beatrixpark nl

4
Kabouters, trollen en ander gespuis Beatrixpark, Almere-Stad, Nederland (1976–1982 / 1997–2002) Type: Park Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur Programma: Speeltuin, jeugdplek, bevaarbaar water/ recreatie water, amfibie poel Oppervlak: 10 ha Bouwsom: € 2.500.000,- Opdrachtgever: Gemeente Almere In de kale Flevopolder lag eind jaren ze- ventig een uitgelezen kans voor de land- schapsarchitect om vanaf het eerste begin stad en landschap met elkaar in verband te brengen. In het Projectbureau Almere werden zogenaamde landschapsontwikke- lingszones ontwikkeld, groene wiggen die vanuit het buitengebied de stad indrongen. Het bureau, toen nog Brouwer en Bleeker geheten, kreeg in 1976 de opdracht de 125 hectare grote noordwestelijke wig (met de werktitel Ebenezer Howardpark, later veranderd in Beatrixpark) in hoofdvorm te ontwerpen. Het park werd aangelegd als een raamwerk, met het idee dat de invul- ling gepreciseerd kon worden wanneer de buurten eromheen gerealiseerd zouden zijn, wat rond 2000 ook daadwerkelijk ge- beurde. De eerste tekeningen zijn analytisch van aard. De ruggengraat van het park was de hoofdvaarroute, een recreatief water dat aansloot bij vaarroutes buiten de stad. Ter weerszijden van dit kanaal had het park een sterk verschillende uitstraling. De noord- zijde was meer gecultiveerd, de zuidzijde was ruiger. De vormgeving van het park liet alle kenmerken zien van een plek in een nieuwe polder: vrij rechtlijnig, massieve bosvakken afgewisseld met ruime open plekken, inheemse boomsoorten en paden met brede profielen. Naast het vooraf vast- gestelde programma brachten de ontwer- pers een minder grijpbare component in: beleving. Volgens het bureau moest ‘het bos de fantasie prikkelen, een gevoel van geheimzinnigheid oproepen, terwijl de hei- melijke aanwezigheid van kabouters, trollen en ander gespuis op een aantal plaatsen duidelijk voelbaar zou moeten zijn’. Twintig jaar later, in 1997, was het Beatrixpark toe aan een verfijning van het raamwerk. Bij de herinrichting, wederom door Bureau B+B uitgevoerd, lieten de bewoners weten het mysterieuze nog steeds in het park te waarderen door massaal te kiezen voor de ontwerpvariant ‘de verborgen wereld’. Het

Upload: bureau-bb-stedebouw-en-landschapsarchitectuur

Post on 11-Mar-2016

215 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Beatrixpark, Almere

TRANSCRIPT

Kabouters, trollen en ander gespuisBeatrixpark, Almere-Stad, Nederland (1976–1982 / 1997–2002)

Type:Park

Ontwerpteam:Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur

Programma:Speeltuin, jeugdplek, bevaarbaar water/recreatie water, amfibie poel

Oppervlak:10 ha

Bouwsom:€ 2.500.000,-

Opdrachtgever:Gemeente Almere

In de kale Flevopolder lag eind jaren ze-ventig een uitgelezen kans voor de land-schapsarchitect om vanaf het eerste begin stad en landschap met elkaar in verband te brengen. In het Projectbureau Almere werden zogenaamde landschapsontwikke-lingszones ontwikkeld, groene wiggen die vanuit het buitengebied de stad indrongen. Het bureau, toen nog Brouwer en Bleeker geheten, kreeg in 1976 de opdracht de 125 hectare grote noordwestelijke wig (met de werktitel Ebenezer Howardpark, later veranderd in Beatrixpark) in hoofdvorm te ontwerpen. Het park werd aangelegd als een raamwerk, met het idee dat de invul-ling gepreciseerd kon worden wanneer de buurten eromheen gerealiseerd zouden zijn, wat rond 2000 ook daadwerkelijk ge-beurde. De eerste tekeningen zijn analytisch van aard. De ruggengraat van het park was de hoofdvaarroute, een recreatief water dat aansloot bij vaarroutes buiten de stad. Ter weerszijden van dit kanaal had het park een

sterk verschillende uitstraling. De noord-zijde was meer gecultiveerd, de zuidzijde was ruiger. De vormgeving van het park liet alle kenmerken zien van een plek in een nieuwe polder: vrij rechtlijnig, massieve bosvakken afgewisseld met ruime open plekken, inheemse boomsoorten en paden met brede profielen. Naast het vooraf vast-gestelde programma brachten de ontwer-pers een minder grijpbare component in: beleving. Volgens het bureau moest ‘het bos de fantasie prikkelen, een gevoel van geheimzinnigheid oproepen, terwijl de hei-melijke aanwezigheid van kabouters, trollen en ander gespuis op een aantal plaatsen duidelijk voelbaar zou moeten zijn’. Twintig jaar later, in 1997, was het Beatrixpark toe aan een verfijning van het raamwerk. Bij de herinrichting, wederom door Bureau B+B uitgevoerd, lieten de bewoners weten het mysterieuze nog steeds in het park te waarderen door massaal te kiezen voor de ontwerpvariant ‘de verborgen wereld’. Het

gazongazon

bosrand

bosrand

bosrand

bloemrijk grasland

bloemrijk grasland

kruidig nat

wuivend riet

wuivend riet

wuivend riet

spiegelend bladerdak

spiegelend bladerdak

spiegelend bladerdak spiegelend bladerdak

spiegelend bladerdakvlondervlonder

OEVERS

park kreeg een duidelijke tweedeling met een intensieve zijde, met nieuwe voorzieningen die pasten bij een volwassen park zoals een bloemenweide, speeltuin, een wandelboulevard en sportvelden, en een extensieve zijde waar het besloten karakter behouden bleef. Een nieuwe wandelroute door het park verbond alle delen met elkaar. Een bijzonder onderdeel van het oorspron-kelijke ontwerp is de begraafplaats die de groene wig in het noorden afsluit. De ligging aan de stadsautoweg van Almere was aanleiding te kiezen voor forse, eenvoudige vormen. De bestaande brede leidingenstraat dwars over het terrein werd niet als belemmering gezien, maar als

centrale as gebruikt. Ter weerszijden liggen de vierkante grafvelden, omzoomd door een bosachtige beplanting. De grafvelden werden twee meter opgehoogd, de pa-den niet, wat een helder, architectonisch beeld ople-verde. Een onbeplante marge tussen de stadsautoweg en de begraafplaats, met zicht op de massieve, hoekige bosranden, maakte het complex duidelijk herkenbaar. Het bureau schreef in 1982 hierover: ‘Je probeert iets zelfstandig te maken in z’n vorm. (…) Anderen denken vaak dat groen een ruimtevulling is. Wij proberen zo min mogelijk om met groen de dingen te verzachten of weg te werken.