onderzeedienst reÜnistenvereniging klaar voor …klaarvooronderwater.nl/kvo/kvo-115.pdf · 2018....
Post on 27-Feb-2021
0 Views
Preview:
TRANSCRIPT
ONDERZEEDIENST REÜNISTENVERENIGING
KLAAR VOOR ONDERWATER
NUMMER 115 JAARGANG 34 MAART 2011
PAGINA 1
In Memoriam
Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden;
20 november 2010 N, Kooijman 85 jaar Stolwijk
9 december 2010 G.J.J. Duijs 81 jaar Oss
1 januari 2010 M.A. Van Dwingelen 77 jaar Den Helder
6 januari 2011 E.M. Tesser 84 jaar Julianadorp
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken
WWW.KLAARVOORONDERWATER.NL
Klaar voor onderwater.nl 1 In Memoriam Mels van dwingelen 3 Aankondiging 4 Reunie 2011 4 Concept jaarverslag 2010 4 Herinneringen aan de Zeeleeuw 5 International Submariners association 7 Mededeling 7 Onderzeedienstkazerne aan het Bassin 8
W at is de techniek toch vooruit-
gegaan. In de tijd dat ik bij het
Marine toezicht van de Walrusklasse ge-
plaatst was, heb ik de mogelijkheden van
een computer ontdekt. In het kantoor
naast ons was, een burger, H. Houg be-
last met de controle van het Walrus pro-
ject. Hij had een IBM PC met daarop een
DBASE programma geïnstalleerd. Wij
hebben dit programma gebruikt om con-
trole lijsten over de voortgang te maken.
Enige tijd later kreeg ik via LTZ Slot
(Mindef Den Haag) onze eerste PC op
ons kantoor afgeleverd. Na veel zweet-
druppels werd ik de PC een beetje mees-
ter. Heb er veel profijt van gehad.
Mijn eerste privé PC kostte in die tijd fl.
1000,00 met een monochroom schermpje
waar je ogen goed hun best moesten
doen om e.e.a. duidelijk te lezen.
Er is in de jaren veel verandert. Je kan nu
op straat met een plat schermpje de hele
wereld bekijken en alle informatie op-
zoeken waar je behoefte aan hebt.
Zo ben ik in het gelukkige bezit van een
TV waarop ook voorgeprogrammeerde
internet sites staan. Een van die sites is
o.a. YouTube. Door mijn contact met
Ton Wegman, die de site van onze vere-
niging bijhoudt, zag ik dat op de intro-
ductie pagina van “Klaar Voor Onder-
water” het schermpje van You Tube.
Door hierop te klikken kwam ik terecht
bij een prachtige promotie video over
onze Onderzeedienst. Door deze site
werd ik geattendeerd op nog meer prach-
tige filmpjes over de Onderzeedienst.
Ton heeft alle KVO´s vanaf nummer 58
op deze site staan. Hier kan je, alle door
ons geproduceerde, KVO exemplaren in
kleur op je PC / Laptop bekijken.
Ton bedankt.
Will Falkmann
INS Dakar 9 Sta klaar / Sta klaar 10 En toe waren er twee Borei klasse SSBN 13 Wat deden de boten in 2010 15 Geachte heren / dames 20 Boekbespreking 21 Remembrance Day in Freemantle 22 TV programma KRO-Profiel over P.S. de Jong 22
BESTUURSAANGELEGENHEDEN
Voorzitter
D. Heij
Bremlaan 14
6866 DP Heelsum
0317-317063
driekusannemaria@gmail.com
Secretaris
W.R. Segaar
Laan van Oud Poelgeest 30
2341 NL Oegstgeest
071-5726472
rob@segaar-beuving.demon.nl
Redactie - Vormgeving KVO
W.P.P. Falkmann
Middelzand 5306
1788 HC Julianadorp
0223-642668
w.falkmann@quicknet.nl
Redactie KVO
Jhr. R.A. Snouck Hurgronje
Molenweg 9
1766 HL Wieringerwaard
0224-221884
ra.snouckhurgronje@quicknet.nl
1e Penningmeester
W.P. van der Veeken
Jolstraat 74
1784 NL Den Helder
0223-630265
ledenkvo@hotmail.com
2e Penningmeester
A. Schouten
Langevliet 7
1759 LE Callantsoog
0223-643848
vb_2058791@wish.nl
Vertegenwoordiger OZD
LTZ VK2 Eric Duenk
Onderzeedienst/BUOPS
Postbus 10000
1780 CA Den Helder
0223-658195
Contactpersoon bestuursaangelegenhe-
den, nieuwe leden adreswijzigingen en
overlijden is de 1e penningmeester
W.P. van der Veeken.
ledenkvo@hotmail.com
Contactpersoon voor contributie betaling
is de 2e penningmeester A. Schouten.
De redactie behoudt zich het recht voor
om artikelen in te korten, te weigeren of
te verplaatsen naar een andere editie. Te-
vens is zij niet verantwoordelijk voor de
inhoud van ingezonden kopij.
KVO verschijnt 4 maal per jaar in:
Maart, juni, september en december met
een oplage van1220 exemplaren.
Erelid van de vereniging zijn:
J.H. van Rede
A. Prins
PAGINA2
Contributie
De minimale contributie bedraagt € 5 per jaar, buitenland leden € 10 per jaar i.v.m. de
hoge porto kosten. IBAN: NL57INGB0003928464 BIC: INGBNL2A
Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven.
Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten.
Gironummer vereniging: 39.28.464
t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging
Jolstraat 74
1784 NL Den Helder
PAGINA 3
Familieleden, vrienden en
kennissen van
Mels van Dwingelen
Wij zijn hier bijeen om
afscheid te nemen van een
bijzondere man. Als ik een
titel aan deze “In memoriam”
zou geven, dan zou dat zijn: -
Van bestrijder tot supporter. Ik realiseer
mij dat dat enige toelichting behoeft.
In de begin jaren 70 was ik zelf een jong
Marine officier en had voor de
Onderzeedienst gekozen. Gedurende de
lange weg van jongste officier tot
commandant van een onderzeeboot kregen
we natuurlijk heel veel trainingen en
opleidingen, naast het vele varen. In die
tijd had men besloten dat het goed was
voor een sub-mariner om ook te leren hoe
het er bij de vijand, onze doelen, aan toe
ging. Zo kwam ik in 1975 terecht in de
opleiding voor Onderzeeboot Bestrijdings
Officier, om te leren hoe ik onderzeeboten
moest bestrijden. Een van de belangrijkste
docenten in die opleiding was Mels van
Dwingelen. Hij had zijn sporen als
onderzeeboot bestrijder toen al
ruimschoots verdiend en was dus de ideale
persoon voor ons om de fijne kneepjes van
het vak te leren. Ik herinner mij hem van
toen als een uiterst vakbekwaam en
deskundig docent, maar bovenal als een
“gentleman”met een grote belangstelling
voor allerlei zaken, ook buiten zijn
vakgebied.
Later, toen hij inmiddels Officier van
Vakdiensten was geworden, werd hij
geplaatst bij de Onderzeedienst. Dat lijkt
verbazingwekkend, maar in het licht van
wat ik al eerder gezegd heb, was dat
eigenlijk wel heel logisch. De Onderzee-
dienst was toen nog een volledige, self
supporting, organisatie. En het in huis
hebben van kennis en expertise van de
Onderzeeboot bestrijding was een
belangrijk aspect van deze organisatie.
Mels vervulde die rol met verve. Daarnaast
was hij ook wachts officier en dat
betekende dat hij eigenlijk overal wel bij
betrokken was, want dat was de aard van
de functie. Door deze baan kwam hij in
nauw contact met het hart van de
organisatie en, misschien nog wel
belangrijker, met alle onderzeeboot-
mannen. Ik ben er van overtuigd dat hij
hierdoor omgevormd werd van bestrijder
tot supporter. En eigenlijk kunnen we
zeggen dat hij daarna nooit meer is
weggegaan. Nadat hij zijn actieve marine
loopbaan had beëindigd bij de
Onderzeedienst, schoof hij automatisch
door naar de Onderzeedienst Reünisten
Vereniging, waar Mels al snel de functie
van penningmeester ging vervullen, samen
met Arie Prins. Hij werkte zeer secuur en
was zeer bevlogen en gemotiveerd. Hij
heeft een cruciale rol gespeeld in het
opzetten van een goedwerkend adminis-
tratie systeem. Daar voor werd de hele
leden administratie, met alles wat daarbij
komt kijken, met de hand gedaan. Hierbij
moet U zich goed realiseren dat ik praat
over meer dan 20 jaar geleden. In die tijd
stonden de computer programma’s nog
maar in de kinderschoenen, vergeleken
met de situatie van nu. Als ik U daarbij
ook nog vertel dat de Onderzeedienst
Reünisten Vereniging nu bijna 1200 leden
telt, krijgt U een voorstelling van de
omvang van het werk dat Mels heeft
verricht. In 2002 heeft Mels zijn functie
overgedragen. Vanwege zijn enorme
toewijding en grote verdiensten heeft het
bestuur toen besloten om Mels te
benoemen tot Erelid van de Onder-
zeedienst Reünisten Vereniging, een
terechte bekroning van de lange weg die
Hij heeft afgelegd van onderzeeboot
bestrijder naar een echte onderzeebootman.
Mels, het bestuur en alle leden van de
Onderzeedienst Reünisten Vereniging zijn
je zeer dankbaar voor de grote bijdrage,
inspanningen en toewijding. Je was een
van ons en je zult voor ons altijd het erelid
blijven. Bedankt!!
Rust in Vrede
Robin Snouck Hurgronje
In Memoriam Mels van Dwingelen Uitgesproken tijdens de uitvaart plechtigheid op
7 januari 2011
PAGINA 4
De Algemene Vergadering van de
“Reünistenvereniging Onderzeedienst”
zal worden gehouden op 4 april 2011 in
Gebouw Soerabaja, steiger 19, Nieuwe
Haven te Den Helder.
De vergadering vangt aan ten 11.00 uur.
Agenda.
1. Opening door de voorzitter.
2. Mededelingen van het bestuur.
3. a. Financieel verslag over het jaar
2010.
b. Bevindingen van de kascommis-
sie.
c. Benoeming nieuwe kascommissie.
4. Rondvraag.
5. Sluiting door de voorzitter.
N.B.
1. Na afloop van de vergadering nodigt
het bestuur de aanwezige leden uit
voor een drankje.
2. In verband met de toegang tot de
Nieuwe Haven wordt u verzocht uw
voornemen om aanwezig te zijn op te
geven aan de heer W.P. van der
Veeken, per e-mail aan:
ledenkvo@hotmail.com.
Aankondiging
Concept jaarverslag 2010 over de financiën van de vereniging
Z oals in het decembernummer van KVO werd aangekondigd, vieren we
dit jaar 105 jaar Nederlandse Onderzee-boten. Dit zullen we doen met een reü-nie die gehouden wordt op woensdag 29 juni op de Nieuwe Haven. Bij deze reü-nie zijn ook de partners van harte wel-kom. Voor deze reünie wordt ook het actief dienend Onderzeedienstpersoneel uitge-nodigd om zich ’s middags bij ons te voegen om onder het genot van een drankje de banden tussen oud en nieuw onderzeedienstpersoneel te versterken. De kosten voor deelname aan deze reü-nie bedragen € 7,50 wanneer u alleen komt en € 10,00 wanneer u met uw partner komt. Dit bedrag kunt u overmaken op: rekeningnummer 3928464 (ING) t.n.v. Reünistenvereniging Onderzeedienst Jolstraat 74 1784 NL Den Helder onder vermelding van “Reünie 2011” In het juni nummer van KVO zal het defi-nitieve programma met bijzon-derheden omtrent toegang tot de haven en parke-ren, worden bekend gemaakt.
Reünie 2011
Zeeleeuw keert woensdag
12 september 1962 van re-
cordreis terug
DEN HAAG - Hr. Ms. On-derzeeboot Zeeleeuw, die op 12 juli uit Nieuw-Guinea is
vertrokken, wordt woens-dagmiddag in Den Helder verwacht. De onderzeeboot was op 15 januari uit Nederland vertrok-ken voor een oefenreis met: smaldeel V naar de Antillen. In maart kreeg het schip de opdracht met het oog op de ontwikke-lingen in Nieuw-Guinea naar dat ge-biedsdeel door te varen. Daardoor heeft de Zeeleeuw woensdag de grootste en langdurigste vaaropdracht achter de rug die sinds 1945 door Nederlandse onder-zeeboten is uitgevoerd.
Op I5 januari van dit jaar vertrok Hr. Ms. ,,Zeeleeuw” met smaldeel 5 uit Neder-land voor een oefenreis naar de Neder-landse Antillen. Toen de toestand in Ne-derlands Nieuw-Guinea kritiek werd kreeg de bodem, evenals Hr. Ms. Dolfijn opdracht om zich hij de aldaar aanwezige strijdkrachten te voegen. Het is een lange reis geworden, misschien wel de langste die een Nederlandse onderzeeboot na 1945 heeft gemaakt. Ook het optreden in de wateren rond Nederlands Nieuw-Guinea was uniek, omdat er sedert dien tijd geen, Nederlandse onderzeeboten meer in de Indische Oceaan zijn geweest.
Na de actie naar huis
Het was Hr. Ms. ,,Zeeleeuw” als eerste vergund de thuisreis te aanvaarden. Het schip vertrok up 12 juli uit Nederlands Nieuw-Guinea en maakte de thuisreis om de Kaap de Goede Hoop, via Tame-tava, Logos en Dakar. Hr. Ms. ,,Walrus” en ,,Dolfijn” zullen spoedig volgen.
Nadat Hr. Ms. ,,Zeeleeuw” op de rede van Den Helder het anker had gepre-senteerd, kwam de commandant der zee-macht in Nederland. schout bij nacht Mr. A. N. baron De Vos van Streenwijk, aan boord om de commandant, de luite-nant ter zee der eerste klasse G. J. v. d. Griendt en zijn bemanning te verwel-komen.
PAGINA 5
HERINNERING AAN DE ZEELEEUW
t.g.v. Reunie 12 september 2010
Op het Harsens-eiland stond enkele uren later, in een naargeestige motregen, de marinekapel het Wilhelmus te spelen. Deputaties van schepen en inrichtingen waren eveneens ter verwelkoming aan-wezig.
Het weer werkte niet mee, maar voor de familieleden was er een oplossing ge-vonden en om de tijd te korten werden zij in de onderzeedienst kazerne op een kop koffie onthaald. Ook was voor hen de gelegenheid geschapen een bezoek aan het marinemuseum te brengen, waarvan door velen een dankbaar ge-bruik werd gemaakt.
Een aardig gezicht was het, toen de twee sleepboten, die Hr. Ms. ,,Zeeleeuw” bij de binnenkomst begeleidden, de brand-
PAGINA 6
spuiten in werking stelden en met een waaier van opspuitend zeewater een prachtig decor vormden. De afmeer manoeuvre verliep vlot en verried veel vaardigheid, opgedaan na een lange reis. De commandant ging als eerste naar de wal om zijn vrouw te begroeten daarna volgde de rest van de bemanning. Het was een weerzien dat er mocht zijn. Na de eerste begroeting kwamen de souve-nirs voor de dag. Die varieerden van pij-len tot opgezette krokodillen. De ergste drukte aan de steiger was gauw voorbij, toer tientallen taxi’s aanrukten. die de verlofgangers spoedig huiswaarts voe-ren.
F. L. Weesing
Noot:
Onze mannen maakte zich geen zorgen
om ,,politiek”. Het zijn voor alles vak-
mensen die geheel opgingen in hun werk.
Daarom behoeft het ook niemand te ver-
wonderen, dat een gedeelte van hen, die
deze wereldreis volbrachten, zich nu
de ,,Zeeleeuw”een dokbeurt krijgt, opge-
wekt aan boord van de nieuwe onderzee-
boot ,,Zeeleeuw” lieten plaatsen, om met
smaldeel I een Middellandse Zeereis van
zes weken te ondernemen.
V erslag van het 47ste Internationale On-
derzeedienstcongres 2010, dat plaats
vond van 23 tot 27 mei in Israel.
Deze conventie stond onder het voor-
zitterschap van Rear Admiral (R.) Ivan Dror.
Het doel van deze bijeenkomsten is om de
deelnemers, vaak vroegere vijanden, nader
tot elkaar te brengen en elkaar beter te leren
begrijpen en kennen. Ook het herdenken van
gevallen kameraden, om het leven gekomen
in oorlog en vredestijd vormt een belangrijk
element tijdens de conventie. Daarnaast is
het uitwisselen van ervaringen voor velen
van belang, waarbij de gezelligheid niet
wordt vergeten. Hoewel het overgrote deel
van de congresgangers zelf heeft gediend of
nog actief dienende is bij de onderzeedienst,
zijn ook hun partners en anderen welkom. Er
is geen lidmaatschap of andere verplichting
aan verbonden. In principe is aanmelden en
betalen door de individuele deelnemers vol-
doende. Wel wordt betrokkenheid bij de on-
derzeedienst verlangd, hetzij direct, hetzij
indirect.
Het bestuur van de reünistenvereniging van
de Nederlandse Onderzeedienst heeft beslo-
ten niet mee te doen aan de ISA conventies
omdat dit consequenties zou kunnen hebben
voor bijvoorbeeld de contributies en niet zou
bijdragen aan de doelstellingen van de Vere-
niging. (Verslag van de vergadering van 21
april 2010)
Aan de laatste conventie werd door drie Ne-
derlanders deelgenomen te weten: Mevrouw
Katja Boonstra- Blom en haar echtgenoot en
door ondergetekende. Katja Boonstra is se-
cretaris van de ”Stichting Nabestaanden On-
derzeeboten 1940-1945’’ die zich ten doel
stelt alle sinds de Tweede Wereldoorlog ver-
miste onderzeeboten te lokaliseren. Henk
Bussemaker heeft zich verdienstelijk ge-
maakt bij de identificatie van de O-16 en
met het schrijven van enige publicaties op
het gebied van onderzeeboten (o.a.
“Gelouterd door strijd” samen met Dr. Ph.
M. Bosscher). Zowel Boonstra (in Polen) als
Bussemaker (in Israel) hebben de functie
van hoofd van de Nederlandse delegatie ver-
vuld bij gebrek aan deelname van de zijde
van de Nederlandse onderzeedienst. Dit is
jammer en het is te hopen dat het in de toe-
komst zal veranderen. De conventies en de
gedachte achter deze bijeenkomsten zijn de
aandacht waard.
De eerste dag van de conventie was er een
bijeenkomst van de hoofden van de delega-
ties en een cocktail. Op dag twee een bezoek
aan Noord Israel met Nazareth en in het bij-
zonder Acre waar ook de lunch werd ge-
nuttigd waarna een bezoek aan het Holo-
caust Museum in Lohamey Hagetaot volgde.
S’avonds het diner in Ein Hud, dat helaas
gedurende de recente bosbranden ernstige
schade heeft opgelopen.
De derde dag werd besteed aan een bezoek
aan Jeruzalem en des avonds een zeer inte-
ressante lezing van David Jourdan over het
vinden van de verongelukte onderzeeboot
I.N.S. Dakar. De laatste dag, het hoogtepunt
van de conventie, werd gewijd aan een her-
denkingsdienst bij het monument van de
Dakar en vervolgens een bezoek aan de Ma-
rine basis Haifa waarbij, tijdens het bezoek,
een der onderzeeboten gelegen op de bodem
van de basis, met enig ceremonieel opdook
voor de ogen van de deelnemers van het
congres. Na de lunch werd het Marinemuse-
um bezocht en de dag eindigde met een ga-
ladiner.
Hiermee was de Conventie beëindigd. De
ruim 300 deelnemers met 19 verschillende
nationaliteiten waren, zover dat was waar te
nemen, gelukkig deze conventie te hebben
mogen meemaken.
De volgende ISA congressen zijn gepland in
Istanbul, Kief en Venetië.
Zie o.a. www.submariners.org
Henk Bussemaker
PAGINA 7
International Submariners
association
Mededeling: Tot onze vreugde is toegetreden tot het
bestuur van de Stichting Nabestaanden
Onderzeeboten 1940-1945 Ir. Jan L.
Spoelstra, Msc MA, Schout-bij-nacht
b.d.
Hans C. Besançon (Voorzitter)
PAGINA 8
DEN HELDER - Het Bassin is gegraven in
1862 als Spoorweghaven. Er kwam een
verbinding met het Noordhollands kanaal en
dus met de Binnen- en Buitenhaven. Maar
ook per rails met de in aanbouw zijnde spoor
-lijn Den Helder - Alkmaar - Amsterdam.
Het Bassin zou een belangrijk goederen-
overslagpunt worden tussen scheeps- en
spoorvervoer.
Helaas was de vreugde van korte duur, want
na de aanleg van het Noordzeekanaal in
1876 verdween de koopvaardij uit de
Helderse havens. Wat bleef was de marine
en de visserij. Toen de marine in liet begin
van de zoe eeuw de beschikking kreeg over
onderzeeboten, leek het Bassin een geschikte
locatie om dit onderdeel - aanvankelijk
onderdeel van de Torpedodienst - hier onder
te brengen. Op 21 december 1906 werd de
onderzeesche torpedoboot nummer 1 ofwel
de O-1 in dienst gesteld. De boot lag toen
overigens met averij in de Buitenhaven,
doordat de periscoop bij binnenkomst in het
Marsdiep door ijsschotsen geknakt was.
Aanvankelijk beschikte men slechts over een
bescheiden werkplaats aan het Bassin, in de
wandeling 'Het Boetje' genoemd. 'Het boetje
aan het Bazuin', want met het begrip hadden
de meeste Nieuwediepers de grootste moeite.
Kazerne
Aan de vooravond van de Eerste
Wereldoorlog werd begonnen met de bouw
van een kazerne en een aantal werkplaatsen
aan de Spoorhaven, maar voorlopig bleef het
personeel gehuisvest aan boord van het
marineschip Hr. Ms. Koningin Emma. Ook
na oplevering van de gebouwen kon de
Onderzeedienst niet over de kazerne
beschikken, omdat er vanwege de
mobilisatie tijdelijk een compagnie van de
Landmacht in werd gelegerd.
Pas op 16 oktober 1919 werd de kazerne aan
de Spoorhaven door de Onderzeedienst in
dienst gesteld en tegelijk kreeg de dienst zijn
eerste commandant kapitein-luitenant
Jhr. G.L. Schorer. De Torpedodienst ging
vervolgens op in de Onderzeedienst, terwijl
(in 1924) Vlissingen als basis verlaten werd,
zodat de Onderzeedienst zich geheel in de
Spoorhaven te Den Helder concentreerde. Er
Onderzeedienstkazerne aan het
Bassin
was echter een nadeel aan de Spoorhaven: de
afmetingen van de (oude) Koopvaarders-
schutsluizen, die in feite de toegang tot de
Spoorhaven vormden, beperkten decennia-
lang de lengte van de Nederlandse onderzee-
boten.
Bekend
De Onderzeedienst heeft in die jaren
wereldwijd bekendheid door het geodetisch
en geofysisch onderzoek van prof.dr.ir. Felix
A. Vening Meinesz. met een onderzeeboot in
de Indische wateren. Een onderzeeboot kon
zorgen voor de geschikte rust die nodig was
voor zwaartekrachtmetingen. In mei 1940
bezat de marine dertig onderzeeboten,
waarvan i5 in Nederlands Indië en twee in
West Indië. Zeven boten, sommige nog
onvoltooid, konden uit Nederland
ontsnappen. Zes vielen in Duitse handen.
Na de oorlog trof de Onderzeedienst de
kazerne en werkplaatsen in uitgewoonde en
geplunderde toestand aan. Het voornaamste
struikelblok was echter de Koopvaarders-
schutsluis, die de moderne boten niet meer
kon doorschutten.
Daardoor vertrok de Onderzeedienst
voorlopig naar Rotterdam en kwam de
Mijnendienst in het oude Spoorweg bassin.
De gemoderniseerde kazerne raakte nadat
deze dienst naar de nieuwe marinehaven was
verhuisd, in verval en is in 1993 gesloopt. J.T. BREMER
NHD 12-11-2010
Hhkl\LKJLK
\.\’;\’;;
;
(3000 m.) en aanvankelijk was het toen
nog niet mogelijk deze diepe wateren op
redelijke wijze te onderzoeken. In 1997
werd een nieuw comité opgericht waarbij
men op een meer wetenschappelijke wijze
te werk ging.
Men besloot dat een onderzoek langs de
aanvankelijk opgegeven route van de Da-
kar de beste kansen bood, waarbij kwam,
dat intussen de techniek zover was gevor-
derd dat ook op grote diepte met succes
gezocht kon worden. Het comité had de
juiste beslissing genomen want op 28 mei
1999 werd de Dakar op een diepte van
3000 m. gevonden. Bij deze operaties
speelde de firma Nauticus een zeer be-
langrijke rol.
Na de identificatie door een speciale com-
missie van de Israëlische Marine, werd de
omgeving nader onderzocht en hoopte
men aanwijzingen te kunnen vinden van
de redenen van het ongeluk en ook werd
gezocht naar menselijke resten, die echter
niet werden gevonden. De oorzaak van
het ongeluk kon niet exact worden vast-
gesteld, maar de volgende gebeurtenissen
hebben waarschijnlijk plaats gevonden:
de boot vervolgde ongehinderd haar weg
naar Haifa met behulp van haar snorkel
en was waarschijnlijk bezig met de proce-
dure ”stop snorkelen” toen ter hoogte van
een van de voorste compartimenten averij
ontstond aan de drukhuid, lanceerbuis of
ander vitaal onderdeel waardoor veel wa-
ter met grote snelheid binnen kwam waar-
door de boot voorover in de diepte zonk.
De hoeveelheid water was zo groot en
alles ging zo snel, dat er geen middelen
waren om het zinken van de boot te voor-
komen met behulp van duikroeren, blo-
wen, voortstuwing op achteruit schakelen
of andere methoden. Na korte tijd implo-
deerde het achterste gedeelte van de boot
waarbij grote schade werd aangericht.
Deze episode moet zeer kort zijn geweest.
De voorste compartimenten, voor zover
dat was waar te nemen, waren nog ogen-
schijnlijk intact (tot spant 159). Omdat de
D e Dakar en twee van haar zuster-
schepen waren oorspronkelijk
eveneens zusterschepen van de
Tijgerhaai en Zwaardvis; allen boten van
de z.g. T klasse. De Israëlische boten
werden gemoderniseerd waarbij o.a. de
maximum onderwater- snelheid en actie-
radius werden verhoogd. Op 10 november
1967 werd de Dakar in dienst gesteld en
op 1 januari 1968 verliet zij Portsmouth
op weg naar haar thuishaven Haifa. Zij
kreeg in Gibraltar orders om de reis naar
Haifa onder water te vervolgen en een
rechte koers aan te houden ten noorden
van Malta en ten zuiden van Kreta. Het
laatste radiobericht van de Dakar werd
ontvangen op 25 januari 1969. Toen er op
de afgesproken tijden geen berichten
meer werden ontvangen werd de scheep-
vaart verzocht uit te kijken naar de Dakar
en werden zoekacties ondernomen door
schepen en vliegtuigen. Op 6 maart werd
de Dakar als verloren beschouwd en werd
een comité ingesteld met als doel; het vin-
den van de Dakar. Ongeveer een jaar na
het verdwijnen van de Dakar werd haar
emergency- rescue buoy gevonden.
Na de bestudering van de buoy werden
door het comité, na later bleek, verkeerde
conclusies getrokken die de werkzaam-
heden aanzienlijk vertraagden. Men had
geconcludeerd dat de Dakar in ondiepe
kustwateren in de buurt van Egypte moest
zijn gezonken hetgeen later geheel onjuist
bleek te zijn. De Dakar zou zijn afgewe-
ken van haar opdracht en velen legden de
schuld van het ongeluk op de schouders
van de commandant; een vaker voorko-
mend en verwerpelijk verschijnsel bij der-
gelijke ongelukken. Mede door deze ver-
halen werd aanvankelijk op de verkeerde
plaatsen gezocht en niet op plaatsen waar
de Dakar, volgens de aan haar gegeven
opdracht, geweest had moeten zijn.
Een gedeelte van de aangegeven route
van de Dakar voerde over zeer diep water
PAGINA 9
boot met de neus naar beneden op de bo-
dem belandde, was een inspectie van de
onderkant van de boot toen niet mogelijk.
De achterste compartimenten waren, door
de implosie en de daarop volgende explo-
sie, min of meer uit elkaar gespat.
De commandotoren lag beschadigd naast
de boot. Het verschil in gedrag tussen het
voorschip en het achterschip is als volgt
te verklaren: het voorschip liep snel vol
met water waardoor het drukverschil, bin-
nen en buiten de boot, zo sterk afnam dat
er geen implosie volgde. Bij het achter-
schip was er geen sprake van drukcom-
pensatie met het bekende gevolg.
De vasthoudendheid om de Dakar te vin-
den is opmerkelijk en uniek en is min of
meer vastgelegd in de genen van het volk;
men gaat door met zoeken tot dat er resul-
taat is bereikt.
Israel wil weten wat er met haar verloren
zonen en dochters is gebeurd en men wil
ze, zo mogelijk, in eigen bodem begra-
ven. En daar heeft men heel veel voor
over. Stoffelijke resten konden na 31 jaar
niet meer gevonden worden en men
moest zich tevreden stellen met het berg-
en van de commando toren en andere za-
ken. De commando toren is nu een monu-
ment geworden waar geregeld herdenkin-
gen plaats vinden.
De beste beschrijving van voorgaande
gebeurtenissen kan men vinden in het
boek “Never forgotten” geschreven door
David Jourdan (leider van de expeditie)
I.S.B.N 978-1-59114-148-2
Naval Institute Press.
Henk Bussemaker
PAGINA 10
Sonar track van de gevonden Dakar
Dakar heeft 2 maanden, eind 1967, in Schotland gelegen
+
nog te vinden was aan de Waalhaven te
Rotterdam, werd het “Drägeren” geoe-
fend door een ieder vooraf gaande aan
zijn plaatsing aan boord van een van de
boten. Dit gebeurde in het “Oosterlijk
zwembad” aan de Gerdesiaweg, in de
Maasstad. Vervoer werd geregeld met de
KM-truck, van de basis, twee banken aan
de zijkant en een losse in het midden,
waarop je schrijlings moest gaan zitten.
Het oefenen bestond uit het in zwem-
broek te water gaan, uitgerust met een
“Dräger” vest van ca. 30x30 cm. voor de
borst gedragen met onderaan een klein
zuurstofflesje ter vulling van het vest,
een duikbril, enig gewicht met riem en
een neusklem. In deze uitrusting werden
er dan een aantal wandelingen gemaakt
over de bodem van het zwembad en
moest o.a. een voorwerp van de bodem
worden opgeraapt. E.e.a. om je ver-
trouwd te maken met de “ontsnappings-
uitrusting” van toen.
“Droge oefeningen”, of eigenlijk het be-
spreken van de uit te voeren hande-
lingen in geval “dat”, werden aan boord,
b.v. tijdens de vaart, gehouden bij de
“trunk”, welke toegang gaf tot de Boeg-
buis- en Hekbuiskamer van, in mijn ge-
val, de Hr. Ms. Zeeleeuw”.
Deze kon ook aan de onderzijde door een
luik worden afgesloten, zodat er een sluis
ontstond, welke naar believen kon wor-
den gevuld met buitenboordwater of af-
getapt en welke plaats kon bieden aan
één persoon voor een eventuele “free es-
cape”.
Voor zover ik mij herinner waren de op-
drijfvesten ook in de Boeg- en Hek-
buiskamer opgeborgen.
De verbinding tussen schip en water-
oppervlak, kon eventueel worden gereali-
seerd door een gele opdrijfboei met een
telefoon. Deze boei kon van binnenuit
worden ontborgt.
Geachte redactie
H ierbij een bescheiden bijdrage van
een onderwerp waarmee ik in mijn
marine loopbaan 1951-1961 en de plaat-
sing a/b van Hr. Ms. O-27 en de Zee-
leeuw, mee werd geconfronteerd.
Realiseer mij dat de genoemde periode
ligt vóór die welke Uw bijzondere aan-
dacht heeft, maar toch waag ik dit “schot
voor de boeg”, met de oefeningen in het
ontsnappen vanuit een gezonken positie.
Werd getroffen door een artikel in “Alle
Hens” van februari 2004; “Onderzee-
dienst ontsnapt aan de diepte”. Waarbij
de “ontsnapten” wel over een geheel an-
dere outfit blijken te beschikken als die
waar wij zo,n 50 jaar geleden het mee
moesten doen.
Mogelijk dat wat mij in de herinnering is
bijgebleven, gekoppeld kan worden met
bovengenoemd artikel.
In de periode dat de “Onderzeedienst”
PAGINA 11
“Sta Klaar
Sta Klaar”
+
aanwijzingen d.m.v. een geluids-
installatie , welke zeer goed hoorbaar
was gedurende het opstijgen; “breathe
out, breathe out”, ter voorkoming van de
zo gevreesde long embolie. Een van ons
overkwam dat, door onvoldoende uit-
ademing en moest toen gedurende 36
uren, samen met de ziekenpa, in de de-
compressietank verblijven.
Verschillende duikers assisteerden, wa-
ren “standby” en bevonden zich in een
van de in de wand gebouwde nissen met
bovenin een luchtkamer of bewogen zich
vrij, zonder enige uitrusting in de water-
kolom, om regelmatig in zo’n nis “op
adem te komen”.
Speciale aandacht ging uit naar hij die
van nature een negatief drijfvermogen
had en ter onderscheiding dan een rood
mutsje moest dragen.
De Nederlandse leiding bestond uit een
van de chefs. Op foto, is dat in badjas
gekleed Majoor Tpmkr. Wout Weener.
In latere jaren werd er door de bemannin-
gen op ongeveer dezelfde wijze getraind
te Portsmouth.
Ruud Tieman, Kpl. Mach.
Tijdens onze opleiding op de U.S. Sub-
marinebase te New London (Conn.),
voor de overname van de door de USN.
in bruikleen gegeven Hr. Ms. “Walrus en
Zeeleeuw” in 1953, werd er ook getraind
in de duiktoren op deze basis. In deze
toren was het mogelijk om een opstijging
te beoefenen van resp. 18, 60 en 100 feet.
Ik meen mij te herinneren dat de 100 feet
op basis van vrijwillige deelname was.
Waaraan door iedereen met enthou-
siasme werd deelgenomen, aangezien de
100 feet, extra werd beloond.
Voorafgaand werd er in een decompres-
sietank de overdruk op je oren getest. De
eerste stap was de 18 feet. Met 2 à 3 man
en een instructeur, werd de ruimte, een
soort zijcompartiment van de waterko-
lom, met water gevuld, waarbij je hoofd
in een luchtbel het ademen mogelijk
maakte. Wanneer dan de druk gelijk was
kon de deur welke verbinding gaf met de
waterkolom worden geopend. De instruc-
teur gaf de lijn aan, waarlangs men met
gekruiste handen en voeten de lijn om-
klemde en het opstijgen kon beginnen.
Het opstijgen, een z.g. “free escape”,
waarbij een ieder was voorzien van een
met een beetje lucht gevuld opdrijfvest,
bril en neusklem.
Een arts volgde van bovenaf onze ver-
richtingen en bekeek deze door een kistje
voorzien van een glazen bodem en gaf
PAGINA 12
schijnlijk 2-3 keer hoger.
De eerste Borei, de Yuri Dolgoruky, is
twee jaar geleden te water geladen, maar
de in dienst stelling werd behoorlijk ver-
traagd door problemen met de veiligheid
systemen, met de lassen op huid en de
nucleaire powerplant. Alle problemen
zijn wel opgelost en de Yuri Dolgoruky
wordt nu gebruikt om de nieuwe Bulava
raketten te testen. De bouw van de Yuri
Dolgoruky begon 13 jaar geleden, maar
door grote financiële tekorten en techni-
sche problemen is het bouwproces erg
vertraagd. Ook de Bulava raketten heb-
ben een problematische ontwikkeling fa-
se doorgemaakt en is ook een aantal ja-
ren later dan oorspronkelijk het plan was.
De laatste testen waren echter succesvol
en de SLBM (Sea Launched Ballistic
Missile) zal in het volgend jaar operatio-
neel worden.
De eerste 3 eenheden van de Borei klasse
zullen in de Pacific gestationeerd wor-
den. In de Koude Oorlog waren de mees-
te Sovjet SSBN’s gestationeerd in de
Noordelijke Vloot, op een aantal bases in
het Noorden, ten oosten van Noorwegen.
Hun doel toen was vooral de Atlantische
Oceaan en de Noordelijke Poolzee. Nu
heeft Rusland meer dan $ 350 miljoen
uitgegeven om de onderzeeboot basis op
het eiland Kamchatka uit te breiden en te
vernieuwen. Vanuit deze basis moeten de
SSBN’s in staat zijn om zowel China als
de Verenigde Staten te bedreigen.
De Borei klasse is de eerste nieuwe Rus-
siche bomber sinds 19 jaar en het eerste
nieuwe Russische ontwerp sinds het ein-
de van de Koude Oorlog. Met de bouw
van de derde eenheid van deze klasse, de
Vladimir Monomakh, is men 2 jaar gele-
den begonnen en de verwachting is dat
deze over 3-4 jaar klaar zal zijn.
De Borei’s lijken wat ontwerp betreft
meer op de Delta IV’s , dan op de meer
recente Typhoon klasse. De Borei’s zijn
180 meter lang en hebben een doorsnede
D e tweede onderzeeboot van de
nieuwe Russische Borei Klasse
(SSBN), de Alexander Nevsky, is gereed
en is aan de proeftochten begonnen. De
eerste eenheid van deze klasse is al in
dienst en 2 anderen zijn nu onder con-
structie. Rusland heeft haast om alle een-
heden van deze Borei klasse in dienst te
krijgen. Van de 12 bestaande Delta IV
SSBN’s zijn er nog maar 8 beschikbaar
voor operaties. De eenheden van de Del-
ta IV klasse zijn sterk verouderd en heb-
ben eigenlijk nog maar 10 jaar te gaan.
Zoals de zaken er nu voor staan, lijkt het
er op dat de Russische Marine maar 8
eenheden van de Borei klasse zal kunnen
verwerven. Zij zijn erg duur met een aan-
gekondigde prijs van 750 miljoen dollar
voor elke eenheid. Dat is nog wel altijd
veel goedkoper in vergelijking met de
prijzen voor Amerikaanse onderzeebo-
ten, maar in de prijs zijn blijkbaar de ont-
wikkelings kosten niet inbegrepen, aan-
gezien de Marine Autoriteiten uitgespro-
ken hebben dat de 1e en de 2e boot even-
veel kosten. De totale kosten zijn waar-
PAGINA 13
EN TOEN WAREN ER TWEE-
DE BOREI KLASSE SSBN
waren de grootste onderzeeboten ooit
gebouwd. Elke eenheid kon 20 R-39 ra-
ketten meenemen. Deze raketten waren
16 meter lang, een diameter van 2,4 me-
ter en wogen 90 ton. Deze raketten zijn
niet meer operationeel. De Bulava raket
is 12,1 meter lang en 2 meter in diame-
ter. Een van de Akula’s is nu al geschikt
gemaakt om Bulava raketten mee te ne-
men. Twee anderen, die al in de reserve
vloot opgenomen waren, zullen ook weer
operationeel worden gemaakt met de be-
doeling om tot 2019 in dienst te blijven,
het tijdstip dat alle Borei’ gereed moeten
zijn.
Dit artikel is verschenen in de “Daily
Collection of Maritime Press Clipping
2010-353” en is bewerkt door
Robin Snouck Hurgronje
van 14,5 meter. De water verplaatsing is
15.000 ton. Zij zijn in staat om 12 Bula-
va raketten mee te nemen. De eerste ont-
werpen van de missiles, die op de Borei
klasse moesten komen, bleken niet te
werken. Om tijd te winnen hebben de
technici een goed werkende land-
launched missile, de Topol-M, omge-
bouwd tot een submarine versie. Uitein-
delijk is dat de Bulava geworden. Door-
dat de Bulava groter is dan de oor-
spronkelijke missile, moest de totale ca-
paciteit terug gebracht worden van 20
naar 12 raketten. De Borei klasse heeft
ook 4 torpedobuizen en beschikt over 12
torpedoes en heeft mogelijkheden voor
torpedotube- launched missiles. In de
boeg is een enorm sonar array inge-
bouwd.
De Borei’s hebben een bemanning van
107 personen. Zoals te doen gebruikelijk
aan boord van Russiche hightech een-
heden, bestaat de helft van de beman-
ning uit officieren.
De enorme hoge kosten voor de Borei
klasse en de vertragingen in de bouw zijn
mede veroorzaakt door het feit dat een
aantal fabrieken, die voor onderdelen
moesten zorgen, zich bevonden in voor-
malige Sovjet Unie landen, maar nu niet
meer deel uit maken van het huidige
Rusland. Dat betekende dat er eerst nieu-
we fabrieken gebouwd moesten worden
in Rusland, aangezien alle componenten
uit Rusland moeten komen. De verwach-
ting is dat het zeker nog 10 jaar duurt
voordat alle 8 eenheden afgebouwd zijn.
Maar de tijd dringt, aangezien de Delta
IV’s waarschijnlijk niet zo lang operatio-
neel kunnen blijven. Eerder dit jaar heeft
Rusland het beleid ten aanzien van de
Akula/Typhoon klasse al bij gesteld. Zes
van deze 24.000 ton bombers zijn ge-
bouwd rond 1980 en 3 zijn er al gesloopt.
De anderen zouden uit dienst worden ge-
nomen, vanwege de enorme hoge kosten
om ze in de vaart te houden. De Akula’s
PAGINA 14
boten bij het MB wekt dit de nodige zor-
gen van het Onderzeedienst management
op operationeel, personeel en materieels
gebied. KTZ Peter de Harder krijgt zo in
zijn laatste jaar een zware klus op zijn
spreekwoordelijke desert-bord. De kolo-
nel heeft op 30 september, in aanwezig-
heid van de Vice-Admiraal M.J.M. Bors-
boom, het vaandel van de OZD overge-
dragen aan KTZ Marc R.P.Elsensohn.
Hoewel de kolonel de Harder inmiddels
de Onderzeedienst weer richting, en ook
de nodige vaart heeft gegeven, beseft de
KTZ Elsensohn dat de strijd nog niet is
gestreden en we dus nog altijd fel moeten
blijven en geduldig lijdend zullen uitvoe-
ren wat van ons verwacht wordt.
Een andere wisseling van de wacht heeft
plaats gevonden op het MarSitCen
(hoofdkwartier) De LTZ1 Geordie.J.
Klein heeft het operationele stokje over-
gedragen aan KLTZ F.A.W. van Driel
(Erik). LTZ1 Klein volgt de Hogere De-
fensie Vorming (HDV) aan het IDL in
Rijswijk. Voor zijn vertrek heeft de LT-
Z1 Klein nog de Submarine Staff Offi-
cers Conference (SSOC) georganiseerd.
Deze jaarlijkse meeting werd dit jaar
door Nederland geaccommodeerd. Staf
officieren uit alle NATO landen bespre-
ken hier een week lang de zaken op on-
derzeedienstgebied die ons allen bezig
houden.
Ook op materieels en veiligheidsgebied
wordt er een stokje overgedragen. De
KLTZT Henk de Weerd werd afgelost
door de uit Groot-Brittannië gekomen
KLTZT Danny van den Bosch.
Na de kabinetsformatie wordt ook nog
eens duidelijk dat naast de al aanwezige
tekorten er flink bezuinigd moet gaan
worden op Defensie in 2011 en de jaren
daarna. Wat dit voor de Onderzeedienst
gaat betekenen is op dit moment nog niet
duidelijk. We hebben in 2010 in elk ge-
val weer laten zien dat “we” er toe doen!
E r is weer een jaar voorbij. Een
jaar waarin weer veel is gebeurd,
en waarin de Onderzeedienst zich
weer van de beste kant heeft laten zien.
Gedurende de jaarwisseling liggen de
onderzeeboten en Hr. Ms. Mercuur veilig
in de thuishaven van Den Helder. De Hr.
Ms. Zeeleeuw en Hr. Ms. Dolfijn langszij
steiger 19 en de Hr. Ms. Walrus en Hr. Ms.
Mercuur op het droge bij het Marinebedrijf
(MB). De Hr. Ms. Bruinvis ligt ook nog
bij het Marinebedrijf aan steiger 62. Het
is ook weer een bewogen jaar geweest en
er is dus best wel het een en ander te ver-
tellen over wat er rond steiger 19 heeft
plaats gevonden. Hoewel we meestal erg
stil zijn, “Silent Service”, over onze ope-
raties, kunnen we dit jaar zien dat één
van de boten, Hr. Ms. Zeeleeuw, de tra-
ditie breekt en veel media aandacht
krijgt.
Het begin van 2010 is koud. De boten
Hr. Ms. Walrus en Hr. Ms. Dolfijn liggen
afgemeerd op steiger 19 en zijn gehuld in
een witte deken van koning winter. Ook
de toren van de O-1, de opgestelde torpe-
do’s op steiger 19 en het monument zijn
bedekt met een dikke laag sneeuw. Voor
de fotografen onder ons een unieke ge-
legenheid om er een plaatje van te ma-
ken. Hr. Ms. Bruinvis ligt nog altijd bij
het Marine Bedrijf (voorheen Rijks-werf)
voor haar Meerjaarlijks Onderhoud
(MJO). Ook de Hr. Ms. Mercuur ligt
voor een Tussentijds Onderhoud (TTO)
bij het MB. Hoewel de Onderzeedienst
dit jaar een hoog ambitieniveau kent als
het om operaties gaat, wordt al in het be-
gin van het jaar duidelijk dat er defen-sie
breed grote financiële tekorten zijn. Deze
hebben een dusdanige omvang dat het
echt zorgwekkend is. Externe onder-
houds bedrijven worden naar huis ge-
stuurd, bestelde onderdelen worden afbe-
steld en er is een onmiddellijke aankoop-
stop afgekondigd. Met op dat moment 2
PAGINA 15
Wat deden de boten in 2010
een pre-TTO. Daarbij werd het comman-
do symbolisch overgedragen aan KLTZT
Danny van den Bosch. Een markant ge-
zicht blijft de Hr. Ms. Walrus wel als er
in het najaar een nieuw verfsysteem
wordt getest op de boot. Op het MB is de
Hr. Ms. Walrus, rustend op de schepen-
lift, geheel rood geverfd. Dit is toch wel
een bijzonder plaatje.
Zeeleeuw
De Zeeleeuw heeft vorig jaar met be-
perkte bemanning laten zien zich tot een
bepaald niveau te kunnen ontwikkelen.
Nu is het haar taak om dit jaar die lijn
voort te zetten en volledig operationeel te
worden. Daar is dan wel een volledig be-
manningslijst voor nodig. Deze wordt
aangevuld met personeel van de Hr. Ms.
Walrus die rustiger aan gaat doen rich-
ting het TTO.
Begin van het jaar ligt de boot nog bij het
MB voor een periodieke dokking. In fe-
bruari komt de boot weer voor steiger 19
te liggen en begint het opwerktraject.
Op 22 maart gaat de boot naar zee om
haar Sarc-4 (Safety and Readiness check
niveau-4) uit te voeren. De reis voert de
boot richting Noorse wateren en haven-
bezoeken worden dan ook gebracht aan
Ulsness en Stavanger. Daarna wordt
richting Schotse wateren gevaren voor
haar operationeel examen, ook wel be-
Walrus
Na haar operationele periode in 2009,
kan de Hr. Ms. Walrus nu wat rustiger
aan doen. Een gedeelte van de beman-
ning is overgeplaatst naar de Zeeleeuw.
Om even te wennen aan de gereduceerde
bemanning worden er in het begin van
het jaar wat veiligheidsoefeningen ge-
daan aan de wal. Dit om er zeker van te
zijn dat ze straks veilig naar zee kan nu
de taken anders belegd zijn.
Op 1 februari gaat de boot naar zee om
niet operationeel geplaatst personeel op
te leiden. Het weekend wordt doorge-
bracht in het Deense Kopenhagen. Op 12
februari doet de boot nog een trimduik in
het “kuiltje” en loopt daarna Den Helder
weer binnen.
In de week van 15 tot 19 maart worden
er dagelijks diverse VIP vaartochten uit-
gevoerd op de rede van Den Helder
Pas in mei gaat de boot weer een aantal
dagen naar zee om, wederom, personeel
op te leiden. Het blijkt door de bezuini-
gingen steeds moeilijker om schepen te
laten varen. Er wordt dan ook diverse
malen een beroep gedaan op de flexi-
biliteit van bemanning en planners omdat
vaarplannen worden aangepast of zelfs
geschrapt. Op 9 juli is er nog een com-
mando overdracht. LTZ1 Chris Kruis-
brink draagt het commando over aan
Welmer Veenstra die dit jaar de SMCC
met goed gevolg heeft afgerond. LTZ1
Kruisbrink gaat naar Schotland om daar
de LTZ1 Willem Rouwhorst af te lossen
als ST14.
Eind juni gaat de boot op verzoek van de
Belgische Marine nog een keer naar Zee-
brugge om deel te nemen aan de haven-
dagen.
Na het zomerverlof heeft de boot nog één
reisje naar Amsterdam. Voordat de boot
het onderhoud in gaat wordt deelgeno-
men aan Sail Amsterdam 2010.
Begin september wordt de boot overge-
dragen aan het MB om te beginnen aan
PAGINA 16
werd koers gezet richting Mombassa in
Kenia in operatie Ocean Shield. Op deze
transit werd de hele Afrikaanse kust af-
gevaren en waar nodig gepatrouilleerd.
Dit resulteerde in een aktie waarbij de
Hr. Ms. Zeeleeuw de NATO oppervlakte
eenheden informatie verschafte, die op
hun beurt een aantal skiffs onderschepte,
aanhielden en vernietigden. Al met al een
zeer succesvolle operatie die vooral in-
ternationaal veel aandacht heeft gekre-
gen. Gedurende haar transit zuid kreeg
de Hr. Ms. Zeeleeuw zeer hoog bezoek
aan boord. Het passeren van de evenaar
ging Neptunus niet ongemerkt voorbij.
Met een ceremonie en een rode neus,
was dit de eerste walrusklasse boot die
dit bezoek mocht ontvangen. Na een ha-
venbezoek aan Mombassa is de boot
weer langs de Afrikaanse kust terug ge-
varen en uiteindelijk richting de Egypti-
sche haven Safaga in de Rode Zee voor
een bezoek. Na de passage van Suez op
28 november was ze weer in Europese
wateren. Na een dag brandstof laden te
Augusta Bay, Sicilie, werd de reis voort-
gezet richting Lissabon. Daar werd de
bemanning onderscheiden voor haar
waardevolle inzet in operatie Ocean
Shield.
17 december liep de boot Den Helder
binnen en kon de bemanning met verlof.
Dolfijn
De Hr. Ms. Dolfijn begon het jaar zoals
ze het geëindigd was. Daarmee bedoel ik
uiteraard niet dat ze langzij steiger 19
lag, maar het feit dat ze vorig jaar opera-
tioneel afsloot met een aantal weken
t.b.v. FOST. Ook nu weer vertrok de
boot op 25 januari om deel te nemen aan
de FOST. Na een havenbezoek aan
Portsmouth werd in de FOST-exas ook
nog de COQCEX t.b.v aankomende
commandanten uitgevoerd.
Voor Nederland zitten daar LTZ1 Wel-
mer Veenstra en LTZ1 Bastiaan Ruize-
kende als BOST (Boat Operationel Sea
Training) en OPEX (operationeel exa-
men) onder leiding van de ST14, LTZ1
Willem Rouwhorst. De BOST is gelijk
haar SARC-5. Deze wordt succesvol af-
gerond na een 5 dagen bezoek aan Fasla-
ne. Na een periode waar deelgenomen
wordt aan de NATO oefening Joint War-
rior, is ook de SARC-6 een feit en is de
boot operationeel inzetbaar. Op 11 mei
loopt de boot weer binnen in Den Helder
en beginnen de voorbereidingen voor een
intensief programma.
10 juni vertrekt de boot richting Spanje
om een TFX uit te voeren met de Hr. Ms.
Mercuur en de Hr. Ms. Dolfijn. Sinds
lange tijd liggen er weer meerdere eenhe-
den van de Onderzeedienst in een buiten-
landse haven. Tijdens de TFX wordt
tweemaal de haven van La Coruña in
Noord-west Spanje aangedaan door alle
aanwezige eenheden. Daarnaast is ook
het koppelteam aanwezig om de boten
van de Towed Array sonar te voorzien.
Aan het eind van de reis wordt bij bin-
nenkomst op 2 juli nog een Photex ge-
houden. Terwijl de Hr. Ms. Zeeleeuw en
Hr. Ms. Dolfijn terugkeren van de TFX,
is de Walrus vertrokken richting Zee-
brugge. Een mooi moment om met een
Lynx helikopter wat mooie plaatjes te
schieten van 3 onderzeeboten op zee.
Na het zomerverlof begint voor de Hr.
Ms. Zeeleeuw het echte werk. Al enige
tijd werd er een reis voorbereid warbij
een NATO onderzeeboot zou deelnemen
aan de momenteel veel in het nieuws ko-
mende Anti-Piraterij missies bij de
Hoorn van Afrika. De Hr. Ms. Zeeleeuw
zou de eerste boot zijn die dit zou gaan
uitvoeren. Op 30 augustus vertok ze on-
der NATO-vlag richting de Middel-
landse zee. Na een havenbezoek aan
Malta werd koers gezet naar Suez en op
20 september voer zij door het Suez ka-
naal. De volgende haven na de Rode Zee
was Salalah in Oman. Na dit bezoek
PAGINA 17
PAGINA 18
veld de Winter in. Bij Noorwegen werd
aangesloten bij de Noorse Taskgroup
voor oefening “Cold Response”. Om het
geheel goed te begeleiden werd er een
Nederlandse cel (SEC/SAT) ingericht op
de Hr. Ms. Johan de Witt om de CTF te
assisteren bij onderzeebootoperaties. Ha-
venbezoeken aan Bergen en Narvik be-
hoorden hier tot de ontspanning in het
nog altijd zeer koude Noorwegen in fe-
bruari. Omdat de Hr. Ms. Dolfijn op haar
reis boven de poolcirkel kwam werd zij
vereert met een bezoek van Boreas, god
van de noorderwind. De Dolfijn kwam
op 3 maart de haven van Den Helder bin-
nen, ditmaal met een blauw geverfd
neusje.
Na een korte binnenlig periode werd op
22 maart weer het ruime sop gekozen.
Nu was het doel om de teacher, KLTZ
Richard Platel, te assisteren bij het op-
werken en examineren van de aan-
komende commandanten in opleiding.
Na een transit richting Engelse Zuidkust
werd een bezoek gebracht aan Plymouth.
Na het havenbezoek oefenen met special
forces in de FOST areas. Na een transit
door de Ierse zee werd op 11 apr een be-
zoek gebracht aan Faslane in de Clyde
area’s. Na het koppelen van het array
werd de coqcfight voortgezet in de wate-
ren die voor veel submariners als thuis
worden ervaren. Op 25 april werd de
SMCC succesvol afgesloten en konden
de 2 Nederlandse deelnemers met een
gerust hart deelnemen aan het traditione-
le “perisher breakfast”. De Nederlandse
Onderzeedienst is weer 2 command qua-
lified officieren rijker. Omdat de boot
veel vaart en weinig thuis is, wordt de
voorkeur gegeven om direct door te va-
ren naar Den Helder zonder een afslui-
tend buitenlands havenbezoek. De boot
moet immers 4 weken later weer naar
zee. Op 28 april loopt de boot de haven
van Den Helder binnen.
31 mei worden de trossen weer los ge-
gooid om te vertrekken richting FOST
areas voor onze verplichtingen t.a.v. de
assistentie aan FOST. Twee weken wordt
de boot gestationeerd en gedirigeerd door
Fost waarbij in het weekend Plymouth
wordt bezocht. In de derde week wordt
halverwege koers gezet naar Spanje om
daar deel te nemen aan de TFX met de
Hr. Ms. Mercuur en Hr. Ms. Zeeleeuw.
Ook de Hr. Ms. Dolfijn bezoekt de haven
van La Coruña. Dit is na de Noorse en
Schotse kou een welkome afwisseling.
Na de TFX weer richting Den Helder
waar ze samen met de Hr. Ms. Zeeleeuw
en Hr. Ms. Walrus deelneemt aan de
Photex om op daarna op 2 juli weer af te
meren langszij steiger 19.
De Dolfijn gaat voor het zomerverlof
nog naar het MB om een periodieke dok-
king te ondergaan. Hoewel we dit jaar 3
boten op zee hebben gehad, is er in sep-
tember een moment dat er 3 boten bij het
MB liggen. Dit is gelukkig maar tijdelijk,
maar wel noodzakelijk om het product
onderzeeboot veilig en professioneel te
laten opereren.
In het stuk van de Hr. Ms. Zeeleeuw
heeft u kunnen lezen dat we als Onder-
zeedienst soms uitgebreid vertellen over
reizen van onze boten. Daar waar we
vroeger vooral te boek stonden als de
“Silent Service”, is de reis van de Hr.
Ms. Zeeleeuw juist het tegenoverge-
stelde. Ook de huidige onderzeeboot-
mannen moeten nog wel eens wennen
aan deze openheid van zaken. Dit wil
niet zeggen dat “fishplays” niet meer
voorkomen. De Dolfijn vertrekt op 4 ok-
tober richting Middellandse Zee voor
weer zo’n vertrouwde reis van de “Silent
Service”. Na een periode van opwerken
en havenbezoeken aan Palma de Mallor-
ca op de Balearen en Larnaca op Cyprus,
verdwijnt de Hr. Ms. Dolfijn uit beeld.
Pas 5 weken later, op 2 december loopt
de boot binnen in Barcelona. De beman-
ning geniet hier van de zon en kleurt
weer een beetje bij. Op 16 december
meert de boot weer af in Den Helder om
na een druk vaarjaar te kunnen genieten
van het winterverlof.
Mercuur
Zoals eerder vermeld, lag de Hr. Ms.
Mercuur bij het MB voor een TTO. Ge-
zien de bezuinigingen, waarbij externe
bedrijven naar huis gestuurd waren en
onderdelen niet werden aangekocht,
bleek dit een uitdaging om de Hr. Ms.
Mercuur op tijd van de werf te krijgen.
Mocht dit niet lukken, dan zou ook het
programma van de Hr. Ms. Zeeleeuw en
Hr. Ms. Dolfijn, de TFX, in gevaar ko-
men. Ook de voor de Hr. Ms. Mercuur
geplande reis met de Mijnendienst t.b.v.
de opleiding van adelborsten liep hier-
mee gevaar. Met deze argumenten lukte
het uiteindelijk om ook de Hr. Ms. Mer-
cuur weer op tijd operationeel te hebben.
In mei kwam de boot van het MB en na
een korte opwerkperiode tot SARC-3
werden de trossen los gegooid op 8 juni
om naar Coruña te varen. Daar werd het
koppelteam opgewacht en met veel in en
uit varen van de haven werden de boten
voorzien van een Towed Array om de
TFX zo goed mogelijk uit te voeren.
Terwijl de onderzeeboten richting Neder-
land vertrekken, sluit de Hr. Ms. Mer-
cuur zich op 2 juli aan bij een flottielje
Mijnenjager die de oefening “Eager Ar-
cher” uitvoeren. Officieren in opleiding
krijgen een aantal weken de kans om
naast hun studie mee te varen met de
operationele Marine. Dit is ook wel be-
kend onder de naam bootjesreis. Het flot-
tielje ligt dan in de Portugese haven van
Portimão. De reis zet zich voort richting
Zuid-Engelse kust, de FOST area’s. Daar
doen de mannen en vrouwen hun naviga-
tie oefeningen en vullen hun rugzak met
genoeg motivatie om de rest van de stu-
die af te maken. Uiteraard wordt er ook
nu weer een bezoek gebracht aan de ha-
venstad Plymouth. Als de eenheden van
“Eager Archer” op 15 juli weer terug ko-
men in Den Helder staat er nog een vaar-
dag met de familie op het programma.
Daarna kan er genoten worden van het
verlof.
Op 3 september draagt LTZ1 Jan Wessel
het commando over aan LTZ1 Don Ep-
pingbroek. LTZ1 Eppingbroek heeft in
een ver verleden een functie gehad op
steiger 19 op bureau operationele be-
drijfsvoering. Voor hem en zijn beman-
ning resten de laatste weken van het jaar
alleen nog vaardagen ter assistentie van
de kustwacht. De Marine moet een aantal
weken per jaar vaardagen leveren aan de
Kustwacht. In de praktijk is het afwach-
ten in hoeverre de KW hier ook daadwer-
kelijk gebruik van maakt. Door een af-
wijkende CAO mogen zij niet zo lang
varen als marinemensen dat mogen. Van
20 september tot 30 september is de Hr.
Ms. Mercuur bezig met visserij inspectie
en andere politietaken op de Noordzee.
De bemanning doet hierin een welkom
havenbezoek aan Antwerpen. Van 11 tot
28 oktober wordt ook voor de KW ge-
varen en deze maal weet de bemanning
er een havenbezoek Zeebrugge aan toe te
voegen. Zo hebben zowel de KW als de
bemanning van de Hr. Ms. Mercuur het
jaar naar tevredenheid afgesloten.
PAGINA 19
Bruinvis
Hoewel de planning voor de Hr. Ms.
Bruinvis was dat zij dit jaar weer zou
gaan varen, moeten we constateren dat
dit niet is gelukt. Ook geheel 2010 heeft
zij bij het MB gelegen. Op 7 oktober
heeft LTZ1 Welmer Veenstra gelijktijdig
met het neerleggen van het commando
over de Hr. Ms. Walrus, het commando
over Hr. Ms. Bruinvis op zich genomen.
De boot ligt inmiddels meer dan 2 jaar
bij het MB. Het is toch wel echt de be-
doeling dat de boot in 2011 gaat opwer-
ken en uiteindelijk weer operationeel
wordt ingezet.
Ik hoop dat u hiermee weer een indruk
heeft gekregen van wat de Onderzee-
dienst in het afgelopen jaar heeft gedaan.
En hoewel er moeilijke tijden voor ons
liggen, of zoals de Vice-Admiraal Bors-
boom het zegt “Er is storm op komst”,
hoop ik dat wij Fel ofschoon geduldig
lijdend de toekomst tegemoet gaan en
uiteindelijk kunnen zeggen “Luctor et
Emergo” !
Ed van Kesteren
Geachte heren / dames,
Met belangstelling las ik uw artikel over
de Ondina in:
KLAAR VOOR ONDER-WATER,
nr 109/32/2009.
Enkele verzoeken. U spreekt over Boele
Bakker, dit moet zijn Bart Bakker (B.B.
Bakker). Zonder iets tekort willen doen
aan de bevelvoering van de heer Hors-
man is het ook interessant de eervolle rol
van Bart Bakker te belichten. Hij is na
zijn functie bij BPM als officier(kapitein)
bij onze marine gekomen. Hij was ook
drager van de Militaire Willemsorde.
In de jaren 70 of 80 is er een artikel ge-
schreven in een van de periodieken van
de marine over de Ondina. Zelf wilde
mijn oud-buurman nooit iets weten van
heldenverering, maar ik meen dat eerbe-
toon aan deze vaderlander op zijn plaats
is. Hij was degene die de Hokoku Maru
tot zinken brachten.
Met vriendelijke groet,
Geert van der Velde
PAGINA 20
Diep onder zee
De geschiedenis van de onderzeeboot
(325 v.Chr. -1906)
Auteur: Graddy Boven
Uitgever: Aspect
ISBN: 978-90-5911-887-4
Prijs: € 18,95
Omvang: 162 blz. geïllustreerd
Al van ver voor de jaartelling tot op de dag van
heden heeft de mens, in zijn eeuwige drang tot ont-
dekken, behoefte gehad om gecontroleerd onderwa-
ter te gaan en gecontroleerd weer boven water te
komen.
In het boek Diep onder zee wordt de geschiedenis
van het maken en gebruiken van hulpmiddelen om
de wereld onder de waterspiegel te exploreren op
een meesterlijke wijze verwoord. Het boek is een
waardevolle aanvulling op incomplete en niet eerder
gepubliceerde ontstaansgeschiedenis van onderzee-
boten.
De ontwikkeling van een onderwatervaartuig wordt
belicht vanaf het moment dat Alexander de Grote
zich rond 325 v. Chr. in een primitieve glazen dui-
kerklok, in de havenmonding van Pattala, laat afda-
len tot op de zeebodem om walvissen onder water te
zien zwemmen.
Het experimenteren gaat verder en bekende namen
die een bijdrage hebben geleverd aan de geboorte
van de onderzeeboot, worden door de auteur onder
de loupe genomen. Leonardo da Vinci, Archimedes,
aan wiens bekende wet het succes van de onderzee-
boot ten grondslag ligt, Jan Adriaansz. Leeghwater
en Cornelis Drebbel, die wordt gezien als de eigen-
lijke grondlegger van de onderzeeboot. Ondanks dat
vanaf de 17e eeuw enthousiaste en ambitieuze uit-
vinders vele experimenten uitvoeren alvorens de
ultieme onderzeeboot een feit is, zullen er ongetwij-
feld heel wat vindingen zijn die voor eeuwig in
nevelen gehuld blijven.
Adel en kerk worden nauw betrokken bij de ontwik-
keling van de onderzeeboot en zijn zelf vaak de
opdrachtgever en geldschieter voor onderzoek en
experiment. De bisschop van Chester zet in 1668
een zienswijze uiteen die heden nog actueel is:
Het is mogelijk dat een mens kusten kan benaderen
zonder gezien of ontdekt te worden. Hetgeen veel
voordeel op zal leveren tegen vijandelijke marines.
Deze kunnen op deze manier verrast en tot zwijgen
gebracht worden. Ook is het mogelijk dat op deze
manier in de bevoorrading van legereenheden voor-
zien kan worden. Onderzeeboten zijn veilig. Geen
last van zeerovers, kapers en drijfijs. De ontwikke-
ling van onderzeeboten zal bijdragen aan nieuwe
experimenten en ontdekkingen. Onderzeeboten zul-
len eveneens geschikt blijken voor onderwaterar-
cheologie.
De grote ziener en schrijver Jules Verne laat in zijn
boek Twintigduizend mijlen onder zee ook nog eens
zien dat uitvindingen, waarvan eenieder denkt dat
ze utopie zijn, niet ver van de werkelijkheid blijken
te liggen en technisch en praktisch uitvoerbaar zijn.
Waar de auteur het eindpunt van dit boek in 1906
legt, wordt het startpunt gelegd voor het bouwen
van onderzeeboten op grotere schaal door de indus-
trie. Technische- wetenschappelijke benaderingen
worden steeds meer toegepast en persoonlijk initia-
tief verdwijnt naar de achtergrond.
Van onderzeeboten houden. Het lijkt bijna onmoge-
lijk maar het bestaat, de liefde voor het fenomeen is
groot, ook al betreft het de liefde voor een potentië-
le sluipmoordenaar. De liefde zit in de techniek, het
indrukwekkend zijn en het behoren tot een groep
van uitverkorenen die de geheimen van een onder-
zeeboot kennen.
Het boek Diep onder zee is een ware verrijking van
de maritieme bibliotheek en de privé collectie van
eenieder die van onderzeeboten houdt of er op wel-
ke wijze dan ook iets mee heeft.
Henk Arends
PAGINA 21
De Nederlandse Onderzeedienst
in de Tweede Wereldoorlog In de jaren zestig heeft de Koninklijke Marine in 54
delen haar geschiedenis in de Tweede Wereldoorlog
laten beschrijven (Mededelingen van de Marinestaf
- GB 110), waaronder vijf delen over de onderzee-
dienst. Deze delen zijn echter nooit uitgegeven en
alleen in de bibliotheek van het NIMH in Den Haag
te raadplegen. Gerard Horneman heeft de vijf delen
onderzeedienst bewerkt, aangevuld met de laatste
(vrijgekomen) nieuwe gegevens en voorzien van
vele foto's, waarvan enkele nooit eerder gepubli-
ceerd zijn. Medio septem-ber 2010 zal het werk
verschijnen, overigens teruggebracht naar vier
delen. Lezers kunnen bestellen op www.nautiek.nl.
Ook kunt u een mail te sturen naar:info@nautiek.nl,
of een briefje naar:
Nautiek.nl, De Laghe Weijdt 6o, 1851 SM, Heiloo.
Bij de gegevens graag uw naam, adres en tel. nr.
U krijgt bericht om het definitieve bedrag over te
maken, waarna U het boekwerk krijgt toegestuurd.
De oplage is beperkt.
G. Horneman
De Nederlandse onderzeedienst in de Tweede
Wereldoorlog, (Soesterberg 2010).
ISBN 9789059779674.
Prijs onder voorbehoud € 15,99
Boekbespreking
PAGINA 22
Remembrance Day in Freemantle
Rond 11 November 2010 heeft de Australische onderzeedienst , in Freemantle, een
grote Conferentie georganiseerd over onderzeeboten. Op die dag werd ook een
speciale dienst gehouden t.g.v. Remembrance Day. Bij die plechtigheid was Joe Loep
ook nog aanwezig (op de 1e rij stoelen met de pet). Joe was waarschijnlijk het nog
laatst levende bemanningslid van de Nederlandse onderzeeboten, die van 1942-1945
geopereerd hebben vanuit Freemantle. Voor zover bij de redactie bekend, heeft Joe
Loep gevaren op de KXV. Op 4 december 2010 is hij, op 94 jarige leeftijd, overleden.
TV programma KRO-Profiel over P.S. de Jong
Op woensdag 23 maart 2011 zal de KRO het programma “Profiel”uitzenden op Neder-
land 2. Dit programma zal geheel gaan over P.S. de Jong als premier in woelige tijden.
Een aanzienlijk deel van de uitzending gaat ook over Piet de Jong als Commandant
van onderzeeboten en zal worden duidelijk gemaakt dat die periode zeer bepalend is
geweest voor de vorming van de daadkrachtige persoonlijkheid, die hem als Minister
President zo gekenmerkt heeft.
Voor dit programma zijn opnames gemaakt aan boord van de Tonijn. Driekus Heij en
Robin Snouck Hurgronje hebben aan dit programma mee gewerkt. De tijd van uitzen-
ding zal vermoedelijk 22.55 zijn.
O N D E R Z E E D I E N S T R E Ü N I S T E N V E R E N I G I N G
1e Penningmeester Redactie - Vormgeving W.P. van der Veeken W.P.P. Falkmann Jolstraat 74 Middelzand 5306 1784 NL Den Helder 1788 HC Julianadorp 0223-630265 0223-642668 ledenkvo@hotmail.com w.falkmann@quicknet.nl
B E ZOE K ON Z E WE B S I T E
top related