bijeenkomst 1 positie en zelfreflecie
TRANSCRIPT
Doelen • bewustwording van je dominante karakter eigenschappen
• de fysieke positie in een groep ten voordele kunnen gebruiken
• bewustwording wordt ik gezien zoals ik gezien wil worden
• gedrag kunnen reflecteren om gedrag op te roepen
• bewustwording evalueren van jezelf
• verbeterpunten aan jezelf als functionaris kunnen benoemen
dominante karakter eigenschappen het persoonlijkheidsmodel van de Zwitserse psychiater Carl Jung.
Direct extravert Zacht Precies
Dat wat ik begin maak ik ook af, ook al is dat tegen de stroom in.
1
2 3
4
1
23
4
12
3 4
1
23
4
Alles wat ik doe heeft een vooraf opgezet plan
Ik zet de lijnen uit laat anderen zich maar druk maken om de details
Natuurlijk is het resultaat belangrijk, maar de reis is waardevoller
Ik kan heel goed de tijd nemen zodat iemand zijn verhaal kan doen
Beter slecht samen werken dan goed alleen.
Als ik het er niet mee eens ben dan laat ik dat direct horen
Men roemt mij om mijn vakkennis.
13
4 2
13
4 2
1
2
3
4
13
4 2
Ik vind een besluit nemen niet moeilijk
Ik heb gekozen voor deze organisatie dus accepteer ik de negatieve kanten ook
Ik heb respect voor de tijd van anderen en kom dus nooit te laat.
In alles is wel iets positiefs te vinden
1
23
4
1
34
2
1
2
3
4
13
4 2
Leuk die samenwerking maar we moeten wel op schema blijven
Dit is de afspraak, dus iedereen moet zich daaraan houden
Ieders inbreng is belangrijk, ik zorg dat iedereen ruimte krijgt voor zijn inbreng
Ook al duurt beslissen langer, een team is altijd sterker
1
34
2
1
3
4
2
1
3 4
2
1
34
2
Ik help anderen die hun werk niet goed aankunnen, samen voor het resultaat
1
3
4
2
1
3 4
2
13
4 2
1
3 4
2
Ik weet zeker dat het zo is, dus zal ik de rest overtuigen
Ik vertel je niet alleen wat, maar ook hoe!
Laten we nu eerst eens uitzoeken hoe dat zit en dan een plan maken
hoe wordt ik gezien
Jouw realiteit en hun realiteitAls je in je hoofd een bepaald beeld van jezelf hebt (de door jou gecreëerde werkelijkheid), dan zie je jezelf misschien als een sterke en krachtige collega die niet gemist kan worden. Het zou echter zomaar kunnen dat je medewerkers je zien als een zelfingenomen, arrogante vent, die denkt dat hij onmisbaar is. Je hebt dan echt een probleem van perceptie, een probleem van bewustzijn én een communicatieprobleem. Je geeft je medewerkers namelijk niet datgene dat ze nodig hebben, terwijl jij denkt dat je dat wel doet.Het komt vaak voor dat mensen zichzelf zien als sterk, gericht en assertief terwijl een percentage van de mensen om hen heen ze zien als intimiderend, ongevoelig en niet op de hoogte.
Leer het op ‘de harde manier’Wees in harmonie met de anderIn elke belangrijke relatie, persoonlijk of professioneel, is het belangrijk dat je inzicht hebt in hoe mensen jou zien en dat begrijpt. Dit zorgt ervoor dat je de werkelijkheid begrijpt en een betere relatie ontwikkelt. Een goede connectie zorgt voor beter begrip en effectievere communicatie. Wees je bewustStreef naar bewustzijn over hoe anderen je zien. Hoe groter je bewustzijn (van hoe anderen je zien) is, hoe effectiever je wordt, hoe meer contact je maakt en hoe minder relatie- en communicatieproblemen je zult ervaren. Vraag feedbackLaat je beoordelenVraag anderen hoe ze je zien en wat ze van je denken. Vraag ze om jou te beoordelen, wat ze denken van je ideeën en je manier van werken.Sommige feedback zul je als vervelend en wreed ervaren en met andere feedback zul je blij zijn. Het geeft je inzicht en begrip, waarvan je veel kunt leren en waar je je voordeel mee kunt doen.
De structuur om je zelf te observeren. Bevraag jezelf met deze methode, creëer je inzicht in je gedragspatronen. Let er bij het beantwoorden van de vragen op dat je je beperkt tot de feiten en niet je mening geeft. Je kijkt als het ware naar jezelf en beschrijft objectief wat je ziet.
ResultaatHoe is het afgelopen?Hoe reageerden anderen?Wat was je reactie adequaat?Welke andere oplossingen waren er
TaakWat werd er van je verwacht?Wat was je verantwoordelijkheid?Welke rol had je?
ActieWat dacht je?Wat deed je?Vanuit welke overtuiging reageerde je?Hoe deed je dat?
SituatieWat was de situatie?Wie waren erbij betrokken?Wat ging eraan vooraf?Welke belangen speelden er?