blok 10 1 een breuk nemen van een grootheid en een …...136 © uitgeverij van in dit printblad...

131Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 10 © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 1 EEN BREUK NEMEN VAN EEN GROOTHEID EN EEN GETAL

Gebruik de breukvragen!

a Los op met de breukvragen.

Kleur 28

van deze strook.

Hoe groot is het geheel? (Meet de strook.)

In hoeveel gelijke delen moet ik verdelen? (N)

Hoe groot is één deel?

Hoeveel delen moet ik nemen? (T)

Hoeveel is dat samen?

cm

delen

cm : = cm

delen

× cm = cm

Kleur 45

van deze strook.

cm : = cm en × cm = cm

b Los op.

1 800

600 600 600

1 200

23

van 1 800

is .

23

van 1 800 → 1 800 : 3 = 600 en 2 × 600 =

68

van 4 000 → : = en × =

47

van 5 600 → : = en × =

89

van 3 600 → : = en × =

16

8

16 8 2

2

2 2 4

15 5 3 4 3 12

1 200

1 200

4 000 8 500 6 500 3 000

5 600 7 800 4 800 3 200

3 600 9 400 8 400 3 200

Correctiesleutel

© Uitgeverij VAN IN 1 van 19

132 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 4 | blok 10

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 2 VAN BREUK > 1 NAAR GEMENGD GETAL EN OMGEKEERD

a Van breuk naar gemengd getal

Omkring de gehelen, als je dat handig vindt.

94

= gehelen en .

. = en .

.

.

6

= geheel en .

. = en .

.

Dat lukt ook zonder tekening!

65

= geheel en .

.= en .

.

103

= gehelen en .

.= en .

.

138

= geheel en .

.= en .

.

157

= gehelen en .

.= en .

.

b Van gemengd getal naar breuk

Verdeel de gehelen, als je dat handig vindt.

2 en 24

= .

. en .

. = .

.

1 en 68

= .

. en .

. = .

.

Dat lukt ook zonder tekening!

1 en 14

= .

. en .

.= .

.1 en 2

6= .

. en .

.= .

.

2 en 45

= .

. en .

.= .

.2 en 1

3= .

. en .

.= .

.

2 2 1 1

1 1 3 3

1 1 2 2

14

15

13

17

58

84

88

44

66

63

105

14

26

13

45

54

86

73

145

24

68

104

148

15

13

17

58

14

26

26

8

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 3 BREUKEN GELIJKWAARDIG MAKEN OF VEREENVOUDIGEN

a Vul aan. Ga in de breukenmuurtjes op zoek naar gelijkwaardige breuken.

1 12

= .

4

68

= .

4

24

= .

8

28

= 1.

1 = 8.

12

= 2.

12

12

14

14

14

14

18

18

18

18

18

18

18

18

b Maak deze breuken gelijkwaardig. Vul de teller of de noemer aan.

×

23

= .

12

×

×

78

= 14.

×

:

104

= .

2

:

:

820

= 2.

:

c Ga maar door! Teken de pijltjes zelf, als je dat handig vindt.

14

= .

16

12

= .

30

90100

= .

50

2128

= .

4

1435

= 2.

37

= 12.

1214

= 6.

3050

= .

5

d Schrijf deze breuken zo eenvoudig mogelijk.

418

=

1525

=

4080

=

25100

=

927

=

1449

=

Om een breuk te vereenvoudigen, deel je teller en noemer zo vaak als je kunt door eenzelfde getal.

4

4

2

2

2

2

4

4

29

35

12

14

13

27

24

8

4

3

4

8

4 455 7

28315 3

516 5

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 4 BREUKEN ORDENEN EN OP EEN GETALLENAS PLAATSEN

a Zet de breuken in de juiste volgorde. Het breukenmuurtje kan je helpen.

13

13

13

16

16

16

16

16

16

19

19

19

19

19

19

19

19

19

16

– 13

– 19

> >

49

– 89

– 39

< <

b Zet deze breuken in de juiste volgorde.

Dezelfde teller? De breuk met de kleinste noemer

is het kleinst / grootst.

12

– 16

– 13

> >

25

– 27

– 26

< <

Dezelfde noemer? De breuk met de grootste teller

is het kleinst / grootst.

59

– 39

– 109

< <

27

– 67

– 57

> >

c Noteer de breuken op de juiste plaats op de getallenas. Maak ze eerst gelijkwaardig.

Tel het aantal delen tussen 0 en 1. Zo bepaal je de noemer.

Maak breuken met een andere noemer eerst gelijkwaardig. Dat lukt door teller en noemer te vermenigvuldigen met

(of delen door) eenzelfde getal.

26

1412

23

1012

318

53

0 1 2

315

75

810

105

610

820

0 1 2

13

39

12

26

23

53

27

39

67

13

26

59

57

16

25

109

27

49

89

16

19

= 76

= 15

= 45

= 35

= 25

= 46

= 56

= 16

= 106

318

315

820

610 10

5

75

1012

1412

810

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 5 EEN RIJ VEELVOUDEN AANVULLEN

a Dit moet je onthouden.

Als je een getal vermenigvuldigt met een ander getal,krijg je een veelvoud.

Een getal heeft oneindig veel veelvouden.Het rijtje veelvouden gaat dus verder dan de tafels.

b Vul de rij met veelvouden aan.

veelvouden van 60

0 60 120 enz.

veelvouden van 700

0 700 1 400 enz.

veelvouden van 90

0 90 180 enz.

veelvouden van 250

0 250 500 enz.

veelvouden van 1 000

0 1 000 2 000 enz.

veelvouden van 800

0 800 1 600 enz.

veelvouden van 50

0 50 100 enz.

180 240 300 360 420

2 100 2 800 3 500 4 200 4 900

270 360 450 540 630

750 1 000 1 250 1 500 1 750

3 000 4 000 5 000 6 000 7 000

2 400 3 200 4 000 4 800 5 600

150 200 250 300 350

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 6 DEELBAARHEID DOOR 2, 4, 5, 10, 25 EN 100

a Dit moet je onthouden.

Een natuurlijk getal kun je delen ...• door 2 als het eindigt op 0, 2, 4, 6 of 8. • door 4 als je het getal gevormd door de laatste twee cijfers kunt delen door 4.• door 5 als het eindigt op 0 of 5. • door 10 als het eindigt op 0. • door 25 als je het getal gevormd door de laatste twee cijfers kunt delen door 25. • door 50 als het eindigt op 00 of 50. • door 100 als het eindigt op 00. • door 1 000 als het eindigt op 000.

b Kleur alle getallen ...

... deelbaar door 2. ... deelbaar door 4.



c Kruis het vakje aan als het getal deelbaar is door de deler bovenaan.

deelbaar door → 2 4 5 10 25 100

560

8 712

9 325

92 500

3 502

10 000

4 375

1 230

628

203

3 716

625 0

752

719

6 502

3 095

8 090

14 200

9 000

0

85 7206 000

989848

548

31 769 5 700

1 034

5 015 8 005

1 450 3 619 2 000

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 7 VRAAGSTUKKEN MET NEGATIEVE GETALLEN OPLOSSEN

a Wist je dat?

Een negatief getal is een getal kleiner dan nul. Je herkent een negatief getal aan het minteken dat ervoor staat.

b Los op. Gebruik de tekening.

• Younes gaat naar de fietsenstalling.

Hij daalt verdiepingen.

• Alice gaat op bezoek bij Emma.

Ze stijgt verdiepingen.

• Gabriel daalt 4 verdiepingen.

Hij gaat naar .

• Mila daalt 3 verdiepingen.

Ze gaat naar .

c Lees en los op.

De bankrekening van mama staat op −50 euro. Mama stort er 200 euro op.

Nu staat er euro op de rekening.

De lift vertrekt op de derde verdieping en daalt 4 verdiepingen.

De lift stopt op verdieping .

Een duikboot vaart op −200 meter.Hij daalt nog 100 meter.

Nu vaart hij op meter.

Het is −2 graden Celsius. Volgende week wordt het 10 graden warmer.

Dan is het graden Celsius.

3

3

Alice

−2 (de garage)

150 −1

−300 8

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 8 DE FUNCTIE VAN EEN GETAL AANDUIDEN

a Even opfrissen!

Je kunt een getal op verschillende manieren gebruiken:

• een getal als maatgetalDan staat er een maateenheid bij (bv. l, kg, °C, € ...).

• een getal als hoeveelheidDan kun je vragen: ‘Hoeveel ... ?’

• een getal als rangordeDan kun je vragen: ‘De/het hoeveelste ... ?’

• een getal als codebv. een telefoonnummer, de code van je fietsslot ...

b Hoe wordt elk getal gebruikt? Kruis aan.

maatgetal hoeveelheid rangorde code






1 bakje aardbeien kopen, 1 bakje gratis!

Staat er op je kraslot BBP417? Dan ben je de winnaar!

Je wint dan één maand gratis aardbeien!

Dat komt overeen met 30 bakjes aardbeien.

Elke tiende koper krijgt een kraslot.

En dat voor de prijs van 3 euro!

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 9 GELIJKNAMIGE BREUKEN OPTELLEN EN AFTREKKEN

a Kleur of doorstreep de breuken op het breukenmuurtje.

Noteer de som of het verschil.

het geheel = 1 het geheel = 1

39

+ 29

= .

.

55

– 45

= .

.

b Dit stel je vast!

Gelijknamige breuken optellen?• Tel de tellers op.• Behoud de noemer.

Gelijknamige breuken aftrekken?• Trek de tellers af.• Behoud de noemer.

c Reken uit.

• Vereenvoudig de som of het verschil als het kan. (**)• Is de som (groter dan) 1 geheel? Zet ze dan om naar een (gemengd) getal. (*)

**

*

**

*

**

16

+ 46

=

38

+ 38

=

27

+ 47

=

53

+ 23

=

912

+ 112

=

56

+ 26

=

49

+ 29

=

715

+ 615

=

**

**

**

**

45

– 15

=

89

– 59

=

1015

– 515

=

1 – 58

=

1 – 23

=

34

– 14

=

1520

– 1420

=

1 – 610

=

Aftrekken van 1?Zet 1 om in een breuk met dezelfde noemer als de aftrekker.

bv. 1 – 23

=

33

– 23

= 13

59

15

56

35

38

33

− 23

= 13

67

1315

1010

− 610

= 410

= 25

120

68

= 34

39

= 13

24

= 12

1012

= 56

515

= 13

69

= 23

73

= 2 en 13

76

= 1 en 16

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 10 CIJFEREN: KOMMAGETALLEN VERMENIGVULDIGEN

Kommagetal vermenigvuldigen?• Reken uit alsof er geen komma staat. Plaats dan de komma in het product. (Het product heeft evenveel cijfers na de komma als het vermenigvuldigtal.)• Vergelijk het product met de schatting. Staat de komma juist?

Reken cijferend uit. Denk aan de schatting!

6 × 3,12 =

≈ 6 × 3 = ¡

7 × 10,32 =

≈ ¡

3, 1 2

×6

. . . .

27 × 0,63 =

≈ 27 × 1 = ¡

32 × 6,54 =

≈ ¡

0, 6 3

×2 7

. . .

+. . . .

. . . .

4 × 3,392 =

≈ ¡

62 × 15,38 =

≈ ¡60 × 20 = 1 2004 × 3 = 12

30 × 7 = 21027

7 × 10 = 7018

1 8, 7 2 1

1 0, 3 2

×7

7 2, 2 4 1 2

3, 3 9 2

×4

1 3, 5 6 8 3 1

4 4 1 2

1 2 6 0

1 7, 0 1

6, 5 4

×3 2

1 3 0 8 1

+1 9 6 2 0 1 1

2 0 9, 2 8

1 5, 3 8

×6 2

3 0 7 6 1 1

+9 2 2 8 0 4 2 3

9 5 3, 5 6

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 11A CIJFEREN: KOMMAGETALLEN DELEN DOOR NATUURLIJKE GETALLEN

Kommagetal delen?• Deel zoals je dat gewoon bent.• Plaats de komma in het quotiënt wanneer je ze tegenkomt in het deeltal.• Bepaal de waarde van de rest met behulp van een kommalijn.

→Schrijf ‘0’ voor de lijn en vul (indien nodig) aan met nullen tot bij de rest.• Vergelijk het quotiënt met de schatting. Staat de komma juist?

963,5 : 7 =

≈ 700 : 7 = ¡

55,03 : 4 =

≈ ¡

9 6 3, 5 7

. . . .

22,52 : 6 =

≈ 24 : 6 = ¡

7,69 : 3 =

≈ ¡

2 2, 5 2 6

. . .

9 : 3 = 34

52 : 4 = 13100

r = 0,3

−7 1 3 7, 6

2 6

−2 1

5 3

−4 9

4 5

−4 2

0 3

r = 0,03

5 5, 0 3 4

−4 1 3, 7 5

1 5

−1 2

3 0

−2 8

2 3

2 0

0 0 3−

7, 6 9 3

−6 2, 5 6

1 6

−1 5

1 9

1 8

0 0 1−

−1 8 3, 7 5

4 5

−4 2

3 2

3 0

0 0 2−

r = 0,02 r = 0,01

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 11B CIJFEREN: KOMMAGETALLEN OF NATUURLIJKE GETALLEN DELEN DOOR NATUURLIJKE GETALLEN (tot op t, h of d)

Om te delen tot op een t, h of d nauwkeurig voeg je één of meer nullen toe na de komma.De rest bepaal je opnieuw met de kommalijn.

53,8 : 6 = (tot op 0,01)

≈ 54 : 6 = ¡

16 : 9 = (tot op 0,01)

≈ 18 : 9 = ¡

5 3, 8 6 1 6 9

. . . . . .

947,1 : 8 = (tot op 0,01)

≈ ¡

913 : 7 = (tot op 0,01)

≈ ¡700 : 7 = 100800 : 8 = 100

29

0

−4 8 8, 9 6

5 8

−5 4

4 0

3 6

0 0 4

, 0 0

−9 1, 7 7

7 0

−6 3

7 0

6 3

0 0 7

r = 0,04 r = 0,07

9 4 7, 1 0 8

−8 1 1 8, 3 8

1 4

−8

6 7

−6 4

3 1

−2 4

7 0

−6 4

0 0 6

9 1 3, 0 0 7

−7 1 3 0, 4 2

2 1

−2 1

0 3

−0

3 0

−2 8

2 0

−1 4

0 0 6

r = 0,06 r = 0,06

− −

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 12 EENVOUDIGE VRAAGSTUKKEN CIJFEREND OPLOSSEN

• Lees het rekenverhaal aandachtig.• Onderstreep de gegevens die je nodig hebt.• Noteer de bewerking en reken uit.• Noteer het juiste antwoord.

Lees en los op door te cijferen.

a19 leerlingen gaan samen naar een subtropisch zwembad. De toegangsprijs is € 5,65 per leerling. (De meester mag gratis mee.)

De totaalprijs bedraagt euro.

bAcht familieleden leggen samen voor de verjaardag van opa. Hij krijgt een spelconsole van 422 euro.

Ieder legt euro bij.

(Reken uit tot op 0,01.)

cVijf collega’s winnen samen 834 euro met de Lotto. Ze verdelen dat bedrag eerlijk onder elkaar.

Elke collega krijgt euro.

(Reken uit tot op 0,01.)

dEen abonnement waarmee je onbeperkt series en films kunt bekijken, kost € 10,99 per maand.

Dat is euro per jaar.

Heb je niet voldoende plaats? Reken dan verder op een kladblaadje.

107,3552,75

166,80 131,88

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 13 BREUKSCHAAL EN LIJNSCHAAL

a Even opfrissen!

Breukschaal

1 : 100 ↓ ↓ op de afbeelding in werkelijkheid

Lijnschaal 1 m

0 1 2 3 4 m

1 cm op de tekening is100 cm of 1 m in werkelijkheid.

1 cm op de kaart is1 m in werkelijkheid.

b Bereken de werkelijke grootte of afstand.

schaal: 1 : 300 schaal: 2 / 1

afbeelding

werkelijkheid

Deze boom is in werkelijkheid

cm of m hoog.

afbeelding

werkelijkheid

Dit lieveheersbeestje is in het echt

cm groot.

5 km

De afstand in vogelvlucht ...

• van Appeldonk naar Peerse:

• van Peerse naar Kerselare:

• van Kerselare naar Appeldonk:

kaart

werkelijkheid

Peerse

Appeldonk

Kerselare

1 200 12 2

1 cm

1 cm 3 cm

2 cm

300 cm (= 3 m)

5 km 15 km

1 cm1 200 cm (= 12 m)

20 km 25 km

2 cm

4 cm

4 cm 5 cm

4 cm

20 km

15 km

25 km

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 14 TEMPERATUURVERSCHIL BEREKENEN

Noteer de temperatuur of kleur de thermometer in. Bereken dan het temperatuurverschil.

a20

15

10

5

0

–5

–10

°C20

15

10

5

0

–5

–10

°C b20

15

10

5

0

–5

–10

°C20

15

10

5

0

–5

–10

°C

°C °C −8 °C −2 °C

Het temperatuurverschil is graden. Het temperatuurverschil is graden.

c20

15

10

5

0

–5

–10

°C20

15

10

5

0

–5

–10

°C d20

15

10

5

0

–5

–10

°C20

15

10

5

0

–5

–10

°C

°C °C 9 °C −7 °C

Het temperatuurverschil is graden. Het temperatuurverschil is graden.

5 19

14 6

10 − 4

14 16

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 15 CONGRUENTIE EN GELIJKVORMIGHEID ONDERZOEKEN

a Even opfrissen!

Figuren zijn gelijk van vorm en grootte wanneer ze elkaar volledig bedekken.

Ze hebben dezelfde vorm en zijn even groot.De kleur, positie ... mag verschillen.

Figuren zijn gelijkvormig wanneer ze dezelfde vorm hebben en de overeenkomstige afmetingen

(bv. basis en hoogte) in dezelfde verhouding vergroot of verkleind zijn.

b Zet een kruisje in de figuren die gelijk zijn van vorm en grootte.

Je mag een hoesje of kalkeerpapier gebruiken.

c Zet een kruisje in de rechthoeken die gelijkvormig zijn aan rechthoek A.

Meet de zijden en noteer de afmetingen in de tabel.

CB D EA

A B C D E

basis cm cm cm cm cm

hoogte cm cm cm cm cm

2 2 1 1,5 4

4 3 2 4 4

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 16 GELIJKVORMIGE FIGUREN EN VERVORMINGEN TEKENEN

a Teken een gelijkvormige figuur waarvan de afmetingen half zo groot zijn.

b Teken een gelijkvormige figuur waarvan de afmetingen dubbel zo groot zijn.

c Vervorm deze figuur door ze over te tekenen in het andere rooster.

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 17A WERKEN MET COÖRDINATEN

Coördinaten helpen om iets terug te vinden of aan te duiden op een kaart of een plattegrond. Je leest of noteert eerst de letter van de horizontale as, dan het cijfer van de verticale as.

A B C D E F G H

a Noteer de juiste (tussen)windrichting.

• Hamme (A, 2) ligt ten van Antwerpen.

• Zoersel (H, 6) ligt ten van Antwerpen.

• Zandhoven (G, 4) ligt ten van Antwerpen.

b Werken met coördinaten

Welke gemeente vind je in vak (G, 5)?

Welke gemeente vind je in vak (A, 3)?

De coördinaten van Mechelen zijn ( , )

of korter: .

De coördinaten van Beveren zijn ( , )

of korter: .

6

5

4

3

2

1

N

Z

W O

NO

ZO

NW

ZW

zuidwesten

noordoosten

oosten

Sint - Antonius

Waasmunster

E 1

E1

C 5

C5

Correctiesleutel



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 10 17B EEN ROUTEBESCHRIJVING VOLGEN

Ik vertrek aan Baggaertshof (1) in zuidwestelijke richting. Ik neem de derde

zijstraat links. Dan neem ik de eerste zijstraat links. Ik ben in de

.

Ik vertrek aan de Havermarkt (2) in noordwestelijke richting. Ik neem de

tweede zijstraat rechts. Dan neem ik opnieuw de tweede zijstraat rechts.

Ik eindig op de .

Ik neem de O.L.Vrouwestraat (3) in noordoostelijke richting. Ik neem de

tweede zijstraat links. Op het einde van die straat draai ik naar rechts.

Ik ben dan in de .

2

3

1

Wijngaardstraat

Grote Markt

Handboogstraat

Correctiesleutel


blok 10 1 een breuk nemen van een grootheid en een …...136 © uitgeverij van in dit printblad...

Documents