beleidsprogramma cultuur 2020-2021 ruimte voor cultuur...6 ruimte voor cultuur inhoudsopgave...
TRANSCRIPT
-
Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021
Ruimte voor Cultuurwww.limburg.nl
-
Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021
Ruimte voor Cultuurwww.limburg.nl
-
Voorwoord
Romy Roelofsen is, samen met haar broer Gable Roelofsen, artistiek leider van muziektheater-
collectief Het Geluid Maastricht. Op 6 september 2019 gaf zij in een speech haar visie op
Ruimte voor Makers, ter gelegenheid van een werkbezoek van een delegatie van het
Ministerie van OCW en van de Rijkscultuurfondsen.
Deze speech was zo inspirerend en geeft de kern van het doel van het provinciaal
Cultuurbeleid 2020-2021 zo treffend weer, dat wij in dit voorwoord ook graag ruimte
maken voor haar verhaal.
Hieronder treft u daarom een aantal passages aan uit haar speech, die ons mede heeft
aangezet tot de gemaakte keuzes in ons Cultuurbeleid als neergelegd in dit Beleidsprogramma
Cultuur 2020-2021 “Ruimte voor Cultuur”.
Het Geluid is een muziektheatergezelschap dat zowel opera- en muziektheatervoorstellingen,
onderwijsprogramma’s en ook sociaal geëngageerde kunstprojecten met en voor communities
ontwikkelt. Onze op maat gemaakte innovatieve muziektheaterconcepten voeren wij uit in
eigen beheer, in opdracht of in samenwerking met partners binnen het lokale, regionale,
nationale en internationale kunstenveld. Wij hebben er bewust voor gekozen om na de
Toneelacademie in deze stad en regio te blijven werken. Vanuit het idee dat je in Limburg
alles kunt vinden en de directe omgeving kan zien als een proeftuin of laboratorium voor de
grotere wereld.
Ik realiseer me dat het perspectief dat ik deel, grotendeels ontstaan is vanuit onze ervaring als
muziektheatermakers en de specifieke ontwikkelingsreis die in de laatste 11 jaar heeft geleid
tot wat ik nu ben: een mid-career maker en cultureel ondernemer die veelal inter- en
transdisciplinair career werkt met individuen, partners en organisaties van binnen en buiten
de kunsten.
Deze strategie kwam niet voort vanuit een eigenwijs, inflexibele, te autonome manier van
denken, maar vanuit de visie dat een sterk artistiek werk zich immer verhoudt tot het zakelijke
en het ontwikkelen van een eigen en passend publiek.
Financiering vonden we via lokale ondernemers, via kleine fondsen waar de lijnen kort mee
waren en die makkelijker mee konden bewegen in wat wij op dat moment nodig hadden.
We maakten theater in theaterfoyers, gymzalen, leegstaande gebouwen. We maakten een
tournee langs huiskamers, het zwembad, de stilteruimtes van ziekenhuizen, architectuur-
instituten en in de randprogrammering van de grotere operahuizen. Zo veroverden we
gestaag maar succesvol toch een positie in het cultuurbestel.
Limburg was in de afgelopen jaren ons vertrekpunt en de plek die ons incubatietijd gaf.
We vonden hier onze ‘ruimte als makers’. In Limburg deden we ons voordeel met alles dat
ons tegenhield en weerstand bood. Hier kregen we de tijd en de ruimte om ons te ontwikkelen.
We vonden hier een houding, een attitude en een geest van maken. Die wij nu beschouwen
als kennis en ons ervaringskapitaal waarmee we de toekomst tegemoet gaan.
De ruimte voor makers gaat mijns inziens niet alleen over financiële ruimte, of de fysieke
ruimte, fysieke speelplekken bieden op de vele erfgoedplekken die onze provincie rijk is. Maar
vooral ook over mentale ruimte. Regelingen meer op maat kunnen maken aan de hand van
de behoefte van de maker, of waar de culturele carrière zich van nature naar toe beweegt.
5 Ruimte voor Cultuur
-
Wat ik nu vooral om mij heen zie, is dat we als makers in het algemeen uit welke hoofd-
discipline dan ook, steeds vaker trans-, in, of anti-disciplinair werken.
Wat mij betreft ligt daar de uitdaging van de dialoog tussen makers en fondsen en fondsen
onderling. Dit laatste omdat vele van dit soort projecten letterlijk plaatsvinden op de
breukvlakken van de disciplines.
Naast mijn werk als muziektheatermaker ben ik onderwijsontwikkelaar bij de kunsten-
opleiding iArts. Een opleiding die inter-, trans, in, en antidisciplinaire onderzoekers, makers
en ondernemers opleidt die in hun praktijk direct verbindingen leggen tussen wetenschap,
cultureel ondernemerschap en de maatschappij. En hiermee de grote hedendaagse
thema’s adresseren of met oplossingen komen voor de uitdagingen van deze tijd.
Dit soort artistieke makers hebben bijna geen hoofddiscipline meer en als aanvrager bij
financierende partijen hebben zij ook dus andere behoeften.
Wij maken ook meer sociaal geëngageerd werk in stad en provincie. Wij noemen deze
projecten commoningsprojecten, vandaar de titels Common Carnaval en Common
Chorale. Common betekent samen: het bij elkaar brengen van krachten, resources en
netwerken in dienste van een gezamenlijk doel. Met deze projecten willen we de term
participatie zo radicaal mogelijk doorvoeren, omdat dat volgens onze ervaring het meeste
impact kan hebben.
Onze participatieprojecten zijn en blijven artistieke werken, die naast de empowerende
werking die het heeft op de directe participanten, ook als op zichzelf staande kunstwerken,
de kracht hebben te bevragen, te spiegelen, te verwarren en te ontregelen en die ook
mooie onverwachte beelden tonen en nieuwe klanken laten horen.
Wanneer het gaat om ‘Ruimte voor makers’ wil ik dus enerzijds pleiten voor meer focus
van de behoefte van de makers die meer en meer past bij de actualiteit van praktijken en
ik hoop op meer ruimte voor makers als het gaat om mogelijkheden tot experiment
en onderzoek. En anderzijds voor regelingen die meer en meer ruimte geven om te
kunnen bewegen en te werken met methoden en strategieën uit andere disciplines.
Bovenstaande tekst maakt duidelijk dat Limburg de culturele sector heel wat te bieden
heeft én vice versa. Cultuur brengt mensen verder. In hun persoonlijke ontwikkeling en in
hun onderlinge verhoudingen, in relatie tot de eigen leefomgeving en de samenleving als
geheel. Cultuur draagt bij aan het (h)erkennen, uitdragen en/of vernieuwen van de eigen
en gezamenlijke (Limburgse) identiteit van mensen, en bevordert het openstaan voor de
identiteit van anderen. Cultuur biedt ontmoeting en een aantrekkelijke vrijetijdsbesteding.
Burgers die zijn betrokken bij cultuur zijn actieve, participerende burgers. Daarom verdient
Cultuur van ons allen de volle aandacht!
Op 13 december 2019 hebben Provinciale Staten het Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021
“Ruimte voor Cultuur” vastgesteld. Daarbij is aandacht gevraagd voor de Limburgse identiteit,
voor een gelijkwaardiger verdeling van Cultuurmiddelen over de provincie Limburg
waardoor deze meer ten goede komen aan Noord- en Midden-Limburg en voor het
voeren van het gesprek over de Fair Practice Code. Wij hebben toegezegd hier aandacht
aan te geven, hetgeen is verwerkt in dit definitieve Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021
“Ruimte voor Cultuur”.
Ger Koopmans
Gedeputeerde Cultuur
6 Ruimte voor Cultuur
-
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Inhoudsopgave 7
Inleiding 9
1. Uitwerking maatschappelijke opgave en ambitie en de beleidsuitgangspunten 13
1.1. Uitwerking van de maatschappelijke opgave en ambitie 13
1.2. Beleidsuitgangspunten 2020-2023 18
2. De culturele basisinfrastructuur 212.1. Algemeen 21
2.2. De provinciale musea 23
2.3. philharmonie zuidnederland 27
2.4. Cultuurplan en Subinfrastructuur 27
2.5. Cultuurtank Limburg 31
2.6. Steunfuncties 31
3. Ruimte voor en door samenwerking 373.1. Samenwerking in cultuurregio’s 37
3.2. Grensoverschrijdende culturele samenwerking 40
3.3. Samenwerking binnen financiële instrumenten 42
4. Inhoudelijke beleidsspeerpunten 454.1. Cultuurparticipatie 45
4.2. Cultuureducatie 47
4.3. Festivals en evenementen 50
4.4. Creatieve industrie 51
5. Financieel kader 2020-2021 55
Bijlage 1 De provinciale culturele basisinfrastructuur 57
Bijlage 2 Samenvattende inhoudelijke weergave ontvangen reacties “van buiten” 59
Bijlage 3 Totaal financieel kader cultuur 2020-2021 61
Ruimte voor Cultuur7
-
8 Ruimte voor Cultuur
-
Stic
hti
ng
Str
ee
t A
rt, H
yuro
- f
oto
Kla
us
Tum
me
rs
Inleiding
Positionering
Dit is het Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021 van de Provincie Limburg “Ruimte voor
Cultuur”.
U leest hierin het provinciaal Cultuurbeleid op basis van het Collegeprogramma 2019-2023
“Vernieuwend Verbinden”. Met Cultuur bedoelen we hier: amateur- en professionele
kunsten, de provinciale musea en de creatieve industrie. Ons Cultuurbeleid sluit aan op het
Rijksbeleid.
Het Beleidsprogramma legt nadrukkelijk verbindingen met het provinciaal beleid op het
gebied van de Sociale Agenda, monumenten, erfgoed, sport, economie, wonen &
leefomgeving, stedelijke ontwikkeling en duurzaamheid.
In het Beleidsprogramma is, in vervolg op het Collegeprogramma, de maatschappelijk
opgave en onze ambitie uitgewerkt en staat hoe wij, samen met onze partners, hieraan
gaan werken in het belang van Limburg. Daarbij is rekening gehouden met onze taak en rol
en de beschikbare menskracht en middelen.
Het Beleidsprogramma stelt kaders en benoemt ook de inzet op de concrete uitvoering.
Het is daarom beleidskader en uitvoeringsprogramma ineen.
Provinciale Staten is verantwoordelijk voor het vaststellen van de kaders, namelijk:
■ de uitgangspunten voor het Cultuurbeleid voor de bestuursperiode 2020-2023
(zie paragraaf 1.2);
■ de uitgangspunten voor de Subsidieregeling Cultuurplan en Subinfrastructuur
2021-2024 (zie paragraaf 2.4). Deze zijn sonderend behandeld in de Statencommissie
Cultuur en Samenleving d.d. 11 oktober 2019;
■ het financieel kader 2020-2021 (zie hoofdstuk 5).
Het Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021 “Ruimte voor Cultuur” is op 13 december 2019
door Provinciale Staten vastgesteld.
Opstelling
Voor de opstelling van het Beleidsprogramma hebben wij gebruik gemaakt van het vele
overleg en onze contacten met het brede Limburgse culturele veld, de gemeenten en
het Rijk. Er is specifiek overleg geweest met ons provinciaal adviesorgaan de Cultuurtank
Limburg en onze steunfuncties Huis voor de Kunsten Limburg en Stichting Popmuziek
Limburg.
Verder hebben wij digitaal en/of via sociale media informatie opgehaald bij:
■ de culturele instellingen waarmee wij een subsidierelatie hebben;
■ de Limburgse gemeenten;
■ de Maatschappelijke Organisaties waarmee wij een vaste subsidierelatie hebben;
■ burgers in Limburg.
Kern in onze vraagstelling waren de vragen: wat moet de Provincie blijven doen op het
gebied van Cultuur, en: waar moeten wij mee stoppen? (zie bijlage 2 voor een
samenvattende inhoudelijke weergave van de ontvangen reacties). Het Beleidsprogramma
Cultuur 2020-2021 weerspiegelt naar onze mening de rode lijn in de reacties en is in
balans met de diversiteit daarvan.
Wij hebben belangrijke regionale documenten benut: het “Pact van Zuid” en het
”Profielplan” vanuit de Stedelijke Cultuurregio Zuid en “Samen ontwikkelen door te doen”
ten behoeve van de Cultuurregio Noord-Limburg (zie paragrafen 1.1 en 3.1).
9 Ruimte voor Cultuur
-
De rapporten van de visitatiecommissies, als resultaat van de in 2018 gehouden externe
visitatie van de provinciale musea, hebben wij betrokken bij de opstelling van het beleid
voor deze musea.
Rijk, cultuurregio’s en gemeenten
Het is onze kerntaak om, samen met het Rijk en de gemeenten, te zorgen voor een sterke
culturele basisinfrastructuur. In 2020 vindt de besluitvorming plaats over de aanvragen van
de culturele instellingen in de landelijke en de provinciale culturele basisinfrastructuur voor
de periode 2021-2024. Ook de gemeenten moeten besluiten over bijdragen aan in dit
verband aanvragende culturele instellingen uit hun gemeente.
De Uitgangspuntenbrief Cultuurbeleid 2021-2024 en de Rijkssubsidieregeling culturele
basisinfrastructuur 2021-2024 van de Minister van OCW zijn een belangrijke basis voor
ons beleid. Wij zijn blij dat hierin een opening ligt voor Rijkserkenning van het
Bonnefantenmuseum en voor meer regionale inbreng. Het aspect “regionale binding”
zal een belangrijke rol spelen bij de beoordeling door de Raad voor Cultuur van de
subsidieaanvragen in de Rijksregeling ter advisering aan de Minister. De stedelijke
cultuurregio’s zijn uitgenodigd om, als alle aanvragen van instellingen daarvoor zijn
ingediend, te reflecteren op de gewenste samenstelling in de regio en hoe deze aanvragen
passen binnen het profiel en de culturele basisinfrastructuur van de regio. De Raad voor
Cultuur gebruikt deze reflectie bij de beoordeling van de aanvragen.
Er is daarmee helaas nog steeds absoluut géén sprake van een doorbraak voor een
evenwichtige geografische verdeling van de Rijksmiddelen. Wij blijven ons stevig inzetten
om meer geld naar Limburg te halen voor het brede culturele veld.
Binnen de Cultuurregio Noord-Limburg en de Stedelijke Cultuurregio Zuid zijn de
gemeenten de trekkende overheid. De Limburgse gemeenten leggen vanuit het lokale
cultuurbeleid de infrastructurele basis voor een passieve of actieve cultuurparticipatie van
hun inwoners. Deze waardevolle gemeentelijke inzet, zoals voor theaters en poppodia, voor
kunstencentra en cultuureducatie, wedijvert daarbij vanuit de maatschappelijke urgentie met
andere gemeentelijke prioriteiten en opgaven. Dit gegeven baart ons wel zorgen.
Grondhouding en rol
Wij zetten ons beleid waar mogelijk voort om het culturele veld continuïteit en stabiliteit
te bieden. De cultuursector krijgt hierdoor tijd en ruimte om te investeren in duurzame
doorontwikkeling.
De maatschappelijk opgave (zie paragraaf 1.1) vraagt echter ook om het in- of doorzetten
van vernieuwing. Hierdoor verlangen wij soms nieuwe dingen van onze samenwerkings-
partners en van het culturele veld, gebruiken wij soms andere instrumenten of werkwijzen
en zetten wij schaars beschikbare middelen anders in. Hoewel wij financieel substantieel
inzetten op Cultuur, is er toch aanzienlijk minder geld beschikbaar dan in de vorige
bestuursperiode. Toen stonden namelijk ook de gereserveerde middelen voor Maastricht
Culturele Hoofdstad van Europa 2018 ter beschikking, die vrijvielen na het niet behalen van
de kandidatuur.
Wij hebben een constructieve en positieve grondhouding ten opzichte van culturele
projecten en hun initiatiefnemers vanuit het belang voor Limburg en de Limburger.
Doordat er minder geld beschikbaar is dan in de vorige bestuursperiode kan het zijn dat wij
soms minder populaire maatregelen moeten nemen of “nee” moeten zeggen. Ook zullen
wij geen gaten vullen die ontstaan doordat andere overheden of het culturele veld hun
taken minder of niet (meer) kunnen oppakken.
Vanuit deze houding is onze rol heel verschillend: initiatiefnemer, aanjager, verbinder,
lobbyist, onderhandelaar, bemiddelaar, proces(bege)leider, subsidiënt, opdrachtgever en/of
investeerder.
10 Ruimte voor Cultuur
-
Inhoud
In hoofdstuk 1 van het Beleidsprogramma Cultuur is, in vervolg op het Collegeprogramma,
de maatschappelijk opgave en onze ambitie uitgewerkt, leidend tot de beleidsuitgangspunten
voor het Cultuurbeleid voor de periode 2020-2023. Dit hoofdstuk vormt het beleidskader.
In de hoofdstukken 2 t/m 4, het uitvoeringsprogramma, staat hoe wij samen met onze
partners hieraan gaan werken in het belang van Limburg.
In het laatste hoofdstuk 5 is het financieel kader voor het Beleidsprogramma Cultuur
opgenomen.
11 Ruimte voor Cultuur
-
Zo
me
rpar
kfe
est
, Vin
tag
e T
rou
ble
- f
oto
Wim
Me
rte
ns
1 Uitwerking maatschappelijke opgave en ambitie en de beleidsuitgangspunten
1.1 Uitwerking van de maatschappelijke opgave en ambitie
Ons college is overtuigd van de intrinsieke waarde van cultuur. Daarbij gaat het om allerlei
verschijningsvormen: zowel gevestigde als nieuwere cultuuruitingen; van zowel de vele
amateurs die Limburg rijk is als de professionele culturele en creatieve makers; zowel
individueel werkzaam als binnen de grote culturele organisaties, die vanwege hun artistieke
kwaliteit zelfs landelijke betekenis hebben en in dat kader Rijkserkenning ontvangen.
Cultuur stimuleert de (talent)ontwikkeling van mensen, zet aan tot creatief en innovatief
denken en stimuleert hen tot reflectie op zichzelf en de maatschappij.
Cultuur draagt bij aan de sociale cohesie, de economie en de aantrekkelijkheid van
Limburg voor recreatie en toerisme. Cultuur is daardoor van maatschappelijk belang voor
de inwoners en bezoekers van Limburg en voor het behoud en de verbetering van het
leef- en vestigingsklimaat in onze provincie.
Het is onze kerntaak om, samen met het Rijk en de gemeenten, in heel Limburg te zorgen
voor een sterke culturele basisinfrastructuur, waaronder onze provinciale musea, de
philharmonie zuidnederland en de culturele instellingen in ons Cultuurplan en onze
Subinfrastructuur.
Het publiek van nu wil cultuur vooral beleven: ervan genieten, erdoor geraakt worden, er
onderdeel van uitmaken en zich erin herkennen. Mensen willen zich gezien voelen, hun
verhalen gehoord hebben en zich kunnen identificeren met het cultuuraanbod. Met andere
woorden: door cultuur de verbinding voelen met zichzelf, anderen en de omgeving waarin
zij leven. Vooral de vele, ook toeristisch aantrekkelijke, culturele festivals en evenementen
spelen hier op in. Eigentijds en eigenzinnig laten zij aan Limburg en de wereld zien wat
Limburgers kunnen, voelen en omarmen.
Het culturele veld staat voor de opgave om via andere, soms nog te ontdekken, werkwijzen
publiek te bereiken, te behouden, te betrekken en te laten ervaren. Nieuwe samenwerkingen,
regionale inbedding en oog voor laagdrempelig aanbod kunnen hierbij helpen.
In Limburg krijgt dit al vorm en inhoud binnen de entiteiten van de cultuurregio’s: in de
Cultuurregio Noord-Limburg en in de Stedelijke Cultuurregio Zuid.
Binnen de Stedelijke Cultuurregio Zuid zijn het huidig profiel van deze regio en de
uitdagingen voor de toekomst beschreven in het Profielplan. Het Pact van Zuid, waarin de
cultuursector de stand van zaken binnen de sector en de speerpunten waaraan zij wil gaan
werken heeft vastgelegd, vormt hiervoor de basis. De gemeenten Heerlen, Maastricht en
Sittard-Geleen trekken, met onze ondersteuning, het proces om de cultuursector verder te
helpen bij het realiseren van hun gezamenlijke prioritaire opgaven.
Ten opzichte van het sterke profiel van de Stedelijke Cultuurregio Zuid is het cultuuraanbod
in Noord- en Midden-Limburg nog onderbelicht. De gemeenten in Noord-Limburg en
de gemeente Weert hebben het voortouw genomen om samen te gaan werken aan een
versterking en verbreding van het cultuuraanbod, passend binnen een profiel voor de
Cultuurregio Noord-Limburg. Roermond heeft zich ook hierbij aangesloten en de overige
gemeenten in Midden-Limburg zijn eveneens voornemens dit te gaan doen.
13 Ruimte voor Cultuur
-
Wij ondersteunen ook deze ontwikkeling, waarbij het belangrijk is dat de cultuursector zelf,
ook die uit Zuid-Limburg, nadrukkelijk in positie wordt gebracht.
Wij zetten ons in voor een evenwichtige spreiding van het cultuuraanbod over héél
Limburg voor het publiek en het Limburgse leef- en vestigingsklimaat en stimuleren de
(onderlinge) regionale samenwerkingen.
Het is een uitdaging voor de cultuursector om de regionale of lokale inbedding van het
cultuuraanbod onderdeel te maken van het artistiek proces. Het cultuuraanbod kan
worden verrijkt door méér te gaan maken en/of te presenteren in de directe leefomgeving,
in verbinding met (de verhalen van) de mensen die daar wonen en werken.
Wij willen dit stimuleren door verbinding te leggen tussen ons Cultuurbeleid en overig
beleid, zoals op het gebied van de Sociale Agenda, wonen & leefomgeving, monumenten
of stedelijke ontwikkeling. Door culturele en creatieve functies: onder te brengen in wijken
en buurten, of als herbestemming te geven aan leegstaande gebouwen van regionale
betekenis zoals monumenten, of door de kenmerkende ruimtelijke omgeving te benutten
als onderdeel van het cultuuraanbod, wordt er ruimte voor makers gecreëerd.
Voor de cultuursector betekent dit vaak het loskomen van vertrouwde werkwijzen.
De meer gevestigde vormen van cultuur kunnen daarbij leren van de jongere vormen van
cultuuruitingen, zoals poetry slam, breakdance, hiphop en streetart uit de urban arts.
Het gaat hier om multidisciplinaire expressievormen over de grenzen van dans, muziek,
beeldende kunst en literatuur heen, die jongeren over de hele wereld aanspreken en
verbinden, en waarin ook verbindingen worden gelegd met sportieve uitingen zoals skaten
en bmx’en. Tegelijkertijd kenmerken urban arts zich juist doordat ze lokaal, binnen de eigen
leefomgeving van de makers en hun publiek, plaatsvinden en met elkaar, veelal in
groepsverband, gemaakt worden. Leren doet men peer-to-peer, wat de toegang
laagdrempelig maakt en tot cohesie leidt.
Wij staan open voor de versterking van deze nieuwe spelers in het culturele veld, zodat zij
hun rol in het Limburgse cultuurlandschap optimaal kunnen spelen. Tussen nieuwe spelers
en de meer gevestigde vormen van cultuur kunnen ook mooie verbindingen ontstaan,
zoals bijvoorbeeld Art Rocks, bands die zich laten inspireren door kunst in musea en musea
die dit ook mogelijk maken.
De Limburgse samenleving vraagt sowieso om mogelijkheden voor iedereen om kennis te
maken met, te leren van en deel te nemen aan cultuur. Door cultuureducatie komen
kinderen en jongeren al vroeg met cultuur in aanraking. Het stimuleert hen tot passieve of
actieve cultuurparticipatie. Zij zijn het publiek, de leden van de amateurkunstenverenigingen
en de kunstenaars en de creatieve makers van de toekomst.
Daarom is een impuls gegeven aan cultuureducatie en vooral aan muziekonderwijs op
basisscholen én buitenschools. De regionale aanpak van Cultuureducatie met Kwaliteit en
de aanpak van muziekonderwijs via DOOR! Masterplan Muziekonderwijs Limburg zijn uniek
voor Limburg. De samenwerking hierin met de muziekbonden, de muziekverenigingen en
de popsector maakt ook hen toekomstbestendiger. Veel leerlingen hebben hierdoor
cultuur mogen ervaren. Ook voor toekomstige leerlingen gaan wij deze aanpakken meer
integraal borgen.
Cultuurparticipatie is echter niet voor iedereen vanzelfsprekend. Vanwege fysieke, sociale
of financiële problematieken, die in Limburg bovengemiddeld aanwezig zijn, is de afstand
tot cultuur soms letterlijk of figuurlijk te groot. Hierdoor komen groepen mensen minder
snel met cultuur in aanraking terwijl het hun zoveel kan brengen. Mede in het kader van de
Sociale Agenda krijgt hun (cultuur)participatie onze brede aandacht. De instellingen in onze
culturele basisinfrastructuur, zoals de provinciale musea en de philharmonie zuidnederland,
hebben hierbij een bijzondere opdracht.
14 Ruimte voor Cultuur
-
Culturele organisaties en individuele makers zijn ook culturele ondernemers die hun
artistiek product in de markt moeten zetten. De realisatie van een duurzame en gezonde
bedrijfsvoering is vaak niet datgene waarin creatieve denkers en makers van nature
uitblinken. Binnen de kunstvakopleidingen zou er daarom meer aandacht moeten komen
voor cultureel ondernemerschap. Het verkrijgen van inkomsten op basis van een duurzame
financieringsmix en de door de samenleving gevraagde toepassing van de Governance
Code Cultuur, de Code Culturele Diversiteit en de Fair Practice Code (toelichting op de
codes zie paragraaf 2.1), vragen om steeds meer inspanning van de cultuursector. De Fair
Practice Code, gericht op eerlijk (laten) belonen, zal bij gelijkblijvend besteedbaar budget
kunnen leiden tot een vermindering van het cultuuraanbod.
Mede daarom is het nu meer dan ooit actueel dat er een evenwichtige geografische
verdeling komt van de Rijksmiddelen in het kader van de landelijke culturele
basisinfrastructuur, de zogenaamde BIS, en via de landelijke cultuurfondsen. Ook dit
College blijft zich er nadrukkelijk stevig voor inzetten om meer geld naar Limburg te halen.
De Provincie Limburg betaalt jaarlijks € 50,57 per inwoner voor Cultuur. Het Rijk betaalt
jaarlijks € 4,99 per Limburger. De Provincie Noord Holland betaalt jaarlijks € 3,22 per
inwoner. Het Rijk betaalt jaarlijks € 57,47 per inwoner van Noord-Holland (bron: Regionale
Cultuurindex van de Boekmanstichting). Dit illustreert de huidige onevenwichtige
geografische verdeling van de Rijksgelden. Wij willen een gerechtvaardigd en dus
groter deel hiervan. Wij eisen van de Minister toepassing van de “Fair Share Code”!
Wij zijn blij dat crowdfundingplatform voordekunst, waarmee wij samen blijven werken,
constateert dat Limburgers wat betreft crowdfunding de meest gulle gevers van het
land zijn.
Dit nodigt uit om crowdfunding meer als financieringsinstrument te gaan inzetten.
Limburgers blijken bereid te doneren aan een project in de eigen gemeente of regio,
dat aansluit bij hun eigen leefomgeving en dat zij dan ook makkelijk kunnen bezoeken.
Cultuur letterlijk en figuurlijk dichtbij de mensen brengen, vergroot de zichtbaarheid en
de brede maatschappelijke waarde van het cultureel aanbod. Culturele organisaties en
creatieve makers krijgen die waarde uitbetaald door publiek(sinkomsten), particuliere
donaties en bijdragen van bedrijven die maatschappelijk verantwoord willen ondernemen.
De band tussen de cultuursector en het bedrijfsleven in Limburg kan steviger worden, naast
financieel vooral ook inhoudelijk. Wij proberen een nauwere band tussen de cultuursector
en het bedrijfsleven te stimuleren, omdat wij menen dat dit voor beide wat oplevert.
15 Ruimte voor Cultuur
AD
MO
SAM
, Co
nc
ert
& J
am -
fo
to J
ean
Vae
sse
ns
-
Het cultuuraanbod in een stad of regio is immers mede bepalend voor de aanwezige sfeer
en dynamiek en daardoor voor de aantrekkingskracht om in dat gebied te gaan wonen,
studeren, werken of recreëren. Daarnaast kunnen professionals uit de creatieve industrie
een unieke bijdrage aan innovatie en (concept)ontwikkeling in het bedrijfsleven leveren.
Kenmerkend voor het Limburgs culturele amateurlandschap is het groot aantal
amateurkunstenverenigingen, popbandjes en lokale culturele evenementen. Samen
toewerken naar de opvoering van een toneelstuk, samen oefenen en ten gehore brengen
van muziek in harmonieën, fanfares en schutterijen, samen creëren en spelen van eígen
muziek betekenen voor mensen ontmoeting, vrijetijdsbesteding en saamhorigheid.
Vele vrijwilligers dragen de organisatie van de lokale culturele festivals en evenementen.
De kracht, inzet en passie van al deze amateurs en vrijwilligers zijn een zichtbare eigenheid
van Limburg en dragen wezenlijk bij aan de gemeenschap.
Het gemeenschapsgevoel in Limburg is groot, vooral in dorpen en kernen. Men herkent
hierin de eigen en gezamenlijke identiteit. Lokale tradities en gebruiken worden in ere
gehouden. Het van jongs af aan maken van muziek, spelen van toneel en vieren van
vastelaovend zijn hier sterk mee verbonden en vormen ook een basis voor het ontdekken
en ontwikkelen van talent. Onze Limburgse taal is levendig, bij jong en oud, helemaal
van nu en dat willen wij ook zo houden! Een sprekend voorbeeld hiervan is de
crowdfundingcampagne voor Kersmis in Venlo, een multidisciplinair kunstproject waarin
onder andere kerstliedjes in het Venloos dialect worden gemaakt en opgenomen.
Wij zetten volop in op het behoud en levend houden van het Limburgs, zoals via het
convenant met het Ministerie van Binnenlandse Zaken inzake de Nederlandse erkenning
van de Limburgse taal. Onze specifieke inzet voor de Limburgse taal nemen wij op in de
Beleidsbrief Erfgoed leeft!.
De gemeenschap verandert echter: er komen meer, steeds ouder wordende, ouderen en
minder jongeren; er is een belangrijke, maar krimpende middengroep, die door de drukte
van alle dag gedwongen wordt tot het maken van keuzes in hun wijze van tijdsbesteding;
nieuwkomers zoeken hun plaats in de gemeenschap en hebben, net als jongeren,
de behoefte hun eigen identiteit uit te dragen en erkenning te ervaren.
Culturele vrijwilligersorganisaties en amateurkunstenverenigingen hebben het hierdoor
moeilijk met het vinden en behouden van vrijwilligers en leden. Het voortbestaan staat
daarbij steeds vaker op het spel. Hierdoor wordt van al die organisaties en verenigingen
ook een mate van cultureel ondernemerschap verwacht, op zoek naar behoud en werving
van actieve (bestuurs)leden en jonge aanwas, naar inkomsten en naar efficiënter (samen)
werken.
Wij vinden het organiseren en aanbieden van verenigingsondersteuning en het bevorderen
van cultuurparticipatie en cultuureducatie daarom belangrijke reguliere aandachtsgebieden
van het Huis voor de Kunsten Limburg in het kader van haar steunfunctie. Het gegeven
dat muziek in het DNA van Limburg zit, vormt voor ons aanleiding om hieraan via ons
steunfunctiebeleid en ons beleid inzake cultuureducatie bijzondere aandacht te blijven
geven.
Cultuur, hoe eigen ook, is in wezen internationaal. Niemand kijkt op van sambaritmes
tijdens de vastelaovend, elk orkest heeft muziek van een buitenlandse componist op het
repertoire staan en op het wereldberoemde Delfts blauw staan Chinese motieven. In de
beeldende en podiumkunsten is dat niet anders. Kunst verhoudt zich tot haar publiek en
dat publiek oriënteert zich als gevolg van globalisering steeds meer internationaal. Soms
onbewust of tegen wil en dank. De wereld om ons heen is in beweging, waardoor de vraag
zich opdringt waar wij zelf staan.
16 Ruimte voor Cultuur
-
In Limburg verhouden wij ons vanzelfsprekend tot vooral onze Belgische en Duitse buren.
Wij delen veel met elkaar, ook in cultureel opzicht, zoals bijvoorbeeld onze tradities op het
gebied carnaval, toneel- en muziekverenigingen en dialecten. Wij bezoeken elkaar en
wisselen veel met elkaar uit, zoals de inwoners van steden en dorpen dat onderling ook
doen. Tegelijkertijd beseffen wij dat de grensligging ook voor drempels kan zorgen.
Daadwerkelijk samenwerken van Limburgse culturele organisaties met partners van over de
grens is noodzakelijk voor een duurzaam publieksbereik. Dat vraagt om inlevingsvermogen
en vergt inspanning en een lange adem. Het ondersteunen van grensoverschrijdende
samenwerkingsprojecten, die met draagvlak van onderop zijn ontstaan, vinden wij daarom
belangrijk.
Het brede culturele veld van amateurs en professionals in Limburg werkt vanuit haar
intrinsieke motivatie hard en vol overtuiging aan een bijzonder, boeiend, verrassend en
verantwoord artistiek product voor haar publiek en de samenleving.
Het veld heeft daarbij ruimte nodig om invulling te geven aan het eigen artistieke proces,
aan de behoefte aan participatie, beleving en herkenning van het publiek, om inhoudelijke
of bedrijfsmatige vernieuwing te creëren, om andere samenwerkingspartners te zoeken,
om durven te verjongen of te vervangen. Deze ruimte geven wij het veld.
Ons College faciliteert dit proces binnen haar beleidsmogelijkheden en zoveel mogelijk in
samenwerking met de andere overheden. De beweging waarbij het culturele veld daarbij
haar eigen organiserende kracht laat zien, in het willen nemen van eigen verantwoordelijkheid,
stimuleren en ondersteunen wij.
Die
p a
an d
e W
ate
rkan
t -
foto
Gu
y H
ou
be
n
17 Ruimte voor Cultuur
-
1.2 Beleidsuitgangspunten 2020-2023
Op basis van het Collegeprogramma 2019-2023 “Vernieuwend Verbinden” en de verdere
uitwerking daarvan in paragraaf 1.1 gelden deze bestuursperiode voor de ontwikkeling en
uitvoering van het Cultuurbeleid de volgende uitgangspunten:
De Provincie Limburg:
■ is overtuigd van de intrinsieke en maatschappelijke waarde van cultuur voor de
inwoners en bezoekers van Limburg en het leef- en vestigingsklimaat in Limburg;
■ draagt eraan bij dat zoveel mogelijk inwoners en bezoekers van Limburg deze waarde
kunnen ontdekken en ervaren, cultuur kunnen beleven en zich erin herkennen. Daarbij
is er speciale aandacht voor groepen mensen die minder snel met cultuur in aanraking
komen;
■ stimuleert dat de diversiteit van het (potentieel) publiek en de Limburgse samenleving
zich weerspiegelt in de diversiteit van het cultuuraanbod en stimuleert alle vormen van
cultuuruitingen;
■ strijdt voor een gerechtvaardigd en dus veel groter deel van de middelen van het Rijk
en van de landelijke cultuurfondsen voor de Limburgse cultuursector;
■ bevordert een evenwichtige spreiding van het cultuuraanbod over héél Limburg en
regionale samenwerkingen met en tussen gemeenten en het culturele veld;
■ verlangt van de cultuursector doorontwikkeling van cultureel ondernemerschap,
vooral gericht op het (anders) bereiken én betrekken van nieuw en meer divers publiek.
Dit op basis van een gezonde bedrijfsvoering, waaronder de implementatie van de
Governance Code Cultuur;
■ hanteert ook voor de cultuursector uitgangspunt 2 van het Collegeprogramma
“Vernieuwend Verbinden” waarin is vastgelegd dat wij staan voor een inclusieve,
open en participatieve samenleving;
■ onderschrijft het doel van de Fair Practice Code, maar eist geen rechtstreekse
implementatie van de Fair Practice Code door de cultuursector, aangezien dit zonder
ophoging van bestaande budgetten leidt tot een kaalslag in de sector;
■ ondersteunt burgerinitiatief en vrijwillige inzet, waardoor cultuur bijdraagt aan de
sociale cohesie in Limburg;
■ faciliteert ondersteunende structuren om het culturele veld in staat te stellen tot
het nemen van eigen verantwoordelijkheid en het zelfstandig bereiken van doelen;
■ gaat de ruimte voor het culturele veld vergroten door subsidieregeldruk te
verminderen;
■ besteedt haar beschikbaar budget voor Cultuur transparant, met focus en effectief;
■ biedt medefinanciering en legt nieuwe verbindingen en grensoverschrijdende
samenwerkingen (inhoudelijk, organisatorisch en/of geografisch) en vraagt dit óók
van anderen;
■ is een betrouwbare (meerjarige) partner en trekt, in het belang van Limburg, samen
op met het Rijk, de landelijke cultuurfondsen, andere provincies, de gemeenten en
partners van over de grens in België en Duitsland.
Wij zetten daarom in essentie vooral in op:
■ in balans behouden, verbreden en vernieuwen van een sterke culturele basis-
infrastructuur in heel Limburg, die beleving en herkenning biedt aan een zo breed
mogelijk publiek in Limburg en kansen biedt aan nieuw talent;
■ bewerken van het gezamenlijk krachtenveld om zoveel mogelijk Rijks- en, waar
mogelijk op basis van ruimte in nieuwe programma’s, Europees geld voor cultuur
naar Limburg te halen;
18 Ruimte voor Cultuur
-
■ bevorderen van cultuurparticipatie, met speciale aandacht voor groepen die minder
snel met cultuur in aanraking komen;
■ ondersteunen van cultuureducatie, waaronder DOOR! Masterplan Muziekonderwijs
Limburg;
■ aanmoedigen van het culturele veld tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid
en het zelfstandig bereiken van doelen;
■ versterken van cultureel ondernemerschap;
■ voorzien in steunfuncties voor het culturele veld;
■ dereguleren van het subsidiebeleid op het gebied van Cultuur;
■ aanzetten tot vernieuwende, effectieve verbindingen en (grensoverschrijdende)
regionale culturele samenwerkingen
Dit doen wij, in het belang van Limburg, in verbinding met het Rijk en de gemeenten,
(landelijke) culturele partners, partners van over de grens en partners uit andere sectoren.
19 Ruimte voor Cultuur
-
20 Ruimte voor Cultuur
-
2 De culturele basisinfrastructuur
2.1 Algemeen
Doel
Het is onze kerntaak om, samen met het Rijk en de gemeenten, te zorgen voor een sterke
culturele basisinfrastructuur. In het landelijk “Algemeen kader interbestuurlijke verhoudingen
cultuur OCW, IPO en VNG” (2012) staan de afspraken in dit verband tussen Rijk, provincies
en gemeenten en meer specifiek in het “Cultuurconvenant 2017-2020 Ministerie OCW en
regio Limburg”.
In dit hoofdstuk staat ons beleid opgenomen voor de provinciale culturele basis-
infrastructuur: onze provinciale musea, de philharmonie zuidnederland en de culturele
instellingen in ons vierjarige Cultuurplan en onze tweejarige Subinfrastructuur.
De provinciale culturele basisinfrastructuur profileert Limburg binnen en buiten de
provinciegrenzen. In bijlage 1 staat hoe de provinciale culturele basisinfrastructuur nu is
opgebouwd. Hiertoe behoren ook een aantal instellingen die door het Rijk gesubsidieerd
worden binnen de landelijke culturele basisinfrastructuur, de zogenaamde BIS.
Wij dragen bij aan een solide, krachtige en onderling verbonden provinciale culturele
basisinfrastructuur, die beleving en herkenning biedt aan een zo breed mogelijk publiek
in Limburg. Daarbij vinden wij belangrijk:
■ spreiding van het cultuuraanbod over héél Limburg;
■ verbinding met publiek, samenleving en bedrijfsleven;
■ cultuurparticipatie, met speciale aandacht voor deelname aan cultuur door groepen
die minder met cultuur in aanraking komen;
■ cultuureducatie en talentontwikkeling;
■ grensoverschrijdende samenwerking;
■ vernieuwing en diversiteit;
■ een gezonde bedrijfsvoering.
Voor de instellingen vormen artistieke, mentale en fysieke ruimte om te kunnen werken
en inkomsten op basis van een duurzame financieringsmix hiervoor een basis.
Dit hoofdstuk sluit af met ons beleid inzake ons adviesorgaan de Cultuurtank Limburg en
de steunfuncties.
Wat doen wij?
■ Bewerken van het gezamenlijk krachtenveld om zoveel mogelijk Rijks- en, waar mogelijk
op basis van ruimte in nieuwe programma’s, Europees geld voor cultuur naar Limburg te
halen.
Wij strijden voor een evenwichtige, reële verdeling van de middelen van het Rijk en van
de landelijke cultuurfondsen over alle landelijke regio’s en specifiek Limburg, ter behoud,
versterking en opvoering van Limburgse instellingen. Wij eisen onze “fair share”.
■ Intensiveren van onze (ambtelijke) contacten met de landelijke cultuurfondsen. Daartoe
hebben wij al begin september 2019 een bijeenkomst georganiseerd, waarbij ook het
Ministerie van OCW en het brede culturele veld aanwezig waren. Wij willen goed
geïnformeerd zijn over de mogelijkheden die de landelijke cultuurfondsen bieden voor
de Limburgse culturele en creatieve sector, zodat wij kunnen stimuleren om van deze
mogelijkheden gebruik te maken en signaleren waar deze mogelijkheden moeten
verbeteren.
21 Ruimte voor CultuurOd
apar
k, e
xpo
Silv
ia B
- f
oto
Od
apar
k
-
■ Verlenen van exploitatiesubsidies ten laste van de provinciale Begroting aan de
provinciale musea, de philharmonie zuidnederland en de Cultuurplaninstellingen
(de Begrotingsinstellingen).
Dit doen wij op basis van het beoordelen en monitoren van werkplannen, een
(vorm van) voortgangsrapportage en/of jaarverslagen.
■ Toepassen van een indexering met 1,9% voor de Begrotingsinstellingen voor 2020.
Uitgaande van het lopende begrotingsjaar wordt bij samenstelling van de Begroting
2021 bezien of er voor 2021 opnieuw geïndexeerd wordt en met welk percentage.
■ Laten vervallen vanaf 2020 van de eigen inkomstennorm, met uitzondering van de
Cultuurplaninstellingen en de philharmonie zuidnederland. Hiervoor wordt voor de
periode 2017-2020 nog het Rijksbeleid gevolgd. Vanaf 2021 vervalt de eigen
inkomstennorm ook binnen het Rijksbeleid.
■ Bieden van “vrije ruimte” aan de provinciale musea, de philharmonie zuidnederland en
de culturele instellingen opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur binnen hun
werk-/projectplannen. Hierdoor kunnen zij inspelen op inhoudelijke of bedrijfsmatige
actualiteiten.
■ Verlichten van subsidievoorwaarden en subsidieverplichtingen en het in dit verband minder
hanteren van een kwantitatieve en meer hanteren van een kwalitatieve benadering.
■ Matchen van crowdfunding campagnes voor projecten van de provinciale musea, de
philharmonie zuidnederland en de culturele organisaties opgenomen in Cultuurplan en
Subinfrastructuur via crowdfundingplatform voordekunst (zie paragraaf 3.3). Dit doen
wij alleen voor projecten die niet zijn opgenomen in de werk-/projectplannen van de
betreffende instellingen. Wij ondersteunen zo eventuele extra projecten en stimuleren
cultureel ondernemerschap, een meer diverse financiering en maatschappelijk
draagvlak voor projecten.
■ Stimuleren dat de provinciale musea, de philharmonie zuidnederland en de culturele
instellingen opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur aanspraak maken op
Europese middelen door deel te nemen aan internationale samenwerkingsprojecten
die in het kader van de Interreg of Creative Europe programma’s worden ingediend.
Deze projecten co-financieren wij voor zover onze Cultuurmiddelen dat toelaten.
■ Ondersteunen van 2019 t/m 2022, uit budget 2018, van het Limburg Beeldende Kunst
Stipendium: een beurs van € 5.000,-, ingesteld door de Provincie Limburg, om het
werk van jonge Limburgse kunstenaars te stimuleren, zichtbaar te maken en onder de
aandacht van een groter publiek te brengen. Het Stipendium krijgt meerwaarde door
samenwerking met de Jan van Eyck Academie en het Bonnefantenmuseum.
■ Niet meer toekennen van extra provinciale subsidies op het gebied van Cultuur in 2020
en 2021 buiten de verkregen reguliere exploitatiesubsidies of projectsubsidies aan de
provinciale musea, philharmonie zuidnederland en de culturele instellingen
opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur. Genoemde instellingen kunnen dus
ook géén beroep doen op de algemene provinciale subsidieregelingen op het gebied
van Cultuur. Deze regelingen zijn bedoeld om projecten van ándere culturele
organisaties en creatieve makers te ondersteunen.
Wij ondersteunen, op basis van eerdere besluitvorming in het kader van het
Uitvoeringsprogramma Cultuur 2018-2019, in 2020 nog een laatste maal extra met
een incidentele subsidie de Cultuurplaninstellingen: Festival Nederlandse Dansdagen,
Het Laagland, van Eyck Academie en VIA ZUID. Dit hangt nog samen met de landelijke
besluitvorming over de periode 2017-2020 in combinatie met de gewenste profilering
en het belang van deze instellingen voor Limburg.
■ Niet meer vanuit Cultuurmiddelen investeren in gebouwen. Het kader Kwaliteit in
Limburgse centra en de in dat verband op te stellen samenwerkingsagenda’s met
gemeenten biedt daartoe eventueel mogelijkheden.
22 Ruimte voor Cultuur
-
■ Inzetten op een nauwere inhoudelijke en pr-matige (commerciële) verbinding tussen
de instellingen die deel uitmaken van de provinciale culturele basisinfrastructuur en
het bedrijfsleven. (zie paragraaf 3.3).
■ Vragen aan culturele instellingen om, ook met het oog op nieuw publiek, meer
aandacht te geven aan de toegankelijkheid van, communicatie met en faciliteiten voor
specifieke doelgroepen.
■ Spreken jaarlijks met de Raden van Toezicht van de Begrotingsinstellingen en
organiseren eenmaal per jaar een gezamenlijke themabijeenkomst voor deze Raden
van Toezicht ter verdere toerusting bij de uitvoering van hun taken.
■ Stimuleren van toepassing van de cultuurcodes zoals aangegeven onder de
Beleidsuitgangspunten 2020-2023 in paragraaf 1.2. Het betreffen de Governance Code
Cultuur, de Code Culturele Diversiteit en de Fair Practice Code.
Wij vragen hiervoor aandacht bij de Raden van Toezicht van de Begrotingsinstellingen.
■ Passen zelf als Provincie Limburg de Fair Practice Code toe door in onze
bedrijfsvoering de normale betaaltarieven te hanteren in geval wij gebruik maken van
de activiteiten, diensten of locaties van de culturele instellingen.
Toelichting cultuurcodes
■ De Governance Code Cultuur is een instrument voor goed bestuur en toezicht in de
cultuursector. De Code omvat het gehele besturingsproces: beleid, uitvoering, toezicht
en verantwoording.
■ De Code Culturele Diversiteit (2009) is een praktisch instrument voor leden van
besturen, raden van toezicht, directies en medewerkers van publiek-gefinancierde
culturele instellingen, dat concrete handreikingen biedt om culturele diversiteit
structureel in de instelling te verankeren.
De gezamenlijke brancheverenigingen in de culturele en creatieve sector hebben
besloten deze code om te vormen naar een gedragscode die streeft naar inclusie.
Inclusie is volgens hen noodzakelijk om diversiteit te borgen. Met de nieuwe, eind 2019
te presenteren, gedragscode streeft men naar een sector waarin iedereen mee kan
doen en waar iedereen zich welkom voelt, ongeacht culturele achtergrond, gender,
seksuele voorkeur, beperking, leeftijd of economische status.
■ De Fair Practice Code, gericht op eerlijk (laten) belonen, is een gedragscode voor
ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie. De Code biedt een
handreiking voor hoe de sector samen tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt en
beroepspraktijk komt, om het verdienvermogen en ontwikkelingsperspectieven voor
werkenden in de culturele en creatieve sector te verbeteren.
2.2 De provinciale musea
Doel
De provinciale musea, het Limburgs Museum in Venlo, Bonnefantenmuseum in Maastricht
en Museumplein Limburg in Kerkrade, bestaande uit het wetenschaps- en techniekmuseum
Continium, het Designmuseum Cube en het Earth theater Columbus, zijn boegbeelden van
kunst en cultuur(historie) in Limburg. Zij hebben waardevolle erfgoedcollecties onder
beheer op uiteenlopende terreinen, zoals archeologie, religieuze kunst en mijngeschiedenis.
Zij vormen dan ook een belangrijk deel van de culturele infrastructuur en vergroten hun
regionale, provinciale en (inter)nationale betekenis.
De provinciale musea dragen zorg voor een brede toegankelijkheid: van jong tot oud, voor
mensen die vaak het museum bezoeken en voor mensen die om uiteenlopende redenen
minder snel met cultuur in aanraking komen. Zij zijn een thuishaven voor een divers publiek.
De provinciale musea werken samen met andere culturele organisaties, zowel binnen als
buiten de provincie Limburg, met het onderwijs (primair, voortgezet en HBO/WO), andere
maatschappelijke voorzieningen en het bedrijfsleven.
23 Ruimte voor Cultuur
-
De provinciale musea dragen zorg voor een gezonde bedrijfsvoering, mede ondersteund
door eigen inkomsten van andere overheden en subsidiënten, Rijks- en private fondsen,
sponsoring en publieksinkomsten.
De drie provinciale musea zijn ca. 25 jaren geleden door de Provincie Limburg opgericht en
de Provincie Limburg is eigenaar van de museumgebouwen. In 2018 heeft een externe
visitatie van de musea plaatsgevonden. De uitkomsten van deze visitatie onderschrijven
mede de ambitie om continu en met volle aandacht te werken aan de toekomst-
bestendigheid van de provinciale musea; niet alleen wat betreft inhoudelijke programmering,
maar ook wat betreft bedrijfsvoering en gebouwen.
Wat doen wij?
Algemeen
■ Aanspreken van de provinciale musea op de implementatie van de algemene
aanbevelingen uit de in 2018 gehouden visitatie:
– aanscherpen van missie en visie gericht op verdere verheldering van de positionering;
– stimuleren van toepassing van de cultuurcodes zoals aangegeven onder de
Beleidsuitgangspunten 2020-2023 in paragraaf 1.2;
– leggen van meer verbindingen met de nabije (grens)regio’s.
■ Uitdagen van het Limburgs Museum en Bonnefantenmuseum (Raden van Toezicht en
besturen/directies) om, mede in relatie tot de aanbevelingen uit de in 2018 gehouden
visitatie en in samenspraak met de Provincie Limburg, onderbouwde en reële
(investerings)plannen te ontwikkelen, gericht op toekomstbestendigheid van de
provinciale musea voor de komende decennia. Wij verwachten dat de musea zelf
hiervoor maximaal maatschappelijk draagvlak creëren, zich onder meer uitend in
cofinanciering door derden van de plannen.
Op basis daarvan bekijken wij hoe en in hoeverre wij zullen bijdragen aan de
verwezenlijking van deze (investerings)plannen, zo mogelijk vanaf 2022 of in de
volgende bestuursperiode.
Wij blijven daartoe in gesprek met de provinciale musea en hun stakeholders (o.a.
andere overheden) ten behoeve van de verdere ontwikkeling van deze musea en de
versterking van hun betekenis en impact.
■ Bezien of, in het kader van de duurzaamheid, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van
zonnepanelen op de drie provinciale musea een financiële bijdrage vanuit de middelen
voor Duurzaamheid gegeven kan worden.
■ Stimuleren dat de provinciale musea relevante Rijkssubsidieregelingen, met name bij
het Mondriaan Fonds, benutten op basis waarvan cofinanciering beschikbaar is voor
samenwerkingsprojecten tussen de musea onderling en met andere culturele
instellingen en voor het aankopen van collecties. Matching door derden in de
samenwerkingsprojecten is daarbij een vereiste van het Rijk.
■ Voeren van regelmatig bestuurlijk overleg, met als uitgangspunt een goede balans
tussen ruimte geven voor nieuwe initiatieven en ondernemerschap en richting geven
aan activiteiten vanuit het perspectief van het provinciaal beleid. Van belang hierbij is
dat verwachtingen over en weer helder zijn en dat naast kwantitatieve ook kwalitatieve
criteria worden gehanteerd.
■ Voortzetten van de samenwerking op het terrein van facilitaire diensten, zowel tussen
de musea onderling als tussen de musea en de Provincie Limburg. Waar zinvol en
mogelijk breiden wij deze samenwerking uit.
■ Vragen van aandacht via de subsidiebeschikkingen voor inclusie en diversiteit in de
organisatie, de programmering en het publieksbereik; zoals voor specifieke
doelgroepen als jongeren, gehandicapten of mensen met een smallere beurs, en voor
dynamic ticketing pricing.
24 Ruimte voor Cultuur
-
■ Bevorderen van het leerlingenvervoer van scholen voor primair onderwijs naar de drie
provinciale musea, op basis van de overeenkomst tussen de Provincie Limburg en
Arriva in het kader van “Limburg Sponsort Limburg”, te starten vanaf het schooljaar
2019-2020.
Limburgs Museum
■ Bevorderen dat het Limburgs Museum de specifieke aanbevelingen uit de in 2018
gehouden visitatie implementeert, in het bijzonder het ontwikkelen van een heldere
strategie voor maatschappelijke relevante programmering, mede bezien in relatie tot
educatie en publieksbegeleiding, voor de periode 2020-2022. Bij het ontwikkelen
hiervan worden de volgende aandachtspunten meegenomen: toegankelijk maken van
tentoonstellingen en/of activiteiten, inclusie, verbinding met de nabije omgeving (onder
meer in samenwerking met Museum van Bommel van Dam) en de ontwikkeling van
outreach projecten (onder meer in samenwerking met de Coöperatie Erfgoed Limburg).
■ Bevorderen dat het Limburgs Museum bijdraagt aan de gebiedsontwikkeling Keulsepoort
in de vorm van een nieuwe, zichtbare publieksfunctie voor het tankstation en het
verplaatsen van de entree. Het museum stelt hier een plan voor op. Wij medefinancieren
dit plan voor maximaal € 750.000,- uit de middelen voor Onderhoud provinciale
gebouwen (Meerjarenonderhoudsplan) en uit middelen voor Stedelijke Ontwikkeling.
Bo
nn
efa
nte
nm
use
um
, Yo
un
g O
ffic
e T
ake
ove
r -
foto
Cas
pe
r B
ijman
s
25 Ruimte voor Cultuur
-
Bonnefantenmuseum
■ Blijven ons krachtig en consequent inzetten voor het verkrijgen van Rijkserkenning
van Bonnefantenmuseum als kunstmuseum van nationaal belang, namelijk een
Rijksbijdrage voor de periode 2021-2024 in het kader van de BIS. Wij dragen het
Bonnefantenmuseum voor bij de Minister van OCW in het kader van de
Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2021-2024 voor een Rijksbijdrage
ad € 250.000,- per jaar in de genoemde periode.
In aanloop naar de landelijke erkenning ondersteunen wij Bonnefantenmuseum in
2020 een laatste maal extra met een incidentele subsidie op basis van eerdere
besluitvorming in het kader van het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2018-2019, ter
versterking van de programmering vanwege de in dit verband gewenste profilering
en het belang van deze instelling voor Limburg.
Wij matchen de in 2021 te ontvangen Rijksbijdrage van het Ministerie van OCW.
Een klein deel hiervan zetten wij reeds in 2020 in voor het project First Fridays.
Bonnefantenmuseum stelt het museum op de eerste vrijdag van de maand ‘s avonds
open en richt deze avondopenstelling in samen met specifieke groepen, die normaliter
niet snel een kunstmuseum bezoeken.
Wij spreken ook de stad Maastricht aan op haar verantwoordelijkheid voor deze, ook
voor de stad, prestigieuze culturele instelling.
Bezien van de wenselijkheid en haalbaarheid van te treffen stimuleringsmaatregelen op
basis van een door Bonnefantenmuseum zelf nog verder uit te werken toekomstplan,
dat is onderbouwd met een toekomstvisie en businessplan. Wij hebben om een
dergelijk toekomstplan verzocht naar aanleiding van de visitatie in 2018.
Dit mede in relatie tot de aanvraag voor Rijksondersteuning in de BIS voor de periode
2021-2024. Hierbij betrekken wij ook de bereidheid van andere stakeholders om de
verdere ontwikkeling van Bonnefantenmuseum te ondersteunen.
■ Stimuleren van presentaties van Bonnefantenmuseum op het terrein van oude kunst,
naast de focus op hedendaagse en moderne kunst.
Bonnefantenmuseum ontvangt van ons een extra subsidie voor de in 2020 te houden
Bruegeltentoonstelling. Deze tentoonstelling vindt plaats in het kader van het
jubileumjaar 2020, namelijk het 25-jarig jubileum van Bonnefantenmuseum in het
gebouw aan de Maas.
Museumplein Limburg
■ Geven van een vervolg aan het provinciaal beleid ten aanzien van Museumplein
Limburg, zoals opgenomen in het Collegeprogramma 2019-2023 en ingezet met
ondersteuning van het Aanvalsplan 2017-2019. Samen met de Stichting Museumplein
Limburg constateren wij dat de nieuwe organisatie, die sinds 2015 bestaat uit drie
publieksinstellingen: Continium, Cube en Columbus, toekomstbestendiger gemaakt
moet worden. De Stichting heeft op ons verzoek een drietal scenario’s ontwikkeld voor
de organisatieontwikkeling in de periode 2020-2023. Het toekomstbestendig maken
van de nieuwe organisatie Museumplein Limburg vergt een uiterste krachtsinspanning
van zowel de museale organisatie als de Provincie Limburg.
Wij hebben hiervoor Intensiveringsmiddelen Cultuur vrijgemaakt t/m 2021. Conform
de Memorie van Toelichting bij de Programmabegroting 2020 wordt € 650.000,-
hiervan toegevoegd aan de exploitatiesubsidie 2020 voor de Stichting Museumplein
Limburg. In aanvulling hierop wordt ook voor 2021 € 650.000,- toegevoegd aan de
exploitatiesubsidie 2021. Daarnaast wordt vanuit 2020 nog een bedrag van € 308.491,-
naar voren gehaald in aanvulling op de exploitatiesubsidie 2019.
Verder bezien wij integraal binnen onze eigen organisatie op welke wijze de activiteiten
van Museumplein Limburg kunnen worden ingezet bij het verwezenlijken van, meer dan
alleen culturele, ambities en doelstellingen geformuleerd in het Collegeprogramma
2019-2023.
26 Ruimte voor Cultuur
-
Daarnaast vragen wij Museumplein Limburg de aanbevelingen in het kader van de
visitatie, bijvoorbeeld ten aanzien van het optimaliseren van de bedrijfsstructuur, met
prioriteit ter hand te nemen.
■ Cofinancieren uit budget 2019 van het Interregproject STREAM (2020 t/m 2022),
indien en voor zover deze aanvraag door de Interregregio Euregio Maas-Rijn wordt
gehonoreerd, waarin Museumplein Limburg participeert. Dit project vormt de
Euregionale uitbreiding van het platform creatieve industrie/vormgeving, dat sinds
2019 door het Design Museum Cube is ingericht. Het platform creatieve industrie/
vormgeving is gericht op bevordering van samenwerking en kennis(deling) via
matchmaking, kennistransfer, stimulering en valorisatie van innovatie tussen designers,
de Brightlands campussen, het MKB en het onderwijs.
2.3 philharmonie zuidnederland
Doel
De philharmonie zuidnederland (pzn) staat midden in de Limburgse samenleving en
profileert zich prominent in heel Limburg en steeds meer over de grens.
Het orkest staat in verbinding met de muziekverenigingen en met scholen in het kader
van muziekonderwijs. De pzn neemt deel aan en ontwikkelt duurzame en innovatieve
samenwerkingsverbanden binnen de brede muziekdiscipline, met andere actoren binnen
de culturele basisinfrastructuur, bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen. De pzn is samen
met Zuyd Hogeschool partner in het mede door ons ondersteund project Maastricht Centre
for the Innovation of Classical Music van de Universiteit Maastricht, dat loopt t/m 2022.
De pzn (be)zoekt nieuwe uitvoeringslocaties en -mogelijkheden in heel Limburg en in
Noordrijn-Westfalen en Vlaanderen en werkt aan het bereiken van een nieuw en meer
divers publiek.
Wat doen wij?
■ Zetten ons krachtig in voor subsidiëring van de pzn door het Ministerie van OCW,
de Provincie Noord-Brabant en de gemeenten Maastricht en Eindhoven voor de
periode 2021-2024.
■ Overleggen en komen tot afstemming met de andere financierende overheden over
de subsidieafspraken met de pzn voor de periode 2021-2024.
■ Vragen om inzet van de pzn op:
– de samenwerking als begeleidend orkest met de andere Limburgse podiumkunstinstellingen in de landelijke BIS, waaronder met name Opera Zuid;
– cultuureducatie, met name muziekonderwijs, en talentontwikkeling; – spreiding van haar aanbod over heel Limburg; – grensoverschrijdende samenwerking met Noordrijn-Westfalen en Vlaanderen. Hiervoor krijgt de pzn van ons al extra subsidie voor de periode 2018 t/m 2020.
2.4 Cultuurplan en Subinfrastructuur
Doel
Het vierjarige Cultuurplan en de tweejarige Subinfrastructuur vormen een zeer belangrijk
deel van onze provinciale culturele basisinfrastructuur. In bijlage 1 staat hoe de provinciale
culturele basisinfrastructuur nu is opgebouwd.
De culturele instellingen opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur werken
maatschappijgericht door inzet op publiek & participatie, cultuureducatie en/of
talentontwikkeling, (grensoverschrijdende) culturele samenwerking, samenwerking met
andere sectoren en zoveel mogelijk provinciebrede spreiding van het cultureel aanbod.
Zij vergroten hun levensvatbaarheid door te werken aan een gezonde bedrijfsvoering.
27 Ruimte voor Cultuur
-
Zij hebben zelf de verantwoordelijkheid om de artistieke kwaliteit van hun cultureel aanbod
zo hoog mogelijk te laten zijn. Het publiek beoordeelt dit uiteindelijk.
Een instelling met een Cultuurplanstatus behoort tot “de culturele top”. Opname in de
Subinfrastructuur betekent dat er sprake is bij de instelling van een zodanige daadwerkelijke
inhoudelijke én zakelijke doorontwikkeling, dat doorzetting van die ontwikkeling mogelijk
kan leiden tot een Cultuurplanstatus.
Wat doen wij?
■ Hanteren van hierna volgende uitgangspunten als basis voor de provinciale Nadere
subsidieregels Cultuurplan en Subinfrastructuur 2021-2024. De uitgangspunten zijn
opgesteld op basis van het Collegeprogramma 2019-2023 “Vernieuwend Verbinden”,
rekening houdend met landelijke thema’s in de cultuursector en de sonderende
behandeling in de Statencommissie Cultuur en Samenleving d.d. 11 oktober 2019.
Algemene uitgangspunten
■ Er komen geen criteria m.b.t. de intrinsieke waarde van het cultureel aanbod. Het niet
beoordelen van de artistieke kwaliteit biedt instellingen volop de ruimte om te
experimenteren. Wij vertrouwen erop dat de culturele instellingen zich ten doel stellen
dat de artistieke kwaliteit van hun cultureel aanbod zo hoog mogelijk is. Het publiek
beoordeelt dit uiteindelijk. Wel kan een instelling een extra punt verdienen (pré) indien
er sprake is van bijzondere artistieke relevantie.
■ De inhoudelijke subsidiecriteria zijn gekoppeld aan de maatschappelijke waarde van
cultuur en hebben betrekking op publiek & participatie, cultuureducatie en/of
talentontwikkeling (de culturele instelling kan hierin een keuze maken of kiezen voor
beide), (grensoverschrijdende) culturele samenwerking, samenwerking met andere
sectoren en spreiding van het cultureel aanbod.
■ De (zakelijke) subsidiecriteria zijn scherp geformuleerd.
Wij blijven oog hebben voor de zakelijke ontwikkeling van de culturele instellingen.
Wij menen dat hun levensvatbaarheid wordt vergroot als er sprake is van een gezonde
bedrijfsvoering.
■ De beoordeling van de criteria geven uitdrukking aan de verhouding en het
onderscheid tussen het Cultuurplan en de Subinfrastructuur.
Limburg profileert zich met de provinciale culturele basisinfrastructuur. Een instelling
met een Cultuurplan-status behoort tot “de culturele top”. Opname in de
Subinfrastructuur betekent dat er sprake is bij de instelling van een zodanige
daadwerkelijke inhoudelijke én zakelijke doorontwikkeling dat doorzetting van die
ontwikkeling mogelijk kan leiden tot een Cultuurplan-status.
■ Wij sluiten qua proces en inhoud aan op het Rijksbeleid in het kader van de landelijke
BIS 2021-2024 als neergelegd in de Uitgangspuntenbrief Cultuurbeleid 2021-2024 van
de Minister van OCW. Zo beogen wij de regeldruk voor instellingen te beperken.
■ Bij gelijk puntenaantal van de subsidieaanvragen krijgen aanvragen prioriteit die
a) betrekking hebben op cultureel aanbod in Noord- of Midden-Limburg, omdat
wij zelf hierin minder hebben geïnvesteerd en het cultuuraanbod in Noord- en
Midden-Limburg mede daarom onderbelicht is en extra aandacht vraagt; of
b) betrekking hebben op jonge/nieuwe kunstvormen; of
c) er in hogere mate in slagen nieuwe doelgroepen en dus een zo breed mogelijk
publiek aan te spreken en te bereiken.
28 Ruimte voor Cultuur
-
Inhoudelijke uitgangspunten: maatschappijgericht
■ Publiek & participatie: de instelling moet
a) inzicht geven in de wijze waarop men het publiek aan zich bindt en gebonden
houdt; én
b) inzicht geven in de wijze waarop zij actief op zoek gaat naar nieuw publiek en/of
zich inzet voor de participatie van publiek dat niet snel in aanraking komt met cultuur.
■ Cultuureducatie en/of talentontwikkeling: de instelling moet cultuureducatie bieden,
binnen- en/of buitenschools en/of de instelling moet een podium bieden aan talenten
met een voor- en nazorgtraject.
■ Samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele
instelling(en)/creatieve partner(s), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel
aanbod.
De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen het Cultuurplan
en de Subinfrastructuur, tussen professionals en amateurs, met culturele partners van
over de grens, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners
uit de creatieve industrie, e.d..
■ Samenwerking met andere sectoren: het is een pré als de instelling voor het
inhoudelijk en/of zakelijk realiseren van haar cultureel aanbod samenwerkt met
een organisatie uit een andere sector (denk hierbij aan sociaal domein, sport en/of
bedrijfsleven).
■ Spreiding van het cultureel aanbod: het is een pré als de instelling een onderdeel van
haar cultureel aanbod in Limburg aanbiedt buíten de regio van vestiging.
■ Grensoverschrijdende spreiding: het is een pré als de instelling een onderdeel van haar
aanbod aanbiedt in de Euregio Maas-Rijn Noord, de Euregio Maas-Rijn, Vlaanderen,
Noordrijn-Westfalen, Noord-Brabant of Gelderland.
■ Bijzondere artistieke relevantie: het is een pré als er bij de instelling sprake is van
bijzondere artistieke relevantie.
■ Limburgse identiteit: het is een pré als de instelling bijzondere aandacht heeft voor
de verbinding met de regio door de verhalen van hier te vertellen.
Lim
bu
rg F
est
ival
, Wij
Var
ken
lan
d -
fo
to A
nto
ine
Bo
ng
ers
29 Ruimte voor Cultuur
-
Zakelijke uitgangspunten: gezonde bedrijfsvoering
■ De subsidieaanvraag van de instelling moet tijdig zijn ingediend en aan de eisen
voldoen.
■ Voor de ingediende begroting geldt dat deze reëel en sluitend moet zijn, met zo min
mogelijk overheadkosten en met een transparant dekkingsplan. Er mag geen gebruik
worden gemaakt van bijdragen van een organisatie, die van de Provincie Limburg
subsidie/financiering ontvangt, om een bijdrage aan projecten te verstrekken.
Uitzondering zijn bijdragen uit het Cultuurfonds Limburg en het Cultuurparticipatiefonds
Limburg, uitgevoerd door het Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg.
Het Huis voor de Kunsten Limburg mag niet bijdragen op de begroting.
■ Voor de Subinfrastructuur geldt een maximale provinciale bijdrage van 35%. Het gaat
hier om een projectsubsidie en niet om een exploitatiesubsidie zoals bij het
Cultuurplan.
■ De instelling moet een bedrijfsplan aanleveren. Een onderdeel van gezonde
bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur. Het is nog niet
duidelijk hoe de nieuwe Code Culturele Diversiteit eruit gaat zien. Wij hanteren daarom
uitgangspunt 2 van het Collegeprogramma 2019-2023 “Vernieuwend Verbinden”
waarin is vastgelegd dat wij staan voor een inclusieve, open en participatieve
samenleving. Wij onderschrijven het doel van de Fair Practice Code, maar eisen geen
rechtstreekse implementatie van de Fair Practice Code door de cultuursector,
aangezien dit zonder ophoging van bestaande budgetten leidt tot een kaalslag in de
sector. Wij zijn benieuwd hoe instellingen met deze code en uitgangspunt 2 van het
Collegeprogramma omgaan.
Het bedrijfsplan geeft inzicht in waar de instelling zich aan het eind van de periode ziet
staan, op welke wijze de instelling dat wil bereiken, welke kansen en bedreigingen men
daarbij ziet en hoe de instelling daarmee omgaat. Verder maakt het bedrijfsplan
inzichtelijk hoe de instelling vormgeeft aan communicatie/PR/marketing.
■ Aansluiten op het Rijksbeleid in het kader van de landelijke BIS vanaf 2021 en de
daarvoor geldende voorwaarden van en afspraken met het Rijk.
■ Beoordelen van en beschikken over de ingediende subsidieaanvragen voor het
Cultuurplan 2021-2024 en de Subinfrastructuur 2021-2022, op basis van de
vastgestelde provinciale Nadere subsidieregels Cultuurplan en Subinfrastructuur
2021-2024.
■ Ophogen van het budget voor de Subinfrastructuur 2021-2022 met € 400.000,-
ten opzichte van de periode 2019-2020, mede op basis van een advies van de
Cultuurtank Limburg, om zo ruimte voor vernieuwing te creëren.
Proces
Het in 2020 hiervoor te doorlopen proces is als volgt:
■ Op basis van de in november 2019 vastgestelde provinciale Nadere subsidieregels
Cultuurplan en Subinfrastructuur 2021-2024 kunnen vanaf 1 december 2019 t/m
4 februari 2020 voor de beide onderdelen de subsidieaanvragen worden ingediend.
■ De beoordeling daarvan vindt plaats t/m medio mei 2020, waaronder de advisering
over de subsidieaanvragen door de Cultuurtank Limburg en waaronder wat betreft
de BIS-aanvragen de reflectie door de overheden van de Stedelijke Cultuurregio Zuid
op deze aanvragen, ten behoeve van de advisering door de Raad voor Cultuur aan
de Minister van OCW. Wij treden indien relevant ook in overleg hierover met de
centrumgemeenten van de Cultuurregio Noord-Limburg.
30 Ruimte voor Cultuur
-
■ Begin juni 2020 informeren wij de Statencommissie Cultuur en Samenleving, de
betreffende culturele instellingen en de standplaatsgemeenten over de beoordeling
van de subsidieaanvragen voor het Cultuurplan.
■ Daarna vinden t/m augustus 2020 de bestuurlijke onderhandelingen plaats met
het Rijk en de gemeenten inzake BIS-Cultuurplan 2021-2024.
■ Vanwege de mogelijke instroom vanuit de Subinfrastructuur naar het Cultuurplan en
de mogelijke uitstroom vanuit het Cultuurplan naar de Subinfrastructuur vindt uiterlijk
oktober 2020 de besluitvorming over beide onderdelen door ons plaats.
■ Vóór eind 2020 wordt de besluitvorming over het Cultuurplan sonderend behandeld
in de Statencommissie Cultuur en Samenleving en vastgesteld door Provinciale Staten.
2.5 Cultuurtank Limburg
Doel
De Cultuurtank Limburg functioneert als een adviesorgaan van Gedeputeerde Staten op
het gebied van Cultuurbeleid.
Zij voert de beoordeling uit van en de advisering aan Gedeputeerde Staten over de
subsidieverzoeken in het kader van de Nadere subsidieregels Cultuurplan en
Subinfrastructuur 2021-2024 als ook de monitoring van de culturele instellingen
die zijn opgenomen in Cultuurplan of Subinfrastructuur.
De Cultuurtank Limburg kan ons verder gevraagd en ongevraagd adviseren, van
”buiten-naar-binnen” agenderend en reflecterend, over diverse onderwerpen en
thematieken aangaande het provinciaal cultuurbeleid.
De Cultuurtank Limburg gaat daarbij objectief en onafhankelijk te werk, binnen de taken
en kaders zoals vastgesteld in het vigerend Reglement Cultuurtank Limburg.
Wat doen wij?
■ Betrekken van de advisering door de Cultuurtank Limburg bij onze besluitvorming
over de subsidieaanvragen in het kader van het Cultuurplan 2021-2024 en de
Subinfrastructuur 2021-2022.
■ Organiseren van de monitoring door de Cultuurtank Limburg van de culturele
instellingen opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur.
■ Kennis nemen van (on)gevraagde adviezen van de Cultuurtank Limburg en deze
beoordelen op consequenties voor de provinciale beleidsontwikkeling en -uitvoering
op het gebied van Cultuur.
■ Evalueren van het instrument Cultuurtank Limburg mede in het kader van het aflopen
van de benoemingsperiode van de leden op 31 december 2020.
2.6 Steunfuncties
Huis voor de Kunsten Limburg (HKL), Stichting Popmuziek Limburg (SPL) en Stichting
Limburg Geïmproviseerde Muziek (SLIM) vervullen een belangrijke steunfunctie.
HKL voert de provinciale steunfunctie uit op het gebied van kunsten en erfgoed voor het
brede culturele veld. Ondersteuning en advisering zijn gericht op het krachtiger maken en
vergroten van zelfredzaamheid en zelfstandigheid van hen die ondersteund worden. Deze
ondersteunde organisaties zijn hierdoor in staat hun verantwoordelijkheid (terug) te nemen
waar mogelijk. SPL en SLIM ondersteunen respectievelijk de popsector en de jazzsector.
Deze steunfunctie is erop gericht om deze ongeorganiseerde sectoren te ondersteunen
in (talent)ontwikkeling en presentatie.
Efficiënt en effectief werken, waardoor zowel inhoudelijk als financieel ruimte ontstaat om
in te zetten op maatschappelijk gewenste doorontwikkeling en vernieuwing, vinden wij
van belang bij ons steunfunctiebeleid.
31 Ruimte voor Cultuur
-
Huis voor de Kunsten Limburg
Doel
Het HKL voert de provinciale steunfunctie uit op het gebied van kunsten en erfgoed. Kern
van de steunfunctie is het bieden van beleidsmatig, ontwikkelingsgericht en verbindend
consulentschap. De transitie die het HKL in de periode 2015-2019 heeft doorgemaakt,
heeft er op transparante wijze toe geleid dat de steunfunctie de eigen verantwoordelijkheid
en zelfstandigheid voedt van de ondersteunde organisaties en hun achterbannen.
Dit geldt ook voor de muziekbonden LBM, LBT en VNK-Limburg en Toneelhuis LFA (de
founding fathers van het HKL). Hun inzet voor de amateurverenigingen, die van wezenlijk
belang zijn binnen onze (volks)cultuur, is van grote waarde.
Het HKL voert de steunfunctie altijd uit passend binnen het provinciaal beleid op het
gebied van Cultuur en Erfgoed. Een gedeelte van het jaarlijkse werkplan van het HKL wordt
daartoe gericht opgesteld en uitgevoerd.
Het doorlopen transitieproces geeft het vertrouwen dat het HKL werkt aan inhoudelijke
integraliteit en vernieuwing en op basis van zakelijke verhoudingen, zowel binnen het HKL
als tussen het HKL en de door haar ondersteunde organisaties. Dit verdiende vertrouwen
vertaalt zich in het voor het overige gedeelte bieden van ruimte aan het HKL wat betreft
de vorm en inhoud van haar werkplan en de concrete uitvoering en verantwoording van
haar werkzaamheden. Het betreft zowel haar autonome werkzaamheden als haar
werkzaamheden voor ondersteunde organisaties en hun achterbannen.
Het HKL voert de steunfunctie effectief en efficiënt uit, vanuit een samenhang op inhoud
en bedrijfsvoering. Het HKL werkt dit uit in haar Ondernemingsplan 2021-2024.
Wat doen wij?
■ Verlenen aan het HKL van de exploitatiesubsidie ten laste van de provinciale Begroting
voor de uitvoering van de steunfunctie op het gebied van kunsten en erfgoed.
Dit doen wij op basis van het beoordelen en monitoren van het werkplan, een vorm
van voortgangsrapportage en het beoordelen van het jaarverslag van het HKL.
■ Aangeven, binnen de kaders van de exploitatiesubsidie en het werkplan van het HKL,
in de provinciale subsidiebeschikking aan het HKL welke werkzaamheden het HKL
concreet moet uitvoeren vanwege provinciale beleidsprioriteit. Beleidsprioriteit geven
wij aan (het borgen van) de steunfunctie ten behoeve van:
– cultuurparticipatie waaronder verenigingsondersteuning en verbinding met nieuwe doelgroepen (zie paragraaf 4.1);
– cultuureducatie, waaronder muziekonderwijs (zie paragraaf 4.2); – nieuwe multidisciplinaire makers/non-formals; – erfgoed, waaronder de Coöperatie Erfgoed Limburg, streektaal en het Steunpunt Archeologie en Monumentenzorg.
Ten behoeve van de borging van de (personele) kosten voor de steunfunctie voor
de onderdelen verenigingsondersteuning, cultuureducatie en muziekonderwijs krijgt
het HKL in de periode 2020 t/m 2023 jaarlijks extra een incidentele subsidie. Deze
middelen kunnen naar behoefte worden ingezet voor de functie consulent, voor de
functie projectmedewerker en/of als werkbudget.
De middelen voor de uitvoering van de steunfunctie erfgoed en voor de
doorbetalingen aan een aantal erfgoedorganisaties worden weer structureel
toegevoegd aan het exploitatiesubsidie aan het HKL. Deze al op de provinciale
Begroting staande middelen zijn sinds medio 2017 als incidentele subsidie verleend
aan het HKL, samenhangend met het al dan niet vormgeven van het zogenaamde
erfgoedloket bij de Coöperatie Erfgoed Limburg.
32 Ruimte voor Cultuur
-
■ Bieden daarnaast van ruimte aan het HKL wat betreft de vorm en inhoud van haar
werkplan en de concrete uitvoering van haar werkzaamheden. Het betreft zowel haar
autonome werkzaamheden als haar werkzaamheden voor ondersteunde organisaties
en hun achterbannen.
■ Laten het opstellen of uitvoeren van laagdrempelige subsidieregelingen door het HKL
toe, waarbij er sprake moet zijn, voor de aanvragers en voor het HKL zelf, van een zeer
eenvoudige werkwijze voor zowel het aanvragen van de subsidie als het beoordelen
en afhandelen van de subsidieverzoeken.
■ Vragen het HKL aan een aantal vrijwilligersorganisaties op het gebied van kunsten en
erfgoed doorbetalingen te doen voor hun werkzaamheden en activiteiten, mede in
het kader van cultuurparticipatie en cultuureducatie. Het HKL hoeft over deze
doorbetalingen geen verantwoording af te (laten) leggen. De organisaties waaraan
moet worden doorbetaald en het door te betalen bedrag worden opgenomen in de
provinciale subsidiebeschikking aan het HKL.
■ Bieden de muziekbonden LBM, LBT en VNK-Limburg en Toneelhuis LFA de mogelijkheid
om gestructureerd hun eigen plannen te verwezenlijken via onderstaande totaalaanpak:
– zij ontvangen van ons via zojuist genoemde doorbetalingsconstructie vanaf 2020 jaarlijks €50.000,-. Van de met naam genoemde organisaties verwachten wij dat
de doorbetaalde middelen primair worden ingezet voor de bij deze organisaties
aangesloten verenigingen. Van de muziekbonden verwachten wij daarnaast
intensievere samenwerkingen, zoals bijvoorbeeld het van deze middelen bekostigen
van de inzet van (gezamenlijke) projectenmedewerkers. Het HKL krijgt in de periode
2020 t/m 2023 hiervoor jaarlijks extra een incidentele subsidie, waarbij wij rekening
houden met de middelen al opgenomen in de exploitatiesubsidie aan het HKL voor
de doorbetalingen en met de compensatie van het wegvallen van de bijdrage van
de muziekbond LBM aan de exploitatie van het HKL;
– via het HKL zijn er middelen beschikbaar voor verenigingsondersteuning (zie paragraaf 4.1);
– via het HKL zijn er middelen beschikbaar voor de DOOR!-regelingen van de muziek- bonden ten behoeve van de samenwerking tussen de muziekverenigingen en de
scholen in het kader van DOOR! Masterplan Muziekonderwijs Limburg (zie paragraaf
4.2). Vorm en inhoud van de regelingen is aan de muziekbonden om te bepalen;
– zij kunnen voor bijdragen aan projecten een beroep doen op de algemene subsidieregelingen op het gebied van Cultuur. Indien voor een provinciaal festival
of evenement een beroep wordt gedaan op de Nadere subsidieregels Cultuur
onderdeel Culturele festivals en evenementen is cofinanciering door een gemeente
geen vereiste;
– zij kunnen een beroep doen op onze matchingsafspraken met crowdfundingplatform voordekunst (zie paragraaf 3.3).
■ Beoordelen van het Ondernemingsplan 2021-2024 van het HKL.
■ Stimuleren van toepassing van de cultuurcodes zoals aangegeven onder de Beleids-
uitgangspunten 2020-2023 in paragraaf 1.2. Wij vragen hiervoor aandacht bij de Raad
van Toezicht.
33 Ruimte voor Cultuur
-
Stichting Popmuziek Limburg (SPL) en Stichting Limburg Geïmproviseerde Muziek (SLIM)
Doel
SPL en SLIM zetten hun steunfunctie voor respectievelijk de pop- en de jazzsector
duurzaam voort. Zij ondersteunen deze ongeorganiseerde sectoren in talentontwikkeling,
presentatie en professionalisering en leggen daartoe verbindingen met jongerencentra,
grote en kleine podia, muziekcollectieven, opleidingen en festivals.
SPL staat in contact met gemeenten over het verbinden van de popsector met en het
duurzaam verankeren van popmuziek in de lokale basisinfrastructuur. Daarbij is aandacht
voor de relatie tussen popmuziek en andere, vooral jonge, kunstvormen, voor bijzondere
doelgroepen en voor bijbehorende thema’s zoals participatie en diversiteit.
SPL draagt in het kader van DOOR! Masterplan Muziekonderwijs Limburg bij aan de
verbinding van de popsector met het binnen- en buitenschools muziekonderwijs.
SLIM vervult, op kleinere schaal, een soortgelijke rol en bevordert verbindingen tussen jazz
en het onderwijs.
In het beleid van zowel SPL als SLIM staat de (jonge) muzikant voorop en wordt een
infrastructuur met talentontwikkeling voor zowel amateurs als professionals nagestreefd.
SPL en SLIM werken daartoe samen met de Limburgse poppodia aan een vitaal
muziekklimaat, waarbij talenten een podium wordt geboden, studio- en opnamefaciliteiten
voor een brede doelgroep beschikbaar worden gesteld en trajecten voor zakelijke en
inhoudelijke coaching worden georganiseerd. Grenzen tussen de steunfunctie voor beide
sectoren vervagen in de dagelijkse praktijk steeds meer, waardoor SPL en SLIM op inhoud
naar elkaar toe groeien. Op die manier ontstaan er kansen voor samenwerking en
doorontwikkeling.
Po
p in
Lim
bu
rg (
SPL)
, Mu
sic
an
d B
usi
ne
ss -
fo
to R
en
é B
rad
wo
lff
34 Ruimte voor Cultuur
-
Wat doen wij?
■ Verlenen aan SPL van de exploitatiesubsidie 2020 ten laste van de provinciale
Begroting voor de uitvoering van de steunfunctie voor de popsector. Dit doen wij
op basis van beoordelen en monitoren van het werkplan, een vorm van
voortgangsrapportage en het beoordelen van het jaarverslag van SPL.
■ Verlenen van een incidentele subsidie in 2020 aan SLIM voor de uitvoering van de
steunfunctie voor de jazzsector. Dit doen wij op basis van een daartoe door SLIM
in te dienen subsidieverzoek met haar werkplan 2020.
■ Besluiten over duurzaam integraal ondersteunen voor de periode 2021-2023 van
een provinciale steunfunctie als aangeboden door SPL en SLIM.
Dit doen wij, mede op hun verzoek, op basis van een gezamenlijk voorstel daartoe
van SPL en SLIM, in te dienen vóór 1 juli 2020.
Dit voorstel geeft aan hoe (op onderdelen) samenwerking tussen beide partijen
geïntensiveerd kan worden ter vergroting van efficiency en effectiviteit. Het streven is
het integreren van hun activiteiten tot een gezamenlijk werkplan, waardoor er tussen
de Provincie en de uitvoerders van de steunfunctie(s) pop- en jazzsector één
subsidierelatie ontstaat.
■ Vragen aan SPL en SLIM vanuit hun kennis en expertise van de pop- en jazzsector om
een inhoudelijke beoordeling en advies over alle bij de Provincie ingediende
incidentele subsidieverzoeken vanuit de popsector en de jazzsector.
■ Laten het opstellen of uitvoeren van laagdrempelige subsidieregelingen door SPL en
SLIM toe, waarbij er sprake moet zijn, voor de aanvragers en voor SPL en SLIM zelf,
van een zeer eenvoudige werkwijze voor zowel het aanvragen van de subsidie als het
beoordelen en afhandelen van de subsidieverzoeken.
■ Initiatieven die ondersteund worden door SPL of SLIM (conform hun werkplannen)
worden niet apart door de Provincie gesubsidieerd.
■ Stimuleren van toepassing van de cultuurcodes zoals aangegeven onder de Beleids-
uitgangspunten 2020-2023 in paragraaf 1.2. Wij vragen hiervoor aandacht bij de Raad
van Toezicht.
35 Ruimte voor Cultuur
-
3 Ruimte voor en door samenwerking
3.1 Samenwerking in cultuurregio’s
Doel
Samenwerking binnen de entiteiten van de cultuurregio’s, de Cultuurregio Noord-Limburg
en de Stedelijke Cultuurregio Zuid, draagt bij aan versterking, verbreding en vernieuwing
van het cultureel aanbod in heel Limburg, versterking van het productieklimaat en aan het
bereiken, behouden en betrekken van meer en nieuw publiek. Het cultuuraanbod, met zo
mogelijk landelijke en grensoverschrijdende uitstraling en functie, en de makers geven
mede uiting aan de identiteit van de regio.
Vanuit deze samenwerking wordt de kracht en meerwaarde van de Limburgse cultuur(sector)
uitgedragen. Het gezamenlijk optrekken en behartigen van het gedeelde belang leidt tot
toekenning van meer middelen door het Rijk en de landelijke cultuurfondsen aan Limburgse
culturele instellingen.
Om dit te bereiken, manifesteren zich binnen en tussen de cultuurregio’s diverse en
wisselende samenwerkingen en samenwerkingsprojecten en vormen zich georganiseerde
netwerken, waarbij culturele instellingen, podia, gemeenten en/of Provincie zijn betrokk