landgenoten lente 2008
Post on 09-Mar-2016
244 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
landgenotenmagazine voor boer en buiten lente 2008 | 13
+ Aquacultuur, Noël Devisch, landbouweducatie, wkk en veel meer
www.vilt.be
janu
ari-f
ebru
ari-m
aart
| kw
arta
al 1
| G
ent
X | P
5092
85
Lies Martensruilt tv-studio
voor rozenserre
Je bedrijf in cijfers‘Investeren in
boekhouding loont’
Wie gokt meeop de graanprijs?DOSSIER
termijnmarkten
Surf naar www.myT6000.com
NEW HOLLAND TOP SERVICE 00800 64 111 11124u/7d bijstand en info
MEER PRODUCTIVITEIT EN VERMOGENTWEE TOPKLASSE TRANSMISSIES MET DE KENMERKEN VAN DE BEKROONDET7000-TRACTOR. MAAK UW KEUZE TUSSEN DE STANDAARD 40 KM/UUR “ECO” OF DE OPTIONELE “DIRECT DRIVE” 50 KM/UUR UITVOERING*.*volgens de wetgeving en specificatie in uw land
T6OOO. NIEUWE RANGE COMMAND™ EN POWER COMMAND™ MODELLEN
BLIJVEND LEIDERSCHAP
MAXIMALE VEELZIJDIGHEIDDe uitzonderlijke gewicht/vermogen verhouding en de Power Boost met tot 34 pk extra voor aftakastoepassingen en transport, maken de T6000 Range Command™en Power Command™ tractoren geschikt voor elke toepassing.ULTIEM COMFORTEersteklas panoramisch zicht is standaard in de Horizon™ cabine,net zoals de 2-traps Comfort Ride™ cabinevering.BEWEZEN KWALITEIT EN BETROUWBAARHEIDGeavanceerde engineering en productieprocessen in onze UK-fabriek worden ondersteund door meer dan 27.000 uren veldtests verspreid over twee continenten.Vier zescilindermodellen van 115 tot 155 pk (149 tot max. 178 pk met Engine Power Management)
btsa
dv.c
omN
ew H
olla
nd
ver
kies
t
-sm
eerm
idd
elen
Gratis oproep vanaf een vaste lijn. Bij mobiel bellen, informeer bij uw provider of uw oproepzal worden aangerekend. Alternatief nummer: 02 2006116
3
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Inge Jooris, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.
in dit nummer
06 focus termijnmarkten Werking van de wereldhandel in graan.
Wat is de impact op de voedselprijzen
en op jouw inkomen?
12 ondernemer van nature Johan Watté uit Zwalm legt uit hoe een
bedrijfseconomische boekhouding zich
vlot terugverdient.
18 uit de provincie Aquacultuur in Oost-Vlaanderen.
De mogelijkheden van zilte groenten en
tilapiakweek in tomatenkassen.
24 frontaal Energie produceren als tuinder:
zinvol of de hype voorbij?
en verder ...
04 koetjes & kalfjes14 burenbabbel16 biechtstoel19 hallo Brussel 20 buitenlander22 ten huize van 27 mijn gedacht
14
12
06Aanvankelijk waren ook wij euforisch.
‘Voedselprijzen geven boeren zelfvertrou-
wen’, kopte De Standaard nog in augustus
vorig jaar. Ondertussen is het al lang duide-
lijk dat er een keerzijde is aan de medaille.
Tijdens een actie tegen de lage vleesprijzen
aan de veemarkt in Anderlecht stopte een
West-Vlaamse varkenshandelaar me in café
La Tourelle een papiertje in de handen. ‘Hier
zie juffrouwtje’, zei hij, ‘dit kost het om een
varken op te kweken en hier onderaan zie je
wat de boer er nog voor krijgt.’ Een tekort
van 32 euro per varken leerde zijn bereke-
ning me.
Voor jullie is het dan ook wraakroepend
dat de prijzen in de winkel stijgen, terwijl je
als boer steeds minder krijgt. ‘De mensen
komen op straat voor koopkrachtverho-
ging, maar het enige wat wij als veehouders
vragen, is koopkracht’, verwoordde één
van de actievoerende boeren het treffend.
Landbouworganisaties pleiten voor meer
prijstransparantie in de voedselketen en
hun vraag is terecht. Wat veroorzaakt prijs-
stijgingen? Wat zijn de verwachtingen voor
de toekomst? Wie neemt welke marges?
In dit nummer proberen wij alvast één as-
pect van de stijgende graanprijzen bloot
te leggen: de rol van termijnmarkten en
speculatie. Daarnaast vuurden we op af-
scheid nemend Boerenbondvoorzitter Noël
Devisch voor een laatste maal een aantal
prangende vragen af. Voormalig
tv-presentatrice Lies Martens
– en bovendien kersverse ei-
genares van een bloemen-
zaak – troonden we mee
naar een rozenkwekerij.
Benieuwd of zij onder de
indruk is van zoveel vak-
manschap!
Griet Lemaire
Hoofdredacteur
Beste
landgenoten
22
4
‘10.000 grondstalen met veel minder nitraatvervuiling dan het jaar voordien, dan past lof voor de landbouwers’
Ben je eigenaar van rest- of braakgronden? En hou je wel van kleurrijke bloemen in het land-
schap? Voor het tweede jaar op rij deelt de provincie Limburg gratis bloemenzaad uit aan zijn
inwoners. Naast een lust voor het oog, zijn deze bloemenweiden ook levensnoodzakelijk voor
bijen. Met een divers en uitgebreid stuifmeelaanbod is de kans groter dat zij de winterrust
overleven. Bijen zijn trouwens van groot belang voor de landbouw: ze produceren honing
en zorgen voor een goede bestuiving van akkerbouwgewassen en heel wat fruitsoorten. In
totaal heeft de provincie Limburg zaad voor 75 hectare bloemenweiden. Vorig jaar was de
voorraad in een mum van tijd uitgeput. Er snel bij
zijn is dus de boodschap!
info Geïnteresseerd om zelf een bloemen weide aan te leggen?
Bel 011 23 74 13 of mail landbouw@limburg.be
Journalist Frans De Smet in een commentaarstuk in Het Nieuwsblad naar aanlei-
ding van het Voortgangsrapport van de Mestbank. 608
koetjes & kalfjes
Bedrijfsleiders leren van bedrijfsleidersLeren van ervaren bedrijfsleiders en van je collega’s: dat is de bedoe-
ling van het AgroCoach-project van het Innovatiesteunpunt. Aan de
hand van getuigenissen van ervaringswerkgroepen, bedrijfsbezoeken
en individueel en collectief advies van experts en ondernemers leer je
omgaan met de specifieke sterkten en zwakten van je bedrijf. In kleine
groepjes wordt er gezocht naar manieren om je bedrijfsorganisatie
beter te structureren, je personeelsbeleid efficiënter te organiseren en
een meer commerciële aanpak te ontwikkelen. Voor een nieuwe reeks
van bijeenkomsten is het Innovatiesteunpunt nog op zoek naar geïn-
teresseerde landbouwbedrijven. Voorwaarde is wel dat je voldoende
openheid aan de dag weet te leggen over je bedrijfsvoering.
info www.agrocoach.be
Over bloemetjes & bijtjes
Love is in the air!Groot of net iets kleiner, slank of eerder stevig, jong
of minder jong? Voor Dina maakt het niets uit. De
dartele ‘Boer zkt vrouw’-presentatrice hielp in het
verleden al menige boer(in) aan de man/vrouw. In
een vierde reeks, die in het najaar op antenne gaat,
wijdt ze zich lustig verder aan deze nobele taak. Ben
jij een vrijgezelle boer of boerin, die houdt van een
uitdaging of ken je zo iemand? Neem dan als de blik-
sem contact op met vtm. De grote liefde kunnen we
je niet meteen beloven, maar een paar weken de hort
op met Dina ... wij zouden alvast niet passen!
info 02 702 30 80 of boerzktvrouw@vtm.be
Al 3 jaar werken de provincies Oost- en West-Vlaanderen samen met het
Nederlandse Zeeland aan de opwaardering van het landschap. Landbou-
wers worden daarbij heel nauw betrokken. De integratie van landbouw-
bedrijven met het omliggende landschap is één van de
aandachtspunten. Daarnaast wordt het landschap ook
verfraaid met aandacht voor regiospecifieke kenmerken.
Nu het Interreg-project bijna is afgelopen, is er een rijk
geïllustreerde brochure klaar. Inspiratie om zelf een
steentje bij te dragen aan een mooi landschap vind je
er in overvloed.
info Voor een gratis exemplaar bel 09 267 86 79 of mail landbouw@oost-vlaanderen.be of www.oost-vlaanderen.be/landbouw
Land(schaps-) bouwers
Van paard tot pk’sVoor de komst van de tractor, de maaidorser en de bietenrooier was paardenkracht
nog echt paardenkracht en maakten vele handen het werk licht. Om iedere Belg te
voorzien van zijn dagelijks brood, was veel volk nodig op de akker. Boeren en boerin-
nen waren lijfelijk in de weer om landbouwgewassen aan de aarde te onttrekken.
Maar de voortschrijdende mechanisering van de landbouw veranderde de boeren-
stiel tot in haar diepste vezels: van een kleinschalige landelijke activiteit, gebaseerd
op handenarbeid naar een grensoverschrij-
dende industriële bedrijvigheid. De dvd
AgriCulturen met een selectie van twaalf
films uit de periode 1920-1970, brengt
deze evolutie prachtig in beeld.
WIN! Stuur je naam en adres
met vermelding AgriCulturen naar
info@landgenoten.be en maak
kans op één van de 10 gratis
exemplaren
info www.filmarchief.be/dvd
608 Dat is het aantal nieuwe boeren en tuinders die in 2006 van start gingen. Hiervan begonnen acht op de tien als zelfstandige en twee op de tien als hoofd van een vennootschap. 2005 kende 494 star-ters en in 2004 werden er 573 geteld.
info Landbouw in zakformaat, www.vlaanderen.be/landbouw doorklikken op publicaties, 02 552 78 40 Poll
Aantal stemmen: 429
Zelf een stem uitbrengen? Elke week vind je een nieuwe poll op www.vilt.be.
neeja12,6%87,4%
50 jaar landbouw & voeding
In Brussel kun je nog tot eind april naar de gratis
tentoonstelling ‘Supermarkt Europa.’ Je krijgt er
aan de hand van 50 producten in winkelrekken
een terugblik op de evolutie die landbouw en
voeding hebben doorgemaakt sinds het verdrag
van Rome 50 jaar geleden werd ondertekend. De
prestigieuze expo is een initiatief van het Beleids-
domein Landbouw en Visserij uit Vlaanderen en
het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsel-
kwaliteit uit Nederland, uitgevoerd door het Cen-
trum Agrarische Geschiedenis (cag) uit Leuven.
info www.supermarkt-europa.com
1+1=3Samenwerking kan tot prachtige resul-
taten leiden. Toch geldt ook hier de oude
boerenwijsheid ‘bezint eer ge begint’. Het
Vlaamse Innovatiesteunpunt bundelde de
krachten met de Fédération wallonne de l’
Agriculture (fwa) en samen maakten ze een brochure vol
met praktijkvoorbeelden en handige tips. Waar zitten de valkuilen
en succesfactoren als bedrijfsleiders gaan samenwerken? Waar
moeten ze op letten? Wat zeker opvalt in de reportages, is dat elke
samenwerkingsvorm uniek is. Elke situatie is anders, de betrokken
boeren hebben verschillende achtergronden en persoonlijkhe-
den, het doel van de samenwerking is anders ... Hét recept voor
succesvolle samenwerking krijg je dus niet hapklaar op je bord,
wel een heleboel suggesties en inspiratie.
WIN één van de tien brochures! Stuur je naam en adres naar
info@landgenoten.be met de vermelding ‘Samenwerking’
info www.innovatiesteunpunt.be
Treft de supermarkt-ketens schuld aan de huidige crisis in de veehouderij?
De stijging van de graanprijs is al verschillende maanden belang-
rijk financieel nieuws. Maar hoe komt die stijging – op de fysieke
en op de termijnmarkt – tot stand? Hoe slagen beleggers erin om
mee te genieten van die prijsverhoging? En wat is de impact van
die speculatie op de voeder- en voedselprijzen?
a uitvoerig onderzoek zijn onze land-
bouweconomen het erover eens: we
mogen ervan uitgaan dat de stijging
van de graanprijs structureel is. Te-
gelijk verwacht men om verschillende redenen
dat de prijs wel minder standvastig wordt. Ten
eerste zijn de stockvoorraden afgebouwd (tot
minder dan twee maanden gerekend aan de hui-
dige wereldconsumptie). Ten tweede verdwijnt
het flankerend landbouwbeleid zoals Europa dat
in het verleden heeft gevoerd. Samen met andere
factoren zoals de globalisering, zorgt dat ervoor
dat de impact van internationale termijnmarkten
– en alle schommelingen die dat voor het land-
bouwinkomen met zich meebrengt – verder zal
toenemen.
Principe en grote spelersMaar hoe werkt een termijnmarkt nu precies? Ter-
wijl op de fysieke markt klassieke leveringscon-
tracten worden afgesloten, zijn termijnmarkten
plaatsen waar handelaars contracten afsluiten om
een product op een vaste datum tegen een vooraf
bepaalde prijs af te nemen. Is de dagprijs op de
afrekendatum lager dan de eerder afgesproken
aankoopprijs (bv. 180 euro voor een ton graan in
plaats van de afgesproken 200 euro), dan boek
je verlies en vice versa. Het voordeel van dit sys-
teem is dat zowel afnemers als leveranciers zich
op die manier kunnen indekken tegen al te grote
prijsschommelingen.
Vandaag zijn de termijnmarkten – zowel voor
landbouw als voor andere sectoren – echter bij
focus termijnmarkten6
N
Werking & impact van de wereldhandel in graan
Van termijnmarkttot speculatie
7
Hoe duurzaam is speculeren op landbouwproducten?‘De landbouw belooft een van de groeisectoren te
worden voor de komende jaren. Voedselschaars-
te en de vraag naar duurzame energie gelden als
de voornaamste promotoren. Wat schaars is
wordt duur betaald en de prijsstijgingen lijken
nog te worden gestimuleerd door concentratie-
bewegingen in de voedings- en distributiesector.
Wat schaars is kan ook op belangstelling van be-
leggers rekenen. Maatschappelijk verantwoor-
delijke beleggers trachten hierin selectief te zijn.
Op die manier gebruiken ze beleggen als instru-
ment om de agrarische sector tot een duurza-
mere landbouw en een eerlijkere voedselverde-
ling aan te zetten. Maar aan beleggen kunnen ook
minder mooie kanten vasthangen. Waar bijvoor-
beeld de termijnmarkt voor landbouwproducten
aanvankelijk een ondersteunend, sociaal oog-
merk had, kan ze verworden tot een puur specu-
latief instrument. Beleggers kan je natuurlijk hun
winsten niet ontzeggen. Maar van grote lange-
termijnbeleggers zoals pensioenfondsen wordt
meer verwacht. In hoeverre werken ze stabilise-
rend en verankerend op de markten en dienen ze
duurzame maatschappelijke doelen?’
uitstek het terrein van de grote marktspelers, die
voornamelijk geïnteresseerd zijn in het uitbuiten
van prijsverschillen. In de praktijk leiden de ter-
mijnafspraken dan ook maar uiterst zelden tot
fysieke leveringen. Dat betekent overigens niet
dat er loze beloften kunnen worden gemaakt. Wie
een contract afsluit moet vooraf een aanzienlijke
waarborg neerleggen, wat voor kleine spelers
(land- en tuinbouwers, en nu zelfs in toenemende
mate voor heel wat Belgische veevoederfirma’s)
niet evident is.
Van Chicago naar VlaanderenVlaanderen heeft geen traditie op het vlak van
agrarische termijnmarkten (zie ook kader). Ne-
derland heeft lang termijnmarkten voor slacht-
varkens, mestbiggen en later aardappelen gehad,
maar om meer marktdeelnemers te hebben, zijn
die intussen gefusioneerd met de termijnmarkt
van Hannover. Voor de evolutie van de graanprijs
is de belangrijkste termijnmarkt echter de Chicago
Board of Trade. Daar komt sinds jaar en dag vraag
en aanbod van de wereldwijde grondstofstromen
samen. Daar is het dat het afgelopen jaar de vraag
naar tarwe zo groot werd dat de prijs uiteindelijk
verdubbelde.
De evolutie van de graanprijs op de wereld-
markt heeft traditioneel een stevige impact op
de verschillende subsectoren van de landbouw.
Samen met de graanprijs gaat ook de waarde
van andere gewassen in Vlaanderen en daarbui-
ten omhoog. Het is daarom geen toeval dat er
dit seizoen ook voor groentecontracten hogere
prijzen werden bedongen. Maar na de hoerastem-
ming over de historische ommekeer en het her-
wonnen belang van landbouwproducten, doken
zoals verwacht ook negatieve geluiden op. In de
veehouderij lopen de voederkosten dramatisch
op. En als alle marktpartijen zich aan de nieuwe
situatie hebben aangepast, blijkt dat de hogere
voedselprijzen niet automatisch grotere marges
voor de boer opleveren.
Beleggers profiteren meeDe fors gestegen graanprijs is in de financiële we-
reld zeker niet onopgemerkt gebleven. Fondsbe-
heerders, verzekeraars en andere grote beleggers
proberen gretig een graantje mee te pikken van de
landbouwhausse. Speculatie op de termijnmarkt
van landbouwproducten is een manier geworden
om het rendement van beleggingsfondsen op te
krikken. Zo is er vorig jaar op de Franse termijn-
markt voor landbouwproducten vier keer de vol-
ledige Franse graanproductie verhandeld. En ook
tijdens de internationale beurscrisis van eind ja-
nuari bleek de impact van speculatie. Toen deelde
de agrarische termijnmarkt mee in de klappen,
omdat investeerders hun eerder behaalde winst
terugtrokken uit de graanmarkt als compensatie
voor hun verliezen in aandelen.
Een ander opmerkelijk fenomeen is dat de toe-
gang tot die termijnmarkt via indexfondsen voor
landbouwproducten ook voor particulieren is
vrijgemaakt. Onder meer Euronext Amsterdam
introduceerde een nieuw beleggingsproduct voor
kleine beleggers die de landbouwstrategie van de
grote beleggers willen kopiëren. Die zogenaamde
Exchange Traded Commodities (etc’s) kunnen
net als aandelen dagelijks gekocht en verkocht
worden via een gewone beleggersrekening. De
waarde van de etc’s volgt automatisch via een in-
dexsysteem die van grondstoffen zoals maïs, soja,
suiker of graan op de beurs van Chicago. Ook ing
lanceerde begin dit jaar een dergelijk beleggings-
product, waardoor dus geld van de particuliere
belegger naar de agrarische termijnmarkt vloeit.
Ook voor Jan met de petDaarnaast blijken ook klassieke aandelen uit de
agrovoedingssector erg populair. De bekende
Belgische vermogensbeheerder Petercam bracht
in januari een nieuw beleggingsfonds op de markt
dat specifiek op de prijsstijgingen van de land-
bouwproducten is afgestemd. Het fonds speelt
niet in op de termijnmarkt maar bundelt een
50-tal aandelen van landbouwgerelateerde bedrij-
ven, zoals producenten van landbouwmachines
en meststoffen. Volgens Petercam is de huidige
situatie van de landbouw vergelijkbaar met die
van de energiesector in 2004, wat meteen ook
de reden is waarom het bedrijf wil inspelen op de
Afnemers en l everanciers dekken
zich in tegen prijsschommelingen
Herwig Peeters, directeur van Forum Ethibel, het adviesbureau voor duurzaam en ethisch beleggen.
8 focus termijnmarkten
langdurige groei die het voor de agrarische sector
voorspelt.
Hoewel de meeste sectoren graag door beleg-
gers worden ontdekt, leeft in landbouwmiddens
de vrees dat de agrarische termijnmarkt door die
speculatie kwetsbaar wordt. Dat als de speculan-
ten een ander speeltje vinden, zij de graanprijs
kunnen kelderen. Nu klopt het inderdaad dat
fondsen alsmaar meer graanvolumes opkopen in
de veronderstelling dat de prijs hoe dan ook zal
stijgen. En hoe schaarser het aanbod, hoe sterker
de positie van die fondsen. Maar anderzijds be-
paalt het beurssysteem dat men altijd voldoende
leveringspunten moet voorzien, zodat het te al-
len tijde mogelijk is om tarwe effectief te leveren
tegen termijncontracten. Speculatie kan dus wel
mee de prijs opdrijven, maar kan nooit tot tekor-
ten leiden. Bovendien zijn er nog veel andere fac-
toren die waarschijnlijk een veel grotere impact
op de evolutie van de voedselprijs uitoefenen.
Spannende thrillerZo spreekt het vanzelf dat de groei van de wereld-
bevolking directe gevolgen heeft op de vraag naar
landbouwproducten. De enorme verstedelijking
in China en andere landen veroorzaakt een dubbel
effect. Stadbewoners eten meer vlees en zuivel,
en tegelijk slokt die verstedelijking landbouw-
grond op en leidt ze tot verwoestijning. Verder is
er natuurlijk ook de opkomst van biobrandstoffen.
Maar er zijn evengoed factoren die het aanbod
kunnen opdrijven. Hoeveel landbouwers zullen
overschakelen op graan? Krijgen we een goede
of een slechte graanoogst? En voor de Europese
markt: hoelang kan de eu de invoer van genetisch
gemodificeerde maïs blijven weigeren? Of kiest
Europa voor een importverbod van vlees dat met
ggo-graan geproduceerd is? Er lijken weinig ze-
kerheden, behalve dat de evolutie van de graan-
prijs een spannende thriller belooft te blijven.
De Vlaming en termijnmarkten
Niet toevallig werden ook voor
groentecontracten hogere prijzen bedongen
In Vlaanderen zijn we minder vertrouwd met termijnmarkten dan onze noorderburen. Volgens Fran-
cois Huyghe, landbouweconoom bij Boerenbond, stond voornamelijk de contractteelt de oprichting
van een agrarische termijnmarkt in onze contreien in de weg. ‘In Nederland is de termijnmarkt er
in een ver verleden gekomen op vraag van de vleesverwerkende industrie, die zich wilde indekken
tegen al te grote prijsschommelingen. Bij ons had je toen al veel contracten in de varkenshouderij,
waardoor het potentieel aanbod op de termijnmarkt veel te klein was om die markt in leven te hou-
den. Omwille van een te klein aanbod zijn intussen alle Nederlandse termijnmarkten gefusioneerd
met Hannover. Wat niet eens een slechte zaak is: een goed werkende termijnmarkt staat of valt nu
eenmaal met een voldoende groot aanbod en aantal spelers.’
9
Hoe zijn jullie actief op de graanmarkt?De divisie veevoeding van Aveve koopt per jaar
850.000 ton grondstoffen aan. Het spreekt van-
zelf dat we daar veel aandacht aan besteden, ze-
ker als je weet dat onze kostprijs voor 80 procent
door grondstoffen wordt bepaald. Ik ben een van
de twee aankopers die hier in Merksem iedere
dag de grondstoffenmarkt opvolgen. Ik ben ver-
antwoordelijk voor alle granen en daarvoor rich-
ten we ons sinds jaar en dag vooral op de fysieke
markt. Maar sinds de graanprijs, intussen al een
jaar of twee, niet meer constant is, begeven we
ons ook meer en meer op termijnmarkten.
Op welke termijnmarkten zitten jullie en waarom?Voor granen beperkt onze activiteit zich bijna
uitsluitend tot de Franse termijnmarkt Matif, en
in uitzonderlijke gevallen de Chicago Board of
Trade. De Matif is nog altijd het centrum voor
Europese graanleveringen, al beïnvloeden de
Amerikaanse en Europese markt elkaar alsmaar
sterker. Ook vandaag kopen wij nog altijd vooral
op de fysieke markt. De termijnmarkt beschouw
ik enerzijds als informatiebron waardoor je de
markt beter kunt volgen en anderzijds als instru-
ment om je in te dekken tegen te grote prijsstij-
gingen.
Waarom blijft de fysieke markt het interessantst?Omdat we echt de goederen willen verwer-
ven. Het is niet onze bedoeling om winst te
maken door speculatie. We proberen ons
wel in te dekken door bij fysieke verkopen
door boeren of lokale graanhandelaren op
een hoogtepunt van de fysieke markt naar
de termijnmarkt te gaan en omgekeerd.
Dat is een vorm van risicobeheersing,
een manier om te grote schommelingen
uit te vlakken. Maar aan risicobeheer-
sing hangt ook een prijskaartje vast.
De intresten op de bedragen die je op
de termijnmarkt als borg moet geven,
lopen op.
Zijn termijnmarkten ook voor de boer een nuttig instrument?Ik zie boeren niet meteen zelf op de
Weinig Vlamingen zijn even vertrouwd met de graanmarkt als
Annick Verbist. Als aankoper voor veevoederfabrikant Aveve volgt
ze iedere dag de recentste marktevoluties op. Hoe ziet zij het sys-
teem van termijnmarkten? Hoe zal de graanmarkt volgens haar
evolueren, en voor welke valkuilen moeten we opletten?
Met de neus
op de cijfers
naam + leeftijd: Annick Verbist, 40diploma: licentiaat in de toege-paste economische wetenschappen functie: aankoper grond-stoffen bij Aveve Veevoeding
Waarom je als boer
niet indekken?
10 focus termijnmarkten
termijnmarkt actief worden. Een mini mumlot is 50
ton, je verhandelt dus zo’n 10 hectare per keer. En
de borgen zijn aanzienlijk. Maar een termijnmarkt
is ook voor de boer een handig instrument om
de markt te volgen en om aan risicobeheersing
te doen. Waarom zouden akkerbouwers bijvoor-
beeld geen deel van hun oogst op voorhand tegen
een bepaalde prijs aan een handelaar verkopen?
Die mentaliteit leeft nog niet, maar je dekt je in
tegen een terugval van de graanprijs. Dat we mo-
menteel een structurele stijging beleven wil niet
zeggen dat de prijs bij een goede oogst niet zal da-
len. Als boer verdien je dan misschien niet maxi-
maal, maar het gaat erom dat je niet maximaal
kunt verliezen. Ik wil hier wel nog even zeggen
dat de prijs die we op de fysieke markt betalen de
Matif-prijs wel volgt, maar dat die daar quasi altijd
iets onder ligt. Dat komt onder meer doordat de
Matif-prijs gebaseerd is op andere leveringsvoor-
waarden en op hoogwaardige kwaliteitstarwe.
Daarbij komt nog dat dit prijsverschil op zich ook
meer en meer schommelt.
Hoe groot is volgens u de impact van spe-culatie op de graanprijs?Op de Matif wordt er nog vrij weinig gespecu-
leerd, maar uit de cijfers van Chicago blijkt dat
deze week voor tarwe minder dan de helft van
de openstaande contracten in handen is van niet-
speculanten. Dat cijfer kan uiteraard van week tot
week verschillen en de voornaamste vraag blijft
in welke mate die speculatie de prijs beïnvloedt.
Volgens mij volgt de termijnmarkt over een lan-
gere periode altijd de fysieke markt. Speculatie
versterkt vooral de pieken en de dalen. Heel wat
beleggers baseren zich op een technische analyse,
ze focussen op marktschommelingen en houden
nauwelijks rekening met een fundamentele ana-
lyse van de markt, die nagaat of er echt een fysie-
ke schaarste dreigt. Daardoor is het theoretisch
mogelijk dat er een speculatiebubbel ontstaat die
plots kan instorten. De kans dat zoiets gebeurt, is
erg klein, maar anders dan bij de termijnmarkt van
aandelen staat er vooralsnog geen instelling als
de centrale bank klaar om in te grijpen.
Hoe kijkt u vanuit uw ervaring naar het strikte Europese ggo-beleid?Persoonlijk vind ik het merkwaardig dat de goed-
keuring van ggo-variëteiten voor maïs trager loopt
dan die voor soja. Zouden die zo verschillend voor
de volksgezondheid zijn? Het prijsverschil tussen
de niet door de eu toegelaten maïs en Europese
maïs schommelt sterk: in september bedroeg het
100 euro per ton, vandaag is het ‘maar’ 20 euro.
Toch lijkt een verbod op termijn moeilijk houd-
baar. Onze varkens- en kippensector dreigen zich
uit de markt te prijzen. Distributieketens weren
via lastenboeken ook de door de eu toegelaten
ggo-sojaproducten uit ons diervoeder, maar ze
verkopen wel Braziliaanse kippen die goedkoper
zijn omdat ze daarvoor die eisen niet opleggen.
Bovendien worden ggo-vrije voeders steeds
duurder naarmate ggo’s wereldwijd de boven-
hand nemen.
Hoe verwacht u tot slot dat de graanprijs zal evolueren?Dat is erg moeilijk in te schatten. We weten dat de
prijs structureel iets hoger zal blijven door facto-
ren zoals de groei van de wereldbevolking en de
verstedelijking. Daarnaast is er de opkomst van
de ethanolindustrie, al valt het nog af te wach-
ten hoe die sector zich verder ontwikkelt. Maar
ook de invloed van conjuncturele factoren blijft
erg groot. We hebben twee jaar na elkaar op we-
reldvlak een slechte oogst gehad, maar wat zal er
gebeuren bij een goede oogst? In die zin sluit ik
een lichte daling van de graanprijzen niet uit. De
graanmarkt is een wereldgebeuren geworden en
dat betekent dat nog meer factoren dan vroeger
de prijs kunnen beïnvloeden.
De invloed van conjunturele factoren
blijft groot
11
12
Bedrijfseconomische boekhouding
Volgens Johan Watté kun je niet
zonder bedrijfsecono mische
boekhouding, als je echt wil
weten hoe je bedrijf boert.
‘Het geld en de tijd die je erin
steekt, verdien je volgens mij
makkelijk terug.’ Bovendien
zijn er subsidies voorhanden,
binnen het nieuwe bedrijf-
adviessysteem (bas – zie
kader).
ohan Watté nam in 2000 de helft van het
ouderlijke bedrijf over, als vierde gene-
ratie op het familiebedrijf in Zwalm. Hij
bouwde de akkerbouw- en vleesveeac-
tiviteiten verder uit. De ervaring die hij
had opgedaan als vertegenwoordiger in een zaai-
zaadbedrijf, gebruikte hij om zijn landbouwactivi-
teiten te combineren met een eigen zaaizaad- en
loonsproeibedrijf. ‘Door die activiteiten was ik al
vertrouwd met een gedetailleerde boekhouding,
dus deed ik meteen hetzelfde voor het landbouw-
bedrijf.’ Het melkvee werd afgebouwd omdat
het niet meer paste in de bedrijfsstructuur. Johan
heeft nu zo’n 200 witblauwe dieren op stal en
zijn bedrijf behoort met teelten als wintertarwe,
aardappelen, cichorei, suikerbieten, silomaïs,
korrelmaïs, en groenten (erwten, bonen, spina-
zie, rapen, wortelen), tot de grotere bedrijven in
de regio.
Tractor in perspectief‘Als je echt wil weten wat er gebeurt in je bedrijf
kun je volgens mij gewoon niet zonder boekhou-
ding. Ik wil weten hoeveel mijn meststoffen, mijn
gewasbescherming of mijn loonwerk mij per
hectare kosten. Met een boekhouding kun je ook
mogelijke investeringen in het perspectief van je
eigen bedrijf bekijken. Een trekker of een loods
lijkt erg duur, maar als je weet hoeveel die trekker
je per uur kost, of per kilogram aardappelen, is
dat bedrag al veel minder groot. Met een boek-
houding weet je echt of een investering rendabel
is.’ En zo kan Johan nog vele voorbeelden geven.
‘Vroeger waren wij in het voorjaar vaak een paar
weken te laat klaar met ons werk. Dat kostte ons,
zo bleek, zo’n 500 euro per hectare. Als dat jaar
na jaar op verscheidene hectaren voorvalt, dan
heb je een extra trekker snel terugverdiend.’
Ook de sterktes en zwaktes van je bedrijf
blijken glashelder uit een bedrijfseconomische
J
ondernemer van nature
naam + leeftijd: Johan Watté, 40woonplaats: Zwalmonderneming: Gesloten vleesveebe-drijf, witblauw, 100-tal
kalvingen per jaar Akkerbouw en tuinbouw
Met een boekhouding weet je of een investering echt loont
Je bedrijf in cijfers
boekhouding. ‘Je gevoel komt niet altijd overeen
met de werkelijkheid van de cijfers. Het gebeurt
regelmatig dat teelten in de boekhouding beter of
slechter meevallen dan ik had gedacht. Cichorei
bijvoorbeeld brengt meer op dan ik soms denk.
Na een aantal jaar zie je ook heel duidelijk wat je
sterke en je zwakke punten zijn. En daar moet je
je conclusies uit durven trekken.’ Een slecht jaar
hoeft echter geen ramp te zijn. In je boekhouding
kun je immers nagaan of die tak de vorige jaren
wel goed draaide.
Openstaan voor adviesJohan is voorts overtuigd van de waarde van
deskundig advies. ‘De boekhouding invullen kost
mij een dag of vier in december. Een consultant
kijkt alles na, maar ik laat ook iemand komen
om met mij de resultaten te bespreken. Volgens
mij loont dat zeker. Een buitenstaander ziet vaak
dingen waar je zelf over kijkt. Je moet natuurlijk
openstaan voor verandering en verbetering. We
hebben dat altijd zo gedaan, dat is echt larie.’ De
meeste adviesdiensten kunnen je bedrijfsresulta-
ten overigens ook vergelijken met gemiddelden
van andere bedrijven.
Starters hebben nog meer dan anderen baat bij
een goeie boekhouding en advisering. ‘De eerste
jaren investeer je vaak zoveel dat je het gevoel
krijgt dat je niks verdient. In je boekhouding kun
je tenminste zien hoeveel je gewassen en je die-
ren hebben opgebracht en welk gedeelte daarvan
je opnieuw hebt geïnvesteerd in je bedrijf.’ Nog
een voordeel is de goodwill die je creëert bij de
banken. ‘Als ze je boekhouding zien, weten ze
meteen in welk bedrijf ze hun geld steken. Zo ben
ik onlangs naar een andere dan mijn vertrouwde
bank gestapt, en heb ik zonder problemen een
lening gekregen.’
13
Bedrijfseconomische boekhouding
Sinds kort kun je als landbouwer of tuinder ge-
bruik maken van het Bedrijfsadviessysteem
(bas). Als je je uitgebreid laat adviseren door
een erkende instelling, dan kun je tot 80% van
de kosten terugkrijgen, met een maximum van
1500 euro.
Het Bedrijfsadviessysteem bestaat uit vijf mo-
dules. Drie daarvan komen overeen met de rand-
voorwaarden die gelden in het kader van de be-
drijfstoeslag. Als je je laat adviseren, kom je te
weten in hoeverre je in orde bent met de rand-
voorwaarden. Zo kun je op tijd ingrijpen om
eventuele sancties te vermijden. Een vierde mo-
dule heeft te maken met arbeidsveiligheid. Een
vijfde omvat de bedrijfseconomische boekhou-
ding, inclusief een aantal milieuparameters. Ook
vermarktingsadvies kan deel uitmaken van het
bedrijfsadvies, maar dat is niet verplicht.
Samengevat bestaat een bedrijfsadvies volgens
het bas uit advies over:
– Module 1: milieu, goede landbouw- en milieu-
conditie (verplicht)
– Module 2: planten- en volksgezondheid (ver-
plicht)
– Module 3: dierengezondheid en dierenwelzijn,
volksgezondheid (verplicht)
– Module 4: arbeidsveiligheid (verplicht)
– Module 5: bedrijfsoptimalisatie
5.1: bedrijfseconomische en milieuparameters
(verplicht)
5.2: vermarktingsadvies (optioneel)
Het is de bedoeling dat je voor het geheel in zee
gaat met één erkende adviesdienst. De erken-
ningen van de adviesdiensten lopen volop, maar
veelal gaat het om de adviesdiensten die al er-
kend zijn om bedrijfsleidings- en milieuadviezen
te geven. Het is belangrijk te weten dat de over-
heid met de inhoud van het advies helemaal niets
doet en ook niet nagaat in hoeverre je het ad-
vies volgt.
De subsidies voor bedrijfsleidingsadvies en
milieuadvies verdwijnen. Lopende overeenkom-
sten blijven gewoon lopen, tenzij je beslist ze stop
te zetten en in de plaats in het bas te stappen.
Meer info www.vlaanderen.be/landbouw/bas
Laat je rendabiliteit berekenenInteresse in een gratis, kwaliteitsvolle be-
drijfseconomische boekhouding? Het Land-
bouwmonitoringsnetwerk van de Vlaamse
overheid is op zoek naar bedrijven die hun
bedrijfsgegevens beschikbaar willen stellen.
Bij het uittekenen van het landbouwbeleid is
het belangrijk om inzicht te hebben in de ge-
volgen van dat beleid voor individuele bedrij-
ven. Daarvoor zijn gedetailleerde gegevens
uit de praktijk van cruciaal belang. De gege-
vens worden natuurlijk anoniem verwerkt.
Het beschikbaar stellen van je cijfermateriaal
levert je heel wat op: je krijgt inzicht in de fi-
nanciële situatie van je bedrijf en in de renda-
biliteit van elke bedrijfstak. Bovendien kost
het je geen cent!
Meer info T 02 552 78 20 of an.vandenbossche@lv.vlaanderen.be
Subsidie voor bedrijfsadvies
Je bedrijf in cijfers
14
est-Vlaanderen bouwde in het
kader van een Interreg-project
een netwerk van ruim 70 bezoek-
boerderijen uit: ‘Met de klas de boer op’. In 2007
ontvingen die bedrijven ongeveer 14.000 school-
kinderen. Er werd ook een onderzoek uitgevoerd
bij 50 West-Vlaamse scholen. Met Bart Verhaeg-
hen van de provincie overlopen we enkele opval-
lende vaststellingen:
Er is veel bereidheid en enthousiasmeEerste vaststelling: de scholen tonen veel bereid-
heid om de kinderen iets bij te brengen over land-
bouw. ‘Het was fijn om te horen dat elke school
wel iets deed rond het thema. In het algemeen is
de houding ten opzichte van landbouw positief.
En zelfs de leerkrachten die minder positief staan
tegenover de sector, behandelen het thema wel.’
Bereik de leerkrachten Het initiatief blijkt in het algemeen voorname-
lijk van de leerkrachten te komen: de directies
sturen de activiteiten niet echt aan. ‘We moeten
dus beter communiceren met de leerkrachten.
Bijvoorbeeld door het voor directies makkelijker
te maken om informatie door te spelen aan de
leerkrachten.’
Kinderboerderijen hebben een grote aantrekkingskrachtHeel wat scholen trekken geregeld naar de kin-
derboerderij, zeker met de jongste kinderen. ‘Wij
twijfelen niet aan de kwaliteit van de meeste kin-
derboerderijen, maar een echt bedrijf is toch nog
iets anders. Eigenlijk moeten we naar een soort
trajectidee: kleuters leren de dieren kennen op
de kinderboerderij, gaan in de eerste graad naar
een gemengd bedrijf, en later naar een gespeci-
aliseerd bedrijf. Kinderboerderijen en landbou-
wers zouden samenwerkingen kunnen opzetten.
Kinderboerderijen hebben het personeel, de ac-
commodatie, de pedagogische vaardigheid, maar
alleen een echt landbouwbedrijf heeft de realiteit
in zich. Ze zouden elkaar kunnen versterken, maar
het water tussen de twee is vaak nog erg diep.’
Overigens blijkt uit het onderzoek dat scholen
uit de steden vooral naar kinderboerderijen gaan,
en scholen uit landelijke gebieden vaker naar ech-
te bedrijven, omdat ze die in de buurt hebben.
Landelijke scholen hebben dan ook minder nood
aan georganiseerde netwerken van bezoekboer-
derijen.
Prijs en afstand spelen een grote rol Waarom kiezen scholen voor een bepaalde boer-
Landbouw op de schoolbanken
Landbouweducatie is een belangrijk middel om het imago van de
Vlaamse boer en tuinder verder op te krikken. Veelal wordt daar-
bij op de jeugd gemikt. Maar wat vinden leerkrachten en directies
van het aanbod? Hoe vullen zij landbouweducatie in? De provincie
West-Vlaanderen vroeg het hen.
Gemeentelijke basis-school Zuienkerke
Directeur Joël Boussemaere: ‘In een platte-
landsgemeente als de onze zitten er heel wat
kinderen uit boerenmiddens op school. In de
lagere school gaan de kinderen dan ook ge-
regeld een dagje de werkzaamheden volgen
op een landbouwbedrijf. Vaak komt de boer
de kinderen ophalen met de trekker en de kar.
De kinderen die hun klasgenoten op hun be-
drijf mogen ontvangen zijn altijd bijzonder
fier. Meestal gaat het om gemengde bedrij-
ven, zodat er zowel in de stallen als op het
veld dingen te ontdekken zijn. Met kleuters
en met het eerste en tweede leerjaar gaan we
naar de kinderboerderij. Ook dat is leuk.’
‘Door aandacht te besteden aan landbouw
willen we de kinderen respect bijbrengen
voor de landbouw en de natuur en hen doen
beseffen waar hun eten vandaan komt. We
gaan dan ook naar echte boerderijen omdat
die de realiteit tonen.’
W
burenbabbel
15
Vlam zoekt melkveehouders
Vlam lanceert Melk4kids, educatieve projec-
ten om lagereschoolkinderen op een speelse
manier te laten kennismaken met het verhaal
van de zuivel. Dat kan enerzijds in ’t Zuivel-
centrum en anderzijds via een netwerk van
zuivelambassadeurs: melkveehouders die
hun bedrijf openstellen en rondleidingen ge-
ven aan schoolkinderen. Nu al werken 50
melkveehouders mee, maar vlam is op zoek
naar nog een aantal zuivelambassadeurs. Heb
je interesse? Neem dan contact op met Fem-
ke Dierickx van vlam via ambassadeursnet-
werk@vlam.be of T 02 552 81 37.
Het onderwijs moet meer aandacht besteden aan land- en tuinbouw
volledig akkoord (31%)
eerder akkoord (45%)
neutraal (17%)
eerder niet akkoord (6%)
helemaal niet akkoord (1%)
Bron: Imago-onderzoek vilt 2007,
uitgevoerd op 646 Vlamingen
Bezoek op het erf?
Het grote publiek laten kennismaken met de
land- en tuinbouw is van onschatbare waar-
de om het begrip te vergroten. Uit de recent-
ste imago-enquête van vilt (2007) bleek trou-
wens dat die consument zelf vragende partij
is: ruim 8 op de 10 Vlamingen wil dat de land-
bouw het contact met de buitenwereld ver-
sterkt. Om de boeren hierbij te helpen, heeft
de provincie West-Vlaanderen samen met
de lokale afdeling van de Landelijke Gilden
een handboek opgesteld voor het organise-
ren van een landbouwevenement. Het is op-
gevat als een praktische leidraad om eigen
ideeën verder uit te werken. Je krijgt een he-
leboel tips over het afbakenen van een doel-
groep, het uitwerken van activiteiten, maar
ook praktische zaken zoals een verzekering,
promotie en sponsoring komen aan bod. Het
handboek is gratis te downloaden op de web-
site van de provincie West-Vlaanderen.
info www.onthaalopdeboerderij.be/uitleendepot
derij? In de eerste plaats blijkt de prijs doorslag-
gevend, zeker sinds het basisonderwijs gratis
moet zijn. Ook de afstand speelt een rol. ‘Ze gaan
het liefst te voet, met de fiets of laten enkele ou-
ders rijden met de auto, om de prijs te drukken.
Vandaar dat wij proberen om in elke gemeente
een bezoekboerderij te hebben.’
Er is behoefte aan realistische inhoudelijke informatieDe leerkrachten werken ook in de klassen rond
landbouw. ‘Het is alleen jammer dat het verhaal
dat in die lessen wordt geschetst, vaak niet over-
eenstemt met de realiteit. De oudere generatie
vertelt het verhaal van dertig jaar geleden en de
jongeren kennen het gewoon niet. Dat proberen
we op te lossen door bijvoorbeeld nascholingen
te geven aan leerkrachten. Dan zie je de leer-
krachten soms echt hun ogen opentrekken. Voor
het eerst hebben wij nu lesmateriaal gemaakt op
basis van foto’s, die de realiteit tonen. Intussen
zijn er vier pakketten klaar, rond varkensteelt, het
leven van de boer, serreteelt en de dieren op de
boerderij.’
Meer info op www.onthaalopdeboerderij.be/ landbouweducatie
Bart Verhaeghen: ‘De oudere generatie leerkrachten vertelt het verhaal van dertig jaar geleden, de jonge-ren kennen het gewoon niet.’
16
Dirk Lips: U werkte indertijd voor de Euro-pese landbouwcommissaris MacSharry. U kon alle kanten uit. Waarom koos u voor Boerenbond?Noël Devisch: Jan Hinnekens wilde mij erbij. Het
was een van de moeilijkste beslissingen in mijn
leven, maar ik heb er nooit spijt van gehad. Bij
Boerenbond kon ik in de dossiers in de diepte
gaan, maar tegelijk was er het rechtstreekse
contact met de boeren. Als Boerenbond kunnen
we ook echt wegen op het sociaal-economische
beleid van het land.
Wat ziet u als de belangrijkste verwezenlij-king onder uw voorzitterschap?Ik ben blij dat de landbouwstand weer aanvaard
is in de samenleving. Jarenlang werden de boeren
bekeken als vervuilers die alleen geld kostten aan
de maatschappij. Nu mogen de boeren er weer
zijn. Voedsel is terug belangrijk en landbouw mag
weer wat kosten. Dat is natuurlijk niet mijn ver-
dienste, maar Boerenbondinitiatieven zoals de
Plattelandsklassen en de Dag van de Landbouw
hebben er toch een grote rol in gespeeld. Ook het
draagvlak dat de Landelijke Gilden creëren, is niet
te onderschatten.
Wat was de grootste tegenslag?Zonder twijfel de dioxinecrisis. Dat was een vre-
selijk drama: de imagoschade, de gevolgen voor
de export, de instorting van de prijzen ... Tot op
vandaag voelen we de gevolgen. Het is indertijd
ook politiek uitgebuit. Die kippen waren al opge-
geten, dus met volksgezondheid had de heisa niks
te maken. Was het niet in verkiezingstijd gebeurd,
dan was het een heel ander verhaal geweest.
Wat is uw persoonlijke visie op leiding ge-ven aan een organisatie als Boerenbond?Je moet niet denken dat je de wijsheid in pacht
hebt, maar je moet ook meer doen dan vragen
hoe gaan we dit oplossen, want dat verzandt in
oeverloos gepraat. Ik vind dat ik als voorzitter
voorstellen moet lanceren en verdedigen, en ver-
volgens de democratie van vakgroepen en regio’s
zijn werk moet laten doen.
Is er echt sprake van democratie bij Boe-renbond? Zijn het niet vooral de luidste roepers die worden gehoord? Niet ieder-een durft zijn mond opendoen op verga-deringen. Ik denk dat het de best haalbare democratie is.
Voorstellen doorlopen de lokale kringen, de pro-
vinciale vakgroepen en vervolgens de nationale
vakgroepen. Zo krijgen we een goeie doorsnede
van de opinies. Je ontwikkelt standpunten door
erover te praten. Natuurlijk weegt de mening van
de geïnteresseerden door, maar is dat zo slecht?
Het zou slecht zijn als alleen de grote boeren im-
pact hadden of alleen de West-Vlamingen. Nu kan
elke boer die dat wil zijn mening geven.
Wat doet Boerenbond voor zijn zwakste leden, die Boer & Tuinder niet meer le-zen, die niet meer naar vergaderingen ko-men?Op onze zitdagen kan iedereen gratis met kleine
problemen terecht. Maar sommige mensen zit-
ten diep en zijn erg moeilijk te bereiken. Daarvoor
hebben we de vzw Crisis en Armoede opgericht,
die nu is opgegaan in Boeren op een Kruispunt.
Voorts proberen we in onze discussies toch altijd
aandacht te hebben voor de kleine boeren en de
jongeren. Hoewel wij vooral de weg willen tonen
naar groei en specialisatie, zijn we er ook voor
degenen die kleinschalig blijven werken.
Kan een organisatie die meehelpt aan het beleid nog kritisch zijn?Als je buitenstaanders bezig hoort, lijkt de Boe-
Bijna negentien jaar geleden verliet Noël Devisch de Europese
instellingen om bij Boerenbond aan de slag te gaan. Enkele jaren
later werd hij voorzitter. ‘Ik ben nooit een man van het pure buik-
gevoel geweest’, zegt hij zelf. ‘Ik wou eerst weten hoe het zat, het
dossier bestuderen en dan een standpunt verdedigen.’ Na twaalf
jaar voorzitterschap nam hij deze maand afscheid.
biechtstoel
‘De best haalbare democratie’
We voelen tot vandaag de gevolgen van de dioxinecrisis
Win het boek van Noël Devisch
Van Noël Devisch is recent Het boek Waar
is de boer gebleven? Landbouw als can-
vas van de maatschappij verschenen, bij
het Davidsfonds.
Landgenoten geeft 10 exemplaren weg.
Stuur een mail naar info@landgenoten.be
en misschien win je wel!
renbond soms erg machtig. Laat ze ons maar
overschatten (lacht). We zijn inderdaad een be-
leidsorganisatie: we denken mee met de overheid
om tot de beste oplossing te komen. Onze studie-
dienst speelt daarin een belangrijke rol. Die weet
even goed als kabinetten en administraties hoe
de technische dossiers in elkaar zitten. Onze ken-
nis samenleggen, ook met de andere landbouw-
organisaties, vind ik een moderne en productieve
manier van werken. Als je aan de overheid een
alternatief voorstelt dat ook het vooropgestelde
doel dient, gaan ze daar vaak in mee. Maar ik be-
grijp ook dat het soms niet kan. Dan komt echter
wel onze syndicale werking op gang.
Een heel aantal Boerenbondcoöperaties zijn uitgegroeid tot commerciële bedrij-ven. Staat dat de belangen van individue-le leden niet in de weg?De afzetcoöperaties die uit de Boerenbond zijn
ontstaan, leiden inderdaad een onafhankelijk be-
staan met een eigen ledenstructuur en ze doen
het overigens heel goed. We blijven in contact
via ons ‘coöperatief platform’. De bedrijven waar
wij nog zeggenschap over hebben, zoals bijvoor-
beeld Aveve en sbb, blijven werken vanuit de
coöperatieve gedachte. Als er een botsing van
belangen is, kiezen we steeds voor de boer. Bij
kbc kunnen we niet meer rechtstreeks tussen-
komen. Maar ook kbc moet zo efficiënt mogelijk
functioneren en blijft speciale aandacht hebben
voor de agrarische sector.
17
naam: Noël Devisch
woonplaats: Erps-Kwerpsfunctie: Boerenbond-voorzitter 1995-2008
De boeren ondergaan intussen steeds meer de grillen van de wereldmarkt?Europa heeft zijn markt lang kunnen afschermen
van prijsschommelingen, en dus is het nu schrik-
ken. We moeten dan ook dringend aan risicobe-
heersing beginnen denken, tegen droogtes, dier-
ziekten enzovoort. Wat mij nog het meest zorgen
baart, is de concentratie van de handel: een hand-
vol grote bedrijven heeft heel de wereldmarkt in
handen, en dat is gevaarlijk. Europa mag daarom
zijn marktinstrumenten op nul zetten, maar niet
afbouwen. We kunnen ze op een dag nog nodig
hebben. Vrijhandel is hoe dan ook niet geschikt
voor landbouw. In een vrije markt verpletteren de
groten de kleintjes, vooral in de ontwikkelingslan-
den, die ook hun bevolking moeten kunnen voe-
den. Er zou een organisatie of instantie moeten
komen om dat te bufferen.
Hebt u bepaalde dromen of plannen die u nu wil verwezenlijken?Ik ga zeker een computercursus volgen. Nu word
ik erg verwend: zelfs de teksten voor mijn boek
heb ik gedicteerd. Het zal wel aanpassen worden,
maar dat heb ik altijd al goed gekund. Ik blijf na-
tuurlijk wel Boer & Tuinder lezen tot mijn negen-
tigste!
‘De best haalbare democratie’
18
oost Bogemans verdiept zich al jaren in
de zilte teelten, eerst als onderzoeker ver-
bonden aan de vub en nu vanuit zijn eigen
zaadontwikkelingsbedrijf Serra Maris. In
Zeeland en ook in Frankrijk worden zilte
groenten als zeekraal en lamsoren (zeeaster) van
oudsher in het wild gesneden. Na jaren onderzoek
slaagde Bogemans erin om van die wilde teelten
cultuurgewassen te maken. Joost Bogemans: ‘Een
aantal boeren in Zeeland teelt nu al een tijdje zee-
kraal en lamsoren voor de horeca. Als je daar een
halve meter diep graaft, borrelt er zeewater op.
Dat is voor gangbare teelten een ramp, maar voor
de zilte teelten een zegen: ze moeten lekker zilt
smaken, of ze zijn niks waard.’ Ook voor Vlaamse
landbouwers die geconfronteerd worden met
verzilting van hun gronden, zijn zilte teelten een
mogelijk alternatief, al gedijen ze ook in kassen
of tunnels.
Markt warm makenNaast de ontwikkeling van het zaad en de teelt-
techniek, die voorlopig nog veel handenarbeid
inhoudt, was het aanzwengelen van de markt de
grootste uitdaging. ‘Daarom heb ik Serra Maris
opgestart samen met Rob Baan van het Neder-
landse bedrijf Koppert Cress. Dat bedrijf heeft
veel ervaring met het warm maken van de markt
voor nieuwe producten. En het lukt: de vraag
groeit, in binnen– en buitenland. Zeker zeekraal is
succesvol, omdat dat intussen jaarrond leverbaar
is.’ Zilte groenten blijven natuurlijk nicheproduc-
ten, maar de prijzen zijn er dan ook naar. ‘Ik ver-
gelijk het graag met veldsla, een massaproduct zal
dat nooit worden, maar het is toch een serieuze
en lucratieve teelt.’
Intussen wordt er verder gewerkt aan de ontwik-
keling van nieuwe producten. De zeekraal doet
het goed, en met de lamsoren gaat het dezelfde
richting uit. Joost Bogemans ziet voor nog een
aantal producten toekomstmogelijkheden. ‘Salso-
la of zeemosterd, dat is een oude Japanse groente,
en ook zeevenkel gaan we nu introduceren op de
markt.’
Pioniers ondersteunenPionierswerk zoals dat van Joost Bogemans moet
de nodige ondersteuning krijgen, vindt ook de
provincie Oost-Vlaanderen, die nauw samen-
werkt met buurprovincies West-Vlaanderen en
Zeeland. Onder meer via de Europese Interreg-
programma’s kunnen innovatieve projecten in
Oost- en West-Vlaanderen steun krijgen. Zelf on-
dersteunt de provincie Oost-Vlaanderen momen-
teel bijvoorbeeld een project van het Provinciaal
Proefcentrum voor de Groenteteelt waarbij in to-
matenkassen ook de tropische vis tilapia in aqua-
cultuur wordt gekweekt. Het grote voordeel is dat
de ruimte en de warmte in de kassen optimaal
worden benut, aangezien de bassins zich onder
de goten bevinden, en ook de nutriënten van de
vis kunnen worden gebruikt in de tomatenteelt.
Overigens toont ook het onderwijs intussen meer
en meer interesse voor nieuwsoortige teelten en
technieken.
18 uit de provincie Oost-Vlaanderen
aquacultuurJ
Land- of tuinbouwbedrijven
waar vis rondzwemt, binnen-
kort kijken we er niet meer
van op. Ook de teelt van zilte
groenten is volgens pionier
Joost Bogemans een reële
optie voor landbouwers. De
provincie Oost-Vlaanderen
juicht deze innovaties toe en
is bereid onderzoek in dat
verband te ondersteunen.
Net als veldsla is zeekraal een lucratieve
nicheteeltLamsoor
Zeekraal
Teelt van zeemosterd onder glas
Innoveren in
© Yves Adams
© Ludo Goossens
© Joost Bogemans
19hallo Brussel
1 Waar vind ik het e-loket? www.landbouwvlaanderen.be
2 Welke aanvragen kan ik indienen via het e-loket?
– Verzamelaanvraag (Je kunt nu ook online nieu-
we percelen intekenen, of percelen splitsen of
schrappen, op kaarten die nog meer in detail
gaan dan de fotoplannen die bij u in de bus
vallen – schaal 1/500 in plaats van 1/5000)
– Aanvraag zoogkoeienpremie
– Aanvraag om quotum leveringen vrij te maken
via het Quotumfonds
– Aanvraag om quotum leveringen te verkrij-
gen via het Quotumfonds, ook voor jonge
starters
3 Welke gegevens kan ik consulteren via het e-loket?
1. Identificatiegegevens
– Bedrijfsgegevens (bv. bankrekeningnummer)
– Contactgegevens van uw buitendienst
– Overzicht van uw exploitaties (bv. gegevens
over veebeslag, sanitair verantwoordelijke)
2. Quota, premies en toeslagrechten van 1998
tot nu (bv. historiek melk- en zoogkoeienquo-
tum, actuele quotumgegevens, overzicht van
uw toeslagrechten)
3. Afrekeningen en betalingsgegevens
– overzicht en details van uw afrekeningen
– overzicht en details van uw belastingfiches
(vanaf inkomstenjaar 2006; inkomstenjaar
2007 beschikbaar vanaf april)
– overzicht van betalingen van een bepaalde
periode
Het e-loket toont je altijd de meest recente ge-
gevens, zodat je niet meer moet wachten tot je
detailberekening in de bus valt.
4 Hoe veilig is het e-loket? Heel veilig, doordat je gebruikmaakt van je
elektronische identiteitskaart (eid-kaart) om
je aan te melden.
5 Wat heb ik nodig om gebruik te maken van het e-loket?
Een computer met daarop:
– bij voorkeur Windows Internet Explorer 5.5 of
hoger,
– en bij voorkeur Windows 2000 (Professional)
of Windows xp (Home of Professional) of Win-
dows Vista
– Een elektronische identiteitskaart. Heb je er
nog geen, dan kun je ze aanvragen bij je ge-
meente. Meer info: http://eid.belgium.be
– Een geschikte kaartlezer om je eid-kaart te le-
zen. Die kun je in een computerwinkel kopen
voor een bedrag vanaf 15 euro. Meer info:
www.kaartlezers.be
Als je in de verzamelaanvraag 2006 je rijksre-
gisternummer meedeelde aan het Agentschap
voor Landouw en Visserij (alv) kun je meteen
aan de slag. Zoniet moet je eerst het formulier
‘eerste aanmelding op het e-loket’ opsturen
naar alv. Je vindt het op de website van het
e-loket.
6 Kan ik iemand anders mijn aanvragen laten invullen?
Ja, je kunt een mandaat verlenen aan je land-
bouwconsulent, je partner, zoon, dochter en-
zovoort. Hoe je dat doet, kun je lezen op de
helppagina van de site van het e-loket.
7 Wat als ik een fout maak? De kans op fouten is bij een elektronische aan-
vraag kleiner dan bij een aanvraag op papier,
dat bleek overduidelijk uit de aangiftes van vo-
rig jaar. Het systeem spoort eventuele fouten
in wat je invult namelijk automatisch op. Het
e-loket denkt met je mee!
8 Kan ik het eens uitproberen? Ja, sinds kort is er een oefenloket beschikbaar
waar iedereen kan oefenen.
Overigens is bij de ontwikkeling van het e-
loket een groep landbouwers betrokken. Zij
testen de toepassingen altijd op voorhand uit,
zodat het e-loket volledig op maat van de land-
bouwers wordt uitgebouwd.
9 Prijs? Wees gerust, het e-loket is gratis. Maar het
ontving vorig jaar wel de Spitsprijs, die crea-
tieve ideeën en inventieve projecten binnen de
Vlaamse overheid bekroont.
info www.landbouwvlaanderen.be
Als de lente komt, valt steevast ook de verzamelaanvraag in
de bus. Vorig jaar dienden enkele honderden landbouwers hun
verzamelaanvraag al in via het e-loket. Intussen werd dat e-loket
uitgebreid: tijd voor een hernieuwde kennismaking.
e-loketdenkt met je mee
20 buitenlander
anielle Bovyn en Filip Van Biesen
startten in 1991 samen een snijro-
zenbedrijf op. Filip was afkomstig uit
een familie van varkensboeren, maar ging in de
kalme wintermaanden helpen op een vermeer-
deringsbedrijf van snijbloemen. ‘Zo zijn we erin
gerold,’ vertelt Danielle. In hun serre van 3500
m² kweken ze nu verschillende rozenvariëteiten
op substraat.
CarrièrewendingLies duikt bij aankomst meteen de serre in om
de bloemen te bewonderen en honderduit vra-
gen te stellen. Die interesse is niet zonder reden.
In december nam Lies afscheid van de televisie
en opende ze in Sint-Niklaas een bloemenatelier,
waar ze bloemencreaties maakt op bestelling.
Voor buitenstaanders lijkt het misschien een
vreemde wending, maar dat is het voor Lies he-
lemaal niet. ‘Al heel mijn leven heb ik een pas-
sie voor bloemen en bloemschikken. Ik weet nog
goed hoe ik als kind samen met mijn moeder naar
een azaleakweker in de buurt ging. Die geur van
teelaarde, de beslotenheid, de gezellige warmte.
Toen al zei ik dat ik bloemist wou worden. Al ken-
de ik het verschil nog niet tussen een bloemist en
een florist.’
Als kind wou ik al bloemist worden
D
naam: Danielle Bovyn & Filip Van Biesen
woonplaats: Opwijkberoep: rozenkwekersbedrijf: 3500 m² glas
Waarom geeft een bekend tv-figuur haar mediacarrière
op om een bloemenatelier op te starten? Pure passie, zo
blijkt. We ontmoeten Lies Martens, bekend van onder
meer Vlaanderen Vakantieland, tussen de rozen van de
familie Van Biesen in Opwijk. De gedeelde passie leidt tot
een aangenaam gesprek.
21
Als kind wou ik al bloemist worden
Een goed product wordt op de veiling nog
altijd gewaardeerd
Sierteeltbedrijven gezocht!Op dinsdag 20 mei 2008 vindt voor de vijfde maal op rij ‘Op de Siertoer4Kids’ plaats. Leerlingen
van de derde graad (11-12 jaar) kunnen dan via allerlei doe-activiteiten kennis maken met de
sierteelt. Dit jongerenevenement is gebaseerd op het succesvolle concept achter ‘Op de Sier-
toer’, dat dit jaar op zondag 14 september plaatsvindt. Voor beide activiteiten zijn de organi-
satoren nog steeds op zoek naar siertelers die hun bedrijf willen openstellen. Heb jij interesse
om een groep jongeren en/of volwassenen op je bedrijf te ontvangen, aarzel dan niet om in te
schrijven. Zo help jij mee het imago van de sierteeltsector te ondersteunen.
interesse? Neem contact op met Sylvie Denis van de Economische Raad voor Oost-vlaanderen vzw, 09 267 86 17 of sylvie.denis@oost-vlaanderen.be
Lichten uitVoor ze aan haar tv-carrière begon, heeft Lies
al eens vijf jaar in een bloemenwinkel gewerkt.
Maar in een snijrozenkwekerij was ze nog nooit
geweest. De assimilatiebelichting is een van de
eerste dingen die opvallen op een grijze ochtend,
en meteen komt ook een heet hangijzer aan bod:
de hoge energieprijzen, die Daniëlle en haar col-
lega’s zorgen baren.
‘De laatste twee, drie jaar is het echt drama-
tisch,’ zegt Danielle. ‘Het ene na het andere bedrijf
stopt. Zelf beperken we nu de belichting. Vroeger
gingen de lampen makkelijk 19 of 20 uur aan, nu
is dat maximum 14 uur. Omdat het gewoon niet
meer te betalen is.’ Vanzelf komt het gesprek dan
op de goedkope import uit het buitenland. ‘Dat
is natuurlijk ook iets dat ons parten speelt. Al er-
varen wij dat een goed product op de veiling nog
altijd gewaardeerd wordt. Persoonlijk vind ik ook
dat de aanvoer uit het buitenland ’s winters nodig
is om het assortiment breed genoeg te houden.
Anders zou het in de winter helemaal stilvallen.’
‘Ik verbaasde mij er al over hoe supermarkten
20 rozen kunnen aanbieden voor 4 euro,’ pikt Lies
in. ‘Die komen dus uit het buitenland. Daarom ook
dat ik geen gewone bloemenwinkel wilde starten,
want het lijkt mij moeilijk concurreren met de
supermarkten. Met mijn creaties kan ik toege-
voegde waarde bieden.’ Dat is ook wat Danielle
en andere lokale snijbloementelers proberen te
doen met hun kwaliteitsbloemen.
Van Merci tot AvalancheNet op het moment dat we het bedrijf bezoeken,
wordt alles in gereedheid gebracht om te starten
met drie nieuwe variëteiten. ‘We willen de markt
wat meer bespelen. Nu hebben we vrij veel klein-
bloemige rozen. Die hebben als voordeel dat je
meer stelen kunt oogsten per m², maar de prijs
ligt lager. We willen ook meer rechtstreeks ver-
kopen, onder meer aan bloemenwinkels, en dan
is het belangrijk om een ruim assortiment te heb-
ben.’ Zo wordt de succesvolle witte Avalanche
aan het assortiment toegevoegd.
In de serre toont Lies haar voorkeur voor de
donkerrode Merci. Intussen buigt Danielle hier
en daar een scheut om. ‘Takken die splitsen bij-
voorbeeld, daar knijpen we de botten van af, en
die plooien we om. Zo gaan ze dienst doen als de
longen van de rozenstruik.’ Alleen de kaarsrechte
enkele takken leveren immers iets op. Zijn rozen
eigenlijk de lievelingsbloemen van Lies? ‘Ik hou
zeker van rozen. Maar als ik moet kiezen, dan ga
ik voor tuinbloemen, zoals seringen. Die worden
nu wel gekweekt, maar helemaal hetzelfde is dat
niet.’
Kneepjes van het vakHet gesprek gaat verder, over de gesloten wa-
tercyclus en de vele inspanningen die de telers
doen, op het vlak van milieu en waterbesparing.
Een probleem waar Lies als afnemer mee wordt
geconfronteerd, is de versheid van de bloemen.
‘Eigenlijk weet je nooit wanneer de bloemen wer-
den gesneden. Een datum vermelden, zoals in de
voedingssector, zou ik een goeie zaak vinden. Nu
moet ik me behelpen met allerlei trucjes om vers
van minder vers te onderscheiden. Echt fair is dat
toch niet. Als ik een bloemstuk verkoop, moet
ik erop kunnen rekenen dat de bloemen niet na
een paar dagen verwelken.’ Danielle beaamt. Het
is immers in het voordeel van de hele keten dat
het spel eerlijk wordt gespeeld. In de koelruimte
toont ze Lies alvast nog een paar kneepjes van
het vak om de echt verse bloemen van de rest te
onderscheiden.
rubriek & rubriek22
ten huize van22
‘Boeren is onze hobby’Melkveehouders Guy en Greet Van Loock
naam:
Greet Van Tendeloo, 35
taken:
opvolging jongvee,
thuisverwerking- en
verkoop, landwerk,
marktverkoop, boek-
houding
hobby’s:
dochter Lana (6) en
stief dochter Dorien (20)
verwennen, jongvee
verzorgen
naam: Guy Van Loock, 45taken:
opvolging melkvee, landwerk, computer- en bankzaken, marktver-koop, kaasmakenhobby’s: bestuurslid BB-bedrijfs-
gilde, afgevaardigde in de milieuraad
23
We slapen vandaag niet langer
dan vroeger
Dankzij een melkrobot moeten ze niet meer dagelijks melken.
Maar stilzitten kunnen Guy en Greet Van Loock uit Booischoot
nog altijd niet. Naast hun oude job doen ze nu ook tweemaal per
week de markt met zelfgemaakte zuivel. Een portret van een erg
bevlogen duo.
reet en Guy behoren tot de eerste gene-
ratie melkveehouders die zes jaar geleden
al investeerden in een automatische melk-
robot. Amper een jaar later vervingen ze ook hun
andere melkstal door een automaat, zodat alle
130 melkkoeien vandaag zonder handenarbeid
worden gemolken. ‘Toch slapen we vandaag niet
langer dan voordien’, zegt Guy. ‘Zelfs in het week-
end staan wij om half zeven tussen de koeien. Die
gedrevenheid hebben we met de paplepel meege-
kregen. We houden van dit ritme. Waarom zouden
we het veranderen?’
Van rommelmarkt tot PlopsalandHet zijn Guy’s ouders die 25 jaar geleden met
thuisverwerking en –verkoop begonnen. Aan-
vankelijk waren het aanbod en de ambities vrij
beperkt, maar nadat het gamma op vraag van
klanten gestaag was uitgebreid, besloten Greet
en Guy om hun afzet via markten te vergroten.
‘Een vriend die ermee ophield, bood ons zijn
standplaats op een rommelmarkt aan’, vertelt
Guy. ‘Omdat we dankzij de robots wat meer tijd
hadden, leek het ons geen slecht idee om in een
marktwagen te investeren.’ Eerst gebruikten ze
die alleen op zondag, maar al snel kwam daar ook
de woensdagnamiddag bij.
‘Soms is het inderdaad druk, maar we kunnen
alletwee niet stilzitten’, glimlacht Greet. ‘We heb-
ben allebei geen behoefte aan hobby’s die niets
met onze stiel te maken hebben. Ik vind het ge-
woon plezant om nu eens met de dieren bezig te
zijn en dan weer op de markt te staan. We gaan
alletwee met veel plezier naar opendeurdagen.
En Guy is in de bedrijfsgilde en in de milieuraad
actief. Maar interesses buiten de landbouw heb-
ben we eigenlijk niet. Verder dan een dagje naar
Plopsaland met onze dochter zijn we nog niet ge-
weest. Zelfs een echte huwelijksreis is er nooit
van gekomen. We zouden toch maar aan onze
beesten lopen denken.’
Drie generaties aan tafelHet is een cliché dat er op iedere boerderij handen
tekort zijn. Maar met 130 melkkoeien, 110 stuks
jongvee, 71 hectare akkerbouw en 40 ha grasland,
zijn twee melkrobots echt geen overbodige luxe.
In het dagelijkse leven krijgen Guy en Greet ook
nog heel wat hulp van Guy’s ouders. Guy: ‘De be-
drijfsgebouwen grenzen zowel aan hun woning
als aan onze tuin. We zitten iedere dag nog drie
keer samen rond de eettafel en we zijn bijna altijd
samen in de weer. Mijn vader ontfermt zich over
een tiental hectare aardappelen en helpt de stal-
len reinigen. Mijn moeder helpt Greet voor een
groot deel met de verwerking en verkoop.’
Zelf dragen Greet en Guy respectievelijk de
verantwoordelijkheid over het jongvee en de
melkkoeien. ‘Ik geniet ervan dat ik mij door de
robot veel meer dan vroeger kan bezig houden
met de dieren die echt verzorging nodig hebben’,
zegt Guy. ‘Greet is dan weer van thuis uit een
echte meutekespjeer, zoals we dat in de streek
noemen. Ze is gepassioneerd door de opfok van
kalveren. Dat was een van de redenen waarom
we een robot hebben gekocht. Greet was niet ge-
woon om te melken. En mijn moeder die al haar
hele leven melkt, werd 65 jaar. Bovendien was
Greet net zwanger van onze jongste dochter Lana,
zodat ik ook wat zekerheid wilde voor als er iets
met mij gebeurt.’
Na de quotaNet als vele anderen proberen Greet en Guy met
ambitieuze plannen te anticiperen op de afschaf-
fing van de melkquota. Greet: ‘We spelen al een
tijd met het idee om onze bedrijfsgebouwen vol-
ledig te vernieuwen. Onze jongveestal is nu al vrij
krap. En we willen meteen ook een ruimere loods
en meer drijfmestopslag. Het is de bedoeling dat
alles op dezelfde locatie als de oude gebouwen
komt. Maar omdat we tamelijk dicht bij woonge-
bied zitten, blijft het nog afwachten of onze ver-
gunning wordt goedgekeurd.’
Na die verbouwing achten de twee zich ge-
wapend voor de toekomst: ‘Wij hebben geen
probleem met de afschaffing van de melkquota’,
zegt Guy. ‘Een bedrijf van onze schaalgrootte
moet zeker nog een twintigtal jaar meekunnen.
We zijn het er wel al over eens om, als de quota
wegvallen, onze capaciteit op te drijven met een
derde robot. Maar vooraleer je aan nog grotere
investeringen denkt, moet je al zeker zijn dat er
ook een volgende generatie aan het roer van je
bedrijf komt ...’
23
naam:
Greet Van Tendeloo, 35
taken:
opvolging jongvee,
thuisverwerking- en
verkoop, landwerk,
marktverkoop, boek-
houding
hobby’s:
dochter Lana (6) en
stief dochter Dorien (20)
verwennen, jongvee
verzorgen G
24
Tuinbouwtoekomst (z)onder stroom?
Is de tuinbouwer echt de ener-
gieproducent van de toekomst?
Of is de wkk-installaties op tuin-
bouwbedrijven geen lang leven
beschoren? Het elektriciteits-
netwerk kan de toegenomen
productie alvast niet altijd meer
slikken.
Marc Van Noten,tomatenteler en mede-oprichter Warmtekracht Ondersteuningsmaatschappij (wom)
frontaal24
‘Sinds maart 2007 draait er op mijn tomatenbedrijf
een wkk-installatie. Eind 2006 was ik ook een van
de vijf oprichters van de wom, de Warmtekracht
Ondersteuningsmaatschappij. Intussen heeft de
wom 37 leden uit heel Vlaanderen, en er treden
nog altijd telers toe. De wom vertegenwoordigt
telers die een installatie in eigen beheer plaatsen.
Door de aardgasinkoop, de elektriciteitsverkoop
en de verkoop van wkk-certificaten te bundelen,
kunnen we voordelige voorwaarden bedingen.’
‘Wkk is vandaag voor heel wat bedrijven een
rendabele investering, maar zonder de onder-
steuning van het vlif en de opbrengst van de
wkk-certificaten zou het niet rendabel zijn. Het
stimulerende beleid is zeker het probleem niet.
Als je een wkk opstart, krijg je tien jaar lang ge-
garandeerd de minimumprijs voor je certificaten
en de quota zijn bekend tot 2012.’
‘Wat wel een probleem begint te worden,
zijn de aansluitingen op het elektriciteitsnet. De
aansluiting is hoe dan ook een grote kost. Voor
de eerste 1000 meter betaal je een vaste aan-
sluitingskost, maar daarna betaal je 75 euro per
meter. Doordat het net in bepaalde regio’s aan
zijn maximumcapaciteit zit, worden glastelers
soms doorverwezen naar een verder gelegen
aansluitingspunt. Dan wordt die 75 euro per
meter onoverkomelijk: als je 500.000 euro moet
neertellen voor je aansluiting alleen al, moet je
er niet aan beginnen. In de Noorderkempen komt
dat voor en in het Mechelse gaat het dezelfde
richting uit.’
‘De samenwerking met netbeheerder Eandis,
die verantwoordelijk is voor de netaansluitin-
gen, verloopt overigens heel goed. Zij zoeken
mee naar oplossingen. Maar het net uitbreiden,
is blijkbaar niet zo eenvoudig. Wij verwachten
eigenlijk vooral iets van de overheid. In het Kli-
maatplan van de Vlaamse Regering wordt wkk
genoemd als een goede bijdrage aan de co2-
emissiereductie. Dan zou de aansluiting toch
gegarandeerd moeten zijn? De toekomst van de
tuinder als energieproducent hangt op vele vlak-
ken af van de keuzes die de overheid maakt.’
info www.wom.be
25
‘In bepaalde regio’s, zoals de Noorderkempen, is
er op korte tijd een zeer sterke concentratie van
nieuwe projecten gekomen. Om de juiste span-
ningskwaliteit voor alle netgebruikers te kunnen
blijven garanderen, kan daardoor een tijdelijke
capaciteitsbeperking nodig zijn.’
‘Waar mogelijk zullen we maximaal het distri-
butienet versterken. Het gaat natuurlijk over erg
complexe operaties die op een systematische,
structurele en weldoordachte manier moeten
worden aangepakt. Bovendien moeten onze in-
vesteringen in lijn liggen met de doelstellingen
van de regering. Het is onze bedoeling om tuin-
ders met wkk-installaties en andere decentrale
producenten van elektriciteit beter aansluitbaar
te maken. Daarnaast gaan we echter ook werk
maken van strengere individuele normen voor de
producenten zelf, omdat we zo het net optimaler
zullen kunnen gebruiken en de aansluitbaarheid in
het algemeen kunnen doen toenemen.’
‘In elk geval moet er worden nagedacht over
de inplanting en spreiding van projecten. Grote
concentraties of heel lokale inplanting van grote
projecten (10mw of meer) maken het voor ons
erg onvoorspelbaar en staan ook kleinere projec-
ten in de weg. Een zekere planning is nodig om
macro-economisch tot een oplossing te komen.
Wij zien zeker een toekomst voor de tuinder als
energieproducent, maar wij waken erover dat de
aansluitbaarheid en spanning voor andere netge-
bruikers niet negatief worden beïnvloed. Daarom
leggen we waar nodig tijdelijke beperkingen op in
afwachting van een versterking van het net.’
Simon van Wijmeersch, woordvoerder Eandis
25
Marc Moons, consulent Innovatiesteunpunt
‘Op een termijn van 5 à 10 jaar zie ik voor onze
tuinders zeker nog een rol als energieproducent
weggelegd. Elektriciteitsmaatschappijen hebben
momenteel een behoefte aan elektriciteit, maar
het duurt makkelijk 6 of 7 jaar om grote installaties
te bouwen. Wkk’s bij tuinders hebben het voor-
deel dat ze heel snel geplaatst kunnen worden.’
‘In de tuinbouw is het enthousiasme nog altijd
groot. Ik schat dat er tegen eind 2008 meer dan
dubbel zoveel vermogen geïnstalleerd zal zijn als
drie jaar geleden. De exploitatievormen zijn wel
veranderd. Nu worden er veel wkk’s in eigen be-
heer geplaatst, omdat er zekerheid is over de ren-
tabiliteit. De certificatenmarkt functioneert goed
en er worden ook goede prijzen betaald voor de
elektriciteit. Andere telers werken samen met een
motorconstructeur. Ook dat heeft voordelen.’
‘Door het grote succes duikt er intussen wel
een probleem op: in sommige gebieden kan het
net geen bijkomende aansluitingen meer aan. Om
de elektriciteit te ontvangen, moet er immers vol-
doende capaciteit vrij zijn op het elektriciteitsnet.
En als er in een bepaalde regio al verschillende
wkk’s – of biogasinstallaties of windmolens – zijn,
dan kan het maximum wel eens bereikt worden.
Tuinders kunnen dan soms wel leveren op een
verder gelegen punt, maar dat drijft de aanslui-
tingskost de hoogte in.’
‘Op langere termijn zie ik zeker een toekomst
voor de combinatie wkk met biogasinstallaties
voor verwerking van mest, groenafval en derge-
lijke. Een paar projecten zitten nu in de oriënteren-
de fase, meestal samenwerkingen tussen tuinders
en boeren. Het grote voordeel van biogas is dat
je naast wkk-certificaten ook groenestroomcer-
tificaten kunt verkopen. En de vraag daarnaar
zal wellicht nog een hele tijd groter zijn dan het
aanbod.’
KaHo Sint-Lieven, Campus Waas, Sint-Niklaas
INFO
Naam: KaHo Sint-Lieven Campus Waas Adres: Hospitaalstraat 23 9100 Sint-Niklaas Tel.: 03 776 43 48 E-mail: info.waas@kahosl.be Web: http://agrobio.kahosl.be Info: 19 maart (14.30 u) 29 april (10—17 u) 25 juni (14.30 u) 6 september (10—16 u) http://agrobio.kahosl.be
Bachelor in agro– en biotechnologie De professionele bachelor in agro– en biotechnologie is een veelzijdige, praktijk-gerichte opleiding met veel jobmogelijkheden. Studenten kunnen kiezen uit vier afstudeerrichtingen en via een individueel gedeelte kunnen zij hun studiepakket aanpassen aan hun eigen interesses.
Agro-industrie In de afstudeerrichting agro-industrie draait alles rond de actuele thema’s voedselveiligheid, voed-selkwaliteit en voedselproductie. Studenten zijn praktijkgericht bezig met voedingstechnologie, onderzoek en laboratoriumtechnieken. Er wordt onderzoek gedaan naar voedselveiligheid, am-bachtelijke voedselproductie, voedselkwaliteit en aquacultuur. Afgestudeerden komen terecht in brandend actuele sectoren met een tekort aan professioneel opgeleide arbeidskrachten. Dierenzorg Ons docentenkorps van dierenzorg is sterk ge-specialiseerd in diergedrag, dierenwelzijn en ethologie, hete hangijzers in onze maatschappij. Hun onderzoek spitst zich toe op het meten van dierenwelzijn bij dieren uit de intensieve veehou-derij, hobbyhouderij en dierentuinen. Daarnaast gaat er aandacht naar het meten van dominantie bij dieren. Groenmanagement De afstudeerrichting groenmanagement legt de nadruk op park-, groen- en natuurbeheer. Daar-naast wordt ook de professionele tuinbouw be-studeert. Het onderzoek in deze richting richt zich ondermeer op technieken die een alternatief bieden voor de chemische bestrijding van plagen op bomen, planten en siergewassen. Landbouw In de richting landbouw leren de studenten pro-fessioneel omgaan met de huidige tendensen rond landschapsbeheer, teeltmanagement, akker-bouw, mechanisatie en het kweken, het houden en verzorgen van en omgaan met landbouwdie-ren. Onderzoek houdt zich bezig met praktijkge-richte proefveldwerking rond teelttechnieken, houderij, opfok en welzijn van Belgisch Wit-Blauw en vergelijkend onderzoek akkerbouw voor de industrie, meestal op vraag van bedrijven zelf.
Geïndividualiseerd studiepakket Iedereen heeft specifieke interesses. De ene is geïnteresseerd in paarden, de andere in kruiden en een derde in tuinaanleg. Tijdens het individu-eel pakket van de opleiding kunnen de studenten deze interesses ten volle ontplooien via stage, onderzoek en projectwerk. Ze krijgen dus niet alleen een brede basis mee, maar kunnen zich tijdens de studie reeds specialiseren in hun interessegebied. Ook een specialisatie in bio-landbouw is op deze manier mogelijk. Gespecialiseerd docentenkorps Via onderzoek en vorming blijft ons docenten-korps op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in hun gebied. Verschillende docenten geven ook les aan de K.U. Leuven en combineren zo on-derzoek, academische kennis en praktijkgerichte toepassingen. Hun specifieke kennis wordt aan-gewend voor voordrachten, praktijkgericht on-derzoek voor bedrijven en bijkomende opleidin-gen voor het werkveld. Zo organiseren wij een postgraduaat dierenzorg, infoavonden rond paar-den en Belgisch Wit-Blauw, workshops rond voedselkwaliteit, kruiden, enz. Avond– en afstandsonderwijs Vanaf het academiejaar 2008-2009 wordt deze opleiding ook aangeboden in avond- en afstands-onderwijs. Zo kunnen afstandsstudenten werk, gezin en studie combineren en een (extra) vol-waardig diploma hoger onderwijs behalen. Dit zal gepaard gaan met een sterke persoonlijke begeleiding en alle praktische modaliteiten wor-den in onderling overleg met de studietrajectbe-geleider afgesproken, op maat van de student.
27
ie dacht dat vrouwen een niche-
markt vertegenwoordigen, heeft
het goed fout. Tachtig procent
van de aankopen gebeurt door vrouwen en onge-
veer 85 procent van de overige aankopen wordt
door hen beïnvloed. En daarbij gaat het lang niet
altijd over huishoudelijke producten. Zo wordt on-
geveer 45 procent van de wagens door vrouwen
gekocht. Je kan dus rustig stellen dat vrouwen dé
markt zijn en dat bedrijven maar beter rekening
houden met deze doelgroep.
Om als onderneming je communicatie op vrou-
wen af te stemmen, moet je weten wat ze belang-
rijk vinden en hoe ze beslissingen nemen. Hoe
vrouwen denken, verschilt namelijk substantieel
van het mannelijke denken. Mannen zijn stapden-
kers. Ze nemen heel doelgericht beslissingen. Lo-
gisch en makkelijk, van a naar b. Vrouwen daar-
entegen zijn webdenkers. Zij gaan de zaken in een
breed perspectief bekijken. Feiten en cijfers zijn
niet voldoende, ook het gevoelsmatige speelt een
rol. Voor ze een beslissing neemt, overlegt een
vrouw vaak met wat haar zogenaamde board of
directors heet: vriendinnen, collega’s, ouders, ...
Kortom, mensen die ze respecteert. Eenmaal de
beslissing gevallen, wil ze alles zo doelgericht
mogelijk afgehandeld zien. Geen oeverloos over-
tuigen meer, maar een vlotte service. Let op, zo
zwart-wit als ik het hier schets, werkt het niet in
de praktijk. Elk van ons heeft zowel vrouwelijk
denken als mannelijk denken in zich, maar het is
evident dat vooral vrouwen in grotere mate vrou-
welijk denken.
Fijn, vrouwen niet negeren en hen een goeie
dienstverlening bieden. Maar hoe verleid ik ze om
mijn producten te kopen? Comfort blijkt het sleu-
telwoord. En dat is niet alleen materieel comfort,
maar vooral ook mentaal. Alles wat verlichting in
haar bestaan brengt, maakt haar gelukkig. Vrou-
wen van vandaag gaan vaak gebukt onder de com-
binatie werk – gezin. Ze zijn steeds op zoek naar
een balans in hun leven. Een vrouw wil het gevoel
krijgen dat een product het leven gemakkelijker
maakt voor haarzelf, haar gezin of haar omgeving.
Naast gemak, zijn ook gezondheid voor het gezin
en duurzaamheid belangrijke claims. Zo kan het
feit dat veldsla veel ijzer bevat, vrouwen over de
streep halen om het product te kopen. Maar let
op, als je iets claimt, moet je het ook waarmaken.
Anders verlies je voorgoed het vertrouwen van
vrouwen.
Vrouwen zijn mierenneukers. In de communi-
catie naar vrouwen moet je er dus op letten dat
alle details kloppen. Zo is de verpakking essenti-
eel: het is het eerste communicatiemiddel met de
consument. Voor een fabrikant van biologische
graanproducten ontwierpen we met ons com-
municatiebureau nieuwe, transparante verpak-
kingen. Het deed de verkoop met maar liefst 30
procent stijgen. Op het verkooppunt moet de
sfeer ook juist zitten: uitstalling van de producten,
winkelinrichting, kleuren, geuren, ... Vrouwen ko-
pen zintuiglijk: kijken, voelen, ruiken, aanraken …
Daarnaast vinden ze persoonlijk contact heel be-
langrijk. Spreek je klanten persoonlijk aan en geef
hen ook advies op maat over je producten. Dit
zorgt ervoor dat ze opteren voor een kleinhandel
in plaats van een anonieme supermarkt.
Tenslotte is ook een duidelijk profiel essentieel.
Bedrijven met hoevetoerisme doen er goed aan
om te kiezen voor bijvoorbeeld een gezinsvrien-
delijk verblijf of net andersom, te opteren voor
een romantische setting, waarin alles in het teken
staat van genieten. Op zich maakt het niet zoveel
uit. Maak vooral een duidelijke keuze en laat je
logies vervolgens ook die hele sfeer uitademen.
W 9 tipsom vrouwen te
‘verleiden’
mijn gedacht
Vrouwenaan de macht
1. Focus op gemak, gezondheid en
duurzaamheid
2. Wat je claimt, moet je waarmaken
3. Verpakking (letterlijk én figuurlijk) is
essentieel
4. Kies voor een scherpe profilering van je
bedrijf
5. Alle details moeten kloppen: sfeer, kleur,
geur, ...
6. Speel het persoonlijk contact uit (bv.
onthoud namen van klanten)
7. Zorg voor voldoende keuze en voor
gebruiksgemak, maar verlies service
en advies niet uit het oog (bv. ideeën
voor gerechten, tips om planten te
onderhouden, ...)
8. Geef gelaagde informatie: plaats één
kenmerk duidelijk in de kijker, stel nadien
meer informatie ter beschikking via website,
folder, boek, persoonlijk verhaal, ...
9. Behandel vrouwen met respect, ze willen au
sérieux genomen worden
Katja Van Putten is bestuurder van Fé. Soul Com-
munication & Research, een communicatiebureau
dat gespecialiseerd is in communicatie naar vrou-
wen.
Meer info? www.fé-online.be
Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 13Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 1, 2008
België-Belgique9099 Gent X
bc 10292
V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel
P509285
top related