burnout prevention - article
DESCRIPTION
Review about the problem of burnout among medical assistants and a proposed solution framework. Topics include: - theoretical background of the syndrome - relevant risk groups - frameworks for behavioral factors - different approaches for intervention - concrete realization: cost/time frame - evaluation of intervention effectTRANSCRIPT
Oorzaken en Preventie van Burnout
onder Verpleegkundigen
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking
Docent: G. Bruinsma
Psychologisch Ontwerpen I
11.06.2008
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Inhoud
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Inhoud
1. NEEDS ASSESSMENT 6
Determinanten op gedragsdoelen.......................................................................6
Gezondheidsprobleem en risicogroep.................................................................7
Risicofactoren / gedrag en leefstijl......................................................................7
Persoonskenmerken............................................................................................7
Omgevingsfactoren.............................................................................................8
Discussie risicofactoren:......................................................................................9
2. VERANDERINGSDOELEN 10
Schemas van de gebruikte modellen................................................................11
3. METHODEN EN TECHNIEKEN 13
4. PROGRAMMA ONTWERP 15
Voorlichting.......................................................................................................15
Cursus...............................................................................................................15
Informatieboeken..............................................................................................15
Poster................................................................................................................15
5. ADOPTIE- EN IMPLEMENTATIEPLAN 16
Aanpak..............................................................................................................16
Adoptieplan.......................................................................................................17
Implementatieplan............................................................................................17
Interventiematrix...........................................................................................20
6. EVALUATIEPLAN 21
Procesevaluatie.................................................................................................21
Evaluatietechnieken..........................................................................................22
7. CONCLUSIES 23
8. LITERATUUR 24
9. BIJLAGEN 26
Interventiematerial...........................................................................................26
Uitspraken Poster (Verpleegkundige).............................................................26
Leidregels Informatiefolder (Verpleegkundige)..............................................27
Leidregels Informatieboekje (beheer)............................................................28
Verdere recherchebronnen...............................................................................29
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Samenvatting
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
SAMENVATTING
Dit rapport beschrijft een interventie ter preventie van werkonmogelijkheid ten
gevolge van burnout. De interventie is uiteindelijk gericht op de preventie en
therapie van burnout onder verpleegkundigen, met name medewerkers in een
ziekenhuis.
Naar aanleiding van een uitgebreide literatuurstudie en voortdurende
berichtgeving in de media wordt de probleemstelling met oorzaken en gevolgen
uitgelicht. Met behulp van een needs assessment zijn verschillende
gedragsdoelen opgesteld. Er zijn methoden en technieken aangedragen om deze
doelen te verwezenlijken, waaruit specifieke programmadoelen zijn afgeleid.
Deze zijn met name gericht op medewerkers, maar ook hun superieuren worden
bij het programma betrokken. De belangrijkste programmaonderdelen zijn twee
voorlichtingen, twee cursussen, informatieboekjes en een poster.
In dit rapport worden het ontwerpproces en de producten van deze interventie
beschreven. Dit is uitgebreid met een adoptie- en implementatieplan en een
evaluatieplan, gevolgd door enkele conclusies en aanbevelingen ter bevordering
van een optimale invoering van het programma.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Inleiding
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
INLEIDING
Burnout op de werkvloer. Steeds vaker horen we erover via bekenden, op
de televisie, of via de krant. Meer en meer mensen krijgen te maken met
verhoogde stress en de gevolgen daarvan.
Volgens het CBS had in de periode van 1997 tot 2004 ongeveer 10% van
de Nederlanders tussen de 15 en 65 op enig moment last van een burn-
out of van burn-out-verschijnselen. Burnout blijkt dus een serieus
probleem, dat niet te onderschatten is.
Er is al veel onderzoek naar burnout geweest, en op veel verschillende
terreinen. Ook dit onderzoek wil zich richten op burnout. We willen ons
specificeren op de preventie van burnout, omdat dit onderzoek in de
eerste plaats psychologisch is. Door psychologische basisprincipes te
hanteren willen we komen tot een vermijding van stressvolle
omstandigheden, en zo het risico op de ontwikkeling van burnout
vermijden. We zullen verder specificeren op het beroep van
verpleegkundigen, omdat deze beroepsgroep een relatief stressvolle
functie heeft.
In dit verslag zullen we een implementatieplan aandragen waarmee deze
stressvermindering kan worden bereikt. We realiseren ons dat er heel veel
methoden mogelijk zijn, en dat deze methode slechts één uit vele
methoden is. Toch hopen we dat dit onderzoek bij zal dragen aan het
onderzoek naar, en ontwikkelen van mogelijkheden ter voorkoming en
bestrijding van burnout.
Met burnout wordt bedoeld dat de persoon opgebrand is. Hij bevindt zich in een toestand van emotionele afmatting, gereduceerde prestatie en verlies van de eigen persoonlijkheid door discrepantie tussen verwachting en realiteit. Het begint meestal met een idealistische bezieling, maar eindigt in frustratie en apathie. De symptomen zijn meestal psychosomatische ziekten, depressie of aggressie en verhoogd verslavingsgevaar.
bron: pschyrembel 261. Oplage, de Gruyter, 2007
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 1: Needs Assessment
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
1. NEEDS ASSESSMENT
Determinanten op gedragsdoelen
Ext
erne
det
erm
inan
ten
Soc
iale
Nor
m
Med
ewer
ker
s en
fam
ilie
geve
n a
an d
at z
e zi
ch w
ille
n
en k
un
nen
aan
pas
sen
aan
het
ver
and
erd
e ti
jdp
lan
Mob
bin
g en
dis
crim
inat
ie
op w
erk
wor
den
min
der
geob
serv
eerd
Acc
epta
tie
en t
oler
anti
e va
n
med
ewer
ker
s en
sup
erie
ure
n t
egen
over
uit
oefe
nen
van
onts
pan
nin
gs-t
ech
nie
ken
Arb
eid
s-or
gan
isat
ie
Wer
knem
ers
hun
curs
usse
n ti
jden
s de
wer
ktij
d la
ten
volg
en
Op
dra
chte
n z
elf
ku
nn
en o
rgan
iser
en
Bij
de
tijd
sin
del
ing
rek
enin
g h
oud
en m
et
gezo
nd
e ve
rhou
din
g
arb
eid
en
pau
ze
Per
soon
lijk
e de
term
inan
ten
Ken
nis
Eer
ste
sym
pto
men
, ris
ico’
s
en g
evol
gen
ku
nn
en
opn
oem
en
Wer
kn
emer
s k
un
nen
opb
ouw
, ap
arte
ric
htl
ijn
en
en b
eper
kin
gen
van
tijd
man
agem
ent
opn
oem
en e
n o
p z
ich
zel
f
toep
asse
n
Een
vol
doe
nd
e aa
nta
l
tech
nie
ken
ku
nn
en
opn
oem
en e
n w
eten
wat
voor
jou
ges
chik
t is
Att
itu
de
Wer
kn
emer
s b
evol
gen
nie
uw
e ti
jdp
lan
en
hal
en
de
dea
dli
nes
Dee
lnem
ers
ku
nn
en e
en
aan
tal p
osit
ieve
vaar
dig
ehei
den
van
zic
h
zelf
op
noe
men
De
gest
rest
e
pers
oonl
ijkh
eid
vert
oont
de b
erei
dsch
ap o
m s
tres
s
te r
educ
eren
en
te
onts
pann
en
Uit
kom
st-v
erw
ach
tin
g
Ris
ico
van
bu
rnou
t
ku
nn
en in
sch
atte
n
Eff
ecti
vite
it e
n
betr
ouw
baar
heid
van
wer
knem
ers
neem
t toe
,
stre
ss p
erce
ptie
daa
lt
Pat
ient
en v
oele
n zi
ch
veil
ig b
ij d
e be
hand
elin
g
Gem
idde
lde
bloe
ddru
k
en c
orti
solg
ehal
te d
aalt
Sel
f E
ffic
acy
Ver
trou
wen
in
effe
ctie
ve
zelf
regu
leri
ng
en
succ
esvo
lle
verw
ezen
lijk
ing
van
nie
uw
tij
dp
lan
Dee
lnem
er to
ont
vert
rouw
en in
zij
n ei
gen
ster
ktes
en
kan
ze
toep
asse
n
Doe
lgro
ep:
verp
leeg
ku
nd
ige
Ken
nis
heb
ben
van
bu
rnou
t in
het
alge
mee
n, e
n v
an h
et
risi
co o
p b
urn
out.
In s
taat
zij
n h
un
leve
n
zelf
te
stru
ctu
rere
n
dm
v st
rate
gieë
n u
it
het
tij
dm
anag
emen
t
Mee
r ze
lfze
ker
hei
d
ton
en
On
tsp
ann
ings
-
tech
nie
ken
uit
oefe
nen
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 1: Needs Assessment
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Gezondheidsprobleem en risicogroep
Uit onderzoek van Duijt et al. blijkt dat burnout vaak gekenmerkt wordt door een
hoog verzuimgehalte op het werk. Hij stelt dat burnout niet zelden tot
arbeidsongeschiktheid leidt, zowel om psychische als om fysische redenen. Dit is
een probleem voor de werkgevers, maar de werknemers zijn er ook bij
betrokken. Hun probleem maakt het hen onmogelijk om door te gaan met hun
dagelijkse werk. Daarom vormen de werknemers een éénduidige risicogroep.
Risicofactoren / gedrag en leefstijl
Er zijn een groot aantal factoren die invloed hebben op het fenomeen burnout.
Sommigen worden door de determinantengroep ‘gedrag en leefstijl’ veroorzaakt,
zoals slaapgedrag.
Een onregelmatig slaapgedrag blijkt zowel een oorzaak als ook een gevolg van
burnout te zijn (Åkerstedt, 1995).
Ook een ongestructureerde werk- en levensstijl is niet zelden een betrouwbare
voorspeller van chronische uitputting (Cortlett et al, 1981). Verder blijkt uit onderzoek
van Brown et al. dat een passieve houding tegenover het leven een essentiële
determinant is van burnout. Dergelijk gedrag heeft namelijk negatieve invloed op de
eigen-effectiviteitsverwachting van de werknemer. De eigen-effectiviteitsverwachting
staat voor de verwachting die mensen hebben over hun vermogen om een bepaald
gedrag te kunnen uitvoeren of een specifiek probleem te kunnen oplossen (Brug, 2005, p.
83) Is deze verwachting slecht verhoogt tegelijkertijd de kans op burnout (Schwarzer,
1992).
Tot slot zijn ook een slechte stress-huishouding, overdreven bereidheid tot
werken, niet-betrokkenheid met het werk (Cotton, 1993), en te weinig of geen
goede ontspanning van grote invloed op het risico op burnout (Albertsen et al,
2002).
Een dergelijke levensstijl legt een enorme psychische en fysische belasting op, en
leidt vrijwel alstijd binnen korte- of lange termijn tot uitputting en chronische
vermoeidheid.
Persoonskenmerken
Gedrag is niet de enige voorspeller van burnout. Een aantal factoren hebben een
diepere oorsprong, en zijn betrokken op de persoonlijkheid van de werknemer.
Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat neuroticisme een negatieve invloed heeft op
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 1: Needs Assessment
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
het werkgedrag. Zo lijkt depressie bijvoorbeeld zowel een oorzaak als een gevolg
te zijn van burnout (Yong et al, 2006).
Voltmer et al stellen dat de neiging tot snel opgeven eveneens een voorspeller is
van burnout. Dit doet vermoeden dat de mentale toestand van de werknemer de
werkwijze via de eigen-effectiviteitsverwachting beïnvloedt. Ook perfectionisme
en idealisme lijken determinanten van uitputting te zijn (Yigum & Gam, 2007). Uit
deze onderzoek blijkt dat de neiging tot overdrijven een verhoogde kans op
burnout geeft, omdat men te hoge eisen aan zichzelf stelt. Dit beïnvloedt de
stress-huishouding duidelijk negatief. Zowel perfectionisten als idealisten tonen
een hoge bereidwilligheid om zich voor een bepaalde taak in te zetten, en
negeren vaak de signalen van hun lichaam.
Persoonskenmerken hebben dus indirect invloed op het werkgedrag. Bij het
verklaren van de oorsprong van burnout moet dus met deze factoren rekening
gehouden worden.
Omgevingsfactoren
Niet alle risicofactoren hebben hun oorsprong in de persoonlijkheid of het gedrag
van de betrokkene zelf. De omgeving kan eveneens een bijdrage leveren aan een
verhoogd risico op burnout. Volgens Etzion (1984) heeft onvoldoende sociale
steun, zowel door de familie als ook door de collega’s een duidelijk negatieve
invloed op de eigen-effectiviteitsverwachting van de werknemer. Sociale steun
staat voor de positieve invloed die andere personen op een mens kunnen
uitoefenen (Brug, 2005, p. 83). Is deze steun onvoldoende heeft de betrokkene
het gevoel alledaagse taken niet meer te kunnen volbrengen. De relatie tussen
sociale steun en eigen-effectiviteitsverwachting verklaart waarom getrouwde
mensen minder aan burnout lijden dan alleenstaanden. Ook de rol van een
bepaald persoon in het bedrijf kan effect hebben op het werkgedrag. Een
conflictrijke positie kan de houding van de werknemer sterk beïnvloeden.
Rolambiguiteit blijkt eveneens een voorspeller van burnout te zijn. Er is sprake
van rolambiguiteit als de betrokkene niet zeker weet wat precies zijn rol in het
bedrijf is of wat hij voor het bedrijf betekent. (Schwab & Iwanicki, 1982). Daarbij
stelt Vlerick (1996) dat werk, dat door de werknemer als zinloos wordt gezien
(zoals droge bestuurszaken), of werk dat niet geschikt is voor de werknemer
belangrijke determinanten van uitputting zijn. De betrokkene werkt in dat geval
tegen zijn eigen waarden, en twijfelt over de inhoud en zin van zijn werk en
leven. Deze houding heeft uiteindelijk een sterk negatieve invloed op zijn
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 1: Needs Assessment
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
motivatie, en op die manier ook op zijn werkgedrag. Verder spelen ook de
werkgevers een tor bij de thematiek rondom burnout.
Te hoge eisen, onvoldoende feedback (Gilbar, 1998) en het zetten van deadlines
(Vesser et al, 2003) zijn voorbeelden die illustreren dat superieuren een sfeer
kunnen creëren die binnen korte of lange termijn chronische vermoeidheid en
uitputting kunnen veroorzaken.
De omgeving heeft dus aanzienlijk veel invloed op het verloop van burnout, en
mag bij het ontwikkelen van een interventie niet genegeerd worden.
Discussie risicofactoren
Zowel gedrag als ook persoonskenmerken of omgevingsfactoren leveren een
eigen bijdrage aan het risico op burnout. De ideale interventie beïnvloedt alle
factoren positief, en heeft zo het risicogedrag op. Uit redenen der effectiviteit
wordt alleen voor de meest belangrijke determinanten gekozen, de anderen
blijven onbehandeld. De beslissingen voor effectiviteit zijn op twee criteria
gebaseerd:
1) De effectgrootte van de determinanten
2) De beïnvloedbaarheid van de determinanten
Het éénduidige resultaat van deze voorkeuze was een beperking op de categorie
‘gedrag en leefstijl’. Het gedrag van een werknemer heeft directe invloed op zijn
werkwijze, terwijl persoonskenmerken en omgevingsfactoren een meer indirecte
invloed hebben. Deze determinanten hebben invloed via tussenliggende
factoren, zoals bijvoorbeeld eigen-effectiviteitsverwachting.
Bovendien bleek gedrag relatief makkelijk te beïnvloeden ten opzichte van de
‘vastliggende’ persoonskenmerken of statische omgeving.
Uiteindelijk is deze categorie binnen zichzelf congruent een laat een werkzame
manipulatie toe.
Vanuit deze overleggingen is het concept ‘gedrag en leefstijl’ en de daaronder
genoemde punten (onregelmatig slaapgedrag, ongestructureerde levenswijze,
slechte stresshuishouding – zoals ook onderzocht door Ramirez et al, 1996) dé
centrale categorie voor een verandering van risicogedrag in de genoemde
doelgroep.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 2: Veranderingsdoelen
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
2. VERANDERINGSDOELEN
Het doel van een interventie is het bestaand gezondheidsprobleem te voorkomen
of op te lossen. Dit betekent in ons geval dat we de levenskwaliteit van
werknemers willen verbeteren door burnout zoveel mogelijk te voorkomen. Ook
willen we voorkomen dat mensen arbeidsongeschikt blijven. Om dit te bereiken
moesten we een aantal gedragsdoelen opstellen. Deze waren vanzelfsprekend
complementair aan het risicogedrag. We wilden dus de werknemers ertoe
bewegen om regelmatiger te slapen, georganiseerd te werken, een actieve
levenshouding te creëren, en beter met stress om te leren gaan. Om deze
gedragsdoelen meetbaar te maken hebben we de volgende veranderingsdoelen
opgesteld:
Na de interventie moeten de werknemers:
1) Kennis hebben van burnout in het algemeen, en van het risico op burnout.
2) Met strategieën van timemanagement bekend zijn
3) In staat zijn hun leven zelf te structureren
4) Meer zelfzekerheid te tonen
5) Kennis hebben van verschillende ontspanningstechnieken
Deze veranderingsdoelen vormen een goede basis voor een interventie die
gericht is op de meest belangrijke voorspellers van burnout.
De gebruikte modellen voor verandering der gedragsdeterminanten
zelfzekerheid, ontspanning, kennis en tijdsindeling zijn op de volgende paginas te
vinden.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 2: Veranderingsdoelen
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Schemas van de gebruikte modellen
Theorie van gepland gedrag - Ontspanningstechnieken
Theorie van gepland gedrag - Tijdsmanagement
Behavioural
Beliefs
Als ik ontspan, ga
ik minder stress
hebben
Normative Beliefs
Als ik iets nieuws
uitprobeer, wordt
dat geaccepteerd
Control Beliefs
Als ik een eigen
tijdplan uitvoer,
mag dat
Attitude
Ontspannen is
goed tegen stress
Subjective Norm
Het is geen
probleem van het
werkplan af te
wijken als het goed
is voor mij
Perceived Control
De tijdsindeling
van het werk is
flexibel
Intention
Als ik gestrest raak,
ga ik straks en
zonder zorg
ontspannen
Behaviour
Uitoefenen van
Ontspannings-
technieken om stress
tegen te werken
Erfaringen door
rolmodellen
Sociale
leertheorie
Normative Beliefs
Gedrag van
werkgever,
collegas, familie
Control Beliefs
Ik ben mij bewust van
mij vardigheden en
capaciteit en ik weet
dat andere mij
ondersteunen
Attitude
Tijdmanagement
maakt mijn leven
minder stressvul
Subjective Norm
Medewerkers
vinden het
belangrijk dat jij
een andere
tijdsindeling krijgt
Perceived Control
Ik weet dat ik in
staat ben mijn
tijd effectief in te
delen
Intention
Ik ga mijn leven
structureren
zodat ik niet
gestressed raak
Behaviour
Leven zelf structureren
en uitoefenen van
strategieen uit het
tijdmanagement om
stress te vermijden
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 2: Veranderingsdoelen
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Theorie van gepland gedrag - Zelfzekerheid
Kennis van Burnout
Demografische
Variabelen
leeftijd
geslacht
maatschapelijke
positie, leefomgeving
Psychologische
Kenmerken
karaktertrekken
cognitieve schemas
interpretatie van
omgeving
interactie met situaties
Waargenommen vatbaarheid en ernst
Aantal ervaringen van sociale omgeving
Gedrag
Kennis verwerfen
Waargenommen Voordelen
Door het hebben van kennis kan je
burnout herkennen en je weet de
gevolgen
Waargenommen Barrieres
Bang zijn om naar de voorlichting te
gaan
Cue to action
lichamelijke
klachten
poster/reclame
tegen burnout
Ervaringen door
andern
Sociale leertheorie
Normative Beliefs
Feedback van
anderen
Control Beliefs
Eigen ervaringen,
gevoel van
eigenwaarde
Attitude
Als ik meself niet
te veel taken
opleg krijg ik
minder stress
Subjective Norm
Andere
verwachten dat
ik zelfzeker
optred en
productief werk
Perceived Control
Ik weet dat ik
assertief kann zijn
Intention
Ik ga meself niet
te veel taken
opleggen en ga
mijn eigen
belangen
behartigen
Behaviour
Ik ben assertief
waardoor ik
productiever ben
en meself niet te
veel taken opleg
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 3: Methoden en Technieken
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
3. METHODEN EN TECHNIEKEN
Nadat de Needs assessment was opgesteld, moesten er methoden en technieken
ontworpen worden om het interventiedoel te bereiken. Met de methoden en
technieken kunnen bepaalde determinanten worden beïnvloed. Zo wordt een
positief effect bereikt met het oog op het risico op burnout bij verplegers in de
gezondheidszorg.
In de matrix staan veel determinanten en veranderingsdoelen. Het is onmogelijk
om deze doelen allemaal te realiseren, om redenen die verderop in het verslag
worden genoemd. Bij het ontwikkelen van een interventie worden de methoden
technieken afgestemd op de determinanten die relatief makkelijk en efficiënt te
beïnvloeden zijn.
Als eerste wordt gekeken naar de kennis van de doelgroep. In de matrix staan
begrippen als ‘symptomen, risico’s en gevolgen kennen,’ ‘strategieën van
tijdsmanagement kennen,’ en ‘mogelijkheden tot ontspanning kennen.’ Deze
gedragsdoelen gaan goed samen met de attitude ‘het risico van burnout kunnen
inschatten.’ Als methode voor deze determinant is het geven van een
voorlichting. In de voorlichting zal onderscheid worden gemaakt tussen
werknemers en werkgevers, dus er komen 2 aparte voorlichtingen. In de
voorlichting zal een vergelijkend risico gegeven worden op burnout,
(risicoperceptie) de verwachting is dat deze voorlichting ondersteund zal worden
door negatieve feedback.
De volgende praktische technieken voor de werkgevers bij deze voorlichting zijn:
voorlichting
workshop/cursus
informatieboekjes
En voor de werknemers:
voorlichting
poster
informatieboekjes
workshop/cursus
De determinant ‘attitude’ is relatief moeilijk te veranderen, want een attitude is
een over het allgemeen redelijk stabiele houding van een mens ten aanzien een
bepaald onderwerp (Brug, 2005, p.81) Het is onwaarschijnlijk dat de betrokkene
deze al langdurig gepleegde houding opgeeft en daarom wordt hier geen
interventie voor ontworpen. De uitkomstverwachting wordt eveneens door
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 3: Methoden en Technieken
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
middel van de voorlichting beïnvloed. Een uitkomstverwachting is een
waargenomen voor- of nadeel, dat aan een bepaald gedrag word gekoppeld
(Brug, 2005, p. 81). De verwachting dat de stress afneemt en de efficiëntie van
het werk toeneemt is grotendeels ook een attitude, dus ook moeilijk om te
veranderen. Wel wordt geprobeerd de zelftwijfel te verminderen door een cursus.
In deze cursus wordt ook de ‘maat van zelfvertrouwen’ uit de ‘self-efficcacy’
afgedekt. De methode hierbij is een vaardigheidstraining voor de werknemer.
De omgeving is ook relatief eenvoudig te beïnvloeden, maar de focus ligt hierbij
op de arbeidsorganisatie. De werknemers zijn vrij moeilijk te beïnvloeden,
bijvoorbeeld op het gebied ‘mobbing en discriminatie voorkomen.’ Om deze
reden wordt naar de werkgevers gekeken. Vervolgens worden de gedragsdoelen
‘een goede sfeer van kennisverwerving,’ ‘bevorderen van uitoefening
ontspanningstechnieken’ ‘termijnen van opdrachten weten en kunnen
organiseren’ en ‘gezonde verhouding arbeid/pauze’ beter mogelijk gemaakt door
de volgende methodieken:
Het geven van een voorlichting voor de werkgevers over bovenstaand
onderwerp, gecombineerd met actief leren. (deze voorlichting kan samengaan
met de kennis-voorlichting)
De technieken waarmee dit wordt bereikt zijn dus een voorlichting in combinatie
met een korte cursus. Ook willen we ze informatieboekjes meegeven, zodat de
werkgevers hun opgedane kennis nog eens kunnen opfrissen.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 4: Programma Ontwerp
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
4. PROGRAMMA ONTWERP
Voorlichting
Zoals in paragraaf 4 is aangeduid zullen er een tweetal voorlichtingen op werk
plaatsvinden, toegepast op medewerkers en bedrijfsleiders. Tijdens de
voorlichting voor medewerkers zal er
kennisoverdracht over de oorzaken en gevolgen van burnout plaatsvinden,
waardoor ook de
risicoperceptie zal veranderen. De voorlichting voor bedrijfsleiders is bedoeld om
een
optimale werksituatie ter preventie van medewerker stress te bevorderen. Door
middel van duidelijke argumenten zal geprobeerd worden het belang van een
goede werksfeer duidelijk te maken.
Cursus
Om de nieuwe informatie te kunnen trainen en vaardigheden te leren kennen,
worden er twee
verschillende workshops aangeboden. In de workshop voor werkgevers gaat het
om het creëren
van efficiënte werkomgevingen, en om het vinden van een gezonde balans
tussen werk en
ontspanning voor de employees. De werknemers zullen in de workshops oefenen
hun tijd zelf in te delen, en het binnen korte tijdstippen kunnen ontspannen zal
aangeleerd worden.
Informatieboeken
In de informatieboeken wordt de hele informatie uit de voorlichting samengevat,
en de inhoud
uit de cursussen in eenvoudige oefeningen herhaald. Hierdoor verdwijnen de
opgedane kennis en vaardigheden niet nadat de voorlichtingen en cursussen
gestopt zijn. Het boekje moet een aantrekkelijk uiterlijk hebben, waardoor
mensen het sneller oppakken. Door korte, heldere stukjes tekst wordt de inhoud
sneller geaccepteerd.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 4: Programma Ontwerp
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Poster
Om de adoptie van de implementatie in het dagelijks werkleven te
vergemakkelijken wordt er een poster voor de medewerkers opgehangen. Deze
poster moet een aantrekkelijk uiterlijk hebben, om de aandacht te vangen, en de
acceptatie te bevorderen. In de informatie op de poster wordt nadruk gelegd op
de eigen verantwoordelijkheid, waardoor mensen zich aangezet voelen tot actie.
Ook door middel van priming wordt een positief effect bereikt. Namelijk, wat de
mensen eerder hebben gehoord bij de voorlichting en de cursus, zien ze nu terug
op de poster. Op de poster komen een aantal statistische gegevens, (grafiek e.d.)
om de geloofwaardigheid te verhogen. Verder zal er zo weinig mogelijk tekst zijn,
en de tekst die er staat zal kort en bondig gehouden worden.
Ontspanningsruimtes
Er zullen door de werkgevers ontspanningsruimtes gecreëerd moeten worden.
Deze ruimtes moeten ruim opgezet zijn, met comfortabel meubilair. De ruimte
moet veel daglicht krijgen, waardoor er een ontspannen sfeer komt. Er moet
informatie liggen over mogelijke ontspanningstechnieken, waardoor de
employees de mogelijkheid krijgen zich te ontspannen.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 5: Adoptie- en Implementatieplan
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
5. ADOPTIE- EN IMPLEMENTATIEPLAN
Aanpak
Om er zeker van te zijn dat de interventie ook daadwerkelijk kans van slagen
heeft, is het van groot belang dat er ook gericht gekeken wordt naar de adoptie
van het programma. Volgens Klink et al (2001) zijn stresinterventies in een
werkomgeving door een multimodale aanpak het meest werkzam. Uit de
gevonden resultaten gaat deze implementatie daarom een multimodale aanpak
op allebei organisationeel en individueel niveau richten.
Bij de uitvoering van een interventie zijn een aantal factoren van groot belang,
die makkelijk over het hoofd gezien kunnen worden als de ontwikkelaar zich
alleen richt op het project. Een van belangrijkste daarvan die hiervoor nog niet is
behandeld is de houding van de mensen die verantwoordelijk zijn voor de
verspreiding van de interventie (zoals het beheer in een bepaalde ziektenhuis, de
medisch directeurs, en docenten van de workshop) . Zij zijn beter op de hoogte
van mogelijke problemen met lokale implementatie, en hebben de mogelijkheid
tot direct communiceren met hun collega’s, wat de projectontwikkelaars minder
hebben. Door in goed contact te zijn met deze zo genoemde intermediairs is het
programma beter toegespitst op de doelgroepen en zullen er minder problemen
ontdekt worden tijdens de implementatie (Bartholomew et al, 2001). Bovendien
is de verspreiding doelbewust opgesteld en kan dus niet van zelf worden
voltrokken. Uit alle deze redenen wordt voor de interventie voor een
dissiminatieve aanpak gekozen.
Bij ons invoering worden drie belangrijke fasen doorlopen (Brug, van Assem &
Lechner; 2007, p. 153). De eerste fase is de “adoptie”, hier raken alle
intermediairs het eerst in contact met de interventie. Het beheer zal de voor- en
nadelen ervan afwegen om te beslissen de vernieuwing hoe en in welke mate te
gebruiken. In de tweede fase, de “implementatie”, wordt onze interventie
omgezet om de door verschillende technieken het probleem “burnout” bewust te
maken en gevolgen te voorkomen. In de laatste fase, de “continuering”, besluit
het beheer en de werknemers op basis van hun ervaringen met de uitkomsten de
interventie voort te zetten of te beëindigen.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 5: Adoptie- en Implementatieplan
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Adoptieplan
Om het effect op de doelgroep zo groot mogelijk te houden, worden er een
tweetal voorlichtingspakketten ontwikkeld. Het informatiematerial bestaat hier
uit een directe deel voor de risicogroep zelf en een indirecte deel voor de
intermediairs. De gebruikte technieken zijn zoals in het vorige hoofdstuk
beschreven, voorlichting, cursus, informatiefolder en poster. Het nodige
materiaal wordt in coöperation met een competente reclamebureau en het
ministerie van volksgezondheid uitgewerkt, een aantal opzetten zijn in de bijlage
te vinden.
De aandacht zal hierna worden gericht op de meest invloedrijke groep binnen
deze interventie, namelijk de intermediairs. In dit geval bestaan er twee
subgroepen intermediairs, waarbij alleen de tweede een afzonderlijke
behandeling na de invoering nodig heeft.
De eerste groep bestaat uit docenten en workshopleiders. Ze zijn
verantwoordelijk een behoorlijke mate aan nieuwe kennis te overdragen, en
probeeren uiteindelijk binnen kort een aantal persoonskenmerken langdurig te
veranderen. Daarom moet hier een juiste mate aan overtuiging, beroepservaring
een vakcompetentie voor het behandelde onderwerp aanwezijg zijn.
De tweede groep bestaat uit het beheer van het ziekenhuis. Deze mensen zijn
meer of minder direct verantwoordelijk ervoor of de interventie precies zoals
bedoeld of een beetje verandert in het bedrijf wordt ingevoerd. Het beheer is
voral geinteresserd in een snel effect en een financieel efficiente aanpak. Hier
bestaat een behoorlijke maat aan invloed op de werkwijze van werknemers door
de opdeling van het personeel in verschillende afdelingen, het zetten van officiele
richtlijnen en de verdeling van termijnen en vakanties. Deze groep zorgt ervoor
dat de doelgroep aan de geplande interventie wordt bloot gesteld.
Implementatieplan
Met de matrix is een overzichtelijke ordening gemaakt van het gedachteproces
dat loopt tussen projectontwikkeling en uitvoering. In deze matrices is de
interventie ingedeeld in 4 perioden; Disseminatie, Adoptie, Vaardigheidstraining
en Gedragsbehoud. In de komende alinea’s zal dieper op elk ingegaan worden.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 5: Adoptie- en Implementatieplan
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Disseminatie beschrijft de tijd waarin er gecommuniceerd wordt over (het
bestaan van) de interventie. Dit lijkt een eenvoudig proces, maar is toch best
moeilijk in uitvoering te brengen. In de werkomgeving valt een extra voorlichting
buiten de werktijd voor de werknemers lastig, en ze zijn eerder gewilt naar huis
te gaan. Hier moet ervoor gezorgt worden dat de voorlichting binnen de regulaire
werktijden plaats vindt. Bovendien kan de motivatie omhoog worden gezet door
langdurige uitnodigingen met knappe, risicoperceptie-georienteerde
formuleeringen. De tweede groep – het beheer – is nog duidlijk harder te
motiveeren. Om de voorlichtingen mogelijk te maken moet er tijd voor de
werknemers vrij worden, zonder verschuivingen van het tijdplan – zelfs tussen
medewerkers en verschillende ploegen – is so iets niet mogelijk. Hier is binnen
een persoonlijke gesprek met een leidende persoon een behoorlijk maat aan
overtuigingskracht nodig om de economische en gezondheidelijke gevolgen van
burnout binnen kort ter sprake te brengen en de werkzaamheid van een
interventie tegenover haar kosten uit te leggen. De stricte hierarchische
structuur is een groot hulpmiddel voor de disseminatie – met een goed
uitgevoerde interventieplanning wordt eer met zekerheid een groot deel van de
doelgroep bereikt.De mate van adoptie wordt uiteindelijk door het succes van de
dissemenatie beperkt.
Met Adoptie in de matrix wordt de periode aangeduid waarin gebruikers besluiten
mee te doen aan de interventie. Dit zal dus moeten gebeuren door onze
intermediairs en door de collegas die het sociaal milieu voor de doelgroep
opzetten. De technieken waardoor dit proces wordt ondersteund zijn al in het
vorige hoofdstuk beschreven.
De zogenaamde Vaardigheidstraining is in deze interventie een van de
effectiefste aangrijpingspunten. Hier bestaan de meest duidelijke verschillen
tussen intermediairs en doelgroep. Verpleegkundigers leren in deze fase door
een workshop de basiskennis voor tijds- en werkmanagement. Om deze kennis in
de praktijk te kunnen uitvoeren zal het op handen nodig zijn een cursus voor
zelfvertrouwen aan te bieden – alleen met deze vaardigheid zijn de deelnemers
ook in staat de motivatie voor een zelforganisatie op te brengen. Leden van het
beheer leren binnen het workshop vaardigheden mbv. processoptimalisatie,
motivatie van medewerkers en krijgen inzicht achter de dagelijkse problemen
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 5: Adoptie- en Implementatieplan
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
van hun employees. Hoe positiever de resultaten uit deze fase uitkomen hoe
laager is de gefaar dat kennis en geoefende proceduren weer verdwijnen.
Als de interventie op zich geen onderdelen meer nieuw implementeert begint de
Gedragsbehoudsfase. De workshops zijn aan het einde, de informatiefolders zijn
gelezen en vaardigheden opgebouwt. Alleen nog de posters kunnen de tips voor
werknemers voor stresspreventie in een bondige vorm op lange tijd overbrengen,
waardoor ze een belangrijke onderdeel van deze implementatie worden. Ze zijn
bedachtzaam ontworpen om de attentie op een aangename manier te vangen en
tegelijk langdurig niet lastig te vallen.
In deze fase worden de bereikte vaardigheden gebruikt om de verandering
langdurig om te zetten. Als de medewerkers hun geleerde taken ter
stresspreventie verder zullen uitvoeren en het beheer de veranderingen
langdurig accepteert, zal het problem van burnout op lange tijd duidelijk
verminderd worden.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 5: Adoptie- en Implementatieplan
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Interventiematrix
Diffusie-stadium
Gedragsdoelen Determinanten
Methoden
Strategieën
Disseminatie
Verpleegkundige en Intermediairs weten van het bestaan van het voorlichtings-programma
Verpleegkundige en Intermediairs zijn gemotiveert aan de voorlichting deel te nemen
Kennis
Attitude
Uitkomst-verwachting
Risicoperceptie
Informatie
Overtuigen
Uitnodigingen en motiveren voor voorlichtings-bijeenkomsten
Beheer van de relevantie van burnout overtuigen
Adoptie Gestreste verpleegkundige zien het risico en de gevolgen van burnout
Verpleegkundige gaan naar de workshops voor zelfvertrouwen
Medewerkers van het beheer gaan naar de cursussen
Vaardigheden
Attitude
Self Efficacy
Risicoperceptie
Confrontatie
Persuasieve communicatie
Tailoring
Geanticipeerde spijt
Overtuigen
Zelfevaluatie
Folders / Posters
Voorlichting
Workshop
Vaardig-heidstraining
Verpleegkundige zetten een optimaal plan van werktijd op
Beheer accepteert en ondersteunt nieuwe indelingen van werktijd
Verpleegkundige oefenen ontspanningstechnieken uit
Beheer zet geschikte mogelijk-heden voor ontspanning op
Attitude
Vaardigheden Self-efficacy
Persuasieve communicatie
Sociale facilitatie
Discussie
Folders / Posters
Workshop
Gedrags-behoud
Verpleegkundigers raken niet gestrest
Beheer accepteert de veranderingen
Uitkomst-Verwachting
Vaardigheden
Zelfreguleering
Posters/folders
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 6: Evaluatieplan
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
6. EVALUATIEPLAN
De volgende stap in het ontwerpproces is de evaluatie van de interventie om er
achter te komen of deze is uitgevoerd zoals was gepland en of het bedoelde
effect werd bereikt (Brug et al, 2005). Daarbij wordt de evaluatie ingedeeld in
effect- en procesevaluatie. Een evaluatie is van belang om naar voren te komen
of de middelen binnen de interventie effectief en efficiënt worden ingezet.
Bovendien kan door het uitvoeren van een evaluatie nuttige informatie worden
verzameld voor volgende onderzoekers of studies. Dus is het doel van deze
evaluatie te kijken naar wat nog kan worden verbeterd om de interventie nog
effectiever en efficiënter te maken.
Procesevaluatie
Om een interventie te kunnen evalueren moet er een aantal criteria bestaan dat
bepaald of het programma werkzaam was of niet. Het is daarom hulprijk om voor
het begin van de evaluatie sommige vragen te bedenken. Deze kunnen de
evaluerende persoon later door het proces van de evaluatie leiden doordat zij en
duidelijke structuur aanbieden .
Als een interventie niet werkzaam is kan dat meerdere oorzaken hebben. In
principe kan er op elk niveau van de interventie een fout gebeurt zijn en het is
daarom van groot belang, dat de hele interventie word geëvalueerd. Dit kost heel
veel moeite als de evaluatie pas na afloop van het hele programma word
uitgevoerd. Eerder is het nuttig om na elke stap van de interventie met een
aantal evaluatieve vragen te testen of het programma nog steeds vrij van fouten
is.
Het hoogste risico voor fouten kan meestal in tijdens de daadwerkelijke
uitvoering van de interventie worden geobserveerd. Bijvoorbeeld hangt de
invloed van het interventiematerial duidelijk van de kwaliteit een leesbaarheid
der teksten af. Omdat de productie van het material meestal echter niet bij
dezelfde groep mensen ligt die het material ontwerpt kunnen er onduidelijkheden
ontstaan hoe de ideen precies moeten worden omgezet. Dit kan verder tot
verminderde kwaliteit en tot negatieve effecten op de interventie leiden.
Bijna net zo veel invloed heeft de juiste manier van informatieoverdracht. Als
bijvoorbeeld de docenten fouten tijdens de presentatie maken of een cursus uit
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 6: Evaluatieplan
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
organisatorische redenen niet tot stand komt, kan een lacune van informatie
optreden.
Maar ook bij de doelgroep kunnen er fouten gebeuren die tot een verminderd
effect van de interventie leiden. Als de ontspanningsoefeningen bijvoorbeeld door
de betrokkene niet voldoende worden gepracticeerd, kan het gebeuren dat een
programma als waardeloos word beschouwd hoewel eigenlijk de participant zelf
daarvoor zorgt dat de interventie niet volledig werkt.
Uiteindelijk moet ook bij de onderzoekers zelf naar structurele fouten worden
gekeken. Het is van belang of de enkele stappen van de interventie goed op
elkaar opbouwen. Er moeten bijvoorbeeld veranderingsdoelen worden bedacht
die precies bij de determinanten van belang passen. Is dit niet het geval is het
hele programma waardeloos.
Uiteindelijk zal het ondanks de beperkingen van cursussen op vrijwilligers kunnen
gebeuren dat juist die employees met het hoogste streslevel niet betrokken
voelden en dus door de eigenlijke interventie niet werden bereikt.
Met deze soort problemen moet zowel tijdens de ontwikkeling van de interventie
zelf als ook tijdens de evaluatie rekening gehouden worden en het is onbedingt
nodig om heel precies naar het ontworpen programma te kijken om deze soort
fouten op te sporen.
Evaluatietechnieken
Om de interventie zo breed en intensief mogelijk te evalueren kiezen wij voor een
multidimensionaal feedback. Dit word het makkelijkst bewerkstelligt doordat
ellke intermediair en deelnemer een gestandaardiseerde vragenlijst invult die
zowel op het effect van de interventie ingaat als ook op mogelijke verbeteringen
van het programma. Ook de kwaliteit van leven en - daardoor het langdurig
effect van strespreventie – kan middels deze enquête makkelijk worden
onderzocht. Op deze manier hopen wij voldoende antwoorden op de vragen ten
opzichte van de kwaliteit van onze interventie te vinden. Het is echter bij gebruik
van een questionnaire altijd van belang om met bias door de deelnemers zelf
rekening te houden. Het kan namelijk gebeuren, dat een deelnemer de
vragenlijst na een bepaald schema invult om een bepaalde indruk te maken,
zowel positief als ook negatief. Eveneens kan het gebeuren dat een deelnemer
een bepaald antwoordschema heeft zonder dat hij of zij het weet. Om deze
fouten te herkennen zijn een aantal controlevragen handig.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 6: Evaluatieplan
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Voor de effectmeting zelf is een nauwkeurige samenarbeid met de financiele en
personele afdeling van het bedrijf van groot belang. Het beheer van een bedrijf
verzamelt heel waarschijnlijk gegevens over alle employees, die ook kunnen
worden gebruikt voor de evaluatie. Door een statistische analyse zal zo makelijk
kunnen worden vastgestelt of de uiteindelijke mate van afwezijgheid wegens
stresbedingte ziekte – het eindelijk meetbare teken van een succesvolle
interventie - significant is gedaald, of niet.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 7: Conclusies
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
7. CONCLUSIES
Deze interventie „oorzaken en preventie van burnout onder verpleegkundigen“
ontstond in het kader van onze opdracht waardoor het ontwerpen van het
concept op traditionele manier te werk ging en wij probeerden met het kader
maat te houden. Natuurlijk kunnen wij niet zeggen of onze interventie
daadwerkelijk effectief en bruikbaar is omdat zij niet echt word uitgevoert,
waardoor wij ook geen echt feedback konden krijgen om eventueel noodzakelijke
anpassingen uit te voeren. Zodanig kunnen bij de invoering problemen optreden
omdat de redenen om het beheer van een ziekenhuis van de interventie te
overtuigen niet echt klinisch gesteund zijn. Dus zouden wetenschappelijke
studies met gevolgen bij het burnout meer overtuigend zijn. Bij het uitvoeren van
de interventie is een probleem dat er een beperking op èèn intermediaire niveau
bestaat want ook politieke en familiaire invloed zal een verandering van
gedrag/leven bevorderen. De daadwerkelijke uitvoering zou dan eventueel
regelmatige, begeleidende voorlichtingen beinhouden omdat de mensen dan
meer kunnen worden gemotiveerd dan bij èènmalige voorlichting. En natuurlijk
moeten bij het daadwerkelijk uitvoeren ook nog de diversen vragenlijsten
opgesteld worden. Bovendien zijn individuele gespreken met een professioneel
beter geschikt om de noodzakelijkheid van gedragsverandering te bepalen dan
hetz elf bepalen van de deelnemers ( of vrijwilligers) of zij bedreigt zijn van
burnout.
Een ander groot probleem is dat het adoptieplan hierarchisch vanuit het beheer
van het betrokkene ziekenhuis gaat. Het zou beter zijn wanneer de onderzoekers
meer controle over de juiste doorvoering hebben als zij de organisatie compleet
zelf overnemen.
Tenslotte is het volgens ons niet effectief genoeg alleen èèn ziekenhuis (èèn
kleine interventiegroep) te gebruiken, omdat het gemeten effect van de
preventie bij kleine groepen minder duidelijk optreden.
Als dit alles in acht wordt genomen zou het mogelijk kunnen zijn deze
implementatie successvoll om te zetten en burnout en daarmee
werkonmogelijkheid te voorkomen.
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 8: Literatuur
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
8. LITERATUUR
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 9: Bijlagen
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
9. BIJLAGEN
Interventiematerial
Uitspraken Poster (Verpleegkundige)
Wees eerlijk met jezelf
Hoor op je lichaam. Geef het toe als je serieus gestrest bent.
Probeer in je pauzes zo intensief mogelijk te ontspannen.
Vergeet werk voor een momentje en raak alleen betrokken met jezelf.
Werk meer zamen
Niet alles alleen doen!
Teamwork is niet alleen handig voor nieuwe ideen, maar ook tegen depressie en
verveling.
Leer “nee” te zeggen
Concentreer op een klein aantal taken waarin je echt goed bent, en durf nee te
zeggen bij teveel opdrachten.
Dat is bevredigender en efficienter dan alles tegelijk te proberen en niks klaar te
krijgen.
Raak betrokken met het probleem
Doe iets actiefs tegen lastige omstandigheiden.
Vergader mensen met dezelfde problemen en bedenk een mooie oplossing.
Als het probleem te druk wordt, is een andere werkplek een eerlijk alternatief.
Blijf lachen
Zoek naar leuke en mooie momenten in je werk.
Ze bestaan ook op de drukste dag!
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 9: Bijlagen
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Leidregels Informatiefolder (Verpleegkundige)
Werk geen dag meer dan nodig om jouw rekeningen en leefstijl te kunnen
betalen.
Hier en daar ziek te spelen om een extra vrije dag te krijgen is niks
onredelijks.
Overuren zijn alleen een oplossing voor het noodgeval. Het noch goed voor
jou noch voor het bedrif als jouw werk met minder concentratie en
motivatie wordt gedaan.
Probeer jouw tijdplan zo goed mogelijk zelf toe te passen.
Als jij na 12 uur werk voelt zoals een bokser aan het eind van een gevecht,
werk gewoon geen 12 uur!
Probeer na een erg drukke periode een tijdje vrij te maken. Definieer
hierbij zelf wat “erg druk” voor jou betekend. Let op wat je lichaam zegt.
Om je vaardigheiden zo goed mogelijk te gebruiken, prober een
regelmatige werkplan op te stellen. Je lichaam is weiniger vatbaar voor
ziektes als je regelmatig werkt, eet en sport.
Als je ze niet kan slagen, ga dan mee huilen met de wolven.
Raak betrokken met het probleem.
Bijvoorbeeld: Je mag niet van het feit houden voor iedere patient een
bericht te schrijven, maar je kan wel zeggen hoe de doorverwijzing zal uit
zien.
o Niet gewoon intrekken. Bedenk altijd een alternatief idee.
o Sluit bij het commitee aan die het document formuleert, of geef
tenminste constructieve kritiek aan de deelnemers van het
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 9: Bijlagen
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
committee.
So iets produceert een gevoel van betrokkenheid en invloed, en dat
is wat burnout langdurig voorkomt.
Overweg een verandering in je werkplek.
Je hoeft niet in een bepaalde ziekenhuis te blijven werken van diploma tot
pensioen. Ook als de oudere generatie iets anders blijft vertellen, een
aantal verschillende instellingen te probeeren is iets positiefs en verbreet
je werkervaring.
Blijf kijken voor andere afdelingen voor die je geintereseerd raakt. Ben je
al altijd gewild geweesd eens met neonataal verpleging te beginnen,
bijvoorbeeld? Biedt het ziekenhuis hier misschien een stage aan? Is je
eigen afdeling gewild je voor een andere gebiet op te leiden?
Als in je eigen positie niets meer leuks is, overweg naar een verschillende
floer of groep te wisselen. Maak je huiswerk – de tevredenheid in twee
afdelingen met dezelfde functie kunnen kan verschillen zoals hemel en hel.
Leidregels Informatieboekje (beheer)
- 23 -
D. Portain, L. Schubert, G. Velthuis, C. Wöbking Deel 9: Bijlagen
Oorzaken en Preventie van Burnout onder verpleegkundigen
Verdere recherchebronnen
Huibers, 2003
Place, 1993
Maslach, 1998
Hoogduin, 2001
Karsten, 2000
Karsten, 2001