de beleving van negatieve symptomen bij psychose · (dellfus & lyne, 2017). nochtans toont...

65
DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE : EEN ANALYSE VANUIT PSYCHO-ANALYTISCH PERSPECTIEF Aantal woorden: 19927 LIES DE SMET Studentennummer: 01609883 Promotor: Prof. dr. Stijn Vanheule Begeleidster: Nienke Moernaut Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Klinische Psychologie Academiejaar: 2018 2019

Upload: others

Post on 09-Aug-2020

15 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

DE BELEVING VAN NEGATIEVE

SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE : EEN ANALYSE VANUIT PSYCHO-ANALYTISCH PERSPECTIEF

Aantal woorden: 19927

LIES DE SMET

Studentennummer: 01609883

Promotor: Prof. dr. Stijn Vanheule

Begeleidster: Nienke Moernaut

Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Klinische

Psychologie

Academiejaar: 2018 – 2019

Page 2: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit
Page 3: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

Dankwoord

Graag zou ik een aantal mensen bedanken ter inleiding van deze masterproef. Elk van deze

personen hebben op hun eigen manier bijgedragen aan zowel het proces als het uiteindelijke

resultaat. In de eerste plaats zou ik graag de opleiding bedanken. De boeiende theoretische

inzichten, de oefeningen, de praktische toepassingen en klinische ervaringen die proffen en

praktijkbegeleiders met ons deelden, zijn van immens belang voor mijn vorming. Aan de hand

van deze bagage ben ik erin geslaagd om deze masterproef neer te zetten.

Daarnaast wil ik graag mijn promotor, Stijn Vanheule, bedanken die het mogelijk maakte om in

dit onderwerp een studie te lanceren en het onderzoeksproces superviseerde. Naast mijn promotor

wil ik ook zeker mijn begeleidster, Nienke Moernaut bedanken. Ik ben haar enorm dankbaar voor

de hulp, de tips, de regelmatige, onderbouwende feedback en de steun. Ze was steeds bereikbaar

en ik kon ook altijd rekenen op een heel snel antwoord, wat het mogelijk maakte mijn proces op

een vlotte manier te doorlopen.

Naast de specifieke begeleiding in de masterproef die ik van haar kreeg, mocht ik ook deelnemen

aan een kartel omtrent een lezing van Lacan. Hiervoor wil ik mevrouw Moernaut graag nogmaals

bedanken. Bedankt voor het geduld hier, het vele malen uitleg geven en het bieden van inzichten

in de complexe teksten. Ook de andere leden van het kartel, Elien Decock en Dewi Hannon, wil

ik bedanken voor de leerzame momenten. Dit kartel leverde me enorm veel inzichten in de

psychoanalytische theorie op.

Als laatste wil ik ook graag vrienden en familie bedanken voor de onvoorwaardelijke steun.

Specifiek wil ik mijn ouders, huisgenoot en vriend bedanken voor het vele malen nalezen van de

masterproef en de immense steun.

Een welgemeende dankjewel!

Page 4: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

Abstract

Psychose wordt binnen de psychoanalytische theorie, naast de neurose en perversie, beschouwd

als een structuur. De psychose wordt gekenmerkt door de forclusie van de Naam-van-de-vader,

die een leegte met zich meebrengt. Er zijn een aantal oplossingsmechanismen die door psychotici

(onbewust) worden gehanteerd, zoals een imaginaire identificatie of waanconstructies om met die

leegte om te gaan. Deze zijn echter niet voldoende om een antwoord te bieden. We zien hier dan

ook negatieve symptomen optreden, zowel bij het niet voldoen van de oplossing als bij het

wegvallen. Daarnaast spreekt Lacan ook van negatief mentaal automatisme, waarbij een

betekenaarsketting stopt met zich te ontwikkelen. Ook hier kunnen we negatieve symptomen

situeren. Om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag ‘Hoe spreken langdurig

psychotische patiënten over het al dan niet ervaren van negatieve symptomen?’, voerden we een

data-driven thematische analyse uit. We weerhielden vijf thema’s. Een eerste thema ‘de leegte’

behandelt de ervaring van de negatieve symptomen. Het tweede en derde thema kunnen

geïnterpreteerd worden als verklaringsmechanismen voor de ervaringen. Dit zijn ‘Symptoom van

de omgeving’, waarin het effect van medicatie, psychiatrie en maatschappelijke druk aan bod

komen. Daarnaast is er ‘Van de top naar beneden vallen’, waarin zowel de confrontatie met de

realiteit als het contrast in emoties, gedachten en doen wordt behandeld. Een vierde thema

‘Bewust negatief symptoom gedrag stellen’ handelt omtrent gedragingen, die door patiënten

bewust worden gesteld, maar vaak worden geïnterpreteerd als negatief symptoom. Het vijfde en

laatste thema ‘Omgaan met negatieve symptomen’ geeft de copingmechanismen die patiënten

rapporteren weer.

Page 5: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

Inhoud

Inleiding ........................................................................................................................................ 1

Introductie ................................................................................................................................. 1

Psychoses .................................................................................................................................. 2

Traditionele benadering van psychose. ................................................................................. 2

Conceptualisering volgens de DSM-5. .............................................................................. 3

Prevalentie van psychotische stoornissen versus psychotische ervaringen. ...................... 3

Een verklarend model binnen de traditioneel psychiatrische benadering. ........................ 4

Een definiëring van psychose volgens de Lacaniaanse literatuur. ........................................ 5

Introductie in de Lacaniaanse literatuur. ........................................................................... 5

Forclusie van de Naam-van-de-vader................................................................................ 8

Taal in de psychose. ........................................................................................................ 10

Negatieve Symptomen ............................................................................................................ 13

Algemeen psychiatrische benadering van negatieve symptomen. ...................................... 13

Definiëring van negatieve symptomen binnen de psychoanalytische benadering. ............. 15

Imaginaire identificatie. .................................................................................................. 17

Mentaal automatisme en het gat in de betekenaarsketting. ............................................. 20

Vanuit de literatuurstudie naar de onderzoeksvraag ............................................................... 23

Methode....................................................................................................................................... 26

Steekproef ............................................................................................................................... 26

Materialen ............................................................................................................................... 27

Opzet ....................................................................................................................................... 27

Procedure................................................................................................................................. 27

Resultaten .................................................................................................................................... 30

De leegte.................................................................................................................................. 31

Cognitief. ......................................................................................................................... 32

Emotioneel. ..................................................................................................................... 33

Page 6: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

Lichamelijk. .................................................................................................................... 33

Van de top naar beneden vallen .............................................................................................. 34

Confrontatie met de realiteit. ........................................................................................... 34

Contrast in emoties, gedachten en doen. ......................................................................... 35

Symptoom van de omgeving ................................................................................................... 37

Medicatie als onzichtbare handboeien voor de hersenen. ............................................... 37

Psychiatrie als de wachtkamer van de dood .................................................................... 38

Maatschappelijke druk .................................................................................................... 40

Bewust negatief symptoom gedrag stellen .............................................................................. 41

Bescherming tegen de maatschappij. .............................................................................. 42

Preventief handelen. ........................................................................................................ 42

Omgaan met negatieve symptomen ........................................................................................ 43

Actief verzet. ................................................................................................................... 44

Aanvaarden. .................................................................................................................... 45

Restthema ................................................................................................................................ 45

Bespreking en discussie .............................................................................................................. 47

Conclusie ................................................................................................................................. 47

Bedenkingen bij het huidig onderzoek en implicaties voor verder onderzoek........................ 50

Klinische implicaties ............................................................................................................... 51

Bibliografie ................................................................................................................................. 53

Bijlagen ....................................................................................................................................... 57

Bijlage 1: onderzoeksdagboek ................................................................................................ 57

Page 7: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

1

Inleiding

Introductie

Psychose is een fenomeen dat de mens al lang intrigeert, vooral door het verstoorde realiteitsbeeld

dat bij deze stoornissen komt kijken. Schizofrenie is volgens Birchwood & Jackson (2010) de

meest voorkomende psychotische stoornis. De symptomen zijn duidelijk, er zijn wanen en

hallucinaties. Niet enkel positieve symptomen, waarbij dingen toegevoegd worden aan het

normale gedrag, zijn van belang. Ook negatieve symptomen waarbij gedragingen en/of gevoelens

wegvallen of vervlakken zijn van groot belang. Voorbeelden hiervan zijn emotionele afvlakking,

gebrek aan motivatie, gebrek aan energie enzovoort.

Negatieve symptomen staan in het algemeen nog in de schaduw van positieve symptomen, zowel

binnen wetenschappelijk onderzoek als binnen het diagnostisch- en behandelingsproces. Dit

wordt mede veroorzaakt door de povere kennis omtrent negatieve symptomen en hun oorzaken

(Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke

invloed hebben op de levenskwaliteit van mensen met psychose (Pai & Vella, 2015). Meer inzicht

in de negatieve symptomen en dan vooral in de subjectieve ervaringen van mensen is nodig om

patiënten op een gepaste, begripvolle manier te kunnen benaderen. Zo ijveren Lincoln, Dellfus en

Lyne (2017) ook voor het includeren van subjectieve ervaringsaspecten in meetinstrumenten, die

erop gericht zijn de negatieve symptomen te inventariseren. Wanneer negatieve symptomen nader

bestudeerd worden, kunnen zowel diagnostische- als behandelprocessen van psychotische

patiënten hierop afgestemd worden.

Er zijn verschillende invalshoeken om naar psychose en negatieve symptomen te kijken. Zo is er

onder andere de traditioneel psychiatrische invalshoek, waarbij een psychotische stoornis wordt

gezien als een tijdelijke toestand. De symptomen van psychotische stoornissen worden opgesomd

in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 51(American Psychiatric

Association2, 2014). Een andere invalshoek is de Lacaniaans psychoanalytische kijk. Binnen deze

stroming is psychose een structuur, een manier van in het leven staan. Het is niet een plots,

voorbijgaand fenomeen, maar een soort identiteit. Dit mechanisme brengt een aantal

consequenties met zich mee op verschillende vlakken, zoals taal en identiteit. In deze inleiding

bekijken we eerst psychose vanuit de traditioneel psychiatrische hoek en daarna ook vanuit de

Lacaniaanse psychoanalytische theorie.

1 Verder afgekort als DSM-5. 2 American Psychiatric Association zal verder in de masterproef afgekort worden als ‘APA’.

Page 8: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

2

Zoals vanuit verschillende invalshoeken naar psychose wordt gekeken, is dit ook het geval bij

negatieve symptomen. Zowel de traditionele als de psychoanalytische kijk op negatieve

symptomen worden verder besproken in de inleiding.

Op basis van de inleiding, zal een onderzoeksvraag geformuleerd worden, namelijk ‘Hoe spreken

langdurig psychotische patiënten over het al dan niet ervaren van negatieve symptomen?’. Hierop

zullen via een thematische analyse een antwoord op trachten te formuleren. Daarna koppelen we

de resultaten van deze analyse terug aan de theoretische inzichten van de introductie. Tot slot

trachten we de sterke en zwakke punten van dit onderzoek onder de loep te nemen in de discussie

van deze masterproef. We zullen hier ook klinische implicaties en implicaties voor verder

onderzoek formuleren.

Psychoses

Psychose kunnen op verschillende manieren benaderd worden. In de eerste plaats zullen we

psychose vanuit de traditionele benadering bekijken. Hier komen de definiëring volgens de

DSM-5, de prevalentiecijfers en verklaringsmechanismen aan bod. Daarna kijken we naar de

definiëring van psychose volgens de Lacaniaanse literatuur. Eerst zullen we een algemene

introductie in deze literatuur voorzien, waarna we het basismechanisme van de psychose,

namelijk de forclusie van de Naam-van-de-vader zullen toelichten. Tenslotte zullen we ook

weergeven wat de Lacaniaanse literatuur aanhaalt omtrent de taal van de psychoticus.

De traditionele benadering van psychose.

Een psychotische aandoening gaat samen met een, al dan niet tijdelijk, verstoord realiteitsbeeld.

Dit in tegenstelling tot een neurotische stoornis, waarbij het realiteitsbesef wel intact blijft. Op

basis van de aard en de duur van de psychotische symptomen worden psychotische aandoeningen

onderverdeeld in verschillende stoornissen, zoals bijvoorbeeld schizofrenie en waanstoornis

(Birchwood & Jackson, 2010). Volgens Birchwood en Jackson (2010) is schizofrenie de meest

voorkomende psychotische aandoening. Zij bieden een overzicht van de belangrijkste symptomen

van schizofrenie. Dit zijn auditieve hallucinaties, het gevoel gecontroleerd of achtervolgd te

worden, wanen, cognitieve tekortkomingen, emotionele veranderingen en verminderd doelmatig

gedrag. De auteurs geven ook aan dat de bovenstaande primaire symptomen op hun beurt kunnen

leiden tot een aantal secundaire problemen. Sociale problemen zoals werkloosheid, verminderd

sociaal netwerk, sociale veroordeling omwille van de stoornis en daarnaast bijkomende

psychologische problemen zoals verlaagd zelfvertrouwen, stress door een slechte coping met de

aanhoudende symptomen of afhankelijkheid van familie of voorzieningen.

Page 9: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

3

Conceptualisering volgens de DSM-5.

In de DSM-5, wordt de benaming schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen

gehanteerd. Binnen deze dimensie vallen een aantal specifieke stoornissen waaronder

waanstoornis, kortdurende psychotische stoornis en schizofrenie. Schizofrenie wordt gedefinieerd

door zes criteria. Het eerste criterium stelt dat minstens twee van de volgende symptomen

gedurende één maand aanwezig moeten zijn: wanen, hallucinaties, gedesoriënteerd spreken3,

ernstig gedesoriënteerd of katatoon gedrag en negatieve symptomen. In deze versie van de DSM

worden negatieve symptomen voor het eerst opgenomen als kernsymptoom. (APA, 2014).

Wanneer we de conceptualisering van psychotische stoornissen in de DSM-IV-TR vergelijken

met de nieuwere versie, de DSM-5, kunnen we een aantal veranderingen opmerken. In de DSM-

IV-TR worden psychotische stoornissen onderverdeeld in een aantal subtypes: gedesorganiseerd,

katatonisch, paranoïde, ongedifferentieerd en resttype (Tan & van Os, 2014). Tanon et al. (2013)

halen in hun artikel aan dat de subtypes, die gehanteerd werden in de DSM-IV-TR, de

heterogeniteit van psychotische stoornissen onvoldoende omvatten. Daarnaast merkten ze over

studies heen een lage diagnostische stabiliteit en uiteenlopende patronen aan behandelingsrespons

binnen de subtypes. Ook Tan en van Os (2014) halen deze kritieken aan in hun artikel. Zij vullen

hierop aan dat een dimensionele benadering, waarbij rekening wordt gehouden met ernst, duur,

frequentie en omgevingsomstandigheden, een betere verklaring kan bieden voor de heterogene

fenotypes van psychotische stoornissen. Deze bemerkingen werden meegenomen in het opstellen

van de DSM-5, waar in tegenstelling tot subtypes, nu meer vanuit een dimensionele visie wordt

gekeken naar schizofrenie (Tanon et al., 2013).

Prevalentie van psychotische stoornissen versus psychotische ervaringen.

Het hebben van psychotische symptomen mag niet automatisch gelijk gesteld worden aan het

hebben van een psychotische stoornis. Psychotische stoornissen kunnen daarentegen op een

continuüm geplaatst worden, gaande van symptomen in de normale populatie tot de symptomen

die leiden tot een diagnose van schizofrenie of een andere psychotische stoornis (van Os, Linscott,

Myin-Germeys, Delespaul & Krabbendam, 2008). Leader (2012) stelt ook dat niet elke

psychotische ervaring meteen als een stoornis moet worden bestempeld. We vergeten vaak dat

een psychotische ervaring ook een positieve, creatieve kant in zich heeft en dus niet meteen als

problematisch moet aanzien worden. Wanneer mensen bevraagd worden, merken we dat een

aantal onder hen reeds de ervaring van een waanidee of bepaalde symptomen rapporteert, die niet

3 Van deze eerste drie symptomen moet minstens één aanwezig zijn

Page 10: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

4

interfereerde met hun leven en dus ook geen aandacht trok. In de DSM-5 zien we dit terugkomen

in het tweede criterium dat zegt dat we pas van een psychotische stoornis kunnen spreken als er

hinder gepaard gaat met de psychotische symptomen. Deze hinder bestaat uit het niet behalen van

het verwachte niveau op verschillende domeinen, zoals school, werk, interpersoonlijke relaties.

Helaas wordt met dit criterium niet altijd rekening gehouden. De positionering van psychotische

symptomen op het continuüm is afhankelijk van een aantal factoren. Er moet rekening gehouden

worden met onder andere het intrusief karakter van de symptomen, de frequentie en de duur van

de symptomen. Daarnaast zijn ook een aantal persoonlijke factoren van belang voor de positie op

het continuüm, zoals onder andere coping-mechanismen en ziektegedrag (van Os, Linscott, Myin-

Germeys, Delespaul & Krabbendam, 2008).

Bij het bekijken van prevalentiecijfers, wordt dan ook een onderscheid gemaakt tussen

psychotische stoornissen en psychotische ervaringen. Bruffaerts, Bonnewyn, De Hert en

Demyttenaere (2016) stellen dat op het niveau van de Belgische bevolking ongeveer 0.4-1% de

diagnose van een psychotische stoornis krijgt. Dit is veel lager dan het percentage mensen dat

gedurende hun leven te maken krijgt met een psychotische ervaring, wat op ongeveer 8.3% wordt

geschat. Ze halen aan dat de prevalentie van psychotische stoornissen weinig wordt onderzocht

en geven hiervoor een drietal redenen. Ten eerste noemen ze het relatief minder voorkomen van

psychotische stoornissen, in vergelijking met andere groepen van stoornissen in de algemene

populatie. Daarnaast is er de hogere hospitalisatie van mensen met een psychotische stoornis,

waardoor zij minder geneigd zijn aan populatieonderzoek deel te nemen. Als laatste wordt dan

nog de hoge comorbiditeit, met reeds uitgebreid onderzochte stoornissen (zoals onder andere

depressie), vermeld.

Een verklarend model binnen de traditioneel psychiatrische benadering.

Binnen de traditioneel psychiatrische benadering wordt psychose gezien als een acuut fenomeen.

Het is een stoornis die optreedt op een bepaald moment en die dan opnieuw kan verdwijnen.

Schizofrenie, de meest voorkomende psychotische stoornis (Birchwood & Jackson, 2010), wordt

vaak als een neurologische aandoening aanzien omdat er veranderingen in de hersenen zichtbaar

zijn. Hierbij kan de interactie tussen genetische of biologische factoren en omgevingsfactoren

zorgen voor het ontwikkelen van de stoornis (Parnas, 1999). Er zijn een aantal modellen

ontwikkeld om dit te verduidelijken waaronder het diathese-stress model. Het algemene idee

onderliggend aan een diathese-stress model is dat er een bepaalde biologische/genetische

kwetsbaarheid in een persoon aanwezig is voor het uitbreken van een stoornis of ziekte. Onder

invloed van stress kan deze kwetsbaarheid dan leiden tot het effectief ontwikkelen van een

Page 11: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

5

bepaalde pathologie. Er zijn dus stressoren die een invloed uitoefenen op een kwetsbaarheid in

een persoon. Daarnaast zijn er ook beschermende factoren werkzaam, zoals copingstrategieën of

sociale steun. Wanneer de balans tussen stressoren en beschermende factoren omslaat naar

overwegend stressoren, is de kans op het ontwikkelen van een stoornis groter (Prins & Braet,

2014).

Dit model kunnen we ook toepassen op het ontstaan van schizofrenie. Een persoon heeft een

bepaalde biologische aanleg, die onder invloed van stress kan zorgen voor het effectief

ontwikkelen van schizofrenie. Uit onderzoek blijkt dat er verschillen zijn tussen hersenen van

gezonde personen en hersenen van personen met een psychose. Bij psychotici is er een verstoord

evenwicht in de neurotransmitters in de hersenen. Dit zou een biologische kwetsbaarheid zijn, die

ertoe leidt dat men gevoeliger is voor stresserende, emotionele situaties (De hert, Magiels en Thys,

2000). Bij stresserende gebeurtenissen wordt cortisol geproduceerd, dit stresshormoon zorgt voor

een triggering van de biologische kwetsbaarheid (Walker, Diforio & Baum, 1999). Jones en

Fernyhough (2007) stellen dat de gebeurtenissen die leiden tot die productie van cortisol vooral

situaties zijn waarbij men zelf geen controle kan uitoefenen. Daarnaast gaat het vooral om

gebeurtenissen die een belangrijk doel in de weg staan of kunnen zorgen voor een sociaal

negatieve evaluatie. Niet enkel negatieve gebeurtenissen, maar ook bijvoorbeeld verliefdheid,

waarbij een ander soort spanning aanwezig is, kunnen situaties zijn die leiden tot een verhoogde

productie van cortisol (De hert, Magiels en Thys, 2000). Door de disregulatie van de

neurotransmitters ontstaan dan defecten in de hersenen. De uitkomst die de stresserende,

spannende situaties met zich meebrengen zijn erg uiteenlopend; er kan een effect optreden op

verschillende domeinen, zoals onder andere op motorisch, sociaal-emotioneel of cognitief vlak

(Walker, Diforio & Baum, 1999).

Een definiëring van psychose volgens de Lacaniaanse literatuur.

Een andere manier dan de traditioneel psychiatrische benadering om naar psychose te kijken

kunnen we terugvinden in de Lacaniaanse psychoanalyse. Eerst zullen we een introductie geven

over een aantal essentiële begrippen in de theorievorming van Lacan. Vervolgens beschrijven we

wat volgens Lacan de essentie van de psychose is, namelijk de forclusie van de Naam-van-de-

Vader. Om tenslotte nog te kijken naar hoe de taal wordt gebruikt door een psychotisch subject.

Introductie in de Lacaniaanse literatuur.

Binnen de psychoanalyse onderscheidt men in het algemeen drie structuren: de neurotische, de

psychotische en de perverte structuur. Lacan duidt deze structuren als een manier van in het leven

staan, en geen enkele structuur is superieur aan de andere (Verhaeghe, 2002). Elk van ons heeft

Page 12: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

6

een bepaalde structuur. Binnen elke structuur zijn zowel mensen die geen als mensen die wel een

klinische problematiek ontwikkelen te vinden. Een bespreking van de psychotische structuur

komt verder nog aan bod.

Binnen de Lacaniaanse theorie kunnen we drie registers onderscheiden, het symbolische, het

imaginaire en het reële. Deze drie registers structureren ervaringen, ze zijn fundamenteel voor

subjectieve ervaringen. De symbolische orde is verbonden met de taal, het is de orde die dingen,

mensen en onderlinge relaties definieert en positioneert. Het is de orde waarin de ander wordt

gedefinieerd en de wet wordt geïnstalleerd. Met de wet bedoelen we een kader van normen en

waarden, van gebruiken in een cultuur. Daarnaast is er de imaginaire orde een soort beeld van de

wereld. Het imaginaire leunt het dichtst aan bij hoe mensen dingen ervaren. Het is de orde waarin

beelden worden ‘opgeslagen’ van gebeurtenissen, conversaties, interpretaties. Het prototypisch

voorbeeld hiervan is het spiegelbeeld, het is een beeld dat wij onszelf voorhouden. Als derde

register is er dan nog het reële, dit staat buiten het symbolische, buiten de taal. Het reële kan met

de symbolische orde, met het talige register niet gevat worden. Het is iets onmogelijks,

onmogelijk te verwoorden, onmogelijk te vatten, onmogelijk in te beelden. Dit wil zeggen dat

zowel de symbolische orde als de imaginaire orde te kort schieten om het reële te vatten (Evans,

1996; Johnston, 2016).

Zo kunnen we bijvoorbeeld de dood plaatsen in het reële. Niemand weet exact wat het inhoudt,

niemand kan zeggen wat het is, hoe het voelt of wat dan ook. We trachten via woorden wel te

beschrijven wat het zou kunnen zijn, maar we merken dat we hierin steeds te kort schieten. De

omschrijving in woorden is het symbolische niveau van de dood, de poging om het te vatten. Deze

symbolisering of verwoording is een manier van de mens om trachten om te gaan met een concept

dat niemand kan vatten. Het is een poging tot begrip.

Het idee dat de symbolische orde tekortschiet om het reële te vatten, zien we ook terugkomen in

de theorie die Lacan rond de taal formuleert. Daarin maakt hij een onderscheid tussen het

betekende en de betekenaar. Deze begrippen nam hij over van de Saussure. Lacan stelt, net als de

Saussure, dat de betekenaar een soort poging is om het betekende te vatten. Het betekende is

hetgeen we ‘willen zeggen’, dit zetten we om in betekenaars, maar deze betekenaars schieten

steeds tekort. Betekenaars zouden we heel simplistisch kunnen zien als woorden. Het zijn

entiteiten die iets uitdrukken, maar op zich geen betekenis hebben. Slechts door ze in een context

te zien of horen krijgen ze een bepaalde betekenis. Een betekenaar behoort tot de symbolische

orde, deze orde schiet steeds tekort in het verwoorden, in het vatten van de reële orde, waartoe

het betekende behoort. Het betekende (het reële) is steeds meer/anders dan wat de betekenaars

(symbolische) kunnen doen uitschijnen (Evans, 1996).

Page 13: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

7

Wanneer betekenaars aan het betekende worden gekoppeld, creëren we een tijdelijke illusie van

betekenis. Betekenis is voor Lacan geen stabiele koppeling tussen betekenaar en betekende, maar

een proces, een betekenaar krijgt slechts betekenis in verhouding tot de context (Evans, 1996).

We trachten dit te verduidelijken met een voorbeeld. Wanneer iemand zegt “Jij bent… mijn

vriendin… niet meer”, verandert de betekenis die we geven aan bepaalde woorden, naarmate we

de zin horen. Bij “Jij bent mijn vriendin..”, kan het dat je denkt dat die persoon je graag heeft en

dus als een vriend beschouwt. Dat is een mogelijk betekenis die we kunnen geven, gezien de

context en de informatie die we momenteel hebben. Pas wanneer het laatste deel van de zin is

uitgesproken “…niet meer”, wordt de betekenis van de zin duidelijk. Het proces van betekenis

geven, verschuift dus gedurende de formulering van de zin. Bepaalde betekenaars, hier woorden,

worden gebruikt om een boodschap mee te delen. In het begin van de zin worden betekenaars aan

andere betekenden gekoppeld, dan bijvoorbeeld helemaal op het einde wanneer de zin volledig

is. En zelfs wanneer een zin afgemaakt is, kan de betekenis nog veranderen door dingen die erna

komen. Betekenis is op die manier iets wat eigenlijk nooit af is of vastligt. Er is dus geen vaste

koppeling tussen betekenaar en betekende. Moest dit wel zo zijn, zou een bepaald woord in elke

context en in elke zin eenzelfde betekenis hebben en dat is niet het geval (Libbrecht, 1996; Evans,

1996; Vanheule, 2013).

Het betekende verglijdt onder de betekenaar, slechts wanneer taal gebruikt wordt, worden deze

twee ‘niveaus’ met elkaar verbonden en creëren we betekenis. Het moment waarop de verglijding

van die twee niveaus tijdelijk stopt, spreekt men van een capitoneerknoop (Vanheule, 2013).

Betekenaars worden aan elkaar gehangen in een betekenaarsketting. Die betekenaarsketting heeft

twee eigenschappen. Ten eerste is er de anticipatie. Door een betekenaar uit te spreken, wordt de

verwachting gecreëerd voor een volgende betekenaar. Het voorgaande creëert als het ware een

context voor hetgeen nog moet komen. Wanneer we een verhaal vertellen, kan je na een paar

woorden al denken hoe de zin kan eindigen, er wordt een verwachting gecreëerd met betrekking

tot wat nog moet komen (Vanheule, 2013). Naast anticipatie, is er ook retroactie. Dit is het

fenomeen waarbij nieuwe betekenaars voorgaande betekenaars beïnvloeden. Door nieuwe

informatie aan een verhaal toe te voegen, kan het voorgaande plots een volledig andere betekenis

krijgen (Vanheule, 2013). Ter illustratie, als je “Jij bent mijn vriendin…” hoort, heb je een

bepaalde verwachting voor de rest van de zin, dit is anticipatie. Wanneer de zin “Jij bent mijn

vriendin niet meer” volledig is uitgesproken, krijgt het deel van “ Jij bent mijn vriendin” een

andere betekenis door de woorden “niet meer”, dan wanneer het gevolgd zou worden door

bijvoorbeeld “voor altijd”. Dit is dan wat we retroactie noemen. Via het vormen van

betekenaarskettingen, vormen we ook onze eigen identiteit. We komen hier nog verder op terug.

Page 14: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

8

Forclusie van de Naam-van-de-vader.

Wat voor Lacan de essentie van de psychotische structuur inhoudt, is de forclusie van de Naam-

van-de-Vader. Bij de psychose ontbreekt een essentiële betekenaar, waardoor de symbolische

orde niet goed functioneert. De betekenaar die bij de psychose ontbreekt, wordt door Lacan de

Naam-van-de-Vader genoemd (Libbrecht, 1996). Het ontbreken van die betekenaar, noemt Lacan

dan de forclusie. De forclusie van de Naam-van-de-Vader heeft grote gevolgen op het vlak van

identiteit en taal bij de psychoticus. Om dit nog verder te verduidelijken, bespreken we eerst het

concept Naam-van-de-Vader (Vanheule, 2013).

Om het concept ‘Naam-van-de-vader’ te duiden, moet eerst het verlangen van de moeder

beschreven worden. Wanneer we kijken naar een moeder-kind relatie, spreken we van een duale

relatie. Het gaat hier om een relatie in het imaginaire. Het kind heeft enkel een relatie met de

moeder en denkt het verlangen van de moeder volledig in te vullen. Dit doordat de moeder steeds

aanwezig is. Het beeld dat het kind het verlangen van de moeder invult is imaginair, het is de

ervaring van het kind zelf. Na een tijdje ziet het kind in dat de moeder niet steeds aanwezig is,

maar dat ze soms ook afwezig is. Er komen vragen naar boven zoals “Waarom gaat mama weg?”

en “Komt ze nog terug?”. Er moet dus iets zijn wat maakt dat de moeder soms afwezig is. Het

besef dat het kind niet de enige is, die het verlangen van zijn moeder invult, komt hier naar boven.

Dan ontstaat iets bij het kind, wat een imaginaire strijd wordt genoemd.

In deze imaginaire strijd komen vragen naar boven rond wat het verlangen van de moeder nog

meer bepaalt dan enkel het kind zelf. Zo is er dan de vader, die ook soms de aandacht van de

moeder heeft. Dus het kind gaat op zoek naar kenmerken bij de vader, die de aandacht van de

moeder aanspreken. Deze kenmerken zal het kind zichzelf dan toe-eigenen.

Het verlangen van de moeder wordt op die manier beantwoord door het kind, via de vader, via

kenmerken die het kind van de vader overneemt. Er wordt dus een soort van derde punt in de

relatie geïnstalleerd, waardoor die imaginaire relatie met de moeder wordt verbroken. Via dit punt

(de vader), zoekt het kind naar antwoorden op het verlangen van de moeder. Door kenmerken

over te nemen en andere kenmerken niet over te nemen, vormt het kind zijn eigen identiteit. Dit

derde punt in de relatie, is de Naam-van-de-Vader. Vanaf het moment dat de Naam-van-de-Vader

is geïnstalleerd, is de relatie tussen moeder en kind triangulair. Er is nu een derde punt, een

referentiekader, een wetmatigheid (met de betekenis van sociale norm), waarlangs het kind kijkt

Page 15: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

9

naar het verlangen van de moeder4. Het kind ziet nu dat ook moeder onderworpen is aan een wet,

namelijk de wet van de vader. De Naam-van-de-Vader is als het ware een ‘nee’ in de relatie, het

doorbreekt iets, het legt bepaalde wetmatigheden op. Deze ‘nee’ geldt zowel voor het kind als

voor de moeder. De fase, waarin het kind beseft dat hij het verlangen van de moeder niet alleen

kan invullen, is pijnlijk maar tegelijk van cruciaal belang. Het is een fase waarin problemen in het

vormen van de identiteit kunnen ontstaan (Leader, 2012; Vanheule, 2013).

Bij de neuroticus is deze Naam-van-de-vader geïnstalleerd, waardoor die een ankerpunt heeft in

zijn bestaan, in de taal. Dit is niet zo bij de psychoticus. De psychoticus heeft deze Naam-van-de-

Vader niet geïnstalleerd in het symbolische, in de taal. Er is dus geen derde punt waardoor de

psychoticus nog in die duale relatie zit. Dit zorgt ervoor dat de Ander als een bedreigende,

intrusieve Ander wordt ervaren. De Ander kan niet in een bepaald referentiekader geplaatst

worden, waardoor die overkomt als een Ander die iets van de psychoticus wil. Daarnaast zorgt de

duale relatie er ook voor dat hij losstaat in de taal, hij heeft geen referentiekader, geen context

waarin hij taal kan zien of gebruiken. Er zijn daarnaast ook geen conventies of wetten waarop de

psychoticus kan terugvallen om dingen te ordenen of te begrijpen. In de psychose kan de taal wel

gebruikt worden, maar niet op het moment dat iets van de reële orde moet aangepakt worden.

Wanneer bijvoorbeeld existentiële vragen naar boven komen, zoals ‘Wie ben ik?’, wordt een

vraag gesteld naar het reële. Deze vragen kunnen beantwoord worden door beroep te doen op de

Naam-van-de-Vader. Aangezien die bij de psychose niet geïnstalleerd is, is het moeilijk of zelfs

onmogelijk hier een antwoord op te bieden. Dit maakt dat op zo’n momenten de taal niet

voldoende houvast of duiding kan bieden en dus moeilijk een antwoord geformuleerd kan worden

op vragen die betrekking hebben op het reële register (Leader, 2012; Libbrecht,1996; Vanheule,

2013).

Lacan gaat ervan uit dat eens de Naam-van-de-Vader geïnstalleerd is, deze niet meer kan

verdwijnen. Maar ook omgekeerd geldt dit, eens de forclusie er is geweest, kunnen we die Naam-

van-de-Vader niet meer installeren. Dit wil dus ook zeggen dat we niet van de neurotische naar

de psychotische structuur kunnen overgaan of omgekeerd. Hier zien we een sterke tegenstelling

met de klassiek psychiatrische benadering. In die benadering gaat men ervan uit dat je een

psychotische opstoot kan hebben en daarna kan terugkeren naar het ‘normale’ of de neurose.

Binnen de psychoanalyse veronderstelt men dit niet. Het hebben van een psychotische structuur

hoeft niet altijd problematisch te zijn (Dulsster, 2016), zoals ook Leader (2012) reeds aanhaalde

4 Merk op dat moeder en vader niet steeds de biologische moeder en vader hoeven te zijn. Het gaat hier

om eerste en tweede ander. De eerste ander is de verzorgende figuur, de tweede ander is degene die de

wet installeert en de duale, imaginaire relatie doorbreekt.

Page 16: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

10

in zijn werk. Psychotici kunnen normaal functioneren in de samenleving en hoeven niet per se

een opstoot door te maken. Er zijn namelijk manieren waarop psychotici omgaan met de forclusie,

zoals een imaginaire relatie, een ideaalbeeld nastreven, waarbij anderen en ook de persoon zelf

nooit merken dat het om een psychotische structuur gaat.

Waar in het neurotische subject de Naam-van-de-Vader tussenkomt, zien we bij de psychoticus

een enorme leegte, een gat (Vanheule, 2013). De psychoticus staat vrij in de taal, vrij in de wet,

zonder identiteit of positie. Er is geen verankering geïnstalleerd bij de psychose, waardoor er dan

ook pogingen worden ondernomen om zichzelf een identiteit of positie toe te wijzen. De

psychoticus tracht zichzelf te verankeren en zichzelf een plaats te geven ten opzichte van anderen.

Een van die pogingen is de constructie van wanen. In een waan geeft de psychoticus zichzelf een

bepaalde positie. Door de creatie van een verhaal geeft men zichzelf een rol in relatie tot anderen.

Zoals bijvoorbeeld een God die beroep doet op de psychoticus, omdat de wereld het slechte pad

opgaat. Op dat moment krijgt men in de psychose een plek, men is de helper van God. Daarom

zouden we de waan als een soort genezingspoging kunnen zien van de psychoticus. Wat de

psychose instabiel maakt, is het ontbreken van dat ankerpunt, van die Naam-van-de-Vader, dus

tracht men zichzelf te stabiliseren via een waan (Libbrecht, 1996; Dulsster, 2016).

Een andere manier om die leegte op te vullen is het aangaan van imaginaire identificaties. Hierbij

gaat de psychoticus zich spiegelen aan een ander. Op die manier wordt het gat, dat de forclusie

veroorzaakt, bedekt en kan een psychoticus zichzelf beschermen en functioneren in de

maatschappij. Op dat moment stelt de psychoticus zich geen vragen over het zelf, wat zeer

typerend is voor de psychotische structuur. De neuroticus daarentegen zal steeds een vragende en

twijfelende houding aannemen, terwijl bij de psychoticus een zekerheid wordt gecreëerd door die

imaginaire verhouding, er komt een script waarin vragen geen plaats krijgen (Verhaeghe 2002).

Het ego wordt vervangen door een ideaalbeeld waarin geen twijfel mogelijk is en net dat maakt

dat die verhouding waanzin vertoont (Vanheule, 2013).

Taal in de psychose.

Lacan vertrekt vanuit een taalgerichte benadering om structuren te bestuderen. Hij stelt immers

dat een structuur tot uiting komt via de taal (Vanheule, 2013). Volgens hem zijn het niet de

hallucinaties en wanen, maar wel de specifieke verhouding ten opzichte van de taal, die de

psychose kenmerkt (Libbrecht, 1996). Hij onderzocht een aantal karakteristieken in het spreken

van de psychoticus, want net de psychoticus toont dat het de betekenaar of het symbolische is, die

van cruciaal belang is. Analytici moeten dus vooral kijken naar de taal als iets materialistisch, in

plaats van naar de inhoud van de boodschap (Vanheule, 2013). We kijken naar de stilistische

dimensie van de taal in plaats van de inhoudelijke dimensie van de taal (Desmet, 2019). Hierin

Page 17: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

11

verschilt de Lacaniaanse benadering en ruimer de psychoanalytische benadering van de klassieke

psychiatrie.

In de klassieke psychiatrie wordt vooral naar de psychose gekeken vanuit misgelopen psychische

processen en een inadequate aanpassing aan de realiteit. Lacan bekritiseert in zijn derde seminarie

(1993 (1955-1956)) deze visie sterk en zegt dat de psychose ons net veel leert over de essentie

van het menselijke bestaan, namelijk de talige structuur (Lacan,1981). Het doel van een

psychoanalytische therapie mag dan ook in geen geval zijn de psychoticus te begrijpen of ‘foute

opvattingen te corrigeren’. Het ‘begrijpen van de psychoticus’ zorgt ervoor dat de psychoticus

zich niet beluisterd voelt. De ervaring die hij heeft, is zo intens en zo individueel, dat hij niet

begrepen kan of wil worden. Door dit wel te proberen, zal hij zich niet gewaardeerd voelen en

erken je zijn lijden niet voldoende. We moeten ons daarom steeds focussen op welke positie

iemand inneemt in de taal, niet op de inhoud van de taal. Zo moeten we trachten te vatten wat de

patiënt zelf ervaart (Libbrecht, 1996). Dit pleidooi voor het niet begrijpen, dat sterk terug te

vinden is in de seminaries van Lacan, en zeker in het derde seminarie ‘Les psychoses’ (Lacan,

1981), motiveert om aan kwalitatief onderzoek te doen. We moeten wanen en klachten, zoals

bijvoorbeeld negatieve symptomen, niet inventariseren of meten, we moeten net kijken wat deze

doen met het subject zelf, hoe de patiënt deze ervaart en welke betekenis die er zelf aan geeft.

Er zijn een aantal dingen die men vaak ziet terugkomen in de taal van de psychoticus en waarop

tijdens therapie ook gelet kan worden om de psychotische structuur te identificeren. Lacan haalt

binnen zijn theorie rond taal zo twee stijlfiguren aan, namelijk de metonymie en de metafoor. Bij

een psychoticus is metonymie aanwezig, maar is er een duidelijke afwezigheid van metaforen

(Libbrecht, 1996). Metonymie is de aaneenkoppeling van betekenaars op zo een manier dat er

geen ambiguïteit ontstaat. Door de metonymie is er een continuïteit in de betekenis, de thematiek,

in de taal en hierbij aansluitend ook een continuïteit in de mentale ervaring (Vanheule, 2013).

De metafoor is de stijlfiguur waarbij een nieuwe betekenis gegeven wordt aan een betekenaar,

omdat deze betekenaar wordt gebruikt in de plaats van een andere betekenaar. Deze betekenaar

wordt dus niet in de conventionele betekenis gebruikt, waardoor de metonymie verstoord wordt.

Die verstoring van de continuïteit in de thematiek van het spreken, zorgt voor een verrassend

effect bij de spreker. De betekenaar die in de plaats komt, wordt op dat moment via een

capitoneerknoop verbonden aan het betekende, waardoor het betekende uitbreidt. Via een

metafoor wordt de identiteit benoemd en geduid, waardoor het subject een identiteit en positie

krijgt ten opzichte van de anderen (Vanheule, 2013).

Page 18: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

12

Mensen bepalen hun eigen identiteit door de manier waarop men de ander definieert. In het

voorbeeld “Jij bent mijn moeder”, zegt een persoon impliciet ook “Ik ben jouw kind”. Wanneer

je een persoon definieert, keert die boodschap in omgekeerde vorm terug, waardoor de eigen

positie, de positie van de ander én de onderlinge verhouding met de ander wordt bepaald. Dit

fenomeen noemt Lacan de erkenning, iets wat typisch is voor de neuroticus. En net dat is iets dat

ontbreekt bij de psychose, de structuur van het spreken wordt in de psychose met de term ‘allusie’

benoemd. Tijdens de psychose ontbreekt die omkering, die bij de neurose wel gebeurt. Daardoor

keert de boodschap die de psychoticus uit terug in dezelfde vorm. Het spreken in de psychose is

dus niet subject-definiërend of leeg. Dit sluit dan ook aan bij het metonymisch spreken, dat zoals

eerder aangehaald, logisch, conventioneel en nietszeggend over het subject5 is. Betekenaars

worden aan elkaar gekoppeld in een betekenaarsketting, maar er wordt geen link gelegd met het

betekende. Doordat er geen derde punt is, geen Naam-van-de-Vader, is er geen referentiekader

waarin de psychoticus zijn taal kan gebruiken. Hij spreekt dus leeg, zonder een echte betekenis

(Libbrecht, 1996).

Dat ontbreken van de omkering bij de psychoticus, heeft ook te maken met het essentieel element

in de bespreking van de psychotische structuur, namelijk de forclusie van de Naam-van-de-Vader.

Om deze omkering te bekomen, moet een absolute Ander aanwezig zijn. Die erkenning van de

Ander, als fundament van de taal is dus afwezig bij de psychose, daar bevindt zich een gat, een

leegte. Dit in tegenstelling tot de andere structuren, waar een erkenning wel gebeurt. (Libbrecht,

1996).

We kunnen dus samenvatten dat het centrale mechanisme bij de psychose de forclusie van de

Naam-van-de-Vader is. Deze forclusie brengt een aantal gevolgen met zich mee op vlak van taal

en identiteit. De taal in de psychose kan op een logische manier aan elkaar gehangen worden, er

is een zekere metonymie. Metaforen daarentegen zijn afwezig, er is geen verknoping tussen

betekenaars en betekende op het moment dat vragen naar dingen uit het reële worden gesteld.

Op vlak van identiteit zorgt deze forclusie voor een enorme leegte. De definiëring van de eigen

identiteit, de identiteit van de ander en de onderlinge verhouding blijft achterwege. Om deze

leegte op te vullen en zichzelf een plaats te geven, onderneemt de psychoticus

oplossingspogingen. Dit zijn onder meer waanconstructies en het aangaan van imaginaire

identificaties.

5 Een subject wordt volgens Lacan gedefinieerd als iets onwetend en als een niet-zijn, dat vorm krijgt via

de taal, via de symbolische orde (Libbrecht, 2013).

Page 19: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

13

Negatieve Symptomen

In het volgende onderdeel zullen we het hebben over negatieve symptomen bij psychose. Net

zoals we op verschillende manieren naar psychose kunnen kijken, kunnen we ook vanuit

verschillende invalshoeken negatieve symptomen benaderen. Eerst en vooral kijken we naar de

definiëring volgens de DSM-5 en wat als mogelijke oorzaken worden genoemd volgens de

algemeen psychiatrische benadering. Bij deze klassieke benadering horen ook een aantal

instrumenten, die negatieve symptomen in kaart brengen. Vervolgens wordt uiteengezet hoe de

psychoanalytische stroming een alternatieve zienswijze op negatieve symptomen kan geven.

Algemeen psychiatrische benadering van negatieve symptomen.

Schizofrenie, zoals binnen de DSM-5 (APA, 2014) gedefinieerd, omvat zowel positieve als

negatieve symptomen. Positieve symptomen zijn toevoegingen aan het ‘normale gedrag’ van een

persoon, zoals hallucinaties en wanen. Negatieve symptomen daarentegen houden het wegvallen

van mogelijkheden in op cognitief en emotioneel vlak. Dit zijn bijvoorbeeld snel moe zijn, geen

sociaal contact meer aangaan, geen empathie voelen voor anderen, zinnen die je niet meer kan

afmaken of gedachten die plots lijken te stoppen.

Volgens Birchwood en Jackson (2010) waren Andreason en Crow in de jaren ’80 de eerste die de

opdeling tussen positieve en negatieve symptomen maakten in de Verenigde Staten en het

Verenigd Koninkrijk. De cluster negatieve symptomen is een heterogene groep van symptomen

binnen het klinisch veld. Het zijn symptomen die stabiel of van voorbijgaande aard kunnen zijn

of die primair of secundair aanwezig zijn in het ziektebeeld. We spreken van primaire symptomen

als de negatieve symptomen rechtstreeks door de ziekte veroorzaakt worden. Daarnaast zeggen

we dat negatieve symptomen secundair zijn als deze het gevolg zijn van bijvoorbeeld medicatie,

depressie, een krimpend sociaal netwerk en dergelijke (Lopez-Diaz, Lara & Lahera, 2018).

Negatieve symptomen zijn een van de kernsymptomen van schizofrenie volgens de DSM-5 . Er

hoeft echter niet noodzakelijk sprake te zijn van negatieve symptomen om de diagnose

schizofrenie te stellen. Negatieve symptomen worden hier beschreven als verminderde

emotionele expressie of initiatiefverlies (APA, 2014). Tandon et al. (2013), rapporteren dat deze

definiëring van negatieve symptomen een van de veranderingen is, die werd doorgevoerd van

DSM-IV-TR naar de DSM-5 binnen de definiëring van schizofrenie. In de DSM-IV-TR was ook

sprake van negatieve symptomen, maar waren dit nog geen kernsymptomen van de stoornis.

Page 20: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

14

Verminderde emotionele expressie en avolitie moeten als twee aparte dimensies van negatieve

symptomen worden beschouwd, volgens Barch et al. (2013). In het onderzoek stellen ze dat twee

aparte factoren vooropgesteld kunnen worden binnen de cluster negatieve symptomen, namelijk

verminderde emotionele expressie en avolitie/anhedonie/a-sociabiliteit. Een verminderde

emotionele expressie gaat over een afvlakking van de emoties. Daarnaast ziet men onder avolitie

het onvermogen om initiatief te nemen en het gebrek aan motivatie om iets te ondernemen.

Anhedonie gaat dan weer over het gebrek aan plezier in de dagelijkse dingen. Tenslotte bedoelt

men met de term a-sociabiliteit het zich afsluiten van de context, geen toenadering tot anderen

zoeken en hier ook geen behoefte aan lijken te hebben. Strauss et al. (2013) bestudeerden ook de

tweedelige onderverdeling van negatieve symptomen, namelijk avolitie-apathie en verminderde

expressie. Hierbij onderzochten ze of het nuttig was patiënten op te delen in deze twee groepen.

Zij vonden dat een opdeling in drie clusters toegepast kan worden in de praktijk. Ten eerste is er

de groep met een hoge score voor verminderde expressie en een lagere score voor avolitie-apathie.

Ten tweede is er een groep met een lagere score voor verminderde expressie en een hoge score

voor avolitie-apathie. En ten derde is er de groep met een lage score op de beide groepen

symptomen.

Aandacht voor negatieve symptomen is van groot belang. Dit duidt onder andere een onderzoek

van Pai en Vella (2015), waarin ze aantonen dat 20 tot 40 procent van de patiënten met

schizofrenie last heeft van negatieve symptomen als primair symptoom. Deze symptomen leiden

tot een functionele achteruitgang en een verminderde kwaliteit van leven. Daarnaast heeft

onderzoek ook uitgewezen dat, zowel bij eenmalig psychotische patiënten als bij langdurig

psychotische patiënten, negatieve symptomen een belangrijke bron zijn van zichtbare verschillen

in gedrag tussen patiënten. Sommige patiënten hebben meer last van de negatieve symptomen

dan anderen en toch wordt bij elke psychotische patiënt vooral ingezet op het reduceren van de

positieve symptomen, terwijl de negatieve symptomen onbehandeld blijven. Deze negatieve

symptomen en hun invloed op individueel gedrag, hebben dus ook implicaties voor de

behandeling van psychose. Pai en Vella (2015) halen een meta-analyse aan waarin aangetoond

wordt dat wanneer patiënten die negatieve symptomen vertonen, therapie gericht op de psychose

en therapie gericht op depressie combineren, meer resultaat boeken. In de eerste soort therapie

richt men zich vooral op de positieve symptomen. De therapie gericht op depressie is meer

geschikt om primaire en secundaire negatieve symptomen aan te pakken. Ook Rolls et al. (2017)

halen aan dat er nog verder onderzoek nodig is omtrent de implicaties voor behandeling.

Page 21: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

15

Onderzoek zoals dat van Rolls et al. (2017) en Pai en Vella (2015) duidt op het belang van het

onderzoek naar negatieve symptomen. Het is relevant voor verdere behandeling en benadering

van patiënten.

Negatieve symptomen staan zoals hierboven beschreven, duidelijk in de schaduw van positieve

symptomen in wetenschappelijk onderzoek. Dit blijkt ook het geval te zijn in de praktijk. Dellfus

en Lyne (2017) bekijken de geschiedenis van negatieve symptomen en komen in hun onderzoek

tot de conclusie dat negatieve symptomen, net als vroeger, nu nog steeds op de achtergrond staan

in zowel het diagnostisch onderzoek als het behandelingsproces bij schizofrenie. Dit komt mede

door het povere begrip van het concept negatieve symptomen en de oorzaken ervan.

Uit een onderzoek van Lincoln, Dellfus en Lyne naar de instrumenten om de subjectieve

ervaringen van negatieve symptomen in kaart te brengen, blijkt dat negatieve symptomen goed

bevraagd kunnen worden, maar er nog steeds een aantal vragen open blijven omtrent dit

onderwerp. Ze keken naar interviews en zelfbeoordelingsschalen, die specifiek peilen naar

negatieve symptomen, zoals de ‘Subjective experience of Negative Symptoms’ (SENS) en de

‘Motivation and Pleasure Scale- Self Report’ (MAP-SR). Ze concludeerden dat er op dit moment

wel instrumenten beschikbaar zijn, maar deze veel tijd en expertise vergen. Daarnaast peilen deze

nog te weinig naar subjectieve overtuigingen en klachten van de patiënt zelf op vlak van de

negatieve symptomen, deze zouden nochtans handvaten kunnen bieden voor verdere behandeling

(Lincoln, Dellfus, & Lyne, 2017). Voorgaand onderzoek en het onderzoek van Rolls et al. (2017)

benadrukken de nood aan kwalitatief onderzoek naar negatieve symptomen. De ervaring van

negatieve symptomen worden weinig of niet bevraagd bij de patiënt zelf, ondanks dat Pai en Vella

(2015) aantonen dat deze symptomen een impact hebben op de levenskwaliteit van psychotische

patiënten. Daarnaast wordt ook door Lincoln et al. (2017) benadrukt dat kennis over het ervaren

van negatieve symptomen een meerwaarde voor behandeling kan betekenen. Kennis over die

subjectieve ervaring van negatieve symptomen is in de literatuur nog niet voldoende aanwezig.

Er is dus nood aan kwalitatief onderzoek naar negatieve symptomen, zodat de meetinstrumenten

en de behandeling van de patiënt hierop kunnen afgestemd worden.

Definiëring van negatieve symptomen binnen de psychoanalytische benadering.

Vanuit de psychoanalyse kunnen we negatieve symptomen op een andere manier benaderen. De

psychoanalyse ziet psychose als een structuur, die niet gelimiteerd is tot de groep van patiënten

die een psychotische episode hebben doorgemaakt. Negatieve symptomen dienen dus ook breder

bekeken te worden dan enkel bij deze gedeclencheerde groep. Een psychotische structuur is al

aanwezig van voor het moment dat de acute psychose uitbreekt, van voor de declenchering.

Page 22: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

16

De meeste mensen met een psychotische structuur merken dit zelfs nooit, net omdat hun psychose

niet geactiveerd wordt. Er zijn negatieve symptomen aanwezig voor, tijdens en na de psychotische

opstoot (Leader, 2012). Hier kunnen we een link leggen met de ordinaire psychose, wat de niet-

gedeclencheerde psychose is. In de periode voor de acute psychose worden immers reeds

negatieve symptomen gerapporteerd, zo blijkt uit een onderzoek van Pisculic et al.(2012). Zij

vonden in hun onderzoek dat er hogere scores waren op negatieve symptomen bij mensen die

later een acute psychose ontwikkelen. Dit geldt voor zowel mensen die een eerste psychotische

episode doormaken als voor patiënten die chronisch psychotisch zijn. We kunnen dus de

hypothese vooropstellen dat dit ook zo is bij de ordinaire psychose.

Lacan (1981) haalt in zijn derde seminarie aan dat we de begin- en eindfase van de psychose met

elkaar mogen vergelijken qua structuur of dat deze twee ons evenveel informatie kunnen bieden.

Die structuur is hetzelfde bij een niet-gedeclencheerde psychose als bij een gedeclencheerde

psychose. We zullen trachten negatieve symptomen te benaderen vanuit de onderliggende

structuur van psychose. Het verschil tussen een verdoken of ordinaire psychose en een acute

psychose zijn, volgens Maleval (2018), te situeren in de uitingsvorm of symptomen en de

originele manier van stabiliseren. Deze zijn bij de acute psychose meer uitgesproken dan bij de

niet-gedeclencheerde psychose. Maar op zich is er in de structuur van de psychoticus geen

verschil.

Vooral binnen de psychotische melancholie en de niet-gedeclencheerde psychose zijn negatieve

symptomen zichtbaar. Eerst is er de psychotische melancholie, dit wordt ook de depressie van de

psychotische structuur genoemd. Patiënten zijn hier niet in beweging te krijgen, ze zijn moeilijk

te motiveren, ze vermijden elke vorm van interactie en soms weigeren ze zelfs te spreken. Deze

symptomen zouden we kunnen benoemen als negatieve symptomen. Ze zijn aanwezig door een

identificatie met het niets. Er is geen imaginaire relatie, waardoor de psychoticus ‘leeg’ is, er is

niets om zich aan te spiegelen en dus ook niets om zich mee te identificeren (Verhaeghe, 2002).

Daarnaast is er de niet-gedeclencheerde psychose, waar wel de specifieke verhouding tot de ander

en de taal aanwezig is, maar waar nog geen pathologische symptomen zijn. De psychoticus kan

standhouden binnen de maatschappij door bijvoorbeeld een imaginaire relatie aan te gaan. Deze

zorgt ervoor dat de psychoticus kan samenvallen met die ene andere, waardoor hij kan

functioneren in de samenleving. En toch zijn gaten, leegtes in het bewustzijn. Er zijn

denkcategorieën die ontbreken bij deze mensen (Leader, 2012). We zouden kunnen stellen dat

wanneer een psychoticus kan standhouden in de samenleving via een imaginaire relatie, negatieve

symptomen aanwezig zijn door het feit dat die identificatie niet voldoende is.

Page 23: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

17

Onder de identificatie ligt niets, er ligt daar een leegte, wat ervoor zorgt dat de emoties afgevlakt

zijn, de gedachten leeg en dat er weinig motivatie of energie is. De imaginaire relatie is een soort

van oppervlakkige oplossing, maar die kan de leegte die eronder zit, niet opvullen. Deze

hypothese kan als een soort verklaring dienen voor negatieve symptomen binnen de niet-

gedeclencheerde psychose.

We kunnen binnen de psychoanalyse vanuit twee invalshoeken naar negatieve symptomen kijken.

Eerst zullen we vanuit het aangaan en wegvallen van een imaginaire relatie proberen om die

negatieve symptomen een plaats te geven. Deze benadering legt de nadruk op het imaginaire

register. Het register van het beeld dat ieder van ons zichzelf voorhoudt (Johnston, 2016).

Vervolgens duiden we de negatieve symptomen vanuit het symbolische register, namelijk vanuit

mentaal automatisme en het gat in de betekenaarsketting.

Imaginaire identificatie.

Een mogelijke oplossingspoging om de leegte die de psychose definieert op te vullen, is het

aangaan van een imaginaire relatie. Hierbij kan men zich identificeren met een ideaal, dit kan

bijvoorbeeld een overleden persoon uit de familie zijn. Het ideaal is vaak iets gelinkt aan de

moeder, iemand die zij graag zag, de rol in de samenleving die zij graag wou vervullen. Dat ideaal

geeft bij de psychose een richting in het leven, het is een soort van kompas, een oriëntering. Via

deze identificatie, geeft de psychoticus zichzelf een plaats en beschermt hij zich tegen het gevaar

dat dreigt in sociaal contact, namelijk het té dicht komen. Doordat bij de psychose de eigen

identiteit niet gedefinieerd is, dreigt er steeds het gevaar om samen te vallen met de ander. Het

ideaal dat hij nastreeft kan de identiteit definiëren op zo’n manier dat het gevaar om samen te

vallen met de ander gecounterd wordt. Dat ideaal is iets wat de psychoticus koste wat het kost wil

bereiken. Zo komt het bijvoorbeeld voor dat de psychoticus zich spiegelt aan het ideaal van ‘de

perfecte werknemer’ en zal hij op de werkvloer dan ook een zeer perfectionistische houding

aannemen (Leader, 2012; Maleval, 2018).

Deutsch (Leader, 2012) sprak ook van als-of identificaties. Dit zijn de imaginaire identificaties

waarbij men volledig de identiteit van iemand uit de omgeving kopieert. De als-of identificatie

bedekt de verworpen symbolische betekenaar (de Naam-van-de-Vader). De psychoticus doet een

persoon na en geeft zichzelf op die manier een identiteit. De identificatie is als een soort raam,

waardoor hij de kans krijgt om met anderen in contact te treden. Dit soort identificatie kan hem

wel overeind houden, maar is nooit voldoende. Hij blijft afhankelijk van een ander, hij blijft een

object. In dit geval moet de persoon waaraan hij zich spiegelt aanwezig zijn om zich aan vast te

houden (Leader, 2012; Maleval, 2018).

Page 24: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

18

Deze oplossingspogingen kunnen zeer werkzaam zijn gedurende bepaalde perioden of zelfs

gedurende iemands volledige leven. Zo haalt Maleval (2018) in zijn tekst aan dat het geregeld

voorkomt dat wanneer we een persoon met een langdurige psychose en zijn context bevragen,

reeds een aantal elementen in het verleden van die persoon te zien zijn, die wijzen op een

psychotische structuur. Zo is er bijvoorbeeld een vader die aanhaalt dat zijn dochter steeds een

bepaalde vriend/vriendin erg volgde en bijna kopieerde. Dit merkte hij reeds op wanneer zijn

dochter nog erg jong was. Er is zo ook een jongen die het geweldig doet op school, maar erg

apathisch en asociaal is. Deze eigenschappen wijten de mensen uit zijn omgeving dan aan

gemakzucht of verlegenheid. De voorgaande karakteristieken (apathie en a-sociabiliteit), kunnen

we als negatieve symptomen zien. En daarnaast kunnen we het meisje dat anderen nadoet of

kopieert, zien als een imaginaire identificatie. Het meisje valt samen met een ander, doet deze

persoon helemaal na, leeft zoals de ander leeft en geeft zichzelf hiermee een betekenis en een

identiteit.

We kunnen een link leggen tussen het aangaan van een imaginaire/ als-of relatie en negatieve

symptomen. Het moment waarop de imaginaire verhouding voldoet en een sluitende identiteit

geeft aan de persoon met een psychose, werkt dit goed, en kan een psychose onderliggend blijven.

Het is echter wel zo dat deze imaginaire relatie nooit alle antwoorden kan bieden, op vragen waar

het psychotisch subject op botst tijdens zijn leven. De imaginaire relatie is opgebouwd bovenop

het gat, dat de forclusie achterliet. Dit wil zeggen dat deze relatie ongefundeerd is en dus ook niet

bepaald sterk (Leader, 2012; Maleval; 2018). We zouden kunnen stellen dat de negatieve

symptomen opduiken, doordat de leegte in de identiteit nog steeds niet opgevuld is.

Henriksen, Skodlar, Sass en Parnas (2010) bespreken, vanuit een meer fenomenologische hoek,

een patiënt die twee acute psychoses heeft doorgemaakt in zijn leven. Daarbij is duidelijk hoe

leeg en ongefundeerd deze imaginaire of als-of relaties zijn en hoe we dit kunnen linken met

negatieve symptomen. Ze bekijken de gevoelens die de man ervaart, die zowel voor (hypothetisch

dus tijdens de imaginaire identificatie), tijdens, als bij remissie van de acute psychose aanwezig

zijn. Op basis van deze gevalsbeschrijving geven zij drie processen aan die werkzaam zijn. Een

eerste mechanisme dat ze aanhalen is het niet in staat zijn om zich te verankeren in de realiteit. Er

is een verstoorde ik-wereld relatie, waardoor de regels van het spel (van de wereld) niet worden

opgenomen. Dit zien we ook terugkomen in de psychoanalytische literatuur. De wet, de normen

en gangbare, conventionele zaken worden in de psychose niet opgenomen. Daardoor worden ze

ook niet in vraag gesteld en kunnen ze als bevreemdend overkomen. We kunnen stellen dat de

wereld als vreemd wordt ervaren tijdens de imaginaire relatie. Die relatie vult die leegte, die er is

Page 25: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

19

door de forclusie, niet voldoende op. Er zijn nog steeds zaken die ontbreken, waardoor de wereld

niet als echt, als vertrouwd aanvoelt (Leader, 2012; Vanheule, 2013). Een gevolg van die

verstoorde ik-wereld relatie is verminderde sociale contacten. De regels van de wereld zijn niet

opgenomen, waardoor converseren met de ander via normale gangbare regels lastig wordt

(Henriksen, et al., 2010). We zouden dus kunnen stellen dat de apathie-avolitie vooral te wijten

zijn aan het niet-doorleefde karakter van de identificatie (Leader, 2012).

Een tweede aspect dat wordt aangehaald is het gevoel van angst en rusteloosheid. Angst wordt

door Heidegger (Henriksen, Skodlar, Sass en Parnas, 2010) gelinkt aan het gevoel niet thuis te

zijn, het gevoel dat de wereld zijn betekenis verliest. Angst en het gevoel niet thuis te horen in de

wereld, zijn twee soorten manifestaties van dezelfde ervaring. We kunnen dit opnieuw linken met

het niet hebben van het referentiekader. Hierbij komt het niet kunnen nemen van beslissingen

naar boven. Doordat de wereld betekenisloos wordt, worden keuzes ook betekenisloos.

Dit zouden we ook binnen de dimensie apathie-avolitie kunnen kaderen, het niet in staat zijn

knopen door te hakken, dingen te ondernemen. Als alles betekenisloos is, waarom zou een patiënt

dan nog dingen ondernemen of sociaal contact zoeken met anderen?

Een derde aspect wat volgens Henriksen et al. (2010) vaak voorkomt bij patiënten met psychose,

namelijk de angst om afgewezen en vernietigd te worden. En tegelijkertijd ook de angst om

volledig verslonden te worden door de anderen. Bij de psychose voelt men zich blootgesteld in

contact met anderen, er dreigt een zekere kwetsbaarheid. We zouden dit binnen de imaginaire

relatie kunnen zien als een angst om volledig samen te vallen met de ander en niets meer van

zichzelf over te houden. Hier zien we dat de patiënten minder sociaal contact aangaan vanuit de

angst om afgewezen of net volledig verslonden te worden door de ander.

We zagen reeds dat negatieve symptomen, en specifiek avolitie-apathie, in verband kunnen

gebracht worden met het lege karakter van de imaginaire of als-of relaties. Daarnaast zouden we

ook nog negatieve symptomen kunnen duiden vanuit het wegvallen van die relatie. Door

tegenstrijdigheden of overdrijvingen in de omgeving kan de rol, die de psychoticus over heeft

genomen, soms niet blijven voortbestaan. We zien dat de duale relatie die de psychoticus met een

ander, een persoon, een groep of een ideaal heeft, in elkaar valt, wanneer een derde partij deze

dualiteit komt verstoren. Deze derde partij kan een ander zijn, de vader, een abrupte gebeurtenis,

iets wat de continuïteit in deze relatie verstoord. Deze verstoring zou gecounterd kunnen worden

door de Naam-van-de-Vader, maar aangezien bij de psychose net hier een leegte is, is er niets dat

deze verstoring kan opvangen. De duale relatie vervalt dus volledig. De wereld verbrokkelt en

heeft geen betekenis meer voor de psychoticus. De rol, die via de imaginaire of als-of relatie werd

Page 26: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

20

gecreëerd, voldoet niet meer en valt in duigen. Op dat moment is er niets meer om zich aan te

spiegelen, het ideaalbeeld is weggevallen. Er is dus geen identiteit meer waaraan de psychoticus

zich kan spiegelen. Hier kunnen we het bestaan van een verminderde expressie op zowel

emotioneel als talig vlak naar voren schuiven. Door het wegvallen van die rol, heeft de

psychoticus het gevoel alles verloren te zijn en leeg te zijn. Doordat dat psychoticus nu geen

referentiekader meer heeft, kan de taal ook moeilijker gebruikt worden. Emoties kunnen niet meer

doorleefd of verwoord worden en dit zorgt in het algemeen voor een soort van afvlakking. Dit

kan er zelfs toe leiden dat de psychotische persoon vervalt in een melancholische periode (Leader,

2012; Maleval, 2018). Zoals eerder aangehaald, kunnen we melancholie ook wel de depressie van

de psychose noemen. We zien hier dus veel typische symptomen opduiken, zoals apathie, avolitie

of verminderde expressie (Verhaeghe, 2002).

Mentaal automatisme en het gat in de betekenaarsketting.

Een andere manier om negatieve symptomen te benaderen vanuit de Lacaniaanse theorie, is via

zijn ideeën rond mentaal automatisme en het gat in de betekenaarsketting. Mentaal automatisme

is een begrip dat geïntroduceerd werd door de Clérambault. De theorie van Lacan rond het gat in

de betekenaarsketting wordt hieraan gelinkt en op die manier kunnen we negatieve symptomen

proberen begrijpen.

De Clérambault stond bekend voor zijn grondige, maar zeer snelle klinische oordelen in het

centrum waar hij werkzaam was (Préfecture de Police). Hij legde niet de nadruk op het toekennen

van een label aan zijn patiënten, maar was daarentegen vooral bezig met het symptoom. Hij

probeerde in een paar goed gekozen begrippen te duiden welke symptomen in welke mate of in

welke uitingsvorm aanwezig waren. Hij slaagde erin om in zijn interviews met patiënten aandacht

te hebben voor de kleine details in de spraak en het verhaal van de patiënt. In deze details kon hij

vaak een indicatie voor psychose ontwaren. Hetgeen waar de Clérambault op focuste, noemde hij

mentaal automatisme. Mentaal automatisme was voor de Clérambault de bouwsteen om van

psychose te kunnen spreken (Vanheule, 2018).

De Clérambault definieert mentaal automatisme als een klinisch syndroom waarbij automatische

fenomenen te zien zijn op drie mogelijke vlakken, namelijk op motorisch, sensorisch-affectief

en/of ideo-verbaal (talig) gebied. Die automatische fenomenen zijn iets verrassends en raars voor

de patiënt. Er is als het ware een manifestatie in het lichaam of de geest van de patiënt, waarover

hij geen controle heeft. Het lijkt van buitenaf te komen. de Clérambault wijst erop dat zowel

positief als negatief mentaal automatisme kan worden geobserveerd. Bij positief mentaal

automatisme gaat het om fenomenen van intrusie, zoals hallucinaties, gedachten die veel te snel

Page 27: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

21

gaan, gedachtenecho’s en dergelijke. Negatief mentaal automatisme omvat dan de fenomenen van

inhibitie, zoals onder andere het stoppen van denkprocessen, motorische inhibitie en plotse

vermoeidheid (Vanheule, 2018). Deze zaken kunnen we ook benoemen als negatieve symptomen.

Lacan had een iets andere interpretatie rond mentaal automatisme. Volgens hem was het een

onverwachte inval in de betekenaarsketting, een verstoring van de continuïteit. Zoals in het

hoofdstuk rond taal reeds geïntroduceerd werd, worden betekenaars aan elkaar gekoppeld in een

betekenaarsketting. Doordat we via betekenaars en de betekenaarsketting alles mooi aan elkaar

hangen, ervaren we een mentale continuïteit (Vanheule, 2013). Bij mentaal automatisme, wordt

deze continuïteit verstoord. Er gebeurt een inval in de betekenaarsketting bij positief mentaal

automatisme en er ontbreekt een betekenaar bij het negatief mentaal automatisme, wat ervoor

zorgt dat zowel in de taal als in de mentale ervaring discontinuïteit optreedt (Vanheule, 2018).

Voor Lacan is mentaal automatisme dus veel abstracter. Hij focust zich op de manier waarop de

interferentie in de betekenaarsketting, die voor discontinuïteit zorgt, wordt georganiseerd. Hij

beschrijft het positief mentaal automatisme als volgt. Er worden betekenaars opgedrongen aan

het subject. Dit gebeurt automatisch, de persoon kan hier zelf geen vat op krijgen. Deze

automatische stroom van betekenaars zorgt voor een verstoring van de metonymie, van de

continuïteit in de spraak. Die betekenaars voelen niet als iets van zichzelf, het lijkt alsof de

persoon hier geen enkele link mee heeft. Vanuit deze verstoring in de metonymie, zien we dat op

die manier ook het subject wordt verstoord (Vanheule, 2018). Dit is ook iets wat Leader (2012)

aanhaalt, namelijk dat het iets is dat van buitenaf lijkt te komen, waar de persoon zelf geen vat op

heeft en dat dit zorgt voor verwarring en verrassing.

Negatief mentaal automatisme wordt gedefinieerd als een radicale breuk in de continue

ontplooiing van de betekenaarsketting. Hierbij stopt de productie van de betekenaarsketting

abrupt. Er is geen metonymie meer want de ketting is afgebroken. Waar een volgende betekenaar

wordt verwacht, verschijnt nu alleen een sombere leegte. Die leegte zorgt er ook voor dat geen

betekenis kan gegeven worden aan voorgaande en/of komende betekenaars of evenementen.

Daarnaast heeft die leegte ook een effect op het subject. Normaal wordt het subject gedefinieerd

door de betekenaarsketting, maar doordat deze ketting stopt, wordt het subject ook niet meer

gedefinieerd. Er is geen identiteit meer, enkel een leegte (Vanheule, 2018). Het stoppen van die

betekenaarsketting kunnen we linken aan negatieve symptomen. Op het moment dat de

betekenaarsketting stopt, is er geen identiteit meer. Het subject heeft geen houvast meer en niets

Page 28: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

22

lijkt nog vanzelfsprekend. Er ontwikkelt zich geen identiteit meer, dus de psychoticus is als het

ware niemand of niets meer, er is enkel nog de confrontatie met de leegte.

Mentaal automatisme kan opduiken wanneer de psychoticus geconfronteerd wordt met

existentiële vragen, bij een confrontatie met iets uit het reële register. Specifieke

levensgebeurtenissen kunnen existentiële vragen opwekken. De existentiële vragen doen een

beroep op de Naam-van-de-Vader. Daar zit bij de psychose net die leegte, dat gat, waardoor geen

antwoord gegeven kan worden. Dit maakt dat de betekenaarsketting stopt, wat leidt tot negatief

mentaal automatisme (Vanheule, 2018).

Er zijn vanuit de psychoanalyse nog geen concrete antwoorden op hoe negatieve symptomen tot

stand komen of op welk moment ze naar voren treden. We kunnen ze hypothetisch wel linken aan

imaginaire identificaties of het gat in de betekenaarsketting, zoals in het voorgaande is gebleken.

Verdere observatie en analyse van cases uit de praktijk, kan ons helpen inzicht te krijgen in hoe

de patiënten zelf deze negatieve symptomen ervaren en hoe zij die plaatsen in hun leven. Op die

manier kunnen we nagaan of de theoretische assumpties die we maken, gestaafd kunnen worden.

Page 29: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

23

Vanuit de literatuurstudie naar de onderzoeksvraag

Zoals eerder aangegeven staan negatieve symptomen op verschillende vlakken nog in de schaduw

van positieve symptomen. Dat blijkt uit onderzoek van onder andere Dellfus en Lyne (2017),

volgens wie dit te wijten is aan de povere kennis rond dit soort symptomen. Zij ijveren in hun

onderzoek voor het includeren van de subjectieve ervaring van negatieve symptomen in onder

andere meetinstrumenten. Het zou een meerwaarde voor de diagnostiek en behandeling van

patiënten kunnen betekenen indien naar subjectieve ervaringen en belevingen wordt gepeild.

De nood aan aandacht voor negatieve symptomen blijkt ook sterk uit onderzoek van Paï en Vella

(2015). Hierin stelt men dat negatieve symptomen een grote invloed hebben op de levenskwaliteit

van mensen met schizofrenie. Daarnaast is het effect van medicatie op negatieve symptomen

slechts beperkt (Kirkpatrick, Fenton, Carpenter & Mander, 2006). Er is nog maar weinig resultaat

geboekt, wanneer we kijken naar de aanpak van negatieve symptomen. Door hun invloed op

individueel gedrag en levenskwaliteit (Rolls et al., 2017; Paï & Vella, 2015), is het hoog tijd om

hier meer aandacht in te investeren. We moeten niet enkel symptomen inventariseren, maar ook

effectief naar de patiënt zelf luisteren. “Wat ervaart hij? Hoe beleeft hij zijn symptomen?”

Het pleidooi van Lacan voor het niet-begrijpen kunnen we ook op negatieve symptomen

betrekken. Wanneer we vanuit een derde perspectief symptomen van patiënten trachten te

begrijpen, kan dit alleen maar nefast zijn voor de patiënt zelf (Libbrecht, 1996). Het is namelijk

niet zo vanzelfsprekend dat de binnen- en buitenkant van een psychoticus hetzelfde zijn. Aan de

buitenkant kan het lijken alsof iemand geen emoties meer heeft, Terwijl hij van binnenuit net

overspoeld wordt door emoties en hierdoor verlamd wordt.. Het kan gebeuren dat een psychoticus

zijn emoties bewust stillegt, als een soort bescherming tegen de intensiteit ervan (Le

Lievre, Schweitzer, & Barnard, 2011). Wanneer we persoonlijke invullingen en betekenissen, die

psychotici geven aan negatieve symptomen, beter zouden begrijpen, kunnen we interventies hier

ook meer op afstemmen (Gee et.al., 2018). De ervaring is zo intens en zo subjectief dat we dit als

buitenstaander, als toeschouwer niet kunnen begrijpen (Libbrecht, 1996). Net daarom is het zo

belangrijk om niet zelf zaken te interpreteren, maar te bevragen wat de psychoticus zelf ervaart.

Vanuit de noden die we vinden in de literatuurstudie komen we tot de volgende onderzoeksvraag:

“Hoe spreken langdurig psychotische patiënten over het al dan niet ervaren van negatieve

symptomen?”

Page 30: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

24

Op basis van de hierboven besproken psychoanalytische theorie kunnen we verwachten dat het

wegvallen of afvlakken van onder andere gedachten, emoties, zin om iets te doen en plezier,

gerapporteerd zullen worden door de patiënten. Vanuit de idee dat psychotici geconfronteerd

worden met een leegte, verwachten we dat die leegte zich dan ook weerspiegelt in hun emoties,

gedachten en gedrag. Daarnaast kunnen we hypotheses vormen omtrent wanneer de negatieve

symptomen het meest intens ervaren worden. We stellen dat negatieve symptomen gerapporteerd

zullen worden op het moment dat het oplossingsmechanisme van de psychoticus niet voldoende

werkt of volledig wegvalt.

In het eerste geval verwachten we dat imaginaire identificaties niet voldoende zullen zijn om een

‘sluitende identiteit’ te voorzien, om op vragen van het reële register een antwoord te kunnen

bieden. De dimensie avolitie-apathie zou dan gerapporteerd worden vanuit het niet doorleefde

karakter van de imaginaire identificatie. Het verminderd sociaal contact zou dan eerder het gevolg

zijn van de angst om samen te vallen met de ander (Leader, 2012). Hierbij moeten we echter ook

een kanttekening maken. Aangezien we patiënten in een psychiatrische voorziening zullen

interviewen, kunnen we ervan uitgaan dat we te maken hebben met reeds gedeclencheerde

psychosen. Om te kunnen denken in termen van de imaginaire identificatie, zullen we dus moeten

peilen naar ervaringen van voor de acute psychose. Er kunnen eventueel ook nieuwe imaginaire

identificaties ontstaan zijn bij de patiënten, als zij reeds verder zitten in hun herstel van de

declenchering.

Daarnaast verwachten we ook dat er sprake zal zijn van negatieve symptomen wanneer een

identificatie of waanconstructie in elkaar valt. Het wegvallen hiervan, leidt namelijk tot een

confrontatie met de leegte, wat wil zeggen dat psychotici op dat moment geconfronteerd worden

met een niets, geen gedachten, afgevlakte emoties, geen zin om dingen te ondernemen en

dergelijke meer (Leader 2012; Maleval, 2018).

Op cognitief vlak zou volgens de theorie omtrent het gat in de betekenaarsketting en het mentaal

automatisme, een stop of het wegvallen van gedachten optreden. Er is letterlijke een leegte in het

spreken en er kan geen vervolg meer geproduceerd worden in de betekenaarsketting. Deze leegte,

het stoppen van het ontwikkelen van de betekenaarsketting, zouden we moeten zien terugkomen

wanneer de psychoticus wordt geconfronteerd met existentiële vragen. Het negatief mentaal

automatisme zou ook nog gebrek aan motivatie en plotse vermoeidheid met zich meebrengen.

Page 31: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

25

Deze onderzoeksvraag en de bijhorende verwachtingen zullen we via een kwalitatieve methode

trachten te toetsen in het volgende onderdeel van deze masterproef. We zullen nagaan of de

thema’s die in de interviews naar boven komen een duidelijker beeld kunnen scheppen omtrent

wat de negatieve symptomen zijn en wanneer ze optreden. We zullen deze thema’s binnen de

psychoanalytische theorieën, die hiervoor werden besproken, trachten te plaatsen.

Page 32: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

26

Methode

Steekproef

Er werden 9 patiënten met schizofrenie of een andere langdurige psychotische stoornis

geïnterviewd. De deelnemers zijn patiënten van een afdeling van het psychiatrisch centrum Dr.

Guislain te Gent, die zich vrijwillig kandidaat stelden. De steekproefbeschrijving is als volgt:

Participant6 Leeftijdscategorie Geslacht Diagnose7 Eerste

opname

omwille van

psychose

Stef 50-55 Mannelijk Psychose en

middelenmisbruik

2013

Bas 20-25 Mannelijk Schizo-affectieve

stoornis

Onbekend

Toon 50-55 Mannelijk Bipolaire stoornis

met psychoses

1997

Dries 30-35 Mannelijk Druggeïnduceerde

psychose

2003

Paul 35-40 Mannelijk Paranoïde

schizofrenie

1999

Thomas 55-60 Mannelijk Psychose, niet verder

gespecifieerd

1978

Stijn 40-45 Mannelijk Druggeïnduceerde

psychose

2015

Kaat 55-60 Vrouwelijk Schizofrenie/

psychosegevoeligheid

1994

Brecht 40-45 Mannelijk Paranoïde

schizofrenie

2002

De patiënten werden op voorhand goed geïnformeerd over het onderzoek en op de hoogte

gebracht van hun rechten. Daarnaast ondertekende elke deelnemer een informed consent.

Het onderzoek werd goedgekeurd door het ethisch comité van het universitair ziekenhuis Gent.

6 De namen van de participanten zijn pseudoniemen. 7 De diagnose die in de tabel genoteerd staat, is hoe de patiënten het zelf benoemen.

Page 33: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

27

Materialen

Er werden bij elke deelnemer een of meerdere semigestructureerd interviews afgenomen omtrent

de beleving van negatieve symptomen. Een semigestructureerd interview, biedt de mogelijkheid

om dieper op thema’s of onderwerpen in te gaan als de patiënten dit zelf willen. Op die manier

kunnen de interviews goed afgestemd worden op wat de patiënt zelf wenst te vertellen, wat een

grote meerwaarde is aangezien de patiënten allen psychotisch zijn en achterdochtigheid hiermee

vaak gepaard gaat. Een ander voordeel van semigestructureerde interviews is dat de patiënt hierbij

in zijn eigen termen dingen kan benoemen (Cohen & Crabtree, 2006), wat in het kader van het

onderzoek van grote waarde is aangezien we peilen naar de beleving van de patiënt zelf. In totaal

werden veertien interviews opgenomen in de thematische analyse.

Opzet

De onderzoeker, Nienke Moernaut, is doctoraatstudent aan de vakgroep psychoanalyse en

raadplegingspsychologie van de universiteit Gent en tevens begeleidster van deze masterproef.

Vooraleer de interviews werden afgenomen, liep zij gedurende een bepaalde periode mee in het

psychiatrisch centrum Dr. Guislain, op de afdeling waar de patiënten gerekruteerd werden. Op

die manier kon de onderzoeker reeds een vertrouwensband opbouwen met de patiënten, zodat

tijdens de interviews meer diepgang verkregen kon worden. De patiënten kozen zelf of ze al dan

niet wouden deelnemen aan het onderzoek en daarnaast bekeken ook de psychiaters van het

centrum welke patiënten in staat waren deel te nemen.

In een volgende stap werden de interviews getranscribeerd. Om de anonimiteit van de patiënten

te bewaken, werden namen uit de transcripties van de interviews gehaald. Daarnaast werd ook

informatie, die kan leiden tot het identificeren van de patiënten, geanonimiseerd of verwijderd uit

de transcripten, zoals bijvoorbeeld woonplaatsen, bedrijven waar men werkte en dergelijke. De

transcripten werden geanalyseerd aan de hand van een thematische analyse, waaruit vervolgens

besluiten getrokken werden. Deze besluiten werden teruggekoppeld naar de voorgaande

literatuurstudie.

Procedure

Bij het analyseren van de interviews werd een thematische analyse uitgevoerd. Een thematische

analyse is een zeer flexibele manier van data-analyse. Het kan op twee verschillende manieren

gebruikt worden, namelijk als een analyse op zich of als een deel van een ruimere analyse (Braun

& Clarke, 2006). In dit werk was de thematische analyse een analyse op zich en werden geen

verdere andere soorten van analyses meer toegepast.

Page 34: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

28

De thematische analyse werd uitgevoerd volgens de stappen van Braun en Clarke (2006). In de

eerste fase moesten we onszelf de data eigen maken. Het is hier de bedoeling om de interviews

grondig door te lezen. Bij het lezen van de interview denkt men na over terugkerende patronen,

betekenissen, we nemen notities over de dingen die opvallen en dergelijke meer. Ook het

transcriberen van data wordt gezien als het inwerken in de data. Het is een tijdrovende fase, maar

volgens Braun en Clarke wel een essentiële fase voor de rest van de thematische analyse.

In een tweede fase van de analyse codeerden we de data. In deze fase is het belangrijk om nog

dicht bij de tekst te blijven, hiermee bedoelen we dat het belangrijk is om nog niet te algemene

codes te gebruiken. Dit komt pas in de volgende fase, waarbij we ook meer zullen moeten

interpreteren. In de fase van het coderen van de transcripten, genereer je codes vanuit een theory-

driven of een data-driven standpunt. Theory-driven coderen wil zeggen dat je met de theoretische

achtergrond op zoek gaat naar bepaalde dingen in de data. Terwijl je bij data-driven vertrekt

vanuit de gegeven data en dit dan later terugkoppelt naar de theorie. In dit werk zullen we kiezen

voor data-driven coderen. We kiezen zeer bewust voor deze manier van analyseren, aangezien

het ons doel is om vanuit de ervaringen en de beleving van de patiënten te vertrekken. We zijn

ons hierbij bewust van het feit dat de theorie die we reeds als bagage meedragen een onbewuste

invloed heeft op onze coderingen.

Vervolgens gingen we vanuit de codes op zoek naar ruimere thema’s, zoals reeds hierboven

besproken. We gingen in deze derde fase kijken hoe we de verschillende codes samen onder

bepaalde thema’s kunnen ordenen. Hierbij zochten we naar overlappingen, we gaan dingen

interpreteren om zo tot een aantal kernthema’s te komen. Op het einde van deze fase bekwamen

we een overzicht van mogelijke thema’s, sub-thema’s en we noteerden welke codes bij de

verschillende thema’s horen. Het kan hierbij makkelijk zijn om de codes en mogelijke thema’s te

visualiseren.

In een volgende fase herbekeken we de kandidaat-thema’s uit de vorige fase. Dit gebeurde in twee

stappen. In een eerste stap overliepen we elke code binnen de thema’s en evalueerden we of de

codes binnen die thema’s passen. Indien dit zo was, konden we verder. Indien niet, moesten we

onderzoeken of andere thema’s nodig waren, of thema’s weg moesten, en dergelijke meer.

Een tweede stap in de vierde fase is het overlopen van de volledige data. Het is belangrijk om

ervoor te zorgen dat de thema’s op voldoende wijze de inhoud van de volledige data vatten.

In de vijfde en laatste fase van de analyse kregen de thema’s een naam en werden ze duidelijk

gedefinieerd. We beschreven duidelijk wat de thema’s inhouden en wat hierin van belang is. Het

is niet de bedoeling om louter een samenvatting te geven van de codes die horen bij de thema’s.

Page 35: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

29

In deze fase gingen we op zoek naar voldoende diepgang. De thema’s zijn namelijk bedoeld als

antwoord op onze onderzoeksvraag.

Wanneer de thema’s duidelijk afgebakend waren, konden we de resultaten uit de thematische

analyse terugkoppelen aan de theoretische inzichten, die eerder al aan bod kwamen in dit werk.

Om betrouwbare resultaten te bekomen is het belangrijk om ons ervan bewust te zijn dat het eigen

referentiekader en de voorgaande literatuurstudie zijn invloed heeft op de thematische analyse. In

de eerste plaats had mijn eigen referentiekader een invloed op het interpreteren van de interviews

en bijgevolg dus ook het coderen ervan. Er zijn bepaalde zaken in de interviews die onbewust

meer mijn aandacht trekken dan andere. Om me hier bewust van te worden, ging ik tweemaal

door elk interview met een zo open mogelijk blik. Het doel van de analyse is om data-driven te

werken, toch merkte ik dat de theoretische concepten, waarin ik me tijdens de literatuurstudie

verdiepte, in mijn achterhoofd meespeelden bij het coderen van de interviews. De interviews

werden onvermijdelijk gelezen vanuit een psychoanalytisch oogpunt, dus zaken die aan dit kader

te linken zijn, werden sneller opgemerkt en gecodeerd. Om me hiervan bewust te zijn, zaten de

onderzoeker, een medestudent en ik twee maal samen om interviews te overlopen. Belangrijk

hierbij is dat de medestudent vanuit een ander theoretisch kader vertrekt in haar masterscriptie.

Er zijn dus codes die zij meer vanuit dat oogpunt opstelde, waardoor ik me ervan bewust werd

dat bepaalde zaken ook op een andere manier konden geïnterpreteerd worden en ik dus met een

meer open blik de interviews kon benaderen.

Wanneer we ons de vraag stellen of het onderzoek valide is, met andere woorden of we met onze

analyse meten wat we beogen te meten, kunnen we positief antwoorden . Het doel is te peilen

naar de persoonlijke, individuele beleving van de patiënten. Door hen vrij te laten spreken aan de

hand van een semigestructureerd interview en hierna data-driven te coderen, blijven we zo dicht

mogelijk bij de eigen ervaring van de patiënt als mogelijk. Om er zeker van te zijn dat ik niet te

veel interpretaties maakte, bleef ik in een eerste codering van de interviews, zeer dicht bij de

verwoording van de patiënten. Pas wanneer ik de interviews een tweede keer doorliep, probeerde

ik de oorspronkelijke codes, onder meer algemene codes te plaatsen.

Page 36: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

30

Resultaten

Bij het analyseren van de interviews heb ik zo goed als mogelijk de verschillende fases, zoals in

de methodesectie beschreven, trachten te doorlopen. Om te beginnen heb ik de interviews, die ik

zelf niet transcribeerde, drie maal gelezen. De interviews, die ik zelf had getranscribeerd, las ik

twee maal. Vervolgens begon het coderen. Na het coderen van het eerste interview, zat ik samen

met de onderzoeker en een medestudent om de codes te overlopen. Het doel van het overlopen

van de codes was af te checken of zij dezelfde elementen hadden gecodeerd en om te bekijken

hoe zij zaken hadden benoemd. Ik codeerde daarna eerst alle interviews en bleef hierbij zeer dicht

bij de verwoording van de patiënten. Vervolgens doorliep ik vijf interviews een tweede keer en

trachtte ik meer algemene codes te geven aan de zeer specifieke verwoordingen die ik in de eerste

codering had genoteerd. Ter controle zaten de onderzoeker, een medestudent en ik opnieuw samen

om een interview te doorlopen. Tenslotte doorliep ik zelf de codes van de overige interviews nog

een tweede keer.

Na het coderen, printte ik alle codes af, knipte deze uit en probeerde ze samen te leggen in een

aantal hogere orde codes. Deze stap doorliep ik vier maal. Met de hogere orde codes die ik na de

vierde keer bekwam, ging ik aan de slag in het ontwerpen van de thema’s. Drie maal veranderde

de samenstelling van de thema’s met een aantal subthema’s.

De thema’s die ik na de derde maal uit de hogere orde codes haalde, legde ik voor aan de

onderzoeker. Bij het overlopen van de hogere orde codes die resulteerden in bepaalde thema’s,

voegden we nog een extra thema toe. Uiteindelijk weerhielden we vijf hoofdthema’s. Daarnaast

is er ook nog een restcategorie, waarin concepten zitten, die interessant zijn binnen de vooraf

besproken theorie, maar door de patiënten niet rechtstreeks gelinkt worden aan negatieve

symptomen. Deze restcategorie wordt in dit hoofdstuk kort aangehaald en in de discussiesectie

ook verder besproken. Een meer gedetailleerd verslag en persoonlijke bedenkingen bij de analyse,

kan u terugvinden in bijlage 1: het onderzoeksdagboek.

In wat volgt in het hoofdstuk ‘resultaten’ worden de vijf hoofdthema’s met hun subthema’s

uitgebreid verduidelijkt. Belangrijk om mee te nemen is dat deze vijf thema’s niet losstaan van

elkaar, we zullen zien dat er soms overlap is, dat bepaalde zaken terugkomen of gelinkt kunnen

worden aan elkaar. In figuur 1, kan u een schematische weergave van de thema’s en hun

subthema’s terugvinden:

Page 37: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

31

Figuur 1: Schematische weergave van de thematische analyse

De leegte

Figuur 2: Schematische weergave van het thema ‘De leegte’

In het eerste thema ‘de leegte’, vinden we terug welke symptomen de patiënten rapporteren en

hoe zij die benoemen. In de verwoording die patiënten geven aan hun symptomen, komt het

zogenaamd ‘zombiegevoel’, het leven op automatische piloot, ‘de leegte’ vaak terug. Er worden

veel verschillende verwoordingen gegeven aan de periode na de acute psychose, maar eigenlijk

komen ze allemaal neer op leegte. Bas rapporteert zijn ervaring als volgt:

De leegte

Cognitief

Emotioneel

Lichamelijk

Van de top naar beneden

vallen

Confrontatie met de realiteit

Contrast in emoties,

gedachten en doen

Symptoom van de

omgeving

Medicatie als onzichtbare handboeien

voor de hersenen

Psychiatrie als de wachtkamer

van de dood

Maatschap-pelijke druk

Bewust negatief symptoom

gedrag stellen

Bescherming tegen de

maatschappij

Preventief handelen

Omgaan met negatieve

symptomen

Actief verzet

Aanvaarden

De leegte

Cognitief Emotioneel Lichamelijk

Page 38: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

32

“Ja, tis lijk dage hoe moek da zeggen, ge zij lijk gewoon een omhulsel da leeft, ma gebt

gelijk geen gevoelens en geen gedachten en ja, ge zij lijk ne zombie he (mhm)8.”

“… dus da alles op u gewoon afkomt, da alles gewoon gebeurt en dage het gewoon, tis

lijk dage tis lijk da.. hoe moek da zeggen die leegte, tis lijk da dat er iets anders u lichaam alé ja,

nie echt u lichaam bestuurt.”

In het spreken over deze leegte komen over alle interviews heen, drie categorieën naar voor,

namelijk leegte op cognitief, emotioneel en lichamelijk vlak. Dit zijn dan ook de drie subthema’s

zoals weergegeven op figuur 2. Een aantal patiënten rapporteert de leegte omtrent hun gedachten,

het niet hebben van gedachten of net het teveel aan gedachten, waardoor men niet meer kan

denken. Ook op vlak van emoties zien we dat er een soort afvlakking wordt ervaren, men wordt

apathisch of gedemotiveerd. Als laatste zien we ook een leegte op lichamelijk vlak. Patiënten

spreken over vermoeidheid of het letterlijk tekort voelen in hun lichaam.

Cognitief.

Een eerste vlak waarop patiënten een bepaalde leegte ervaren, is op cognitief vlak. Er zijn

patiënten die spreken over geen of minder gedachten meer hebben, anderen rapporteren het niet

afmaken van gedachten of gedachten die zeer negatief of zelfs duister worden. Patiënten halen

ook vaak aan dat ze anderen veel zien staren en zien dat anderen weggezonken zijn in hun

gedachten. Paul rapporteert hierover bijvoorbeeld het volgende:

“Leeg ja, gelijk mijn energiedrop, azo zo gelijk u verstand da op nul een beetje staat eh

ja hoe of ook nie in staat om intensief te gaan denken.”

Stef haalt aan dat hij zijn gedachten onder controle probeert te houden via schrijven, zodat ze

meer geordend zijn. In het volgende citaat geeft hij weer hoe het is als zijn gedachten niet onder

controle zijn:

“Soms kan je piekeren gewoon omdat je geen controle hebt over je gedachten. Omdat je

niets afwerkt. Omdat je niets afrondt.”

Veel patiënten rapporteren een effect op hun gedachten. De leegte, het automatische is hierin sterk

aanwezig.

8 Het woord ‘mhm’ is een betekenisloos woord, waarmee de onderzoeker in de interviews de patiënt

aantoont dat ze luistert.

Page 39: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

33

Emotioneel.

Naast gedachten, wordt ook de leegte op emotioneel vlak regelmatig aangehaald. We zouden de

afvlakking van emoties theoretisch kunnen benoemen als apathie. Naast de afvlakking wordt ook

vaak aangehaald dat je tijdens de leegte weinig of geen gevoelens hebt, dat er een effectieve leegte

is in hun hoofd en dat er dus letterlijk niets is. Bas rapporteert dat zijn gevoelens als het ware

uitgeschakeld zijn:

“tis lijk dage een soort plant zijt, lijk een een een onmenselijk omhul omhulsel en tis lijk

dan u gevoelens vanbinnen lijk uitgeschakeld zijn.”

Lichamelijk.

Een derde vlak waarop de leegte sterk naar voor komt in de interviews, is op lichamelijk vlak.

Patiënten rapporteren vermoeidheid, houterig zijn, gebrek aan motivatie of ambitie om iets te

doen, geen zelfcontrole en dergelijke. Zaken die vroeger vanzelfsprekend waren, zijn nu moeilijk

om te doen of lijken niet meer nuttig. De vraag waarom zou ik er energie in steken, wordt geregeld

gesteld door patiënten. Het niet kunnen functioneren door vermoeidheid, is iets wat Thomas

bijvoorbeeld duidelijk aanhaalt:

“Vroeger had ik dat niet dat ik moe werd (mm) maar ik kan nog zoveel dingen zeggen,

maar het is gewoon, het komt erop neer, dat ik bijna niet kan functioneren, (mm) bijna niet.”

Paul rapporteert over de motivatie die hij kwijt is:

“Ja ge wordt ook veel rapper moe ge wordt ook veel rapper de goesting is er ook al nie

meer dan (mhm) das wel tis zo ja das de …”

Thomas spreekt ook over het tekort in zijn lichaam, over zijn beperkte lichaam:

“En ge zegt van dat u lichaam beperkt voelt en wat is er dan juist gaande?9

Awel ik voel iets vast in mijn lichaam en ook mijn benen zijn gelijk van hout (mm). Ik word dan

ook bijna lam.”

De lichamelijke leegte gaat samengevat dus over de motivatie om iets te doen, over dingen

volhouden, over vermoeidheid en een beperkt lichaam. Vanzelfsprekendheden worden in vraag

gesteld en het is moeilijker om dagelijkse taken op te nemen.

Opvallend in dit thema is dat veel patiënten de symptomen vooral bij anderen zien en weinig

spreken over het zelf ervaren ervan. Dit kunnen we linken aan het feit dat er een stigma leeft in

de maatschappij en dat patiënten vanuit een schaamtegevoel niet durven spreken over het zelf

ervaren van negatieve symptomen. Dit komt nog terug in het thema ‘symptoom van de omgeving’

9 De tekst is vetgedrukt wanneer de interviewer aan het woord is.

Page 40: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

34

en zal daar verder uitgediept worden. Daarnaast spreken ook veel patiënten over het feit dat ze

vroeger wel negatieve symptomen hebben ervaren, maar nu niet meer. We zouden dit kunnen

situeren in het feit dat de patiënten die werden geïnterviewd, patiënten zijn die reeds verder staan

in hun herstel. We zouden kunnen stellen dat patiënten, die nog sterke negatieve symptomen

ervaren, minder geneigd zijn om deel te nemen aan onderzoek, dan de patiënten, die reeds meer

hersteld zijn.

We kunnen in het algemeen stellen dat patiënten negatieve symptomen rapporteren op drie

verschillende vlakken. Op cognitief, emotioneel en fysiek vlak. Het spreken van ‘een leegte’ is

vanuit psychoanalytisch perspectief zeer interessant. De link met de psychoanalytische

invalshoek, wordt in de conclusie en discussie verder behandeld.

Van de top naar beneden vallen

Figuur 3: Schematische weergave van het thema ‘Van de top naar beneden vallen’

In het thema ‘Van de top naar beneden vallen’, spreken patiënten over de contrasten die er zijn

bij een psychotisch patiënt tussen de waanperiode en de periode erna. In dit thema kunnen we een

onderverdeling maken, namelijk confrontatie met de realiteit enerzijds en het contrast tussen veel

emoties, gedachten, bezigheden en het ‘niets’ anderzijds.

Confrontatie met de realiteit.

Binnen het subthema confrontatie met de realiteit, rapporteren patiënten dat het heel pijnlijk is

om te beseffen dat hetgeen wat je als waarheid nam tijdens de waan, plots allemaal niet correct

blijkt te zijn. Om de confrontatie met de realiteit te duiden, geven we eerst een aantal quotes mee:

Van de top naar beneden vallen

Confrontatie met de realiteit

Contrast in emoties,

gedachten en doen

Page 41: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

35

Toon: “Wa da ge wel kunt hebben is da ge euh ne gansen tijd in die zogezegde irrealiteit

leeft en dat ge dan op een bepaald moment in de zogenaamde realiteit terechtkomt (mhm) en dat

ge dan in depressie valt. (ja) Omdat ge dus in ene keer geconfronteerd wordt met het feit dat ge

zogezegd in de irrealiteit geleefd hebt.. dus dat ge constateert dat het toch maar een droom was

(mhm). Ma tis geen droom.”

Stef: “En dan had ik een periode van ongeveer een maand en da was heel traumatisch,

ja. Heel pijnlijk, beseffen dat dat het allemaal in mijn hoofd was en da al die dingen, al die goede

dingen dat da niks ging gebeuren.”

Bas: “En euh ja achteraf ist gewoon, hoe moek het zeggen ja, tis tis zo die confronta, die

confrontatie met de realiteit da alles wa da ge ervaren hebt de afgelope periode van u psychose,

dat da allemaal nie, ja nie klopt en dat da (mhm) hoe moek het zeggen, dat dat eigenlijk ja, een

soort waan was, des des vrij confronterend om da te, in ene keer te beseffen van wow da was

gewoon allemaal geen realiteit en ja, das hoe moek het zeggen, das wel depressie-uitlokkend

eigenlijk.

Bovenstaande uitspraken van patiënten geven aan dat het een pijnlijke ervaring is om te beseffen

dat de zaken waarvan je zo overtuigd was tijdens de acute psychose, tijdens de waan, dat deze

niet kloppen of niet de realiteit zijn. De wereld hoe de patiënt hem in de waan had ingebeeld en

de positie die patiënten zichzelf geven tijdens een waan, vallen plotseling allemaal weg en dat is

een zeer confronterende ervaring. Het leidt bij heel veel mensen tot ongelukkige gevoelens en

demotivatie. Aangezien een waan een doel kan bieden in het leven, ontstaat er een zekere

zinloosheid na de acute psychose. Toon nuanceert dit idee enigszins. Hij haalt aan dat wanneer je

uit een angstpsychose komt, de confrontatie met de realiteit net als een opluchting kan aanvoelen

in plaats van iets negatiefs. Hij zegt hierover het volgende:

“Nee, als euh awel, daar hebt ge dan het omgekeerde, als ge dan uit die angstpsychose

komt, hebt ge dus (blaast) (opluchting) Das dan het omgekeerde, in plaats van in depressie vallen.

(mhm ja) Get dus.. de voldoening dat gedaan is he (ja ja tzal wel) ja.”

Contrast in emoties, gedachten en doen.

Naast de confrontatie met de realiteit is er ook een groot contrast tussen emoties, gedachten en

doen tijdens en na de acute psychose. Dit brengt ons tot het tweede subthema binnen het thema

‘van de top naar beneden vallen’, namelijk ‘contrast tussen emoties, gedachten en doen’. Binnen

dit subthema rapporteren patiënten hoe intens het verschil aanvoelt tussen wat men ervaart tijdens

versus na de acute psychose. Het contrast, dat door een aantal patiënten wordt benoemd, kan

leiden tot een nefast, depressief gevoel. Via een aantal quotes uit interviews, trachten we dit

contrast wat meer te verduidelijken op de verschillende vlakken. Tijdens de waan zijn er veel

Page 42: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

36

emoties aanwezig, allemaal in een soort van extreme vorm. Wanneer de waan wegvalt, vallen ook

de emoties die hiermee gepaard gaan voor een groot deel weg. Stef beschrijft dit contrast op vlak

van emoties zeer duidelijk. Hij rapporteert dat hij tijdens de acute psychose alle vier de

basisemoties in extremis ervaart. Blijdschap is extase, verdriet is rouw, angst is terreur en in plaats

van kwaadheid is er razernij. Hieronder schetst hij wat er dan met die emoties gebeurt, wanneer

je uit die acute psychose valt:

“…en dus je zit in die extreme emoties, je hebt dezelfde emoties als andere mensen, maar

in extremis en dan neem je de extase uit, dan zit je met de andere drie he. (ja) En da was de

ervaring. (Ja oké) Snap je? Dus dan zit je met de ervaring van nog steeds die constante

afwisseling van ex-, niet-extase, maar van extreem angst, extreem boosheid en rouw, maar zonder

de compensatie van extase. (mhm) En dan ga je echt naar beneden gaan. Zo echt nachtmerrie.”

De positieve emoties vallen dus weg en enkel de extreem negatieve emoties blijven over.

Niet enkel op vlak van emoties geven patiënten een grote dip aan, ook op vlak van motivatie,

energie en gedachten rapporteren ze een groot contrast in ervaringen tijdens of na de waan. Bas

zegt hierover het volgende:

“Ma we da ook, wa da ook denk ik een rol speelt in waarom dat da zo hevig voelt die

leegte, is omdat er juist zo een groot verschil is he tussen tussen ja super veel gedachten hebben

en dingen willen doen enal en dan in ene keer helemaal leegte, niets, in de psychiatrie pillen

nemen en ja (mhm)…”

We kunnen bij dit thema besluiten dat op het moment dat je de waan opgeeft, je overblijft met

niets. Zowel de confrontatie met de realiteit als het grote contrast in gedachten, emoties en

handelingen tussen de waanperiode en erna, leiden tot negatieve symptomen die als zeer pijnlijk

worden ervaren. Patiënten vallen bijna letterlijk helemaal naar beneden wanneer ze uit een acute

psychose komen, vandaar de benaming voor dit thema ‘Van de top naar beneden vallen’.

Page 43: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

37

Symptoom van de omgeving

Figuur 4: Schematische weergave van het thema ‘Symptoom van de omgeving’

In het thema ‘Symptoom van de omgeving’ bespreken we dat patiënten vaak de link leggen tussen

het hebben van negatieve symptomen en de omgeving. Ze zien medicatie heel vaak als ‘oorzaak’

van de negatieve symptomen. Daarnaast heeft ook opname in de psychiatrie zijn invloed op

negatieve symptomen in de ervaringen van de patiënten. Niet enkel het feit dat ze opgenomen

zijn, maar ook het label ‘psychose’ heeft volgens hen een effect op het ervaren van negatieve

symptomen. Als laatste komt binnen dit thema ook de maatschappelijke druk aan bod. Door

ideeën die in de samenleving leven of door stigmatisering, kunnen negatieve symptomen voor

een deel in de hand gewerkt worden.

Medicatie als de onzichtbare handboeien voor de hersenen.

Medicatie wordt door de meeste patiënten genoemd als een van de oorzaken van negatieve

symptomen. Velen geven negatieve symptomen het statuut van bijwerking van de medicatie.

Zowel primaire gevolgen als secundaire gevolgen van het nemen van antipsychotica worden

genoemd door patiënten. De primaire gevolgen zijn de zaken die zij benoemen als een

rechtstreekse bijwerking van de medicatie. Bas zegt letterlijk het volgende:

“Handboeien zijn de onzichtbare handboeien van de hersenen”.

Deze uitspraak van Bas vat de vele beschrijvingen van het negatieve effect van medicatie heel

goed samen. Medicatie is volgens meerdere patiënten een downer, het zorgt voor een leeg gevoel,

het leidt tot vermoeidheid, het geeft het gevoel een plant te zijn. Enkele quotes van patiënten

verduidelijken dit:

Symptoom van de omgeving

Medicatie als de onzichtbare

handboeien voor de hersenen

Psychiatrie als de wachtkamer van

de dood

Maatschappelijke druk

Page 44: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

38

Paul: “die medicatie is vooral gebaseerd op verdoving he, das vooral (mhm) das vooral

gebaseerd en en en da heb je zo nekeer enen da me nen dip komt.”

Bas: “Want ik denk wel dat die leegte een groot deel toe te schrijven is aan medicatie, die

(mhm) die genomen wordt.”

Daarnaast zijn er ook patiënten die spreken over secundaire gevolgen van medicatie. Door

het innemen van medicatie verzwaren namelijk een aantal patiënten. Bij Kaat bijvoorbeeld komt

dit duidelijk aan bod. Zij zegt dat medicatie je zodanig het gevoel geeft een plant te zijn, dat het

enige waar je nog plezier in vindt, eten is. Bas was een aantal kilogram aangekomen door de

inname van medicatie. Hij vond dat gênant, wat ervoor zorgde dat hij zich terugtrok en sociale

contacten vermeed. Anderzijds zijn er ook een aantal patiënten die de voordelen van de medicatie

aanhalen in de interviews. Dries zegt bijvoorbeeld dat de medicatie helpend was voor hem, omdat

die hem uit zijn waan haalde. Ook Stijn ervaart medicatie als iets positief:

“als ik daarna dan zo stopte met de medicatie, merkte ik dat ik zo gelijk weer een teveel

aan prikkels kreeg die negatief voor mij waren, alé die mij niet functioneel, met de medicatie was

ik weer zo tot de mogelijkheid gekomen om functioneel te zijn.”

Niet iedereen heeft echter last van de bijwerkingen van medicatie, onder andere Toon zegt geen

effecten van de medicatie te ondervinden. Een ander voordeel aan medicatie dat Stef beschrijft,

is het ontschuldigend karakter, vooral voor de omgeving. Hij haalt aan dat wanneer medicatie

helpt tegen een ziekte, dit wijst op het biologische, organische aspect ervan en het ontschuldigend

kan werken voor onder andere ouders. Stef verwijst hierbij naar een vrouw uit zijn straat.

“haar zoon is, zit in een instelling met schizophrenia of dat is, schizofrenie, dat is zijn

diagnose en voor haar is het heel belangrijk dat het niet de fout is van de ouders, dat het niet door

de opvoeding is, dat het gewoon een organische ding is, het is gewoon pech.”

Psychiatrie als de wachtkamer van de dood.

Niet enkel medicatie, maar ook de opname in de psychiatrie zelf is een ervaring die als oorzakelijk

wordt beschouwd voor negatieve symptomen door de patiënten, vooral Stef vertelt hier zeer

uitgebreid over in de vier interviews die van hem werden afgenomen. “De psychiatrie is de

wachtkamer van de dood” is een uitspraak van Stef, die de inhoud van dit subthema goed

samenvat. In de eerste plaats wordt de opname in de psychiatrie benoemd als een verpletterende

ervaring die heel wat gevolgen met zich meebrengt. Patiënten worden hier machteloos, eenzaam,

geïsoleerd, loom of down van. We zien dit bij veel interviews terugkomen, zo haalt Dries

bijvoorbeeld het verliezen van je vrijheid aan wat leidt tot depressieve gevoelens:

Page 45: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

39

“Ge zijt uw vrijheden kwijt (hm). Er zijn veel mensen die, euh, zelfmoord plegen, die in

de psychiatrie zitten, of die echt heel depressief worden.”

De machteloosheid komt ook in verscheidene interviews aan bod. Het is iets wat op zich ook nog

leidt tot het wegebben van ambities, het wegzinken in eigen gedachten en isolatie. Stef rapporteert

dat de machteloosheid niet alleen een gevoel is, maar ook iets reëel:

“Machteloosheid is nie alleen een gevoel. Het is een feit (hm). Ik bedoel als je geen geld

hebt, en geen perspectieven, en geen vrienden, en geen family die je nog opzoekt, dan heb je geen

macht he.”

Ook Toon vertelt over wat psychiatrie met hem doet, voor hem heeft het een afvlakkend effect.

“Ge wordt ziek als ge hier zit. Dan leef ik nie. Dan leef ik nie…

Maar je zegt van eh: ‘Ik word ziek als ik hier ne gansen dag zou zitten’, maar wa houdt da

dan in voor u? Als ge zegt van eh, da ziek. Wa bedoelt ge daar dan juist mee?

Ge wordt hier afgevlakt eh.”

In de uitspraak van Stef komt ook die isolatie aan bod. Naast hem halen ook nog andere

patiënten het feit aan dat ze hun familie en vrienden verliezen. Zo haalt Stef aan dat de leegheid

in je leven niet enkel een gevoel, maar ook een realiteit is, patiënten krijgen weinig bezoek en

verliezen het contact met de buitenwereld.

“…inhoudelijk, de leegheid van je leven als je in een psychose komt dat is wel vrijwel

compleet hoor. Meeste mensen krijgen geen bezoek he. (mhm) Dus alle verbanden met de

buitenwereld zijn verbroken.”

Naast de opname op zich, spelen ook de andere patiënten in de psychiatrie een rol volgens de

participanten. In de eerste plaats zie je dat heel veel psychotische patiënten er ‘als een plant’

bijzitten en is dit niet echt hoopgevend. De relaties die patiënten onder elkaar hebben, zijn ook

erg oppervlakkig, wat ervoor zorgt dat je minder makkelijk met elkaar praat. Daarnaast

rapporteren patiënten ook dat de hulpverleners in de psychiatrie weinig tijd hebben om echt te

investeren in een relatie met patiënten. Iedereen is een vreemde en dat is volgens Stef niet echt

een motivatie tot spreken. Hij noemt de psychiatrie dan ook het apparaat van de onderdrukking.

Een opname in de psychiatrie wordt niet door iedereen als een negatieve ervaring beschouwd.

Toon zegt hierover het volgende:

“Ja wa wa het doet met u van om in opname te zijn? Inderdaad zo mensen die zo vaak

wel is zo zijn gelijk zoveel een teveel aan tijd hier, het weinig activiteiten euh.. Wa doet da me

Page 46: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

40

ne mens? Euh, ik denk dat wel goe is voor veel mensen dat ze weinig activiteiten hebben. Uhum,

omdat ze tot rust komen (mhm).. euh, ik heb veel tijd in de namiddag (mhm), dan heb ik niets te

doen. Euhm zeer veel tijd om te rusten, een ander heeft veel tijd om zijn hobby’s uit te oefenen

(mhm). Dus ja iedereen heeft tijd he, voor zijn eigen he (mhm) om voor zijn eigen te bekomen.

Denk dat de meesten wel tijd hebben om te rusten.”

Toon haalt hier aan dat het niet voor iedereen ‘schadelijk’ is om weinig om handen te hebben in

de psychiatrie. Hij haalt later ook nog aan dat psychiatrie hem wel geholpen heeft, maar dat het

niet langer hoeft te duren dan nodig. Ook Brecht haalt een voordelen van de psychiatrie aan, hij

benoemt de verveling als ‘therapie voor gedachtenordening.’, en ook Stef zegt dat de psychiatrie

een veilige omgeving is om aan je problemen te werken.

Er worden in de interviews ook een aantal zaken aangehaald die volgens patiënten helpen om je

niet te laten meeslepen in dat lome, lege, uitgeputte gevoel. Zo rapporteren patiënten onder andere

jezelf als verschillend zien van anderen, voor jezelf opkomen, je eigen behandeling in handen

nemen en zo jezelf helpen.

Er zijn binnen de psychiatrie dus een aantal facetten die door patiënten aan negatieve symptomen

worden gelinkt. De opname zelf, de sociale isolatie die hiermee gepaard gaat, de lage kwaliteit in

contacten met medepatiënten en begeleiders en dergelijke.

Maatschappelijke druk.

En derde sub-thema gaat over de ‘druk van de maatschappij’. Hierbij komt aan bod hoe de

diagnose ‘psychose’ door de buitenwereld wordt gezien en welke invloed dit dan op psychotische

patiënten heeft. In de interviews komt onder andere aan bod dat er bij psychose snel van een

bepaalde chroniciteit wordt uitgegaan. Zowel dokters, hulpverleners als mensen buiten de

psychiatrie zien psychose vaak als iets ongeneesbaar. Hieronder wordt een stukje uit het interview

met Stef weergegeven, waarin de chroniciteit ook wordt aangehaald als iets dat je naar beneden

haalt, iets waar je passief van wordt:

“De veronderstelling van chroniciteit, we zijn hopeloze gevallen, we kunnen alleen maar

palliatief geholpen worden, daar geloof ik niet in (hmm).

Ja, ik denk dat het ook gewoon, het, door het te geloven da ge wel kunt herstellen, dat ge, dat

dat heel belangrijk is om ook te kunnen herstellen.

Euh, ja, ja, ja, ja, euh een heel negatieve prognose, dat trekt je naar beneden natuurlijk eh.”

De veronderstelling dat het ongeneesbaar is, zorgt voor lage of geen verwachtingen van deze

patiënten, waardoor motivatie al snel wegebt. Maar niet enkel de veronderstelling van chroniciteit

vormt volgens patiënten een probleem, ook het stigma dat nog steeds bestaat omtrent psychotische

Page 47: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

41

patiënten speelt een enorme rol. Stef haalt aan dat er buiten de psychiatrie niemand is waarmee

hij kan praten:

Als jij een probleem hebt op je werk of niet komt op je werk, kan je dat bespreken dat met

je partner of met je vrienden – meeste mensen hebben iemand (hm). Maar das een manier om te

zeggen. Maar bij psychiatrie heb je niemand he.

Vanuit het stigma dat bestaat in de samenleving, ontwikkelt snel een schaamtegevoel bij

patiënten, wat door onder andere Bas wordt aangehaald als oorzaak voor het niet praten met

mensen. Daarnaast kan het stigma ook het verlies van motivatie, eenzaamheid en dergelijke

beïnvloeden.

Samengevat zien we dat patiënten een aantal externe factoren aanhalen zoals medicatie, opname

in de psychiatrie en maatschappelijke druk, die ze in verband brengen met de negatieve

symptomen. We kunnen ons de vraag stellen in welke mate negatieve symptomen veroorzaakt of

beïnvloed worden door interne en externe factoren. Veel patiënten halen aan dat het een

vermenging van mogelijke oorzaken is, dat zorgt voor de negatieve symptomen. We komen hier

later in de discussie nog op terug.

Bewust negatief symptoom gedrag stellen

Figuur 5: Schematische weergave van het thema ‘Bewust negatief symptoom gedrag stellen’

Bewust negatief symptoom gedrag

stellen

Bescherming tegen de

maatschappij

Preventief handelen

Page 48: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

42

‘Bewust negatief symptoom gedrag stellen10’ is een thema waarin aan bod komt dat niet alles wat

voor derden lijkt op negatieve symptomen, ook zo aanvoelt voor de patiënt. In de interviews komt

vaak terug dat patiënten zich bewust terugtrekken of zwijgzaam opstellen. We zien in het

algemeen twee redenen terugkomen om bewust negatief symptoom gedrag te stellen, namelijk als

een bescherming tegen de maatschappij en als een preventief handelen om een psychotische

opstoot te vermijden.

Bescherming tegen de maatschappij.

Gedrag dat als negatieve symptomen wordt geïnterpreteerd, wordt soms bewust gesteld vanuit

een bescherming tegen de maatschappij of tegen de omgeving. In een eerder behandeld thema

‘Symptoom van de omgeving’ bespraken we reeds de druk van de maatschappij, waarin we

bekeken op welke manier de maatschappij bijdraagt aan het onbewust stellen van negatief

symptoom gedrag. In het huidige thema gaat het meer over de patiënt die heel bewust kiest om

bepaalde gedragingen te stellen, zodat hij of zij niet geconfronteerd wordt met die maatschappij

of die omgeving. Zo is er bijvoorbeeld Bas die aanhaalt dat hij moeilijk sociaal contact kan leggen,

omdat zijn gedachten zo leeg zijn en dat hij letterlijk niet weet wat te zeggen. Hij kiest er dan zelf

voor om die contacten niet aan te gaan en sociaal gênante situaties te vermijden.

“… jah, euh, ge denkt nie na en ge weet totaal nie wa zeggen en ge komt dan iemand

tegen en dan is da zo mega awkward vibe omda ja ge weet nie wa zeggen en die kijken dan zo

naar u en ge zegt dan niets en dan wordt da supersnel super awkward wel en da komt

hoofdzakelijk door die leegte...”

Preventief handelen.

Naast het vermijden van de omgeving, stellen patiënten soms ook negatief symptoom gedrag

vanuit het proberen te voorkomen van een psychotische opstoot. Ze hebben de signalen van een

opstoot leren herkennen en trekken zich terug uit sociale contacten wanneer ze voelen dat ze te

veel prikkels krijgen. Kaat bijvoorbeeld zegt dat zij en haar omgeving de eerste symptomen van

een psychotische opstoot herkennen en dat zij zich dan steeds meteen laat opnemen en de eerste

dagen niet buitenkomt om zo weinig mogelijk prikkels te hebben:

10 Negatief symptoom gedrag is de benaming die we gebruiken voor gedrag dat door de omgeving als

negatief symptoom wordt geïnterpreteerd, maar niet zo aanvoelt voor de patiënt.

Page 49: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

43

“En zoals ik zeg dan ga ik niet naar buiten, de eerste 14 dagen kom ik heel zeker niet

buiten (ja). En dan begint dat over te gaan min of meer, begin ik ook te forceren en zeg ik van:

ja, oké kan er een een beetje beter tegen en dan beetje bij beetje tot na een maand (ja).”

Hier is het ook belangrijk om te vermelden dat de buitenwereld soms kan denken dat het leven

van die mensen saai is, maar dat dit voor hen niet altijd zo voelt. Zij hebben het soms nodig om

zich terug te trekken, even alleen of in zichzelf te zijn en zo tot rust te komen. Wat voor de

buitenwereld soms lijkt op een ziekelijk negatief symptoom, is dat voor de patiënt zelf niet altijd.

Kaat geeft dit zelf ook sterk aan:

“Goh ja gelijk dat ik zeg van er zijn veel mensen die misschien zouden zeggen dat mijn

leven saai is, maar ik heb wel een aantal goede vrienden bij wie ik regelmatig contact heb. En

uhm ik ben nu weer beginnen lezen. Ik lees heel graag filosofie en uh ik heb gisteren trouwens

nog 2 boeken gekocht en doe graag mee aan het filosofieatelier ook en tuurlijk crea-atelier is ook

mijn ding, tekenen en schilderen, en uhm ja ik heb, ik ga daar zodanig in op dat ik zo kan zeggen:

dat is niet waar mijn leven is niet saai (mm ja)..”

Omtrent het thema ‘bewust negatief symptoom gedrag stellen’, kunnen we concluderen dat de

buitenwereld niet altijd op een correcte manier het gedrag van de patiënten interpreteert. Patiënten

stellen soms gedrag dat voor hen helpend is, enerzijds om de confrontatie met de maatschappij te

vermijden en anderzijds om een opstoot van een acute psychose trachten te voorkomen. Er lijkt

een discrepantie te bestaan tussen de ervaringen van de patiënt zelf en de symptomen die

buitenstaanders rapporteren. Dit duidt nogmaals het belang van kwalitatief onderzoek, waarbij

we de ervaring en rapportages van de patiënten zelf gebruiken als uitgangspunt.

Omgaan met negatieve symptomen

Figuur 6: Schematische weergave van het thema ‘Omgaan met negatieve symptomen’

Omgaan met negatieve

symptomen

Actief verzet Aanvaarden

Page 50: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

44

Binnen het thema ‘Omgaan met negatieve symptomen’, komen, zoals de naam aangeeft, de zaken

aan bod die patiënten aanhaalden, die voor hen of voor anderen helpend waren in het ervaren van

de negatieve symptomen. De strategieën die door de patiënten zijn benoemd, kunnen we

onderverdelen in enerzijds actief verzet tegen de negatieve symptomen en anderzijds het

aanvaarden van de negatieve symptomen.

Actief verzet.

Bij actief verzet tegen de negatieve symptomen zien we vooral dat patiënten bewust en actief

tegen de negatieve symptomen ingaan. Er worden verschillende methoden aangehaald. Zo is

jezelf een doel geven en nadenken over de lange termijn een van de manieren. Daarnaast is het

naar buiten komen en contacten aangaan met anderen een methode die door veel patiënten wordt

aangehaald. In het interview met Toon horen we het volgende wanneer hij spreekt over zijn

depressie die hij na zijn psychose kreeg:

“En dat is mijn begin geweest van mijn genezing, ik ben beginnen naar buiten treden,

door da licht in mijn huis. Ik ben beginnen ontplooien (mhm) en kben op mijn gemakske derdoor

geraakt.. ja. En het naar binnen keren, het naar binnen keren, het naar buiten keren, ook

mentaal of ook het gewoon effectief meer naar buiten komen? Naar buiten komen he (ja), ja

das de enigste oplossing. Tis daarmee, ik ben nooit thuis.”

Dit actief naar buiten komen en contact zoeken met mensen, is echter niet altijd zo makkelijk.

Dries haalt bijvoorbeeld aan dat je sociale contacten wegvallen door de positieve symptomen en

het niet makkelijk is om deze te herstellen.

“Wat er ook wegvalt is uw omgeving, want er zijn veel vrienden die zoiets heb van: “ik

wil daar efkes geen contact meer mee.” (mhm) Want mensen met een psychose kunnen echt heel

euh vermoeiend en lastig zijn voor de mensen om mee om te gaan. Wat da dan wel moeilijk maakt

om te herstellen denk ik, want ik denk wel dat je eigenlijk gesprekken nodig hebt.”

De reden waarom patiënten zo actief vechten, wordt ook een aantal keer aangehaald. Er wordt

gesproken over het niet willen worden zoals de andere passieve patiënten in de psychiatrie, of

over het vechten tegen gedachtenverlies of realiteitsverlies. Daarnaast komt ook het vechten voor

de identiteit naar boven. Ze willen iemand zijn, niet een deel van het geheel worden en hun

eigenheid verliezen. Dit zien we bijvoorbeeld heel duidelijk in het interview met Brecht:

“Je zegt van “Ik heb gevochten voor denkbehoud”. Gevochten voor denkbehoud, dus

om mijn eigen te kunnen zijn. Dat het niet zomaar een persoon zonder basis, zonder doel, zonder

enerzijds gewoon een geest die maar ronddwaalt. Net als je al dood bent, van voor dat je lichaam

begraven of gecremeerd is.”

Page 51: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

45

Het actief tegen de negatieve symptomen ingaan, vergt ook energie van de patiënten. Sommige

zeggen dat het vechten ertegen leidt tot uitputting, tot vermoeidheid en dat het ertoe leidt dat je

niet in staat bent een job uit te oefenen. Sommigen gaan hieraan ten onder.

Aanvaarden.

Naast het actief vechten, zijn er ook patiënten die het aanvaarden van de negatieve symptomen

aanhalen in het omgaan met negatieve symptomen. Dat aanvaarden komt bij een aantal patiënten

vanuit het inzicht in de diagnose en het besef dat dit een onderdeel van het proces is. Daarnaast

benoemt Stef letterlijk dat hij de negatieve symptomen als een deel van het stabilisatieproces ziet.

Het is belangrijk om jezelf een bepaalde structuur op te leggen, zodat je ondanks de negatieve

symptomen die je ervaart toch verder kan. Het gaat niet alleen over het aanvaarden van de

negatieve symptomen, maar ook over het aanvaarden van de situatie waarin je je als patiënt

bevindt. Zoals reeds eerder besproken is er vaak een contrast tussen de levenssituatie voor of

tijdens en na de psychotische opstoot. Het aanvaarden van die situatie zit hier ook een stuk in,

aangezien bij veel mensen faalervaringen bij het opnieuw opstarten van hun leven tot een

ongelukkig gevoel kan leiden. Zo zegt Stef:

“Het is veel beter om terug te gaan naar een kapotte leven om het beter te maken, dan

het idee dat je opnieuw kan beginnen.”

Actief vechten en aanvaarden zijn twee strategieën die regelmatig aangehaald worden wanneer

patiënten vertellen over hoe ze omgaan met hun negatieve symptomen. Het vechten tegen de

symptomen heeft ook een keerzijde, het vergt namelijk veel energie en kan leiden tot onder andere

vermoeidheid. Het valt op dat merendeel van patiënten goed kan verwoorden hoe zij ermee

omgaan. De patiënten die deelnamen aan het onderzoek, zijn al vrij ver in het herstelproces en dit

kan de reden zijn voor het zo goed kunnen verwoorden van hoe ze ermee omgaan en wat hen

helpt.

Restthema

Binnen het restthema vallen codes die veelzeggend zijn omtrent de psychoanalytische theorie,

maar die patiënten niet zelf linken aan negatieve symptomen. De codes in dit thema komen vooral

uit interviews met Brecht. Hij vertelt dat zijn vader op jonge leeftijd stierf, net als alle andere

mannelijke figuren in zijn familie. De zoektocht naar zijn identiteit, die hij zijn hele leven al voert,

linkt hij hieraan. Hij heeft enkel een ideaalbeeld van zijn vader en klampt zich hier erg aan vast.

“…in mijn geval was het moeilijk voor te vinden wie dat ik ben en (hm) ik heb het gewoon

aan mijn vader niet kunnen vragen. Hij is te jong gestorven. En grootouders en nonkels en

Page 52: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

46

grootnonkels.”

Daarnaast haalt hij ook aan dat zijn babysit grensoverschrijdend gedrag stelde. Dit nam volgens

hem zijn volledige identiteit weg en leidde tot zijn eerste psychose. Psychoanalytische zouden we

hier kunnen stellen dat er een forclusie van de Naam-van-de-vader aanwezig is. Brecht heeft geen

derde punt, dat een wet installeert. Dit maakt dat hij erg zoekende is in zijn identiteit. We kunnen

stellen dat deze man negatieve symptomen ondervindt doordat zijn imaginaire identiteit niet

doorleefd was. Brecht wil enorm graag zijn zoals zijn vader, zo zien we bijvoorbeeld het

financiële dat zowel voor zijn vader als voor hem zeer aanwezig zijn. Deze identificatie is slechts

een laag over de leegte, die de forclusie bij hem veroorzaakte en kan niet voldoende bieden. Zijn

zoektocht naar zijn identiteit is zeer aanwezig in de interviews. Hij weet niet hoe hij zichzelf moet

zijn, kan geen positie aan zichzelf geven.

Deze codes werden niet toegevoegd aan de analyse, omdat Brecht deze gewaarwordingen niet

zelf linkt aan het ervaren van negatieve symptomen. We willen bewust niet zelf deze link leggen,

aangezien we willen opletten met het installeren van causale verbanden of interpretaties.

Page 53: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

47

Bespreking en discussie

Het doel van deze masterproef was om te weten te komen hoe langdurig psychotische patiënten

spreken over het al dan niet ervaren van negatieve symptomen. Op basis van de literatuurstudie

in het inleidend hoofdstuk van deze masterproef kwamen we tot de volgende onderzoeksvraag:

“Hoe spreken langdurig psychotische patiënten over het al dan niet ervaren van negatieve

symptomen?”

Om een antwoord te bieden op de onderzoeksvraag werd een thematische analyse uitgevoerd. We

gebruikten hiervoor veertien interviews van negen participanten. Uit deze analyse konden we vijf

hoofdthema’s extraheren, die samen een antwoord kunnen bieden op onze onderzoeksvraag. In

de onderstaande conclusie beschrijven we op welke manier elk thema een bijdrage levert in het

beantwoorden van de onderzoeksvraag. Daarnaast zullen we de thema’s ook binnen de

Lacaniaanse literatuur trachten te plaatsen.

Conclusie

De thematische analyse van de interviews leidde tot vijf hoofdthema’s. Deze thema’s beschrijven

elk een deel van de ervaring die patiënten deelden omtrent hun negatieve symptomen. Samen

vormen ze dus een antwoord op de onderzoeksvraag.

In het eerste thema ‘de leegte’ werd besproken hoe de patiënten de ervaring van de negatieve

symptomen omschrijven. Ze halen een leegte aan op drie verschillende vlakken, namelijk op

cognitief, emotioneel en lichamelijk vlak. De verwoording die patiënten aan de symptomen

geven, is erg sprekend. Zo worden onder andere ‘automatische piloot, omhulsel en leegte’ veel

aangehaald. Het spreken van een leegte is psychoanalytisch zeer sprekend. Binnen het imaginaire

register gaan we er in de eerste plaats vanuit dat wanneer de psychoticus een imaginaire

identificatie aangaat, dit niet voldoende is om de leegte op te vullen. Deze identificatie is slechts

een bedekking van het gat van de forclusie, het vult de leegte niet op. Wanneer patiënten spreken

over het handelen alsof ze op automatische piloot staan, zien we hier ook iets van die leegte

terugkomen. Er is geen derde punt geïnstalleerd, er is geen wet, geen referentiekader. De

imaginaire identificatie geeft hen wel ergens houvast, maar is toch niet voldoende. Ook wanneer

een waanconstructie in elkaar valt, komt deze leegte sterk naar voor. De oplossingspoging voor

de forclusie faalt en dit maakt dat de psychoticus met niets overblijft (Leader, 2012; Vanheule,

2013). Zoals we verwacht hadden zien we in het niet voldoen of in het wegvallen van de

oplossingspoging vooral die avolitie-apathie terugkomen. Nergens zin hebben, afgevlakte

emoties ervaren en dergelijke.

Page 54: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

48

Wanneer we meer vanuit het symbolische register naar de negatieve symptomen kijken, kunnen

we de theorie van het negatief mentaal automatisme erbij halen, zoals de Clérambault het

definieert. Wanneer de psychoticus geen antwoord kan bieden op een situatie, op een vraag uit

het reële, dan zien we dat het produceren van taal stopt. De betekenaarsketting stopt, of gaat erg

moeizaam. De taal en dus de gedachten zijn verminderd of zijn helemaal weg (Vanheule, 2018).

Opvallend is dat sommige patiënten ook een teveel aan gedachten rapporteren, wat maakt dat ze

niet meer kunnen denken. Dit kunnen we begrijpen vanuit het positief mentaal automatisme,

waarin te veel of te snelle gedachten worden gerapporteerd (Vanheule, 2018). Het feit dat

patiënten aanhalen dan niet meer te kunnen denken, kunnen we interpreteren als een soort

secundaire reactie op het teveel aan gedachten.

Thema twee en drie, ‘Symptoom van de omgeving’ en ‘Van de top naar beneden vallen’

omschrijven waaraan patiënten de negatieve symptomen toeschrijven. Het zijn

verklaringsmechanismen die uitgedacht zijn door patiënten en die ook betekenis geven aan hun

ervaring.

Het thema ‘Symptoom van de omgeving’ laat ons nadenken over de vraag ‘In welke mate zijn

negatieve symptomen het gevolg van externe processen dan wel van interne processen?’. Het is

een vraag die moeilijk te beantwoorden is en dit zien we ook in de interviews zelf terugkomen.

Veel patiënten zeggen niet te weten welk aandeel de externe factoren hebben in vergelijking met

de interne. Een combinatie van beide processen wordt vaak als verklaring gegeven door de

patiënten. Wanneer we externe factoren als oorzaak bestempelen van de negatieve symptomen,

moeten we ons ook de vraag stellen in welke mate we dan nog kunnen spreken van symptomen.

Helaas kunnen we op deze bedenking geen antwoord geven aan de hand van het huidige

onderzoek. Wanneer we specifiek naar medicatie kijken als een externe factor die kan leiden tot

negatieve symptomen, kunnen we dit op twee manieren interpreteren. Enerzijds zouden we de

negatieve symptomen kunnen kaderen als een bijwerking van de antipsychotica. Anderzijds

kunnen we ook stellen dat de medicatie ervoor zorgt dat de waanconstructie wegvalt. Wat vanuit

het psychoanalytisch kader wil zeggen dat de manier waarop de psychoticus het gat van de

forclusie dicht, wordt weggenomen. De oplossingspoging wordt weggehaald, waardoor het gat,

de leegte open komt te liggen en de negatieve symptomen naar de voorgrond treden (Leader,

2012).

Het thema ‘Van de top naar beneden vallen’ is vanuit de psychoanalytische benadering ook zeer

interessant. In dit thema wordt in de eerste plaats gesproken over de confrontatie met de realiteit.

We zouden deze confrontatie ook kunnen zien als het wegvallen van de oplossingspoging. De

waanconstructie, die voor de psychoticus als de enige realiteit wordt aanschouwd, valt op een

Page 55: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

49

gegeven moment weg. Net zoals hierboven reeds beschreven, leidt dit tot een confrontatie met

een leegte, die als zeer pijnlijk wordt ervaren. Daarnaast wordt in dit thema ook gerapporteerd

over het grote contrast in emoties, gedachten en handelingen. Er wordt hier vooral de vergelijking

gemaakt tussen de waanperiode en de periode erna. Tijdens de waanperiode zijn emoties,

gedachten en energie om dingen te ondernemen in overvloed aanwezig. Wanneer de waan echter

wegvalt, lijken ook al die andere zaken weg te vallen en blijft er niets meer over. Het enige wat

er nog overschiet is het gat van de forclusie dat volledig blootligt (Vanheule, 2013).

In het vierde thema ‘negatief symptoom gedrag bewust stellen’ werd duidelijk dat gedrag dat

buitenstaanders interpreteren als negatief symptoom, niet altijd een symptoom is. Patiënten stellen

dat ze soms bewust kiezen om zich terug te trekken of te zwijgen. Enerzijds ter preventie van een

psychotische opstoot, anderzijds vanuit een bescherming tegen de maatschappij. Dit duidt ons

nog maar eens op het belang van kwalitatief onderzoek. Wanneer patiënten bevraagd worden en

gepeild wordt naar de ervaring, krijgen zaken als deze de kans om aan bod te komen. Indien we

een kwantitatief onderzoek hadden gedaan, hadden we misschien zaken als een negatief

symptoom gequoteerd, terwijl het door de patiënt niet zo ervaren wordt. Er zou dan kostbare

informatie verloren gegaan zijn. Het is heel belangrijk om te bemerken dat we als buitenstaander

niet zomaar gedrag van patiënten kunnen interpreteren, aangezien de opzet van gedrag en hoe het

gedrag overkomt niet altijd hetzelfde is. Wanneer we het thema inhoudelijk verder bestuderen,

zouden we het terugtrekken, het zich onttrekken van sociaal contact, ook kunnen interpreteren

vanuit de angst om samen te vallen met de ander. Aangezien het derde punt niet geïnstalleerd is

bij de psychotische structuur, is er sprake van een duale relatie. Deze dualiteit zorgt ervoor dat de

ander snel als bedreigend en intrusief overkomt voor de psychoticus (Leader, 2012, Libbrecht,

1996; Vanheule, 2013).

In het vijfde en laatste thema werd gerapporteerd hoe patiënten omgaan met de negatieve

symptomen. Hierin kwamen twee mechanismen aan bod, namelijk actief verzet tegen en het

aanvaarden van de symptomen. Het zijn allebei strategieën die energie vergen van de patiënten.

Het actief verzet komt bij een aantal patiënten vanuit het niet willen worden zoals de anderen, ze

zeggen geen deel van het geheel te willen zijn. Sommigen spreken letterlijk over het vechten voor

hun eigen identiteit, wat hun zoektocht naar hun plaats, naar wie ze zijn duidelijk weergeeft.

Zonder het referentiekader, zonder de Naam-van-de-vader, kunnen ze zichzelf moeilijk een

positie geven in de wereld. Wanneer de negatieve symptomen de overhand nemen, of wanneer

dus een waanconstructie of een imaginaire identificatie is weggevallen, valt hun identiteit weg

(Vanheule, 2013). Het actief verzet toont hoe belangrijk het voor hen is om zichzelf te kunnen

Page 56: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

50

positioneren ten opzichte van de ander en om zichzelf een identiteit te kunnen geven. Dit om te

voorkomen dat ze worden opgeslorpt door de ander.

De vijf voorgaande thema’s kunnen we samen bundelen tot een antwoord op onze

onderzoeksvraag. Zowel de ervaring van de negatieve symptomen als de

verklaringsmechanismen en de copingmechanismen worden gerapporteerd door de patiënten.

Daarnaast worden we er ook op gewezen dat we moeten oppassen met het ‘begrijpen’ en het

interpreteren van gedragingen.

Bedenkingen bij het huidig onderzoek en implicaties voor verder onderzoek

De thematische analyse werd gebaseerd op veertien interviews van negen verschillende

participanten. Wanneer we naar de aanbeveling kijken op vlak van van steekproefgroottes van

Braun, Clarke en Hayfield (2015) zien we dat we te maken hebben met een medium project. Zij

definiëren een onderzoek als medium wanneer er minimum zes en maximaal vijftien participanten

deelnemen, waarin het huidige onderzoek bijgevolg valt. We kunnen stellen dat het onderzoek

over voldoende data beschikt om betrouwbare conclusies te trekken. Een nadeel binnen dit

onderzoek is dat de mening en ervaring van de patiënten die meermaals geïnterviewd werden,

soms zwaarder doorweegt dan de ervaring van de participanten die slechts eenmalig werden

bevraagd. Het zou op methodologisch vlak sterker zijn om veertien verschillende participanten te

interviewen. Anderzijds zorgt het feit dat sommige patiënten meerdere malen werden

geïnterviewd voor meer diepgang omtrent bepaalde onderwerpen. In verder onderzoek zouden

we een grotere steekproef kunnen hanteren, waarbij we ervoor zorgen dat elke participant een

gelijk aantal keren wordt geïnterviewd. Zo zijn we zeker dat een bepaalde mening niet zwaarder

kan doorwegen dan een andere.

Negatieve symptomen worden op verschillende manieren door patiënten verklaard. Vaak wordt

door aangehaald patiënten dat ze niet weten in welke mate symptomen door de ene factor, dan

wel door een andere worden veroorzaakt. Zo blijven we na dit onderzoek vooral met een groot

vraagteken achter omtrent de bijwerkingen van medicatie. De meeste patiënten rapporteren dat

negatieve symptomen deels door medicatie-effecten kunnen verklaard worden en deels door de

psychose zelf. Het is moeilijk of zelfs onmogelijk om te weten in welke mate negatieve

symptomen dus een onderdeel van de psychose zelf zijn en in welke mate ze veroorzaakt worden

door de medicatie. In verder onderzoek zou men op zoek kunnen gaan naar psychotici die geen

medicatie nemen, om ook bij hen te bevragen of en op welke manier zij negatieve symptomen

Page 57: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

51

ervaren. Op die manier kunnen we een idee krijgen van de bijdrage van de psychose zelf, zonder

rekening te moeten houden met medicatie-effecten.

Let wel, het gaat in het huidig onderzoek over de negatieve symptomen, die mensen ervaren

wanneer zij opgenomen zijn in de psychiatrie. Dat wil zeggen dat de oplossingspoging niet

voldoende antwoorden kon bieden en weg is gevallen, wat tot een declenchering van de psychose

heeft geleid. We moeten ons hier dus de vraag stellen of de negatieve symptomen bij deze mensen

wel dezelfde zijn en of deze niet sterker ervaren worden in vergelijking met mensen die niet

gedeclencheerd zijn. Het zou kunnen dat psychotici, die niet gedeclencheerd zijn en perfect

functioneren in de samenleving, ook negatieve symptomen ervaren. Maar dat het daar gaat om

een ander soort symptomen of dat ze op een andere manier ervaren worden. Deze vergelijking

kan ook een interessante onderzoeksvraag vormen voor toekomstig onderzoek.

Een laatste implicatie voor verder onderzoek die deze masterproef met zich meebrengt, handelt

omtrent de meetinstrumenten voor negatieve symptomen. De instrumenten die vandaag de dag

gebruikt worden om negatieve symptomen te inventariseren, zoals aangegeven door Lincoln,

Dellfus en Lyne (2017), peilen nog te weinig naar de subjectieve ervaring en de klachten van

patiënten zelf. Dit ondanks het feit dat dit voor zowel diagnostiek als behandeling erg belangrijk

is, zoals blijkt in deze masterscriptie. Nieuw onderzoek kan gericht zijn op het ontwikkelen van

passende meetinstrumenten, zoals bijvoorbeeld semigestructureerde interviews, waarin de nadruk

ligt op de ervaring van de patiënt zelf. Indien passende instrumenten ontwikkeld worden, kan ook

de klinische praktijk zich richten op het correct benaderen van de patiënten. Hiermee bedoelen

we dat we patiënten niet vanuit veronderstellingen of vermoedens moeten benaderen, maar vanuit

wat ze zelf aangeven.

Klinische implicaties

Libbrecht (1996) en Lacan (1993(1955-56)) haalden aan dat we ons moeten behoeden voor het

begrijpen. Dit blijkt uit dit onderzoek ook te gelden voor negatieve symptomen. In het huidige

onderzoek komt duidelijk aan bod dat gedrag door derden als negatieve symptomen

geïnterpreteerd kan worden, terwijl dit voor de patiënt niet zo is. Het toont nogmaals het belang

aan van het specifiek bevragen van de patiënten zelf. Wanneer patiënten bevraagd worden, kan

er door de hulpverleners ook op een gepaste manier mee omgegaan worden. De omgeving moet

weten of bepaald gedrag al dan niet bewust gesteld wordt om er op een goede manier op te

reageren en dit kan enkel via het rechtstreeks bevragen van de patiënten. Op die manier kunnen

we vermijden dat er situaties ontstaan waarin mensen geforceerd worden om iets te doen, net op

het moment dat ze uit preventie terughoudend zijn.

Page 58: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

52

Patiënten halen sterk het effect van medicatie aan in het verklaren van de negatieve symptomen.

Het lijkt belangrijk om samen met patiënten te bekijken in welke mate de hoge dosissen medicatie

nodig en gewild zijn. Het kan eventueel een optie zijn om sneller de antipsychotica af te bouwen.

De participanten haalden immers zelf aan dat medicatie in een eerste fase van de opname wel

nodig kan zijn, om de waan stil te leggen en ervoor te zorgen dat ze terug in de realiteit komen.

Anderzijds kan het te lang innemen van medicatie er echter toe leiden dat de bijwerkingen,

waaronder negatieve symptomen ervaren, langer duren dan nodig. De negatieve symptomen

lijken niet bevorderlijk voor het verdere herstel. Hierbij aansluitend wordt ook de psychiatrie op

zich onder vuur genomen door de patiënten. Indien patiënt en hulpverlener meer in dialoog

zouden treden, zou er misschien een hele vooruitgang geboekt kunnen worden binnen de

organisatie van de psychiatrische zorg.

Page 59: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

53

Bibliografie

American Psychiatric Association. (2014). Beknopt overzich van de criteria DSM-5: Nederlandse

vertaling van desk reference to the diagnostic criteria from DSM-5. Amsterdam: Boom.

Barch, D.M., Bustillo, J., Gaebal, W., Gur, R, Heckers, S, Malaspina, D, et al. (2013). Logic and

justification for dimensional assessment of symptoms and related clinical phenomena in

psychosis: Relevance to DSM-5. Schizophrenia research, 150, 15-20.

Birchwood, M., & Jackson, C. (2010). Schizophrenia. East Ussex: Psychology Press.

Braun, V. & Clarke, V. (2006) Using thematic analysis in psychology. Qualitative research in

psychology, 3, 77-101

Bruffaerts, R., Bonnewyn A., De Hert M., Demyttenaere K. (2016) Psychotische ervaringen in de

algemene populatie. Neuron, 21, 34-37

Clarke, V., Braun, V. & Hayfield, N. (2015). Thematic analysis. In Smith, A. (Eds.). Qualitative

psychology: a practical guide to research methods (pp 222-248). London: SAGE

Publications Ltd.

Cohen D, Crabtree B. (2006). Qualitative Research Guidelines Project. Ontleend aan de website:

http://www.qualres.org/HomeSemi-3629.html.

Dellfus, S., & Lyne, J. (2017, Augustus). Negative symptoms: History of the concept and their

position in diagnosis of schizophrenia. Schizophrenia research, 187, 3-7.

Desmet, Mattias. (2019). Lacan’s logic of subjectivity : a walk on the graph of desire.

Borgerhoff & Lamberigts.

Dulsster, D. (2016). De Verborgen Psychose. Cahier. Tijdschrift voor psychoanalyse en cultuur,

39–48.

Evans, D. (1996). An introductory dictionary of Lacanian psychoanalysis. London: Routledge.

Page 60: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

54

Gee, B., Hodgekins, J., Lavis, A., Notley, C., Birchwood, M., Everard, L., et. al. (2018). Lived

experiences of negative symptoms in first-episode psychosis: A qualitative secondary

analysis. Early Intervention in Psychiatrie. https://doi.org/10.1111/eip.12558.

Henriksen, M.G., Skodlar B., Sass L.A. & Parnas, J. (2010). Autism and Perplexity: A qualitative

and theoretical study of basic subjective experiences in Schizophrenia. Psychopathology,

43, 357-368.

Johnston, A. (2016). Jacques Lacan. Ontleend aan Stanford encyclopedia of philosophy,

https://plato.stanford.edu/entries/lacan/.

Jones, S.R. & Fernyhough, C., (2007). A New Look at the Neural Diathesis–Stress Model of

Schizophrenia: The Primacy of Social-Evaluative and Uncontrollable Situations.

Schizophrenia bulletin, 33, 1171-1177.

Kirkpatrick, B., Fenton, W.S., Carpenter, W.T.Jr., Manter, S.R. (2006). The NIMH-MATRICS

Consensus Statement on Negative Symptoms. Schizophrenia Bulletin, 32, 214-219.

Lacan, J. (1981). Le séminaire, Livre III, Les Psychoses. Parijs: Seuil.

Leader, D. (2012). Wat is waanzin?. Amsterdam: De bezige bij.

Le Lievre, J. A., Schweitzer, R., & Barnard, A. (2011) The subjective experience of negative

symptoms : characteristics of emotional withdrawal. In Geekie, J., Randall,

P., Lampshire, D., & Read, J. (Eds.) Experiencing Psychosis : Personal and

Professional Perspectives.Routledge (pp. 187-196), East Essex.

Libbrecht, K. (1996). Lacan over psychose: een bijzondere klinische benadering. Sleidinge:

Psychiatrisch centrum.

Lincoln, T. M., Dellfus, S., & Lyne, J. (2017, August). Current developments and challenges in

the assessment of negative symptoms. Schizophrenia Research, 186, 8-18.

doi:http://dx.doi.org/10.1016/j.schres.2016.02.035

Page 61: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

55

Maleval, J. (2018). Elementen voor een klinisch begrip van de alledaagse psychose [1].

Psychoanalytische perspectieven, 36.

Makaryk, I. R. (1993) Encyclopedia of contemporary literary theory: approaches, scholars,

terms. Toronto: University of Toronto Press Incorporated.

Pai, N. & Vella, S. C. (2015) Negative symptoms in schizophrenia: The prevailing challenges.

Nitte University Journal of Health Science, 5 (2), 104-115

Parnas, J. (1999). From predisposition to psychosis: Progression of symptoms in schizophrenia.

Acta psychiatrica scnadinavica, 99. 20-29.

Piskulic, D., Addington, J., Cadenhead, K. S., Cannon, T. D., Connblatt, B. A., Heinssen, R., et

al. (2012), Negative symptoms in individuals at clinical high risk of psychosis. Psychiatry

Resaerch, 196, 220-224.

Prins, P. & Braet, C. (2014). Klinische ontwikkelingspsychologie (Herdruk). Houten: 1 Bohn

Stafleu Van Loghum.

Rolls, E. T., Lu, W., Wan, L., Yan, H., Wang, C., Yang, F., et al. (2017). Individual differences

in schizophrenia. BJPsych Open, 3, 265–273. doi: 10.1192/bjpo.bp.117.005058.

Strauss, G. P., Horan, W. P., Kirkpatrick, B., Fischer, B. A., Keller, W. R., Miski, P., et al. (2013).

Deconstructing negative symptoms of schizophrenia: Avolition–apathy and diminished

expression clusters predict clinical presentation and functional outcome. Journal of

Psychiatric Research, 47(6), 783-790.

Tan, N. & Van Os, J. (2014) Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen in de

DSM-5. Tijdschrift voor psychiatrie, 56, 167-171.

Tandon, Ravij et al. (2013). Definition and description of schizophrenia in the DSM- 5.

Schizophrenia research, 150, 3-10

Page 62: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

56

Vanheule, S. (2013). Psychose anders bekeken: over het werk van Jacques Lacan. Tielt:

Lannoo.

Vanheule, S. (2018). From de Clérambault’s Theory of Mental Automatism to Lacan’s Theory of

the Psychotic Structure. Psychoanalysis and History, 20(2), 205–228.

https://doi.org/10.3366/pah.2018.0259

Van Os, J., Linscott, R. J., Myin-Germeys, I., Delespaul, P., Krabbendam, L. (2008). A systematic

review and meta-analysis of the psychosis continuum: evidence for a psychosis

proneness–persistence–impairment model of psychotic disorder. Psychological

Medicine, 39, 179-195.

Verhaeghe, P. (2002). Over normaliteit en andere afwijkingen: handboek klinische

psychodiagnostiek. Leuven: Acco.

Walker, E.F., Diforio, D & Baum, F. (1999). Developmental neuropathology and the precursors

of schizophrenia. Alta psychiatrica Scandinavica. Supplementum., 395, 12-19.

Page 63: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

57

Bijlagen

Bijlage 1: Onderzoeksdagboek

Datum Deeltaak in de

thematische analyse

Persoonlijke bedenkingen

Transcriberen van de

interviews

Het transcriberen van de interviews was een

moeizaam proces.

Interviews die ik niet zelf

heb getranscribeerd drie

maal lezen, de interviews

die wel zelf

getranscribeerd zijn, twee

maal lezen

Bij het lezen van de interviews valt het meteen

op dat er een aantal zaken zijn die bij de

verschillende patiënten meerdere malen

voorkomen. Zoals negatieve symptomen die

gekoppeld worden aan medicatie, psychiatrie.

Het stigma komt ook regelmatig voor in de

interviews. Dit was voor mij toch wel wat

verrassend omdat ik persoonlijk dacht dat die

stigmatisering beter is.

Coderen van een

interview, afgenomen bij

Stef

Het coderen van het interview nam veel tijd in

beslag. Ik vond het moeilijk om zaken onder

dezelfde codes te plaatsen, omdat ik te dicht bij

de verwoording van de patiënt wou blijven. Ik

kon wel linken tussen de verschillende dingen

zien, maar toch durfde ik ze niet als hetzelfde te

coderen.

5 december

2018

Overlopen van codes van

het eerste interview,

afgenomen bij Stef, met

Nienke Moernaut en een

medestudent

Dit was een zeer leerrijk moment, omdat ik zag

dat de onderzoeker reeds algemenere codes had,

waardoor ook verschillende zaken onder

eenzelfde code konden geplaats worden. Dit

hielp me inzicht te krijgen in hoe ik efficiënt kon

coderen, zodat ik niet immens veel verschillende

codes zou creëren.

December

2018 –

maart 2019

Coderen van de

interviews

Op basis van het overlopen van een interview

met de onderzoeker en een medestudent, besliste

ik om in een eerste keer alle interviews te

coderen en hierbij nog vrij dicht bij de

verwoording van de patiënten te blijven. Tijdens

het coderen van de interviews viel het op dat een

Page 64: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

58

aantal zaken terugkwamen bij de verschillende

proefpersonen. Ze hadden het vaak over dezelfde

zaken, maar verwoordden het op een andere

manier. Ook merkte ik een aantal tegenstellingen

op, die ik voor mezelf noteerde in een

werkschrift.

Maart 2019 Herbekijken van de

codering van vijf

interviews

Na de eerste coderen, herbekeek ik de codes en

probeerde ik al een aantal codes te veranderen

naar iets meer overkoepelende codes.

27 maart

2019

Overlopen van codes van

een interview met Nienke

Moernaut en een

medestudent

Bij het overlopen van de codes nu, merkte ik dat

de codes vrij goed overeenkwamen met de

onderzoeker en de medestudente hun codes. Dit

gaf me goede moed om op deze manier verder te

gaan.

Maart 2019

– midden

april

Verder herbekijken van

de codering van de

overige interviews

De rest van de interviews werden nog eens

doorgenomen om iets algemenere codes te

kunnen geven.

Midden april Hogere orde codes

opstellen

Ik knipte alle codes uit en probeerde deze in een

aantal onderverdelingen samen te leggen. Op die

manier kon ik ook reeds nadenken over thema’s

en eventueel subthema’s die uit de codes konden

voortkomen. Om tot de hogere orde codes te

komen, las ik de opmerkingen die ik genoteerd

had tijdens het coderen van de interviews. Hierin

stonden vooral overeenkomsten, tegenstellingen

en verrassende elementen uit de interviews. Ik

stelde vier maal hogere orde codes op en elke

keer kwam ik tot ietwat andere resultaten. De

laatste twee keer dat ik de hogere orde thema’s

maakte, kwamen deze wel vrij goed overeen.

Eind april Thema’s opstellen vanuit

de hogere orde codes

Vanuit de hogere orde codes trachtte ik thema’s

op te stellen. De thema’s met hun subthema’s

lichtte ik steeds toe aan mijn huisgenoot, omdat

zij helemaal buiten het onderzoek stond. Zij gaf

dan feedback over de duidelijkheid van de

Page 65: DE BELEVING VAN NEGATIEVE SYMPTOMEN BIJ PSYCHOSE · (Dellfus & Lyne, 2017). Nochtans toont onderzoek aan dat deze negatieve symptomen een sterke invloed hebben op de levenskwaliteit

59

thema’s en ze stelde vragen over de inhoud

ervan. Dit leidde ertoe dat ik drie maal de

thema’s heb herwerkt om tot een resultaat te

komen, waar ikzelf tevreden over was.

3 mei 2019 Overlopen van de thema’s

en hun subthema’s met

Nienke Moernaut

Bij de bespreking van de thema’s kon Nienke

Moernaut ook nog tips geven. Ze stelde ook

vragen over hogere orde codes, die me meer

inzicht gaven in de samenhang. Dit deed me op

een andere manier nadenken over de schikking

van de hogere orde codes binnen de thema’s en

zo veranderde het opnieuw nog wat.

4 tot en met

6 mei 2019

Uitschrijven van de

thema’s

Bij het uitschrijven zelf veranderde ik vooral nog

de verwoording of de benaming van de thema’s.

Ook zag ik nog meer waar er overlapping was

over de thema’s heen en kon ik nog meer linken

leggen. Het uitschrijven ging op zich wel vlot.

Ik merkte dat ik vaak quotes van dezelfde

patiënten gebruikte. Enerzijds omdat zij meer

geïnterviewd waren en anderzijds omdat zij ook

meer dingen zeiden over het thema. Ik schreef

deze bedenking dan ook neer.

8 mei 2019 Feedback ontvangen op

de uitgeschreven thema’s

De feedback die ik kreeg op het uitschrijven van

de thema’s was zeer nuttig. Ik was in de eerste

plaats zeer tevreden over het feit dat Nienke

Moernaut goede feedback gaf op de inhoud van

de thema’s. De opmerkingen omtrent

wetenschappelijk schrijven, kon ik helemaal

volgen. Hier kon ik ook meteen mee aan de slag.

9- 15 mei Thema’s bijwerken naar

de feedback van Nienke

Moernaut.

Het bijwerken van de thema’s deed ik zeer

systematisch. Ik probeerde elke dag een thema te

herwerken of te verbeteren. Nadat alle thema’s

uitgeschreven waren, keken twee mensen deze

tekst na op schrijf- of taalfouten.