bodemonderzoek bevond het
grondwater zich tussen 0,5 en 0,6 m-mv. De toplaag bevat plaatselijk puin.
4.2 Veldwaarnemingen
Terreininspectie
Voorafgaand aan het bodemonderzoek is een terreininspectie uitgevoerd. Het gebied is in
gebruik als weiland met aangrenzende dammen, bruggen, et cetera. Tijdens de terreinin-
spectie zijn geen waarnemingen gedaan die aanleiding geven om de opzet van het bo-
demonderzoek te veranderen.
Tijdens uitvoering van de veldwerkzaamheden is op diverse plaatsen bodemvreemd
materiaal aangetroffen, in de vorm van onder andere puin, bakstenen betonresten, sintels,
asfaltresten, slakken, glas, aardewerk en plastic. Een overzicht hiervan is weergegeven in
tabel 4.1.
Tabel 4.1: Zintuiglijke waarneming
BORING TRAJECT (CM-MV) BIJZONDERHEDEN
1001 0 - 65 matig aardewerk, sterk baksteen, brokken metselpuin, sterk puin
1003 0 - 30 zwak baksteen
1004 0 - 40 sporen baksteen, sterk wortels
1005 0 - 35 zwak baksteen
1006 0 - 50 sporen baksteen, matig wortels
1007 0 - 35 zwak baksteen
1009 0 - 35 sporen baksteen
Een groot deel van de geanalyseerde grondmonsters betreffen separate monsters. Bij het
samenstellen van eventuele grondmengmonsters is rekening gehouden met het zintuiglijk
aangetroffen bodemvreemd materiaal. De mengmonsters zijn samengesteld uit grond-
monsters met gelijkwaardige bijmengingen.
4.3 Laboratoriumonderzoek en toetsing
Toetsing Wet bodembescherming (Wbb)
De analysecertificaten van het laboratorium zijn weergegeven in bijlage C, evenals een
verklaring van de analysepakketten.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
De gemeten waarden worden gecorrigeerd op basis van het gehalte lutum en organische
stof. De gecorrigeerde waarde wordt de gestandaardiseerde meetwaarden (=GSSD) ge-
noemd. De gestandaardiseerde meetwaarde wordt getoetst aan de achtergrondwaarde
grond (AW2000 grond), streefwaarde grondwater en interventiewaarden, zoals vermeld in
de Circulaire bodemsanering juli 2013 van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De
toetsingswaarden zijn als volgt gedefinieerd:
Tabel 4.2 Toetsingswaarden
TOETSINGSWAARDEN1 TOELICHTING
Achtergrondwaarde (AW) Bodem ijkpunt voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande
van verwaarloosbare risico’s voor het ecosysteem.
Interventiewaarde (I) Het gehalte aan een stof waarbij de functionele eigenschappen voor de
mens, dier en plant ernstig zijn verminderd of dreigen te worden
verminderd.
1)
In de praktijk wordt vaak het rekenkundig gemiddelde van de achtergrondwaarde (of streefwaarde) en interventie-
waarde gebruikt als toetswaarden waarvoor aanvullend en/of nader bodemonderzoek noodzakelijk wordt geacht.
Dit rekenkundig gemiddelde wordt de tussenwaarde genoemd.
Bij toetsing van de grondmonsters is voor sommige (som)parameters de achtergrond-
waarde hoger dan de vereiste rapportagegrens AS3000. In voornoemd geval wordt con-
form bijlage G van de Regeling bodemkwaliteit en conform bijlage 1 van de Circulaire
bodemsanering de rapportagegrens als Achtergrondwaarde grond aangehouden. Bij
somparameters geldt dit alleen als de waarden waarmee gerekend wordt lager zijn dan de
rapportagegrens. In tabel 4.3 zijn de licht verhoogde parameters na toetsing van de
geanalyseerde grondmonsters weergegeven.
Tabel 4.3 Overzicht toetsresultaten grond(meng)monsters
(MENG-)
MONSTER
BORINGNUMMER(S) DIEPTE
(CM-MV)
TOETSING1
MM 01 1001 0 - 50 -
MM 02 1002 0 - 30 -
MM 03 1003 0 - 30 nikkel *
MM 04 1004 0 - 40 nikkel *
MM 05 1005 0 - 35 -
MM 06 1006 0 - 50 nikkel *
MM 07 1007 0 - 35 nikkel *
MM 08 1008 0 - 35 -
MM 09 1009 0 - 35 -
1)
- : <= detectiegrens/achtergrondwaarde
* : > achtergrondwaarde
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
In bijlage D zijn de gemeten concentraties, de toetswaarden en de toetsresultaten weer-
gegeven.
Uit de analyseresultaten blijkt dat de matige verontreiniging met nikkel tijdens dit nader
onderzoek niet meer is aangetroffen.
4.4 Verontreinigingssituatie
In het conceptueel model zijn twee onderzoeksvragen gesteld, die onderstaand worden
beantwoord, op basis van de resultaten van het onderzoek.
� Welke bronnen zijn aanwezig die de verontreiniging kunnen hebben veroorzaakt?
In het voorgaand onderzoek is matig verhoog nikkel concentratie aangetoond in de boor-
punten 306031 en 306032 (zie situatietekening bijlage A). Uit het nader onderzoek naar
de nikkelverontreiniging aan dam 34 is deze verontreinigingsbron niet naar voren geko-
men.
Tijdens uitvoering van de veldwerkzaamheden is op diverse plaatsen een zintuiglijke
waarneming gedaan welke wijst op een mogelijke verontreiniging. In de bovengrond van 4
boorpunten overschrijdt de concentratie nikkel de achtergrondwaarde. De lichte veront-
reiniging bevindt zich in de genoemde bodemlaag met zwak tot sporen baksteenhoudend
klei materiaal binnen de dam.
� Hoe situeert de verspreiding van de sterke verontreiniging zich in horizontale richting
buiten de dam?
Er zijn 9 afperkende boringen rondom de dam verricht, waarbij de bovengrond van 4
boorpunten in het kleipakket, licht verontreinigd is met nikkel. De achtergrondwaarde
wordt buiten het pad niet overschreden.
Op basis van het aanvullend onderzoek blijft de verontreinigingssituatie zoals ingeschat in
voorgaand onderzoek gehandhaafd. Echter is de verontreiniging hierin zwaarder inge-
schat. Een tekening met de verontreinigingssituatie is opgenomen in bijlage A, blad 2.
Over het algemeen kan gesteld worden dat de mate van verontreiniging samenhangt met
de mate van bijmenging met bodemvreemd materiaal (met name sporen bakstenen). De
verontreinigingssituatie is weergegeven op tekening 3 in bijlage A.
4.5 Saneringsnoodzaak en spoedeisendheid
Voor locatie 3-VI (dam 34) kan geconcludeerd worden dat het gaat om een geval van lichte
bodemverontreining waarbij de concentratie nikkel hoger licht dan de achtergrondwaarde.
Vanwege de lichte verontreiniging is er geen saneringsnoodzaak.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
5 Conclusies en aanbevelingen
In dit hoofdstuk zijn de conclusies en aanbevelingen opgenomen.
5.1 Conclusies
Uit het uitgevoerd bodemonderzoek kan het volgende worden geconcludeerd:
� Tijdens voorgaand bodemonderzoek is in het kleipakket onder de toplaag (70% puin,
slakken en glas op maaiveld) van dam 34 een matig verhoogde concentratie met nikkel
aangetroffen in een grondmengmonster van de verdachte laag (0 – 0,5 m-mv). Hierbij
was dam 34 over een oppervlak van circa 24 m2 matig verontreinigd. De omvang van
de matige verontreiniging bedroeg ca. 9,6 m3.
� Tevens zijn licht verhoogde gehalten aan kobalt, koper, molybdeen, lood en zink ge-
meten.
� In dam 34 is eveneens asbest in de bodem aangetroffen.
� Met dit onderzoek is de matig verhoogde verontreiniging die in voorgaand onderzoek
is aangetoond, voldoende afgeperkt. In dam 34 blijkt naast de matige verontreiniging
met nikkel nu een licht verontreinigd nikkel concentratie aanwezig te zijn.
5.2 Aanbevelingen
� Indien gewenst vanwege de grondoverdracht kan deze (matige) verontreiniging mid-
dels een Plan van Aanpak gesaneerd worden, waarbij de gemeente bevoegd gezag is;
� Indien grondroerende werkzaamheden gaan plaatsvinden adviseren wij de verontreini-
ging middels een Plan van Aanpak te saneren, waarbij de gemeente bevoegd gezag is;
� Indien het niet mogelijk is om bij de ontwikkeling van de locatie met een gesloten
grondbalans te werken, dient grond van de locatie afgevoerd te worden. Alvorens dit
materiaal elders toegepast kan worden, dient een partijkeuring conform het Besluit
bodemkwaliteit uitgevoerd te worden. Mogelijk kan in overleg met de gemeente een
toepassing worden gezocht in het kader van actief bodembeheer (bodembeheerplan en
bodemkwaliteitskaart).
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Bijlage A
blad 1: Topografische ligging blad 2: Situatietekening en monsterpunten
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Bijlage B
Zintuiglijke waarneming Beschrijving bodemopbouw
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Legenda (conform NEN 5104)
Projectcode: P16-0166
Projectnaam: Balij en Bieslandsebos, tussen Bos en Weide
d.d. 05-04-2016
Onderwerp: Boorbeschrijving
Pagina 1 van 3
Boring: 1001
X: 86728,75
Y: 449040,86
Datum: 04-04-2016
0
50
100
150
1
2
3
4
weiland0
Klei, matig siltig, zwak humeus, sterk baksteenhoudend, sterk puinhoudend, brokken metselpuin, matig aardewerkhoudend, neutraal grijsbruin, Edelmanboor, en bitumen, 1 st. golfplaat
65
Klei, matig siltig, zwak humeus, zwak roesthoudend, licht grijsbruin, Edelmanboor
85
Klei, sterk siltig, sterk humeus, matig slibhoudend, donker zwartgrijs, Edelmanboor
110
Klei, uiterst siltig, neutraal beigegrijs, Edelmanboor
150
Boring: 1002
X: 86726,20
Y: 449043,25
Datum: 05-04-2016
0
50
100
150
1
2
3
4
weiland0
Klei, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Edelmanboor
30
Klei, zwak siltig, licht oranjegrijs, Edelmanboor
55
Klei, matig siltig, sporen roest, licht blauwgrijs, Edelmanboor
100
Klei, matig siltig, licht grijsblauw, Edelmanboor
150
Boring: 1003
X: 86730,82
Y: 449046,03
Datum: 05-04-2016
0
50
100
150
1
2
3
4
weiland0
Klei, matig siltig, matig humeus, zwak baksteenhoudend, donker beigebruin, Edelmanboor
30
Klei, zwak siltig, sterk roesthoudend, licht oranjegrijs, Edelmanboor
70
Klei, sterk siltig, zwak roesthoudend, zwak schelphoudend, licht cremegrijs, Edelmanboor
120
Klei, uiterst siltig, zwak schelphoudend, neutraal bruingrijs, Edelmanboor
150
Boring: 1004
X: 86720,52
Y: 449039,40
Datum: 05-04-2016
0
50
100
150
1
2
3
4
weiland0
Klei, matig siltig, matig humeus, sterk wortelhoudend, sporen baksteen, donkerbruin, Edelmanboor
40
Klei, zwak siltig, sterk roesthoudend, licht oranjegrijs, Edelmanboor
70
Klei, sterk siltig, zwak schelphoudend, licht blauwgrijs, Edelmanboor
110
Klei, sterk siltig, zwak schelphoudend, resten planten, licht blauwgrijs, Edelmanboor
150
Projectcode: P16-0166
Projectnaam: Balij en Bieslandsebos, tussen Bos en Weide
d.d. 05-04-2016
Onderwerp: Boorbeschrijving
Pagina 2 van 3
Boring: 1005
X: 86722,94
Y: 449048,68
Datum: 05-04-2016
0
50
100
150
1
2
3
4
weiland0
Klei, matig siltig, sterk humeus, zwak baksteenhoudend, donker zwartbruin, Edelmanboor
35
Klei, zwak siltig, matig roesthoudend, licht oranjegrijs, Edelmanboor
70
Klei, matig siltig, zwak roesthoudend, matig veenhoudend, licht bruingrijs, Edelmanboor
110
Klei, uiterst siltig, licht blauwgrijs, Edelmanboor
150
Boring: 1006
X: 86724,63
Y: 449033,84
Datum: 05-04-2016
0
50
100
150
1
2
3
4
weiland0
Klei, matig siltig, matig humeus, matig wortelhoudend, sporen baksteen, donkerbruin, Edelmanboor
50
Klei, matig siltig, zwak roesthoudend, licht grijsbruin, Edelmanboor
90
Klei, sterk siltig, neutraal beigegrijs, Edelmanboor
110
Klei, uiterst siltig, resten planten, neutraal grijsblauw, Edelmanboor
150
Boring: 1007
X: 86730,66
Y: 449037,65
Datum: 05-04-2016
0
50
100
150
1
2
3
4
weiland0
Klei, matig siltig, matig humeus, zwak baksteenhoudend, donker grijsbruin, Edelmanboor
35
Klei, zwak siltig, matig roesthoudend, licht oranjegrijs, Edelmanboor
70
Klei, matig siltig, matig roesthoudend, licht oranjegrijs, Edelmanboor
120
Klei, sterk siltig, zwak schelphoudend, resten planten, licht grijsblauw, Edelmanboor
150
Boring: 1008
X: 86735,92
Y: 449040,70
Datum: 04-04-2016
0
50
100
150
1
2
3
4
weiland0
Klei, matig siltig, zwak humeus, neutraalbruin, Edelmanboor
35
Klei, matig siltig, zwak roesthoudend, lichtgrijs, Edelmanboor
65
Klei, sterk siltig, zwak roesthoudend, lichtgrijs, Edelmanboor
110
Klei, uiterst siltig, neutraal blauwgrijs, Edelmanboor
150
Projectcode: P16-0166
Projectnaam: Balij en Bieslandsebos, tussen Bos en Weide
d.d. 05-04-2016
Onderwerp: Boorbeschrijving
Pagina 3 van 3
Boring: 1009
X: 86734,12
Y: 449032,07
0
50
100
150
1
2
3
4
weiland0
Klei, matig siltig, matig humeus, sporen baksteen, donker grijsbruin, Edelmanboor
35
Klei, matig siltig, sterk roesthoudend, neutraal grijsoranje, Edelmanboor
80
Klei, matig siltig, matig roesthoudend, licht oranjegrijs, Edelmanboor
110
Klei, matig siltig, licht grijsblauw, Edelmanboor
150
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Bijlage C
Analysecertificaten
��������������� �����������������������������
���������� ��!��"
#$$��$�%��&�% �� ���'��(
���������������
)� �'��(����%���* �� ���� ������+ ����(�% �* ���'(��(����(�* �,( -�
./� �( 01� ����%���� �
./� �( 0����
./�(�* ����� �
�(�� �2�3�(����% � �"�� ��!��"
��"���""�4��
#���� ��#� ����*� '(�5���� ��#(�� ��6 �*
��"���""!��"���"771�8 ��9�0������ �1� ���
���0 ��9�0�����%������� �*����,���% + ��/(�* ��% � �(*�0 �*�
� �����:� �� ���� ��+ '' ����� ��' � --��%�( �+ �' �( 9* �(' 0�
� �%�(�*�(�� ���/(�* ��(�4�/ - �����*����(����%��' /���*� ��/� ��(�� ���(�!�/ - ������
*����(����%���;(�* �� % �' ��0+�/(�* ��* ��(�� �����*� ���9% �( �*�
&�*� ��* ��(�� ������% ��' /���*�*� � �� �'��� ��� �,( - ��/��.�*�� < � ������� ���-���/ �-*�%��((���9�(( �
���
* ����*���*' /��� ��(* �(�* � - �*�����(��� �� (��� � ����((��* �-(� ������+ ����% ��' /�� ������(�� ���� �/�, ��/�������* � �������
# /�� ��(������ ����� )��* - ���%�
6��� ��(�/ �� �( ��/�( *��0+�+� �� ������� �/�0+��%� �+ '' ����% �( �*5��(0+�.���������� �*��%�����*��
����:� 0 ��9�0����(%����% ��+ '' ��� �,( - ��/��.�0(��0�( � �� � ��� �* ��9* ���%�� �-(( � ���*�� ��
���(9��������:�0(�#���
� ���� �* ��- �%�( 5
� 0+��0�������% �
&�%������ �*+��, �
��������������������
���* / %�44�4"
�77���#��#��� � �*
��$��#(<�4��
�77������#��� � �*���
� ���=���2�3�4�!4!�"����
>�<�=���2�3�4�!4!�"����
���������9(� ��? ��(9������
@� �///� ��(9������
#�������'���@����!!7��!4��!��
���1#�6��(�����A�4���4�AA��#��
B�B��(������AA"!�
&#������7�#����!!7�!4�!��
#&8��#�����!�
���(9��������:�0(�#�������&@$��4�����!��4�% 0 ��9�0 �*�*((�
�C�� �� �- �*�*((��+ ������� �� / ��2$���� ��� �����35�
+ �#���� �� �� / ��2#&�35�+ �6���� �� / ��2��D���$6�3�
��*((��* �(� �+ �*�������< �'��%�2���3�
Balij en Bieslandsebos, tussen Bos en Weide
1 2 3 4 5
T. Guijt 1/2
P16-0166
P16-0166-4-1
Analysecertificaat
11-Apr-2016/16:19
Uw project/verslagnummer
Uw projectnaam
Uw ordernummer
Monsternemer
Startdatum
Rapportagedatum
Bijlage
Pagina
Analyse Eenheid
A,C
06-Apr-2016
Monstermatrix Grond; Grond (AS3000)
2016039677/1Certificaatnummer/Versie
Voorbehandeling
Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd UitgevoerdCryogeen malen AS3000
Bodemkundige analyses
S 71.4% (m/m) 59.7 60.7 60.7 58.0Droge stof
S 10.0% (m/m) ds 17.4Organische stof
Q 88.8% (m/m) ds 80.5Gloeirest
S 17.0% (m/m) ds 29.1Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
Metalen
S 24mg/kg ds 28 30 36 25Nikkel (Ni)
1
2
3
4
5
MM 01
MM 02
MM 03
MM 04
MM 05 8974781
8974780
8974779
8974778
8974777
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46
3771 NB Barneveld
P.O. Box 459
3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00
Fax +31 (0)34 242 63 99
E-mail info-env@eurofins.nl
Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01
KvK No. 09088623
IBAN: NL71BNPA0227924525
BIC: BNPANL2A
Monsteromschrijving Monster nr.
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting
A: AP04 erkende verrichting
Nr.
RvA L010
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
TESTEN
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
S: AS 3000 erkende verrichting
04-Apr-2016
05-Apr-2016
05-Apr-2016
05-Apr-2016
05-Apr-2016
Datum monstername
V: VLAREL erkende verrichting
Balij en Bieslandsebos, tussen Bos en Weide
6 7 8 9
T. Guijt 2/2
P16-0166
P16-0166-4-1
Analysecertificaat
11-Apr-2016/16:19
Uw project/verslagnummer
Uw projectnaam
Uw ordernummer
Monsternemer
Startdatum
Rapportagedatum
Bijlage
Pagina
Analyse Eenheid
A,C
06-Apr-2016
Monstermatrix Grond; Grond (AS3000)
2016039677/1Certificaatnummer/Versie
Voorbehandeling
Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd UitgevoerdCryogeen malen AS3000
Bodemkundige analyses
S 60.9% (m/m) 64.8 66.8 65.2Droge stof
S % (m/m) ds 6.7Organische stof
Q % (m/m) ds 91.9Gloeirest
S % (m/m) ds 19.0Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
Metalen
S 31mg/kg ds 30 27 20Nikkel (Ni)
6
7
8
9
MM 06
MM 07
MM 08
MM 09 8974785
8974784
8974783
8974782
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46
3771 NB Barneveld
P.O. Box 459
3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00
Fax +31 (0)34 242 63 99
E-mail info-env@eurofins.nl
Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01
KvK No. 09088623
IBAN: NL71BNPA0227924525
BIC: BNPANL2A
Monsteromschrijving Monster nr.
AkkoordQ: door RvA geaccrediteerde verrichting
A: AP04 erkende verrichtingPr.coörd.
Nr.
RvA L010
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
TESTEN
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
S: AS 3000 erkende verrichting
05-Apr-2016
05-Apr-2016
04-Apr-2016
05-Apr-2016
Datum monstername
V: VLAREL erkende verrichting VA
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2016039677/1
Pagina 1/1
Monster nr. Boornr Van Tot Barcode MonsteromschrijvingOmschrijving
MM 01 8974777 1001 0 50 1956468AA1
MM 02 8974778 1002 0 30 1956513AA1
MM 03 8974779 1003 0 30 1956512AA1
MM 04 8974780 1004 0 40 1956511AA1
MM 05 8974781 1005 0 35 1956515AA1
MM 06 8974782 1006 0 50 05328922131
MM 07 8974783 1007 0 35 1956479AA1
MM 08 8974784 1008 0 35 05328922141
MM 09 8974785 1009 0 35 05328922211
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46
3771 NB Barneveld
P.O. Box 459
3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00
Fax +31 (0)34 242 63 99
E-mail info-env@eurofins.nl
Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01
KvK No. 09088623
IBAN: NL71BNPA0227924525
BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2016039677/1Pagina 1/1
.
Analyse Methode referentieTechniekMethode
Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-EN 15934GravimetrieW0104Droge Stof
Cf. AS3000VoorbehandelingW0106Cryogeen malen AS3000
Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754GravimetrieW0109Organische stof (gloeirest)
Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753SedimentatieW0171Lutum (fractie < 2 µm)
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2ICP-MSW0423Nikkel (Ni)
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid
staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2011.
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46
3771 NB Barneveld
P.O. Box 459
3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00
Fax +31 (0)34 242 63 99
E-mail info-env@eurofins.nl
Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01
KvK No. 09088623
IBAN: NL71BNPA0227924525
BIC: BNPANL2A
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Bijlage D
Toetsing grondmonsters
Projectcode: P16-0166
Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming
Grondmonster MM 01 MM 02 MM 03
Certificaatcode 2016039677 2016039677 2016039677
Boring(en) 1001 1002 1003
Traject (m -mv) 0,00 - 0,50 0,00 - 0,30 0,00 - 0,30
Humus % ds 7,0 7,0 7,0
Lutum % ds 19 19 19
Datum van toetsing 12-4-2016 12-4-2016 12-4-2016
Monsterconclusie Voldoet aan Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde
Monstermelding 1
Monstermelding 2
Monstermelding 3
Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index
METALEN
Nikkel [Ni] mg/kg ds 24 29 -0,09 28 34 -0,02 30 36 0,02
OVERIG
Lutum % 17
Organische stof (humus) % 10,0
Droge stof % m/m 71,4 71,4 (6) 59,7 59,7 (6) 60,7 60,7 (6)
Gloeirest % (m/m) ds
88,8
Tabel 2: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming
Grondmonster MM 04 MM 05 MM 06
Certificaatcode 2016039677 2016039677 2016039677
Boring(en) 1004 1005 1006
Traject (m -mv) 0,00 - 0,40 0,00 - 0,35 0,00 - 0,50
Humus % ds 7,0 17 7,0
Lutum % ds 19 29 19
Datum van toetsing 12-4-2016 12-4-2016 12-4-2016
Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde
Monstermelding 1
Monstermelding 2
Monstermelding 3
Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index
METALEN
Nikkel [Ni] mg/kg ds 36 43 0,12 25 22 -0,2 31 37 0,03
OVERIG
Lutum % 29
Organische stof (humus) % 17
Droge stof % m/m 60,7 60,7 (6) 58 58 (6) 60,9 60,9 (6)
Gloeirest % (m/m) ds
80,5
Tabel 3: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming
Grondmonster MM 07 MM 08 MM 09
Certificaatcode 2016039677 2016039677 2016039677
Boring(en) 1007 1008 1009
Traject (m -mv) 0,00 - 0,35 0,00 - 0,35 0,00 - 0,35
Humus % ds 7,0 7,0 6,7
Lutum % ds 19 19 19
Datum van toetsing 12-4-2016 12-4-2016 12-4-2016
Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde
Monstermelding 1
Monstermelding 2
Monstermelding 3
Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index
METALEN
Nikkel [Ni] mg/kg ds 30 36 0,02 27 33 -0,03 20 24 -0,17
OVERIG
Lutum % 19
Organische stof (humus) % 6,7
Projectcode: P16-0166
Grondmonster MM 07 MM 08 MM 09
Certificaatcode 2016039677 2016039677 2016039677
Boring(en) 1007 1008 1009
Traject (m -mv) 0,00 - 0,35 0,00 - 0,35 0,00 - 0,35
Humus % ds 7,0 7,0 6,7
Lutum % ds 19 19 19
Datum van toetsing 12-4-2016 12-4-2016 12-4-2016
Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde
Droge stof % m/m 64,8 64,8 (6) 66,8 66,8 (6) 65,2 65,2 (6)
Gloeirest % (m/m) ds
91,9
---------- : Geen toetsnorm aanwezig < : kleiner dan de detectielimiet 8,88 : <= Achtergrondwaarde <=T : Kleiner of gelijk aan Tussenwa 8,88 : <= Interventiewaarde 8,88 : > Interventiewaarde 6 : Heeft geen normwaarde # : verhoogde rapportagegrens GSSD : Gestandaardiseerde meetwaarde Index : (GSSD - AW) / (I - AW) - Getoetst via de BoToVa service, versie 2.0.0 -
Tabel 4: Normwaarden conform de Wet Bodembescherming
AW WO IND I
METALEN
Nikkel [Ni] mg/kg ds 35 39 100 100
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Bijlage E
Normering en certificering
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Het bodemonderzoekstraject bestaat uit de stappen: vooronderzoek en verkennend
onderzoek. Het vooronderzoek wordt beschreven in de NEN 5725. Het verkennend bo-
demonderzoek wordt beschreven in de NEN 5740. Veldwerkzaamheden worden beschre-
ven conform BRL SIKB 2000. Laboratoriumanalyses voor grond-, grondwater- en waterbo-
demonderzoek worden beschreven in het accreditatieschema 3000 (AS SIKB 3000).
Het onderzoekstraject is schematisch weergegeven in onderstaand overzicht.
Figuur 1 Onderzoekstraject
Aanleiding
H1.Inleiding Doelstelling
Afbakening
Huidig gebruik locatie
H2.
Vooronderzoek Scope NEN 5725
Historisch gebruik locatie
Bodemkundige gegevens
Onderzoeksstrategie
Uitvoering veldwerk
Laboratoriumonderzoek H3.
Veldwerkzaam-
heden
Scope NEN 5740
Scope NEN 5744
Normering
Kwaliteitsborging Scope BRL SIKB 2000
Scope AS3000
Resultaten veldwerk
H4. Resultaten
Scope BRL SIKB 2000
Resultaten laboratoriumonderzoek Scope AS3000
Verontreinigingssituatie Scope BRL SIKB 2000
Toetsing hypothese Scope AS3000
Conclusies H5. Conclusies
Aanbevelingen
Interpretatie normeringen
� NEN 5707: Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem;
� NEN 5717: Bodem - Waterbodem - Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij
verkennend en nader onderzoek;
� NEN 5720: Bodem - Waterbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend onder-
zoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van waterbodem en baggerspe-
cie;
� NEN 5725: Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij
verkennend en nader onderzoek;
� NEN 5740: Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek
naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond;
� NEN 5744: Bodem – Monsterneming grondwater;
� NTA 5727: Bodem – Monsterneming en analyse van asbest in waterbodem en bagger-
specie;
� NTA 5755: Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek -
Onderzoek naar de aard en omvang van bodemverontreiniging;
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
� BRL SIKB 2000: Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB procescertificaat voor veldwerk bij
milieuhygiënisch bodemonderzoek;
� VKB-protocol 2001: Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbe-
schrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen;
� VKB-protocol 2002: Het nemen van grondwatermonsters;
� VKB-protocol 2003: Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek;
� VKB-protocol 2018: Locatie-inspectie en monsterneming van asbest in bodem;
� AS SIKB 3000: Laboratoriumanalyses van grond-, waterbodem- en grondwatermonsters.
PROJECT Pijnacker-Nootdorp, Bieslandse Bos, Tussen Bos en Weide
DOCUMENTNUMMER P16-0166-009
REVISIEDATUM 11 mei 2016
Bijlage F
Verklaring onafhankelijkheid
Vestiging Veenendaal
Plesmanstraat 5
Postbus 509
3900 AM Veenendaal
T (0318) 52 76 00
E info@buroboot.nl
ContactVestiging Elst
Bemmelseweg 57
Postbus 154
6660 AD Elst
T (0481) 37 71 65
I www.buroboot.nl
Bezoek ook onze website met onder meer aansprekende voorbeelden van onze projecten.
BOOT organiserend ingenieursburo bv Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd overeenkomstig de AV-BOOT 2011.
BOOT: ingenieurs met een verhaal
De leefomgeving waaraan we werken is immers
evenzeer van ons als van toekomstige genera-
ties. Bewust omgaan met ruimte is voor BOOT
dan ook een belangrijke opgave. We zijn gespe-
cialiseerd in ruimtelijke informatie en ruimte-
lijke inrichting. Daarin zijn we niet uniek, wel in
onze visie en de aanpak die daaruit voortvloeit.
Werken aan een duurzame leefomgeving. Dat is
het kleurrijke verhaal van BOOT. Een verhaal dat
zich afspeelt in woonwijken en op bedrijventer-
reinen, op sportvelden en bungalowparken of
gewoon in de natuur. Een verhaal in grijs en
groen dus. Ze wisselen elkaar af en gaan soms
ook in elkaar over. En een verhaal met een rode
draad: het verantwoord inrichten van de ruimte.
top related