cito eindtoets interpretatie leerlingrapport

Interpretatie van het leerlingrapport

Toelatings- en doorstroomgegevens van leerlingen die in 2007 aan deEindtoets Basisonderwijs deelnamen

Colofon

Toetsconstructie en inhoudsverantwoording voor alle editiesTaal: Saskia van Berkel, Inge Groenen, Astrid Mols, Pauline Roumans, assistentie: Claudia Kennedie, Jifke Mulderij, Chantal Nolten Rekenen-Wiskunde: Jan Janssen, assistentie: Linda de ReusStudievaardigheden: Henk Nott, Ilse Papenburg, Henk Wagenaar, assistentie: Dietrich Cleijne, Aycan lgWereldorintatie: Henk Nott, Jos Thijssen, Henk Wagenaar, assistentie: Dietrich Cleijne, Aycan lg

Psychometrische en methodologische ondersteuningAnton Bguin, Ronald Engelen, Frans Kamphuis, Frans Kleintjes, Marieke van Onna, Norman Verhelst, Angela Verschoor, Anke Weekers

RedactieAnja de Wijs

BureauredactieRiny Mayer

Systeemontwerp en programmering ScoringsserviceArjan Aarnink, Roel Elzinga, Errol van den Hoven

Interne logistiekHuub Ammerlaan, Miriam van Brandenburg, Frank Boogers, Jan Kok

OpmaakService unit, MMS

Procescordinatie Eindtoets BasisonderwijsMarion van Alten

Procescordinatie Digitale edities Eindtoets BasisonderwijsAlice Groen, Sandra van Dijk

Algemene projectleiding Cito Volgsysteem (lOVS)Jacqueline Visser

Cito B.V. Arnhem 2013. Auteursrecht voorbehouden.Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Cito B.V. worden openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, scanning, computersoftware of andere elektronische verveelvoudiging of openbaarmaking, microfilm, geluidskopie, film- of videokopie of op welke wijze dan ook.2

Inhoud

1 De Eindtoets Basisonderwijs: een overzicht 5

2 Interpretatie van het leerlingrapport 7

3 Het Toelatings- en doorstroomonderzoek Eindtoets Basisonderwijs 11

Bijlagen 13

1 Gegevens voor de interpretatie van de Standaardscores 132 Doorstroom nader bepaald 253 Spreiding Standaardscores per brugklastype 264 Plaatsing leerlingen in verschillende schooltypen 275 Van onderwijselementcode naar brugklastype 28

51 De Eindtoets Basisonderwijs: een overzicht

1.1 Belangrijke kenmerken

De Eindtoets Basisonderwijs (verder ook wel Eindtoets) vormt samen met de Entreetoets voor groep 5, 6 en 7 en de LVS-toetsen het Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS). De scores op de toetsen die deel uitmaken van dit volgsysteem zeggen iets over de vaardigheid van leerlingen n over de resultaten van het onderwijs. Van de Eindtoets maakt Cito jaarlijks een nieuwe versie.

De specifieke functie van de Eindtoets is het geven van onafhankelijke informatie voor de keuze van een passend brugklastype. De Eindtoets is een school- of leervorderingentoets: de toets meet wat een kind in vergelijking met andere kinderen in acht jaar basisonderwijs geleerd heeft. En leervorderingen zeggen iets over de kansen op succes in de verschillende typen van het voortgezet onderwijs. Bovendien levert dit type toets indirect een afgewogen meting van een aantal eigenschappen die van groot belang zijn voor toekomstig school-succes zoals leertempo, intelligentie, concentratie, motivatie en doorzettingsvermogen.Omdat de Eindtoets meestal bij alle leerlingen in groep 8 wordt afgenomen, kan een discrepantieanalyse van de gemiddelde scores op de verschillende onderdelen in de schoolrapportage worden gebruikt bij de evaluatie van het onderwijs. In aanvulling daarop geven we in de schoolrapportage aan wat de plaats van de school is (gecorrigeerd voor een aantal instroomvariabelen) in de landelijke verdeling van schoolgemiddelden.

1.2 Inhoud en samenstelling

De Eindtoets bestaat uit twaalf taken. In de taken staan opgaven op het gebied van Taal, Rekenen-Wiskunde, Studievaardigheden en Wereldorintatie. Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden zijn verplichte onderdelen. Wereldorintatie is een facultatief onderdeel. Per vakgebied treft u hieronder een overzicht aan van de onderdelen (tussen haakjes staat het aantal opgaven).

1.3 Interpretatie standaardscore: Toelatings- en doorstroomonderzoek

De standaardscore is een vertaling of omzetting van het totaal aantal goed op de onderdelen Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden. De standaardscore maakt het mogelijk de prestaties op de jaarlijks verschillende edities van de Eindtoets te vergelijken.

Taal (totaal 100) Schrijven van teksten (30) Spelling (20) Begrijpend lezen (30) Woordenschat (20)

Studievaardigheden (totaal 40) Hanteren van studieteksten (10) Hanteren van informatiebronnen (10) Lezen van schemas, tabellen en grafieken (10) Kaartlezen (10)

Rekenen-Wiskunde (totaal 60) Getallen en bewerkingen (25) Verhoudingen, breuken en procenten (20) Meten, meetkunde, tijd en geld (15)

Wereldorintatie (totaal 90) Aardrijkskunde (30) Geschiedenis (30) Natuuronderwijs (30)

6De standaardscore vormt de basis voor de advisering van het best passende brugklastype voortgezet onderwijs. De interpretatie van de standaardscore is mede gebaseerd op het zogenoemde Toelatings- en doorstroomonderzoek Eindtoets Basisonderwijs.De gegevens in deze brochure zijn het resultaat van het Toelatings- en doorstroom-onderzoek dat in de periode 2007-2010 heeft plaatsgevonden. Om de gegevens over de toelating en doorstroom van leerlingen te kunnen verzamelen, zijn de resultaten van de leerlingen die in 2007 aan de Eindtoets Basisonderwijs hebben deelgenomen gekoppeld aan bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) beschikbare individuele gegevens over het voortgezet onderwijs. Door het uitvoeren van bovenstaande koppeling verkreeg Cito in schooljaar 2007/2008 gegevens over de instroom van deelnemers aan de Eindtoets Basisonderwijs 2007 in het eerste leerjaar voortgezet onderwijs. In schooljaar 2008/2009 en 2009/2010 werden daar respectievelijk de gegevens over de doorstroom naar het tweede en derde leerjaar aan toegevoegd. Ook konden met behulp van de gegevens van al deze schooljaren eventuele doubleurs worden gedentificeerd. De toelatings- en doorstromingsgegevens die op de hierboven beschreven wijze zijn verzameld, worden gebruikt bij de interpretatie van de leerlingrapporten van de leerlingen die in 2012 en 2013 aan de Eindtoets Basisonderwijs deelnemen. De gegevens over de doorstroom naar het derde leerjaar zijn om onderzoeksmatige redenen verzameld en zullen in de toekomst naar verwachting een rol gaan spelen bij de advisering. Op de werkwijze van het Toelatings- en doorstroomonderzoek komen we in hoofdstuk 3 nog terug.

72 Interpretatie van het leerlingrapport

Het Leerlingrapport bestaat uit twee delen. In deel 1 gaat het om de rapportage van de scores. In het tweede deel om de betekenis van de Standaardscore. Die wordt verbaal en grafisch uitgedrukt.

Figuur 1 Voorbeeld leerlingrapport

2.1 Toelichting bij het eerste deel van het leerlingrapport

Aantal opgavenIn de rij Aantal opgaven staat hoeveel opgaven er tot het betreffende onderdeel behoren. De kolom Totaal bevat dezelfde informatie, maar dan voor alle gemaakte opgaven samen.

Aantal goedIn de rij Aantal goed staat per onderdeel hoeveel opgaven de leerling goed heeft beantwoord. De kolom Totaal bevat dezelfde informatie, maar dan voor alle gemaakte opgaven samen.

PercentielscoreDe Percentielscore geeft aan welk percentage leerlingen landelijk gezien een even hoog of lager Aantal goed heeft behaald. De kolom Totaal bevat dezelfde informatie, maar dan voor alle gemaakte opgaven samen.

VoorbeeldIn het Leerlingrapport in de afbeelding hierboven ziet u dat een aantal goed van 75 op het onderdeel Taal overeenkomt met een percentielscore van 41. Dat betekent dat 41% van de kinderen een aantal goed van 75 of minder heeft gehaald. 59% van de kinderen heeft dus 76 of meer vragen goed beantwoord.

Primair onderwijs | Cito Volgsysteem (LOVS)

Eindtoets Basisonderwijs | Leerlingrapport

Leerling 123456Alexander

School 12.345.67890CITOSCHOOLSchoolstraat 1231234 AB CITOCITY

basisberoepsgerichte leerweg

basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

kaderberoepsgerichte leerweg

gemengde/theoretische leerweg

havo/vwo

havo

vwo

Resultaten Taal Rekenen- Studie- Wereld- Totaal Wiskunde vaardigheden orintatie

Aantal opgaven 100 60 40 90 290Aantal goed 75 47 30 67 218Percentielscore 41 58 40 49 46

100%

98%

98%

86%

65%

39%

27%

10%

1%

0% 20% 40% 60% 80% 100%% met eenzelfdeof lagere score

Standaardscore

536

0%

2%

2%

14%

35%

61%

73%

90%

99%

% met eenhogere score

ToelichtingOp basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met een gemengde/theoretische leerweg het meest in aanmerking: de brugklastypen gemengde/theoretische leerweg en havo en gemengde/ theoretische leerweg en havo/vwo lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het eerstgenoemde brugklastype worden toegelaten, heeft 65% eenzelfde of lagere standaardscore en 35% een hogere. Voor het tweede type is dat 39% en 61%. De leerkracht kan op basis van de informatie waarover hij of zij beschikt, een ander brugklastype adviseren.

gemengde/theoretische leerwegen havogemengde/theoretische leerwegen havo/vwo

8StandaardscoreDe Standaardscore, een getal op een schaal die loopt van 501 tot en met 550, is een vertaling of omzetting van het totaal aantal goed op de onderdelen Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden. De standaardscores liggen op een schaal waarnaar de aantallen goed op de verschillende jaargangen te vertalen zijn. Door de standaardscoreschaal zijn we in staat de scores van jaar tot jaar te vergelijken ondanks verschillen in moeilijkheid tussen de diverse jaargangen van de Eindtoets.

Het gemiddelde van de Standaardscores ligt ieder jaar rond de 535. Ongeveer 70 procent van de leerlingen behaalt een Standaardscore tussen 525 en 545. Ongeveer 15 procent krijgt een score beneden de 525 en ongeveer 15 procent krijgt een score boven de 545. In het Leerlingrapport in figuur 1 ligt de Standaardscore iets boven het gemiddelde: 536.

2.2 Toelichting bij het tweede deel van het leerlingrapport

In het tweede deel van het Leerlingrapport gaat het om de vraag: wat kan de standaardscore betekenen voor de keuze van een brugklastype? Onder Toelichting geeft het rapport eerst in woorden aan welk school- en brugklastype, gelet op de gegevens uit het Toelatings- en doorstroomonderzoek, bij de desbetreffende standaardscore de meest aangewezen keuze is. De betekenis van de standaardscore geven we ook grafisch weer in de zogenoemde poppetjesgrafiek. De grafische weergave bestaat uit vier kolommen.

In kolom 1 staan negen brugklastypen. In kolom 2 staat hoeveel leerlingen met de betreffende standaardscore of een lagere standaardscore tot de verschillende brugklastypen zijn toegelaten. In kolom 4 staat hoeveel leerlingen met een hogere standaardscore tot de verschillende brugklastypen zijn toegelaten.De informatie in kolom 2 en 4 is grafisch weergegeven in kolom 3, de poppetjes. Elk poppetje stelt 2 procent van de leerlingen voor die tot het eerste jaar van het betreffende brugklastype is toegelaten. Het zwartgemaakte poppetje geeft, op basis van de behaalde standaardscore, aan wat de plaats is van de leerling te midden van alle leerlingen die tot het betreffende brugklastype zijn toegelaten.We lichten de grafische weergave in figuur 1 in het voorbeeld hieronder toe.

VoorbeeldMarianne heeft een standaardscore van 536. Zijzelf, haar leerkracht en haar ouders kunnen zien dat haar standaardscore in vergelijking met leerlingen die naar het brugklastype havo/vwo gaan tamelijk laag is. 90 procent van deze leerlingen haalt een hogere score.Haar standaardscore is in vergelijking met leerlingen die naar de basisberoepsgerichte leerweg gaan hoog. Geen van de leerlingen in dit brugklastype heeft een hogere standaardscore.Marianne zal vermoedelijk in n van de volgende brugklassen het meest op haar plaats zijn: gemengde/theoretische leerweg en havo gemengde/theoretische leerweg en havo/vwo

We wijzen erop dat de positie van het poppetje gebaseerd is op naar boven afgeronde percentages.

Onderschatting en overschatting Naarmate het aantal poppetjes rechts van het zwarte poppetje groter is, is de kans op overschatting bij de keuze van de brugklas groter (het brugklastype is te moeilijk). Andersom geldt: is het aantal poppetjes links van het zwarte poppetje groter, dan is de kans op onderschatting groter (het brugklastype is te gemakkelijk).

9Als vuistregel kunt u aanhouden: van onderschatting is bijna zeker sprake als het zwarte poppetje in de poppetjeskolom in het gebied van 80 tot 100% ligt; van overschatting is zeer waarschijnlijk sprake als het zwarte poppetje in het gebied van 0 tot 20% ligt.

2.3 Aanvullende gegevens

Leerkrachten kunnen bij de interpretatie van het Leerlingrapport gebruikmaken van de aanvullende gegevens uit het Toelatings- en doorstroomonderzoek in bijlage 1. We lichten de informatie in deze bijlage hieronder toe aan de hand van figuur 2.

In figuur 2 drukken we de grafiek op het Leerlingrapport zoals gepresenteerd in figuur 1 nog eens af. U ziet dat in figuur 2 in de poppetjeskolom behalve zwarte nu ook grijs gearceerde poppetjes staan. De grijs gearceerde poppetjes geven aanvullende informatie.

Figuur 2 leerlingrapport met aanvullende gegevens (Standaardscore = 536)

Alle poppetjes in een rij zijn grijs gearceerd.Als alle poppetjes in een rij gearceerd zijn, dan betekent dit dat er landelijk gezien minder dan 100 leerlingen zijn met de betreffende standaardscore (in figuur 2: 536) die in dit brugklastype terecht zijn gekomen.

Aan de linkerzijde is een deel van de poppetjes grijs gearceerd.In de rijen waarin niet alle poppetjes gearceerd zijn, kunt u helemaal links in depoppetjeskolom een of meer poppetjes gearceerd aantreffen. De gearceerde poppetjes geven het percentage leerlingen (per grijs gearceerd poppetje 2 procent) aan dat na een jaar niet bevorderd werd of dat werd overgeplaatst naar een lager brugklastype.In bijlage 2 lichten we toe wanneer we in het kader van het Toelatings- en doorstroomonderzoek spreken van doorstroom naar een lager brugklastype en wanneer we spreken van doorstroom naar een vergelijkbaar brugklastype.

VoorbeeldWe kijken tegen de achtergrond van figuur 2 naar de kansen van Marianne in het brugklastype havo. Uit deze figuur blijkt dat 23 tot 24 procent van de leerlingen (12 gearceerde poppetjes) niet bevorderd werd naar het tweede leerjaar. Dat zijn weliswaar niet alleen leerlingen met een standaardscore van 536 of lager, maar de kans dat Marianne met haar standaardscore tot de zittenblijvers zal behoren, is tamelijk groot.Wat is een goed advies op basis van de gegevens in figuur 2? Kies voor het brugklastypegemengde/theoretische leerweg en havo of gemengde/theoretische leerweg en havo/vwo. Dan is de kans op onderschatting en overschatting het kleinst.

20 % 40 % 60 % 80 % 100 %0 %% met eenhogere score

% met eenzelfdeof lagere score



gemengde/theoretische leerwegen havo


100%

98%

86%

65%

0%

2%

kaderberoepsgerichte leerweg 98% 2%

14%

35%

39% 61%

havo

gemengde/theoretische leerwegen havo/vwo

havo/vwo

vwo

27% 73%

10% 90%

1% 99%

536

De standaardscore bevat veel informatie over de kansen op toekomstig schoolsucces. Dat neemt niet weg dat bij de advisering omtrent het kiezen van een brugklastype en bij beslissingen over de toelating ook andere gegevens van betekenis kunnen zijn.Ter onderstreping van deze opmerking verwijzen we naar bijlage 3. Daar presenteren we gegevens waaruit blijkt dat de onderscheiden brugklastypen elkaar overlappen als weletten op de standaardscores van de toegelaten leerlingen.

10

11

3 Het Toelatings- en doorstroomonderzoek Eindtoets Basisonderwijs 2007-2010

In dit hoofdstuk wordt het onderzoek beschreven naar de toelating en doorstroom van de leerlingen die in 2007 aan de Eindtoets Basisonderwijs deelnamen. De gegevens uit deze brochure worden gebruikt bij de interpretatie van de leerlingrapporten van de leerlingen die in 2011 aan de Eindtoets Basisonderwijs deelnemen. In 2007 hebben in totaal 150.226 leerlingen aan de Eindtoets Basisonderwijs deelgenomen. Het Toelatings- en doorstroomonderzoek dat in de periode 2007 t/m 2010 heeft plaatsgevonden is als volgt uitgevoerd.

In september 2008 is aan alle scholen voor primair onderwijs toestemming gevraagd om de scores van leerlingen die in 2007 aan de Eindtoets Basisonderwijs deel hebben genomen te koppelen aan de bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in de onderwijs bestanden beschikbare individuele gegevens over het voortgezet onderwijs. In het bestand van het CBS is voor elke leerling en elk leerjaar een zogenoemde onderwijselementcode (o.a. gebruikt voor de telling van leerlingen in het voortgezet onderwijs) opgenomen. Deze onderwijselementcode specificeert het onderwijstype waar de betreffende leerling aan deelneemt. Onderwijselementcode 0300 staat bijvoorbeeld voor Havo en wordt alleen in leerjaar 1, 2 en 3 gehanteerd. Vanaf leerjaar 4 wordt deze onderwijselementcode nader onderverdeeld. Onderwijselementcode 350 staat dan bijvoorbeeld voor Havo profiel natuur en techniek, terwijl onderwijselementcode 351 staat voor Havo profiel natuur en gezondheid. In bijlage 5 is gespecificeerd op welke wijze de onderwijselementcodes zijn samengenomen tot de brugklastypen voortgezet onderwijs die in de advisering bij de Eindtoets Basisonderwijs worden gebruikt.

In het najaar van 2008 zijn de gegevens van de leerlingen die in 2007 aan de Eindtoets Basisonderwijs deelnamen en voor wie de scholen toestemming gaven voor gegevens-uitwisseling, gekoppeld aan de leerlinggegevens uit de onderwijsnummerbestanden van het CBS. Uiteindelijk konden er 138.037 leerlingen gekoppeld worden (91,9% van het totaal aantal deelnemers aan de Eindtoets Basisonderwijs 2007). Van deze 138.037 zijn 21.213 leerlingen (15,4%) volgens de CBS-gegevens in het eerste leerjaar geplaatst in de brugklastypen overig vmbo, overig vmbo/avo en/of praktijkonderwijs. Omdat deze brugklastypen niet (kunnen) worden gebruikt in de advisering, zijn deze leerlingen niet meegenomen in de verdere analyses.

In het najaar van 2010 zijn de gegevens van de leerlingen die in 2007 aan de Eindtoets Basisonderwijs deelnamen, opnieuw gekoppeld aan de toelatings- en doorstroom-gegevens van het CBS. Op deze manier kregen we van de 138.037 leerlingen van wie het brugklastype 1e leerjaar door de koppeling bekend was, ook gegevens over hun doorstroom naar het tweede en derde leerjaar. Bovendien konden we met behulp van deze aanvullende gegevens eventuele doubleurs identificeren. Na deze koppeling is van 137.233 van de 138.037 leerlingen het onderwijstype tweede leerjaar (99,4%) en van 136.421 van de 138.037 leerlingen (98,8%) het onderwijstype derde leerjaar bekend. Voor de overige (respectievelijk 804 en 1616) leerlingen is het onderwijstype in het tweede of derde leerjaar niet bekend. De gegevens omtrent de plaatsing in het eerste leerjaar en de doorstroom naar het tweede leerjaar zijn vervolgens gebruikt voor de advisering van de best passende school- en brugklastypen voortgezet onderwijs. De gegevens over de doorstroom naar het derde leerjaar zijn om onderzoeksmatige redenen verzameld en zullen in de toekomst naar verwachting een rol gaan spelen bij de advisering.

In de poppetjesgrafiek op het Leerlingrapport geven we weer welke positie een leerling zou innemen tussen zijn medeleerlingen in de verschillende brugklastypen. In de

12

Toelichting op het Leerlingrapport staat in woorden wat de standaardscore zegt over het best passende brugklastype en schooltype voor een leerling (zie hoofdstuk 2). In tabel 1 is per schooltype aangegeven wat het standaardscore-interval is dat noch op onderschatting noch op overschatting van de mogelijkheden van een leerling lijkt te wijzen. In de kolom EB 2005 is zichtbaar welk interval op basis van het vorige toelatings- en doorstroomonderzoek (naar de toelating en doorstroom van de leerlingen die in 2005 aan de Eindtoets Basisonderwijs deelnamen) het uitgangspunt voor de interpretatie van de standaardscore vormde. In de kolom EB 2007 is zichtbaar welk interval nu, op basis van het onderzoek naar de toelating en doorstroom van de leerlingen die in 2007 aan de Eindtoets Basisonderwijs deelnamen, het uitgangspunt voor de interpretatie van de standaardscore vormt.

Tabel 1 Per schooltype het interval dat het uitgangspunt is voor de interpretatie van de standaardscore in het leerlingrapport Eindtoets Basisonderwijs.

In tabel 2 is per brugklastype aangegeven wat het standaardscore-interval is dat noch op onderschatting noch op overschatting van de mogelijkheden van een leerling lijkt te wijzen. In de kolom EB 2005 is zichtbaar welk interval op basis van het vorige toelatings- en doorstroomonderzoek (naar de toelating en doorstroom van de leerlingen die in 2005 aan de Eindtoets Basisonderwijs deelnamen) het uitgangspunt voor de interpretatie van de standaardscore vormde. In de kolom EB 2007 is zichtbaar welk interval nu, op basis van het onderzoek naar de toelating en doorstroom van de leerlingen die in 2007 aan de Eindtoets Basisonderwijs deelnamen, het uitgangspunt voor de interpretatie van de standaardscore vormt.

Tabel 2 Per brugklastype het interval dat het uitgangspunt is voor de interpretatie van de standaardscore in het leerlingrapport Eindtoets Basisonderwijs.

Vuistregels, geen keurslijfDe score op de Eindtoets Basisonderwijs schrijft niet dwingend voor naar welk school- en brugklastype een leerling moet gaan. De score op de Eindtoets moet worden beschouwd als een second opinion, een belangrijke onafhankelijke bron van informatie bij de keuze voor het best passende type voortgezet onderwijs. De leerkracht kan aan de hand van de score op de Eindtoets nog eens nagaan of hij of zij de mogelijkheden van een leerling niet onder- of overschat. Uiteindelijk bepaalt de score op de Eindtoets altijd smen met het advies van de basisschool en de wens van de ouders (en hun kind natuurlijk) het uiteindelijke vervolgadvies. Doorslaggevend is de combinatie van die gegevens.

Brugklastype TDO bij EB2005 TDO bij EB2007Basisberoepsgerichte leerweg 501 - 520 501 - 520Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg 519 - 525 519 - 525 Kaderberoepsgerichte leerweg 524 - 528 523 - 528 Gemengde / theoretische leerweg 529 - 533 529 - 533 Gemengde / theoretische leerweg en havo 532 - 536 533 - 536 Gemengde / theoretische leerweg en havo / vwo 535 - 541 535 - 541 Havo 537 - 540 537 - 540Havo / vwo 540 - 545 540 - 544 Vwo 545 - 550 545 - 550

Schooltype TDO bij EB2005 TDO bij EB2007Basisberoepsgerichte leerweg 501 - 523 501 - 523 Kaderberoepsgerichte leerweg 524 - 528 524 - 528Gemengde / theoretische leerweg 529 - 536 529 - 536Havo 537 - 544 537 - 544Vwo 545 - 550 545 - 550

13

Bijlage 1 Gegevens voor de interpretatie van de Standaardscores

De Leerlingrapporten met de Standaardscores 501 tot en met 518 zijn niet in deze bijlage opgenomen, omdat ze allemaal hetzelfde beeld geven. Bij deze scores ligt de keuze voor de basisberoepsgerichte leerweg voor de hand.

Standaardscore 519Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met basisberoepsgerichte leerweg het meest in aanmerking; de brugklastypen

basisberoepsgerichte leerweg en basis- en kaderberoepsgerichte leerweg lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het eerstgenoemde

brugklastype worden toegelaten, heeft 63% eenzelfde of lagere standaardscore en 37% een hogere. Voor het tweede type is dat 31% en 69%.


basisberoepsgerichte leerweg en basis- en kaderberoepsgerichte leerweg lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het eerstgenoemde


20 % 40 % 60 % 80 % 100 % 0 % % met een hogere score

% met eenzelfde of lagere score





69%

37%

3%

1%

31%

63%


97%

99%

0% 100%

havo


havo/vwo

vwo

0% 100%

0% 100%

0% 100%

520







63%

31%

2%

0%

37%

69%


98%

100%

0% 100%

havo


havo/vwo

vwo

0% 100%

0% 100%

0% 100%

519

14

Standaardscore 521Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met basisberoepsgerichte leerweg het meest in aanmerking; het brugklastype

basis- en kaderberoepsgerichte leerweg lijkt het meest geschikt. Van de leerlingen die tot dit brugklastype worden toegelaten, heeft 41%

eenzelfde of lagere standaardscore en 59% een hogere.

Standaardscore 522Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met basisberoepsgerichte leerweg het meest in aanmerking; het brugklastype

basis- en kaderberoepsgerichte leerweg lijkt het meest geschikt. Van de leerlingen die tot dit brugklastype worden toegelaten, heeft 47%



basis- en kaderberoepsgerichte leerweg en kaderberoepsgerichte leerweg lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het eerstgenoemde








79%

47%

5%

1%

21%

53%


95%

99%

1% 99%

havo


havo/vwo

vwo

0% 100%

0% 100%

0% 100%

522







84%

54%

7%

2%

16%

46%


93%

98%

2% 98%

havo


havo/vwo

vwo

0% 100%

0% 100%

0% 100%

523







73%

41%

4%

1%

27%

59%


96%

99%

1% 99%

havo


havo/vwo

vwo

0% 100%

0% 100%

0% 100%

521

15

Standaardscore 524Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met kaderberoepsgerichte leerweg het meest in aanmerking; de brugklastypen



Standaardscore 525Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met kaderberoepsgerichte leerweg het meest in aanmerking; de brugklastypen



Standaardscore 526Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met kaderberoepsgerichte leerweg het meest in aanmerking; het brugklastype

kaderberoepsgerichte leerweg lijkt het meest geschikt. Van de leerlingen die tot dit brugklastype worden toegelaten, heeft 55% eenzelfde of

lagere standaardscore en 45% een hogere.







87%

61%

9%

2%

13%

39%


91%

98%

2% 98%

havo


havo/vwo

vwo

0% 100%

0% 100%

0% 100%

524







91%

67%

13%

3%

9%

33%


87%

97%

3% 97%

havo


havo/vwo

vwo

0% 100%

0% 100%

0% 100%

525







93%

73%

17%

5%

7%

27%


83%

95%

4% 96%

havo


havo/vwo

vwo

1% 99%

0% 100%

0% 100%

526

16







Standaardscore 529Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met gemengde/theoretische leerweg het meest in aanmerking; het brugklastype

gemengde/theoretische leerweg lijkt het meest geschikt. Van de leerlingen die tot dit brugklastype worden toegelaten, heeft 34% eenzelfde of








95%

77%

20%

6%

5%

23%


80%

94%

5% 95%

havo


havo/vwo

vwo

1% 99%

0% 100%

0% 100%

527







96%

82%

27%

9%

4%

18%


73%

91%

7% 93%

havo


havo/vwo

vwo

1% 99%

0% 100%

0% 100%

528







98%

86%

34%

13%

2%

14%


66%

87%

9% 91%

havo


havo/vwo

vwo

2% 98%

1% 99%

0% 100%

529

17
















98%

89%

42%

17%

2%

11%


58%

83%

12% 88%

havo


havo/vwo

vwo

3% 97%

1% 99%

0% 100%

530







99%

91%

51%

23%

1%

9%


49%

77%

16% 84%

havo


havo/vwo

vwo

5% 95%

1% 99%

0% 100%

531







99%

93%

57%

28%

1%

7%


43%

72%

18% 82%

havo


havo/vwo

vwo

6% 94%

2% 98%

0% 100%

532

18

Standaardscore 533Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met gemengde/theoretische leerweg het meest in aanmerking; de brugklastypen

gemengde/theoretische leerweg en gemengde/theoretische leerweg en havo lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het

eerstgenoemde brugklastype worden toegelaten, heeft 65% eenzelfde of lagere standaardscore en 35% een hogere. Voor het tweede type is dat

35% en 65%.


gemengde/theoretische leerweg en havo lijkt het meest geschikt. Van de leerlingen die tot dit brugklastype worden toegelaten, heeft 45%



gemengde/theoretische leerweg en havo en gemengde/theoretische leerweg en havo/vwo lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het


33% en 67%.







99%

95%

65%

35%

1%

5%


35%

65%

23% 77%

havo


havo/vwo

vwo

10% 90%

3% 97%

0% 100%

533







99%

96%

73%

45%

1%

4%


27%

55%

27% 73%

havo


havo/vwo

vwo

14% 86%

4% 96%

0% 100%

534







99%

97%

80%

55%

1%

3%


20%

45%

33% 67%

havo


havo/vwo

vwo

20% 80%

7% 93%

0% 100%

535

19


gemengde/theoretische leerweg en havo en gemengde/theoretische leerweg en havo/vwo lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het


39% en 61%.

Standaardscore 537Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met havo het meest in aanmerking; de brugklastypen gemengde/theoretische

leerweg en havo/vwo en havo lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het eerstgenoemde brugklastype worden toegelaten, heeft 44%

eenzelfde of lagere standaardscore en 56% een hogere. Voor het tweede type is dat 37% en 63%.

Standaardscore 538Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met havo het meest in aanmerking; de brugklastypen gemengde/theoretische

leerweg en havo/vwo en havo lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het eerstgenoemde brugklastype worden toegelaten, heeft 48%

eenzelfde of lagere standaardscore en 52% een hogere. Voor het tweede type is dat 43% en 57%.







100%

98%

86%

65%

0%

2%


14%

35%

39% 61%

havo


havo/vwo

vwo

27% 73%

10% 90%

1% 99%

536







100%

99%

91%

74%

0%

1%


9%

26%

44% 56%

havo


havo/vwo

vwo

37% 63%

15% 85%

1% 99%

537







100%

99%

93%

80%

0%

1%


7%

20%

48% 52%

havo


havo/vwo

vwo

43% 57%

19% 81%

1% 99%

538

20

Standaardscore 539Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met havo het meest in aanmerking; de brugklastypen gemengde/

theoretische leerweg en havo/vwo en havo lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het eerstgenoemde brugklastype worden

toegelaten, heeft 55% eenzelfde of lagere standaardscore en 45% een hogere. Voor het tweede type is dat 55% en 45%.


theoretische leerweg en havo/vwo, havo en havo/vwo lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het eerstgenoemde brugklastype

worden toegelaten, heeft 61% eenzelfde of lagere standaardscore en 39% een hogere. Voor het tweede type is dat 67% en 33%. Voor het derde

type is dit 35% en 65%.


theoretische leerweg en havo/vwo en havo/vwo lijken het meest geschikt. Van de leerlingen die tot het eerstgenoemde brugklastype worden

toegelaten, heeft 67% eenzelfde of lagere standaardscore en 33% een hogere. Voor het tweede type is dat 45% en 55%.







100%

99%

96%

86%

0%

1%


4%

14%

55% 45%

havo


havo/vwo

vwo

55% 45%

27% 73%

2% 98%

539





100%

100%

97%

91%

0%

0%


3%

9%

67% 33%

61% 39%

35% 65%

4% 96%

540




havo/vwo

havo

vwo





100%

100%

98%

94%

0%

0%


2%

6%

76% 24%

67% 33%

45% 55%

6% 94%

541




havo/vwo

havo

vwo

21

Standaardscore 542Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met havo het meest in aanmerking; het brugklastype havo/vwo lijkt het meest

geschikt. Van de leerlingen die tot dit brugklastype worden toegelaten, heeft 55% eenzelfde of lagere standaardscore en 45% een hogere.









100%

100%

99%

97%

0%

0%


1%

3%

85% 15%

72% 28%

55% 45%

10% 90%

542




havo/vwo

havo

vwo





100%

100%

99%

98%

0%

0%


1%

2%

89% 11%

76% 24%

61% 39%

13% 87%

543




havo/vwo

havo

vwo





100%

100%

100%

99%

0%

0%


0%

1%

94% 6%

81% 19%

71% 29%

21% 79%

544




havo/vwo

havo

vwo

22

Standaardscore 545Op basis van de standaardscore komt een keuze voor een school met vwo het meest in aanmerking; het brugklastype vwo lijkt het meest










100%

100%

100%

99%

0%

0%


0%

1%

96% 4%

86% 14%

78% 22%

31% 69%

545




havo/vwo

havo

vwo





100%

100%

100%

100%

0%

0%


0%

0%

98% 2%

90% 10%

85% 15%

43% 57%

546




havo/vwo

havo

vwo





100%

100%

100%

100%

0%

0%


0%

0%

99% 1%

93% 7%

90% 10%

57% 43%

547




havo/vwo

havo

vwo

23






geschikt.





100%

100%

100%

100%

0%

0%


0%

0%

99% 1%

95% 5%

93% 7%

66% 34%

548




havo/vwo

havo

vwo





100%

100%

100%

100%

0%

0%


0%

0%

100% 0%

97% 3%

96% 4%

78% 22%

549




havo/vwo

havo

vwo



100%

100%

100%

100%

0%

0%

100% 0%

0%

0%

100% 0%

100% 0%

100% 0%

100% 0%

550






havo


havo/vwo

vwo

25

Doorstroom nader bepaald

Voor de interpretatie van de grijs gearceerde poppetjes in bijlage 1 is de tabel hieronder van belang. In de eerste kolom staat het brugklastype waarin de leerling is geplaatst. In de tweede kolom geven we aan wanneer we spreken van doorstroom naar een lager type brugklas; in de derde kolom wanneer we spreken van eenzelfde of vergelijkbaar brugklastype.We onderscheiden geen typen die lager zijn dan de basisberoepsgerichte leerweg. In het Leerlingrapport mist u type 5 en 11. Deze brede brugklastypen worden niet gebruikt in de advisering.

Uit de tabel blijkt bijvoorbeeld dat we brugklastype 1 t/m 3 lager inschatten dan type 4; type 5 t/m 7 en type 11 hebben we in ons Toelatings- en doorstroomonderzoek als vergelijkbaar met type 4 beschouwd.

Tabel 3 Doorstroom na het eerste leerjaar voortgezet onderwijs

Toegelaten tot doorstroom doorstroom naar een lager naar eenzelfde of brugklastype vergelijkbaar brugklastype

1 basisberoepsgerichte leerweg 1, 2, 5, 11 2 basis- en kaderberoepsgerichte leerweg 1 t/m 3, 5, 11 3 kaderberoepsgerichte leerweg 1 2, 3, 5, 11 4 gemengde en/of theoretische leerweg 1 t/m 3 4 t/m 7, 11 5 overig vmbo 1 t/m 7, 11 6 geth leerweg en havo 1 t/m 3 4 t/m 9, 11 7 geth leerweg en havo/vwo 1 t/m 3 4 t/m 11 8 havo 1 t/m 5 6 t/m 9, 11 9 havo/vwo 1 t/m 5 6 t/m 1110 vwo 1 t/m 6, 8 7, 9 t/m 1111 overig vmbo/avo 1 t/m 11

Toelichting: geth leerweg = gemengde en/of theoretische leerweg

Bijlage 2

26

Spreiding Standaardscores per brugklastype

In deze bijlage geven we per brugklastype aan hoe de standaardscores van de leerlingen die in 2007 tot het eerste leerjaar voortgezet onderwijs van het betreffende brugklastype werden toegelaten, gespreid zijn. Per brugklastype wordt de gemiddelde standaardscore gegeven en de grenzen van drie standaardscoregebieden:5 t/m 24%, 25 t/m 75% en 76 t/m 95% van de scores.

Figuur 3 Het prestatieniveau in onderscheiden brugklastypen in 2007

Bijlage 3

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...

.

. .*

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*basisberoepsgerichte leerweg

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*gemengde/theoretische leerweg en havo


505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*gemengde/theoretische leerweg

gemengde/theoretische leerweg en havo/vwo

havo

havo/vwo

vwo

overig vmbo

505 510 515 520 525 530 535 540 545 550501. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

*

Toelichting* = de gemiddelde Standaardscore van het betreffende onderwijstype = het gebied waarin de middelste 50% (cumulatieve percentages 25 t/m 75) van de scores zich bevinden = het gebied waarin de cumulatieve percentages 5 t/m 24, resp. 76 t/m 95 zich bevinden

overig vmbo/avo

27

Bijlage 4 Plaatsing leerlingen in verschillende schooltypen

Uit tabel 4 kan worden afgelezen in welk schooltype leerlingen met een bepaalde standaardscore zijn geplaatst. De gegevens in de tabel zijn gebaseerd op het Toelatings- en doorstroomonderzoek Eindtoets Basisonderwijs 2007 tot en met 2010. De intervallen van de standaardscores in de tabel corresponderen met de intervallen die het uitgangspunt vormen voor de interpretatie van de standaardscore in het Leerlingrapport Eindtoets Basisonderwijs. Het bij het betreffende interval in het leerlingrapport geadviseerde schooltype is grijs gearceerd.

Voor de totale populatie van leerlingen van wie de gegevens middels het Toelatings- en doorstroomonderzoek 2007 tot en met 2010 zijn verkregen, geldt dat 81% van de leerlingen geplaatst is in het op het Leerlingrapport Eindtoets Basisonderwijs geadviseerde schooltype. Bij 13% van de leerlingen adviseert de Eindtoets 'hoger' en bij 6% 'lager' dan het schooltype waarin de leerlingen worden toegelaten.

Tabel 4 Percentage leerlingen zoals geplaatst in de verschillende schooltypen

Advies Lager Overeenkomstig Hoger 501-523 BB nvt 76 24 524-528 KB 6 48 46 529-536 GT 12 75 13 537-544 Havo 6 86 8 545-550 Vwo 2 98 nvt Voorbeeld: Op basis van standaardscore 536 komt keuze voor een school met een gemengde/theoretische leerweg het meest in aanmerking. 75% van de leerlingen die een standaardscore in het interval 529-536 heeft behaald is ook daadwerkelijk in dit schooltype geplaatst. 13% is geplaatst in een hoger schooltype (havo of vwo) en 12% in een lager schooltype (basis- of kaderberoepsgerichte leerweg).

In tabel 5 is opgenomen in welk brugklastype leerlingen met een bepaalde standaardscore zijn geplaatst.

Tabel 5 Percentage leerlingen zoals geplaatst in de verschillende brugklastypen

GT/ GT/ Havo/ Havo/ BB BB/KB KB GT Havo Vwo Havo Vwo Vwo 501-523 32 44 12 7 2 2 0 0 0 524-528 6 29 19 26 11 7 0 1 0 529-536 1 6 5 28 31 16 3 11 0 537-544 0 1 0 5 14 16 5 51 8 545-550 0 0 0 0 1 11 1 39 48

28

Van onderwijselementcode naar brugklastype

Hieronder is gespecificeerd op welke wijze de onderwijselementcodes zijn samengevoegd tot de brugklastypen die in de advisering bij de Eindtoets Basisonderwijs worden gebruikt. De onderwijselementcodes worden jaarlijks gespecificeerd in een regeling van het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap. De hieronder gebruikte elementcodes zijn gepubliceerd in de Regeling elementcodetabel schooljaar 2005-2006 (regelingnummer CFI/BVO-2007/70776) van 20 september 2007 die gepubliceerd is in de Staatscourant 2007, nr. 206, woensdag 24 oktober 2007, pagina 11.

Tabel 6 Van onderwijselementcode naar brugklastype

Bijlage 5

Registratiecode Korte omschrijving elementcode Brugklastype Cito0011 Ljvb op HAVO/VMBO Th/Gm Lw Gemengde/theoretische leerweg en havo0012 Ljvb op VMBO-Gm Lw Gemengde/theoretische leerweg0013 Ljvb op VMBO-Th/Gm Lw Gemengde/theoretische leerweg0015 Ljvb op VWO/HAVO Havo/vwo0016 Ljvb op VWO/HAVO/VMBO-Th/Gm Lw Gemengde/theoretische leerweg en havo/vwo 0017 Ljvb op VWO Vwo0022 Ljvb op HAVO/VMBO-Alle Lw Overig vmbo/avo0023 Ljvb op VMBO-Alle Lw Overig vmbo0024 Ljvb op VWO/HAVO/VMBO-Alle Lw Overig vmbo/avo0031 Ljvb op VMBO-Bbg Lw Basisberoepsgerichte leerweg 0032 Ljvb op VMBO-Kbg Lw Kaderberoepsgerichte leerweg0033 Ljvb op VMBO-Bbg/Kbg Lw Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg0041 Lj LWOO vb op Bbg Lw Basisberoepsgerichte leerweg0042 Lj LWOO vb op Gm Lw Gemengde/theoretische leerweg0043 Lj LWOO vb op Kbg Lw Kaderberoepsgerichte leerweg0044 Lj LWOO vb op Th/Gm Lw Gemengde/theoretische leerweg0045 Lj LWOO vb op Bbg/Kbg Lw Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg0046 Lj LWOO vb op alle Lw Overig vmbo0100 Atheneum Vwo0200 Gymnasium Vwo0300 Havo Havo0400 Mavo/Theor Lw-VMBO Gemengde/theoretische leerweg0600 Lyceum Vwo0700 Engelse stroom Overig vmbo/avo1393 LWOO KRBvrt Algemeen leerjaar Overig vmbo1397 LWOO Hvs Algemeen leerjaar Overig vmbo1908 VBO Hvs Algemeen leerjaar Overig vmbo1915 VBO KRBvrt Algemeen leerjaar Overig vmbo2210 LWOO MAVO/Theor Lw Gemengde/theoretische leerweg

cito eindtoets interpretatie leerlingrapport

Documents