mitose meiose reproductie bij de mens vwo klasse...
Post on 16-Nov-2018
253 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Biologie VOORTPLANTING
MITOSE MEIOSE
REPRODUCTIE BIJ DE MENS
VWO – klasse 6
Docent: A. Sewsahai HENRY N. HASSANKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA
Doelstellingen: De student moet het doel en het verloop van mitose en
meiose kunnen beschrijven moet de delen het voortplantingsstelsel van
zowel een man als een vrouw kunnen noemen, alsook de functies en de kenmerken hiervan
moet de werking kunnen beschrijven van de hormonen die bij de voortplanting een rol spelen
moet de symptomen, besmetting en
genezingsmogelijkheden kunnen noemen van de meest voorkomende geslachtsziekten
moet de verschillende methoden van anticonceptie kunnen beschrijven
Legenda leerstofafbakening:
PAARS: OUDE LITERATUUR
ROOD: NIEUWE LITERATUUR
DONKER BLAUW: KERNONDERWERP
deel 4V en deel 6V: Mitose en Meiose (Mitose en Meiose gedetailleerd) 4V blz. 24 t/m 31 ; 40 t/m 45 ; 84 t/m 88 6V blz. 4 ; 79 t/m 85 boekje AAHA: Voortplanting deel 4V – thema 4: DNA basisstof 1, 4 blz. 116
t/m 119 ; 123 t/m 124 boekje AAHA: Voortplanting
deel 4V – thema 3: Voortplanting van de mens (Reproductie bij mensen) blz. 83 t/m 120 boekje AAHA: Voortplanting deel 4V – thema 2: Voortplanting en
ontwikkeling basisstof 1 t/m 6, 8, 9 blz. 42 t/m 58 ; 62 t/m 67
boekje AAHA: Voortplanting
DNA: Chromosomen
Genetische eigenschappen van de mens liggen vast op 46 chromosomen. De chromosomen liggen in de celkern
23 van je vader, 23 van je moeder
De chromosomen komen in paren voor 1 chromosoom van je vader, 1 van je moeder
Aantal verschillende chromosomen noem je n (mens: n = 23)
chromosoom
DNA
DNA = Desoxyribonucleïnezuur
DNA = dubbele streng/helix van aan elkaar gekoppelde nucleotiden
Nucleotide bestaat uit:
-Fosfaatgroep
-Desoxyribose (suiker)
-Stikstofbase (vormen basenparen)
Adenine – Thymine
Guanine – Cytosine
DNA in getal
Een mens heeft per cel 46 chromosomen
Deze chromosomen bestaan uit 2 meter DNA
Per cel heeft een mens 3 miljard basenparen
Een mens heeft 65.000.000.000.000 cellen
Tussen mensen onderling maar 0,1% variatie in hele genoom (Totale set van erfelijke informatie)
Met chimpansee 2% verschil
doornemen mitose en celdeling ; meiose
Celdeling
Voordat een cel kan delen, moet ook de kern delen (mitose) en dus het erfelijke materiaal verdubbelen
Tijdens de celcyclus vindt deze DNA-replicatie plaats
Chromosoom bestaat nu uit: 2 chromatides
1 centromeer
DNA volgorde (genotype) bepaalt mede het fenotype
DNA bestaat uit aan elkaar gekoppelde nucleotiden (dubbele helix)
DNA is opgevouwen tot chromosomen Deze chromosomen zijn alleen zichtbaar
(gespiraliseerd) vlak voor de celdeling Elke menselijke lichaamscel heeft 23 paar
chromosomen (2n = 46) Een geslachtscel heeft 23 chromosomen (n=23) 2 geslachtscellen hebben samen 23+23=46
chromosomen
Interfase: de fase tussen twee celdelingen - Doel mitose: vorming van nieuwe cellen tbv
groei, vervanging, herstel (afb.45; 4V- blz. 28)
(boek 4V - afb.2 blz. 116 ; afb. 4 blz 117 ; Fasen mitose: afb 7 blz. 119 ; afb 20 blz 124):
1. profase 2. metafase 3. anafase 4. telofase 5. cytokinese Bij mitose zijn de dochtercellen die ontstaan
gelijk aan elkaar en gelijk aan de oorspronkelijke cel waaruit het ontstond.
meiose (reductiedeling) [4V; blz. 86/afb4 – 4V-blz. 124 afb. 20]vindt plaats met het doel voortplantingscellen (gameten) te vormen. Meiose wordt in M1 en M2 onderverdeeld
2nn + n n + n + n + n
Bij een vrouw gaan van de 4 eicellen, 3 dood; slechts eentje wordt ene volwaardige eicel.
Bij een man worden alle 4 volwaardige zaadcellen
Meiose 1 bestaat uit de profase 1, metafase 1, anafase 1, telofase 1
Meiose 2 bestaat uit profase 2, metafase 2, anafase 2, telofase 2
Geef van zowel de mitose als meiose aan wat er in elke fase gebeurt.
Let op!!
moedercellen zijn instaat tot mitose (om hun eigen populatie aan moedercellen instand te houden) en tot meiose (voor de vorming van gameten).
Ivm behoud aantal chromosomen per individu is reductiedeling noodzakelijk
Ongeslachtelijke voortplanting
1 ouder
a-seksueel
Ontstaan genetisch identieke nakomelingen
aan ouder (DNA) Klonen
Voorbeelden: ◦ Bacteriedeling
◦ Knollen en uitlopers bij planten (ook stekken)
◦ Enkele insecten (wandelende tak, bladluis)
◦ Ook o.a. enkele salamanders, hagedissen, slangen
◦ Meeste soorten kunnen ook gewoon geslachtelijk voortplanten
Ongeslachtelijke voortplanting
Voordelen
1 ouder nodig
Als eigenschap gunstig is alle nakomelingen deze
Nadelen
Alle nakomelingen zelfde eigenschap
kans op uitsterven indien nadelig
Geslachtelijke voortplanting
= Seksuele voortplanting Nakomeling krijgt helft genetisch materiaal van
beide ouders (zaadcellen en eicellen) recombinatie
Nakomelingen uniek Niet altijd fysiek contact man en vrouw (bijv. vissen, planten)
Geslachtelijke voortplanting
Voordeel
Ontstaan nieuwe genetische combinaties soms
gunstig
Nadeel
Ontstaan nieuwe genetische combinaties ongunstig (ziekte of
slechte aanpassing)
2 ouders nodig
Ongeslachtelijk Geslachtelijk
X
Geslachtelijke voortplanting
Natuurlijke selectie
Charles Darwin (evolutietheorie)
Demonstratie
Nieuwe allelen-combinatie biedt voor en
nadelen bij het overleven in een omgeving.
Is deze eigenschap gunstig uitbreiden onder
soort
Best aangepaste organisme produceren meeste nakomelingen = natuurlijke selectie
De voortplanting bij de mens -mannelijk -en vrouwelijk
voortplantingsstelsel -begrip puberteit
-begrip menstruatie (cyclus)
-zaadcel en eicel -bevruchting en
ontwikkeling -bevalling en geboorte -voorbehoedsmiddelen
-SOA’S
Delen van het voortplantingsstelsel van een man met de functies:
• Teelballen (testes): produceren zaadcellen (spermacellen) en testosteron.
• Bijballen: opslag van zaadcellen.
– In het zure milieu van de bijballen zijn de zaadcellen bewegingloos.
• Balzak (scrotum): huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen.
–De temperatuur in de balzak is ongeveer 2 °C lager dan die in de buikholte.
• Zaadleiders: vervoeren zaadcellen.
• Zaadblaasjes: produceren basisch vocht dat de zaadcellen activeert.
• Prostaat: produceert vocht met voedingsstoffen voor de zaadcellen.
• Urinebuis: vervoert urine en sperma.
– Sperma bestaat uit zaadcellen met vocht uit de zaadblaasjes en uit de
prostaat.
• Penis: brengt sperma in een vagina in.
– Eikel: gevoelig voor seksuele prikkels.
– Voorhuid: huidplooi om de eikel.
– Zwellichamen: bevatten holten die zich met bloed kunnen vullen,waardoor
de penis in erectie komt.
Voortplantingsorganen en geslachtskenmerken van een man
• geslachtskenmerken :
- primair = van bij de ge-
boorte aanwezig (uit-
wendig : penis + balzak)
- secundair = puberteit
Zoek de volgende begrippen op:
Menstruatie
Vruchtbare periode
Masturbatie
Ovulatie
Bevruchtingsmembraan
Besnijdenis
Delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw met de functies:
• Eierstokken (ovaria): produceren eicellen, oestrogenen en progesteron.
– Bij de geboorte zijn in de eierstokken reeds alle cellen aanwezig die zich tot
eicel kunnen ontwikkelen.
– Eicellen ontwikkelen zich in follikels.
• Eileiders: vervoeren eicellen.
• Baarmoeder (uterus): hierin vindt de ontwikkeling van een embryo plaats.
– De baarmoeder heeft een dikke gespierde wand, die met slijmvlies is
bekleed.
• Vagina (schede):
– bij geslachtsgemeenschap (coïtus) komt hierin het sperma terecht;
– bij menstruatie wordt een deel van het baarmoederslijmvlies via de vagina
verwijderd;
– bij de geboorte komt het kind via de vagina ter wereld.
• Clitoris (kittelaar): gevoelig voor seksuele prikkels.
• Kleine schaamlippen: klieren kunnen slijm produceren, waardoor de toegang
tot de vagina glad wordt.
• Grote schaamlippen.
Voortplantingsorganen en geslachtskenmerken van een vrouw
• geslachtskenmerken:
- primair=van bij de
geboorte aanwezig
(uitwendig: schaamlippen en schaamspleet)
- secundair = puberteit
bredere schouders
hoekige lichaamsbouw
sterkere beharing
rondere lichaamsvormen
breder bekken
meer haar op de schedel
grotere gestalte
Waarschijnlijkheid vruchtbareperiode berekenen Voorbeeld: Laatste menstruatieperiode: 3 jan. t/m 7 jan. Eerste dag laatste menst.period.: 3 jan. Eerst volgende ovulatie: 3 jan. + 14 dgn = 17 jan * ovulatie: 14 dagen na de eerste dag van de
laatste menst.period. Vruchtbare periode: 14,15,16,17,18 jan. *vruchtb. Period,: 3 dagen voor t/m 1 dag na de
ovulatie (omdat een zaadcel 3 dagen in het lichaam van de vrouw kan leven; eicel blijft 12uren tot 24 uren in leven na de ovulatie)
Enkele belangrijke begrippen: Een hormoonklier is een klier die hormonen
afgeeft aan het bloed. • Geslachtshormonen: stoffen die via het bloed de
werking van de voortplantingsorganen regelen. • De hypofyse is een hormoonklier die de
hormonen FSH en LH afgeeft aan het bloed. • Bij mannen: zaadcellen worden gevormd onder
invloed van FSH en testosteron. – FSH heeft invloed op de vorming van
zaadcellen. – Testosteron wordt onder invloed van LH
gevormd in de interstitiele cellen en heeft invloed op de ontwikkeling van zaadcellen.
• De concentratie testosteron in het bloed wordt geregeld door terugkoppeling.
Uitleg m.b.v. boek blz. 95, 96 afb 18, 19
(boek 4V: blz. 50 afb 17 & blz 51 afb 18)
• menstruatie de opbouw en afbraak van het
baarmoeder- slijmvlies
Voor een overzicht van de hormonen, klikken op de Hyperlink hieronder:
..\..\Havo\Voortplanting en ontwikkeling\Overzicht hormonen.pdf
• de zaadcel of spermatozoïde: - gevormd in de testikels of
teelballen - 0,05 mm groot - voortbeweging door golvende
bewegingen van een staartje - 300 tot 500 miljoen per
zaadlozing - levensduur : 48 tot 72 uur
• de eicel:
- gevormd in de eierstokken
- 1 eicel om de 28 dagen
- 0,2 mm groot
- vanaf de puberteit tot de
leeftijd van 45 – 50 jaar
- wordt voortbewogen door fijne
trilhaartjes in de eileiderwand
- levensduur: 12 tot 24 uur
SOA (SOI)
• Gonorroe (druiper). – Ziekteverschijnselen: er komt slijm en etter uit de
penis of vagina en het urineren kan pijn doen. – Besmettingswijze: door bacteriën, via intiem
lichamelijk contact met een besmette persoon. – Genezingsmogelijkheden: door een tijdige behandeling
met penicilline. • Syfilis. – Ziekteverschijnselen: aanvankelijk een zweertje aan
de geslachtsorganen, mond, tong of anus, in een later stadium verlammingen en geestelijke achteruitgang.
– Besmettingswijze: door bacteriën, via intiem lichamelijk contact met een besmette persoon.
– Genezingsmogelijkheden: door een tijdige behandeling met penicilline.
Chlamydia.
– Ziekteverschijnselen: vaak afwezig; soms een waterige afscheiding uit de urinebuis of vagina, of bloedverlies uit de vagina.
– Besmettingswijze: door bacteriën, via intiem lichamelijk contact met een besmette persoon.
– Genezingsmogelijkheden: door behandeling met penicilline.
• Aids: een aantasting van het afweersysteem tegen ziekteverwekkers.
– Ziekteverschijnselen: geen specifieke.
– Besmettingswijze: door het aids-virus (HIV), via het binnenkrijgen van bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht of moedermelk van een besmette persoon (vooral door geslachtsgemeenschap of doordat meerdere druggebruikers dezelfde spuiten of naalden gebruiken).
– Genezingsmogelijkheden: geen.
Geboorteregeling
Geboorteregeling Periodieke onthouding Coïtus interruptus De ‘pil’ Condoom Sterilisatie Zaaddodende middelen (schuimtabletten,
spuitbussen, pasta’s Spiraaltje of ankertje Pessarium
vragen
? bedankt!!
Info:
www.ecoisonline.org
www.examenbundel.nl
www.biologiepagina.nl
www.asewsahai.com
asewsahai@yahoo.com
top related