HANDLEIDING VOOR HET CSPE

Je moet een folder kunnen maken

Je kunt heel gemakkelijk een folder maken met behulp van Word of Publisher. In Word zit een handigheidje: Nadat je Word hebt opgestart kies je voor bestand – nieuw (of je klikt op het logo linksboven en kiest daarna voor nieuw). In de lijst van sjablonen kies je vervolgens voor de brochure (dus niet de folder). Als deze niet in de lijst staat, kun je er on-line naar zoeken. Kies het basismotief. Het gaat hier om een A4tje dat in drieën is gevouwen en waarin je tekst en plaatjes kunt zetten. Vervang de voorbeeldtekst voor je eigen tekst en versier het met afbeeldingen. Zorg voor een duidelijk lettertype en een mooie vormgeving. Denk ook aan de spelling, dat hoort ook bij de afwerking van je folder.

Je moet een aankondiging kunnen maken

Waar moet je allemaal rekening mee houden bij het maken van een Beveiligingsplan

- Veiligheid (van alles en iedereen)- Beveiliging - EHBO- Route (zie periode 9 Route intekenen)- Hekken, wegafzettingen, afzetlinten- Incidenten, dus wat kan er eventueel allemaal gebeuren- Contact politie- Vluchtroute voor als dit nodig is als er wat gebeurd- Enzovoort

Andere onderdelen die je moet kennen van deze periode zijn het maken van:- Een minidraaiboek- Een kostenberekening in Excel - Werken met grafieken in Excel

Zie onderstaande cursus

Cursus Excel - Een simpele administratie

Cursus Excel - Een simpele administratieDeze cursus Excel geeft een korte introductie in Microsoft Excel. Excel is het spreadsheet-programma van Microsoft dat inbegrepen zit bij Microsoft Office. Een spreadsheet is een 'blad' met cellen die gegevens kunnen bevatten zoals tekst en getallen. Een spreadsheet of in het Nederlands 'rekenblad' wordt vaak gebruikt voor administratieve doeleinden en dan in het bijzonder voor de financiële administratie. Door het gebruik van rekenfuncties kunnen bijvoorbeeld kwartaalcijfers, loonkosten en andere financiële cijfers gegenereerd worden op basis van de gegevens die in het spreadsheet opgenomen zijn. In dezecursus Excelmaak je een klein onderdeel de financiële administratie, namelijk een kostenoverzicht.

De voorbeelden in deze Excel cursus komen uit de Engelse taalversie van Excel 2002, maar zijn niet moeilijk te vertalen naar andere Excel versies. Het voorbeeldbestand cursus_excel1.xls bevat het rekenblad dat we in deze cursus maken. Het voorbeeldbestand is gemaakt met een Engelse Excel, maar een Nederlandse Excel zal de gebruikte formules automatisch naar het Nederlands vertalen.

Het rekenblad

Met Excel organiseer je getallen en tekst in een rekenblad (spreadsheet). Elke cel in het rekenblad wordt geïdentificeerd door het rijnummer en de kolomletter. Als je Excel 2002 opent is standaard de cel A1

geselecteerd. Er is een aantal manier om met de muis cellen te selecteren. Het is voor deze Excel cursus handig als je meerdere cellen tegelijk kunt selecteren door te slepen.

Je kunt met de muis individuele cellen selecteren door ze (een keer) aan te klikken Door de linker muisknop ingedrukt te houden en te slepen kun je meerdere aangrenzende cellen

tegelijk selecteren. Door de CTRL toets ingedrukt te houden kun je met de muis meerdere individuele niet-aangrenzende

cellen selecteren. Door op een rijnummer te drukken selecteer je de hele rij en door op een kolomletter te drukken

selecteer je een hele kolom.

Gegevens invoeren

Als je een cel selecteert kun je in die cel gegevens typen. Cellen kunnen tekst of getallen bevatten. In feite kun je dus alles typen in een cel wat je wil. Voor het kostenoverzicht dat we gaan maken willen we producten opnemen en hun kosten per maand.

In het werkblad hieronder zie je de administratie van de kosten die een bakker heeft gemaakt in het eerste kwartaal voor een aantal producten. Alle tekst is ingetypt, evenals de getallen in het lichtblauwe gedeelte. De getallen in het grijze gedeelte en in de blauwomrande cel rechtsonder zijn berekend door Excel. Daarover later in de cursus meer.

Open een nieuwe bestand in Excel Type de A kolom over in je rekenblad (A2 t/m A8). Je kunt het woord 'Maandtotaal' vet maken door cel

A8 te selecteren en de toetscombinatie CTRL + b in te drukken. Type rij 1 over in je rekenblad (B1 t/m E1) Neem de getallen in de lichtblauwe kolommen over, ofwel de maandkosten per product.

NB: Wanneer je getallen intypt dan zal Excel zoveel decimalen weergeven als nodig is. 375 wordt dus zonder decimalen weergegeven en 3.20 wordt als 3.2 weergegeven.

Selecteer de velden B2 t/m D7 door te slepen. Dit zijn alle maandkosten. Ga naar het menu Opmaak > Celeigenschappen. (zie afbeelding hieronder) In het celeigenschappenmenu kies je 'getal' (engels: 'number') in de lijst aan de linkerkant. Rechts kun

je het aantal decimalen opgeven. Ik heb voor 2 gekozen. Als je op OK drukt zullen alle cellen uit in de eerder gemaakte selectie de aangegeven opmaak krijgen.

Je kunt de selectie ook een achtergrondkleur geven zoals in het voorbeeld. Ga daarvoor naar het tabblad 'patronen' (engels: 'patterns') in het celeigenschappenmenu.

Excel formules

De maand- en kwartaaltotalen in het overzicht zijn niet handmatig ingevuld. Ze worden door Excel berekend aan de hand van de waardes in het lichtblauwe gedeelte, de kosten per product. Zo is het maandtotaal in cel B9 de som van cel B2 t/m cel B7. In Excel geef je deze optelling aan als =SOM(B2:B7). Je kunt deze eenvoudige formule invoeren in de formulebalk boven het werkblad. Nb: In de voorbeelden voor deze cursus Excel worden de formules in de formulebalk getypt. Je kunt ze echter ook direct in de cel typen. Excel zal herkennen dat het om een formule gaat door het = teken.

Selecteer cel B8 met de muis en type =SOM(B2:B7) in de formulebalk. Als je op enter drukt zal het totaal van cel B2 t/m B7 in cel B8 verschijnen.

Belangrijk:In deze cursus Excel komen de voorbeelden uit een engelstalige versie van Microsoft Office. De functiebenamingen in Excel zijn daarom ook in het Engels en er staat in de afbeelding hierboven dus SUM in plaats van SOM. Houd er rekening mee welke taalversie van Microsoft je hebt. Voor de Nederlandse versie schrijf je =SOM(B2:B7), voor de Engelse versie =SUM(B2:B7). Verderop in deze cursus Excel vind je een tabel met de meest voorkomende Excel formules in het Engels en het Nederlands.

Heb je de formule ingevoerd in de formulebalk, dan verschijnt in cel B8 het maandtotaal voor de kosten in Januari. De volgende stap is om de maanden Februari en Maart van maandtotalen te voorzien.

Je zou nu voor veld C2 en D2 een zelfde formule kunnen intypen in de formulebalk, waarbij je de kolomletter steeds verandert. Je kunt dit echter sneller door Excel laten doen door de formule te kopieëren. Excel past dan zelf de formule aan aan de huidige kolom.

1. Selecteer veld B8 met de muis 2. Druk de toetscombinatie CTRL + C in (of kies Bewerken > Kopieëren) 3. Selecteer met de muis cel C8 en D8 (bijvoorbeeld door te slepen) 4. Druk de toetscombinatie CTRL+V in (of kies Bewerken > Plakken)

Je ziet dat Excel niet letterlijk het getal 755.55 uit cel B8 kopiëert naar de andere cellen. Deformuleachter de cel wordt gekopiëerd en toegesneden op de andere cellen. Excel 'voelt' zelf aan dat je de waarden vertikaal wil optellen en past daarop zelf de formule aan aan de nieuwe kolomletter. Cel C8 krijgt dus door Excel automatisch de formule =SOM(C2:C7) toegewezen, waardoor het juiste totaal voor die kolom verschijnt.

Herhaal deze operatie, maar dan voor de rijen: Bloem, Zout, Gist, etc. Het totaalbedrag dat is uitgegeven aan bloem in het eerste kwartaal verschijnt in cel E2 als je voor die cel de formule =SOM(B2:D2) invult.

Het totaal aan kosten voor het eerste kwartaal staat rechtsonder in het kostenoverzicht in de blauw omrande cel E8. Er zijn twee manieren om de inhoud van cel E8 te berekenen. Je kunt E2 t/m E7 bij elkaar optellen, of B7 t/m D7.

Vul nu de formule in voor cel E8, het kostentotaal voor het eerste kwartaal. Dit kan op twee manieren. Je kunt de totalen per product optellen =SOM(E2:E7) of je kunt de totalen per maand optellen =SOM(B8:D8). De keuze is aan jou.

Celopmaak

Je hebt nu een mini-rekenmodel gemaakt in Excel. Om de zaak wat aantrekkelijk te maken voegen we kleuren toe aan de cellen, om het overzicht wat duidelijker te maken.

Selecteer de cellen die je van een kleur wil voorzien (bijvoorbeeld de maandtotalen). Klik op het emmertje op de werkbalk (rechts)bovenaan het scherm. Je kunt een kleur kiezen uit het

palet dat verschijnt. (zie onder) <table width='100' border='0' cellpadding='0' cellspacing='4'

bordercolor='#FFFFFF' bgcolor='#333333'> <tr> <td width='20%'> </td> <td

width='80%'> </td> </tr> </table>

Met het 'vulemmertje' geef je cellen een achtergrondkleur, met de "A" kunnen je de tekst in de cellen een kleur geven. Met het "ruitje" aan de linkerkant van het emmertje open je een menu waarmee je de randen van cellen of groepen cellen kunt opmaken.

Uitbreiden

Een kostenoverzicht maken doe je als bakker niet alleen in het eerste kwartaal. Je kunt het overzicht simpel uitbreiden door een nieuwe kolom in te voegen. De volgende stap in deze cursus Excel is het uitbreiden van het model met de maand april.

Klik met de rechtermuisknop op het de kop van de kolom E. In het menu dat verschijnt kies je 'invoegen' (insert).

Er verschijnt nu een lege kolom tussen D en E. Die nieuwe kolom heet E en de oude kolom E wordt automatisch kolom F. Als je een getal invoert, bijvoorbeeld 100.99 gaat Excel er van uit dat de nieuwe waarde 100.99 ook bij het totaal in kolom F opgeteld moet worden. De formule is dus automatisch uitgebreid met de April-kolom.

Type "April" in het veld E1 als je dat nog niet had gedaan. Maak de formule aan voor het totaal-veld E8 :

1. Selecteer met de muis veld D8 2. Druk de toetscombinatie CTRL + C in (of kies Bewerken > Kopieëren) 3. Selecteer met de muis veld E8 4. Druk de toetscombinatie CTRL + V in (of kies Bewerken > Plakken)

Alleen het totaalveld F8 moet nog aangepast worden om de nieuwe gegevens mee te nemen.

Selecteer met de muis veld F8 Verander de formule =SOM(B8:D8) in =SOM(B8:E8). Zo wordt ook de nieuw toegevoegde maand

opgenomen in het totaal. Vul tot slot waarden in in de April kolom.

Veel voorkomende Excel formules

In deze Excel cursus maak je tot nu toe alleen gebruik van de SOM formule. Je kunt echter veel meer formules en logische constructies gebruiken in de formulebalk. In de tabel hieronder vind je een aantal vaak gebruikte Excel formules. Je kunt de Nederlandse versies van de formules gebruiken om het bestand bij deze cursus in de Nederlandse Excel te laten werken.

(nederlands / engels)

Excel formule Werking

ALS / IF Met als kun je een voorwaarde stellen waaronder een veld een bepaalde inhoud moet krijgen. Voorbeeld: =ALS(B8 > 100, "Je hebt

teveel uitgegeven!", "Je bent binnen budget gebleven") Als cel B8 een getal groter dan 100 bevat, dan wordt er "Je hebt teveel uitgegegev" weergegegeven in de cel waarvoor deze formule geldt en anders "Je

bent binnen budget gebleven".

AVERAGE / GEMIDDELDE Berekent het gemiddelde van de getalwaardes in een verzameling velden. Voorbeeld: =GEMIDDELDE(B8:E8) . Dit geeft in het voorbeeld

van deze cursus de gemiddelde kosten per maand.

EN / AND Met EN kun je een dubbele voorwaarde stellen aan een veld. En en IF zijn overigens te combineren. =ALS(AND(B8>100,C8>100), "beide groter dan 100", "niet beide groter dan 100"). De bovenste formule

zegt: als cel B8 en cel C8 allebei een getal hoger dan 100 bevatten, geef dan de tekst "beide groter dan 100 weer" en zo niet, dan "niet beide groter dan 100". Je kunt bovenstaande Excel formule in het

Excel-voorbeeld van deze cursus uitproberen.

OF / OR Met OF kun je nagaan of minimaal 1 van de gestelde voorwaarden waar is. Bijvoorbeeld: =ALS(OF(B8>100,C8>100), "min. 1 cel groter

dan 100", "geen enkele cel groter dan 100"). Als minimaal 1 van beide voorwaarden klopt, dan wordt "beide groter dan 100" weergegeven, anders "niet beide groter dan 100". Probeer ook deze formule in het

Excel voorbeeld bij deze cursus.

AANTAL / COUNT Telt het aantal cellen in de selectie dat een getal bevat =AANTAL(B:B8) geeft bijvoorbeeld 7.

Er zijn tal van formules Excel formules. De Engelse varianten voor Excel 2003 vind je hier.

Grafieken maken

Tot slot van deze cursus Excel maken we een grafiek van enkele van de gegevens uit onze mini-administratie. Je kunt in Excel een keur aan verschillende grafieken maken. Voor deze cursus houden we het eenvouding.

Selecteer veld A1 t/m E7 door te slepen met de muis met de linkermuisknop ingedrukt.

Klik het ikoontje voor de 'grafieken wizard' bovenaan in de werkbalk Het grafiekenmenu verschijnt nu. Kies in de linkerlijst als type (chart type) 'lijn' of 'lijngrafiek' en aan de

rechterkant het subtype 'lijn' (de grafieksoort in de linkerbovenhoek). Klik op volgende. Je ziet nu een voorbeeld van de grafiek en de mogelijkheid om aan te geven welke

data er in de grafiek moet komen. Omdat je al cellen geselecteerd hebt voordat je aan de grafiek-wizard begon is de data al ingevuld. Kies onderaan 'rijen', zodat de maanden op de x-as van de grafiek komen en klik op voltooien (finish).

Tot zover deze cursus Excel voor beginners. Met Excel is natuurlijk veel meer mogelijk dan alleen het bouwen van een kostenstaat. In het MKB wordt vaak de complete administratie van in Excel bijgehouden. Je kunt met Excel zelfs je eigen applicatie maken met behulp van de programmeertaal VBA.

AAN DE SLAG MET POWERPOINT

Als allereerste moet je natuurlijk het programma Powerpoint opstarten. Het programma kan je vinden bij de andere Office-programma’s.

Je kan een Powerpointpresentatie gebruiken ter ondersteuning van een (mondelinge) presentatie. Je kan namelijk plaatjes gebruiken om je verhaald duidelijker te maken en eventueel je tekst ook op te schrijven (spiekbriefje voor jezelf!)

Als je het programma hebt opgestart, zie je krijgt het volgende scherm voor je:

Waarschijnlijk herken je de bovenste twee balken (met ‘bestand’ en de knoppen), want die zitten ook in Word en Excel.

Aan de linkerkant van het scherm zie het overzicht van de presentatie: de verschillende dia’s staan onder elkaar afgebeeld.

In het midden van het scherm zie je de dia die nu actief is. De dia is nu nog leeg, maar er staat nu aangegeven dat je een titel en/of een ondertitel in kunt vullen.

→ Vul voor de titel in: ‘Workshop powerpoint 1’

→ Vul voor de ondertitel in: ‘Aan de slag met powerpoint’.

Kijk nog eens goed naar het dia-overzicht. Zie je dat er een kleinere versie van de dia staat?

We gaan nu een nieuwe dia toevoegen. Klik daarvoor op het plaatje .

→ Voeg een nieuwe dia toe.

Je zult zien dat er een nieuwe dia te voorschijn komt in het midden en dat het menu ‘Dia-indeling’ aan de rechterkant van het scherm komt te staan.

Als je goed kijkt naar de dia, zie je nu dat de indeling van de tweede dia anders is dan de tweede dia. In de eerste dia was er een titel en een ondertitel, in de tweede dia kun je een titel maken en gewoon tekst invoegen (en een opsomming maken).

Deze indeling van de dia kan je ook veranderen, door op de andere indeling te klikken rechts op het scherm.

→ Verander de dia-indeling naar ‘Titel en twee tekstkolommen’.

Alle dia’s die je hierna nog gaat invoegen, zullen weer de (standaard) indeling ‘Titel en tekst’ hebben.

→ Vul als titel in ‘Oefenen met powerpoint’

→ Zet in de linker kolom: ‘Eerst gaan we oefenen met verschillende handelingen binnen powerpoint’.

→ Zet in de rechterkolom: ‘Daarna gaan we zelf een eigen powerpoint presentatie maken’.

We hebben dus nu twee dia’s met tekst er op, maar het ziet er nog een beetje saai uit!

Je kan een dia een andere achtergrond geven. Dat doe je door te rechts te klikken op de dia (buiten een tekstvak!) en te kiezen voor ‘Achtergrond’. Als je daarna klikt op het pijltje naar beneden, zie je een aantal kleuren (en je kunt natuurlijk meer kleuren kiezen door te klikken op ‘meer kleuren’).

Als je de kleur geselecteerd hebt, kan je kiezen voor ‘toepassen’ (deze dia krijgt dan alleen deze kleur) of ‘overal toepassen’ (alle dia’s krijgen deze kleur).

→ Geef alle twee de dia’s een groene achtergrond.

Doordat de dia’s een andere kleur hebben gekregen, valt de tekst niet zo goed meer op. De tekstkleur kan je aanpassen zoals in Word of Excel.

→ Maak alle tekst geel.

→ Sla je bestand alvast een keer op. Geeft het bestand de volgende naam:

Workshop powerpoint 1 [je eigen naam].xls

→ Maak alle letters twee maten groter (dus 32 pnt wordt 34 pnt).

→ Zet alle tekst in een ander lettertype: Comic Sans MS

→ Voeg een nieuwe dia toe.

In Powerpoint kan je ook gebruik maken van plaatjes. We gaan nu een plaatje invoegen.

→ Verander de dia-indeling naar ‘Object’.

→ Klik op ‘illustratie invoegen’ (rechtsboven).

→ Selecteer dit plaatje:

En maak het groter

Je kan natuurlijk ook een eigen afbeelding in de

powerpoint zetten. Zoek een leuk plaatje op van een huisdier (bijvoorbeeld via google).

→ Voeg het plaatje in op een nieuwe dia. Gebruik nu de dia-indeling ‘Titel en object’. Geef als titel ‘Huisdier’. Denk je ook aan het lettertype en de kleur?

Naast plaatjes is de tekst in een powerpoint ook erg belangrijk. Meestal maak je gebruik van steekwoorden. Deze zet je dan in een rijtje.

→ Voeg een nieuwe dia toe. Maak een rijtje met daarin je hobby’s of dingen die je doet na schooltijd. Als het goed is maakt Powerpoint er vanzelf een opsomming van.

Binnen Powerpoint kan je natuurlijk nog veel meer elementen (onderdelen) invoeren. Denk maar aan tabellen, grafieken, verschillende vormen, filmpjes, geluidsstukjes en extra tekstvlakken. Deze kan je allemaal vinden in het afrolmenu ‘invoegen’.

We oefenen er nu nog één:

→ Voeg een nieuwe dia toe en verander de indeling naar ‘leeg’. Via het menu ‘invoegen’ kies je ‘WordArt’ (in afbeeldingen!). Kies zelf een type dat ook past bij de groene achtergrond.

→ Sla het bestand weer op.

Als het goed is heb je nu een powerpoint met zes dia’s. Maar hij is nog niet af! We gaan nu de animatie-effecten er in zetten.

→ Ga terug naar dia 1 en klik rechts op de dia (buiten een tekstvak!). Kies voor ‘Diaovergang’. Nu wordt het menu Diaovergang geopend aan de rechterkant.

→ Probeer een aantal overgangen uit en kies degene die je het leukst vind (niet ‘geen overgang’!), bijvoorbeeld ‘willekeurige balken verticaal’.

Je kan daaronder de diaovergang nog verder instellen. Je kan de snelheid aanpassen (langzaam, gemiddeld, snel) en eventueel een geluidje toevoegen (je mag met de geluidjes experimenteren, maar alleen als je zelf oordopjes mee hebt!). Je kunt daarnaast instellen wanneer de dia overgaat naar de volgende (na dat je op de muis hebt geklikt (of spatie/pijltjes/enter) of na een bepaalde tijd.

→ Geef aan dat de diaovergang met een muisklik moet gaan (standaard ingeschakeld). Pas deze instelling toe op alle dia’s!

→ Stel bij de dia’s met plaatjes (nr. 3 en 4) in dat de overgang alleen automatisch na 10 seconden gaat.

→ Druk nu op F5 (de knop) om je presentatie te aanschouwen (bekijken) of klik in het diavoorstellingmenu op ‘Voorstelling weergeven’.

De presentatie ziet er al redelijk uit, maar het is natuurlijk nog leuker om ook de teksten en plaatjes een overgang/animatie mee te geven.

Ga hiervoor weer terug naar dia 1.

→ Klik in het menu diavoorstelling op ‘aangepaste animatie’. Rechts opent het nieuwe menu.

→ Klik in de titel. Klik vervolgens in het nieuwe menu op → Ingang → meer effecten → Uitbreiden (onder subtiel).

→ Klik in de ondertitel. Klik weer op effect toevoegen → Ingang → meer effecten → Vervagen (onder subtiel).

Als je nu de presentatie gaat bekijken (F5), start je met een lege dia. Als je één keer klikt, verschijnt de titel. Als je nog een keer klikt, verschijnt de ondertitel. Nog een keer klikken, en je gaat door naar de volgende dia. Door op ESC (escape) te drukken, ga je weer terug naar het programma.

Als je de dia goed bekijkt, zie je een 1 bij de titel staan, en een 2 bij de ondertitel. Deze cijfers geven aan in welke volgorde de animaties worden afgespeeld. Houdt dit dus goed in de gaten bij het invoeren van de animaties!

→ Ga naar de tweede dia. Voer voor de titel, en de twee tekstvlakken dezelfde animatie in (naar eigen keuze). Houdt de volgorde wel titel → tekstvlak links → tekstvlak rechts.

→ Ga weer in het linker tekstvlak staan. Klik op effect invoegen →

afsluiten → blindering. Hierdoor verdwijnt de tekst weer van de

presentatie. Verander de volgorde van de animaties:

Klik op de vierde animatie en klik dan (onderaan) op het pijltje naar

boven (volgorde wijzigen).

→ Bekijk het resultaat (F5).

Je kunt dus tekst (of afbeeldingen) laten verschijnen in de dia, maar ook

benadrukken en weer laten verdwijnen.

→ Geef alle plaatjes en tekst in de presentatie een animatie.

Let wel op: Te veel (verschillende) animaties zorgen ervoor dat je publiek te veel afgeleid wordt en niet meer luistert naar je presentatie!

Probeer ook eens de animatie automatisch te laten verlopen (‘na vorige’).

TIPS

Je hebt nu de belangrijkste handelingen binnen Powerpoint geoefend. Nu nog een aantal tips voor het maken van een (powerpoint)presentatie:

1. Succesvolle presentatie begint met een goede voorbereiding. Een groot deel daarvan heb je zelf in handen. Voordat je jouw presentatie inhoudelijk opzet, doe je er goed aan na te denken over drie vragen:

Wie zijn je toehoorders? (doelgroep)

Welk effect wil je bereiken met je presentatie? (doelstelling)

Hoe kun je de inhoud het beste overbrengen aan je doelgroep? (boodschap)

2. KISS: Keep It Simple Stupid! Het is een ezelsbruggetje dat je voor elke presentatie kunt gebruiken. Breng je boodschap zo eenvoudig mogelijk over: beperk je tot de kern en gebruik gewone (netjes) mensentaal.

3. Kop-Romp-Staart. Elk verhaal heeft een kop een staart. De romp verdeelt deze twee onderdelen:

Kop: Het begin, hier geef je de inleiding op het onderwerp en een overzicht van wat je gaat vertellen. Hier ligt de kans voor een verassende opening.

Romp: Hier vertel je de echte boodschap, de kern van het verhaal. Je vertelt de daadwerkelijke inhoud van je presentatie, of de argumenten of onderbouwing voor standpunt(en) in de presentatie.

Staart: Hier vat je het verhaal nog een keer samen. Je komt tot een conclusie en noemt eventuele oplossingen of adviezen.

4. VVV:

Vertel wat je gaat vertellen

Vertel het

Vertel wat je verteld hebt

De kracht van een presentatie ligt meestal niet in moeilijke woorden en begrippen. Het publiek (de toehoorders) hebben behoefte aan herhaling en bevestiging. Deze ‘formule’ speelt daar op in.

5. Gebruik beelden. Eén keer zien is beter dan 1.000 keer horen. Laat dus beelden zien die bij je verhaal passen/die je verhaal ondersteunen/toelichten. Houd ondertussen wel contact met het publiek.

6. Maak contact: Het gaat niet alleen om wat je zegt, maar ook hoe je het zegt. Regel één is contact maken met je publiek: stel vragen, houdt oogcontact, loop even rond en laat mensen antwoorden op vragen die jij stelt. Betrek je publiek dus actief bij je verhaal. Laat niet alleen je mond, maar ook je lichaam spreken, gebruik ook ‘handen en voeten’ om de presentatie op te fleuren en onderstreep de boodschap met lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen.

7. Begin goed: Een goed begin is het halve werk. Wie in de eerste minuten van de presentatie de aandacht weet te trekken, heeft een grote kans dat het publiek aandachtig blijft luisteren.

8. Eindig goed: vertrek je met iets aardigs, dan blijf je in de gedachten van je publiek. Het belang van een goede ‘hekkensluiter’ is enorm: wat je het laatst zegt, ligt vers in het geheugen!

OPDRACHT

Maak een powerpointpresentatie over je favoriete hobby. De presentatie moet minimaal 5 dia’s bevatten en er mogen er maar 2 zijn met enkel plaatjes.

Opdracht: Vaardigheden in Word

Opdracht 1:

A:Typ deze tekst over: Ik ben nu aan het oefenen in Word zodat ik met schoolopdrachten goed op de computer kan werken.

B: Maak in de getypte tekst bij opdracht A de woorden “Word” en “schoolopdrachten” dik gedrukt. HOE:

Tekst selecteren en klikken op de “B” (voorbeeld bij de rode pijl) in je werkbalk bovenaan je scherm in Word

Sneltoets: Tekst selecteren met de muis -> Crtl+ b (tekst kun je ook selecteren zonder muis. Hou de SHIFT toets ingedrukt en beweeg met de pijltjestoetsen de cursor over de letters die je wilt selecteren)

C: Maak in de getypte tekst de woorden “ Ik” en “goed” cursief.

HOE:

Tekst selecteren en klikken op de “i” (voorbeeld bij de rode pijl) in je werkbalk bovenaan je scherm in Word

Sneltoets: Tekst selecteren met de muis -> Crtl + i

D: Maak in de getypte tekst de het woord “computer” onderstreept.

HOE:

Tekst selecteren en klikken op de “U” (voorbeeld bij de rode pijl) in je werkbalk bovenaan je scherm in Word

Sneltoets: Tekst selecteren CRTL + u

Opdracht 2:

A: Maak dit na:

Dit zijn opsommingstekens:

Dit is er één (een “e” met een streepje krijg je met RECHTER ALT +e ) Na een druk op de ENTER krijg je een nieuwe

o Als je een versprongen ander bolletje wilt druk je op de TAB toets om verder in de regel te beginnenMet SHIFT+ ENTER kun je een volgende regel typen ZONDER een balletje

o Als je dan weer op ENTER druk ga je met een nieuw balletje verder. Als je TWEE KEER achterelkaar op de ENTER drukt kan je weer verder bij de eerste

opsommingstekens.

Na weer twee keer ENTER kun je weer zonder opsommingstekens verder.

1. Dit kan natuurlijk ook met nummer2. Na een ENTER kom je bij twee

a. Na een ENTER en een TAB wordt het een “a”b. Enzovoorts

B: Maak dit na:

Met de TAB knop kun je tekst in laten springen.

Zo kun je dus een zin

Steeds iets verder op de volgende regel gebruiken

Dit is soms handig voor het overzicht/de Lay-out van de tekst

Opdracht 3:

A: In je bestand ga je nu op een NIEUW BLAD verder typen, zonder dat het blad waar je nu op typt vol getypt is.

HOE: Houdt CRTL ingedrukt en druk op ENTER

Zo hoef je dus niet met heel veel spaties of TABs de cursor (dat knipperende dingetje) op te schuiven. Word weet nu ook meteen dat, als je erboven nog iets meer typt, hij die nieuwe pagina altijd in de gaten moet houden. Word schuift dat dus niet verder op.

B: Maak dit na:

Dit alleen deze eerste regel en kopieer deze regel 4 keer

Dit alleen deze eerste regel en kopieer deze regel 4 keer

Dit alleen deze eerste regel en kopieer deze regel 4 keer

Dit alleen deze eerste regel en kopieer deze regel 4 keer

HOE: Selecteer de tekst en klik met de muis op “kopiëren” (voorbeeld bij de rode pijl) bovenaan je scherm in je werkbalk in Word.Ga daarna met je cursor staan waar je de tekst wilt kopiëren en klik op “plakken”

Sneltoets: Tekst selecteren -> CTRL + C cursor op de plek waar je de tekst wilt -> CRTL + V

Opdracht 4:

Maak dit na:

Een links uitgelijnd stuk tekst

Een rechts uitgelijnd stuk tekst

Een gecentreerd stuk tekst

HOE: Selecteer voor je tekst typt één van de knoppen (voorbeeld rode pijl) of selecteer de tekst achteraf en druk op één van de knoppen.

Draaiboek:

Een Draaiboek voor een sportdag of evenement is een document waarin alle taken van de verschillende medewerkers staan in een tijdsprogramma.

Voorbeeld van een draaiboek voor een sportdag:

Taken Uitgevoerddoor:

Maandvan te voren

Week vante voren

Op dedag zelf

Na dedag.

Vergunningvragen

X

Sportveldregelen

X

Scholenaanschrijven

X

Programmamaken

X

Hulpoudersregelen

X

Spelschemamaken

X

Scoreformuliermaken

X

Materiaallijstmaken

X

Diplomaontwerpen

X

Diplomauitreiken

X

Spelletjesopzetten

X

Eten endrinken halen.

X

Muziekregelen

X

EHBO XLooproutevoor kinderen

X

Minidraaiboek:

• dit is een document waarin allen taken van verschillende medewerkers in tijd vermeld staan van de dag van het evenement zelf.

Voorbeeld van een minidraaiboek voor een sportdag ochtend:

Tijd Wie Wat Waar8.00 uur Jaap Spelmateriaal

brengenSportveld

8.00 uur Piet Eten , drinkenen muziek brengen

Sportveld

8.15 uur Henk, Truus,Paula, Anna.

Opzetten spelen,Henk spel 1t/m 3Truus spel 4 t/m6.Paula spel 7 t/m9Anna spel 10 t/m12.

Sportveld

8.15 uur Joop EHBO klaarzetten

Sportveld bijkantine

8.30 uur Juffen Kinderenbrengen.

School

8.45 uur Piet Uitleg aanoverige hulpouders

Sportveld

9.00 uur Kinderen Start sportdag Sportveld10.30 uur Henk, Truus,

Paula, Anna.Pauze Sportveld

12.00 uur Henk, Truus,Paula, Anna. Jaap, Joop

Opruimenmateriaal

School.

Organisatievorm 1: Poule indeling.

Wedstrijdschema maken. 15 teams, 120 minuten.

Er wordt gekozen voor 3 poules van 5 teams. Het is handig als je eerst weet hoeveel wedstrijden er gespeeld moeten worden. Alle teams gaan tegen elkaar spelen.

Je kunt dit uitrekenen met de formule N2 –N= 5x5-5:2= 25-5:2=20:2=10.

2

Je hebt 120 minuten om te spelen, als je dit deelt door de hoeveelheid wedstrijden kom je op de som: 120:10= 12 minuten per wedstrijd.

De eerste wedstrijd begint om 9.00 uur. Het eindigt om 11.00 uur.

Poule 1 Poule 2 Poule 3

Team 1 Team 6 Team11

Team 2 Team 7 Team 12

Team 3 Team 8 Team 13

Team 4 Team 9 Team 14

Team 5 Team 10 Team 15

Tijd Veld 1 Veld 2 Veld 39.00 1 - 2 6 - 7 11 - 129.12 3 - 4 8 - 9 13 - 149.24 5 - 1 10 - 6 15 - 119.36 2 - 3 7 - 8 12 - 139.48 4 - 5 9 - 10 14 - 1510.00 1 - 3 6 - 8 11 - 1310.12 2 - 4 7 - 9 12 - 1410.24 5 - 3 10 - 8 15 - 1310.36 1 - 4 6 - 9 11 - 1410.48 2 - 5 7 - 10 12 - 1511.00 einde einde einde

Je kunt voor elke poule controleren of je het goed gedaan hebt als elk team 4 wedstrijden gaat spelen. Want als je in een poule van 5 teams zit speel je tegen 4 andere teams.

Organisatievorm 2: doordraaischema maken voor meerdere teams.

De opdracht is om 7 speelrondes te maken in 2 uur. Er zijn 7 sporten en 14 teams, elk team hoort elke sport te doen. Er mag niet 2 keer tegen hetzelfde team gespeeld worden.

Eerst ga je de tijd van elke ronde uitrekenen. Er is 2 uur beschikbaar, dus 120 min : 7 speelrondes. 120:7= 17 minuten afgerond. De wisseltijd doe je in deze 17 minuten.

Een handige manier om dit te doen is de het eerste team van een blok door te laten schuiven naar het volgende blok rechts, als je nu steeds een blok overslaat en het

buitenste team een blok naar links laat schuiven heb je aan de bovenstaande eis voldaan.

Kijk maar naar de kleuren team 1 schuift steeds 1 spel verder en speelt tegen een ander team. Team 14 gaat de andere kant op bijvoorbeeld.

Je hoeft het zo niet te doen, je kunt ook je eigen manier ontdekken.

Tijd voetbal handbal basketbal hockey honkbal atletiek volleybal9.00 1v2 3v4 5v6 7v8 9v10 11v12 13v149.17 13v4 1v6 3v8 5v10 7v12 9v14 11v29.34 11v6 13v8 1v10 3v12 5v14 7v2 9v49.51 9v8 11v10 13v12 1v14 3v2 5v4 7v6

10.08 7v10 9v12 11v14 13v2 1v4 3v6 5v810.25 5v12 7v14 9v2 11v4 13v6 1v8 3v1010.42 3v14 5v2 7v4 9v6 11v8 13v10 1v12

10.59 Einde Einde Einde Einde Einde Einde Einde

Organisatievorm 3: knock out systeem

Bij dit systeem speel je tegen een andere tegenstander en als je verliest dan ben je eruit.

Hieronder zie je 2 voorbeelden van zo’n systeem.

DE BIJLAGE:

IN DEZE BIJLAGE HOREN NOG TE STAAN:

- MAKEN VAN EEN AANKONDIGING- MAKEN VAN EEN E-MAIL- MAKEN VAN EEN ZAKELIJKE BRIEF

ALLE DRIE DE ONDERDELEN ZIJN INMIDDELS OP DE SITE “SDVREGIUS.WIKISPACES.COM” TE VINDEN

ALS JE HIER NAAR TOE GAAT KUN JE ZO VINDEN HOE JE DEZE ONDERDELEN MOET MAKEN EN OF MOET LEREN.