artefact #2

32
# 03/2011 IK DENK DUS IK BEN.... DENK IK

Upload: timbakkertje

Post on 27-Nov-2015

28 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Artefact #2

TRANSCRIPT

Page 1: Artefact #2

# 0

3/2

01

1 IK

DEN

K D

US IK

BEN

....DEN

K IK

Page 2: Artefact #2

V O O R W O O R D

Cogito ergo sum,

Sinds de Grieken proberen wij ons te definiëren tot een identiteit, de Grieken

deden dit door middel van ‘deugden’. Hierbij speelden morele principes een rol,

maar deze waren echter niet alles bepalend. Hierbij werd een mens gezien als

een wezen dat twee kanten kende: een rationele kant (het denken) en een

irrationele kant (de verlangens). Hierbij streden beide kanten steeds om

voorrang te verkrijgen en veroorzaakten dus inconsistente wensen en

opvattingen. Hierdoor kwam men met communis opinio, dat wat algemeen

aanvaard wordt binnen een samenleving.

Tot aan de 17e eeuw is daar geen verandering in gekomen, pas toen de Brit John

Locke als eerste een relatie legde tussen de menselijke identiteit en ‘moreel

agentschap’. Hiermee scheidde hij de mens van de dier en andere dingen, door te

stellen dat de mens “de eigenaar van zijn morele handelen” is. Kort hierop

volgde de Franse filosoof René Descartes, hij zorgde ervoor dat er een definitieve

omslag zou komen in het denken over identiteit. Door een experiment uit te

voeren kwam Descartes tot de conclusie dat zijn gedachten onbetwijfelbaar

waren, behalve het denken zelf. Hieruit ontstond de stelling: Ik denk, dus ik ben

(Cogito ergo sum), hiermee vereenzelvigde Descartes de mens volledig met zijn

ratio.

Immanuel Kant heeft hierop de theorieën van Locke en Descartes samen

gebracht. Hij stelde dat onze identiteit bestaat uit ons vermogen om moreel te

kunnen handelen, echter kon een handeling alleen maar moreel zijn voor zover zij

rationeel was. Hiermee raakte identiteit verbonden met een universeel moraal.

Nu betekent identiteit in de meest strikte zin van het woord: ‘gelijk zijn aan’ of

‘samenvallen met’. Daarom noemen we twee dezelfde dingen ook identiek. De

vraag naar de menselijke identiteit betekent dus in feite: waar valt een mens mee

samen? Hieruit kan men opmaken dat het gaat om morele principes (Kant). Maakt

dit dan dat Descartes niet meer opgaat? Dat tegenwoordig de stelling geldt: “Ik

vind, dus ik ben” ? Want deze stelling over identiteit maakt dat wij iemand met

sterke, consistente morele opvattingen beschouwen als een sterke en

betrouwbare persoonlijkheid. Zo iemand laat zijn/haar oordelen niet

afhangen van de situatie of van anderen. Zo’n persoon is, wat men beweert, altijd

zichzelf. Het woord ‘zichzelf ’ betekent hier dus eigenlijk: “Iemand die volledig

samenvalt met zijn morele wereldbeeld.”

Wij hopen, namens de redactie, dat jij als lezer vanuit dit oogpunt de vers

geperste artikelen tot je neemt en wensen je veel leesplezier toe!

Namens de Artefactredactie,

De Hoofdredacteur

Jasper Bosgraaf

#03/2011 IK DENK DUS IK BEN...DENK IK

2

Page 3: Artefact #2

3

Page 4: Artefact #2
Page 5: Artefact #2
Page 6: Artefact #2

6

HOW FAR, TWO FAR?

door Kim Elverding

Zoals elders in deze Artefact te lezen is, gaat Nathalie Portmans karakter in de film Black Swan zeer ver om de perfecte zwarte zwaan in het ballet neer te zetten. Maar hoe ver gaan echte acteurs om hun rol in een film perfect te maken? Hoe ver gaan ze in het opzij zetten of zelfs opofferen van hun eigen identiteit om een perfecte rol neer te zetten?

JOHNNY DEPP

In het voorwoord van het boek ‘Burton on Burton’ schrijft Johnny Depp dat hij zwaar geobsedeerd was door het karakter Edward Scissorhands. “Ik wás Edward, ik voelde me als hem en was vanaf het begin geobsedeerd door het personage.” Johnny bracht voor zijn auditie veel tijd voor de spiegel door om de jongen met scharen als handen zo goed mogelijk neer te kunnen zetten. Hij verklaart dan ook dat wanneer hij aan het werk is, hij de rol die hij speelt heel moeilijk van zich af kan zetten. Bij Larry King vertelde Depp dat hij zijn obsessie pas verliest als hij klaar is met het opnemen van de laatste scène. Pas dan wordt hij weer Johnny Depp, waarna hij eigenlijk nauwelijks meer terugkijkt naar die geobsedeerde periode, hij kijkt bijvoorbeeld nooit naar zijn eigen films.

SEAN PENN

Voor zijn rol als de eerste openlijk, homoseksuele politicus in de V.S. Harvey Milk, bracht Sean Penn veel tijd voor de televisie en de spiegel door. Hij bekeek al het beeld-materiaal wat er van de in 1978 vermoordde Milk was en probeerde hem vervolgens in de spiegel na te doen. Voor Penn hield het daar echter niet bij op, “als je iemand na wilt doen, dan moet je diegene ook echt zijn.” De kleine bewegingen tijdens het speechen was niet genoeg. Penn onderging een tijdelijke neus-correctie voor

deze rol en zorgde er op die manier voor dat hij letterlijk tot in de puntjes op Milk leek. Voor deze rol ontving Sean Penn de Oscar voor Beste Acteur in 2009.

BRANDON LEE

In de film ‘the Crow’ speelt Brandon Lee de rol van de vermoorde Eric Draven. Draven komt in de film terug uit de dood om te wreken op degene die hem en zijn verloofde heeft vermoord. Lee nam de rol serieus en leefde zich goed in in de rol van ‘de ondode’. In de film wordt Draven doodgeschoten door zijn tegenspeler ‘Top Dollar’. Deze scène was fataal voor Lee: in plaats van losse flodders zat er een kogel in het pistool en werd Lee echt neer geschoten. Pas toen hij te langzaam weer omhoog kwam, zag de crew dat er iets mis met hem was. Op verschillende websites wordt de dood in twijfel getrokken en wordt het gerucht verspreidt dat Lee zich heeft opgeofferd voor de film. Dit zou betekenen dat zijn dood gepland stond om de film beter te maken, waarmee Lee het ultieme offer voor een personage zou hebben gebracht. Deze bronnen zeggen ook dat die bewuste scene ook daadwerkelijk gebruikt is in de film; deze berichten zijn echter nooit bevestigd door

#03/2011 IDENTITEIT IN FILM

Page 7: Artefact #2

7

autoriteiten. Brandon Lee stierf op 31 maart 1993 op 28-jarige leeftijd.

HEATH LEDGER

Een extremer voorbeeld van het overnemen van de identiteit van een personage is Heath Ledger. Hij experimenteerde als voorbereiding op zijn rol als The Joker in ‘the Dark Knight’ met zijn stem, gezichtsuitdrukking en make-up. Dit deed hij door zichzelf af te sluiten van de rest van de wereld en zich alleen op deze nieuwe rol te focussen.Ondanks het feit dat Heath erg veel plezier uit het creëren van dit karakter haalde, vergde deze rol veel energie van hem, wat volgens de mensen om hem heen uiteindelijk tot zijn dood leidde. Voordat hij deze rol had aangenomen had hij al slaapproblemen, maar deze werden door The Joker zwaar verergerd. De meeste nachten sliep hij maar twee uur en zelfs dat lukte alleen wanneer hij slaappillen ingenomen had. Hij vertelde vlak voor zijn dood aan verslaggevers van NY Daily News dat hij de meeste nachten maar twee uur sliep: “while playing a psychopathic, mass-murdering, schizophrenic clown with zero empathy. […] I couldn’t stop thinking. My body was exhausted, and my mind was still going.

[…] Prescription drugs didn’t help.” Op 22 januari 2008 werd Ledger naakt op zijn bed gevonden met vele verschillende, voorgeschreven pillen om hem heen. Allemaal pillen om te ontspannen, te slapen of pijn te verzachten; om de rol van de Joker enkele uren van zich af te kunnen zetten. Omdat hij de dag daarvoor afspraken had gemaakt voor die dag, sloten de autoriteiten zelfmoord uit . Ook een overdosis leek onlogisch aangezien hij de pillen al langer slikte. De doods-oorzaak van Ledger is nooit bevestigd, maar er doen veel verhalen de ronde dat hij verschillende pillen in had genomen die niet samen ingenomen mochten worden. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat hij zowel pillen uit de V.S., als uit Europa had verkregen en dat de verschillende doktoren niet van de andere medicijnen af wisten. Hij leeft nu voort in de krankzinnige Joker en in de zin “Why so serious?” Zes maanden na zijn dood ging ‘the Dark Knight’ in première en een jaar na zijn dood namen zijn zus en ex-vriendin zijn Oscar voor Beste Mannelijke Bijrol in ontvangst.

#03/2011 IDENTITEIT IN FILM

Page 8: Artefact #2

8

#03/2011 GEDICHT

Ben ik oog in oog de reiziger van kladblok naar kladblok van overdoen krassen het mooiste grijs makeneen vergezicht jouw gezicht binnenlatenbroodnodig kunstwerk valt al tussen oude bladeren en vermoeide kalendersik hoop je mond op voltage bloedrode spat en jouw appelsmet vunzige knipoogzonovergoten waterverf buiten de perken lekt tussen mijn vingersik verzin je bloot en wakker en ik word jouw diefmet tien vuile vingers aangestoken

Anton martineau

als tijd niet bestaatIn februari kwam het boek ‘Als tijd niet bestaat, de magische wereld van Anton’ uit. Dit boek is in eigen beheer uitgegeven door fotografe Anaïs López. Twaalf jaar lang fotografeerde López de Amsterdamse schilder en dichter Anton Martineau in zijn atelier. Het boek is een combinatie van foto’s, gedichten en kleinetekeningen. Heb je eenmaal het boek opengeslagen dan waan je je in een andere wereld en bestaat tijd echt niet meer!

www.anaislopez.nl

Page 9: Artefact #2

9

#03/2011 THEATER REVIEW

RHINOCÉROSIDENTITEIT ALS NEUSHOORN

door Fleur Elverding

Wanneer je denkt aan identiteits-verlies kun je aan veel verschillende dingen denken. Sommige mensen denken bijvoorbeeld aan het veranderen in een neushoorn. Ja, een neushoorn. Wat zou je doen als iedereen om je heen in een gewelddadig lomp beest zou veranderen? Zou je kiezen voor je zachte naakte huid, je mooie tedere vingertjes en elegante manier van lopen? Of zou je dit in de plaats willen laten komen voor de ruwe harde grijze huid, het lompe gestamp (alhoewel dit laatste niet perse neushoorn-eigen hoeft te zijn) en een hoorntje of twee, zodat je niet zou bezwijken aan ofwel het enorme aanbod aan neushoorns, ofwel aan de kwelling van eenzaam-heid.

Nu is er een grote kans dat je denkt dat we bij de Artefact redactie nu echt gestoord aan het worden zijn. Hoewel we dit niet geheel willen ontkennen zullen er toch ook wel wat mensen zijn bij wie er wel een belletje gaat rinkelen. Met name de studenten die de voorstelling Gekomen om te gaan in december 2010 bij Theater V hebben gemaakt, maar ook eventuele bezoekers van Rinoceritus van de toneelgroep Zomergasten of de mensen die het vorige semester Theater II hebben gevolgd, zal er ondertussen hopelijk een lampje zijn gaan branden. Deze voor-beelden gaan namelijk over, of zijn (deels) geïnspireerd door het absurdistische stuk Rhinocéros (1959) van Eugène Ionesco, waarin mensen langzaamaan veranderen in

neushoorns. Centraal wordt gesteld of het behouden van identiteit en het meegaan in een groep een vrijwillige keuze is.

Het stuk beschrijft het verhaal van een Franse stad waar de bevolking (met uitzondering tot één per-soon, Berenger) beetje bij beetje in neushoorns veranderen. In het stuk worden verschillende verklaringen gegeven; sommige mensen zeggen het te doen uit bewondering voor de brute kracht en simpelheid van de beesten; anderen omdat ze denken dat het begrijpen van en denken als een neushoorn de enige manier is ze weer humaan te maken; weer anderen verklaren eerlijk het niet verdragen om an-ders te zijn dan de grote meerderheid. Ionesco laat opzettelijk in het midden of het veranderen in een neushoorn een vrijwillige keuze is, of iets waar geen verzet tegen kan worden. In het stuk wordt het ook vaak als een soort epidemie beschreven. Ook de titel van de voorstelling Rinoceritus van Zomergasten impliceert dit.

Hopelijk ben je ondertussen gaan begrijpen dat Ionesco niet daad-werkelijk de vraag stelt of mensen vrijwillig in neushoorns veranderen, maar dat het een universeel thema aansnijdt met betrekking op identiteit en groeps-druk. Rhinocéros wordt dan ook het meest geassocieerd met het opkomende fascisme voor en in

de Tweede Wereldoorlog. Ionesco drukt met dit stuk zijn verbijstering uit over de grote mate van krachtig-heid waarmee een opvatting zich kan verspreiden. Hij verklaart dan ook dat dit voortkomt uit angst en dat wanneer mensen niet meer dezelfde meningen delen; wanneer je jezelf niet meer begrijpelijk kan maken, dit monsterlijk kan aanvoelen, waar-door mensen al snel geneigd zijn zich aan te passen aan de grote groep. In Rinocéros ligt de focus dan ook niet op de gruwelijkheden van de nazi’s, maar op de relatief makkelijk buigbare mentaliteit van de enorme groep meelopers. In Rhinocéros nemen de mensen de legitimering van andere, vaak gezaghebbende mensen over waarom het juist goed is om zich aan de ‘rhinoceritus’ over te geven. Uiteindelijk wordt het steeds makkelijker om alles te rechtvaardigen en wordt zelfs de gewelddadigheid geprezen doordat het zo simpel en mooi zou zijn. Neushoorns lijken dus een lachwekkend voorbeeld, maar de manier van het overgeven van de identiteit aan een grote groep, is nog steeds zeer actueel en universeel. Je kan geen krant openslaan zonder veel te veel huiveringwekkende voorbeelden tegen te komen. Zo absurd was die Ionesco dus niet. Bron: http://www.theatrehistory.com/misc/rhinoceros.html

Ben ik oog in oog de reiziger van kladblok naar kladblok van overdoen krassen het mooiste grijs makeneen vergezicht jouw gezicht binnenlatenbroodnodig kunstwerk valt al tussen oude bladeren en vermoeide kalendersik hoop je mond op voltage bloedrode spat en jouw appelsmet vunzige knipoogzonovergoten waterverf buiten de perken lekt tussen mijn vingersik verzin je bloot en wakker en ik word jouw diefmet tien vuile vingers aangestoken

Anton martineau

Page 10: Artefact #2

10

#03/2011 CARTOON

Cartoon door Florens Kool

Page 11: Artefact #2

11

#03/2011 ADVERTENTIE

Page 12: Artefact #2

12

EEN SWAAN ALS GEGOTEN IDENTITEIT?

door Christel Verveda

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wat is er in vredesnaam met me aan de hand? Het beroemde Zwanenmeer van Petipa, Ivanov en Tsjaikovski krijgt een interessante wending in film Black Swan. Darren Aronofsky heeft dit oude verhaal gebruikt om de kijkers de duistere kanten van de harde balletwereld te laten zien en je mee te sleuren naar een onbegrijpelijke ervaring.

Wie bekend is met het Zwanenmeer weet dat het verhaal draait om een prinses die door een boze tovenaar is verandert in een witte zwaan. Om deze vloek te verbreken moet haar ware liefde eeuwige trouw aan haar zweren. Dit lijkt ook bijna te gaan lukken, ware het niet dat de dochter van de tovenaar identiek is aan het uiterlijk van de prinses, het enige verschil is haar zwarte verenkleed. In het ballet ziet de prins de dochter van de tovenaar aan voor de prinses en zweert eeuwige trouw aan haar. Het eindigt in een catastrofe.

Door de film heen laat Aronofsky dit verhaal op verschillende manieren terugkomen. De film draait om een onzeker meisje Nina Sayers, gespeeld door Natalie Portman. Vanaf het moment dat het doek open gaat en de eerste beelden op het scherm verschijnen merk je als toeschouwer dat er iets mis is. De getoonde beelden zijn grauw en de muziek sluipt zo onbewust in op je gevoel dat je, zonder dat je het door hebt, op het puntje van je stoel komt te zitten. Nina wordt door gekozen om zowel de witte als de zwarte

zwaan te mogen dansen in een balletuitvoering van het Zwanenmeer. De rol van de witte zwaan zit haar als gegoten. Alleen de rol van de zwarte zwaan, de duistere verleidster, knaagt aan haar. Nina is vastbesloten om deze rol tot in de puntjes te beheersen en niet alleen omdat ze zo perfectionistisch is, maar ook omdat ze bang is. Deze angst is gegrond uit het feit dat de hoofdpersoon het idee heeft dat iemand haar rol wil inpikken. Het gevoel dat de hele wereld zich tegen haar keert beheerst haar gedachtes en ook die van de toeschouwer. Deze aanhoudende spanning zorgt ervoor dat de achterdocht stijgt en stijgt totdat jij samen met Nina in een onbegrijpelijke situatie en identi-teitscrisis terecht komt waarin psychoses en schizofrenie geen onbekenden zijn.

Aronofsky heeft zichzelf overtroffen door een oud en alom bekend verhaal om te toveren tot een geweldig psychologische thriller die meer op het Zwanenmeer lijkt dan dat je in eerste instantie zou verwachten. De Oscar winnende film is een aanrader. Een avond compleet naar een andere belevingswereld worden gesleurd waarin niets is wat het lijkt, wie wil dat nou niet?

#03/2011 FILM REVIEW

B L AC K S WA N

Page 13: Artefact #2

13

Dit is een portret van mijn opa. Hij leed tien jaar aan de ziekte van Alzheimer. Mijn oma hing overal in huis briefjes op zodat hij niks vergat, maar ook voor de thuiszorg die vaak langskwam.De badkamer briefjes zijn een metafoor voor zijn ziekte en geven hem deze identiteit mee. Het is een portret van een man die op het eind van zijn leven alleen nog maar geleefd werd.

...............O N B E K E N D

#03/2011 TALENT

Page 14: Artefact #2

14

#03/2011 TALENT

Bathroom notes, kleurenprint

Page 15: Artefact #2

15

#03/2011 TALENT

Bathroom notes, kleurenprint

Page 16: Artefact #2

PHOTOfACT. 16

YVON CHABROWSKI, ENTFÜHRUNG / ONTVOERING, 2007

#03/2011 FOTOGRAFIE

Page 17: Artefact #2

PHOTOfACT. 17

ANGRY, JONG EN RADICAAL

door Ted Oonk

Sinds de aanslagen op elf September is radicalisering verworden tot een negatief begrip dat niet meer weg te denken is uit onze maatschappij. We zijn bang voor radicale moslims, jongeren en politica. Maar radicaliteit is niet altijd negatief geweest. Als een vorm van idealisme is het een drijvende kracht achter maatschappelijke veranderingen geweest en dit is het nog. In de groots opgezette tentoonstelling ANGRY ‘Jong en Radicaal’ die op dit moment in het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam te zien is, zien we hoe radicaliteit onder jongeren vorm krijgt in allerhande gedaantes. Het horen bij een beweging of ideologie

bepaald voor een groot gedeelte de identiteit van een groep of individu. Om de wisselwerking tussen maatschappij, individu en radicaliteit zichtbaar te maken, is de tentoonstelling opgebouwd uit drie pers-pectieven; de kunstenaar, de media en de jongeren zelf. Met een scala aan bekende fotografen en videokunstenaars en daarnaast ook jonge beginnende kunstenaars, is het een kritisch en veelzijdig geheel wat het niet alleen dynamisch maakt, maar ook open voor verschillende interpretaties van het thema. De tentoon-stelling roept discussie op, iets dat met een thema als radicaliteit onder jongeren zeker niet verkeerd is. Want vinden jongeren zichzelf eigenlijk radicaal of is het een stempel die zij opgedrukt krijgen vanuit de media?

www.a-n-g-r-y.nl

#03/2011 FOTOGRAFIE

JOEL STERNFELD, UIT DE SERIE SWEET EARTH: EXPERIMENTAL UTOPIAS IN AMERICA, 1982–2005

Page 18: Artefact #2

TIME FO

R TA

LK

Page 19: Artefact #2

19

J A M E Sdoor Reint Boven

James Dewitt, bij sommigen onder ons beter bekend als Pepijn de Wit, timmert al een tijdje aan de weg als jazz-crooner. Nu is zijn eerste cd uit,‘an Introduction’, waarop hij vier verschillende stijlen van zijn repertoire laat horen. Ondanks zijn drukke studie (‘het is bijna een full-time job’), vond hij tijd om een interview te geven en te vertellen over zijn muziekcarrière, zijn invloeden en zijn toekomst.

Hoe ben je op het idee gekomen om voor deze soort muziek te kiezen? Eigenlijk heb ik niet voor muziek gekozen, maar heeft muziek mij gekozen. Dit is echter geen bewuste keuze. Als je jong bent luister je toch vooral naar wat er op de radio voorbij komt, maar naarmateje in je emotionele ontwikke-ling terechtkomt veranderd dit. Naarmate ik ouder werd kreeg ik een wat zwaardere stem en toen ik rond mijn 14e Frank Sinatra hoorde, kwam dat overeen; er was herkenning. Hierdoor raakte ik geïnteresseerd in de structuur van dit soort nummers, waarin de stem zelf centraal stond. Ik hield van het romantische geluid van deze muziek, die tegelijkertijd ook een zekere ‘coolness’ bevatte. Bij jazz hoort een dergelijke openbare eneerlijke manier van zingen. Daarnaast gaan de nummers echt over het leven. Vervolgens kom je dan via Sinatra ook uit bij andere namen, zoals Nat King Cole en Tony Bennett. Maar ik hou ook van meer modernere crooners, zoals Michael Bublé en Jamie Cullum.

Ben je al lang bezig met muziek en heb je hierbij les of training gehad? Ik speel nu anderhalf jaar gitaar en daarvoor ook al piano en contrabas. Daarnaast heb ik een tic om overal op tafels te tikken; ik heb altijd van percussie en drums gehouden. Zingen doe ik nu vier jaar, dus sinds mijn 14e toen ik in aanraking kwam met Sinatra. Toen heb ik eens zangles gevolgd, maar na drie maanden werd mij verteld dat ik alles geleerd had wat men mij kon leren op dit gebied. Toen dacht ik bij mezelf: ‘in dat geval ga ik op mezelf wel verder’. Misschien is dat het stomste wat je kan doen, maar als het lukt heb je dat wel zelf gedaan en weet je dat je sterk op jezelf bent. Ik wilde dan ook niet naar het conservatorium, daar word je toch altijd een bepaalde kant op geduwd. Dat is ook de reden dat ik mezelf gitaar heb aangeleerd, op deze manier bereik je toch de puurste vorm van expressie.

Wanneer werd muziek serieus? Toen ik op m’n 14e begon met zingen wist ik gelijk dat ik er serieus iets mee wilde doen. Ik had in mijn achterhoofd het gevoel van ‘hier ligt iets waarin ik me kan onderscheiden’. Vervolgens kreeg ik feedback van mensen om me heen, wat me nog zelfverzekerder en enthousiaster maakte. Binnen de kortste keren had ik al een cd met covers in elkaar geflanst.

Hoe heb je eigenlijk begeleidende muzikanten gevonden? Dat doe je door een netwerk op te bouwen. Mijn vader was muzikant, en die kende op zijn beurt weer andere muzikanten. Vervolgens kwam ik terecht bij een pianist, Guido van de Kamp, die mij onder zijn hoede heeft genomen en

waarmee ik ook liedjes heb geschreven. Als je eenmaal bij zo’n schakel terecht komt, kom je in een soort ‘go-with-the-flow situation’. Vervolgens is het een kwestie van de juiste mensen vinden die vertrouwen in je hebben. Wat wil je met je muziek bereiken en heb je een doel voor ogen? Natuurlijk is geld belangrijk, ik moet er van rond kunnen komen. Maar je moet ook de essentie van je muziek bewaren. Ik heb er vertrouwen in dat dat gaat lukken, gezien het verloop tot nu toe. Bovendien moet je dat vertrouwen ook hebben. Als jij niet in je eigen product gelooft, wie doet dat dan wel? Daarnaast wil ik met mijn muziek niet alleen mezelf ontroeren, maar wil ik ook anderen bewegen. Ik wil ze een boodschap meegeven en hun emoties verwoorden. Er is niks mooier dan dat het publiek je begrijpt. Daarin doet mijn beroep ook iets wat andere beroepen niet doen; emoties losmaken.

Hoe omschrijf je je muziek, en welke aspecten in je leven verwerk je daarin? Dit verschilt per keer. Ik heb een rusteloze geest, ik heb constant inspiratie. Zo denk ik vaak in melodie- en verhaallijnen als ik iets opmerk wat me boeit. Meestal zit daar wel een idee voor een nummer tussen. Zo heb ik nu bijvoorbeeld zo’n 400 geluidclips liggen.

Hoe zoek je de muziek die je niet zelf hebt geschreven uit, en hoe verhoud je je tot de teksten die je niet geschreven hebt? Wat er eigenlijk gebeurde na mijn aanraking met Sinatra, was dat ik bij andere uitvoeringen van nummers die hij zong terechtkwam. Zo ontdek je een soort database, gevormd door interesse en

#03/2011 MUZIEK - INTERVIEW

Page 20: Artefact #2

20

enthousiasme. De standards die ik zing kies ik uit op sfeer, poëtische teksten en een bepaalde setting. Met het uitzoeken daarvan heb ik dan ook weinig moeite. Maar doordat ik nu ook contact heb met labels, zijn er ook anderen die voor je schrijven. Dat voelt echter nooit helemaal alsof het van jou is, je bent er minder trots op. Natuurlijk hebben labels ook bepaalde ideeën, maar op het moment dat er geen plaats is voor mijn eigen liedjes, is het klaar. Dan houdt het op.

Speel je in je eentje vanwege een bepaalde geldingsdrang of het nastreven van individualiteit? Aangezien je niet in een band zit, maar een soloartiest met begeleiding bent. In de jazz zijn er niet echt vaste bandjes. Hierdoor kom je dus steeds bij andere mensen terecht, maar het creatieve proces blijft bij mezelf. Vervolgens wil je wel een band waar je op kan bouwen en naarmate je professioneler wordt probeer je wel een vaste band te regelen.

Wat zijn de belangrijkste invloeden voor je muziek, wat zijn je voorbeelden? Allereerst is dat Sinatra, die heeft me heel erg qua manier van zingen beïnvloed. Dat was ook het startpunt van mijn ontwikkeling. Daarnaast ook Jamie Cullum, die een wat wildere kant van de jazz laat horen. Maar ik word ook erg beïnvloed door pop, door bijvoorbeeld John Mayer; zowel als muzikant als qua presentatie. Ook let ik op bandjes die komen en gaan. Ze zijn dan niet blijvend, maar voegen wel iets toe aan mijn sound. Ik hou van het verwerken van popinvloeden in mijn muziek. Dat komt ook doordat ik mezelf de vraag stel, ‘hoe prikkel je mensen en hoe houd je ze geïnteresseerd?’. Natuurlijk is dat iets bedachts en is het een stukje commercialiteit, maar ik wil dat ook spontaan houden. Dat moet je in balans houden.

Wat zijn voor jou individuen en wat zoek je in een individu? Eigenlijk zijn crooners al individuen op zich. Een andere naam buiten de muziek is James Dean, iemand die maar drie films maakte, maar die toch een heel mysterieus en interessant persoon voor mij is. Een individu is voor mij iemand die iets met zijn eigen ding kan bereiken. Een muzikant moet een dromer durven zijn.

Waar kunnen we je muziek vinden? Op verschillende sites: iTunes, Amazon, Spotify, You-Tube (o.a. op channel ‘jamesdewittmusic’ en Facebook). En verder ben ik in de stad Groningen te vinden, natu-urlijk.

#03/2011 MUZIEK - INTERVIEW

Page 21: Artefact #2

21

Page 22: Artefact #2

Kunst als identiteitscrisisOMZWERVINGEN IN WONDERLAND

door S.J Moenandar

Tijdens haar omzwervingen in Wonderland komt Alice een waterpijprokende rups tegen. Zoals alle vreemde wezens in Carolls beroemde kinderboek, is de rups nogal bot tegen de verwarde Alice. Bruusk onderbreekt hij haar beleefde begroeting met de vraag “Who are you?” Ze moet hem het antwoord schuldig blijven:

“I – I hardly know, Sir. Just at present – at least I know who I was when I got up this morning, but I think I must have changed several times since then.”“What do you mean by that,” the caterpillar said sternly. “Explain yourself!”“I ca’n’t explain myself, I’m afraid, Sir,” said Alice, “because I’m not myself, you see.”

“Wie ben jij ?” is volgens de Franse filosoof Paul Ricœur een “angoissante question” en hij voegt daar aan toe: “La réponse ne peut être que narrative. Répondre à la question ‘qui?’ [..], c’est raconteur l’histoire d’une vie”. Je krijgt de indruk dat dat precies is waar Alice niet langer toe in staat is: Alice is niet langer meer in staat een antwoord te geven op de vraag wie ze is – dat wil zeggen, een samen-hangend levensverhaal te vertellen – omdat dat antwoord verandert al naar gelang de plek waar zij zich bevindt. De ontmoeting met de rups in Alice in Wonderland is te lezen als een parabel over een identiteitscrisis. Het probleem van Alice is echter niet zozeer dat ze géén identiteit meer heeft, maar dat ze teveel identiteit heeft: iedere keer dat ze paddenstoelen at en

drankjes dronk, voegde ze een nieuwe mogelijke identiteit toe aan die waar ze ’s ochtends mee opgestaan was. “I sometimes think that I’m too many people at once”, zingt Neil Tennant in het nummer “Too many people” van de Pet Shop Boys: “Whoever I decide to be/depends on who is with me”. Alice lijkt met een vergelijkbaar probleem te worstelen.

In Through the Looking Glass, het vervolg op Alice in Wonder-land, wordt Alice de mogelijkheid geboden om in één keer van al die bagage af te komen, in een bos waar de dingen geen naam hebben:

‘This must be the wood’, she said thoughtfully to herself, ‘where things have no names. I wonder what’ll become of my name when I go in? I shouldn’t like to lose it at all – because they’d have to give me another, and it would be almost certain to be an ugly one’

Het verlies van een naam gaat hier samen met een verlies van identiteit. Als Alice haar naam kwijt is, is zij zichzelf kwijt. En weer moet ze het antwoord op de vraag wie ze is schuldig blijven, wanneer ze een hertje tegenkomt: “‘What do you call yourself?’ the Fawn said […]. “I wish I knew!” thought poor Alice. She answered, rather sadly, “Nothing, just now.” Weer zit Alice hier in een identiteitscrisis, waarbij ze niet in staat is om te zeggen wie ze is. En als zij niet meer weet wie ze is, heeft ze geen autonomie meer, dan zullen andere mensen haar een naam geven – haar levensverhaal voor haar invullen.

Het interessante is dat de twee identiteitscrises waar Alice in respectievelijk Alice in Wonder-land en Through the Looking Glass doorheen gaat, ook gezien kunnen worden als twee manieren om kunst te beleven. Kunst is immers bij uitstek de plek waar we “many people” kunnen zijn: we zijn Emma

Bovary die zich op het negentiende-eeuwse Franse platteland doodverveeld, Dom Cobb die in Inception binnendringt in de dromen van anderen, of het lyrisch ik in een nummer van Rihanna dat niet weet wat ze moet antwoorden als een vrouw “te amo” tegen haar zegt. Maar kunst is ook als Carolls bos waar de dingen geen naam hebben: geconfronteerd met Mark Rothko’s Orange Yellow Orange, meegezogen in de talige maalstroom van Ulysses van James Joyce, of dansend bij een concert van DJ Tiësto verliezen we onszelf (onze zelf). Volgens Nietzsche combineerde de hoogste vorm van kunst zelfs deze twee manieren van kunstbeleving. Eerst leven we mee met de held van de tragedie, stellen ons voor wat we in zijn plaats zouden doen, identificeren ons met hem – om vervolgens, als de held letterlijk of figuurlijk uiteengereten wordt door het lot, mee ten onder te gaan in een totaal verlies van identiteit. Het resultaat is in ieder geval dat het antwoord op Ricœurs kwellende vraag, het verhaal dat we over onszelf vertellen, na de confrontatie met kunst niet meer hetzelfde zal zijn als daarvoor. In die zin is kunst altijd een identiteitscrisis, al was het maar een kleintje.Sjoerd-Jeroen Moenandar is docent literatuur en kunstfilosofie bij KCM. Hij schreef deze column op uitnodiging van de redactie

22

#03/2011 LITERATUUR - KUNST

Page 23: Artefact #2

23

VA S A L I Sdoor Carmen van Bruggen

Wie de laatste tijd een beetje om zich heen heeft gekeken, heeft wel een glimp kunnen opvangen van deze dichteres. Door de publicatie van haar biografie begin februari, staat ze weer volop in de belangstelling: artikelen, lezingen en heruitgaven van bundels. Wie was deze dame eigenlijk? En als we hier al een antwoord op hebben, was ze dat wel? Want Vasalis heette gewoon Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans (1909-1998) en studeerde antropologie en geneeskunde in Leiden. Daarna werd ze psychiater en moeder in Groningen en Assen. Hoewel de drie bundels (Parken en Woestijnen ’40, De vogel Phoenix ’47 en Vergezichten en Gezichten ’54) alle drie even succesvol waren, stopte ze daarna resoluut met schrijven. Ze liet haar intimi geloven dat ze de vele tientallen gedichten die ze zwart op wit had staan het liefst zou vernietigen.

Dit is het beeld wat velen van haar hadden. In plaats van het BN’er gehalte waar steeds meer kunstenaars behoefte aan lijken te hebben, hield zij haar identiteit als een mysterie. Men kende haar slechts uit zinnen als: ‘Niet het snijden doet zo pijn, maar het afgesneden zijn’ en ‘Ik droomde dat ik langzaam leefde’.

De geheimhouding van haar ware identiteit deed zij heel bewust; men moest de kunstenaar kennen door zijn werken. Victor van Vriesland die een goede vriend van haar was, was al jaren verliefd op haar. Hoewel ze toegaf met hem misschien gelukkiger te kunnen zijn dan met haar man, vertelde ze hem dat haar man haar de eenzaamheid gunde die ze zo nodig had. De eenzaamheid bewaakte ze dus niet alleen door de media op een afstand te houden, maar ook door zichzelf niet te verliezen in intense liefde.

Toen verscheen ineens na haar dood in 2002 de bundel ‘De oude Kustlijn’ als postuum. Een bundel waar ze in het geheim al tijden mee bezig was geweest en die eindigde met de woorden: ‘Het was, het werd, het is gedaan’.

Deze woorden zouden het perfecte einde kunnen vormen van het mysterie Vasalis. Nu is het alleen nog de vraag of Maaike Meijer met het schrijven van haar bibliografie, dit geheimzinnige karakter en mysterie eervol naar boven haalt, of in een keer in de prullenbak gooit.

23

#03/2011 LITERATUUR

Page 24: Artefact #2

24

#03/2011 IK BESTUUR

Beste lezers,

De Artefactcommissie heeft haar best weer gedaan om een mooie uitgave uit te brengen. Het thema is natuurlijk op het lijf van IK geschreven. Identiteit is iets waar IK niet mee worstelt. IK is een levendige vereniging die geen identiteitscrisis heeft, omdat IK weet wat IK wil en IK doet wat IK wil. IK straalt dit ook uit. Iedereen mag zijn wie hij of zij wil zijn. IK is als een familie, waar je kunt doen wat je wilt zonder dat je tegen wordt gehouden. IK biedt je ook heel veel mogelijkheden; zo is er de mogelijkheid om in een commissie te gaan en je kunt jezelf ontplooien op feesten en borrels. Ook kun je verder in de materie duiken bij heel veel leuke en leerzame activiteiten. Kortom, de identiteit van IK staat als een paal boven water!

Wil jij je identiteit ook ontwikkelen bij IK? Kom dan langs op een van de activiteiten:

17 maart, HALV – Laat je stem horen op de Halfjaarlijkse vergadering in de Usva29 maart, Filmproeverij – Images vertelt over wat ze zijn en zorgen voor een mooie film

6 april, IK-borrel – kom borrelen en leer andere identiteiten kennen20 april, Kunstencongres – Leer meer over de identiteit van kunst

24 mei, Museumsalon – Ontwikkel jezelf aan de hand van een mooie tentoonstelling

Hopelijk bieden wij je genoeg mogelijkheden om je te ontwikkelen! En zien we je binnenkort op een van onze activiteiten.

En natuurlijk zijn jullie altijd van harte welkom op de inloopuren van maandag tot en met donderdag van 15:00-17:00 op de IK-kamer (OBS 34 kamer 229).

HET IK-BESTUUR 2010-2011JACOBIEN, JACOB, THOM, MALON & ALISSA.

Lieve Ik-ers

Page 25: Artefact #2

25

#03/2011 CABARET

STRANGER THINGS HAVE HAPPENEDdoor Kim Hidding

Identiteit, iedereen zit er wel eens mee in de knoei. Want wie ben jij nu eigenlijk? En wat wil je? Toch is deze universele identiteitscrisis niet iets louter negatiefs. Het zorgt ook voor grote creativiteit en veel humor. Want welke cabaretier gebruikt niet stiekem zijn eigen onzekerheden om de beste grappen te maken.

Cabaret bestaat in verschillende vormen. Van slapstick tot verhalend en van satire tot poep-en-pies humor, allemaal spelen ze in op verschillende herkenbare imago’s en eigenschappen. Maar de vorm van cabaret die hier het meest meespeelt is de stand-up comedy. De laatste jaren is deze vorm van cabaret Wereldberoemd in Nederland geworden door de Lama’s en de comedy train. Maar ook het kleine mooie Groningen kent een eigen stand-up comedy scene. Voor deze artefact ben ik op een koude maandagavond in een overvolle kroeg op bezoek gegaan bij ‘Stranger Things Have Happened’. Een zevenkoppig Engelstalig stand-up comedy gezelschap die zich niet schroomt om hun eigen identiteit te verwerken in hun act. Want de eigen karaktereigenschappen komen in elke scène terug. Zo blijft de slungel, zelfs als stoere piraat nog altijd een slungel.

Maar niet alleen de karaktereigenschappen worden bespeeld, ook de culturele afkomst en de vermeende intelligentie van de Strangers zijn niet veilig voor de schaterlach van het publiek. Je zou bijna denken dat de Strangers een tripje naar de psychiater proberen uit te sparen door hun stiekeme verlangens te verwerken in de stand-up comedy. Want hoe anders kun je de drang naar leiding van het spel en aandacht van het publiek verantwoorden. Toch is het moedig om voor bierdrinkend, maar kritisch publiek á la minute je gedachten om te buigen naar humoristische scènes. En dit kan dan ook eigenlijk niet anders dan door het verwerken van je eigen identiteit en karakter in de bizarre situaties.

Zelfs de identiteitscrisis van het publiek is niet veilig voor de Strangers. Wanneer je denkt veilig te

kunnen genieten van de grappen van de Strangers, word je ineens gevraagd om je input en soms zelfs om participatie. En ja, probeer dan nog maar eens die interne frustratie binnen te houden onder de aanmoedigende schaterlach van het publiek.

Mocht je nou zelf last hebben van een kleine identiteitscrisis en wil je gewoon even therapeutisch lachen. Of wil je misschien zelf je frustraties kwijt in comedy, zoek de Strangers dan op. Ze zijn elke maandagavond om 21:00 uur te vinden in de O’ceallaigh Irish Pub aan het Gedempte Kattendiep.

Page 26: Artefact #2

James Blake – James BlakeLabel: Atlas Release: 7 feb 2011

Voor de kerst lekte het debuut album van James Blake uit op het internet en zorgde voor een ware rage. De opwinding was al eerder gekomen met een drietal EP’s, genaamd The Bells Sketch, CMKY en Klavierwerke. Waren deze EP’s echter nog voornamelijk gebaseerd op dubstep, zorgt James Blake nu ook voor de nodige soul, gospel (!) en klassiek in zijn nummers op het selftitled album. En zijn belangrijkste instrument komt op de plaat al helemaal goed uit de voeten: stilte. Zonder geluid kan je ook heel veel zeggen, zo moet de student modern klassiek geleerd hebben van o.a. John Cage. In de opener Unluck presenteerd hij direct de nieuwe richting. Een klik, een paar piano akkoorden, een beat en zijn vervormde zang. Elk geluid is met een precisie geplaatst, hoe simpel het ook klinkt, zoals op Give Me My Month. OOR zegt: “Het is niet eens meer de vraag of dit een van de platen van 2011 gaat worden […] een tijdloos monument”. En daar is niks te veel mee gezegd!

Bright eyes - The people’s keyLabel: Saddle Creek/UniversalRelease: 14 feb 2011

Conor Oberst keert met The People’s Key terug naat Bright

Eyes, een project wat gestrand was in 2007 met Cassadaga. Niet dat hij stil heft gestaan. Na twee solo platen en meerdere artistieke samenwerkingen hier en daar keerde hij dan pas in 2010 weer terug met het nummer Coyote Song naar Bright Eyes. Of deze pauze goed heeft gedaan is niet echt te zeggen. Het is zeker niet de beste plaat van Bright Eyes, maar wel weer typisch… Oberst. Het is iets rauwer en steviger dan I’m Wide Awake, It’s Morning (2005) maar ook hier staan weer die prachtige one-liners op zoals “my private life is an inside joke / no one will explain it to me”. Al het voor Bright Eyes bombastische wordt eigenlijk alleen beperkt in het nummer Ladder Song, wat dan ook het favoriete nummer is van ondergetekende.

....................

26

#03/2011 MUZIEK - REVIEW

J’Lectroniq - So far so goneLabel: Eigen beheer Release: 25 feb 2011

J’lectroniq (Jasper Bosgraaf), voorheen bekend als (rapper) J, komt nu met een dubbel cd met in totaal 21 nummers. Geen raps dit keer maar volledig instrumentale plaat, op uitzondering van sommige gesamplede “hey” en “yeah” ’s of korte zinnetjes. De intro, verrassend genaamd Intro, zet direct de toon van de plaat. Relaxed, sfeervol en vooral… gesampeld! Het sterke van de plaat is dat je als je beide cd’s achter elkaar zou luisteren, je veel verrassende

Page 27: Artefact #2

geluiden en samples hoort, waardoor het niet echt gaat vervelen. Het minpuntje is, dat als je Bosgraaf een keer hebt zien rappen, je op sommige tracks echt liever J zou willen horen dan J’lectroniq. Maar als zogenaamde “beat” plaat kan dit eigenlijk geen minpunt zijn. A New Era is zeker een uitspringer. Hier wordt jazz, funk, salsa en scratching op zo’n manier gebruikt dat je niet anders kan doen dan alleen maar mee bewegen. Heavenly klinkt nog een beetje onaf, en ook een beetje gek met een soort kinder stemmetje, maar op cd twee wordt het weer sterk opgepakt met Sparkles Of Time, wat zo door Garde Du Nord over gekocht zou kunnen worden. Met als afsluiter een speech van (Beastie Boy: Adrock) over “The Art Of Samping” laat Bosgraaf zeker zien dan het niet gaat om knullig aankloten op een studenten kamer, maar dat het zeker tot een hoger niveau kan worden getild. Zeker een goede plaat die filmisch aan doet, en als je goede achtergrond muziek wilt hebben als je alleen met je vriend(innetje) op je kamer zit, zet dan deze plaat op, die gratis te downloaden is via Bandcamp of WeTrasfer.com.

The low anthem - Smart fleshLabel: Bella Union/V2Release: 22 feb 2011

Deze alweer derde plaat van The Low Anthem overtreft zeker de

tweede niet maar het debuut dan weer wel. De meeste nummers van dit album zijn opgenomen in een afgedankte fabriek en of dat het geluid ten goede heeft gedaan weet ik niet. De galm en “leegte” gaat op een zeker moment wel een beetje jeuken aan je oren. Dat wil niet zeggen dat de plaat helemaal geen klasse heeft. Vooral de opener Ghost Woman Blues is een pareltje. En het instrumentale Wire is ook zeker een krachtig nummer wat doet denken aan intieme kamer muziek met spannende blazers. En als klap op de vuurpijl heeft de zanger, Jeff Prystowsky, zich duidelijk ontwikkeld en komt dat deze plaat zeker ten goede. Hierdoor komt het soms een beetje in de kaliber van Leonard Cohen en Bob Dylan (ook al zijn die natuurlijk nooit te over-treffen), alleen dan zwaarder. Goede derde plaat van een zeer solide band.

Dazzled Kid - Fire needs airLabel: UniversalRelease: 28 jan 2011

Voicst-voorman, en hit-leverancier voor o.a. Anouk en Jacqueline Govaert, Tjeerd Bomhof kwam dit jaar met zijn eerste solo plaat onder de naam Dazzled Kid. Met een groot gastenlijst voor zijn plaat, onder anderen C-mon & Kypski, Satindra Kalpoe (drummer

#03/2011 MUZIEK - REVIEW

Relax), Kyteman, Stefan Schmidt (Zuco 103) en producer Peter Katis (o.a. Interpol en The National) schreef hij in de loop van tijd alle liedjes voor Fire Needs Air. Het is een plaat die zeker zeer verrassend is. Hij is zowel stralend als ontroerend. Verfrissend en ver-bluffend. En dat allemaal van eigen bodem. Nummers als Embrace, Everlasting Holiday, Nature Shows Its Tongue en Stronger zijn stuk voor stuk prachtige gecomponeerde nummers die elk zo hun eigen unieke geluid en opbouw hebben. Alleen The Weight of My Days is een beetje opzichtig en lijkt op al eerdere gehoorde nummers (Depeche Mode?). Zelf ben ik geen grote fan van wat de nederlandse pop scene allemaal produceerd, maar deze plaat mag er zeker wezen, en dat zegt wat!

Page 28: Artefact #2

NICO’S CYNISME

Nico is best een aardige vent, als ik hem zo bij Matthijs zie zitten en ik af en toe zijn sympathieke glimlach zie. Nico is een scherpzinnig persoon dat nogal op een ‘aparte’ manier naar voren komt (lees: dichten ?). Hiermee prikt hij graag door de hypocrisie der Nederlanden heen en wij houden daar natuurlijk dan ook van (want: je bent Nederlander of je bent het niet). Maar wie goed oplet hoort dat Nico niet echt trouw is aan zichzelf, want hij is immers op nationale televisie en daarbij moet je altijd lekker kunnen scoren (lees: ruwe bolster blanke pit). Nico is eigenlijk gewoon een softie, een softie die rauw wil doen. Dit valt af te leiden aan zijn woord-gebruik, ‘lulkoek’ in plaats van

onzin of ‘kop’ in plaats van hoofd. Dit valt af te leiden aan het feit dat hij graag de wereld wil laten zien hoe ontzettend fout we wel niet zijn ( d.m.v. wat ze bij de VARA als dichten verstaan). Of misschien wel de manier waarop hij laat zien hoe ontzettend goed hij is op een gitaar (laat me daar maar verder niet op in gaan). Al met al wil Nico de grote vent uithangen, door de rol van afgeknepen cynicus te spelen. De onkwetsbare opa in plaats van de vriendelijke vader, want dat vind men aantrekkelijk. Toegeknepen ogen, alle sympathie lijkt er wel uit zijn geknepen (misschien verklaart dat het ‘azijngehalte’). Precies datgene waar een eigen-schap als cynisme zichzelf mee kan identificeren. Echter past cynimse past bij een cultuur

die niets heeft met emotionele uitingen (tenzij het vermakelijk gebeurt), cynisme past bij een cultuur die opgaat in fun en sex en waarbij alle andere dingen (zoals emotie) ondergeschikt worden gemaakt. Het wordt compassie is niet voor niets nogal bevreemdend voor iemand zoals onze beste Nico. Want compassie dat is het softe broertje van cynisch (en men heeft daar een broertje dood aan zoals eerder al vermeld). Verhalen over dieper liggende gevoelens, het uiten van emoties? Dat is niet stoer, niet fun en al helemaal niet sexy. Afgeknepen maar niet meer aanspreekbaar zijn, dat is fun en sexy. Kan je nagaan dat Nico Dijkshoorn nog één van onze meest integere cynici is.

NAAR AANLEIDING VAN EEN VERGADERING VAN DE ARTEFACTREDACTIE IS ER BESLOTEN DAT IK MIJN KRITIEK MAG BOTVIEREN IN DIT GUITIGE BLAADJE. IN DEZE EDITIE SPECIALE AANDACHT VOOR NICO DIJKSHOORN.

28

Page 29: Artefact #2

Dazzled Kid

Goose

Harry Saksioni

Jandino-laat ze

maar komen

NNO Mozartfestival

Ruben Hein

Trigger finger

Kleine Viezerik

Nat

De Staat

Monkey Sandwich

Dub&Dwars

Spirit

Barbe Bleue

Ethel String

Quartet

Technootjes

Only Seven left

USVA nooduitgang

Machtig

La Cage aux Folles

Pop/rock

Elektro/rock

Concert

Cabaret/kleinkunst

Klassiek

Pop/Jazz

Metal/loud

Hiphop

Cabaret

Rock

Dans

Dubstep

Dans

Klassiek

Klassiek

Techno

Rock

Singer/songwriter

contest

Drum’n bass

Musical

Do 10-03-2011

Vr 11-03-2011

Za 12-03-2011

Ma 14-03-2011

Di 15-03-2011

Vr 18-03-2011

Vr 18-03-2011

Za 19-03-2011

Zo 20-03-2011

Ma 21-03-2011

Di 22-03-2011

Za 26-03-2011

Zo 27-03-2011

Di 29-03-2011

Wo 30-03-2011

Za 09-04-2011

Za 09-04-2011

Do 21-04-2011

Vr 29-04-2011

Di 03-05-2011

Vera

Simplon

Oosterpoort

Oosterpoort

Oosterpoort

Simplon

Vera

Simplon

Stadsschouwburg

Vera

Stadsschouwburg

Simplon

Stadsschouwburg

Stadsschouwburg

Oosterpoort

Simplon

Vera

Simplon

Simplon

Stadsschouwburg

29

CULTUUR AGENDA

#03/2011 CULTUUR AGENDA

Page 30: Artefact #2

30

PH

OT

O F

INIS

H.

A

NN

A-M

AR

IA K

OY

IS

DE

WIN

NA

AR

VA

N D

EZE

PH

OTO

FIN

ISH

! ZE

MA

AK

TE D

EZE

FOTO

TIJ

DEN

S D

E SC

HR

EEU

W O

M C

ULT

UU

R I

N G

RO

NIN

GEN

.

Page 31: Artefact #2

COLOFONArtefact is een uitgave van studievereniging IK en verschi jnt dr ie maal per jaar. Dit i s de tweede uitgave van het studiejaar 2010/2011

SCHRIJVERS. . . . . . . . . .Jasper BosgraafReint BovenFleur E lverdingKim ElverdingKim HiddingEva JongepierF lorens KoolTed OonkRoxanne SchreiberRutger Smit

REDACTIE. . . . . . . . . .Jasper Bosgraaf Hoofdredacteur

Johan StapertEindredacteur

Mendy BeltPenningmeester/Eindredacteur

Chr istel VervedaSecretar is/Commissar is intern

F leur E lverdingCommissar is extern

Carmen van BruggenTed OonkArt direction & Design

BEDANKT!WmVeenstra Drukker i jS .J. MoenandarPepi jn de Wit

S TUDIEVERENIGING IK. Oude Boteringestraat 349712 GK [email protected]

IK is de studievereniging van de studie Kunsten, Cultuur en Media (KCM). De vereniging richt zich op het ondersteunen van stu-denten KCM en het bevorderen van de onderlinge band tussen haar leden. Het l idmaatschap voor eerstejaars studenten bedraagt €45,- en €20,- voor doorstromers. Voor dit bedrag ben je de rest van je studieperiode lid van IK. Voor meer informatie en de aanvraag van een inschrijfformulier kun je mailen naar [email protected]

ALGEMEEN BESTUUR

Jacobien BreukinkVoorzitter

Jacob van der SchaafSecretaris

Thom van DuurenPenningmeester

Malon KraaijvangerCommissaris intern

Alissa de JongeCommissaris extern

COMMISSIES

[email protected]@[email protected]ère [email protected]@studieverenigingik.nlExcursieexcursie@studieverenigingik.nlFeestfeestcommissie@studieverenigingik.nlGalagalacommissie10@gmail.comIntroductieintroductie@[email protected]

31

IK B

EN

AR

TE

FA

CT

!

Page 32: Artefact #2