civiliserende drempelovergangen van school

2
1 Civiliserende drempelovergangen van school Kinderen krijgen via de opvoeding gewoonten mee. Dat geldt niet alleen voor thuis maar ook voor school. Ik wil proberen aannemelijk te maken dat vroeg aangeleerde gewoonten zijn ontstaan vanuit de omgang met wisselende overgangen op school. Ik richt mij speciaal op gedragsaanpassingen die passen bij veranderingen van locaties en die door eindeloze herhalingen diep zijn ingesleten. Welke overgangen op school bedoel ik en om welke specifiek gedrag gaat het mij? Om mijn punt te verduidelijken eerst de schoolovergangen die ik niet op het oog heb. zoals de eerste schooldag , de introductieweek, de rapportuitreiking en vooral de laatste dag is mij bijgebleven. Toen ik met de hakken over de sloot overging, nog steeds kan ik ervan dromen. En de docent die woedend roept: 'De klas uit! Naar de rector'. Ook dan wordt een geritualiseerde handeling in gang gezet: eerst naar buiten en de lange corridor door, de centrale trap af, de gemeenschappelijke ruimte over, de aarzelende klop en dan: 'Binnen!'. Later buiten schooltijd kunnen we met veel plezier punt voor punt de scene van de klas uitgestuurd worden naspelen. Het zijn overgangsrituelen ( rites de passage) - sommige evident en andere minder duidelijk - maar hoe dramatisch en aangrijpend ook, deze overgangen zijn onalledaags en niet mijn onderwerp. Het kringgesprek in de klas of helpen bij rekenen of taal in de rustige werkhoek, beiden zijn voorbeelden van goede gewoonten op school. Andere gewoonten als carpoolen, het ochtendgebed, netjes je vinger opsteken en de tafeltjesavond met ouders zijn qua geritualiseerde omgangsvormen interessant maar weer niet mijn onderwerp. Kleine uiteenlopende passages Ik richt mij op veranderingen van locaties die door eindeloze herhalingen diep zijn ingesleten. Als geritualiseerd gedrag vallen ze daarom niet meer op. Mij gaat het om de passage van de ene sfeer naar de andere en de manier waarop je leert die wisselingen routineus te accommoderen. Ik focus op de alledaagse werkelijkheid van school waarbinnen kinderen terloops drempels passeren zoals die van de hoofdingang en de vele zijdeuren van het schoolgebouw of die van klaslokalen en de gymzaal. Het zijn locaties met een eigen energieveld. Nog voel ik mijn wisseling van masker bij Herr Dr. Vos. In de eerste klas van de middelbare school kwamen wij bij Duits in een totaal andere gemoedstoestand binnen dan het volgende uur bij de Engelse juf. En het bevrijdende gedrag na afloop van de les, eindelijk speelkwartier, het schoolplein op! De oefening in gedisciplineerde gedaantewisselingen leidt tot - en daar wil ik naartoe - een ordescheppende habitus. Anders gezegd: kleine wisselende overgangen op school werken als een sociaal-culturele zandbak waarin je het spel leert spelen voor later. Hoezo? Met tranen in haar ogen brengt moeder haar krijsende peuter voor het eerst tot aan de poort van de school. Zo'n heftige initiatie reken ik tot de expliciete rites de passage. Onder de impliciete passages valt de docent die haar kleuters iedere ochtend bij de ingang van haar lokaal individueel begroet. Dit gebaar van rituele begroeting per kleuter valt alleen nog op als

Upload: jannes-h-mulder

Post on 06-Apr-2016

215 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Stukje van mijn website, min of meer een eindversie.

TRANSCRIPT

Page 1: Civiliserende drempelovergangen van school

1

Civiliserende drempelovergangen van school

Kinderen krijgen via de opvoeding gewoonten mee. Dat geldt niet alleen voor thuis maar

ook voor school. Ik wil proberen aannemelijk te maken dat vroeg aangeleerde

gewoonten zijn ontstaan vanuit de omgang met wisselende overgangen op school. Ik

richt mij speciaal op gedragsaanpassingen die passen bij veranderingen van locaties en

die door eindeloze herhalingen diep zijn ingesleten. Welke overgangen op school bedoel

ik en om welke specifiek gedrag gaat het mij?

Om mijn punt te verduidelijken eerst de schoolovergangen die ik niet op het oog heb. zoals de

eerste schooldag, de introductieweek, de rapportuitreiking en vooral de laatste dag is mij

bijgebleven. Toen ik met de hakken over de sloot overging, nog steeds kan ik ervan dromen.

En de docent die woedend roept: 'De klas uit! Naar de rector'. Ook dan wordt een

geritualiseerde handeling in gang gezet: eerst naar buiten en de lange corridor door, de

centrale trap af, de gemeenschappelijke ruimte over, de aarzelende klop en dan: 'Binnen!'.

Later buiten schooltijd kunnen we met veel plezier punt voor punt de scene van de klas

uitgestuurd worden naspelen. Het zijn overgangsrituelen (rites de passage) - sommige evident

en andere minder duidelijk - maar hoe dramatisch en aangrijpend ook, deze overgangen zijn

onalledaags en niet mijn onderwerp.

Het kringgesprek in de klas of helpen bij rekenen of taal in de rustige werkhoek, beiden zijn

voorbeelden van goede gewoonten op school. Andere gewoonten als carpoolen, het

ochtendgebed, netjes je vinger opsteken en de tafeltjesavond met ouders zijn qua

geritualiseerde omgangsvormen interessant maar weer niet mijn onderwerp.

Kleine uiteenlopende passages

Ik richt mij op veranderingen van locaties die door eindeloze herhalingen diep zijn ingesleten.

Als geritualiseerd gedrag vallen ze daarom niet meer op. Mij gaat het om de passage van de

ene sfeer naar de andere en de manier waarop je leert die wisselingen routineus te

accommoderen. Ik focus op de alledaagse werkelijkheid van school waarbinnen kinderen

terloops drempels passeren zoals die van de hoofdingang en de vele zijdeuren van het

schoolgebouw of die van klaslokalen en de gymzaal. Het zijn locaties met een eigen

energieveld. Nog voel ik mijn wisseling van masker bij Herr Dr. Vos. In de eerste klas van de

middelbare school kwamen wij bij Duits in een totaal andere gemoedstoestand binnen dan het

volgende uur bij de Engelse juf. En het bevrijdende gedrag na afloop van de les, eindelijk

speelkwartier, het schoolplein op! De oefening in gedisciplineerde gedaantewisselingen leidt

tot - en daar wil ik naartoe - een ordescheppende habitus. Anders gezegd: kleine wisselende

overgangen op school werken als een sociaal-culturele zandbak waarin je het spel leert spelen

voor later. Hoezo?

Met tranen in haar ogen brengt moeder haar krijsende peuter voor het eerst tot aan de poort

van de school. Zo'n heftige initiatie reken ik tot de expliciete rites de passage. Onder de

impliciete passages valt de docent die haar kleuters iedere ochtend bij de ingang van haar

lokaal individueel begroet. Dit gebaar van rituele begroeting per kleuter valt alleen nog op als

Page 2: Civiliserende drempelovergangen van school

2

het een keer niet gebeurt. Dan, halverwege de ochtend klinkt de verlossende schoolbel en

even later stormt de uitgelaten meute ravottend het plein op. Na het speelkwartier moeten

dezelfde kinderen gedisciplineerd, soms hand in hand in rotten van twee weer naar binnen.

Kom je als tiener te laat dan meldt je dit eerst regulier bij de conciërge. En na het laatste uur

wisselt het tableau weer en fiets je met je vrienden relaxed naar huis. Op het eerste gezicht

hebben deze geritualiseerde praktijken, het gedisciplineerd je melden bij de 'autoriteiten' en

het samen fietsen in ongebondenheid weinig gemeen. Beide getuigen echter van de

ettelijke passages waarmee je je accommoderen hebt eigen maakt.

Dubbele initiatie

Docenten zeggen: onderwijzen is inleiden of inwijden in bijvoorbeeld geschiedenis

en educatie is initiatie: de leerling wordt insider van het vak geschiedenis. De voor onderwijs

en educatie positieve metaforen zijn dan pupillen die qua karaktervorming groeien en

docenten die samen met andere leerlingen en met ouders daartoe bouwstenen aanreiken.

Tegenover deze Bildungstaan negatieve metaforen voor leerkrachten die peuters kneden en als

klei boetseren. Onderwijzers die lege koffers in de hersenstructuur vullen of scholieren als

struikgewas knippen, snoeien of inkorten. Ik denk dat onderwijs op school een dubbele

initiatie betreft: inleiden / inwijden binnen een paar vakken waaronder inderdaad bijvoorbeeld

geschiedenis maar ook civiliseren / vormen / Bildung binnen alle mogelijke ruimten van het

ontluikende leven. Juist bij alle mogelijke overgangen naar nieuwe sferen worden repertoires

herkend waarbij de habitus zich via na-apen spelenderwijs vormt.

Identiteiten - zowel individueel als op groepsniveau - zetten zich vast in routines. Om je te

ontplooien moet je eerder in het leven geleerd hebben in nieuwe situaties het spel mee te

spelen. Later behoor je tot het kantoor, de fabriek, de club of de kerk. En opeens is er een

nieuwe situatie. Behalve fysieke kunnen dan vooral niet-fysieke, meer symbolische drempels

worden gepasseerd waarbij het erop aankomt. Want binnen iedere nieuwe entreezone wordt

beschaafd gedrag verwacht. Schreeuwen doe je maar elders (op het schoolplein). We blijven

(in het lokaal) gedisciplineerd bijeen en (als het klassikale kringgesprek van vroeger)

overleggen we over de nieuwe situatie. De kraamkamer van deze levenskunst is bij uitstek het

schoolgebouw met zijn vele civiliserende drempelovergangen.