landgenoten winter 2009
Post on 19-Mar-2016
230 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
landgenotenmagazine voor boer en buiten winter 2009 | 20
www.vilt.be
+ Mestaudits, fairtrade yoghurt, grasland, groenestroomcertificaten, provinciale projecten en veel meer
drie
maa
ndel
ijks
| kw
arta
al 4
| G
ent
X | P
5092
85
Ivo Mechels biecht
‘Voedsel vraagt om aparte aanpak’
Baby’s op de boerderij
Crèches als verbreding?
‘Mijn werk ismijn hobby’Kolenteler Christof Callewaert
DOSSIEReiwitbronnen
Kansen voor soja-arm dieet?
3
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.
in dit nummer
24
14
22
06
Beste
landgenoten
06 focus alternatieve eiwitbronnenDuurzame sojavervangers: wat zijn de
voordelen van verschillende teelten en
hoe haalbaar zijn ze?
14 burenbabbelBoerderijcrèches: een Nederlandse
boerin-onthaalmoeder over deze nieuwe
vorm van verbreding op haar bedrijf.
22 ten huize vanKolentelers Christof Callewaert en
Els Cappelle: een dynamisch en
onafscheidelijk koppel uit Roeselare.
24 buitenlanderOxfam-aankoper Leo Ghijsels
ontmoet landbouwer Mark Claeys uit
Bassevelde: op naar eerlijke prijzen in
het Zuiden én in het Noorden.
en verder …
04 koetjes & kalfjes11 gewikt en gewogen12 biechtstoel16 ondernemer van nature19 uit de provincie26 frontaal
Vrouwen die een familiebedrijf leiden, slagen
er volgens onderzoek van de Hogeschool
Universiteit Brussel beter in dan mannen
om zowel oog te hebben voor de noden van
het bedrijf als voor de familierelaties. Die
vrouwelijke aanpak viel me ook op toen een
delegatie boerinnen op straat kwam om hun
ongenoegen te uiten over de lage prijzen in
de landbouw. Geen kilometerslange files door
tractoren op de weg, geen knallende kanon-
nen of geen leger politiemannen in gevechts-
uitrusting.
Wel een serene protestmars met pak-
kende verhalen over hoe demotiverend het
is om elke dag opnieuw op te staan, keihard
te werken en de financiële put steeds dieper
te zien worden. Hoe de crisis zorgt voor heel
wat conflicten en stress binnen het gezin. En
hoe hard het is om je kinderen niet te kunnen
geven wat ze nodig hebben. De boerinnen
willen daarom werk maken van een bondge-
nootschap met de consument.
Ook ik ben ervan overtuigd dat we de
nodige allianties moeten aangaan. Met
partners zoals Test-Aankoop of Oxfam
bijvoorbeeld. Toen we Ivo Mechels in de
biechtstoel plaatsten, liet hij zich ontvallen
dat de consument niet vraagt dat voedsel
zo goedkoop mogelijk is: “Een appel is nu
eenmaal geen gsm”. En als het van Oxfam
afhangt, komen er zowel in het Zuiden
als in het Noorden eerlijke prijzen. Hmm,
straks vragen ze jullie, boerinnen, nog te
poseren zoals Goedele (p. 25)…
Veel leesplezier!
Griet Lemaire
Hoofdredacteur
Denk jij bij landbouwbeurzen ook aan glimmende
machines, technologische hoogstandjes en luxu-
eus stalmateriaal? Gelijk heb je! Maar als je weet
dat het landbouwsalon in Brussel dit jaar al 100
jaar bestaat, dan kan het nooit kwaad om eens
stil te staan bij het verleden. Dat vonden ook Fe-
‘ Wie creatief wil zijn, moet alle kans krijgen om te mislukken.’ Marc Reynebeau in De Standaard (21/10/09)
Weet jij wat deze vogeltjes gemeen hebben?
Ze houden allemaal van akkers. Vooral van
akkers die hen voldoende beschutting en
voedsel kunnen geven. Maar daar knelt nu
juist het schoentje. Door de moderne land-
bouwtechnieken zijn de akkervogels enorm
in de verdrukking geraakt. Sommigen zijn
zelfs met uitsterven bedreigd. Maar her en
der slaan landbouwers en natuurbescher-
mers de handen in elkaar om deze diertjes
weer een goede thuis te geven. Hoe die sa-
menwerking op het terrein verloopt, lees je in
het boek ‘Akkervogels’. Beide partijen wor-
den aan het woord gelaten, maar de hoofdrol
is weggelegd voor de vogeltjes. Of zoals een
Kiekendief, geelgors en veldleeuwerik
koetjes & kalfjes4
Produit du terroir…
119
Innovatief zijn wordt beloond!
100 jaar landbouwsalon te boek
WIN! Stuur je naam en adres naar info@landge-
noten.be en maak kans op één van de vijf exempla-
ren van het boek Het feest van de landbouw. Een
eeuw landbouwsalon in Brussel, geschonken door
uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts.
Heeft de economische
malaise in de sector ook
het creatiefste in je boven ge-
haald? Maar mis je nog dat laat-
ste zetje om je plannen te realise-
ren? Dan heb je geen excuus meer.
Het Innovatiesteunpunt voor land-
en tuinbouw is in het kader van zijn
tweejaarlijkse innovatiecampagne op zoek
naar vernieuwende ideeën. De winnaars in
de vijf categorieën krijgen elk een financiële
ondersteuning van 2.500 euro en een advie-
scheque van 500 euro voor de realisatie van
hun idee. Maar voor de Limburgers is er nog
meer. Zij kunnen zich ook inschrijven voor
de Innovatie-awards van de provincie Lim-
burg. De drie meest creatieve en economisch
haalbare ideeën ontvangen een provinciale
subsidie van 25.000 euro voor de uitvoering
van hun plannen.
info www.innovatiesteunpunt.be (deelname kan tot 28 februari 2010) of www.limburg.be/innovatieawards (deelname kan tot 19 januari 2010)
dagrim, de huidige organisator van de beurs, en
het Centrum Agrarische Geschiedenis. Zij maak-
ten een uniek boek dat ons meevoert van 1909,
over de twee Wereldoorlogen naar de jaren 50,
een tijd waarin de tractor in ijltempo het hart van
de Belgische boer veroverde. Daarna wordt koers
gezet via de jaren 60 en 70 naar het heden, met als
rode draad de mechanisering van de landbouw.
Kwamen boeren nu echt met hun zakken vol geld
naar de beurs om een tractor te kopen? Je leest er
alles over in Het feest van de landbouw.
info www.borgerhoff-lamberigts.be
© Kippa
Kiekendief, geelgors en veldleeuwerik
5
Koeien melken, aardappelen rooien, hoevetoeris-
ten ontvangen, fruitbomen snoeien, administratie
opvolgen,… De Vlaamse land- en tuinbouw bestaat
uit ontzettend veel facetten. Omdat beelden vaak
meer zeggen dan woorden, is VILT op zoek naar de
mooiste landbouwfoto’s. Toon ons in beel-
den waar jouw passie, vakmanschap of zelfs
frustratie ligt. De mooiste foto’s worden
beloond met boekenpakketten, mooie na-
turaprijzen en zelfs bonnen voor een week-
endje weg. Op onze website lees je hoe je
kan deelnemen en deze mooie prijzen in de
wacht kan slepen.
info www.vilt.be/fotowedstrijd
Maak jij de mooiste landbouwfoto?
Produit du terroir…
Producten met een verhaal, daar is
de consument tegenwoordig ver-
lekkerd op. De Fransen hadden dat
al langer door en hebben een uit-
gebreide terroirkeuken. Maar ook
in Vlaanderen zijn de streekpro-
ducten aan een opmars bezig. Wie
kent er niet het Brussels grond-
witloof, de Vlaams-Brabantse
tafeldruif of de Poperingse
hopscheuten? Al meer dan
100 typisch Vlaamse producten
kregen het label streekproduct.
be. Het zorgt voor een mooi visi-
tekaartje voor de producent en de
consument is er zeker van dat hij
een traditioneel product koopt dat
op ambachtelijke wijze is gemaakt.
Produceer jij ook een product dat
in aanmerking komt voor dit la-
bel? Neem dan contact op met
het Steunpunt Streekproducten
van VLAM. Dat begeleidt je bij de
aanvraagprocedure.
info www.streekproduct.be
119
Gratis
Het beleidsdomein Landbouw en Visserij deelt
tijdens Agribex gratis agenda’s uit met daarin tal
van nuttige data en info voor land- en tuinbou-
wers. Kom jouw Agenda 2010 afhalen van 1 tot 6
december aan de stand van het beleidsdomein in
de Patio (standnummer P.01).
WIN! Stuur je
naam en adres naar
info@landgeno-
ten.be en maak
kans op één van de
drie exemplaren
van het boek
Akkervogels.
euro, zoveel kost het Europees landbouw-
beleid per consument. Volgens Boeren-
bond is dit bedrag allesbehalve overdreven
als je ziet wat de consument in ruil krijgt:
voldoende, veilig en kwaliteitsvol voedsel
in combinatie met een leefbaar platteland.
Om duidelijk te maken dat het Europees
landbouwbeleid ook voor de consument
heel wat voordelen heeft, organiseert de
landbouworganisatie een grootschalige
sensibiliseringscampagne.
info Ook jij kan je steun voor het gemeenschap-pelijk landbouwbeleid (glb) uitspreken via www.steunglb.be.
Naam:
Beroep of band met landbouw:
1 agenda per bon – enkel te verkrijgen met originele bon – tot uitputting voorraad
ook in Vlaanderen?
landbouwer zegt: “Sinds ik vogels bescherm,
hoor ik ze altijd fluiten”.
info http://winkel.natuurpunt.be of www.roodbont.nl
landbouwagenda
BO
N
Aan de grootschalige import van sojaschroot uit Zuid-Amerika han-
gen nogal wat schaduwzijden vast. Terwijl de teelt van alternatie-
ven ook voordeel voor de boer en de bodem zou bieden. Wat zijn
de beste manieren om tot duurzamer, indien mogelijk zelfgeteeld,
kracht- en ruwvoeder te komen?
Erwten zijn een goede aanvulling voor krachtvoeder door
het hoge lysinegehalte. Ze worden vaak met koolzaadkoek
gemengd in varkensvoeder. Dankzij nieuwe erwtenvarië-
teiten worden de gevolgen van legering sterk verminderd.
Erwten hebben een variabele opbrengst van 3,5 tot 9 ton
(krachtvoer) per ha of 1 à 2 ton eiwit.
Luzerne is zeer geschikt voor klei- en zandgronden. Ook
hiervoor is een premie beschikbaar. De voordelen van lu-
zerne lijken op die van klaver en luzerne onderdrukt beter
wortelonkruiden. Luzerne wordt vooral voor vleesvee ge-
bruikt. De opbrengsten liggen op ongeveer 13 ton droge
stof per ha of 2,2 ton eiwit. De energiewaarde is vrij laag.
Zoektochtnaar soja-arm dieet
Enkele alternatieven op een rijKlaver is dankzij de gras-klaverpremie wijd verspreid.
Net als maaigras is het een arbeidsextensieve teelt met
hoge opbrengst, vooral in combinatie met gras. Klaver
draagt bij tot een structurele bodemverbetering en bete-
kent een meeropbrengst voor de volgteelt. Opbrengsten
van 12 ton droge stof per ha of 2 ton eiwit zijn normaal.
Alternatieve eiwitbronnen
6 focus alternatieve eiwitbronnen
7
D
Koolzaad wordt zowel gebruikt voor perskoek als voor olie.
De teelt is niet eenvoudig, maar ook hier kunnen bijen voor
een extraatje zorgen. Met een eenvoudige persinstallatie kun
je zelf persen. Ook koolzaad zorgt voor een verbeterde bo-
demstructuur en een hogere opbrengst bij de nateelt. De op-
brengsten worden geschat op 4 ton zaad per ha of 1 ton eiwit.
Veldbonen zijn een gekende teelt en worden soms gebruikt
als sojavervanger voor varkens, legkippen en herkauwers.
Bonen bevatten ook veel lysine en kunnen via bijenteelt
voor een extra inkomen zorgen. Onkruidbeheersing kan een
probleem vormen bij monocultuur van veldbonen. Een op-
brengst van 3 tot 8 ton (krachtvoer) per ha of 1 à 2 ton eiwit.
Lupine legt als vlinderbloemige veel stikstof vast. De plant
groeit erg goed en het zaad scoort als eiwitrijk krachtvoeder,
met 35 tot 40 procent eiwit, beter dan soja. Lupine kan ook
voor menselijke consumptie worden verwerkt. De laatste ja-
ren zijn heel wat nieuwe zoete rassen ontwikkeld. De opbreng-
sten variëren van 3 tot 5 ton per ha of 1,5 tot 2,5 ton eiwit.
e Europese veehouderij is sterk afhan-
kelijk van de invoer van plantaardige
eiwitten uit Zuid-Amerika. Volgens
Bemefa, de beroepsvereniging van Belgische
mengvoederfabrikanten, bedraagt de zelfvoor-
zieningsgraad slechts een tiende van de totale
Europese consumptie. Die historisch gegroeide
situatie, die sterk door internationale handels-
akkoorden beïnvloed werd, is mee verantwoor-
delijk voor de ontregeling van de stikstofcyclus
in Vlaanderen. De voorbije jaren groeide ook de
kritiek op de mistoestanden die met sojaproduc-
tie gepaard gaan, zoals de ontbossing van het
Amazonewoud en sociale uitbuiting. Vanuit die
achtergrond – en ook omdat het voor onze be-
drijven nieuwe mogelijkheden biedt – wordt meer
en meer aandacht besteed aan het zoeken naar
andere eiwitbronnen en lokaal geteelde voeder-
gewassen.
Duurzame voederstromenIn 2006 hebben een aantal belangrijke partners
waaronder Boerenbond, Bemefa en Fedis het
Platform Maatschappelijk Verantwoorde Dier-
voederstromen (mvds) opgericht. Aansluitend
hierbij heeft Bemefa intussen een lastenboek
uitgewerkt om het diervoeder op korte termijn
duurzamer te maken. Nog dit jaar zouden de eer-
ste producenten een certificaat voor de productie
van mengvoeders op basis van maatschappelijk
verantwoorde soja ontvangen. Daarnaast werkt
Bemefa aan een tweede piste om de eiwitimport
op middellange termijn te verminderen. Het is de
bedoeling om opnieuw diermeel als eiwitbron
in veevoeder toe te laten, wat een reductie van
10 procent aan ingevoerd eiwit zou opleveren. De
sector moet daarvoor wel garanties bieden aan
de Europese instellingen over gescheiden voeder-
stromen – zodat diermeel van eigen soortgenoten
wordt uitgesloten – en beschikken over een slui-
tend analysesysteem om de diersoorten uit elkaar
te halen. Onderzoekers in Gembloux zijn volop
bezig met een dergelijke opsporingsmethode en
men is hoopvol om de goedkeuring tegen 2011 op
zak te hebben.
Een derde piste om de soja-import op korte
termijn aanzienlijk af te bouwen, is het gebruik
van nevenproducten uit agrobrandstoffabrieken.
Verschillende bedrijven met vertakkingen in de
voederindustrie hebben hierin mee geïnvesteerd
en voor de rendabiliteit rekent men ook op de ver-
koop van restproducten. Dat betekent dat er bin-
nenkort aanzienlijke hoeveelheden reststromen
van producten als tarwe, koolzaad en bieten, op
de veevoedermarkt komen. De vierde piste om
voederstromen duurzamer te maken, is inzetten
op eiwitbronnen die geschikt zijn om op Europese
akkers te telen. In verschillende landen, waaron-
der ook België, beweegt er meer en meer op dat
vlak. Zowel onderzoeksinstellingen als landbou-
wers experimenteren met (het rendabel maken
van) gewassen als koolzaad, luzerne, erwten, lupi-
nen of kemp, al dan niet in mengteelt met andere
gewassen.
Oogstzekerheid en opbrengstOver sommige van die teelten weten we al vrij
veel, bijvoorbeeld over gras-klaver voor her-
kauwers, over andere is de ervaring nog pril. In
zekere zin kun je de situatie vergelijken met die
van maïs veertig jaar geleden. Er zijn nog tal van
verbetermogelijkheden via rassen-, teelt- en af-
zetonderzoek. Zo moeten we de opbrengst per
hectare en de oogstzekerheid kunnen opdrijven.
De voederkwaliteit van bepaalde gewassen kan,
eventueel via de piste van verhitting, worden
geoptimaliseerd. En de financiële voordelen van
kunstmestbesparing, de verbeterde bodemkwali-
teit of de afzet van bijproducten voor menselijke
consumptie moeten volgens onderzoekers verder
in kaart worden gebracht. Er is dus zeker nog veel
werk voor de boeg, maar tegelijk bewijzen enkele
hoopgevende proefresultaten dat er op dit terrein
zeker kansen (zie hieronder) liggen voor wie durft
te innoveren.
Amarant bevat net als soja alle essentiële aminozuren
in de juiste verhouding. De plant is ook een welkome
vruchtafwisseling en geeft onkruiden weinig kans. Ama-
rant kan in augustus vervroegd geoogst worden, zodat
winterkoolzaad op hetzelfde perceel kan worden gezaaid.
De opbrengst ligt op 5 ton per ha of 1 à 2 ton eiwit.
Via rassen-, teelt- en afzetonderzoek
kan er nog veel geoptimaliseerd
worden
info www.ilvo.be ( > zoeken > eiwit ), www.bemefa.be ( > milieu > mvds ) www.wervel.be ( > thema’s ) www.nav.nl ( > zoeken > eiwit ) www.lcvvzw.be ( > teelt van voedergewassen ) www.pcbt.be ( > publicaties > brochures )
8
rimenten waaruit blijkt dat kempkuil rendabel
was: de meerkost van het zaaizaad werd gecom-
penseerd door de besparing op sproeistoffen
en krachtvoer. Je moet ook verder kijken dan de
kostprijs van je voeder per kilo. Zeker in deze
tijden. Sommige gewassen kunnen de lactatie-
periode verlengen. Het hoge gehalte omega 3 in
je melk kan een meerprijs opleveren. Hennep of
kemp lijkt ook een ontstekingsremmende werking
te hebben en het draagt bij tot een betere vacht
die schurft bij Belgisch witblauw mogelijk helpt
bestrijden. Kemp verhoogt de biodiversiteit, wat
niet alleen leuk is voor natuurliefhebbers, maar
ook je bodemleven ten goede komt. En bovendien
kun je de kempzaad persen en als olie voor men-
selijke consumptie verkopen.
as: Omega 3, kempolie of lupine voor menselijke
consumptie blijven wel nicheproducten. Die kunnen
fungeren als gangmaker, maar als je die markten te
veel promoot, storten ze zo in elkaar. Voorts is het
wel jammer dat de huidige mestwetgeving de teelt
van gras-klaver afremt. En als we het over ruwvoe-
der voor herkauwers hebben, benadruk ik graag dat
gras tot nader order de goedkoopste eiwitbron blijft.
vooral ook op andere vlakken een meerwaarde kunt
realiseren door het over een andere boeg te gooien.
ddb: Ik heb mijn vragen bij die lagere kostprijs.
Mocht dat zo zijn, dan hadden de voederfabrikan-
ten de soja al met veel plezier vervangen. Op som-
mige bedrijven zijn misschien goede resultaten
geboekt, maar de opbrengst van erwten, bonen
of lupine blijft toch wisselvallig. Het is vandaag
ook nog niet evident om voedertechnisch een
evenwichtig rantsoen met alleen alternatieve ei-
witbronnen samen te stellen.
De biosector heeft toch ook ervaring met evenwichtige en zelfgeteelde voeders?as: Dat klopt, maar aan biologisch voeder hangt
onder meer door de andere teeltwijze wel een
meerkost vast. En biologische veehouders ge-
bruiken ook een ander rantsoen, waarbij ze bij-
voorbeeld relatief meer melk halen uit ruwvoeder.
pdc: Wij hebben kennis van proeven en expe-
‘Je moet verder kijken dan de
kostprijs van je voeder per kilo’
Is het haalbaar om in deze tijden over te schakelen naar duurzamere eiwitbronnen?pdc: Economisch wel, maar ik heb er alle begrip
voor dat boeren momenteel niet staan te springen
om te experimenteren. Men gebruikt nu liever een
standaardvoeder om het op z’n minst even goed
te doen als de collega’s. Terwijl er wel mogelijkhe-
den zijn om je dieren goedkoper te voederen. En je
focus alternatieve eiwitbronnen
‘Nichemarkten
Niet iedereen loopt even hard van stapel om alternatieve eiwitbronnen te
introduceren. Zeker niet in deze moeilijke tijden. Of juist wel? We vroegen
het aan Daniël De Brabander (ilvo), An Schellekens (Centrum voor Voeder-
gewassen) en Patrick De Ceuster (Wervel).
Mengteelten krijgen in verschillende landen hernieuwde aandacht. De com-
binatie erwten-amarant biedt vrij goede resultaten en zorgt voor een goede
balans tussen energie en eiwit. Ook erwten-gras, erwten-gerst, tarwe-veld-
bonen en vooral maïs-kemp of maïs-amarant bieden heel wat mogelijkheden.
info Brochure Eiwitteelten van de toekomst, uitgegeven door Wervel
Kemp of hennep is een welkome vruchtafwisseling bij de teelt van vlinder-
bloemigen en een makkelijke teelt. Het heeft een ontstekingsremmende
werking en de zaden kunnen geperst worden tot olie voor menselijke con-
sumptie. Alleen de teelt van niet-hallucigene variëteiten is toegestaan en
je moet een inzaaivergunning aanvragen. Er kan 9 tot 15 ton ruwvoeder
per ha worden geoogst, wat overeenkomt met 2 ton eiwit.
Panelgesprek
‘Voor herkauwers blijft gras de
goedkoopste eiwitbron’
Patrick De Ceuster (Wervel)
An Schellekens (Centrum voor Voedergewassen)
9
Daniël De Brabander (ilvo)
Yvan Dejaegher van Bemefa moest
door onvoorziene omstandigheden
het panelgesprek aan zich voorbij la-
ten gaan. We vroegen hem wel naar
een reactie achteraf:
‘Ik denk dat het toch allemaal wat
moeilijker is dan wat sommigen laten
uitschijnen. In de veevoedersector gaat
het altijd om kwaliteit en prijs. Mocht er
een rendabele sojavervanger zijn, dan
waren we die al lang aan het gebruiken.
Je kunt geen enkel gewas zomaar in de
plaats van een ander zetten. Dat zorgt
altijd voor verschuivingen omdat je het
nutritionele evenwicht moet garande-
ren. We zullen dus nooit een totaalop-
lossing vinden. Intussen kunnen we
alleen maar op verschillende sporen
verderwerken. Op de eerste plaats ver-
wacht ik veel van ons lastenboek voor
gecertificeerde soja. België is niet toe-
vallig een voortrekker op dat vlak. Wij
gaan dit jaar al 100.000 ton duurzame
soja invoeren en het is de bedoeling dat
binnen de 5 jaar de volledige Europese
import gecertificeerd is. Daarnaast
zou het mooi zijn als we de komende
jaren de reststromen van alle Europese
biobrandstoffabrieken kunnen valo-
riseren. We hopen ook dat we tegen
2011 opnieuw diermeel mogen gebrui-
ken. En de sector experimenteert met
technieken zoals het bestendigen van
sojaschroot zodat het efficiënter wordt
opgenomen. Dat zijn allemaal pistes
die volgens mij sneller resultaat zullen
opleveren dan de lokale teelt van eiwit-
rijke gewassen. Wat niet wegneemt dat
we zeker vragende partij zijn voor meer
onderzoek op dit vlak zodat deze teel-
ten alle kansen krijgen.’
als gangmaker’
‘ Er bestaat geen totaaloplossing’
Een andere piste is het behandelen van eiwitgrondstoffen zodat ze efficiënter worden benut?ddb: Er bestaan inderdaad behandelingen waar-
door herkauwers tot de helft minder sojaschroot
nodig zouden hebben. Ik heb het dan over een
product als xylose, maar er zijn ook andere procé-
dés waardoor sojaschroot veel efficiënter wordt
opgenomen. Een aantal fabrikanten is daarmee
aan bezig en met dat soort technieken kan even-
tueel nog meer worden gedaan.
Wat zijn de mogelijkheden bij varkens of pluimvee?pdc: Ook daar liggen kansen. Je kunt koolzaad
persen en de koek, aangevuld met bonen aan
varkens voederen. Ik ken een landbouwer die dat
doet en een mooie meerprijs voor zijn vlees krijgt.
Voor hem is de perskoek belangrijker dan de olie
die hij perst. Maar voor wie voeder inkoopt is
het natuurlijk moeilijker. Ik begrijp dat je als ak-
kerbouwer kiest voor het vertrouwde graan met
zekere opbrengst.
ddb: Hoever je met de eiwitvoedering tegenover
de behoeftenormen mag gaan, hangt mee af van
wat je voor het eindproduct krijgt. Nu de vleesprij-
zen zo schandalig laag zijn, is het niet verantwoord
om duurdere eiwitbronnen te gebruiken. Er is bij-
voorbeeld geen marge om 170 euro per ton erwten
te betalen. In die zin is duurzaam voeder ook een
maatschappelijke uitdaging. Voedertechnisch zijn
er meer mogelijkheden dan wat we van die alter-
natieve gewassen ooit in Vlaanderen kunnen telen.
Op welke termijn verwachten jullie dat gewassen als kemp of lupine de onderzoeksfase ontgroeid zullen zijn?pdc: Ik denk twee jaar. Er zijn nu al mogelijkheden
voor wie een beredeneerd risico wil nemen en
een complexere teelt durft te managen. Maar we
moeten ook niet te rap willen gaan. Als er iets fout
loopt, bestaat de kans dat men het kind met het
badwater weggooit.
as: Dat hangt ervan af hoe sterk in onderzoek ge-
investeerd wordt. Niet alleen op het vlak van de
teelt, maar vooral ook op het vlak van opname en
voederwaarde. Op korte termijn verwacht ik per-
soonlijk veel van de bijproducten van biobrand-
stoffen die op de markt komen. Maar ik ben wel
zeer nieuwsgierig naar de resultaten van nieuwe
studies over dit onderwerp.
‘Wat je voor plantaardig eiwit
betaalt, hangt mee af van wat je voor dierlijk
eiwit krijgt’
10
Trouwe cliëntenbelonen we
met exclusieve
voordelen
Kom eensterug als je
aan het volledige
voorwaardenpakket
beantwoordt.
Waar legt uw bank het accent ?
BANK & VERZEKERINGEN
Ontdek
Meer info en voorwaarden op www.fidelio.be
Fidelio is een vipprogramma met tal van exclusieve voordelen. Om Fidelio te worden
schrijft u gewoon in op maatschappelijke aandelen van het Landbouwkrediet. Die leveren u
elk jaar een mooi dividend. Daarbovenop geven zij recht op een gratis zichtrekeningwaarmee u bovendien nog eens een aardige cent op zak kunt steken. Inderdaad, voor elke
verrichting die u zelf uitvoert krijgt u aan het eind van het jaar 5 cent. Daarnaast krijgt u
ook toegang tot een reeks andere voordelen op producten en diensten van het
Landbouwkrediet, en geniet u kortingen bij een groot aantal externe partners ! Fidelio is
er ook voor u ! Schrijf vandaag nog in op maatschappelijke aandelen. Instapkosten zijn er
niet en de jaarlijkse bijdrage van € 25,20 wordt het eerste jaar maar gedeeltelijk
aangerekend, met name vanaf de maand die volgt op de inschrijving.
Breng vandaag nog een bezoek aan een agent van hetLandbouwkrediet in uw buurt. Of bel hem. U vindt zijngsm-nummer op www.landbouwkrediet.be.
16433_LBK_Annonces_FIDELIO-2 - 07-08:16433_LBK_Annonces_FIDELIO 15-09-2008 16:07 Page 2
11
info Sinds 1 november kun je met vragen terecht bij Luciens opvolger Johan Van Waes: T 09 272 26 68, johan.vanwaes@ilvo.vlaanderen.be
gewikt en gewogen
gezocht onderzoeker die bestudeert hoe grasland en ruwvoederteelten optimaal kunnen groeien.
gevonden Lucien Carlier, tot 1 november 2009 wetenschappelijk directeur van het onder zoeksdomein Teelt en Omgeving, eenheid Plant, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).
Na ruim 40 jaar ga je met pensioen. Hoe is je loopbaan begonnen?Eind jaren 60 begon ik als onderzoeker op het Rijks-station voor Plantenveredeling van het Centrum voor Landbouwonderzoek (clo). Het clo is in 2003 gere-gionaliseerd en omgevormd tot het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ilvo). Al die jaren heb ik me beziggehouden met grasland en ruwvoe-deronderzoek.
Heb je heel wat zien veranderen in die tijd?Wij zijn kort na de Tweede Wereldoorlog opgeleid en toen telde alléén dat er voldoende kwaliteitsvol voed-sel moest zijn voor iedereen, tegen een aanvaardbare prijs voor de consument en met een redelijk inkomen voor de boer. In die jaren ging het vooral over stikstof en gewasbescherming. Aan de grond werd weinig of geen aandacht besteed.
Is er een groot verschil tussen graslanduitbating vroeger en nu?Vroeger was er veel meer minderwaardig grasland. Onderzoek moest zorgen voor betere rassen en een betere teelttechniek. Er was veel belangstelling voor. Toen bestond ruim de helft van het areaal uit grasland – tot in de jaren 70 maïs werd geïntroduceerd. Maïs heeft gras verdrongen. Ook de Europese landbouw-politiek van de laatste jaren speelde daar een rol in.
Bij wat voor onderzoek was je zoal betrokken?De rassenproeven kent natuurlijk iedereen. We hebben ook veel werk verzet rond weide-uitbating: verbetering van de samenstelling, de opbrengst, de kwaliteit… Voor voedergewassen gebeurde hetzelfde. Recent is er, naast het geaccrediteerde labo voor de bepaling van de voederwaarde van planten, ook een labo voor bodem ingericht. We kunnen nu ook de bo-demkwaliteit analyseren en we onderzoeken de rol van bodemorganismen zoals regenwormen als onder-deel van het bodemvoedselweb. Voorts is er onder-zoek naar de rol die grasland kan spelen als opslag van koolstof, in de klimaatdiscussie. Dichter bij de dagelijkse praktijk staat de ganzenproblematiek. Het
ilvo heeft recent meegewerkt aan een methode om de schade aan grasland en andere gewassen objectief te berekenen, met het oog op een billijke vergoeding. Voorts zijn er ook nog de biologische landbouw, de graszaadteelt, de nitraatproblematiek, het soorten-besluit, het permanent grasland, de bestrijding van schadelijke planten (distels, Sint-Jacobskruiskruid), een betere koolstof-stikstofverhouding en verhoogd humusgehalte in de Vlaamse bodems.
Geraken de resultaten van het onderzoek makkelijk tot bij de boeren?Ik vind het jammer dat de voorlichting in Vlaanderen feitelijk geprivatiseerd is. Vroeger werd er regelma-tig overlegd met de Rijkslandbouwkundigen. Die had-den vooral een voorlichtingsfunctie. Onderzoekers missen die schakel nu en dreigen daardoor weer in hun ivoren toren terecht te komen. Ook Het Land-bouwtijdschrift bestaat niet meer. Nu is er wel veel te vinden op het internet, maar hoeveel boeren gaan ’s avonds na het vele werk aan hun computer zitten om wetenschappelijke informatie op te zoeken?
Wat vind je ervan dat koeien steeds meer jaarrond op stal staan?Ik snap wel dat de boer nu veel meer koeien heeft en dat het niet altijd eenvoudig is om die vele koeien te weiden. Maar ik moet toch onderstrepen dat vers gras in kwaliteit altijd beter is dan ingekuilde en be-waarde voeders en dat het voor de koeien beter is om dagelijks buiten in het verse gras te lopen. In oktober was er een studienamiddag naar aanleiding van mijn afscheid, en daar bleek nog maar eens dat grasland de goedkoopste manier van voederen blijft. Als morgen alle koeien binnen blijven, zijn we volgens mij niet goed bezig.
Heb je je job graag gedaan? Ja, heel graag. Ik heb ook heel Europa gezien, door congressen bij te wonen en projecten in Centraal- en Oost-Europa te begeleiden. In die recent toegetreden lidstaten is nog veel te doen. Ik denk dat het een be-langrijke taak is van het ilvo om onze kennis uit te dragen en te delen met heel Europa.
Onderzoeker grasland en ruwvoeder
‘ Niet terug naar ivoren toren’
12 biechtstoel
Dirk Lips: Kunt u begrip opbrengen voor melkveehouders die melk weggieten op akkers?Ivo Mechels: Ik heb het volste begrip voor de
boosheid van onze veehouders. Maar ik ben te-
gen agressieve acties en tegen het verspillen van
voedsel. Er zijn betere manieren om aandacht
voor je problemen te vragen. Denk maar aan de
boeren die gratis producten uitdeelden en zo ook
hun punt hebben gemaakt. We willen dat de dis-
cussie over juiste prijzen en marges in de voed-
selketen zo transparant mogelijk verloopt, dat
de consument zo goed mogelijk geïnformeerd is.
Daarom heb ik er tijdens de melkcrisis ook op ge-
wezen dat men de rol van de melkerijen niet over
het hoofd mag zien. In dit dossier gaat het niet
alleen om de distributeurs.
Door distributiecentra te blokkeren bekwamen de boeren een prijstoeslag voor elke liter melk die ze produceren. Vindt u dat een goede zaak?Wij vinden dat positief voor zover die toeslag niet
blind aan de consument wordt doorgerekend. Ie-
dere schakel in de keten moet zijn verantwoorde-
lijkheid opnemen. Dat geldt trouwens evengoed
voor andere sectoren. Ook de banken mogen de
kosten van de crisis niet zonder meer naar de
consument doorschuiven. Maar er is zeker iets
merkwaardig met de melkprijs. Uit onze analyses
blijkt dat de prijsschommelingen in de supermarkt
totaal niet corresponderen met wat de boeren
voor hun product krijgen. Dan blijft natuurlijk de
vraag hoe dat komt.
In de pers laat u zich vaak negatief uit over de voedselkwaliteit terwijl ons land op het vlak van voedselveiligheid aan de top staat. Moeten we nog strenger worden?Het probleem is dat de media alles op een hoopje
gooien. Wij voeren maandelijks voedseltests uit
waarin onze land- en tuinbouwproducten zeker
niet slecht scoren. Maar vaak slaan die tests ook
op bereide maaltijden, limonades of snoep. Als we
onze jaarbalans opmaken, dan hebben we het dus
niet alleen over de land- en tuinbouwproducten
van eigen bodem. Dat slaat ook op al die andere
zaken. Voor de rest klopt het dat ons land, door
een aantal crisissen die we hebben meegemaakt,
vrij goed scoort op het vlak van voedselveiligheid.
Maar het is ons recht en zelfs onze taak om over
die kwaliteit te blijven waken.
Is uw organisatie er niet mee verantwoordelijk voor dat supermarkten voedsel zo goedkoop mogelijk willen aanbieden?Dat is ook een groot misverstand. Test-Aankoop
is bekend om de beste koop: het product met de
beste prijs/kwaliteitverhouding. Dat is iets totaal
anders dan het goedkoopste. Om die kwaliteit te
bepalen, leggen we een ruim aantal criteria vast
en kennen we een bepaalde waarde aan ieder cri-
terium toe. Daarna beoordelen we alle producten
daarop. Als er één constante is, dan is het dat
duurder niet automatisch beter en dat goedkoper
niet automatisch slechter betekent.
U veroordeelt dus ook het braderen met voedsel?Zeker, ik vind zelfs dat de distributeurs op dat
vlak een verpletterende verantwoordelijkheid
dragen. De consument vraagt niet om voedsel
dat zo goedkoop mogelijk is. Hij heeft geen flauw
idee van de productiekosten en wil vooral kwali-
tatief en veilig voedsel. In vergelijking met andere
producten vraagt voeding een aparte benadering.
Door de macht van de grote getallen willen meer
en meer supermarkten op basisproducten bespa-
ren, maar een appel is geen gsm. Daarvoor sluit
De distributeurs dragen een
verpletterende verantwoordelijkheid
De consumentenorganisatie Test-Aankoop beschikt over veel aanzien
en een brede achterban. Maar informeert ze de consument wel vol-
doende over het voedsel in onze winkelrekken? En wat denkt de organi-
satie over de melkcrisis en de druk op landbouwprijzen? vilt-voorzitter
Dirk Lips vroeg het aan Test-Aankoop-woordvoerder Ivo Mechels.
‘Een appel is geen gsm’Ivo Mechels (Test-Aankoop)
1313
‘Een appel is geen gsm’voeding te nauw bij gezondheid aan. Het klopt
dat wij ons één keer per jaar, tijdens de super-
marktenquête, toespitsen op de goedkoopste su-
permarkt. Maar dat is de grote uitzondering. Wij
focussen ons het hele jaar op prijs én kwaliteit,
behalve in die ene enquête waaraan de pers en de
supermarkten zeer veel aandacht besteden. We
publiceren tal van genuanceerde dossiers over
voedsel en doen maandelijks voedingstesten
waarin tientallen kwaliteits- en andere criteria aan
bod komen. Maar dat lijkt iedereen te vergeten.
Wat denkt Test-Aankoop over het verbod op de invoer van chloorkippen en van ggo’s?Het verbod op chloorkippen afschaffen is voor
ons absoluut onaanvaardbaar. Daar hebben we
ook al voor gelobbyd bij Europese parlementsle-
den. Over ggo’s is ons standpunt genuanceerder.
We zijn zeker niet tegen technologische vooruit-
gang. Maar we vinden enerzijds dat de consument
de keuze moet hebben tussen wel- en niet-ggo,
en anderzijds dat de toxicologische studies voor
een toelating wetenschappelijk voldoende onder-
bouwd moeten zijn. Verder, en dat is misschien
wel het belangrijkste punt, heeft de consument
op dit moment gewoon te weinig voordeel bij ggo-
voedsel. Het klopt dat maar heel weinig consu-
menten weten dat ze bijvoorbeeld rundvlees ko-
pen van koeien die ggo-voeder hebben gegeten.
Maar onze rol beperkt zich tot het toekijken of de
Europese regels, onder meer voor de verplichte
vermelding op het etiket, worden nageleefd. Ver-
geet ook niet dat we in dit dossier opboksen tegen
grote spelers als een Monsanto. En we hebben
ook niet het budget om over alles even uitgebreid
te communiceren.
naam Ivo Mechels
leeftijd 49 jaar
woonplaats Mortsel
functie woordvoerder Test-Aankoop
in deze tijden is dat voor veel bedrijven een wel-
kome bijverdienste’, lacht Marlies.
Wie het liever kleinschaliger aanpakt, kan
trouwens ook voor heel wat minder euro’s in
het systeem van gastouderopvang starten. Maar
doordat je dan maar vier kinderen mag opvan-
gen, is dat volgens Marlies financieel ook een
stuk minder interessant.
BoerderijfilosofieMomenteel organiseert de vak met verschillende
landbouworganisaties infoavonden om boerde-
rijcrèches bekender te maken. Daarnaast biedt
de vereniging aan starters begeleiding en oplei-
ding aan, en waakt ze over de kwaliteit van de
kinderopvang. Alle leden moeten voldoen aan de
iso-kwaliteitsnormen voor een hkz-certificaat.
Marlies: Dat heeft onder meer te maken met vei-
14 burenbabbelburenbabbel
an de ene kant botsen ouders die
opvang zoeken voor hun pasgebo-
ren baby op heel wat plaatsen in
Vlaanderen op wachtlijsten. Aan de andere kant
beschikken heel wat landbouwbedrijven over
een combinatie van ruimte, rust en een zorgzame
boerin op het erf. In Nederland leidden die om-
standigheden tot het ontwikkelen van een nieuwe
vorm van verbreding, namelijk kinderopvang op
de boerderij. Momenteel zijn er een dertigtal agra-
rische kinderopvangbedrijven actief en zijn een
tiental aanvragen ingediend.
Zelfstandige mentaliteitJan (41) en Marlies (36) Van Barneveld uit IJs-
selstein bij Utrecht behoren tot de pioniers in de
agrarische kinderopvang. Nadat het landbouw-
koppel via een pilootproject de nodige kennis
had opgedaan, opende Marlies in 2005 het derde
agrarische kinderdagverblijf van Nederland. ‘Als
boerin ben je gewend om zelfstandig te leven en
te werken. Je weet wat ondernemen is en tot mijn
huwelijk had ik al in de kinderopvang gewerkt’,
vertelt Marlies. ‘Eigenlijk sluimerde het idee al
langer. Tot ik een artikel over boerderijcrèches
las en ik ons meteen als kandidaten opgaf.’
Het bedrijf dat Jan uitbaat omvat 90 melkkoei-
en, een 45-tal hectare maïs- en grasland en jong-
vee. ‘Een pittig eenmansbedrijf dus,’ verwoordt
Marlies het spontaan. Zijzelf runt één kilometer
verderop haar crèche, op de boerderij die ze daar-
voor van Jans oom overnamen. In de oude stal
brachten ze het jongvee onder en ze verbouwden
een werktuigenloods tot een ruimte waar Marlies
en haar team 24 kinderen opvangen. Een inves-
tering waarover de twee erg tevreden zijn, zeker
sinds de daling van de melkprijs.
Interessante bijverdienste?In totaal investeerden Marlies en Jan ongeveer
250.000 euro in hun nieuwe bedrijfstak. ‘Maar
doordat we over een bestaande loods beschikten
en we erg veel zelf hebben gedaan, is dat veel
minder dan gebruikelijk’, zegt Marlies. Zo rekent
de Verenigde Agrarische Kinderopvang (vak) – de
organisatie die gegroeid is uit het bovenver-
melde pilootproject – op een investering van
200.000 euro per 12 kinderen. Dat levert volgens
vak tegen de gangbare tarieven en kosten – inclu-
sief aflossingskosten en een standaardloon voor
de boerin – een jaarlijks inkomen van 23.500 euro
en een terugverdientijd van 20 jaar op. ‘Geef toe,
Boerderijcrèches:
In Nederland raakt kinderopvang op de boerderij stilaan ingebur-
gerd. Hoe interessant is deze vorm van verbreding? Hoe start je
een boerderijcrèche op? En hoe combineer je die met je bestaande
bedrijf? We vroegen het aan boerin-opvangmoeder Marlies Van
Barneveld uit IJsselstein bij Utrecht.
Soms is het wel wennen om een team
aan te sturen
A
kans voor Vlaamse landbouw?
ligheid. De kinderopvang moet strikt gescheiden
zijn van de rest van het bedrijf en ook zaken als
speelgoed en maaltijden worden streng gecon-
troleerd. En er is de pedagogische aanpak, want
in Nederland blijven de meeste kinderen tot hun
vierde in de crèche (in plaats van tot hun 2,5 jaar
in Vlaanderen, nvdr.).’
Marlies vindt het ook belangrijk om volgens
een boerderijfilosofie te werken. ‘De kinderen
krijgen veel ruimte en spelen zo vaak mogelijk
buiten. Zelfs de jongsten slapen in open lucht
als het mooi weer is. En als het regent kunnen
ze terecht in een deel van de loods dat we als
overdekte speelruimte hebben ingericht. Maar
we gaan ook geregeld bij het jongvee op bezoek.
We wandelen in het hooiland of glijden ’s winters
op de sloten. We hebben een moestuintje. En we
koken met hoeveproducten.’
Ook in eigen land zijn er volgens Nik Van Gool,
verantwoordelijke van de vzw Landelijke Kinder-
opvang, een aantal boerin-onthaalmoeders. ‘Zij
mogen 4 kinderen opvangen en sluiten zich om
praktische redenen meestal bij een organisatie
zoals Landelijke Kinderopvang aan.’ Een crèche
of zelfstandig kinderdagverblijf opstarten in
Vlaanderen is echter minder eenvoudig. ‘Zeker
voor een privépersoon is het niet evident om
aan alle normen te voldoen. Onze vereniging
werkt voor de financiering voornamelijk met
gemeentes, bedrijven en scholen samen om kin-
derdagopvang op te zetten. Maar we staan zeker
open voor nieuwe mogelijkheden in de land- en
tuinbouwsector.’
info www.multifunctionelelandbouw.nl ( > kinderopvang), www.agrarischekinderopvang.nl www.spring-in-t-veld.nl
Omkadering en vergunningOm haar crèche te runnen werkt Marlies gemid-
deld 3 werkdagen per week aan de omkadering
en staat ze 2 à 3 dagen tussen de kinderen. Daar-
naast stuurt ze 9 personeelsleden aan, waaronder
verschillende parttimers. ‘Voor sommigen is het
wel wennen als je plots een team moet leiden.
Behalve de kinderen verzorgen, ben ik ook bezig
met personeelsplanning- en opvolging, voeding
en luiers inkopen, wachtlijstbeheer, intakege-
sprekken, boekhouding enzovoort. Maar ik ken
ook collega’s die een coördinator aanwerven om
zelf andere dingen te doen. Je kiest zelf hoe je het
meeste lol in je werk hebt.’
Wie met kinderopvang wil starten, moet wel in-
calculeren dat je de nodige vergunningen niet van
vandaag op morgen bij elkaar hebt. Marlies: ‘Kin-
deropvang is terecht streng gereglementeerd. Bij
In Vlaanderen aan de slag?
ons zat er drie jaar tussen de beslissing om te star-
ten en de opening. En ook vandaag duurt het nog
altijd zo’n twee jaar. Vooral de vergunning voor
je verbouwing en uitbating, waarbij de gemeente
moet tussenkomen, kan aanslepen. Subsidies
hebben wij niet gekregen, hoewel er in sommige
regio’s een toelage voor plattelandsontwikkeling
zou bestaan. Je moet tenslotte wat met leegstaan-
de agrarische gebouwen. Dankzij kinderopvang
krijgen ze een economische bestemming die per-
fect in het landbouwkader past.’
16 ondernemer van nature
art en Martine baten in Ieper een var-
kensbedrijf uit met 300 zeugen en ruim
1000 vleesvarkens. Het is de bedoeling
om in de nabije toekomst uit te breiden zodat ze
een groter deel van de vleesvarkens zelf kunnen
afmesten. Om te kunnen uitbreiden, laten ze sinds
dit jaar een deel van hun mest verwerken. Naast
het varkensbedrijf hebben Bart en Martine ruim
35 ha akkerbouw: aardappelen, suikerbieten,
tarwe en korrelmaïs.
Sinds 2006 hebben ze drie jaar op rij controle
gehad op het nitraatresidu omdat hun bedrijf in ri-
sicogebied ligt. De derde keer, in 2008, viel het re-
sultaat van het bodemstaal tegen. ‘Het eerste jaar
ging het over korrelmaïs, het tweede jaar over
een weide. Het nitraatresidu lag beide keren ruim
onder de norm van 90 kg nitraat-N / ha,’ vertelt
Bart. ‘Maar in 2008 was een aardappelveld aan
de beurt. Toen zaten we met 158 kg nitraat-N / ha
ruim boven de limiet.’
Audit na te hoog residu Als gevolg van die overschrijding kregen Bart en
Martine een aantal maatregelen opgelegd, waar-
onder een mestaudit van een halve dag door een
medewerker van de cel Bedrijfsadvisering en Sen-
sibilisering van de Mestbank West-Vlaanderen.
‘Die audit voelde eigenlijk niet aan als een con-
trole,’ zegt Martine. ‘We hebben dat eerder als be-
geleiding ervaren. Tegen dan wisten we natuurlijk
ook al dat de boetes van 2008 waren kwijtgeschol-
den doordat er discussie was over de resultaten.’
‘Niet alle bedrijfsleiders zijn even goed op de
hoogte van de relatie tussen bemesting,
nitraatresidu en waterkwaliteit,’
zegt Mestbankmede-
werkster Katrien Neudt, die de audit op het be-
drijf uitvoerde. ‘Bij zo’n audit bekijken we alles
wat met de bemesting te maken heeft. Welke
bemesting heeft het perceel gekregen? Is dat
volgens de bemestingsnorm? Wat is de historiek
van het perceel, was er eventueel een voorvrucht,
of is er gras ingeploegd op het perceel? Op welk
moment is de bemesting toegediend? Wat weten
we over de samenstelling van de mest? Om welke
grondsoort gaat het? Hoe was de opbrengst van
het perceel? Enzovoort.’
Gezocht: verklaringTijdens de audit wordt er een verklaring, en bij
voorkeur ook een oplossing, gezocht voor het te
hoge nitraatresidu. Bij Bart was de bemesting cor-
rect gebeurd. De enige eventuele verklaring was
de opbrengst van het aardappelveld. ‘Ik had op
dat perceel niet zo’n goede opbrengst. De aardap-
pelen hebben dus minder stikstof opgenomen dan
gewenst, en zijn dus minder goed gegroeid. Maar
langs de andere kant is de bemestingsnorm voor
aardappelen hoe dan ook laag. Eigenlijk vraagt
dat gewas meer bemesting dan we mogen geven.’
Zowel Bart en Martine als Katrien zijn er zich
van bewust dat er discussie bestaat over de ni-
traatresidunorm voor aardappelen, net als voor
Bemesting tegen het lichtMestaudit
Sinds een paar jaar stuurt de Mestbank niet alleen controleurs,
maar ook adviseurs naar land- en tuinbouwbedrijven. Bart Heyman
en Martine Vandevelde kregen zo’n adviseur over de vloer voor
een mestaudit en ontdekten de menselijke kant van de Mestbank.
B
Tijdens een audit sta je ook nog eens stil bij wat anders vanzelfsprekend is
17
naam Bart Heyman & Martine Vandevelde
leeftijd47 en 46 jaar
diplomaHotelschool en Maatschappelijk werk
bedrijf Varkensbedrijf met 300 zeugen, ruim 1000 vleesvarkens en akkerbouw: 35 ha aardappelen, suikerbieten, tarwe en korrelmaïs
locatieIeper
Bemesting tegen het licht
Hoe krijg ik mijn nitraatresidu naar beneden?
Hoe zet ik de resultaten van een bodemana-
lyse en een bemestingsadvies om in een mest-
gift? Hoe maak ik een bemestingsplan op? Wat
moet ik bijhouden in mijn bemestingsregister?
Hoe kan ik de rekenprogramma’s van de Mest-
bank gebruiken? Met dergelijke vragen kunt u
bij de Mestbank terecht.
In elke provincie zijn cellen Bedrijfsadvies
en Sensibilisering (bas) opgericht. Bij die bas-
cellen kunt u terecht met al uw vragen over be-
mesting op uw bedrijf. Wie dat wil, kan er ook
terecht voor individuele bedrijfsbegeleiding.
info bas-cel Antwerpen: Raf Van Mol, T 014 25 83 89, Els Daemen, T 014 25 83 04 bas-cel Limburg: Vital Vandewaerde, T 011 29 87 37 bas-cel Oost-Vlaanderen: Luc Gallopyn, T 09 244 86 12 bas-cel West-Vlaanderen: Els Goethals, T 050 45 81 67 bas-cel Vlaams-Brabant: Denise Devenyns, T 016 31 18 00
groenten. ‘Aardappelen wortelen niet diep en
niet intensief, dus zijn het slechte stikstofbenut-
ters,’ zegt Katrien. Bart voegt eraan toe dat je bij
aardappelen ook niet kunt fractioneren. ‘Door de
ruggenteelt moet je alle mest in één gift geven.
Volgens mij is dat de voornaamste oorzaak. Zelfs
als je heel strikt de bemestingsnorm volgt, dan
nog kun je heel gemakkelijk een te hoog residu
hebben, zo blijkt uit ons geval. Wij kunnen het
als boer maar zo juist mogelijk proberen te doen
en op het beste moment. Nadien is het in handen
van de natuur en kun je alleen maar hopen dat het
allemaal meezit en dat je een hoge opbrengst en
een laag residu hebt.’
Bart en Martine zijn heel bewust bezig om de
bemesting af te stemmen op de noden van de bo-
dem en de gewassen. Daarvoor laten ze sinds en-
kele jaren op verschillende percelen bodemstalen
nemen. Het bedrijf gebruikt eigen varkensmest
als basisbemesting en vult alleen aan met kunst-
mest op basis van de grondontledingen. Katrien
Neudt: ‘Zo bespaart het bedrijf op kunstmest,
maar helpt het ook om het nitraatresidu en de
waterkwaliteit te verbeteren. En dat is natuurlijk
net het doel van de mestwetgeving waarin ook de
audits passen.’
BedrijfsblindheidVonden Bart en Martine zo’n audit dan wel zinvol?
‘Iets nieuws heb ik niet echt gehoord, maar het is
wel goed dat alle mogelijkheden nog eens worden
besproken. Alles wordt nog eens opgefrist en op
een rijtje gezet,’ zegt Bart. ‘Na al die jaren vind je
alles vanzelfsprekend,’ vult Martine aan. ‘Ik zou
het bijna bedrijfsblindheid durven noemen. Er zijn
van die dingen die je eigenlijk wel weet, maar waar
je gewoon niet meer aan denkt. Tijdens zo’n audit
denk je daar nog eens actief over na. Het is ook
goed geweest om de Mestbank te leren kennen.
We weten nu dat daar mensen achter zitten en dat
we bij hen terecht kunnen als we vragen hebben.’
Vraag het aan de Mestbank
burenbabbel18 uit de provincie18
Provinciaal landbouwbeleid halfweg
Op 1 december 2006 tra-
den de nieuwe provincie-
besturen aan. Vandaag
zijn de gedeputeerden
van de Vlaamse provin-
cies halfweg hun ambts-
termijn. Wat hebben ze
op die tijd al gerealiseerd
en wat staat er nog op
stapel? Een rondvraag.
Een tussenbalans
Bij ons groeit het levenAGRIBEX
BRUSSELSBRUSSELSEXPO
Internationaal Salon voor Landbouw, Veeteelt, Tuin en Groene Zones.
Van 1 tot 6 december in Brussels Expo.
Professionele Dag: 1 december 2009 Info en ticketing: www.agribex.be
14755 AGRIBEX Ann. Agribex 135x210 nl.indd 1 30/10/09 11:51
19
Vakbeurs voor de professionele veehouderij.
Van 2 tot 4 december in Brussels Expo.
Info en ticketing : www.breedex.beBRUSSELSBRUSSELS
EXPO
Bij ons leeft de passie
14755 AGRIBEX Ann Breedex 135x210 nl.indd 1 30/10/09 11:54
Alexander Vercamer: Ruimte geven
aan een economisch, ecologisch en
sociaal volwaardige land- en tuin-
bouw is het uitgangspunt van het
Oost-Vlaamse landbouwbeleid. On-
der de noemer natuurrijk landbouw-
beheer worden nieuwe initiatieven
genomen in functie van het behoud
en de verbetering van de natuurkwa-
liteit in het agrarische landschap.
Samen met de partners van het Ken-
niscentrum Water wordt integraal
waterbeheer concreet gemaakt op
land- en tuinbouwbedrijven.
Oost-Vlaanderen streeft ernaar om
glastuinbouwclusters van bovenlo-
kaal belang te ontwikkelen die milieu-
vriendelijk en economisch duurzaam
zijn. Concrete acties zijn de invulling
van het project Stockstorm in Kruis-
houtem en de ontwikkeling van het
glastuinbouwcomplex in Beveren.
De expertise op het vlak van land-
schap wordt verder verfijnd en ter
beschikking gesteld door de opmaak
van landschapsbedrijfsplannen en
advies inzake agrarische architectuur.
Oost-Vlaanderen: Natuurlijk landbouwbeheer
Bart Naeyaert: De voorbije ja-
ren werd er veel gewerkt rond de
duivenproblematiek. Houtduiven
belagen heel wat gewassen, vaak
groenten, met soms grote produc-
tieverliezen als gevolg. Oplossingen
werden gezocht via een verhoogd
afschot (bv. duivenweekend), alter-
natieve afweer, overleg, demonstra-
tie, studiewerk… Het werk is niet af,
maar we willen met alle betrokkenen
tot een echte oplossing komen. Re-
cent hebben we het Kenniscentrum
Bodem opgericht. Van daaruit willen
we boeren en tuinders bijstaan om
een succesvolle teelt te combine-
ren met een minimale milieudruk.
De wetgever legt een grote ver-
West-Vlaanderen: Duiven en bodemantwoordelijkheid bij de land- en
tuinbouwers in het halen van de
doelstellingen inzake bodem- en
nutriëntenbeheer. Dat is een com-
plexe zaak omdat er veel natuur-
lijke processen op ingrijpen. Die
zijn vaak moeilijk voorspelbaar,
maar toch moeten de doelstellin-
gen worden gehaald.
20 uit de provincie
Ludo Helsen: Het platteland is meer dan
land- en tuinbouw. Ons actieplan voor
de verdere ontwikkeling van de glastuin-
bouw in de macrozone Hoogstraten speelt
daar onder andere op in: hoe versterken
we die belangrijke sector met daarbij ook
aandacht voor de andere actoren op het
platteland? In de toekomst zal ook een
actieplan worden uitgewerkt voor de ma-
crozones Ranst en Sint-Katelijne-Waver.
Een ander voorbeeld zijn de kosteloze
erfbeplantingsplannen voor landbouwers.
In het kader van duurzame en verbrede
landbouw werd zopas een toekomstbeleid
uitgetekend voor de sector van hoeve- en
streekproducenten. Het praktijkonderzoek
op onze twee proefcentra, Hooibeekhoeve
(melkvee, voedergewassen en plattelands-
ontwikkeling) en Proefbedrijf voor de Vee-
houderij (vleeskippen en leghennen) volgt
de noden van de landbouwer op. Ondertus-
sen werd ook de Provinciale Landbouwka-
mer vernieuwd. We waren eind april zelfs
de eerste Vlaamse provincie die de ver-
nieuwde Kamer installeerde. De komende
jaren willen we die werking uitbreiden.
Marc Vandeput: Het kenniscentrum pcfruit
ondersteunt het innovatief ondernemer-
schap van de fruittelers via toegepast
wetenschappelijk en demonstratief onder-
zoek. Er werd bijna 4,5 miljoen euro geïn-
vesteerd om het onderzoek te centraliseren
en een labo uit te rusten dat voldoet aan de
strengste Europese normen. Het Limburgse
kenniscentrum Agrivisie is een eerste stap
in de gecoördineerde werking van PIBO-
campus (akkerbouw) en PVL (veehoude-
rij), die ook worden ondersteund in hun
partnerschap in Europese projecten, zoals
Bodembreed, Interactief Waterbeheer en
Energiebewust Boeren. Via het project ‘ad-
vies uit de ruimte’ krijgen land- en tuinbou-
wers uit satellietwaarnemingen informatie
over teelt- en productieparameters.
De provincie stimuleert innovatie in
de land- en tuinbouw ook door de jaar-
lijkse uitreiking van de innovatie-awards
en via het agrarisch onderzoeksfonds.
Voorts wordt met gerichte adviesverle-
ning gewaakt over de beeldkwaliteit van
het platteland en worden de agrarische
afbakeningsprocessen nauwgezet opge-
volgd. Verbreding en diversificatie worden
ondersteund via diverse projecten inzake
zorgboerderijen, hoeve- en streekproduc-
ten, kijkboerderijen…
Monique Swinnen: De Vlaams-Brabantse land-
bouwers werken in een provincie met sterke ver-
stedelijkingsdruk. Het motto voor ons beleid was
dan ook Boeren met Buren. Het imago versterken
en de landbouwverbreding op gang trekken in een
breder plattelandsbeleid is met de steun van de
hele sector goed geslaagd. De Europese labeling
van het grondwitloof en de serredruif gaf onze
sector een tweede adem. Ook de verbondenheid
met de imkers en het gratis bloemenzaad waren
een schot in de roos. Hoeveproducten, Picknick
een Hoeve, zorgboerderijen, plattelandstoerisme,
Boeren met Klasse, erfbeplanting en landschapsin-
tegratie… zijn in volle opmars in onze provincie.
De komende jaren specialiseren we ons verder
in de biologische teelt, met een trekkersrol voor
het Provinciaal Proefcentrum Pamel voor aardbei-
en en kleinfruit. Via regional branding-projecten
zullen wij het Pajottenland en het Hageland verder
economisch laten renderen en de eigenheid van
die landbouwstreken nog versterken. Een grote
uitdaging voor onze erosiegevoelige provincie
is de verbetering van de bodemkwaliteit. De
trekkersrol die Vlaams-Brabant opneemt in het
Interregproject Bodembreed zal zeker vruchten
afwerpen.
Antwerpen: Glastuinbouw en verbreding
Vlaams-Brabant: Boeren met Buren
Limburg: Innovatie en verbreding
21
ten huize van22
et 9 hectare sluitkool (witte en
rode kool), 3 hectare kropsla in
volle grond en een gesloten var-
kensbedrijf met 170 zeugen waarvan ze alle big-
gen afmesten, hebben Els en Christof meer dan
de handen vol. Ze werkten na hun schooljaren elk
eerst vier jaar mee met hun ouders, tot ze in 2002
het ouderlijke bedrijf van Christof in Koolskamp
konden overnemen. En ze zetten er meteen hun
schouders onder.
M
Groeien als koolChristof Callewaert en Els Cappelle kwamen elkaar tegen
op de middelbare landbouwschool van Roeselare. Vanaf
hun voorlaatste jaar waren ze onafscheidelijk. Dat zijn ze
vandaag – een overname, twee kinderen, verbouwingen
en een varkensstal later – nog altijd.
Strakke planningEerst werd er een frigo bijgebouwd, zodat ze nu
40.000 bakken kolen – de oogst van 7 hectare –
gekoeld kunnen opslaan. De rest van de kolen
gaat vorstvrij in de hangar. Vervolgens verbouw-
den ze hun huis en kregen op elf maanden tijd
twee zonen, Ward en Arne, nu vier en drie jaar
oud. In 2007 bouwden ze een nieuwe zeugenstal
waardoor het zeugenaantal van 100 naar 170 kon
stijgen. In 2008 werd er ook een stal voor vlees-
varkens aangebouwd. ‘Zo hadden we alles vooraf
gepland, en zo is het ook gegaan,’ vertelt Els, ‘Al
was het bij momenten wel zwaar, zeker die twee
jaar dat we gebouwd hebben. Ook veldwerk doen
met een boreling en een kind van elf maanden
thuis, was zeker niet eenvoudig. Om de paar uur
moest ik op mijn fiets springen om de kleinste de
fles te gaan geven.’
Het jaar rond is er werk op het bedrijf, veel
werk. Vanaf april wordt de sla geplant, om van
juni tot eind september te kunnen oogsten. De
kroppen gaan naar Italië en ook naar een Franse
versnijderij, die onder meer de zakjes sla van
Florette op de markt brengt. De kolen worden
geplant in mei, geoogst van midden september
tot midden november en opgeslagen in de frigo’s.
Tussendoor worden er ook aardappelen en maïs
geteeld, als vruchtwisseling op de in totaal 30 à
35 hectare waarop het jonge koppel boert. Van
december tot begin mei, de periode dat er geen
kolen worden geoogst, voert Christof drie keer
per week kolen uit de frigo’s naar de veiling. En
2323
Om de paar uur moest ik op mijn fiets springen om de kleinste de fles
te gaan geven
naam Christof Callewaert
leeftijd29 jaar
diplomaTechnisch land-bouwonderwijs
hobby’s‘mijn werk is mijn hobby’
takenveldwerk met de tractor, sla en kolen oogsten, kolen veilingklaar maken en naar veiling bren-gen, boekhouding op pc, vleesvarkens en zeugen verzorgen, herstellingen doen
natuurlijk vragen de zeugen en de vleesvarkens
elke dag aandacht.
Liever op het landChristof en Els doen alles zelf, met hier en daar
hulp van Christofs vader en Els’ zus. Per dag staat
het koppel 8 of 9 uur op het land, en dan nog elk
een uur bij de varkens. ‘Personeel in dienst ne-
men zien we voorlopig niet zitten,’ vertelt Chris-
tof. ‘Voor het oogsten van de kolen helpen zes
weken lang twee Polen mee, maar als je het zelf
doet, gaat het toch vlotter. Bovendien moeten we
onze kostprijs zo laag mogelijk houden, met de
prijzen die we tegenwoordig maar krijgen voor
ons product.’ Els voegt eraan toe dat er ook maar
weinig mensen zijn die het snijwerk willen doen.
‘Zelf doe ik dat echt graag. In de zomer sla snijden
is leuk, zo heel de dag buiten. Om 5 uur zitten
we al op het veld. Ik doe dat veel liever dan mijn
huishouden. Daarvoor heb ik een poetsvrouw, en
mijn mama doet de strijk. Zelfs als het regent, zit
ik nog liever op het land.’
naam Els Cappelle
leeftijd30 jaar
diplomaBeroeps landbouw-onderwijs
hobby’sgeen
takensla en kolen oogsten, kolen veilingklaar maken, btw-boek-houding, administra-tie van de bvba van het varkensbedrijf, schoonhouden varkensstallen en kraamstallen, huis-houden en kinderen
Zonder bijkomende mankracht kan het bedrijf
echter niet echt meer groeien. ‘Dat klopt. Meer
werk kunnen we niet aan,’ zegt Christof. Maar
toch is er nog een volgende stap vooruit. ‘Het
komt er nu op aan om het maximum te halen uit
wat we doen. De resultaten met de varkens kun-
nen bijvoorbeeld zeker nog beter.’ De nieuwe,
emissiearme stal met groepshuisvesting voor
de zeugen maakt in de bedrijfsvoering al een
heel verschil, onder meer door de automatische
voedering. Christof: ‘De tijd die we daarmee uit-
sparen, kunnen we in de kolen steken. En in de
nieuwe stal is het ook gewoon ook veel aangena-
mer werken.’
De bedenkerChristof is voortdurend op zoek naar manieren
om zijn bedrijf te verbeteren. Hij bekijkt of hij via
zonnepanelen of een windmolen zelf elektriciteit
kan opwekken voor de frigo’s. Hij bedacht zelf
een oogstwagen met een lopende band, die hij op
maat liet maken. Ook om de kolen zo vlot mogelijk
klaar te maken voor de veiling heeft hij een eigen
systeem bedacht: een put van 1,60 meter in de
grond met daarin een liftje, zodat de bakken altijd
op de ideale hoogte staan om aan te werken. ‘Ja,
Christof bedenkt en probeert altijd van alles,’ zegt
Els. ‘Ook in de nieuwe stal heeft hij heel veel zelf
gedaan. Hij is goed met zijn handen… en met zijn
rekenmachine,’ lacht ze. ‘Alles wordt hier bere-
kend.’ ‘Maar dat moet ook,’ vindt Christof, ‘Met
de prijzen die we de laatste tijd maar krijgen op
de veiling…’
Hard werken, ze doen het allebei met plezier.
‘Maar het weekend is voor ons,’ zegt Els. Al duurt
dat weekend geen twee dagen… ‘De zaterdag is
een gewone werkdag. Maar op zaterdagavond
gaan we weg, uit eten of zo. Ik heb het echt wel
nodig om eens uit te gaan. We moeten natuurlijk
wel zorgen dat we aan genoeg slaap geraken om
de volgende morgen de varkens te kunnen ver-
zorgen. Op zondag doen we ook de papieren. Dat
is ook wel werk, maar het is toch stukken rustiger
dan een gewone weekdag.’
24
‘ Naar minimumprijzen voor Noord & Zuid?’Ze staan symbool voor eerlijke handel met lokale producen-
ten uit het Zuiden. Maar volgen ze ook de handelspraktijken
waarmee Vlaamse land- en tuinbouwers worden geconfron-
teerd? We trokken met Leo Ghijsels van Oxfam Fairtrade naar
het melkveebedrijf van Marc Claeys en schoonzoon Filip Van
Beneden in Bassevelde.
bedrijf75 melkkoeien, 45 zoogkoeien + jongvee, 1 ha voederbieten, 5 ha tarwe, 4 ha graszaad, 32 ha maïs en 7 ha grasland
Van links naar rechts: Filip Van Beneden, Marc Claeys en Leo Ghijsels van Oxfam Fairtrade
Leo Ghijsels (Oxfam Fairtrade)
24
25
aan te pakken? Leo: ‘Ik begrijp die vraag, maar ie-
der zijn job. Wij focussen als kleine organisatie op
het Zuiden. We proberen daar samen te werken
met familiale landbouwbedrijven door een mini-
mumprijs te bieden. Ik durf niet eens eerlijke prijs
te zeggen, want wat is een eerlijke prijs? Wij zijn
ook een bedrijf dat zowel rekening moet houden
met strenge Fairtrade-criteria als met de concur-
rentie. Oxfam Fairtrade heeft een aparte structuur
als cvba, naast Oxfam Wereldwinkels en naast de
ngo Oxfam Solidariteit die ontwikkelingsprojec-
ten in het Zuiden uitvoert. We moeten dus zorgen
dat onze producten in de smaak vallen en betaal-
baar blijven, als we ons ding willen blijven doen.’
Sinds enige tijd biedt Oxfam Fairtrade enkele
producten aan die ook ingrediënten van eigen bo-
dem bevatten. De organisatie maakt chocomelk
met cacao en rietsuiker uit het Zuiden en verse
melk van bij ons. In het fairtrade appelsap zitten
ongeveer de helft appelen uit Chili en de helft uit
Haspengouw. ‘We staan voorzichtig open voor sa-
menwerking met de Vlaamse land- en tuinbouw’,
zegt Leo. ‘We blijven een drukkingsgroep en we
willen het begrip fairtrade niet laten uithollen. Te-
genwoordig wordt alles bijvoorbeeld duurzaam
genoemd. Maar we doen nog te weinig met onze
buitenlander 25
anvankelijk wilden we een BV uit de
nieuwe Oxfam-campagne (zie kader)
laten kennismaken met de landbouw.
Maar uiteindelijk kozen we voor een diepgaander
debat met iemand die de visie en de werking van
de organisatie als geen ander kent. Leo Ghijsels
is lid van het Oxfam-management en importver-
antwoordelijke voor een aantal producten als
wijnen, olijfolie, honing enzovoort. Hij reist vaak
naar het Zuiden om er te onderhandelen over de
aankoop van deze producten die Oxfam onder zijn
fairtrade merk aanbiedt. En hij heeft voeling met
de boerenstiel. ‘Ik heb in Bolivia in de jaren zeven-
tig en tachtig nog gewerkt voor een coöperatie
die jonge legkippen kweekte. Maar dat is totaal
anders dan in België. Hier beperkt mijn praktijk-
kennis zich tot wat ik af en toe hoor van mijn nicht
die een varkenskwekerij heeft.’
Basisbehoeftes en kindslaven‘Oei, in de varkens gaat het nog slechter dan in
het melkvee en het is voor ons al knokken om te
overleven,’ zegt Filip. ‘Neen, ik heb deze zomer
niet mee betoogd in Brussel. Ik kon me niet in alle
eisen van de actievoerders vinden. Maar ik vind
ook wel dat er iets ten gronde moet veranderen.
In het Zuiden zal de situatie nog wel slechter zijn,
maar ook wij hebben recht op een eerlijke prijs.’
Leo knikt. ‘Er is zeker een groot verschil met wat
ik in het Zuiden zie. Daar praat je over mensen
die geen geld hebben voor basisbehoeftes als ge-
zondheidszorg of onderwijs. Of over echt jonge
kinderen die als kindslaven op cacaoplantages
werken. Al neemt dat niet weg dat er ook in Eu-
ropa iets serieus mis is met de voedselprijzen.’
Terwijl Marc ons rondleidt in de melkstal, ver-
telt hij dat hij aan de huidige marktprijzen net niet
zonder verlies produceert. ‘Wij hebben nog het
geluk dat we geen recente investeringen moeten
afbetalen. Maar dat kan niet te lang blijven duren.
Binnenkort moeten we het bedrijf reorganiseren.
Filip en Elsy wonen nu dichtbij de boerderij in
Wippelgem waar het vleesvee gevestigd is. Vol-
gend jaar verhuizen ze naar hier en hebben we,
onder meer voor het afkalven en de jonge dieren
van het vleesvee, een nieuwe stal nodig. Vorige
week is de melkprijs iets gestegen, maar het blijft
afwachten wat de toekomst brengt.’
Verse fairtrade melkNadat Leo heeft kennisgemaakt met het rantsoen
van de koeien vragen we hem of Oxfam niet meer
kan doen om ook deze problemen dichter bij huis
Ik zeg niet eens eerlijke prijs,
want wat is eerlijk?
Goedele legt Afrika aan de borst
Begin november lanceerde Oxfam Fairtrade een
nieuwe campagne waarin 6 BV’s aandacht vragen
voor eerlijke en duurzame handel. Fotografe Lieve
Blancquaert maakte opvallende en mooie beelden
van Walter Van Beirendonck, Helmut Lotti, Maaike
Cafmeyer, Goedele Liekens, Michiel Devlieger en
Delphine Boël.
info www.oft.be
noordkant. Er zijn zeker mogelijkheden voor sy-
nergie. Ik denk eventueel aan yoghurt met suiker
en vruchten uit het Zuiden en melk van bij ons.
Alhoewel, we hebben niet eens koelkasten in onze
verkooppunten. Dat is dus nog niet voor morgen,
maar misschien wel voor overmorgen. Ook harde
tarwe of andere ingrediënten waarmee we koek-
jes kunnen maken, lijken me veelbelovend.’
Structurele oplossingWe sluiten het bezoek af met een warm kopje
koffie in de woonkamer van Marc en Annie. Het
gesprek komt opnieuw op mogelijke oplossingen
voor de landbouwcrisis en de meningen blijken
verrassend gelijklopend. ‘Het Mansholt-plan
met zijn filosofie van zo veel mogelijk produce-
ren heeft veel kleine familiale landbouwbedrij-
ven weggesaneerd’, zegt Leo. ‘Het is zeker niet
sympathiek om dit te zeggen, maar ons voedsel is
vandaag te goedkoop. In Afrika besteedt men 80
procent van het inkomen aan voeding. Bij ons is
dat nog geen 10 procent. Daarbij komt de macht
van de distributiesector, die de producenten qua
prijzen onder druk zet. Wat ook voor de boeren
uit het Zuiden trouwens een probleem is. Overal
betalen de mensen onderaan de keten het gelag.
Ik denk dat iedereen er stilaan van overtuigd is dat
we voedsel niet enkel aan de vrije markt mogen
overlaten, correcties zijn noodzakelijk. De vraag
blijft vooral hoe en hoever je ingrijpt.’
A
BoerenstebuitenTV maakte een reportage over het bezoek van Leo Ghijsels bij Marc Claeys en Filip Van Beneden. Bekijk ze op www.vilt.be.
2626 frontaal26
Hoe goed werkt het systeem van groenestroom-
certificaten? Welke technologieën blijven ook rendabel
na de periode waarin je certificaten gegarandeerd zijn?
En waar liggen nog kansen voor de landbouw?
Groene energie
‘Ik heb net geïnvesteerd in zonnepanelen,
hoewel ik een groter voorstander ben van
windenergie. Het wordt nipt, maar ik hoop
dat ik mijn installatie nog voor 2010 gekeurd
krijg. De waarde van certificaten daalt na-
melijk van 450 naar 350 euro per MWh. Op
een investering van 37 kilowattpiek scheelt
dat ongeveer 60.000 euro op twintig jaar.
Ik heb een gemengd bedrijf met zeugen,
mestvarkens en melkvee en zie zoals de
meeste landbouwbedrijven al een aantal
jaar mijn energiekosten toenemen. Dankzij
deze investering kan ik die kostenpost voor
de toekomst beheersbaar houden.’
‘Voor windenergie is de waarde van de
groenestroomcertificaten een stuk lager
Lieven Van Lieshout, medewerker Vlaams Energie Agentschap (vea)‘Het systeem van groenestroomcertificaten is niet
perfect maar het werkt behoorlijk. Door de certifi-
caten kan de overheid opleggen dat de energiele-
veranciers een bepaald percentage groene stroom
moeten aanbieden. Dat is in vergelijking met an-
dere landen een grote stimulans voor iedereen die
het aanbod alternatieve energie wil vergroten. Wie
in groene stroom wil investeren, krijgt via de mini-
mumtarieven ook zekerheid over de steun die hij
tot de afschrijving van zijn investering zal genieten.
Op termijn is het de bedoeling dat de ondersteunde
technologieën ook zonder subsidie kunnen. Maar
om nieuwe technieken ingang te laten vinden, is
ondersteuning nu eenmaal noodzakelijk.’
‘Het vea voert beleidsvoorbereidend werk uit
en geeft dus ook advies over de berekening van de
gewaarborgde certificatenwaarde. Daarbij houden
we rekening met de rendabiliteit van een techniek
op het moment van de investering. Vanaf 2010
worden de minimumtarieven voor zonnepanelen
bijvoorbeeld aangepast omdat die markt sterk ver-
anderd is. Vroeger kostten panelen 8.000 euro per
kilowattpiek, vandaag is dat 4.500 euro. Dat wordt
meegenomen bij de berekening van de certifica-
tenwaarde. We zorgen dat de investering rendabel
is en dat ze afgeschreven is tegen de tijd dat de
steun afloopt. Het is moeilijk te voorspellen wat je
panelen na 20 jaar nog opbrengen, maar dat zou
dus sowieso een extraatje moeten zijn.’
Johan Matthys, landbouwer Lo Reninge
‘De milieuvriendelijkheid van de technologie in
kwestie speelt nauwelijks mee bij de berekening
van de certificatenwaarde: de rendabiliteit staat
voorop. Hernieuwbare energie is op zich al milieu-
vriendelijk. We verbruiken minder fossiele ener-
gie en stoten minder broeikasgassen uit. Maar op
andere manieren wordt wel rekening gehouden
met de ecologische meerwaarde. Zo zijn er duur-
zaamheidscriteria voor vloeibare biobrandstoffen
en komen er in de nabije toekomst criteria voor
vaste biobrandstoffen. Het certificatensysteem
slaat ook alleen op de productie van elektriciteit,
die bovendien is opgewekt door energiebronnen
zoals zon, wind, water, afval, bodem of biomassa.
Een zonneboiler voor warm water of korteom-
loophout voor de verwarming van je serre komt
dus niet in aanmerking. Toch liggen ook daar nog
heel wat mogelijkheden. Tegen 2020 moet België
een aandeel van 13 procent hernieuwbare energie
realiseren. Hierin speelt groene warmte ook een
belangrijke rol, zoals ook blijkt uit het Actieplan
Groene Warmte dat we momenteel aan het uit-
werken zijn.’
2727
zonder certificaten?
Johan Matthys, landbouwer Lo Reninge
Inge Goessens, energiespecialiste Innovatiesteunpunt
‘Het voordeel van groenestroomcertifi-
caten is dat ze technologieën haalbaar
maken en het onderzoek en de ontwik-
keling stimuleren. Momenteel zijn de
meeste technieken niet rendabel zonder
steun. Maar dankzij de certificaten wordt
er toch in geïnvesteerd en kan de markt
zich verder ontwikkelen. Op termijn zou
groene stroom op zichzelf concurrentieel
worden, maar zover zijn we nog lang niet.
Voor zonnepanelen merk je wel dat de prijs
fors gezakt en het rendement gestegen is.
Met als gevolg dat de waarde van de bij-
horende groenestroomcertificaten aan-
gepast wordt. Het omgekeerde gebeurt
ook: voor wind worden de certificaten iets
opgetrokken omdat blijkt dat in de vergun-
ningsprocedure toch heel wat tijd en geld
moet worden geïnvesteerd.’
‘Het is onmogelijk om te voorspellen op
welke termijn welke technologieën in
Vlaanderen rendabel zullen worden zon-
der certificaten. De productiekost kan
drastisch veranderen door schaalvergro-
ting. Er is nog ruimte voor technologische
rendementsverbetering. De vergunnings-
procedures kunnen worden aangepast. En
slijtage is voor veel nieuwe technologieën
een onzekere factor. Algemeen wordt wel
verwacht dat de marktwaarde van certi-
ficaten en de minimumwaarde meer en
meer naar elkaar toe zullen groeien om-
dat het aanbod aan groene energie stilaan
groter wordt.’
‘Op individueel niveau is het onzeker wat
je installatie zal opbrengen na de periode
waarin de certificaten gegarandeerd zijn.
Voor zonnepanelen verzekeren fabrikan-
ten dat ze na 25 jaar nog altijd 80 procent
rendement halen. Maar dat is onder refe-
rentieomstandigheden, het valt nog af te
wachten wat dergelijke claims in de prak-
tijk waard zijn. Het belangrijkste is dat je
tegen dan je investeringskost al hebt terug-
verdiend en er ook een mooi bedrag aan
hebt overgehouden. Zelfs na de aanpassing
van de groenestroomcertificaten blijven
zonnepanelen voor veel landbouwers een
interessante investering. Maar ook voor
vergisting, wkk’s en nu ook micro-wkk’s
zijn er nog heel wat mogelijkheden.’
dan voor zonnepanelen. Maar je investe-
ring is ook veel kleiner waardoor turbines
toch zeer interessant zijn. Het grootste pro-
bleem is dat je, net zoals voor vergistingsin-
stallaties, zo moeilijk een vergunning voor
je turbine krijgt. En dat er geen resultaten
beschikbaar zijn van de windsnelheid op
30 meter hoogte. Dan helpt het niet veel
dat je vlif-steun of groenestroomcertifica-
ten krijgt. Er zijn nog veel meer manieren
waarop men groene energie kan promoten.
Ik denk aan extra onderzoek, proefprojec-
ten, een eenvoudiger vergunningsprocédé,
het stimuleren van hernieuwbare warmte in
plaats van alleen hernieuwbare elektriciteit,
en ga zo maar door.’
Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 20Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 4, 2009
België-Belgique9099 Gent X
bc 10292
V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel
P509285
top related