rapportage vernieuwing bouw monitor
Post on 22-Mar-2016
238 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Monitor vernieuwing bouwsector
Fundamenten voor ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend
leiderschap
T.b.v. Vernieuwing Bouw
1
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
“©December 2012 USP Marketing Consultancy B.V.
De in deze uitgave vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk en alle hierop betrekking hebbende
auteursrechten, databankrechten en overige (intellectuele) eigendomsrechten worden uitdrukkelijk voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van USP Marketing Consultancy B.V.
worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt.”
2
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Voorwoord
Voor u ligt de rapportage van het onderzoek naar de stand van zaken met betrekking tot ketensamenwerking,
levensduurdenken en vernieuwend leiderschap binnen de bouwsector. USP Marketing Consultancy heeft dit
onderzoek in opdracht van Vernieuwing Bouw uitgevoerd.
Het onderzoek is aangevangen met een kwalitatieve fase waarin diepte-interviews met (strategische) partners
van Vernieuwing Bouw zijn gevoerd. Deze interviews hadden tot doel de drie kernthema’s van dit onderzoek te
operationaliseren voor het kwantitatieve onderzoek. De basis van dit onderzoek ligt in de eerdere metingen
aangaande de transitie in de bouw richting integer en transparant handelen. Uit de kwalitatieve fase van het
onderzoek zijn een aantal modellen voortgekomen om de stand van zaken in kaart te brengen.
Voor het kwantitatieve onderzoek zijn gedurende het derde kwartaal van 2012 in totaal 2.048 telefonische
enquêtes afgenomen onder opdrachtnemers (adviseurs en ontwerpers, bouw- en infrabedrijven en
gespecialiseerde aannemers) en opdrachtgevers (publieke opdrachtgevers en commerciële opdrachtgevers).
Wij zijn ervan overtuigd dat het voorliggende rapport een helder inzicht geeft in de stand van zaken met
betrekking tot ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend leiderschap in de bouwsector. Met dit
inzicht en de hieruit voortvloeiende conclusies kan Vernieuwing Bouw verdere initiatieven ontplooien om de
vooruitgang binnen de bouwsector op het gebied van haar kernthema’s te stimuleren.
USP Marketing Consultancy dankt de leden van de klankbordgroep voor hun opbouwende kritieken en scherpe
inzichten die mede hebben geleid tot de voltooiing van dit onderzoek.
Rotterdam, december 2012
ing. Florens van der Gaag
Jeannette van der Rhee MSc.
3
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
4
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudsopgave
Voorwoord ............................................................................................................................................................... 2
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................................ 4
Managementsamenvatting ...................................................................................................................................... 6
Onderzoeksverantwoording ..................................................................................................................................... 8
1 Achtergrond en aanleiding ..................................................................................................................... 8
2 Doel- & vraagstelling onderzoek ............................................................................................................ 8
3 Onderzoeksopzet ................................................................................................................................... 9
4 Onderzoeksverloop .............................................................................................................................. 10
5 Representativiteit en responsoverzicht ................................................................................................ 11
6 Model en definiëring ............................................................................................................................. 11
7 Het demografisch decor van de bouwsector ........................................................................................ 14
8 Rapportopbouw .................................................................................................................................... 16
1 Ketensamenwerking ....................................................................................................................................... 18
1.1 Inleiding ................................................................................................................................... 18
1.2 De huidige stand van zaken ..................................................................................................... 18
1.2.1 Stand van zaken bij opdrachtnemers ............................................................................................... 18
1.2.2 Stand van zaken bij opdrachtgevers ................................................................................................ 20
1.3 Status in het veranderingsproces richting ketensamenwerking.................................................. 22
1.3.1 Vordering bij opdrachtnemers .......................................................................................................... 22
1.3.2 Vordering bij opdrachtgevers ........................................................................................................... 23
1.4 Voorlopers in het veranderingsproces ...................................................................................... 23
1.4.1 Bouw- en infrabedrijven versus gespecialiseerde aannemers ......................................................... 23
1.4.2 Publieke opdrachtgevers versus ontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers ........................... 25
1.4.3 De grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers ............................................................................. 27
1.4.4 Segmentatie analyse ....................................................................................................................... 29
2 Levenduurdenken ........................................................................................................................................... 32
2.1 Inleiding ................................................................................................................................... 32
2.2 De huidige stand van zaken ..................................................................................................... 32
2.2.1 Stand van zaken bij opdrachtnemers ............................................................................................... 32
2.2.2 Stand van zaken bij opdrachtgevers ................................................................................................ 33
2.3 Status in het veranderingsproces richting levensduurdenken .................................................... 34
2.3.1 Vordering bij opdrachtnemers .......................................................................................................... 34
2.3.2 Vordering bij opdrachtgevers ........................................................................................................... 35
2.4 Voorlopers in het veranderingsproces ...................................................................................... 35
2.4.1 Bouw- en infrabedrijven versus gespecialiseerde aannemers ......................................................... 35
2.4.2 Publieke opdrachtgevers versus ontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers ........................... 37
2.4.3 De grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers ............................................................................. 39
2.4.4 Segmentatie analyse ....................................................................................................................... 41
3 Vernieuwend leiderschap ............................................................................................................................... 44
3.1 Inleiding ................................................................................................................................... 44
5
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
3.2 De huidige stand van zaken ..................................................................................................... 45
3.2.1 Stand van zaken bij opdrachtnemers ............................................................................................... 45
3.2.2 Stand van zaken bij opdrachtgevers ................................................................................................ 47
3.3 Voorlopers in het veranderingsproces ...................................................................................... 47
3.3.1 Bouw- en infrabedrijven versus gespecialiseerde aannemers ......................................................... 48
3.3.2 Publieke opdrachtgevers versus commerciële ontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers ..... 49
3.3.3 De grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers ............................................................................. 49
4 Vertrouwen en samenwerking ........................................................................................................................ 52
4.1 Inleiding ................................................................................................................................... 52
4.2 Vertrouwen .............................................................................................................................. 52
4.2.1 Het vertrouwen van opdrachtnemers ............................................................................................... 53
4.2.2 Het vertrouwen van opdrachtgevers ................................................................................................ 54
4.3 Tevredenheid met de samenwerking ........................................................................................ 55
4.3.1 Tevredenheid van opdrachtnemers ................................................................................................. 55
4.3.2 Tevredenheid van opdrachtgevers .................................................................................................. 58
4.4 Voorlopers op het gebied van vertrouwen ................................................................................. 60
4.4.1 Bouw- en infrabedrijven versus gespecialiseerde aannemers ......................................................... 60
4.4.2 Publieke versus commerciële opdrachtgevers................................................................................. 61
4.4.3 De grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers ............................................................................. 61
5 Gevolgen van de economische recessie ........................................................................................................ 62
5.1 Inleiding ................................................................................................................................... 62
5.2 Stand van zaken ...................................................................................................................... 63
5.3 Gevolgen van recessie op de samenwerking in de bouw .......................................................... 65
5.3.1 Opdrachtnemers .............................................................................................................................. 65
5.3.2 Opdrachtgevers ............................................................................................................................... 67
6 Bijlagen ........................................................................................................................................................... 68
6.1 Bijlage 1: Achtergrondgegevens ............................................................................................... 68
6.2 Bijlage 2: Vragenlijst ................................................................................................................ 73
6
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Managementsamenvatting
Verantwoording
De “Monitor vernieuwing bouwsector” is een onderzoek welke is gebaseerd op de eerdere onderzoeken die
Vernieuwing Bouw in respectievelijk 2008 en 2010 heeft uitgevoerd. Het doel van deze voorgaande onderzoeken
was om in kaart te brengen wat de stand van zaken en de ontwikkeling op het gebied van integriteit en
transparantie was. Het doel van het huidige onderzoek is: “Het in kaart brengen van de mate waarin er (meer)
sprake is van ketensamenwerking, levensduur denken en vernieuwend leiderschap en de mate waarin
voorwaarden bestaan dan wel ontbreken om hiertoe te komen zodat Vernieuwing Bouw gericht actie kan
ondernemen om hierin te faciliteren.” Het huidige onderzoek is gefundeerd op de voorgaande onderzoeken,
echter de thematiek is gewijzigd.
Het onderzoek is bouwbreed uitgevoerd. Alle verschillende partijen die betrokken zijn bij de bouwsector zijn in het
onderzoek meegenomen. In totaal zijn 2.048 personen op management en uitvoerend niveau aan zowel
opdrachtgevers- als opdrachtnemers zijde bevraagd.
Ketensamenwerking
De sector heeft hoge verwachtingen op het gebied van ketensamenwerking. De verwachtingen kunnen echter
nog niet volledig waargemaakt worden. Om ketensamenwerking op succesvolle wijze te implementeren en de
successen aan de sector te kunnen tonen zijn grote projecten het meest geschikt. De huidige
marktomstandigheden zorgen er echter voor dat er maar weinig van dit soort projecten zijn. Ook de gemiddelde
duur van een dergelijk project zorgt er voor dat er nog maar weinig succesverhalen in de markt zijn. Het is
daarom zaak om via de topbedrijven die aan dit soort projecten werken succesverhalen te vergaren die als
voorbeeld in de markt gezet kunnen worden. Er zijn echter nog wel een aantal belemmeringen die
ketensamenwerking in de weg staan; de markt staat nog wat angstig tegenover de nieuwe verdeling van
verantwoordelijkheden en het aanbestedingstraject geeft onvoldoende ruimte voor het ontwikkelen van lange
termijn ketensamenwerking gebaseerd op vertrouwen.
Levensduurdenken
Op het gebied van levensduurdenken zijn al behoorlijke stappen gemaakt. De lat wordt echter steeds hoger
gelegd doordat de markt zich continue blijft ontwikkelen. Stilstand is op dit gebied achteruitgang, dus een pro-
actieve houding van de opdrachtnemer is cruciaal. De opdrachtnemer dient goed op de hoogte te blijven van de
laatste innovaties en ontwikkelingen. Dit maakt een specialisatie zeer waardevol. De gespecialiseerde aannemer
zal hierdoor steeds belangrijker worden in de keten. Aan opdrachtgevende zijde zijn ook een aantal belangrijke
ontwikkelingen op het gebied van levensduurdenken. Er wordt meer rekening gehouden met de minimalisatie van
de gebruikskosten wanneer de opdrachtgever ook eindgebruiker is. Dit roept om een sterkere rol van de
eindgebruiker in de keten. Daarnaast vormt het aanbestedingstraject ook hier weer een belangrijk knelpunt.
Opdrachtgevers moeten opdrachtnemers kunnen kiezen op basis van hun kwaliteiten op het gebied van
levensduurdenken om zo tot een optimaal resultaat te kunnen komen.
7
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Vernieuwend leiderschap
Vernieuwend leiderschap hangt sterk samen met ketensamenwerking; voor een succesvolle ketensamenwerking
is het belangrijk dat de keten op vernieuwende wijze wordt geleid. Echter, samenwerking is ook zeer belangrijk
voor vernieuwend leiderschap. Het nieuwe leiderschap is niet langer gebaseerd op een autonome partij die de
leiding geeft, maar op een leider die de juiste partijen samen weet te brengen en de kennis die aanwezig is in de
keten optimaal weet te benutten.
Vertrouwen
Vertrouwen loopt als een rode draad door de drie thema’s heen. Vertrouwen is enerzijds een voorwaarde voor de
totstandkoming van ketensamenwerking maar anderzijds ook een uitkomst van een succesvolle samenwerking.
Het vertrouwen heeft de afgelopen 2 jaar een niet al te positieve ontwikkeling doorgemaakt. Dit heeft met name te
maken met de toegenomen risico’s als gevolg van de economische recessie. Ook de verschuiving van
verantwoordelijkheden zorgt momenteel nog voor het nodige wantrouwen. Aan de andere kant is wel een zeer
positief teken dat zowel opdrachtnemende als opdrachtgevende partijen zeer tevreden zijn met de samenwerking
bij het laatst afgeronde project. Dit onderstreept nogmaals het belang van selectie op basis van vertrouwen.
Wanneer opdrachtgevers de opdrachtnemer kunnen selecteren waarmee zij positieve ervaringen hebben, zal het
vertrouwen in de sector toenemen.
Het effect van de economische recessie
De huidige economische recessie is er één die zeer diep en lang is. Waar men in eerste instantie nog dacht de
recessie het hoofd te kunnen bieden door middel van korte termijn oplossingen als het snijden in de kosten en het
verlagen van de prijzen, beginnen steeds meer bedrijven in te zien dat er structurele veranderingen nodig zijn om
dit dal uit te kunnen klimmen. Men gaat steeds vaker op zoek naar innovaties en nieuwe business modellen om
zo de concurrentie voor te blijven. Hoewel de recessie op korte termijn dus een negatief effect heeft op met name
ketensamenwerking (er zijn minder geschikte voorbeeldprojecten), zal het op lange termijn alleen maar positief
bijdragen. Deze recessie zorgt er voor dat men zal kiezen voor verandering en dat het kaf van het koren wordt
gescheiden.
8
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Onderzoeksverantwoording
1 Achtergrond en aanleiding
De Regieraad Bouw is naar aanleiding van de parlementaire enquête in 2003 ingesteld door de ministeries van
VROM, EZ en Verkeer en Waterstaat. De opdracht van de Regieraad Bouw was het in gang zetten van
noodzakelijke vernieuwingen in de bouw, het normaliseren van de verhoudingen in de sector en het herstel van
het onderlinge vertrouwen. Vanuit die achtergrond heeft de Regieraad Bouw eind 2007 aan USP Marketing
Consultancy opdracht gegeven een bouwbreed onderzoek uit te voeren naar de stand van zaken met betrekking
tot integriteit en transparantie in de bouwsector en de ontwikkeling daarin om zodoende vast te kunnen stellen of
er sprake is van verankering van de gewenste verandering.
Om daadkrachtig en met gezag aan de veranderingen bij te dragen en integriteit nog veel meer onderdeel van de
dagelijkse activiteiten te maken, heeft de Regieraad Bouw eind 2007 aan USP Marketing Consultancy opdracht
gegeven voor het onderzoek ´Integriteit en Transparantie in de bouwsector‘. Met de resultaten van dit onderzoek
(2008) was het mogelijk integriteit en transparantie in de gehele bouwsector te monitoren en te benchmarken.
Eind 2009 is de Regieraad Bouw opgeheven en opgevolgd door Vernieuwing Bouw. Om de ontwikkeling van de
bouwsector op het gebied van integriteit en transparantie in kaart te brengen is er in 2010 een 1-meting
uitgevoerd door USP Marketing Consultancy. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat er op veel vlakken een
sterke verbetering heeft plaatsgevonden ten opzichte van 2008.
De huidige kernthema’s van Vernieuwing Bouw zijn ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend
leiderschap. Het voorliggende onderzoek richt zich er daarom op om het startpunt aangaande deze drie
kernthema’s in kaart te brengen. Vergelijkbaarheid met de eerdere metingen was een belangrijke voorwaarde,
waardoor dit onderzoek zijn basis vindt in de eerdere onderzoeken. Net als in de voorgaande metingen is dit
onderzoek bouwbreed uitgevoerd en zijn de ervaringen bij het laatste project in kaart gebracht. De opzet van het
onderzoek is dus identiek, echter de thema’s zijn aangepast.
2 Doel- & vraagstelling onderzoek
De centrale doelstelling van het onderzoek luidt als volgt:
Het in kaart brengen van de mate waarin er (meer) sprake is van ketensamenwerking, levensduurdenken en
vernieuwend leiderschap en de mate waarin voorwaarden bestaan, dan wel ontbreken, om hiertoe te komen
zodat Vernieuwing Bouw gericht actie kan ondernemen om hierin te faciliteren.
9
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
3 Onderzoeksopzet
De vraagstelling binnen dit onderzoek is beantwoord aan de hand van een gecombineerd kwalitatief en
kwantitatief onderzoek. Kwantificering van de resultaten is essentieel om generaliseerbare uitspraken te kunnen
doen over de stand van zaken in de bouw. Om het kwantitatieve onderzoek de juiste invulling te geven, is een
gedegen kwalitatieve verkenning onontbeerlijk.
Nevenreden om het onderzoek in deze breedte en omvang op te zetten, is het (her)agenderen van de thematiek
bij de verschillende partijen binnen de bouw: bewustmaking en -wording.
Gedurende het gehele onderzoeksproces heeft de klankbordgroep die vanuit Vernieuwing Bouw is opgesteld,
USP Marketing Consultancy bijgestaan met waardevolle adviezen gebaseerd op ruime kennis en ervaringen
binnen verschillende segmenten in de sector.
3.1 Kwalitatief vooronderzoek
Het kwalitatieve onderzoek had als belangrijkste doel een eerste verkenning van de implementatie van de
thematiek (ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend leiderschap) in de praktijk. Om hier meer
inzicht in te krijgen hebben diepte-interviews plaatsgevonden met diverse (strategische) partners van
Vernieuwing Bouw. Door de thematieken vanuit diverse invalshoeken te bespreken (zowel vanuit
opdrachtnemende als opdrachtgevende zijde) is een compleet beeld ontstaan van de inhoud en de
implementatie van deze onderwerpen. De bevindingen uit het kwalitatieve vooronderzoek hebben de basis
gevormd voor de vragenlijst in het kwantitatieve onderzoek.
3.2 Kwantitatief onderzoek
Vervolgdoel was de thematiek (aan de hand van de bevindingen uit de kwalitatieve fase) verder te
operationaliseren om zodoende te kunnen komen tot gekwantificeerde, generaliseerbare uitspraken over de
stand van zaken binnen de bouw ten aanzien van ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend
leiderschap.
Het onderzoek is bouwbreed, dat wil zeggen dat alle partijen die een rol spelen in de bouwkolom bij het
onderzoek betrokken zijn. Vanuit het oogpunt van haalbaarheid (tijd en geld) en relevantie is voor een clustering
van partijen gekozen. Overzicht 1 toont de gehanteerde clustering in 5 partijen, verdeeld in opdrachtnemers (3
partijen) en opdrachtgevers (2 partijen).
10
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Deelgroepen
Opdrachtnemers Opdrachtgevers
Advies en ontwerp
Architecten / ingenieurs
Publieke opdrachtgevers
Woningcorporaties, gemeenten en overige overheid (Waterschappen, Provincies, RGD, RWS)
Bouw- en infrabedrijven
Aannemers B&U en aannemers GWW
Commerciële opdrachtgevers
Projectontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers
Gespecialiseerde aannemers
Gespecialiseerde aannemers, ZZP generalisten, installateurs, toeleveranciers
Overzicht 1. onderscheiden partijen op hoofdgroepniveau.
De enquêtes zijn gehouden aan de hand van een vragenlijst die de basis heeft in de verkennende, kwalitatieve
voorfase en de expertise van USP Marketing Consultancy, de contactpersonen aan de zijde van de
opdrachtgever van het onderzoek alsmede de klankbordgroep die ten behoeve van dit onderzoek in het leven is
geroepen (en bestaat uit materiedeskundigen).
Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te borgen zijn een aantal functionarissen geselecteerd die vanuit hun
achtergrond geschikt waren om deel te kunnen nemen aan het onderzoek. Zo is bij opdrachtgevende partijen
veelal gevraagd naar een projectleider of de persoon die verantwoordelijk is voor bouw- en infra projecten (bij de
overheidsinstellingen). Bij opdrachtnemende partijen hing de geschikte functionaris sterk af van het type bedrijf en
de bedrijfsgrootte. Zo is bij kleine bedrijven vaak gevraagd naar de directeur, terwijl bij de grotere bedrijven vaak
is gevraagd naar een projectleider. Bij adviserende partijen is gevraagd naar een adviseur en bij de toeleverende
partijen naar het hoofd van de verkoop.
Daarnaast zijn bij de grote bedrijven meerdere personen binnen hetzelfde bedrijf benaderd, doordat er bij
dergelijke organisaties grote verschillen kunnen bestaan tussen de verschillende afdelingen. Bij bedrijven met
100 tot 500 medewerkers zijn maximaal 2 medewerkers per bedrijf gesproken, bij bedrijven met meer dan 500
medewerkers maximaal 3.
4 Onderzoeksverloop
In dit onderzoek zijn opdrachtnemende en opdrachtgevende partijen benaderd. Bij alle partijen zijn zowel
respondenten van managementniveau als uitvoerend niveau geïnterviewd, met uitzondering van de ZZP’ers
waarbij deze splitsing uiteraard niet van toepassing is.
11
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Overzicht 2 toont het onderzoeksverloop van de kwantitatieve fase.
Verloop onderzoek
Maand Oktober November December
Week 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
Kwantitatieve fase
Analyse
Rapportage
Overzicht 2. Onderzoeksverloop kwantitatieve fase.
5 Representativiteit en responsoverzicht
Onder de representativiteit van een steekproef wordt verstaan dat de onderzoeksresultaten een goede weergave
zijn van de situatie in de beoogde populatie. Overzicht 3 toont de respons.
Responsoverzicht
Totaal Opdrachtnemers Opdrachtgevers
Bruto steekproef 19.173 15.665 3.397
Netto steekproef 5.897 5.025 857
Totaal geslaagd 2.048 1.604 444
Responspercentage 35% 32% 52%
Overzicht 3. Totaal responsoverzicht.
In totaal heeft het kwantitatieve onderzoek 2.048 afgeronde enquêtes opgeleverd. De verdeling van de enquêtes
over de verschillende geclusterde partijen is zo opgesteld dat er bij alle partijen minimaal sprake is van 90%
betrouwbaarheid.
6 Model en definiëring
Op basis van het kwalitatieve vooronderzoek is het onderzoeksmodel opgesteld. Hierbij is dezelfde structuur
aangehouden als in 2008 en 2010 om zo, waar mogelijk, een vergelijking te kunnen maken met de eerdere
onderzoeken. Opdrachtgevers en opdrachtnemers dienden elkaar te beoordelen op de drie kernthema’s op het
gebied van de verwachtingen die men heeft en de ervaringen die men bij het laatst afgeronde project heeft
opgedaan. De definities die zijn gehanteerd voor de centrale thema’s in dit onderzoek zijn als volgt:
12
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
1. Inhoudelijke bekendheid
2. Actief op zoek naar informatie
3. Inzien van de noodzaak
4. Acties ter bevordering
5. 1 of meer geslaagde projecten
Om in kaart te brengen in welke mate er sprake is van ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend
leiderschap onder verschillende partijen is vooraf, op basis van de kwalitatieve fase en in overleg met de
klankbordgroep, een theoretisch model opgesteld om dit te bepalen.
In het vooraf opgestelde model ziet het veranderingsproces richting ketensamenwerking en levensduurdenken
dat in de bouwsector moet plaatsvinden er als volgt uit:
De eerste fase in het proces richting ketensamenwerking en levensduurdenken is de inhoudelijke bekendheid;
ketensamenwerking en levensduurdenken zijn thema’s waaraan momenteel veel aandacht wordt besteed, maar
om echt op de hoogte te zijn van deze thema’s, dient men de thema’s inhoudelijk te kennen. De volgende stap is
dat men actief op zoek gaat naar meer informatie over deze thema’s, om hier zo een beter beeld van te krijgen.
Vervolgens dient men in te zien dat ketensamenwerking en levensduurdenken een positieve invloed hebben op
het succes van het bedrijf en dat het dus noodzaak is hier aandacht aan te besteden. Zodra men dit inziet, dienen
Ketensamenwerking
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen, bijvoorbeeld via BIM (beide)
Selectie opdrachtnemer op basis van kennis en niet op basis van laagste prijs (opdrachtnemers)
Eerlijke verdeling risico’s tussen opdrachtgever en -nemer vóór het tekenen van contract (beide)
Eerlijke verdeling eventuele financiële meevallers tussen betrokken partijen (beide)
Betrekking van alle partijen al in de ontwerpfase (beide)
Partij die op dat moment meest geschikt is, heeft leiding in het bouwproces (opdrachtnemers)
Levensduurdenken
Bij nieuwbouwproject rekening houden met exploitatie- en onderhoudskosten (beide)
Aandragen en waardering van alternatieve, meer duurzame oplossingen (opdrachtnemers)
Het proactief meedenken van opdrachtnemers over duurzame oplossingen (opdrachtgevers)
Vernieuwend leiderschap
Betrekking van alle partijen al in de ontwerpfase (beide)
Partij die op dat moment meest geschikt is, heeft leiding in het bouwproces (opdrachtnemers)
Algemeen vertrouwen
Erop vertrouwen dat voorzien wordt in alle relevante informatie (beide)
Erop vertrouwen dat de wederpartij rekening houdt met belangen en risico’s (beide)
13
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
er acties te worden ondernomen om deze thema’s te integreren oftewel bevorderen in de bedrijfsvoering. De
laatste stap is de het succes van deze thema’s bij het laatste project.
Om de effectiviteit van het beleid en de uitgevoerde acties te kunnen meten, moeten alle stappen van het
veranderingsproces gemeten worden. De stellingen die zijn gebruikt om te toetsen in welke fase de organisatie
zich bevindt aangaande ketensamenwerking, luiden als volgt:
Er is de laatste twee jaar veel aandacht besteedt aan het thema ketensamenwerking door vakmedia en
brancheorganisaties (Fase 1);
Ik ben actief op zoek naar informatie over ketensamenwerking (Fase 2);
Ketensamenwerking is noodzakelijk om de faalkosten te reduceren (Fase 3a);
Ketensamenwerking is in het voordeel van alle betrokken partijen in de keten (fase 3b);
Mijn organisatie heeft acties ondernomen om ketensamenwerking te bevorderen (fase 4);
De laatste stap in het model is een succesvolle implementatie, wat inhoudt dat men ketensamenwerking
weet toe te passen in de projecten. Dit is gemeten aan de hand van de stellingen aangaande het laatste
project. Wanneer men (een groot deel) van de stellingen over ketensamenwerking positief heeft weten te
beantwoorden, is er sprake van succes (fase 5).
Daarnaast zijn de volgende stellingen gebruikt om de status in het veranderingsproces aangaande
levensduurdenken in kaart te brengen:
Er is de laatste twee jaar veel aandacht besteed aan het thema levensduurdenken door vakmedia en
brancheorganisaties (Fase 1);
Ik ben actief op zoek naar informatie over levensduurdenken (Fase 2);
Levensduurdenken is noodzakelijk om de schaarste aan grondstoffen en energie op te vangen (Fase
3a);
Levensduurdenken zorgt ervoor dat de verspilling in de bouwsector wordt gereduceerd (fase 3b);
Mijn organisatie heeft acties ondernomen om levensduurdenken te bevorderen (fase 4);
De laatste stap in het model is een succesvolle implementatie, wat inhoudt dat men levensduurdenken
weet toe te passen in de projecten. Dit is gemeten aan de hand van de stellingen aangaande het laatste
project. Wanneer men (een groot deel) van de stellingen over levensduurdenken positief heeft weten te
beantwoorden, is er sprake van succes (fase 5).
Vernieuwend leiderschap is een dermate abstract begrip dat het zich moeilijk laat vastleggen in een model.
Daarnaast hangt het sterk samen met ketensamenwerking en levensduurdenken. Het initiële model dat is
opgesteld voor dit thema bleek onvoldoende verklaring te bieden en is daarom niet verder uitgewerkt in dit
rapport.
Vertrouwen loopt als een rode draad door de drie thema’s heen. Het is enerzijds een voorwaarde voor
ketensamenwerking; men zal alleen kennis met elkaar delen wanneer er sprake is van vertrouwen. Anderzijds is
vertrouwen een resultaat van goede samenwerking; wanneer men positieve ervaringen heeft opgedaan met de
andere partijen in de keten, zal het vertrouwen groeien en kan een lange termijn samenwerking ontstaan.
14
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
7 Het demografisch decor van de bouwsector
Om de resultaten van dit onderzoek op de juiste wijze te kunnen interpreteren is het belangrijk een goed inzicht te
hebben in de opbouw van de bouwsector. Dit onderzoek is bedoeld om een goed inzicht te geven in de totale
sector, van de gespecialiseerde ZZP-er tot Rijkswaterstaat. Uit de onderstaande figuur komt naar voren dat de
bouwsector in zijn geheel wordt gekenmerkt door kleinschalige organisaties. Deze cijfers zijn (met uitzondering
van de overheid) gebaseerd op tellingen van inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel. Met name aan
opdrachtnemende zijde heeft het aandeel ZZP-ers de overhand. Van alle opdrachtgevende en opdrachtnemende
organisaties in Nederland is 69% ZZP-er. Minder dan 1% van alle organisaties heeft meer dan 100 medewerkers.
De exacte verdeling van de organisatiegrootte in de overheidssector is niet bekend. Het aandeel grote
organisaties (meer dan 100 fte) zal hier echter wel het grootst zijn.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
56%
6%
47%
95%
71%
55%
70%
38%
21%
38%
4%
24%
31%
72%
23%
4%
17%
9%
3%
7%
13%
4%
2%
47%
7%
2%
6%
13%
3%
10%
2%
Overheid(470)
Ontwikkelaars(2.419)
Corporaties(478)
Toeleveranciers(9.127)
ZZP generalisten(47.139)
Gesp.aannemers(23.094)
Installateurs(14.130)
Aannemers(11.086)
Advies en ontwerp(17.349)
De bouwsector in cijfers
1 fte 2-9 fte 10-19 fte 20-99 fte > 100 fte
Onbekend
15
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
In de volgende tabel is de verdeling over de verschillende grootteklassen voor opdrachtnemende partijen
weergegeven. Hieruit komt naar voren dat de grotere bedrijven oververtegenwoordigd zijn in de steekproef. Dit
doet recht aan het feit dat de projecten van grote partijen vaak een veel grotere schaalgrootte kennen dan de
projecten van kleine partijen.
Verdeling naar grootteklasse in het onderzoek - Opdrachtnemers
Advies en ontwerp
Aannemers Installateurs Gesp.
aannemers ZZP
generalisten Toeleve-ranciers
1 fte 33% 21% 17% 38% 66% 1%
2-9 fte 37% 36% 33% 41% 27% 37%
10-19 fte 11% 14% 15% 11% 5% 25%
20-99 fte 12% 22% 23% 8% 2% 30%
> 100 fte 7% 7% 12% 2% 0% 7%
Ook bij opdrachtgevende partijen kan worden gekeken naar de verdeling over de verschillende grootteklassen.
Uit de onderstaande resultaten kan worden opgemaakt dat ook hier de gemiddelde organisatiegrootte aanzienlijk
hoger ligt dan in de totale markt, wat het effect van de grotere impact van projecten bij grote organisaties in acht
neemt.
Verdeling naar grootteklasse in het onderzoek - Opdrachtgevers
Corporaties Ontwikkelaars Overheid Opdrachtgevende
aannemers
1 fte 0% 14% 0% 10%
2-9 fte 5% 36% 0% 29%
10-19 fte 17% 9% 2% 12%
20-99 fte 55% 21% 24% 24%
> 100 fte 23% 20% 74% 25%
16
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
8 Rapportopbouw
Het rapport is zo opgebouwd dat eerst inzicht verkregen wordt in de stand van zaken aangaande
ketensamenwerking (hoofdstuk 1). Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op het thema levensduurdenken.
Deze 2 hoofdstukken kennen exact dezelfde opzet, waardoor resultaten eenvoudig met elkaar vergeleken kunnen
worden. In hoofdstuk 3 wordt het thema vernieuwend leiderschap onder de loep genomen. Vanwege het hoge
abstractie niveau van dit thema is dit zowel kwalitatief als kwantitatief gedaan. Vervolgens zal in hoofdstuk 4 het
vertrouwen en de tevredenheid met de samenwerking nader worden bekeken. Vertrouwen is enerzijds een
voorwaarde voor en anderzijds een uitkomst van goede (keten)samenwerking, waardoor vertrouwen als
overkoepelend thema kan worden gezien. In deze hoofdstukken zijn de verwachtingen en ervaringen van
opdrachtnemers en opdrachtgevers uiteengezet en worden de modellen die voor deze thema’s zijn opgesteld
ingevuld. Daarnaast wordt in ieder hoofdstuk vastgesteld welke partijen de voorlopers zijn.
Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 de invloed van de economische recessie op de sector in beeld gebracht. In
hoofdstuk 6 passeren de belangrijkste conclusies de revue.
17
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
18
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
1 Ketensamenwerking
1.1 Inleiding
In dit hoofdstuk komt aan bod welke verwachtingen en ervaringen opdrachtnemers en opdrachtgevers hebben
aangaande hun samenwerking met elkaar op het gebied van ketensamenwerking. In paragraaf 1.2 wordt
allereerst ingegaan op de huidige stand van zaken bij opdrachtnemers. Waar mogelijk wordt ook een vergelijking
gemaakt met de eerdere metingen. Op deze manier wordt inzichtelijk welke positieve dan wel negatieve
ontwikkelingen er hebben plaatsgevonden. Vervolgens gaat paragraaf 1.3 in op de stand van zaken bij
opdrachtgevers als ook de ontwikkeling ten opzichte van eerdere metingen.
Daarna wordt in paragraaf 1.4 de status in het veranderingsproces richting ketensamenwerking in kaart gebracht.
Deze meting geeft de startpositie aan voor ketensamenwerking bij opdrachtnemers en opdrachtgevers. Paragraaf
1.5 gaat ten slotte in op wie de voorlopers zijn in het veranderingsproces richting ketensamenwerking.
1.2 De huidige stand van zaken
In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de ervaringen en verwachtingen van opdrachtnemers en
opdrachtgevers op het gebied van ketensamenwerking. Allereerst wordt gekeken naar de huidige situatie bij
opdrachtnemers, vervolgens wordt de situatie bij opdrachtgevers onder de loep genomen.
1.2.1 Stand van zaken bij opdrachtnemers
Wanneer we naar het thema ketensamenwerking kijken, zien we dat opdrachtnemers op veel gebieden zeer
positieve verwachtingen hebben. De ervaringen blijven voor een groot deel aanzienlijk achter bij deze
verwachtingen. Zo verwacht bijna tweederde van alle opdrachtnemers dat de projectinformatie wordt gedeeld met
alle betrokken partijen, terwijl slechts 30% dit ook heeft ervaren bij het laatste project. Daarnaast vindt ruim 80%
van de opdrachtnemers dat alle partijen al vanaf de ontwerpfase betrokken zouden moeten zijn, maar 39% geeft
aan dat dit bij het laatste project niet het geval was. Deze vorm van samenwerken wordt over het algemeen meer
geassocieerd met de grootschalige projecten (in de nieuwbouwsector). Vanwege de huidige
marktomstandigheden is er juist sprake van schaalverkleining; men neemt steeds vaker kleinere werken aan
doordat het aanbod van grote nieuwbouwprojecten sterk is gedaald. Daarnaast worden ook de grotere projecten
kleiner opgestart en opgedeeld in meerdere kleine delen. Ten slotte is in de gehele markt het belang van de
renovatiesector toegenomen.
Opvallend is dat 82% van de opdrachtnemers denkt te worden geselecteerd op basis van kwaliteit in plaats van
prijs en dat 73% dit ook heeft ervaren bij het laatste project. Ondanks de slechte economische situatie geeft het
merendeel van de bedrijven dus aan dat prijs niet het belangrijkste selectiecriterium was voor de selectie van hun
bedrijf door de opdrachtgever. Dit is met name het geval voor de adviserende en ontwerpende partijen (83%) en
19
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
de ZZP-ers (82%). Aannemers (69%) en installateurs (63%) hebben beduidend minder positieve ervaringen.
Partijen die voor een onderwijsinstelling (97%) of een particulier (83%) hebben gewerkt, zijn beduidend positiever
over hun selectie dan bijvoorbeeld partijen die voor een gemeente hebben gewerkt (53%) of die in
onderaanneming van een aannemer hebben gewerkt (60%). ZZP-ers werken met name in de particuliere markt.
In deze markt moet men het vooral hebben van goede mond-tot-mond reclame en niet zozeer van de laagste
prijs. Adviserende en ontwerpende partijen worden over het algemeen gekozen op basis van hun specialisme en
niet zozeer op basis van prijs. Bovendien is het aanbod van de verschillende partijen in deze sector niet één-op-
één vergelijkbaar, waardoor een zuiver prijsvergelijk wordt bemoeilijkt.
Verder verwacht 68% van de opdrachtnemers dat de risico’s bij aanvang van het project eerlijk zijn verdeeld
tussen opdrachtgever en opdrachtnemer; 56% geeft aan dat dit bij het laatste project het geval was. Hier zijn de
verwachtingen en ervaringen dus redelijk in lijn met elkaar.
Aan de andere kant verwacht slechts 41% van de opdrachtnemers dat eventuele financiële meevallers eerlijk
verdeeld zullen worden. Een kwart van de opdrachtnemers heeft dit ervaren bij het laatste project. De
verwachtingen en ervaringen met een eerlijke verdeling van risico’s zijn dus aanzienlijk positiever dan de
verwachtingen en ervaringen aangaande een eerlijke verdeling van meevallers. Een financiële meevaller wordt
door de opdrachtnemer gerealiseerd. Uit deze resultaten komt naar voren dat opdrachtnemers al goed in staat
zijn de risico’s te delen. Om een goede samenwerking te bevorderen zullen op de lange termijn ook meevallers
gedeeld moeten worden, aangezien dit door een hogere mate van samenwerking steeds inzichtelijker wordt.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
De veranderingen in de verwachtingen en ervaringen van opdrachtnemers zijn in volgende tabel weergegeven. Er
is slechts één stelling uit de voorgaande metingen welke ook in de huidige meting is teruggekomen. Dit betreft de
eerlijke verdeling van de risico’s tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bij aanvang van het project. Resultaten
42%
58%
39%
56%
21%
33%
48%
57%
53%
56%
25%
48%
10%
11%
12%
26%
4%
8%
8%
11%
20%
26%
5%
16%
22%
11%
32%
9%
36%
30%
17%
10%
13%
16%
39%
15%
4%
1%
7%
1%
10%
7%
4%
2%
2%
1%
10%
2%
Meest geschikte partij is leidinggevend in bouwproces - ERV
Meest geschikte partij is leidinggevend in bouwproces - VERW
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase - ERV
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase - VERW
Eerlijke verdeling financiële meevallers- ERV
Eerlijke verdeling financiële meevallers - VERW
Eerlijke verdeling risico's - ERV
Eerlijke verdeling risico's - VERW
Selectie opdrachtnemer op basis van kwaliteit, niet op prijs - ERV
Selectie opdrachtnemer op basis van kwaliteit, niet op prijs - VERW
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen - ERV
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen - VERW
Ketensamenwerking - Opdrachtnemers - 2012
20
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
die positief en significant afwijken van de meting in 2010 zijn groen gemarkeerd. Resultaten die rood gemarkeerd
zijn duiden op een significante negatieve afwijking, oftewel een achteruitgang.
Ten opzichte van 2010 zijn de verwachtingen ten aanzien van een eerlijke verdeling van risico’s licht ges tegen,
maar deze stijging is niet significant. De ervaringen zijn echter significant minder positief geworden; waar in 2010
nog 62% aangaf dat de risico’s eerlijk verdeeld waren bij het laatste project is dat nu nog maar 55%. In de markt
is een algehele tendens merkbaar waarin steeds meer beslissingsbevoegdheid komt te liggen bij de
opdrachtnemer. Meer beslissingsbevoegdheid betekent echter ook dat de opdrachtnemer meer risico loopt dan
voorheen.
Ketensamenwerking – Opdrachtnemers (% mee eens + % zeer mee eens)
2012 2010 2008 Saldo 2012 -
2010
Eerlijke verdeling van risico’s (verwacht) 68% 63% 66% 5%
Eerlijke verdeling van risico’s (ervaren) 55% 62% 59% -7%
1.2.2 Stand van zaken bij opdrachtgevers
Vervolgens kan worden gekeken naar de verwachtingen en ervaringen van opdrachtgevers op het gebied van
ketensamenwerking. Opvallend zijn de positieve verwachtingen ten aanzien van het delen van projectinformatie,
een eerlijke verdeling van de risico’s en de betrokkenheid van alle partijen al vanaf de ontwerpfase van het
project. De ervaringen blijven voor een groot deel echter aanzienlijk achter bij deze verwachtingen. Ruim de helft
van de opdrachtgevers deelt niet alle projectinformatie met alle betrokken partijen (52%) en slechts 41% van de
opdrachtgevers geeft aan dat alle partijen al betrokken waren in de ontwerpfase van het laatste project, terwijl
73% van de opdrachtgevers dit verwacht. Door alle aandacht voor ketensamenwerking, waaronder het werken
met BIM, zijn de verwachtingen bij opdrachtgevers dus hooggespannen. In de praktijk blijkt echter dat men hier
nog lang niet altijd klaar voor is. Opdrachtnemers zijn momenteel nog bezig met testprojecten, men dient eerst de
kennis op te bouwen. Vaak wordt BIM eerst alleen intern getest (Safe BIM) of betrekt men slechts één of enkele
partijen in het proces (Little BIM). Pas wanneer deze testfase succesvol is zal BIM grootschalig worden uitgerold
in de sector (Big BIM). Gezien de duur van een gemiddeld project vergt een succesvolle implementatie van BIM
tijd, waardoor het nog even zal duren voordat de hoge verwachtingen waargemaakt kunnen worden.
Verder is het opvallend dat een groot deel van de opdrachtgevers niet verwacht dat eventuele financiële
meevallers eerlijk worden verdeeld (44%) en dat men dit in de praktijk ook vaak niet ervaart (49%).
21
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
De veranderingen in de verwachtingen en ervaringen van opdrachtgevers zijn in volgende tabel weergegeven.
Ten opzichte van 2010 is de verwachting aangaande de eerlijke verdeling van risico’s op niveau gebleven, de
ervaringen zijn echter beduidend achteruitgegaan en weer terug op het niveau van 2008. Doordat er steeds meer
beslissingsbevoegdheid bij de opdrachtnemer komt te liggen, neemt ook het risico voor de opdrachtgever toe. Zij
verliezen de stevige grip die zij altijd hadden op het proces. Dit is de keerzijde van de medaille.
Ketensamenwerking – Opdrachtgevers (% mee eens + % zeer mee eens)
2012 2010 2008 Saldo 2012 - 2010
Eerlijke verdeling van risico’s (verwacht) 70% 70% 69% 0%
Eerlijke verdeling van risico’s (ervaren) 55% 63% 55% -8%
32%
46%
21%
29%
47%
57%
27%
54%
9%
27%
4%
5%
9%
13%
5%
15%
39%
11%
40%
35%
23%
15%
42%
12%
7%
1%
9%
9%
5%
3%
10%
2%
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase - ERV
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase - VERW
Eerlijke verdeling financiële meevallers - ERV
Eerlijke verdeling financiële meevallers - VERW
Eerlijke verdeling risico's - ERV
Eerlijke verdeling risico's - VERW
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen - ERV
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen - VERW
Ketensamenwerking - Opdrachtgevers - 2012
22
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
1.3 Status in het veranderingsproces richting ketensamenwerking
Om in kaart te brengen wat de huidige status is bij opdrachtnemers en opdrachtgevers op het gebied van
ketensamenwerking is het model dat hiervoor is opgesteld verder uitgewerkt.
1.3.1 Vordering bij opdrachtnemers
De volgende figuur laat zien hoeveel procent van de opdrachtnemende partijen zich in elke fase van het
veranderingsproces richting ketensamenwerking bevindt. Tevens is weergegeven hoe groot de conversiegraad is;
hoeveel procent maakt de stap van de ene fase naar de andere? Een laag percentage duidt er in dat geval op dat
de conversie van de ene stap naar de andere niet soepel verloopt.
De helft van alle opdrachtnemers is inhoudelijk bekend met het thema ketensamenwerking, maar slechts 17% is
ook zelf actief op zoek naar informatie over dit thema. De conversie van inhoudelijke bekendheid naar het actief
zoeken naar informatie over ketensamenwerking is erg laag. Zij die actief op zoek zijn naar informatie, zien vaak
de noodzaak van ketensamenwerking in en zijn bezig met de bevordering van ketensamenwerking in de eigen
organisatie. Slechts een klein deel van de opdrachtnemers is er momenteel in geslaagd ketensamenwerking toe
te passen bij een project (6%). Het grootste probleem zit momenteel dus in de conversie van inhoudelijke
bekendheid naar het actief zoeken naar informatie. Relatief veel opdrachtnemers hebben deze stap nog niet
gemaakt. Zij dienen dus geactiveerd te worden zich verder in het thema te verdiepen. Daarnaast is ook de
conversie naar een succesvolle toepassing van ketensamenwerking momenteel nog laag. Dit is echter een
proces dat tijd kost.
49% 17% 15% 12% 6%
34%
91%
81%
52%
23
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
1.3.2 Vordering bij opdrachtgevers
De onderstaande figuur geeft de resultaten voor dezelfde analyse bij opdrachtgevers weer.
Drie op de vijf opdrachtgevers is inhoudelijk bekend met het thema ketensamenwerking, maar slechts 19% is ook
zelf actief op zoek naar informatie over dit thema. Ook bij opdrachtgevers is de conversie van inhoudelijke
bekendheid naar het actief zoeken naar informatie over ketensamenwerking erg laag. Slechts 4% van de
opdrachtgevers is er momenteel in geslaagd ketensamenwerking succesvol toe te passen bij een project. Het
grootste probleem zit dus net als bij de opdrachtnemers in de conversie van inhoudelijke bekendheid naar het
actief zoeken naar informatie. Relatief veel opdrachtgevers hebben deze stap nog niet gemaakt en moeten dus
ook geactiveerd worden om zich verder in het thema te verdiepen. Daarnaast is ook de conversie naar de
toepassing van ketensamenwerking voor deze groep momenteel nog laag.
1.4 Voorlopers in het veranderingsproces
In deze paragraaf zijn een aantal nadere analyses uitgevoerd om in kaart te brengen welke partijen de voorlopers
zijn in het veranderingsproces richting ketensamenwerking. Allereerst is gekeken naar de verschillen tussen
bouw- en infrabedrijven enerzijds en gespecialiseerde aannemers anderzijds. Eenzelfde analyse is vervolgens
opgesteld voor publieke opdrachtgevers, commerciële projectontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers.
Gezien het feit dat er een grote verscheidenheid aan bedrijven is ondervraagd zijn bij zowel de opdrachtgevers
als de opdrachtnemers de 50 grootste partijen geselecteerd en zijn hun resultaten afgezet tegen die van de rest
van de markt. Tenslotte zijn de opdrachtnemers en opdrachtgevers ingedeeld in drie groepen op basis van hun
positie in het veranderingsproces richting ketensamenwerking en is gekeken in hoeverre partijen die verder zijn in
het veranderingsproces ook betere ervaringen hebben in projecten.
1.4.1 Bouw- en infrabedrijven versus gespecialiseerde aannemers
In deze paragraaf zijn de verschillen tussen enerzijds de bouw- en infrabedrijven en anderzijds gespecialiseerde
aannemers getoond. Deze laatste groep fungeert meestal als onderaannemer in een project. Concreet vallen de
aannemers B&U en GWW die niet vanuit opdrachtgevende rol zijn benaderd onder de groep bouw- en
infrabedrijven. De groep gespecialiseerde aannemers bestaat uit een zeer gemêleerd gezelschap van
glaszetters, klussenbedrijven, timmermannen, schilders, stukadoors, tegelzetters, vloerbedrijven,
montagebedrijven, dakdekkers, loodgieters, elektro installateurs, CV installateurs, ijzerwarenhandelaren,
60% 19% 17% 14% 4%
32%
89%
84%
30%
24
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
fabrikanten, technische groothandels, sanitair groothandels, timmer groothandels, bouwmaterialenhandels en
bouwmarkten.
De volgende tabel geeft weer hoe wat de ervaringen van opdrachtnemers bij het laatst afgeronde project op het
gebied van ketensamenwerking waren. Het enige beduidende verschil tussen beiden is dat bouw- en
infrabedrijven vaker aangeven dat de meest geschikte partij de leiding had in het bouwproces (69%) dan
gespecialiseerde aannemers (49%).
Ervaringen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtnemer: Bouw- en infrabedrijven Gespecialiseerde aannemers
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen
29% 31%
Selectie op basis van kwaliteit en niet prijs 69% 71%
Eerlijke verdeling risico's 60% 56%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 31% 26%
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase
45% 50%
Meest geschikte partij was leidinggevend in het bouwproces
69% 49%
Naast de verschillen in de ervaringen van bouw- en infrabedrijven en gespecialiseerde aannemers kan er ook
worden gekeken naar de verschillen in verwachtingen. Gespecialiseerde aannemers verwachten vaker te worden
geselecteerd op basis van kwaliteit in plaats van prijs (83%) dan bouw- en infrabedrijven (73%).
Verwachtingen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtnemer: Bouw- en infrabedrijven Gespecialiseerde aannemers
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen
67% 62%
Selectie op basis van kwaliteit en niet prijs 73% 83%
Eerlijke verdeling risico's 72% 68%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 48% 44%
Betrokkenheid alle partijen al in ontwerpfase 86% 85%
Meest geschikte partij was leidinggevend in het bouwproces
70% 71%
25
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
De volgende fuik analyse geeft weer hoever bouw- en infrabedrijven enerzijds en gespecialiseerde aannemers
anderzijds zijn in het veranderingsproces richting ketensamenwerking:
Bouw- en infrabedrijven
Gespecialiseerde aannemers
Bouw- en infrabedrijven zijn iets vaker inhoudelijk bekend met het thema ketensamenwerking. Zij verliezen deze
voorsprong op gespecialiseerde aannemers in de volgende fase. Gespecialiseerde aannemers die bekend zijn
met ketensamenwerking zijn vaker actief op zoek naar informatie dan bouw- en infrabedrijven.
1.4.2 Publieke opdrachtgevers versus ontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers
In deze paragraaf wordt een onderscheid gemaakt tussen drie typen organisaties,: de publieke opdrachtgever, de
commerciële projectontwikkelaar en de opdrachtgevende aannemer. Een publieke opdrachtgever houdt zich met
name bezig met projecten in de maatschappelijke sfeer en is een overheidsorganisatie of een
woningbouwcorporatie. Commerciële projectontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers zijn voornamelijk
actief in de private sector.
Publieke opdrachtgevers hebben beduidend betere ervaringen met een eerlijke verdeling van risico’s bij het laatst
afgeronde project dan zowel de ontwikkelaars als de opdrachtgevende aannemers. Ontwikkelaars geven vaker
aan dat alle partijen al vanaf de ontwerpfase betrokken waren (56%) dan publieke opdrachtgevers (43%) en
opdrachtgevende aannemers (35%). Het optimaliseren van de processen door informatie te delen en alle partijen
vanaf de start te betrekken bij het proces bevat een directe financiële beloning voor ontwikkelaars. Zij zijn
winstgedreven en kunnen door deze manier van werken direct faalkosten besparen en hun winst vergroten.
Hierdoor is de prikkel het sterkst bij deze groep.
22%
90%
72%
62%
52% 12% 11% 8% 5%
36%
93%
81%
52%
45% 16% 15% 12% 6%
26
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
Ervaringen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtgever: Publiek Ontwikkelaars Aannemers
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen 33% 31% 31%
Eerlijke verdeling risico's 61% 51% 53%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 24% 25% 25%
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase 43% 56% 35%
Ontwikkelaars hebben beduidend hogere verwachtingen aangaande een eerlijke verdeling van risico’s dan
publieke opdrachtgevers en opdrachtgevende aannemers. Projectontwikkelaars werken vaak veel nauwer samen
met de opdrachtnemers; hun manier van aanbesteden verschilt sterk doordat zij veel meer kunnen selecteren op
basis van een goede relatie. Hierdoor hebben zij logischerwijze dus ook hogere verwachtingen van de
opdrachtnemer op dit vlak. Opvallend is dat ontwikkelaars (79%) en opdrachtgevende aannemers (83%) veel
hogere verwachtingen hebben aangaande de betrokkenheid van alle partijen vanaf het ontwerpproces dan
publieke opdrachtgevers (56%).
Verwachtingen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtgever: Publiek Ontwikkelaars Aannemers
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen 71% 70% 67%
Eerlijke verdeling risico's 69% 71% 71%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 32% 49% 30%
Betrokkenheid alle partijen al in ontwerpfase 56% 79% 83%
In de volgende fuik analyse wordt ingegaan op de status in het veranderingsproces richting ketensamenwerking
voor publieke opdrachtgevers, commerciële projectontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers.
Publieke opdrachtgevers
Commerciële ontwikkelaars
Opdrachtgevende aannemers
26%
88%
71%
27%
58% 15% 13% 9% 3%
51%
87%
88%
34%
70% 35% 31% 27% 9%
27%
94%
90%
29%
58% 16% 15% 13% 4%
27
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Commerciële projectontwikkelaars zijn beduidend verder op het gebied van ketensamenwerking dan publieke
opdrachtgevers en opdrachtgevende aannemers. Deze groep is veel vaker inhoudelijk op de hoogte van
ketensamenwerking en actief op zoek naar informatie. Ook zien zij vaker de noodzaak in en hebben zij al vaker
acties ter bevordering van ketensamenwerking ondernomen. Dit resultaat bevestigd nogmaals dat commerciële
projectontwikkelaars een sterkere prikkel hebben om efficiënter te werken middels ketensamenwerking, doordat
zij een winstgedreven organisatie zijn.
1.4.3 De grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers
In deze paragraaf worden de ervaringen die men heeft opgedaan bij het laatst afgeronde project en de positie in
het veranderingsproces richting ketensamenwerking getoond voor de vijftig grootste partijen in opdrachtgever- en
opdrachtnemer land. De resultaten voor deze selecte groep zijn afgezet tegen die van de rest van de markt.
De grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers zijn op kwalitatieve wijze geselecteerd op basis van hun positie
in de sector en de omvang van de projecten die zij uitschrijven dan wel waar zij aan werken. Hierbij dient
opgemerkt te worden dat de top 50 bedrijven in dit onderzoek niet exact overeenkomt met de top 50 in de sector;
niet alle topbedrijven uit de sector hebben deelgenomen aan het onderzoek.
De grootste opdrachtnemers hebben beduidend betere ervaringen met het delen van projectinformatie en het
betrekken van alle partijen vanaf de ontwerpfase. Deze zaken hangen sterk samen met onder andere het gebruik
van BIM systemen. De intrede van deze manier van werken loopt dus duidelijk via de top. De grote
opdrachtnemers hebben echter wel minder positieve ervaringen op het gebied van selectie op basis van kwaliteit
in plaats van prijs en een eerlijke verdeling van risico’s bij aanvang van het project. Hierbij dient opgemerkt te
worden dat de grote opdrachtnemers vaker aan grote projecten werken die zijn aanbesteed. Opdrachtnemers
hebben hierin het gevoel dat zij meer risico lopen en dat de prijs een doorslaggevend criterium is in een
aanbestedingstraject. De macht ligt in hogere mate bij de opdrachtgever.
Ervaringen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens)
Top 50 Overige opdrachtnemers
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen
42% 30%
Selectie op basis van kwaliteit en niet prijs 51% 74%
Eerlijke verdeling risico's 48% 56%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 28% 25%
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase
67% 50%
Meest geschikte partij was leidinggevend in het bouwproces
52% 51%
28
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
Om de positie in het veranderingsproces richting ketensamenwerking in kaart te brengen is het model uitwerkt
voor de top 50 opdrachtnemers versus de overige opdrachtnemers.
Top 50 opdrachtnemers
Overige opdrachtnemers
De top 50 opdrachtnemers zijn beduidend verder op het gebied van ketensamenwerking dan de overige
opdrachtnemers. Zij zijn in alle fasen van het proces aanzienlijk verder gevorderd. De topbedrijven in de sector
vervullen dus een duidelijke voorbeeldfunctie voor de gehele sector. Zij moeten de overige opdrachtnemers
meetrekken om de gehele sector naar een hoger plan te trekken.
Ook bij opdrachtgevers wordt duidelijk dat de grote opdrachtgevers aanzienlijk betere ervaringen hebben op het
gebied van het delen van projectinformatie met alle betrokken partijen. Dit hangt wederom samen met het
gebruiken van bijvoorbeeld BIM systemen. Bij grote organisaties is dit verder gevorderd dan bij de kleinere
organisaties. De ervaringen met een eerlijke verdeling van risico’s zijn echter ook hier minder positief bij de grote
opdrachtgevers. Grote opdrachtgevers werken vaak in een aanbestedingstraject, waardoor zij werken volgens
vaste procedures. Zij hebben een lijst met punten waarop iedere opdrachtnemer moet worden beoordeeld en op
basis daarvan dient de keuze gemaakt te worden. Het vertrouwen dat men in bepaalde partijen heeft, speelt
hierin een minimale rol. Het aanbestedingstraject lijkt dus nog niet overal een goed gevoel te geven.
Ervaringen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens)
Top 50 Overige opdrachtgevers
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen 46% 30%
Eerlijke verdeling risico's 44% 56%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 22% 25%
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase 34% 42%
48%
97%
94%
45%
74% 35% 34% 32% 15%
33%
90%
81%
52%
48% 16% 15% 12% 6%
29
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
Het onderstaande model maakt de positie in het veranderingsproces richting ketensamenwerking inzichtelijk voor
de vijftig grootste opdrachtgevers en de overige opdrachtgevers in dit onderzoek:
Top 50 opdrachtgevers
Overige opdrachtgevers
De grote opdrachtgevers hebben een duidelijke voorsprong op het gebied van ketensamenwerking. Met name het
aandeel van de bedrijven dat inhoudelijk op de hoogte is van het thema ketensamenwerking is beduidend hoger
voor deze groep. Ook aan opdrachtgeverzijde geldt dus dat de top een voorbeeldfunctie heeft voor de gehele
sector en ook dusdanig ingezet dient te worden.
1.4.4 Segmentatie analyse
In deze paragraaf worden de verschillen tussen drie groepen die onderscheiden zijn op basis van hun positie in
het veranderingsproces bestudeerd; de groep die het concept van ketensamenwerking niet inhoudelijk kent (niet),
de groep die wel inhoudelijk op de hoogte is en misschien al actief op zoek is geweest naar informatie, maar er
verder nog niets mee gedaan heeft (midden) en de groep die de noodzaak van ketensamenwerking inziet en
mogelijk al bezig is met de toepassing van dit thema in de organisatie (top). De volgende figuur geeft deze
verdeling grafisch weer.
Niet Midden
Top
40%
93%
84%
40%
71% 28% 26% 22% 9%
30%
89%
84%
28%
58% 18% 16% 13% 4%
30
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
De volgende tabel geeft voor opdrachtgevers en opdrachtnemers weer hoeveel procent van de totale populatie in
ieder van de drie segmenten valt.
Overzicht verdeling segmentatie ketensamenwerking
Opdrachtnemers Opdrachtgevers
Niet 51% 40%
Midden 34% 43%
Top 15% 17%
Deze paragraaf is daarom als volgt opgedeeld; allereerst worden de verschillen tussen deze drie groepen
getoond voor opdrachtnemende partijen. Vervolgens zal dezelfde analyse worden gemaakt voor
opdrachtgevende partijen.
Uit de volgende tabel komt naar voren dat organisaties die in het topsegment vallen beduidend betere ervaringen
hebben met opdrachtgevers bij het laatste project dan organisaties die respectievelijk in het middensegment en
het niet-segment vallen. Met name de ervaringen met een eerlijke verdeling van risico’s tussen opdrachtnemer en
opdrachtgever en een eerlijke verdeling van financiële meevallers zijn beduidend positiever bij opdrachtnemers in
het topsegment.
Ervaringen van opdrachtnemers – Ketensamenwerking (% zeer mee eens + % mee eens)
Positie in veranderingsproces: Niet Midden Top
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen 26% 34% 38%
Selectie opdrachtnemer op basis van kwaliteit, niet op prijs 73% 73% 76%
Eerlijke verdeling risico's 50% 58% 67%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 23% 22% 37%
Betrokkenheid alle partijen al in ontwerpfase 47% 52% 58%
Meest geschikte partij moet leiding hebben in bouwproces 49% 52% 56%
31
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
De ervaringen van opdrachtgevers die in het topsegment vallen zijn eveneens beduidend positiever dan de
ervaringen van opdrachtgevers die respectievelijk in het midden- en niet-segment vallen. Opvallend is dat
opdrachtgevers in het topsegment vaker ervaren dat de projectinformatie wordt gedeeld met alle betrokken
partijen.
Ervaringen van opdrachtgevers – Ketensamenwerking (% zeer mee eens + % mee eens)
Positie in veranderingsproces richting ketensamenwerking: Niet Midden Top
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen 28% 32% 41%
Eerlijke verdeling risico's 55% 53% 61%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 22% 24% 32%
Betrokkenheid alle partijen al in ontwerpfase 42% 41% 41%
32
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
2 Levenduurdenken
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk komt aan bod welke verwachtingen en ervaringen opdrachtnemers en opdrachtgevers hebben
aangaande hun samenwerking met elkaar op het gebied van levensduurdenken. In paragraaf 2.2 wordt allereerst
ingegaan op de huidige stand van zaken bij opdrachtnemers. Vervolgens gaat paragraaf 2.3 in op de stand van
zaken bij opdrachtgevers.
Daarna wordt in paragraaf 2.4 de status in het veranderingsproces richting levensduurdenken in kaart gebracht.
Deze meting geeft de startpositie aan voor levensduurdenken bij opdrachtnemers en opdrachtgevers. Ten slotte
geeft paragraaf 2.5 een analyse van wie de voorlopers zijn in het veranderingsproces richting levensduurdenken.
2.2 De huidige stand van zaken
In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de ervaringen en verwachtingen van opdrachtnemers en
opdrachtgevers op het gebied van levensduurdenken. Allereerst wordt gekeken naar de huidige situatie bij
opdrachtnemers, vervolgens wordt de situatie bij opdrachtgevers nader onder de loep genomen.
2.2.1 Stand van zaken bij opdrachtnemers
Levensduurdenken is in dit onderzoek gedefinieerd als het pro-actief aandragen van duurzame oplossingen door
opdrachtnemers aan opdrachtgevers en het rekening houden met de exploitatie- en onderhoudskosten bij
nieuwbouwprojecten.
Zowel de verwachtingen als de ervaringen op het gebied van levensduurdenken zijn zeker positief te noemen,
maar de ervaringen blijven nog wel licht achter bij de verwachtingen. Zo verwacht 77% van de opdrachtnemers
waardering te krijgen van de opdrachtgever wanneer zij duurzame oplossingen aandragen, terwijl 58% hier ook
waardering voor heeft gekregen bij het laatst afgeronde project. Daarnaast vindt 77% van de opdrachtnemers dat
er bij een nieuwbouwproject al rekening moet worden gehouden met de exploitatie- en onderhoudskosten. In de
praktijk is dit in 53% van de gevallen ook daadwerkelijk gebeurd.
33
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
2.2.2 Stand van zaken bij opdrachtgevers
Aangaande het thema levensduurdenken zijn de verwachtingen van opdrachtgevers ronduit positief te noemen.
Maar liefst 90% van de opdrachtgevers verwacht van de opdrachtnemer dat hij pro-actief meedenkt over meer
duurzame oplossingen binnen een project; 85% is van mening dat er bij een nieuwbouwproject rekening zou
moeten worden gehouden met de exploitatie- en onderhoudskosten van het bouwwerk. De ervaringen op het
gebied van levensduurdenken blijven enigszins achter bij de verwachtingen. Zo geeft maar 58% van de
opdrachtgevers aan dat er daadwerkelijk door opdrachtnemers wordt meegedacht over meer duurzame
oplossingen en in 62% van de gevallen is er bij nieuwbouw rekening gehouden met de exploitatie- en
onderhoudskosten.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
42%
54%
45%
45%
60%
11%
23%
12%
13%
17%
18%
7%
22%
15%
8%
4%
1%
4%
2%
1%
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten - ERV
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten - VERW
Aandragen duurzame oplossingen - ERV
Waardering bij aandragen duurzame oplossingen - ERV
Waardering bij aandragen duurzame oplossingen - VERW
Levensduur denken - Opdrachtnemers - 2012
45%
53%
47%
67%
17%
32%
11%
23%
17%
3%
3%
4%
2%
3%
1%
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten - ERV
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten - VERW
Opdrachtnemers hebben pro-actief meegedacht over meer duurzame oplossingen - ERV
Opdrachtnemers moeten pro-actief meedenken over meer duurzame oplossingen - VERW
Levensduur denken - Opdrachtgevers - 2012
34
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
Opdrachtgevers willen graag hun duurzame vraagstuk bij de opdrachtnemer neerleggen, maar in de praktijk lukt
dit niet altijd. Opdrachtnemers denken liever in technische oplossingen en vinden het vaak lastig pro-actief met
oplossingen te komen. Dit blijkt ook wel uit de resultaten bij opdrachtnemers, waaruit naar voren komt dat 52%
duurzame oplossingen heeft aangedragen bij het laatste project. Men werkt op dit vlak dus nog behoorlijk langs
elkaar heen.
2.3 Status in het veranderingsproces richting levensduurdenken
Om in kaart te brengen wat de huidige status is bij opdrachtnemers en opdrachtgevers op het gebied van
levensduurdenken is het model dat hiervoor is opgesteld verder uitgewerkt.
2.3.1 Vordering bij opdrachtnemers
De volgende figuur maakt inzichtelijk in welke fase van het veranderingsproces richting levensduurdenken
opdrachtnemers zich bevinden.
Levensduurdenken is aanzienlijk beter bekend bij opdrachtnemers dan ketensamenwerking; 69% van de
opdrachtnemers geeft aan inhoudelijk op de hoogte te zijn van dit thema. Slechts een derde van de
opdrachtnemers is actief op zoek naar informatie over levensduurdenken. Op dit vlak valt dus nog het meeste
terrein te winnen. Wanneer men zelf actief op zoek is naar informatie ziet men vaak wel de noodzaak van
levensduurdenken in en is men bezig met de bevordering van levensduurdenken in de organisatie. Momenteel
geeft 20% van alle opdrachtnemers aan levensduurdenken succesvol te hebben toegepast bij het laatst
afgeronde project. De conversie naar succesvolle toepassing is een stuk hoger voor levensduurdenken dan voor
ketensamenwerking. Dit kan twee oorzaken hebben; het thema levensduurdenken speelt al lange tijd en is niet
alleen actueel in de bouwbranche. Hierdoor heeft men al langer de tijd gehad hiermee aan de slag te gaan.
Daarnaast kan het zo zijn dat het eenvoudiger is om levensduurdenken toe te passen dan ketensamenwerking.
Ketensamenwerking vraagt mogelijk een grotere gedragsverandering dan levensduurdenken, waardoor dit
minder snel opgepakt wordt.
69% 34% 33% 27% 20%
50%
96%
82%
72%
35
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
2.3.2 Vordering bij opdrachtgevers
De volgende figuur maakt inzichtelijk in welke fase van het veranderingsproces richting levensduurdenken
opdrachtgevers zich bevinden.
Zo’n driekwart van alle opdrachtgevers is inhoudelijk op de hoogte van het thema levensduurdenken, maar ook
binnen deze groep is slechts een derde actief op zoek naar informatie over dit thema. Op dit vlak valt dus nog het
meeste terrein te winnen. Opdrachtgevers dienen in sterkere mate geactiveerd te worden zich te interesseren
voor dit thema. Wanneer men zelf actief op zoek is naar informatie ziet men vaak wel de noodzaak van
levensduurdenken in en is men bezig met de bevordering van levensduurdenken in de organisatie. Momenteel
geeft 16% van alle opdrachtgevers aan levensduurdenken succesvol te hebben toegepast bij het laatste project.
De conversie naar een succesvolle toepassing is een stuk hoger voor levensduurdenken dan voor
ketensamenwerking.
2.4 Voorlopers in het veranderingsproces
In deze paragraaf zijn wederom een aantal nadere analyses uitgevoerd om in kaart te brengen welke partijen de
voorlopers zijn in het veranderingsproces richting levensduurdenken.
2.4.1 Bouw- en infrabedrijven versus gespecialiseerde aannemers
In deze paragraaf wordt ingegaan op de verschillen tussen bouw- en infrabedrijven en gespecialiseerde
aannemers op het gebied van levensduurdenken. Allereerst wordt gekeken naar de verwachtingen en ervaringen
van deze twee groepen op het gebied van levensduurdenken. Hierna wordt de positie in het veranderingsproces
richting levensduurdenken in kaart gebracht.
45%
98%
78%
65%
74% 33% 33% 25% 16%
36
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
De volgende tabel geeft weer wat de ervaringen van opdrachtnemers waren bij het laatst afgeronde project op het
gebied van levensduurdenken.
Ervaringen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtnemer Bouw- en infrabedrijven Gespecialiseerde aannemers
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouw
47% 46%
Aandragen duurzame oplossingen 54% 54%
Naast de verschillen in de ervaringen van bouw- en infrabedrijven en gespecialiseerde aannemers kan er ook
worden gekeken naar de verschillen in verwachtingen.
Verwachtingen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtnemer Bouw- en infrabedrijven Gespecialiseerde aannemers
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouw
71% 71%
Waardering aandragen duurzame oplossingen 71% 78%
De volgende analyse geeft de status in het veranderingsproces richting levensduurdenken weer:
Bouw- en infrabedrijven
Gespecialiseerde aannemers
Gespecialiseerde aannemers zijn beduidend vaker actief bezig met het thema levensduurdenken dan bouw- en
infrabedrijven. Zij zien ook vaker de noodzaak in van levensduurdenken en zijn vaker bezig met de toepassing.
Ook is levensduurdenken vaker succesvol toegepast bij het laatst afgeronde project bij gespecialiseerde
aannemers (19%) dan bij bouw- en infrabedrijven (12%). Een specialisme maakt het makkelijker om
levensduurdenken succesvol toe te passen. Een gespecialiseerde aannemer heeft veel kennis van zijn specifieke
deelgebied en is daardoor beter op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Daarnaast werken steeds meer
opdrachtgevers middels het principe van resultaat gericht vastgoed onderhoud. Deze manier van werken zorgt
ervoor dat de opdrachtnemer meer moet gaan nadenken over de lange termijn onderhoudskosten, wat past in het
40%
98%
75%
61%
66% 26% 26% 19% 12%
49%
96%
83%
71%
68% 33% 32% 27% 19%
37
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
thema levensduurdenken. Gespecialiseerde aannemers zijn logischerwijze meer betrokken bij dit soort
onderhoudsprojecten dan de meer generieke bouw- en infrabedrijven.
2.4.2 Publieke opdrachtgevers versus ontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers
Om de verschillen tussen publieke opdrachtgevers, commerciële projectontwikkelaars en opdrachtgevende
aannemers in kaart te brengen wordt in deze paragraaf ingegaan op de verwachtingen en ervaringen van deze
drie groepen op het gebied van levensduurdenken. Ook wordt de positie in het veranderingsproces richting
levensduurdenken in kaart gebracht.
Publieke opdrachtgevers geven beduidend vaker aan dat er bij het laatst afgeronde project rekening is gehouden
met de exploitatie- en onderhoudskosten van het bouwwerk (78%) dan respectievelijk projectontwikkelaars (61%)
en opdrachtgevende aannemers (48%). Publieke opdrachtgevers blijven meestal eigenaar van het gebouw, wat
voor hen de noodzaak van lage exploitatiekosten extra groot maakt. Projectontwikkelaars geven daarentegen
beduidend vaker aan dat hun opdrachtnemers pro-actief duurzame oplossingen hebben aangedragen. Voor
projectontwikkelaars is duurzaamheid een direct verkoopargument. Uit de resultaten blijkt dat zij partners zoeken
die hen hierin kunnen assisteren.
Ervaringen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtgever Publiek Ontwikkelaars Aannemers
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten
78% 61% 48%
Aandragen duurzame oplossingen 57% 67% 56%
Alle typen opdrachtgevers hebben zeer hoge verwachtingen op het gebied van levensduurdenken. Publieke
opdrachtgevers en opdrachtgevende aannemers hebben net als projectontwikkelaars zeer hoge verwachtingen
van de opdrachtnemer op het gebied van de mate waarin hij duurzame oplossingen aandraagt, maar de
ontwikkelaar slaagt er het beste in om opdrachtnemers te vinden die de duurzaamheidverwachtingen kunnen
realiseren.
Verwachtingen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtgever Publiek Ontwikkelaars Aannemers
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten
93% 85% 80%
Aandragen duurzame oplossingen 92% 87% 89%
38
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
De volgende analyse geeft de positie weer van publieke opdrachtgevers, commerciële projectontwikkelaars en
opdrachtgevende aannemers in het veranderingsproces richting levensduurdenken:
Publieke opdrachtgevers
Commerciële ontwikkelaars
Opdrachtgevende aannemers
Op het gebied van inhoudelijke bekendheid zijn er geen grote verschillen tussen publieke opdrachtgevers,
projectontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers. Opdrachtgevende aannemers zijn beduidend minder vaak
actief op zoek naar informatie over levensduurdenken. Publieke opdrachtgevers en commerciële
projectontwikkelaars werken voornamelijk aan lange termijn projecten, terwijl opdrachtgevende aannemers ook
vaak korte termijn projecten hebben. Hierdoor zullen zij een minder sterk lange termijn perspectief
(levensduurdenken) hebben, wat het gedrag beïnvloedt.
65%
98%
77%
65%
78% 50% 50% 38% 25%
57%
100%
85%
67%
72% 41% 41% 35% 23%
36%
97%
73%
65%
71% 26% 25% 18% 12%
39
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
2.4.3 De grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers
In deze paragraaf zijn de resultaten voor de vijftig grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers afgezet tegen de
resultaten voor de overige partijen in de markt. De grote opdrachtnemers geven aanzienlijk vaker aan dat er bij
het laatst afgeronde project rekening is gehouden met de exploitatie- en onderhoudskosten dan de overige
opdrachtnemers.
Ervaringen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens)
Top 50 Overige opdrachtnemers
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouw
67% 52%
Aandragen duurzame oplossingen 62% 57%
Waardering aandragen duurzame oplossingen 57% 59%
De volgende fuik analyse geeft de positie weer van de grootste opdrachtnemers in het veranderingsproces
richting levensduurdenken versus de overige partijen in de markt:
Top 50 opdrachtnemers
Overige opdrachtnemers
De grote opdrachtnemers zijn aanzienlijk verder gevorderd in het veranderingsproces richting levensduurdenken
dan de overige opdrachtnemers. Opvallend is dat er geen verschil is tussen de top en de overige bedrijven in de
mate waarin zij die actief op zoek zijn naar informatie ook de noodzaak van levensduurdenken inzien. Om
ketensamenwerking te bevorderen in de gehele opdrachtnemende sector zijn dus twee acties noodzakelijk.
Enerzijds moet men geactiveerd worden actief op zoek te gaan naar informatie en anderzijds moet men
ondersteund worden in de integratie van levensduurdenken. De top bedrijven vervullen hierin een
voorbeeldfunctie.
56%
97%
93%
80%
87% 49% 48% 45% 36%
49%
96%
82%
72%
69% 34% 33% 27% 19%
40
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar
informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
Op het gebied van levensduurdenken zijn de verschillen in de ervaringen van de top 50 opdrachtgevers en de
overige opdrachtgevers niet heel groot.
Ervaringen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtgever Top 50 Overige opdrachtgevers
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten
51% 61%
Aandragen duurzame oplossingen 59% 57%
De volgende fuik analyse geeft de positie weer van de grootste opdrachtgevers in het veranderingsproces richting
levensduurdenken versus de overige partijen in de markt:
Top 50 opdrachtgevers
Overige opdrachtgevers
De gehele opdrachtgevende markt lijkt al goed doordrongen van het belang van levensduurdenken. Wel hebben
de vijftig grootste opdrachtgevers al vaker acties ter bevordering van levensduurdenken in de eigen organisatie
doorgevoerd. Deze stap moeten de overige opdrachtgevers vaker nog maken.
48%
100%
90%
65%
79% 38% 38% %
35% 22%
45%
98%
76%
65%
73% 33% 32% 24% 16%
41
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Inhoudelijke bekendheid
Actief op zoek naar informatie
Inzien van de noodzaak
Acties ter bevordering
1 of meer geslaagde projecten
2.4.4 Segmentatie analyse
In deze paragraaf zijn de verschillen tussen drie groepen die onderscheiden zijn op basis van hun positie in het
veranderingsproces bestudeerd; de groep die het concept van levensduurdenken niet inhoudelijk kent (niet), de
groep die wel inhoudelijk op de hoogte is en misschien al actief op zoek is geweest naar informatie, maar die er
verder nog niets mee gedaan heeft (midden) en de groep die de noodzaak van levensduurdenken inziet en
mogelijk al bezig is met de bevordering van dit thema in de organisatie (top). De volgende figuur geeft één en
ander grafisch weer.
De volgende tabel geeft voor opdrachtgevers en opdrachtnemers weer hoeveel procent van de totale populatie in
ieder van de drie segmenten valt voor levensduurdenken.
Overzicht verdeling segmentatie levensduurdenken
Opdrachtnemers Opdrachtgevers
Niet 32% 26%
Midden 36% 41%
Top 33% 33%
Deze paragraaf is daarom als volgt opgedeeld; allereerst zijn de verschillen tussen deze drie groepen op het
gebied van levensduurdenken weergegeven voor opdrachtnemende partijen. Vervolgens is dezelfde analyse
gemaakt voor opdrachtgevende partijen.
Niet Midden
Top
42
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Uit de resultaten komt naar voren dat organisaties die in het topsegment vallen beduidend betere ervaringen
hebben met opdrachtgevers bij het laatste project dan organisaties die respectievelijk in het middensegment en
het niet-segment vallen. Zij geven met name vaker aan duurzame oplossingen te hebben aangedragen bij het
laatste project en waardering van de opdrachtgever te hebben ontvangen voor het aandragen van deze
duurzame oplossingen.
Ervaringen van opdrachtnemers– Levensduurdenken (% zeer mee eens + % mee eens)
Positie in veranderingsproces richting levensduurdenken: Niet Midden Top
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten
43% 49% 66%
Aandragen van duurzame oplossingen 47% 53% 69%
Waardering bij aandragen duurzame oplossingen 51% 54% 71%
De ervaringen van opdrachtgevers die in het topsegment vallen zijn wederom beduidend positiever dan de
ervaringen van opdrachtgevers die respectievelijk in het midden- of niet-segment vallen.
Ervaringen van opdrachtgevers – Levensduurdenken (% zeer mee eens + % mee eens)
Positie in veranderingsproces richting levensduurdenken: Niet Midden Top
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten
55% 63% 64%
Opdrachtgevers moeten proactief meedenken over meer duurzame oplossingen
52% 60% 60%
43
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
44
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
3 Vernieuwend leiderschap
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het thema vernieuwend leiderschap. Allereerst wordt gekeken welke
verwachtingen en ervaringen opdrachtnemers en opdrachtgevers hebben aangaande vernieuwend leiderschap in
de keten. Vervolgens gaat paragraaf 3.3 in op de status in het veranderingsproces richting intern en extern
vernieuwend leiderschap bij opdrachtnemers en opdrachtgevers. Paragraaf 3.4 gaat tenslotte in op wie de
voorlopers zijn op het gebied van vernieuwend leiderschap.
In tegenstelling tot ketensamenwerking en levensduurdenken is vernieuwend leiderschap een thema dat zich
lastig laat definiëren en waar zeer uiteenlopende opvattingen over bestaan. Daarnaast is het ook heel moeilijk om
de mate van vernieuwend leiderschap door middel van kwantitatief onderzoek in kaart te brengen, niet alleen
doordat het thema niet eenduidig te definiëren valt, maar ook doordat het enigszins abstract en situatie-
afhankelijk is.
Tijdens de kwalitatieve fase van het onderzoek werden door de experts de volgende definities gegeven van
vernieuwend leiderschap:
• “Vernieuwend leiderschap is een middel voor ketensamenwerking. Vernieuwing is echter niet altijd de
oplossing; soms werkt het traditionele leiderschap nog prima. Het gaat dan ook meer om situationeel
leiderschap; je moet je als leider kunnen aanpassen aan de situatie, op wat nodig is.”
• “Er moeten keuzes worden gemaakt en deze keuzes moet worden geïmplementeerd. De leider moet
een boodschap uitdragen in de organisatie en deze kunnen overbrengen.”
• “Een vernieuwend leider is iemand die graag nieuwe dingen uitprobeert en hier voor open staat. Iemand
die stuurt op toegevoegde waarde in plaats van omzet.”
• “Vernieuwend leiderschap is dienend leiderschap; de leiding is er om mensen in de organisatie te dienen
zodat zij hun werk beter kunnen doen. Je laat een medewerker doen wat hij aan kan.”
• “Eens in de zoveel tijd komt er een directeur die het roer omgooit. Zo iemand die de ogen van iedereen
opent.”
• “Vernieuwend leiderschap houdt in dat degene met de kennis de leiding heeft. Er wordt geleid op basis
van kennis en ervaring en niet vanuit het kunnen managen van risico’s met geld.”
• “Leiderschap is per definitie problematisch. De bouw is conservatief, technologisch gedreven en op
basis van prijs. Vernieuwend leiderschap is niet technologisch gedreven maar het gaat om luisteren naar
de wens van de klant.”
• “Het gaat om zachte waarden. Je moet goed kunnen samenwerken en communiceren en er mogen
geen schuttingen zijn.”
• “De partij die kritisch is in het succes heeft de leiding. Bij goede ketensamenwerking kan je de leiding uit
handen geven op momenten dat een andere partij meer kennis heeft.”
45
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
De voorgaande lijst geeft goed weer hoe divers de opvattingen zijn over wat de definitie is van vernieuwend
leiderschap. Bovendien valt er een duidelijk onderscheid te maken tussen het leiderschap in een organisatie
enerzijds en het leiderschap in de bouwketen anderzijds. Om vernieuwend leiderschap een plaats te kunnen
geven in dit onderzoek is daarom een onderscheid gemaakt tussen intern vernieuwend leiderschap, oftewel de
mate waarin de leiding van de eigen organisatie vernieuwend is, en extern vernieuwend leiderschap wat is
gedefinieerd als de mate van vernieuwend leiderschap binnen de bouwketen. Deze twee vormen van
vernieuwend leiderschap sluiten elkaar niet uit, maar de één is ook geen voorwaarde voor het bestaan van de
ander.
Door het abstractieniveau van dit thema was het niet mogelijk om de mate van vernieuwend leiderschap in kaart
te brengen door middel van een soortgelijke analyse als voor ketensamenwerking en levensduurdenken. Ook
speelt sociaal wenselijk antwoorden een grote rol bij dit thema; men zal niet snel aangeven dat het management
van de eigen organisatie niet vernieuwend is. De resultaten uit dit onderzoek dienen dan ook in dit perspectief
bekeken te worden; relatieve verschillen tussen de verscheidene partijen zijn belangrijk, de daadwerkelijke
percentages zijn minder van belang.
3.2 De huidige stand van zaken
In deze paragraaf wordt ingegaan op de huidige stand van zaken bij respectievelijk opdrachtnemers en
opdrachtgevers op het gebied van (extern) vernieuwend leiderschap.
3.2.1 Stand van zaken bij opdrachtnemers
Om de mate van vernieuwend leiderschap in de bouwketen in kaart te brengen is gekeken naar de mate waarin
alle partijen vanaf de start van het project betrokken zijn en in hoeverre de meest geschikte partij de leiding heeft
in het proces. Uit de volgende figuur komt naar voren dat de ervaringen aanzienlijk achterblijven bij de
verwachtingen. Waar 82% van de opdrachtnemers verwacht dat alle partijen al bij de ontwerpfase betrokken zijn,
heeft slechts 51% dit ook daadwerkelijk ervaren bij het laatst afgeronde project. Daarnaast verwacht tweederde
van de opdrachtnemers dat de partij die op een specifiek moment het meest geschikt is op dat moment ook de
leiding heeft in het bouwproces, maar ruim een kwart geeft aan dat dit bij het laatste project niet het geval was.
Op het gebied van vernieuwend leiderschap in de bouwketen valt dus nog veel vooruitgang te boeken.
46
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
Om het bouwproces zo optimaal mogelijk te laten verlopen moet op ieder moment in het proces de meest
geschikte partij de leiding hebben. Dit kan dus betekenen dat het leiderschap in de keten tijdens het bouwproces
kan verschuiven naar een andere partij. Maar wat maakt een partij nu het meest geschikt?
Volgens opdrachtnemers is dit met name vakmanschap. Bij ieder onderdeel van het bouwproces is andere kennis
benodigd en de partij die de meeste vakkennis en ervaring heeft, zou ook de leiding moeten hebben. Naast
vakkennis en ervaring geven ook veel opdrachtnemers aan dat leiderschapskwaliteiten nodig zijn om leiding te
kunnen geven aan de bouwketen. Het nieuwe leiderschap is volgens opdrachtnemers dus vooral gebaseerd op
ambachtelijk vakmanschap en niet zo zeer op commerciële of organisatorische kracht.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY B
Onder de categorie ‘anders’ is een grote verscheidenheid aan zaken genoemd. Enkele opvallende antwoorden
die vaak zijn genoemd, zijn onder andere; het hebben van het vertrouwen van de opdrachtgever, een sterk
42%
58%
39%
56%
10%
11%
12%
26%
22%
11%
32%
9%
4%
1%
7%
1%
Meest geschikte partij is leidinggevend in bouwproces - ERV
Meest geschikte partij is leidinggevend in bouwproces - VERW
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase - ERV
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase - VERW
Vernieuwend leiderschap - Opdrachtnemers - 2012
30%
2%
2%
3%
3%
4%
5%
7%
7%
8%
10%
16%
41%
Anders
Verantwoordelijkheidsgevoel
Expertise
Inzicht
Deskundigheid
Technische kennis
Goede communicatie
Overzicht
Betrouwbaarheid
Kwaliteit
Leiderschap
Ervaring
Vakkennis
Wat maakt een partij meest geschikt om leiding te hebben
47
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
organisatorisch vermogen, openheid in de communicatie en het open staan voor ideeën van anderen, inzicht in
het gehele bouwproces, mensenkennis en een partij met een financieel sterke positie.
3.2.2 Stand van zaken bij opdrachtgevers
Voor thema vernieuwend leiderschap is de mate van extern vernieuwend leiderschap bij opdrachtgevers gemeten
aan de hand van de mate waarin alle partijen betrokken zijn vanaf de ontwerpfase van het project. Volledige
betrokkenheid van alle partijen bij de start van het project draagt er in sterke mate aan bij dat het leiderschap in
de keten op het juiste moment bij de juiste persoon ligt. De verwachtingen zijn beduidend hoger dan de
ervaringen. Er is hier dus nog een grote slag te maken.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
3.3 Voorlopers in het veranderingsproces
In deze paragraaf zijn diverse analyses gedaan om te bepalen welke partijen de voorlopers zijn op het gebied van
vernieuwend leiderschap. Allereerst wordt gekeken naar de verschillen tussen bouw- en infrabedrijven enerzijds
en gespecialiseerde aannemers anderzijds. Eenzelfde analyse is gemaakt voor publieke opdrachtgevers,
commerciële projectontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers. Vervolgens zijn de resultaten voor de vijftig
grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers afgezet tegen de resultaten voor de rest van de sector.
32%
46%
9%
27%
39%
11%
7%
1%
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase - ERV
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase - VERW
Vernieuwend leiderschap - Opdrachtgevers - 2012
48
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
3.3.1 Bouw- en infrabedrijven versus gespecialiseerde aannemers
De volgende tabel geeft weer wat de ervaringen van opdrachtnemers waren bij het laatst afgeronde project op het
gebied van vernieuwend leiderschap. Bouw- en infrabedrijven geven vaker aan dat de meest geschikte partij de
leiding had in het bouwproces (69%) dan gespecialiseerde aannemers (49%).
Ervaringen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtnemer: Bouw- en infrabedrijven Gespecialiseerde aannemers
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase
45% 50%
Meest geschikte partij was leidinggevend in het bouwproces
69% 49%
Naast de verschillen in de ervaringen van bouw- en infrabedrijven en gespecialiseerde aannemers kan er ook
worden gekeken naar de verschillen in verwachtingen. De volgende tabel geeft weer wat de verwachtingen van
opdrachtnemers op het gebied van vernieuwend leiderschap zijn. Er zijn minimale verschillen tussen deze twee
partijen.
Verwachtingen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtnemer: Bouw- en infrabedrijven Gespecialiseerde aannemers
Betrokkenheid alle partijen al in ontwerpfase 86% 85%
Meest geschikte partij was leidinggevend in het bouwproces
70% 71%
49
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
3.3.2 Publieke opdrachtgevers versus commerciële ontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers
Wanneer we kijken naar de ervaringen van publieke opdrachtgevers, commerciële projectontwikkelaars en
opdrachtgevende aannemers bij het laatst afgeronde project valt te zien dat ontwikkelaars vaker ervaren dat alle
partijen al vanaf de start van het project betrokken waren dan respectievelijk publieke opdrachtgevers en
opdrachtgevende aannemers.
Ervaringen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtgever: Publiek Ontwikkelaars Aannemers
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase 43% 56% 35%
De verwachtingen van projectontwikkelaars aangaande dit aspect zijn ook beduidend hoger. Opdrachtgevende
aannemers hebben echter ook zeer hoge verwachtingen op dit vlak. De publieke opdrachtgevers blijven hierin
achter.
Verwachtingen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtgever: Publiek Ontwikkelaars Aannemers
Betrokkenheid alle partijen al in ontwerpfase 56% 79% 83%
3.3.3 De grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers
De grootste opdrachtnemers geven beduidend vaker aan dat alle partijen al vanaf de ontwerpfase waren
betrokken dan de overige opdrachtnemers.
Ervaringen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens)
Top 50 Overige opdrachtnemers
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase
67% 50%
Meest geschikte partij was leidinggevend in het bouwproces
52% 51%
50
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
In tegenstelling tot de opdrachtnemers geven de grote opdrachtgevers juist minder vaak aan dat alle partijen al
vanaf de ontwerpfase waren betrokken. Opdrachtgevers zijn dan ook in sterke mate afhankelijk van de
opdrachtnemers met wie zij samenwerken.
Ervaringen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens)
Type opdrachtgever: Top 50 Overige opdrachtnemers
Betrokkenheid alle partijen vanaf de ontwerpfase 34% 42%
51
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
52
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
4 Vertrouwen en samenwerking
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vertrouwen dat de verschillende partijen in elkaar hebben en de mate
waarin zij tevreden zijn met de samenwerking en de kwaliteit van het laatst afgeronde project. In paragraaf 4.2
wordt allereerst gekeken naar het vertrouwen dat opdrachtnemers hebben in de partijen waar zij mee
samenwerken en het vertrouwen dat opdrachtgevers hebben in hun opdrachtnemers. Vervolgens wordt in
paragraaf 4.3 de mate van tevredenheid met de samenwerking met andere partijen onder de loep genomen.
Hierbij wordt ook gekeken in hoeverre men van mening is dat het project voor alle betrokken partijen succesvol is
afgerond. Tenslotte gaat paragraaf 4.4 in op de verschillen in het vertrouwen tussen de verscheidene partijen.
Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt welke partijen het meeste vertrouwen hebben in hun samenwerkingspartners
en bij welke partijen er juist sprake is van wantrouwen.
Vertrouwen in de samenwerkingspartners kan enerzijds worden gezien als voorwaarde voor een goede
(keten)samenwerking; wanneer er geen sprake is van vertrouwen zal er geen (goede) samenwerking tot stand
komen. Anderzijds is vertrouwen ook een uitkomst van een goede samenwerking. Wanneer het project naar volle
tevredenheid is verlopen heeft men vertrouwen in de partners en zal men in de toekomst verkiezen wederom met
dezelfde partijen samen te werken. Hierdoor kan vertrouwen worden gezien als het cement van (lange termijn)
ketensamenwerking. Het vertrouwen moet vooraf aanwezig zijn wil ketensamenwerking ontstaan en het
vertrouwen dat is opgebouwd tijdens het project waarborgt lange termijn relaties. Omgekeerd kan ook worden
gezegd dat wanneer het vertrouwen wordt geschaamd dit meteen een reden is om een
ketensamenwerkingspartner af te schrijven.
4.2 Vertrouwen
In deze paragraaf wordt ingegaan op het vertrouwen bij opdrachtnemende en opdrachtgevende partijen.
Allereerst wordt gekeken naar de verwachtingen en ervaringen van opdrachtnemers bij het laatst afgeronde
project en de ontwikkeling van het vertrouwen ten opzichte van 2010 en 2008. Vervolgens wordt eenzelfde
exercitie gemaakt voor opdrachtgevers.
53
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
4.2.1 Het vertrouwen van opdrachtnemers
In de bouwkolom speelt vertrouwen een centrale rol. Ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend
leiderschap zijn gebaseerd op wederzijds vertrouwen van de verschillende partijen. Derhalve is ook ten aanzien
van het vertrouwen een aantal aspecten voorgelegd.
De verwachtingen aangaande het vertrouwen dat opdrachtnemers hebben in opdrachtgevers en de overige
partijen in de bouwketen zijn zeer hoog; 86% verwacht voorzien te worden van alle relevante informatie en 95%
verwacht dat de opdrachtgever hen volledig vertrouwt van acquisitie tot oplevering. Ook de ervaringen van
opdrachtnemers zijn zeer positief te noemen. Ruim driekwart van alle opdrachtnemers wordt voorzien van alle
relevante informatie. Daarnaast wordt 90% van de opdrachtnemers door de opdrachtgever van acquisitie tot
oplevering volledig vertrouwd.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
De ontwikkeling van het algemeen vertrouwen van opdrachtnemers over de afgelopen 2 jaar is weergegeven in
de volgende tabel. Zowel de verwachtingen als de ervaringen zijn vrijwel stabiel gebleven ten opzichte van 2010.
Volgens opdrachtnemers blijft het vertrouwen dus op hetzelfde hoge niveau. Over de lange termijn genomen is
wel een duidelijk stijgende lijn te zien in het verwachte en ervaren vertrouwen. Ten opzichte van 2008 is met
name de verwachting dat de opdrachtgever de opdrachtnemer van acquisitie tot oplevering volledig kan
vertrouwen beduidend gestegen.
Vertrouwen – Opdrachtnemers (% mee eens + % zeer mee eens)
2012 2010 2008 Saldo ’12 - ‘10
Voorziening alle relevante informatie (verwacht) 86% 84% 87% 2%
Voorziening alle relevante informatie (ervaren) 77% 76% 75% 1%
Volledig vertrouwen van acquisitie tot oplevering (verwacht) 95% 91% 88% 4%
Volledig vertrouwen van acquisitie tot oplevering (ervaren) 89% 89% 85% 0%
65%
67%
62%
67%
25%
28%
15%
19%
3%
1%
11%
6%
1%
1%
Volledig vertrouwen van acquisitie tot oplevering - ERV
Volledig vertrouwen van acquisitie tot oplevering - VERW
Voorziening alle relevante informatie - ERV
Voorziening alle relevante informatie - VERW
Algemeen vertrouwen - Opdrachtnemers - 2012
54
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
4.2.2 Het vertrouwen van opdrachtgevers
Ook bij opdrachtgevers zijn de verwachtingen aangaande het vertrouwen dat zij hebben in opdrachtnemers zeer
hoog; 84% verwacht voorzien te worden van alle relevante informatie en 73% verwacht dat de opdrachtnemer
rekening houdt met de belangen en risico’s van de opdrachtgever. De ervaringen met de voorziening van alle
relevante informatie is in lijn met de verwachting; 76% heeft bij het laatst afgeronde project een positieve ervaring
gehad.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
De ontwikkeling van het algemeen vertrouwen van opdrachtgevers over de afgelopen 2 jaar is weergegeven in de
volgende tabel. Waar er in 2010 nog een aanzienlijke positieve ontwikkeling was in het vertrouwen, heeft het
vertrouwen van de opdrachtgevers zich nu significant negatief ontwikkeld. Met name de verwachtingen en
ervaringen aangaande de mate waarin de opdrachtnemer rekening houdt met de belangen en risico’s van de
opdrachtnemer zijn sterk gedaald.
Wanneer we ingaan op de verschillende soorten opdrachtgevers is te zien dat de daling in het vertrouwen het
grootst is bij de commerciële opdrachtgevers. Met name de ontwikkelaars en de opdrachtgevende aannemers
verwachten en ervaren nu beduidend minder vaak dat opdrachtnemers rekening houden met hun belangen en
risico’s dan in 2010. Bij de publieke opdrachtgevers is de daling aanzienlijk minder groot. Bij de
overheidsinstellingen is het vertrouwen zelfs op hetzelfde niveau gebleven of licht gestegen.
Vertrouwen – Opdrachtgevers (% mee eens + % zeer mee eens)
2012 2010 2008 Saldo ’12 – ‘10
Voorziening alle relevante informatie (verwacht) 84% 90% 85% -6%
Voorziening alle relevante informatie (ervaren) 75% 75% 60% 0%
Rekening houden met belangen en risico's (verwacht) 73% 93% 84% -20%
Rekening houden met belangen en risico's (ervaren) 60% 77% 66% -17%
50%
62%
66%
66%
9%
11%
10%
18%
15%
9%
9%
6%
1%
2%
1%
Opdrachtnemer rekening houden met belangen en risico's - ERV
Opdrachtnemer rekening houden met belangen en risico's - VERW
Voorziening alle relevante informatie - ERV
Voorziening alle relevante informatie - VERW
Algemeen vertrouwen - Opdrachtgevers - 2012
55
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Er is dus sprake van een sterke daling van het vertrouwen bij opdrachtgevers. Dit is met name het geval ten
aanzien van de mate waarin rekening is gehouden met de belangen en risico’s van de opdrachtgever door de
opdrachtnemer. Om meer inzicht te krijgen in een mogelijke oorzaak voor het sterk gedaalde vertrouwen van
opdrachtgevers zijn een aantal zaken nader geanalyseerd. Allereerst is gekeken naar de verwachtingen en
ervaringen van opdrachtgevers op het gebied van ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend
leiderschap. Hieruit komt naar voren dat opdrachtgevers die negatieve ervaringen hebben aangaande de mate
waarin rekening is gehouden met hun belangen en risico’s over de gehele linie lagere verwachtingen en
ervaringen hebben. Met name de verwachtingen en ervaringen aangaande een eerlijke verdeling van financiële
risico’s en meevallers liggen aanzienlijk lager bij deze groep. Doordat er in vergelijking met twee jaar geleden
steeds meer beslissingsbevoegdheid ligt bij de opdrachtnemer, loopt de opdrachtgever een groter risico. Ook de
slechte economische omstandigheden dragen niet op een positieve wijze bij aan het vertrouwen.
Opdrachtgevers hebben de opdrachtnemers met wie zij samen hebben gewerkt bij het laatste project moeten
beoordelen. Een lage beoordeling van een opdrachtnemer kan er op duiden dat hier in de samenwerking iets mis
is gegaan waardoor het vertrouwen is beschaamd. Opdrachtgevers die aangeven dat er onvoldoende rekening is
gehouden met hun belangen en risico’s bij het laatst afgeronde project beoordelen met name gespecialiseerde
aannemers en aannemers aanzienlijk minder goed dan opdrachtgevers die wel positieve ervaringen hebben
opgedaan.
4.3 Tevredenheid met de samenwerking
In deze paragraaf wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre opdrachtnemers en opdrachtgevers tevreden zijn met de
partijen met wie zij bij het laatst afgeronde project hebben samengewerkt en in hoeverre zij dit project als
succesvol beschouwen. Allereerst wordt ingegaan op de situatie bij opdrachtnemers, vervolgens wordt gekeken
naar de opdrachtgevers.
4.3.1 Tevredenheid van opdrachtnemers
Om de waardering voor de verschillende partijen in de bouwketen in kaart te brengen zijn opdrachtnemers
gevraagd de samenwerking met de partijen waar zij tijdens het laatst afgeronde project mee hebben
samengewerkt te beoordelen met een rapportcijfer. Er zijn grote verschillen te zien tussen de verschillende
partijen. Opvallend is dat de opdrachtgevers het beste worden beoordeeld. Onderwijsinstellingen (8,6),
particulieren (8,1) en woningbouwcorporaties (8,0) krijgen een 8 of hoger voor de samenwerking. Ook gemeenten
(7,8), projectontwikkelaars (7,7) en bedrijven (7,6) worden zeer goed beoordeeld. Publieke opdrachtgevers
worden veelal net iets beter beoordeeld dan commerciële opdrachtgevers.
56
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Na de opdrachtgevers wordt de toeleverende industrie ook goed beoordeeld. De bouwmaterialenhandel krijgt een
7,5 en de fabrikant een 7,4. Vervolgens komen de verschillende uitvoerende partijen terug; de aannemer en de
gespecialiseerde aannemer worden beiden beoordeeld met een 7,3, gevolgd door de installateur (7,2). De
adviserende en ontwerpende partijen worden het minst positief beoordeeld; architecten krijgen gemiddeld een 6,9
en ingenieursadviesbureaus een 6,8. Er zijn per saldo meer opdrachtnemers die deze partijen met een 6 of lager
beoordelen. Dit houdt in dat er hier relatief veel negatief sentiment heerst.
De tevredenheid met de samenwerking toont een duidelijk tegenovergesteld beeld van de bouwkolom. De
samenwerking met de eindgebruiker wordt het beste beoordeeld, gevolgd door de toeleverende industrie. Daarna
komen de uitvoerende partijen terug. De partijen die traditioneel gezien bovenaan de bouwkolom staan, de
adviserende en ontwerpende partijen, komen het minst positief uit de bus.
* DE RESULTATEN VOOR DEZE PARTIJEN ZIJN GEBASEERD OP 25 TOT 50 WAARNEMINGEN ©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
Een positieve afronding van een project kan aanleiding zijn voor een lange termijn relatie tussen opdrachtgever
en opdrachtnemer en verschillende opdrachtnemers onderling. Om in kaart te brengen in welke mate hier
momenteel sprake van is, zijn opdrachtnemers gevraagd naar het succes van het laatst afgeronde project.
De opdrachtgever is niet per definitie de eindgebruiker. Woningen die een woningbouwcorporatie laat bouwen
worden vervolgens verhuurd aan de eindgebruikers. In een consumentgerichte benadering wordt er rekening
gehouden met de wensen van de eindgebruiker. Niet alleen de opdrachtgever maar ook de eindgebruiker dient
tevreden te worden gesteld. Maar liefst 93% van de opdrachtnemers geeft aan de opdrachtgever tevreden was
met het eindresultaat. Daarnaast geeft 88% aan dat de eindgebruiker tevreden was met het eindresultaat. Ook de
kwaliteit van het project wordt door opdrachtnemers zeer goed beoordeeld; 92% geeft aan dat de kwaliteit van het
opgeleverde werk hoogwaardig was.
6,8
6,9
7,2
7,3
7,3
7,4
7,5
7,6
7,7
7,8
8,0
8,1
8,6
Ingenieursadviesbureau
Architectenbureau
Installateur
Gespecialiseerde aannemer
Aannemer
Fabrikant
Bouwmaterialenhandel
Bedrijven
Projectontwikkelaar*
Gemeente
Woningbouwcorporatie
Particulier
Onderwijsinstelling*
Tevredenheid samenwerking opdrachtgevende partijen
57
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
De evaluatie van het behalen van de planning en het budget is aanzienlijk minder positief. Aangaande de
planning geeft 18% aan dat men niet binnen de oorspronkelijke planning is gebleven. Daarnaast geeft 19% aan
dat het project niet binnen de oorspronkelijke begroting is gebleven.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
Uit de voorgaande figuur komt over het algemeen een zeer positieve evaluatie van het laatste project naar voren.
Er is hier sprake van een bepaalde mate van sociaal wenselijke antwoorden; een opdrachtnemer zal niet zo snel
aangeven dat de opdrachtgever niet tevreden was met zijn werk of dat de kwaliteit ondermaats was. Daarom is
het belangrijk om te kijken naar de ontwikkeling van deze projectevaluatie. In de volgende tabel worden de
resultaten vergeleken met die uit de eerdere metingen. Hieruit komt naar voren dat men ten opzichte van 2010 nu
beduidend vaker heeft aangegeven dat men niet binnen de oorspronkelijke planning en het oorspronkelijke
budget is gebleven.
Laatst afgeronde project – Opdrachtnemers (% mee eens + % zeer mee eens)
2012 2010 2008 Saldo ’12 - ‘10
Opdrachtgever is meer dan tevreden met eindresultaat 92% 96% 96% -4%
Kwaliteit van werk binnen project was hoogwaardig 92% 94% 92% -2%
Eindgebruiker is meer dan tevreden met eindresultaat 89% - - -
Project is binnen oorspronkelijke planning opgeleverd 72% 81% 76% -8%
Project is binnen oorspronkelijke begroting gebleven 63% 73% 74% -10%
49%
54%
64%
68%
66%
14%
18%
24%
24%
27%
17%
16%
1%
2%
1%
2%
2%
Project is binnen oorspronkelijke begroting gebleven
Project is binnen oorspronkelijke planning opgeleverd
Eindgebruiker is meer dan tevreden met eindresultaat
Kwaliteit van werk binnen project was hoogwaardig
Opdrachtgever is meer dan tevreden met eindresultaat
Laatst afgeronde project - Opdrachtnemers
58
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
4.3.2 Tevredenheid van opdrachtgevers
Om de waardering voor de verschillende opdrachtnemers in kaart te brengen zijn opdrachtgevers gevraagd de
samenwerking met de partijen waar zij tijdens het laatst afgeronde project mee hebben samengewerkt te
beoordelen met een rapportcijfer. De meeste opdrachtnemers krijgen een beoordeling tussen de 7,0 en de 7,5.
Aannemers worden met een 7,5 het beste beoordeeld. Dit is de partij die van oudsher een sterke relatie heeft met
de opdrachtgever. Verder is opvallend dat het ingenieursbureau onder de 7,0 wordt beoordeeld. Dit houdt in dat
er relatief veel opdrachtgevers ontevreden zijn met de samenwerking met het ingenieursadviesbureau.
Bij opdrachtgevers is veel minder sterk een bepaalde lijn te zien in de beoordeling van opdrachtnemers, zoals die
bij opdrachtnemers wel duidelijk naar voren kwam. Daar komt bij dat opdrachtgevers veel minder positief zijn over
opdrachtnemers dan vice versa. Dit is in lijn met de daling in het vertrouwen en onderstreept dat de verhoudingen
op scherp staan.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
Wanneer de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer voorspoedig is verlopen, kan dit een
aanleiding zijn voor een lange termijn relatie tussen beiden. Om in kaart te brengen in welke mate hier momenteel
sprake van is, zijn opdrachtgevers indirect gevraagd naar de tevredenheid met de opdrachtnemer.
Het overgrote merendeel van de opdrachtgevers geeft aan dat de eindgebruiker tevreden was met het
eindresultaat. Voor een succesvolle afronding van het project is niet alleen een tevreden opdrachtgever en
eindgebruiker nodig, ook de opdrachtnemer dient tevreden te zijn. Ruim tweederde van alle opdrachtgevers geeft
aan dat de opdrachtnemer na afloop van het project tevreden was met het financiële eindresultaat.
Om te meten in hoeverre de ervaringen bij het laatst afgeronde project zullen leiden tot een lange termijn relatie
tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is gevraagd of men onder diverse omstandigheden opnieuw voor deze
opdrachtnemer zou kiezen. Tweederde van alle opdrachtgevers geeft aan ook voor deze opdrachtnemer te
kiezen wanneer dit betekent dat het project een maand later start. Daarnaast geeft 54% aan dat hij de
opdrachtnemer, indien mogelijk, voor een volgend project 1 op 1 zou willen selecteren. Wanneer het op prijs
6,8
7,0
7,1
7,1
7,2
7,3
7,5
Ingenieursadviesbureau
Installateur
Architectenbureau
Fabrikant
Gespecialiseerde aannemer
Bouwmaterialenhandel
Aannemer
Tevredenheid samenwerking opdrachtnemende partijen
59
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
aankomt is men echter minder positief; 43% geeft aan niet voor de opdrachtnemer te kiezen wanneer deze 5%
duurder zou zijn dan een andere opdrachtnemer.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
In de volgende tabel is de ontwikkeling van de evaluatie van het laatst afgeronde project getoond. Ten opzichte
van 2010 geeft men nu beduidend minder vaak aan dat de betreffende opdrachtnemer tevreden was met het
financiële eindresultaat. Ook het aantal opdrachtgevers dat aangeeft de opdrachtnemer indien mogelijk direct te
willen selecteren voor een volgend project is nu beduidend lager. Opdrachtnemers nemen vanwege de slechte
marktomstandigheden nu sneller werk aan dat zij niet kunnen realiseren tegen de geboden prijs. Hierdoor is er
sneller sprake van meerkosten, wat de tevredenheid aan beide kanten niet positief beïnvloedt.
Laatst afgeronde project – Opdrachtgevers (% mee eens + % zeer mee eens)
2012 2010 2008 Saldo ’12 - ‘10
Eindgebruiker is meer dan tevreden met eindresultaat 87% - - -
Betreffende opdrachtnemer is tevreden met financiële eindresultaat
69% 77% 67% -8%
Betreffende opdrachtgever kiezen bij start van project maand later 65% 59% 57% 6%
Opdrachtnemer 1 op 1 selecteren indien mogelijk 54% 66% 57% -12%
Betreffende opdrachtnemer kiezen zelfs als 5% duurder dan andere
30% 34% 27% -4%
27%
45%
56%
59%
69%
3%
9%
9%
10%
18%
37%
23%
14%
6%
2%
6%
4%
2%
1%
Betreffende opdrachtnemer kiezen zelfs als 5% duurder dan andere
Opdrachtnemer 1 op 1 selecteren indien mogelijk
Betreffende opdrachtgever kiezen bij start van project maand later
Betreffende opdrachtnemer is tevreden met financiële eindresultaat
Eindgebruiker is meer dan tevreden met eindresultaat
Laatst afgeronde project - Opdrachtgevers
60
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
4.4 Voorlopers op het gebied van vertrouwen
In deze paragraaf worden de verschillen in de verwachtingen en ervaringen bekeken voor een aantal groepen.
Op deze manier kan worden achterhaald welke partijen het meeste vertrouwen hebben in hun
samenwerkingspartners en bij welke partijen er juist sprake is van wantrouwen. Allereerst worden de verschillen
tussen bouw- en infrabedrijven enerzijds en gespecialiseerde aannemers anderzijds in kaart gebracht.
Vervolgens wordt er een onderscheid gemaakt tussen publieke opdrachtgevers, commerciële
projectontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers. Daarna zijn de resultaten voor de 50 grootste
opdrachtnemers en opdrachtgevers afgezet tegen de resultaten voor de rest van de sector. Ten slotte is het
verschil in vertrouwen bij partners van Vernieuwing Bouw en niet-partners in kaart gebracht.
4.4.1 Bouw- en infrabedrijven versus gespecialiseerde aannemers
In de volgende tabel is het verwachte en ervaren vertrouwen van bouw- en infrabedrijven enerzijds en
gespecialiseerde aannemers anderzijds uiteengezet. Hieruit komt naar voren dat er weinig verschillen zijn tussen
bouw- en infrabedrijven en gespecialiseerde aannemers.
Vertrouwen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens) - Ervaringen
Type opdrachtnemer: Bouw- en infrabedrijven Gespecialiseerde
aannemers
Volledig vertrouwen van acquisitie tot oplevering - ERV
88% 90%
Voorziening alle relevante informatie -ERV 76% 79%
Vertrouwen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens) - Verwachtingen
Type opdrachtnemer: Bouw- en infrabedrijven Gespecialiseerde
aannemers
Volledig vertrouwen van acquisitie tot oplevering -VERW
92% 95%
Voorziening alle relevante informatie - VERW 84% 87%
61
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
4.4.2 Publieke versus commerciële opdrachtgevers
Publieke opdrachtgevers hebben, vergeleken met opdrachtgevende aannemers en projectontwikkelaars,
aanzienlijk hogere verwachtingen aangaande de mate waarin de opdrachtnemer rekening houdt met hun
belangen en risico’s. Ook hebben zij beduidend betere ervaringen op dit vlak.
Vertrouwen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens) - Ervaringen
Type opdrachtgever: Publiek Ontwikkelaar Aannemers
Voorziening alle relevante informatie - ERV 79% 71% 75%
Rekening houden met belangen en risico's - ERV 70% 50% 55%
Vertrouwen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens) - Verwachtingen
Type opdrachtgever: Publiek Ontwikkelaar Aannemers
Voorziening alle relevante informatie - VERW 84% 80% 86%
Rekening houden met belangen en risico's - VERW 81% 60% 71%
4.4.3 De grootste opdrachtnemers en opdrachtgevers
De grootste opdrachtnemers hebben iets minder positieve ervaringen op het gebied van het vertrouwen dat zij
kunnen stellen in de opdrachtgever dan de overige opdrachtnemers. Grote opdrachtnemers werken vaak aan
complexere projecten, waardoor voorzichtigheid logischer is en een volledige informatie voorziening moeilijker.
Vertrouwen van opdrachtnemers (% zeer mee eens + % mee eens) - Ervaringen
Top 50 Overige opdrachtnemers
Volledig vertrouwen van acquisitie tot oplevering 82% 90%
Voorziening alle relevante informatie 70% 78%
Bij opdrachtgevers zijn er geen grote verschillen is het ervaren vertrouwen tussen de grootste opdrachtgevers en
de overige opdrachtgevers in de markt.
Vertrouwen van opdrachtgevers (% zeer mee eens + % mee eens) - Ervaringen
Top 50 Overige opdrachtgevers
Voorziening alle relevante informatie 76% 75%
Rekening houden met belangen en risico's 63% 59%
62
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
5 Gevolgen van de economische recessie
5.1 Inleiding
In 2008 schokte de financiële wereld op haar grondvesten toen een aantal grote banken onderuit ging doordat zij
niet langer aan de kredietverplichtingen konden voldoen. Dit had een direct gevolg voor het vertrouwen op de
beurzen. De monetaire wereld raakte verlamd en dit sloeg al snel over op de reële sfeer. Het
consumentenvertrouwen daalde en de huizenmarkt stortte in; de economische recessie was een feit. Eind 2010
waren er veel tekenen van economisch herstel, waardoor de recessie ten einde leek. Dit herstel bleek echter van
korte duur. Onder invloed van onder andere de problemen met de overheidstekorten in diverse Euro-landen
kromp de economie halverwege 2011 opnieuw. Deze krimp heeft zich meerdere kwartalen doorgezet, waardoor
Nederland wederom in een recessie is beland. Er is nu officieel sprake van een double-dip. Met name de
bouwsector bevindt zich momenteel in zwaar weer; de aanhoudende problemen op zowel de koop- als de
huurwoningmarkt en de lage nieuwbouwproductie zorgen ervoor dat er dagelijks tientallen mensen worden
ontslagen.
De huidige situatie in de sector heeft zonder meer een effect op de mate waarin ketensamenwerking,
levensduurdenken en vernieuwend leiderschap zijn geïntegreerd. Uit de meting van 2010 kwam al naar voren dat
de eerste recessie een negatief effect had op integriteit en transparantie. Het effect op ketensamenwerking,
levensduurdenken en vernieuwend leiderschap kan zowel positief als negatief zijn; enerzijds kan de
laagconjunctuur tot gevolg hebben dat bedrijven het inzetten van nieuwe werkwijzen uitstellen en alles zoveel
mogelijk bij het bekende willen houden. Anderzijds kunnen bedrijven ketensamenwerking, levensduurdenken en
vernieuwend leiderschap zien als manier om zich te onderscheiden van de rest en zo een concurrentievoordeel
op te doen. Om dit effect in kaart te brengen wordt er in dit hoofdstuk gekeken naar de verschillen tussen
bedrijven die enige tot geen gevolgen ervaren van de recessie, bedrijven die in sterke mate gevolgen ervaren van
de recessie en bedrijven die in zeer sterke mate de gevolgen ondervinden.
63
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
5.2 Stand van zaken
Alvorens er gekeken kan worden naar het effect van de economische recessie op ketensamenwerking,
levensduurdenken en vernieuwend leiderschap in de bouwkolom dient eerst de huidige stand van zaken in kaart
gebracht te worden. De eerste stap is het in kaart brengen hoe de omzet voor 2012 zich naar verwachting heeft
ontwikkeld ten opzichte van een jaar eerder. In de volgende figuur is te zien hoe de omzet van commerciële
opdrachtgevers en opdrachtnemers zich naar verwachting heeft ontwikkeld.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
De omzetverwachtingen zijn bij zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers ronduit negatief te noemen. Meer dan
de helft van alle opdrachtgevers en opdrachtnemers geeft aan een omzetdaling te verwachten. Een derde
verwacht een stabilisatie van de omzet.
De omzetontwikkeling is dus alles behalve positief te noemen. Een daling van de omzet hoeft echter niet altijd te
betekenen dat men in (zeer sterke mate) gevolgen ervaart van de recessie, net zozeer als dat een omzetstijging
niet per definitie betekent dat men geen gevolgen ervaart van de verslechterde economie. Uit de volgende figuur
blijkt dat 13% van de opdrachtnemers en 7% van de opdrachtgevers geen gevolgen ervaart van de recessie. Dit
aandeel is wel beduidend lager dan in 2010, toen dit nog respectievelijk 23% en 18% was. De groep die in zeer
sterke mate gevolgen van de economische recessie heeft ervaren, is sterk gegroeid. Waar in 2010 nog slechts
6% van de opdrachtnemers en 8% van de opdrachtgevers dit aangaf is dit nu respectievelijk 13% en 17%.
Hoewel de gevolgen van de recessie bij beiden groepen duidelijk merkbaar zijn, lijkt het erop dat de klap bij de
opdrachtgevers harder aankomt; 59% van de opdrachtgevers geeft aan in (zeer) sterke mate gevolgen te ervaren
van de recessie tegenover 44% van de opdrachtnemers.
12%
15%
34%
31%
53%
54%
Opdrachtgevers
Opdrachtnemers
Omzetontwikkeling 2012 t.o.v 2011
Stijgen Gelijk blijven Dalen
64
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
Om de gevolgen van de economische recessie op de organisatie te bestrijden kunnen er diverse maatregelen
genomen worden. De volgende figuur geeft inzicht in of, en zo ja welke, maatregelen er genomen zijn door
opdrachtnemende en opdrachtgevende partijen.
©2012 USP MARKETING CONSULTANCY BV
Opdrachtgevers hebben iets vaker dan opdrachtnemers maatregelen genomen als gevolg van de recessie;
79% van de opdrachtnemers heeft maatregelen genomen tegenover 89% van de opdrachtgevende
partijen. Indien men maatregelen heeft genomen, dan is men in eerste instantie gaan snijden; 54% van de
opdrachtnemers en 69% van de opdrachtgevers heeft interne kostenreducties doorgevoerd. Daar komt bij
dat 44% van zowel de opdrachtgevers als de opdrachtnemers de offerteprijzen heeft verlaagd. Ten slotte
18%
23%
7%
13%
42%
46%
35%
43%
30%
23%
42%
31%
8%
6%
17%
13%
2%
1%
Opdrachtgevers 2010
Opdrachtnemers 2010
Opdrachtgevers 2012
Opdrachtnemers 2012
Ervaren gevolgen van recessie
Geheel niet In enige mate In sterke mate
In zeer sterke mate Weet niet/geen mening
4%
11%
1%
4%
31%
39%
38%
41%
44%
69%
1%
4%
21%
1%
1%
5%
20%
30%
31%
29%
44%
54%
Weet niet/geen mening
Anders
Geen maatregelen
Nieuwe klanten werven
Efficiënter werken
Werktijdverkorting/deeltijd WW aangevraagd
Werken volgens nieuwe business modellen
Afstoten van personeel
Ontwikkelen nieuwe producten en processen
Kennis delen met andere betrokken partijen
Verlagen van offerte prijzen
Interne kostenreductie
Maatregelen als gevolg van recessie
Opdrachtnemers
Opdrachtgevers
Snijden
Snijden
Snijden
Prijzen verlagen
Actie ondernemen
Actie ondernemen
Actie ondernemen
Actie ondernemen
Actie ondernemen
Niets doen
65
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
heeft 30% van de opdrachtnemers en 39% van de opdrachtgevers personeel afgestoten. Interne
maatregelen zijn dus erg populair.
Daarnaast kunnen bedrijven diverse acties ondernemen om hun positie te verbeteren. Zo geeft 29% van de
opdrachtnemende en 41% van de opdrachtgevende partijen aan kennis te delen met andere partijen om zo
de recessie het hoofd te bieden. Ook geeft men vaak aan nieuwe producten of processen te hebben
ontwikkeld of te zijn gaan werken volgens nieuwe business modellen.
Wanneer het aankomt op het bestrijden van de recessie grijpt men nog vooral naar de korte termijn
middelen; men gaat snijden aan de interne kostenkant of verlaagt de prijzen. Er wordt nog maar in
beperkte mate vernieuwend of innoverend gedacht door de bouwsector.
De maatregelen die men heeft getroffen om de recessie te bestrijden, zijn onder andere gerelateerd aan het
opleidingsniveau. Hoger opgeleide personen treffen vaker maatregelen (88%) dan lager opgeleiden (76%). Als
gekeken wordt naar de maatregelen die getroffen worden, valt op dat hoger opgeleiden vaker nieuwe producten
en processen zijn gaan ontwikkelen, terwijl lager opgeleiden vaker hebben gekozen de offerte prijzen te verlagen.
Daarnaast is gekeken naar de maatregelen die de top 50 bedrijven hebben getroffen om de recessie te
bestrijden. De top 50 geeft met name vaker aan te zijn gaan werken volgens nieuwe businessmodellen en nieuwe
producten en processen te hebben ontwikkeld dan de overige organisaties.
5.3 Gevolgen van recessie op de samenwerking in de bouw
Om het effect van de economische recessie in kaart te brengen, gaat deze paragraaf in op de verschillen in de
mate van ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend leiderschap tussen bedrijven die in geen
enkele mate of in enige mate gevolgen ervaren van de economische recessie, zij die in sterke mate gevolgen
ervaren en de bedrijven die in zeer sterke mate de gevolgen ervaren. Allereerst wordt gekeken naar de situatie bij
opdrachtnemers, vervolgens naar de situatie bij opdrachtgevers.
5.3.1 Opdrachtnemers
In de volgende tabellen zijn de ervaringen op het gebied van ketensamenwerking, levensduurdenken en
vernieuwend leiderschap, evenals het vertrouwen bij het laatste project weergegeven voor opdrachtnemers die in
geen tot enkele mate gevolgen ervaren van de economische recessie, opdrachtnemers die in sterke mate
gevolgen ervaren en opdrachtnemers die in zeer sterke mate gevolgen ervaren. Hieruit komt naar voren dat
opdrachtnemers die minder gevolgen ervaren van de recessie vaker aangeven dat ze zijn geselecteerd op basis
van kwaliteit in plaats van prijs en dat de risico’s vooraf eerlijk verdeeld waren. Daarnaast geven zij vaker aan dat
alle partijen in de ontwerpfase waren betrokken en dat de meest geschikte partij de leiding had in het
bouwproces.
66
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Er is dus een duidelijk negatief effect te merken van de recessie op ketensamenwerking; partijen die het
economisch zwaarder hebben, boeken minder goede resultaten op het gebied van ketensamenwerking. Hieruit
kan dus worden opgemaakt dat ketensamenwerking loont.
Op het gebied van levensduurdenken is het effect van de recessie minder sterk aanwezig. Er zijn vrijwel geen
verschillen tussen bedrijven die het goed doen en bedrijven die het minder goed doen. Hieruit kan worden
geconcludeerd dat levensduurdenken een thema is dat bij alle partijen hoog op de agenda staat, ongeacht de
economische situatie.
Ten slotte kan er nog worden gekeken naar het vertrouwen. Hieruit blijkt dat bedrijven die minder last hebben van
de recessie iets vaker aangeven dat de opdrachtgever hen heeft vertrouwd van acquisitie tot oplevering.
Ervaringen bij het laatste project – Ketensamenwerking (% zeer mee eens + % mee eens)
Mate waarin men de gevolgen van de recessie ervaart: Geen/enige
mate Sterke mate
Zeer sterke mate
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen 32% 31% 28%
Selectie opdrachtnemer op basis van kwaliteit, niet op prijs 76% 71% 68%
Eerlijke verdeling risico's 58% 53% 49%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 28% 21% 22%
Betrokkenheid alle partijen al in ontwerpfase 53% 48% 45%
Meest geschikte partij had leiding in bouwproces 54% 49% 47%
Ervaringen bij het laatste project – Levensduurdenken (% zeer mee eens + % mee eens)
Mate waarin men de gevolgen van de recessie ervaart: Geen/enige
mate Sterke mate
Zeer sterke mate
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten
56% 53% 53%
Aandragen duurzame oplossingen 58% 55% 56%
Waardering bij aandragen duurzame oplossingen 60% 58% 56%
Ervaringen bij het laatste project – Vertrouwen (% zeer mee eens + % mee eens)
Mate waarin men de gevolgen van de recessie ervaart: Geen/enige
mate Sterke mate
Zeer sterke mate
Volledig vertrouwen van acquisitie tot oplevering 91% 88% 85%
Voorziening alle relevante informatie 79% 75% 77%
67
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
5.3.2 Opdrachtgevers
Bij opdrachtgevers is de invloed van de economische recessie op de mate van ketensamenwerking en
levensduurdenken beduidend minder groot dan bij opdrachtnemers. Er zijn vrijwel geen verschillen tussen
opdrachtgevers die in geen tot enige mate gevolgen ervaren van de verslechterde economie, zij die in sterke
mate gevolgen ervaren en opdrachtgevers die aangeven in zeer sterke mate gevolgen te ervaren. Het enige
effect wat zichtbaar is, is dat opdrachtgevers die in mindere mate gevolgen ervaren van de economische recessie
meer vertrouwen hebben in hun opdrachtnemers; zij geven beduidend vaker aan dat zij erop vertrouwen te zijn
voorzien van alle relevante informatie en dat de opdrachtnemer rekening heeft gehouden met hun belangen en
risico’s.
Ervaringen bij het laatste project– Ketensamenwerking (% zeer mee eens + % mee eens)
Mate waarin men de gevolgen van de recessie ervaart: Geen/enige
mate Sterke mate
Zeer sterke mate
Delen van projectinformatie met alle betrokken partijen 31% 31% 33%
Eerlijke verdeling risico's 59% 49% 55%
Eerlijke verdeling financiële meevallers 24% 26% 24%
Betrokkenheid alle partijen al bij ontwerpfase 40% 45% 35%
Ervaringen bij het laatste project – Levensduurdenken (% zeer mee eens + % mee eens)
Mate waarin men de gevolgen van de recessie ervaart: Geen/enige
mate Sterke mate
Zeer sterke mate
Rekening houden met exploitatie/onderhoudskosten bij nieuwbouwprojecten
58% 62% 62%
Opdrachtgevers moeten proactief meedenken over meer duurzame oplossingen
59% 57% 57%
Ervaringen bij het laatste project – Vertrouwen (% zeer mee eens + % mee eens)
Mate waarin men de gevolgen van de recessie ervaart: Geen/enige
mate Sterke mate
Zeer sterke mate
Vertrouwen op verstrekken relevante informatie 80% 71% 72%
Rekening houden met mijn belangen en risico's 65% 54% 58%
68
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
6 Bijlagen
6.1 Bijlage 1: Achtergrondgegevens
Marktpartijen per deelgroep
Advies en Ontwerp Architecten, ingenieurs, technisch adviseurs B&U, technisch adviseurs GWW, installatie adviseurs
Bouw- en infrabedrijven Aannemers GWW, Aannemers B&U
Gespecialiseerde aannemers Glaszetters, klussenbedrijf, timmermannen, schilders, stukadoors, tegelzetters, vloerbedrijven, montagebedrijven, dakdekkers, loodgieters, installateurs elektro, CV installateurs, ijzerwarenhandel, fabrikant (bouw), technische groothandel, sanitair groothandel, timmer groothandel, bouwmaterialenhandel, bouwmarkt
Publieke opdrachtgevers Woningbouwcorporaties, gemeenten, provincies, waterschappen, Rijksgebouwendienst, Rijkswaterstaat
Commerciële opdrachtgevers Projectontwikkelaars, opdrachtgevende aannemers
Laatst afgeronde project - Type
Opdrachtnemers Opdrachtgevers
Utiliteitsbouw 45% 28%
Woningbouw 49% 49%
Infra / GWW 5% 24%
Nieuwbouw 44% 60%
Renovatie 56% 40%
69
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Opdrachtgever bij laatst afgeronde project
Particulier 38%
Aannemer 18%
Bedrijven (tbv bedrijfs/kantoor panden) 12%
Woningcorporatie 8%
Gemeente 7%
Projectontwikkelaar 4%
Onderwijsinstelling 2%
Gespecialiseerde aannemer 2%
Rijksgebouwendienst 1%
Installateur 1%
Zorginstelling 1%
Anders 5%
Opdrachtnemer bij laatst afgeronde project
Aannemer 56%
Gespecialiseerde aannemer 10%
Particulier 4%
Installateur 4%
Ontwikkelaar 3%
Gemeente 3%
Woningbouwcorporatie 3%
ZZP-er 2%
Architectenbureau 2%
Bouwmaterialenhandel 1%
Anders 10%
70
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Laatst afgeronde project – Wijze van verkrijgen opdracht
Opdrachtnemers Opdrachtgevers
Onderhands in concurrentie 15% 29%
Openbare aanbesteding 17% 26%
Directe (particuliere) opdrachtverstrekking 24% 8%
Onderhands alleen 14% 15%
Directe verstrekking (via bedrijven) 18% 9%
Eigen ontwikkeling 4% 7%
Anders 6% 4%
Weet niet/geen mening 2% 3%
Laatst afgeronde project – Gebruikte contractvorm
Opdrachtnemers Opdrachtgevers
Uitvoer zonder ontwerp 34% 41%
Design and Build (DB) 12% 11%
Ontwerp zonder uitvoer 10% 6%
Prestatiebestek 5% 7%
Raamcontract 6% 4%
Design and Construct (D&C) 2% 5%
Design, build, maintain (DBM) 3% 2%
Aannemingsovereenkomst 1% 3%
Engineering & Construct (E&C) 2% 1%
Publiek private aanbesteding 2% 1%
Op basis van offerte 2% 0%
Design, build, finance, maintain, operate (DBFMO) 1% 1%
Design, build, finance, maintain (DBFM) 1% 0%
Geen contract 2% 1%
Anders 4% 8%
Weet niet/geen mening 14% 9%
71
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Laatst afgeronde project – Criteria keuze opdrachtgever
Opdrachtnemers
Kwaliteit 38%
Prestaties in het verleden 28%
Laagste prijs 26%
Reputatie 21%
Criteria ten aanzien van beroepsbekwaamheid 4%
Plan van aanpak 3%
Levertijd 3%
After sales service 2%
Duurzaamheid 2%
Kennis 2%
Betrouwbaarheid 2%
Economisch meest voordelige inschrijving (EMVI) 1%
Vertrouwen 1%
Flexibiliteit 1%
Technische criteria 1%
Financieel economische criteria 1%
Esthetische en functionele kenmerken 1%
Anders 7%
Weet niet/geen mening 4%
Achtergrondvariabelen - 1
Opdrachtnemers Opdrachtgevers
Leeftijd 48,7 46,9
Aantal jaar werkzaam in de bouw 26,1 22,2
72
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
Achtergrondvariabelen - 2 (Opleiding)
Opdrachtnemers Opdrachtgevers
Lagere school 1% 0%
LTS/ LBO/ MAVO/ MULO/ VMBO 18% 8%
HAVO/ VWO 4% 2%
MTS / MEAO/ MBO 35% 26%
HBO 29% 51%
WO 9% 13%
Weet niet/geen mening 3% 1%
73
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
6.2 Bijlage 2: Vragenlijst
Vragenlijst Monitor Vernieuwing Bouwsector – a12vnbov1
Versie DEF
Doelstelling:
De onderstaande vragenlijst ligt ten grondslag aan de kwantitatieve fase van het onderzoek naar
ketensamenwerking, levensduurdenken en vernieuwend leiderschap in de bouwsector.
Het gekozen model en de specifieke invulling ervan hebben hun basis in de kwalitatieve voorfase van dit
onderzoek, welke bestond uit diepte-interviews met (strategisch) partners van Vernieuwing Bouw.
Doelgroepen:
1. Opdrachtgevende partijen
- Publieke opdrachtgevers: Woningcorporaties, gemeenten en overige overheid (waterschappen,
provincies, RGD, RWS)
- Commerciële partijen: Projectontwikkelaars en opdrachtgevende aannemers
2. Opdrachtnemende partijen
- Advies en ontwerp: architecten en ingenieurs
- Bouw- en infra bedrijven: Aannemers B&U en aannemers GWW
- Gespecialiseerde aannemers: Gespecialiseerde aannemers, ZZP generalisten, installateurs en
toeleveranciers
Opbouw/structuur vragenlijst:
Deze vragenlijst bestaat uit de volgende blokken:
A. Achtergrondgegevens en kenmerken laatst afgeronde project
B. Stellingen opdrachtnemende partijen
C. Stellingen opdrachtgevende partijen
D. Vernieuwend leiderschap
E. Ketensamenwerking en levensduurdenken
F. Economische situatie
G. Bedrijfseconomische gegevens
H. Afsluiting
Leeswijzer:
Zaken tussen [ ] en cursief weergegeven zijn voorwaarden die gelden indien men een bepaalde vraag krijgt en
opmerkingen
Zaken tussen # # worden vanzelf ingevuld o.b.v. eerdere antwoorden of bedrijfskenmerken
74
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
A. Achtergrondgegevens en kenmerken laatst afgeronde project [max. 14 vragen]
1. Allereerst wil ik u graag enkele achtergrondvragen stellen. Wat is uw functie binnen uw organisatie?
0 Directeur / eigenaar 0 Hoofd uitvoering 0 Bedrijfsleider
0 Architect/ontwerper 0 Werkvoorbereiding 0 Projectontwikkelaar
0 Projectleider 0 Hoofd technische dienst 0 Anders, namelijk…
0 Beleidsmedewerker 0 Hoofd projectontwikkeling 0 Weet niet/geen mening
0 Hoofd verkoop 0 Hoofd gebouwbeheer
Indien de functie niet overeenkomt met de functie uit de matrix, zal het interview worden beëindigd en de naam van de juiste persoon worden genoteerd.
2. Wat is uw hoogst voltooide opleiding?
0 Lagere school
0 LTS/ LBO/ MAVO/ MULO/ VMBO
0 HAVO/ VWO
0 MTS / MEAO/ MBO
0 HBO
0 WO
0 Weet niet/geen mening
3. Wat is uw leeftijd?
… Jaar 0 Weet niet/geen mening
4. Wat is het geslacht van de respontent / Wat is uw geslacht?
0 Man
0 Vrouw
5. Hoe lang werkt u al in de bouwsector?
[Een inschatting voldoet[
… Jaar 0 Weet niet/geen mening
6. Hoeveel personen werken er bij uw organisatie (inclusief uzelf)?
[Een inschatting voldoet]
… Personen 0 Weet niet/geen mening
7. In hoeverre zijn de volgende stellingen van toepassing op uw bedrijf?
U kunt antwoorden met zeer van toepassing, van toepassing, neutraal, niet van toepassing of helemaal niet
van toepassing.
0 Ons management is relatief jong (<40 jaar)
0 In vergelijking met andere bedrijven zijn we goed geautomatiseerd
0 In vergelijking met soortgelijke bedrijven hebben we goedgeschoold personeel
0 Ons management is met name technisch opgeleid
8. Wat zijn de 4 cijfers van de postcode van uw bedrijf
0 Weet niet/geen mening
75
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
9. Ik wil u straks een aantal stellingen voorleggen met betrekking tot het project dat u of uw organisatie het meest recent heeft afgerond. Vandaar dat ik graag eerst een aantal kenmerken wil weten van dat laatst afgeronde project. Betrof het project een werk in de utiliteitsbouw, woningbouw of in de grond, weg- en waterbouw (GWW/Infra)?
[1 antwoord mogelijk]
0 Utiliteitsbouw
0 Woningbouw
0 Grond-, weg- en waterbouw (GWW/Infra)
0 Anders, namelijk…
10. Betrof het een nieuwbouw- of een renovatieproject?
[1 antwoord mogelijk]
0 Nieuwbouw
0 Renovatie
11. [Opdrachtnemende partijen] Welke partij was de opdrachtgever?
[1 antwoord mogelijk]
0 Particulier 0 Woningcorporatie 0 Gespecialiseerde aannemer
0 Gemeente 0 Projectontwikkelaar 0 Installateur
0 Rijksgebouwendienst 0 Bedrijven (tbv bedrijfs/kantoor panden) 0 Anders, namelijk…
0 Onderwijsinstelling 0 Aannemer
12. [Opdrachtgevende partijen] Welke partij was de opdrachtnemer?
[1 antwoord mogelijk]
0 Aannemer 0 Ingenieursadviesbureau 0 Anders, namelijk…
0 Architectenbureau 0 Installateur
0 Bouwmaterialenhandel 0 Toeleverende industrie
(fabrikant)
0 Gespecialiseerde aannemer 0 ZZP-er
13. Op welke wijze is de opdracht #verkregen/vergeven#?
[1 antwoord mogelijk. Spontane vraag, helpen mag]
0 Openbare aanbesteding 0 Onderhands alleen 0 Anders, namelijk…
0 Onderhands in concurrentie 0 Eigen ontwikkeling 0 Weet niet/geen mening
0 Directe (particuliere)
opdrachtverstrekking 0
Directe verstrekking (via bedrijven)
76
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
14. Binnen welke contractvorm werd gewerkt?
[1 antwoord mogelijk. Spontane vraag, helpen mag]
0 Uitvoer zonder ontwerp 0 Design, build, maintain (DBM) 0 Engineering & Construct (E&C)
0 Ontwerp zonder uitvoer 0 Design, build, finance, maintain
(DBFM) 0 Anders, namelijk…
0 Design and Build (DB) 0 Design, build, finance, maintain, operate (DBFMO) 0 Weet niet/geen mening
0 Publiek private aanbesteding 0 Prestatiebestek
0 Design and Construct (D&C) 0 Raamcontract
15. [Opdrachtgevende partijen] De gunning van de opdracht kan plaatsvinden op grond van de laagste prijs of op basis van de prijs / kwaliteitverhouding van de aanbieding. In dat laatste geval wordt gesproken van gunning op basis van de economisch meest voordelige inschrijving, afgekort EMVI. Bij welk deel van de projecten uit 2012 is uiteindelijk gekozen voor een partij via het EMVI principe?
[Een inschatting voldoet]
… % van de projecten 0 Weet niet/geen mening
16. [Opdrachtnemende partijen] Wat zijn de criteria geweest bij de keuze van de opdrachtgever voor uw bedrijf bij het laatst afgeronde project?
[Meerdere antwoorden mogelijk. Spontane vraag, niet helpen]
0 Laagste prijs 0 Criteria ten aanzien van beroepsbekwaamheid 0 Uitsluitingscriteria
0 Economisch meest voordelige
inschrijving (EMVI) 0 Financieel economische criteria 0 Plan van aanpak
0 Kwaliteit 0 Esthetische en functionele kenmerken 0 Anders, namelijk…
0 Levertijd 0 After sales service 0 Weet niet/geen mening
0 Prestaties in het verleden 0 Technische criteria
0 Duurzaamheid 0 Reputatie
17. [Indien A16 = alleen EMVI] U heeft aangegeven te zijn geselecteerd op basis van de economisch meest voordelige inschrijving. Wat was de belangrijkste reden dat u de economisch meest voordelige inschrijving was?
[1antwoord mogelijk. Spontane vraag, helpen mag]
0 Laagste prijs 0 Financieel economische criteria 0 Anders, namelijk…
0 Kwaliteit 0 Esthetische en functionele kenmerken 0 Weet niet/geen mening
0 Levertijd 0 After sales service
0 Prestaties in het verleden 0 Technische criteria
0 Criteria ten aanzien van beroepsbekwaamheid 0 Plan van aanpak
77
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
B. Stellingen opdrachtnemende partijen [27 vragen] De volgende stellingen worden voorgelegd aan alle opdrachtnemende partijen. *) De verwachting stellingen worden gesplitst in 2 groepen, waarbij de helft van de respondenten de eerste groep verwachting stellingen krijgt en de andere helft de tweede groep.
1. Er volgen nu een aantal stellingen over uw verwachtingen in het algemeen en uw ervaringen bij het laatst afgeronde project. Kunt u aangeven in hoeverre u het hiermee eens bent?
U kunt antwoorden met zeer mee eens, mee eens, noch mee eens/noch mee oneens, mee oneens, zeer
mee oneens
[Stellingen worden random voorgelegd in sets van 2]
KS LD VL
0 In een project moet alle relevante projectinformatie worden gedeeld met alle betrokken
partijen, bijvoorbeeld via BIM* X
0 Bij het laatst afgeronde project werd alle projectinformatie gedeeld via bijvoorbeeld een
BIM systeem X
0 Ik verwacht te worden geselecteerd op basis van kwaliteit en niet op basis van laagste
prijs* X
0 Bij het laatst afgeronde project ben ik geselecteerd op basis van kwaliteit en niet op basis
van de laagste prijs X
0 Vóór het tekenen van het contract verwacht ik dat de risico’ s tussen opdrachtgever en
nemer eerlijk verdeeld zijn* X
0 De risico’ s van het laatst afgeronde project waren voor het tekenen van het contract
tussen opdrachtgever en -nemer eerlijk verdeeld. X
0 Ik ben van mening dat eventuele financiële meevallers in een project eerlijk verdeeld
worden tussen alle betrokken partijen* X
0 Bij het laatste project werden financiële meevallers eerlijk verdeeld tussen alle betrokken
partijen X
0 Ik ben van mening dat alle partijen al in de ontwerpfase van een project betrokken moeten
worden* X X
0 [Niet advies en ontwerp] Bij het laatst afgeronde project werd ik al bij de ontwerpfase
betrokken X X
0 [Advies en ontwerp] Bij het laatst afgeronde project waren alle ketenpartijen al bij de
ontwerpfase betrokken X X
0 Bij een nieuwbouwproject dient rekening te worden gehouden met de exploitatie- en
onderhoudskosten in de toekomst* X
0 Bij het laatst afgeronde nieuwbouw project is rekening gehouden met de exploitatie- en
onderhoudskosten in de toekomst X
78
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
0 Ik verwacht dat het wordt gewaardeerd wanneer ik een meer duurzame alternatieve
oplossing aandraag* X
0 Bij het laatst afgeronde project heb ik alternatieve, meer duurzame oplossingen
aangedragen X
0 Bij het laatst afgeronde project werden de duurzame oplossingen die ik heb aangedragen
door de opdrachtgever gewaardeerd X
0 Ik ben van mening dat de partij die op dat moment het meest geschikt is de leiding heeft in
het bouwproces* X X
0 Bij het laatst afgeronde project heb ik de leiding gekregen in het bouwproces op het
moment dat ik de meest geschikte leider was X X
2. [Indien verwachting en/of realisatiestelling over meest geschikte partij aan leiding = (zeer) mee eens] Wat maakt een partij in uw ogen de meest geschikte partij om de leiding te hebben?
….
3. Er volgen nu nog een aantal stellingen. Kunt u wederom aangeven in hoeverre u het met deze stellingen eens bent?
U kunt antwoorden met zeer mee eens, mee eens, noch mee eens/noch mee oneens, mee oneens, zeer
mee oneens
[Stellingen worden random voorgelegd]
0 Ik verwacht dat opdrachtgevers mij van acquisitie tot en met oplevering volledig vertrouwen.
0 De opdrachtgever van het laatst afgerond project heeft ons van acquisitie tot en met oplevering volledig
vertrouwd.
0 Ik vertrouw er op dat alle partijen in de keten mij voorzien van de voor mij relevante informatie
0 Bij het laatst afgeronde project had ik de beschikking over alle voor mij relevante informatie
4. Kunt u aangeven hoe tevreden u bent met de samenwerking met de volgende partijen tijdens het laatst afgeronde project? U kunt dit doen aan de hand van een rapportcijfer van 1 tot 10, waarbij een 1 staat voor zeer ontevreden en een 10 voor zeer tevreden.
[Men krijgt maximaal 3 partijen voorgelegd waarbij de opdrachtgever altijd wordt doorgemeten en de eigen
marktpartij niet. Indien men niet met een partij heeft samengewerkt kan de optie ‘niet van toepassing’
worden gekozen.]
0 Opdrachtgever [o.b.v. vraag
A3] 0
Bouwmaterialenhandel (< 20 FTE) 0 Installateur
0 Aannemer 0 Gespecialiseerde aannemer 0 Toeleverende industrie
(fabrikant) (>20 FTE)
0 Architectenbureau 0 Ingenieursadviesbureau
79
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
5. Er volgen wederom een aantal stellingen over het laatst afgeronde project. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen?
U kunt antwoorden met zeer mee eens, mee eens, noch mee eens/noch mee oneens, mee oneens, zeer
mee oneens
[Stellingen worden random voorgelegd]
0 De kwaliteit van het werk binnen het project was hoogwaardig
0 Het project is binnen de oorspronkelijke planning opgeleverd
0 Het project is binnen de oorspronkelijke begroting gebleven.
0 De opdrachtgever is meer dan tevreden met het eindresultaat.
0 De eindgebruiker is meer dan tevreden met het eindresultaat
C. Stellingen opdrachtgevende partijen [21 vragen]
De volgende stellingen worden voorgelegd aan alle opdrachtgevende partijen *) De verwachting stellingen worden gesplitst in 2 groepen, waarbij de helft van de respondenten de eerste groep verwachting stellingen krijgt en de andere helft de tweede groep.
1. Er volgen nu een aantal stellingen over uw verwachtingen in het algemeen en uw ervaringen bij het laatst afgeronde project. Kunt u aangeven in hoeverre u het hiermee eens bent?
U kunt antwoorden met zeer mee eens, mee eens, noch mee eens/noch mee oneens, mee oneens, zeer
mee oneens
[Stellingen worden random voorgelegd in sets van 2]
KS LD VL
0 In een project moet alle relevante projectinformatie worden gedeeld met alle betrokken
partijen, bijvoorbeeld via BIM* X
0 Bij het laatst afgeronde project werd alle projectinformatie gedeeld via bijvoorbeeld een BIM
systeem X
0 Vóór het tekenen van het contract verwacht ik dat de risico’ s tussen opdrachtgever en –
nemer eerlijk verdeeld zijn* X
0 De risico’ s van het laatst afgeronde project waren voor het tekenen van het contract tussen
opdrachtgever- en nemer eerlijk verdeeld. X
0 Ik verwacht dat eventuele financiële meevallers in een project eerlijk verdeeld worden tussen
alle betrokken partijen* X
0 Bij het laatste project werden financiële meevallers eerlijk verdeeld tussen alle betrokken
partijen X
0 Ik ben van mening dat alle partijen al in de ontwerpfase van een project betrokken moeten
worden* X X
0 Bij het laatst afgeronde project waren alle partijen al in de ontwerpfase betrokken X X
0 Bij een nieuwbouwproject dient rekening te worden gehouden met de exploitatie- en
onderhoudskosten in de toekomst* X
80
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
0 Bij het laatst afgeronde nieuwbouw project is rekening gehouden met de exploitatie- en
onderhoudskosten in de toekomst X
0 Ik verwacht dat opdrachtnemers pro-actief meedenken over meer duurzame oplossingen* X
0 Bij het laatst afgeronde project heeft de opdrachtnemer pro-actief meegedacht over
duurzame oplossingen X
2. Er volgen nu nog een aantal stellingen. Kunt u wederom aangeven in hoeverre u het met deze stellingen eens bent?
U kunt antwoorden met zeer mee eens, mee eens, noch mee eens/noch mee oneens, mee oneens, zeer
mee oneens
[Stellingen worden random voorgelegd]
0 Ik vertrouw erop dat opdrachtnemers mij voorzien van alle voor mij relevante informatie.
0 Bij het laatst afgeronde project heeft de opdrachtnemer mij voorzien van alle relevante informatie.
0 Ik vertrouw erop dat opdrachtnemers rekening houden met mijn belangen en risico’s.
0 Bij het laatst afgeronde project heeft de opdrachtnemer rekening gehouden met mijn belangen en risico’s.
3. Kunt u aangeven hoe tevreden u bent met de samenwerking met de volgende partijen tijdens het laatst afgeronde project? U kunt dit doen aan de hand van een rapportcijfer van 1 tot 10, waarbij een 1 staat voor zeer ontevreden en een 10 voor zeer tevreden.
[Men krijgt maximaal 3 partijen voorgelegd waarbij de opdrachtgever altijd wordt doorgemeten en de eigen
marktpartij niet. Indien men niet met een partij heeft samengewerkt kan de optie ‘niet van toepassing’
worden gekozen.]
0 Aannemer 0 Gespecialiseerde aannemer 0 Toeleverende industrie
(fabrikant)
0 Architectenbureau 0 Ingenieursadviesbureau
0 Bouwmaterialenhandel 0 Installateur
4. Er volgen wederom een aantal stellingen over het laatst afgeronde project. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen?
U kunt antwoorden met zeer mee eens, mee eens, noch mee eens/noch mee oneens, mee oneens, zeer
mee oneens
[Stellingen worden random voorgelegd]
0 Als ik de mogelijkheid zou hebben, zou ik betreffende opdrachtnemer bij een volgend project 1 op 1
selecteren.
0 Ik zou betreffende opdrachtnemer ook kiezen als hij 5% duurder dan andere aanbieders zou zijn.
0 Ik zou betreffende opdrachtnemer ook kiezen als ik de start van een project een maand zou moeten
verschuiven.
0 Betreffende opdrachtnemer is tevreden met het financiële eindresultaat
0 De eindgebruiker is meer dan tevreden met het eindresultaat
81
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
D. Vernieuwend leiderschap [5 vragen]
1. De volgende stellingen gaan over uw eigen organisatie. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen?
U kunt antwoorden met zeer mee eens, mee eens, noch mee eens/noch mee oneens, mee oneens, zeer
mee oneens
[Stellingen worden random voorgelegd]
0 Binnen mijn organisatie is er veel vrijheid voor persoonlijke ontwikkeling
0 De hoeveelheid begeleiding die medewerkers krijgen is aangepast op de behoeften van de medewerker
0 Mijn organisatie heeft een duidelijke visie en missie die bekend is bij alle medewerkers
0 Binnen mijn organisatie wordt het werken met nieuwe processen of producten gestimuleerd
0 Binnen mijn organisatie worden innovaties gestimuleerd
0 Mijn organisatie heeft een inspirerend management
E. Ketensamenwerking en levensduurdenken [12 vragen]
1. Er volgen nu een aantal stellingen over het thema ketensamenwerking in de bouwsector. Ketensamenwerking definiëren wij als volgt:
“Samenwerking tussen alle partijen in de bouwketen gebaseerd op vertrouwen en volledige transparantie en
informatiedeling. Deze samenwerking is projectoverstijgend. Deze samenwerking is dus voor een langere
periode. “
Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen?
U kunt antwoorden met zeer mee eens, mee eens, noch mee eens noch mee oneens, mee oneens of zeer
mee oneens
0 Er is de laatste twee jaar veel aandacht besteedt aan het thema ketensamenwerking door vakmedia en
brancheorganisaties [fase 1]
0 Ik ben actief op zoek naar informatie over ketensamenwerking [fase2]
0 Ketensamenwerking is noodzakelijk om de faalkosten te reduceren [fase 3a]
0 Ketensamenwerking is in het voordeel van alle betrokken partijen in de keten [fase 3b]
0 Mijn organisatie heeft acties ondernomen om ketensamenwerking te bevorderen [fase 4]
2. Er volgen nu een aantal stellingen over het thema levensduurdenken in de bouwsector. Levensduurdenken definiëren wij als volgt:
“Levensduurdenken houdt in dat de kosten van de gehele levensduur van het bouwwerk worden
geminimaliseerd, dus niet alleen de investeringskosten maar ook de exploitatiekosten. Dit kan onder andere
worden bereikt door het gebruik van duurzame materialen.”
Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen?
U kunt antwoorden met zeer mee eens, mee eens, noch mee eens noch mee oneens, mee oneens of zeer
mee oneens
0 Er is de laatste twee jaar veel aandacht besteedt aan het thema levensduurdenken door vakmedia en
brancheorganisaties [fase 1]
0 Ik ben actief op zoek naar informatie over levensduurdenken [fase 2]
0 Levensduurdenken is noodzakelijk om de schaarste aan grondstoffen en energie op te vangen [fase 3a]
0 Levensduurdenken zorgt ervoor dat de verspilling in de bouwsector wordt gereduceerd [fase 3b]
0 Mijn organisatie heeft acties ondernomen om levensduurdenken te bevorderen [fase 4]
82
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
F. Economische situatie [2 vragen]
1. In welke mate ervaart uw organisatie de gevolgen van de verslechterde economie?
[1 antwoord mogelijk, antwoordopties voorlezen]
0 Geheel niet, het gaat nog steeds goed
0 In enige mate, het gaat iets minder goed
0 In sterke mate, ik maak me ernstig zorgen
0 In zeer sterke mate, zo houden we het niet vol
0 Weet niet/geen mening
2. Welke van de volgende maatregelen heeft uw organisatie genomen als gevolg van de economische recessie?
[Antwoordopties voorlezen]
0 Afstoten van personeel
0 Verlagen van de offerte prijzen
0 Interne kostenreducties
0 Werktijdverkorting / deeltijd WW aangevraagd
0 Meer kennis delen met andere partijen
0 Het ontwikkelen van nieuwe producten en processen
0 Werken volgens nieuwe business modellen
0 Andere maatregelen, namelijk…
0 Geen maatregelen
0 Weet niet/geen mening
G. Bedrijfseconomische gegevens [4 vragen]
1. Daarnaast wil ik een aantal bedrijfseconomische gegevens noteren. Deze gegevens worden uiteraard vertrouwelijk behandeld en zullen alleen worden gebruikt voor de statistieken van dit onderzoek. Kunt u aangeven wat de jaaromzet van uw organisatie was in 2011?
[Een inschatting voldoet]
… Euro 0 Weet niet/geen mening
2. Hoe verwacht u dat uw omzet zich in 2012 zal ontwikkelen ten opzichte van 2011?
[Antwoordopties voorlezen]
0 Zal sterk dalen (>-10%)
0 Zal licht dalen (<-10%)
0 Zal gelijk blijven
0 Zal licht stijgen (<10%)
0 Zal sterk stijgen (>10%)
0 Weet niet/geen mening
3. Wat was in 2011 de gemiddelde winstmarge op uw projecten?
[Een inschatting voldoet]
… % 0 Weet niet/geen mening
83
Monitor Vernieuwing bouwsector t.b.v. Vernieuwing Bouw – a12vnbov1
4. Hoe hoog schat u uw faalkosten over 2011 in als percentage van de omzet?
[Een inschatting voldoet]
… % 0 Weet niet/geen mening
H. Afsluiting [1 vraag]
1. Mogen wij u over ongeveer een jaar, per e-mail, nog eens benaderen voor dit onderzoek?
0 Ja, mijn e-mail adres is:….
0 Nee
top related