islam toets relatie griekse cultuur 243 -...
Post on 29-Jul-2020
6 Views
Preview:
TRANSCRIPT
ISLAM Verbreiding
Relatie Griekse cultuur
TOETS
243
BRON I
Kaart van de verspreiding van de Islam tussen 622 en 750.
BRON II
De Griekse arts en wetenschapper Hippocrates (ca. 460-370 voor
Christus) schreef onder andere een groot aantal aforismen, bondige
uitspraken. De Arabische geleerde Hunayn ibn Ishâq (808-873) vertaalde
deze aforismen in het Arabisch en het Syrisch. Hieronder zie je een kopie
van dit werk uit het begin van de dertiende eeuw.
1 Leg uit dat je met
behulp van de kaart (I)
kunt verklaren welk
beeld van de Islam
overheerste in het
Middeleeuwse Europa
2 Maak aan de hand van
bron II duidelijk welke
functie de Arabische
cultuur heeft gehad
voor de cultuur van de
Griekse oudheid.
3 De bronnen I en II
laten zien dat het beeld
van een bepaalde
cultuur in het verleden
heel erg bepaald kan
worden door het
beschikbare bronnen-
materiaal. Toon dat
aan.
2
ISLAM Wetenschap
Relatie Grieks-Romeinse cultuur
Relatie Christendom
TOETS
150
BRON
Al-Ghazzali (1058-1111), een vooraanstaand Perzisch geleerde en verdediger van de juiste leer van de islam, over
de verhouding tussen wetenschap en godsdienst.
"Wiskunde omvat de kennis van rekenen, meetkunde en kosmografie; zij heeft geen relatie met de godsdienstige
wetenschappen en bewijst niets voor of tegen religie; zij berust op een basis van bewijzen die, als zij eenmaal
gekend en begrepen zijn, niet weerlegd kunnen worden (…)
Het is daarom een grote belediging voor de godsdienst om te veronderstellen dat de verdediging van de Islam de
veroordeling van de exacte wetenschappen inhoudt. De godsdienstige wet bevat niets wat hen goedkeurt of hen
veroordeelt, en op hun beurt doen zij geen aanval op de godsdienst. De woorden van de Profeet: 'De zon en de
maan zijn twee tekenen van de macht van God; zij zijn niet verduisterd voor de geboorte of dood van wie dan ook;
wanneer gij deze tekenen ziet, neem je toevlucht tot het gebed en roep de naam van God aan' – deze woorden, zeg
ik, veroordelen op geen enkele wijze de sterrenkundige berekeningen die de banen van deze twee hemellichamen
bepalen (…) in overeenstemming met specifieke wetten."
1 Geef twee argumenten voor de stelling dat de opvattingen van Al-Ghazzali van groot belang zijn geweest
voor de ontwikkeling van de exacte wetenschappen in de Arabische wereld tijdens de Middeleeuwen.
2 Zowel de christelijke als de islamitische wereld golden in de Middeleeuwen als de erfgenamen van de
wetenschap uit de Grieks-Romeinse tijd. Maak duidelijk dat beide werelden daar niettemin verschillend
mee omgingen. Geef ook een verklaring voor dat verschil.
3
ISLAM Verspreiding Islam
Vergelijking met Christendom
Wetenschap
TOETS
1643
BRON I
Kaart van de verspreiding van het christendom tijdens het Romeinse
Keizerrijk en de Vroege Middeleeuwen.
BRON II
Kaart van de verspreiding van de islam tussen 622 en 900.
1 Als je de kaarten (I en II) met
elkaar vergelijkt, is er een
opvallende gelijkenis tussen
de verspreiding van het
christendom en die van de
islam. Welke gelijkenis is
dat? Leg je antwoord uit.
2 Toch bestaat er tussen de
verspreiding van het
christendom en die van de
islam een groot verschil, dat
je niet op de kaarten I en II
terugziet. Welk verschil is
dat?
3 Door de verspreiding van de
islam ontstond er een
confrontatie met het
christendom. Leg uit dat je
aan de ene kant die
confrontatie op kaart II kunt
herkennen, maar dat je ook
een ander verhaal over de
ontmoeting tussen islam en
christendom kunt vertellen.
4
ISLAM Karel de Grote
Noormannen, Moren, Magyaren
Islam
TOETS
1574
BRON
Kaart van de invallen van Noormannen, Moslims en Magyaren na de dood van Karel de Grote in 814.
1 Leg uit dat het bestuurssysteem dat Karel de Grote voor zijn rijk had ingevoerd er onder andere opgericht
was een situatie als in de bron weergegeven te voorkomen.
2 Maak duidelijk dat de kaart een eenzijdig beeld geeft van de verhouding tussen Europa en de
Arabisch/islamitische wereld op het eind van de Vroege Middeleeuwen.
5
ISLAM Wetenschap
Vergelijking met Europa
TOETS
39
BRON
De schijngestalten van de Maan. Een afbeelding uit een werk over de
beweging van de planeten van de Perzische geleerde Qutb al-Dîn al-
Shîrâzî met de opmerkelijke titel 'De Grens van Volmaaktheid', 1281.
1 Beredeneer aan de hand van de
bron dat het werk van Shirazi
kenmerkend was voor het
beschavingspeil van de islamitis-
che cultuur in de Middeleeuwen.
2 Shirazi was bekend met het werk
van sterrenkundigen uit de
Griekse oudheid zoals
Ptolemaeus. Welke betekenis
hebben – in vergelijking met
geleerden uit het toenmalige
christelijke Europa - de
Arabische/islamitische geleerden
uit de Middeleeuwen gehad met
betrekking tot de wetenschap-
pelijke kennis uit de Oudheid?
Let er op dat je een vergelijking
moet maken.
6
ISLAM Islamitische cultuur
Verhouding moslims-christenen
Kruistochten
Reconquista
TOETS
1384
BRON
In 1154 vervaardigde de Moorse geleerde al-Idrisi in opdracht van de christelijke koning Roger II van Sicilië een
wereldkaart met een uitgebreide toelichting. Hieronder staan de kaart (noord en zuid omgedraaid) en
fragmenten van de beschrijving van Almería, een stad in Andalusië (het zuidelijke deel van Spanje). De
Almoraviden heersten circa 1100 over een groot, islamitisch rijk in Spanje en Noord-Afrika.
"De stad Almería was islamitisch in de tijd van de Almoraviden. Zij was
derhalve zeer bedrijvig en telde, onder andere, 800 weefgetouwen voor
zijde waarop men stoffen vervaardigde (...) maar ook weefsels bezet met
edelstenen en parels, stoffen versierd met stippen, kleine tapijten (...) en
andere zijden weefsels. Voor de huidige tijd legde men zich in Almería
evenzeer toe op de vervaardiging van gebruiksvoorwerpen van koper en
ijzer van elke soort en zonder uitzondering en in ontelbare hoeveelheden op
de andere ambachten. De bijbehorende vallei brengt veel vruchten voort
die men goedkoop verkoopt. Deze vallei wordt Pechina genoemd, op vier
mijl afstand van Almería. Zij was bedekt met boomgaarden, tuinen en
molens. Haar producten en haar fruit werden naar Almería gestuurd. De
haven van deze stad ontving schepen die uit Alexandrië en uit geheel Syrië
kwamen. Er waren in heel Andalusië geen rijkere mensen dan haar
inwoners, evenmin handelaren die meer bedreven waren in de handel in
alle soorten koopwaar en in de opslag daarvan. Deze stad is gebouwd op
twee heuvels, gescheiden door een bewoonde klein dal. Op de eerste staat
de burcht, beroemd door zijn vestingmuur; op de andere (...) ligt de
buitenwijk. Stad en buitenwijk zijn omringd door een muur, onderbroken
door talrijke poorten. Aan de westzijde ligt een grote buitenwijk,
welvarend, die men al-Hawd noemt. Hij is ommuurd en markten,
woningen, herbergen en badhuizen staan dicht op elkaar. De stad zelf was
een grote stad, met zeer veel handel en druk bezocht door reizigers. Haar
bevolking was rijk. Er was in Andalusië geen stad waar de mensen vaker
betaalden met contant zilvergeld en een benijdenswaardiger positie
innamen. Het aantal herbergen, dat bij de belastingambtenaren
geregistreerd stond voor het betalen van de belasting op wijn, bedroeg op
dertig na duizend (...) In de tijd waarin wij dit werk schrijven is Almería in
de macht van de christenen gevallen. Haar pracht en praal is minder
geworden, haar bevolking is gevangen gemaakt, haar woonhuizen zijn
vervallen en haar openbare gebouwen verwoest. Er is niets meer over."
1 De islamitische wereld kende
circa 1100 een hoogstaande
cultuur
a op economisch gebied;
b op bestuurlijk gebied;
c op wetenschappelijk gebied.
Toon alle drie aan met behulp
van de bron.
2 Omschrijf nauwkeurig hoe in de
vroege Middeleeuwen de
christenen in de Arabische
wereld behandeld werden.
3 De in de bron genoemde
verovering van Almería door de
christenen vond plaats in 1147.
Beredeneer of er een verband
gelegd kan worden met de
Tweede Kruistocht, waartoe
paus Eugenius III in 1145 had
opgeroepen. Leg je antwoord uit
met een verwijzing naar de
bron.
7
ISLAM Verhouding met Christenen
TOETS
283
BRON
Waarschijnlijk in de 7de eeuw schonk de islamitische kalief Umar ibn al-Khattab een verdrag aan de christenen in
Syrië, waarin hij hen de status van 'dhimma' (beschermd persoon) aanbood, mits zij aan bepaalde voorwaarden
voldeden. Hieronder volgen enkele daarvan.
"Wij zullen in onze steden of in hun omgeving geen nieuwe kloosters, kerken, nonnenkloosters of kloostercellen
voor monniken bouwen; evenmin zullen wij, overdag noch ’s nachts, herstellen welke in verval geraakt zijn of zich
in de wijken van de Moslims bevinden.
Wij zullen onze poorten wijd open houden voor voorbijgangers en reizigers. Wij zullen kost en inwoning
gedurende drie dagen verschaffen aan alle Moslims die bij ons langskomen.
Wij zullen onze godsdienst niet in het openbaar belijden noch iemand daartoe bekeren. Wij zullen niemand van
onze familie tegenhouden om toe te treden tot de Islam als zij dat wensen.
Wij zullen de Moslims respect betonen en we zullen opstaan van onze zetels als zij willen zitten.
Wij zullen niet proberen op de Moslims te lijken door een van hun kledingstukken na te maken (…) of een
scheiding in ons haar aan te brengen. Wij zullen niet spreken zoals zij (…).
Wij zullen het haar op ons voorhoofd kortknippen.
Wij zullen geen huizen bouwen die uitsteken boven die van Moslims."
1 De islamieten hadden verschillende motieven om de christenen in hun veroverde gebieden de status van
'dhimma' te geven. Noem een godsdienstig, een economisch en een politiek motief.
2 Omschrijf (zo kort mogelijk) samenvattend de status, die de christenen in Syrië gingen innemen onder de
bepalingen van het verdrag met Umar. Leg uit waarom je voor deze omschrijving gekozen hebt.
3 Je kunt stellen dat Umar met de voorwaarden die hij aan de christenen stelde verschillende doelstellingen
wilde bereiken. Ontleen er drie aan bovenstaande bron.
8
ISLAM Wetenschap
Relatie met christendom
TOETS
1690
BRON
Al-Ghazali (1058-1111) was een islamitisch geleerde, die de orthodoxie van de islam verdedigde. In onderstaand
fragment uit zijn geschriften gaat hij in op de relatie tussen het islamitisch geloof en de wetenschap.
"Wiskunde omvat de kennis van rekenen, geometrie en kosmografie; zij heeft geen verband met de
godsdienstwetenschappen en bewijst niets voor of tegen religie; zij berust op een fundament van bewijzen die,
eenmaal bekend en begrepen, niet kunnen worden tegengesproken (…)
Het is daarom een grote belediging voor het geloof te veronderstellen dat de verdediging van de islam de
veroordeling van de exacte wetenschappen met zich meebrengt. De religieuze wet bevat niets wat hen goedkeurt
of veroordeelt en op hun beurt doen zij geen aanval op de godsdienst. De woorden van de Profeet: 'De zon en de
maan zijn twee tekenen van de macht van God; zij zijn niet verduisterd voor de geboorte of dood van wie dan
ook; als je deze tekenen ziet neem je toevlucht tot gebed en roep de naam van God aan' – deze woorden, zeg ik,
veroordelen op geen enkele manier de astronomische berekeningen die de banen van deze twee hemellichamen
berekenen, hun conjunctie en oppositie vloeien voort uit specifieke wetmatigheden."
1 In de Arabische cultuur van de Middeleeuwen stond de wetenschap op een hoog niveau. Leg uit dat
enerzijds de grondslag daarvoor niet door de Arabieren zelf is gelegd, dat anderzijds de visie van de
orthodoxe islam op de wetenschap daaraan wel heeft bijgedragen. Gebruik de bron voor je antwoord.
2 Een wiskundige uit het christelijke Europa van de 11ͤ/12ͤ eeuw (de periode waarin Al-Ghazali leefde) zal
misschien met jaloezie, misschien ook met afkeuring de woorden van Al-Ghazali gelezen hebben. Geef
voor beide reacties een verklaring.
9
ISLAM Wetenschap
Wetenschap Grieken
Avicenna
Rol Spanje/Joden
Relatie Christendom
TOETS
1755
BRON
Ibn Sina of Avicenna, zoals hij in het christelijke Europa genoemd wordt, was een Perzische geleerde, die van 973-
1037 leefde. Hij begon als arts, maar bekwaamde zich later ook in veel andere vakgebieden. Over de geneeskunde
schreef hij circa 1020 het volgende.
"De geneeskunde houdt zich bezig met het menselijk lichaam wat betreft de middelen waarmee het is genezen en
waardoor het wordt weggedreven uit gezondheid. De kennis van iets is, aangezien alle dingen oorzaken hebben,
niet verworven of volledig, tenzij de oorzaken daarvan bekend zijn. Daarom moeten we in de geneeskunde de
oorzaken van ziekte en gezondheid kennen. En omdat gezondheid en ziekte en de oorzaken daarvan soms duidelijk
zijn en soms verborgen en niet begrepen kunnen worden behalve door de bestudering van symptomen, moeten we
ook de symptomen van gezondheid en ziekte bestuderen. Nu is het in de wetenschappen een uitgemaakte zaak dat
geen kennis wordt verworven, behalve door de bestudering van haar oorzaken en aanleidingen, als het oorzaken en
aanleidingen heeft gehad; evenmin is die kennis volledig behalve door de kennis van haar toevalligheden en
bijbehorende hoofdzaken. Van deze oorzaken zijn er vier soorten: materiële, doelmatige, formele en definitieve."
1 Maak met behulp van de opvattingen van Avicenna over de geneeskunde duidelijk dat de wetenschap in
de islamitische wereld ten tijde van de Middeleeuwen voortbouwde op de wetenschap bij de Grieken.
2 De wetenschappelijke vooruitgang in de islamitische wereld heeft uiteindelijk ook het christelijke Europa
bereikt. Waarom speelden Spanje en Joden in dat proces een belangrijke rol?
3 Leg uit waarom het in het christelijke Europa van de Middeleeuwen ondenkbaar was om aan
wetenschappelijk onderzoek te doen op de manier die Avicenna beschreef.
10
ISLAM Verovering Jeruzalem 638
Verhouding tot Christenen
Relatie Joden-Christenen
TOETS
1866
BRON
In 638 veroverde Omar, de tweede kalief (opvolger) na de dood van Mohammed, de stad Jeruzalem. Een
Arabische schrijver, Jabu al-Tabari (839-923), heeft de tekst overgeleverd van het capitulatieverdrag dat Omar
de inwoners van de stad aanbood. De term 'emir' wordt in de islamitische wereld gebruikt om een vorst of
aanvoerder aan te duiden.
"In de naam van God, de Vergevingsgezinde, de Barmhartige. Dit is de waarborg die de dienaar van God, Omar,
emir van de gelovigen, toekent aan de inwoners van Jeruzalem. Aan allen zonder onderscheid, of zij ons nu goed
of slecht gezind zijn, garandeert hij veiligheid voor henzelf, hun bezittingen, hun kerken, hun kruisbeelden en
alles wat hun geloofsbeoefening betreft. Hun kerken zullen niet veranderd worden in woonruimtes, evenmin
zullen zij verwoest worden en men zal niets wegnemen uit hun kerken zelf, evenmin van hun grondgebieden,
noch van hun kruisbeelden of bezittingen van inwoners. Op het gebied van de godsdienst zullen zij geenszins
onder dwang staan en iemand van hen zal ook maar de minste belediging te vrezen hebben. De joden zullen in
Jeruzalem niet in dezelfde wijk als de christenen wonen (…)
Men zal niets hoeven te betalen totdat de eerste oogst rijp is. Om hen alles wat dit verdrag bepaalt te garanderen,
roept hij God als getuige aan en belooft hij hen de bescherming van de afgezant van God en die van zijn
opvolgers en van de gelovigen. Hij zal hen geen enkel kwaad aandoen, op voorwaarde dat zij de belasting
betalen."
1 Met behulp van het verdrag dat Omar de inwoners van Jeruzalem aanbood als zij zich zouden overgeven
kun je een conclusie trekken met betrekking tot de vraag hoe de Arabische moslims in die tijd de
christenen wilden behandelen. Hoe luidt die conclusie? Onderbouw je antwoord met twee concrete
voorbeelden uit de bron, een op godsdienstig, een op economisch gebied.
2 Leg uit dat je het verdrag dat Omar de inwoners van Jeruzalem aanbood, kunt verklaren vanuit zijn
islamitisch geloof.
3 In het verdrag dat Omar met de inwoners van Jeruzalem wilde sluiten staat ook een opmerking over de
verhouding tussen joden en christenen. Over de achtergrond van deze opmerking kun je twee hypotheses
opstellen:
- Omar wilde met deze bepaling de christenen tegemoet komen;
- Omar wilde met deze bepaling de openbare orde in Jeruzalem bewaren.
Geef eerst voor beide hypotheses afzonderlijk de argumentatie en leg vervolgens uit dat de twee
hypotheses in elkaars verlengde liggen.
11
ISLAM Behandeling christenen
Christenen tegenover joden
Standplaatsgebondenheid
TOETS
2107
BRON
Christenen in Syrië schreven onderstaande brief aan kalief Umar, die als tweede opvolger van Mohammed
heerste van 634-644.
"Wij mogen in onze steden of in de omgeving daarvan geen nieuwe abdijen, kerken, kloosters of cellen voor
monniken bouwen; evenmin mogen wij, overdag of 's nachts, deze herstellen als zij bouwvallig zijn of in de
wijken van moslims gevestigd zijn. Wij mogen in onze kerken of in onze woonhuizen geen toevlucht bieden aan
spionnen, noch hen voor de moslims verbergen. Wij mogen de Koran niet aan onze kinderen onderwijzen. Wij
mogen onze godsdienst niet in het openbaar belijden noch iemand daartoe bekeren. Wij mogen niet iemand uit
onze familie tegenhouden als hij tot de Islam wenst toe te treden. Wij moeten respect betonen jegens de moslims
en wij moeten van onze zetels opstaan als zij wensen te zitten. Wij mogen niet proberen op de moslims te lijken
door iets van hun kleren, hoofddeksels, tulband, schoeisel of haardracht na te bootsen. Wij mogen onze zadels
niet bestijgen en evenmin mogen wij zwaarden of andere wapens aangorden of meedragen. Wij mogen geen
Arabische tekens in onze zegels graveren. Wij mogen geen gegiste dranken verkopen (…) Wij aanvaarden deze
voorwaarden voor onszelf en voor de mensen in onze gemeenschap, en in ruil daarvoor ontvangen wij
bescherming."
1 Deze brief zal door christenen en moslims in de tijd van de Middeleeuwen verschillend geïnterpreteerd
zijn. Geef eerst een mogelijke interpretatie door een christen, daarna een mogelijke interpretatie door
een moslim.
2 Hoe zou je de juridische status van christenen in de moslimwereld tijdens de Vroege Middeleeuwen
het best kunnen omschrijven? Neem ter ondersteuning van je antwoord in je omschrijving gegevens uit
de bron op.
3 Een historisch oordeel over gebeurtenissen en verschijnselen in het verleden kan genuanceerd worden
door een vergelijking met andere gebeurtenissen en verschijnselen. Leg uit dat een oordeel over het lot
van de christenen in de moslimwereld in de Middeleeuwen in een ander perspectief komt te staan door
een vergelijking te maken met de situatie van de joden in West-Europa in diezelfde tijd.
12
ISLAM Spanje
Verhouding moslims-christenen
Betrouwbaarheid bronnen
TOETS
2188
BRON I
In het jaar 713 sloot 'Abd al-'Aziz ibn Musa ibn Nusair een overeenkomst met Tudmir, de christelijke heerser
over de Spaanse stad Murcia. Het belangrijkste gedeelte van dit document volgt hieronder.
"In de naam van God, de genadige en barmhartige.
Dit is een document van 'Abd al-'Aziz ibn Musa ibn Nusair voor Tudmir, zoon van Ghabdush, waarin een
vredesverdrag en de belofte en bescherming van God en zijn Profeet (moge God hem zegenen en hem vrede
schenken) vastgelegd worden. Wij zullen geen speciale bepalingen voor hem of iemand van zijn mannen
invoeren, hem ook niet lastig vallen en hem evenmin van zijn macht beroven. Zijn volgelingen zullen niet
gedood of gevangen genomen worden, evenmin zullen zij van hun vrouwen en kinderen gescheiden worden. Er
zal in zaken van godsdienst geen dwang op hen uitgeoefend worden, hun kerken zullen niet in brand gestoken
worden, evenmin zullen heilige voorwerpen daaruit weggenomen worden, zolang hij oprecht blijft en de
bepalingen nakomt die wij voor hem hebben vastgesteld. Hij heeft een overeenkomst gesloten met betrekking tot
zeven steden: Orihuela, Valentilla, Alicante, Mula, Bigastro, Ello en Lorca. Hij zal geen schuilplaats bieden aan
vluchtelingen, en ook niet aan onze vijanden; hij zal ook personen die onze bescherming genieten niet aanzetten
om angst voor ons te hebben, evenmin zal hij nieuws over onze vijanden verborgen houden. Hij en zijn mannen
zullen elk jaar een dinar betalen, tegelijk met vier maten tarwe, vier maten gerst, vier maten geconcentreerd
vruchtensap en vier maten azijn, vier maten honing en vier maten olijfolie. Slaven moeten ieder de helft van deze
hoeveelheid betalen."
BRON II
Een anonieme christen in het door moslims beheerste Spanje schreef in zijn kroniek over het jaar 754 onder
meer het volgende. Met het noemen van de Oost-Romeinse keizer geeft hij alleen een tijdsaanduiding (711).
Musa (ibn Nusair) was de vader van 'Abd al-'Aziz ibn Musa ibn Nusair (zie bron 6). Egica was een christelijke
koning uit de stam der Visigothen. Hispania Ulterior en Citerior zijn de namen van vroegere Romeinse
provincies.
"In de tijd van Justinianus (…) kwam Musa (…) het al lange tijd geplunderde en goddeloos binnengevallen
Spanje binnen om het te vernietigen. Na zich met geweld een weg gebaand te hebben naar Toledo, de
koningsstad, legde hij aan de omliggende gebieden een kwalijke en bedrieglijke vrede op. Op een schavot
onthoofde hij die edele heren die gebleven waren, door hen met de hulp van Oppa, de zoon van koning Egica, te
arresteren. Met de steun van Oppa doodde hij hen allen met het zwaard. Zo vernietigde hij niet alleen Hispania
Ulterior, maar ook Hispania Citerior tot aan en zelfs voorbij de ooit bloeiende stad Zaragoza, die nu, door Gods
oordeel, openlijk is blootgesteld aan het zwaard, aan hongersnood en gevangenschap. Hij maakte prachtige
steden met de grond gelijk, door ze in brand te steken; veroordeelde heren en machtige mannen tot het kruis; en
slachtte jongeren en kinderen af met het zwaard. Terwijl hij iedereen op deze manier terroriseerde, smeekten
sommige van de steden die waren gespaard onder dwang naar vrede en na hen met een zekere arglistigheid te
hebben overreed en bespot, willigden de Saracenen hun verzoeken zonder uitstel in."
1 Door de verovering van Spanje door islamitische legers werd de verhouding tussen de inheemse
christenen en de nieuwe heersers actueel. De bronnen I en II kunnen ons helpen inzicht te verwerven in
die nieuwe verhouding. Maak dat duidelijk door
- eerst met drie aan bron I ontleende concrete voorbeelden te beredeneren hoe die nieuwe verhouding het
best omschreven kan worden en
- vervolgens aan bron II te ontlenen hoe vanuit christelijk perspectief verdragen (als in bron I) beoordeeld
werden.
2 Het is de vraag of de bronnen I en II betrouwbaar zijn met betrekking tot de vraag hoe de verhouding
tussen moslims en christenen zich in Spanje in de achtste eeuw ontwikkelde. Leg uit dat er voor elk van
beide bronnen een argument is om de betrouwbaarheid in deze ter discussie te stellen.
13
ISLAM Handel islamitische wereld
Beschavingspeil
Vergelijking met West-Europa
TOETS
2293
BRON
Uit de negende eeuw dateert een lijst, opgesteld door een persoon over wie verder niets bekend is, waarop
handelswaar staat die zowel over land als over zee in en door de islamitische wereld vervoerd werd. Een eunuch
is een man die om politieke redenen gecastreerd is. Barbarije en de Maghreb zijn namen voor Noord-Afrika, de
Khazaren zijn een volk van de noordkust van de Zwarte Zee, Samarkand ligt in het huidige Oezbekistan en Ahwaz
in het huidige Iran.
"Geïmporteerd uit Indië: tijgers, luipaarden, olifanten, luipaardhuiden, rode robijnen, wit sandelhout, ebbehout en
kokosnoten.
Uit China: geurstoffen, zijde, porselein, papier, inkt, pauwen, vurige paarden, zadels, vilt, kaneel.
Uit het Byzantijnse Rijk: zilveren en gouden vaten, kleren met borduurwerk, vurige paarden, jonge slavinnen,
zeldzame artikelen van rood koper, sterke sloten, lieren, ingenieurs van waterwerken, specialisten op het gebied
van ploegen en verbouwen, bewerkers van marmer en eunuchen.
Uit Arabië: Arabische paarden, struisvogels, volbloed vrouwtjeskamelen en gelooide huiden.
Uit Barbarije en de Maghreb: luipaarden, acacia, vilt en zwarte valken.
Uit Egypte: tamme ezels, fijne kleren, papyrus, olie om te balsemen en uit haar mijnen topaas van hoge kwaliteit.
Uit het gebied van de Khazaren: slaven, slavinnen, wapenrusting, helmen en maliënkolders.
Uit Samarkand: papier.
Uit Ahwaz: suiker, lakens van zijde, castagnetten-spelers en danseressen, soorten dadels, druivenstroop en
kandij."
1 Welke conclusie kun je uit de gegevens in de bron trekken met betrekking tot het niveau van de cultuur
in de islamitische wereld in de negende eeuw na Christus? Licht je antwoord toe.
2 Beredeneer op grond van de gegevens uit de bron wat het grote verschil was tussen de economie van
West-Europa en die van de islamitische wereld in de Vroege Middeleeuwen.
top related