de cultuur loper magazine

36
Magazine over de voortgang van Cultuureducatie met Kwaliteit in Noord-Brabant oktober 2015

Upload: kunstbalie

Post on 23-Jul-2016

230 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

In het kader van het Rijksoverheidsprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK) hebben Kunstbalie en Erfgoed Brabant in 2013 De Cultuur Loper opgezet. Dit Brabantse programma is erop gericht cultuureducatie een duurzame en prominente plek te geven in het onderwijs. Het magazine geeft een goede blik in de tussenstand van de vooruitgang van De Cultuur Loper

TRANSCRIPT

Page 1: De Cultuur Loper magazine

Magazine over de voortgang van

Cultuureducatiemet Kwaliteitin Noord-Brabant

oktober 2015

Page 2: De Cultuur Loper magazine

Denk na over cultuuronderwijsStructurele cultuureducatie: OCW en FCP over “pareltjes aan­

een rijgen tot een mooie ketting”. Een interview met Maaike

Kramer­Segers en Jan Jaap Knol.

Brabantse co-creatieNiet iets nieuws, maar samenwerken en benutten wat er al is.

Petra Levert van Kunstbalie en Ninke van der Heijden van Erf­

goed Brabant over het waarom en hoe van De Cultuur Loper.

8 stappenDe Cultuur Loper: coaching, scholing en een online instrument.

Clara Linders en Monique Koolen van Kunstbalie bespreken de

8 trajectstappen waarmee scholen hun cultuureducatie tot bloei

kunnen brengen.

De gedeputeerde is tekstvastHenri Swinkels is de nieuwe gedeputeerde Leefbaarheid en

Cultuur van de provincie Noord­Brabant. Een interview over

het belang van cultuureducatie en de rol van de provincie.

En verder...

6 Leerlingen in beeld

11 Column Brecht Demeulenaere

16 Leerkracht aan het werk

18 Zo staan we ervoor!

22 Passende leerling­volgmethode

23 Naar hogere orde denken

24 Makers aan het woord

26 De Cultuur Loper en De Culturele Ladekast

28 Gemeenten met ambitie

30 Met de culturele omgeving

31 Ook buiten Brabant

32 Lessen over erfgoed

34 Cultuureducatie in de toekomst

35 Tot slot

Inhoud4

8

12

20

Page 3: De Cultuur Loper magazine

Bij de laatste Olympische Spelen haalde Noord­Brabant 14 medailles.

Omroep Brabant schreef trots: “Spanje, Brazilië, Argentinië, België,

Denemarken, Zuid­Afrika, India, Portugal en Mexico kunnen niet aan ons

tippen. Doen we toch niet verkeerd!”

Op meerdere punten doen Brabanders het beter. Zo werd Eindhoven een

aantal jaar geleden uitgeroepen tot de slimste regio ter wereld.

Hoe komt het toch dat Brabant het zo goed doet? Er zijn veel verklarin gen

voor te geven. Een ervan is de sterke structuur van (amateur)verenigingen

die de moderne tijd heeft overleefd.

Zo bekeken is Brabant ook in cultureel opzicht interessant. Niet alleen

wemelt het er van de amateurtoneelverenigingen, van musea en theaters,

ook op school is er structurele aandacht voor kunst­ en cultuureducatie.

Dat de provincie behoort tot de top drie van de beste scholen in Neder­

land heeft daar volgens mij eveneens mee te maken: Kunst­ en cultuur­

educatie zijn van groot belang voor het vormen van creatieve, zelfstandige

geesten.

Hoewel ik niet in Brabant op school zat, maar in Noord­Holland (2de op

de lijst met Olympische medailles) heb ik ook daar ervaren wat cultuur­

educatie voor jongeren kan betekenen. Bij het schooltoneel bloeide

menig scholier op, of ze nu op het toneel stonden, in het koor zaten of de

theatertechniek voor hun rekening namen. Het maken van een gemeen­

schappelijke theaterproductie was voor veel leerlingen een herinnering

waarover ze nog steeds vertellen op schoolreünies. Voor velen was het –

wat ze daarna ook zijn gaan doen – een belangrijk keerpunt in hun jeugd.

Ze schudden hun schroom af.

Zelf heb ik die ervaring ook. Toen ik, aangemoedigd door een docent,

mee deed aan een tv­schrijfwedstrijd ( ‘Mijn Idee’ van de NCRV) en mijn

verhaal verfilmd werd, keek ik als 12­jarige jongen trots uit over de set en

realiseerde me voor het eerst dat dromen daadwerkelijk uit kunnen komen.

Het is precies die gedachte, ‘van droom naar daad’, die Brabant zijn

ongekende kracht geeft, of het nu om technologische innovatie gaat, om

sport of de kunsten. Een creatieve atmosfeer, met structurele aandacht

voor het ontplooien van talenten, is daarvoor onontbeerlijk.

Boris van der Ham

De beste van de wereld

voorwoord 3

Page 4: De Cultuur Loper magazine

Hoe geef ik cultuur-onderwijs? Op die vraag moeten scholen met een doordacht antwoord komen, stelt OCW. De regeling Cultuureducatie met Kwaliteit helpt hen daarbij, in elk geval tot en met 2020.

Onlangs ging Maaike Kramer­

Segers, clusterleider Cultuur­

educatie en ­participatie van het

ministerie Onderwijs, Cultuur

en Wetenschap (OCW), op

school bezoek. “Ze vroegen me:

‘Waarom wil je eigenlijk komen?,

want wij doen niets aan cultuur­

educatie’. Tijdens mijn bezoek

zag ik een papier hangen met

daarop de ambities van de

school, waaronder maandelijks

elke klas een nieuw liedje aan­

leren. Dat zagen ze zelf niet als

cultuureducatie.”

Jan Jaap Knol, directeur van het

Fonds voor Cultuurparticipatie,

de uitvoeringsinstantie van de

CmK­regeling, herkent het hele­

maal. “Het begrip cultuur educatie

heeft voor veel scholen een

zware betekenis. Breng het terug

} te

kst B

ea R

os }

fot

o G

erar

d-Ja

n V

lekk

e

tot de basis, dat het bijvoorbeeld een gewoonte is om samen te zingen of

om verhalen over de omgeving te vertellen.”

Parelketting

We zitten op de zevende verdieping van de Haagse Hoftoren, het

OCW­gebouw waar de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit zo’n drie

jaar geleden werd geboren. Leverden voorgaande stimuleringsregelingen

weliswaar mooie projecten op, van structureel cultuuronderwijs op basis­

scholen was nog geen sprake. Dat moest anders. “De hoofdgedachte

van CmK is: we willen verder gaan dan losse kunstzinnige activiteiten,

je moet de pareltjes aaneenrijgen tot een mooie ketting”, zegt Knol. De

school is nu aan zet, vertelt Kramer­Segers: “Scholen moeten cultuur­

educatie inbedden in hun curriculum. Een doorlopende leerlijn is voor

ons cruciaal, niet alleen bij taal en rekenen, maar ook bij cultuureducatie.”

Eigen keuzes

Om scholen daarbij te helpen heeft de Stichting Leerplanontwikke ling

(SLO) in opdracht van OCW een landelijk leerplankader voor kunst­

zinnige oriëntatie ontwikkeld. Daarin staat wat kinderen van 4 tot 12 jaar

moeten kennen en kunnen, en welke activiteiten daarbij passen. Het is

Denk naover cultuuronderwijs

Wim van de DonkCommissaris van de Koning van de provincie Noord-Brabant

Kunst, cultuur: voor mij bieden ze zowel troost, het

vermogen van het leven te genieten en een perma-

nente impuls om dingen ook anders te willen zien.

Zoals Ernst Bloch het mooi verwoordde, is de muziek

daarbij een bijzondere muze. Die heeft de omweg

van het hoofd niet nodig om mij rechtstreeks in het

hart te raken. Er is zoveel moois. Nocturnes van

Chopin, het Miserere van Allegri, maar ook het werk

van Marc Mulders. Zijn prachtige raam in de Sint-Jan

bijvoorbeeld, ontroert en boeit tegelijkertijd.

4 interview

Page 5: De Cultuur Loper magazine

nadrukke lijk een kader: de school bepaalt zelf de concrete invulling, bij

voorkeur samen met de culturele omgeving. “Scholen zijn autonoom, dus

wij schrijven niet voor wat ze moeten doen”, verklaart Kramer­Segers. “Maar

ze moeten wel nadenken over de vraag: hoe geef ik cultuuronderwijs?”

Beiden vinden De Cultuur Loper in Brabant een goede invulling van de

CmK­regeling. “De Cultuur Loper brengt het gesprek binnen scholen op

gang en helpt hen eigen keuzes te maken”, zegt Kramer­Segers. Knol

noemt De Cultuur Loper heel helder. “En wat ik echt sterk vind, is dat

het al in 27 deelnemende gemeenten is ingezet.” Kramer­Segers vult

aan: “De Cultuur Loper gaat uit van culturele competenties en dat is een

goede vertaling van het leerplankader.”

Zelfbewustzijn

De CmK­regeling past binnen het algemene onderwijsbeleid. “Vergele­

ken met een paar jaar geleden ligt er steeds meer focus op een brede

vorming van kinderen”, licht Kramer­Segers toe. “Het draait niet langer

alleen om cognitieve zaken, maar ook om bijvoorbeeld burgerschap en

kinderen culturele competenties bijbrengen.” Knol: “Denken in compe­

tenties gaat verder dan vaardigheden als zuiver zingen of in perspectief

leren tekenen, het gaat ook om cultureel bewustzijn en kritisch kijken

naar de wereld om je heen. Dat zal alleen maar aan belang winnen, dus

is het des te belangrijker dat scholen goed toegerust zijn.”

Zo ver is het nu nog niet. “Een echt grote slag die we nog moeten maken,

is dat leerkrachten zich voldoende vaardig weten”, zegt Knol. Een ander

streven is zorgen dat alle scholen – en niet alleen de enthousiastelingen

– werk maken van cultuuronderwijs. Knol is daarom blij dat de onderwijs­

inspectie binnenkort onderzoek gaat doen naar de staat van cultuur­

educatie. “Dat is een begin, maar ik verwacht dat cultuureducatie vaker

onderwerp van gesprek zal worden tijdens inspectiebezoeken.”

Eigenaarschap

Ruim een derde, ofwel 2.500 van

de 7.000 basisscholen, doet mee

aan de CmK­regeling. Uit de tus­

sentijdse evaluatie in april 2015

kwam naar voren dat er onder

scholen nog te weinig eigenaar­

schap is. “Daar is nog veel te

winnen”, zegt Knol. “In Brabant

gaat het, mede door De Cultuur

Loper, al heel goed; daar is de

vraag van de school echt leidend.

Maar er zijn ook plekken die nog

niet zo ver zijn.”

De overheid zet daarom de

komende jaren haar stimulerings­

beleid voort. De CmK­regeling

wordt met vier jaar verlengd tot

en met 2020. Bovendien komt er

met de Muziekimpuls een extra

injectie van 25 miljoen euro.

Kramer­Segers kan mensen ge­

ruststellen die zich zorgen maken

dat cultuureducatie voortaan

louter muziekonderwijs zal zijn:

“Andere aspecten van cultuur tel­

len even goed. De Muziekimpuls

volgt de lijn van CmK. Het gaat

ook hier om de vraag: waar wil jij

als school op inzetten?” |

Page 6: De Cultuur Loper magazine

2

1

3

Kunst en cultuur stimuleren onder meer de verbeelding, het onderzoeken, het inter-preteren en waarderen. Cultuuronderwijs in primair en voortgezet onderwijs laat kinderennadenken over wie ze zijn en hoe zij in de wereld staan. Met veel enthousiasme en plezier ontwikkelen de leerlingen van De Cultuur Loper-scholen hun creërend,onderzoekend en reflecterend vermogen.

In beeld!

} te

kst R

oy v

an W

ever

wijk

Page 7: De Cultuur Loper magazine

4

7

6

8

5

In beeld!

1. Leerlingen aan de slag met lichtschrijven, een

workshop gegeven door Anoek Beumer (VO)

2. Een resultaat van een leerling die meedeed aan

het project Moooi! (PO)

3. Onderzoekende schilderles (VO)

4. Leerlingen aan de slag met een muurschildering

op de Algemene School Oost in Bergen op Zoom

(PO)

5. Leerlingen onderzoeken de uitdrukking van de

emotie ‘boos’ (PO)

6. Leerlingen onderzoeken de uitdrukking van de

emotie ‘blij’ (PO)

7. Aan de slag met kinetische kunst, een workshop

gegeven door IWAZ (PO)

8. Het kleien van een buste (VO)

in de praktijk 7

Page 8: De Cultuur Loper magazine

Toen in 2012 het landelijke

programma Cultuureducatie met

Kwaliteit (CmK) aangekondigd

werd, besloten twee provincia­

le instellingen met onder meer

cultuureducatie in het taken­

pakket de handen ineen te slaan.

“Kunstbalie mag dan kunst de

scholen binnenbrengen en wij

erfgoed, uiteindelijk hebben we

hetzelfde doel”, vertelt Ninke van

der Heijden, projectleider vanuit

Erfgoed Brabant. Dat doel is bij

leerlingen culturele competenties

te ontwikkelen. Dat vraagt om

goede cultuureducatie en dat

weer om deskundige ondersteu­

ning van scholen en leerkrachten.

Vanuit die gedachte werd De

Cultuur Loper geboren.

Samenhang

Bij het nadenken over een Bra­

bantse invulling voor CmK was één

ding meteen helder: we beginnen

niet bij nul. Petra Levert, hoofd

Kunsteducatie bij Kunstbalie, licht

toe: “Er gebeurt al zoveel, laten

we daar eerst eens goed naar

kijken.”

Brabant signaleerde dat er inder­

daad veel gebeurt, maar dat sa­

menhang en doorlopende lijnen

ontbraken. Dat is ook landelijk

het beeld, en uit de verkenning

die minister Bussemaker in 2014

} te

kst B

ea R

os }

fot

o’s B

en N

ienh

uis

Brabantse co-creatieNiet weer iets nieuws, maar samenwerken en benutten wat er al is. Dat is de Brabantse aanpak voor Cultuur-educatie met Kwaliteit, met co-creatie en bewustwording als sleutelwoorden.

Page 9: De Cultuur Loper magazine

liet uitvoeren, kwam dan ook de

roep dat cultuureducatie een

integraal onderdeel moet worden

van het curriculum. In Brabant

merkten Kunstbalie en Erfgoed

Brabant bovendien dat mensen

zich onvoldoende bewust zijn van

waar ze precies mee bezig zijn.

“Wij hebben daarom ingezet op

samenhang, opbouw en bewust­

wording”, vertelt Levert. “Alle drie

zien we als belangrijke voorwaar­

den voor goede en duurzame

cultuureducatie. Daarbij wilden

we niet de zoveelste doorlopende

leerlijn ontwikkelen, maar juist

aandacht besteden aan het tra­

ject dat daaraan voorafgaat.”

De Cultuur Loper is een vier­

jarig programma dat bestaat uit

coaching, scholing en een online

instrument dat scholen helpt be­

wuste keuzes te maken voor hun

cultuureducatie. Centrale vraag

is wat je als school de leerlingen

in 8 jaar tijd wil meegeven en

hoe je daar via ontwikkeling van

culturele competenties aan kunt

werken (zie ook het artikel op

pag. 12 t/m 15).

Het concept van De Cultuur

Loper is al doende gegroeid. “Het

was alsof we een pad aanlegden

met een stapel tegels onder de

arm en telkens een nieuwe tegel

voor onze voeten legden”, vertelt

Van der Heijden. Iedereen moest

daarbij wennen aan een nieuwe

rol. “Onze medewerkers moesten

bijvoorbeeld leren coachen,

scholen moesten leren geen ant­

woorden te krijgen, maar die zelf

te bedenken”, aldus Levert.

Matching

Naast bewustwording is co­cre atie

een sleutelwoord in de Brabantse

aanpak. Om cultuur educatie met

kwaliteit te verwezenlijken moe­

ten alle partijen samenwerken.

De provincie faciliteert Erfgoed

Brabant en Kunstbalie om het

project De Cultuur Loper te leiden

en de lijntjes bij elkaar te houden.

Ook de inbreng van gemeenten

is belangrijk. “Wij hebben bewust

gezocht naar matching met ge­

meenten om lokaal verantwoor­

delijkheid en commitment te

krijgen”, verklaart Levert. Boven­

dien konden ze zo de bestaande

lokale infrastructuur benutten en

versterken. Scholen werken vaak

al samen met lokale intermediairs

(voorheen marktplaatshouder), dus

daar kon op worden voortgebouwd.

Na voorlichtingsbijeenkomsten

in 2012 voor alle 65 Brabantse

gemeenten (minus de B5) is met

27 gemeenten een participatie­

overeenkomst gesloten. Van der

Heijden noemt de voorwaar­

den om mee te doen: “Dat de

gemeente een vast bedrag per

inwoner investeert, dat er een

lokale intermediair is en dat er

scholen zijn die willen deelnemen.”

Soms wilden scholen wel, maar

de gemeente niet of omgekeerd.

In deze 27 gemeenten wilde

iedereen meedoen. “Grappig is

dat elke partij, op de vraag bij

de eerste tussentijdse evaluatie­

meting naar wie initiatiefnemer

was, zichzelf noemde. Ofwel:

iedereen voelt zich eigenaar van

het project en dat is goed.”

Ook met scholen maakten ze

duidelijke afspraken. “Het is de

eerste keer in mijn carrière dat

ik scholen heb geadviseerd niet

deel te nemen”, vertelt Levert.

“Een school moet echt ambities

hebben en tijd willen investeren

om dingen te veranderen. We ei­

sen bijvoorbeeld dat de directeur

aanwezig is bij de start van het

programma.” In 2013 startten

88 voorloperscholen (waarvan

3 scholen uit het voortgezet on­

derwijs) en inmiddels zijn er bijna

evenzoveel volgscholen. Minder

dan volgens planning, en het oor­

spronkelijke doel van 250 scholen

eind 2016 is daarom bijgesteld

naar 220. “De aanloop duurde

langer dan we dachten. Bewust­

wording kost tijd. Verder moet

je dit alleen doen met scholen

die echt willen. Trekken aan een

dood paard heeft geen zin.”

Vier doelen

Binnen De Cultuur Loper werkt

Brabant aan de vier doelen van

de CmK­regeling. “Curriculum­

ontwikkeling, deskundigheids­

bevordering en samenwerking

tussen scholen en instellingen

zijn in ons project onlosmakelijk

met elkaar verbonden”, vertelt

Levert. “Die doelen kunnen we

in onze verantwoording aan het

Fonds voor Cultuurparticipatie

nauwelijks scheiden.”

Ook het vierde doel, de ontwikke­

ling van beoordelingsinstrumen­

ten, is in het vizier. De Brabantse

projectleiders onderzoeken }}

Petra Levert

interview 9

Page 10: De Cultuur Loper magazine

samen met collega­instellingen

in Gelderland en Friesland een

werkwijze waarmee leerkrachten

de culturele ontwikkeling van

leerlingen kunnen bijhouden.

Een soort cultureel leerlingvolg­

systeem dat niet is gebaseerd

op toetsen, maar op observatie

en (zelf)reflectie door leerlingen.

“Een Citotoets voor cultuur­

educatie, dat wil niemand”, stelt

Levert. “Het gaat erom dat leer­

krachten met nieuwe ogen naar

leerlingen gaan kijken en hun

leren onder woorden te brengen

en te duiden wat ze zien.”

Ervaringen delen

Na de aanloop, waarin De Cultuur

Loper vaste vorm kreeg, is het

project inmiddels goed op stoom.

Natuurlijk waren er hobbels onder­

weg. Door bezuinigingen vielen

in veel gemeenten kunstencentra

weg of scholen moesten door een

fusie of personeelswisseling pas

op de plaats maken. “We hebben

allerlei variaties meegemaakt,

maar vooral ook heel veel mooie

dingen zien opbloeien”, vertelt

Levert. Zo merken ze tijdens

de halfjaarlijkse bijeenkomsten

dat gemeenteambtenaren echt

betrokken zijn.

Kunstbalie en Erfgoed Brabant

zorgen ervoor dat lokaal opge­

dane ervaringen zo veel mogelijk

gedeeld worden. Sectorbrede

kennisontwikkelgroepen (KOG’s)

buigen zich over vraagstukken

die overal terugkomen, zoals

creativiteitsontwikkeling en

vakoverstijgend werken. Dat kan

uitmonden in informatie op de

website of in scholing. Ook buiten

Brabant delen ze ervaringen. Zo

werkt de Zuid­Hollandse collega

Kunstgebouw met De Cultuur

Loper, introduceert collega Stad­

kamer De Cultuur Loper in Zwolle

en onderzoekt de provincie Zee­

land invoering ervan (lees ook het

artikel op pag. 31). “Van al hun

ervaringen leren wij ook weer”,

zegt Levert.

Dankzij De Cultuur Loper kunnen

scholen steeds zelfstandiger

vorm geven aan cultuureducatie,

maar het culturele veld zullen ze

altijd nodig hebben als samen­

werkingspartner. “Wij geloven

niet in een DIY­pakket”, stelt

Levert. Van der Heijden vult aan:

“Scholen kunnen het niet alleen,

want ze zijn geen experts in kunst

en erfgoed. En culturele instellin­

gen zijn geen experts in didac­

tiek. Ze hebben elkaar nodig en

juist daarom is samenwerking zo

belangrijk.” |

“Een school moet echt ambities hebben en tijd willen investeren om dingen te veranderen.”

2017 en verderVanaf 2017 komt er een nieuwe landelijke regeling voor cultuureducatie. Kunstbalie en

Erfgoed Brabant doen op basis van hun ervaringen daarvoor de volgende aanbevelingen:

y zet in op verbreden en verdiepen in plaats van weer iets nieuws;

y continueer de matchingsformule, dat is een waarborg voor commitment

en verantwoordelijkheid;

y verbind de Impuls Muziekonderwijs aan de vervolgregeling voor CmK,

zodat ze elkaar versterken in plaats van verzwakken;

y geef meer aandacht en ruimte voor samenwerking met pabo’s, school besturen en

de verbinding met het voortgezet onderwijs.

Ninke van der Heijd

en

10 interview

Page 11: De Cultuur Loper magazine

Ik mag als Belg, Vlaming, een reflectie maken in dit belangrijke tijdschrift over

cultuuronderwijs.

In de boeiende voorbereidende gesprekken met Ad [red.: van Drunen] van Kunstbalie

kwamen we uit op het onderzoeken van verschillen: wat doen wij anders, wie doet

wat beter en waar staan we op de ranglijst? Wellicht een zinvolle oefening, ware

het niet dat ik iemand ben die vooral gelijkenis opzoekt. Verschilpunten tussen onze

landen en culturen zijn immers makkelijk te benoemen, maar vaak complex of

moeilijk hard te maken.

Neem nu fietsen. Een theorie in de cultuurwetenschap stelt dat je de kern van een

cultuur kunt weervinden in datgene wat de maatschappelijke top en basis verbindt.

In Nederland wordt dan wel eens ‘fietsen’ genoemd. Het straatbeeld in bijvoorbeeld

Groningen lijkt dit meer dan te bevestigen. Ook in Vlaanderen speelt fietsen een

ongelooflijke rol. U herinnert zich misschien nog de volksopstand, die node ontstond

toen het parcours van Onze Ronde van Vlaanderen werd gewijzigd. Fietsen hebben

we gemeen, maar toch is het heel verschillend. In Nederland heb ik er een beeld bij

van bagagedragers en dijken, van kaarsrechte bruggen over rivieren en kanalen.

In Vlaanderen hangt er meer een geur van braadworst en bier, en het lawaai van

autobotsers [red.: botsautootjes]. En vooral heroïek, de geruststellend geconstrueer-

de heroïek van de ontembare kasseihelling. Het gesprek hierover is als een oefening

in cultureel bewustzijn. Ook Nederland kent zijn klassiekers, al lijkt het erop dat

Nederlandse fietshelden onze Vlaamse molshopen liever overslaan en hun heil

zoeken in Echte Bergen.

En onze leraren? Ik durf te stellen dat docenten in Vlaanderen en in Nederland zich

in een erg gelijk spanningsveld bevinden. Een spanningsveld dat je zo zou kunnen

omschrijven: de maatschappij verwacht steeds meer van onderwijs, terwijl de leer-

lingenpopulatie steeds diverser wordt. Diverser op vlak van afkomst, maar ook in

ontwikkeling, leerproblemen, gezinssituatie of culturele bagage van leerlingen. Van

docenten verwachten we in essentie dat zij de brug maken tussen onze kinderen en

onze verwachtingen. Cultuuronderwijs kan niet om deze spanningsboog heen. Laat

ons daarom een cultuuronderwijs ontwikkelen vanuit een perspectief dat docenten

waardeert. Een perspectief waarbinnen cultuuronderwijs mee betekenis geeft aan

maatschappelijke vragen. Onderwijs speelt zich immers niet af in een vacuüm. De

druk op onderwijs weerspiegelt evoluties op economisch, cultureel en politiek vlak.

Op de basisschool van mijn kinderen ontstond midden vorig schooljaar ophef door

een spel dat kinderen van het tweede leerjaar hadden bedacht. Een jongen wordt

geblinddoekt en moet op zijn knieën zitten, achter hem staat een vriendje klaar om

hem te ‘onthoofden’. Scènes die zo uit de nieuwsberichten over IS kunnen komen.

Kinderen groeien hier en nu op in een constante en nabije beeldenstroom. Beelden

} te

kst B

rech

t Dem

eule

naer

e Overeenkomsten en verschillen

‘ die onze huiskamers en zo ook onze

klassen ongefilterd binnenstromen:

soappersonages worden verliefd,

een olifantenkalf wordt geboren, een

vluchtelingenkind spoelt aan. In een

buitenwijk gordt een jongeman een

bomgordel om. Bij gebrek aan een

historisch of politiek referentiekader

waren de jongens van het tweede

leerjaar zich nauwelijks bewust

van de impact van hun enscenering.

Docenten wacht de unieke rol om

samen met onze kinderen zo’n kader

te ontwikkelen.

Maar niet alleen in de klas of op de

speelplaats, ook buiten de school zijn

we als maatschappij op zoek naar

kaders. Als cultuur schrijven we voort-

durend nieuwe verhalen om betekenis

te geven aan die beelden. Voor de ge-

zondheid – én voor het democratisch

gehalte – van onze samenleving is het

essentieel te onderzoeken hoe we dit

bewust, maar vaker nog onbewust,

doen.

Niet alleen heeft cultuuronderwijs er

dus alles bij te winnen zich uitdrukke-

lijk te verhouden tot maatschappelijke

uitdagingen. Als samenleving of

onderwijs kunnen we evenmin om

cultuur of reflectie op cultuur heen.

En nu ga ik fietsen.

Brecht Demeulenaere is adviseur voor

het Vlaams onderwijsbeleid. ’

column 11

Page 12: De Cultuur Loper magazine

In 8 stappen naar cultuureducatie met kwaliteit

} te

kst B

ea R

os }

fot

o Be

n N

ienh

uis

Coaching, scholing en een online instrument: dat is De Cultuur Loper van Kunstbalie en Erfgoed Brabant.

Monique Koolen en Clara Linders, vanuit Kunstbalie meebouwend vanaf het eerste uur, geloven in het

programma, dat uitgaat van de vraag: wat wil je leer-lingen meegeven in 8 jaar cultuuronderwijs?

Page 13: De Cultuur Loper magazine

Het traject van De Cultuur Loper bestaat uit 8 stappen: een rondleiding

Stap 1Intake – commitment creëren

Ja zeggen tegen een programma waarmee je als

school extra geld krijgt voor het cultuurprogramma

plus gratis begeleiding, is verleidelijk. Maar om aan

De Cultuur Loper deel te nemen moeten scholen

serieus werk willen maken van cultuureducatie.

Sterker nog: om tot goede duurzame cultuureducatie

te komen moet het eigenaarschap ervan bij de school

liggen, is de overtuiging van Koolen en Linders. Dat

vraagt wel wat van de school. “Het intakegesprek is

een belangrijk moment waarop je afspreekt dat je

samen het traject in gaat”, vertelt Koolen.

Stap 2Assessment – in de spiegel kijken

Dit is het begin van een antwoord op de centrale

vraag: wat willen wij leerlingen meegeven met

cultuureducatie? Op de website van De Cultuur

Loper vult de icc’er (de interne cultuurcoördinator)

een vragenlijst in over de cultuureducatie op school:

gaat het om verbreden of verdiepen, om discipline­

gericht of thematisch onderwijs? Het assessment

laat vervolgens een leerlingtype zien, dat fungeert

als spiegel: herkent de school zich hierin? Koolen

noemt als voorbeeld een school die heel thematisch

werkte, behalve bij cultuureducatie. “Waarom? vroeg

de intermediair. Bleek dat dat kwam doordat ze

disciplinegerichte methodes hadden. Ze hadden

daar nooit eerder bij stilgestaan.”

Stap 3Ambitiegesprek – toekomstwensen voor leerlingen formuleren

Een stevig gesprek van 2 uur met directeur, icc’er

en intermediair begint met een groot vel papier en

de opdracht: ‘Teken jouw leerling en benoem wat je

hem in 8 jaar cultuuronderwijs wilt meegeven.’ Het

blijken bijzondere, zeer gewaardeerde gesprekken.

“We nodigen de school uit te denken in wensgedach­

tes voor kinderen. Dat geeft zoveel energie!” aldus

Koolen. Linders: “En al doende ontstaat het beeld

dat cultuureducatie een vanzelfsprekend deel van

hun onderwijsvisie is.” Aan het eind van het gesprek

staan er drie ambities op papier, denk aan: ‘open

blik’, ‘creatief in denken en doen’, ‘betrokken bij mijn

omgeving’. Die ambities fungeren tijdens het hele

traject als inspiratiebron: wat deed ons hart ook

alweer sneller kloppen?

Linders: “Toen wij drie jaar geleden begonnen met

De Cultuur Loper wisten we vooral dit: we willen

door bouwen op wat scholen nu al doen. En we gaan

gebruikmaken van de energie en de kansen die er

liggen. Want scholen verschillen enorm, op allerlei

punten die bepalend zijn voor hun cultuuronderwijs.

De ene school staat in de weilanden, de andere naast

het kunstencentrum. De ene directeur is op zoek naar

onderwijsvernieuwing, de andere wil het vooral behap­

baar houden: het team, de leerling populatie, de

onderwijsvisie, wat ze al doen en veroverd hebben…

Dat was het vertrekpunt: we gaan uit van de diver­

siteit en zoeken samen met de school naar wat er

nodig is om hier cultuureducatie tot bloei te brengen.”

Koolen vult aan: “Dat betekende dat we in co­creatie

met scholen en partners aan het werk zijn gegaan.

Want ondanks verschillen, zijn er ook veel over­

eenkomsten: wat heb je als school nodig om een

kwaliteitsslag te maken? Een school moet overzicht

krijgen: wat doen we al? En samen bepaal je: wat

willen wij als school onze leerlingen meegeven en

hoe gaan we dat doen? We hebben in gesprek met

scholen en partners handvatten ontwikkeld die

elke school op zijn eigen manier kan invullen. Die

handvatten kregen een plek in het online traject. De

persoonlijke begeleiding en coaching van de school

zijn daarbij onmisbaar. Evenals de intermediairs, en

de coaches van Kunstbalie en Erfgoed Brabant.”

achtergrond 13

Page 14: De Cultuur Loper magazine

Met de culturele omgeving

In huis

Uit de grote

wereld

Stap 4Teambijeenkomst – alle neuzen dezelfde kant op

“Een onmisbare stap is het delen van de ambities

met het team”, vertelt Linders. “Veel teams zien tot

hun verrassing: wat wij belangrijk vinden voor onze

leerlingen, geldt eigenlijk ook voor ons als leerkrach­

ten.” De kunst voor directeur en icc’er is het team

mee te nemen in dit ontwikkelproces, en daar is nog

winst te behalen. Koolen: “De Cultuur Loper is geen

project dat scholen ‘even’ doen om daarna weer over

te gaan tot de orde van de dag. Je kunt als school

alleen een duurzame kwaliteitsslag maken als het

ontwikkelproces in alle klassen doordringt.”

Stap 5Eerste activiteiten – nieuwe dingen uitproberen

De Cultuur Loper begint met bewustwording en

visievorming, maar scholen willen ook snel aan de

slag in de klas. “Terwijl ze in het traject verder werken

aan die bewustwording, vragen we in deze stap ook

al te starten met activiteiten die aansluiten bij de

ambities”, vertelt Linders. “Er worden veel workshops

ingezet om het team zelf weer eens te laten ervaren

wat cultuureducatie met je kan doen.”

Stap 6Meerjarenvisie – keuzes maken

Om van ambities tot een concreet lesprogramma te

komen bleek een tussenstap nodig. Want ambities

inspireren, maar zijn vaak nog te open om er con­

creet aan te kunnen werken. Daarom is er binnen

De Cultuur Loper een online tool ontwikkeld die

gebruikmaakt van C­zicht: de competenties voor

cultuureducatie – reflecterend, creërend en onder­

zoekend vermogen. De icc’er, met hulp van de

intermediair, vertaalt de ambities van de school in

gedragsindicatoren, wat resulteert in een meerjaren­

visie. Koolen: “In deze stap gaat het echt om keuzes

maken. De meerjarenvisie geeft het programma

focus, los van de concrete invulling.”

“Van aanbod- naar dialooggericht werken is voor mij een mooi voorbeeld van de cultuur omslag die we met

De Cultuur Loper nastreven” – Monique Koolen

De Cultuur Loper werkt met de 3 domeinen. Hiermee kan de

school een breed en evenwichtig programma samenstellen

met uiteenlopende culturele activiteiten. In 8 jaar ontwikkelt

de leerling zich als maker (In huis), deelnemer (Met de culturele

omgeving) en als publiek (Uit de grote wereld). Ook in de overlap

tussen de domeinen vinden interessante activiteiten plaats. Zoals

een project waarin leerlingen samen met theatermakers hun

eigen voorstelling vervaardigen.

Matthijs Leendertse van ELM Concepts is als adviseur

educatief ontwerp betrokken bij De Cultuur Loper.

14 achtergrond

Page 15: De Cultuur Loper magazine

Stap 7Activiteitenplan – samenhang aan-brengen

Als de school duidelijk voor ogen heeft welke set

indicatoren het beste past bij de ambities, kunnen

ze het activiteitenplan opstellen: een programma dat

culturele activiteiten bijeenbrengt in hun onderlinge

samenhang en meldt uit welke domeinen (in huis,

culturele omgeving, grote wereld) de school die put.

Het is een document dat het team kan gebruiken als

leidraad voor keuzes en uitvoering van de activiteiten.

Deze stap staat voor de eerste groep scholen – de

voorloperscholen – dit najaar op het programma. De

ontwikkelaars zoeken nog naar een aantrekkelijke

werkvorm waarmee stap 7 samen met de intermedi­

air en de school kan worden gezet.

Stap 8Implementatieplan – van denken naar doen

Met het uiteindelijke implementatieplan kan de

school onderbouwd aan de slag. De intermediair

wordt een coach op de achtergrond en de school

neemt zelf het heft in handen. “De scholen in onze

klankbordgroep zeiden: daar hoeven jullie geen tool

voor te bouwen, dit kunnen we”, vertelt Linders. En

daarmee heeft de school het eigenaarschap over het

cultuuronderwijs veroverd.

De overgang van stap 6 naar 7 bleek groot. Daar-

om is hier nu een gesprek met directeur, icc’er en

intermediair ingevoegd. Even pas op de plaats: wat

kunnen we met de meerjarenvisie? Herkennen we

die nog als onze cultuurvisie? Om daar grip op te

krijgen werkt de icc’er (eerst met de directeur, later

met het hele team) een actieplan uit op basis van één

gedragsindicator.

Deskundigheids-bevorderingEen belangrijk onderdeel van De Cultuur Loper is

deskundigheidsbevordering voor alle betrokken

partijen. Zo kregen intermediairs en coaches van

Kunstbalie en Erfgoed Brabant een training in het

voeren van ontwikkelingsgerichte gesprekken met

scholen. Trainer Margreet Rierink gaf als belang-

rijke lessen mee: “Vraag wat de school precies voor

ogen heeft, wees nieuwsgierig en projecteer niet

je eigen beelden op de school.” Voor deelnemen-

de scholen zijn er tal van (gratis) trainingen en

workshops, van een muziekworkshop tot creativi-

teitsontwikkeling en vakoverstijgend werken met

de 21ste-eeuwse vaardigheden. Het aanbod wordt

steeds vaker toegesneden op de wensen en vragen

van een school. Scholingsaanbod voor het volgen

van de culturele ontwikkeling van leerlingen is in de

maak. Ook voor cultuuraanbieders zijn er scholingen

en trainingen, bijvoorbeeld om te leren omgaan met

C-zicht, zodat zij scholen duidelijk kunnen vertellen

bij welke culturele competenties en gedragsindicato-

ren hun aanbod aansluit.

“Cultuureducatie met kwaliteit kun

je alleen bewerkstelligen als leer-

krachten instrumenten in handen

hebben waarmee ze hun eigen visie

daadwerkelijk in het klaslokaal kun-

nen toepassen” – Matthijs Leendertse

“Wij bedenken het niet voor de scholen, ze bepalen

zelf welke kwaliteitsslag ze maken” – Clara Linders

Matthijs Leendertse van ELM Concepts is als adviseur

educatief ontwerp betrokken bij De Cultuur Loper.

achtergrond 15

Page 16: De Cultuur Loper magazine

Vandaag staat het thema ‘bogen en regenbogen’

centraal in de cultuurles. Een middag in de klas geeft

een inkijk in de werkwijze. Jolanda laat de leer lingen

zelf kiezen op welke manier ze met ‘bogen en regen­

bogen’ aan de slag willen. In één hoek kunnen de

kleuters verven, in een andere hoek knippen en

plakken. Ook kunnen ze bogen maken met draden

of lezen over regenbogen. “Ik laat ze hun gang gaan,

want ze zitten nog in de flow waarmee ze daarnet

met hun lichaam bogen maakten in de gymzaal”,

vertelt ze.

De visie

Dat is precies de visie die de school voor ogen heeft

met De Cultuur Loper. Jolanda is niet alleen leer­

kracht maar ook icc’er, waardoor zij nauw betrokken

} te

kst e

n fo

to’s

Sim

one

Vos

De Cultuur Loper op

Sancta Maria

Rustgevende, klassieke muziek klinkt door de gymzaal. “Maak je mooiste boog samen met je

vriendje of vriendinnetje”, zegt Jolanda Spaninks tegen de kleuters. Jolanda is leerkracht op Sancta

Maria in Bergen op Zoom. Op deze basisschool is het traject van De Cultuur Loper in volle gang.

16 in de praktijk

Page 17: De Cultuur Loper magazine

is bij het beleid voor cultuureducatie. “We willen het

creatieve vermogen van de leerlingen aanboren door

ze dingen te laten ontdekken en daarvoor moet je als

docent creatief zijn”, aldus Jolanda. “Kleuters zijn al

aan het onderzoeken, creëren en reflecteren op hun

werk. Daarom willen wij als team dat leerlingen een

breed aanbod van cultuureducatie krijgen. In alle

jaren moeten de zeven disciplines twee keer aan bod

komen.”

3 domeinen

De school werkt binnen de 3 domeinen. Een paar

keer per jaar bezoeken groepen voorstellingen uit

domein 3 en Sancta Maria is betrokken bij lokale cul­

turele activiteiten. “Naast het aanbod buiten school

wilden we ook activiteiten op school hebben”, licht

Jolanda toe.

Ze loopt langs de tafels waaraan haar leerlingen wer­

ken en hurkt af en toe naast een van hen neer. “Hoe

heb je dit gemaakt?” vraagt ze. “Kinderen zijn heel

eerlijk. Op hun niveau zijn ze al reflecterend bezig.

En ze werken samen, dan willen ze elkaar helpen

of het werk van een ander kind afmaken”, aldus de

leerkracht.

Coaching Artisjok & Olijfje

In verband met De Cultuur Loper volgde het team

het coachingstraject van Artisjok & Olijfje. Dit duo

richt zich op ervaringen opdoen met je lichaam en

van daaruit creatieve activiteiten ontwikkelen. Samen

met hen maakte Jolanda de les over bogen en regen­

bogen. “Maar cultuureducatie moet zich als een

olievlek verspreiden. Ze moet invloed uitoefenen

op alle vakken, het zijn geen losse lessen.”

Volgend schooljaar wil de basisschool ouders meer

betrekken bij De Cultuur Loper. “Er is een rol weg­

gelegd voor ouders binnen cultuureducatie, maar

hoe die er precies uitziet, moeten we nog ontdek­

ken”, aldus Jolanda.

Ik luister en kijk

De leerlingen knippen en buigen ondertussen

verder. Trots zegt Jolanda: “Ik geniet van de ver­

wondering bij kinderen, dat creatieve proces wil ik

niet onderbreken. De ene leerling tekent een huis

onder de regenboog en de andere maakt hele kleine

krulletjes. Dan zeg ik niet ‘Dit is goed en dat is fout’.

Ik maak ook geen voorbeeld van een regenboog.

Ze mogen zelf bepalen hoe ze een boog tekenen,

de ver antwoordelijkheid ligt bij de kinderen. Ik luister

en kijk naar ze; ik heb een meer coachende rol

ge kregen.” |

in de praktijk 17

Page 18: De Cultuur Loper magazine

[staafdiagram maken]2013 88 scholen (voorlopers)2014 143 scholen (88 voorlopers en 55 volgers)Medio 2015 166 scholen (88 voorlopers en 78 volgers)

0

25

50

75

100

125

150

175volgers

voorlopers

jaar 2013jaar 2013jaar 2013

0

25

50

75

100

125

150

175

scholen

medio 201520142013

sterke groei

85 PO3 VO

140 PO3 VO

162 PO4 VO

[gra�ek maken]2013 24.538 leerlingen 1.522 leerkrachtenMedio 2015 39.500 leerlingen 3.777 leerkrachten

0

15000

30000

45000leerkrachten

leerlingen

jaar 2013jaar 2013

0

10.000

20.000

30.000

40.000

leerlingen

medio2015

20130

1.000

2.000

3.000

4.000

leerkrachten

medio2015

2013

[staafdiagram maken]2013 88 scholen (voorlopers)2014 143 scholen (88 voorlopers en 55 volgers)Medio 2015 166 scholen (88 voorlopers en 78 volgers)

0

25

50

75

100

125

150

175volgers

voorlopers

jaar 2013jaar 2013jaar 2013

0

5.000

10.000

15.000

20.000

uren

medio2015

20130

90.000

180.000

270.000

360.000

450.000

prestatiebox

medio2015

2013

In 2013, kort voor de zomer, startte een aantal

scholen met het traject van De Cultuur Loper. Bij

de eerste tussentijdse effectmeting in 2014 kon-

den we concluderen dat De Cultuur Loper op koers ligt. De resultaten die het

afgelopen half jaar zijn geboekt, stemmen tot nog

meer tevredenheid.

ZO staan we ervoor!}

teks

t Ad

van

Drun

en

Sterke groei

In 2013 zijn 88 scholen in Brabant gestart met De

Cultuur Loper, medio 2015 zijn dat er al 166. Hoewel

de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit vooral ge­

richt is op het primair onderwijs, nemen ook 4 scho­

len voor voortgezet onderwijs deel aan De Cultuur

Loper. De groei zet verder door tot naar verwachting

220 scholen in 2016.

Dit investeren scholen zelf

De betrokkenheid van scholen wordt jaarlijks in uren

van directie, icc’er en leerkrachten (buiten de regulie­

re lestijden) uitgedrukt. Medio 2015 is dit aantal uren

verdubbeld tot 17.004. Ook verplichten scholen zich

om de jaarlijks beschikbare € 10,90 per leerling in

de prestatiebox* daadwerkelijk aan cultuureducatie

te besteden. In 2015 is hiermee een bedrag van

€ 430.550,00 gemoeid.

*Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is het budget per leer-

ling in de prestatiebox verhoogd van € 10,90 naar € 11,27; met

ingang van het schooljaar 2015-2016 is het bedrag € 11,50. In de

overeenkomst voor deelname aan De Cultuur Loper is echter t/m

2016 het bedrag van € 10,90 per leerling gehanteerd.

Bereik vergroot

Bij de start in 2013 bereikte De Cultuur Loper 24.320

leerlingen in het primair onderwijs. Dit aantal was in

juni 2015 toegenomen tot 39.500. Het aantal leer­

krachten in het primair onderwijs dat in aanraking

kwam met De Cultuur Loper verdubbelde zelfs. Ook

het enthousiasme onder de deelnemende leerkrach­

ten steeg.

Page 19: De Cultuur Loper magazine

stap 1. Intake

8 scholenstap 2. Assessment

45 scholenstap 3. Ambitiegesprek

7 scholenstap 4. Teambijeenkomst

4 scholen

stap 5. Eerste activiteiten

2 scholenstap 6. Meerjarenvisie

39 scholenstap 7. Activiteitenplan

61 scholenstap 8. Implementatieplan

in ontwikkeling

[staafdiagram]2013 590 educatief medewerkersMedio 2015 488 educatief medewerkers

0

150

300

450

600educatief medewerkers

medio 2015jaar 2013

0

150

300

450

600 medewerkers

medio 20152013

[Gra�ek?] 2013 2014 Medio 2015Aantal soorten scholing 4 15 15Aantal uitgevoerde trainingen 6 40 24Aantal bijeenkomsten* 8 52 41

0

20

40

60bijeenkomsten*

uitgevoerde trainingen

soorten scholing

medio 2015jaar 2014jaar 2013

0

10

20

30

40trainingen

medio 201520142013

[staafdiagram]2013 590 educatief medewerkersMedio 2015 488 educatief medewerkers

0

150

300

450

600educatief medewerkers

medio 2015jaar 2013

0

10

20

30

40intermediairs

medio 20152013

Scholing op maat

De Cultuur Loper voorziet in deskundigheidsbevorde­

ring door scholen en cultuuraanbieders een uitgebreid,

praktijkgericht scholingsaanbod ter beschikking te

stellen. Vraag en ambitie van het onderwijs zijn leidend

bij het ontwikkelen van de trainingen. Deze manier

van werken leidt tot een toenemend aantal trainingen.

ZO staan we ervoor!

Zo ver zijn de scholen

Scholen werken met De Cultuur Loper aan een

activiteitenprogramma dat in opbouw, samenhang

en samenstelling past bij de visie en situatie van de

school. Zij doen dit aan de hand van een traject dat

bestaat uit acht stappen. Hiernaast is aangegeven

met welke stap de scholen, samen met hun inter­

mediair, medio 2015 bezig zijn.

Samenwerking met aanbieders

Naarmate scholen verder zijn gevorderd met De Cul­

tuur Loper en bewuster hun activiteiten kiezen, neemt

de rol van de cultuuraanbieder toe. In 2013 is een

prognose van het aantal te bereiken medewerkers

van cultuuraanbieders aangereikt. Medio 2015 blijkt

dat dit aantal lager is. Dit komt enerzijds doordat

scholen een duurzame relatie aangaan met minder

aanbieders, anderzijds spelen lokale bezuinigingen

hierin mogelijk ook een rol.

Monitor cultuureducatie in 2014 en 2015In 2014 heeft een eerste effectevaluatie van De Cultuur

Loper plaatsgehad. Scholen benoemden hun belangrijkste

doelen: werken met doorgaande leerlijnen; vergroten van

de kennis van het team; activiteiten beter afstemmen op de

culturele ontwikkeling van leerlingen; verdiepen van de

visie van de school; verstevigen van het curriculum, waar -

bij de culturele ontwikkeling van de leerling centraal staat.

In 2015 is een provinciale monitor cultuureducatie uitge-

voerd onder alle Brabantse scholen, waarmee scholen die

wel en niet deelnemen aan De Cultuur Loper met elkaar

kunnen worden vergeleken. De eerste bevindingen laten

een ‘kanteling in denken’ zien onder de deelnemers van

De Cultuur Loper. De resultaten worden binnenkort gepu-

bliceerd op www.decultuurloper.nl.

Cruciale rol intermediairs; aantal stijgt

De rol van de lokale intermediair als verbindende

schakel tussen scholen en cultuuraanbieders is cruci­

aal. De intermediair is het lokale aanspreekpunt voor

de uitvoering van De Cultuur Loper. Coaches van

Kunstbalie en Erfgoed Brabant scholen de interme­

diairs in die rol. Aanvankelijk waren 16 intermediairs

beschikbaar in de 27 betrokken gemeenten; een aan­

tal dat is verdubbeld. Nog steeds komt het voor dat

één intermediair verschillende gemeenten bedient,

steeds vaker zetten gemeenten meer medewerkers in.

evaluatie 19

Page 20: De Cultuur Loper magazine

De gedeputeerde is

tekstvast

Zijn werkkamer ligt op het zuiden.

Zon op z’n bureau. Maar ook

in zijn hoofd: Henri Swinkels is

blij dat het nieuwe bestuur van

Brabant cultuur als kerntaak blijft

zien. Opmerkelijk, want overal in

Nederland sneuvelen ambities en

budgetten. En het was al ietwat

kaal na het stoppelveldbeleid van

Halbe Zijlstra. Voor een extra zeis

zorgde de PVV: cultuur zou ‘een

linkse hobby’ zijn.

Om boven zo’n krasse bewering

te staan, heeft Swinkels geen

huishoudtrapje van Brabantia no­

dig. Kalm: “Cultuur is essentieel

voor iedereen. Net zoals een dak

boven je hoofd, goede gezond­

heid en eten. Cultuur leert je om

jezelf uit te drukken en maakt je

blik ruimer.”

Ervaringsdeskundige

Talentontwikkeling in Brabant kan

al evenmin zonder cultuureduca­

tie, ziet hij. Het vormt de basis.

Dat leert Kunstbende, maar

ook de Fontys Entreeprijs voor

jonge makers die hij op Theater­

festival Boulevard 2015 uitreikte.

“Cultuureducatie helpt je te

ontdekken wat je in je mars hebt,

waarbij presentatiemogelijkheden

en podiumervaring je stappen

kunnen versnellen.”

Het zou een volzin uit een nota

kunnen zijn. Maar hij meent het,

de ervaringsdeskundige. Als kind

kreeg hij blokfluitles in naschool­

se uren. Later volgden slagwerk

en toneel. Cultuureducatie noemt

hij essentieel voor de ontwikke ling

van kinderen. “Muziek leerde me

wat samenspel is, toneel maakte

me zekerder en sociaal leniger.

Bovendien leerde ik schoonheid

ervaren.” Dat zo’n liefde beklijft,

bewijst een van zijn favoriete

vrijetijdsbestedingen: hij schrijft

teksten voor (muziek)theater.

Sleutel

Met De Cultuur Loper is hij blij:

“Een goede mix van een online

instrument, coaching en financië­

le impulsen.” De naam associeert

hij vooral met een sleutel die

op vele deuren past. Toch gaan

sommige voorgoed op slot. Het

aantal kunstencentra in Brabant

is gedaald. In 2011 waren er 25,

nu nog 17. Bovendien is hun

werkgebied bijna gehalveerd.

“De bezuinigingsgolven van

gemeenten raken buitenschool­

se cultuureducatie”, bevestigt

Swinkels. “De vanzelfsprekend­

heid dat je overal kon aankloppen

voor les in hobo of beeldhouwen

is niet langer gegarandeerd. Vak­

docenten die bij kunstencentra in

dienstverband werkten, komen

nu in zzp­achtige constructies

terecht. Hun rechtspositie wordt

minder aantrekkelijk. Als dat

“Aaaah”, riep Henri Swinkels. Met een mes in zijn rug viel hij uit een kast. Zo eindigde zijn eerste schooltoneeloptreden. Als gedeputeerde roept hij vooral “Ooooh!” Want cultuur nodigt uit tot leven in verwondering. Een plezierig gesprek.

} te

kst E

ric A

link

} f

oto

Ben

Nie

nhui

s

“Cultuur leert je om jezelf uit te drukken en maakt je blik ruimer”

20 interview

Page 21: De Cultuur Loper magazine

zo blijft, vrees ik leegloop op

lange termijn en vergrijzing in die

beroeps groep.”

Versterkt die ontwikkeling het

belang van binnenschoolse cul­

tuureducatie? De gedeputeerde

zwijgt eventjes – de kunst van het

zorgvuldig formuleren leerde hij

eerder in de Vughtse en landelijke

politiek. “Idealiter is de volgorde:

eerst binnenschools, dan daar­

buiten. Zo bereik je ook iedereen.”

Met vriendelijke lach: “Dat klinkt

stichtelijk, maar dat mag. Ik had

een leermeester binnen de vak­

bond [Swinkels werkte bij de FNV

en Nederlandse Politiebond – red.]

die vond dat ook kinderen die

timmerman of metaalwerker wor­

den recht op kennismaking met

cultuur hebben. Hij heeft gelijk.”

Niet wegkijken

De culturele rol van de provincie

is volgens Swinkels tweeledig. Zij

is inhoudelijk regisseur en aan­

bieder van kennis en kunde. Met

een voet noot bij de buitenschool­

se cultuureducatie: “Nu gemeen­

ten bezuinigen klinkt regelmatig:

‘Dan betaalt de provincie het wel.’

Dat vind ik te makkelijk. Maar ik

kijk niet weg: een commissie gaat

met het hele veld praten over

buitenschoolse cultuureducatie.

Nee, dat wordt geen lang onder­

zoek of dik rapport. In het najaar

gaat de com mis sie al adviseren.

De tendens van het College is om

te experimenteren met creatieve

oplossingen.”

Andere kwestie: cultuureducatie

is vuur aanblazen – met dank

aan leerkrachten in Brabant.

Maar soms raken ze buiten

adem. Daarnaast is een visie op

cultuureducatie niet voor elke

school vanzelfsprekend. Swinkels

erkent dat: “Sommige profileren

zich sterk op cultuureducatie,

bij andere scholen zie je dat ze

het ‘erbij doen’. Dat kan eigenlijk

niet.” Volgens de gedeputeerde is

het vaak geen kwestie van onwil,

maar van andere besognes. “Ze

moeten hun tijd en geld verde­

len. Toch sta je als provincie niet

met lege handen. We hebben De

Cultuur Loper en proberen het

bewustzijn van schooldirecties te

vergroten.”

Casting

Nog even een terugblik. In het

vermakelijke schooltoneelstuk

Boeven en madeliefjes eindigde

boef Henri Swinkels al in het

eerste bedrijf. Zijn nieuwe rol van

gedeputeerde cultuur in Brabant

lijkt betere casting. Of het ook

bevalt? Swinkels met glimlach,

zonder souffleur: “De waarde van

cultuur kun je nauwelijks over­

schatten.” |

interview 21

Page 22: De Cultuur Loper magazine

Visieop 21ste eeuwse vaardigheden

De komende decennia zal Nederland steeds meer behoefte hebben

aan innovatieve en nieuwsgierige schoolverlaters die op verschillende

niveaus binnen allerlei sectoren op de arbeidsmarkt aan de slag kunnen.

Landelijke initiatieven pleiten – samenvattend – voor een onderwijs­

benadering waarbij leerlingen al op jonge leeftijd worden geboeid door

de maatschappelijke dromen en uitdagingen van morgen, en boven­

dien worden aangemoedigd om zelf meer oplossend, ondernemend en

kritisch te leren denken. Naast aanbevelingen over de verdergaande ver­

ankering van dit zogenaamde ‘21ste­eeuwse leren’ in het curriculum van

het basisonderwijs, blijken scholen evenzeer behoefte te hebben aan een

passende leerling­volgmethode. Hiermee kunnen leerkrachten niet alleen

het kennis niveau maar ook de beoogde 21ste­eeuwse vaardig heden van

de leerlingen zélf, op formatieve wijze, binnen de alledaagse klaspraktijk

stimuleren en volgen.

Aanstekelijke schoolcultuur

De redenen voor de realisatie van een dergelijke leerling­volgmethode

zijn veelzijdig. Het stelt leerkrachten allereerst in staat de ontwikkeling

van de 21ste­eeuwse vaardigheden bij hun leerlingen in te schatten en

nauwkeuriger en met een groter vertrouwen passend onderwijs te ver­

zorgen. Het invoeren van een volgmethode schept ook een aanstekelijke

} te

kst T

im P

ost

Er wordt veel geschreven over leren in de 21ste eeuw. Een belangrijke

vraag is welke kwaliteiten we willen dat leerlingen hebben. Vanuit het

onderzoekscentrum Science Education and Talent Development (SETD)

van de Universiteit Twente is een raamwerk opgesteld van vier betekenis­

volle leerlingkwaliteiten.

1. Vaardigheden

De eerste kwaliteit is die van vaardigheden. Kinderen leren nu vooral din­

gen te onthouden, begrijpen en toepassen. Bij hogere orde denken leren

ze ook analyseren, evalueren, zelf creëren en creatief denken. Daarnaast

moet er meer aandacht komen voor onderzoekende en ontwerpende

vaardigheden. Ook is het belangrijk dat leerlingen creatiever en flexibeler

leren denken en leren wat ze kunnen doen om hun eigen leren te verbeteren.

2. Houdingen

Nieuwsgierigheid en verwondering zijn geen vaardigheden, maar hou­

dingen die voorafgaan aan bepaald gedrag. Tot 7 jaar zijn kinderen van

nature nog heel nieuwsgierig, maar in het basis­ en voortgezet onderwijs

verdwijnt die houding. Ze geven zelf aan dat ze geen vragen durven

stellen op school, omdat ze het gevoel hebben dat de leerkracht en hun

medeleerlingen dat vervelend vinden. Er gebeurt precies dat wat we niet

willen, terwijl ze wel nieuwsgierige vragen stellen in de buitenschoolse

situatie. Een kritische denkhouding, waarbij leerlingen niet alles zomaar

} te

kst J

ulie

tte W

alm

a va

n de

r Mol

en

Passende leerling-volgmethode

Naar hogere orde denken

Page 23: De Cultuur Loper magazine

schoolcultuur die de ontwikkeling van de creativiteit en

nieuwsgierigheid van de leerlingen serieus neemt. Tot

slot biedt een volgmethode inhoudelijke handvatten

voor het formuleren van een onderbouwde onderwijs­

visie en ze faciliteert op deze manier gerichte school­

ontwikkeling en leerkrachtprofessionalisering. Tot op

heden beschikt de Nederlandse onderwijspraktijk

echter niet over een geschikte leerling­volgmethode

voor het 21ste­eeuwse leren. Redenen daarvoor

zijn, onder meer, de nadruk die het onderwijs legt op

summatieve toetsing van kennis; het feit dat vaardig­

heden en houdingen op het gebied van bijvoorbeeld

nieuwsgierigheid, creativiteit en kritisch denken

lastiger op grote schaal kwantitatief te meten zijn dan

parate kennis; en het feit dat binnen de wetenschap­

pelijke literatuur een veelvoud aan relevante onder­

wijsmodellen bestaat die elkaar vaak niet citeren.

Samenwerking met De Wijde Wereld

Recentelijk is door onderzoekscentrum SETD aan

de Universiteit Twente, in nauwe samenwerking met

onder meer basisschool De Wijde Wereld in Uden,

gestart met de ontwikkeling van een leerling­volg­

methode. De beoogde methode sluit aan bij de leer­

lingkwaliteiten die uit diverse wetenschapsdisciplines

én de onderwijspraktijk naar voren komen als meest

belangrijk, en bij landelijke onderwijsadviezen op het

gebied van het 21ste­eeuwse leren. De volgmethode is

bedoeld voor de gehele basisschoolperiode en biedt

leerkracht, ouders en school een overzicht van de

talentontwikkeling van de leerling. De volggegevens

vullen de gebruikelijke leerlinggegevens op school

aan (zoals rapportcijfers, CITO­scores, et cetera) en

geven inzicht in de brede ontwikkeling van leerlingen.

Na afloop van het samenwerkingsproject wordt de

leerling­volgmethode met onderwijsondersteuning op

een aantrekkelijke en toegankelijke wijze beschikbaar

gesteld aan het onderwijsveld.

Tim Post is onderwijspsycholoog en werkzaam bij het Onderzoeks-centrum Science Education and Talent Development (SETD) binnen de vakgroep ELAN aan de Universiteit Twente.

aannemen en leren verschillende perspectieven te

zien, moet leidraad zijn voor waardering.

3. Motivatie

Zowel een intrinsieke motivatie (willen­kunnen bena­

dering) als een extrinsieke motivatie (willen­presteren

benadering) is belangrijk voor kinderen. Ze kunnen

worden uitgedaagd door toetsvormen die niet alleen

vragen naar één enkel juist antwoord, maar ook

geprikkeld door bijvoorbeeld opdrachten te geven

waarbij verschillende antwoorden of oplossingen

mogelijk zijn. Leerlingen die zich uitgedaagd voelen

op originaliteit, creativiteit en kritisch denkvermogen

zijn op een andere manier gemotiveerd dan bij een

standaardtoets.

4. Ieder kind kan talenten ontwikkelen

Onderzoek wijst uit dat deze kwaliteiten en vaardig­

heden bij iedere leerling steeds een beetje verder

ontwikkeld kunnen worden. Veel mensen hebben

echter nog het idee dat ‘talent’ iets is wat vastligt.

Belangrijk is daarom een zogenoemde growth mind­

set te cultiveren: het fundamentele idee dat iedereen

zich altijd kan ontwikkelen. Dat creëert zelfvertrou­

wen bij leerlingen en zorgt ervoor dat we meer kijken

naar wat zij wél kunnen in plaats van hen eenzijdig af

te rekenen op wat ze niet zouden kunnen.

Deze vier kwaliteiten gelden voor alle domeinen en

vakken. Ook zijn ze relevant voor alle ontwikkelfases

en leeftijden van leerlingen, zelfs na het funderend

onderwijs. Ze zouden het vertrekpunt kunnen zijn in

de groep, in de vorm van stimulerend vakoverstijgend

onderwijs waarin allerlei van belang zijnde kennis­

domeinen en vaardigheden – zoals cultuur, taal, reke­

nen, oriëntatie op de wereld en op jezelf, en digitale

geletterdheid – een plek vinden.

Prof. dr. Juliette Walma van der Molen is ontwikkelingspsycholoog, hoogleraar aan de Universiteit Twente en directeur Center for Science Education and Talent Development

Juliette en Tim zijn vanuit de Universiteit Twente betrokken bij De Cultuur Loper. Zij ontwikkelen een leerling-volgmethode waarmee de vorderingen van leerlingen op het gebied van cultuureducatie kunnen worden gevolgd. De relatie tussen cultuureducatie en talentontwikkeling staat daarin centraal.

visie 23

Page 24: De Cultuur Loper magazine

Hoe sluiten makers uit het derde domein aan bij de wensen van scho-len? Spreken zij dezelfde taal als het gaat om cultuureducatie? De mede-werkers educatie van Artemis, Het Noordbrabants Museum en De Stilte over het spreken van die taal. Vier vragen aan...

Hoe sluit Het Noordbrabants Museum aan bij De Cultuur Loper? Tim Veldhuis: “We werken samen met verschillende scholen, waaronder

De Cultuur Loper­school De Bolster in Sint­Michielsgestel. De scholen

geven input en feedback en daardoor weten we zeker dat onze educatie­

programma’s aansluiten bij de wensen uit het onderwijs. Met De Bolster

zijn we om de tafel gaan zitten om samen te kijken waar cultuur en kunst

nog in het onderwijs ontbreken. Bij deze school was dat op het gebied

van erfgoed. We ontwikkelen nu een programma voor groep 4 en groep

8, zodat de leerlingen na vier jaar over hun eigen ontwikkeling kunnen

reflecteren.”

Hoe gebruik je de competenties cultuur educatie?“De competenties cultuur educatie zijn wat mij betreft erg belangrijk. Ze

blinken uit in hun eenvoud en het zijn termen die iedereen begrijpt. We

komen indirect in aanraking met de competenties cultuureducatie en ze

sluiten goed aan op onze eigen educatieve visie ‘kijken, doen en tonen’.

Wij zorgen ervoor dat kinderen tijdens museumlessen hun receptieve

vermogen gebruiken. En als ze aan de slag gaan, zetten ze hun analy­

serend en creërend vermogen in. Uiteindelijk tonen ze hun werk in het

museum en daarbij komen reflectie en presentatie om de hoek kijken.”

Wat brengt dat kinderen?“Kinderen zijn na afloop van zo’n les ontzettend trots op wat ze hebben

gemaakt. Hun werk is te zien in het museum en dat is voor hen bijzonder:

ze hebben iets gecreëerd en mo­

gen het daarna presenteren.”

Hoe zorg je ervoor dat je dezelfde taal spreekt als de school?“Als je eenmaal met de school in

gesprek bent, is de taal geen pro­

bleem. Het is niet dat we elkaar

niet begrijpen, het is meer dat

het lastig is de tijd te vinden om

samen te zitten. Bij het ontwikke­

len van een programma nemen

we de leerkracht mee in het

traject. Ik kies bijvoorbeeld een

aantal kunstwerken uit en loop

samen met de leerkracht door

het museum, die dan zijn of haar

mening kan geven. Inhoudelijke

beslissingen nemen we samen,

het is co­creatie.”

Tim Veldhuis is medewerker Educatie van Het Noordbrabants Museum

...Het Noordbrabants Museum

Spreken we dezelfde taal?

} te

kst S

imon

e Vo

s

Page 25: De Cultuur Loper magazine

Hoe sluit De Stilte aan bij De Cul-tuur Loper?Luydgarde Rijnen­Huiskamp:

“We zijn in 2014 op drie De

Cultuur Loper­scholen gestart

met een driejarig dansproject. De

scholen hebben het inspiratiejaar

achter de rug en dat was een be­

langrijk jaar. Hierin leerden ze De

Stilte kennen en leerden wij de vi­

sie van de scholen kennen. In het

inspiratiejaar maken de scholen

elk op hun eigen manier kennis

met dans. De ene school heeft

een meer afwachtende houding

en de andere wil al gelijk op een

actieve wijze kennismaken.”

Hoe gebruiken jullie de competen-ties cultuureducatie?“Ons gezelschap werkt gericht

met de competenties cultuur­

educatie. In het materiaal dat

wij maken voor de lessen en

workshops zijn de competenties

vertegenwoordigd. Het accent

ligt nu nog vooral bij ons. In

opdrachten is er bijvoorbeeld

ruimte genoeg voor de kinderen

om te experimenteren. Kinderen

onderzoeken de mogelijkheden

van bewegingen en we reflecte­

ren met de leerlingen na afloop

van de les over wat ze hebben

gezien of gedaan.”

Wat brengt dat kinderen?“De directeur van een van de

scholen zei tegen ons: ‘Jullie

hebben iets in gang gezet, de

school is letterlijk en figuurlijk in

beweging.’ De kinderen voelen

...ArtemisHoe sluit Artemis aan bij De Cultuur Loper?Erica van de Kerkhof: “We hebben één project bij een

De Cultuur Loper­school in Dongen: Dubbelleren.

Hierin leert de leerkracht om in de lessen meer met

een theatervoorstelling te doen en drama in te zetten.

De grote kracht van De Cultuur Loper is dat die een

bewustzijn creëert waardoor je op een andere manier

tegen kunst aan kunt kijken. Maar domein 3 mag

daarin nog wel meer aanwezig zijn.”

Hoe gebruiken jullie de competenties cultuureducatie?Liesbet Swings: “We maken bij onze voorstellingen

een educatief programma. Dat zien we als een hink­

stap­sprong: de kinderen maken tijdens de voorbe­

reiding eerst kennis met de voorstelling. Dan volgt

de stap waarin ze naar de voorstelling gaan en deze

beleven. Daarna moeten ze weer landen en verwer­

ken wat ze hebben meegemaakt. In die landing, daar

zit het reflecterend vermogen. Het creërend vermo­

gen komt aan bod wanneer de kinderen aan de slag

gaan met de voorstelling.”

Wat brengt dat kinderen?Liesbet: “Soms zeggen kinderen na de voorstelling:

‘Ik snapte het niet.’ Maar als je er dan over doorpraat

en erop reflecteert, blijken ze het wel te snappen.

Kinderen ervaren de competenties indirect en daar­

om is het van belang dat instellingen en leerkrachten

beseffen dat kunst die competenties kan bedienen.”

Hoe zorg je ervoor dat je dezelfde taal spreekt als de school?Erica: “In het educatiemateriaal bij voorstellingen

kunnen we goed inspelen op de vraag van de school.

Het project Dubbelleren is toegespitst op theater en

woordenschatontwikkeling omdat deze school dat

wilde. In gesprekken met de school kijken we naar

wat wij kunnen betekenen en wat de school zelf heeft

aan materiaal. Deze school gaf aan dat ze een avon­

tuur aan wilde gaan en dan hebben wij veel vrijheid.”

Erica van de Kerkhof is educatiemedewerker en Liesbet Swings is educa-tiemaker bij Artemis.

zich vrijer met hun lijf en ze zijn

creatiever bij andere vakken.”

Hoe zorg je ervoor dat je dezelfde taal spreekt als de school?“In het inspiratiejaar hebben we

vooral veel geluisterd en zijn we

het gesprek aangegaan met de

scholen. Door op scholen actief

te zijn krijg je beter mee welke

visie een school heeft. Ik ga na

de lessen ook in gesprek met de

leerkracht en ik kan mijn vervolg­

activiteiten en de leerroute ter

plekke bijsturen. Alles gebeurt in

samenspraak.”

Luydgarde Rijnen-Huiskamp is combinatie-functionaris Danseducatie bij De Stilte

...De Stilte

vraag & antwoord 25

Page 26: De Cultuur Loper magazine

5

Visievorming

De Cultuur Loper bestaat uit coaching, scholing en een online instrument

waarmee een school in 8 stappen een eigen visie ontwikkelt op cultuur­

educatie. Centrale vraag daarbij is: ‘Wat willen we onze leerlingen in acht jaar

meegeven?’ De school leert – met hulp van coaches en intermediairs – ambi­

ties te vertalen in culturele competenties. Dit mondt uit in een meerjarenvisie

op cultuureducatie en een plan van aanpak. Het resultaat legt de school naast

wat ze allemaal al doet en in huis heeft, waardoor duidelijk wordt waar even­

tuele kansen liggen. De expertisecentra onderscheiden drie culturele compe­

tenties: onderzoekend, creërend en reflecterend vermogen. De vermogens zijn

vertaald naar gedragsindicatoren, zodat je als leerkracht kunt observeren en

bijhouden hoe de leerlingen zich ontwikkelen.

} te

kst B

ea R

os

De Culturele Ladekast is primair gericht op het product: een doorlopende leerlijn verankerd in het onder wijsprogramma

De Cultuur Loper & De Culturele Ladekast

Noord-Brabant kent twee programma’s die scholen helpen bij cultuureducatie: De Cultuur Loper van de provinciale expertisecen-tra Kunstbalie en Erfgoed Brabant, en De Culturele Ladekast van de vijf gro-te Brabantse steden (B5). Hoewel ieder op een eigen manier ondersteuning en aanbod heeft voor scholen, staan ze samen pal voor cultuureducatie met kwa-liteit. De Cultuur Loper en De Culturele Ladenkast: de overeenkomsten en de verschillen.

Leerlijnen

De Culturele Ladekast is

een raamwerk waarmee scholen,

in samenwerking met cultuuraanbie­

ders, een doorlopende leerlijn (cultuur­

educatie algemeen of per kunstdiscipline)

kunnen vormgeven. Startpunt is de eigen vraag

en visie van de school. Elk van de vijf Brabantse

steden legt eigen accenten op basis van het (lokale)

aanbod en de inzet van de school zelf. Alle leerlijnen zijn

gebaseerd op vier culturele competenties: receptief, creërend,

reflectief en analyserend vermogen. Deze vermogens zijn ver­

taald naar doelen per twee leerjaren (1­2 t/m 7­8), zodat de school

kan werken aan een doorlopende leerlijn.

De 5 grote Brabantse steden zijn

Breda, Eindhoven, Helmond,

’s-Hertogenbosch en Tilburg.

26 achtergrond

Page 27: De Cultuur Loper magazine

De Cultuur Loper is primair gericht op het proces: vanuit visievorming het eigen cultuur-

programma versterken

Landelijk beleidIn de landelijke stimuleringsregeling Cul-

tuureducatie met Kwaliteit (2013-2016) staan

deskundigheidsbevordering van leerkrachten

en educatief medewerkers, doorlopende leer-

lijnen en het ontwikkelen van beoordelings-

instrumenten voor cultuureducatie centraal. In

opdracht van het ministerie van OCW maakte

de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) een

leerplankader kunstzinnige oriëntatie, uitge-

werkt in vier (algemene) leerlijnen: beeldende

vakken, dans, drama en muziek. Net als bij de

beide Brabantse programma’s draait het om

competenties en het creatieve ontwikkelings-

proces van leerlingen. Datzelfde geldt voor

Cultuur in de Spiegel, het grote onderzoeks-

project onder leiding van de Groningse hoog-

leraar Barend van Heusden. Ook hierin zijn

cultureel (zelf)bewustzijn en reflectie centrale

concepten en gaat het niet primair om het

verwerven van vakinhoudelijke vaardigheden,

maar vooral om de persoonlijke ontwikkeling

van leerlingen. De culturele competenties

sluiten aan bij de zogeheten 21ste-eeuwse

vaardigheden als kritisch en creatief denken,

problemen oplossen en onderzoeken.

Trainingen

Beide programma’s voorzien in deskundigheids­

bevordering, zoals trainingen, workshops en coaching

voor scholen en cultuuraanbieders. Bij De Cultuur

Loper staan visievorming, bewustwording en com­

petentiegericht denken centraal. Bij De Culturele

Ladekast zijn de trainingen gericht op visievorming

en praktischer van aard. Zo zetten de B5 bijvoor­

beeld coaches in die leerkrachten ondersteunen in

het verzorgen van kunstlessen. Zowel de B5 als de

provinciale expertisecentra huldigen het standpunt

dat leerkrachten veel zelf kunnen (leren), maar dat

gevarieerde en goede cultuureducatie altijd vorm

krijgt in samenwerking met cultuuraanbieders. In de

leerlijnen van de B5 is dat (professionele) kunstaan­

bod al verankerd. Kunstbalie en Erfgoed Brabant

borgen dit door scholen aan te sporen te putten uit

3 domeinen: In huis, Met de culturele omgeving en

Uit de grote wereld.

Vakinhoud

In De Cultuur Loper draait het meer om de

competenties dan om specifieke vakinhoud of

kunstdisciplines. Dit vanuit de gedachte dat een kind

culturele competenties kan verwerven met muziek, maar

evengoed met beeldende kunst. Het gaat er vooral om dat

een school nadenkt over wat ze de leerlingen precies wil bij­

brengen met een muziekles, museumbezoek of de gastles van een

kunstenaar. Mede om die reden ontwikkelen de provinciale expertise­

centra binnen De Cultuur Loper niet zelf aanbod. De B5 doen dat samen

met lokale cultuuraanbieders juist wel, en sluiten met hun aanbod aan op

vragen en wensen van scholen.

Page 28: De Cultuur Loper magazine

Gemeenten met ambitie

} te

kst I

lonk

a de

Rid

der }

foto

Ben

Nie

nhui

s

Ad van Drunen is vanuit Kunstbalie projectleider Cul­

tuureducatie met Kwaliteit (CmK) in Noord­Brabant.

Hij onderhoudt de contacten met het Fonds voor

Cultuurparticipatie (FCP), met collega­instelling Erf­

goed Brabant en de 27 deelnemende gemeenten ten

behoeve van de jaarlijkse inhoudelijke en financiële

verantwoording. Al twee jaar ervaart hij bijna dage­

lijks dat alle betrokkenen binnen de 27 gemeenten

“de nek uitsteken” om de regeling CmK met behulp

van De Cultuur Loper tot een succes te maken. “Men

probeert uit, is kritisch, stelt bij en denkt mee.”

Na twee jaar blijkt dat de deelnemende gemeenten

zeer betrokken zijn bij de lokale organisatie van

cultuureducatie. “Het mooie van De Cultuur Loper

is niet alleen dat gestaag wordt gewerkt aan betere

cultuureducatie, maar ook dat de 27 gemeenten een

bijdrage leveren aan de instandhouding van de lokale

cultuureducatieve basisvoorziening en een duurzame

samenwerking van scholen met hun culturele om­

geving stimuleren.”

Nu bekend is dat de regeling CmK tot en met 2020

wordt verlengd, krijgen gemeenten de kans hun

ambities nog verder te verwezenlijken. De successen

zullen naar verwachting van Van Drunen een ‘trigger’

zijn voor meer gemeenten, scholen en cultuuraan­

bieders om met De Cultuur Loper aan de slag te gaan.

“De 27 gemeenten dienen dan tot een aansprekend

voorbeeld voor anderen.” |

Maar liefst 27 gemeenten startten in 2013 met De Cultuur Loper. Zij tekenden voor vier jaar een overeenkomst met

als doel het cultuuronderwijs op hun scholen te ver-beteren. Daarmee tonen zij ambitie, nemen verantwoor-delijkheid en wordt cultuureducatie lokaal gefaciliteerd.

Page 29: De Cultuur Loper magazine

Gemeenten met ambitie “Cultuureducatie draagt eraan bij dat jeugdigen een

leven lang actief dan wel passief blijven deelnemen aan culturele activiteiten” – gemeente Heusden

“Het is een groot goed als leerlingen op school in aanraking komen met diverse vormen van kunst en cultuur: om hun blik te verruimen, talenten te ontdekken en de vaardigheden te leren die hard

nodig zijn in de 21ste eeuw. Dit begint allemaal op school” – gemeente Schijndel

“Cultuureducatie heeft een prominente plaats in het totale cultuurbeleid van onze gemeente, met

een duidelijke positie en relatie met het onderwijs. Op jonge leeftijd kunnen kinderen ‘ruiken’ aan

de verschillende disciplines van kunst en cultuur. Zeker ook de kinderen die deze beleving anders niet

meemaken” – gemeente Veghel

“Met de regeling CmK kunnen we als kleine ge-meente, met weinig middelen, een groot verschil

maken voor leerlingen van al onze scholen. Wij hopen hiermee de achterstand op het gebied van de

(culturele) ontwikkeling ten opzichte van grotere gemeenten en steden te minimaliseren” – gemeente

Woudrichem en Aalburg

“Door de regeling zijn bestuurders nog meer het belang van goed cultuuronderwijs gaan inzien,

waardoor zij de komende jaren budget beschikbaar blijven stellen. Het wordt zeer gewaardeerd dat ook

het rijk en de provincie bijdragen en dit tot en met 2020 blijven doen” – gemeente Etten-Leur

“De regeling CmK vormt de basis van waar uit een toekomstbestendige lokale infra structuur wordt

gebouwd” – gemeente Boxtel

“Wij vinden de Brabantse aanpak met De Cultuur Loper als invulling van CmK heel goed. Voor de toe-

komst streven wij ernaar het aantal deelnemende scholen uit te breiden” – gemeente Uden

De meerwaarde van matchen Van 2013 tot en met 2016 investeren 27 Brabantse gemeenten, Kunst-

balie, Erfgoed Brabant en het Fonds voor Cultuurparticipatie jaarlijks

1,8 miljoen euro in De Cultuur Loper. Door de matching van gelden van-

uit rijk, provincie en gemeenten worden verantwoordelijkheden over

drie overheden verdeeld en is er in totaal 7,2 miljoen euro beschikbaar

om te werken aan de doelen van Cultuureducatie met Kwaliteit.

achtergrond 29

Page 30: De Cultuur Loper magazine

Het belang van een goede

buur

Kansen voor nieuwe projectenVoor het traject van De Cultuur Loper zijn investerings-

programma’s ingesteld. Het Investeringsprogramma

De Cultuur Loper PO-De Provinciale Plus biedt een extra

bijdrage aan activiteiten en scholing. Lokale projecten

die provinciebreed beschikbaar kunnen worden gesteld,

komen in aanmerking voor een investeringsbijdrage.

Sinds de start in 2014 tot medio 2015 zijn 26 verzoeken

gehonoreerd en is een totaalbedrag van € 218.000

toegezegd. Het investeringsprogramma eindigt op

31 december 2016.

Intermediair Dian Langen-huijzen (Cube in Bernheze) stimuleert de samenwerking tussen scholen en hun cul-turele omgeving. Aanbod brengen maakt steeds vaker plaats voor co-creatie.

“Het tweede domein, de culturele omgeving van

de school, is heel belangrijk. Kinderen worden zich

bewust van wat er allemaal gebeurt in hun omgeving

en raken daarbij betrokken. Ze komen bijvoorbeeld

de kunstenaar met wie ze samen een mozaïekbankje

hebben gemaakt, weer tegen in de winkel. En ze zien

dat bankje staan en zijn er trots op dat ze daaraan

meegewerkt hebben. Het brengt hun respect bij voor

kunst. Ze leren bovendien: cultuur gaat over mij,

hoort bij mij, en ik mag daaraan meedoen.

Als school heb je niet alle expertise zelf in huis. Daar­

om stimuleer ik scholen om samen te werken met

kunstenaars en aanbieders uit de buurt. Dan kun je

echt werken vanuit de culturele competenties en de

schoolthema’s. Zo bereik je meer diepte. Steeds va­

ker werken we een­op­een met een school, dan kun

je maatwerk creëren. We stimuleren dat mensen van

buitenaf hun kennis delen met de leerkrachten, en zo

gaat het groeien.

Iemand van buiten de school kan leerkrachten anders

naar dingen laten kijken. Je brengt bovendien het ge­

sprek in het team op gang. Zo wordt cultuureducatie

hun ding in plaats van mijn ding. Was ik vroeger aan­

jager en inspirator, nu ben ik ook coach en partner.

Steeds vaker is er sprake van samen creëren.

Een mooi voorbeeld van co­creatie is ons nieuwe

project WAT ANDERS. De icc’ers zeiden me: we vin­

den het moeilijk om het reflecterend vermogen han­

den en voeten te geven. Daarop hebben we samen

dit project opgezet, waarin we kinderen stimuleren

na te denken over wie ze zijn, wat hun talent is en hoe

ze dit kunnen inzetten om samen met anderen de

wereld te verbeteren. Alle 11 basis scholen doen mee

met 3000 kinderen van groep 1 tot en met 8. Het gaat

echt leven in Bernheze, steeds meer mensen sluiten

zich erbij aan, zoals ouders, sponsoren en vrijwilli­

gers. De beoordelingscommissie van het investe­

ringsprogramma waar we een beroep op hebben

gedaan [zie kader, red.] was onder de indruk van de

impact die het project nu al heeft.” |

} te

kst B

eo R

os }

fot

o Be

n N

ienh

uis

30 interview

Page 31: De Cultuur Loper magazine

Ook buiten Brabant

“We waren binnen ons totale

scholingsprogramma op zoek

naar een manier waarop we

scholen kunnen ondersteunen

in het kader van de regeling

Cultuureducatie met Kwaliteit.

Wij vinden de aard van De Cul­

tuur Loper erg interessant omdat

scholen zich met dit vierjarige

programma bewust worden van

het belang van kunsteducatie.

Vragen als ‘Waarom vinden

we kunsteducatie belangrijk?’

en ‘Hoe willen we die educatie

uitvoeren en met wie?’ zijn hierbij

essentieel,” vertelt Jacobse.

Coachende houding

De situatie in Zuid­Holland ver­

schilt van die in Noord­Brabant.

De provincie in het westen heeft

geen provinciaal kunsteducatie­

beleid, maar 10 regionale projec­

ten die penvoerders (vergelijkbaar

met de intermediairs in Brabant)

uitvoeren. Kunstgebouw onder­

steunt deze penvoerders. “In de

tweede helft van 2013 kwamen

we via Kunstbalie met De Cultuur

Loper in aanraking. We wisselen

regelmatig uit waar we mee bezig

zijn en het Brabantse programma

klonk goed. Het eigenaarschap

dat bij de school ligt en het wer­

Niet alleen in Noord-Brabant is De Cultuur Loper een gewild instrument, ook in de provincies Zuid-Holland, Overijssel en Zee-land is er grote interesse. Verolique Jacobse, hoofd Informeren en Netwerken van Kunst gebouw in het Zuid-Hollandse Rijswijk,

vertelt waarom zij met De Cultuur Loper werkt.

ken met waar de school behoefte aan heeft, dat is mooi.” Ook de rol van

de Kunstgebouwcoach voor de scholen is voor Jacobse een boeiende.

“We weten dat leerkrachten enorme doeners zijn en dat het ‘waarom’

vaak lastig voor hen is. Daar kunnen wij dan in coachen.” Een andere

reden om de werkwijze van De Cultuur Loper over te nemen is het wer­

ken met de ambities. “De stappen die in het traject voorbijkomen, zijn

interessant. De scholen krijgen duidelijk voor ogen wat hun ambities zijn,

wat ze al doen en wat ze nog kunnen verbeteren.”

Groeien

“De Cultuur Loper in Zuid­Holland lijkt op die in Brabant, maar we

hebben een aantal aanpassingen gedaan. Bij de meerjarenvisie heb­

ben we bijvoorbeeld de receptieve kunsteducatie meer benadrukt en

we wilden de verbeeldingskracht een prominentere plek geven in het

traject. Een aantal regio’s waarin wij werken, is wat traditioneler dan

Brabant. Daar denk je als Kunstgebouw over na, want je wilt meegaan

met de identiteit van de regio. Dat is juist zo goed aan De Cultuur Loper;

scholen kunnen zelf aangeven wat ze belangrijk vinden.” In de regio’s

Alblasserwaard­Vijfheerenlanden, Goeree­Overflakkee en Voorne­Putten

doen 30 scholen mee en 5 scholen in de regio Holland­Rijnland werken

met onderdelen van De Cultuur Loper. Jacobse heeft voor de komende

jaren de ambitie om te groeien: “We willen meer scholen stimuleren om

het De Cultuur Loper­traject te gaan volgen. Want cultuureducatie geeft

kinderen mooie en betekenisvolle ervaringen.” |

ZwolleIn de Overijsselse hoofdstad is Stad-

kamer, de organisatie voor amateur-

kunst en cultuureducatie, een pilot

gestart met 2 scholen in het voortgezet

onderwijs. Kunstbalie begeleidt Stad-

kamer hierin.

ZeelandIn de provincie Zeeland onderzoekt

Allies Swinnen de mogelijkheden voor

het invoeren van De Cultuur Loper.

Haar organisatie Cultuureducatie

boven C-niveau krijgt waar nodig

input van Kunstbalie.

} te

kst S

imon

e Vo

s

interview 31

Page 32: De Cultuur Loper magazine

1.2.

Lessen over erfgoed

Vijf gouden regels

} te

kst M

ijke

Pol e

n Ro

b va

n Oi

jen

Een jaar geleden formuleerde Erfgoed Brabant vijf gouden regels voor het inrichten en uitvoe-ren van erfgoedlessen in het basisonderwijs. Nu vertellen scholen hoe zij de regels in de praktijk hebben gebracht.

Zorg voor een zinvolle beleving

Lisette van Aert, basisschool Sint

Petrus in Boxtel: “Onze school zit

in een monumentaal gebouw en

bevindt zich op de historische as

tussen de Petruskerk en Kasteel

Stapelen. Hierdoor krijgen onze

leerlingen al veel mee van het be­

lang van cultureel erfgoed. Jaar­

lijks mag groep 4 de Petruskerk

beklimmen. Ter voorbereiding

vertellen we de leerlingen al over

de te bezoeken locatie, zodat

ze ter plekke gerichter kunnen

kijken. Ze leren het gebouw te

plaatsen op de tijdlijn. Achteraf

hebben we een groepsgesprek in

de klas. Wat hebben de kinderen

gezien en wat was hun ervaring?

Je merkt dat het bezoek daar­

door leeft bij de leerlingen.”

Zet met uw erfgoed lessen aan tot historisch redeneren

Hetty Neveu en Janneke Vanhouten, basisschool Torenschouw in

Oosterhout: “In de lente organiseren we jaarlijks een erfgoedweek. Alle

groepen gaan dan aan de slag op diverse niveaus. Combinatiegroep 1/2

‘vindt’ een koffer met allerlei spulletjes uit het museum, zoals een oud

penseel. Ze leren waar een museum voor dient en waarom het belang­

rijk is om voorwerpen uit het verleden te bewaren. Ook verstoppen we

spulletjes in de zandbak, waarna de leerlingen als echte archeologen

aan de slag gaan. Groep 7/8 verdiept zich in de Tweede Wereldoorlog en

verzamelt verhalen uit Oosterhout. Op basis van hun vondsten maken ze

een tentoonstelling. In de klas discussiëren ze over morele kwesties. Zou

je bijvoorbeeld vriendjes kunnen zijn met een kind van foute ouders?”

32 in de praktijk

Page 33: De Cultuur Loper magazine

3.

4.

5.Heb het lef!

Lisette: “Het is goed om ouders te betrekken bij de

erfgoedlessen. Dat kan door foto’s op de schoolweb­

site te zetten, maar ook door (groot)ouders in de klas

uit te nodigen. Laatst kwam iemand vertellen over

cassettebandjes. De leerlingen luisterden onbewo­

gen: geen kind wist wat het waren.”

Hannie Wijnands van basisschool

Het Fundament in Gende­

ren: “Bij verschillende

projecten gebruiken

wij een kijkwijzer.

Aan leerlingen

vragen we:

wat zie

je?

Wat valt je op? Samen gaan we

erop uit om oude gebouwen te

bekijken. Dit jaar zijn we naar

een voormalige school geweest

en vroegen we de kinderen hoe

je kunt zien dat hier ooit les­

gegeven werd. Zo leren ze goed

te kijken. In de klas bestuderen

we voorwerpen en speelgoed.

We merken dat goed kijken

voor verwondering zorgt en de

fantasie prikkelt. Kinderen ont­

dekken zelf wat de functie van

een gebouw is of wat je met een

oude koffiemolen kunt. Hierdoor

onthouden ze het beter en is

het veel spannender dan een

traditionele les.”

Goed leren kijken: wat zie je?

Laat leerlingen hun waarnemingen onder woorden brengen

Anton Willemse van basisschool De Coppele in Oisterwijk: “Op onze

school is veel aandacht voor woordenschatontwikkeling. Samen met

Elly, onze intermediair Cultuur met Kwaliteit, hebben we de Cultuurflits

ontwikkeld. Ze is alle groepen langsgegaan met een voorwerp dat voor

haar een persoonlijke betekenis had. Door vragen te stellen kwamen kin­

deren achter de betekenis. Dat geven we ze mee: cultureel erfgoed gaat

vooral over verhalen. Kinderen gaan ook met elkaar een dialoog aan. Ze

praten over een oud horloge van opa of een zelfgemaakt kunstwerk. Ze

leren kijken en luisteren en refereren aan hun eigen kader. We houden

taaldenkgesprekken en brengen daarmee het debat naar een niveau dat

kinderen aankunnen.”

Hetty en Janneke: “Het is belangrijk om aandacht te

besteden aan het erfgoed in de omgeving. Leerlingen

kennen de gebouwen, maar weten vaak niet hoe oud

ze wel niet zijn. Waarom is dat destijds op die manier

gebouwd? En hoe houden ze het allemaal staande?

Zo kom je makkelijk in aanraking met erfgoed.”

Anton: “Vertrouw erop dat niets te gek is. Wil je

eigenlijk de school uit omdat er buiten beter geleerd

kan worden: ga dat dan doen! Laat de kinderen het

erfgoed zien. En experimenteren mag. Niet alles hoeft

van voor tot achteren voorbereid te zijn. Je doet iets,

evalueert het daarna en vervolgens leer je ervan.”

Hannie: “Erfgoededucatie komt niet boven op de

ge wone methodes. Daar praat ik met ons team over.

Soms kun je met een kleine aanpassing loskomen

van de reguliere lesstof en een erfgoedproject doen.

Dat is soms waardevoller dan de lesstof uit een boek.”

in de praktijk 33

Page 34: De Cultuur Loper magazine

In de uitgangspuntenbrief voor

het cultuurbeleid 2017­2020 van

minister Bussemaker lezen we dat

kwalitatief hoogstaand cultuur­

onderwijs een speerpunt is. Het

besluit om aan de regeling Cultuur­

educatie met Kwaliteit gevolg te

geven tot 2020 is hier een positief

uitvloeisel van. Betrok kenheid

van school besturen en samen­

werking tussen onderwijs en cul­

tuursector zijn aandachtspunten.

Scholing van leerkrachten, direc­

teuren en bestuurders krijgt de

komende periode extra aandacht.

Het accent op samenwerking tus­

sen scholen en culturele instel­

lingen sluit goed aan bij de extra

aandacht die de buitenschoolse

cultuureducatie momenteel krijgt

van de provincie.

Impuls Muziekonderwijs

De Impuls Muziekonderwijs is be­

doeld om leerkrachten te trainen

in het geven van muziekonderwijs

en te leren samenwerken met

partijen uit het muziekveld, zoals

muziekscholen, harmonieën en

poppodia. De definitieve regeling

wordt halverwege oktober 2015

gepubliceerd. Aanvragen kunnen

vanaf november doorlopend

worden ingediend. De site

www.cultuurparticipatie.nl voor­

ziet in meer informatie.

} te

kst M

ax v

an A

lphe

n }

fot

o Be

n N

ienh

uis Kansen

in komende jarenWelke kansen biedt het rijksoverheidsbeleid in de komende jaren aan scholen met ambitie ophet gebied van cultuur-educatie? Inmiddels worden de eerste con-touren zichtbaar van de mogelijkheden voor aanvullende financie-ring van projecten.

Max van Alphen, senior adviseur bij Kunstbalie, ondersteunt scholen bij het opstellen van aanvragen voor extra financiering van cultuurprojecten

Subsidieregeling Professionalisering Cultuuronderwijs

De Subsidieregeling Professionalisering Cultuuronderwijs geeft basis­

scholen de kans om cultuuronderwijs beter te verankeren in het curricu­

lum van de school. Binnen deze regeling zijn er mogelijkheden voor de

financiering van visieontwikkeling van besturen, het concreet maken van

deze visie in schoolwerkplannen en het professionaliseren van school­

directies en leerkrachten. Een aanvraag indienen bij deze regeling kan tot

maart 2016. De uitvoering mag maximaal twee jaar duren (dus tot 2018).

Provinciale advisering en ondersteuning

Kunstbalie en Erfgoed Brabant gaan in ieder geval door met het verder

implementeren van De Cultuur Loper in Brabant. Deze succesvolle

methode wordt medio 2015 op 166 scholen gebruikt om het cultuur­

onderwijs vorm te geven. De ambitie van zowel de provincie als het rijk

is om meer scholen te betrekken bij De Cultuur Loper. Hoe deze ambitie

concreet vorm krijgt, hangt af van de uitwerking van de inhoud van de

regeling CmK door rijk en provincie. De vervolgregeling verschijnt naar

verwachting medio 2016. Kunstbalie en Erfgoed Brabant blijven scholen

adviseren over het opstellen van aanvragen voor aanvullende financie­

ring. Zij kunnen ook helpen mogelijkheden op landelijk en lokaal niveau

op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld door combinaties te maken tussen

de Impuls Muziekonderwijs en De Cultuur Loper. Daardoor ontstaat er

voor de school een aanpak die realistisch en overzichtelijk is voor docen­

ten en die optimaal gebruikmaakt van de geboden ondersteuning (zowel

financieel als inhoudelijk). |

34 actueel

Page 35: De Cultuur Loper magazine

tot slot 35

De Cultuur Loper wordt ontwikkeld door Kunstbalie

in samenwerking met Erfgoed Brabant, als onder­

deel van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit.

Het programma komt in co­creatie tot stand met

lokale intermediairs, kunstencentra, scholen,

cultuur aanbieders en gemeenten in Noord­Brabant.

Meer weten over De Cultuur Loper?

Kunstbalie

Postbus 606 | 5000 CA Tilburg

t 013 464 82 80

[email protected]

www.decultuurloper.nl

www.kunstbalie.nl

www.erfgoedbrabant.nl

Dit tijdschrift is een uitgave van Kunstbalie en Erfgoed Brabant.

© oktober 2015

redactieIlonka de Ridder-Lebon Clara LindersMatthijs LeendertseTera Uijtdewilligen Ninke van der Heijden

corrector Yvette Cordfunke

ontwerp en opmaak FoURPAcK ontwerpers, ’s-Hertogenbosch

drukwerk Drukkerij Tielen, Boxtel

fotografie Erik van der Burgt, Ben Nienhuis, Gerard-Jan Vlekke, Roy van Weverwijk, Simone Vos, Ilse Wolf

met bijdragen van Eric Alink, Max van Alphen, Brecht Demeulenaere, Ad van Drunen, Boris van de Ham, Tim Post, Bea Ros, Mijke Pol, Rob van Oijen, Simone Vos, Juliette Walma van der Molen, Roy van Weverswijk

met dank aan allen die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit tijdschrift

Niets uit deze uitgave mag in enige vorm of op enige wijze worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kunst balie. De redactie staat in voor de rechten en betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen informatie waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. In geval van vragen kan contact worden opgenomen met Kunstbalie.

Colofon

Cultuureducatie met Kwaliteit in de etalage

Via de website www.cultuureducatiemetkwaliteit.nl

maakt het Fonds voor Cultuurparticipatie de landelij­

ke opbrengsten van de regeling Cultuureducatie met

Kwaliteit (CmK) zichtbaar. Op de site staan alle 54

programma’s. Daarnaast etaleert de site inspiratie­

projecten die onder de vlag van CmK zijn gecreëerd.

KunstSelect

De tools die zijn ontwikkeld voor De Cultuur Loper

worden gebruikt om ook andere Brabantse scholen

te ondersteunen bij het samenstellen van een vol­

waardig cultuureducatief programma. Bijvoorbeeld

via KunstSelect: landelijk geselecteerd kunstaan­

bod, waarbij educatie wordt ontwikkeld vanuit de

competenties cultuureducatie. KunstSelect brengt

leer lingen in contact met kunst uit de grote wereld

(domein 3). www.kunstbalie.nl/kunstselect

Page 36: De Cultuur Loper magazine

Enthousiaste intermediairs en coaches van Kunstbalie en Erfgoed Brabant over #decultuurloper

@JannekevanSummeren: Uitdaging voor #Decultuurloper: nog meer naar de dagelijkse praktijk

@RoyvanWeverwijk: Proberen de goede ‘brandstof’ te vinden om de

motor van scholen draaiende te houden #eigenaarschap

@CecileCooijmans: Focus op #duurzaam samenwerken

@TrefpuntHeusden: #Portfolio waarin groei en

ontwikkeling van leerling ineens #doorlopende

leerlijn blijken te zijn

@DieuwertjeDenigtere: We gaan

dit schooljaar weer aan de slag

met #erfgoededucatie waarbij we

ook willen samenwerken

met andere disciplines binnen

#Decultuurloper: zin in!!

@PaulineUijdehaag: Het hele #team v/e

#school #inspireren en #bewust laten

worden. #Decultuurloper

@PetraFrissen: #Decultuurloper: de best mogelijke versie van jezelf worden

@BeppieSmit: Uitdaging #Decultuurloper

2016: eigenheid en tegelijkertijd samenhang

voeden

@PatriceMatthee: Soms lijken het ministappen, maar eigenlijk zijn er

al enorme stappen gemaakt met scholen #Decultuurloper

@BramRelouw: Stijgende betrokkenheid schoolbesturen biedt veel kansen om lokaal (bestuur, school, gemeente, aanbieders, intermediairs) duurzame innovatieslagen te maken

@IngeborgSchuster: ‘Heb lef!’

is 1 van de 5 gouden regels voor

#erfgoededucatie #wijzermeterf-

goededucatie #Decultuurloper

@MarlonvanCasteren: Met gemeente en directie #VarendonckCollege plannen smeden voor #toekomst. Hoe gaan we samen culturele ambities waarmaken?

@IngridRuijgh: Mooi perspectief #Decultuurloper-coach: niet invullen

maar doorvragen!!

@LuanaBerghmans: Kunst ervaren kan binnen de #3domeinen, maar vooral gewoon in je buik