jerzy gawronski, ranjith jayasena - amsterdamjerzy gawronski, ranjith jayasena gemeente amsterdam...
Post on 30-Aug-2020
9 Views
Preview:
TRANSCRIPT
AAR 34
Spaarndammerdijk 320 Inventariserend veldonderzoek (2007) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 34, 2009
Jerzy Gawronski, Ranjith Jayasena
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
AAR 34
3
Inhoud
Basisgegevens 4
1 Inleiding 5
2 Achtergronden en vraagstellingen 6 2.1 Achtergronden 6 2.2 Vraagstellingen en methodiek 7
3 Resultaten 8 3.1 Werkput 1 8 3.2 Werkput 2 10 3.3 Conclusie 10
4 Waardering 11
5 Literatuur 12
AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 13
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
AAR 34
4
Basisgegevens
Plangebied Spaarndammerdijk 320 Adres Spaarndammerdijk 320 Kadaster STN 02 B 02278 RD-Coördinaten NW 119.070 / 489.367 NO 119.109 / 489.382 ZW 119.078 / 489.324 ZO 119.122 / 489.332 TOPO-code BMA SPD1 OM-nummer 21417 Opdrachtgever Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Westerpark Bevoegd gezag Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Westerpark Uitvoerder Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Beheer en plaats documentatie Gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten & Archeologie
1 Het plangebied Spaarndammerdijk binnen het stadsdeel Westerpark
AAR 34
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
5
1 Inleiding
Op 26 februari 2007 heeft de afdeling Archeologie van Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) uitgevoerd in het plangebied Spaarndammerdijk 320 in stadsdeel Westerpark. Aanleiding hiertoe was geplande nieuwbouw. De daarmee gepaard gaande bodemverstoring zou tot aantasting van eventuele archeologische resten leiden. Voor de locatie gold een archeologische verwachting vanwege de mogelijke aanwezigheid van sporen van het middeleeuwse dijklichaam van de Spaarndammerdijk. Voorts kunnen in het gebied achter de dijk sporen van bewoning en ontginning voorkomen.
2 Het plangebied Spaarndammerdijk 320 met de twee werkputten binnen de topografische situatie van 2007
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
AAR 34
6
2 Achtergronden en vraagstellingen
2.1 Achtergronden
Het plangebied Spaarndammerdijk 320 is een terrein aan de zuidzijde van de dijk in de voormalige Binnendijkse Overbrakerpolder. Deze polder behoorde van oudsher tot de ambachtsheerlijkheid Sloten en werd pas in 1939 binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam getrokken. De eerste ontwikkeling van het poldergebied startte in de 11de eeuw met de ontginning van het veenlandschap. Het beginpunt van de ontginningen in dit gebied lag vermoedelijk bij Oud-Sloten, dat tussen het huidige dorp Sloten en de zuidelijke punt van het voormalige Sloterdijkermeer, de huidige Sloterplas, was gelegen. De ontginningsactiviteiten waren erop gericht om bruikbaar akkerland te creëren door de bodem te ontwateren. Een bijkomend gevolg hiervan was bodemdaling. Dit deed zich zowel in het Amstel- en Rijnland aan de zuidkant van het IJ als in Waterland ten noorden ervan voor en leidde tot vernatting van het akkerland en van de woonplaatsen van de boeren. Tijdens de 12de eeuw verergerde deze situatie door een reeks van stormvloeden. Om het tij te keren werd aan het einde van de 13de eeuw begonnen met de aanleg van een stelsel van stormvloedkeringen.
3 Het plangebied (rood) rond 1700 met bebouwing achter de Spaarndammerdijk. Onderin de Haarlemmertrekvaart die de Overbrakerpolder in tweeën deelde (detail van de kaart van Amsterdam en omstreken van Gerret Drogenham, uitgever Nicolaes Visscher, ca. 1700) Er kwam een dijk langs de noordelijke IJ-oever als onderdeel van een zeedijk rondom Waterland. Voor de bescherming van de zuidelijke oever werd de Spaarndammerdijk aangelegd, waartoe Graaf Willem I in 1220 opdracht gaf. Deze stormvloedkering strekte zich uit van Amsterdam tot Spaarndam.1 Het gebied dat hiermee werd beschermd liep door tot aan de Oude Rijn bij Leiden (het Rijnland). Het onderhoud van de dijk was aanvankelijk opgedragen aan de dorpen Sloten, Osdorp, De Vrije Geer en Sloterdijk, maar na herhaalde dijkdoorbraken nam het Hoogheemraadschap Rijnland in 1593 deze taak over. De door het landschap kronkelende Spaarndammerdijk (ook Haarlemmerdijk genoemd) was behalve een waterkering ook de belangrijkste verkeersroute tussen Amsterdam en Haarlem. In 1631 werd de Haarlemmertrekvaart die ten zuiden van de dijk
1 Hogenes 1997, 26. Gawronski 2001, 6.
AAR 34
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
7
werd aangelegd de kortste verbinding tussen beide steden. De Overbrakerpolder had zich onderwijl mede door het gebruik van windmolens verder uitgebreid en werd door de vaart in tweeën gesplitst. Na de annexatie van de Overbrakerpolder door Amsterdam in 1939 kreeg het gebied grotendeels een industriële bestemming.2 Als gevolg hiervan verdween de oorspronkelijke verkaveling van de polder en werden grote delen van de Spaarndammerdijk vergraven. 2.2 Vraagstellingen en methodiek
Het plangebied ligt in een zeldzaam stukje van de Overbrakerpolder aan de binnen(zuid)zijde van één van de weinig delen van de middeleeuwse dijk die bewaard zijn gebleven. De archeologische verwachting is in 2005 nader in kaart gebracht met een archeologisch bureauonderzoek van BMA. Projecties van historische kaarten, ondermeer van Nicolaes Visscher uit 1700 (afb. 3), op de huidige topografische situatie wezen uit dat in het plangebied sporen van bebouwing te verwachten zijn.3 Vanwege de bodemverstorende bouwwerkzaamheden kon archeologisch erfgoed niet in situ worden behouden. Een Inventariserend Veldonderzoek was noodzakelijk om eventuele overblijfselen ter plekke te documenteren en bergen.4 Het onderzoek beoogde inzicht te geven in: de aanwezigheid, aard, omvang en datering van de aanwezige archeologische sporen
gerelateerd aan de Spaarndammerdijk en bijbehorende sporen van ontginning, de bebouwingsontwikkeling van de locatie, in het bijzonder de uit de kaartprojecties
naar voren komende bebouwing achter de dijk. Ten tijde van het IVO was er sprake van een onbebouwd en braakliggend terrein achter de Spaarndammerdijk, waar twee proefsleuven (afb. 2) zijn aangelegd. Het vlak en profielstaten zijn gedocumenteerd op schaal 1:20 en (digitale) foto’s.
4 Het plangebied (rood) op de kaart van het Hoogheemraadschap Rijnland (Floris Balthasar, ca. 1610-1615)
2 Löwenthal 1992. 3 De Leeuw, Gawronski 2005. 4 BMA Programma van Eisen 44, 2007.
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
AAR 34
8
3 Resultaten
Uit de twee werkputten die ten behoeve van het Inventariserend Veldonderzoek (IVO) van het plangebied Spaarndammerdijk 320 zijn aangelegd is gebleken dat op het terrein geen sporen van bebouwing of andere vormen van historisch grondgebruik voorkwamen. De natuurlijke bodemopbouw is gedocumenteerd ten behoeve van vergelijkend onderzoek bij mogelijke andere vindplaatsen in het poldergebied van de Spaarndammer-zeedijk.
5 Het onderzoeksterrein gezien vanaf de Spaarndammerdijk richting zuiden 3.1 Werkput 1
Werkput 1 (22 x 2 m) is 20 m is parallel aan de dijk aangelegd (oost-west) op 20 m ten zuiden van de voet ervan. Op gemiddeld 4,25 m ÷ NAP is een vlak aangelegd, dat aan de westzijde verdiept werd tot 6,54 m ÷ NAP. De bodemopbouw is gedocumenteerd in twee profielstaten op 0 m (P1: west) en 17 m (P2: oost) (afb. 2). Het onderste niveau bestond uit een laag van zware lichtgrijze klei (S 1), waarvan de bovenzijde sterk fluctueerde van circa 4,10 m ÷ NAP naar circa 3,20 m ÷ NAP. Deze afzetting is mogelijk te associëren met een forse overstroming waarbij het veen dat zich normaliter in deze regio op dit niveau bevindt is weggeslagen. Op deze laag bevond zich een tweede (gemiddeld 1,10 m dik) overstromingspakket van bruingrijze klei met bandjes lichtgrijs fijn zand (S 2) die duiden op periodes van afgenomen waterdynamiek waarin bezinking van fijn materiaal kan plaatsvinden. In een volgende fase is daar weer op een grijsbruine gelaagde klei (S 3) afgezet, waarvan de bovenzijde een geëgaliseerd oppervlak vormde op circa 2,60 m ÷ NAP. Beide kleisedimenten zijn doorworteld geraakt door riet dat hier in een later opvolgend stadium is gaan groeien. Hierop lag een pakket van grijsbruine rulle klei (S 4), dat gezien kan worden als het eerste loopniveau uit de periode na de aanleg van de dijk. Aan de westkant werd dit niveau afgedekt met een ophogingspakket van zware klei (S 7). De bovenste zone, van 2,10 m ÷ NAP tot aan het maaiveld op ca. 1,60 m ÷ NAP, bestond uit opeenvolgende verrommelde lagen van geelgrijs en donkergrijs zand (S 5 en S 6).
AAR 34
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
9
6 Werkput 1, profielstaten.
7 Werkput 1, profielstaat 2, richting noorden
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
AAR 34
10
3.2 Werkput 2
Werkput 2 lag 22 m ten zuiden van en parallel aan werkput 1. Het vlak is aangelegd op gemiddeld 3,70 m ÷ NAP. De bodemopbouw bestond hier uit soortgelijke natuurlijke kleiafzettingen als in werkput 1. Vanwege het ontbreken van additionele informatiewaarde zijn geen profielen gedocumenteerd.
8 Werkput 2 richting oosten 3.3 Conclusie
De vindplaats bood met een reeks aan natuurlijke afzettingen informatie over het bredere landschappelijk kader van het gebied aan de Spaarndammerdijk. De bodemopbouw bleek vergelijkbaar met die in de IJpolders, met als belangrijkste verschil dat het veenpakket dat zich normaliter op de Formatie van Naaldwijk5 bevindt hier ontbrak. Op dit niveau tussen circa 3,00-4,00 m ÷ NAP kwam een steriele kleiafzetting (S 1) voor met daarop twee gelaagde afzettingen (S 2 en 3) en een mogelijk maaiveld niveau (S 4). De onderste kleilaag kan aangevoerd zijn met een krachtige overstroming en de daarop volgende lagen duiden op fasen waarin het land nat was maar het watermilieu gelegenheid bood tot bezinking van fijn (zand) materiaal. Wat betreft de datering van deze afzettingen is er mogelijk een relatie met de periode van 12de-eeuwse overstromingen van de IJ-oevers die uit historische bronnen bekend is. Daarbij kan het veen in het plangebied zijn weggeslagen, waarna het IJ vrij spel kreeg om bij daarop volgende overstromingsfasen het terrein geleidelijk op te hogen met klei- en zandsedimenten. Een mogelijke andere verklaring heeft een antropogene achtergrond, namelijk grootschalige ontginning waarbij het terrein geheel ontveend was voordat bij opeenvolgende overstromingen een kleidek direct op het sediment van de Formatie van Naaldwijk werd afgezet. In ieder geval hebben deze natuurlijke ophogingen zich afgezet voor de aanleg van Spaardammerdijk in 1220. Een latere dijkdoorbraak is niet uitgesloten, maar de fijne gelaagdheid in de kleisedimenten wijst eerder op afzettingen in rustig water, dan onder de omstandigheden van een kolkende watermassa bij een dijkdoorbraak. De veraarde kleilaag (S 4) hangt dan mogelijk samen met de ontginning van het gebied.
5 Güray 1951, Weerts et al 2006.
AAR 34
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
11
4 Waardering
Voor het plangebied Spaarndammerdijk 320 gold op basis van het bureauonderzoek een hoge archeologische verwachting, gebaseerd op de veronderstelde aanwezigheid van sporen van ontginning en bebouwing. Het IVO heeft uitgewezen dat ondanks een goede gaafheid en conservering van het bodemarchief er geen samenhangende sporen van grondgebruik aanwezig waren. Hieruit volgt de onderstaande waardestelling voor de vindplaats, conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.1). SPD1 Waarden Criteria Scores
Schoonheid n.v.t. Beleving Herinneringswaarde n.v.t. Gaafheid 2 (midden) Fysieke kwaliteit Conservering 1 (laag) Zeldzaamheid 1 (laag) Informatiewaarde 1 (laag) Ensemblewaarde 1 (laag)
Inhoudelijke kwaliteit
Representativiteit 1 (laag) De fysieke kwaliteit van de vindplaats valt uiteen in de aspecten gaafheid en conservering. De aangetroffen (natuurlijke) sporen kunnen een middelmatige gaafheid toegeschreven worden (waarderingsscore 2). Van een goede conservering van sporen en vondsten is geen sprake aangezien vondstmateriaal geheel ontbrak (1). De inhoudelijke kwaliteit wordt beoordeeld op de criteria zeldzaamheid, informatiewaarde, ensemblewaarde en representativiteit. Voor al deze criteria geldt dat deze als laag (1) geclassificeerd kunnen worden. Op basis van het IVO vervalt de noodzaak tot een Archeologische Opgraving van het gehele terrein.
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
AAR 34
12
5 Literatuur
Gawronski, J.,’Bewoningssporen in de IJdoornpolder. Cultuurhistorie van een natuurmonument’, (Rapport Bureau Monumenten en Archeologie ARSA 01-01), Amsterdam 2001 Güray, A.R.,’De bodemgesteldheid van de IJpolders’, Boor en Spade V (1952), 1-28 Hogenes, K.,’Costelijck Stadswater. Geschiedenis van de Amsterdamse waterhuishouding in vogelvlucht’, Amsterdam 1997 Leeuw, L. de, J. Gawronski, ‘Archeologische Quick Scan Plangebied Spaarndammerdijk 320’, Amsterdam 2005 (BMA QSA 21) Leeuw, L. de, ‘Archeologisch Programma van Eisen Plangebied Spaarndammerdijk 320 (Mentrum), Stadsdeel Westerpark, 2007’, Amsterdam (PvE BMA 44) 2007 Löwenthal, F.,’Geschiedenis van het bestemmingsplangebied Overbrakerpolders’, Ons Amsterdam 34 (1982), 91-94 Weerts, H., P. Cleveringa, W. Westerhoff en P. Vos, ‘Nooit meer: Afzettingen van Duinkerke en Calais’,ARCHEObrief 2 (2006), 28-34
Bijlage 1 Sporen S wp profiel NAP NAP
onder beschrijving interpretatie associatie
1 1 1 3,20 m ÷ 4,25 m÷ lichtgrijze zware klei afzetting < 2
2 1 1 2,50 m ÷ 3,20 m ÷ grijze klei met lensjes
van lichtgrijs zand
afzetting > 1, < 3
3 1 1 2,30 m ÷ 2,50 m ÷ grijsbruine tot bruingrijze
klei, doorworteld
afzetting > 2, < 4
4 1 1 2,10 m ÷ 2,30 m ÷ donkergrijze rulle klei afzetting > 3, < 2
5 1 1 1,70 m ÷ 2,10 m ÷ geelgrijs zand ophoging > 4, < 6
6 1 1 1,50 m ÷ 1,70 m ÷ donkerbruingrijs zand bouwvoor > 5
7 1 2 2,10 m ÷ 2,35 m ÷ grijze zware klei ophoging > 4, < 5
AAR 34
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
13
AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten)
In druk verkrijgbaar via Stadsboekwinkel Amsterdam en www.halos.nl
Als PDF te downloaden op www.bma.amsterdam.nl AAR 1 Gawronski, J., R. Jayasena, J. Veerkamp, Wonen aan een wagenplein. Archeologische
opgraving Haarlemmerplein (2005), Amsterdam 2006
AAR 2 Gawronski, J. en R. Jayasena, Tweede Kostverlorenkade. Inventariserend veldonderzoek
(2006), Amsterdam 2006
AAR 3 Gawronski, J., S. Dautzenberg, J. Veerkamp, Verschansen achter vuilnis. Inventariserend
veldonderzoek Amstelstraat (2006), Amsterdam 2007
AAR 4 Gawronski, J. en R. Jayasena, Scherven uit de Pottenbakkersgang. Archeologische
opgraving Westerstraat (2003), Amsterdam 2007
AAR 5 Gawronski, J., R. Jayasena, J. Veerkamp, In de schaduw van de VOC. Archeologische
opgraving Rapenburg (2005), Amsterdam 2007
AAR 6 Gawronski, J., R. Jayasena, J. Veerkamp, Beerputten en bedrijvigheid. Archeologische
opgraving Konijnenstraat (2003), Amsterdam 2007
AAR 7 Gawronski, J. en J. Veerkamp, Zerken en graven in de Nieuwezijds Kapel. Inventariserend
veldonderzoek Rokin (2005), Amsterdam 2007
AAR 8 Gawronski, J. en R. Jayasena, Opgraving van een mikwe in de Nieuwe Synagoge. Jonas
Daniël Meijerplein (2006), Amsterdam 2007
AAR 9 Gawronski, J. en J. Veerkamp, De Hallen. Inventariserend veldonderzoek Bilderdijkkade
(2006), Amsterdam 2006
AAR 10 Gawronski, J.en J. Veerkamp, Een fontein in de Buitensingel. Archeologische begeleiding
Leidseplein (2006), Amsterdam 2006
AAR 11 Gawronski, J. en R. Tousain, Diemen Tolbrug. Inventariserend veldonderzoek
Muiderstraatweg (2006), Amsterdam 2008
AAR 12 Gawronski, J. en R. Tousain, Boezemgemaal Halfweg. Inventariserend veldonderzoek
Wethouder van Essenweg (2006), Amsterdam 2007
AAR 13 Gawronski, J. en J. Veerkamp, Frans Ottenstadion. Inventariserend veldonderzoek
Amstelveenseweg (2004), Amsterdam 2007
AAR 14 Gawronski, J. en J. Veerkamp, Archeologisch opgraving Vijzelstraat (2004), Amsterdam
2007
AAR 15 Gawronski, J., R. Jayasena, J. Veerkamp, Aanplempingen in het IJ. Archeologische
opgraving Martelaarsgracht (2003), Amsterdam 2007
AAR 16 Gawronski, J., R. Jayasena, J. Veerkamp, Schuilkerk de Papagaai. Archeologische
opgraving Kalverstraat (2004), Amsterdam 2008
AAR 17 Gawronski, J. en J. Veerkamp, De saillant van Het Blaauwhoofd. Inventariserend
veldonderzoek Van Diemenstraat (2006), Amsterdam 2007
AAR 18 Gawronski, J. en R. Jayasena, De noordwestelijke oever van Oostenburg. Archeologische
opgraving Oostenburgermiddenstraat (2006), Amsterdam 2006
Gemeente Amsterdam Bureau Monumenten & Archeologie Spaarndammerdijk 320
AAR 34
14
AAR 19 Gawronski, J. en J. Veerkamp, Het Shell-terrein. Inventariserend veldonderzoek Grasweg
(2004), Amsterdam 2007
AAR 20 Gawronski, J. en J. Veerkamp, Het RIVA-terrein. Inventariserend veldonderzoek
Baarsjesweg (2005), Amsterdam 2008
AAR 21 Gawronski, J.en R. Tousain, De Ceintuurbaanpanden. Archeologische begeleiding Tweede
Sweelinckstraat / Sint Willibrordusstraat (2006), Amsterdam 2008
AAR 22 Gawronski, J. en R. Jayasena, Het Purperhoedenveem. Archeologische opgraving
Oudezijds Voorburgwal (2004), Amsterdam 2008
AAR 23 Kranendonk, P. en J.H.G. Gawronski, Noord/Zuidlijn, locatie Rokin. Archeologische
begeleidingen en opgravingen 2003-2006, Amsterdam 2007
AAR 24 Gawronski, J. en J. Veerkamp, Sportpark Ronald McDonald, Inventariserend
veldonderzoek Zunderdorpergouw (2007), Amsterdam 2008
AAR 25 Gawronski, J., en J. Veerkamp, N 44, De Keyzer. Inventariserend veldonderzoek Czaar
Peterstraat (2008), Amsterdam 2008
AAR 26 Gawronski, J., en J. Veerkamp, Het Luycksterrein. Inventariserend veldonderzoek
Overamstelstraat (2004), Amsterdam 2008
AAR 27 Gawronski, J. en J. Veerkamp, Oranjerie in Frankendael. Archeologische opgraving
Middenweg (2003), Amsterdam 2008
AAR 28 Gawronski, J. en R. Jayasena, Serviesgoed uit een 18de-eeuwse beerput. Archeologische
opgraving Derde Weteringdwarsstraat (2003), Amsterdam 2008
AAR 29 Gawronski, J. en J. Veerkamp, Profiel van de 17de-eeuwse stadswal, Archeologische
begeleiding Marnixplein (2004), Amsterdam 2008
AAR 30 Gawronski, J., R. Jayasena, J. Veerkamp, Bolwerk Oosterblokhuis. Archeologische opgraving
Prof. Tulpplein (2005), Amsterdam 2008
AAR 31 Gawronski, J., R. Jayasena, J. Veerkamp, Van Amstelbocht tot Binnengasthuis.
Archeologische Opgraving Oude Turfmarkt (2005), Amsterdam 2008
AAR 32 Gawronski, J., en J. Veerkamp, N 43 / Funenpark. Archeologische Begeleiding Cruquiuskade
(2008), Amsterdam 2009
AAR 33 Gawronski, J., en J. Veerkamp, Het gemeentearchief terrein. Inventariserend Veldonderzoek
Amsteldijk 67 (2009), Amsterdam 2009
AAR 34 Gawronski, J. en R. Jayasena, Spaarndammerdijk 320. Inventariserend Veldonderzoek
(2007), Amsterdam 2009
Colofon AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 34 Amsterdam 2009 ISSN: 1872-5139
Redactie: Jerzy Gawronski
Tekst: Jerzy Gawronski, Ranjith Jayasena
Veldwerk/Tekeningen: Ranjith Jayasena, Ron Tousain
Foto’s: Wiard Krook
Vormgeving/Druk: BMA
Copyright: Gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten & Archeologie
© Bureau Monumenten & Archeologie, Gemeente Amsterdam, 2009 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enigerlei andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
top related