vos zakelijkedienstverlening
Post on 02-Nov-2014
424 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Sectorupdate 2012 ▶ Interview ▶ Trends & ontwikkelingen ▶ Sectorvisie
visie opzakelijke dienstverlening
Geachte relatie,
Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het
Nederlandse bedrijfsleven. In VOS worden de actuele stand van zaken en de
vooruitzichten van een groot aantal sectoren en branches besproken. Aan de
hand van dit rapport kunt u uw onderneming spiegelen aan de trends en
actuele branchecijfers, kijken hoe het met de branche van uw toeleveranciers
is gesteld en zien wat de verwachtingen van ABN AMRO zijn voor uw eigen
branche.
Als bank anno nu publiceren wij VOS ook op onze nieuwe ABN AMRO Market Insights app voor de
iPad. Op deze app vindt u tevens onze andere sectorgerelateerde en macro-economische publicaties.
Aan het begin van het jaar werd het Nederlandse bedrijfsleven geconfronteerd met, helaas
wederom, een lichte recessie. De impact van deze nieuwe recessie wordt voor een belangrijk deel
bepaald door de mate waarin een sector herstel heeft laten zien na de dip in 2009. Precies de reden
waarom nu sectoren als bouw, retail, horeca en zakelijke dienstverlening het zwaar hebben.
Het lijkt er op dat mondiaal de economie zich herstelt en dit zal een positieve uitwerking hebben op
de Nederlandse export. Ook kan de verwachte daling van de grondstoffenprijzen een positieve
bijdrage leveren. In Nederland ligt echter de belangrijkste sleutel tot structureel herstel in handen van
de consument. Het consumentenvertrouwen is ongekend laag en gaat waarschijnlijk pas stijgen als
de onzekerheden over de Europese schuldencrisis, de eigen woning, pensioenen en de
overheidsfinanciën uit de lucht zijn. Met het onlangs door een aantal politieke partijen gesloten
akkoord wordt er geprobeerd om het overheidstekort terug te dringen. Hoe de maatregelen zullen
uitpakken op de economie, het consumentenvertrouwen en bijvoorbeeld de sector zakelijke
dienstverlening is op moment van schrijven van deze publicatie nog onduidelijk.
De sector zakelijke dienstverlening wordt geconfronteerd met grote structurele en conjuncturele
uitdagingen. Het zijn de structurele uitdagingen die de meeste zorgen baren, vooral de aanhoudende
druk op de brutowinst, de behoefte aan onderscheidend vermogen en de noodzaak om de
toegevoegde waarde die met het leveren van de dienst gepaard gaat duidelijk onder woorden te
brengen. In deze Visie op zakelijke dienstverlening zijn interviews opgenomen met Rob Bruins en
Rob de Laat, twee ondernemers die in tijden van crisis hun business modellen hebben aangepast.
‘Never waste a good crisis’.
Hopelijk stimuleert deze publicatie u om met ABN AMRO en uw collega-ondernemers van gedachten
te wisselen over de uitdagingen voor uw bedrijf en uw sector in Nederland. Wij denken graag met u
mee en zijn u graag van dienst. Namens alle collega’s van ABN AMRO wens ik u en uw bedrijf alle
succes toe!
Met vriendelijke groet,
Joop Wijn Lid Raad van Bestuur ABN AMRO
1Visie op zakelijke dienstverlening
Visie op zakelijke dienstverleningSectorupdate 2012
2
4 6
10 12 14 16 18 20 22 24
26 28 30 32
visie op Nederland
interview
accountantskantoren
advocatenkantoren
beveiliging en opsporing
deurwaarders en incassobureaus
economische adviesbureaus
marktonderzoekbureaus
notariskantoren
schoonmaakbedrijven
uitvaartbedrijven
uitzendbureaus
leeswijzer
colofon
3Visie op zakelijke dienstverlening
Vorig jaar is de economische groei sterk vertraagd en belandde de economie in een
recessie die in het begin van 2012 nog voortduurde. Er zijn echter aanwijzingen dat de
economie in het tweede halfjaar weer groei zal vertonen – waarschijnlijk dankzij een
aantrekkende uitvoer. De consumptieve bestedingen dalen naar verwachting opnieuw.
visie op NederlandNederlandse economie
krabbelt in 2012 weer op
In 2011 groeide de economie met 1,2%. Ten opzichte van de groei
in 2010 (+1,7%) leek de afzwakking beperkt, maar achter die 1,2%
gaat een forse afkoeling van de economie schuil in de loop van het
jaar. In het eerste kwartaal van 2011 steeg het bruto binnenlands
product (bbp) nog met 0,75% ten opzichte van de voorgaande peri-
ode. In de daaropvolgende kwartalen viel dat cijfer steeds lager uit.
In het derde en vierde kwartaal was zelfs sprake van krimp (respec-
tievelijk -0,4 en -0,6% kwartaal-op-kwartaal). Deze ontwikkeling stak
ongunstig af bij die van de eurozone als geheel. In het derde kwar-
taal kromp de Nederlandse economie al, terwijl de eurozone-econo-
mie nog een plus liet optekenen en in het slotkwartaal van 2011 viel
het groeicijfer (-0,6%) opnieuw lager uit dan dat voor de eurozone
als geheel (-0,3%). Jaar-op-jaar viel de groei van het bbp terug van
+2,2% in het begin van het jaar naar -0,2% in het laatste kwartaal.
Afzwakking groei economie voorbij?
-6
-3
0
3
6
1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 201160
75
90
105
120
bbp (% j-o-j; l.as)Economisch-sentimentindicator (r.as)
%
Bron: Thomson Reuters Datastream
Uitvoergroei sterk vertraagd, maar eerste lichtpuntjes zichtbaar Kijken we naar het verloop van de verschillende bestedingscompo-
nenten, dan valt op dat de uitvoer (de kurk waar de economie op
drijft) in de loop van het jaar per saldo niet is toegenomen (0,0%
j-o-j in vierde kwartaal). Na bescheiden kwartaal-op-kwartaal-plus-
sen in het eerste halfjaar, was daarna sprake van minnen. Dat de
gemiddelde jaargroei toch op 3,8% is uitgekomen, is dan ook gro-
tendeels toe te schrijven aan het stevige groeitempo tegen het eind
van 2010.
De forse afkoeling bij de uitvoer komt grotendeels, of zelfs hele-
maal, op het conto van de afzetmarkten. Driekwart van de goede-
renuitvoer blijft in de EU en daarvan blijft het overgrote deel binnen
de eurozone (krap 59% van de totale goederenuitvoer). De totale
goedereninvoer van de eurozone is zelfs nog wat meer terug-
gevallen dan de Nederlandse uitvoer. We zien hier de gevolgen van
diverse groeivertragende factoren. Denk aan de hoge olieprijzen
begin 2011, bezuinigingen door overheden en de grote onrust als
gevolg van de staatsschuldencrisis in de eurozone. Met name die
laatste factor heeft het vertrouwen in de economie in de tweede
helft van het afgelopen jaar stevig doen slinken.
De economie van de eurozone is naar verwachting in het eerste
kwartaal van 2012 opnieuw gekrompen. Dat kan worden afgeleid
uit de begin april beschikbare indicatoren. ABN AMRO verwacht dat
de eurozone-economie in het tweede kwartaal stabiliseert, om
vanaf het midden van het jaar weer wat te gaan groeien. Dit be-
scheiden herstel kan vooral worden toegeschreven aan de opleving
van de wereldhandel. De binnenlandse bestedingen in de eurozone
staan echter onder druk van bezuinigingsmaatregelen. Duitsland
lijkt hierop overigens een uitzondering te vormen.
De laatste Nederlandse uitvoercijfers lijken (al) wat minder ongun-
stig. In de jaar-op-jaarvergelijking zagen we eind vorig jaar en begin
dit jaar weer enige stijging van het groeicijfer. Ook de indicatie van
de inkoopmanagersindex (PMI) is beter: de deelindex voor de ex-
portorders lag in januari en vooral in februari boven de 50, dat is het
niveau dat het verschil markeert tussen krimp en groei. Hoewel we
in maart weer een daling zagen, bleef deze deel-PMI in die maand
nog duidelijk boven de 50.
4
Uitvoergroei lijkt dal gepasseerdPMI >50 wijst op groei; <50 – krimp
-20
-10
0
10
20
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 201230
40
50
60
70
Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as)PMI exportorders (index; r.as)
%
Bron: CBS, Markit NEVI
Binnenlandse bestedingen onder drukDe zwakke stee van de Nederlandse economie is de particuliere
consumptie. Deze is al vier kwartalen achtereen gekrompen met
als dieptepunt een terugval van 0,9% kwartaal-op-kwartaal eind
2011. Daarmee lag de consumptie op het laagste niveau sinds eind
2003! Gemiddeld kromp de consumptie vorig jaar met 1%. Dat is
beduidend meer dan de daling van het reëel beschikbaar inkomen
met bijna een half procent. Factoren die verantwoordelijk zijn voor
deze sterkere daling van de consumptie, zijn het vermogensverlies
op de aandelen- en de huizenmarkt en het sterk gedaalde consu-
mentenvertrouwen. Dat vertrouwen stond vorig jaar ook elders in
de eurozone onder druk vanwege de staatsschuldencrisis, maar in
ons land speelden nog meer factoren. Zo was er onzekerheid over
de hoogte van de pensioenen vanwege de gedaalde, en te lage,
dekkingsgraden van pensioenfondsen. Verder is er het hete hangij-
zer van de hypotheekrenteaftrek. Ten slotte wijzen we op de extra
bezuinigingen. Omdat het begrotingstekort in 2013 flink te hoog
dreigt uit te vallen, moet fors extra worden bezuinigd. Ook dat kan
van invloed zijn op de stemming van de consument.
In 2012 neemt de koopkracht opnieuw af: door bezuinigingsmaatre-
gelen én omdat de brutoloonstijging (al is deze iets hoger dan in
2011) weer achterblijft bij de inflatie. Alles overziend, gaan we ervan
uit dat de consumptie dit jaar opnieuw krimp zal vertonen.
Hoewel we voor het tweede halfjaar – vooral dankzij de voorzichtig
aantrekkende uitvoer – weer wat economische groei verwachten,
zal het bbp dit jaar (gemiddeld) toch duidelijk dalen. Maar voor 2013
wordt weer een positief cijfer voorzien.
Particuliere consumptie daalt verder
- 3
- 2
- 1
0
1
2
3
Reëel beschikbaar inkomen Particuliere consumptie
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
%
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bedrijven die overwegend op de binnenlandse markt georiënteerd
zijn (zie ook hieronder), zullen het in 2012 in doorsnee moeilijker
hebben dan bedrijven die meer exportgericht zijn.
Huizenmarkt zit vastDe huizenmarkt zit in het slop en er is weinig vertrouwen dat de si-
tuatie spoedig verbetert. De marktindicator van Vereniging Eigen
Huis bereikte in maart een nieuw dieptepunt. Het gebrek aan ver-
trouwen draagt bij aan de verwachting dat de huizenprijzen verder
zullen dalen. Deze verwachting wordt verder gevoed door de ont-
wikkeling van het transactievolume. Het teleurstellend lage aantal
transacties in de eerste maanden van het jaar laat zien dat de hui-
zenmarkt volledig is verkrampt. Dit lage aantal woningtransacties
valt deels terug te voeren op de minder ruimhartige verstrekking van
hypotheken. De beperkingen op de leencapaciteit vanuit de regelge-
ving, zoals de strengere Gedragscode Hypothecaire Financieringen,
de verlaagde Nibud-woonquote en de internationaal aangescherpte
kredietvoorwaarden van banken, zijn verantwoordelijk voor een
minder ruimhartige kredietverlening. Daarnaast speelt de discussie
over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek. ABN AMRO houdt
er rekening mee dat de huizenmarkt voorlopig vast blijft zitten.
Hoewel de beperkte omvang van de woningvoorraad een prijsval
helpt voorkomen, dient rekening te worden gehouden met een ver-
dere daling van de huizenprijzen. We schatten dat de huizenprijzen
dit jaar met 5% dalen. Ook het aantal transacties blijft laag.
InflatieDe inflatie liep in 2011 geleidelijk op van 2% in het begin van het
jaar naar een piek van 2,7% in september. De toename van het
prijsstijgingstempo was het gevolg van onder meer hogere arbeids-
kosten en energieprijzen. Daarna viel het cijfer wat terug naar 2,5%
in de eerste drie maanden van 2012. Gemiddeld kwam de inflatie in
2011 uit op 2,3%.
In de loop van 2012 kan het inflatietempo verder afnemen. Deze
verwachting baseert ABN AMRO op de aanname dat de olie-
prijzen verder dalen, aangezien het risico van een escalatie in het
Midden-Oosten is afgenomen. Echter, door de aangekondigde
BTW-verhoging kan in het vierde kwartaal de inflatie een sprong
maken.
Risico’sDe risico’s voor het scenario van ABN AMRO liggen vooral aan de
‘onderkant’. In ons scenario gaan wij ervan uit dat de Europese be-
leidsmakers erin slagen de staatsschuldencrisis verder te bedwin-
gen, maar dit is verre van zeker. Een nieuwe escalatie van de
staatsschuldencrisis in de eurozone is niet ondenkbaar. Verder
zouden de olieprijzen kunnen stijgen. De economische groei zou in
beide gevallen worden gedrukt; en de inflatie valt - bij stijgende olie-
prijzen - hoger uit. Ook bestaat het risico dat de situatie op de hui-
zenmarkt verder verslechtert.
5Visie op Nederland
Rechts: Rob Bruins, directeur Bruins Recruitment en voorzitter Summum.nu. Links: Han Mesters, sector banker Zakelijke Dienstverlening ABN AMRO.
Rob Bruins & Rob de Laat : ‘Never waste a good crisis ‘
De recruitment branche staat voor een lastige opgave: hoe de technologische
ontwikkelingen te combineren met de tweede dip? Sinds 2008 hebben veel bedrijven
de activiteiten moeten staken. Alleen maar cv’s schuiven: dat verdienmodel lijkt niet erg
toekomstbestendig. Welke rol spelen social media? Is de toekomst aan het impresario-
model? Welke bedrijven kennen de cultuur van een bedrijf én de persoonlijkheid van de
kandidaat, zodat ze goede matches kunnen maken? Kan de rest van de wervings-
activiteiten geautomatiseerd worden? Werving en selectie, anno 2012: waar gaat het
heen? Rob Bruins, Han Mesters en Rob de Laat geven hun visie op de ontwikkelingen.
Bruins is directeur van Bruins Recruitment en voorzitter van het kwaliteitskeurmerk
Summum.nu. Mesters is sector banker Zakelijke Dienstverlening ABN AMRO. De Laat is
directeur van Staffing Management Services.
6
Rob Bruins: ‘Toen ik 27 jaar geleden begon, was mijn sector in
hoge mate een hocus pocus business. Ik wist welke opdrachten
ik had, en mijn kandidaten niet. Kennis is macht. Dat was een ge-
weldige tijd, met een heel mooi rendement, dat is in 2012 nauwe-
lijks meer voor te stellen. Denk je eens in: in mijn begintijd was
talent soms zó zeldzaam, dat we al eenderde van ons geld
kregen, als we de opdracht alleen hadden aangenomen, eenderde
kregen we als we twee kandidaten hadden geleverd die aan het
profiel voldeden, en de laatste portie bij afronding. Ik heb zelfs
vijfduizend gulden kunnen rekenen voor alleen het analyseren van
een vacature, wat verder los stond van de opdracht. Toen internet
kwam, eind jaren negentig, heb ik het bedrijfsmodel 180 graden
omgedraaid. Van hocus pocus naar volledig transparant. Alle vaca-
tures op het net. Iedere kandidaat die een interview heeft gedaan,
vult online een tevredenheidonderzoek in.’
Sinds de start van de crisis in 2008, is het aantal bureaus in de re-
cruitment branche terug gelopen van 2.800 naar 1.200 en het gros
van de overlevers zag de omzet tot de helft dalen, weet Bruins.
‘De totale omzet is met 65% gedaald. Alleen wie in de sector nog
waarde weet toe te voegen, heeft kans op een toekomst. Er is
een fenomeen dat het imago van de branche schade doet: het
platte cv-schuiven, vaak met behulp van internet. Een bedrijf met
een vacature een stapeltje cv’s leveren dat aan de criteria voldoet.
De opdrachtgever zoekt het verder zelf uit. Ik heb geen harde cij-
fers, maar ik schat dat 25% van de sector nog zó werkt.’
Bedrijfscultuur snuiven Han Mesters: ‘Je bent ondernemer met veel ervaring, en voorzit-
ter van Summum.nu, een koepelorganisatie van dertig werving,
search & selectiebureaus. Wat is jullie missie?’
Bruins: ‘We hopen met Summum.nu het niveau van onze sector
op te krikken, te bevrijden van het cowboy-achtige imago dat aan
de cv-schuivers kleeft. Mijn belangrijkste boodschap aan vakgeno-
ten? Zorg dat iedereen op internet kan nagaan welke kwaliteit je
bureau biedt. Heeft een kandidaat een interview gehad bij een
Summum.nu-gecertificeerd bedrijf, dan vult hij of zij online een te-
vredenheidonderzoek in, dat iedere surfer kan zien. Summum.nu-
certificering verplicht tot zes maanden garantie: bevalt een kandi-
daat niet, dan moet een bedrijf de klus gratis invullen. Zo borgen
we een investering in human capital. En om dát te kunnen doen,
moet je het bedrijf van je opdrachtgever heel goed kennen. Je
moet de bedrijfscultuur onderzoeken, opsnuiven, door er rond te
lopen en te praten. Dat blijft mensenwerk, je kunt er geen soft-
ware voor ontwikkelen.’
Bruins: ‘Bedrijven kunnen, als ze het slim organiseren, zeker met
inzet van internet, rechtstreeks mensen uit de markt trekken.
Maar niet voor de volle 100%. De 20/80 regel geldt. Met 20% van
je energie kun je 80% van de mensen vinden die je zoekt. Dié
matches zijn redelijk eenvoudig te maken. Maar de overige 20%
van de vacatures zijn ingewikkelder, en daar gaat 80% van je ener-
gie in zitten. Je moet de bedrijfscultuur kennen en weten of
iemand ‘bij dat behang’ past. Een goede leverancier zal altijd zijn
meerwaarde, onderscheidend vermogen, te gelde kunnen maken,
ook in 2020. Daar ben ik van overtuigd.’
Schakels uit de keten gesnedenBruins: ‘Wij werken met het impresario-model. Van 1.200 verko-
pers, werkzaam in de sierteelt import- en export, hebben we er
1.000 in beeld. Voor de groente- en fruitsector gelden dezelfde ge-
tallen. Van in totaal 2.000 verkopers weten we hun opleiding,
talen, productgroepen, het type klanten waarmee ze werken, de
landen waar ze komen. Als we iemand interviewen, doet de kan-
didaat vooraf een online assessment, waar 63 competenties ge-
meten worden en twee persoonlijkheidsstijlen. Van die 2.000 zijn
er 400 extreem goed in hun vak; daar hebben we aparte talent-
pools voor gemaakt.’
Bruins: ‘We stappen naar de sierteelt- en groente- en fruitbedrij-
ven, waarvan we vinden dat ze een winnend concept hebben, en
zeggen hen: we kunnen jullie helpen met het boeien en binden
van je personeel. Overigens, misschien verbazingwekkend, we
zijn niet naar The Greenery gestapt, een van de allergrootste spe-
lers in de groente- en fruitsector, omdat zij volgens ons geen win-
nend concept hebben. Met individuele kandidaten hebben we
loopbaangesprekken, waarin we met hen de ontwikkelingen in
hun sector bespreken. Bijvoorbeeld het fenomeen dat er steeds
meer schakels uit de keten gesneden worden. Een Nederlandse
sierteeltexporteur leverde aan een Europese supermarktketen
maar liefst EUR 60 miljoen bloemen, en dat houdt binnenkort op,
want de supermarkt gaat ze direct inkopen bij telers. De tussen-
handel heeft voor deze retailer geen functie meer. Retailers willen
daarvoor onze expertise inhuren, en voor kandidaten die wij in
beeld hebben, kan een stap naar retail erg interessant zijn.‘
Cv-schuivers krijgen het moeilijkMesters: ‘Jij werkt voor een hele specifieke markt, hebt geen
schulden, weet waarmee je bezig bent. Dat is toekomstbesten-
dig. Veel andere recruitment bureaus gaan het zwaar krijgen als
de crisis doorgaat. Vooral de cv-schuivers, die niet zo veel toege-
voegde waarde hebben. En dat terwijl er al 1.600 bureaus ter ziele
‘Sector was vroeger hocus pocus business’
7Interview
zijn gegaan. Wat het moeilijk maakt, is dat de sector werving en
selectie vroeg-cyclisch reageert op het begin van een dip, en laat-
cyclisch reageert op het weer aantrekken van de economie. Als je
dan twee dips snel achter elkaar krijgt, veroorzaakt dat een extra
moeilijke periode.’
Een beetje zzp’er twittertRob de Laat: ‘Staffing Management Services is geen recruitment
bureau maar wij helpen bedrijven, organisaties maar ook over-
heidsinstellingen bij het efficiënt inzetten van flexibel personeel.
Wij beheren het inhuurproces van de opdrachtgever. Verder zit ik
in de Raad van Advies van Studentalent, een uitzendbureau voor
hbo- en wo-studenten. De wereld verandert door ongekende digi-
tale mogelijkheden zó snel, en wordt zo transparant dat het een
omslachtige werkmethode is om veel geld en energie te steken in
grote databestanden met cv’s en interviews. Op internet en
Twitter kunnen voor vacatures geschikte kandidaten gevonden
worden.’
De Laat: ‘Waar ik in geloof: anno 2012 is elke zichzelf respecteren-
de professional online actief. En die gebruiken dat kanaal héél
bewust. Zzp’ers zijn actief, niet alleen op LinkedIn, maar ook op
Twitter. Twee jaar geleden wist ik niet wat ik ermee moest. Wat
voor platform is het nou? Ik zie dat het vandaag de dag een ge-
weldig medium is om een vraag naar personeel mee in de markt
te zetten. We denken vaak aan hoog geschoolde zzp’ers, maar
ook in de thuiszorg en in de bouw zijn er veel zelfstandige profes-
sionals werkzaam. Met Evita Zorg, een thuiszorgbureau waarin ik
participeer, werken we voor 60% met zzp’ers. En allemaal zijn ze
online actief. Ik schat dat van alle zzp’ers zo’n 80% online actief is.
En die 20% die ik mis: die nemen hun vak waarschijnlijk niet zo
serieus.’
Tegen stroom in roeienMesters: ‘Grote bedrijven overschatten anno 2012 enorm de be-
reidheid van jonge mensen, van de screen generation, om ergens
vast in dienst te gaan. Jonge mensen hebben één loyaliteit: moi.
En voor hen zijn intrinsieke waarden als een goede balans tussen
privé en werk, en mogelijkheden om tussentijds op reis te gaan,
veel belangrijker dan een vaste baan. Je kunt als bedrijf wel
denken dat mensen blij mogen zijn om binnen je bedrijf te mogen
werken. Of dat je de baas bent, dat mensen naar je moeten luis-
Links: Rob de Laat, directeur Staffing Management Services. Rechts: Han Mesters, sector banker Zakelijke Dienstverlening ABN AMRO.
‘Totale omzet sector in vier jaar met 65% gedaald’
8
teren en dat kernfuncties alleen met een vast dienstverband inge-
vuld moeten worden. Maar dat is tegen de stroom in roeien.
Mensen met een kernfunctie willen niet altijd meer een vaste
baan, ook al wil het bedrijf dat nóg zo graag, omdat het om heel
belangrijk specialistisch werk gaat. De masculiene, verticale orga-
nisatie, met sterk hiërarchische verhoudingen heeft niet de toe-
komst. Overigens is het goede nieuws dat Nederlanders, door
onze unieke cultuurkenmerken, goed gedijen in een horizontale
organisatie.’
De Laat: ‘Grote bedrijven werken steeds meer met een flexibele
schil, maar eigenlijk voelt niemand zich eindverantwoordelijk voor
flex. Human Resource Management, HR, wil vaak die verantwoor-
delijkheid niet nemen, is daarvoor vaak ook niet geëquipeerd. HR
wordt in veel gevallen niet serieus genoeg genomen door de be-
drijfsvoering. Inkoop kijkt naar prijs en contracten, maar niet naar
de langetermijnbehoefte van een organisatie. Die worden afgere-
kend op de besparing die ze realiseren, niet op de bijdrage die de
flexibele schil levert.’
De Laat: ‘HR zou die verantwoordelijkheid moeten nemen voor
het proces om flex goed te organiseren. Zij kunnen dat afstem-
men met het beleid voor vast personeel. Nu wordt de oplossing
voor een vacature te snel buiten de deur gezocht, meestal bij een
bureau waarvan men denkt dat die wel met een goede kandidaat
zal komen. Dat kost veel extra en feitelijk onnodig geld. HR zou
eerst binnen de eigen organisatie op zoek moeten gaan. Levert
dat niets op, dan kun je zoeken onder flexwerkers waar al eerdere
goede ervaringen mee zijn opgedaan. En als dat niets oplevert,
stap je naar een extern bureau. En bij deze laatste twee stappen
zou je internet en social media actief kunnen inzetten om je doel-
groep te bereiken. Maar eerlijk gezegd zie ik nog geen enkel groot
bedrijf, dat zelf zijn flexibele schil runt, met handige inzet van inter-
net en Twitter.’
Stoere dingen doenMesters: ‘Terwijl die flexibele schil alleen maar belangrijker zal
worden. Je kunt al spreken van een flexibele kern en een vaste
schil. De screen generation is niet onder de indruk van geld,
macht, prestige en de peer-group pressure die daarvan uit gaat.
Die heeft geen zin in hiërarchische toestanden in bedrijven. Ik heb
wel eens bij een sollicitatiegesprek gezeten met een screenager
die na tien minuten opstond en zei: ik heb er geen goed gevoel
bij, ik ga. Jongeren denken veel meer in termen van projecten. Via
LinkedIn verdelen ze grote projecten die ze hebben aangenomen,
onder studie- en vakgenoten.’
De Laat: ‘De flexibele schil is heel goed door een bedrijf zelf te
managen. Een bedrijf kan door de transparantie die internet ople-
vert, net zo veel weten over de mensen die zich in de markt aan-
dienen, als een leverancier. Met dat gegeven kunnen ze iets doen.
Mijn eerste advies zou zijn: definieer een proces voor de flexibele
schil, en kies een regisseur: zodat de verantwoordelijkheid niet
meer tussen HR, inkoop en business in zweeft. Daarna: zorg dat
je zichtbaar bent als bedrijf. Nu doen bedrijven daar nogal huiverig
over, uit angst te veel vragen en mensen op zich af te krijgen.
Maar het is mogelijk om een geautomatiseerd proces te definië-
ren dat via platforms afgehandeld kan worden. Dan kom je vrij ge-
makkelijk van honderd aanmeldingen tot een top tien. Het is wel
belangrijk dat je als bedrijf het initiatief neemt en de regie op het
inhuurproces zelf in handen houdt. Laat nooit je oren hangen naar
externe leveranciers. Bedrijven laten zich te snel bang maken dat
ze die ene fantastische kandidaat niet krijgen. Maar er is niet één
fantastische kandidaat. Er zijn er altijd meerdere.’
Dinosaurus in een museumMesters: ‘Het is lastig te voorspellen hoe de sector zich zal
hebben ontwikkeld in 2020, 2030. Daarvoor zijn er te veel rappe
technologische ontwikkelingen aan de gang. En zijn de economi-
sche ontwikkelingen te onvoorspelbaar. Het valt bijvoorbeeld niet
te voorspellen in welke mate onze beroepsbevolking gaat krim-
pen. We zijn wel van mening dat de zogeheten voorspelde ‘War
for Talent’ op dit moment veel minder een probleem is voor bedrij-
ven. In het ABN AMRO-rapport Social Media en arbeidsbemidde-
ling schrijf ik dat een doorkijkje naar een verdere toekomst een
aantrekkelijk gedachte-experiment is, maar in hoge mate specula-
tief. Je kunt daarbij maar beter het punt in de toekomst niet te ver
kiezen en de penseelstreken zo breed en vaag mogelijk op het
canvas te zetten.’
Mesters: ‘Wie weet, zijn de screenagers veel honkvaster dan ik
ooit had gedacht. Maar ik denk dat bedrijven mensen niet lang aan
zich kunnen binden. Het zal straks vooral gaan over: talentvolle
professionals vinden, volgen en verbinden. Met social media.
Hoewel die straks geen aparte naam meer hebben, zo gewoon
zullen ze zijn. De onderneming die niet mee gaat met deze ont-
wikkelingen, is over tien jaar een dinosaurus in een museum. Het
instituut als manier van organiseren van arbeid en kennis, is
passé.’
‘Screen generation niet onder de indruk van geld, macht en prestige’
9Interview
Opdrachtgevers kostenbewuster: kritischer op prijs en geleverde dienst
Voor MKB-kantoren is consolidatie de manier voor groei in marktaandeel
Wetgeving en toezicht verder aangescherpt
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Openbare accountants voeren controles uit en stellen jaarrekeningen
op. Een openbare accountant stelt vast of de jaarrekening een getrouw
beeld geeft van de werkelijkheid en geeft zijn oordeel daarover weer in
een accountantsverklaring. Daarnaast geven accountants advies op
onder andere administratief gebied en adviseren zij bij overname en
opvolging. Er zijn twee typen accountants: de Registeraccountant
(veelal gericht op grote ondernemingen) en de Accountant-
administratieconsulent (met het MKB als hoofdactiviteit).
Na de financiële crisis van 2008 is het bergafwaarts gegaan met de
branche en liggen kantoren vrijwel continu onder vuur. De branche werd
verweten dat zij met te weinig daadkracht heeft opgetreden, wat ten
koste is gegaan van de reputatie. De omzet en winst daalden sindsdien
structureel. Opdrachtgevers werden kostenbewuster en stelden zich
daarom kritisch op tegenover de prijs en de geleverde dienst. Dit voerde
de druk op tarieven verder op en verhevigde de onderlinge concurrentie.
Om het kwaliteitsniveau op peil te houden, moesten daarnaast de in-
vesteringen (in IT-systemen en vakinhoudelijke opleidingen) op minimaal
hetzelfde niveau blijven, waardoor de druk op de marges werd opge-
voerd. De financiële druk houdt vooral de middelgrote kantoren in zijn
greep en als gevolg hiervan wordt in dit segment een consolidatieslag
gemaakt. Kantoren doen dit niet alleen uit noodzaak voor continuïteit,
ook schaalgrootte en de wens om het gat met de top te verkleinen
spelen mee. Voor MKB-kantoren zijn samenwerking en overnames op
dit moment vrijwel de enige middelen om in marktaandeel te groeien
en daarmee de concurrentie aan te gaan met de grotere kantoren. Auto-
nome groei is moeilijker te realiseren dan voorheen en strategische sa-
menwerking is dan een logische volgende stap. Het aandeel zzp’ers is
in deze branche hoog en groeit jaarlijks. Ook dit is een ontwikkeling die
sterk bijdraagt aan de druk op prijzen en winstmarges, en die de concur-
rentie intensiveert.
Wijzigingen in wetgeving zullen het bestaande verdienmodel wijzigen
van kantoren die boekencontroles uitvoeren bij organisaties van open-
baar belang (beursgenoteerde bedrijven, verzekeraars en banken). De
wetgeving is op dit terrein aangescherpt vanwege de grote maatschap-
pelijke invloed van deze bedrijven op de samenleving en de noodzaak
van betrouwbare analyses over deze bedrijven. Drie nieuwe wijzigingen
in de Wet op het accountantsberoep zullen beperkingen opleggen voor
accountantskantoren die organisaties van openbaar belang controleren.
Zo mag er naast uitgevoerde controlediensten tegelijkertijd geen advies-
diensten meer worden verleend, moet er verplicht om de 8 jaar worden
gewisseld van accountantskantoor en moeten accountantsbenoemin-
gen door opdrachtgevers verplicht worden gemeld bij de AFM. Daarmee
valt de commerciële prikkel weg en kan de onafhankelijkheid worden
gewaarborgd. Veel kantoren hebben een verdienmodel, gebaseerd op
een breed dienstenpakket met daarin controlewerkzaamheden, belas-
tingadvies en adviesdiensten. Met de wetswijziging zullen kantoren
gaan nadenken over hun huidige verdienmodel. De splitsing van contro-
le en advies vraagt om specialisatie. Alleen op die manier kunnen kanto-
ren hun toegevoegde waarde aantonen richting opdrachtgevers. De ver-
wachting is echter dat de mogelijkheden met automatisering in
boekencontrole verder een vlucht zal nemen en dat kantoren zich beter
kunnen onderscheiden op adviesopdrachten.
Omzetgroei 2011: -0,9%
Bedrijven met 1 werkzame persoon: 78%
▶ waarvan boekhoudkantoren: 48%
▶ waarvan belastingadviesbureaus: 11%
▶ waarvan accountantskantoren: 8%
▶ waarvan overige admin. kantoren: 11%
ABN AMRO omzetverwachting 2012: -1,5%
www.nba.nlwww.accountantsonline.nlwww.accountancynieuws.nl www.accountant.nl
accountantskantoren
10
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
2007
-1
2007
-2
2007
-3
2007
-4
2008
-1
2008
-2
2008
-3
2008
-4
2009
-1
2009
-2
2009
-3
2009
-4
2010
-1
2010
-2
2010
-3
2010
-4
2011
-1
2011
-2
2011
-3
2011
-4
%-g
roei
(j.o
.j.)
Omzetgroei BBP-groei
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
2009 2010 2011
%-g
roei
j-o-
j
Financiële administratie Advisering (ex. belastingadvies)
Accountantscontrole Belastingadvies
Ernst & Young 2
KPMG 3
Deloitte 4
PWC 1
Baker Tily Berk 9
Accon AVM 6
De Jong & Laan 11
BDO 5
Mazars 8
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
180.000
1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000
Werknemers (fte)
Omze
t per
fte
(grootte bol = omzet 2010)
= omzet/fte > EUR 140.000 = omzet/fte EUR 100.000-140.000 = omzet/fte EUR < 100.000
GBO Groep (incl. Flynth) 7
Grant Thornton 10
19%
3%
2%
6%
3%
23% 9%
2%
2%
5%
11%
15%
Omzet accountancy daalde in 2011 met 0,9%
Prijzen accountantscontrole staan onder druk
Groot verschil tussen ‘Big Four’ en overige kantoren
Meer dan 40% van vestigingen in Noord- en Zuid-Holland
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: Accountancynieuws
Bron: CBS
▶ Na zes kwartalen van krimp sinds eind 2009, realiseerden accoun-
tantskantoren halverwege 2011 weer een omzetgroei van 1,1%.
De euforie was echter van korte duur want in het laatste halfjaar
daalde de omzet weer. Per saldo is de omzet voor accountants-
kantoren in 2011 gedaald met 0,9%.
▶ De daling van het volume (vraag naar accountancydiensten) is
mede ingegeven door een toename van het aantal faillissementen
(minder opdrachten) en een afname van het aantal uren per op-
dracht.
▶ De laatste jaren hebben klanten de indruk dat de tarieven van
accountants hoog zijn. Dit heeft geleid tot een structurele daling
van prijzen voor de standaard werkzaamheden, zoals accountants-
controle. Voor maatwerkdiensten van accountants, zoals financiële
administratie en (belasting)advies, is de prijsdruk minder van
belang.
▶ Klanten eisen transparantie in de uurtarieven en de bestede tijd.
Hiermee is de prijs-kwaliteitverhouding een belangrijk criterium
geworden.
▶ De branche is erg gefragmenteerd. De ‘Big Four’ hebben samen
circa 25% van de totale omzet. De top-10 is verantwoordelijk voor
circa 35%. Het MKB heeft hiermee een grote rol.
▶ In omzet is PwC de grootste, gevolgd door Ernst & Young. De
verschillen tussen de ‘Big Four’ zijn echter klein. Na de ‘Big Four’
volgen op afstand BDO en GIBO Groep. Grant Thornton heeft een
grote slag geslagen met de overname van ESJ.
▶ Kleine spelers zijn hier qua omzetniveau per fte op eenzelfde of
zelfs hoger niveau dan grotere spelers.
▶ Het merendeel van de vestigingen bevindt zich in de randstad,
waarvan Noord- en Zuid-Holland veruit de meeste vestigingen
herbergen.
▶ De middelgrote en grote kantoren hebben een brede klantenkring
en daarmee veelal vestigingen verspreidt over heel Nederland. De
kleine kantoren profileren zich vooral regionaal.
▶ Het aantal vestigingen groeide jaarlijks met gemiddeld 5%, maar
verwacht wordt dat het tempo van de groei zal afnemen.
11accountantskantoren
advocatenkantoren Groei door meer claims, faillissementen en arbeidszaken
Concurrentie verhevigt en druk op tarieven neemt in bepaalde segmenten toe
Omzetgroei 2012 vooral gedreven door toenemende vraag
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Een advocaat geeft juridisch advies en verleent juridische bijstand in
rechtsgedingen. De advocaat dient ingeschreven te zijn bij de recht-
bank van het arrondissement waar de activiteiten worden ontplooid en
zo ook bij De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). De NOvA is
de publiekrechtelijke beroepsorganisatie van alle advocaten in
Nederland. Advocaten zijn werkzaam voor instellingen, organisaties en
particulieren. Specialismen zijn onder meer arbeidsrecht, erfrecht,
strafrecht, mediarecht en auteursrecht.
De competentiegrens is opgetrokken, waarmee de verplichte inzet van
een advocaat (of andere procesvertegenwoordigers) in minder rechts-
zaken noodzakelijk is. Dit is gunstig voor consumenten en particu-
lieren, omdat zij beperkte kosten hoeven te maken voor het inwinnen
van juridisch advies of juist juridische bijstand kunnen inhuren tegen
een veel lager tarief. Dit maakt de procesgang voor burgers laag-
drempeliger. Aan de andere kant gaat het kabinet de griffierechten
verhogen per 1 juli 2012 om zodoende de rechtsgang kostendekkend
te maken. En dat maakt de rechtspraak voor burgers juist weer
duurder. Binnen het brede werkterrein van de advocatuur bestaan er
conjunctuurgevoelige (zoals de fusie- en overnamemarkt en de
insolventiepraktijk) en ongevoelige segmenten (zoals fiscaal advies).
Dit maakt de branche per saldo minder gevoelig voor conjuncturele
schommelingen. Kantoren hebben in 2011 hun omzet licht zien
groeien. De advocatuur heeft geprofiteerd van een toenemend aantal
claims, faillissementen en arbeidsrechtszaken. Maar het meest
lucratieve segment voor de advocatuur blijft de fusie- en overname-
markt en die heeft in 2011 minder omzet opgeleverd. Ondanks dat het
aantal deals nog kon stijgen met bijna 16%, daalde de waarde van
deze deals aanzienlijk met 36,5%. De lage waardering van onder-
nemingen bij overnametrajecten, juist door de ongunstige
economische omstandigheden, zijn daar mede debet aan.
Ondanks dat de onderlinge concurrentie verhevigt en de druk op de ta-
rieven in bepaalde segmenten toeneemt, gaat ABN AMRO ervan uit
dat de omzet in 2012 verder zal groeien. De omzetgroei zal vooral
worden gedreven door een toenemende vraag naar juridische diensten
in 2012. Uitzondering vormt de fusie- en overnamemarkt. De winsten
van bedrijven zijn relatief laag en daarmee blijven de waarderingen van
bedrijven ook op een laag niveau. Wij verwachten in dit segment een
vergelijkbare ontwikkeling als in 2011, waarbij de prijs van overname-
kandidaten aantrekkelijk laag blijft en het volume daardoor verder kan
groeien. In de overige segmenten (zoals ondernemings-, arbeids-, per-
sonen- en familierecht) zal de vraag stabiel blijven of verder groeien.
Dit wordt vooral gedreven door structurele ontwikkelingen als de
voortschrijdende juridisering, de claimcultuur en de verzakelijking van
het ondernemen. Door de toename in volume zal het aantal dienstver-
leners aan de onderkant van de markt groeien met innovatieve ver-
dienmodellen, zoals prepaid rechtshulp of abonnementen. Ook
worden in relatief meer gevallen de diensten van kleine kantoren (of
zzp’ers) ingehuurd. Dit heeft te maken met de specialisatie van kleine
kantoren. Bij specifieke zaken is meer behoefte aan specialisten dan
aan generalisten. Bovendien zijn kleine kantoren bij uitstek in staat om
scherpe tarieven in rekening te brengen.
Aantal advocatenkantoren: 7.440
▶ groei (t.o.v. 2011): +6,9%
Aantal advocaten: 16.710
▶ groei (t.o.v. 2010): +2,6%
Aantal kantoren met 1 advocaat (2002): 36,7%
Aantal kantoren met 1 advocaat (2012): 50,5%
ABN AMRO omzetverwachting 2012: 4,5%
www.advocatenorde.nlwww.juridisch.comwww.bureauft.nlwww.rechtensite.nl
12
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
2005
-220
05-3
2005
-420
06-1
2006
-220
06-3
2006
-420
07-1
2007
-220
07-3
2007
-420
08-1
2008
-220
08-3
2008
-420
09-1
2009
-220
09-3
2009
-420
10-1
2010
-220
10-3
2010
-420
11-1
2011
-220
11-3
2011
-4
%-g
roei
(j.o
.j.)
Omzetontwikkeling rechtskundige dienstverlening (l.as)BBP-groei (l.as)Prijsindex ontwikkeling advocatuur (r.as)
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
-15% -10% -5% 0% 5% 10% 15%
Omzetgroei 2010 (j-o-j)
Groe
i FTE
201
0 (j-
o-j)
grootte bol = omzet 2010
Loyens & Loeff
NautaDutilhDe Brauw Blackstone Westbroek
Houthoff BurumaStibbe AKD
Baker & McKenzie
CMS Derks Star Busmann
Van Doorne
Pels Rijcken & Droogleever Fontijn
2.136
1.048
1.560
929
587
563
24
23
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
5.000
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Aant
al
1 advocaat 2-5 advocaten
6-60 advocaten > 60 advocaten
0
50
100
150
200
250
300
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.000
Aantal deals
Waa
rde
(EUR
mrd
)
(grootte bol = gem. waarde deal)
Jaren met sterke economische vertraging
2007
20062008
2005
2011
20042010
20092003
Diensten advocatuur conjunctuurongevoelig
Tempo van de omzetgroei neemt af
Aantal eenmansadvocatenkantoren groeit het sterkst
Totale waarde overnames 2011 nog onder de EUR 50 mrd
Bron: CBS
Bron: Stand Advocatuur 2012/Sdu Uitgevers
Bron: Sdu Uitgevers (OverFusies)
Bron: Sdu Uitgevers (OverFusies)
▶ De conjunctuur heeft normaliter weinig invloed op de omzetgroei
van rechtskundige dienstverleners. De omzet is met 2,0% toe-
genomen in 2011, maar in het laatste kwartaal van 2011 was toch
nog een lichte daling te zien.
▶ De druk op de uurtarieven van advocaten is toegenomen. Niet
alleen door de toegenomen concurrentie (sterke toename van
eenmansbedrijven en goedkopere alternatieven), maar ook door
klachten van klanten over de hoogte van de tarieven.
▶ In 2010 zijn de Brauw Blackstone Westbroek en Houthoff Buruma
in omzet gegroeid en hebben zij tegelijktijd het aantal fte’s terugge-
bracht. De omzetgroei bij de meeste kantoren is echter afgenomen
in 2010.
▶ Ondanks dat kantoren relatief weinig last hebben van conjuncturele
ontwikkelingen, zijn veel kantoren toch overgegaan op kostenbe-
sparingen (zoals reductie in fte). Van Doorne is het enige kantoor
met een daling in de omzet, terwijl het aantal fte’s toenam.
▶ De aanwas van nieuwe kantoren is groot, waarbij vooral de
eenmansbedrijven sterk in aantal groeien. Steeds vaker kiezen
partners voor het zelfstandige ondernemerschap.
▶ Dit is geen slechte keuze. Kantoren moeten zich steeds meer on-
derscheiden door specialisatie en unieke dienstverlening. Kleine
kantoren zijn flexibeler en hebben veelal een betere propositie.
Omdat zij weinig vaste kosten hebben, zijn zij beter in staat een
scherpe prijs te bieden.
▶ In 2011 is de markt voor fusies en overnames hersteld in volume,
maar de overnameprijzen bleven nog relatief laag. Daarmee is de
gemiddelde waarde per deal in de afgelopen negen jaar nog nooit
zo laag geweest: 532 deals tegen circa EUR 41 mrd.
▶ Wereldwijd is de overnamemarkt nog in mineur. Het transactiebe-
drag heeft in het begin van 2012 (t/m februari) nog lang niet het
niveau bereikt van 2011. De onzekerheid over de economie is hier
de oorzaak van.
13advocatenkantoren
beveiliging en opsporing Beveiligingsbudgetten krimpen, zowel bij het bedrijfsleven als bij de overheid
Facilitaire totaalconcepten winnen terrein
Consolidatie staat ook in 2012 hoog op de agenda
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De branche bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste de technische
beveiliging (installaties/techniek) en ten tweede de manbeveiliging.
Manbeveiliging bestaat uit bedrijfsbeveiliging (bedrijven met eigen
beveiligingsorganisatie) en particuliere beveiliging. Een particuliere
beveiligingsdienst levert medewerkers en diensten voor bijvoorbeeld
evenementen-, informatie-, persoons- en objectbeveiliging, maar ook
voor beveiliging van waardetransport. De Vereniging van Particuliere
Beveiligingsorganisaties (VPB) is de brancheorganisatie.
De marktomstandigheden voor de beveiligingsbedrijven zijn, ondanks
een omzetgroei van 2,5%, toch nog uitdagend gebleken in 2011. De
beveiligingsbranche is verzadigd en daarmee is autonome groei maar
moeilijk realiseerbaar. Daarbij komt dat vanwege de recessie de
beveiligingsbudgetten in het bedrijfsleven krimpen. Door de bezuini-
gingen bij de overheid worden publieke beveiligingstaken vaker
uitbesteed. Professionele beveiligingsbedrijven kunnen in veel
gevallen efficiënt worden ingezet. Verder zien we dat de fusie- en
overnamemarkt aantrekt, mede als gevolg van bezuinigingen bij
afnemers en de zoektocht naar schaalgrootte. Naast schaalgrootte is
ook kostenefficiency een belangrijk argument voor fusies, overnames
of verregaande samenwerking. Hierbij worden ook branchevreemde
partijen opgezocht, omdat het aanbieden van facilitaire totaal-
concepten aan terrein wint. Het aantal fusies, overnames en samen-
werkingsverbanden is aanzienlijk geweest in 2011, met meer dan 25
deals. Niet alleen de drie grootste spelers waren hier actief, ook het
MKB heeft nadrukkelijk gekozen voor consolidatie. Daarnaast is het
aantal overnames door buitenlandse beveiligingsbedrijven op de
Nederlandse markt er niet minder om geworden. De kwaliteit van
beveiligers is een belangrijk verkooppunt voor bedrijven en dit vraagt
om continue opleiding en training. De branche investeert daarom veel
in professionalisering en kwaliteitsbewaking.
Publiek-private samenwerking krijgt steeds meer vorm. Hoewel de
weerstand bij sommige overheidsinstanties nog groot is, zal door de
goede ervaringen tot dusver, de publiek-private samenwerking de
komende jaren veel verder worden uitgebreid. Naast de bestaande
samenwerkingsverbanden, komen er steeds weer nieuwe vormen bij.
De overheid heeft het voornemen om bepaalde ‘relevante taken’ van
het gevangeniswezen voor te bereiden op privatisering, om zodoende
kosten te besparen. In hoeverre dit op korte termijn haalbaar is, moet
echter nog blijken. Ook zijn er initiatieven om particuliere beveiligers in
sommige gemeentes de bevoegdheid te geven om bekeuringen op te
leggen op piekmomenten (zoals evenementen). ABN AMRO gaat
ervan uit dat consolidatie ook in 2012 hoog op de agenda blijft staan,
waarbij grote en middelgrote bedrijven op zoek gaan naar branche-
genoten. Gewilde overnamekandidaten zullen vooral de kleine
hightechbedrijven zijn. Digitale criminaliteit neemt een vlucht en de
vraag naar beveiliging van kwetsbare IT-systemen neemt sterk toe. Op
dit terrein doen zich steeds meer veiligheidsrisico’s voor, zoals inbraak
in computersystemen, skimmen, (identiteits)diefstal, fraude en
bedreiging. Daarnaast zal ook het ‘multiservice concept’ de aandacht
blijven houden, vooral bij overnames. Voor de klant is dit potentieel
een goede efficiencyslag om ondersteunende diensten vanuit één
facilitaire dienstverlener te ontvangen.
Omzetgroei 2011: +2,5%
Omzet per werknemer: circa EUR 47.000
Aantal arbeidsplaatsen: circa 32.000
Marktaandeel top-3 bedrijven: circa 60%
Marktaandeel top-10 bedrijven: circa 70%
Aantal bedrijven met 1-5 werkzame personen:
85,3%
ABN AMRO omzetverwachting 2012: 2,0%
www.beveiliging.nlwww.vpb.nlwww.securitymanagement.nlwww.veb.nl
14
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
2011
-1
2011
-2
2011
-3
2011
-4
2006
-1
2006
-220
06-3
2006
-4
2007
-1
2007
-2
2007
-3
2007
-4
2008
-1
2008
-2
2008
-3
2008
-420
09-1
2009
-2
2009
-3
2009
-4
2010
-1
2010
-2
2010
-320
10-4
%-g
roei
(j.o
.j.)
Omzetgroei BBP-groei Mutatie prijs beveiliging en opsporing
54.000
55.000
56.000
57.000
58.000
59.000
60.000
1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000Aantal fte
Omze
t per
fte
Grootte bol = omzet(gestippelde circel = omzet 2009)
Sommatie:- ISS Sec. Services- NVD Beveiliging- Intergarde- MPL Bev. diensten- Randst Bewaking- ANVD- Fair Groep
G4S
Securitas
Trigion
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Groei omzet Groei arbeidsplaatsen
Belgie
Denemarken
Finland
Frankrijk
Duitsland
Italie
Nederland
Noorwegen
Spanje
Zweden
ZwitserlandVerenigd Koninkrijk
Portugal
Polen
Oostenrijk
0
1
2
3
4
5
1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000
Totale omzet 2010 (x 1 mln EUR)
Omze
t per
bed
rijf (
x 1
mln
EUR
)
Grootte bol is ratio beveiligers/inwoners
Strictheid van particuliere beveiligingswetgeving:
= niet streng
= medium
= streng
= zeer streng
Ierland
Omzet beveiligingsbranche groeit met 2,5% in 2011
Marktmacht van de ‘Big Three’ blijft onaangetast
Omzet per fte groeit in 2011
Beveiligingswetgeving in Nederland streng
Bron: CBS
Bron: Security Management
Bron: CBS, Heliview/VPB
Bron: CoESS, ABN AMRO Sector Research
▶ Na een teleurstellend 2010 (met een krimp in de omzet van 1,9%),
is de omzet in 2011 weer goed hersteld met 2,5% groei, vooral
door volumegroei. De omzet zit echter nog steeds ver onder het
niveau van voor de crisis (2006 t/m 2008).
▶ De toegenomen concurrentie heeft tot enige prijsdruk geleid. De
prijsverhoging over 2011 was minimaal (+0,9%), bijna anderhalf
procentpunt onder de algemene inflatie van 2,3%.
▶ In de afgelopen vijf jaar is het aantal bedrijven in deze branche
explosief gestegen met circa 50%.
▶ Trigion, G4S en Securitas zijn de grootste beveiligingsbedrijven in
Nederland en blijven groeien. Zo nam op 1 januari 2012 Securitas
het bedrijf MPL Beveiligingsdiensten over.
▶ De top-3 heeft een marktaandeel van circa 60%. Het aandeel van
de zeven beveiligingsbedrijven die daarna volgen is circa 10%. Dit
betekent dat de overige 1.760 bedrijven een aandeel hebben van
30%.
▶ Arbeid blijft de belangrijkste productiefactor in deze branche.
Ondanks de toename van het gebruik van technologie, blijft
beveiliging grotendeels mensenwerk. Personele kosten bedragen
meer dan 70% van de omzet.
▶ Door de scherpe daling in omzet in 2010 en een toename van het
aantal arbeidsplaatsen, is de omzet per fte in 2010 sterk afgeno-
men. De gemiddelde omzet per werknemer ligt in 2011 op circa
EUR 47.000.
▶ Een land met veel inwoners kent doorgaans veel beveiligings-
bedrijven en beveiligers. Land- en cultuurspecifieke eigenschappen
zorgen voor de uitzonderingen. Zo heeft het VK relatief veel beveili-
gers, wat een direct gevolg is van de verhoogde kans op terreur in
dit land.
▶ Italië heeft juist een relatief kleine beveiligingsbranche, terwijl
Polen, Ierland en Portugal een relatief grote dichtheid hebben.
De strictheid van wetgeving is in Europa streng tot zeer streng.
15beveiliging en opsporing
deurwaarders en incassobureaus Door ongunstige economische situatie neemt risico op wanbetaling toe
Slecht betalingsmoraal maakt verscherpt debiteurenbeheer onmisbaar
Marktomstandigheden zijn gunstig in 2012
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Gerechtsdeurwaarders hebben een wettelijke status om bij juridische
conflicten de gerechtelijke stukken (dagvaarding of vonnis) uit te reiken
en vonnissen (ontruiming of beslaglegging) uit te voeren. Incassobu-
reaus hebben deze status niet. Zij voeren alleen niet-ambtelijke op-
drachten uit en zijn aan minder strenge regelgeving gebonden. Zowel
de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG)
als de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (NVI)
werkt met een gedragscode om debiteuren te beschermen.
Sinds de crisis van 2008-2009 is de bedrijvigheid bij deurwaarders- en
incassobureaus alleen maar gegroeid. Het risico op wanbetaling is toe-
genomen. Veel bedrijven konden niet aan hun betalingsverplichtingen
voldoen en gingen failliet. Ook het aantal onbetaalde facturen is explo-
sief gestegen, met een toename van ruim 12% in Europa. Daarnaast
neemt de schuldpositie bij particulieren toe en jaarlijks melden meer
mensen zich aan bij gemeentelijke schuldsanering en kredietbanken.
In 2011 had 27,8% van de huishoudens een betalingsachterstand, een
toename met 1,1 procentpunt ten opzichte van 2010. Bij particulieren
hebben de achterstallige betalingen meestal betrekking op de verzeke-
ringspremie, huur en telefonie. De achterstand neemt ook bij krediet-
nemers jaarlijks toe. Het ontstaan van problematische schuldsituaties
komt het meeste voor bij de meest kwetsbare groepen in de samenle-
ving, zoals alleenstaanden met kinderen, werklozen, studenten en
mensen met een laag inkomen. Door het verslechteren van de beta-
lingsmoraal gaan bedrijven over op een verscherpt debiteurenbeheer,
waarbij veel bedrijven al in een vroeg stadium een incassobureau of
deurwaarder inschakelen. Het komt voor dat deurwaarders- of incas-
sobureaus aan voorfinanciering doen, waarmee het risico voor deze
bureaus toeneemt. Belangenorganisaties werken in dit verband aan
zelfregulering en stellen regels aan de liquiditeit van hun leden.
Gerechtsdeurwaarders staan onder financieel toezicht van het BFT. Het
BFT controleert of de geïnde gelden door gerechtsdeurwaarders (ook
wel ‘derdengelden’) verantwoord kunnen worden. Het aantal kantoren
dat onder verscherpt toezicht stond in 2011, is gedaald naar 2,5% van
het totale aantal kantoren (van 3,6% in 2010). De financiële risico’s
kunnen voor sommige kantoren in 2012 verder toenemen als gevolg van
een stijging van de griffiekosten en de mate waarin kantoren doen aan
voorfinanciering. Vooralsnog zien de marktomstandigheden voor deur-
waarders en incassobureaus er gunstig uit voor 2012. De verwachting is
dat de vraag naar schuldhulpverlening in 2012 hoog blijft. De betalings-
achterstanden van huishoudens en kredietnemers zullen in 2012 verder
toenemen. De ongunstige economische omstandigheden, daling van de
koopkracht en toename van de werkloosheid werken dit verder in de
hand. ABN AMRO gaat ervan uit dat de totale schuldenmarkt verder zal
groeien in 2012. De verkoop op krediet door bedrijven stijgt verder,
waarbij leverancierskrediet, online aankopen en koop-op-afbetaling een
groot aandeel hebben. In de tweede helft van 2012 zal de economie
verbeteren en daarmee verbetert doorgaans ook de betalingsmoraal. In
het Wetsvoorstel Incassokosten is een wettelijke regeling vastgelegd
ten aanzien van tarieven voor incassotrajecten. De wet zal vooral
consumenten en éénmanszaken beschermen tegen onevenredige
doorbelasting van incassokosten.
Totaal aantal bedrijven: 835
▶ waarvan deurwaarderskantoren: 250
Aantal banen van werknemers: circa 40.000
Uitgesproken faillissementen: 9.531
▶ waarvan rechtspersonen: 74,9%
▶ waarvan natuurlijke personen: 25,1%
ABN AMRO omzetverwachting 2012: 3,0%
www.kbvg.nl www.nvio.nlwww.vvcm.nlwww.nvvk.eu
16
-60%
-40%
-20%
0%
20%
40%
60%
80%
1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
%-g
roei
(j.o
.j.)
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
%-g
roei
(j.o
.j.)
BBP-groei (r.as) Groei totaal uitgesproken faillissementen (l.as)
80
100
120
140
160
180
200
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Inde
x (2
003-
1=10
0)
5,2%
5,6%
6,0%
6,4%
6,8%
7,2%
7,6%
%-g
roei
(j.o
.j.)
Totaal spaargeld huishoudensUitstaand debiteurensaldo particulierenZakelijk kredietverleningAantal particuliere kredietnemers met betalingsproblemen (r.as)
val Lehman Brothers
Deurwaarderskantoren Incassobureaus
1-2 werkzame personen3-20 werkzame personen20-50 werkzame personen>50 werkzame personen
79%38%
6%
50%15%
4%2%
4%
0
100
200
300
400
500
600
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Aant
al b
edrij
ven
Deurwaarderskantoren met 1-5 werkzame personenDeurwaarderskantoren met 5-50 werkzame persoonIncassobureaus met 1-5 werkzame personenIncassobureaus met 5-50 werkzame persoon
Aantal faillissementen zal ook in 2012 groeien
Meer particulieren met betalingsproblemen
Zeer gefragmenteerde markt met veel kleine spelers
Aantal kleine incassobureaus groeit hard
Bron: CBS
Bron: BKR, DNB, CBS
Bron: CBS
Bron: CBS
▶ Ondanks de lichte daling van het aantal faillissementen in 2011,
blijft het aantal op een relatief hoog niveau. Het totale aantal uitge-
sproken faillissementen kwam in 2011 uit op 9.531. Dit is weliswaar
bijna 10% minder dan het crisisjaar 2009, maar nog steeds bijna
40% boven het niveau van voor de crisis.
▶ In 2012 zal het aantal faillissementen op hoog niveau blijven. In het
eerste kwartaal ligt het aantal faillissementen circa 25% hoger dan
een jaar geleden.
▶ Sinds het uitbreken van de crisis (bij de val van Lehman Brothers)
is het aantal particulieren met betalingsproblemen toegenomen:
van 6,2% naar 7,4% van alle kredietnemers.
▶ De toename van de werkloosheid zal tot meer betalingsachter-
standen leiden. Particulieren krijgen meer moeite om aan hun
financiële verplichtingen te voldoen.
▶ De schuldpositie van bedrijven is gegroeid. Ook hier wordt een toe-
name in betalingsachterstanden verwacht.
▶ In de periode 2006 tot 2010 is het aantal deurwaarderskantoren
gedaald met 2%, terwijl het aantal incassobureaus groeide met
10,6%. Alleen deurwaarderskantoren hebben een wettelijke status
en daarmee zijn de toetredingsdrempels voor het opstarten van
een incassobureau een stuk lager.
▶ De branche is sterk gefragmenteerd. Er zijn veel kleine bedrijven
actief met een tot twee werkzame personen. Bij incassobureaus
ligt dit aandeel aanzienlijk hoger dan bij deurwaarderskantoren.
▶ Het aantal kleine incassobureaus is in de periode 2007-2012 sterk
gegroeid met 52%. Vanwege het ontbreken van een wettelijke
status, zijn de drempels voor het starten van een incassobureaus
aanzienlijk lager dan het starten van een deurwaarderskantoor.
▶ In de periode 2007-2012 is het aantal deurwaarderskantoren afge-
nomen met 9%. Het aantal eenmansbedrijven nam in deze periode
nog licht toe met 25 bedrijven, maar in de overige segmenten zien
we een daling.
17deurwaarders en incassobureaus
economische adviesbureaus Sterke groei aantal bedrijven, tegelijkertijd daling van de vraag
Adviesbureaus geven gehoor aan eis meer transparantie in tarieven
Vooral vraag vanuit overheid in 2012 nog mager
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De hoofdactiviteiten van adviesbureaus liggen op het terrein van on-
dernemingsstrategie, organisatieontwikkeling en projectmanagement.
Vaak verstrekken zij ook adviezen op andere gebieden, zoals financieel
beleid. Met bijna 75% aan bedrijven zonder personeel is de branche
zeer kleinschalig. De branche kent een grote bedrijfsdynamiek, met
jaarlijks vele starters. Vaak betreft het een professional die kiest voor
een eigen bureau. De branche is conjunctuurgevoelig: minder gunstige
economische tijden gaan gepaard met vraaguitval.
De afgelopen drie jaar is het de adviesbranche niet voor de wind
gegaan, met in de laatste elf kwartalen slechts éénmaal omzetgroei.
En dat is op zich geen vreemde ontwikkeling, gezien de conjuncturele
situatie. De branche heeft te maken gehad met een sterke groei van
het aantal bedrijven en tegelijkertijd een daling van het volume. In
deze omstandigheden is het vrijwel onmogelijk voor alle spelers in de
branche om de uurtarieven en het aantal opdrachten op peil te
houden. Een goed voorbeeld hiervan zijn de ontwikkelingen bij over-
heidsopdrachten. Adviesbureaus kregen vanuit de overheid het signaal
dat het minder en goedkoper moest, wat uiteindelijk heeft geleid tot
de invoering van een maximumtarief bij overheidsopdrachten. Hieruit
blijkt dat opdrachtgevers kritischer zijn geworden. Adviesbureaus
geven gehoor aan de eis tot meer transparantie in tarieven en gewerk-
te uren. De druk op tarieven wordt ook veroorzaakt door de bedrijven-
dynamiek. De branche versnipperde in rap tempo door de groei van
het aantal zzp’ers. Dit komt mede doordat de barrières tot kennis, ad-
viesmethoden en -technieken laag zijn en het relatief eenvoudig is om
als onafhankelijk adviseur ofwel zzp’er te starten. En juist de zzp’ers
waren bij machte om relatief lage tarieven in rekening te brengen. De
positie van kleine bedrijven is echter zwak ten opzichte van grote be-
drijven op het moment dat klanten raamcontracten willen afsluiten
(ten behoeve van kostenefficiency).
De start van 2012 is allerminst gunstig te noemen voor de adviesbran-
che. ABN AMRO verwacht dat deze situatie in het eerste halfjaar zal
aanhouden en gaat uit van een daling van de economische groei in het
eerste half jaar, gevolgd door een verbetering in de tweede helft. Dit
zal leiden tot een economische krimp van 0,6%. Parallel hieraan gaan
wij uit van een omzetdaling van 3% bij de adviesbureaus. Het vertrou-
wen van het bedrijfsleven in de economie blijft nog relatief broos en
dit heeft zijn effect op het niveau van de investeringen en de inkoop
van adviesdiensten. De adviesopdrachten die uitgezet worden, hebben
vooral betrekking op thema’s als liquiditeitenbeheer, kostenreductie,
herstructurering en vooral risicomanagement. De verwachte omzetda-
ling zal echter ditmaal meer gedreven worden door het verlies aan
volume dan door een prijsdaling. Vooral de vraag naar adviesdiensten
vanuit de overheid zal in 2012 nog mager zijn. Een groot deel van het
volumeverlies komt voor rekening van de publieke sector. Overheden
(zowel rijk als gemeenten) moeten stevig saneren en bezuinigen als
gevolg daarvan fors op externe inhuur. In andere segmenten zal het
volumeverlies beperkt zijn, zoals in de fusie- en overnamemarkt. Om
de klant te behouden staan thema’s als prijs-kwaliteitverhouding,
focus op de klant en klantentevredenheid hoog op de agenda. Dit zijn
de onderdelen waarop bureaus zich kunnen onderscheiden.
Omzetgroei 2011: -2,1%
Omzet 2011: circa EUR 9 mrd
Aantal organisatieadviesbureaus: 66.950
▶ groei aantal bureaus (t.o.v. 2011): 11,5%
▶ aandeel aantal eenmansbedrijven: 88,4%
Aantal werknemers: circa 65.000
ABN AMRO omzetverwachting 2012: -3,0%
www.roa-advies.nlwww.ooa.nlwww.consultancy.nlwww.theconsultancygroup.nl
18
-20%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
2006
-120
06-2
2006
-3
2006
-420
07-1
2007
-220
07-3
2007
-420
08-1
2008
-220
08-3
2008
-420
09-1
2009
-220
09-3
2009
-420
10-1
2010
-220
10-3
2010
-420
11-1
2011
-220
11-3
2011
-4
%-g
roei
(j.o
.j.)
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
BBP-
groe
i (j.o
.j.)
Omzetontwikkeling (l.as) BBP-groei (r.as)
94
96
98
100
102
104
106
108
110
2007 2008 2009 2010 2011
Inde
x
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
% g
roei
Prijsindexcijfers Kwartaalmutaties (r.as) Jaarmutaties (r.as)
Aant
al
Overige managementadviesbureausOrganisatieadviesbureausPublic relationsbureaus
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
80.000
90.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Groei aantal vestigingen 2007-2012: +67%
2 werkzame personen
5-10 werkzame personen 10-20 werkzame personen 0,4%
20-50 werkzame personen 0,1% 50-100 werkzame personen 0,1%
1 werkzaam persoon 3-5werkzame personen 87,7%7,0%2,3%
0,8%
Omzet managementadviesbureaus daalde in 2011
Prijs neemt na 2 jaar daling eindelijk weer toe
Ondanks malaise blijft aantal vestigingen groeien
Sterk versnipperde branche met veel eenmansbedrijven
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
Bron: CBS
▶ De branche heeft sinds de crisis van 2008 terrein moeten prijs-
geven. Voor het derde achtereenvolgende jaar is de omzet gedaald.
In 2011 was de omzetdaling 2,1% ten opzichte van 2010. Stevige
bezuinigingen bij zowel bedrijfsleven als overheid waren hier de
oorzaak van.
▶ De situatie ziet er voor 2012 nog niet gunstig uit. Het aantal op-
drachten uit de private sector zal zich hooguit stabiliseren en de
bezuinigingen van de overheid zorgen voor veel vraaguitval.
▶ Vanaf begin 2009 daalden de tarieven voor managementadvies. De
daling heeft zich vervolgens twee jaar lang doorgezet. Het diepte-
punt lag in 2010 met een daling van 4,5%. In de afgelopen twee
jaar is ook de vraag naar managementadvies scherp gedaald, en
daarmee de omzet.
▶ Sinds het tweede kwartaal van 2011 zijn de tarieven weer licht
gaan stijgen. Of deze stijging zich zal voortzetten is nog de vraag.
De economische situatie is hiervoor nog zwak.
▶ In de periode 2006-2011 is de groei van het aantal bedrijven bijna
60%.
▶ De branche telt circa 53.000 bedrijven in 2011. Dit is een groei van
ongeveer 3% j-o-j. Het tempo van de groei in aantallen bedrijven is
daarmee wel afgenomen in vergelijking met voorgaande jaren.
▶ ABN AMRO verwacht dat het aantal bedrijven in 2012 verder zal
groeien. De branche blijft een kweekvijver van startende onderne-
mers, ook in tijden van economische neergang.
▶ De branche is zeer gefragmenteerd en bestaat voor driekwart uit
eenmansbedrijven. Het aantal eenmansbedrijven blijft jaarlijks
groeien.
▶ De adviesbranche kent jaarlijks vele starters, vooral het aandeel
zzp’ers is groot. Tegelijkertijd heeft de crisis tot vraaguitval en prijs-
druk geleid en daarmee de positie van zzp’ers verzwakt. Bij bezui-
nigings- en saneringsrondes wordt de flexibele schil van bedrijven
als eerste gesaneerd.
19economische adviesbureaus
Branche zeer innovatief en technologie speelt prominente rol
Marktonderzoek is verdringingsmarkt geworden
Aantal fusies en overnames in 2012 op relatief hoog niveau
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De hoofdactiviteit van marktonderzoekbureaus betreft kwalitatief en/of
kwantitatief onderzoek. Bedrijven houden zich bezig met het syste-
matisch en objectief zoeken naar (en analyseren van) gegevens die van
belang zijn voor het vaststellen en oplossen van problemen voor
bedrijven. De branche is kleinschalig van aard, aangezien er relatief
veel bedrijven zonder personeel actief zijn. De MOA is de belangen-
behartiger en heeft als voornaamste doel om de kwaliteit van markt-,
opinie- en beleidsonderzoek te bevorderen.
De economische tegenwind van de afgelopen jaren heeft de branche
eigenlijk nooit echt in problemen gebracht. Elk jaar was de omzet in
staat om te groeien. Ook in 2011 groeide de omzet en wel met 3,3%
ten opzichte van 2010. Dit is vergeleken met andere branches binnen
de dienstensector geen slechte prestatie, maar ten opzichte van het
niveau van de omzetgroei voor de crisis van 2008-2009 nog steeds
onder de maat. Daarmee heeft de recessie toch grote invloed gehad
op deze branche. De technologie speelt een belangrijke rol. Door de
technologie is de manier van het verzamelen van gegevens relatief
eenvoudiger (ondermeer door social media) geworden en ook goedko-
per (door relatief lagere ontwikkel- en softwarekosten). Maar daarmee
vormt technologie tevens een bedreiging, want de toetredingsdrem-
pels tot de branche worden hiermee verlaagd. Voor nieuwe toetreders
is het relatief eenvoudig om als onafhankelijk marktonderzoeker ofwel
zzp’er te beginnen. En dit verklaart meteen de sterke groei van het
aantal bedrijven in een relatief kort tijdsbestek (een groei van circa
65% in de periode 2006-2011). De innovatie in onderzoeksmethoden
is hoog in deze branche. De verwachting is dat traditionele onder-
zoeksmethoden altijd zullen blijven bestaan, maar de populariteit van
onderzoek via social media is niet te stoppen. Dit maakt de branche
zeer dynamisch. Bureaus die niet in staat zijn de ontwikkelingen te
volgen, krijgen het moeilijk.
De echt turbulente tijden na de economische neergang van 2008-2009
zijn goeddeels voorbij, maar daarmee zijn nog niet alle problemen voor
de marktonderzoekbranche opgelost. De branche is een verdringings-
markt geworden en de concurrentie is momenteel erg hoog. Het
probleem zit hem vooral aan de vraagzijde, waar het tempo van de groei
afnam. Maar ondanks de bezuinigingen van bedrijfsleven en overheden
in 2012 blijft de vraag naar harde gegevens over marktontwikkelingen
solide genoeg. Hierin valt echter wel een verschil in segmenten waar te
nemen, waarbij de vraag naar de diensten van online panelbedrijven
relatief gunstig is. Opdrachtgevers hechten nog steeds veel waarde aan
‘realtime-informatie’. Op dit terrein kan de branche echter wel te maken
krijgen met de privacywetgeving, waardoor sommige onderzoeks-
methoden lastiger worden om uit te voeren. ABN AMRO gaat uit van
een omzetgroei voor de gehele branche van 3,0% in 2012. Nieuwe
technologieën en de aanwas van nieuwe bedrijven zal de branche parten
spelen in 2012 en daarmee zal de druk op prijzen worden opgevoerd.
Autonome groei wordt moeilijker realiseerbaar en de enige manier om
in marktaandeel te groeien is door consolidatie of samenwerking. Het
aantal fusies en overnames zal daarom in 2012 op een relatief hoog
niveau liggen. Vooral de grote en middelgrote spelers zullen actief
worden op de overnamemarkt, terwijl de kleinere spelers zich meer
zullen gaan toeleggen op allianties.
Omzetgroei 2011: +3,3%
Totale omzet 2011: circa EUR 2,0 mrd
Aantal bedrijven: 5.890
▶ waarvan met 1 werkzame persoon: 80,9%
Groei aantal bedrijven sinds 2007: 34,5%
Groei aantal bedrijven sinds 2011: -0,1%
ABN AMRO omzetverwachting 2012: 3,0%
http://moaweb.nlwww.esomar.orgwww.onderzoekpaleis.nlwww.adformatie.nl
marktonderzoekbureaus
20
-5%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
Omzetontwikkeling (l.as) BBP-groei (r.as)
2006
-1
2006
-2
2006
-3
2006
-420
07-1
2007
-220
07-3
2007
-420
08-1
2008
-220
08-3
2008
-420
09-1
2009
-220
09-3
2009
-420
10-1
2010
-220
10-3
2010
-420
11-1
2011
-220
11-3
2011
-4
98
100
102
104
106
108
110
2007 2008 2009 2010 2011
Inde
x
0,0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
% g
roei
Prijsindex markt -en opinieonderzoek
Jaarmutaties
0 50 100 150 200 250 300 350
TNS-Nipo
GfK Panel Services Benelux
Intomart GFK
Synovate
GfK Retail and Technology Benelux
Blauw Research
Motivaction International
MarketResponse Nederland
Millward Brown
Skim
Aantal fte 2009Aantal fte 2010Aantal fte 2011
0
50
100
150
200
200 400 600 800 1.000 1.200
Aantal fte
Omze
t 201
1 in
mln
eur
Bestaande uit:TNS NIPOGfK Panel Services BeneluxIntomart GFKSynovateGfK Retail and Technology Benelux
Groottte bol = aandeel fte in top 40 bedrijven
Bedrijven 1-5
Bedrijven 15-20
Bedrijven 11-15 Bedrijven 6-10
Omzet van marktonderzoekbureaus groeide in 2011
Prijzen van markt- en opinieonderzoek blijven stijgen
TNS-Nipo blijft grootste speler
De top-5 marktonderzoeksbureaus behouden marktmacht
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: Marketing Tribune, MOA, ABN AMRO Sector Research
Bron: Marketing Tribune, MOA
▶ De omzet van marktonderzoekbureaus is in 2011 met 3,3%
gegroeid. Ondanks de lichte verbetering ten opzichte van de groei
in 2010, is het niveau van de omzetgroei nog steeds aanzienlijk
lager dan in de jaren 2006-2009.
▶ De voorlopige cijfers geven aan dat in het vierde kwartaal van 2011
de omzet weer met 1,1% is gedaald. De vraag naar marktonder-
zoek nam af onder invloed van de toegenomen onzekerheid in het
bedrijfsleven.
▶ Ondanks dat de prijzen jaarlijks stijgen, ligt de toename elk jaar
onder het niveau van de inflatie. De toename in prijs in het vierde
kwartaal heeft niet kunnen voorkomen dat de omzet in dat kwartaal
daalde.
▶ Prijzen per type onderzoeksproject en per bureau variëren, doordat
verschillende prijscalculatiemethoden worden gehanteerd. Een
bureau met een goede reputatie heeft relatief hogere tarieven.
Kleine bureaus zijn weer flexibeler in hun prijsstelling, omdat hun
vaste kosten lager zijn.
▶ Het aantal fte’s in de weergegeven top-10 is gestegen met 5,2%.
De sterkste stijging vond plaats bij Blauw Research en GfK Retail &
Technology.
▶ Naar fte gerekend is TNS Nipo het grootste marktonderzoekbureau
in Nederland. Het verschil in fte met nummer twee (GfK Panel
Services) is ten opzichte van 2010 bijna 100 fte.
▶ Binnen deze branche gaat het vooral om mensen en daarmee
vormen de loonkosten de belangrijkste kostenpost, met een
belang van meer dan 30% van de omzet.
▶ Vergelijkbaar met andere branches in de dienstensector, heeft ook
deze branche enkele zeer grote bedrijven en een bulk aan kleine
spelers. De top-5 in deze branche heeft relatief veel marktmacht en
de kloof met de overige bedrijven is groot.
▶ De branche is sterk gefragmenteerd. Uit de bedrijvendemografie
blijkt dat bijna 70% van het aantal bedrijven één werkzame per-
soon heeft. Bijna 95% heeft niet meer dan 50 personen in dienst.
21marktonderzoekbureaus
notariskantoren Ongunstige economische omstandigheden spelen notariaat parten
Groei aantal prijsvechters zal situatie verder verharden
Woningmarkt zal in 2012 niet verbeteren
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De notaris wordt benoemd bij koninklijk besluit. Hij of zij is een open-
bare ambtenaar met een onafhankelijke vertrouwensfunctie en is
bevoegd om authentieke akten te verlijden. De notaris legt rechts-
verhoudingen vast in akten. De notarispraktijk wordt in drie
segmenten verdeeld: de familiepraktijk, de onroerendgoedpraktijk en
de ondernemingspraktijk. Voor alle drie segmenten geldt een
fullserviceconcept. Op deze segmenten heeft de notaris een
domeinmonopolie. Notarissen zijn verplicht aangesloten bij de
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB).
Door veranderingen in de samenleving, demografische ontwikkelingen
en wijzigingen in regelgeving, maar ook door de ongunstige econo-
mische omstandigheden, hebben veel notariskantoren het ronduit
moeilijk gehad. De woningmarkt zit in het nauw en de conjuncturele
ontwikkelingen hebben de problemen hier alleen maar versterkt. En
omdat de omzet van een gemiddeld kantoor voor een groot deel
afhankelijk is van transacties in de woningmarkt, zijn de financiële
gevolgen voor notariskantoren in 2011 merkbaar geweest. De
productie van akten in dit segment is de laatste jaren sterk terug-
gelopen en veel kantoren hebben vanwege de felle concurrentie de
tarieven in de onroerendgoedpraktijk verlaagd. Begin 2011 was er wel
een kortstondig herstel waar te nemen in de prijsontwikkelingen van
de onroerendgoedpraktijk. Zoals in vele branches van de zakelijke
dienstverlening, ontstaan er ook in deze branche initiatieven onderin
de markt, waarbij notarisdiensten tegen beperkte kosten worden
aangeboden. Zo kan online via sjablonen een concept oprichtingsakte
voor een stichting, een koopakte woning of een samenlevingscontract
worden opgesteld. En omdat de tarieven hier relatief laag zijn, groeit
dit segment sterk. Verwacht wordt dat met de groei van het aantal
prijsvechters de situatie verder zal verharden. Innovatie en vernieuwing
in bedrijfsprocessen ten behoeve van efficiency krijgen hierdoor
steeds vaker een prominente plaats op de notarisagenda.
Veranderingen in regelgeving kunnen voor notariskantoren zowel
negatief als positief uitwerken. Zo heeft de wijziging van de Successie-
wet in 2010 de branche destijds een goede impuls gegeven, met een
aanzienlijke toename van het aantal akten. Nieuwe regelgeving kan
echter ook minder gunstig uitpakken. De betrokkenheid van de notaris
bij het oprichten van een BV staat ter discussie en dit kan het volume in
de ondernemingspraktijk aantasten. In dit verband is het ook onrustig in
de familie- en onroerendgoedpraktijk, waar een vergelijkbare discussie
gaande is over de verplichte betrokkenheid van de notaris. Op welke
termijn dit gaat spelen, is echter nog onbekend. ABN AMRO gaat ervan
uit dat de omzet in 2012 onder druk blijft staan en de winstmarges
relatief laag zullen blijven. De woningmarkt zal in 2012 niet verbeteren,
met een verdere daling in zowel woningprijzen als het aantal transacties.
Om zich te wapenen tegen de omzetdaling en de prijsconcurrentie, zal
het notariskantoor daar waar mogelijk een efficiencyslag moeten maken
in de dagelijkse bedrijfsvoering. De inzet van IT kan hierbij oplossingen
bieden. Ondanks enkele goede initiatieven en ‘best practices’ worden
tot op heden de mogelijkheden van IT nog onvoldoende benut. Tevens
zijn de budgetten van kantoren ten behoeve van IT-investeringen nog
beperkt. Nieuwe technieken en verdere digitalisering vinden echter
steeds meer hun weg en zullen op den duur ook meer gemeengoed
gaan worden.
Aantal notarissen KNB (februari 2012): 1.410
▶ groei t.o.v. 2011: -1,5%
Aantal kandidaat-notarissen (feb. 2012): 1.822
Aantal kantoren KNB (februari 2012): 817
Aantal vestigingen KNB (februari 2012): 981
▶ groei t.o.v. 2011: -0,2%
ABN AMRO omzetverwachting 2012: -3,5%
www.notaris.nlwww.knb.nlwww.notarielestichting.nlwww.njb.nl
22
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
7
2008 2009 2010 2011 2012
Tarie
ven
(j-o-
j, %
gro
ei)
-50-40-30-20-100102030405060708090100110120
Aant
al te
stam
ente
n (j-
o-j,
% g
roei
)
Akten (testamenten)Tarieven familiepraktijk (l.as)
-3
-2
-1
0
1
2
3
2008 2009 2010 2011v 2012
Tarie
ven
(j-o-
j, %
gro
ei)
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
Aant
al o
pric
htin
gen
(j-o-
j, %
gro
ei)
Oprichtingen bedrijven Tarieven ondernemingspraktijk (l.as)
-8
-7
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
2008 2009 2010 2011 2012
Tarie
ven
(j-o-
j, %
gro
ei)
-40
-35
-30
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
10Aa
ntal
tran
sact
ie (j
-o-j,
% g
roei
)
Aantal verkochte woningen Tarieven onroerendgoedpraktijk (l.as)
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Aant
al tr
ansa
ctie
s (1
2-m
aand
s to
tal)
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
10
12
14
J-o-
j % g
roei
Aantal woningtransacties (l.as) Stijgende huizenprijs (r.as)
Dalende huizenprijs (r.as) Aanwas hypotheken (r.as)
Eerste daling: februari 2009
Een daling van het volume in 2011 in de familiepraktijk
Aantal bedrijfsoprichtingen gegroeid in 2011
Marktomstandigheden in onroerendgoed nog steeds uitdagend
Huizenmarkt blijft in mineur
Bron: CBS, KNB, CTR
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS, DNB
▶ Begin 2010 is de Successiewet aangepast, waarbij de regels
rondom erfenissen zijn vereenvoudigd. Door de wetswijziging is
het aantal akten explosief gestegen.
▶ De tarieven daalden als gevolg van de toegenomen concurrentie in
dit segment. Veel kantoren wilden volop profiteren van de toene-
mende vraag.
▶ De impuls was echter eenmalig en het aantal akten is gekrompen
van 138.000 in het tweede kwartaal van 2010 tot bijna 79.000
akten aan het eind van 2011.
▶ Bij de oprichting van een BV, stichting of vereniging worden statu-
ten geformuleerd en daar is juridisch advies voor nodig. Dit wordt
in een notariële akte vastgelegd en is volgens de wet een vereiste.
Ook aandelen- of bedrijfsoverdrachten vallen onder de onderne-
mingspraktijk.
▶ Het aantal oprichtingen is eind 2009 tm begin 2010 gedaald en de
tarieven hebben onder druk gestaan. De productie van akten en de
omzet in dit segment zullen het komende jaar stabiel blijven.
▶ De onroerendgoedpraktijk heeft voor een gemiddeld notariskantoor
een aandeel van 65 tot 75% van de omzet.
▶ De tarieven in de onroerendgoedpraktijk volgen vertraagd de ont-
wikkeling in het aantal woningtransacties. Begin 2011 konden de
tarieven zich weer kort herstellen.
▶ Ondanks de lichte opleving van het aantal transacties voor 1 juli
2012, zal de onrust op de woningmarkt leiden tot een verdere
daling van het aantal transacties, waardoor het aantal akten ook
laag blijft.
▶ De belangrijkste oorzaak van de zwakke huizenmarkt is de heer-
sende onzekerheid door de staatsschuldencrisis in Europa, de be-
zuinigingen van de overheid, maar vooral ook door de discussie
over de hypotheekrenteaftrek.
▶ Een opleving van de woningmarkt krijgt waarschijnlijk pas gestalte
wanneer de onzekerheid over de economie en de inrichting van de
huizenmarkt wegebt. Het aantal transacties zal naar verwachting in
2012 dalen tot 110.000 transacties.
23notariskantoren
schoonmaakbedrijven Markt voor schoonmaakbedrijven blijft krimpen
Multiserviceconcept wint aan populariteit, maar is niet altijd de oplossing
Meer bezuinigingen van overheid en bedrijven drukken de vraag
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De schoonmaakbranche kan worden opgesplitst in twee verschillende
segmenten: reiniging van gebouwen (zoals kantoorpanden en onder-
wijsgebouwen, inclusief glazenwassen, gevelreiniging en schoorsteen-
vegen) en overige reiniging (waaronder schoonmaak van
transportmiddelen en industriële installaties). Overkoepelende
organisaties zijn de OSB (werkgevers) en de RAS (arbeids-
verhoudingen), de Vereniging Schoonmaak Research (VSR) en het
opleidingsinstituut SVS.
De schoonmaakbranche staat al enige tijd onder druk. Schoonmaak-
bedrijven worden blootgesteld aan ontwikkelingen die de markt-
omstandigheden sterk beïnvloeden, zoals het toenemende aantal
aanbestedingen, de aanhoudende prijsdruk, de toenemende werkdruk
en slechts beperkte mogelijkheden om autonome groei te realiseren.
Deze negatieve spiraal mondt uit in een zware concurrentieslag en
krimpende marges. In 2011 zijn vooral de kleine schoonmaakbedrijven
hiervan slachtoffer geworden; de financiële weerbaarheid van middel-
grote en grote bedrijven is in dit verband groter gebleken. Overigens
hebben veel kleine bedrijven een oplossing voor de malaise gevonden,
door via verregaande samenwerking (al dan niet met branchevreemde
partijen) de markt te bedienen. Multiserviceconcepten zijn hierbij een
vaker voorkomend verschijnsel en liggen in lijn met de klantwens om
facilitaire dienstverlening centraal bij één uitvoerder onder te brengen.
Dit neemt echter niet weg dat de markt is verzadigd en het volume
structureel afneemt. Ondanks dat de uitbestedingsgraad van bedrijven
rond de 65% ligt en jaarlijks toeneemt, krimpt de markt voor schoon-
maakbedrijven. De beperkte mogelijkheden tot autonome groei hebben
niet alleen te maken met de toenemende leegstand en krimpende
productie van kantoren, ook Het Nieuwe Werken draagt hieraan bij met
een structurele afname van het aantal vaste werkplekken. Daarnaast zal
de afname van de beroepsbevolking dit proces verder versterken.
Het aantal faillissementen lag in 2011 op 123. Dit is weliswaar nog onder
het niveau van 136 in 2005, maar is ten opzichte van de overige jaren
hoog. In januari 2012 lag het aantal faillissementen 25% hoger dan een
jaar eerder. Daarmee zijn de vooruitzichten voor deze branche in 2012 al-
lerminst gunstig te noemen. Schoonmaak blijft mensenwerk en is een
onmisbare dienst voor veel bedrijven en instellingen. Maar er is grote
onrust aan zowel de vraag- als de aanbodkant en op korte termijn is
deze onrust niet weg te nemen. De economische tegenwind versterkt
de problemen binnen de branche alleen maar. Grote schoonmaakbedrij-
ven zijn in dit geval weerbaarder dan de middelgrote en kleinere spelers.
Ook opdrachtgevers ervaren de economische teruggang en gaan over
tot bezuinigingen. Overheidsinstanties moeten keuzes maken en beste-
den liever hun (schaarser wordende) middelen aan hun kernactiviteiten
dan aan ondersteunende diensten. En in de private sector wordt ge-
zocht naar kostenefficiency en worden bestaande contracten met facili-
taire dienstverleners opengebroken en herzien. Uit synergie oogpunt is
het niet zo vreemd dat de vraag naar multiserviceconcepten populair is
momenteel, maar het is de vraag of dit het antwoord is voor de proble-
men in de branche. De behoefte naar echte specialisten zal blijven en
het samenvoegen van twee totaal verschillende diensten is niet vanzelf-
sprekend. Een goed voorbeeld hiervan is het niet doorgaan van de voor-
genomen overname van schoonmaker ISS door beveiliger G4S.
Omzetgroei 2011: -1,1%
Aantal schoonmaakbedrijven: 11.040
▶ waarvan reiniging van gebouwen: 61,2%
Aandeel bedrijven tot 5 werknemers: 84,7%
Aantal werknemers: circa 144.000
▶ waarvan circa 66% vrouw
ABN AMRO omzetverwachting 2012: -1,5%
www.osb.nlwww.servicemanagement.nlwww.vsr-org.nlwww.facility-network.nl
24
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
2006 2007 2008 2009 2010 2011
%-g
roei
(j.o
.j.)
Omzet schoonmaakbedrijvenBBP-groei (r.as)Prijsontwikkeling schoonmaakdiensten
-25%
-20%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Prod
uctie
kan
tore
n (j-
o-j %
gro
ei)
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
Leeg
stan
d in
% v
an v
oorr
aad
Productie kantoren (l.as)
Leegstand kantoren (in % van de voorraad)
56%
60%
61%
63%
62%
64%
23%
21%
21%
21%
22%
21%
15%
13%
13%
11%
11%
11%
5%
5%
5%
4%
4%
4% 1%
1%
1%
1%
1%
1%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
2007
2008
2009
2010
2011
2012
1 werkzame persoon 2-5 werkzame personen
5 tot 20 werkzame personen 20 tot 100 werkzame personen
100 werkzame personen of meer
0
50
100
150
200
250
300
350
400
0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 16.000 18.000Werknemers
Omze
t (x
1 m
ln E
UR)
grootte van bol = omzet per werknemer
Dolmans GroepHectasEWSuccesVLS Groep
= positie 2010
ISS Cleaning Services
Asito (geen 2011 cijfers)
CSU Cleaning Services
Hago Nederland
Gom Schoonhouden
Omzet onder druk in schoonmaakbranche
Productie kantoren neemt af en leegstand neemt toe
Het aantal eenmansbedrijven blijft toenemen
Autonome groei van schoonmaakbedrijven blijft moeilijk
Bron: CBS
Bron: CBS, DTZ Zadelhoff
Bron: CBS
Bron: Service Management
▶ De omzet van schoonmaakbedrijven staat onder druk. In de
tweede helft van 2011 heeft de branche te maken gehad met een
terugval in omzet. Over heel 2011 daalde de omzet met 1,1%.
▶ De daling van de omzet werd vooral veroorzaakt door een daling
van de vraag. De vraag is gedaald, onder invloed van een versobe-
ring van contracten van facilitaire diensten.
▶ Ook in 2012 zal de vraag onder druk blijven staan en ABN AMRO
gaat uit van een omzetdaling van 1,5%.
▶ De daling van de vraag heeft niet alleen te maken met de versobe-
ring van bestaande contracten. Ook de toenemende leegstand van
kantoren en de productiedaling draagt bij aan een dalende vraag.
▶ De leegstand bevond zich begin 2012 op 15% van de voorraad en
neemt structureel toe. De verwachting is dat gedurende 2012 dit
percentage verder zal oplopen.
▶ De productie van kantoren is al sinds februari 2010 aan het dalen.
Ook hier verwachten wij geen verbetering in 2012.
▶ In de laatste vijf jaar is het aantal bedrijven met 25% gestegen.
Vooral het aantal kleine bedrijven neemt jaarlijks sterk toe. De bran-
che is daarmee erg versnipperd: meer dan 75% van het aantal be-
drijven heeft maximaal 5 werknemers.
▶ De marktomstandigheden zijn daarmee verslechterd. De sterke
groei van het aantal bedrijven in combinatie met een dalende de
vraag naar schoonmaakdiensten, zorgt voor verdere druk op de
omzet per bedrijf. Voor 2012 verwachten wij hierin geen verdere
verbetering.
▶ De tien grootste schoonmaakbedrijven hebben een gezamenlijke
omzet van circa EUR 1,5 mrd, wat neerkomt op een marktaandeel
van circa 30%.
▶ Volgens de meest actuele cijfers is alleen ISS Cleaning Services in
omzet gekrompen in 2011. Toch blijft ISS de grootste.
▶ De bedrijven 5 t/m 10 zijn slechts licht gegroeid in omzet. De klein-
ste bedrijven van de branche hebben het meeste aan omzet
moeten inleveren.
25schoonmaakbedrijven
uitvaartbedrijven Marktomstandigheden uitdagender en concurrentie neemt sterk toe
Druk op prijzen en marges houdt aan: opkomst lowbudget uitvaarten
Voorfinanciering neemt toe, goed werkkapitaalbeheer nodig
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Tot de uitvaartbranche behoren bedrijven die zich bezighouden met het
verzorgen van begrafenissen en/of crematies. De branche kent een
aantal belangenbehartigers. Deze brancheorganisaties zijn het aan-
spreekpunt voor stakeholders, zorgen voor de informatievoorziening,
verzorgen de collectieve reclame-uitingen en de CAO. Sinds december
2006 heeft de branche een Keurmerk Uitvaartzorg ten behoeve van
kwaliteitsborging. Demografische ontwikkelingen vormen een belang-
rijke basis voor de omzetprognoses in de uitvaartbranche.
De onverwachte daling van het aantal sterfgevallen sinds 2003, is vanaf
2009 omgeslagen naar een stijgende trend. Sinds 2009 is het aantal
sterfgevallen gegroeid met 3,7%. Dit is weliswaar een gunstige
ontwikkeling voor de uitvaartbranche, maar nog steeds ligt het aantal
sterfgevallen 2,2% onder de piek van 2002. Met de daling van het
aantal sterfgevallen zijn ondernemers in deze branche op zoek gegaan
naar alternatieve inkomstenbronnen, zoals uitvaartpolissen. De verkoop
van uitvaartpolissen staat echter de laatste jaren onder druk, omdat
deze markt grotendeels verzadigd is. Tegelijk met de daling van het
aantal sterfgevallen, groeide ook het aantal bedrijven en vestigingen.
Daarmee werden de marktomstandigheden uitdagender en nam de
concurrentie toe. Dit zorgde niet alleen voor een druk op prijzen voor de
gangbare basisdiensten, ook ontpopten zich aan de onderkant van de
markt allerlei uitvaartalternatieven met goedkope crematie- en
begrafenispakketten. Dit komt vooral doordat de branche laagdrempelig
van aard is. Er is niet veel voor nodig om een bedrijf te starten. Vooral de
groei van het aantal zelfstandigen is opvallend. Met de komst van deze
nieuwe spelers kreeg de branche meer elan, mede dankzij de nieuwe
en soms ook innovatieve methoden en technieken die werden
geïntroduceerd. Ook door het aangaan van nieuwe (soms branche-
vreemde) samenwerkingsverbanden (bijvoorbeeld met de zorgsector),
kunnen bedrijven groei realiseren.
De gezondere levensstijl van Nederlanders en betere medische tech-
nieken zullen de branche parten blijven spelen. Ook de komende jaren
zal dit de groei van het aantal sterfgevallen sterk beïnvloeden. Be-
staande prognoses van het aantal sterfgevallen bieden weinig houvast.
De druk op prijzen en marges zal aanhouden in 2012 dankzij de sterke
concurrentie en de groei van het aantal aanbieders van lowbudget uit-
vaartdiensten. De aanhoudende margedruk vraagt van ondernemers
om hun bedrijfsprocessen zo efficiënt mogelijk in te richten en een
sterke focus op kosten zal hierbij onontbeerlijk zijn. Ook zullen onder-
nemers blijven zoeken naar nieuwe manieren voor aanvullende dienst-
verlening richting klanten, om zo de omzet en marges op peil te
houden. Hierbij moet wel aandacht blijven voor klantgerichtheid, be-
trokkenheid en persoonlijk contact, want voor deze branche blijven dit
belangrijke aspecten van het ondernemen. Het is bovendien voor on-
dernemers van belang om de transparantie richting de klant te verho-
gen. In deze branche wordt veelal door ondernemers aan voorfinancie-
ring gedaan. Bedragen van volledige uitvaarten worden in sommige
gevallen voorgeschoten, terwijl de betaling van de factuur door nabe-
staanden soms enkele maanden op zich laat wachten. Voor minder
liquide ondernemers kan dit een risico voor de continuïteit van het
bedrijf vormen. Hier geldt dat goed werkkapitaalbeheer deze risico’s
aanzienlijk kan verminderen en de geldstromen in kaart kan brengen.
Aantal vestigingen: 1.545
▶ waarvan in Zuid-Holland:16,9%
▶ waarvan in Gelderland: 13,9%
▶ waarvan in Noord-Brabant: 13,1%
Sterftecijfer 2011: 139.204
▶ groei t.o.v. 2010: +2,3%
ABN AMRO omzetverwachting 2012: 3,0%
www.uitvaart.orgwww.keurmerkuitvaartzorg.nlwww.bgnu.nlwww.lvc-online.nl
26
80
90
100
110
120
130
140
150
1960 1964 1968 1972 1976 1980 1984 1988 1992 1996 2000 2004 2008 2012
Aant
al s
terft
geva
llen
(x1.
000)
10
11
12
13
14
15
16
17
Bevo
lkin
g N
L (x
1.0
00.0
00)
Aantal sterfgevallen per jaar Bevolking (r.as)
7%
21%
10%
6%
2%
2%
2%
-10%3%
3,3%
6%
-4%
-53%
-24%
-9%
-3%
-60% -50% -40% -30% -20% -10% 0% 10% 20% 30%
Verzekeraars 16-20
Verzekeraars 11-15
Verzekeraars 6-10
Nivo Uitvaart
Axent
Yarden
Monuta
Dela
Groei 2009-2010 Groei 2008-2009
75
35
76
84
87
77
92
109
108
94
96
100
0 20 40 60 80 100 120
Groningen
Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
Gemiddeld aantal sterfgeval per vestiging uitvaartverzorging
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
Aant
al s
terfg
eval
len
gemiddelde
Groningen Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
0 50 100 150 200 250 300Aantal vestigingen
Aantal sterfgevallen neemt per jaar weer toe
Brutopremie van de top-20 uitvaartverzekeraars groeit in 2010
Aantal sterfgevallen per vestiging in Noord-Holland het grootst
Dichtheid vestigingen/sterfgevallen in Zuid-Holland grootst
Bron: CBS
Bron: AM Jaarboek
Bron: CBS
Bron: CBS
▶ Het aantal sterfgevallen liep in 2004 scherp terug en dit bleef niet
zonder gevolgen voor ondernemers. De omzet nam af en kostenef-
ficiency kwam hoog op de agenda. Sinds 2009 groeit het aantal
sterfgevallen per jaar echter weer.
▶ Onder druk van een lager aantal sterfgevallen per bedrijf en daar-
mee een toenemende druk op de omzet uit de kernactiviteiten,
gaan bedrijven op zoek naar alternatieve omzetbronnen, zoals op
het gebied van uitvaartverzekeringen.
▶ Nederland kent drie grote uitvaartverzekeraars (DELA, Monuta en
Yarden) en daarnaast een groot aantal kleine aanbieders van uit-
vaartverzekeringen. De vijf grootste uitvaartverzekeraars vertegen-
woordigen ruim 60% van de markt.
▶ Fiscale en beloningsmaatregelen hebben ertoe geleid dat de om-
zetgroei onder druk is komen te staan. De omzet is in 2010 scherp
gedaald mede dankzij de introductie van provisietransparantie.
▶ Wat betreft het gemiddelde aantal sterfgevallen per vestiging
ontlopen Noord- en Zuid-Holland elkaar niet veel. Limburg volgt op
de voet met gemiddeld 100 sterfgevallen per vestiging.
▶ Het gemiddelde voor Nederland ligt op 86 sterfgevallen per
vestiging.
▶ Hekkensluiter is Friesland. Deze provincie heeft een overschot in
uitvaartverzorging, gezien het relatief lage aantal sterfgevallen per
jaar. Het starten van een bedrijf is hier minder kansrijk.
▶ De meeste sterfgevallen vinden plaats in Zuid-Holland, terwijl er in
Flevoland het minste aantal sterfgevallen zijn te vinden. Gerela-
teerd aan de bevolking per provincie zien we een hoog aantal over-
ledenen in Limburg en Zeeland.
▶ Uitvaartbedrijven in de provincies die onder de gemiddelde-lijn
liggen hebben minder sterfgevallen per jaar te verwerken dan be-
drijven die boven de lijn liggen. Zuid-Holland en Friesland zijn duide-
lijke uitschieters.
27uitvaartbedrijven
uitzendbureaus Payrollingactiviteiten sterk gegroeid, uitzendbureaus liften mee
2012 een uitdagend jaar voor de uitzendbranche
Profileren op specialistisch uitzenden heeft betere groeipotenties
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Uitzendbureaus zijn dienstverleners die op commerciële basis arbeids-
krachten verhuren en detacheren aan bedrijven en instellingen, maar
die ook aan arbeidsbemiddeling doen. Er zijn twee koepelorganisaties
in de uitzendbranche: de NBBU, gericht op het MKB en de ABU, die
meer algemeen georiënteerd is. In de uitzendmarkt opereren naast
veel kleine organisaties met één of enkele vestigingen, ook grote par-
tijen zoals Randstad en USG People, die internationaal actief zijn.
De crisis van 2008-2009 heeft de branche veel schade toegebracht en
het aantal faillissementen onder vooral kleine uitzendbedrijven lag hoog.
Het merendeel van de middelgrote en grote uitzendbureaus had nog re-
latief voldoende financiële buffer om de conjuncturele neergang te door-
staan. In het Nederlandse bedrijfsleven was de financiële weerbaarheid
destijds eveneens groot en dit stelde hen in staat om niet meteen al het
boventallig vast personeel te ontslaan. En omdat vlak voor de crisis de
arbeidsmarkt nog krap was, namen veel bedrijven niet het risico om
vakbekwaam personeel te ontslaan dat in een later stadium weer hard
nodig zou zijn. De flexibele schil werd direct afgebouwd en daarmee
ging de uitzendbranche een lange periode met omzetkrimp tegemoet.
Bij opdrachtgevers heeft de crisis echter bijgedragen aan het besef dat
een flexibele schil grote voordelen kan hebben. Het is dan ook niet
vreemd dat in de periode 2010-2011 als eerste juist met flexwerkers in
zee werd gegaan. Het bleek een goed instrument om de vaste kosten
te reduceren en bovendien flexibel te blijven, zodat in de toekomst snel
op veranderende marktomstandigheden kan worden gereageerd. Maar
ten behoeve van de flexibele schil werd niet alleen een beroep gedaan
op uitzendbureaus, ook payrolling en zzp’ers werden ingezet. De payrol-
lingactiviteiten zijn daarmee sterk gegroeid. Inmiddels hebben ook veel
uitzendbureaus hun eigen payrollinglabel en raakt dit segment nu lang-
zaam verzadigd.
De economische omstandigheden bieden voor de uitzendbranche geen
gunstige vooruitzichten voor 2012. De overheidsinvesteringen zullen in
2012 een forse min laten optekenen. Verder zullen het consumenten-
vertrouwen en de bestedingsbereidheid verder dalen door het slechte
economische sentiment en het vermogensverlies op aandelen en in de
huizenmarkt. ABN AMRO verwacht dat de werkloosheid verder zal
oplopen. Dit maakt 2012 voor de uitzendbranche een uitdagend jaar.
Bovendien werken allerlei andere krachten op de markt voor flexwerkers
in, zoals de vergrijzing, de sterke groei van het aantal uitzendbureaus en
zzp’ers, de toenemende samenwerking in zowel binnen- als buitenland,
de druk op de bruto marge en de noodzaak tot meer onderscheidend
vermogen. Maar zodra de economie weer aantrekt, verwachten wij dat
opdrachtgevers weer als eerste een beroep op uitzendbureaus zullen
doen. De voorlopende economische indicatoren lijken erop te wijzen dat
we het ergste hebben gehad en ABN AMRO verwacht dat de economie
weer zal groeien in de tweede helft van 2012, maar hard zal dit nog niet
gaan. Het lijkt er overigens op dat de propositie van generalisten in dit
stadium verder zal verzwakken. Profileren op specialistisch uitzenden
heeft betere groeipotenties, met name in de segmenten techniek en
zorg. Autonome groei blijft moeilijk realiseerbaar en de middelgrote en
grote bedrijven zullen zich nadrukkelijker toeleggen op fusies en
overnames.
Omzetgroei 2011: +8,2%
Aantal uitzendkrachten: 734.000
Aantal bedrijven 2012: 3.745
▶ groei sinds 2007: 31,2%
Bedrijven tot 10 werknemers: 2.235
▶ aandeel: 59,7%
ABN AMRO omzetverwachting 2012: -3,0%
www.abu.nlwww.nbbu.nlwww.flexmarkt.nlwww.rwi.nl
28
-30
-20
-10
0
10
20
30
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
%-g
roei
(j.o
.j.)
-6
-4
-2
0
2
4
6
BBP-
groe
i (j.o
.j.)
CBS omzetontwikkelingABU omzetontwikkelingGemiddelde omzetontwikkeling uitzendbranche (ABU/CBS)BBP-groei (r.as)
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
2008 2009 2010 2011 2012
%-g
roei
(j.o
.j.)
Groei omzet administratieve sector Groei omzet medische sector
Groei omzet industriele sector Groei omzet technische sector
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
2007 2008 2009 2010 2011 2012
%-g
roei
(j.o
.j.)
35
40
45
50
55
60
65
Inde
x
Omzetontwikkeling industrie (l.as)Groei uitzendomzet industrie (l.as)PMI (index >50 = meer activiteit), r.as
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
Aant
al v
acat
ures
op
aant
al w
erkz
oeke
nde
Arbeidsmarkt zeer ruim
Ruim
Gemiddeld
Krap
Arbeidsmarkt zeer krap
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Omzetgroei uitzendbranche staat onder druk
Vertraging in omzetgroei in alle sectoren
Vertraging in industrie leidt tot vertraging in uitzendomzet
Arbeidsmarkt blijft voorlopig nog ruim
Bron: ABU, CBS
Bron: ABU
Bron: ABU, NEVI, CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
▶ De omzet is in 2011 gestegen met 8,2%. Ten opzichte van de om-
zetgroei in andere branches in de dienstensector is dit een goed
resultaat. De neerwaartse groeitrend, parallel aan de economische
ontwikkelingen, is echter een punt van zorg.
▶ De onzekerheid bij bedrijven in 2012 speelt de branche parten. Be-
drijven geven de voorkeur aan kostenefficiency boven nieuwe in-
vesteringen. Bezuinigingen zullen plaatsvinden in de flexibele schil,
ten koste dus van het aantal uitzendkrachten.
▶ De administratieve sector heeft te verduren gehad van de recessie
2008-2009. Door reorganisaties en automatisering zijn veel func-
ties komen te vervallen. In de medische sector hebben de bezuini-
gingen grote impact. De vraag naar zorg zal echter op lange termijn
gunstig blijven.
▶ De vergrijzing onder technisch personeel is groot en daarmee
worden op de langere termijn tekorten verwacht. De industrie
heeft te kampen met ongunstige omstandigheden in eindmarkten,
vooral in Europa.
▶ Circa 20% van alle uitzendkrachten is werkzaam in de industrie.
Personeelskrapte doet zich in de industrie vooral voor in een
aantrekkende economie.
▶ Op het moment dat de conjunctuur aantrekt, neemt de vraag naar
industrieel personeel toe en daarmee de vraag naar
uitzendkrachten.
▶ De omzet in de industrie stagneert fors in 2012. Dit wordt sterk
bepaald door de recessie in de eurozone. Bedrijven die afhankelijk
zijn van deze regio, hebben daar het meest last van.
▶ Sinds 2009 is de arbeidsmarkt ruim. Het aantal werkzoekenden
neemt harder toe dan het aantal banen.
▶ De arbeidsmarkt biedt geen gunstig perspectief vanwege private
en publieke bezuinigingen. Het aantal vacatures bij bedrijven ligt
hoger dan het aantal vacatures bij de overheid.
▶ Vanwege de recessie zal de werkloosheid in 2012 oplopen tot
6,5% van de beroepsbevolking. De banengroei zal beperkt blijven
en hiermee blijft de arbeidsmarkt ook gedurende 2012 ruim.
29uitzendbureaus
leeswijzer
Deze leeswijzer geeft u inzicht in de opbouw van de branche-
analyses en geeft bovendien een verklaring van enkele veel
gebruikte termen.
De brancheanalyses bestaan uit twee volledige pagina’s. Op de
eerste pagina staan achtereenvolgens de volgende onderdelen:
De eerste pagina van de brancheanalyse
▶ Drie bullets
De drie bullets bovenaan de pagina geven de kern van de analyse
weer. In drie korte zinnen wordt een kernachtige samenvatting
van de brancheanalyse weergegeven.
▶ Het blok ‘Branchebeschrijving’
Het blok ‘Branchebeschrijving’ geeft een beknopte omschrijving
en definitie van de branche. De belangrijkste karakteristieken van
de branche worden hierin beschreven.
▶ Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’
Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’ gaat in op de huidige
ontwikkelingen in de branche. De tijdspanne van dit blok ligt in
veel gevallen tussen maart 2011 en maart 2012. In dit blok wordt
in sommige gevallen ook enkele jaren teruggekeken om de
huidige ontwikkelingen en trends beter te kunnen begrijpen.
▶ Het blok ‘Onze visie’
Het blok ‘Onze visie’ geeft de visie over de branche weer van de
sector economen van ABN AMRO Sector Research. De analyse
heeft betrekking op het huidige jaar (2012) en in sommige
gevallen het komende jaar (2013).
▶ Het blok ‘Kerngegevens’
Het blok ‘Kerngegevens’ geeft een overzicht van de meest
relevante (economische) indicatoren die kenmerkend zijn voor de
branche. De gegevens hebben betrekking op 2011, tenzij anders
vermeld. Bij het zoeken naar de gegevens voor dit blok is gebruik
gemaakt van een veelheid van bronnen. Er is vooral gebruik
gemaakt van de gegevens van het CBS, maar tevens zijn andere
bronnen geraadpleegd, zoals brancheorganisaties, onderzoek- en
adviesbureaus, kranten, tijdschriften, internet en overheids-
instanties (waaronder product- en bedrijfschappen, ministeries).
De tweede pagina van de brancheanalyseOp de tweede pagina van de brancheanalyse staan vier
verschillende figuren. In de balk boven de figuren staat de titel van
de figuur in het betreffende blok, inclusief een bronvermelding. In
veel gevallen heeft ABN AMRO Sector Research eigen
bewerkingen en ramingen gemaakt met behulp van de gegevens
van de genoemde dataleverancier. Indien een dergelijke
bewerking heeft plaatsgevonden, dan staat dit vermeld in de balk.
De figuren op pagina 2 hebben betrekking op economische
ontwikkelingen. Onderwerpen die hier onder andere kunnen
worden behandeld zijn: omzetontwikkeling, kostenontwikkeling,
exploitatiebeeld, exportontwikkeling, aantal bedrijven,
werkgelegenheid, marktaandelen, en dergelijke.
Waar staan de letters ‘r’ en ‘v’ voor in de figuren?In de figuren treft u regelmatig een letter ‘r’ of ‘v’ achter het
jaartal aan. In deze gevallen staat de ‘r’ voor een raming (op basis
van beschikbare gegevens t/m bijvoorbeeld november 2011 is een
inschatting gemaakt voor de rest van het jaar). De ‘v’ staat voor
voorspelling en betreft de verwachting van de betreffende sector
econoom van ABN AMRO Sector Research.
30
Veel gebruikte termen, inclusief definitiesTot slot van deze leeswijzer een opsomming van enkele veel
gebruikte termen in deze publicatie, inclusief de definitie volgens
ABN AMRO.
▶ Definitie ZZP
ZZP staat voor ‘Zelfstandigen Zonder Personeel’. Ondernemers
die geen personeel in dienst hebben. Het begrip verwijst ook naar
de term ‘freelancer’.
▶ Definitie MKB
MKB staat voor Midden- en KleinBedrijf. In deze publicatie
hanteren we als definitie voor MKB de volgende veel gebruikte
tabel:
Categorie onderneming Werknemers Jaaromzet of jaarlijks
balanstotaal
middelgroot < 250 ≤ € 50 mln. ≤ € 43 mln.
klein < 50 ≤ € 10 mln. ≤ € 10 mln.
micro < 10 ≤ € 2 mln. ≤ € 2 mln.
▶ Definitie FTE
FTE staat voor ‘full-time-equivalent’. Eén fte staat voor een
volledige werkweek van 38 uur.
▶ Definitie BBP
Bruto Binnenlands Product is de totale waarde van alle in een land
geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode.
31leeswijzer
colofon
De Visie Op Zakelijke Dienstverlening is een uitgave van ABN
AMRO. Het rapport is geschreven door ABN AMRO Sector
Research op verzoek van ABN AMRO Sector Advisory.
Sectoranalyse Casper Burgering (casper.burgering@nl.abnamro.com)
Senior Sector Econoom
ABN AMRO Sector Research
Macro economische analyseNico Klene (nico.klene@nl.abnamro.com)
Senior Econoom
ABN AMRO Economisch Bureau
InterviewJoep Auwerda
Journalist/tekstschrijver
Fotografie interviewRon Offermans
Commercieel contactHan Mesters (020-3433219)
Sector Banker Zakelijke Dienstverlening
ABN AMRO Sector Advisory
DistributieWebsite: www.abnamro.nl/zakelijkedienstverlening
Telefoon: 0900-0024 (e 0,10 per minuut)
Disclaimer
De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door
ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op zorg-
vuldige wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch
ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk
worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuist-
heden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in
dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden
gewijzigd.
© ABN AMRO, mei 2012
Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Het gebruik van
tekstdelen en/of cijfers is toegestaan mits de bron duidelijk wordt ver-
meld. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet
toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen
van ABN AMRO. Teksten zijn afgesloten op 27 april 2012.
32
top related