atotz jrg. 18_2.pdf

4
18de jaargang, nr. 2 | april-mei-juni 2010 | verschijnt driemaandelijks VERDER IN DIT NUMMER HVC of EVC? (H)erkennen van verworven competenties | 2–3 De Kracht van je Stem, een educatief aanbod voor leraren en cursisten | 3 Een elo voor basiseducatie en volwassenenonderwijs | 4 prikbord AZ van tot Nieuwsbrief van het Vlaams ondersteuningscentrum voor het volwassenenonderwijs cursistenbegeleiding eric depreeuw Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie Kind en Adolescent, K.U. Leuven Het tweedekansonderwijs (TKO) is een testinstrument rijker: de VaSEV LLL. Dit instrument meet een aantal sterktes en zwaktes van een cursist. Op basis van de score kan de school de cursist een intensieve, gespecialiseerde begeleiding aanbieden en zo zijn slaagkansen verhogen. Hoe de test tot stand kwam en wat u ermee kan doen, leest u in dit artikel. Op basis van de testscores kan de school de cursist een intensieve, gespecialiseerd begeleiding aanbieden en zo de slaagkansen verhogen. Afzender: Vocvo vzw, Kardinaal Mercierplein 1, b-2800 Mechelen Nieuwe Spreekrecht vernieuwd! Dit najaar verschijnt de herwerkte edi- tie van Nieuwe Spreekrecht bij uitgeverij Van In. Het blijft een NT2-methode specifiek voor de basiseducatie, voor cursisten die geen of weinig Nederlands spreken. Les- gevers van CBE Antwerpen, Leuven, Gent en Brussel werken gedreven aan de herwer- king van de huidige delen 1 en 2. Uiteraard zal de nieuwe editie aange- past zijn aan het nieuwe leerplan NT2, dat van kracht gaat op 1 september 2010. De minpuntjes die ervaren lesgevers in de vorige editie aanstipten, worden verbeterd: foutjes, minder geslaagde beelden, de af- werking op glanzend papier … Verder blijft de nieuwe methode trouw aan de gekozen didactiek van taakgericht werken, com- municatief handelen, veel aandacht voor transfer. De vernieuwde Nieuwe Spreekrecht zal be- staan uit 4 delen. Dit laat toe de methode meer op maat van de cursist in te zetten. Er komt een deel 1 en 2 voor respectieve- lijk module 1 en 2 én 3 en 4. Vervolgens verschijnen er 2 delen voor richtgraad 1.2, voor de schriftelijke en mondelinge modu- les. Nieuw is dat elk deel een leerdeel met vaardigheidstrainingen in de klas bevat en een opzoekdeel achteraan. In dit opzoek- deel komen verschillende taalondersteu- ningselementen op een gestructureerde manier terug. Ook nieuw is dat bij elk deel van Nieuwe Spreekrecht een audio-cd en een online oefengedeelte wordt aange- boden, zowel voor de cursist als voor de lesgever. > Voor meer informatie over deze vernieuw- de methode, contacteer uitgeverij Van In, tel. 03 480 55 11 of mail [email protected]. België – Belgique P.B. Antwerpen X 8/1723 Afgiftekantoor: Antwerpen X Erkenningsnummer: P602475 Een psychologische test in functie van cursistenbegeleiding in het tweedekansonderwijs: VaSEV LevensLang Leren Maatschappelijke verwachtingen Het tweedekansonderwijs voorstellen hoeft voor het lezerspubliek van deze nieuwsbrief niet. In een vorig nummer maakten we kennis met de algemene doelstelling van het TKO, geïllustreerd met de praktijk van TKO Mechelen. Twee maatschappelijke aspecten van het TKO zijn in dit verband interessant. Ten eerste is er in onze westerse maatschappij een groeiende behoefte aan werkkrachten die op een actieve manier bijdragen aan het in stand houden van onze welvaart (onder meer in samenhang met de vergrijzing). Ten tweede wordt van deze werk- krachten een grote deskundigheid verwacht om gespecialiseerde taken uit te voeren in een steeds complexer wordend arbeidsveld. Hiervoor is scholing vereist. Dat heel wat jongeren het regu- liere onderwijs verlaten zonder de kwalificaties die beantwoorden aan de verwachtingen van het arbeidsveld, is niet alleen nadelig voor de jon- geren zelf, het staat ook haaks op de geschetste maatschappelijke verwachtingen. Een nieuw cursistenprofiel Het eerste Vlaamse tweedekansonderwijsproject startte in 1980 in Leuven, enigszins geïnspireerd op het Nederlandse ‘Moedermavo’. Aanvanke- lijk stroomden hoofdzakelijk vrouwen in die, in het verlengde van hun opvoedingsperiode, alsnog een diploma wilden behalen. Het modu- laire tweedekansonderwijs bood hiervoor een geschikte springplank. Geleidelijk wijzigde de instroom echter: meer en meer cursisten met een leeftijd tussen 18 en 25 dienden zich aan en in verhouding met de ‘moeders’ van toen nam het percentage mannen toe. Niet zelden hadden/ hebben deze jongere cursisten een turbulent tot problematisch schools en persoonlijk verleden. Vaak zijn de gevolgen van deze turbulenties nog niet van de baan. Fenomenen als psychische kwetsbaarheid, faalangst, verstoorde motivatie, misbruik van middelen, financiële obstakels … maken het nieuwe leerparcours meer dan gemid- deld riskant. We vinden het onethisch om de instroom van specifieke groepen te bevorderen zonder tijdens de doorstroom begeleiding te bie- den die aansluit bij eventuele specifieke noden. Nood aan begeleiding Ondanks een bewonderenswaardige inzet van de leerkrachten drong zich tegen deze achter- grond de nood op aan meer intensieve, gespe- cialiseerde begeleiding. Deze moest bovendien laagdrempelig zijn en direct aansluiten bij het didactische gebeuren, bij het leven in de school en bij het leven erbuiten. Heel wat scholen voor tweedekansonderwijs ontwikkelden hun eigen aanbod. In TKO Antwerpen maakte men daarbij gebruik van de Vragenlijst Studie- en Examen- vaardigheden (VaSEV), onder meer in functie van faalangsttraining en de opvolging van uitstelpro- blemen. Deze VaSEV was echter ontwikkeld voor het reguliere hoger onderwijs. Bijgevolg kwamen de bevraagde domeinen niet helemaal overeen met de situatie van het TKO. Daarnaast was het taalgebruik te moeilijk. Men vroeg aan de auteur van dit artikel om een nieuwe, aangepaste versie op maat van het huidige TKO te ontwikkelen. Dit werd de Vragenlijst Studie- en Examenvaardighe- den Levenslang Leren – VaSEV-LLL. VaSEV–LLL Aan de ontwikkeling van dit nieuwe instrument werkten alle Vlaamse TKO-scholen actief mee, heel wat docenten en studiebegeleiders en in to- taal 971 cursisten. De nieuwe test werd technisch geschikt bevonden en we stelden vast dat veel meer aspecten aan bod komen die relevant zijn voor de (vernieuwde) TKO-populatie. In de meest eenvoudige versie telt de VaSEV- LLL 41 vragen of items, verdeeld over vijf schalen. De eerste schaal heeft betrekking op Uitstellen van de nodige inspanningen; Schaal 2 meet Faalangst; Schaal 3 meet Motivatie en zelfvertrouwen; Schaal 4 gaat het Persoonlijke evenwicht na en Schaal 5 peilt expliciet naar de Persoonlijke en contextuele obstakels. De namen van de schalen spreken voor zich. Bij Schaal 3 merken we op dat het hier niet gaat om de klassieke prestatiemotivatie (willen uitmunten door kwaliteit en volharding) maar wel om een meer specifieke motivatie in de lijn van het TKO. Wie hoog scoort op deze schaal geeft aan de nieuwe kans te willen grijpen en ook te geloven in de eigen slaagkansen. Een meer omvangrijke versie van de VaSEV- LLL bevat dezelfde schaalindeling maar met 126 items. Een derde versie sluit nauw aan bij het moti- vationele procesmodel. Ze heeft 11 schalen en 148 items. Interessant is dat op basis van de uitgebreide testversie met vijf schalen, we in staat zijn om een typologie van TKO-cursisten op te stellen. Naargelang de scores op de vijf schalen spreken we respectievelijk van optimaal, modaal, actief faalangstig, passief faalangstig, pragmatisch uitstellend en psychosociaal kwetsbaar. vorming Vocvo organiseert in het najaar twee vormingen die inzoomen op uitstelgedrag en faalangst bij TKO-cursisten, en hoe je als lesgever of begelei- der daarop kan inspelen. Start to Study. Een aanpak van uitstelgedrag bij volwassen cursisten Tijdens deze vormingsdag is er eerst aandacht voor de verkenning van het uitstelgedrag. Daarna komt informatie over gedragsveran- dering aan bod, waarna we overgaan naar de aanpak van uitstelgedrag met o.a. het ‘Start to Study’-programma. Faalangstreductie Heel wat aspecten met betrekking tot faal- angst komen aan bod tijdens deze tweedaagse vorming. De VaSEV-LLL wordt gepresenteerd als detectie-instrument. Verder bespreken we diverse modellen, signaalfiches en het gevoel van eigenwaarde. Er gaat ruime aandacht naar technieken om veranderingen te bewerkstelli- gen in voelen, denken en gedrag. Opgelet, deze vorming richt zich uitsluitend op psychologen, pedagogen en psychologisch assistenten. Trainer: Erna Van den Eynde, psycholoog, pedagoog, psychotherapeut met jarenlange ervaring met het geven van ‘Start to Study’- trainingen en faalangstreductietrainingen in het tweedekansonderwijs. > Meer informatie leest u op www.vocvo.be > Vorming, training en opleiding > Vocvo-aanbod. > Tijdens een kennismakingsgesprek tussen begeleider en cursist wordt overlegd hoe er aan mogelijke knelpunten in het studietraject zal gewerkt worden. Foto: Frie Moons

Upload: trinhquynh

Post on 11-Jan-2017

257 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: AtotZ Jrg. 18_2.pdf

18de jaargang, nr. 2 | april-mei-juni 2010 | verschijnt driemaandelijks

VERDER IN DIT NUMMER

HVC of EVC? (H)erkennen van verworven competenties | 2–3

De Kracht van je Stem, een educatief aanbod voor leraren en cursisten | 3

Een elo voor basiseducatie en volwassenenonderwijs | 4

prikbord

A Zvan

tot Nieuwsbrief

van het Vlaams ondersteuningscentrum voor het volwassenenonderwijs

curs

iste

nbeg

elei

din

g

eric depreeuw Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie Kind en Adolescent, K.U. Leuven

Het tweedekansonderwijs (TKO) is een testinstrument rijker: de VaSEV LLL. Dit instrument meet een aantal sterktes en zwaktes van een cursist. Op basis van de score kan de school de cursist een intensieve, gespecialiseerde begeleiding aanbieden en zo zijn slaagkansen verhogen. Hoe de test tot stand kwam en wat u ermee kan doen, leest u in dit artikel.

Op basis van de testscores kan de school de cursist een intensieve, gespecialiseerd

begeleiding aanbieden en zo de slaagkansen verhogen. A

fzen

der:

Voc

vo v

zw, K

ardi

naa

l Mer

cier

plei

n 1

, b-2

800

Mec

hel

en

Nieuwe Spreekrecht vernieuwd!

Dit najaar verschijnt de herwerkte edi-tie van Nieuwe Spreekrecht bij uitgeverij Van In. Het blijft een NT2-methode specifiek voor de basiseducatie, voor cursisten die geen of weinig Nederlands spreken. Les-gevers van CBE Antwerpen, Leuven, Gent en Brussel werken gedreven aan de herwer-king van de huidige delen 1 en 2.

Uiteraard zal de nieuwe editie aange-past zijn aan het nieuwe leerplan NT2, dat van kracht gaat op 1 september 2010. De minpuntjes die ervaren lesgevers in de vorige editie aanstipten, worden verbeterd: foutjes, minder geslaagde beelden, de af-werking op glanzend papier … Verder blijft de nieuwe methode trouw aan de gekozen didactiek van taakgericht werken, com-municatief handelen, veel aandacht voor transfer.

De vernieuwde Nieuwe Spreekrecht zal be-staan uit 4 delen. Dit laat toe de methode meer op maat van de cursist in te zetten. Er komt een deel 1 en 2 voor respectieve-lijk module 1 en 2 én 3 en 4. Vervolgens verschijnen er 2 delen voor richtgraad 1.2, voor de schriftelijke en mondelinge modu-les. Nieuw is dat elk deel een leerdeel met vaardigheidstrainingen in de klas bevat en een opzoekdeel achteraan. In dit opzoek-deel komen verschillende taalondersteu-ningselementen op een gestructureerde manier terug. Ook nieuw is dat bij elk deel van Nieuwe Spreekrecht een audio-cd en een online oefengedeelte wordt aange-boden, zowel voor de cursist als voor de lesgever.

> Voor meer informatie over deze vernieuw-de methode, contacteer uitgeverij Van In, tel. 03 480 55 11 of mail [email protected].

België – Belgique

P.B.

Antwerpen X

8/1723

Afgiftekantoor:

Antwerpen X

Erkenningsnummer:

P602475

Een psychologische test in functie van cursistenbegeleiding in het tweedekansonderwijs:

VaSEV LevensLang Leren

Maatschappelijke verwachtingenHet tweedekansonderwijs voorstellen hoeft voor het lezerspubliek van deze nieuwsbrief niet. In een vorig nummer maakten we kennis met de algemene doelstelling van het TKO, geïllustreerd met de praktijk van TKO Mechelen.Twee maatschappelijke aspecten van het TKO zijn in dit verband interessant. Ten eerste is er in onze westerse maatschappij een groeiende behoefte aan werkkrachten die op een actieve manier bijdragen aan het in stand houden van onze welvaart (onder meer in samenhang met de vergrijzing). Ten tweede wordt van deze werk-krachten een grote deskundigheid verwacht om gespecialiseerde taken uit te voeren in een steeds complexer wordend arbeidsveld. Hiervoor is scholing vereist. Dat heel wat jongeren het regu-liere onderwijs verlaten zonder de kwalificaties die beantwoorden aan de verwachtingen van het arbeidsveld, is niet alleen nadelig voor de jon-geren zelf, het staat ook haaks op de geschetste maatschappelijke verwachtingen.

Een nieuw cursistenprofielHet eerste Vlaamse tweedekansonderwijsproject startte in 1980 in Leuven, enigszins geïnspireerd op het Nederlandse ‘Moedermavo’. Aanvanke-lijk stroomden hoofdzakelijk vrouwen in die,

in het verlengde van hun opvoedingsperiode, alsnog een diploma wilden behalen. Het modu-laire tweedekansonderwijs bood hiervoor een geschikte springplank. Geleidelijk wijzigde de instroom echter: meer en meer cursisten met een leeftijd tussen 18 en 25 dienden zich aan en in verhouding met de ‘moeders’ van toen nam het percentage mannen toe. Niet zelden hadden/hebben deze jongere cursisten een turbulent tot problematisch schools en persoonlijk verleden. Vaak zijn de gevolgen van deze turbulenties nog niet van de baan. Fenomenen als psychische kwetsbaarheid, faalangst, verstoorde motivatie, misbruik van middelen, financiële obstakels … maken het nieuwe leerparcours meer dan gemid-deld riskant. We vinden het onethisch om de instroom van specifieke groepen te bevorderen zonder tijdens de doorstroom begeleiding te bie-den die aansluit bij eventuele specifieke noden.

Nood aan begeleidingOndanks een bewonderenswaardige inzet van de leerkrachten drong zich tegen deze achter-grond de nood op aan meer intensieve, gespe-cialiseerde begeleiding. Deze moest bovendien laagdrempelig zijn en direct aansluiten bij het didactische gebeuren, bij het leven in de school en bij het leven erbuiten. Heel wat scholen voor tweedekansonderwijs ontwikkelden hun eigen aanbod. In TKO Antwerpen maakte men daarbij gebruik van de Vragenlijst Studie- en Examen-vaardigheden (VaSEV), onder meer in functie van faalangsttraining en de opvolging van uitstelpro-blemen. Deze VaSEV was echter ontwikkeld voor het reguliere hoger onderwijs. Bijgevolg kwamen de bevraagde domeinen niet helemaal overeen

met de situatie van het TKO. Daarnaast was het taalgebruik te moeilijk. Men vroeg aan de auteur van dit artikel om een nieuwe, aangepaste versie op maat van het huidige TKO te ontwikkelen. Dit werd de Vragenlijst Studie- en Examenvaardighe-den Levenslang Leren – VaSEV-LLL.

VaSEV–LLLAan de ontwikkeling van dit nieuwe instrument werkten alle Vlaamse TKO-scholen actief mee, heel wat docenten en studiebegeleiders en in to-taal 971 cursisten. De nieuwe test werd technisch geschikt bevonden en we stelden vast dat veel meer aspecten aan bod komen die relevant zijn voor de (vernieuwde) TKO-populatie.

− In de meest eenvoudige versie telt de VaSEV-LLL 41 vragen of items, verdeeld over vijf schalen. De eerste schaal heeft betrekking op Uitstellen van de nodige inspanningen; Schaal 2 meet Faalangst; Schaal 3 meet Motivatie en zelfvertrouwen; Schaal 4 gaat het Persoonlijke evenwicht na en Schaal 5 peilt expliciet naar de Persoonlijke en contextuele obstakels. De namen van de schalen spreken voor zich. Bij Schaal 3 merken we op dat het hier niet gaat om de klassieke prestatiemotivatie (willen uitmunten door kwaliteit en volharding) maar wel om een meer specifieke motivatie in de lijn van het TKO. Wie hoog scoort op deze schaal geeft aan de nieuwe kans te willen grijpen en ook te geloven in de eigen slaagkansen.

− Een meer omvangrijke versie van de VaSEV-LLL bevat dezelfde schaalindeling maar met 126 items.

− Een derde versie sluit nauw aan bij het moti-vationele procesmodel. Ze heeft 11 schalen en 148 items.

Interessant is dat op basis van de uitgebreide testversie met vijf schalen, we in staat zijn om een typologie van TKO-cursisten op te stellen. Naargelang de scores op de vijf schalen spreken we respectievelijk van optimaal, modaal, actief faalangstig, passief faalangstig, pragmatisch uitstellend en psychosociaal kwetsbaar.

vorming

Vocvo organiseert in het najaar twee vormingen die inzoomen op uitstelgedrag en faalangst bij TKO-cursisten, en hoe je als lesgever of begelei-der daarop kan inspelen.

Start to Study. Een aanpak van uitstelgedrag bij volwassen cursistenTijdens deze vormingsdag is er eerst aandacht voor de verkenning van het uitstelgedrag. Daarna komt informatie over gedragsveran-dering aan bod, waarna we overgaan naar de aanpak van uitstelgedrag met o.a. het ‘Start to Study’-programma.

FaalangstreductieHeel wat aspecten met betrekking tot faal-angst komen aan bod tijdens deze tweedaagse vorming. De VaSEV-LLL wordt gepresenteerd als detectie-instrument. Verder bespreken we diverse modellen, signaalfiches en het gevoel van eigenwaarde. Er gaat ruime aandacht naar technieken om veranderingen te bewerkstelli-gen in voelen, denken en gedrag. Opgelet, deze vorming richt zich uitsluitend op psychologen, pedagogen en psychologisch assistenten.

Trainer: Erna Van den Eynde, psycholoog, pedagoog, psychotherapeut met jarenlange ervaring met het geven van ‘Start to Study’-trainingen en faalangstreductietrainingen in het tweedekansonderwijs.

> Meer informatie leest u op www.vocvo.be > Vorming, training en opleiding > Vocvo-aanbod.

> Tijdens een kennismakingsgesprek tussen begeleider en cursist wordt overlegd hoe er aan mogelijke knelpunten in het studietraject zal gewerkt worden.

Foto

: Frie

Moo

ns

Page 2: AtotZ Jrg. 18_2.pdf

VAN A TOT Z nr. 2 | april-mei-juni 2010

> De VaSEV-LLL is vanaf september 2010 verkrijgbaar bij Vocvo. Het instrument bevat de digitale test en een gedrukte handleiding. Meer informatie via tel. 015 44 65 02 of mail naar [email protected].

geraadpleegde werken

Coeckelbergh, E. (2009). Een diploma behalen als vol-wassene: een tweede kans in TKO Mechelen. Van A tot Z. Nieuwsbrief van het Vlaams ondersteuningscentrum voor het volwassenenonderwijs. 17, nr. 4.

Depreeuw, E. (2006). Antwoorden op diversiteit en flexi-bilisering: Achtergronden, beleid en randvoorwaarden. In: E. Depreeuw, J. Cloet, M. Van Poucke en A. Somers (Red.), Antwoorden op diversiteit en flexibilisering. Vademecum voor studietrajectbegeleiding in het hoger onderwijs (12-25). Leuven: ACCO (ISBN 90-334-6227-3).

Depreeuw, E., Steenhaut, S., Vanneste, S. & Van den Eynde, E. (2010). Handleiding Vragenlijst Studie- en Exa-menvaardigheden LevensLang Leren - VaSEV-LLL. Mechelen: Vocvo.

De Win, I. (2006). Reactie bij de visietekst: naar een breed en geïntegreerd zorg- en diversiteitsbeleid in het volwas-senenonderwijs. Antwerpen: Federatie Tweedekansonderwijs Vlaanderen: Interne nota.

Lens, W. & Depreeuw, E. (1998). Studiemotivatie en faal-angst nader bekeken. Tussen moeten en kunnen staat willen. Leuven: Leuvense Universitaire Pers.

Raes, A. (2008). Effecten op het gebied van sociale, profes-sionele en educatieve redzaamheid na deelname aan het Twee-dekansonderwijs in Vlaanderen: een kwantitatief onderzoek. Niet gepubliceerde licentiaatverhandeling. Gent: Universiteit Gent.

Vanderlocht, M. (2009). Het diploma secundair onderwijs behalen in het volwassenenonderwijs. Een blik op het “Twee-dekansonderwijs”. Caleidoscoop. Spiegel van eigentijdse begeleiding, 21, 16-22.

ResultatenDe drie versies kunnen na overleg met de uitgever (zie kadertekst) op het intranet van de school geplaatst worden. De afname en de ver-betering van de VaSEV-LLL verloopt volledig geautomatiseerd. De afname en de interpreta-tie van de resultaten vallen onder de exclusie-ve verantwoordelijkheid van een deskundige in cursistenbegeleiding in het bezit van een erkend officieel diploma psychologie of peda-gogiek. Afhankelijk van de beoogde doelstel-lingen kiest die welke versie wordt aangebo-den. De korte versie leent zich voor een eerste overzicht. Is de begeleider geïnteresseerd in een meer gedetailleerde analyse die meer, en uiteenlopende aspecten per schaal insluit, dan ligt de keuze voor de versie met 121 items voor de hand. Wil men een nog meer genuanceerde benadering die bovendien aansluit bij het theoretische model, dan opteert men voor de versie met 148 items, al moeten we hierbij ver-melden dat niet alle schalen van deze versie een betrouwbare interpretatie toelaten.

Zicht op sterktes en zwaktesDe VaSEV-LLL werd ontwikkeld in functie van de cursistenbegeleiding, die op haar beurt de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. De afname bij de instroom laat toe vroeg in het studietraject zicht te krijgen op sterktes en zwaktes van een cursist in de gemeten concep-ten. Deze kunnen aan bod komen tijdens een kennismakingsgesprek tussen begeleider en cursist. Vermoedelijke knelpunten worden dan toegelicht. Men kan overleggen of en hoe men hieraan gaat werken: geïntegreerd in het didac-tisch gebeuren, door een gerichte begeleiding binnen de school of door gebruik te maken van een extern hulpaanbod. De test kan bovendien gebruikt worden om na te gaan of een bepaalde interventie (bijvoorbeeld faalangsttraining of aanpak van uitstelgedrag) het beoogde effect heeft gehad. De school kan de test ook gebrui-ken voor instellingsgebonden onderzoek, al dan niet met het oog op het aanleveren van specifieke informatie aan de beleidsinstanties (onder andere om meer middelen te bedingen voor de begeleiding). Aangezien de VaSEV-LLL uitermate gevoelige informatie verstrekt, be-nadrukken we dat het gebruik moet gebeuren volgens strikt deontologische regels en onder de verantwoordelijkheid van deskundigen met een regulier diploma psychologie of peda-gogiek, die beroepshalve deze regels tot hun handelingscode rekenen.

HVC of EVC? (H)erkennen van verworven competentiesDe visie op leren is volop in beweging. Steeds meer houden leerkrachten rekening met de verschillende leerstijlen van leerlingen. Het verwerven van vaardigheden komt op het voorplan en de nadruk ligt niet langer op het instuderen van kennis. Functionele taken doen hun intrede en het drillen verdwijnt. Het onderwijs ontdekte dat er verschillende manieren van leren zijn en dat leren uit ervaring even waardevol is als studeren in boeken. Het herkennen en erkennen van verworven competenties maakt deel uit van deze evolutie.

mieke coulembierFederatie Centra voor Basiseducatie

1 Competenties verwervenOveral kan je leren en je leert overal. Probeer maar eens om de

boodschappen die je in het straatbeeld tegenkomt niet te lezen … Leren doen we spontaan. Toch denken we bij leren vanzelf aan scholen. We hebben het dan over formeel leren: aan het eind van een geslaagde rit krijg je een studiebewijs. Niet-formeel leren gebeurt in cursussen en vormingen buiten de reguliere onderwijs- en opleidingssystemen en leidt niet tot een studiebewijs. Vaak krijgen deelnemers wel een attest. Informeel leren, ten derde, gebeurt vaak onbewust, gewoon in het dagelijks leven tijdens het klussen, als je luistert naar de radio, door te babbelen met je buurvrouw ... De weg waarlangs je de berg beklimt, doet er niet toe, als je de top maar bereikt (en de nodige competenties verwerft).

Competentie?Een competentie is de integratie van kennis, vaardigheden en attitudes. Zo is “belangrijke elementen van communicatief handelen in de praktijk brengen” een competentie. Je moet namelijk weten wat de belangrijke elementen van communicatief handelen zijn. Dat is de kennis. Om iets in de praktijk te brengen, moet je dat kunnen. In kunnen zit steeds een vaardigheid verweven. Ten slotte maakt “in praktijk brengen” duidelijk dat je de attitude moet hebben om het kennen en kunnen effectief in te zetten en toe te passen.

2 HVCEigenlijk beseffen we te weinig wat we overal kunnen leren

en welke competenties we in huis hebben. Daarover gaat HVC, het herkennen van verworven competenties. HVC is vooral belangrijk voor je persoonlijke ontwikkeling. Je competenties in kaart brengen, zorgt ervoor dat je weet waar je staat en het doet je nadenken over waar je naartoe wil. Het is ook zinvol na te gaan hoe anderen jouw com-petenties inschatten. Binnen een leeromgeving kan dit bijvoorbeeld via groepswerk. In een werkomgeving gebeurt dit misschien in een functioneringsgesprek. In een vereniging kan dit bij het napraten over een activiteit.

Van herkennen naar erkennen?HVC staat voor herkennen van verworven competenties, EVC voor het erkennen van verworven competenties. HVC kan een onderdeel zijn van of een opstap naar EVC, maar dat hoeft helemaal niet. Het is niet de bedoeling dat HVC puur in functie van EVC wordt gezien, want dan verliest het een groot deel van zijn meerwaarde. Het belangrijkste ver-schil tussen HVC en EVC is de doelstelling. HVC heeft tot doel mensen bewust te maken van de competenties die ze bezitten. Dit bewust-maken heeft niet alleen een positieve invloed op werken en leren, maar evengoed op het dagelijks leven. EVC heeft tot doel competenties formeel te erkennen.Verder is er een groot verschil in instrumenten en methodes. Bij HVC is allerlei mogelijk. Bij EVC zijn de procedures meer gereglementeerd, meestal komt er een specifiek portfolio bij kijken. De uitkomst van een EVC-procedure moet neutraal zijn, herhaalbaar en voor iedereen gelijk. Er moet ook goed gedocumenteerd worden, de bewijsstukken zijn belangrijk.

C-StickDe C-Stick werd ontwikkeld door Jes. Deze organisatie begeleidt jongeren die hun weg niet gemakkelijk vinden in de maatschappij. De begeleiders helpen hen onder meer in hun zoektocht naar werk en spendeerden voordien heel wat tijd aan het opstellen van cv’s. De C-Stick genereert automatisch cv’s op basis van de ervaringen die de jongeren invoeren. Het is handig dat jongeren per sollicitatie een relevante selectie kunnen maken van wat ze in hun cv willen opnemen. Daarnaast heeft de C-Stick een aantal extra tools om stage-ervaringen te evalueren, om jezelf in kaart te brengen, om een levenslijn op te stellen … Een pluspunt is dat je de C-stick gewoon als memorystick kan gebruiken.

> Meer weten? Surf naar www.c-sticks.be.

Oscar onlineOscar is ontwikkeld door SoCiuS en Steunpunt Jeugd. Oscar wil jongeren en volwassenen een zicht laten krijgen op de competenties die ze verwerven bij het volgen van vormingen en het opnemen van vrijwilligersfuncties en -taken. Dit instrument ondersteunt boven-dien organisaties in hun competentiedenken en laat hen toe op een eenvoudige manier competentiedocumenten aan te maken. Heel handig aan Oscar online is dat deze documenten online beschikbaar blijven. Vrijwilligers die een document nodig hebben, kunnen het gewoon (nog eens) afdrukken, ook al is er een hippe map om deze documenten in te bewaren.

> Meer weten? Surf naar www.oscaronline.be.

Portfolio?Wie HVC of EVC zegt, zegt vaak ook portfolio. Een portfolio komt oor-spronkelijk uit de kunstwereld. Een kunstschilder illustreert aan de hand van een aantal werken zijn stijl en kunnen. Deze map met werken is een portfolio. EVC-procedures gebruiken vaak portfolio’s. Aan de hand van een aantal bewijsstukken en oefeningen demonstreer je dat je bepaalde competenties bezit. Daarna volgen meestal wel nog een aantal tests. Een portfolio vormgeven is niet gemakkelijk, het vereist bepaalde competen-ties. Met een portfolio aan de slag gaan kan dan ook een interessante methodiek zijn in heel wat cursussen. Het is immers zinvol om met cur-sisten te werken aan het herkennen van de eigen competenties en deze een plaats te geven in een portfolio, een cv, een levenslijn ...

> Op 16 november 2010 vindt een studiedag van het Kennisnetwerk HVC/EVC plaats. Dit uitwisselforum wordt georganiseerd door AKOV, het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming. Op deze studiedag worden een aantal HVC- en EVC-instrumenten uit verschillende sectoren getoond. Deze dag kan ook inspiratie leveren om cursisten kennis te laten maken met een portfolio.

> HVC wil mensen bewust maken van de competenties die ze bezitten.

>>

ver

volg

van

p. 1

Page 3: AtotZ Jrg. 18_2.pdf

De Vlaamse kwalificatiestructuur schept klaarheid door zowel

onderwijskwalificaties als beroepskwalificaties te ordenen

in één structuur.

> Op www.evcvlaanderen.be is onder meer een EVC-woordenboek beschikbaar en je krijgt een overzicht van verschillende EVC-projecten.

De Kracht van je Stem, een educatief aanbod voor leraren en cursistenDe Kracht van je Stem, de educatieve dienst van het Vlaams Parlement, heeft niet alleen voor het leerplichtonderwijs maar ook voor volwassenen een educatief aanbod. Lesmappen, simulatiespelen, een programma op maat in het Vlaams Parlement, vormingen en een website. Hoe De Kracht van je Stem vorming in politiek en democratie aanpakt, lees je hierna.

Politiek is overalWe kunnen er niet omheen dat politiek overal aanwezig is in ons leven. Dat we (al dan niet) stemrecht hebben is politiek, dat we een rijbewijs moeten hebben om met de auto te rijden is politiek, de leerplicht tot 18 jaar is politiek … Politiek is alles wat te maken heeft met het organiseren van onze samenleving, en daarvoor zijn er regels nodig en mensen die daarover beslis-sen. Lesgeven over politiek en democratie vertrekt dan ook het best vanuit gewone, dagelijkse en heel concrete situaties. Dat doen we ook in de lesmappen. De school van de kinderen, het centrum voor basiseducatie, het werk, het gezin, de vrije tijd en de politiek: ervaringsgericht leren staat centraal. Telkens ligt het uitgangspunt in de leefwereld van de cursist om van daaruit te werken aan participatie en betrokkenheid.

Politiek is moeilijkOnze democratie uitleggen is niet eenvoudig. Politiek is com-plex, soms frustrerend, en soms heel onduidelijk. Alleen al het woordgebruik! Voor lesgevers komt het erop aan voorbij de da-gelijkse feiten te kijken en de essentie van onze democratie over te brengen. En daar hebben we stevig lesmateriaal voor. Leraren vinden achtergrondinformatie in de ‘Informatiemap over de-mocratie, burgerzin en politiek’. Posters en een PowerPointpre-sentatie vatten een aantal essentiële democratische procedures samen: verkiezingen, parlement, regering, besturen …

Politiek is boeiendLesgeven over democratie en politiek is een hele uitdaging. Een debat in de plenaire vergadering van het parlement meema-ken maakt het helemaal reëel. De Kracht van je Stem stelt cur-sisten uit het volwassenenonderwijs een dagprogramma voor op woensdag. We stellen het programma samen in overleg met de lesgever. Vast onderdeel is een voorbereiding op de plenaire vergadering met de groep, het bijwonen van de vergadering op woensdagnamiddag en een nabespreking.

Meer info?Al het lesmateriaal van De Kracht van je Stem kan je down-loaden van de website www.dekrachtvanjestem.be (ga naar de deelsite voor lesgevers). Mappen en spelmateriaal bestellen kan ook.

Met je cursisten een bezoek brengen aan het Vlaams Parle-ment? Bel met Katrien Brebels op 02 552 40 47. Wij schrijven nu al in voor het schooljaar 2010-2011.

Vragen en voorstellen zijn heel erg welkom. Mail of bel ons. De Kracht van je Stem, de educatieve dienst van het Vlaams Parle-ment, tel. 02 552 45 34, [email protected].

3 EVCDe studiebewijzen die het onderwijs aflevert kent ieder-

een. Zo’n studiebewijs geeft aan wat je geleerd hebt: het is de formele erkenning van de competenties die je verwierf tijdens een opleiding. Maar zoals eerder gezegd, EVC erkent ook com-petenties die je buiten het onderwijs verwerft. Want mensen leren een leven lang, onder andere op de werkvloer. Erkende competenties kan je vervolgens inzetten op de arbeidsmarkt of in het onderwijs. Op de arbeidsmarkt kunnen ervaringsbewij-zen de toegang verlenen tot bepaalde beroepen of bezorgen ze een hoger loon. In het onderwijs leveren EVC’s op verschillende manieren een studieduurverkorting op.

Kwaliteit van EVCAls EVC-procedures leiden tot studieduurverkorting, een be-kwaamheidsbewijs of een ervaringsbewijs dat gelijkgeschakeld wordt met een certificaat of een diploma, dan spreekt het voor zich dat deze procedures aan een aantal kwaliteitseisen moeten voldoen. Dit geldt eveneens voor evaluaties binnen het onder-wijs. AKOV, het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, stelt daarom een kwaliteitskit EVC ter beschikking. Deze kit kan je als zelfevaluatie-instrument gebruiken. Er ko-men verschillende kwaliteitsaspecten van competentiemeting aan bod.

Doelgroepen en EVCEen EVC-procedure volgen is niet eenvoudig. Het opstellen van een portfolio vereist reflectie en inzicht. Mensen moeten ruim kunnen denken over leerervaringen en inschatten welke ervaringen een meerwaarde betekenen voor het traject dat ze volgen. Daarnaast vormen het taalgebruik en de vereiste schrif-telijke vaardigheden soms een drempel. Kwetsbare groepen, mensen die het moeilijk hebben met lezen en schrijven of met een andere moedertaal dan het Nederlands … lopen het risico deze drempels niet te kunnen nemen en opnieuw te stoten op uitsluitingsmechanismen. Verder is de kostprijs van sommige EVC procedures niet te onderschatten.

Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvangDit ervaringsbewijs kwam tot stand omdat er een tekort was aan begeleiders in de kinderopvang, terwijl er een heleboel mensen met ervaring (maar zonder diploma) niet aan de slag kunnen. Elke kandidaat moet in een testcentrum een portfolio invullen. Dit portfolio geeft een eerste beeld van de kandidaat. Daarna moet de kandidaat een aantal tests afleg-gen: een interview, rollenspelen en praktijkoefeningen. Deze tests gebeuren op één dag. Het ervaringsbewijs bestaat ook al voor andere beroepen.

Meer weten? Surf naar www.ervaringsbewijs.be.

Vrijstellingen in het volwassenenonderwijsIn het volwassenenonderwijs kunnen cursisten via een vrijstellingstoets vrijgesteld worden voor modules en op die manier studieduurverkorting bekomen. Het toekennen van vrijstellingen is een vorm van verworven competenties erken-nen. Een minpunt is dat deze vrijstellingen niet dezelfde waarde hebben als een studiebewijs op het einde van een module of een opleiding. Buiten het centrum dat de vrijstel-ling verleent, heeft de vrijstelling officieel geen waarde. Dit illustreert dat er nog werk aan de winkel is om wat binnen en buiten het onderwijs geleerd wordt gelijk te waarderen.

4 Naar een kader voor competentiesHet erkennen van verworven competenties is waardevol,

maar het is belangrijk door de bomen het bos nog te zien. Men-sen leren zowel in het onderwijs als daarbuiten, maar er heerst vandaag nog te veel spraakverwarring tussen de verschillende actoren. De Vlaamse kwalificatiestructuur moet klaarheid scheppen door zowel onderwijskwalificaties (verworven in het onderwijs) als beroepskwalificaties (niet altijd verworven in het onderwijs) te ordenen in één structuur. De kwalificatiestructuur laat toe de onderlinge verhoudingen tussen kwalificaties trans-parant te maken. Zo spreekt iedereen eenduidig over kwalifica-ties en de competenties die daarin vervat zitten.

Kwalificatie?Een kwalificatie is een afgerond en ingeschaald geheel van competenties. Competenties worden in een kwalificatie gebun-deld tot een geheel. ‘Brushen’ kan een competentie zijn binnen de kwalificatie kapper. Competenties kan je soms ook terugvinden in verschillende kwalificaties. Zo kan de competentie ‘lassen’ misschien voorkomen in de kwalificatie garagist, maar ook in de kwalificatie lasser. Het woord ‘ingeschaald’ uit de definitie wil zeggen dat de kwalificatie een plaats kreeg in de kwalificatie-structuur. Het resultaat van het inschalen van alle kwalificaties is de Vlaamse kwalificatiestructuur: de systematische ordening van alle kwalificaties.

Communicatie over competentiesDe Vlaamse kwalificatiestructuur moet onder meer de gelijk-schakeling en de wederzijdse erkenning van studiebewijzen binnen het onderwijs bevorderen. Daarnaast zal de kwalifica-tiestructuur een interessant instrument worden in de commu-nicatie met andere aanbodverstrekkers. Zo zullen bijvoorbeeld de opleidingen van de VDAB ingeschaald worden, waardoor het duidelijker wordt hoe het aanbod van het volwassenenonder-wijs zich verhoudt ten opzichte van het aanbod van de VDAB.

LeerloopbaanbegeleidingHet is de bedoeling om de kwalificatiestructuur als referentie-kader te gebruiken om zo verworven competenties te erkennen en leerloopbanen te oriënteren en te begeleiden. Eens zichtbaar is wat iemand kan, kan je aan de hand van het raamwerk kijken welke competenties binnen handbereik liggen om individu-eel te groeien (via onderwijs, op de werkvloer …). Nagaan hoe mensen een leerloopbaan uitstippelen en wie dit proces begeleidt, houdt hier direct verband mee. Elke opleidings- of onderwijsinstelling heeft wel een vorm van trajectbegeleiding, maar telkens wanneer een cursist (of ‘cliënt’ bij de VDAB) zich ergens aanmeldt, krijgt hij een nieuwe trajectbegeleider toege-wezen. Trajectbegeleiding ‘over de muren van de organisatie heen’ staat nog in de kinderschoenen, al zijn er veelbelovende projecten.

> Op 26 november 2010 plant de Raad Levenslang Leren van de VLOR een studiedag over trajectbegeleiding vanuit het perspectief van de cursist.

5 ConclusieIn dit artikel bespraken we een aantal belangrijke begrip-

pen en tendensen inzake het herkennen en erkennen van verworven competenties. EVC en HVC zijn vrij nieuwe begrip-pen en wat er rond gebeurt, is in volle ontwikkeling. In het volwassenenonderwijs zullen HVC en EVC steeds meer ingang vinden en het is daarom belangrijk om kwaliteitsvolle procedu-res op te zetten. Deze procedures kunnen ingebed worden in de trajectbegeleiding van cursisten binnen en buiten het volwas-senenonderwijs. Daarnaast is de Vlaamse kwalificatiestructuur een nieuw gegeven. Deze ordening van kwalificaties moet de communicatie binnen en buiten het onderwijs gemakkelijker maken en lerende mensen – iedereen dus – meer inzicht geven in hun leerloopbaan.

kris van den bremt coördinator De Kracht van je Stem

Foto

: De

Kra

cht v

an je

Ste

m

> Kom met je cursisten naar het Vlaams Parlement voor een educatief dagprogramma!

po

litie

k en

dem

ocr

atie

(h)erkennen van verworven competenties

Page 4: AtotZ Jrg. 18_2.pdf

VAN A TOT Z

Een elo voor basiseducatie en volwassenenonderwijs

nr. 2 | april-mei-juni 2010e-

lere

n

Een elektronische leeromgeving (elo), je hebt er waarschijnlijk al van gehoord. Maar wat is zo’n elo nu eigenlijk? Waarvoor kan je een elo gebruiken? Welke bestaan er? In dit artikel geven we een beknopt antwoord op deze vragen.

colofon

Van A tot Z is de driemaandelijkse nieuws-brief van het Vlaams ondersteunings-centrum voor het volwassenenonderwijs

Kardinaal Mercierplein 1, b-2800 Mechelen tel. 015 44 65 00 – fax 015 44 65 01 [email protected] – www.vocvo.be issn 0779-4924

Redactie: Els Coeckelbergh, Elke Colle, Liliane Depuis, Els Van den Bossche Hoofd- en eindredactie: Els CoeckelberghFoto rechtsboven: Filip ErkensAbonnementenbeheer: Miriam BerghmansVormgeving: Filip ErkensDruk: Parys (Evergem)Verantwoordelijke uitgever: Liliane Depuis, Kardinaal Mercierplein 1, b-2800 Mechelen

Wat is een elo?In de literatuur vinden we volgende definitie van een elo: “Een elektronische leeromgeving is het geheel van technologische voorzieningen (computer hard- en software, infrastructuur en netwerken van telecommunicatie) die via de digitale weg het leerproces, de communicatie ten behoeve van het leren en de organisatie van het leren ondersteunen”.1

Als gebruiker krijg je toegang tot die software. Je hebt hiervoor enkel een browser nodig (Firefox, Safari, Internet Explorer ...), een gebruikersnaam en een paswoord. Je kan een elo gebruiken om het leren te ondersteunen. Maar de functies binnen een elo kan je ook aanwenden om de werking van een centrum te ondersteunen.

Wat kan je ermee doen? Welke functies bevat een elo?Met de meeste elo’s kan je:

− documenten ter beschikking stellen van gebruikers. Het maakt niet uit welke vorm of formaat deze hebben: tekstdocumenten (OpenOffice, WP, Word ... ), pdf, html, video, geluid, presentaties … De enige beperking is meestal de omvang van het document;

− een agenda met afspraken, vergaderingen, lessen, taken en deadlines beheren;

− berichten plaatsen en versturen naar col-lega’s, individuele cursisten of naar groepen cursisten;

− online discussies organiseren via een forum; − een verzameling met links ter beschikking

stellen en beheren; − gebruikers laten samenwerken; − cursisten verslagen, huistaken, opdrachten

laten inleveren, zonder dat ze die moeten mailen. Dit heeft als belangrijk voordeel dat je mailbox niet overbelast wordt;

− oefeningen aanbieden. De meeste elo’s beschikken over een ingebouwde module waarmee je oefeningen kan aanmaken. Meestal kan je echter ook oefeningen toe-voegen die je met andere programma’s hebt gemaakt. Het bekendste is Hot Potatoes. Je hebt een keuze uit verschillende soorten oe-feningen: meerkeuzevragen, kort antwoord-

karel schiepersprojectmedewerker e-leren en gecombineerd leren Vocvo

vragen, vragen met meerdere antwoorden, invuloefeningen, sorteeroefeningen, open vragen, matching of combineeroefeningen. Ook online toetsen afnemen behoort tot de mogelijkheden;

− resultaten van cursisten voor oefeningen en testen bewaren;

− leerpaden opstellen en aanbieden. Een leerpad is een volledig online cursus die uit verschillende opdrachten en oefeningen is opgebouwd. Een cursist doorloopt de cursus op zijn eigen tempo. Als lesgever kan je de voortgang van elke cursist volgen.

Een elo gebruikenEen elo wordt vaak gebruikt om het leren te ondersteunen. Maar je kan een elo net zo goed inzetten om de werking van het centrum te ondersteunen. De directie heeft met een elo de mogelijkheid om alle documenten elektronisch beschikbaar te stellen. Je bespaart jezelf en het secretariaat daarmee heel wat werk. De cursis-ten en lesgevers kunnen alles thuis bekijken en downloaden. De communicatie tussen alle betrokkenen verloopt vlotter. Ook lesgevers die niet alle dagen in het centrum zijn blijven op de hoogte van alles wat er reilt en zeilt.Voor het afstandsonderwijs is een elo een onmisbaar hulpmiddel. Lesgever en cursist be-vinden zich dan niet (nooit) op dezelfde plaats.Maar bij basiseducatie en (sommige vormen

Welke elo kiezen? Open source of commercieel?Als een centrum start met een elo, moet het kiezen tussen een commerciële toepas-sing of open source software. In Vlaande-ren zijn Smartschool (www.smartschool.be, vooral gericht op het secundair onderwijs) en Blackboard (www.blackboard.com), de meest bekende commerciële pakketten. Commerciële elo’s hebben enkele nadelen. Je moet betalen voor elke account. Bovendien bepaalt een firma de verdere ontwikkeling en hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met commerciële motieven. Maatwerk is meestal uitgesloten of kost heel wat geld. Kiezen voor een commerci-eel product heeft ook een belangrijk voordeel. De installatie van de elo, het uitvoeren van updates en het maken van back-ups gebeuren door de aanbieder. Als gebruiker moet je je daar niks van aantrekken. Je moet enkel de factuur betalen.

Een elo is het geheel van technologische

voorzieningen die via de digitale weg het leerproces en de organisatie van het

leren ondersteunen.

probeer de elo van vocvo uit!

De elo van Vocvo vind je op tinyurl.com/elovocvo. Voor deze elo werd gekozen voor Dokeos. Dit is echter een tijdelijke installatie. Zodra de nieuwe versie van Chamilo beschik-baar is, installeren we die.Het materiaal op de Vocvo-elo mag je vrij gebruiken. Klik daarvoor onderaan de start-pagina op ‘dit platform gebruiken’ en dan op ‘handleidingen om dit platform te gebrui-ken’. Deze cursus kan je openen zonder paswoord.Maar je kan op deze elo ook zelf een cursus aanmaken en de verschillende mogelijkhe-den uittesten. Je hebt dan wel een paswoord en gebruikersnaam nodig. Mail daarvoor naar [email protected] de elo kan je ook materiaal beschikbaar stellen. Als jij al materiaal hebt gemaakt of verzameld, deel dat dan met je collega’s. Mail het naar [email protected] en we nemen het op in de elo. Alle elektronisch materiaal is welkom: tekstdocumenten met opdrachten, oefeningen in Hot Potatoes, een website, een verzameling weblinks, afbeel-dingen, filmpjes ...

van) volwassenenonderwijs zet men een elo beter in de vorm van blended learning of gecombineerd onderwijs in. Naast de lessen in de klas gebruik je dan de elo. Je kan er delen van de leerstof mee aanbieden. Of je stelt extra oefeningen ter beschikking van je cursisten. Of je zet een forum op waar je cursisten laat reage-ren op een stelling. Een elo maakt het mogelijk om cursisten te laten werken zonder dat er een lesgever aanwezig is. Ze werken dan thuis of in het openleercentrum. Uiteraard hangt veel af van het niveau van je cursisten.Als je een elo wil inzetten om het leren te ondersteunen, moet je eerst een nieuwe cursus maken en er materiaal aan toevoegen. Laat je echter niet afschrikken. Je hoeft geen informa-ticaspecialist zijn om materiaal toe te voegen aan een elo. Het is ook niet noodzakelijk om het materiaal volledig zelf te ontwikkelen. Op het internet vind je materiaal dat je vrij mag gebruiken en uploaden in je elo. Indien het niet onmiddellijk bruikbaar is, kan het je inspiratie opleveren om zelf aan de slag te gaan. Zo vind je op KlasCement 2 oefeningen die gemaakt wer-den met het softwarepakket Hot Potatoes. Die kan je downloaden en vervolgens via je cursus aanbieden.Als je met een elo begint, hoef je ook niet met-een alle functies te gebruiken. Start met een be-perkt aantal, bijvoorbeeld met het aanbieden van documenten (presentaties die je in de les gebruikte, tekstdocumenten, afbeeldingen ...) of met enkele oefeningen. Daarna kan je gelei-delijk andere functies gebruiken en uiteindelijk een volledig leerpad aanbieden.

chamilo: een ontwikkeling om te volgen

Het bedrijf Dokeos.com levert tegen betaling service rond Dokeos. Een groep ontwikke-laars kon zich echter niet meer vinden in het beleid van het bedrijf en brak in januari 2010 weg van Dokeos om met een nieuw project te starten: Chamilo. Chamilo opteert radi-caal voor een open source beleid. De eerste release van Chamilo bouwt logisch verder op de Dokeos releases, maar geeft de gebruiker wel het volledige pakket aan mogelijk heden in tegenstelling tot de gratis versie van Dokeos.

Kenmerken: − snelle ontwikkeling van educatieve mate-rialen;

− gemakkelijk te installeren bij aanbieders van webhosting;

− opvolging van resultaten; − aantrekkelijke interface met een focus op leren;

− synchrone en asynchrone communicatie-mogelijkheden;

− een rijk aanbod aan tools voor elke leer-context (visueel, auditief, praktisch, ‘ serious games’);

− uitgebreide mogelijkheden van document-management.

> De verder ontwikkeling van Chamilo kan je volgen op de website: www.chamilo.org. > Chamilo gratis uittesten kan via: campus.chamilo.org/

Bron: www.chamilo.org/nl/node/159

> Meer over het brede aanbod van vrije software lees je in de uitstekende publicatie Vrije software in het onderwijs. Een praktische gids voor het gebruik van open source software en open leermiddelen (2005), te bestellen of downloaden via ond.vlaanderen.be/publicaties.

De open source elo’s bieden het voordeel dat de software gratis op het internet wordt aangeboden. Bovendien mag je die (laten) aanpassen. Meestal zit er een groep enthousi-aste programmeurs achter zo’n elo. Die zorgen voor nieuwe toepassingen en het updaten van de software. Er zijn natuurlijk ook nadelen. Je moet immers webruimte huren bij een provi-der. Dit kan echter goedkoper uitvallen dan accounts kopen bij een commerciële aanbieder. Maar de elo moet ook geïnstalleerd worden. Als je provider de installatie niet doet en geen back-ups maakt, moet je zelf aan de slag. Dus bij de keuze van een provider is het belangrijk daarop te letten.Dokeos en Moodle zijn de meest gebruikte open source varianten. Er is echter een belangrijke, recente ontwikkeling. Sinds begin dit jaar wordt er ijverig gewerkt aan een nieuwe elo: Chamilo (zie kadertekst). Tussen Dokeos (Chamilo) en Moodle bestaan grote verschillen.

1 Droste, Joke (2000). Advies keuze Teleleerplatform 2000. Utrecht: Stichting Surf.

2 KlasCement is een Vlaamse website voor en door leer-krachten. Je vindt er goede educatieve websites en software, lesvoorbereidingen en cursussen, werkblaadjes, onderwijs-nieuws en activiteiten, nieuwsbrieven, een onderwijsforum, foto’s voor je cursussen ... Het aanbod is volledig gratis. De site geniet steun van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap.