brch klei tot baksteen - joostdevree.nl · 2 inleiding d ebelangrijkstegrondstofvoorhetprodu-ceren...

22
VAN KLEI TOT BAKSTEEN EN MEER

Upload: vanthuan

Post on 04-Jun-2018

254 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

VAN KLEI TOT BAKSTEEN

EN MEER

1

Inhoud

Inleiding 2

Historie 3

Kleiwinning 5

Voorbewerking 6

Vormen en drogen 7

Bakken 10

Kwaliteit 13

Verwerking 16

Literatuur 18

Ledenlijst 19

Colofon

UitgeverKoninklijk Verbond van NederlandseBaksteenfabrikanten (KNB)

FotografieBlz. 2: architekt: Krier & Kohl Architekten,BerlijnBlz. 17 rechts: architekt: Royal Haskoning,AmsterdamGrid Design, KNB e.a.

Ontwerp en drukCoers en Roest bv, ontwerpers BNO | drukkerste Arnhem

Velp, november 2007nieuwe, gewijzigde druk

KNB en de door KNB ingeschakelde derden heb-ben aan de inhoud en samenstelling van dezedocumentatie de grootst mogelijke zorg besteed.De betrokken organisaties en bedrijven aanvaar-den echter geen enkele aansprakelijkheid voorhet gebruik van de gegeven informatie in dezedocumentatie of gedane aanbevelingen.

© Alle rechten voorbehouden. Niets uit dezeuitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagenof openbaargemaakt in enige vorm of op enigewijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestem-ming van KNB.

Florijnweg 6

Postbus 153, 6880 AD Velp

T +31 (0)26 384 56 30

F +31 (0)26 384 56 31

E [email protected]

I www.knb-baksteen.nl

2

Inleiding

De belangrijkste grondstof voor het produ-ceren van baksteen is klei. De vindplaats

van klei was van oudsher dan ook de aangewezenplek voor productie. Aanvankelijk werden stenengebakken in veldovens. Deze ovens werden ge-bouwd bij of op de vindplaats van de klei, of opplaatsen waar brandstof voor de ovens gemakke-

lijk voorhanden was. Hoewel het principe van hetsteenbakken sinds de oudheid gelijk is gebleven,zijn moderne steenfabrieken geheel aangepastaan de eisen van deze tijd. De Nederlandsebaksteenindustrie heeft zich door de eeuwenheen ontwikkeld tot een eigentijdse moderneprocesindustrie met een efficiënte productie met

een hoge graad van automatisering en aandachtvoor zaken als het milieu en arbeidsomstandig-heden. Zij kan flexibel inspelen op vragen uitde markt als het gaat om vernieuwingen in hetbouwproces. De baksteenindustrie gaat hierbijzelf voorop met het ontwikkelen van nieuweproducten, productiemethoden en innovaties.Voorbeelden hiervan zijn het verlijmen vanbakstenen, prefab metselwerk, droogstapel- engevelbekledings-systemen en machinaal straten.Baksteen voegt zich door zijn natuurlijke uit-straling gemakkelijk in zijn omgeving. Bak-stenen worden vervaardigd in diverse kleuren,vormen, maten en met verschillende (opper-vlakte)-structuren en fysische eigenschappen.Al deze eigenschappen worden gevormd en ge-stuurd in het productieproces, te beginnen bij dekeuze van de klei.In deze brochure wordt de fabricage van bak-steen in al zijn facetten behandeld, van kleiwin-ning tot het bakken van de stenen, het transporten de verwerking op de bouwplaats. Ook zullenenkele speciale onderwerpen onder de aandachtworden gebracht, zoals aspecten van duurzaam-heid en milieu.

Baksteen is een modern bouwmateriaal dat zich met zijn natuurlijke uitstraling gemakkelijk voegt naar de omgeving.

Het gebruik van bakstenen in het bouwproces is door de eeuwen heen een

vanzelfsprekendheid geworden. Vragen we ons nog wel eens af waar die toe-

passing vandaan komt en hoe de productie van baksteen tot stand komt?

Baksteen is een product met een natuurlijke uitstraling dat, zoveel is zeker,

eeuwenlang stand kan houden getuige de vele fraaie voorbeelden van

baksteenarchitectuur die de wereldgeschiedenis markeren. Baksteen is echter

ook een modern, klimaatvriendelijk bouwmateriaal, geschikt voor toepassin-

gen in hedendaagse architectuur en straatbeeld.

3

Een stukje geschiedenis

Baksteen is zo oud als onze beschaving. Hetbakken van stenen dateert van duizenden

jaren voor Christus. Dat klei door het te bakkenhard wordt wist men al in de oudheid. De eerstevondsten van keramiek aardewerk dateren van7000 – 6000 v. Chr. Om te bouwen gebruiktemen aanvankelijk ook leemstenen. De eerstegebakken stenen zijn gevonden in Mesopotamiëen worden gedateerd op ca. 5000 – 4500 v. Chr.Verondersteld wordt dat het nog tot ca. 3000 v.Chr. duurde voordat gebakken stenen op grotereschaal toepassing vonden in het bouwen.

Aanvankelijk werden stenen met de handgevormd uit een bal klei, maar al heel

vroeg heeft de vormbak hierbij zijn intrede ge-daan. Met de vormbak werd het mogelijk seriesstenen te maken van gelijke afmetingen enstructuur. De techniek werd later door de Romei-nen verfijnd en op grotere schaal toegepast. Zijgebruikten ook mortel om de stenen aan elkaarte verbinden. De Romeinen introduceerden hetsteenbakken in ons land, maar na het vertrekvan de Romeinen raakte de techniek in onbruik.Vanaf de twaalfde eeuw wordt de techniek vanhet steenbakken in ons land echter weer opge-pakt en de toepassing krijgt een grote impuls als

de bouw van brandgevaarlijke houten huizen inde Middeleeuwse steden wordt verboden.

De toenemende vraag naar baksteen leidde ertoedat met name vanaf het begin van de negentien-de eeuw pogingen worden ondernomen om defabricage van baksteen te versnellen met behulpvan mechanisering. De repeterende handelingennodig voor het vormen van de stenen leek zichgoed te lenen voor mechanisering. Gedurende denegentiende eeuw verschijnen er allerlei paten-ten op machinerie die het vormproces moestenverbeteren en versnellen. Aanvankelijk werktendeze machines volgens de vormbakmethode,maar al spoedig kwam ook de strengpersmachinein zicht. De afbeelding op pagina 4 toont eenstrengpers op een gravure van rond 1860. Vanafhet midden van de negentiende eeuw wordenook nieuwe typen ovens geïntroduceerd waarmeehet bakproces werd geoptimaliseerd en de steen-productie kon worden verhoogd.

Rond 1900 en met name na de eerste wereld-oorlog zien we de eerste pogingen tot industria-lisering van en prefabricage in het bouwproces.Grote achterstand in de woningbouw leidderond 1920 tot een samenwerking van de grotesteden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag omop grote schaal te experimenteren met geïndus-trialiseerde woningbouwmethoden. Na de tweedewereldoorlog is die draad weer opgepakt alsgevolg van de enorme woningnood. In het kadervan de wederopbouw werd de toepassing vanbaksteen zelfs gesubsidieerd. Uit die tijd stamthet oudst bekende systeem voor geprefabriceerdmetselwerk in Nederland, het BMB (BaksteenMontage Bouw) systeem uit ca. 1956.

Nederland telde rond 1920 wel 600 baksteen-fabrieken verspreid over het land. De crisisjarenen de daarop volgende tweede wereldoorlogmaakten dat de baksteenindustrie aan het eindevan de oorlog nagenoeg tot stilstand was geko-men. Zo’n 20% van de fabrieken was verwoest, ofzwaar beschadigd en de helft van de fabriekenhad schade opgelopen. Veel fabrieken warenook van hun installaties en rijdend materieelberoofd. Na de oorlog werd de draad door deindustrie echter al snel weer opgepakt. Aan heteind van 1946 bedroeg de totale productie, metca. 1 miljard stenen, al weer zo’n driekwart vanhet vooroorlogse productiepeil.

Boogschuttersfries van baksteen uit het paleis van Darius I

te Suza uit de 4e eeuw v. Chr.

Historie

4

Vanaf de vijftiger jaren komt de mechaniseringvan het vormproces op gang en doet de kunstma-tige drooginrichting zijn intrede, waardoor hetsteenbakken een continu proces wordt. Periodenvan economische tegenslag en hoogconjunctuurwisselen elkaar af. Werd begin jaren zestig doorde industrie nog zwaar ingezet op investeringenin steenpersen, drooginrichtingen en ovens, aanhet eind van de jaren zestig vond alweer eengrootschalige sanering plaats in de industrie. Al-leen al in die jaren vermindert het aantal fabrie-ken met 50 tot ca. 160. Met deze 160 fabriekenkon de industrie echter wel meer dan 2 miljardstenen bakken. Door verdergaande mechanise-ring en automatisering van het productieprocestelt ons land nu nog een 40-tal baksteenfa-brieken bij een min of meer gelijkgeblevenproductiecapaciteit. Ook de internationalisering,gepaard gaande met fusies en overnames in dejaren negentig, is hier debet aan.

Het gebruik van baksteen ligt in ons land ook nunog altijd voor de hand vanwege de beschikbaar-heid van velerlei kleisoorten. Naast de kaas, deklompen, molens en tulpen is Nederland in hetbuitenland ook bekend om zijn architectuur inbaksteen.

Het productieproces

Door een nauwkeurige keuze en samen-stelling van de klei in combinatie met

efficiënte productiemethoden worden nu meerdan 2500 verschillende typen baksteen gemaakt.De verschillende steentypen onderscheiden zichnaar kleur, textuur, formaat, vormmethode,bezanding en eigenschappen als hardheid enporositeit. De industrie speelt hiermee flexibel inop de vraag uit de markt.Er moeten verschillende stappen in het fabri-cageproces worden doorlopen om van klei totbaksteen te komen:• de kleiwinning;• de opslag;• het voorbewerken;• het vormen;• het drogen;• het bakken.

Strengpersmachine uit ca. 1860. De machine werd door stoom aangedreven.

Uit: Baksteen; J.W.P. Campbell, uitg. Thoth, Bussum.

5

Het winnen van de grondstof klei vindtgrotendeels plaats in de uiterwaarden van

de grote rivieren (langs de Rijn, IJssel, Waal enMaas). Daarnaast wordt in Nederland in min-dere mate ook zeeklei (o.a. Groningen) en lössof leem (Zuid-Limburg) gewonnen. Sommigetypen baksteen vergen speciale eigenschappenvan de klei die voor dat doel ook wel van eldersen indien nodig vanuit het buitenland wordtaangevoerd. Zo wordt witbakkende klei gehaalduit het Westerwald (nabij Koblenz) en de Eifelin Duitsland.Van een kleivoorkomen worden eerst grondmon-sters genomen door middel van grondboringen.Deze grondmonsters worden onderworpen aaneen laboratorium-onderzoek op basis waarvande geschikte kleisoorten worden geselecteerd.De klei wordt na het ontgraven meestal metvrachtauto’s of per schip naar de opslag bij defabriek vervoerd.

Voordat met de kleiwinning feitelijk kanworden gestart, moet de herinrichting

van het gebied na het beëindigen van de klei-winning bekend zijn. Veelal is sprake van multi-functionele projecten waardoor de kleiwinningbijvoorbeeld óók het belang van natuur ofrivierveiligheid dient.Begin jaren negentig heeft de baksteenindustriesamen met het Wereld Natuur Fonds (WNF)een methode ontwikkeld waardoor kleiwinningbijdraagt aan de ontwikkeling van nieuwe na-tuur. Fraaie resultaten van dit reliëfvolgendontkleien vinden we in de Millingerwaard bijNijmegen, de Blauwe Kamer bij Wageningen, deCrobsche Waard bij Haaften en Slot Loevesteinbij Gorinchem.

Sinds het hoogwater in 1993 en 1995 zijn bouw-activiteiten in het rivierengebied aan strengevoorwaarden gebonden. Het rivierengebied ende baksteenindustrie zijn echter onlosmakelijkmet elkaar verbonden. De Beleidslijn Grote Ri-vieren 2006 merkt de baksteenindustrie dan ookterecht aan als een volwaardige riviergebondenactiviteit.Sinds de Nota Ruimte (2005) ligt de nadruk bijde winning van bouwgrondstoffen op gebieds-gerichte projectontwikkeling met een goederuimtelijke kwaliteit, draagvlak bij belang-hebbenden en initiatief van het bedrijfsleven.Dit nieuwe Rijksbeleid biedt de baksteenindu-strie de mogelijkheid om samen met lokale over-heden in te zetten op de realisatie van een goede

ruimtelijke kwaliteit, of van wenselijk geachteruimtelijke doelen zoals rivierveiligheid.Bij het afgraven zelf wordt respect getoond voorde aanwezige flora en fauna. Dat gebeurt op eenzorgvuldige wijze en met inachtneming van eendoor de overheid goedgekeurde Gedragscode.

Opslag

De afgegraven klei vertoont zowel in de mineralesamenstelling als in de korrelverdeling veel varia-ties. Deze variaties worden geëgaliseerd door desystematische en gecontroleerde opbouw van devoorraad klei.Op het terrein wordt de klei daartoe in horizon-tale lagen van verschillend type, kleur en sa-menstelling in depot opgeslagen. Door verticaalafgraven van dit depot ontstaat een eerste grovemenging van de verschillende kleilagen in dejuiste hoeveelheid. Door deze manier van verti-caal afgraven is het verschil in de samenstellingtussen de lagen van weinig invloed op de samen-stelling van de klei, die de fabriek ingaat.

Bij buitenopslag staat de klei bloot aan deweersinvloeden (o.a. regen, vorst). Bij streng-persproducten is het vochtgehalte van de kleivan groot belang en wordt de klei opgeslagen inkleibunkers, waardoor het vochtgehalte nauw-keurig in de hand is te houden. Bij overdekteopslag varieert de opslagperiode van één tot zesmaanden, terwijl bij buitenopslag deze periodevarieert van drie maanden tot een jaar.

Door verticaal afgraven van het gelaagde depot ontstaat een eerste grove menging van de klei in de juiste verhoudingen.

Kleiwinning

6

Het voorbewerken heeft als doel de klei-massa, door mengen en kneden, tot een

gemakkelijk te vormen homogene plastischegrondstof te maken. Hiermee kan een eindpro-duct met een constante kwaliteit geleverd wor-den. Plastisch betekent, dat de kleimassa goedvormbaar is en de vormkarakteristiek (afmetin-gen en textuur) in het product behouden blijft.De uit de opslag aangevoerde klei wordt met eenvrachtauto c.q. shovel naar de toevoerbak, ookwel Kastenbeschicker genoemd, gebracht. Dezetoevoerbak is ongeveer 1 meter breed en 5 à 10meter lang. De bodem van deze toevoerbak is eenplaattransporteur met aan het eind hiervan eenhaspel, die de klei van de band schraapt. Dezezogenaamde Kastenbeschicker vormt een buffer-voorraad en is tevens een doseerinrichting.

Het voorbewerken bestaat o.a. uit:• het reinigen, d.w.z. het verwijderen van steen-tjes en metaaldeeltjes tijdens verschillendebewerkingen aan het begin van het voorbe-werkingsproces;

• het verkleinen door middel van de kleirasp,differentieelwals en kollergang (d.w.z. tweezware walsen draaien rond over een zeef-plaat);

• het bevochtigen door middel van het toe-voegen van water en stoom. Door de juistehoeveelheid water krijgt de klei de gewenstevervormbaarheid, terwijl de stoom een ver-hoging van de temperatuur aan de klei geeft.

De gemengde klei wordt door een kleirasp gedrukt.

Voorbewerking

Een shovel brengt de klei uit de opslag in de toevoerbak naar de fabriek.

Hierdoor verbeteren de plastische eigenschap-pen en het drooggedrag van de klei;

• het toevoegen van eventuele toeslagstoffen.Hierdoor kan de kleur van het te maken pro-duct beïnvloed worden. Zo bevordert zeer fijngemalen kalksteen (krijt) de geelkleuring.Door toevoeging van bruinsteen (MnO2), datdus mangaan bevat, worden de stenen zeerdonker. Door zand toe te voegen kan te vetteklei verschraald worden;

• het mengen. Het mengen vindt plaats in eenhorizontale trog met kneedmessen en de kleiwordt daarna door een zeefplaat gedrukt.

Bij het samenstellen van een kleimassa met eenbepaalde plasticiteit spelen de volgende aspecteneen belangrijke rol:• de vormbaarheid;• het gedrag tijdens het drogen;• de sterkte van het gedroogde product;• het gedrag tijdens het bakken; en• de eigenschappen en samenstelling van hetgebakken product.

7

Het vormen van de vormeling, ook welgroene steen of groenling genoemd, kan

op de volgende manieren geschieden:• met de handvormpers: machinale handvorm-steen;

• met de hand: handvormsteen;• met de vormbakpers: vormbaksteen;• met de strengpers: strengperssteen;

Handvormpers

De vormbak is van oudsher het hulpmid-del waarmee met de hand stenen werden

gevormd. In de moderne steenfabriek is ditprocedé volledig geautomatiseerd en gemecha-niseerd. Ook het typische karakter van een metde hand gevormde steen (onregelmatige op-pervlaktestructuur) kan door de handvormpersworden nagebootst.De vormbakken waarin de klei wordt gevormdtot het beoogde type baksteen, hebben een ver-stelbare bodem. Zodoende kunnen met dezelfdevormbakeenheid verschillende steenformatenworden gemaakt. Dit is ook noodzakelijk: waarmen vroeger 4 of 5 verschillende ‘standaard’typen handvormsteen maakte, heeft men nu perfabriek vele formaten. Dit gekoppeld aan de veleverschillende grondstofrecepturen en wijzen vanstoken, leidt soms tot meer dan 150 verschillendesteensorteringen per fabriekslocatie!

De vormbakken worden bezand voordat de kleierin wordt geworpen. Het zandlaagje in de vorm-bak zorgt ervoor dat de klei ook weer gemakke-lijk wordt gelost. De vormeenheid verdeelt de klei

Vormen en drogen

in porties van de juiste grootte en gewicht, diedoor een speciaal mechanisme in de vormbakworden geworpen. Dit moet met de juiste druken massa gebeuren, zodat de vormbak goed

wordt uitgevuld en de gewenste nerfstructuurontstaat. De overtollige klei wordt met eenstaaldraad van de vormbakken afgesneden enteruggevoerd naar de klei-invoerbak. De bak-ken zelf worden vervolgens gekeerd en geleegd,waarbij de vormelingen op een droogplaatworden opgevangen.De lege vormbakken worden schoongespoten enopnieuw bezand om weer te worden gebruikt.

Het karakter van een handvormsteen wordtnagebootst door variatie in de druk en snel-heid waarmee de kleimop in de vormbak wordtgeworpen. De typische nerven van een hand-vormsteen ontstaan door het inplooien van hetbezande oppervlak.

Door het bezanden van de vormbakken ach-terwege te laten en de bakken alleen met waterschoon te spoelen, ontstaat de zogenaamdeWasserstrich baksteen. Deze heeft een gladderoppervlak dan de gewone machinale hand-vormsteen en een door het water ‘gestreken’oppervlaktestructuur.

Pers voor handvormstenen.

De ronddraaiende, in een band geschakelde, vormbakken worden schoongespoeld en bezand, waarna zij

opnieuw met klei worden gevuld.

8

Handvormen

Het echte handvormen zoals dat vroegergebeurde wordt nog slechts door een

enkel gespecialiseerd bedrijf gedaan voor restau-ratieprojecten en speciale vormstenen.Dit gebeurt door middel van een houten bak ofraam met één of meer vakken (maximaal 6 à7) ter grootte van de steen als mal. Deze ramenworden schoongespoeld met water en daarnabestrooid met zand, waardoor de vormelinggemakkelijker wordt gelost.

De geloste en op dragers gekeerde vormelingen verlaten de vormbakpers. In dit geval zijn de vormelingen nageperst om de vorm-

bak goed te vullen. Door een inzet in de vorm is een kleine uitholling ontstaan op een platte kant van de steen, de zgn. frog.

De streng klei wordt door de persmond op een band geperst.De vormeenheid. Via de trechter van de doseerinrichting

wordt telkens een kleimop tussen ronddraaiende banden

met kracht in de vormbak geworpen.

De handvormer rolt vervolgens een bal kleidoor het zand of zaagsel en werpt deze bal metkracht in één van de vakken. Als alle bakkenvol zijn, wordt de overtollige klei met een draadafgesneden en verwijderd. Daarna wordt de bakop z’n kop op een plank gezet. De vormelingenvallen nu uit de bakken op de plank, die alsdrager dienst doet.Tegenwoordig wordt het handvormen vrijweluitsluitend nog machinaal gedaan. De hand-vormsteen is herkenbaar aan een onregelmatiggenerfd en bezand oppervlak.

Vormbakpers

Het proces van vormen met de vormbak-pers is grotendeels gelijk aan dat met de

handvormpers, met dit verschil, dat bij de vorm-baksteen de klei niet in de vorm wordt geworpen(zoals bij de handvorm het geval is), maar onderenige druk door een persblok wordt ingeperstin de vooraf bezande vorm. Hierdoor ontstaatde vormbaksteen, die een bezanding heeft opvijf van de zes vlakken en een gelijkmatig strakoppervlak. Doordat de persen gelijktijdig negen-tien vormen of meer in een bak met een tempovan 35 slagen per minuut maken, geeft dit eenproductiecapaciteit van minimaal 600 vorme-lingen per minuut oftewel 36.000 vormelingenper uur.

Strengpers

Met de ontwikkeling van de strengperswerd het indertijd mogelijk veel gro-

tere volumes stenen te vormen dan met de handmogelijk was. Het principe is eenvoudig: de kleiwordt met een schroef door een rechthoekigeopening geperst waar het als een streng uitkomtmet lengte- en breedte-afmetingen van de steen.Van deze streng worden vervolgens plakken terdikte van een steen afgesneden met behulp vaneen draad.

Door de persmond aan te passen kunnen relatiefgemakkelijk verschillende vormen en afmetin-gen aan de stenen worden gegeven. Er ontstaangeperforeerde stenen door vóór de persmonddoorns te plaatsen. Voordeel hiervan is dat de

9

steen lichter is, er materiaal wordt bespaard ener minder energie wordt gebruikt.De gladde en strakke zijden van een strengpers-steen kunnen driezijdig worden bezand, of kun-nen met rollen of andere hulpmiddelen wordenvoorzien van een patroon Als de stenen de streng-pers verlaten worden zij op dragers verzameld ennaar de droogkamers gebracht.

In veel landen wordt vaak alleen deze streng-persmethode toegepast, omdat de beschikbareklei niet geschikt is voor de vormbakmethode.Bij een strengpers wordt gebruik gemaakt vaneen meer plastische klei. Deze bindt meer vochten geeft meer droogkrimp en minder plastischeklei.Doordat de klei droger en stijver is heeft destrengperssteen een dichtere structuur. Op desnijvlakken zijn de typische kenmerken vanhet snijden van de kleistreng te zien. De streng-persmethode is de meest toegepaste vormmethodevoor binnenmuurstenen en -blokken in Europa.Straatbakstenen ofwel gebakken klinkers wordenuitsluitend gevormd volgens de strengpers- of devormbakmethode.

De dragers met vormelingen worden verza-meld in rekken die naar de droogkamers

worden getransporteerd. In de droogkamers wor-den de vormelingen gedroogd tot zij niet meerdan ca. 2% vocht bezitten. Wanneer er teveelvocht in de klei achterblijft, is de kans grootdat de steen tijdens het bakken zal scheuren enuiteenvallen. Sommige kleisoorten zoals die uit

Binnenmuursteen gevormd volgens de strengpersmethode.

het Westerwald moeten 100% droog zijn voordatde vormelingen de oven ingaan. Het drogengebeurt onder andere met warme/hete lucht dieals restwarmte wordt afgevoerd van de ovens. Destapeling van de stenen in de droogkamers iszodanig, dat de warme lucht zo goed mogelijklangs alle stenen wordt geleid die daardoor ge-lijkmatig kunnen drogen. Omdat er een lineairedroogkrimp tot ca. 10% optreedt, wordt in hetbegin langzaam gedroogd om het scheuren vande vormeling te voorkomen. Het droogtempo en

de totale droogtijd zijn afhankelijk van het typesteen. Na ca. 30 uur zijn de vormelingen meestaldroog genoeg om te worden gebakken.

Er bestaan ook tunneldrogerijen, waarbij devormelingen op lorries door een tunnel wordengevoerd. Warme, droge lucht wordt tegen derijrichting in door de tunnel geblazen.Het gehele droogproces wordt nauwkeurig ge-volgd en waar nodig bijgestuurd op temperatuuren vochtigheidsgraad.

De vormelingen die de vormbakpers verlaten worden in de machine midden op de foto gekeerd en op de dragers in de stel-

lingen links op de foto verzameld.

De stapeling in de droogkamers is zodanig dat de warme lucht goed en gelijkmatig langs alle stenen wordt gevoerd.

10

Stenen bakken

De moderne steenoven is een tunneloven.Dit type oven bestaat uit een lange tun-

nel (ruim 100 meter) waarbij aan de ene kantde gedroogde vormelingen op ovenwagens detunnel worden ingereden en er aan de anderekant als gebakken stenen weer uitkomen. Degedroogde steen is al redelijk stevig, maar hijwordt pas een echte baksteen door het bakken.Het bakproces is bepalend voor de blijvende ma-teriaaleigenschappen van de gebakken steen. Devormelingen zijn voordat zij de oven ingaan noggrauwgrijs of geelachtig van kleur. De uiteinde-lijke kleur van de steen is dus ook een resultaatvan het bakproces.In principe verloopt het bakproces in drie fasen:• opwarmfase• stookfase• afkoelfase

In het eerste deel van de tunnel worden de ste-nen langzaamaan op temperatuur gebracht. Ditgebeurt met behulp van de rookgassen uit hetbrandergedeelte van de oven. In deze fase ver-dwijnt het nog aanwezige restvocht uit de steen.Vanaf ca. 450ºC tot 600ºC wordt de opwarmingvan de vormelingen vertraagd in verband met dekwartssprong bij 573ºC. Dit is de verandering vande kristalstructuur van kwarts bij een tempera-tuur van 573ºC, die gepaard gaat met een ver-kleining van het volume. In deze fase is de steengevoelig voor scheurvorming. Naarmate destenen dichter bij het hart van de tunnel komen,

Stookcurve.

1 Tijdens het opwarmen verdwijnt eerst het restvocht en

dan het chemisch gebonden water.

2 Rond de 573ºC wordt de opwarmsnelheid omlaag ge-

bracht om breuk van de stenen te voorkomen.

3 De humus in de stenen verbrandt.

4 De sintering begint.

5 Bij constante temperatuur rijpt het product (bij baksteen

1000 tot 1200°C).

6 Snelle koeling tot ca. 600ºC; in deze fase is de kans op

breuk vrijwel nihil.

7 De fase waarin kwarts wordt omgezet bij 573ºC is kritisch

in verband met koelscheuren. De koelsnelheid wordt dus

vanaf 600-650ºC teruggebracht.

8 Koeling tot uitrijtemperatuur.

Bakken

waar zich de branders bevinden, stijgt de tempe-ratuur. Bij verdere opwarming verbranden allenog in de steen aanwezige organische stoffen.

Het eigenlijke bakken van de stenen vindt plaatsin het hart, het middengedeelte, van de oven bijeen temperatuur van 1000 tot 1200ºC. Hier vindtde sintering plaats van de klei en ontstaat devoor de steen zo kenmerkende structuur. Tijdenshet sinteren vinden ingewikkelde chemischeprocessen plaats, waarbij nieuwe keramische englasachtige verbindingen ontstaan die de steenzijn sterkte geven.

Het afkoelen van de stenen moet beheerst ge-beuren omdat de stenen anders alsnog zullenscheuren. De eerste afkoeling tot ca. 600-650ºCkan snel worden gerealiseerd; de kans op scheu-ren is dan vrijwel nihil. Daarna moet tot ca.400ºC langzaam worden afgekoeld in verbandmet de kwartssprong. Tenslotte wordt nog af-gekoeld tot ca. 100ºC voordat de stenen de ovenverlaten. Onderstaande grafiek laat zien hoe hetverloop van de stooktemperatuur er uit kan zienover de totale bakperiode van 2 à 3 dagen. Elkesteensoort heeft zijn eigen ideale bakcurve diedoor onderzoek wordt vastgesteld.Bij straatstenen is de baktemperatuur meestalhoger dan voor gevel- of binnenmuurstenen.

De gedroogde vormelingen rijden op ovenwagens door de tunnel en worden zo langzamerhand een baksteen.

11

Links en rechts: het brandergedeelte van een moderne tunneloven. Een deel van de warmte van het stoken wordt gebruikt om het opwarmproces in de oven te sturen. Restwarmte van de oven

wordt gedistribueerd naar de droogkamers en soms ook naar de kleivoorbereiding.

Transport

Na het verlaten van de oven worden destenen gereed gemaakt voor opslag en

transport. De verpakkingseenheid neemt de ste-nen over van de ovenwagens en sorteert zetot pakketten die geschikt zijn voor opslag entransport naar en op de bouwplaats. In de regelzijn dat tegenwoordig zogenaamde deelbare 12-voets pakketten (hulo-pakketten). Deze methodevan werken is voortgekomen uit de ontwikkelingdoor de baksteenindustrie van de Negen Metsel-systemen in de jaren negentig. Doel daarvan ishet verbeteren van de arbeidsomstandighedenvan de metselaar en opperlieden en het gemak-kelijker en efficiënter laten verlopen van hetlogistieke proces op de bouwplaats.

De machine plaatst eerst een twaalftal doordwarsgeplaatste stenen gevormde ‘voeten’, waar-op vervolgens een steenpakket wordt gezet. Ditpakket kan in vieren of achten worden opgedeeldin kleinere pakketten van 50, 200 of 400 stenendie op de bouwplaats gemakkelijk mechanischkunnen worden geopperd. Met speciaal hulpge-reedschap zoals de 6-voets tang voor kraan ofverreiker kunnen de stenen direct op de steigerworden neergezet.Veel architecten willen tegenwoordig gebruikmaken van specifieke sorteringen van bakstenenom het gevelbeeld een levendiger karakter tegeven. Baksteenfabrikanten spelen hierop indoor voor te mengen en de gewenste sorteringop 6-voets pakketten te leveren. Op de bouw-

Andere oventypen

Een enkele Nederlandse steenfabriek werktnog met meer traditionele oventypen,

zoals de ring- en de vlamoven.Een ringoven bestaat uit een rondlopende gangwaarin verschillende poorten zijn gemaakt.Deze poorten dienen voor de aan- en afvoer vande stenen. In tegenstelling tot de tunnelovenblijven de stenen op hun plek in de ring enwordt het vuur verplaatst door de brandstofdo-sering telkens te verplaatsen.Bij de vlamoven blijven de stenen ook op hunplek en beweegt het vuur zich door de oven.Het verschil met de ringoven is, dat de gang isonderverdeeld in kamers. Het vuur loopt hierdus van kamer naar kamer.

Schema traditionele oventypen: de ringoven en de vlamoven.

1 Inrijden van ongebakken steen.

2 Uitrijden gebakken steen.

3 Rookgasafvoer naar schoorsteen.

4 Afsluitbare openingen naar rookkanaal.

5 Luchttoevoer.

6 Tijdelijke papierafdichting.

12

Het tasveld met de voorraad gereed voor transport naar het werk.

plaats kan dan direct vanuit deze pakkettenmechanisch worden geopperd met bijvoorbeeld6-voets tang en verreiker. Deze methode is goedvoor de arbeidsomstandigheden en de logistiekeefficiëncy op de bouwplaats.In sommige gevallen wordt op verzoek vanklanten nog met traditionele pallets gewerkt. Zoworden binnenmuurstenen altijd op pallets ver-voerd. Straatstenen worden afhankelijk van dewijze van bestraten (handmatig of machinaal)aangeleverd in hulo of op pallets.De steenpakketten worden uit milieuoverwegin-gen bij voorkeur onverpakt opgeslagen en naarde bouwplaats getransporteerd. Indien nood-zakelijk kunnen de pakketten worden voorzienvan een krimpfolie of hoezen ter beschermingtegen vocht, vuil en/of diefstal. Veelal vindteerst tussenopslag plaats in de voorraad op hetfabrieksterrein.

De kleur van baksteen

Tijdens het bakken krijgt de baksteen zijnkleur. Er zijn verschillende mogelijkhe-

den om de baksteenkleur te beïnvloeden:• door de kleikeuze. IJzerhoudende klei bakt roodals het ijzergehalte (Fe

2O3) groter is dan het

kalkgehalte (CaO). Kalkhoudende klei (meerkalk dan ijzeroxide aanwezig) bakt geel;

• door de baktemperatuur. Hoe paarser de kleuris, hoe hoger de temperatuur is geweest;

• door toevoegen van kalk (mergel) aan ijzer-houdende klei kan gele steen worden verkre-gen. Bij een hoog Fe

2O3gehalte in de klei is de

steen moeilijk geel te maken;• door engoberen. De vormeling wordt met eendunne kleipap (engobe) bespoten, waaraankleurende oxiden zijn toegevoegd. Bij hetengoberen ondergaan alleen de in het zicht

blijvende oppervlakken de kleurbehandeling.De rest van het product behoudt de oorspron-kelijke bakkleur;

• door glazuren van de steen. De glazuurvor-mende pap wordt op de vormelingen of op dereeds gebakken steen aangebracht en vervol-gens (nogmaals) gebakken.N.B.: Glazuur is vocht- en dampdicht. Degeglazuurde stenen drogen moeilijk, wanneerdeze stenen door de een of andere oorzaak in-wendig nat geworden zijn (lekkage, onjuisteopslag). Glazuren en het engoberen hebbenaltijd betrekking op in het zicht komende op-pervlakken;

• door smoren. Smoren is het reducerendkoelen. Hierdoor treedt reductie op van hetroodbakkende ijzeroxide (Fe

2O3), dat veel

zuurstof bevat. De rode kleur verandert ineen blauwgrijze kleur. Indien in de oven dezuurstoftoevoer wordt verminderd dan haaltde brandstof, die bij hoge temperatuur wilontbranden, de nodige zuurstof uit de rood-kleurende ijzeroxide en reduceert de Fe

2O3tot

het blauwgrijs kleurende Fe2O3. De steen krijgt

dus nu door-en-door dezelfde kleur.• door oxiderend stoken. Bij oxiderend stokenwordt voldoende lucht (zuurstof) voor devolledige verbranding van de brandstof inde oven gebruikt. Het in de klei aanwezigeijzeroxide (Fe

2O3) kleurt de producten rood

of er ontstaan andere kleuren als de klei eensamenstelling heeft met meer componenten.

De gebakken stenen worden samengesteld tot deelbare 12-voets paketten.

13

Moderne procesindustrie

Het gehele proces van mengen, vormen,drogen, bakken en verpakken van stenen

is vergaand gemechaniseerd en geautomatiseerd.Op cruciale plekken langs de productieketenwordt nog wel door personeel toegezien op eenvlekkeloos verloop van de productie en wordteventueel ingegrepen als dat nodig is. Ook voorhet omschakelen naar een ander type steen, ofsteenproduct is personeel noodzakelijk voor hetomstellen en inregelen voor de nieuwe productie-stroom.Het bakken is een volautomatisch proces, waarbijatmosfeer en baktemperatuur nauwlettend inde gaten worden gehouden vanuit de centralecontrolekamer. Waar vroeger het productieprocesvan steenbakken een arbeidsintensieve bedrijfs-tak was, is het nu vooral een kapitaalsinten-sieve bedrijfstak, waarbij er in de fabriek zelf nogslechts een handvol mensen werkt. Het steenbak-ken is een continuproces en gaat dag en nachtzeven dagen per week door. Om in de weekeindenzonder personeel toe te kunnen, wordt op vrijdagde weekendproductie voor de oven klaargezet.Deze wordt in het weekend zonder menselijketussenkomst tot stenen gebakken en geparkeerdvoor verder intern transport.

Door deelbare pakketten is er vanaf de fabriek tot bouwplaats een ononderbroken logistiek traject ontstaan.

Op grond van Europese regels mogenmetselbakstenen sinds 2006 en straatbak-

stenen sinds 2005 nog slechts met CE-markeringworden verhandeld.CE-markering houdt in dat bij de producteneen serie productspecificaties moet worden ver-strekt. Deze productspecificaties c.q. eigenschap-pen worden vastgesteld volgens geharmoniseerdeEuropese testnormen. De afnemer van het pro-duct krijgt hiermee duidelijkheid omtrent despecifieke eigenschappen van het product. Opbasis van de in de CE-markering gedeclareerdeeigenschappen kan worden nagegaan of eenbepaalde baksteenlevering geschikt is voor debeoogde toepassing.Hoewel CE-markering iets zegt over de kwali-teiten van een product, is het geen kwaliteits-verklaring in de gebruikelijke betekenis van hetwoord. Voor CE-markering moeten alleen pro-ducteigenschappen worden opgegeven, die directof indirect te maken hebben met de veiligheid.Over visuele eigenschappen als beschadigingenen kromming is in de Europese norm nietsopgenomen. In Nederland kennen we hiervoorhet KOMO-certificaat dat het kwaliteitsniveauvan metselbaksteen aangeeft met het oog op detoepassing daarvan. Basis hiervoor is de beoor-

delingsrichtlijn BRL 1007, voor straatbaksteenis dit de BRL 2360. De controle op leveringenonder KOMO-certificaat vindt plaats door on-afhankelijke externe certificerende instellingenals IKOB/BKB en KIWA. KOMO-gecertificeerdebakstenen voldoen altijd aan de wettelijke eisenover uitlooggedrag.

Naast de externe controle op kwaliteit vindt ereen continu interne kwaliteitscontrole plaatstijdens de verschillende fasen van het produc-tieproces. Regelmatig worden steekproefsgewijsmonsters genomen uit de productie die in hetlaboratorium worden getest. Hier worden zowelde kleisamenstelling als de eigenschappen vande steen zoals maten en maatspreiding, waterop-nemend vermogen, wateropzuiggedrag en druk-sterkte getest. Controle op direct waarneembaregebreken zoals kleurverschillen en beschadigin-gen worden op verschillende plaatsen langs deproductielijn door de medewerkers uitgevoerd.Deze procescontrole is tevens onderdeel van hetKOMO-certificaat.

Kwaliteit

14

Duurzaamheid en milieu

Het begrip duurzaamheid wordt over hetalgemeen betrokken op de levensduur

van producten. Als we het hebben over duurzaambouwen is dat inderdaad een niet onbelangrijkaspect van bouwmaterialen en gebouwen, maarduurzaam bouwen heeft tegenwoordig een veelbredere betekenis. Duurzaam bouwen is ookmaatschappelijk verantwoord bouwen met zorgvoor mens, maatschappij en milieu. Denk danaan aspecten van levensduur, maar ook aanverbetering van comfort, leefbaarheid en ge-zondheid. Duurzaam bouwen is ook verantwoordproduceren of, nog breder, maatschappelijk ver-antwoord ondernemen.

Baksteen en de baksteenindustrie staan voorduurzaamheid. Baksteen wordt in de meest purevorm doormensenhanden gemaakt uit de zuivere

Vanuit de controlekamer worden de bedrijfsprocessen nauw-

keurig gevolgd en waar nodig bijgestuurd.

grondstoffen klei en energie.Het resultaat laat zichverantwoord verwerken tot gebouwen en stratenmet een lange levensduur, met een esthetiek dieons eigen is geworden en met eigenschappen dieaansluiten bij wat de mens nodig heeft. Zie hier ineen notedop waar de baksteenindustrie voor staat.Enkele aspecten van duurzaamheid en milieuworden vanuit dit perspectief hierna nader toe-gelicht.

Levensduur

Baksteen metselwerk heeft een eeuwen-lange traditie, waarvan de bewijzen op tal

van plaatsen nog fier overeind staan. Baksteenrot niet, verkleurt niet, roest niet en vergaat niet.Door veroudering en verwering krijgt gevelmet-selwerk een door de tijd aangemeten ‘patin’. Ookbestratingen van baksteen hebben een zeer langelevensduur en worden regelmatig hergebruikt.

Klei

Naast energie is klei de belangrijkstegrondstof voor baksteen. De Nederlandse

baksteenindustrie verwerkt vooral klei die wordtafgezet langs de grote rivieren (Waal, Maas,Rijn en Ijssel). Onder het kopje kleiwinning isal uiteengezet hoe de baksteenindustrie via klei-winning bijdraagt aan de rivierveiligheid en hetcreëeren van nieuwe natuur in de uiterwaarden.

De industrie gaat zuinig om met de beschikbarekleivoorraden. Niet iedere klei is namelijk kera-misch verwerkbaar en een verantwoorde omgangmet beschikbare grondstoffen is ieders belang.Vandaar dat waar mogelijk klei uit secundairewinningen wordt toegepast.In het productieproces is er nauwelijks verliesaan grondstof: van 1 m³ klei wordt ook inder-daad bijna 1 m³ baksteen gemaakt. Door innova-tie is het mogelijk geworden om met minder kleidezelfde hoeveelheid baksteen te produceren.Denk daarbij aan geperforeerde stenen en stenenmet inkepingen (‘frog’).

Energie

Bij energie gaat het enerzijds om de ener-gie die nodig is om het product baksteen

te maken en te verwerken, anderzijds om deeffecten van het verwerkte product op het ener-giegebruik van het gebouw.Voor de productie gebruiken bijna alle fabriekenaardgas als brandstof. Aardgas is een kwalitatiefgoede en ook schone brandstof die in ruimemate voorhanden is. Met aardgas is het verderook goed mogelijk om het stookproces nauwkeu-rig te beheersen.Het optimaliseren van de energie-efficiency in debaksteenindustrie is een voortdurend punt vanaandacht. Sinds de energiecrisis begin zeventigerjaren is het energiegebruik in de baksteenindu-strie al meer dan gehalveerd. Sinds 1993 heeftde industrie een meerjarenafspraak (MJA) methet ministerie van Economische Zaken over hetmaximaal beperken van het energieverbruik.Het leidt tot een actieve monitoring van hetenergiegebruik en tot onderzoek op fabrieks- enbrancheniveau naar verder gaande manierenvan energiebesparing.Voor de periode tot 2012 geldt er een convenantmet nieuwe technische en organisatorische uit-dagingen en met studies die opnieuw moetenleiden tot verdere energiebesparing.

16

Bakstenen worden verwerkt in gevels, bui-tenmuurwerk, binnenmuren, als bestra-

ting en parkeerdekken. Traditioneel wordt debaksteen geassocieerd met handmatig metsel-werk. Vanaf het begin van de 20e eeuw zien weom meerdere redenen dat er steeds meer mo-gelijkheden komen om de verwerkingsmethodevan bakstenen aan te passen aan de eisen van detijd, een grotere productiesnelheid tegen lagerekosten. Mede door deze inspanningen kennen wenu een viertal methoden voor de verwerking vanbaksteen in metselwerk:• metselen,• lijmen,• droogstapelen en• prefabriceren,

Rookgasreinigingsinstallatie van een moderne steenfabriek.

Verwerking

Metselen

Al eeuwenlang is metselen de aangewezenmethode om baksteen te verwerken in

muurwerk voor gevels, binnen- en buitenmuren.Ook nu nog wordt het overgrote deel van debaksteenproductie gebruikt voor metselwerk. Datmetselen ziet er nu echter wel iets anders uitdan zo’n vijftig jaar geleden. Het transport op debouwplaats naar de plek waar gemetseld wordt(opperen) is op initiatief van de baksteenindu-strie vergaand gemechaniseerd. De aanleveringvan de steenpaketten door de fabriek zijn op dittransport aangepast, zoals ook het materieel.Verder zijn de arbeidsomstandigheden voor hetmetselen sterk verbeterd door het gebruik vanmetselplatforms op hoogte en aanpassing van desteigersystemen.

Lijmen en dunbedmortel

Lijmen tenslotte is een methode die vooralis ontwikkeld om de arbeidsgang van het

metselen te vereenvoudigen voor de verwerker,met verbetering van de arbeidsomstandighedenen ook hier minder druk op het vakmanschapen snellere verwerking.Lijmen gebeurt met een speciale lijmmortel, diemet een lijmpistool in rupsen wordt aangebracht.De voeg is hierbij slechts enkele millimeters dun,waarmee in de maatvoering terdege rekeningmoet worden gehouden. De stootvoegen hoevenin dit systeem niet te worden gelijmd en blijvenopen (het stootvoegloos bouwen). Proeven heb-ben uitgewezen dat dit niet, of nauwelijks leidttot extra vochtbelasting van de spouw. Boven-dien bevordert deze bouwwijze het drooggedragvan de muur. Omdat het lijmwerk niet hoeft teworden afgevoegd bespaart dit op de bouwtijd.Een variant op het lijmen van stenen is hetmetselen met dunbedmortel. Dunbedmortel iseen mengsel van cement, zand met een specialekorrelopbouw en fijne hulp- en toeslagstoffen.De droge mortel wordt gemengd met schoonleidingwater tot een goed verwerkbare homogenedunbedmortel. Door de fijne structuur van demortel kan deze worden aangebracht met eentroffel, of met een aangepaste lijmpomp. Demortel kan met een dikte van 4 tot 8 mm opde metselsteen worden aangebracht. Ook bijdeze methode geldt dat het navoegen komt tevervallen.

Droogstapelen

Het droogstapelen van blokken, of stenenzonder toevoeging van mortel is een

andere methode om het verwerken van stenen teversnellen en vergt ook minder van het vakman-schap van de verwerker. Een voorbeeld hiervanis het in 2004 geïntroduceerde systeem, waarbijeen groef is gefreesd in de stenen, waarin kleinespeciaal gevormde strips, clips, de stenen bijelkaar houden. De clips worden met specialespouwankers aan het binnenspouwblad veran-kerd en vormen zo een stabiele uit losse stenenopgebouwde gevel. Andere droogstapelsystemenmaken gebruik van stalen hulpconstructies omde stenen aan te bevestigen of in te hangen.Meestal gebeurt dit door de stenen van de fabriekuit te voorzien van groeven. Een bijzondere me-thode is die waarbij de stenen door een perforatieaan een stalen hulpconstructie worden geregen.

17

Prefabricage

Begin 20e eeuw zien we de eerste pogin-gen tot prefabricage in de arbeidsinten-

sieve bouwsector. Het duurt echter nog tot na detweede wereldoorlog voordat er sprake is van hetprefabriceren metselwerk. Meer recent hebben deprincipes van Duurzaam bouwen en IFD-bouwen(Industrieel, Flexibel en Demontabel) gezorgdvoor nieuwe impulsen voor het prefabricerenvan metselwerk. De voordelen van prefabricerenzijn evident: productie onder fabrieksomstan-digheden onafhankelijk van klimaat- en weers-omstandigheden met een constante kwaliteit;goede arbeidsomstandigheden; grotere graadvan mechanisering mogelijk en verkorting vande bouwtijd. Bij prefabricage worden veelalgrotere bouwelementen c.q. gevelelementen ge-produceerd die met de kraan in het werk ophun plaats worden gebracht en gemonteerd. Bijprefabricage van metselwerk onderscheiden wede volgende eindproducten:• enkelschalige elementen• dubbelschalige elementen• halffabrikaten

Variabel in vorm (links) en combinatie (rechts) maakt baksteen tot een nog steeds verrassend bouwmateriaal.

De enkelschalige elementen bestaan uit een dunbuitenspouwblad of binnenmuurelement. Bijvolkeramische elementen bestaat het elementgeheel uit baksteen, bij niet-volkeramische ele-menten is dit opgebouwd uit een dunne kerami-sche buitenkant (steenstrips) op een betonnenrug.De dubbelschalige elementen worden uitgevoerdals complete spouwelementen met binnen- enbuitenblad en isolatie. Het buitenblad kan hier-bij zowel volkeramisch als niet-volkeramischzijn. Het binnenblad wordt meestal dragenduitgevoerd.Met halffabrikaten wordt hier bedoeld de prefa-bricage van veelal kleinere elementen die eenbepaalde functie vervullen of gewoon lastig zijnom in het werk te maken en die als elementworden aangevoerd en in het werk gemonteerd.Voorbeelden hiervan zijn metselwerk-lateien,gemetselde boogconstructies en schoorstenen.

Bestraten

Naast de verwerking van bakstenen inmetselwerk wordt een groot deel van de

baksteenproductie in de vorm van straatbakste-

nen gebruikt voor wegen, paden en andere be-stratingen. Het beeld van fraaie architectuur kanniet los gezien worden van zijn omgeving. Deinrichting en bestrating van de omgeving com-pleteren dat beeld en versterken het. Het beeldvan de Amsterdamse grachten met zijn fraaiegemetselde panden is niet compleet zonder degemetselde kaden, bruggen en het in dit beeldpassende straatwerk van gebakken klinkers. Ditgeldt niet alleen voor monumenten maar even-zeer voor moderne eigentijdse architectuur.

Innovatie:

metselwerk in beweging

Uit de ontwikkeling van de verschillendeverwerkingsmethoden voor baksteen, met

name droogstapelbouw, prefabricage en ma-chinaal straten blijkt wel dat de industrie nietstilzit.De nog altijd massale vraag naar baksteenpro-ducten samen met de toenemende zorg naargezonde, goed opgeleide, ervaren vakmensen,maakt dat de industrie een open oog heeft voorvernieuwingen en verbeteringen die aan de eisenvan deze tijd tegemoet komen.

18

Geraadpleegde literatuur

Baksteen; geschiedenis, architectuur,technieken. J.W.P. Campbell;uitg. Thoth Lannoo, Bussum 2003.

Niet traditionele woningbouwmethoden inNederland. Priemus, van Elk. SBR Rotterdam.

Bouwen met tijd; een praktische verkenningnaar de samenhang tussen levensduur,kenmerken en milieubelasting van woningen.

Met andere ogen – solids. Frank Bijdendijk,uitg. Het Oosten woningcorporatie, Amsterdam.

Duurzaam detailleren woningbouw.SBR Rotterdam.

SBR-Referentiedetails woningbouw –Comfort. SBR Rotterdam.

Bouwfysische eigenschappen van baksteen.Brochure KNB Velp.

Handboek Metselwerk. Sdu uitgevers Den Haag.

Baksteen in Nederland; de taal van hetmetselwerk. Sdu Uitgevers, Den Haag.

Wat is duurzaam bouwen; basisdocument.SenterNovem 2006.

Duurzaam bouwen; een kwestie van willen enweten. Voorbeeldprojecten. Vrom-uitgave.

Moderne vormentaal met toepassing van nieuwe baksteentechnieken.

Literatuur

19

Ledenlijst

Overzicht KNB-leden 2007

De volgende fabrikanten zijn aangesloten bij KNB.

Steenfabriek Biezeveld B.V. Kerkdriel tel. (077) 474 29 20

CRH Kleiwaren Beheer BV Neer tel. (0475) 51 81 00Kleiwarenfabriek Buggenum BV Buggenum tel. (0475) 59 16 66Kleiwarenfabriek De Bylandt BV Lobith-Tolkamer tel. (0316) 56 62 33Kleiwarenfabriek Façade Beek BV Beek (L.) tel. (046) 437 28 28Kleiwarenfabriek Joosten Kessel BV Kessel (L.) tel. (077) 462 80 00Kleiwarenfabriek Joosten Wessem BV Wessem tel. (0475) 56 24 46Kleiwarenfabriek Nuth BV Nuth tel. (045) 524 43 21Kleiwarenfabriek De Waalwaard BV Dodewaard tel. (0488) 41 72 50

Daas Baksteen Zeddam bv Azewijn tel. (0314) 65 16 44Daas Baksteen, Steenfabriek De Nijverheid B.V. Azewijn tel. (0314) 65 16 44Daas Baksteen, Steenfabriek De Vlijt B.V. Winterswijk tel. (0314) 65 16 44Daas Baksteen, Steenfabriek De Volharding B.V. Azewijn tel. (0314) 65 16 44

Baksteen Helden BV Helden-Panningen tel. (077) 306 04 95Steenfabriek Engels Helden BV Helden-Panningen tel. (077) 306 04 95Steenfabriek Engels Oeffelt BV Oeffelt tel. (0485) 36 14 44

HUWA - Vandersanden B.V. Spijk tel. (0316) 56 64 00BV Steenfabriek Hedikhuizen Hedikhuizen tel. (0316) 56 64 00BV Steenfabriek Huissenswaard Angeren tel. (0316) 56 64 00BV Steenfabriek Spijk Spijk tel. (0316) 56 64 00

‘St. Joris‘ Keramische Industrie B.V. Beesel (L.) tel. (077) 474 01 00

Steenfabriek Klinkers B.V. Maastricht tel. (043) 347 83 33

Steenfabriek Linssen B.V. Kerkrade tel. (045) 541 12 22

Steenfabriek ‘De Rijswaard‘ B.V. Aalst (Gld.) tel. (0418) 55 22 21

Rodruza BV Nijmegen tel. (024) 322 49 60Rodruza – Steenfabriek Rossum BV Rossum (Gld.) tel. (024) 322 49 60Rodruza – BV Steenfabriek ‘De Zandberg‘ Gendt tel. (024) 322 49 60

Steenindustrie Strating b.v. Oude Pekela tel. (0597) 61 39 20

Steenfabriek Vogelensangh Deest tel. (0487) 51 24 59

20

Wienerberger B.V. Zaltbommel tel. (0418) 59 71 11Wienerberger Steenfabriek Bemmel Haalderen tel. (0481) 46 39 24Wienerberger Steenfabriek Daams Spijk tel. (0316) 54 15 43Wienerberger Steenfabriek Doorwerth Doorwerth tel. (026) 339 29 84Wienerberger Steenfabriek Erlecom Erlecom tel. (024) 663 20 36Wienerberger Steenfabriek Esbeek Esbeek tel. (013) 516 92 03Wienerberger Steenfabriek Haaften Haaften tel. (0418) 59 73 01Wienerberger Steenfabriek Heteren Heteren tel. (026) 472 20 14Wienerberger Steenfabriek Kijfwaard Oost Pannerden tel. (0316) 37 95 70Wienerberger Steenfabriek Kijfwaard West Pannerden tel. (0316) 37 95 70Wienerberger Steenfabriek Milsbeek Milsbeek tel. (0485) 51 65 51Wienerberger Steenfabriek Nuance Afferden (L.) tel. (0485) 53 12 36Wienerberger Poriso Brunssum Brunssum tel. (045) 563 52 33Wienerberger Steenfabriek Roodvoet Rijswijk (Gld.) tel. (0345) 55 83 43Wienerberger Steenfabriek Schipperswaard Schipperswaard tel. 0344 - 61 36 56Wienerberger Steenfabriek Thorn Thorn tel. (0475) 56 12 55Wienerberger Steenfabriek Timmermans Elst (U.) tel. (0318) 47 12 27Wienerberger Steenfabriek Wolfswaard Opheusden tel. (0488) 44 33 67Wienerberger Steenfabriek Zennewijnen Zennewijnen tel. (0344) 61 36 56

T +31 (0)26 384 56 30

F +31 (0)26 384 56 31

E [email protected]

I www.knb-baksteen.nl