koning leopold ii en congo
Post on 01-Jan-2016
76 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Koning Leopold II en Congo: terug naar weetjes
De Vrijstaat Congo:
was een onafhankelijk land, met de Belgische
koning Leopold II als staatshoofd. Een deel
daarvan, het Kroondomein, had hij zelfs in
privé-bezit. Gebruik makend van de rivaliteiten
tussen de grootmachten had de koning de hand
kunnen leggen op een flink stuk van Centraal-
Afrika. Het was een privé-kwestie, waar de
Belgische regering niets mee te maken had. Pas
in 1908 zou dat Afrikaanse bezit aan België
worden overgedragen. Tot 1960 zou het de
kolonie Belgisch Congo blijven.
Koning Leopold zette nooit een voet in
Congo…
Het Casement-rapport: Roger Casement was Brits consul in de
beginjaren van de twintigste eeuw in Boma,
een havenstadje aan de monding van de
Congostroom, de hoofdstad van wat toen
Congo Vrijstaat heette. Hij verwierf
internationale faam met een rapport door de
Britse regering gepubliceerd in februari 1904,
dat een eind maakte aan de tropische idylle in
Congo.
Roger Casement eindigde niet goed. Als Ierse
nationalist wilde hij in het begin van de vorige
eeuw Ierland helpen bevrijden van de toen nog
aanhoudende Britse overheersing. De Britten
veroordeelden hem wegens hoogverraad tot de
doodstraf. Wie het toch nog voor hem bleef
opnemen, kreeg fragmenten uit zijn dagboeken
te lezen, waaruit onomstotelijk bleek dat hij een
praktiserend homoseksueel was, een horreur in
die tijd. Dat zijn staat van dienst als Brits
diplomaat hem een adellijke titel had
opgeleverd, kon hem niet redden. Hij stierf op
3 augustus 1916 in Londen aan de galg.
koning Leopold II
Nog voor het Casement-rapport verscheen, circuleerden al kwalijke berichten over
wantoestanden en excessen in Congo. Officieel heette het nochtans dat Leopold zich met
Afrika bemoeide om daar de Arabische slavenhandel uit te roeien en de Congolezen de
weldaden van beschaving en christendom te brengen. Die mythe hield heel lang stand en
werd tot voor een jaar of twintig ook door de Belgische historiografie niet
tegengesproken.
Roger Casement werd ter dood veroordeeld
maar toch wordt zijn rapport paradoxaal
genoeg, bestempeld als zijnde “propagande
van de Engelse lobby” door bepaalde (meestal
franstalige ex-coloniale) middens in België.
Nadruk wordt inderdaad geled op het feit dat
hij een praktiserend homosexueel was???
Het feit dat Leopold II een onverzadigbare
pedofiel was (11 en 12 jarige meisjes) wordt
dan weer hardnekkig verzwegen door deze
middens.
In Vlaanderen kent men deze droevige
verhalen van de koning beter en worden zij
zonder enige schroom besproken (VR)
Koning Leopold realiseerde er de imperialistische droom waarvoor hij de volgens hem
veel te weinig bevlogen politici nooit warm kon maken: België aanzien in de wereld
verschaffen met een koloniaal imperium.
Anders dan in de meeste koloniserende landen begon het Belgische kolonialisme als een
eenmanszaak, louter en alleen op initiatief van koning Leopold. Grote holdings als de
Société Générale, die heel aanzienlijke winsten zouden puren uit de
grondstoffenexploitatie van Congo, volgden pas later, na de Eerste Wereldoorlog.
Bij het begin van de kolonisatie, in de jaren 1870 en '80, toen de Brits-Amerikaanse
ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley zich voor rekening van Leopold een weg door
het Evenaarswoud heen hakte, was ook nog niet duidelijk wat daar te rapen kon zijn. De
eerste economische exploitatie draaide vooral om ivoor, dienstig voor juwelen,
biljartballen of pianotoetsen. Maar het grote geld kwam er pas toen John Dunlop het nut
van rubber had aangetoond. Met het succes van de auto en de fiets nam de vraag naar
rubberbanden explosief toe. Die rijkdom viel wild te oogsten in het Congolese
regenwoud. In 1891 produceerde Congo 82 ton rubber, tien jaar later bedroeg dat al 6.000
ton.
De Chicotte en erger: Koning Leopold voerde wel de strijd tegen de slavenhandel als reden voor zijn koloniale
initiatief aan, dragers, soldaten of spoorwegarbeiders liet hij onder dwang dienst nemen.
En zijn agenten ter plekke hielden de discipline erin met de chicotte, een zweep van
nijlpaardenhuid.
Voor de rubbertap zou het niet anders gaan. Het bleef niet bij dwangarbeid alleen. Het
exploitatieregime berustte op niets anders dan terreur en georganiseerd geweld. Dorpen
kregen quota van te produceren hoeveelheden rubber opgelegd. Het leger en de milities
van de concessiemaatschappijen gijzelden vrouwen, kinderen en ouderlingen in
erbarmelijke omstandigheden om de ijver van de mannen te verhogen. Dorpen die hun
quota niet haalden, kregen strafexpedities op zich afgestuurd, met platgebrande hutten en
moordpartijen als gevolg. Om hun munitieverbruik te verantwoorden, moesten de
soldaten een hand van hun slachtoffers afsnijden. Al gebeurde het ook dat ze handen of
voeten afhakten van levende mensen, ook van kinderen, bij wijze van intimidatie of om te
verhullen dat ze kogels hadden verspild bij de jacht.
De gevolgen van die gewelddadige uitbuiting waren rampzalig. Hele gebieden raakten
ontvolkt. Volgens demografisch onderzoek zakte de Congolese bevolking tussen 1880 en
1920 - met de rubbercampagne in het midden daarvan - met zeker de helft in aantal als
gevolg van moorden, honger, uitputting, ziekte, ontbering en een sterk gedaald
geboortecijfer. Dat betekent dat Leopolds regime tien miljoen Congolezen het leven heeft
gekost. Dat getal verklaart waarom sommigen daarvoor weleens termen als genocide of
zelfs holocaust in de mond nemen.
Edmund Morel: De grote gangmaker van het protest tegen Leopolds uitbuiting van Congo zou de Engelse
scheepsagent Edmund Morel zijn. Hij had gemerkt dat grote hoeveelheden kostbaar
rubber in Antwerpen arriveerden, maar dat de Congoboten nagenoeg leeg weer naar
Boma en Matadi vertrokken. Allerlei getuigenissen konden zijn vermoedens omtrent de
Congolese roofbouw alleen maar bevestigen.
In Engeland bracht hij een grootschalige actie tegen Leopold op gang. Het was de eerste
internationale mensenrechtenbeweging in de geschiedenis. Haar optreden bewijst
overigens dat het Congolese schandaal niet alleen naar hedendaagse normen, maar ook
naar de normen van toen als ethisch totaal onaanvaardbaar werden beschouwd. Morel, die
eerst met zijn weekblad The West African Mail en vanaf 1904 met de Congo Reform
Association campagne voerde, slaagde erin de Engelse politiek en publieke opinie te
mobiliseren. Dat bracht de Britse regering ertoe om haar consul in Boma met een
onderzoek naar de beschuldigingen te belasten. Roger Casements rapport van februari
1904 liet geen twijfel bestaan over de juistheid van Morels aanklacht.
Koning Leopold hoopte de zaak te kunnen sussen door zelf een onderzoekscommissie
naar Congo uit te sturen. Ze bestond uit Edouard Janssens, advocaat-generaal bij het Hof
van Cassatie, de Italiaanse baron Giacomo Nisco, voorzitter van het Hof van Beroep in
Boma, en de Zwitserse jurist de Schumacher.
De Belgische politiek, die's lands imago danig geschaad achtte, draalde niet langer om
Congo dan toch als een reguliere kolonie over te nemen.
Een reactie.
Een half miljard uit Congo: Hoeveel sleepte koning Leopold II weg uit Congo?
Hij deed er alles aan om het cijfermateriaal daarover te verbergen. Toch is het mogelijk
om via zijn nalatenschap een voorzichtige schatting te maken. Ze gaat uit van de uitgaven
die de koning kon verrichten dankzij het Congolese geld, te verminderen met wat hij al
bezat vóór zijn Congolese avontuur begon en met de opbrengsten uit andere, niet-
Congolese beleggingen, zo'n tien procent van zijn portefeuille.
Het eindresultaat is een minimum. Onbekend zijn bijvoorbeeld wat Leopold in de aanleg
van de Tervurenlaan stopte en de onroerende meerwaarden bij verkavelingen rond de
groene zones die hij creëerde. De bedragen zijn omgerekend naar hun huidige waarde.
Onroerend goed, nu in bezit van de Koninklijke Schenking: 450 mln euro
Triomfboog Jubelpark, Museum Tervuren: 81,5 mln euro
Portefeuille Koninklijke Schenking: 30 mln euro
Aangetroffen in de nalatenschap: 145 mln euro
Congolese waardepapieren barones de Vaughan (minimum): 30 mln euro
Leopolds bezit in 1890: -145 mln euro
Inkomsten uit andere beleggingen: -59 mln euro
Totaal opbrengsten uit Congo: 532,5 mln euro
Koning Cash: Hoe rijk de Belgische koninklijke familie precies is, blijft een goed bewaard geheim.
Zeker is: in de opbouw daarvan speelde Leopold II, met zijn Congo, een centrale rol.
In de lijstjes van de rijkste vorstenhuizen ter wereld komt de Belgische koninklijke
familie, anders dan de Britse of de Nederlandse, niet voor. Er is ook maar weinig bekend
over de welstand van de Belgische royals. En met de 'knik' in de opvolging - Leopold II
werd niet opgevolgd door een zoon, maar door zijn neef, koning Albert I - konden de
beleggers die de eerste Belgische vorsten Leopold I en II waren, hun fortuin ook niet
direct doorgeven aan hun opvolgers.
Als ondernemer moest vooral koning Leopold II, die de troon bezette van 1865 tot 1909,
voor weinigen onderdoen. Het juweel in zijn kroon was Congo, en daar werd hij
financieel bepaald niet slechter van. Voor hij aan zijn Congolese avontuur begon, bezat
hij al een aanzienlijk pak aandelen, onder meer van de oppermachtige holding Société
Générale.
Hij schrok ook niet terug voor buitenlandse beleggingen, vooral in China.
Met Congo ging het hem om meer dan alleen geld. Leopold vond altijd dat het kleine
België een kolonie nodig had, om de allure van een grootmacht te krijgen. Maar de in zijn
ogen bekrompen en krenterige politici hadden daar geen oren naar, dus deed hij het maar
zelf, letterlijk voor eigen rekening.
Het koloniale avontuur bezorgde Leopold tegelijk de financiële middelen om zijn andere
ambities te betalen, het architecturaal en urbanistisch verfraaien van België. De politici
wilden ook daarvoor geen belastinggeld vrijmaken, dus haalde Leopold het kapitaal uit
Congo, vooral met de zeer lucratieve exploitatie van wild rubber in de Congo Vrijstaat,
die een ware boom beleefde in de jaren 1895-1905. De Congo Vrijstaat was van bij zijn
stichting, in 1885, tot 1908, toen België de Vrijstaat als een 'gewone' kolonie overnam,
louter een privé-zaak van Leopold.
Over het beheer daarvan hoefde hij tegenover niemand verantwoording af te leggen. Hij
participeerde er in verschillende ondernemingen, terwijl hij het zogeheten Kroondomein,
25 miljoen hectare groot, als zijn persoonlijke eigendom voor eigen rekening exploiteerde.
En Leopold zag het Kroondomein ook als een geldpomp. Dat bleek toen hij het in 1905
omdoopte tot de Kroonstichting, want hij koesterde de (valse) hoop dat hij die in eigen
bezit kon houden, ook nadat België de rest van Congo zou hebben overgenomen.
Tot Leopolds bouwwerken in eigen land behoren forse uitbreidingen aan de konings
eigen woonst in het paleis van Laken, zijn propagandamuseum in Tervuren, de
triomfboog aan de Cinquantenaire in het Brusselse Jubelpark of de Wellingtonrenbaan in
Oostende. Dit waren prestigeprojecten die niet echt het algemeen belang dienden.
Het omvangrijke onroerend goed dat Leopold tijdens zijn leven verwierf, is hoe dan ook
weinig meer dan familiaal patrimonium, onderkomens en buitenverblijven voor koningen
en prinsen.
Een ander deel diende alleen als investering, bedoeld om huurgeld op te brengen. Zelfs
het Chinees Paviljoen in Laken, nu een museumpje, had aanvankelijk geen publieke
bestemming, Leopold wilde er een luxerestaurant van maken.
Leopold keek ook vooruit. Hij wilde zijn Congolese erfenis na zijn dood niet aan zijn drie
dochters overlaten. Dat zou zijn koloniale werk toch maar versplinteren en naar het
buitenland doen verdwijnen. En bovendien leefde hij met twee van hen in onmin.
Daarom trachtte hij de reële omvang van zijn fortuin te verbergen. Leopold vond dat zijn
officiële nalatenschap niet groter hoefde te zijn dan wat hij zelf had geërfd van zijn vader,
15 miljoen. De 3 miljoen die zijn moeder hem naliet, kwamen niet ter sprake.
Meer voorzag Leopold dan ook niet in zijn testament: 15 miljoen, te verdelen onder zijn
drie dochters. Hij minimaliseerde zijn reële bezit en probeerde nog een deel te verbergen
in een geheime stichting in het Duitse Niederfullbach, gespijsd met 25 miljoen aan
meubelen, juwelen en schilderijen en 20 miljoen van Congolese herkomst. De stichting
bleek echter onwettig.
Na een lang aanslepende rechtszaak kregen de drie dochters toch nog een supplementje,
zodat ze samen goed 20 miljoen kregen. Het overgrote deel van Leopolds bezit, vooral
onroerend goed, was echter al weg. Dat had Leopold in 1901 via de zogeheten
Koninklijke Schenking als een schenking onder levenden aan de Belgische staat cadeau
gedaan. Het klopt dus dat de huidige koninklijke familie rechtstreeks niets erfde van
Leopold II, maar door de Schenking ligt de zaak toch iets genuanceerder.
Want Leopold deed de schenking onder voorwaarden: er mocht niets van vervreemd of
aan gewijzigd worden, en vooral: het gebruik ervan zou te allen tijde toekomen aan de
Belgische koninklijke familie.
De Koninklijke Schenking is een unieke instelling met een gigantisch onroerend bezit. Ze
bezit overigens niet alle eigendommen waar de royals vandaag wel eens verwijlen.
Sommige daarvan, zoals het paleis in Brussel en een deel van het kasteel van Laken, zijn
vanouds in staatsbezit. Andere, zoals de domeinen in het Spaanse Motril en het
Limburgse Opgrimbie, zijn privé-eigendom van koningin Fabiola, zoals het buitenverblijf
in het Franse Châteauneuf-de-Grasse het persoonlijke bezit van koning Albert II en
koningin Paola is.
Het bezit van de Koninklijke Schenking wordt vandaag geschat op 450 miljoen euro.
Daarnaast beschikt ze over een portefeuille van 30 miljoen euro voor het onderhoud van
al deze goederen, ze moet namelijk zelfbedruipend zijn.
Maar haar naam mag niet bedriegen. De staat is slechts de naakte eigenaar van al dit
onroerend goed, het vruchtgebruik ligt voor eeuwig bij de koninklijke familie. Dat geldt
in de eerste plaats voor de zogeheten kroongoederen, zoals een deel van het domein van
Laken of de kastelen van Stuyvenberg, Ciergnon, Fenffe en Belvédère.
Een aantal andere bezittingen heeft een publiek doel, zoals de Japanse Toren en het
Chinees Paviljoen in Laken of het Arboretum in Tervuren. De rest, gaande van de
koninklijke gaanderijen in Oostende, tot gronden, golfterreinen, bossen, boerderijen en
kantoorgebouwen her en der, dient alleen om geld op te brengen waarmee de Schenking
haar andere bezittingen onderhoudt.
De jongste jaren eindigde de boekhouding van de Schenking in de rode cijfers. Dat
verklaart waarom ze eind vorig jaar besloot om, tegen de wens van Leopold II in, toch
een stuk van haar bezit te verkopen. Ze verpatste de leegstaande koninklijke villa in
Oostende aan de stad voor 3,8 miljoen euro, die het gebouw in concessie zal geven als
revalidatieoord voor kankerpatiënten.
Het beheer van al dit koninklijke bezit kost de staat inderdaad niets, maar de koninklijke
familie beschikt ermee wel over een riant onroerend patrimonium dat haar evenmin een
cent kost. En toen prins Laurent in 1993 het ouderlijke huis verliet, kocht de Schenking
voor hem de Villa Clémentine in Tervuren, waar de prins gratis mag wonen.
Het is dan ook niet onlogisch om de eigendommen van de Schenking wel degelijk tot het
feitelijke bezit van de koninklijke familie te rekenen, al heeft ze de eigendomstitels niet
in haar kluis liggen. De Schenking heeft haar zetel op het paleis van Brussel en
hofdignitarissen hebben een dikke vinger in de pap bij het beheer ervan. Zo lijkt ze meer
op een patrimoniumvennootschap dan op een staatsinstelling.
Dat de Stichting veeleer het belang van de koninklijke familie dan het publieke belang
dient, bleek niet alleen uit de aankoop van Laurents villa. De verkoop van de koninklijke
villa in Oostende was louter een commerciële operatie, die via een bieding zoveel
mogelijk geld moest opbrengen. Dat de villa dan toch een sociale functie krijgt, is niet te
danken aan de generositeit van de Stichting, wel aan de Oostendse belastingbetaler en aan
de Nationale Loterij, die de renovatie helpt te financieren.
Het lot van het kasteel Hertoginnendal in Oudergem illustreert evenzeer dat de
koninklijke familie Leopolds erfenis wel degelijk als de hare beschouwt. Het kasteel
komt niet uit Leopolds nalatenschap. De Schenking heeft het achteraf van derden geërfd.
Vandaag is het kasteel het enige van de kroongoederen dat niet door de koninklijke
familie, maar door de regering wordt gebruikt, bijvoorbeeld als vergaderplaats of
gastenverblijf.
Juristen vragen zich wel eens af aan wie al dit bezit toekomt, mocht ooit de monarchie
worden afgeschaft of wanneer België zou ophouden te bestaan.
http://users.telenet.be/johanenleen-six/weetjes/leopoldII.htm
top related