bijlage diensten van algemeen economisch belang: instructies … · 2019. 8. 19. · toegewezen...

3

BIJLAGE

Diensten van algemeen economisch belang: instructies voor het overeenkomstig het DAEB-besluit van 2012 en de DAEB-kaderregeling van

2012 in te dienen verslag

De verslagleggingsverplichtingen zijn uiteengezet in artikel 9 van het DAEB-besluit van 2012:

Elke lidstaat dient om de twee jaar bij de Commissie een verslag in over de uitvoering van dit besluit. Die verslagen geven voor de in artikel 2, lid 1, genoemde verschillende categorieën diensten een gedetailleerd overzicht van de toepassing van dit besluit en omvatten:

a) een beschrijving van de toepassing van dit besluit op de diensten die binnen het toepassingsbereik van dit besluit vallen, met inbegrip van interne opdrachten;

b) het totale bedrag dat overeenkomstig dit besluit aan steun is verleend, uitgesplitst naar de economische sector van de begunstigden;

c) een vermelding of, voor een bepaald type dienst, de toepassing van dit besluit tot moeilijkheden of klachten van derden heeft geleid, en

d) alle overige gegevens met betrekking tot de toepassing van dit besluit die de Commissie verlangt en tijdig vóór de indieningstermijn van het verslag aangeeft.

Punt 62 van de DAEB-kaderregeling van 2012 bevat in beginsel dezelfde verslagleggingsverplichtingen voor op grond van de DAEB-kaderregeling van 2012 verleende steun.

Houd in het verslag de volgende structuur aan:

1. OVERZICHT VAN DE UITGAVEN

Vul de onderstaande tabel in:

Totale DAEB-overheidsuitgaven, uitgesplitst naar rechtsgrondslag (miljoen EUR)

2016 2017

Compensatie voor diensten van algemeen economisch belang (1+2)

1) Compensatie op grond van het DAEB-besluit

2) Compensatie op grond van de DAEB-kaderregeling

4

Facultatief: Indien uw lidstaat geen staatssteun heeft verleend voor het verrichten van DAEB's in bepaalde sectoren op basis van het DAEB-besluit of de DAEB-kaderregeling, zou informatie over andere instrumenten die het beheer van DAEB’s garanderen, bijzonder nuttig zijn. Geef, voor zover beschikbaar, een korte beschrijving van die instrumenten (bv. rechtstreekse steun aan gebruikers, compensatie die voldoet aan alle vier de Altmark-criteria, de-minimissteun voor DAEB’s, ...) en geef aan in welke sectoren er gebruik van wordt gemaakt.

2. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN HET DAEB-BESLUIT VAN 2012 Maak voor dit deel van uw verslag de volgende onderverdeling:

1) Ziekenhuizen (art. 2, lid 1, onder b))

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Beschikbaarheidbijdrage WMG

Een duidelijke en volledige beschrijving van hoe de betrokken diensten in uw lidstaat zijn georganiseerd5

Welk soort diensten is in uw lidstaat in de betrokken sector als DAEB aangemerkt? Geef een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten.

De DAEB is omschreven als het door een zorgaanbieder beschikbaar hebben van nader bepaalde vormen van zorg, als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b, van het DAEB-Besluit. De aangegeven vormen van zorg zijn: 1. Academische zorg

Dit betreft het uitvoeren van topreferente zorg en innovatieve zorg, en de ontwikkeling van nieuwe vormen van diagnostiek en behandeling. Topreferente zorg is zeer specialistische patiëntenzorg die gepaard gaat met bijzondere diagnostiek en behandeling waarvoor geen doorverwijzing meer mogelijk is. Topreferente zorg vereist een infrastructuur waarbinnen vele disciplines op het hoogste deskundigenniveau samenwerken ten behoeve van de patiëntenzorg en die gekoppeld is aan fundamenteel patiëntgericht onderzoek. Innovatie en ontwikkeling hebben betrekking op het bedenken, uitproberen, systematisch uittesten en verspreiden van nieuwe behandelingen en vormen

5 Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

5

van diagnostiek. Het betreft uitsluitend die vormen van innovatie en ontwikkeling die steunen op fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Ten behoeve van het uitvoeren van topreferente en innovatieve zorg en de ontwikkeling van nieuwe vormen van diagnostiek en behandeling kan een compensatie nodig zijn voor kapitaallasten die samenhangen met de academische functie. Het gaat hierbij om kapitaallasten die niet uit reguliere tarieven kunnen worden gedekt. 2. Post mortem orgaanuitname bij donoren

Het betreft specialistische chirurgische werkzaamheden vanaf de eerste incisie tot en met het transportklaar maken van de organen en weefsels. Deze werkzaamheden worden verricht door speciale teams die 7 x 24 uur beschikbaar zijn en er voor zorgen dat solide organen worden uitgenomen. 3. Zorg verleend door het calamiteitenhospitaal

Dit betreft een voorziening voor een situatie van oorlog(dreiging), crises met grote aantallen slachtoffers, ongevallen in het buitenland met repatriëring, rampen en aanslagen die de reguliere opvangcapaciteit te boven gaan en situaties waarin de Nederlandse overheid hulp aanbiedt bij de medische opvang van buitenlandse slachtoffers van ongevallen in het buitenland. Het gaat altijd om bijzondere omstandigheden die noodopvang vereisen. Het calamiteitenhospitaal is een onderdeel van het UMC Utrecht. Het calamiteitenhospitaal komt deels ten laste van de begroting van het ministerie van Defensie. Het andere deel werd tot 2012 bekostigd als onderdeel van het functiegericht budget van het UMCU. Met ingang van 2012 is dat vervangen door een beschikbaarheidbijdrage. Er zijn afspraken met het UMCU over de directe inzetbaarheid van personeel ten behoeve van het calamiteitenhospitaal. Hiermee wordt rekening gehouden bij het inroosteren van het betreffende personeel. 4. Traumazorg voor zover het gaat om coördinatie, opleiden, trainen en oefenen

Het gaat hierbij om de beschikbaarheid van traumazorg in instellingen voor medisch specialistische zorg. Daarnaast gaat het om het ontwikkelen van de kennisfunctie ten behoeve van zorgverlening bij rampen, de coördinatie van de trauma(keten)zorg en het opleiden, trainen en oefenen ten behoeve van rampen. Deze activiteiten zijn nodig ten behoeve van de beschikbaarheid van goede traumazorg. 5. Traumazorg door mobiel medische teams

Het gaat hierbij om de zorg door mobiel medische teams, bestaande uit een medisch specialist (meestal anesthesioloog of chirurg/traumatoloog) en een gespecialiseerde verpleegkundige, die op de plek van een ongeval voorbehouden handelingen als bedoeld in de Wet op de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg kunnen verrichten, waartoe ambulancepersoneel niet bevoegd is. het gaat om:

a. Vier helikopters met 7 x 24 uur parate medisch specialistische teams die binnen twee minuten moeten kunnen uitrukken naar de plek van het ongeval en

b. Twee voertuigen met 7 x 24 uur beschikbare medisch specialistische teams.

6

6. Spoedeisende hulp Het gaat hier om zorg, bestaande uit de herkenning, stabilisatie en reanimatie van alle acute medische patiënten. De spoedeisende hulp (SEH) betreft het behandelen van spoedeisende aandoeningen en het verwijzen naar meer gespecialiseerde behandelaars. Hierbij geldt als voorwaarde dat sluiting van de afdeling SEH het aantal inwoners in Nederland dat niet binnen 45 minuten een afdeling SEH per ambulance kan bereiken, doet toenemen en de spoedeisende hulp 7 x 24 uur beschikbaar is. 7. Acute verloskunde

Verloskundige zorg in geval van een spoedeisende situatie. Hierbij geldt als voorwaarde dat sluiting van de afdeling voor acute verloskunde het aantal inwoners in Nederland dat niet binnen 45 minuten een afdeling voor acute verloskunde per ambulance kan bereiken doet toenemen en dat binnen 30 minuten na vaststelling van de diagnose van een spoedeisende situatie door een gynaecoloog of geautoriseerd obstetrisch professional de benodigde medisch specialistische behandeling kan worden gestart. 8. Gespecialiseerde brandwondenzorg

Dit betreft zorg in een daarvoor toegerust medisch centrum aan brandwondenpatiënten in de categorie II tot en V en brandwondenpatiënten in de categorie I die vitaal bedreigd zijn (Advies Afbakening zorg beschikbaarheidbijdrage, Nederlandse Zorgautoriteit, februari 2012, pagina 24). De zorg wordt geleverd door multidisciplinaire teams, waarbij in elk geval (brandwonden)chirurgen, anesthesiologen/intensivisten, verpleegkundigen, revalidatiedeskundigen, psychosociale ondersteuning en diëtisten zijn betrokken. Ook zijn specifieke bouwkundige voorzieningen zoals een speciaal ingerichte operatiekamer, overdruk op verpleegafdelingen, isolatiekamers, warmtehemels en klimaatregeling tot 28ºC vereist. 9. Gespecialiseerde en derdelijns psychotraumazorg voor zover het de kennis- en

expertisefunctie betreft en wordt aangeleverd door een zorgaanbieder met een landelijke kennis- en expertisefunctie

Het gaat hierbij om het verlenen van derdelijns psychotraumazorg aan mensen met complexe psychotraumaklachten, die het gevolg zijn van bijvoorbeeld ernstige incidenten, geweld of misbruik, waarvoor een landelijke kennisinfrastructuur noodzakelijk is. de genoemde derdelijns psychotraumazorg wordt geleverd door een zorgaanbieder die ook de landelijke kennis- en expertisefunctie voor gespecialiseerde psychotraumazorg bezit. Tevens geldt de voorwaarde dat het landelijke centrum expertise borgt of ontwikkelt voor het bieden van psychotraumazorg aan specifieke doelgroepen, en deze expertise vertaalt in specifiek behandelaanbod. 10. Zorg ten behoeve waarvan drie of meer achtereenvolgende jaren een

beschikbaarheidbijdrage aan een zorgaanbieder is verstrekt en waarbij niet meer aan de criteria voor de verlening van die bijdrage wordt voldaan

Indien zorgaanbieders gedurende drie of meer achtereenvolgende jaren een beschikbaarheidbijdrage is verleend, kan – in overeenstemming met het bepaalde in

7

artikel 4:51 Algemene wet bestuursrecht – een afbouwregeling worden getroffen van ten hoogste drie jaren. Een dergelijke afbouwregeling geeft hen de mogelijkheid hun organisatie op de nieuwe situatie aan te passen en desgewenst de zorg anders in te richten. 11. Acuut ambulancevervoer per ambulancehelikopter vanaf de Friese Waddeneilanden

Het gaat hierbij om zorg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Tijdelijke wet ambulancezorg, verleend aan patiënten die met spoed voor behandeling vanaf de Friese Waddeneilanden naar een ziekenhuis vervoerd moeten worden. Hierbij geldt als voorwaarde dat het wegvallen van dat vervoer het aantal personen dat niet binnen 45 minuten een afdeling voor spoedeisende hulp of acute verloskunde per ambulance kan bereiken, doet toenemen. Het gaat om een ambulancehelikopter die 7 x 24 uur beschikbaar moet zijn. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Op basis van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG kan een zorgaanbieder worden aangewezen die belast is met het beschikbaar hebben van een aangegeven vorm van zorg. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) neemt daarna een besluit tot toekenning van een beschikbaarheidbijdrage. Dit resulteert in een verleningbeschikking. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

Een jaar. De NZa wijst elk jaar de betreffende zorgaanbieders aan als DAEB voor de duur van een jaar. Dit besluit is verwerkt in de verleningbeschikking. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?

- Welke steuninstrumenten zijn gebruikt (rechtstreekse subsidies, garanties, enz.)?

Subsidie. Wat is het gebruikelijke compensatiemechanisme voor de betrokken diensten? Geef aan of een methode op basis van kostentoerekening dan wel de Net Avoided Cost-methode wordt toegepast.

De hoogte van de beschikbaarheidbijdrage wordt berekend via een (kosten)onderzoek. Over het algemeen wordt elke 3 jaar de bijdrage herijkt. In een kostenonderzoek gaat de NZa op zoek naar enkel de kosten die vallen binnen de afbakening van een bepaalde zorgfunctie bij een betreffende instelling. Daarbij worden eventuele opbrengsten op de kosten in mindering gebracht. Doelstelling van het (kosten)onderzoek is een kostendekkende vergoeding te bepalen voor de betreffende zorgfunctie.

8

Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Door een gedegen kostenonderzoek kan een kostendekkende vergoeding worden bepaald. Dat is de eerste stap om overcompensatie te voorkomen. Vervolgens vindt er na afloop van het subsidiejaar een verantwoording plaats. De zorgaanbieder verantwoordt zich over de activiteiten waaraan de beschikbaarheidbijdrage is besteed en de kosten die daarvoor zijn gemaakt. In het geval van een verleende beschikbaarheidbijdrage van € 125.000 of hoger wordt een accountantsproduct verlangd van de zorgaanbieder. Dit vormt een extra waarborg om overcompensatie te vermijden. In het geval van een beschikbaarheidbijdrage met een verleend bedrag van minder dan € 125.000 wordt er geen accountantsproduct gevraagd, maar worden er andere (minder zwaarwegende) controle-instrumenten ingezet, bijvoorbeeld een bestuursverklaring. Indien niet alle gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd en er daarvoor een voorschot is uitgekeerd, zal de teveel uitgekeerde subsidie worden teruggevorderd. De NZa heeft hiervoor een terugvorderingproces conform de Algemene wet bestuursrecht. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

-

Bedrag van de verleende steun

Totaalbedrag van de verleende steun (in miljoen EUR)6. Dit omvat alle op uw grondgebied verleende steun, inclusief de door regionale en lokale overheden verleende steun. (A+B+C)

2016 2017 € 776.343.745 € 799.636.660

A: Door de nationale centrale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)7

2016 2017 € 776.343.745 € 799.636.660

B: Door de regionale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)8

2016 2017

6 Zoals bepaald in artikel 9, onder b), van het DAEB-besluit van 2012. 7 Indien het steunbedrag niet kan worden uitgesplitst naar centrale, regionale en lokale overheden, dient alleen het totaalbedrag van de verleende steun voor alle overheden samen te worden opgegeven. 8 Zie voetnoot 92.

9

C: Door de lokale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)9

2016 2017

Aandeel van de uitgaven per steuninstrument (rechtstreekse subsidie, garanties, enz.) (indien beschikbaar)

2016 2017

Aanvullende kwantitatieve gegevens (bijv. aantal begunstigden per sector, gemiddeld steunbedrag, omvang van de ondernemingen)10

2016 2017 Zie bijlage: DAEB_VWS_EC2016_2017_ZF EXTERN

Zie bijlage: DAEB_VWS_EC2016_2017_ZF EXTERN

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden



Het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan een onverzekerde verzekeringsplichtige. 9 Zie voetnoot 92. 10 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd. 11 Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

10

Subsidie kan worden verstrekt aan zorgaanbieders voor het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan een onverzekerde, die niet verzekeringsplichtig is of waarvan de verzekeringsplicht niet is vast te stellen, uitsluitend indien de verleende zorg SEH, acute GGZ in een crisissituatie, ambulancevervoer of farmaceutische zorg betreft. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Bij de eerste subsidieverstrekking wordt de zorgaanbieder belast met het verrichten van deze DAEB gedurende de looptijd van de subsidieregeling. Subsidieaanvragers sluiten een daartoe strekkende overeenkomst met de Staat. Op basis van de Subsidieregeling medisch noodzakelijk zorg aan onverzekerden kan een zorgaanbieder subsidie aanvragen voor de kosten van de verleende medisch noodzakelijke zorg aan een onverzekerde. Het ministerie van VWS neemt een besluit tot verlening van de subsidie. Dit resulteert in een verleningsbeschikking. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

De regeling is geldig tot 1 maart 2022. Subsidies worden per kwartaal verstrekt en worden toegewezen voor maximaal 5 jaar. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?

-

Welke steuninstrumenten zijn gebruikt (rechtstreekse subsidies, garanties, enz.)?


De subsidie bedraagt 100% van de kosten van de verleende zorg. De kosten van de verleende zorg worden berekend door gebruik van de standaardtarieven die in de sector gebruikelijk zijn. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Het CAK controleert of een tarief geldt dan wel of de gedeclareerde kosten marktconform zijn. Voor alle zorg geldt dat de subsidie wordt verstrekt voor zover deze kosten niet door de onverzekerde, diens verzekeraar dan wel op grond van een andere wettelijke regeling zijn of kunnen worden betaald of buiten beschouwing moeten blijven omdat zij hoger zijn dan wat in de Nederlandse marktomstandigheden in redelijkheid passend is. De subsidieregeling beoogt te voorzien in de inkomensderving. De hoogte

11

van de subsidie zal daarom niet hoger zijn dan het bedrag dat de zorgaanbieder op grond van de geldende regelgeving een cliënt in rekening mag brengen. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

-



2016 2017 - € 391.960,55 A: Door de nationale centrale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)13

2016 2017 - € 391.960,55 B: Door de regionale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)14

2016 2017


2016 2017


2016 2017

12 Zoals bepaald in artikel 9, onder b), van het DAEB-besluit van 2012. 13 Indien het steunbedrag niet kan worden uitgesplitst naar centrale, regionale en lokale overheden, dient alleen het totaalbedrag van de verleende steun voor alle overheden samen te worden opgegeven. 14 Zie voetnoot 92. 15 Zie voetnoot 92.

12


2016 2017 - Aantal begunstigden: 28 zorgverleners

• Apotheek Cijk - € 142,96 • Apotheek de Brug - € 300,27 • Apotheek Delfshaven - € 15,16 • Apotheek Ganzenhoef - € 2.524,21 • Apotheek Presikhaaf - € 13,67 • BENU Apotheek Carnissehuis -

€ 646,34 • BENU Apotheek Eureka - € 23,56 • Bravis poli-apotheek - € 325,00 • De Singel Gezondheidscentrum -

€ 110,54 • Elkerliek Ziekenhuis - € 6.102,37 • ETZ Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis

- € 26.712,87 • GGZ Friesland - € 13.758,40 • Haven Apotheek - € 39,27 • Huisartsenpraktijk Johan de Witt -

€ 248,67 • Kring Apotheken Arnhem BV

(Apotheek Witteveen) - € 25,50 • Leids Universitair Medisch Centrum -

€ 8.088,60 • Maasstad Ziekenhuis - € 1.425,62 • Poli-Apotheek SFG - € 661,63 • Radboud Universitair Medisch

Centrum - € 8.308,01 • Reinier de Graaf Groep Delft -

€ 9.766,62 • Rijnstate - € 14.915,02 • Service Apotheek Pendrecht -

€ 4.713,62 • St. Anna Zorggroep - € 9.566,33

16 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

13

• Stichting Altrecht GGZ - € 35.600,83 • Stichting Haga Ziekenhuis -

€ 17.874,66 • Stichting Parnassia Groep -

€ 183.123,86 • Thebe/Aeneas - € 32.629,16 • Universitair Medisch Centrum

Utrecht - € 14.297,80

2) Sociale diensten (art. 2, lid 1, onder c))

a) Gezondheidszorg en langdurige zorg

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Beschikbaarheidbijdrage WMG



De DAEB is omschreven als het door een zorgaanbieder beschikbaar hebben van vormen van zorg, als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder c, van het DAEB-Besluit. De aangegeven vormen van zorg zijn:

- Academische zorg en kapitaallasten academische zorg; - Post mortem orgaanuitname bij donoren; - Zorg verleend door het calamiteitenhospitaal; - Kennisfunctie en coördinatie van traumazorg; - Traumazorg voor zover het gaat om opleiden, trainen en oefenen (OTO); - Traumazorg door mobiel medische teams (4 helikopters en 2 voertuigen); - Spoedeisende hulp; - Acute verloskunde; - Gespecialiseerde brandwondenzorg; - Gespecialiseerde en derdelijns psychotraumazorg;

Zie voor een uitgebreide omschrijving onder 1).


14

Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Op basis van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG kan een zorgaanbieder worden aangewezen die belast is met het beschikbaar hebben van een aangegeven vorm van zorg. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) neemt daarna een besluit tot toekenning van een beschikbaarheidbijdrage. Dit resulteert in een verleningbeschikking. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

Een jaar. De NZa wijst elk jaar de betreffende zorgaanbieders aan als DAEB voor de duur van een jaar. Dit besluit is verwerkt in de verleningbeschikking. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?



De hoogte van de beschikbaarheidbijdrage wordt berekend via een (kosten)onderzoek. Over het algemeen wordt elke 3 jaar de bijdrage herijkt. In een kostenonderzoek gaat de NZa op zoek naar enkel de kosten die vallen binnen de afbakening van een bepaalde zorgfunctie bij een betreffende instelling. Daarbij worden eventuele opbrengsten op de kosten in mindering gebracht. Doelstelling van het (kosten)onderzoek is een kostendekkende vergoeding te bepalen voor de betreffende zorgfunctie. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Door een gedegen kostenonderzoek kan een kostendekkende vergoeding worden bepaald. Dat is de eerste stap om overcompensatie te voorkomen. Vervolgens vindt er na afloop van het subsidiejaar een verantwoording plaats. De zorgaanbieder verantwoordt zich over de activiteiten waaraan de beschikbaarheidbijdrage is besteed en de kosten die daarvoor zijn gemaakt. In het geval van een verleende beschikbaarheidbijdrage van € 125.000 of hoger wordt een accountantsproduct verlangd van de zorgaanbieder. Dit vormt een extra waarborg om overcompensatie te vermijden. In het geval van een beschikbaarheidbijdrage met een verleend bedrag van minder dan € 125.000 wordt er geen accountantsproduct gevraagd, maar worden er andere (minder zwaarwegende) controle-instrumenten ingezet, bijvoorbeeld een bestuursverklaring. Indien niet alle gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd en er daarvoor een voorschot is uitgekeerd, zal de teveel uitgekeerde subsidie worden

15

teruggevorderd. De NZa heeft hiervoor een terugvorderingproces conform de Algemene wet bestuursrecht. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

-



2016 2017 € 776.343.745 € 799.636.660


2016 2017 € 776.343.745 € 799.636.660


2016 2017


2016 2017


2016 2017


16


2016 2017 Zie bijlage: DAEB_VWS_EC2016_2017_ZF EXTERN

Zie bijlage: DAEB_VWS_EC2016_2017_ZF EXTERN

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Vinex 2016 en 2017



De zorg binnen de eerstelijn kenmerkt zich door een generalistische zorgverlening en laagdrempelige toegang. Deze zorg in de buurt is gericht op de mens in zijn omgeving en heeft een ambulant karakter. Geïntegreerde eerstelijnszorg betreft multidisciplinaire eerstelijnszorg, die door meerdere zorgaanbieders met verschillende disciplinaire achtergronden in samenhang wordt geleverd. De gebruikelijke manier waarop geïntegreerde eerstelijnszorg tot stand komt is dat er, in een reeds bestaande woonwijk, verschillende zorgprofessionals gaan samenwerken. Geïntegreerde eerstelijnscentra (hierna te noemen: gezondheidscentra) worden in bestaande wijken meestal opgestart voor een beoogde populatie vanaf circa 8.000 inschrijvingen. Deze schaalgrootte is doorgaans voldoende om een breed geïntegreerd zorgaanbod te organiseren. Het opstarten van gezondheidscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties gaat gepaard 22 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd. 23 Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

17

met specifieke aanloopproblemen. Zo zijn zorgverzekeraars terughoudend met het doen van investeringen, omdat het onduidelijk is of er voldoende verzekerden in de wijk komen wonen. Door uitgestelde oplevering van huizen loopt de instroom van bewoners en dus ingeschreven patiënten dikwijls vertraging op. Daarnaast verstrekken banken vaak onvoldoende krediet, of tegen hoge rentelasten, om de aanloopfase van het centrum gefinancierd te krijgen. Er zijn dus diverse problemen voor het realiseren van geïntegreerde eerstelijnszorg in grootschalige nieuwbouwlocaties. Door deze specifieke marktproblemen kunnen gezondheidscentra daar niet van de grond komen. Vanwege dit marktfalen en gelet op het publieke belang wordt het ontwikkelen en aanbieden van geïntegreerde eerstelijnszorg tijdens de realisatie van grootschalige nieuwbouwlocaties in voorheen onbebouwd gebied aangewezen als DAEB. Gezondheidscentra, zijnde ondernemingen, zullen bij overeenkomst worden belast met de uitvoering van deze dienst. De dienst is omschreven als: het verlenen en verder ontwikkelen van geïntegreerde eerstelijnszorg tijdens de realisatie van het desbetreffende nieuwbouwgebied. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Het gaat om een instellingssubsidie op basis van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Subsidieverstrekking geschiedt via een beschikking met daarbij een uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt voorafgaand aan enig jaar verleend en na afloop vastgesteld en afgerekend. De uitvoeringsovereenkomst zorgt er voor dat de centra zich verplichten de betreffende zorg te verlenen. Aan de subsidie is de verplichting verbonden tot het sluiten van een zogenaamde uitvoeringsovereenkomst tussen het gezondheidscentrum en het ministerie van VWS. In deze overeenkomst wordt de exploitant belast met de onderhavige DAEB, te weten het verlenen en verder ontwikkelen van geïntegreerde eerstelijnszorg tijdens de realisatie van het desbetreffende nieuwbouwgebied. De subsidie wordt uitsluitend verleend in de eerste vijf kalenderjaren na de start van het zorgaanbod in het gezondheidscentrum en zolang er binnen die periode naar verwachting in het desbetreffende subsidiejaar nog geen 8.000 inwoners zijn. Dit geldt ook als het gezondheidscentrum van exploitant wisselt, bijvoorbeeld als gevolg van een fusie. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

De duur van de DAEB heeft een maximum van 5 jaar met eventueel de mogelijkheid tot uitstel van 2 jaar, onder specifieke voorwaarden. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen

18

toegekend?


Instellingssubsidie. Wat is het gebruikelijke compensatiemechanisme voor de betrokken diensten? Geef aan of een methode op basis van kostentoerekening dan wel de Net Avoided Cost-methode wordt toegepast.

Een subsidie wordt vooraf verleend en achteraf vastgesteld. De wijze waarop de subsidie berekend wordt, is vastgelegd in het ‘Beleidskader eerstelijnscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties’. De compensatie wordt bepaald op basis van kostentoerekening. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Bij de vaststelling van een subsidie wordt bezien wat de werkelijke kosten en opbrengsten zijn. Subsidiegelden die na uitvoering van de subsidiabele activiteiten niet besteed zijn, worden toegevoegd aan een zogenaamd egalisatiereserve. De egalisatiereserve bedraagt ten hoogste 10% van de verleende subsidie. Indien de egalisatiereserve meer dan 10% bedraagt, zal dit worden teruggevorderd. Zolang er gesubsidieerd wordt, kan de egalisatiereserve in het daaropvolgende jaar worden ingezet als de subsidie tekortschiet. Bij beëindiging van de subsidierelatie dient de egalisatiereserve terug te gaan naar het ministerie van VWS. Aldus vindt er geen overcompensatie plaats. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

- Bedrag van de verleende steun


2016 2017 € 1.532.000 € 2.000.000 (begroting)


24 Zoals bepaald in artikel 9, onder b), van het DAEB-besluit van 2012.

19

2016 2017 € 1.532.000 € 2.000.000 (begroting)


2016 2017


2016 2017


2016 2017


2016 2017 • Gezondheidscentrum Zorgpunt Den

Haag: € 151.628 verlening is ingetrokken; bezwaarprocedure loopt.

• Stichting gezondheidscentrum Buiksloterham: € 260.484.

• Stichting gezondheidscentrum Rijswijk Buiten: € 298.393.

• Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra, Utrecht: € 296.088.

• Cooperatie Celsa, Almere: € 256.684.

• Gezondheidscentrum Zorgpunt Den Haag: € 299.999.

• Stichting gezondheidscentrum Buiksloterham: € 296.261.

• Stichting gezondheidscentrum Rijswijk Buiten: € 300.000.

• Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra, Utrecht: € 299.593.

• Cooperatie Celsa, Almere: € 231.549. • Asterweg Medisch Centrum Noord:

€ 300.000. • Stichting Gezondheidscentrum

Amstelkwartier: € 205.316 verlening is ingetrokken;

25 Indien het steunbedrag niet kan worden uitgesplitst naar centrale, regionale en lokale overheden, dient alleen het totaalbedrag van de verleende steun voor alle overheden samen te worden opgegeven. 26 Zie voetnoot 92. 27 Zie voetnoot 92. 28 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

20

bezwaarprocedure loopt. • Stichting gezondheidscentrum

Westergouwe: € 164.434.

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - TBC Zorg UMC Groningen



De dienst is omschreven als “gedwongen opname ter isolatie en verpleging van tuberculosepatiënten”. De DAEB is gevestigd bij het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMC Groningen). Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Het UMC Groningen is belast met deze taak krachtens de Wet publieke gezondheid. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

Onbepaalde tijd. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?

-




21

De compensatie wordt bepaald op basis van een vast component in verband met de beschikbaarheid plus een tarief per verpleegdag. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Afrekening vindt plaats op basis van het werkelijk aantal verpleegdagen. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

-



2016 2017 € 391.275 (vaststelling) € 846.240 (verlening)


2016 2017 € 391.275 (vaststelling) € 846.240 (verlening)


2016 2017


2016 2017


2016 2017


22


2016 2017 Begunstigde = UMC Groningen Steunbedrag = € 391.275 (vaststelling)

Begunstigde = UMC Groningen Steunbedrag = € 846.240 (verlening)

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Zorgnetwerken Antibioticaresistentie



In 10 regio’s is het vormen van een Regionaal Netwerk Antibioticaresistentie en het uitvoeren van de taken die daarbij horen, zoals genoemd in het functieprofiel Zorgnetwerken, aangemerkt als DAEB. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Subsidieverstrekking met daarbij een uitvoeringsovereenkomst tussen de Staat der Nederlanden (het ministerie van VWS) en een (universitaire) ziekenhuis. De subsidies worden voorafgaand aan de te subsidiëren periode verleend en achteraf vastgesteld en afgerekend. De uitvoeringsovereenkomst zorgt er voor dat de instellingen gehouden zijn gedurende de subsidieperiode de DAEB uit te voeren. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. 34 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd. 35 Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

23

Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

2 jaar. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?


Projectsubsidie. Wat is het gebruikelijke compensatiemechanisme voor de betrokken diensten? Geef aan of een methode op basis van kostentoerekening dan wel de Net Avoided Cost-methode wordt toegepast.

Een (universitair) ziekenhuis ontvangt een vast bedrag voor het opzetten van een regionaal antibioticaresistentie zorgnetwerk. Per pilot is het vaste bedrag € 200.000. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Door het vooraf vaststellen van een vast subsidiebedrag. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

-



2016 2017 - € 2.000.000

Meer specifiek: het tijdspad van de pilot is van mei 2017 – mei 2019. In totaal gaat het om € 6.000.000, per regio is dat € 200.000 per jaar.

A: Door de nationale centrale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen


24

EUR)37

2016 2017 - € 2.000.000 B: Door de regionale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)38

2016 2017


2016 2017


2016 2017


2016 2017 -

In 2017ontvingen 10 ziekenhuizen elk € 200.000 voor de vorming van zorgnetwerken:

- VUmc, - AMC, - UMCG, - LUMC, - MUMC+, - Radboud UMC, - Erasmus MC, - UMC Utrecht, - Isala, - Amphia Ziekenhuis.


25

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Subsidieregeling NIPT



Het verrichten van de NIPT bij zwangere vrouwen als bedoeld in de Subsidieregeling NIPT. NIPT staat voor ‘niet-invasieve prenatale test’. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Subsidie wordt aangevraagd via een door de minister van VWS vastgesteld formulier. De aanvraag tot verlening van de subsidie gaat gepaard met een begroting die een overzicht bevat van het aantal per kwartaal te verrichten NIPT’s waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de subsidieaanvrager met de Staat (hier het ministerie van VWS) een overeenkomst sluit waarbij de Staat hem belast met en hij zich verplicht tot het verrichten van de DAEB. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

Subsidiejaren 2017 tot en met 2019; ten behoeve van deze subsidiejaren kan de minister van VWS aan een universitair medisch centrum op aanvraag jaarlijks een projectsubsidie verstrekken voor het verrichten van de NIPT. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?


Subsidie. Wat is het gebruikelijke compensatiemechanisme voor de betrokken diensten? Geef


26

aan of een methode op basis van kostentoerekening dan wel de Net Avoided Cost-methode wordt toegepast.

Een subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien een universitair medisch centrum aan de desbetreffende zwangere vrouw een bedrag van € 175 in rekening heeft gebracht. Dit is de eigen bijdrage. De subsidie bestaat uit een bedrag dat wordt berekend door de werkelijke kosten van het aantal NIPT’s, dat in het subsidiejaar is verricht, te verminderen met de totaal in rekening gebrachte eigen bijdrage van de zwangere vrouwen en het verschil tussen de werkelijke opbrengsten en de kosten van de NIPT’s. Het verschil tussen de werkelijke opbrengsten en de kosten van de NIPT’s bedraagt ten minste € 0. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Afrekening vindt plaats op basis van werkelijke kosten minus werkelijke opbrengsten. Dit betekent dat indien het aantal NIPT’s is verricht en volledig is voldaan aan de voorwaarden en de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de totale gerealiseerde kosten van het verrichten van de NIPT, verminderd met de totale in rekening gebrachte bedragen aan de zwangere vrouwen en met de overige ontvangsten. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).



2016 2017 - € 17.900.000


2016 2017 - € 17.900.000

42 Zoals bepaald in artikel 9, onder b), van het DAEB-besluit van 2012. 43 Indien het steunbedrag niet kan worden uitgesplitst naar centrale, regionale en lokale overheden, dient alleen het totaalbedrag van de verleende steun voor alle overheden samen te worden opgegeven.

27


2016 2017


2016 2017


2016 2017


2016 2017 - Vrije Universiteit MC = € 7.800.000

Sophia Kindergeneeskunde = € 5.600.000 Ac. Zkh. Maastricht = € 4.500.000

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Subsidieregeling NODOK


Welk soort diensten is in uw lidstaat in de betrokken sector als DAEB aangemerkt? Geef een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen

44 Zie voetnoot 92. 45 Zie voetnoot 92. 46 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd. 47 Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

28

diensten.

De minister van VWS heeft op basis van de Subsidieregeling NODOK het ‘verrichten van nader onderzoek naar de doodsoorzaak van kinderen (NODOK)’ aangewezen als DAEB. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Via een subsidieaanvraag. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van een onderzoek indien dat:

- Is gericht op het achterhalen van de aard van het overlijden en de doodsoorzaak van het kind;

- Voldoet aan de criteria omschreven in de multidisciplinaire richtlijn NODOK; - Wordt uitgevoerd volgens de procedure omschreven in de multidisciplinaire

richtlijn NODOK; - Uitsluitend wordt verricht op schriftelijk verzoek van de ouder of ouders dan wel

voogd of voogden die bekleed waren met het (ouderlijk) gezag. Subsidie wordt niet verstrekt indien het onderzoek uit andere hoofde voor financiering in aanmerking komt. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

2016 tot en met 2018; 2018 is het laatste jaar waarover subsidie kan worden aangevraagd. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?



De subsidie bedraagt een vast tarief per verricht onderzoek, zoals omschreven in de multidisciplinaire richtlijn NODOK. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

De tarieven per onderzoek uit de categorieën zoals omschreven in de multidisciplinaire richtlijn NODOK zijn vastgelegd in de Subsidieregeling NODOK:

- € 6.700 indien het gaat om een onderzoek uit de categorie NODOK A1; - € 8.700 indien het gaat om een onderzoek uit de categorie NODOK A2; - € 8.850 indien het gaat om een onderzoek uit de categorie NODOK B1;

29

- € 10.850 indien het gaat om een onderzoek uit de categorie NODOK B2; - € 11.250 indien het gaat om een onderzoek uit de categorie NODOK C1; - € 13.250 indien het gaat om een onderzoek uit de categorie NODOK C2.

Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).



2016 2017 € 70.950 (half jaar) € 405.600


2016 2017 € 70.950 (half jaar) € 405.600


2016 2017


2016 2017


2016 2017


30


2016 2017 Erasmus MC - € 11.250 UMC Utrecht - € 35.200 UMC Groningen - € 13.250 Radboud UMC - € 11.250

Erasmus MC - € 169.500 UMC Utrecht - € 20.100 UMC Groningen - € 37.350 Radboud UMC - € 101.100 Vrije Universiteit MC - € 42.200 Leids UMC - € 35.350

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Beleidsregels subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional



De beleidsregels subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP) maken het voor ziekenhuizen en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) mogelijk om compensatie aan te vragen voor het ‘stimuleren van elektronische gegevensuitwisseling tussen patiënt en zorgaanbieder’. De dienst is het digitaal, gestandaardiseerd en tijdig ontsluiten van informatie door ziekenhuizen naar alle patiënten. Er zijn een drietal activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen:

1. Subsidie aan ziekenhuizen zodat zij uiterlijk 2020 gestandaardiseerde informatie kunnen uitwisselen met de patiënt (VIPP);

52 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd. 53 Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

31

2. Subsidie voor de activiteiten van koploperziekenhuizen die voorlopen op andere ziekenhuizen in het gedigitaliseerd ontsluiten van gegevens aan patiënten (deze koploperziekenhuizen kunnen door middel van samenwerking andere ziekenhuizen zo snel mogelijk laten leren van hun “geleerde lessen”om te voorkomen dat het wiel telkens opnieuw moet worden uitgevonden en te bevorderen dat positieve effecten en ervaringen zo snel mogelijk kunnen worden gedeeld);

3. Subsidie aan de NVZ voor de begeleiding van ziekenhuizen in het kader van het VIPP-programma.


Bij de eerste subsidieverstrekking wordt de subsidieontvanger belast met het verrichten van deze DAEB gedurende de looptijd van de subsidieregeling. Subsidieaanvragers sluiten een daartoe strekkende overeenkomst met de Staat. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

Subsidieontvangers worden belast met de uitvoering van deze DAEB gedurende de looptijd van de regeling. De regeling is geldig per 1 januari 2017 en vervalt per 1 januari 2020. De periode waarvoor de DAEB is toegewezen is daarom 3 jaar. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?

-



De activiteiten binnen het VIPP-programma zijn verdeeld in modules. Per module gelden vaste subsidiebedragen. Deze subsidiebedragen zijn tot stand gekomen door een onderzoek naar de verhouding tussen de kostenramingen van ziekenhuizen en de werkelijk te maken kosten voor het behalen van de modules. De vaste subsidiebedragen zijn ten opzichte van de berekende bedragen in het onderzoek dusdanig laag vastgesteld dat overcompensatie niet kan optreden. De subsidiebedragen voor het Programma patiënt en informatie zijn: Module A1: € 210.000 Module A2: € 390.000 Module A3: € 210.000

32

De subsidiebedragen voor het Programma patiënt en medicatie zijn: Module B1: € 105.000 Module B2: € 245.000 Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Zoals hierboven genoemd zijn de subsidiebedragen zodanig laag vastgesteld op basis van een onderzoek naar de verhouding tussen de kostenraming en de werkelijk te maken kosten voor het behalen van de modules dat overcompensatie niet kan optreden. De subsidies aan de ziekenhuizen voor het VIPP-programma zijn zogeheten p × q subsidies. Voor de verantwoording van de subsidie geldt : “indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt en de te subsidiëren activiteiten uit meetbare prestatie-eenheden bestaan: een subsidie die wordt vastgestel op een bedrag per gerealiseerde prestatie-eenheid waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is genoemd, voor ten hoogste het maximum aantal prestatie-eenheden dat door de minister bij de verlening is genoemd.” Voor de koploperssubsidies en de subsidie aan de NVZ geldt: “indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, en de te subsidiëren activiteiten niet uit meetbare prestatie-eenheden bestaan: een subsidie waarbij wordt aangetoond dat de te subsidiëren activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen, en waarbij tevens rekening en verantwoording wordt afgelegd omtrent de met de gesubsidieerde activiteiten samenhangende kosten en opbrengsten.” Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

-



2016 2017 - € 19.827.715 A: Door de nationale centrale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen


33

EUR)55

2016 2017 - € 19.827.715 B: Door de regionale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)56

2016 2017


2016 2017


2016 2017


2016 2017 - Zie bijlage: VIPP_DAEB Rapportage

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Beleidskader subsidiering farmaceutische ANZ-dienstverlening


34



Het verrichten van farmaceutische ANZ-zorg. Farmaceutische Avond-, nachten zondag dienstverlening (ANZ-dienstverlening) is extramurale farmaceutische zorg die in de avonden, nachten en op zondag wordt verleend, indien de zorgvraag binnen onderstaande tijden binnenkomt en de zorgaanbieder de farmaceutische zorgverlening ook binnen deze tijden start:

- tussen 18:00 uur en 08:00 uur van de opvolgende dag, of - tussen 08:00 uur en 18:00 uur op een zondag, of - tussen 08:00 uur en 18:00 uur op Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag,

Koningsdag, Hemelvaartsdag, Bevrijdingsdag in elk lustrumjaar (2020, etc.), Tweede Pinksterdag, beide kerstdagen.

Extramurale farmaceutische zorg is het verstrekken van een product (geneesmiddelen of hulpmiddelen) en de bijbehorende zorgverlening (verstrekken van advies of begeleiding) ten behoeve van een verantwoord gebruik van het product. Deze zorg wordt verleend door ANZ-gecontracteerde apotheken waaronder reguliere openbare apotheken en apotheekhoudende huisartsen. De volgende activiteiten van de apotheek komen in aanmerking voor een subsidie:

- De praktijkkosten van een apotheek die gedurende ANZ-uren gemaakt worden (bv. personeelskosten, kosten van waarneming, huisvestingskosten, afschrijvingen, ICT kosten, auto en bezorgkosten).


Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet – naast hetgeen daarover is opgenomen in de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS – aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

- Zonder subsidie van het ministerie van VWS zou het tarief uitkomen op meer dan € 45 (incl. BTW).

- Apotheken dienen een begrotingsaanvraag in te dienen voor verwacht tarief en


35

volume voor komend jaar. Het tarief dat de apotheek in de begroting voor komend jaar opvoert wijdt in redelijkheid niet af van gebruikelijke tarieven van de dienstapotheek. Bij grote afwijkingen dient een onderbouwing te worden gegeven.

- Zodra de contracten voor de dienstverlening tussen apotheker en zorgverzekeraar zijn vastgesteld, verstrekt de subsidieontvanger het voor dat jaar vastgesteld tarief.

- Verantwoording van het subsidiebedrag gebeurt in opvolgende jaar op basis van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

- Apotheken nemen de verplichting op zich tot het verrichten van de DAEB, bestaande uit het verlenen van farmaceutische ANZ-dienstverlening, zoals omschreven in het Beleidskader subsidiering farmaceutische ANZ-dienstverlening.

Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

De subsidieregeling is van tijdelijke aard en alleen toepasbaar in het huidige kalenderjaar. De DAEB wordt dus voor een jaar toegewezen. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?

-



De compensatieberekening is uitgeschreven in het Beleidskader subsidiering farmaceutische ANZ-dienstverlening. Voor 2016 gold: “De gemiddelde terhandstelling voor ANZ-dienstverlening bedraagt in 2015 circa € 30. De tarieven variëren van circa € 20 tot € 100. Een tarief van maximaal € 45 per terhandstelling wordt voor 2016 acceptabel geacht (€ 42,45 excl. BTW). Indien de tarieven voor de terhandstelling hoger zijn dan € 45 komt het verschil in aanmerking voor subsidie (gestelde tarief min € 45).” Voor 2017 gold: “Voor het jaar 2017 wordt, net als bij de subsidieverlening in 2016, een tarief van maximaal € 45 per terhandstelling voor ANZ-dienstverlening acceptabel geacht (€ 42,45 excl. BTW). Indien de tarieven voor de terhandstelling hoger zijn dan € 45 komt het

36

verschil in aanmerking voor subsidie (gestelde tarief min € 45). Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

De ontvanger van een subsidie van € 25.000 tot € 125.000 toont aan de hand van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten aan dat de activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen. Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn verricht, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de totale gerealiseerde kosten verminderd met de totale gerealiseerde bijdragen van derden en de begrote eigen bijdrage tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

-



2016 2017 € 161.750 € 143.100


2016 2017 € 161.750 € 143.100


2016 2017


2016 2017


37


2016 2017


2016 2017 Hoekse Waard apotheek - € 161.750 Hoekse Waard apotheek - € 143.100

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Bijzondere Transitiekosten Jeugdwet



De DAEB is omschreven als zorg in de vorm van jeugdhulp of uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder c, van het DAEB-Besluit. Meer specifiek bestaat de DAEB uit het continueren van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering voor de jeugdigen die behandeld worden gedurende de transitieperiode (maximaal van 2014 tot en met 2018). Een aanbieder van jeugdhulp, een organisatie voor advisering en verwerking van meldingen inzake huiselijk geweld of kindermishandeling of een uitvoerder van

64 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd. 65 Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

38

kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering kunnen compensatie in de vorm van een subsidie aanvragen ten behoeve van de kosten die een organisatie, die voor de bekostiging van een voorziening afhankelijk is van een groot aantal gemeenten, moet maken om aan haar financiële verplichtingen te kunnen voldoen, indien die bekostiging door gemeenten, ondanks aantoonbare inspanningen van de organisatie, vanwege het grote aantal betrokken gemeenten mogelijk gedurende enige tijd op zich laat wachten. De ‘Beleidsregels subsidieverstrekking bijzondere transitiekosten Jeugdwet’ hebben ten doel organisaties te ondersteunen in de bijzondere kosten die zij moeten maken door het nieuwe jeugdstelsel. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Subsidieverstrekking via een beschikking en daarbij een uitvoeringsovereenkomst. De uitvoeringsovereenkomst zorgt er voor dat de instellingen gehouden zijn gedurende de subsidieperiode de continuïteit van de jeugdhulp te waarborgen. Zie de bijlage Bijlage – DAEB – Format.docx voor een voorbeeldovereenkomst. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

Een DAEB wordt afgesloten bij elke subsidie die vanuit de “Beleidsregels subsidieverstrekking bijzondere transitiekosten Jeugdwet” voor de duur van de projectperiode. Het precieze gemiddelde is niet bekend, maar de projectperiode is maximaal 5 jaar (van 2014 tot en met 2018). De meeste subsidieperiodes zijn korter dan 5 jaar, zo rond de 3 jaar. Er zijn dan ook geen toewijzingen voor periode van meer dan 10 jaar. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?

-


Subsidie aan instellingen. Het doel van de subsidie is om in de transitieperiode continuïteit van zorg te garanderen en te voorkomen dat essentiële functies verdwijnen. Wat is het gebruikelijke compensatiemechanisme voor de betrokken diensten? Geef aan of een methode op basis van kostentoerekening dan wel de Net Avoided Cost-methode wordt toegepast.

De instellingen kunnen in aanmerking komen voor vergoeding van in de transitieperiode gemaakte frictiekosten. De onafhankelijke Transitie Autoriteit Jeugd beoordeelt of de frictiekosten voor vergoeding op basis van de beleidsregels in aanmerking komen. Bij bepaling van de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt getoetst in hoeverre de instelling in staat is de kosten zelf te dragen. Daarvoor wordt het verschil tussen het

39

laagste punt van de liquiditeit en één keer de maandomzet bepaald. De subsidie kan niet hoger zijn dan het verschil hiertussen. De subsidie wordt vooraf aangevraagd en verleend en achteraf vastgesteld. Er wordt gesubsidieerd op basis van de werkelijk gemaakte kosten. De wijze waarop de subsidie wordt berekend, is vastgelegd in de zogenoemde toetsingskaders. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

In artikel 7 van de ‘Beleidsregels subsidieverstrekking bijzondere transitiekosten Jeugdwet’ is neergelegd dat een subsidie maximaal 15% van dat deel van de omzet van de organisatie dat de voorzieningen betreft waar de subsidieaanvraag betrekking op heeft. Indien een instelling meer frictiekosten maakt, wordt dit als eigen bijdrage opgelegd. Daarnaast wordt de subsidie door de ontvanger uiterlijk binnen één jaar na de verlening terugbetaald. De subsidie wordt daarna op nihil vastgesteld. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

-



2016 2017 € 42.000.000 € 48.000.000


2016 2017 € 42.000.000 € 48.000.000


2016 2017

66 Zoals bepaald in artikel 9, onder b), van het DAEB-besluit van 2012. 67 Indien het steunbedrag niet kan worden uitgesplitst naar centrale, regionale en lokale overheden, dient alleen het totaalbedrag van de verleende steun voor alle overheden samen te worden opgegeven. 68 Zie voetnoot 92.

40


2016 2017


2016 2017


2016 2017 • Stichting Partners voor Jeugd:

€ 5.000.000 • Jarabee Stg voor Jeugdzorg in

Twente: € 1.063.455 • Stg Pactum Jeugd en Opvoedhulp:

€ 1.938.000 • Stg Kompaan en de Bocht:

€ 2.580.158 • Stg Dr. Leo Kannerhuis: € 4.698.826 • Stichting Parlan: € 1.500.000 • Stichting Entrea Jeugdzorg: €

3.284.500 • Emergis:€ 2.992.834 • Stichting Lindenhout: € 2.190.060 • Stg Psychotherapeutisch Centrum De

Viersprong: € 1.000.000 • Stichting Combinatie Jeugdzorg:

€ 615.643 • Stichting Eigen-Kracht Centrale:

€ 316.588 • Stichting Intermetzo Zorg:

€ 10.725.442

• Opvoedpoli B.V.: € 2.895.528 • Stg GGZ Breburg Groep: € 1.513.416 • Stg GGZ Friesland: € 2.456.259 • Stg GGZ Centraal: € 1.793.604 • Stg GGZ Westelijk: € 1.406.368 • Stg De Driestroom: € 1.226.217 • Stichting Yorneo: € 1.685.081 • Stichting Jeugdbescherming:

€ 1.462.739 • Stg Karakter: € 3.660.392 • Stichting Juzt: € 8.308.498 • Stichting Entrea Jeugdzorg:

€ 483.000 • Stichting Intermetzo Zorg:

€ 11.269.569 • Stichting Jeugdbescherming West:

€ 2.842.782 • Stichting Lijn5: € 7.130.097

69 Zie voetnoot 92. 70 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

41

• Stg Gereformeerde Jeugdbescherming: € 112.777

• Stichting Jeugdbescherming West: € 861.218

• Stg Jeugdbescherming Drenthe: € 2.378.221

• Jeugdbescherming Overijssel: € 328.894

b) Kinderopvang

c) Toegang tot de arbeidsmarkt en herintreding

d) Sociale huisvesting

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES – Woningcorporaties Een duidelijke en volledige beschrijving van hoe de betrokken diensten in uw lidstaat zijn georganiseerd71


Nederland heeft, op grond van EC-besluit inzake E2/2005 van 15 december 2009 en het DAEB-vrijstellingsbesluit 2012, als dienst van algemeen economisch belang opgedragen op grond van artikel 47 Woningwet, per 1 juli 2015 inwerking getreden (samenvatting):

a. het huisvesten of doen huisvesten van personen die door hun inkomen of door andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden van hun passende huisvesting;

Hiervoor geldt toewijzing van 90% van de huurwoningen aan huishoudens met een inkomensgrens van maximaal € 36.798 (prijspeil 2016, voor 3 jaar vastgelegd).

Ook huishoudens met een zware zorgvraag, blijkens uit een zorgindicatie of zorgplan, behoren ongeacht het inkomen tot de doelgroep.

Gelijktijdig met implementatie van het EC-besluit op wetsniveau per 1-7-2015 is tijdelijk (voor 5 jaar) extra toewijzingsruimte gerealiseerd. Dit is nodig vanwege marktfalen voor huisvesting voor de categorie huishoudens tot € 38.000 (prijspeil 2012), die uit onderzoeken was gebleken. Op grond hiervan 10% extra toewijzingsruimte gecreëerd voor huishoudens met een inkomen tot € 41.056 (prijspeil 2016, voor 3 jaar vastgelegd) ten aanzien van een zodanig percentage dat de standaard toewijzingsnorm van 90% is bereikt.


42

b. het doen bouwen en verwerven van woningen met een huur niet hoger dan €710,55 (prijspeil 2016, voor 3 jaar vastgelegd).

c. het doen bouwen en verwerven van gebouwen die een maatschappelijke gebruiksbestemming hebben, zoals vastgelegd in lagere regelgeving, en het in stand houden van en treffen van voorzieningen aan deze gebouwen;

Ten opzichte van de eerdere tijdelijke regeling ter implementatie van EC-besluit E2/2005 is de lijst van maatschappelijk vastgoed op basis van de herziene Woningwet per 1-7-2015 verder ingeperkt tot:

(1) opvangcentra (blijf-van-mijn-lijfhuizen, dagen nachtopvang voor dak- en thuislozen en verslaafden), (2) hospices (3) zorgsteunpunten die inpandig in een woonzorggebouw zijn gevestigd (4) ruimten voor dagbesteding van gehandicapten of ouderen, incl. enige zorginfrastructuur, die inpandig in een woonzorggebouw zijn gelegen, (5) buurthuizen, (6) gemeenschapscentra, (7) jongerencentra, mits zonder horecavoorziening, (8) dorps- of wijkbibliotheken, (9) veiligheidshuizen, (10) ruimten voor op de buurt of wijk gericht maatschappelijk werk door stichtingen of verenigingen, (11) ruimten voor op de buurt of wijk gerichte activiteiten op het gebied van welzijnswerk door stichtingen of verenigingen, (12) gebouwen die kantoorruimte van toegelaten instellingen zijn. (vastgelegd in bijlage 3 bij art.49, eerste lid, onder a van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015).

d. het bijdragen aan de leefbaarheid in de directe nabijheid van woongelegenheden of andere onroerende zaken van de toegelaten instelling (bijvoorbeeld huismeesters of initiatieven om overlast te bestrijden). Deze activiteiten worden samen met de gemeente vastgesteld.


Woningcorporaties zijn in de regelgeving gedefinieerd als ‘toegelaten instelling volkshuisvesting’. Het betreft verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid en stichtingen die zich ten doel stellen uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam te zijn en beogen hun financiële middelen uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting in te zetten. De toelating vindt plaats bij Koninklijk Besluit op grond van artikel 19 van de Woningwet. Zij mogen onder bepaalde voorwaarden ook samenwerkingsvennootschappen72 aangaan. Toegelaten instellingen en samenwerkingsvennootschappen komt uitsluitend compensatie toe voor de werkzaamheden die zijn gedefinieerd als DAEB.

Het opdragen van de DAEB en de daarbij behorende voorwaarden is geregeld in de Woningwet, met verdere uitwerking in het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 en de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015.


De opdracht, bedoeld in het eerste lid, heeft een werkingsduur van 25 jaar. De Minister begint uiterlijk vijf jaar voor het einde van die werkingsduur een onderzoek naar de noodzaak, de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van die opdracht. Hij rondt dat onderzoek uiterlijk twee jaar nadien af (art. 47 lid 3 Woningwet). Er is, conform de uitzondering in het DAEB-besluit 2012 voor sociale huisvesting, afgeweken van de termijn van 10 jaar vanwege de langlopende investeringen die met vastgoed gemoeid zijn.

72 Op grond van art.1, tweede lid Woningwet is een samenwerkingsvennootschap: een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap, door een toegelaten instelling overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur daaromtrent gegeven voorschriften aangegaan met een of meer andere toegelaten instellingen die alle in dezelfde gemeenten als die toegelaten instelling feitelijk werkzaam zijn.

43

Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?

De bijzondere rechten voor toegelaten instellingen bestaan uit hierna genoemde vormen van compensatie (achtervanggarantie op borging van leningen uit de markt, subsidie voor specifieke projectsteun en voor saneringssteun, die worden opgebracht via een heffing binnen de sector, en lagere grondkosten).


De organisaties waaraan de dienst van algemeen economisch belang is opgedragen ontvangen de volgende vormen van compensatie op grond van E2/2005 (bestaande steun):

• Achtervanggarantie op de borging van leningen voor de financiering van DAEB-vastgoed (huurwoningen met een huur niet hoger dan €710,55). De Staat en gemeenten staan als achtervang garant voor het instituut dat de borgstelling op leningen vanuit de markt verstrekt (het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW is een private organisatie waar de woningcorporaties bij aangesloten moeten zijn om de borging op de leningen uit de markt te kunnen verkrijgen. Door de garantie in combinatie met de borging is de te betalen rente van de leningen voor de toegelaten instellingen lager dan onder normale marktcondities.

• Subsidie in de vorm van saneringssteun of projectsteun van de minister. De saneringssteun wordt in mandaat uitgevoerd door het Waarborgsfonds sociale woningbouw. Er kan een heffing aan alle toegelaten corporaties worden opgelegd waarmee het behoud van de DAEB van een corporatie kan worden ondersteund (via saneringssteun) of waarbij steun gegeven kan worden voor specifieke nieuwe investeringen (projectsteun).

• Tevens kan de aankoop van grond van een gemeente door een woningcorporatie voor de bouw van sociale huurwoningen en/of maatschappelijk vastgoed tegen een bedrag onder de marktwaarde worden aangemerkt als compensatie.

Wat is het gebruikelijke compensatiemechanisme voor de betrokken diensten? Geef aan of een methode op basis van kostentoerekening dan wel de Net Avoided Cost-methode wordt toegepast.

Per 1-7-2015 is in de herziene Woningwet, Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting en Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting een uitgebreid compensatiemechanisme opgenomen. De vereisten van het DAEB-vrijstellingsbesluit zijn ingevuld door de eis dat corporaties op de DAEB activiteiten, inclusief de daarvoor ontvangen steun, niet meer dan een redelijke winst mogen maken. Het is een systematiek op basis van kostentoerekening voor de DAEB en de niet-DAEB activiteiten. Met de formule in artikel 61 van het BTIV kan worden bepaald of sprake is geweest van een meer dan redelijke winst. Daartoe wordt het rendement dat de corporatie op verhuur van DAEB bezit heeft behaald vergeleken met het gemiddelde rendement dat marktpartijen behalen op woningverhuur op grond van de IPD Nederlandse jaar Vastgoedindex.


Op grond van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting kan de Minister de compensatie stopzetten en terugvorderen terstond nadat hij heeft vastgesteld dat er sprake is van overcompensatie.

Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar

44

websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

De jaarverslagen van de corporaties zijn openbaar.



2016 2017 Rentevoordeel als gevolg van garantie op borg WSW: 707,890 mln.

Projectsteun 0 euro en saneringssteun: 16,406 mln.

Lagere grondkosten gemeenten: 4,341 mln.

Rentevoordeel als gevolg van garantie op borg WSW: 761,550 mln.

Projectsteun 0 euro en saneringssteun: 29 mln.



2016 2017 Rentevoordeel als gevolg van garantie op borg WSW: 707,890 mln.

Projectsteun 0 euro en saneringssteun: 16,406 mln.

Rentevoordeel als gevolg van garantie op borg WSW: 761,550 mln.

Projectsteun 0 euro en saneringssteun: 29 mln.


2016 2017 0 0


2016 2017 Lagere grondkosten gemeenten: 4,341 mln.


Aandeel van de uitgaven per steuninstrument (rechtstreekse subsidie, garanties, enz.)


45

(indien beschikbaar)

2016 2017 Rentevoordeel door garantie, subsidie, verlaging grondkosten (zie boven)

Rentevoordeel door garantie, subsidie, verlaging grondkosten (zie boven)


2016 2017

e) Zorg voor en sociale inclusie van kwetsbare groepen

3) Lucht- of zeeverbindingen met eilanden met een jaarlijkse gemiddelde passagiersstroom die niet meer bedraagt dan het in art. 2, lid 1, onder d), vastgestelde maximum

4) Luchthavens en havens met een jaarlijkse gemiddelde passagiersstroom die niet meer bedraagt dan het in art. 2, lid 1, onder e), vastgestelde maximum

5) DAEB-compensatie van maximaal 15 miljoen EUR per jaar (art. 2, lid 1, onder a))

i. Postdiensten

ii. Energie

iii. Afvalinzameling

iv. Watervoorziening

v. Cultuur

vi. Financiële diensten

vii. Andere sectoren (specificeren a.u.b.)

Vastgoed

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES – Investeringen in bepaalde gebieden conform Nationaal Programma en landelijk voor ombouw kantoren naar woonruimte


46

Duidelijke en volledige beschrijving van hoe de betrokken diensten in uw lidstaat worden georganiseerd78

Welk soort diensten is in de betrokken sector in uw lidstaat aangemerkt als DAEB? Geeft u een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten.

Investeringen voor op of na 1 januari 2014 te verrichten activiteiten in specifiek in de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II aangewezen (deel)gemeenten en voor de verbouw van kantoren naar woonruimte, die betreffen: 1°. bouw van huurwoningen vanaf de maximum huurtoeslaggrens; 2°. grootschalige verbouw van huurwoningen; 3°. verbouw van niet voor bewoning bestemde ruimten tot huurwoningen; 4°. sloop van huurwoningen; 5°. kleinschalige verbouw van huurwoningen, of 6°. samenvoeging van huurwoningen teneinde een of meer huurwoningen te verkrijgen. Aan deze opsomming is per 1 april 2017 toegevoegd: voor op of na 1 januari 2017 7° bouw van huurwoningen tot aan de maximum huurtoeslaggrens; 8° vrijstelling van door toegelaten instellingen aangekochte woningen in krimpgebieden; De opgedragen DAEB geldt voor alle verhuurders van vastgoed die aan de vereisten van de wet voldoen. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector standaardmodellen voor toewijzingen worden gebruikt, voeg deze dan hierbij.

Toewijzing is wettelijk geregeld en mede gebaseerd op: - het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid ‘Zuid werkt!’ - het Interbestuurlijk Actieprogramma Bevolkingsdaling (aanwijzing krimpgebieden) - het Nationaal Programma Herbestemming 2010 en het Convenant aanpak leegstaande kantoren 2012; - Integrale visie op de woningmarkt; Evaluatie verhuurderheffing (TK 2015-2016, 32 847, 248) (stimulering goedkope nieuwbouw). Op het moment van indienen van de investeringsverklaring en toekenning van een vermindering op de af te dragen verhuurderheffing wordt de toewijzing concreet. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB wordt toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Gelieve te vermelden in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar en uit te leggen hoe deze periode kan worden gerechtvaardigd.

Deze DAEB geldt voor de sector vastgoed en er geldt een werkingsduur van vier jaar, 78 Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's bestaat, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van deze diensten zeer op prijs stellen. Wanneer in een bepaalde sector in uw lidstaat een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat zij tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn, maar blijft een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector georganiseerd is, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, van cruciaal belang.

47

per 1 april 2017 voor zes jaar (Wet maatregelen woningmarkt II artikel 1.14 derde lid). De vrijstelling voor aangekocht bezit in krimpgebieden geldt voor twintig jaar (Wet maatregelen woningmarkt II artikel 1.6 derde lid). Deze termijn van 20 jaar is nodig omdat voor een toegelaten instelling opkoop ten behoeve van sloop slechts dan rendabel is, indien zij voor een periode van 20 jaar van verhuurderheffing is vrijgesteld.


Nee


Vermindering van af te dragen verhuurderheffing (belastingvermindering); uitzondering van belastingplicht voor aangekochte complexen in krimpgebieden

Wat is het gebruikelijke compensatiemechanisme voor de betrokken diensten? Gelieve daarbij aan te geven of een methode op basis van kostentoerekening dan wel de Net Avoided Cost-methode wordt toegepast.

Er wordt een kostentoerekening gehanteerd conform DAEB-besluit. Op grond van art.5 van de Regeling vermindering verhuurderheffing 2014 moet de belastingplichtige de netto kosten verbonden met de gerealiseerde investeringen op een zodanige wijze administreren, dat inzicht kan worden verkregen in de hoogte van deze kosten, zulks afgescheiden van de reguliere bedrijfsvoering, in relatie tot de heffingsvermindering.


Artikel 1.11, eerste juncto derde lid, van de wet regelt door het definiëren van een minimum investeringsbedrag dat de tegemoetkoming niet hoger kan zijn dan 40% van het investeringsbedrag. De compensatie zal dus nooit hoger zijn dan de investeringskosten. Gezien het onrendabele karakter van de betreffende investeringen mag verder worden verondersteld dat ook in de exploitatie geen sprake zal zijn van meer dan een redelijke winst. Daarmee is de voorwaarde om iets te regelen over het eventueel terugvorderen van de overcompensatie niet aan de orde. Voor de vrijstelling van aankoop van particulier bezit geldt dat gezien het feit dat het nooit kan gaan om een vrijstelling van meer dan de verschuldigde belasting het bedrag nooit bovenmatig kan zijn in relatie tot de kosten van de investering.

Geeft u kort aan hoe de transparantievereisten (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten heeft buiten de DAEB) worden nageleefd. Gelieve in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie te geven (bv. links naar websites of andere referenties), aan te geven of u een centrale website heeft waarop u deze informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar deze website te geven) of uit te leggen of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. centraal, regionaal of lokaal niveau).

48

In artikel 4, eerste lid, van de Regeling vermindering verhuurderheffing 2014 is de compensatie gemaximeerd op € 15 mln. Hierdoor wordt voorkomen dat een hoger bedrag aan compensatie wordt verleend, waarover transparantie moet worden betracht. https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/vermindering-verhuurderheffing (www.RVV|RVO.nl)

Bedrag van de toegekende steun

Totaalbedrag van de verleende steun (in miljoen EUR)79. Dit omvat alle op uw grondgebied verleende steun, óók die van regionale en lokale overheden. (A+B+C)

2016 2017 Definitieve investeringsverklaringen in totaal € 19,680 mln.

Daadwerkelijk geld komt pas na verrekening met de heffing. Daadwerkelijke verrekening met belasting is in 2016 € 15,8 mln.

Definitieve investeringsverklaringen in totaal € 60,695 mln.

Daadwerkelijke verrekening met belasting is in 2017 € 44,6 mln.


2016 2017 Definitieve investeringsverklaringen in totaal € 19.680.000

Daadwerkelijk geld komt pas na verrekening met de heffing. Daadwerkelijke verrekening met belasting is in 2016 € 15,8 miljoen

Definitieve investeringsverklaringen in totaal € 60.695.000

Daadwerkelijke verrekening met belasting is in 2017 € 44,6 miljoen


2016 2017 Niet van toepassing


2016 2017 Niet van toepassing

Aandeel van de uitgaven per steuninstrument (rechtstreekse subsidie, garanties, enz.) (voor zover beschikbaar)

79 Zoals bepaald in artikel 9, onder b), van het DAEB-besluit van 2012. 80 Indien het steunbedrag niet kan worden opgesplitst tussen centrale, regionale en lokale overheden, dient alleen het totaalbedrag van de verleende steun voor alle overheden samen te worden opgegeven. 81 Zie voetnoot92. 82 Zie voetnoot92.

49

2016 2017 Zie cijfers hierboven. Het is allemaal heffingsvermindering.

Zie cijfers hierboven. Het is allemaal heffingsvermindering.


2016 2017 Zie onderstaand schema Zie onderstaand schema

2016

2017

Intrekkingen 197 € 2.150.000 Intrekkingen 3780 € 56.840.000 Afwijzingen 214 € 2.315.000 Afwijzingen 517 € 6.770.000

Voorlopige verklaring 5608 € 61.030.000 Voorlopige verklaring 24526 € 395.455.000

Intrekkingen 0 € 0 Intrekkingen 0 € 0 Afwijzingen 147 € 1.560.000 Afwijzingen 754 € 9.260.000

Definitieve verklaring 1654 € 19.680.000 Definitieve verklaring 4367 € 60.695.000

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT - Beleidskader sportevenementen

83 Mocht u beschikken over gegevens betreffende in het kader van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun - bijv. aantal begunstigden per sector, gemiddeld steunbedrag, bedrag per steuninstrument, omvang van de ondernemingen enz. - dan zou de Commissie die graag ontvangen. Indien deze overige kwantitatieve gegevens niet rechtstreeks beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden gepresenteerd. Geeft u in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

50



Het in Nederland organiseren van een aantal geselecteerde topsportevenementen. Het gaat dan met name om de eindronde van een Europees of Wereldkampioenschap. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Subsidieverlening via een beschikking en daarbij een uitvoeringsovereenkomst. Zeer incidenteel via Provinciefonds. Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

De DAEB wordt gevestigd per afzonderlijk sportevenement voor de desbetreffende projectperiode, die kan variëren van een aantal maanden tot maximaal 5 jaar op grond van artikel 4.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen toegekend?

-


- Projectsubsidie - Bijdrage via Provinciefonds (zeer incidenteel)


De maximale rijksbijdrage per sportevenement en bijbehorende side-events varieert: • Een aansprekend internationaal sportevenement

Maximaal € 2.500.000, waarvan: i) Voor de organisatie van het sportevenement: maximaal 25% van de kosten


51

tot ten hoogste € 2.000.000; ii) Voor de organisatie van het programma van side-events rondom het

sportevenement: maximaal 50% van de kosten tot ten hoogste € 500.000.

• Een aanloopevenement Maximaal € 500.000, waarvan: i) Voor de organisatie van het sportevenement: maximaal 25% van de kosten

tot ten hoogste € 400.000; j) Voor de organisatie van het programma van side-events rondom het

sportevenement: maximaal 50%^van de kosten tot ten hoogste € 100.000.

• Overige topsportevenementen Maximaal € 250.000, waarvan: i) Voor de organisatie van het sportevenement: maximaal 25% van de kosten

tot ten hoogste € 200.000; j) Voor de organisatie van het programma van side-events rondom het

sportevenement: maximaal 50% van de kosten tot ten hoogste € 50.000. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

De VWS-projectsubsidie is de sluitpost op de ingediende begroting van een subsidieaanvraag. Bij het vaststellen van de projectsubsidie worden de niet uitgegeven middelen teruggevorderd. Eén en ander conform het geldende beleidskader. Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

-



2016 2017 € 7.085.611,00 € 6.957.208,00

A: Door de nationale centrale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen


52

EUR)86

2016 2017 € 7.085.611,00 € 6.957.208,00


2016 2017


2016 2017


2016 2017 VWS-projectsubsidie = € 4.585.611 VWS bijdrage Provinciefonds = € 2.500.000

VWS-projectsubsidie = € 6.957.208


2016 2017 9 evenementen: 4 WK’s, 4 EK’s en 1 overig. Totaal begrote kosten = € 37.220.912 Begrote inkomsten excl. overheid = € 14.863.648

6 evenementen: 2 WK’s en 4 EK’s. Totaal begrote kosten = € 27.804.291 Begrote inkomsten excl. overheid = € 15.680.973


53

Geef voor elk van de bovenstaande punten informatie aan de hand van onderstaande tabel:










54

Geef kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).



2016 2017


2016 2017


2016 2017


2016 2017


2016 2017


55


2016 2017

3. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN DE DAEB-KADERREGELING VAN 2012 Maak voor dit deel van uw verslag de volgende onderverdeling:

1) DAEB-compensaties van meer dan 15 miljoen EUR die niet onder het DAEB-besluit vallen (vermeld in voorkomend geval het besluit van de Commissie tot goedkeuring van de verschillende maatregelen):

i. Postdiensten

ii. Energie



v. Lucht- of zeeverbindingen met eilanden met een jaarlijkse gemiddelde passagiersstroom die meer bedraagt dan de in art. 2, lid 1, onder d), vastgestelde maxima

vi. Luchthavens en havens met een jaarlijkse gemiddelde passagiersstroom die meer bedraagt dan de in art. 2, lid 1, onder e), vastgestelde maxima

vii. Cultuur

viii. Financiële diensten

ix. Andere sectoren (specificeren a.u.b.)

Geef voor elk van de bovenstaande punten informatie aan de hand van onderstaande tabel:


56




Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.





96 Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw lidstaat in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (omdat zij bijvoorbeeld tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang. Aangezien onder de DAEB-kaderregeling vallende zaken beperkt zullen zijn in aantal, verwacht de Commissie een gedetailleerde beschrijving van elke concrete maatregel.

57

Geef kort aan hoe de transparantievereisten (zie punt 60 van de DAEB-kaderregeling van 2012) worden nageleefd. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw lidstaat publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).



2016 2017


2016 2017


2016 2017


2016 2017


2016 2017


97 Zoals bepaald in punt 62, onder b), van de DAEB-kaderregeling van 2012. 98 Indien het steunbedrag niet kan worden uitgesplitst naar centrale, regionale en lokale overheden, dient alleen het totaalbedrag van de verleende steun voor alle overheden samen te worden opgegeven. 99 Zie voetnoot 98. 100 Zie voetnoot 98.

58

2016 2017

4. KLACHTEN VAN DERDEN Geef een overzicht van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, betreffende maatregelen die onder het toepassingsgebied van het DAEB-besluit van 2012 of van de DAEB-kaderregeling van 2012 vallen. Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk en vermeld de sector waarvoor u klachten heeft ontvangen, alsook de inhoud van de klachten en de eventuele follow-up door uw autoriteiten of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures.

5. OVERIGE VRAGEN

a. Geef aan of uw autoriteiten moeilijkheden hebben ondervonden bij de toepassing van het

DAEB-besluit van 2012 en neem met name de volgende punten in aanmerking:

- de opstelling van een toewijzingsbesluit dat in overeenstemming is met artikel 4 van het DAEB-besluit;

- de vermelding van het compensatiebedrag overeenkomstig artikel 5 van het DAEB-besluit;

- de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig artikel 5, leden 5 tot en met 8, van het DAEB-besluit;

- de regelmatige controle op overcompensatie, zoals vereist door artikel 6 van het DAEB-besluit;

Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk, geef relevante voorbeelden en vermeld in voorkomend geval de sector waar de moeilijkheden zich (het vaakst) voordoen.

b. Geef aan of uw autoriteiten moeilijkheden hebben ondervonden bij de toepassing van de DAEB-kaderregeling van 2012, en neem met name de volgende punten in aanmerking:

- de uitvoering van een publieke raadpleging overeenkomstig punt 14 van de DAEB-kaderregeling;

- de inachtneming van de regels op het gebied van overheidsopdrachten overeenkomstig punt 19 van de DAEB-kaderregeling;

101 De Commissie zou graag eventueel beschikbare gegevens van u ontvangen over op grond van de DAEB-kaderregeling van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn in uw lidstaat, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geef in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

59

- de berekening van de nettokosten volgens de Net Avoided Cost-methode zoals vereist door de punten 25 tot en met 27 van de DAEB-kaderregeling;

- de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig de punten 33 tot en met 38 van de DAEB-kaderregeling;


c. Indien u nog andere opmerkingen heeft over de toepassing van het DAEB-besluit en de DAEB-kaderregeling op punten die niet door de bovenstaande vragen worden bestreken, kunt u die in uw verslag opnemen.

_____________________

BIJLAGE




Elke lidstaat dient om de twee jaar bij de Commissie een verslag in over de uitvoering van dit besluit.. Die verslagen geven voor de in artikel 2, lid 1, genoemde verschillende categorieën diensten een gedetailleerd overzicht van de toepassing van dit besluit en omvatten:





Punt 62 van de DAEB-kaderregeling van 2012 bevat in beginsel dezelfde verslagleggingsverplichtingen voor op grond van de DAEB-kaderregeling van 2012 verleende steun. Let op: voor dit verslag is de originele structuur aangehouden. Een aantal velden zijn niet op decentrale overheden van toepassing. Die vakken zijn vooraf cursief al door ons ingevuld. 1. OVERZICHT VAN DE UITGAVEN



Compensatie voor diensten van algemeen economisch belang (1+2) 1) Compensatie op grond van het DAEB-besluit 2) Compensatie op grond van de DAEB-kaderregeling

2016 2017 1,283495 1,733846 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)

Facultatief: Indien uw gemeente of provincie geen staatssteun heeft verleend voor het verrichten van DAEB's in bepaalde sectoren op basis van het DAEB-besluit of de DAEB-kaderregeling, zou informatie over andere instrumenten die het beheer van DAEB’s garanderen, bijzonder nuttig zijn. Geef, voor zover beschikbaar, een korte beschrijving van die instrumenten (bv. rechtstreekse steun aan gebruikers, compensatie die voldoet aan alle vier de Altmark-criteria, de-minimissteun voor DAEB’s, ...) en geef aan in welke sectoren er gebruik van wordt gemaakt.

2. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN HET DAEB-BESLUIT VAN 2012

Maak voor dit deel van uw verslag de volgende onderverdeling:


a) Sociale huisvesting De gemeente Almere heeft voor het project Nobelhorst te Almere, dat zij samen met haar partner Stichting Ymere ontwikkelt, eind 2014 een korting verleend op de eerder overeengekomen grondprijzen. Deze korting wordt gebruikt door Stichting Ymere voor het realiseren, onderhouden en exploiteren van haar sociale (huur)woningen op de locatie Nobelhorst.

Geeft u voor elk van de bovenstaande punten informatie aan de hand van onderstaande tabel:

Een duidelijke en volledige beschrijving van hoe de betrokken diensten in uw gemeente of provincie zijn georganiseerd1

Welk soort diensten is in uw gemeente of provincie in de betrokken sector als DAEB aangemerkt? Geef een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten. Gebruik hiervoor de hierboven beschreven onderverdeling.

Het realiseren, onderhouden en exploiteren van sociale (huur)woningen op de locatie Nobelhorst te Almere. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector

gebruik wordt gemaakt van standaardmodellen voor toewijzingen, gelieve die dan hierbij te voegen.

Verlaging van eerder overeengekomen koopprijzen voor de gronden op de locatie Nobelhorst te Almere.


30 jaar


n.v.t.


Compensatie wordt toegekend in de vorm van de gronduitgifte tegen een verlaagde koopprijs (gemiddelde prijs/m2).


De financiële waardering van de verlaging van de eerder overeengekomen koopprijs voor gronden mag niet hoger zijn dan de nettokosten (vermeerderd met de redelijke winst) voor de realisatie van de sociale woningen in het project Nobelhorst. Onder nettokosten wordt verstaan: de kosten van grondverwerving, planontwikkeling, bouw, beheer en onderhoud van de sociale woningbouw, alsmede de rentekosten gedurende minimaal 30 jaar verminderd met de inkomsten gedurende deze periode. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Financiële verantwoordings- en verslagleggingsverplichting voor Ymere alsmede het jaarlijks geven van inzage in de boekhouding en het doen van een opgave van het aantal kavels bestemd voor sociale woningbouw, het type sociale woningen dat wordt gerealiseerd, de maximale huurprijzen die daarop van toepassing zijn alsmede eventuele andere inkomsten. Indien uit de controle op de nettokosten door een onafhankelijke deskundige (in opdracht van de gemeente Almere) blijkt dat de nettokosten lager zijn dan de ontvangen compensatie in de vorm van de verlaagde koopprijs, zal Ymere het verschil aan de gemeente terugbetalen.

1 Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

Geeft u kort aan hoe de transparantievereisten worden nageleefd (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten hebben buiten de DAEB. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw gemeente of provincie publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

n.v.t.


Totaalbedrag van de verleende steun (in miljoen EUR). Dit omvat alle op uw grondgebied verleende steun, inclusief de door regionale en lokale overheden verleende steun. (A+B+C)

2016 2017 Niet van toepassing Niet van toepassing

A: Door de nationale centrale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)


B: Door de regionale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)


C: Door de lokale overheden betaald totaalbedrag van de steun (in miljoen EUR)


Totaalbedrag van de verleende steun (in miljoen EUR)2 Dit omvat alle in uw gemeente of provincie verleende steun.

2016 2017 1,283495 (in mln EUR) 1,733846 (in mln EUR)


2016 2017 100% Compensatie in de vorm van de gronduitgifte tegen een verlaagde koopprijs

100% Compensatie in de vorm van de gronduitgifte tegen een verlaagde koopprijs


2016 2017 1 begunstigde 1 begunstigde

2 Zoals bepaald in artikel 9, onder b), van het DAEB-besluit van 2012. 3 Mocht u beschikken over gegevens betreffende in het kader van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz, dan zou de Commissie die graag ontvangen. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet gemakkelijk beschikbaar zijn, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geeft u in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

3. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN DE DAEB-KADERREGELING VAN 2012

De DAEB rapportage ziet daarnaast ook op steun verleend onder toepassing van de DAEB Kaderregeling (2012/C 8/03). Voor steun onder de DAEB Kaderregeling geldt de verplichting tot voorafgaande aanmelding bij de Europese Commissie. In de jaren 2016 en 2017 is door decentrale overheden geen steun verleend onder toepassing van de DAEB Kaderregeling. U hoeft de onderstaande tabel dan ook niet in te vullen.


Welk soort diensten is in uw gemeente of provincie in de betrokken sector als DAEB aangemerkt? Geef een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten.

Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

Geef kort aan hoe de transparantievereisten (zie punt 60 van de DAEB-kaderregeling van 2012) worden nageleefd. Geef in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie (bv. links naar websites of andere referenties), geef aan of u een centrale website heeft waarop u die informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw gemeente of provincie publiceert (en zo ja, de link naar die website te geven) of licht toe of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. op centraal, regionaal of lokaal niveau).

Niet van toepassing










Totaalbedrag van de verleende steun (in miljoen EUR). Dit omvat alle in uw gemeente of provincie verleende steun.






4. KLACHTEN VAN DERDEN

Geef een overzicht van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, betreffende maatregelen die onder het toepassingsgebied van het DAEB-besluit van 2012 of van de DAEB-kaderregeling van 2012 vallen. Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk en vermeld de sector waarvoor u klachten heeft ontvangen, alsook de inhoud van de klachten en de eventuele follow-up door uw autoriteiten of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures. OVERIGE VRAGEN

a. Geef aan of uw autoriteiten moeilijkheden hebben ondervonden bij de toepassing van het DAEB-besluit van 2012 en neem met name de volgende punten in aanmerking:







- de uitvoering van een publieke raadpleging overeenkomstig punt 14 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing

- de inachtneming van de regels op het gebied van overheidsopdrachten overeenkomstig punt 19 van de DAEB-kaderregeling; - de berekening van de nettokosten volgens de Net Avoided Cost-methode zoals vereist door de punten 25 tot en met 27 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing - de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig de punten 33 tot en met 38 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing

Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk, geef relevante voorbeelden en vermeld in voorkomend geval de sector waar de moeilijkheden zich (het vaakst) voordoen. N.v.t. Indien u nog andere opmerkingen heeft over de toepassing van het DAEB-besluit en de DAEB-kaderregeling op punten die niet door de bovenstaande vragen worden bestreken, kunt u die in uw verslag opnemen.

BIJLAGE













2016 2017 4,65 3,85 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






V. Cultuur/ VII Citymarketing Metropoolregio Amsterdam


Besluit College van B&W (2017 toegevoegd, 2013 reeds in bezit)


DAEB is voor de periode van 5 jaar toegewezen in 2023 en verlengd voor een periode van 5 jaar in 2017


n.v.t.


Subsidie


Kostentoerekening


Jaarlijkse verantwoording DAEB staat kostentoerekening met akkoord accountant


2016 2017 4,65 3,85


2016 2017 Subsidie citymarketing 4,65 miljoen Subsidie citymarketing 3,85 miljoen


2016 2017 1 begunstigde Citymarketing 1 begunstigde Citymarketing






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















BIJLAGE













2016 2017 0 0,19 mln euro 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






2b: Het in voldoende mate realiseren en aanbieden van peuterspeelzaalwerk (korte dagdelen) voor peuters van 2 tot 4 jaar in alle vijf de dorpskernen van de gemeente


We hebben er maar één


3 jaar. Toegewezen voor de periode 1 januari 2017 tm 31 dec 2019



Subsidie verlenen en huurtarief voor maatschappelijk vastgoed hanteren


Op basis van kostentoerekening is de compensatie bepaald


1. De organisatie overlegt periodiek een financiële verantwoording. 2. De organisatie scheidt boekhoudkundig de kosten en inkomsten van de publieke activiteiten van andere (private activiteiten. 3. Als organisatie met 3e een overeenkomst aangaat ter uitvoering van de DAEB dan legt zij hun dezelfde plichten op. 4. De gemeente controleert regelmatig de dienstverlening en financiele verantwoording (minstens elke 12 maanden). 5. Overcompesnatie wordt teruggevorderd.

1 Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en

beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

2016 2017 0 0,19 miljoen euro


2016 2017 100% subsidie


2016 2017 1 begunstigde






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















Geef een overzicht van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, betreffende maatregelen die onder het toepassingsgebied van het DAEB-besluit van 2012 of van de DAEB-kaderregeling van 2012 vallen. Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk en vermeld de sector waarvoor u klachten heeft ontvangen, alsook de inhoud van de klachten en de eventuele follow-up door uw autoriteiten of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures. OVERIGE VRAGEN Geen klachten ontvangen


- de opstelling van een toewijzingsbesluit dat in overeenstemming is met artikel 4 van het DAEB-besluit; Nee

- de vermelding van het compensatiebedrag overeenkomstig artikel 5 van het DAEB-besluit; Nee

- de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig artikel 5, leden 5 tot en met 8, van het DAEB-besluit; Nee

- de regelmatige controle op overcompensatie, zoals vereist door artikel 6 van het DAEB-besluit; Nee






BIJLAGE













2016 2017 0,231 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)


De gemeente Bunnik heeft subsidie uitgekeerd aan woningcorporatie LekstedeWonen met inachtneming van de artikelen 14 en 106 lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VwEU”), het besluit 2012/21/EU van de Europese Commissie (PbEU 2012, L 7/3) en artikel 47 lid 1 aanhef en onder b van de Woningwet wijst het college als dienst van algemeen economisch belang aan “het verwerven van voor permanent verblijf te verhuren onroerende zaken gelegen aan het Spoorerf 1 tot en met 18 te Bunnik en kadastraal bekend als Bunnik A 6560 A1 tot en met A18 met een aanvangshuurprijs van ten hoogste het in artikel 13 lid 1 aanhef en onder a van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedrag”. 2. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN HET DAEB-BESLUIT VAN 2012





b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






sociale huurwoningen. De compensatie is bestemd voor het beheer van de hiervoor gedefinieerde dienst van algemeen economisch belang en de daarmee samenhangende verplichtingen.


Directe subsidie


20 jaar. Is een termijn die wij redelijk achten voor sociale huisvesting. Daarna kan de woning worden verkocht of duurder verhuurd.


Niet bekend


Rechtstreekste subsidie


Het compensatiemechanisme is gedaan op basis van kostentoerekening en niet op basis van de Net Avoided Cost Method.


Voor zover de stichting daarmee een verkoopprijs (exclusief eventuele kosten en belastingen) realiseert die meer dan de maximale aanbieding bedraagt, dient de stichting het meerdere tot ten hoogste het bedrag van de compensatie (zijnde EUR 231.000) aan de gemeente terug te betalen. Deze betaling vindt plaats ten tijde van de overdracht door de passerende notaris.



n.v.t.











2016 2017 0,231 miljoen


2016 2017 100 % Rechtstreekse subsidie


2016 2017 1 begunstigde






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















1

BIJLAGE: OPGAVE UITGAVEN DIENSTEN VAN ALGEMEEN ECONOMISCH BELANG 2016 EN 2017 1. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN HET DAEB-BESLUIT VAN 2012

Geeft u, indien van toepassing, voor elk van de op pagina 3 genoemde punten informatie aan de hand van onderstaande tabel:

Duidelijke en volledige beschrijving van hoe de betrokken diensten in uw provincie of gemeente worden georganiseerd1

Welk soort diensten is in de betrokken sector in uw gemeente of provincie aangemerkt als DAEB? Wij verzoeken u te rapporteren aan de hand van de op pagina 3 genummerde sectoren. Bijvoorbeeld, welke DAEB’s zijn toegewezen in de sector:

2) Sociale diensten (art. 2, lid 1, onder c) DAEB-Besluit)

c. Toegang tot de arbeidsmarkt en herintreding

Geeft u een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten.

NGOs, non-profit educatie- en kennisinstellingen alsmede enkele internationale organisaties.

Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing (bijvoorbeeld een besluit van het college van B&W of van Provinciale Staten)? Wanneer voor een bepaalde sector standaardmodellen voor toewijzingen worden gebruikt, voeg deze dan hierbij.

Besluit college van B & W.

Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB wordt toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Gelieve te vermelden in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar en uit te leggen hoe deze periode kan worden gerechtvaardigd.

Gemiddeld tussen 1 – 3 jaar.


Nee, nv.t.

1 Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's bestaat, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van deze diensten zeer op prijs stellen. Wanneer in een bepaalde sector in uw gemeente of provincie een groot aantal diensten wordt toegewezen, zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn, maar blijft een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector georganiseerd is, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, van cruciaal belang.

2


Subsidie.


Een methode op basis van kostentoerekening (standard costs) is gebruikt als compensatiemechanisme


Dit wordt vermeden door de beperkte duur en de geringe hoogte van de bijdrage. Tevens wordt aan de hand van organisatiebezoeken, het controleren van jaarverslagen gevolg gegeven aan het controlemechanisme. Eventueel worden dan in voorkomend geval bedragen niet uitgekeerd en/of teruggevorderd.

Indien van toepassing: geeft u kort aan hoe de transparantievereisten (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten heeft buiten de DAEB) worden nageleefd. Gelieve in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie te geven (bv. links naar websites of andere referenties) en aan te geven of u een website heeft waarop u deze informatie voor alle betrokken steunmaatregelen publiceert (en zo ja, de link naar deze website te geven).


Totaalbedrag van de verleende steun (in miljoen EUR)2. Dit omvat alle in uw gemeente of provincie verleende steun

2016 2017 € 0,418 mln € 1,245 mln


2016 2017 100% Subsidie. 100% Subsidie.


3


2016 2016 Gemiddelde organisatiegrootte 1-15 personen

Idem

De bovenstaande tabel van uw verslag wordt als volgt onderverdeeld:

1) Ziekenhuizen (art. 2, lid 1, onder b) DAEB-Besluit)



b) Kinderopvang




3) Lucht- of zeeverbindingen met eilanden met een jaarlijkse gemiddelde passagiersstroom die niet meer bedraagt dan de in art. 2, lid 1, onder d) DAEB-Besluit, vastgestelde maxima

4) Luchthavens en havens met een jaarlijkse gemiddelde passagiersstroom die niet meer bedraagt dan de in art. 2, lid 1, onder e) DAEB-Besluit, vastgestelde maxima

5) DAEB-compensaties van maximaal 15 miljoen EUR (art. 2, lid 1, onder a) DAEB-Besluit)

i. Postdiensten

ii. Energie

iii. Inzameling van afval


v. Cultuur


vii. Andere sectoren (NGOs, non-profit educatie- en kennisinstellingen alsmede enkele internationale organisaties)

3 Mocht u beschikken over gegevens betreffende in het kader van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun - bijv. aantal begunstigden per sector, gemiddeld steunbedrag, bedrag per steuninstrument, omvang van de ondernemingen enz. - dan zou de Commissie die graag ontvangen. Indien deze overige kwantitatieve gegevens niet rechtstreeks beschikbaar zijn, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden gepresenteerd. Geeft u in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

4

2. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN DE DAEB-KADERREGELING

VAN 2012

De DAEB rapportage ziet daarnaast ook op steun verleend onder toepassing van de DAEB Kaderregeling (2012/C 8/03). Voor steun onder de DAEB Kaderregeling geldt de verplichting tot voorafgaande aanmelding bij de Europese Commissie. In de jaren 2014 en 2015 is door decentrale overheden geen steun verleend onder toepassing van de DAEB Kaderregeling.

U hoeft de onderstaande tabel dan ook niet in te vullen.

Duidelijke en volledige beschrijving van hoe de betrokken diensten in uw gemeente of provincie worden georganiseerd4

Welk soort diensten is in de betrokken sector in uw gemeente of provincie aangemerkt als DAEB? Geeft u een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten.

Niet van toepassing.

Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector standaardmodellen voor toewijzingen worden gebruikt, voeg deze dan hierbij.


4 Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's bestaat, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van deze diensten zeer op prijs stellen. Wanneer in een bepaalde sector in uw gemeente of provincie een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat zij tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn, maar blijft een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector georganiseerd is, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, van cruciaal belang. Aangezien onder de DAEB-kaderregeling vallende zaken in aantal beperkt zullen zijn, verwacht de Commissie een gedetailleerde beschrijving van elke concrete maatregel.

5

Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB wordt toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Gelieve te vermelden in welke sectoren DAEB's voor een periode van meer dan 10 jaar zijn toegewezen en uit te leggen hoe deze periode kan worden gerechtvaardigd?










Geeft u kort aan hoe de transparantievereisten (zie punt 60 van de DAEB-kaderregeling van 2012) worden nageleefd. Gelieve in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie te geven (bv. links naar websites of andere referenties), aan te geven of u een centrale website heeft waarop u deze informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw gemeente of provincie publiceert (en zo ja, de link naar deze website te geven) of uit te leggen of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. centraal, regionaal of lokaal niveau).




2016 2017 Niet van toepassing. Niet van toepassing.


2016 2017

5 Zoals bepaald in punt 62, onder b), van de DAEB-kaderregeling van 2012.

6

Niet van toepassing. Niet van toepassing.



3. KLACHTEN VAN DERDEN Gelieve een overzicht te geven van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, ten aanzien van maatregelen die binnen het toepassingsgebied vallen van het DAEB-besluit van 2012. Gelieve in uw antwoord zo nauwkeurig mogelijke gegevens te verstrekken en de sector te vermelden waarvoor u klachten heeft ontvangen, evenals de inhoud van de klachten en de mogelijke follow-up door uw gemeente of provincie of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures.

Niet van toepassing

4. OVERIGE VRAGEN

a. Wij verzoeken u vriendelijk aan te geven of uw gemeente of provincie moeilijkheden

hebben ondervonden bij de toepassing van het DAEB-besluit van 2012, en verzoeken u met name de volgende aspecten in aanmerking te nemen:

- opstelling van een toewijzingsbesluit dat in overeenstemming is met artikel 4 van het DAEB-besluit;

- vermelding van het compensatiebedrag overeenkomstig artikel 5 van het DAEB-besluit;

- bepaling van de redelijke winst overeenkomstig artikel 5, leden 5 tot en met 8, van het DAEB-besluit;

- regelmatige controle op overcompensatie, zoals vereist door artikel 6 van het DAEB-besluit;

Gelieve in uw antwoord zo nauwkeurig mogelijke gegevens te verstrekken, relevante voorbeelden te geven en in voorkomend geval de sector te vermelden waar de moeilijkheden zich het (vaakst) voordoen.

6 Mocht u beschikken over gegevens betreffende in het kader van de DAEB-kaderregeling van 2012 verleende steun - bijv. aantal begunstigden per sector, gemiddeld steunbedrag, bedrag per steuninstrument, omvang van de ondernemingen enz. - dan zou de Commissie die graag ontvangen. Indien deze overige kwantitatieve gegevens niet rechtstreeks beschikbaar zijn in uw gemeente of provincie, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden gepresenteerd. Geeft u in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

7

Niet van toepassing

b. Wij verzoeken u vriendelijk aan te geven of uw gemeente of provincie moeilijkheden hebben ondervonden bij de toepassing van de DAEB-kaderregeling van 2012, en verzoeken u met name de volgende punten in aanmerking te nemen:

De onderstaande vragen (m.b.t. punt b) zijn, evenals de tabel onder punt 2, niet op uw gemeente of provincie van toepassing.

- uitvoering van een publieke raadpleging overeenkomstig punt 14 van de DAEB-kaderregeling;


- inachtneming van de regels op het gebied van overheidsopdrachten overeenkomstig punt 19 van de DAEB-kaderregeling;


- berekening van de nettokosten volgens de Net Avoided Cost-methode zoals vereist door de punten 25 tot en met 27 van de DAEB-kaderregeling;


- bepaling van de redelijke winst overeenkomstig de punten 33 tot en met 38 van de DAEB-kaderregeling;




c. Indien u nog verdere opmerkingen heeft over de toepassing van het DAEB-besluit op aspecten die niet door de bovenstaande vragen worden bestreken, kunt u die in uw verslag opnemen.

BIJLAGE













2016 2017 1,08 (mln)

1,043 (mln)

0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






De inzet van gesubsidieerde arbeid en het bieden van begeleiding aan kwetsbare groepen in de activiteiten, kringloop, dienstenwinkel en leerwerkprojecten.


Aanwijzing Diensten van algemeen economisch belang (DAEB) door college van Burgemeester en Wethouders


Onbepaalde tijd . Sector Werk, inkomen en Armoedebeleid


Nvt


Subsidie


Kostentoerekening ten behoeve van dekking loonkosten voormalige (gewitte) ID medewerkers. Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Regeling: Maximaal 10% van evt. overcompensatie toevoegen aan reserve, restant terug te betalen.



Nvt











2016 2017 1,08 mln 1,043 mln


2016 2017 100% subsidie 100% subsidie


2016 2017






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















BIJLAGE













2016 2017 0 (n.v.t.) 0,317 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






5) DAEB-compensatie van maximaal 15 miljoen EUR per jaar (art. 2, lid 1, onder a) a. Aanwijzing als lokale omroep van de gemeente Ede Omschrijving DAEB Een ruim scala omroepactiviteiten gericht op een evenwichtige en gevarieerde programmering voor een breed publiek in de gemeente Ede. Onderdeel van deze omroepactiviteiten is in ieder geval het verzorgen van uitzendingen van vergaderingen van de gemeenteraad van Ede. Met deze activiteiten wordt beoogd te voldoen aan de democratische, sociale en culturele behoeften van de Edese samenleving en wordt het pluralisme gewaarborgd. Vanwege de ontwikkeling en diversificatie van activiteiten in het digitale tijdperk kan de publieke taak audiovisuele diensten via alle distributieplatforms bevatten. Het bekostigen van de lokale publieke omroep is een wettelijke taak van de gemeente, op grond van artikel 2.170b van de Mediawet 2008. De ontwikkeling en diversificatie van activiteiten moet blijven voldoen aan bovengenoemde democratische, sociale en culturele behoeften van de Edese samenleving. Het Commissariaat voor de Media is naast ons college mede belast met toezicht op de tenuitvoerlegging hiervan. De Stichting Omroep Ede is belast met het verzorgen en uitzenden van een op de gemeente Ede georiënteerd audiovisueel programma-aanbod dat voldoet aan de democratische, sociale en culturele behoeften van de Edese samenleving. Deze audiovisuele diensten moeten worden geleverd in overeenstemming met de verplichtingen zoals vastgelegd in de Mediawet 2008, in het bijzonder de artikelen 2.1, 2.61 en 2.70. b. Opvang van zwerfdieren Omschrijving DAEB de opvang en verzorging van zwerfdieren die in bewaring worden gegeven bij de gemeente Ede, gedurende 14 dagen te rekenen vanaf het moment dat deze dieren worden binnengebracht. Dit is een wettelijke taak van de gemeente, op grond van artikel 5 juncto 5 van het boek 5 van het Burgerlijk Wetboek. Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector


Voor de omroep Ede - een DAEB-aanwijzingsbesluit Voor de Stichting dierenasiel de Hof van Ede - de Verordening uitsluitend recht in bewaring gegeven dieren Ede en een DAEB-aanwijzingsbesluit Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB is toegewezen en aandeel van de

toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Vermeld in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar, en leg uit hoe die periode kan worden gerechtvaardigd.

De DAEB voor de Omroep Ede loopt nog tot en met 15 maart 2019. De totale duur van de DAEB bedraagt daarmee 3 jaren. Voor die tijd werd gebruik van gemaakt van de DAEB-de-minimisverordening. Het Commissariaat voor de Media wijst telkens voor een periode van 5 jaar de lokale omroep aan per gemeente. De DAEB voor de Stichting dierenasiel de Hof van Ede is opgelegd voor een periode van 7 jaar. Er zijn geen DAEB’s met een duur van meer dan 10 jaar. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen

toegekend?

Aan de stichting Omroep Ede is een bijzonder recht toegekend door het Commissariaat van de Media. Deze organisatie mag als enige lokale omroep binnen de gemeente Ede actief zijn (naast de provinciale en landelijke omroep). Aan de stichting Dierenasiel de Hof van Ede is een uitsluitend recht toegekend. De aanleiding hiervoor is dat de stichting als enig dierenasiel werkzaam is in de directe omgeving van de gemeente Ede. Een reguliere aanbesteding was vanwege deze monopolie positie niet wenselijk. Vanwege de benodigde huisvesting (asielgebouw) en het niet-commerciële karakter van de dienst is er ook weinig kans op vestiging van concurrenten.


Voor de stichting Omroep Ede - een subsidie Voor de stichting Dierenasiel de Hof van Ede - een jaarlijkse kostenvergoeding op basis van een overeenkomst.


Voor beide organisaties wordt een methode van kostentoerekening gebruikt.


De Omroep Ede legt jaarlijks verantwoording af over de verleende subsidie, inclusief jaarrekening en accountantsverklaring. Als blijkt dat de kosten lager zijn dan begroot, dan kan de subsidie lager worden vastgesteld en het teveel betaalde bedrag worden teruggevorderd.

De stichting Dierenasiel de Hof van Ede legt eveneens jaarlijks verantwoording, inclusief jaarrekening en accountantsverklaring. Als blijkt dat sprake is van overcompensatie, dan is de stichting verplicht om deze terug te betalen op basis van het DAEB-aanwijzingsbesluit.

1 Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en

beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.


Niet van toepassing











2016 2017 € 0,- NB: de Omroep Ede heeft wel steun ontvangen in 2016 op grond van de DAEB de-minimis verordening (Verordening 360 / 2012 van 25 april 2012, L114/8).

€ 0,314686 mio


2016 2017 € 0,- Subsidie: €0,190594 mio

Vergoeding op basis van overeenkomst van opdracht: €0,124092


2016 2017 sector: andere sectoren begunstigde: Omroep Ede steunbedrag: €0,151500 mio omzet: €0,193323 balanstotaal: €0,099854 mio omvang onderneming: geen medewerkers in loondienst, wel een groot aantal vrijwilligers

sector: andere sectoren begunstigde: Omroep Ede steunbedrag: €0,190594 mio sector: andere sectoren begunstigde: stichting Dierenasiel de Hof van Ede steunbedrag: €0,124090

2 Zoals bepaald in artikel 9, onder b), van het DAEB-besluit van 2012. 3 Mocht u beschikken over gegevens betreffende in het kader van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun, zoals bijvoorbeeld het aantal begunstigden per sector, het gemiddelde steunbedrag, het bedrag per steuninstrument, de omvang van de ondernemingen, enz, dan zou de Commissie die graag ontvangen. Indien dergelijke overige kwantitatieve gegevens niet

gemakkelijk beschikbaar zijn, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden overgelegd. Geeft u in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.





Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















Geef een overzicht van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, betreffende maatregelen die onder het toepassingsgebied van het DAEB-besluit van 2012 of van de DAEB-kaderregeling van 2012 vallen. Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk en vermeld de sector waarvoor u klachten heeft ontvangen, alsook de inhoud van de klachten en de eventuele follow-up door uw autoriteiten of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures. Antwoord: Er zijn geen klachten van derden over de betreffende maatregelen. OVERIGE VRAGEN









- de inachtneming van de regels op het gebied van overheidsopdrachten overeenkomstig punt 19 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing - de berekening van de nettokosten volgens de Net Avoided Cost-methode zoals vereist door de punten 25 tot en met 27 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing - de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig de punten 33 tot en met 38 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing


BIJLAGE













2016 2017 0,071

0,167

0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






Zorg voor en sociale inclusie van kwetsbare groepen


In 2016 is Onderhoud Enschede BV opgericht als DAEB, met als doel zorg voor en inclusie van kwetsbare groepen. Gemeente Enschede draagt via een dienstverleningsovereenkomst werkzaamheden op zodat de Onderhoud Enschede invulling kan geven aan de DAEB doelstelling.


De DAEB - de maatschappelijke -en arbeidsintegratie in de vorm van tewerkstelling van werknemers met een handicap en (uiterst) kwetsbare werknemers -is in het kader van het beheer ervan toegewezen aan Onderhoud Enschede BV tot 31 december 2025 (maximaal 10 jaar). Een verruiming tot nieuwe diensten moet aan het college worden voorgelegd. Ook moet jaarlijks een begroting worden voorgelegd aan het college in verband met de toe te kennen compensatie aan Onderhoud Enschede voor de taken om maatschappelijke integratie en arbeidsintegratie van kwetsbare personen of groepen te borgen. Worden (in de regel) uitsluitende of bijzondere rechten aan de ondernemingen

toegekend?

Jaarlijks wordt op basis van een begroting een compensatie aan Onderhoud Enschede toegekend voor de taken om maatschappelijke integratie en arbeidsintegratie van kwetsbare personen of groepen te borgen.


Loonkostensubsidies, en een garantstelling op een lening t.b.v. investeringen in werkmaterieel (die in januari 2018 daadwerkelijk is geeffectueerd).


Kostentoerekening


Via de begroting en de jaarrekening (als verantwoordinginstrument)

1 Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's wordt verricht, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van die diensten willen krijgen. Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat ze tot de bevoegdheid van regionale of

lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn. Een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector is georganiseerd, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, blijft evenwel van cruciaal belang.

2016 2017 0,071 mln euro 0,167 mln euro


2016 2017 100% subsidie Loonkostensubsidie € 71.000,- Garantstelling: 0 euro (gaat in per januari 2018)

100% subsidie Loonkostensubsidie € 167.000,- Garantstelling: 0 euro


2016 2017 Onderhoud Enschede 150 medewerkers Onderhoud Enschede 140 medewerkers






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















BIJLAGE













2016 2017 € 3.306.478 € 3.306.478 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






Het gaat om: 5 (DAEB-compensaties van maximaal 15 miljoen EUR (art. 2, lid 1, onder a) DAEB-Besluit), onderdeel v. cultuur: - activiteiten die primair in een bibliotheek, speel-o-theek en kunstgalerie plaatsvinden; - het beschikbaar stellen van ruimten voor (niet commercieel) sociaal cultureel gebruik evenals voor het gebruik als oefenruimten voor amateurgezelschappen; - het aanbieden van theateractiviteiten, kunsteducatie, -daaronder begrepen dans-, beeldende kunsten-, muziek- en theaterlessen; - voorlichtingsactiviteiten voor de gemeente Etten-Leur voor zover deze een component van algemeen nut in zich hebben.


Aanwijzingsbesluit DAEB door B&W


DAEB niet aangewezen voor periode van meer dan 10 jaar


Nee


Subsidiebeschikking (compensatiebesluit)


Kostentoerekening


Jaarlijks dient een jaarverslag met accountantscontrole te worden overlegd. De accountant dient hierin tevens een oordeel over de besteding van de voor DAEB-activiteiten beschikbaar gestelde subsidie te geven. Een cumulatief egalisatiesaldo van 10% is toegestaan, daarboven zal dit verrekend worden.


Niet van toepassing, geen steun van meer dan 15 miljoen.











2016 2017 3,3 miljoen EUR

€ 3.306.478

3,3 miljoen EUR

€ 3.306.478


2016 2017 100% subsidie 100% subsidie


2016 2017 1 begunstigde 1 begunstigde






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















Geef een overzicht van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, betreffende maatregelen die onder het toepassingsgebied van het DAEB-besluit van 2012 of van de DAEB-kaderregeling van 2012 vallen. Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk en vermeld de sector waarvoor u klachten heeft ontvangen, alsook de inhoud van de klachten en de eventuele follow-up door uw autoriteiten of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures.

Geen klachten OVERIGE VRAGEN


- de opstelling van een toewijzingsbesluit dat in overeenstemming is met artikel 4 van het DAEB-besluit; Geen moeilijkheden

- de vermelding van het compensatiebedrag overeenkomstig artikel 5 van het DAEB-besluit; Geen moeilijkheden

- de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig artikel 5, leden 5 tot en met 8, van het DAEB-besluit; Geen moeilijkheden

- de regelmatige controle op overcompensatie, zoals vereist door artikel 6 van het DAEB-besluit; Geen moeilijkheden





Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk, geef relevante voorbeelden en vermeld in voorkomend geval de sector waar de moeilijkheden zich (het vaakst) voordoen. N.v.t.

Indien u nog andere opmerkingen heeft over de toepassing van het DAEB-besluit en de DAEB-kaderregeling op punten die niet door de bovenstaande vragen worden bestreken, kunt u die in uw verslag opnemen.

BIJLAGE













2016 2017 0,315 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






De transformatie van het voormalige kantoorpand aan de Agnietenstraat 24 naar wonen door de bouw van huurwoningen beneden de liberalisatiegrens onder de volgende voorwaarden en verplichtingen: - Het tegen vergoeding van een financiële bijdrage van maximaal € 315.000,00 (zegge: driehondervijftienduizend) ver(nieuw)bouwen van het voormalige kantoorpand aan de Agnietenstraat 24 tot minimaal 50 (zegge: vijftig) en maximaal 55 (zegge: vijfenvijftig) sociale huurwoningen, waarbij minimaal zes woningen een huurprijs onder de kwaliteitskortingsgrens oftewel de huurtoeslaggrens voor jongeren hebben en minimaal 34 (zegge vierendertig) woningen een huurprijs onder de aftoppingsgrens voor een- en tweepersoonshuishoudens hebben en deze gedurende de duur van minimaal vijftien jaren als zodanig in stand te houden; - Deze dienst moet worden geleverd in overeenstemming met de Anterieure overeenkomst Agnietenstraat 24 die Mozaïek Wonen en de gemeente Gouda zijn aangegaan (getekend 8 juli 2016). - De DAEB omvat de activiteiten als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onder sub b van de Woningwet. - Deze aanwijzing eindigt op 31 december 2018.


Er is gebruik gemaakt van een besluit.


Agnietenstraat: 2017 en 2018


Uitsluitend woningcorporatie Mozaïek Wonen ontvangt in de bedoelde periode compensatie van de gemeente Gouda ten behoeve van de transformatie van het voormalige kantoorpand aan de Agnietenstraat 24 naar wonen door de bouw van huurwoningen beneden de liberalisatiegrens zoals bij 1 beschreven.


subsidie


Agnietenstraat: controle de berekeningsmethode zoals deze wordt beschreven in artikel 61, tweede lid, en volgende van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015


- Uiterlijk 31 december 2018 of zoveel eerder als mogelijk is, controleert de Gemeente, mede in het kader van de verantwoording van de verleende subsidie c.q. compensatie, dat er zich geen overcompensatie voordoet of heeft voorgedaan.

- Van toepassing is de berekeningsmethode zoals deze wordt beschreven in artikel 61, tweede lid, en volgende van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, zoals deze in werking zal treden op 1 januari 2017 (gepubliceerd in het Staatsblad 2015, 231).

- Mocht er sprake zijn van overcompensatie, dan wordt de teveel ontvangen subsidie c.q. compensatie teruggevorderd.

- Indien bij de uitvoering van de plannen blijkt dat het ontstane tekort lager uitvalt dan aanvankelijk is geraamd, wordt de teveel ontvangen subsidie c.q. compensatie teruggevorderd.



nvt











2016 2017 0,315 mio euro


2016 2017 Subsidie van 0,315 mio euro


2016 2017 Sociale huur: 1 woningcorporatie voor 53

sociale huur appartementen






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing
























Antwoord: Wij hebben ons hierbij laten adviseren door een deskundige op het vlak van Staatssteun en DAEB (advocaat). Dit hebben wij gedaan omdat wij niet dagelijks met deze materie te maken hebben en moeite hadden met de toepassing van de vereisten van het DAEB-besluit van 2012 zoals het opstellen van het toewijzingsbesluit en het kiezen van het compensatiebedrag ed.



- de inachtneming van de regels op het gebied van overheidsopdrachten overeenkomstig punt 19 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing. - de berekening van de nettokosten volgens de Net Avoided Cost-methode zoals vereist door de punten 25 tot en met 27 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing

- de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig de punten 33 tot en met 38 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing


BIJLAGE 3: DAEB rapportage 2017 Woningcorporatie Vestia: Zuidwijk De Burgen




Elke lidstaat dient om de twee jaar bij de Commissie een verslag in over de uitvoering van dit besluit. Die verslagen geven voor de in artikel 2, lid 1, genoemde verschillende categorieën diensten een gedetailleerd overzicht van de toepassing van dit besluit en omvatten:









2016 2017 0 -2.245.020,-

0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)


nvt 2. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN HET DAEB-BESLUIT VAN 2012





b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur



Zuidwijk De Burgen: De wijk Zuidwijk, waarin gebied “De Burgen” is gelegen is aangewezen als één van de 18 Rotterdamse herstructureringsgebieden, door min. VROM aangeduid als prioritaire wijken. In de gebiedsovereenkomst De Burgen (2005) tussen gemeente Rotterdam en woningcorporatie Vestia is de samenwerking vastgelegd bij de herstructurering van de wijk Zuidwijk. De gemeentelijke subsidie aan Vestia (subsidiebeschikking van 24 november 2009, kenmerk 09/9955) is een compensatie voor de door Vestia te maken investeringskosten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het project “De Burgen” zoals omschreven in het projectvoorstel bij de subsidieaanvraag dd. 23-9-2009.


Subsidie-beschikking voor verlening en DAEB-besluit en -omschrijving


Zuidwijk De Burgen: 9 jaar


Nee


Rechtstreekse subsidie


Conform de systematiek van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 dient woningcorporatie Vestia voor project Zuidwijk De Burgen na afronding van het project een inhoudelijke activiteitenverslag en een assurancerapport aangaande de financiële subsidieverantwoording in. De woningcorporaties (in dit geval Vestia) dient de grondexploitatie van hun project in een afzonderlijk project te administreren incl. gescheiden boekhouding van andere projecten. In deze projectadministratie moeten tevens de kosten worden gerubriceerd zodat sloopkosten en kosten voor bouwen woonrijpmaken, verwervingen en tijdelijk beheer apart kunnen worden onderscheiden; Indien het saldo van de werkelijke subsidiabele lasten en daarmee gerelateerde baten lager is dan de verleende compensatie is er sprake van overcompensatie. In dat geval wordt het surplus teruggevorderd dan wel verrekend. Op grond van de vaststelbeschikking van 10 oktober 2016 (kenmerk 16/0511970) heeft woningcorporatie Vestia in 2017 het teveel betaalde voorschotbedrag (€ 2.245.020,-) terugbetaald aan de gemeente.


Zie hierboven.



2016 2017 Zuidwijk de Burgen: Verleningsbeschikking aan woningcorporatie Vestia van 24-11-2009 (kenmerknr.09/9955) € 8,071.900 mln. Wijzigingsbeschikking van 16-12-2011 (kenmerknr. 11/10066 € 7,771.900 mln. Vaststelbeschikking van 10-10-2016 (kenmerknr. 16/0511970) € 4,212.500 mln. Betaald in 2016: € 0,-

Teveel betaald voorschot terugbetaald in 2017 door Vestia: € 2,245.020 mln.


2016 2017 Rechtstreekse subsidie: zie hierboven. Rechtstreekse subsidie: zie hierboven.


2016 2017 Nvt Nvt






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing
















4. KLACHTEN VAN DERDEN Geef een overzicht van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, betreffende maatregelen die onder het toepassingsgebied van het DAEB-besluit van 2012 of van de DAEB-kaderregeling van 2012 vallen. Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk en vermeld de sector waarvoor u klachten heeft ontvangen, alsook de inhoud van de klachten en de eventuele follow-up door uw autoriteiten of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures. OVERIGE VRAGEN


- de opstelling van een toewijzingsbesluit dat in overeenstemming is met artikel 4 van het DAEB-besluit; nee

- de vermelding van het compensatiebedrag overeenkomstig artikel 5 van het DAEB-besluit; nee


- de regelmatige controle op overcompensatie, zoals vereist door artikel 6 van het DAEB-besluit; nee, controle bij subsidievaststelling op basis van eindverantwoording met accountantsverklaring.



Niet van toepassing



Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk, geef relevante voorbeelden en vermeld in voorkomend geval de sector waar de moeilijkheden zich (het vaakst) voordoen. N.v.t. Indien u nog andere opmerkingen heeft over de toepassing van het DAEB-besluit en de

DAEB-kaderregeling op punten die niet door de bovenstaande vragen worden bestreken, kunt u die in uw verslag opnemen.

BIJLAGE 3: DAEB rapportage 2017 Woningcorporatie Vestia: Hordijkerveld












Compensatie voor diensten van algemeen economisch belang (1+2)

1) Compensatie op grond van het DAEB-besluit 2) Compensatie op grond van de DAEB-kaderregeling

2016 2017 0 - 1.037.000,-

0 (n.v.t.)

0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur



Hordijkerveld herstructurering + waterberging: De wijk “Hordijkerveld” is aangewezen als één van de 18 rotterdamse herstructureringsgebieden, door min. VROM aangeduid als prioritaire wijken. In de gebiedsovereenkomst Hordijkerveld (2005) tussen gemeente Rotterdam en woningcorporatie Vestia is de samenwerking vastgelegd bij de herstructurering van de wijk Hordijkerveld. De gemeentelijke subsidie aan Vestia (subsidiebeschikking van 22 april 2009, kenmerk 09/2624) is een compensatie voor de door Vestia te maken investeringskosten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het project “Hordijkerveld (herstructurering + waterberging)” zoals omschreven in het projectvoorstel bij de subsidieaanvraag dd. 6-11-2008.




Hordijkerveld (herstructurering en waterberging): 8 jaar


Nee




Conform de systematiek van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 dient woningcorporatie Vestia voor project Hordijkerveld) na afronding van het project een inhoudelijke activiteitenverslag en een assurancerapport aangaande de financiële subsidieverantwoording in. De woningcorporatie (in dit geval Vestia) dient de grondexploitatie van zijn project in een afzonderlijk project te administreren incl. gescheiden boekhouding van andere projecten. In deze projectadministratie moeten tevens de kosten worden gerubriceerd zodat sloopkosten en kosten voor bouwen woonrijpmaken, verwervingen en tijdelijk beheer apart kunnen worden onderscheiden; Indien het saldo van de werkelijke subsidiabele lasten en daarmee gerelateerde baten lager is dan de verleende compensatie is er sprake van overcompensatie. In dat geval wordt het surplus teruggevorderd dan wel verrekend. Op grond van de vaststelbeschikking van 1 november 2016 (kenmerk 16/0511971) heeft woningcorporatie Vestia in 2017 het teveel betaalde voorschotbedrag (€ 1.037.000,-) terugbetaald aan de gemeente.


Zie hierboven.



2016 2017 Hordijkerveld: Verleningsbeschikking aan woningcorporatie Vestia van 22-04-2009 (kenmerknr.09/2624) € 6,111.000 mln. Vaststelbeschikking van 1-11-2016 (kenmerknr. 16/0511971) € 3,546.250 mln. Betaald in 2016: € 0,-

Teveel betaald voorschot terugbetaald in 2017 door Vestia: € 1,037.000 mln.




2016 2017 Nvt Nvt






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing
















BIJLAGE 3: DAEB rapportage 2017 Woningcorporatie Woonstad: Staringbuurt













2016 2017 0,6 mln. 0,6 mln.

0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur



Staringbuurt: In de projectontwikkelingsovereenkomst (POO) van augustus 2012 hebben gemeente en woningcorporatie Woonstad hun prestaties vastgelegd voor de herstructurering van projectgebied Staringbuurt (gebied omsloten door Vosmaerstraat, Multatulistraat en Nicolaas Beetstraat). In het Masterplan Spangen dat is vastgesteld door het Db van deelgemeente Delfshaven wordt gestreefd naar een woningdifferentiatie met een verdeling van maximaal 75% goedkoop en van minimaal 25% (middel)duur. De aanpak gebeurt in 4 fasen waarin gewerkt wordt aan een combinatie van woningverbetering (fase 1 en 2) en sloop/nieuwbouw (fase 3 en 4). De door de gemeente aan Woonstad beschikbaar gestelde subsidie wordt conform de in de POO gemaakte afspraak verstrekt ten behoeve van de kosten voor sloop, bouwrijp en woonrijp maken. Dit is vastgelegd in de subsidiebeschikking van 14 november 2012 (kenmerk 12/21158).




Staringbuurt: 8 jaar.


Nee




Conform de systematiek van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 dient woningcorporatie Woonstad voor project Staringbuurt na afronding van het project een inhoudelijke activiteitenverslag en een assurancerapport aangaande de financiële subsidieverantwoording in. De woningcorporatie (in dit geval Woonstad) dient de grondexploitatie van hun project in een afzonderlijk project te administreren incl. gescheiden boekhouding van andere projecten. In deze projectadministratie moeten tevens de kosten worden gerubriceerd zodat sloopkosten en kosten voor bouwen woonrijpmaken, verwervingen en tijdelijk beheer apart kunnen worden onderscheiden; Indien het saldo van de werkelijke subsidiabele lasten en daarmee gerelateerde baten lager is dan de verleende compensatie is er sprake van overcompensatie. In dat geval wordt het surplus teruggevorderd dan wel verrekend.


Zie hierboven.



2016 2017 Staringbuurt: Verleningsbeschikking aan woningcorporatie Woonstad van 14-11-2012 (kenmerknr. 12/21158) € 3 mio euro Betaald in 2016: € 0,6 mio euro

Staringbuurt: Betaald in 2017: € 0,6 mio euro




2016 2017 Nvt Nvt






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing
















BIJLAGE













2016 2017 0,132 0,143 0,132 0,143 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur


vii. Andere sectoren (specificeren a.u.b.) Natuurbeheer




5) DAEB-compensaties van maximaal 15 miljoen EUR (art. 2, lid 1, onder a) DAEB-Besluit).

vii. Andere sectoren: Natuurbeheer

Het beheer van het natuur- en recreatiegebied Noordrand naar aanleiding van het door het college vastgestelde Natuur- en Recreatieplan voor de Polder Schieveen, het door het college vastgestelde Natuur- en Recreatieplan Schiezone en het Definitief Ontwerp Inrichtingsplan Vlinderstrik dat voor het Rotterdamse grondgebied is vastgesteld door de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek en voor het grondgebied van Lansingerland door het college van Lansingerland. Activiteiten in dit kader zijn onder andere: Regulier sloot- en greppelbeheer, beheer struweelranden, beheer natuurvriendelijke oevers, beheer dammen/duikers, coördinatie/controle op pachtvoorschriften in het veld, beheer struinpaden en recreatieve elementen, publiekstoezicht, monitoring en evaluatie van het natuurbeheer, communicatie. Voor wat betreft de graslanden wordt toezicht gehouden op het daadwerkelijke beheer door agrariërs.


Toewijzingsbesluit DAEB in combinatie met een subsidieverlening


6 jaar


Er is geen uitsluitend of bijzonder recht toegekend.




Op basis van kostentoerekening.

De hoogte van de benodigde compensatie wordt bepaald op basis van de volgende grondslagen: Voor de berekening van de kosten van graslandbeheer wordt aangesloten bij de systematiek en de normbedragen zoals die ook worden gehanteerd bij de door de Europese Commissie goedgekeurde steunmaatregel N376/2010 Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL) en die als zodanig geschikt is als benchmark voor het vaststellen van de onderhavige vergoeding. De compensatie betreft een procentueel gedeelte van de binnen de SNL-systematiek vastgestelde normbedragen en de gemeente Rotterdam kent uitsluitend een compensatie toe voor gronden waarop beperkingen in het agrarisch gebruik ten gunste van de natuur rusten. In het gebied worden verschillende soorten natuurvriendelijke oevers gerealiseerd met daarbij verschillende beheerkosten. Hierdoor is het niet mogelijk om met normbedragen te werken. Dit geldt ook voor de struweelranden. Daarom worden de kosten voor deze werkzaamheden en activiteiten gebaseerd op offertes en op ervaringscijfers uit bestaande contracten. De uitgaven en inkomsten op het gebied van pacht en erfpacht zijn marktconform en gebaseerd op taxaties van onafhankelijk deskundigen. De daadwerkelijke compensatie wordt uiteindelijk bepaald door het saldo van alle bovengenoemde kosten en opbrengsten.


Dit wordt geregeld door jaarlijks een financiële en inhoudelijke verantwoording voorzien van een beoordelingsverklaring van een accountant aan te laten leveren. Deze verantwoording wordt ook nog door de gemeente beoordeeld, waarna de subsidie (indien akkoord) wordt vastgesteld.

De compensatie voor de kosten van onderdelen van de begroting die onder de SNL- systematiek vallen bestaat uit een procentueel gedeelte van de binnen deze SNL-systematiek vastgestelde normbedragen. Voor de monitoring van de uitvoering van dit onderdeel van de begroting is van belang of Natuurmonumenten de overeengekomen prestaties gerealiseerd heeft. Indien minder prestaties gerealiseerd zijn, wordt de compensatie evenredig aangepast. Voor de overige onderdelen van de begroting zijn de werkelijke subsidiabele lasten en de daarmee gerelateerde baten van belang. Indien het saldo hiervan lager is dan de voor deze begrotingsonderdelen verleende compensatie is er sprake van overcompensatie. In dat geval wordt het surplus teruggevorderd dan wel verrekend met toekomstige uitbetalingen aan Natuurmonumenten.



Niet van toepassing











DIT BETREFT DE VERLEENDE STEUN IN HET KADER VAN DE DOOR DE GEMEENTE ROTTERDAM AANGEWEZEN DAEB VOOR (AGRARISCH) NATUURBEHEER

2016 2017 € 0,132 miljoen € 0,143 miljoen


2016 2017 Rechtstreekse subsidie: zie hierboven Rechtstreekse subsidie: zie hierboven


2016 2017 Dit betreft een rechtstreekse subsidie aan één begunstigde

Dit betreft een rechtstreekse subsidie aan één begunstigde






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


















Er zijn geen klachten van derden geweest. OVERIGE VRAGEN







Wij hebben geen moeilijkheden ondervonden.






Geen verdere opmerkingen.

BIJLAGE













2016 2017 0,25 0,2 0,25 0,2 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






Stichting Spark Campus krijgt de opdracht tot het door ontwikkelen van de SPARK Campus. Het gaat hierbij om de volgende activiteiten:

1. SPARK Operations. Gericht op het realiseren van een stabiele ontwikkeling en exploitatie 2. SPARK Plaza & Community. Gericht op het stabiliseren van het aantal deelnemers en de

exploitatie 3. SPARK Living labs & projecten; gericht op het aanscherpen van de verdienmodellen +

werven van betaalde opdrachten/projecten 4. SPARK Starterslab. Dit betreft het valideren van SPARK Starterslab met als doel een infrastructuur

en programma te bieden voor startende ondernemers. Wanneer hier financiering voor wordt gevonden, zal de 1e editie worden

5. Project onderwijsinnovatie: Make your future. Dit omvat: . het starten van een Publiek Private Samenwerking rondom maakonderwijs. Het creëren van een doorlopende leerlijn voor maakonderwijs van VO tot HBO en Bedrijfsleven; . valideren en ontwikkelen minor ism AVANS voor maakonderwijs, maken van afspraken met onderwijs community mbt de samenwerking met het SPARK Makerslab (AVANS, HAS, KW1C, Bossche Vakschool, St. Lucas);

6. Project Transitie SPARK 2.0 ‘Validatie en implementatie’. Dit omvat: . Validatiefase: businesscase voor SPARK 2.0 voor 3 locaties, aantonen economische en financiële haalbaarheid . Implementatiefase: opstellen implementatieplan + start uitvoeren implementatie SPARK 2.0


Besluit gemeenteraad


2 jaar


nee


subsidie


kostentoerekening


De terugbetalingsverplichting is onderdeel van de subsdietoekenning.



Nvt











2016 2017


2016 2017


2016 2017






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















Geef een overzicht van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, betreffende maatregelen die onder het toepassingsgebied van het DAEB-besluit van 2012 of van de DAEB-kaderregeling van 2012 vallen. Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk en vermeld de sector waarvoor u klachten heeft ontvangen, alsook de inhoud van de klachten en de eventuele follow-up door uw autoriteiten of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures. Er zijn geen klachten ontvangen. OVERIGE VRAGEN











BIJLAGE













2016 2017 0 4,05 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur





Welk soort diensten is in uw gemeente of provincie in de betrokken sector als DAEB aangemerkt? Geef een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten. Gebruik hiervoor de hierboven beschreven onderverdeling. De Gemeente merkt de oprichting, het beheer en de exploitatie van de P+R garage en de oprichting van een casco ruimte voor ongeveer 650 stallingsplaatsen voor fietsen - allen met als primaire doelgroep de treinreiziger (P+R) - aan als een dienst van algemeen economisch belang (DAEB). Treinreizigers kunnen in de P+R-voorziening tegen een gereduceerd tarief bij het station Zutphen parkeren en de fietsen gratis stallen. De Gemeente acht het belangrijk om op deze wijze mensen te stimuleren met de trein te reizen (mobiliteitssturing), om zo de milieuvervuiling en het aantal autokilometers terug te dringen en de bereikbaarheid en toegankelijkheid van (het station) Zutphen te vergroten.

De P+R-voorziening voorziet tevens in parkeerplaatsen die niet zijn gereserveerd voor P+R-parkeren. De oprichting, het beheer en de exploitatie van deze parkeerplaatsen valt binnen de reikwijdte van de DAEB, omdat de Gemeente heeft geconstateerd dat niet op andere wijze tegen voor haar aanvaardbare voorwaarden deze parkeerplaatsen in de nabijheid van het station zullen worden gerealiseerd. De Gemeente belast NS Vastgoed met de uitvoering van de DAEB. Het exploitatieresultaat van de niet-P+R-parkeerplaatsen is als zodanig meegenomen in de bepalen van de hoogte van de DAEB-compensatie (het gevraagde subsidiebedrag).


Via subsidiebeschikking. In casu gaat het om een eenmalige subsidie.


30 jaar. Voor deze termijn is gekozen omdat de exploitatie en de instandhouding van het gebouw geacht wordt minimaal 30 jaar voort te duren teneinde de functie als stedelijke voorzieningen de stedenbouwkundige kwaliteit in het gebied te kunnen waarborgen. De exploitatieberekening en bijdrage van NS Vastgoed is ook op deze termijn gebaseerd.


Ja, NS Vastgoed is belast met de uitvoering van de DAEB. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat NS Vastgoed dit recht al had vanuit haar eigenaarschap.


subsidie


Subsidie op basis van onrendabele top na aftrek exploitatieresultaat van eigenaar.


In de hoogte van de compensatie en de compensatiecriteria zijn de efficiëntiewinsten die NS Vastgoed tijdens de verrichting van de DAEB naar verwachting zal maken, verrekend. Gelet hierop beoordeelt de Gemeente iedere twee jaar, maar voor het eerst op uiterlijk 31 december 2017, of de redelijke winst, zoals opgenomen in de door de Gemeente vastgestelde compensatiecriteria, vanuit ex-anteperspectief redelijk is.


2016 2017 € 4,05


2016 2017


2016 2017






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















Geef een overzicht van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, betreffende maatregelen die onder het toepassingsgebied van het DAEB-besluit van 2012 of van de DAEB-kaderregeling van 2012 vallen. Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk en vermeld de sector waarvoor u klachten heeft ontvangen, alsook de inhoud van de klachten en de eventuele follow-up door uw autoriteiten of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures. Er zijn geen klachten van derden ontvangen. OVERIGE VRAGEN







Arcadis en Nysingh advocaten hebben de gemeente Zutphen geadviseerd bij de hierboven genoemde issues en bijgedragen aan de verwoording in correspondentie en subsidiebeschikking. Er zijn geen moeilijkheden ondervonden bij de opstelling van een toewijzingsbesluit (artikel 4 DAEB-besluit), de vermelding van het compensatiebedrag (artikel 5 DAEB-besluit) en de bepaling van de redelijke winst (artikel 5, leden 5 tot en met 8 DAEB-besluit). De regelmatige controle op overcompensatie (artikel 6 DAEB-besluit) is nog niet aan de orde geweest.

Het invullen van deze rapportage is vrij complex. Onduidelijk is of als het gaat om een eenmalig bedrag bij de eerstvolgende rapportageplicht de rapportage ingevuld moet worden.



- de inachtneming van de regels op het gebied van overheidsopdrachten overeenkomstig punt 19 van de DAEB-kaderregeling; - de berekening van de nettokosten volgens de Net Avoided Cost-methode zoals vereist

door de punten 25 tot en met 27 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing - de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig de punten 33 tot en met 38 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing


Naam Categorie diensten

Inhoud Periode jaren

Steuninstrument/ Compensatie mechanisme

Vermijden overcompensatie

Bedrag 2016 Bedrag 2017

Stichting Sportservice Noord-Brabant

5)vii. sportactiviteiten

Sportbevordering 7 Subsidie Kostentoerekening

Scheiding kosten Ex post vaststelling werkelijke kosten

0 283.680

PON 5)vii. kennis en onderzoek

Onderhouden kennisinfrastructuur en uitvoeren maatschappelijk onderzoek.

2 Subsidie Kostentoerekening


500.000 500.000

World Class Maintenance

5)vii. kennis en onderzoek

Kennisplatform maintenance



0 180.000

Enpuls B.V. 5)vii. kennis en onderzoek

Sociale innovatie energietransitie



0 1.467.000

Stichting BRBNT / Visit Brabant

5)vii. toerisme en recreatie

Steunfunctie sector toerisme en recreatie



2.839.750 2.893.000

Stichting Monumentenwacht

5)v. cultuur Behoud monumenten 5 Subsidie Kostentoerekening


0 1.052.259,00

Monumentenhuis 5)v. cultuur Ondersteuning gemeenten bij monumentenzorg



0 179.163

Kunstbalie 5)v. cultuur Ondersteuning amateurkunst en kunsteducatie



0 3.442.380

Stichting Erfgoed Brabant

5)v. cultuur Steunfunctie professionals en


Scheiding kosten Ex post vaststelling

1.840.588 2.474.820

vrijwilligers behoud erfgoed

werkelijke kosten

Stichting Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur

5)v. cultuur Ondersteuning kunst en cultuur



0 2.441.530

Cubiss 5)v. cultuur Steunfunctie bibliotheken



0 4.516.256,00

Stichting Zet 2)e. sociale inclusie kwetsbare groepen

Steunfunctie sociaal beleid



0 2.099.021

Stichting Briantelli Circo Circolo

5)v. cultuur Organisatie circusevenement



0 500.000

MCA 5)vii. vervoer Steunfunctie multi-modaal goederenvervoer



219.000 219.000

St. DansBrabant 5)v. cultuur Steunfunctie ontwikkeling sector dans



0 350.000

Stichting Sports and Technology


Sportstimulering 2 Subsidie Kostentoerekening


84.536 275.000

Stichting Sport Expertise Centrum




51.000 0

Stichting Sportservice




0 283.680

Stichting Zorgbelang Brabant

2e) Zorg voor en sociale inclusie van kwetsbare groepen

Ondersteunen en mobiliseren cliënten zorg en ondersteunen zorginnovaties



0 1.120.372

Noord-Brabants Museum

5)v. cultuur Museale activiteiten 10 Subsidie Kostentoerekening


4.250.662 5.750.662

Stichting IVN 5)vii. natuurbehoud

Verbinden natuur en samenleving



356.438 0

Natuurmonumenten 5)vii. natuurbehoud

Ontwikkelen en beheren natuur



963.100

Stichting Noord-Brabants Landschap

5)vii. natuurbehoud




2.151.814

Staatsbosbeheer Regio Zuid

5)vii. natuurbehoud




4.512.638

Broikes Baanbrekes Twiddus

5)vii. ondernemers ondersteuning

Logistiek kenniscentrum



100.000

Faunabeheer eenheid Noord-Brabant

5)vii. natuurbehoud

Faunabeheer 2 Subsidie Kostentoerekening


204.000 364.864

Stichting Europees Kampioenschap Cross Tilburg


sportevenement 1 Subsidie Kostentoerekening


0 150.000

Stichting Brabant 5)vii. Ondersteuning 3 Subsidie Scheiding kosten 0 1.540.882

Topsport sportactiviteiten talenten topsport, stimulering sportinnovatie

Kostentoerekening Ex post vaststelling werkelijke kosten

Stichting Calibris Advies

2e) Zorg voor en sociale inclusie van kwetsbare groepen

Creëren stageplaatsen en werkervaringsplaatsen



250.000 0

REWIN 5)vii. ondernemers ondersteuning

Ondersteuning MKB 3 Subsidie Kostentoerekening


0 75.000

Stichting SPARK 5)vii. ondernemers ondersteuning

Kennisplatform gebouwde omgeving



250.000 0

Brainport Development NV


Arbeidsmarkt 4 Subsidie Kostentoerekening


2.000.000 0

Stichting Midpoint Brabant


Arbeidsmarkt 4 Subsidie Kostentoerekening


2.000.000 0

Stichting MKB Doorstart.nl


MKB ondersteuning 1 Subsidie Kostentoerekening


90.344 0

Stichting Leisure Ontwikkelfonds Brabant


Fondsmanagement t.b.v. het verstrekken van leningen aan MKB in de



0 76.230

leisuresector. Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB)

5)vii. natuurbehoud

Fondsmanagement t.b.v. het verstrekken van middelen aan organisaties en personen ten behoeve van natuurbehoud.



1.013.000 1.013.000

Evides Waterbedrijf 5)vii. natuurbehoud

Natuurbehoud, compensatie verstrekt via het GOB.



0 2.312

Gemeente Bladel 5)vii. natuurbehoud




0 3.851

Gemeente Breda 5)vii. natuurbehoud




13.200 126.243

Gemeente Mill en Sint Hubert

5)vii. natuurbehoud




225.079 0

Gemeente Oss 5)vii. natuurbehoud




0 5.000

Gemeente Roosendaal 5)vii. natuurbehoud




701.203 570.767

Gemeente Sint Oedenrode

5)vii. natuurbehoud




25.000 0

Gemeente Someren 5)vii. Natuurbehoud, compensatie verstrekt



0 10.000

natuurbehoud via het GOB. werkelijke kosten

Gemeente Tilburg 5)vii. natuurbehoud




1.229.772 0

Gemeente Valkenswaard

5)vii. natuurbehoud




0 4.833

Gemeente Veghel 5)vii. natuurbehoud




0 22.969

Gemeente Alphen Chaam

5)vii. natuurbehoud




0 2.312

Natuurmonumenten B.V.

5)vii. natuurbehoud




1.186.212

1.310.398

Staatsbosbeheer regio Zuid

5)vii. natuurbehoud




2.254.567

158.380,00

Stichting het Noor-Brabants Landschap

5)vii. natuurbehoud




1.107.405

1.150.041,30

Waterschap Aa en Maas

5)vii. natuurbehoud




669.349

80.000

Waterschap Brabantse Delta

5)vii. natuurbehoud

Natuurbehoud, compensatie verstrekt



74.517

1.659.715,68

via het GOB. werkelijke kosten

Waterschap de Dommel

5)vii. natuurbehoud




592.761

5.000

Totaal 31.755.935 38.359.621

1

BIJLAGE: OPGAVE UITGAVEN DIENSTEN VAN ALGEMEEN ECONOMISCH BELANG 2016 EN 2017 1. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN HET DAEB-BESLUIT VAN 2012

Geeft u, indien van toepassing, voor elk van de op pagina 3 genoemde punten informatie aan de hand van onderstaande tabel:

Duidelijke en volledige beschrijving van hoe de betrokken diensten in uw provincie of gemeente worden georganiseerd1

Welk soort diensten is in de betrokken sector in uw gemeente of provincie aangemerkt als DAEB? Wij verzoeken u te rapporteren aan de hand van de op pagina 3 genummerde sectoren. Bijvoorbeeld, welke DAEB’s zijn toegewezen in de sector:


c. Toegang tot de arbeidsmarkt en herintreding

Geeft u een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten.

DAEB-compensaties van maximaal 15 miljoen EUR (art. 2, lid 1, onder a) DAEB-Besluit) voor Natuur en Erfgoed.

1) Stichting de Utrechtse Molens (hierna te noemen SDUM, alleen Erfgoed): - instandhouding van alle 23 molen(ensemble)s; - geven van een goede plaats aan de molen(ensemble)s en de molenbiotoop door hieraan

aandacht te besteden in ruimtelijke plannen en plannen voor waterbeheer; - draaien waar mogelijk maalvaardig houden van alle 23 molens; - wekelijkse openstelling van alle 23 molens en openstelling op open monumentendagen; - periodieke uitgave van molenfolders; - ondersteuning geven aan een team van vrijwillige molenaars dat alle molens laat draaien

en malen en publiek voorlicht over deze monumenten; - onderzoeken van de mogelijkheden voor eigen inkomsten en uitvoeren van de benodigde

activiteiten om de bestaande financieringsbronnen in stand te houden (bijvoorbeeld administratie, aanvragen voorbereiden en indienen, rapportages, relatiebeheer).

2) Stichting Landgoed Erfgoed Utrecht (hierna te noemen LEU, Erfgoed en Natuur)

- advies en begeleiding: LEU ondersteunt overheden, landschaps-, erfgoed- en onderwijsinstellingen, vrijwilligersgroepen en beheerders van erfgoed en landschap bij het uitvoeren van hun taken;

1 Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's bestaat, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van deze diensten zeer op prijs stellen. Wanneer in een bepaalde sector in uw gemeente of provincie een groot aantal diensten wordt toegewezen, zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn, maar blijft een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector georganiseerd is, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, van cruciaal belang.

2

- werving, scholing en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers op het gebied van erfgoed en landschap: LEU waarborgt daarbij een professioneel basisniveau van vrijwilligers op het gebied van erfgoed- en landschap;

- coördinatie en afstemming: LEU is verbindende factor in het Utrechtse veld van erfgoed en landschap en coördineert als koepelorganisatie projecten en activiteiten die de spankracht van afzonderlijke instellingen te boven gaan;

- ontwikkeling en experiment: LEU ontwikkelt innovatieve werkwijzen voor beheer, behoud, ontwikkeling en het publieksbereik van erfgoed en landschap; daaronder mede begrepen het organiseren van natuurlijker beheer in parken en overhoeken door bewoners van steden en dorpen;

- promotie en marketing: LEU vergroot en versterkt het publieksbereik, en de beleving van het Utrechtse landschap en erfgoed;

- kennis vergaren en uitdragen: LEU draagt zorg voor de kennisontwikkeling van het Utrechtse erfgoed en landschap.

3) Stichting Het Utrechts Landschap (hier na te noemen HUL, Erfgoed en Natuur)

- activiteiten die Stichting Het Utrechts Landschap uitvoert op grond van het provinciale beleid voor natuur en erfgoed: beleefbaar en vrij toegankelijk maken van natuur en groen erfgoed voor het publiek van de in haar eigendom zijnde terreinen;

- het opzetten en onderhouden van publiekscommunicatie en –voorlichting (website, tijdschrift, social media, brochures, vraagbaak zijn voor natuur, landschap en erfgoed);

- het versterken van publieksbereik van de kennis over natuur, landschap en erfgoed (o.m. door opzetten en exploiteren van informatie en bezoekerscentra, de exploitatie van varend en rijdend materieel, het ontwikkelen en beheren van wandel- en fietsroutes ten behoeve van de beleefbaarheid van gebieden en het organiseren van publieksevenementen);

- inbrengen van deskundigheid en waar nodig het invullen van trekkerschap voor initiatieven voor projecten in het kader van gebiedsontwikkeling en het ontsluiten van kennis op het gebied van natuur en landschap;

- het zijn van gesprekspartner met kennis van natuur, erfgoed en recreatie voor gemeenten, programmabureaus en provinciale medewerkers bij structuurvisies, AVP projecten, sectorale plannen en op het gebied van ruimtelijke ordening;

- het verzorgen van visieontwikkeling en agendering van strategisch(e) beleid en projecten voor natuur en (groen) erfgoed in relatie tot de uitvoering van het provinciaal beleid alsmede voor de ontwikkeling van nieuwe financieringsconstructies ten behoeve van natuurbeheer;

- restaureren, herstellen en inrichten van (groen) erfgoed; - het werven, ondersteunen en inschakelen van vrijwilligers bij de beheer- en

draagvlaktaken; - onderzoeken van de mogelijkheden voor eigen inkomsten en uitvoeren van de

3

benodigde activiteiten om de bestaande financieringsbronnen in stand te houden (bijvoorbeeld administratie, aanvragen voorbereiden en indienen, rapportages, relatiebeheer).

4) Stichting Campus Party Nederland (hierna te noemen Campus Party, Economie) - Organiseren van een Campus Party Europa in Utrecht van 25-29 mei 2016 met een

aansprekend programma met internationale sprekers, workshops en challenges; - Organiseren van een 3-daags side-event tijdens de Campus Party door de Utrechtse

regio met Utrechtse opgaven. 5) NS Vastgoed BV (hierna te noemen NS, Mobiliteit) - Het ontwerpen en (laten) bouwen van een P&R garage; - De exploitatie van deze garage gedurende 30 jaar.

Besluit van Gedeputeerde Staten

Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB wordt toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Gelieve te vermelden in welke sectoren DAEB's zijn toegewezen voor een periode van meer dan 10 jaar en uit te leggen hoe deze periode kan worden gerechtvaardigd.

De periode van toegewezen DAEB komt overeen met de periode dat het zeker is dat betreffende DAEB-instellingen voornoemde DAEB-diensten worden uitgevoerd, in dit geval voor de jaren 2016 en 2017 t/m 2020 (HUL en SDUM), 2016 en 2017 (LEU). De eerste DAEB-aanwijzing voor bovengenoemde instellingen betrof 2013. DAEB-periode Campus Party Nederland betreft 21 maart 2016 tot 30 juni 2016.

DAEB-periode NS betreft 23 augustus 2016 tot en met 31 december 2047. Deze periode houdt verband met de exploitatieperiode van de P&R-garage van 30 jaar.


Nee


Rechtstreekse subsidies


HUL:

Toewijzing kosten Het Utrechts Landschap hanteert een zodanige codering van kosten, waardoor toewijzing van de kosten aan voor subsidie in aanmerking komende activiteiten mogelijk is. De activiteiten

4

voor de DAEB zijn herkenbaar gecodeerd, waardoor administratief een scheiding bestaat tussen activiteiten op basis van aanwijzingsbesluit Dienst van Algemeen Economisch Belang en andere activiteiten van Het Utrechts Landschap. Integraal kostprijstarief Het integrale kostprijstarief is opgebouwd uit primaire loonkosten plus een opslag voor indirecte kosten en overhead. Met indirecte kosten en overhead worden die kosten bedoeld die niet rechtstreeks aan een subsidiabele activiteit worden toegerekend, maar via toerekening van een kostendrager. Ten behoeve van de berekening van het integrale kostprijstarief is het nodig de declarabele uren te berekenen. Dit is het aantal uren per dag (bijvoorbeeld 7,2 uren bij een 36-urige werkweek) vermenigvuldigd met het aantal werkdagen in een kalenderjaar minus: wettelijk erkende feestdagen; verlof conform cao; % ziekteverzuim; % indirecte productieve tijd (werkbesprekingen, personeelsaangelegenheden, studieverlof, etc.) o.b.v. ervaringsgegevens. De uitkomst is het direct aantal productieve uren per jaar, dat de basis is voor de berekening van het uurtarief bij de integrale kosten.

SDUM:

Toewijzing kosten

Stichting de Utrechtse Molens hanteert een zodanige codering van kosten, waardoor toewijzing van de kosten aan voor subsidie in aanmerking komende activiteiten mogelijk is. De activiteiten voor de DAEB zijn herkenbaar gecodeerd, waardoor administratief een scheiding bestaat tussen activiteiten op basis van aanwijzingsbesluit Dienst van Algemeen Economisch Belang en andere activiteiten van Stichting de Utrechtse Molens.

Integraal kostprijstarief

Het integrale kostprijstarief is opgebouwd uit primaire loonkosten plus een opslag voor indirecte kosten en overhead. Met indirecte kosten en overhead worden die kosten bedoeld die niet rechtstreeks aan een subsidiabele activiteit worden toegerekend, maar via toerekening van een kostendrager. Ten behoeve van de berekening van het integrale kostprijstarief is het nodig de declarabele uren te berekenen. Dit is het aantal uren per dag (bijvoorbeeld 7,2 uren bij een 36-urige werkweek) vermenigvuldigd met het aantal werkdagen in een kalenderjaar minus: wettelijk erkende feestdagen; verlof conform cao; % ziekteverzuim; % indirecte productieve tijd (werkbesprekingen, personeelsaangelegenheden, studieverlof, etc.) o.b.v. ervaringsgegevens. De uitkomst is het direct aantal productieve uren per jaar, dat de basis is voor de berekening van het uurtarief bij de integrale kosten.

Kosten voor inzet van derden zijn gebaseerd op een gedetailleerde onderhoudsplanning en op basis van offertes en op ervaringscijfers uit bestaande contracten. De gedetailleerde raming per molen is beschikbaar en gecontroleerd door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE).

5

LEU:

Toewijzing kosten Landschap Erfgoed Utrecht hanteert een zodanige codering van kosten, waardoor toewijzing van de kosten aan voor subsidie in aanmerking komende activiteiten mogelijk is. De activiteiten voor de DAEB zijn herkenbaar gecodeerd, waardoor administratief een scheiding bestaat tussen activiteiten op basis van aanwijzingsbesluit Dienst van Algemeen Economisch Belang en andere activiteiten van Landschap Erfgoed Utrecht. Integraal kostprijstarief Het integrale kostprijstarief is opgebouwd uit primaire loonkosten plus een opslag voor indirecte kosten en overhead. Met indirecte kosten en overhead worden die kosten bedoeld die niet rechtstreeks aan een subsidiabele activiteit worden toegerekend, maar via toerekening van een kostendrager. Ten behoeve van de berekening van het integrale kostprijstarief is het nodig de declarabele uren te berekenen. Dit is het aantal uren per dag (bijvoorbeeld 7,2 uren bij een 36-urige werkweek) vermenigvuldigd met het aantal werkdagen in een kalenderjaar minus: wettelijk erkende feestdagen, verlof conform cao, % ziekteverzuim, % indirecte productieve tijd (werkbesprekingen, personeelsaangelegenheden, studieverlof, etc.) o.b.v. ervaringsgegevens. De uitkomst is het direct aantal productieve uren per jaar, dat de basis is voor de berekening van het uurtarief bij de integrale kosten.

Campus Party:

Campus Party hanteert een aparte registratie ten aanzien van de kosten en baten van de Campus Party Europe 2016.

NS:

Bij de berekening van de maximaal te verlenen DAEB-subsidie is uitgegaan van een huidige marktconforme winst van 12 %. Bij de toetsing op overcompensatie en eventuele herziening wordt derhalve gekeken in hoeverre de winst bij de P&R Driebergen-Zeist afwijkt van de gemaakte winst bij P&R's in gelijksoortige situaties.


HUL:

Na afloop van de DAEB-subsidieperiode 2016 is gecontroleerd of de activiteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd op basis van het aantal uren dat daarvoor was gereserveerd. Wij hebben geconstateerd dat in het kader van de DAEB-verantwoording over 2016 geen sprake is geweest van overcompensatie over het jaar 2016.

Na afloop van de subsidieperiode 2017 – 2020 zal worden vastgesteld of de afgesproken resultaatsafspraken in voldoende mate zijn gerealiseerd voor de periode 2017 -2020. Als dit niet het geval is zal de provincie in overleg met de instelling bepalen wat een redelijk bedrag is voor terugvordering. In ieder geval zal de provincie niet bestede middelen per subsidieperiode terugvorderen bij de vaststelling over de meerjarige subsidieperiode in 2021.

6

SDUM:

Na afloop van de DAEB-subsidieperiode 2014-2015 is gecontroleerd of de activiteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd op basis van het aantal uren dat daarvoor was gereserveerd. Wij hebben geconstateerd dat over 2015 de werkelijke kosten lager zijn dan de kostenraming bij de subsidieaanvraag. De lagere werkelijke kosten ad € 17.140,- beschouwen wij als overcompensatie en is teruggevorderd bij de vaststelling van het subsidie over 2015 in 2016.


Na afloop van de subsidieperiode 2017 – 2020 zal worden vastgesteld of de afgesproken resultaatsafspraken in voldoende mate zijn gerealiseerd. Als dit niet het geval is zal de provincie in overleg met de instelling bepalen wat een redelijk bedrag is voor terugvordering. In ieder geval zal de provincie niet bestede middelen per subsidieperiode terugvorderen bij de vaststelling over de meerjarige subsidieperiode in 2021.

LEU:

Na afloop van de DAEB-subsidieperiode 2014-2015 is gecontroleerd of de activiteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd op basis van het aantal uren dat daarvoor was gereserveerd. Wij hebben geconstateerd dat over 2015 de toegestane egalisatiereserve met € 17.715,- was overschreden. Dit bedrag aan overcompensatie is teruggevorderd bij de vaststelling van subsidie over 2015 in 2016.


Na afloop van de subsidieperiode 2017 -2020 zal worden vastgesteld of de afgesproken resultaatsafspraken in voldoende mate zijn gerealiseerd. Als dit niet het geval is zal de provincie in overleg met de instelling bepalen wat een redelijk bedrag is voor terugvordering. In ieder geval zal de provincie niet bestede middelen per subsidieperiode terugvorderen bij de vaststelling over de meerjarige subsidieperiode.

Campus Party

Na afloop van de subsidieperiode zal worden gecontroleerd of de activiteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Mocht blijken dat minder kosten zijn gemaakt dan begroot dan wel alsnog niet begrootte sponsorgelden zijn gerealiseerd, is er sprake van overcompensatie en zal de teveel ontvangen subsidie naar evenredigheid met andere subsidieverstrekkers worden teruggevorderd.

NS:

Iedere twee jaar, maar voor het eerst op uiterlijk 31 juli 2020, wordt beoordeeld of de redelijke

7

vergoeding, zoals beoordeeld aan de hand van het bij en krachtens lid 7 gestelde, vanuit ex-anteperspectief redelijk is. Daartoe zal NSV tweejaarlijks uiterlijk voor 1 april van het betreffende jaar de Provincie uit eigen initiatief voorzien van informatie op basis waarvan de Provincie met inachtneming van de don geldende regelgeving kan beoordelen dat de omstandigheden zodanig zijn, dat NSV binnen de kaders van de DAEB-criteria blijft, waaronder begrepen de redelijke winstmarge. NSV zal daarbij op eerste verzoek van de Provincie aanvullende informatie verstrekken.

Indien van toepassing: geeft u kort aan hoe de transparantievereisten (zie artikel 7 van het DAEB-besluit van 2012) voor steun van meer dan 15 miljoen EUR aan ondernemingen die ook activiteiten heeft buiten de DAEB) worden nageleefd. Gelieve in uw antwoord ook een aantal relevante voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie te geven (bv. links naar websites of andere referenties) en aan te geven of u een website heeft waarop u deze informatie voor alle betrokken steunmaatregelen publiceert (en zo ja, de link naar deze website te geven).

Niet van toepassing


Totaalbedrag van de verleende steun (in miljoen EUR)2. Dit omvat alle in uw gemeente of provincie verleende steun

2016 2017 Sector Erfgoed

SDUM: Verlening 2016: 0,28 (in miljoen EUR)

LEU: Verlening 2016: 1,01 (in miljoen EUR)

HUL: Verlening 2016: 0,118 (in miljoen EUR)

Totaal Erfgoed 2016: 1,408 (in miljoen EUR)

Sector Natuur

Sector Erfgoed

SDUM: Verlening 2017 t/m 2020: 1,12 (in miljoen EUR)

LEU: Aanvullend exploitatiesubsidie 2016: 0,025 (in miljoen EUR)


HUL: Verlening 2017 t/m 2020: 0,472 (in miljoen EUR)

Totaal Erfgoed 2017: € 2,672 (in miljoen EUR)

Sector Natuur

LEU: Verlening 2017: 0,27 (in miljoen


8


HUL: Verlening 2016: 0,606 (in miljoen EUR)

Totaal Natuur: 0,876 (in miljoen EUR)

Sector Economie

CampusParty:Verlening2016: 0,3 (in miljoen EUR)

Totaal Economie: 0,3 (in miljoen EUR)

Sector Mobiliteit

NS: Verlening 2016: 9,9 (in miljoen EUR)

Totaal : 9,9 (in miljoen EUR)

EUR)

HUL: Verlening 2017 t/m 2020: 2,424 (in miljoen EUR)

Totaal Natuur: 2,694 (in miljoen EUR)


2016 2017 Sector Erfgoed

Subsidie: 100%

Sector Natuur:

Subsidie: 100%

Sector Economie

Subsidie: 100%

Sector Mobiliteit

Subsidie: 100%

Sector Erfgoed

Subsidie: 100%

Sector Natuur:

Subsidie: 100%

Sector Mobiliteit

Subsidie: 100%

9


2016 2017 Begunstigden sector Erfgoed: 3

Begunstigden sector Natuur: 2

Bugunstigden sector Economie: 1

Begunstigden sector Mobiliteit : 1

Gemiddeld steunbedrag Erfgoed:

€ 469.333,-

Gemiddeld steunbedrag Natuur:

€ 438.000,-

Gemiddeld steunbedrag Economie:

€ 300.000,-

Gemiddeld steunbedrag Mobiliteit:

€ 9.900.000,-

Begunstigden sector Erfgoed: 3

Begunstigden sector Natuur: 2

Gemiddeld steunbedrag Erfgoed:

€ 890.666,-

Gemiddeld steunbedrag Natuur:

€ 1.347.000,-

De bovenstaande tabel van uw verslag wordt als volgt onderverdeeld:

1) Ziekenhuizen (art. 2, lid 1, onder b) DAEB-Besluit)



b) Kinderopvang



3 Mocht u beschikken over gegevens betreffende in het kader van het DAEB-besluit van 2012 verleende steun - bijv. aantal begunstigden per sector, gemiddeld steunbedrag, bedrag per steuninstrument, omvang van de ondernemingen enz. - dan zou de Commissie die graag ontvangen. Indien deze overige kwantitatieve gegevens niet rechtstreeks beschikbaar zijn, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden gepresenteerd. Geeft u in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

10


3) Lucht- of zeeverbindingen met eilanden met een jaarlijkse gemiddelde passagiersstroom die niet meer bedraagt dan de in art. 2, lid 1, onder d) DAEB-Besluit, vastgestelde maxima

4) Luchthavens en havens met een jaarlijkse gemiddelde passagiersstroom die niet meer bedraagt dan de in art. 2, lid 1, onder e) DAEB-Besluit, vastgestelde maxima

5) DAEB-compensaties van maximaal 15 miljoen EUR (art. 2, lid 1, onder a) DAEB-Besluit)

i. Postdiensten

ii. Energie

iii. Inzameling van afval


v. Cultuur



2. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN DE DAEB-KADERREGELING

VAN 2012

De DAEB rapportage ziet daarnaast ook op steun verleend onder toepassing van de DAEB Kaderregeling (2012/C 8/03). Voor steun onder de DAEB Kaderregeling geldt de verplichting tot voorafgaande aanmelding bij de Europese Commissie. In de jaren 2014 en 2015 is door decentrale overheden geen steun verleend onder toepassing van de DAEB Kaderregeling.

U hoeft de onderstaande tabel dan ook niet in te vullen.

11

Duidelijke en volledige beschrijving van hoe de betrokken diensten in uw gemeente of provincie worden georganiseerd4

Welk soort diensten is in de betrokken sector in uw gemeente of provincie aangemerkt als DAEB? Geeft u een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten.


Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector standaardmodellen voor toewijzingen worden gebruikt, voeg deze dan hierbij.


Gemiddelde periode (in jaren) waarvoor de DAEB wordt toegewezen en aandeel van de toewijzingen voor een periode van meer dan 10 jaar (in procenten) per sector. Gelieve te vermelden in welke sectoren DAEB's voor een periode van meer dan 10 jaar zijn toegewezen en uit te leggen hoe deze periode kan worden gerechtvaardigd?










Geeft u kort aan hoe de transparantievereisten (zie punt 60 van de DAEB-kaderregeling van 2012) worden nageleefd. Gelieve in uw antwoord ook een aantal relevante

4 Wanneer in uw gemeente of provincie in een bepaalde sector slechts een klein aantal individuele DAEB's bestaat, zouden wij een gedetailleerde beschrijving van deze diensten zeer op prijs stellen. Wanneer in een bepaalde sector in uw gemeente of provincie een groot aantal diensten wordt toegewezen (bijvoorbeeld omdat zij tot de bevoegdheid van regionale of lokale overheden behoren), zouden individuele gegevens over de toegewezen diensten onevenredig zijn, maar blijft een duidelijke en beknopte algemene beschrijving van hoe de sector georganiseerd is, met inbegrip van de gemeenschappelijke kenmerken van de toegewezen individuele diensten, van cruciaal belang. Aangezien onder de DAEB-kaderregeling vallende zaken in aantal beperkt zullen zijn, verwacht de Commissie een gedetailleerde beschrijving van elke concrete maatregel.

12

voorbeelden van voor dit doel gepubliceerde informatie te geven (bv. links naar websites of andere referenties), aan te geven of u een centrale website heeft waarop u deze informatie voor alle betrokken steunmaatregelen in uw gemeente of provincie publiceert (en zo ja, de link naar deze website te geven) of uit te leggen of en hoe de publicatie plaatsvindt op het niveau waarop de steun wordt verleend (bv. centraal, regionaal of lokaal niveau).









3. KLACHTEN VAN DERDEN Gelieve een overzicht te geven van de klachten van derden, met name procedures voor de nationale rechter, ten aanzien van maatregelen die binnen het toepassingsgebied vallen van het DAEB-besluit van 2012. Gelieve in uw antwoord zo nauwkeurig mogelijke gegevens te verstrekken en de sector te vermelden waarvoor u klachten heeft ontvangen, evenals de inhoud van de klachten en de mogelijke follow-up door uw gemeente of provincie of de vermoedelijke uitkomst van de gerechtelijke procedures.

Antwoord:

5 Zoals bepaald in punt 62, onder b), van de DAEB-kaderregeling van 2012. 6 Mocht u beschikken over gegevens betreffende in het kader van de DAEB-kaderregeling van 2012 verleende steun - bijv. aantal begunstigden per sector, gemiddeld steunbedrag, bedrag per steuninstrument, omvang van de ondernemingen enz. - dan zou de Commissie die graag ontvangen. Indien deze overige kwantitatieve gegevens niet rechtstreeks beschikbaar zijn in uw gemeente of provincie, kunnen zij uiteraard meer geaggregeerd en/of in de vorm van ramingen worden gepresenteerd. Geeft u in dat geval aan dat gebruik is gemaakt van ramingen en ook hoe de gegevens zijn geaggregeerd.

13

Er zijn geen klachten van derden mbt onze DAEB-verstrekkingen binnengekomen.

4. OVERIGE VRAGEN

a. Wij verzoeken u vriendelijk aan te geven of uw gemeente of provincie moeilijkheden

hebben ondervonden bij de toepassing van het DAEB-besluit van 2012, en verzoeken u met name de volgende aspecten in aanmerking te nemen:

- opstelling van een toewijzingsbesluit dat in overeenstemming is met artikel 4 van het DAEB-besluit;

- vermelding van het compensatiebedrag overeenkomstig artikel 5 van het DAEB-besluit;

- bepaling van de redelijke winst overeenkomstig artikel 5, leden 5 tot en met 8, van het DAEB-besluit;

- regelmatige controle op overcompensatie, zoals vereist door artikel 6 van het DAEB-besluit;


Antwoord:

Onder het kopje ”Gebruikelijke regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.” hierboven is een uitgebreide toelichting hierover opgenomen.

b. Wij verzoeken u vriendelijk aan te geven of uw gemeente of provincie moeilijkheden hebben ondervonden bij de toepassing van de DAEB-kaderregeling van 2012, en verzoeken u met name de volgende punten in aanmerking te nemen:

De onderstaande vragen (m.b.t. punt b) zijn, evenals de tabel onder punt 2, niet op uw gemeente of provincie van toepassing.

- uitvoering van een publieke raadpleging overeenkomstig punt 14 van de DAEB-kaderregeling;


- inachtneming van de regels op het gebied van overheidsopdrachten overeenkomstig punt 19 van de DAEB-kaderregeling;


- berekening van de nettokosten volgens de Net Avoided Cost-methode zoals vereist door de punten 25 tot en met 27 van de DAEB-kaderregeling;

14


- bepaling van de redelijke winst overeenkomstig de punten 33 tot en met 38 van de DAEB-kaderregeling;




c. Indien u nog verdere opmerkingen heeft over de toepassing van het DAEB-besluit op aspecten die niet door de bovenstaande vragen worden bestreken, kunt u die in uw verslag opnemen.


BIJLAGE













2016 2017 € 0,577 € 0,588 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur








In deze sector is de volgende dienst als DAEB aangewezen:

Verdunning en verduurzaming van de sociale huurwoningvoorraad

Verdunning van de sociale huurwoningvoorraad, meer specifiek het doen bouwen van voor permanent verblijf bedoelde te verhuren woongelegenheden met een huurprijs die bij aanvang niet hoger zal zijn dan het bedrag, genoemd in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, en hun onroerende en infrastructurele aanhorigheden, alsmede het doen slopen van haar zodanige woongelegenheden en aanhorigheden;

Verduurzaming van de woningvoorraad en de ontwikkeling van innovatieve methoden van verduurzaming en wijkverbetering.

NB: dit is de enige als DAEB aangewezen dienst; de beantwoording van de volgende vragen ziet dus uitsluitend op deze DAEB.


Besluit van het college van gedeputeerde staten


De DAEB is aangewezen voor een periode van ruim zeven jaar.


Bijzondere rechten


Subsidies


Het compensatiebedrag is niet hoger dan hetgeen nodig is ter dekking van de nettokosten van de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen, met inbegrip van een redelijke winst. De nettokosten kunnen worden berekend als het verschil tussen kosten in de zin van lid 3 en de inkomsten in de zin van lid 4 van artikel 5 van het besluit van de Europese Commissie van 20 december 2011 (2012.21.EU).


Indien: a. het bedrag van de overschrijding als hierboven bedoeld in een boekjaar meer dan 10% bedraagt van de berekende compensatie, of b. er gedurende twee achtereenvolgende boekjaren sprake is van compensatie die de woningcorporatie ingevolge het bovenstaande niet toekomt, dienen gedeputeerde staten de compensatie terug te vorderen, voor zover deze in verband met het zich voordoen van een van de genoemde gevallen te hoog is gebleken.

Een dergelijke terugvordering beloopt ten hoogste het bedrag van de – op grond van bovenstaande formule - berekende compensatie.

De woningcorporatie die op grond van dit aanwijzingsbesluit een subsidie krijgt toegewezen zal een zodanige administratie voeren dat:

- de lasten en baten van de verschillende activiteiten gescheiden zijn en duidelijk is welke daarvan betrekking hebben op de uitvoering van de diensten als genoemd onder artikel 1 van dit besluit;

- alle lasten en baten, op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen inzake kostprijsadministratie, correct worden toegerekend; en

de beginselen inzake kostprijsadministratie volgens welke de administratie wordt gevoerd duidelijk zijn vastgelegd



NVT











2016 2017 € 0,577 € 0,588


2016 2017 100% subsidies 100% subsidies


2016 2017 5 begunstigden in de sociale huisvesting sector, gemiddeld € 115.335,-- per begunstigde

5 begunstigden in de sociale huisvesting sector, gemiddeld € 117.658,60 per begunstigde






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


















NVT OVERIGE VRAGEN



Ja, vanwege de complexiteit hebben wij ten behoeve van de opstelling van het aanwijzingsbesluit externe deskundigheid ingehuurd.


Nee.


Nee, in principe subsidiëren wij slechts in een tekort.


Nee, wij subsidiëren in dit verband projecten die in looptijd beperkt zijn.





Wees in uw antwoord zo specifiek mogelijk, geef relevante voorbeelden en vermeld in voorkomend geval de sector waar de moeilijkheden zich (het vaakst) voordoen. N.v.t.

Indien u nog andere opmerkingen heeft over de toepassing van het DAEB-besluit en de DAEB-kaderregeling op punten die niet door de bovenstaande vragen worden bestreken, kunt u die in uw verslag opnemen.

BIJLAGE













2016 2017 €0,6475

€ 0,9 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






Stichting Food Valley is een netwerkorganisatie voor bedrijven, overheden en kennisinstellingen en richt zich met name op kenniscirculatie, kennisoverdracht en netwerkvorming in het bijzonder op het gebied van voedsel, landbouw en gezondheid. Dit is ingegeven met het oog op (voedsel)veiligheid, gezondheid en duurzaamheid van groot belang is om de ontwikkeling en innovatie in de agrifood sector te stimuleren.


a) Gezondheidszorg en langdurige zorg Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector


Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 29 november 2016, zaaknummer 2015-013611 tot aanwijzing van de activiteiten als Diensten van Algemeen Economisch Belang. Gepubliceerd in het Provinciaal Blad nr. 2016/6435


5 juli 2016 – 1 juli 2020


n.v.t.


Subsidie


De parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie: 1. DAEB-tarief per afrekeneenheid:totale kosten instelling -/- specifiek aan activiteiten te koppelen kosten : totale afrekeneneenheden totale instelling = DAEB-tarief afrekeneenheid 2. Specifiek aan activiteiten te koppelen kosten. De blijkens vereffende facturen werkelijke gemaakte, en ten laste van de aanvrager gebleven, direct toerekenbare kosten. De facturen dienen bij het verzoek tot subsidievaststelling te worden overgelegd.


1) Minimaal jaarlijks en aan het einde van de duur van de openbare dienstverplichting controleertons college of er zich geen overcompensatie voordoet. 2) Ons college vordert betaalde overcompensatie terug en past de parameters ter berekening van de compensatie voor de toekomst aan. 3) Wanneer het bedrag van de overcompensatie niet meer dan 10% van het bedrag van de gemid-delde jaarcompensatie bedraagt, mag deze overcompensatie naar de volgende jaarlijkse periode worden overgedragen en wordt deze op het compensatiebedrag dat voor die periode zou worden betaald, in mindering gebracht. 4) Besluiten tot subsidieverstrekking, die dienstig zijn aan dit besluit, verplichten de subsidieontvanger aan de subsidieverstrekker onverwijld schriftelijk mee te delen indien er te veel is gecompenseerd voor de verrichte openbare dienstverplichting.



n.v.t.











2016 2017 € 0,6475 mio euro € 0,9 mio euro


2016 2017 € 0,6475 mio euro € 0,9 mio euro


2016 2017 Aantal begunstigden: 1 Jaaromzet: € 2.552.514

Aantal begunstigden: 1 Jaaromzet nog onbekend






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing



















- de opstelling van een toewijzingsbesluit dat in overeenstemming is met artikel 4 van het DAEB-besluit; Niet van toepassing

- de vermelding van het compensatiebedrag overeenkomstig artikel 5 van het DAEB-besluit; Niet van toepassing

- de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig artikel 5, leden 5 tot en met 8, van het DAEB-besluit; Niet van toepassing

- de regelmatige controle op overcompensatie, zoals vereist door artikel 6 van het DAEB-besluit; Niet van toepassing




- de inachtneming van de regels op het gebied van overheidsopdrachten overeenkomstig punt 19 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing - de berekening van de nettokosten volgens de Net Avoided Cost-methode zoals vereist door de punten 25 tot en met 27 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing

- de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig de punten 33 tot en met 38 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing


BIJLAGE













2016 2017 € 0,288 € 0,36 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)


n.v.t 2. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN HET DAEB-BESLUIT VAN 2012





b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur





Welk soort diensten is in uw gemeente of provincie in de betrokken sector als DAEB aangemerkt? Geef een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de inhoud van de als DAEB toegewezen diensten. Gebruik hiervoor de hierboven beschreven onderverdeling

Greenport houdt zich bezig met het inventariseren van knelpunten en oplossingen in de regionale infrastructuur in overleg met overheden, het toevoegen van waarde aan agrarische producten met logistieke concepten en het verbeteren van de ruimtelijke structuur en ontwikkelruimte voor de tuinbouwsector door afstemming van regelgeving in Gelderland. Daarnaast is er onder andere aandacht voor ondernemerschap & onderwijs; met aandacht voor versterking ondernemerschap, (instroom van) jongeren en medewerkers en het opzetten van kenniscentra.


a) Toegang tot de arbeidsmarkt en herintreding


Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 13 september 2016, zaaknummer 2016-005284 tot aanwijzing van de activiteiten als Diensten van Algemeen Economisch Belang. Gepubliceerd in het Provinciaal Blad nr. 2016/5168


1 juli 2016 en eindigt op 1 januari 2020.


n.v.t.


Subsidie


De parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie: 1. DAEB-tarief per afrekeneenheid:totale kosten instelling -/- specifiek aan activiteiten te koppelen kosten : totale afrekeneneenheden totale instelling = DAEB-tarief afrekeneenheid 2. Specifiek aan activiteiten te koppelen kosten. De blijkens vereffende facturen werkelijke gemaakte, en ten laste van de aanvrager gebleven, direct toerekenbare kosten. De facturen dienen bij het verzoek tot subsidievaststelling te worden overgelegd


1) Minimaal jaarlijks en aan het einde van de duur van de openbare dienstverplichting controleert ons college of er zich geen overcompensatie voordoet. 2) Ons college vordert betaalde overcompensatie terug en past de parameters ter berekening van de compensatie voor de toekomst aan. 3) Wanneer het bedrag van de overcompensatie niet meer dan 10% van het bedrag van de gemid-delde jaarcompensatie bedraagt, mag deze overcompensatie naar de volgende jaarlijkse periode worden overgedragen en wordt deze op het compensatiebedrag dat voor die periode zou worden betaald, in mindering gebracht. 4) Besluiten tot subsidieverstrekking, die dienstig zijn aan dit besluit, verplichten de subsidieontvanger aan de subsidieverstrekker onverwijld schriftelijk mee te delen indien er te veel is gecompenseerd voor de verrichte openbare dienstverplichting.


2016 2017 € 0,288 mio euro € 0,36 mio euro


2016 2017 € 0,288 mio euro € 0,36 mio euro


2016 2017 1 begunstigde € 477.944 (hiervoor ben ik uit gegaan van de baten die in de jaarrekening zijn opgenomen)

Aantal begunstigden: 1 Jaaromzet nog onbekend






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















BIJLAGE













2016 2017 - € 0,72

0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)


n.v.t. 2. BESCHRIJVING VAN DE TOEPASSING VAN HET DAEB-BESLUIT VAN 2012





b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






De DAEB ziet onder andere toe op het ondersteunen van sporttalenten en sporters met een beperking en het versterken van de maatschappelijke functie van sport.

Sociale diensten (art. 2, lid 1, onder c))

a) Zorg voor en sociale inclusie van kwetsbare groepen


Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 20 december 2016, zaaknummer 2016-011486 tot aanwijzing van de activiteiten als Diensten van Algemeen Economisch Belang. Gepubliceerd in het Provinciaal Blad nr. 2016/7015


2 jaar: 2017 en 2018 en daarna totdat de subsidies van voornoemde jaren zijn vastgesteld.


Niet van toepassing


Subsidie


De maximale subsidie voor de DAEB-activiteiten bestaat uit: de totale kosten die specifiek aan de DAEB- activiteiten zijn toe te rekenen, en een passende bijdrage aan de niet-specifiek aan de DAEB-activiteiten toe te rekenen kosten (gemeenschappelijke vaste kosten). De passende bijdrage wordt als volgt berekend: Ureninzet DAEB-activiteiten ___________________________ x gemeenschappelijke vaste kosten Ureninzet totale activiteiten Om dit inzichtelijk te maken, zullen de subsidieontvangers: een gescheiden boekhouding hanteren (inkomsten en uitgaven gescheiden administreren: DAEB-activiteiten - overige activiteiten) de ureninzet in een urenregistratiesysteem opnemen Alleen kosten die doelmatig, redelijkerwijs nodig en rechtstreeks aan de activiteiten zijn toe te rekenen, worden vergoed. Subsidievaststelling zal plaatsvinden op basis van werkelijke kosten. Eventuele inkomsten die voortvloeien uit de gesubsidieerde activiteiten zullen in mindering worden gebracht op de subsidie.


a. Minimaal eens in de drie jaar en aan het einde van de duur van de openbare dienstverplichting controleert ons college dat er zich geen overcompensatie voordoet. b. Ons college vordert betaalde overcompensatie terug en past, indien daar aanleiding toe is, de parameters ter berekening van de compensatie voor de toekomst aan. c. De subsidieontvanger wordt verplicht Gedeputeerde Staten onverwijld schriftelijk mee te delen indiener te veel is gecompenseerd voor de verrichte dienst van algemeen economisch belang.



Niet van toepassing











2016 2017 - € 0,72 mio euro


2016 2017 - € 0,72 mio euro


2016 2017 - 1 begunstigde

€ 0,72 mio euro Jaaromzet nog niet bekend






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















BIJLAGE













2016 2017 - € 1.000.000 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






De volgende activiteiten zijn aangewezen als DAEB: netwerkvorming door het organiseren van netwerkactiviteiten voor de life science en health sector in het bijzonder in de vorm van inhoudelijke en thema bijeenkomsten welke niet-discriminatoir en kosteloos toegankelijk zijn voor de betreffende ondernemingen alsmede het organiseren van het Health Valley Event waar met name startups de kans krijgen om tegen gereduceerde tarieven op een beurs hun bedrijf te presenteren; het ondersteunen van innovatie door het bij elkaar brengen van bedrijven en kennisinstellingen uit de life science en health sector (matchmaking) met het oog op eventuele samenwerking; het ondersteunen van nationale netwerkvorming via andere innovatieregio’s en –clusters alsmede de ontwikkeling van themagerichte en cross-sectorale samenwerking door het organiseren van matchmakingbijeenkomsten voor ondernemers, bezoek met ondernemers, het ontvangen van delegaties, beursbezoek, het geven van informatie en voorlichting, verbinding/vertegenwoordigingen belangenbehartiging in samenwerking met andere innovatieregio’s en –clusters, de sector lifescience en health en rijksoverheid; het ondersteunen van internationale netwerkvorming via voorlichting en actieve samenwerking met partners in het buitenland ter bevordering van kennisoverdracht en internationale matchmaking; het profileren, branden en promoten van de sector life science en health door het verzorgen van publicaties, communicatie-uitingen over Health Valley en de sector life science en health in Oost-Nederland en in het bijzonder Gelderland;




Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 13 december 2016, zaaknummer 2016-013078 tot aanwijzing van de activiteiten als Diensten van Algemeen Economisch Belang. Gepubliceerd in het Provinciaal Blad nr. 2016/6876


1 januari 2017 – 1 januari 2021


n.v.t.


Subsidie


De passende bijdrage wordt als volgt berekend: Ureninzet DAEB-activiteiten _______________________ x gemeenschappelijke vaste kosten Ureninzet totale activiteiten Om dit inzichtelijk te maken, dient de subsidieontvanger:

1. een gescheiden boekhouding te hanteren (inkomsten en uitgaven gescheiden administreren: DAEB-activiteiten - overige activiteiten);

2. de ureninzet in een urenregistratiesysteem op te nemen.


Alleen de met de DAEB verband houdende kosten voor compensatie in aanmerking. Op deze manier vindt de berekening van de compensatie telkens geclausuleerd en gemaximeerd plaats en wordt compensatie uitsluitend verstrekt voor zover de kosten doelmatig, redelijkerwijs nodig en rechtstreeks toe te rekenen aan de DAEB-activiteit zijn. Bij de subsidievaststelling legt de aanvrager verantwoording af over de toegekende compensatie en wordt deze zo nodig naar beneden bijgesteld. Aldus wordt overcompensatie voorkomen.

1. Minimaal jaarlijks en aan het einde van de duur van de openbare dienstverplichting controleertons college dat er zich geen overcompensatie voordoet.

2. Ons college vordert betaalde overcompensatie terug en past de parameters ter berekening van de compensatie voor de toekomst aan.

3. Wanneer het bedrag van de overcompensatie niet meer dan 10% van het bedrag van de gemiddelde jaarcompensatie bedraagt, mag deze overcompensatie naar de volgende jaarlijkse periode worden overgedragen en wordt deze op het compensatiebedrag dat voor die periode zou worden betaald, in mindering gebracht.

4. Besluiten tot subsidieverstrekking, die dienstig zijn aan dit besluit, verplichten de subsidieontvanger aan de subsidieverstrekker onverwijld schriftelijk mee te delen indien er te veel is gecompenseerd voor de verrichte openbare dienstverplichting.



n.v.t.











2016 2017 - € 1.000.000


2016 2017 - € 1.000.000


2016 2017 - 1 begunstigde

Omzet: nog niet bekend






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing



















- de opstelling van een toewijzingsbesluit dat in overeenstemming is met artikel 4 van het DAEB-besluit; n.v.t

- de vermelding van het compensatiebedrag overeenkomstig artikel 5 van het DAEB-besluit; n.v.t

- de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig artikel 5, leden 5 tot en met 8, van het DAEB-besluit; n.v.t

- de regelmatige controle op overcompensatie, zoals vereist door artikel 6 van het DAEB-besluit; n.v.t






BIJLAGE













2016 2017 € 1.240.000 € 1.085.000 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






De DAEB-aanwijzing voor stichting Kiemt ziet onder andere toe op het bevorderen van de werkgelegenheid en de energietransitie. Daarnaast stimuleert Kiemt ontwikkeling en innovatie op het gebied van duurzame energie met name door het verstrekken van informatie en het delen van kennis, het verbinden van partijen, het adviseren en ondersteunen van (startende) ondernemingen.

Sociale diensten (art. 2, lid 1, onder c))

en

i. Energie


Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 8 december 2015, zaaknummer 2015-015357 tot aanwijzing van de activiteiten als Diensten van Algemeen Economisch Belang.


1 januari 2016 - 1 januari 2020


n.v.t.


Subsidie


De parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie: 1. DAEB-tarief per afrekeneenheid:totale kosten instelling -/- specifiek aan activiteiten te koppelen kosten : totale afrekeneneenheden totale instelling = DAEB-tarief afrekeneenheid 2. Specifiek aan activiteiten te koppelen kosten. De blijkens vereffende facturen werkelijke gemaakte, en ten laste van de aanvrager gebleven, direct toerekenbare kosten. De facturen dienen bij het verzoek tot subsidievaststelling te worden overgelegd. 3. Totale uren totale instelling: de productieve uren van alle medewerkers van de instelling (inclusief de productieve uren die specifiek aan activiteiten te koppelen zijn).


- Minimaal jaarlijks en aan het einde van de duur van de openbare dienstverplichting controleert ons college dat er zich geen overcompensatie voordoet.

- Ons college vordert betaalde overcompensatie terug en past de parameters ter berekening van de compensatie voor de toekomst aan.

- Wanneer het bedrag van de overcompensatie niet meer dan 10% van het bedrag van de gemiddelde jaarcompensatie bedraagt, mag deze overcompensatie naar de volgende jaarlijkse periode worden overgedragen en wordt deze op het compensatiebedrag dat voor die periode zou worden betaald, in mindering gebracht.

- Besluiten tot subsidieverstrekking, die dienstig zijn aan dit besluit, verplichten de subsidieontvanger de subsidieverstrekker onverwijld schriftelijk mee te delen indien er te veel is gecompenseerd voor de verrichte openbare dienstverplichting.


2016 2017 € 1.240.000 € 1.085.000


2016 2017 € 1.240.000 € 1.085.000


2016 2017 1 begunstigde € 1.240.000 Jaaromzet: € 1.552.000

1 begunstigde € 1.085.000 Jaaromzet nog niet bekend






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing



















- de opstelling van een toewijzingsbesluit dat in overeenstemming is met artikel 4 van het DAEB-besluit; niet van toepassing

- de vermelding van het compensatiebedrag overeenkomstig artikel 5 van het DAEB-besluit; niet van toepassing

- de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig artikel 5, leden 5 tot en met 8, van het DAEB-besluit; niet van toepassing

- de regelmatige controle op overcompensatie, zoals vereist door artikel 6 van het DAEB-besluit; niet van toepassing




- de inachtneming van de regels op het gebied van overheidsopdrachten overeenkomstig punt 19 van de DAEB-kaderregeling; niet van toepassing - de berekening van de nettokosten volgens de Net Avoided Cost-methode zoals vereist door de punten 25 tot en met 27 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing - de bepaling van de redelijke winst overeenkomstig de punten 33 tot en met 38 van de DAEB-kaderregeling; Niet van toepassing


BIJLAGE













2016 2017

- € 3.700.448 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






Onder de DAEB Leefbaarheidsalliantie zijn de volgende organisaties belast met de uitvoering: - Vereniging Plattelands Jongeren Gelderland - Stichting Zorgbelang Gelderland - Stichting Werkorganisatie DKK Gelderland - Stichting Spectrum, partner met elan

In de DAEB is tevens het Huis van de Jeugd ook opgenomen. Echter is kort na het DAEB-besluit de aanwijzing op eigen verzoek weer ingetrokken. De volgende diensten zijn als dienst van algemeen economisch belang aangewezen: - het stimuleren en faciliteren van bewonersinitiatieven, - het tot stand brengen van sociale initiatieven, - het versterken van voorzieningen voor bewoners, - het stimuleren van samenwerking tussen overheid en bewoners




Wat zijn de (gebruikelijke) vormen van toewijzing? Wanneer voor een bepaalde sector


Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 28 juni 2016, zaaknummer 2016-008521 tot aanwijzing van de activiteiten als Diensten van Algemeen Economisch Belang. Gepubliceerd in het Provinciaal Blad nr. 2016/3882


1 januari 2017 – 31 december 2019


n.v.t.


subsidie


De parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie, zijn als volgt: De maximale subsidie voor de DAEB-activiteiten bestaat uit: de totale kosten die specifiek aan de DAEB- activiteiten zijn toe te rekenen, en een passende bijdrage aan de niet-specifiek aan de DAEB-activiteiten toe te rekenen kosten(overhead). De passende bijdrage wordt als volgt berekend: Ureninzet DAEB-activiteiten __________________________ x niet-specifieke kosten (overhead) Ureninzet totale activiteiten Om dit inzichtelijk te maken, zullen de subsidieontvangers:

- een gescheiden boekhouding hanteren (inkomsten en uitgaven gescheiden administreren: DAEB-activiteiten - overige activiteiten)

- de ureninzet in een urenregistratiesysteem opnemen


Regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen 1. Minimaal eens in de drie jaar en aan het einde van de duur van de openbare dienst verplichting controleert ons college dat er zich geen overcompensatie voordoet. 2. Ons college vordert betaalde overcompensatie terug en past de parameters ter berekening van de compensatie voor de toekomst aan. 3. De subsidieontvanger wordt verplicht Gedeputeerde Staten onverwijld schriftelijk mee te delen indien er te veel is gecompenseerd voor de verrichte dienst van algemeen economisch belang


2016 2017 - € 3.700.448


2016 2017 - € 3.700.448


2016 2017 - 4 begunstigden: jaaromzet nog onbekend






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















BIJLAGE













2016 2017 € 0,8 € 0,8 0 (n.v.t.) 0 (n.v.t.)







b) Kinderopvang







i. Postdiensten

ii. Energie



v. Cultuur






Innovatiestimulering één van de wettelijke taken is van de Kamer van Koophandel en deze taak op Rijksniveau als Dienst van Algemeen Economisch Belang wordt aangemerkt; De Kamer van Koophandel heeft slechts een beperkte rol voor innovatiestimulering en het wenselijk om in de provincie Gelderland deze taakuitvoering op peil te houden;

DAEB-compensatie van maximaal 15 miljoen EUR per jaar (art. 2, lid 1, onder a)) Vii: andere sectoren: technische sector en alleen voor het midden- en kleinbedrijf


Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 8 december 2015, zaaknummer 2015-015356 tot aanwijzing van de activiteiten als Diensten van Algemeen Economisch Belang.


1 januari 2016 - 1 januari 2020


n.v.t.


subsidie


De parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie a. DAEB-tarief per afrekeneenheid (totaal kosten instelling -/- specifiek aan activiteiten te koppelen kosten) _________________________________________________________ = DAEB-uurtarief Totale uren totale instelling b. Specifiek aan activiteiten te koppelen kosten: de blijkens vereffende facturen werkelijk gemaakte, en ten laste van de aanvrager gebleven, direct toerekenbare kosten. De facturen dienen bij het verzoek tot subsidievaststelling te worden overgelegd of door een accountant te zijn getoetst. c. Totale uren totale instelling: de productieve uren van alle medewerkers van de instelling (inclusief de productieve uren die specifiek aan activiteiten te koppelen zijn).


De regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen a. Minimaal jaarlijks en aan het einde van de duur van de openbare dienstverplichting controleert ons college dat er zich geen overcompensatie voordoet. b. Ons college vordert betaalde overcompensatie terug en past de parameters ter berekening van de compensatie voor de toekomst aan. c. Wanneer het bedrag van de overcompensatie niet meer dan 10% van het bedrag van de gemiddelde jaarcompensatie bedraagt, mag deze overcompensatie naar de volgende jaarlijkse periode worden overgedragen en wordt deze op het compensatiebedrag dat voor die periode zou worden betaald, in mindering gebracht. d. Besluiten tot subsidieverstrekking, die dienstig zijn aan dit besluit, verplichten de subsidieontvanger de subsidieverstrekker onverwijld schriftelijk mee te delen indien er te veel is gecompenseerd voor de verrichte openbare dienstverplichting.


2016 2017 € 0,8 mio euro € 0,8 mio euro


2016 2017 € 0,8 mio euro € 0,8 mio euro


2016 2017 1 begunstigde onderneming € 0,8 mio euro Jaaromzet: € 0,8 mio euro

€ 0,8 mio euro 1 begunstigde Jaaromzet nog onbekend






Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Niet van toepassing

















2017

Academ

ische zo

rg

Ambulan

cehelik

opter

Calamite

itenhosp

itaal

DHAZ

Gespecia

liseerd

e bra

ndwondenzorg

Kennis en co

ordin

atie

(ROAZ)

MM

T met h

elikopte

r

MM

T met v

oertuig

OTOOve

rgan

gsre

gelin

g SEH

Post M

orten O

rgaan

uitnam

e

Psych

otraum

azorg

doelgr

oepen

SEH e

n acute

verlo

skunde

Totaalb

edrag p

er begu

nstigd

e

Instelling X € 98,875,106 5,721,108.00€ € 825,028 € 1,102,091 € 106,523,333

Instelling X € 323,854 € 323,854

Instelling X € 1,727,642 € 1,727,642

Instelling X € 244,049 € 2,726,768 € 2,970,817

Instelling X 4,845,518.00€ € 4,845,518

Instelling X € 825,028 € 1,090,848 € 1,915,876

Instelling X € 109,596,140 6,387,446.00€ € 825,001 € 5,354,781 € 1,102,091 € 529,225 € 123,794,684

Instelling X € 825,028 € 1,074,648 € 1,899,676

Instelling X € 1,315,466 € 1,315,466

Instelling X € 83,793,092 4,824,080.00€ € 825,028 € 1,102,091 € 529,225 € 91,073,516

Instelling X € 163,456 € 163,456

Instelling X € 41,810,082 2,301,372.00€ € 825,000 € 1,102,091 € 46,038,545

Instelling X € 2,250,186 € 2,250,186

Instelling X € 154,007 € 154,007

Instelling X € 1,561,588 € 1,561,588

Instelling X € 811,555 € 94,163 € 784,000 € 381,494 € 2,071,212

Instelling X € 24,285,423 1,543,627.00€ € 25,829,050

Instelling X € 2,511,981 € 2,511,981

Instelling X € 471,931 € 2,560,480 € 3,032,411

Instelling X € 86,086,389 4,957,431.00€ € 825,000 € 5,322,918 € 1,085,721 € 323,854 € 98,601,313

Instelling X € 265,799 € 265,799

Instelling X € 4,022,962 € 4,022,962

Instelling X € 3,925,944 € 3,925,944

Instelling X € 2,147,447 € 2,147,447

Instelling X € 86,036,600 4,956,920.00€ € 825,028 € 6,262,307 € 1,100,703 € 410,742 € 99,592,300

Instelling X € 79,984,692 € 1,741,268 4,593,688.00€ € 824,742 € 97,588 € 1,101,753 € 88,343,731

Instelling X € 2,274,409 € 2,274,409

Instelling X € 61,482,919 3,487,744.00€ € 825,027 € 5,830,088 € 1,102,091 € 72,727,869

Instelling X € 2,084,378 € 2,084,378

Instelling X € 2,883,641 € 2,883,641

Instelling X € 2,764,049 € 2,764,049

Eindtotaal € 671,950,443 € 4,845,518 € 1,741,268 € 38,773,416 € 6,436,604 € 9,061,465 € 22,770,094 € 191,751 € 11,748,128 € 1,517,280 € 2,116,900 € 3,925,944 € 24,557,849 € 799,636,660

Aantal instellingen per Functie 9 1 1 9 3 11 4 2 11 5 5 1 11

bijlage diensten van algemeen economisch belang: instructies … · 2019. 8. 19. · toegewezen...

Documents