de positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). in deze...

55
I UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 De positionering van de compliance officer binnen kredietinstellingen. Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de bedrijfseconomie Centina Blancke onder leiding van Prof. dr. Ignace De Beelde

Upload: others

Post on 17-Aug-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

I

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN

BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2009 – 2010

De positionering van de compliance officer

binnen kredietinstellingen.

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master in de bedrijfseconomie

Centina Blancke

onder leiding van

Prof. dr. Ignace De Beelde

Page 2: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

II

Vertrouwelijkheidsclausule

PERMISSION

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Centina Blancke

Page 3: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

III

Woord vooraf

Deze masterproef is geschreven met als doel het behalen van het masterdiploma

Bedrijfseconomie, Afstudeerrichting Bedrijfseconomie aan Universiteit Gent.

In dit woord vooraf wil ik een aantal mensen bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun,

medewerking en begeleiding.

Eerst en vooral wil ik mijn dankbaarheid uiten ten aanzien van alle compliance officers van de

kredietinstellingen die wensten deel te nemen aan mijn onderzoek.

Verder wil ik ook David Lagrou bedanken. Hij was degene die mijn interesse voor de

compliance functie heeft aangewakkerd.

Als laatste, wil ik mijn dankbaarheid uiten ten aanzien van mijn promotor Prof. dr. Ignace De

Beelde. Hij was altijd bereid om mij te helpen indien ik vragen had in verband met mijn

masterproef.

Page 4: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

IV

Inhoudstabel

Vertrouwelijkheidsclausule ..................................................................................................................... II

Woord vooraf ......................................................................................................................................... III

Inhoudstabel ........................................................................................................................................... IV

Trefwoorden ........................................................................................................................................... VI

Inleiding ................................................................................................................................................... 1

Hoofdstuk 1: Geschiedenis en Wetgeving............................................................................................... 3

1.1 Geschiedenis.................................................................................................................................. 3

1.1.1 Ontstaanscontext compliance ................................................................................................ 3

1.1.2 Verschillende invullingen ....................................................................................................... 3

1.1.3 De strijd tegen witwassen ...................................................................................................... 4

1.2 Wetgeving...................................................................................................................................... 7

1.2.1 Wetgeving inzake Compliance ............................................................................................... 7

1.2.2 Wetgeving inzake Interne Audit ........................................................................................... 11

Hoofdstuk 2: Compliance, what’s in a name? ....................................................................................... 14

2.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 14

2.2 Passieve versus actieve Compliance strategieën ........................................................................ 15

2.3 De samenwerking tussen de compliance functie en andere departementen binnen de bank .. 16

2.3.1 De relatie tussen het Marketing en Compliance departement............................................ 16

2.4 Hoe compliance succesvol implementeren, een theoretische benadering ................................ 17

2.5 Tendens: Stijgende regelgeving ................................................................................................... 18

2.6 Belangrijke actoren: een ruimer kader ........................................................................................ 19

2.6.1 Cel voor financiële informatieverwerking ............................................................................ 19

2.6.2 Commissie voor het Bank -, Financie - en Assurantiewezen ................................................ 20

2.6.3 Financial Action Task Force .................................................................................................. 22

2.6.4 Instituut van Forensische Auditoren .................................................................................... 23

Hoofdstuk 3: Onderzoek........................................................................................................................ 25

Page 5: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

V

3.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 25

3.2 Onderzoeksbevindingen .............................................................................................................. 28

3.2.1 Methodologie ....................................................................................................................... 28

3.2.2 Implementatie van de principes volgens de Circulaire D1 2001/13 van 18 December 2001

....................................................................................................................................................... 28

3.3 Besluit .......................................................................................................................................... 40

Besluit .................................................................................................................................................... 42

Bibliografie ............................................................................................................................................... I

Bijlage 1: Checklist Interviews ................................................................................................................. V

Bijlage 2: Interviews ............................................................................................................................... VI

Page 6: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

VI

Trefwoorden

compliance (officer)

interne audit

risk

bankwezen

integriteit/ deontologie

witwassen (money laundering)

corporate governance

Page 7: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

1

Inleiding

Deze masterproef geldt als sluitstuk van mijn gehele universitaire carrière en kan tevens

beschouwd worden als de opstap naar mijn toekomstige beroepsgerichte carrière. Denkend in

dit perspectief, kwam ik tot het onderwerp van mijn masterproef. Mijn doel was inzichten te

verzamelen, die ik nooit zou kunnen vergaren door het louter bestuderen van handboeken en

het luisteren naar colleges van professoren. Belangrijk vond ik, met het oog op de toekomst,

een onderwerp te kiezen die dicht aanleunde tegen hetgeen ik mijzelf eventueel zou zien doen

in de toekomst. Mijn masterproef diende dus een toegevoegde waarde te bieden en dan

voornamelijk voor mijzelf.

De rode draad doorheen mijn gehele masterproef is de Circulaire D1 2001/13 van 18

December 2001 van de CBFA inzake Compliance. Deze Circulaire was de opstap naar de

concrete probleemstelling van mijn masterproef. Na het doornemen van de basisliteratuur

inzake de compliance functie bij kredietinstellingen, werd het mij al vlug duidelijk dat een

literatuurstudie op zich niet zou volstaan om de nodige antwoorden te vinden op de door mij

geformuleerde vragen. Toen kreeg mijn eigen empirisch onderzoek vorm.

Algemeen stellend, trachtte ik met deze masterproef na te gaan, hoe de compliance officer

gepositioneerd is binnen kredietinstellingen. Aangezien de wetgever op dit vlak voorzag in

een Circulaire en slechts algemene principes aanreikte, leek het mij zeer interessant na te gaan

hoe kredietinstellingen deze aangereikte principes, rekening houdend met hun specifieke

organisatiestructuur, in de praktijk hebben geïmplementeerd.

Mijn masterproef bestaat uit drie hoofdstukken. In een eerste inleidende hoofdstuk zal ik

uiteenzetten wat het concept compliance in concreto inhoudt. Vertrekkende van een korte

evolutieschets van het ontstaan van compliance binnen het bedrijfsleven, zal ik uiteindelijk in

hoofdstuk één eindigen met een korte uiteenzetting van de regelgeving inzake de compliance

en interne audit functie binnen het bankwezen.

Hoofdstuk twee van deze masterproef bestaat uit een theoretische benadering van de

positionering van de compliance functie binnen kredietinstellingen. Om de compliance functie

te duiden binnen een ruimer geheel, zal ik kort een aantal belangrijke actoren aanhalen in dit

hoofdstuk die een belangrijke rol spelen binnen dit gehele kader.

Page 8: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

2

Het derde en tevens laatste hoofdstuk van deze masterproef, zal gewijd worden aan de

verslaggeving van het door mij gevoerde empirische onderzoek binnen kredietinstellingen.

Dit hoofdstuk is opgebouwd volgens de principe die geformuleerd zijn in de Circulaire D1

2001/13 van 18 December 2001 van de CBFA inzake Compliance.

Page 9: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

3

Hoofdstuk 1: Geschiedenis en Wetgeving

1.1 Geschiedenis1

1.1.1 Ontstaanscontext compliance

Het ontstaan van het concept compliance kan gesitueerd worden binnen de context waarin

bedrijven bijkomende aandacht kregen voor het zogenaamd groen beleggen en

maatschappelijk verantwoord ondernemen (sociale verantwoordelijkheid, corporate

governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond

handelen en ondernemen in de markt. Dit concept benadrukt de bereidheid van bedrijven om

te voldoen aan hun maatschappelijke plicht. Dit kan het best geïllustreerd worden aan de

hand van de Europese corporate governance code, die luidt: comply or explain2. Dit betekent

concreet dat men de regels dient na te leven. Indien men dit niet zou doen, dient men uit te

leggen waarom deze regels in de specifieke bedrijfscontext niet worden nageleefd.

Compliance is dus concreet een concept waarmee men de gehoorzaamheid van bedrijven

meet. De invulling van dit concept varieert nagenoeg van sector tot sector, van land tot land

en is afhankelijk van de doelstelling die men nastreeft.

1.1.2 Verschillende invullingen

Deze verschillende invullingen van het concept compliance kunnen mede verklaart worden

door het verschil in traditie tussen Angelsaksische landen en continentaal Europa. De eerste

ethics and compliance officers verschenen in de Verenigde Staten rond de jaren ‟70. Dit is

reeds veel vroeger dan in continentaal Europa. Het is aan de compliance officer om het

compliance programma binnen het bedrijf uit te voeren. Dit compliance programma bestaat

uit regels die bedrijven zichzelf vrijwillig opleggen. Dit doet men in het kader van het

voorkomen van aansprakelijkheid, ethische inbreuken en negatieve vormen van publiciteit.

De omschrijving van het takenpakket van de compliance officer is in deze context dan ook

1 VERHAGE, A., “Compliance in de Belgische financiële sector. Of hoe zelfregulering en overheidsregulering

in elkaar verstrengeld raken.”, Onderzoeksgroep Sociale Veiligheidsanalyse, Ugent.

VERHAGE, A., “Het antiwitwascomplex en de interacties met de compliance industrie. Een empirisch

onderzoek naar de private actoren in de strijd tegen witwassen.” FWO, Ugent, 2006-2009. 2 European Corporate Governance Forum

Page 10: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

4

zeer breed3. Algemeen kan men dus aannemen dat de compliance functie binnen

Angelsaksische landen meer gegroeid is vanuit zelfreguleringsinitiatieven, dit wil dus

concreet zeggen, dat deze functie een meer autonome ontwikkeling vanuit het bedrijfsleven

kent. In continentaal Europa echter, ontwikkelde de compliance functie zich meer vanuit de

wet- en regelgeving die van toepassing is op het bedrijfsleven. De compliance functie binnen

continentaal Europa kent dan ook een minder vrijblijvend statuut.

1.1.3 De strijd tegen witwassen4

De compliance functie ontstond voornamelijk binnen het Belgische bankwezen vanuit de

wetgeving die kadert binnen de strijd tegen witwassen. Om deze ontwikkeling beter te kunnen

begrijpen, lijkt het me aangewezen om eerst in het kort even de geschiedenis van de strijd

tegen witwassen te kaderen.

Eind de jaren ‟80, werd in de Verenigde Staten het nieuwe misdrijf witwassen ingevoerd in de

strafwet van 1986. Deze invoering van het misdrijf witwassen in de strafwet van 1986, kan

gerelateerd worden aan enerzijds de toegenomen beleidsaandacht die men toen had ten

aanzien van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit5 en anderzijds de economische

crisis van 19826. Deze crisis bracht nogmaals aan het licht hoe kwetsbaar de financiële

markten wel zijn.

Witwassen wordt door Interpol als volgt omschreven: Het verbergen of verhullen van de

herkomst van illegaal verworven inkomsten zodat ze legaal lijken. Witwassen kan op talloze

manieren plaatsvinden, maar doorloopt telkens een aantal fasen7. Een voorbeeld van een

manier om gelden wit te wassen, is de loan-back methode. Bij deze methode maakt men

gebruik van het bancaire systeem om geld wit te wassen. Concreet houdt deze methode in dat

men het illegaal verworven geld plaatst op een bankrekening bij een bank in een

belastingparadijs. Achtereenvolgens sluit men een lening af bij een Belgische bank, waarbij

deze illegaal verworven gelden fungeren als onderpand. Vervolgens incasseert men deze

3 Hoofdzakelijk zal de taakomschrijving van de compliance officer zich richten tot milieumaatregelen,

arbeidsomstandigheden en regulering van financiële diensten. 4 SPREUTELS, J.P., Tien jaar witwasbestrijding in België en in de wereld, Brussel, Bruylant, 2003, 1-50.

5 In het bijzonder had men meer aandacht voor de drugshandel, die als grootste bron van illegale inkomsten gold.

6 Bezorgdheid voor de stabiliteit en integriteit van het financiële systeem.

7 Het plaatsen van het geld in het financiële circuit, het omvormen van de fondsen zodat de herkomst niet langer

achterhaald kan worden en de integratie in het legale financiële systeem.

Page 11: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

5

lening die de Belgische bank ter beschikking stelt, maar men lost deze echter niet af,

waardoor de Belgische bank deze illegaal verworven gelden, die fungeren als onderpand,

aanspreken. Zo worden deze illegaal verworven gelden witgewassen. Een vermoeden van

witwassen kan ontstaan door de aard van de transactie (verschillende (internationale)

transacties die na elkaar worden uitgevoerd), of door de context waarbinnen de transactie

plaatsvindt (bijvoorbeeld de transactie past niet in het profiel van de cliënt). Transacties die

verband houden met terrorismefinanciering werden na 9/11 ook hieraan toegevoegd.

Begin de jaren ‟90, werd door de Europese Unie de anti-witwaswetgeving ingevoerd. Deze

volgde op de concrete wetgevende initiatieven die de VS en de FATF namen in de jaren ‟80

in het kader van het bestrijden van witwassen. De Europese implementatie hiervan gebeurde

door de invoering van de Europese Richtlijn 91/308/EEG van 1991. In België werd deze

Europese richtlijn geïmplementeerd door de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het

gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld. Later werd deze betiteling

gewijzigd in: Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het

witwassen van geld en de financiering van terrorisme.

In 1988 verspreidde het Basel comité8 een circulaire rond de preventie van witwassen. Deze

circulaire vormde de grondslag voor de initiatieven die door de banksector werden genomen

in het kader van de strijd tegen witwassen.

In 2005 verspreidde dit comité een andere circulaire met als titel: Compliance and the

compliance function in banks. In deze circulaire wordt het concept compliance risico9

gedefinieerd. Tot deze risico‟s behoord het concept witwassen. De richtlijnen van deze

circulaire kunnen echter niet afgedwongen worden, maar zijn van grote betekenis. De CBFA10

nam in grote mate de richtlijnen van het Basel comité over in haar eigen circulaires.

Elke meldingsplichtige instelling (de banken zijn daar dus een voorbeeld van), diende volgens

de antiwitwaswetgeving van 1993, een verantwoordelijke aan te stellen voor de implementatie

van deze wetgeving. De precieze invulling hiervan werd overgelaten aan het bedrijf zelf en

een structurele basis voor de aanpak van witwassen ontbrak. Ten gevolge hiervan verfijnde de

CBFA in 2001 deze verplichting. Men ging deze verantwoordelijke achtereenvolgens de

8 Het Basel comité is een comité die samengesteld is door de nationale en/of centrale banken van een groot

aantal landen (waaronder bijvoorbeeld de VS). 9 Het risico van wettelijke of administratieve sancties, materiële financiële verliezen of reputatieschade die een

bank kan lijden als gevolg van het niet naleven van wetten, regels, zelfregulerende normen en gedragscodes die

van toepassing zijn op de activiteiten van de bank. 10

De toezichthouder van de financiële sector.

Page 12: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

6

naam compliance officer geven. Het werkdomein van deze laatste werd officieel vastgelegd.

De CBFA legde dit werkdomein van de compliance officer vast in de circulaire D1 2001/13

van 18 December 2001. Volgens deze circulaire is het de verantwoordelijkheid van de

compliance officer om de effectieve toepassing van het integriteitsbeleid van de instelling te

bewerkstelligen. Het anti-witwasbeleid is één van de onderdelen van dit integriteitsbeleid.

Page 13: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

7

1.2 Wetgeving

1.2.1 Wetgeving inzake Compliance

Volgens Circulaire D1 2001/13 van 18 December 2001 van de CBFA, kan compliance als

volgt omschreven worden: “Compliance is een onafhankelijke functie binnen de organisatie,

gericht op het onderzoek naar en het bevorderen van de naleving door de instelling van de

regels die verband houden met de integriteit van het bankieren. Deze regels betreffen zowel

deze die voortvloeien uit het beleid van de instelling ter zake, als deze die vervat zijn in het

bankstatuut (zijnde de bankwet en de besluiten en reglementen in uitvoering hiervan) alsmede

andere wettelijke en reglementaire bepalingen die op de banksector van toepassing zijn.”

Volgens principe 1 van de Circulaire D1 2001/13 van 18 December 2001, is het de taak van

de raad van bestuur11

om na te gaan of de organisatie beschikt over een aangepaste

compliance functie. Hierbij kan men steunen op de periodieke rapportering van het

directiecomité. Het directiecomité12

op zich, staat in voor het uitwerken van het

integriteitbeleid in een beleidsnota13

. In deze beleidsnota worden de doelstellingen van de

organisatie vastgelegd en worden de risico‟s die men in dit domein kan onderscheiden,

geïdentificeerd en geanalyseerd. Het directiecomité dient de raad van bestuur minstens één

maal per jaar in te lichten over de stand van zaken inzake compliance14

. Het is de taak van het

directiecomité om maatregelen van interne controle te nemen, zodat alle afdelingen en

vestigingen van de instelling duidelijke en ondubbelzinnige functie omschrijvingen en

verantwoordelijkheden hebben in het domein van de integriteit van het bankieren15

. Het

directiecomité gaat ook ten gepaste tijde na of men bijkomende taken dient toe te vertrouwen

aan de compliance cel16

. Hierbij kan het directiecomité eventueel overleg plegen met de raad

van bestuur, via het auditcomité.

11

De raad van bestuur oefent het toezicht uit op de organisatie en staat in voor het beheer van het directiecomité. 12

Het directiecomité staat in voor het beheer van de organisatie. 13

Deze dient geregeld geactualiseerd te worden. (Principe 2 van de Circulaire D1 2001/13 van 18 December

2001) 14

Dit kan men eventueel doen via het auditcomité. (Principe 4 van de Circulaire D1 2001/13 van 18 December

2001) 15

Principe 5 van de Circulaire D1 2001/13 van 18 December 2001 16

Dit doet men bijvoorbeeld in functie van de grootte en organisatiestructuur van de compliance cel.

Page 14: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

8

Het integriteitsbeleid richt zich prioritair tot de volgende domeinen:

• witwassen (wet van 11 januari 1993);

• voorkomingsbeleid (circulaire D1 97/10 van 30.12.1997) ;

• transacties in financiële instrumenten (Boek I, Titel II van de wet van 6 april

1995);

• handel met voorkennis (wet van 4 december 1990, art. 181 e.v.);

• koersmanipulatie (wet van 6 april 1995, art. 148, 2°);

• naleving van de wetgeving op de privacy (wet van 8 december 1992,

fundamenteel gewijzigd bij wet van 11 december 1998);

• deontologische code inzake verrichtingen voor eigen rekening door medewerkers

van de instelling (artikel 62 van de wet van 6 april 1995);

• onverenigbaarheidsregeling mandaten (artikel 27 van de wet van 22 maart 1993

en deontologische code);

• domeinen aangeduid door het directiecomité (bv. bepalingen van de wet

consumentenkrediet / hypothecair krediet, sociale bepalingen).

Het directiecomité zorgt ervoor dat de nodige maatregelen worden genomen voor de

uitvoering van het integriteitbeleid van de bank17

.

Binnen de organisatie heeft de compliance functie een aangepast statuut. Dit wordt

gewaarborgd door een charter dat goedgekeurd dient te worden door het directiecomité en

dient bevestigd te worden door de raad van bestuur. Dit statuut moet men ter kennis brengen

aan alle medewerkers binnen de bank18

.

17

Zie Circulaire D1 2001/13 van 18 December 2001 voor de maatregelen die van belang zijn binnen het kader

van het integriteitbeleid. 18

Dit zowel in België als in het buitenland.

Page 15: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

9

Het statuut houdt een regeling in voor minstens volgende onderwerpen:

• de doelstelling, de opdrachten en de taken van de compliance-cel;

• de plaats in de organisatie, de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de

cel;

• de relaties en coördinatie met andere afdelingen binnen de instelling, zoals de

interne auditafdeling, de inspectie-afdeling, de juridische afdeling en de

veiligheidsafdeling;

• het initiatiefrecht van de cel;

• de machtiging om met alle medewerkers gesprekken te voeren, kennis te nemen

van alle activiteiten, stukken, bestanden en informatiegegevens van de instelling,

inbegrepen de notulen van de advies- en beslissingsorganen, voorzover als nodig

voor de uitoefening van de opdracht;

• de waarborg dat vaststellingen en beoordelingen in het kader van de functie

binnen de instelling vrij kunnen uitgedrukt en kenbaar gemaakt worden en zij dus

de functie van de „compliance-officer‟ en zijn medewerkers niet in het gedrang

brengen.

De plaats van de compliance cel binnen de organisatie ressorteert rechtstreeks onder een lid

van het directiecomité19

. In kleinere kredietinstellingen voert een lid van het directiecomité de

compliance functie uit20

.

De compliance officer fungeert als het hoofd van de compliance cel. Hij zorgt ervoor dat de

principes van de CBFA inzake compliance worden nageleefd. Het is de compliance officer

die het compliance charter opstelt. Hij dient tevens op eigen initiatief de voorzitter van de

raad van bestuur, de leden van het auditcomité of erkende revisoren te kunnen informeren.

Ten gepaste tijde dient onder leiding van het hoofd van de compliance cel, een compliance

overleg gepleegd te worden. Dit compliance overleg bestaat achtereenvolgens uit

vertegenwoordigers van andere betrokken afdelingen zoals de juridische afdeling, de afdeling

fiscale zaken en de interne audit afdeling, als zowel de risico afdelingen zoals bijvoorbeeld de

afdeling private banking. Dit overleg tussen deze verschillende actoren kan ervoor zorgen dat

19

De compliance cel maakt dus geen deel uit van de interne audit afdeling. 20

En dit omwille van de omvang en de eventuele risico‟s waaraan men kan blootgesteld worden.

Page 16: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

10

de relaties met andere afdelingen geoptimaliseerd worden en kan tevens de uniforme

uitvoering van het beleid bevorderen21

.

De bijkantoren met enige omvang of met eventuele risicovolle activiteiten, organiseren hun

eigen compliance functie overeenkomstig de principes van Circulaire D1 2001/13 van 18

December 2001. De dochterondernemingen van de bank – die een aparte juridische entiteit

hebben – dragen zelf de verantwoordelijkheid voor hun compliance functie. Hun compliance

cel brengt ten gepaste tijde functioneel verslag uit bij de compliance cel van de

moederonderneming22

.

21

Principe 10 van de Circulaire D1 2001/13 van 18 December 2001 22

Het compliance beleid, richtlijnen en instructies worden echter centraal vastgelegd.

Page 17: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

11

1.2.2 Wetgeving inzake Interne Audit

In principe 1 van de Circulaire D1 97/4 van 30 Juni 1997 van de CBFA, staat dat de raad van

bestuur verantwoordelijk wordt geacht om na te gaan of de organisatie beschikt over

aangepaste interne controlestructuren. Het valt ook onder de verantwoordelijkheid van de raad

van bestuur om ten allen tijde een positieve houding ten opzichte van controle te stimuleren.

Het directiecomité langs de andere kant, is verantwoordelijk voor het opzetten van deze

gepaste interne controle. Zij dienen deze interne controlestructuren dan ook minstens één keer

per jaar te beoordelen. Bij deze beoordeling steunt men o.a. op de rapportering van de interne

audit afdeling. Deze beoordeling heeft betrekking op alle aspecten van de interne controle

zoals bijvoorbeeld de doelstellingen, de ingezette middelen, de gebruikte methodes, de

vastgestelde zwakheden en de aangepastheid en doeltreffendheid. Achtereenvolgens dient het

directiecomité de raad van bestuur minstens één maal per jaar in te lichten over de bestaande

stand van zaken23

. Het valt tevens onder de taakbeschrijving van het directiecomité, om de

nodige maatregelen te nemen opdat de instelling blijvend kan beschikken over een passende

interne audit functie24

.

Het onderzoeksveld van de interne audit afdeling reikt verder uit dan deze van de compliance

functie. Het onderzoeksveld van de interne audit, heeft betrekking op elke activiteit en elk

onderdeel van de instelling25

. Dit wil dus zeggen dat de interne audit afdeling haar opdracht

op eigen initiatief, in alle diensten, vestigingen en functies moet kunnen uitoefenen. Zij

dienen tevens in de mogelijkheid te worden gesteld om hun vaststellingen vrij te kunnen

uitdrukken en kenbaar te maken26

.

Volgens de Circulaire D1 97/4 van 30 Juni 1997 kan interne audit als volgt omschreven

worden:

“Interne audit is een onafhankelijke beoordelingsfunctie binnen de organisatie, gericht op het

onderzoek en de beoordeling van de goede werking, de doeltreffendheid en de efficiëntie van

de interne controle. Interne audit staat de leden van de organisatie bij in de effectieve

uitoefening van hun verantwoordelijkheden en voorziet hen in dit verband van analyses,

evaluaties, aanbevelingen, advies en informatie omtrent de onderzochte activiteiten.”

23

Principe 2 van de Circulaire D1 97/4 van 30 Juni 1997 24

Principe 3 van de Circulaire D1 97/4 van 30 Juni 1997 25

Principe 6 van de Circulaire D1 97/4 van 30 Juni 1997 26

Principe 4 van de Circulaire D1 97/4 van 30 Juni 1997

Page 18: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

12

Men kan volgende soorten interne audit onderscheiden:

1. Financiële audit:

Het doel van de financiële audit is het nagaan van de betrouwbaarheid van het

boekhoudsysteem en haar financiële rapportering.

2. Compliance audit:

De compliance audit gaat de kwaliteit en gepastheid van het systeem na, die instaat

voor het in compliance zijn met wetten, procedures en richtlijnen, die in de

desbetreffende bank van toepassing zijn.

3. Operationele audit:

Gaat de kwaliteit en gepastheid na van andere systemen en procedures, die instaan

voor het analyseren van de organisatiestructuren met een kritische ingesteldheid en die

de adequaatheid van de gebruikte methodes en middelen evalueren, in relatie tot hun

opdracht.

4. Management audit:

Bestudeerd hoe adequaat het management risico‟s voor de bank en controle benaderd

in het kader van de doelstellingen van de bank.

De interne audit afdeling heeft net zoals de compliance functie een aangepast statuut.

Hiërarchisch ressorteert deze afdeling rechtstreeks onder de voorzitter van het directiecomité.

Het hoofd van de interne audit afdeling kan rechtstreeks en op eigen initiatief de voorzitter

van de raad van bestuur, leden van het auditcomité27

of erkende revisoren informeren28

.

Een begrip dat de interne audit afdeling ten allen tijde centraal dient te plaatsen bij de

uitoefening van haar opdrachten is onpartijdigheid. Dit vereist dus o.a. van de interne audit

afdeling dat ze zelf aandacht besteden aan het vermijden van belangenconflicten. Zij dienen

hun opdrachten zo objectief mogelijk uit te oefenen. Men kan deze objectieven bijvoorbeeld

bereiken door aan taakrotatie29

te doen of bijvoorbeeld te vermijden dat intern gerecruteerde

auditors activiteiten of functies auditeren die zij, zeker recent, tevoren zelf uitvoerden. Het

begrip onpartijdigheid vereist ook dat de interne audit afdeling niet betrokken wordt bij de

operationele organisatie van de instelling. Dit zowel bij het uitwerken, invoeren of zelf

27

Definitie van auditcomité volgens de Circulaire D1 97/4 van 30 Juni 1997: “Het auditcomité is een comité

opgericht binnen de raad van bestuur, dat samengesteld is uit bestuurders die geen lid zijn van het

directiecomité, met als doel het effectieve toezicht door de raad van bestuur te vergemakkelijken. “ 28

Via het auditcharter krijgt de interne audit afdeling de toestemming voor bovenstaande van het directiecomité. 29

Het herhaaldelijk uitvoeren van dezelfde soort van opdrachten kan tot gewenning leiden, waardoor de kritische

ingesteldheid wordt aangetast.

Page 19: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

13

uitvoeren van maatregelen inzake organisatie en interne controle. Het spreekt voor zich, dat

indien dit wel zo zou zijn, de beoordelingsvrijheid van de interne audit afdeling in gedrang

zou worden gebracht. Dit belet het directiecomité echter niet, om indien nodig, advies30

te

vragen aan de interne audit afdeling omtrent concrete voorstellen. Maar men dient hierbij wel

te benadrukken dat deze adviesverlenende functie van de interne audit afdeling slechts een

bijkomende functie is en dus in geen geval de basisopdrachten noch beoordelingsvrijheid van

de interne audit afdeling in gedrang mag brengen.

In het audit charter van de bank staan de objectieven en kern van het interne audit

departement beschreven. De positie die de interne audit inneemt in de organisatie en haar

verantwoordelijkheden in relatie tot andere controlefuncties komen in het audit charter tevens

aanbod. Het audit charter dient goedgekeurd te worden door het directiecomité van de bank en

dient deel uit te maken van een regelmatige evaluatie. In het audit charter geeft het

directiecomité de interne audit de toestemming om vrij te communiceren met alle

medewerkers van de bank en toegang tot alle informatie die zij nodig acht om haar taak naar

behoren te kunnen uitoefenen. Het spreekt natuurlijk voor zich dat het audit charter doorheen

de gehele organisatie dient verspreid te worden.

De interne audit afdeling heeft volgende bevoegdheden:

Evaluatie van de adequaatheid en effectiviteit van de interne controlesystemen

Een review van de effectiviteit van risk management procedures en risk assessment

methodologiën

Controleren van management en financiële informatie systemen en procedures

De accuraatheid en betrouwbaarheid van account en financiële rapporteringen nagaan

De verschillende bankactiviteiten controleren op hun efficiëntie

De systemen evalueren die instaan voor het in compliance zijn met juridische

vereisten en gedragscodes, als evenzeer de implementatie nagaan van het beleid van

de bank inzake compliance risks.

30

Men kan advies vragen aan de interne audit afdeling omtrent: belangrijke reorganisaties, bij het aanvangen van

belangrijke en/of risicovolle nieuwe activiteiten, bij het opzetten van nieuwe vestigingen met risicovolle

activiteiten en bij de invoering of reorganisatie van systemen voor risicobeheersing, managementinformatie en

informatica.

Page 20: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

14

Hoofdstuk 2: Compliance, what’s in a name?

2.1 Inleiding

Het eerste hoofdstuk van mijn masterproef handelde in grote lijnen over de wetgeving inzake

compliance en interne audit bij kredietinstellingen in België. Het lijkt me aangewezen om in

een tweede hoofdstuk van mijn masterproef wat meer duiding te geven en wat dieper in te

gaan op de centrale concepten, principes en verschillende actoren die naar voor kwamen in

hoofdstuk één.

Concreet betekent dit, dat ik eerst mijn aandacht zal vestigen op het begrip compliance zelf.

Aan de hand van de gevonden literatuur inzake compliance bij kredietinstellingen, zal ik het

verschil tussen passieve en actieve compliance strategieën verduidelijken. Volgend daarop,

zal ik wat dieper ingaan op de positionering die de compliance afdeling inneemt ten opzichte

van andere departementen in de bank. Dit wordt uitgewerkt naar het Marketing departement

van de bank toe. Achtereenvolgens zal ik een theoretische benadering geven van hoe men

compliance succesvol kan implementeren bij kredietinstellingen. Hier zal ik enkele richtlijnen

voorop plaatsen die uit de literatuur naar voor kwamen. Een ander punt waarop ik mij zal

focussen in dit hoofdstuk is de algemene tendens van stijgende regelgeving die men de laatste

jaren ondervind bij ondernemingen in het algemeen en kredietinstellingen in het bijzonder.

Afsluitend voor dit hoofdstuk zal ik een aantal belangrijke actoren voor het bankwezen, die

van belang zijn in deze context, de revue laten passeren. Deze zijn achtereenvolgens: de cel

voor financiële informatieverwerking, de commissie voor het bank -, financie – en

assurantiewezen, the financial action task force en het instituut van forensische auditoren.

Page 21: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

15

2.2 Passieve versus actieve Compliance strategieën31

Het wezenlijke verschil tussen passieve en actieve compliance strategieën is dat deze laatste

een meer lange termijn perspectief voor ogen houdt, terwijl de passieve compliance

strategieën meer opereren op korte termijn. Dit zie je voornamelijk in het feit dat passieve

compliance strategieën voornamelijk reactief te werk gaan en actieve compliance strategieën

proactief. Concreet wil dit zeggen dat de response bij passieve compliance strategieën

hoofdzakelijk bestaat uit herstel en rapportering, wat dus wil zeggen dat hier de schade al

aangericht is en men er louter op reageert, in plaats van het trachten te voorkomen van schade

en defecten. Men kan dit dan omschrijven als een „after-the-fact‟ evaluatie. Een reden waarom

men aan deze manier van werken de voorkeur zou kunnen geven, is dat men zo tijd en kosten

probeert te besparen. Volgens mijn inziens, zijn deze zogenaamde voordelen die verbonden

zijn aan passieve compliance structuren compleet achterhaalt. Indien men slechts louter zou

reageren op deze onregelmatigheden, bespaart men inderdaad tijd en kosten, dit gezegszijnde

enkel op vlak van het voorbereidende werk. Indien men deze onregelmatigheden laat

doorkomen en laat vestigen, vraagt het meer tijd en werk achteraf, om deze defecten te

herstellen. Onregelmatigheden die zich voordoen buiten het gehele procesgebeuren worden

daardoor niet gedetecteerd en blijven ongekende risico‟s. Het spreekt natuurlijk voor zich dat

deze onregelmatigheden op hun beurt grote gevolgen kunnen hebben op het interne

procesgebeuren van het bankwezen. Deze manier van opereren slaagt er dan ook niet in om

een ethisch aanvaarde cultuur te creëren binnen de bank. Er wordt echter niet voorzien in een

feedback structuur waardoor men niet consistent te werk kan gaan. Een ander nadeel van

passieve compliance structuren te implementeren in plaats van actieve compliance structuren

is dat er hier sprake is van zogenaamde „verborgen kosten‟. Met deze worden de informatie

technologie kosten bedoeld. Deze worden veroorzaakt doordat men telkens aan ad hoc

rapportage doet en er dus geen gestandaardiseerde structuren voorhanden zijn. Het spreekt

voor zich dat dit op korte termijn tot lagere kosten lijdt, maar op lange termijn zijn de kosten

voor deze manier van werken, aanzienlijk groter dan bij actieve compliance structuren.

Actieve compliance is geen technologie op zich, maar implementeert een constructief gebruik

van technologieën, om bedrijfsprocessen, stromen en diensten te automatiseren, meten en

organiseren. Actieve compliance strategiën vereisen dat er continue verbeteringen aan deze

31

CRUMP, J., “Passive vs. Active Compliance”, Bank Accounting & Finance, 2007, Vol. 20, 45-49.

Page 22: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

16

bovenstaande worden aangebracht.32

Transparantie is een concept dat centraal staat tijdens dit

hele gebeuren. Men dient tevens ook aan te halen dat de gegevens die voortvloeien uit de

diverse risico gebieden dienen geaggregeerd te worden.

2.3 De samenwerking tussen de compliance functie en andere

departementen binnen de bank

2.3.1 De relatie tussen het Marketing en Compliance departement33

De relatie tussen het marketing en compliance departement binnen een bank verloopt soms

wat stroef. Men zegt soms wel eens dat het compliance departement de creatieve flow van het

marketing departement beperkt. Indien dit niet zo zou zijn, zou een campagne die het

marketing departement creëert er heel anders uitzien. Het is het compliance departement die

er moet op toezien dat de marketing afdeling van een bank de regelgeving naleeft en de

consument niet misleidt met zijn campagnes. De marketing afdeling langs de andere kant

tracht de producten en diensten die de bank aanbiedt, zoveel mogelijk te verkopen. Het

spreekt dan ook voor zich dat er goede communicatiekanalen tussen beiden moeten opgezet

worden. Deze communicatiekanalen dienen dan ook in beide richtingen te worden gebruikt.

Het valt onder de verantwoordelijkheid van de compliance afdeling om te communiceren over

de bestaande regelgeving naar het marketing departement toe. Indien er zich dan wijzigingen

zouden voordoen op het vlak van deze regelgeving, dient dit ook gecommuniceerd te worden

naar de marketing afdeling. Om de communicatie te bevorderen tussen deze twee

departementen is het van belang dat beide departementen van elkaar weten waar elk mee

bezig is. Wanneer de marketing afdeling zich beroept op het compliance departement omtrent

een campagne die ze willen lanceren, is het probleem vaak dat het compliance departement

niet voorziet in feedback en geen mogelijke alternatieven aanreikt. Een probleem in de andere

richting is dat de marketing afdeling de compliance afdeling er te vaak te laat bij roept,

waardoor soms alle gedane inspanningen van de marketing afdeling te niet worden gedaan en

dit zorgt op zich tot frustraties bij deze laatste. Het spreekt natuurlijk voor zich dat de

32

KEENAN, C., “What's your VISION for BSA compliance?”, Community Banker, 2006, Vol. 15, 36-42. 33

MCGEER, B., “Marketing vs. Compliance: Why They Can Get Along”, American Banker, 2004, Vol. 169, 8-

13.

BERNSTEL, J.B., “Your compliance officer: friend or foe?”, ABA Bank Marketing, 2005, Vol. 37, 18-24.

Page 23: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

17

toenemende regelgeving, de relatie tussen de marketing en compliance afdeling niet ten goede

zal komen.

2.4 Hoe compliance succesvol implementeren, een theoretische benadering34

Een kritische factor die aanwezig moet zijn om te kunnen spreken van een succesvol

compliance management is dat het algemeen beleid dat de bank voert, duidelijk moet

gedefinieerd zijn en een ondersteuning dient te bieden aan de identificatie en implementatie

van de diverse compliance activiteiten. Net zoals alle andere bankactiviteiten, heeft

compliance de awareness en ondersteuning nodig van het senior management om zijn diverse

vooropgezette doelen en objectieven te kunnen bereiken.35

Om deze vooropgezette doelen en

objectieven te kunnen bereiken, dient het senior management voldoende verantwoordelijkheid

en de daarmee samengaande autoriteit toe te kennen aan de compliance afdeling. Om haar

taak naar behoren te kunnen invullen, staat het de compliance dienst dan ook vrij om te

communiceren met alle medewerkers binnen de bank.36

Diverse communicatiekanalen dienen

dan uitgewerkt te worden om te kunnen voldoen aan deze vereiste.37

Compliance spreidt zich

over de gehele organisatie uit.38

Het wordt namelijk geproduceerd door diverse acties van

diverse medewerkers binnen de bank. Een essentieel onderdeel van het compliance

programma is dan ook het begrijpbaar maken van bestaande/wijzigende regelgeving aan de

diverse medewerkers binnen de bank.39

Het spreekt dan ook voor zich dat compliance een

brede aanpak vereist. Compliance dient dan niet enkel te worden geadresseerd in de

compliance plannen maar echter ook in de plannen van diverse andere departementen. Op

basis daarvan worden de prioriteiten naar voor gebracht en kan men de performance

34

BAREFOOT, J.A.S., “Compliance can't thrive in a vacuum”, ABA Banking Journal, 1993, Vol. 85, 25-29.

35GINOVSKY, G., “Reconciling risks & resources”, Community Banker, 2009, Vol. 18, 30-33. FARRELL, K.L.

en SPARK, L.M., “Managing Risk”, Community Banker, 2008, Vol. 17, 13-16. BEAUMIER, C.M., “New

Challenges in Compliance Management”, Bank Accounting & Finance, 2003, Vol. 17, 43-47. 36

MOTLEY, A., “ACCENTUATE THE +IVE”, Community Banker, 2009, Vol. 18, 40-42.

GINOVSKY, G., “Reconciling risks & resources”, Community Banker, 2009, Vol. 18, 30-33. 37

KASE, S., “Seven steps for successful compliance”, ABA Banking Journal, 1996, Vol. 88, 28-30.

38 GRUBB, T. en BURKE, T., “A Framework for Governance, Risk Management and Compliance”, Bank

Accounting & Finance, 2008, Vol. 21, 17-22. BIRCH, C., “Helping Compliance Officers Maintain Balance”,

Community Banker, 2008, Vol. 17, 8. 39

MOTLEY, A., “Putting It All Together”, Community Banker, 2008, Vol. 17, 22-24.

Page 24: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

18

evalueren.40

Deze evaluatie dient zowel vanuit het perspectief van compliance als vanuit het

perspectief van het management worden uitgevoerd. Als men aan compliance doet moet men

ten allen tijde voor ogen houden dat 100% compliance niet bestaat. Men kan dit natuurlijk

zoveel mogelijk proberen na te streven, maar men moet daar altijd realistisch in blijven.41

2.5 Tendens: Stijgende regelgeving

Binnen de banksector kan men een algemene trend van stijgende regelgeving waarnemen,

maar dit hoeft niet noodzakelijk als probleem gepercipieerd te worden. Het logische gevolg

van de toenemende regelgeving binnen het bankwezen, is dat men meer tijd dient te

investeren in compliance activiteiten. Dit wil onrechtstreeks ook zeggen dat de bank voor

bepaalde keuzes zal geplaatst worden en bijgevolg haar prioriteiten zal moeten bijschaven.42

Dit op zich zal tot een hogere kost leiden. Het bedrag dat men opzij zet voor aan compliance

te doen, is daardoor de laatste jaren gestegen (als percentage van het netto inkomen van de

bank). Het merendeel van dit bedrag wordt gespendeerd aan de compensatie van compliance

medewerkers.43

Belangrijk om voor ogen te houden is dat, indien men deze bijkomende

middelen ter beschikking stelt aan compliance diensten, de effectiviteit van deze compliance

activiteiten in positieve zin dienen mee te evolueren. Een probleem dat men hierbij kan

signaliseren, is dat men bij het meten van de performance van de compliance activiteiten,

bijna uitsluitend kwantitatieve metingen uitvoert, wat dus concreet wil zeggen, dat men de

realiteit soms wat te abstract bekijkt en waardoor vele variabele componenten over het hoofd

worden gezien.44

Sommige banken reageren op deze stijgende kosten door te snoeien in

sectoren die geen rechtstreekse merkbare winsten genereren. Onder deze sectoren verstaan we

de veiligheids, training en compliance setoren van de bank.45

Het spreekt natuurlijk voor zich

dat men de mankracht in de compliance dienst niet kan blijven opvoeren, op een gegeven

40

X., “What advice would you offer about administrating an effective compliance program?”, Community

Banker, 2007, Vol. 16, 24-26.

MCKENZIE, M. en ADAMS, J.R., “Ten warnings from veteran compliance officers”, ABA Banking Journal,

1993, Vol. 85, 28-30.

41 MCKENZIE, M. en ADAMS, J.R., “Ten warnings from veteran compliance officers”, ABA Banking Journal,

1993, Vol. 85, 28-30. 42

BILLS, S., “Security, Compliance Top Concerns in Bank Survey”, Community Banks, 2008, Vol. 173, 16. 43

CANGEMI, M.P., “The Controls Challenge”, Bank Accounting & Finance, 2008, Vol. 21, 43-46. 44

MAZUR, M., “Compliance Cost Goes Up”, Community Banker, 2008, Vol. 17, 32-33. 45

X., “Mastering Compliance Procedures Pays Off”, Teller Vision, 2009, 1-4.

Page 25: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

19

moment gaat men echter een plafond bereiken. Het enige waardevol en houdbaar antwoord is

om te investeren in een geautomatiseerde technologie die de kosten (o.a. tijdskosten)

reduceert en de consistentie binnen processen aanmoedigt. Die geautomatiseerde technologie

kan een belangrijke rol spelen bij het elimineren van onnoodzakelijke procedures, helpen om

de efficiëntie van rapportage op te voeren, de verschillende activiteiten binnen de organisatie

te integreren en daardoor de data van verschillende departementen te kunnen combineren.

Deze software is ook zo ontwikkeld, dat je geen IT expert dient te zijn om ermee te kunnen

werken. Nog een voordeel van deze software is dat je continu kritische transacties en

processen kunt opvolgen, zodat je in real time controle hebt op je compliance activiteiten. Dit

kan dan eigenlijk ook gezien worden als een proactieve manier van werken.46

2.6 Belangrijke actoren: een ruimer kader

2.6.1 Cel voor financiële informatieverwerking47

De CFI, of languit de Cel voor financiële informatieverwerking, werd opgericht bij wet van

11 januari 1993. Deze wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het

witwassen van geld, zette de Richtlijn van de Europese Raad 91/308/EEG van 10 juni 1991,

zoals gewijzigd door richtlijn 2001/97/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 4

december 2001, om in Belgisch recht. Deze wet vult de repressieve benadering van het

witwassen van geld - artikel 505 van het Strafwetboek - aan met een reeks preventieve en

administratief beteugelde maatregelen. Deze wet voert de verplichting in – voor

ondernemingen en personen die onderworpen zijn aan deze wetgeving – om samen te werken,

met het oog op de opsporing van verdachte verrichtingen en de kennisgeving daarvan aan een

speciaal daarvoor opgerichte overheid, namelijk de Cel voor financiële informatieverwerking.

De Cel is een onafhankelijke administratieve overheid met rechtspersoonlijkheid, die belast is

met het verwerken en doormelden van informatie met het oog op de bestrijding van het

witwassen van geld en de financiering van terrorisme. De werkzaamheden van de Cel worden

georganiseerd door de voorzitter en vice-voorzitter van het bureau. De CFI is concreet

samengesteld uit financiële deskundigen en een hoger officier gedetacheerd van de federale

politie. De Ministers van Justitie en Financiën oefenen het toezicht uit over deze Cel. De

46

CANGEMI, M.P., “The Controls Challenge”, Bank Accounting & Finance, 2008, Vol. 21, 43-46. 47

SPREUTELS, J.P., De cel voor financiële informatieverwerking en de voorkoming van het witwassen van geld

in België, Brussel, Bruylant, 2003, 93-117. URL: <http://www.ctif-cfi.be>. (25/03/2010)

Page 26: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

20

leiding wordt waargenomen door een magistraat of zijn plaatsvervanger, afgedeeld van het

parket. De CFI is belast met de ontvangst en ontleding van informatie afkomstig van:

o de in de wet opgesomde ondernemingen en personen,

o hun controle-, toezichthoudende of tuchtoverheden,

o de overheden belast met het toezicht op de financiële markten,

o de buitenlandse meldpunten in het kader van een wederzijdse samenwerking,

o de bevoegde overheden belast met de ontvangst van aangiften van

grensoverschrijdend verkeer van liquide middelen gedaan bij toepassing van het

Koninklijk besluit van 5 oktober 2006 houdende maatregelen ter controle van het

grensoverschrijdend verkeer van liquide middelen.

De gerechtelijke overheden, de politiediensten en de administratieve diensten van de Staat, de

curatoren en de voorlopige bewindvoerders van een faillissement mogen de Cel op eigen

initiatief informatie bezorgen die zij nuttig achten voor de vervulling van haar opdracht. De

Cel heeft ook toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.

2.6.2 Commissie voor het Bank -, Financie - en Assurantiewezen48

De CBFA, namelijk de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, is in 2004

ontstaan uit de fusie tussen de in 1935 opgerichte Commissie voor het Bank- en

Financiewezen en de in 1975 opgerichte Controledienst voor de Verzekeringen. Zij heeft als

enige Belgische autoriteit de bevoegdheid om toezicht uit te oefenen op de meeste

financiële instellingen en financiële diensten die aan het publiek worden aangeboden. De

doelstellingen die de CBFA nastreeft zijn drieledig. Allereerst valt het onder het takenpakket

van de CBFA, om de bescherming van spaarders en verzekerden te waarborgen. Ten tweede

dient men het vertrouwen van het publiek in de financiële producten en diensten zo veel

mogelijk veilig te stellen. Ten laatste staat de CBFA garant voor de goede werking van de

markten voor financiële instrumenten.

48

URL: <http://www.cbfa.be>. (25/03/2010)

Page 27: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

21

Concreet betekent dit dat de CBFA volgende taken verricht:

Het prudentieel toezicht op de financiële instellingen

Het doel van het prudentieel toezicht op de financiële instellingen, waargenomen door

de CBFA, is voornamelijk ervoor te zorgen dat de instellingen onder toezicht, hun

verbintenissen die ze hebben ten aanzien van hun cliënten steeds kunnen nakomen. Dit

toezicht draagt o.a. ook bij tot de stabiliteit van de financiële markten waarop deze

instellingen actief zijn. De CBFA zal hierbij nagaan of de aandeelhouders en leiders

van de betrokken financiële instellingen beschikken over de vereiste kwaliteiten om

een zo adequaat mogelijk beleid te kunnen waarborgen voor hun financiële instelling.

De CBFA zal verder ook nagaan of de organisatiestructuur en werking van de

instelling passend is voor de uitvoering van haar activiteiten. Dit wil concreet zeggen

dat men een toetsing zal doorvoeren van de desbetreffende beleidsstructuur,

administratieve en boekhoudkundige organisatie en interne controle van de instelling.

Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de kwaliteit van het risicobeheer van

de instellingen zelf.

Het toezicht op de financiële markten en de financiële verrichtingen

Dit wil concreet zeggen dat de CBFA toeziet op de goede werking, de integriteit en de

transparantie van de financiële markten. Dit betreft zowel de organisatie van die

markten als het gedrag van de betrokken marktdeelnemers.

Het toezicht op het statuut van de makelaars, de agenten en de subagenten

De bescherming van de consumenten van financiële diensten

Zowel de financiële instellingen als tussenpersonen, dienen een aantal gedragsregels

na te leven ten aanzien van hun cliënten. Deze regels variëren natuurlijk naargelang de

aard van de aangeboden financiële diensten, maar in essentie garanderen zij dat de

financiële diensten die aangeboden worden door de instelling, aansluiten bij de

behoeften van de consumenten. Dit houdt tevens ook in dat de consumenten dienen te

beschikken over correcte en begrijpelijke informatie, op basis waarvan zij dan

beslissingen kunnen nemen. Het valt onder de bevoegdheid van de CBFA om na te

gaan of deze gedragsregels worden nageleefd door de instelling.

De bestrijding van witwaspraktijken en terrorismefinanciering

De CBFA ziet erop toe dat de financiële instellingen en tussenpersonen hun

verplichtingen inzake witwasbestrijding naleven.

Page 28: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

22

De administratieve geldboetes, dwangsommen en minnelijke schikkingen

De CBFA bestaat uit vier organen die instaan voor haar werking: de voorzitter van het

directiecomité, het directiecomité, de raad van toezicht en de secretaris-generaal.

2.6.3 Financial Action Task Force49

De Financial Action Task Force (FATF) is een intergouvernementeel orgaan die de

ontwikkeling en bevordering van het beleid, zowel op nationaal en internationaal niveau, op

vlak van het bestrijden van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, voor

ogen heeft. De FATF is een beleidsorgaan die de nodige politieke wil probeert te verzamelen

om te komen tot wet- en regelgeving op deze gebieden. Sinds haar oprichting, heeft de FATF

tal van maatregelen uitgevaardigd om het gebruik van het financiële stelsel door criminelen te

ontmoedigen. Zij hebben daartoe een reeks van aanbevelingen uitgevaardigd in 1990, herzien

in 1996 en 2003. Deze aanbevelingen zijn bestemd voor universele toepassing. Zo verzekeren

zij up to date te zijn met de toenemende dreiging van het witwassen van geld. Om haar goede

werking te verzekeren, werkt de FATF samen met tal van andere internationale entiteiten die

betrokken zijn bij het bestrijden van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.

De FATF heeft een onbepaalde levensduur wat impliciet wil zeggen dat zij geregeld hun

missie en doelstellingen aan een herziening/evaluatie dienen te onderwerpen. De FATF werd

opgericht door de G-7 top die in 1989 werd gehouden in Parijs. Dit als antwoord op de

toenemende bezorgdheid die toen heerste over het gebruik van het financiële stelsel voor het

witwassen van criminele gelden. De FATF kreeg toen de verantwoordelijkheid om technieken

en trends inzake het witwassen van criminele gelden op te volgen en noodzakelijke

maatregelen te nemen op dit gebied. Dit betekende ook dat men bestaande maatregelen die

toen al genomen waren inzake het witwassen van geld, eventueel konden herzien worden

indien nodig. In 2001 werd aan het toepassingsgebied van de FATF, de bestrijding van de

financiering van terrorisme toegevoegd. De FATF vaardigde zoals al reeds eerder aangehaald,

40 maatregelen uit betreffende het witwassen van geld en 9 speciale maatregelen betreffende

de financiering van terrorisme. Deze 40 maatregelen betreffende het witwassen van geld,

worden door een groot aantal internationale entiteiten erkend, ondersteunt en

49

SPREUTELS, J.P., De cel voor financiële informatieverwerking en de voorkoming van het witwassen van geld

in België, Brussel, Bruylant, 2003, 162-172. URL: <www.fatf-gafi.org>. (25/03/2010)

Page 29: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

23

geïmplementeerd. Er dient wel aangehaald te worden dat deze maatregelen slechts algemene

richtlijnen omvatten. Dit wil concreet zeggen dat deze richtlijnen enkel een algemeen kader

aanreiken. Daarbinnen wordt dus in de nodige ruimte voorzien, zodat deze maatregelen

kunnen afgestemd worden op het desbetreffende land haar specifieke omstandigheden en

constitutionele kaders.

2.6.4 Instituut van Forensische Auditoren50

Het IFA, namelijk het Instituut van Forensische Auditoren, is slechts recentelijk pas erkend

als nationale beroepsfederatie door de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO. Volgens

de voorzitter van het IFA, Frank Staelens, bestaat de volgende stap erin om de beroepstitel

van „Registered forensic auditor‟ te laten erkennen en verder te bouwen aan een wettelijke

basis als garantie voor kwalitatief fraudeonderzoek in België. Internationaal is er echter geen

algemeen aanvaarde definitie van forensische audit voorhanden. In België hanteert men de

volgende definitie: “Forensic audit is the activity that consists of gathering, verifying,

processing, analyzing of and reporting on data in order to obtain facts and/or evidence - in a

predefined context - in the area of legal/financial disputes and or irregularities (including

fraud) and giving preventative advice.”51

Het Instituut van Forensische Auditoren werd als Belgische vzw opgericht in 2001. Het IFA

bestaat uit de beroepsbeoefenaars die met forensische audit begaan zijn. De forensische

auditoren zijn gespecialiseerd in onderzoeken naar aanleiding van financieel juridische

geschillen en onregelmatigheden, met inbegrip van fraude. Het IFA is een voorbeeld van

publiek private samenwerking. Het IFA betracht onder andere het uitwerken van een

pragmatisch en realistisch regelgevend kader voor „publiek-private samenwerking‟ in het

kader van fraudeonderzoek. Het IFA wil al deze specialisten bij elkaar brengen. Het

uitwisselen van hun kennis, het opzetten van vormingsprogramma‟s en projecten voor

fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek en het ontwikkelen van een ethische

code wordt hierbij centraal geplaatst. Onafhankelijkheid en objectiviteit, eerlijkheid en

beroepsernst zijn daarbij essentiële sleutelwoorden. Om enige vorm van geloofwaardigheid en

50

URL: <www.ifa-iaf.be>. (25/03/2010) 51

URL: <http://www.forensicaudit.be/nl/presentation/introduction-28.html>. (25/03/2010)

Page 30: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

24

credibiliteit te verwerven, moet het IFA eigen normen stellen en de naleving van deze

vooropgestelde normen, nauwlettend opvolgen.

Intensieve communicatie met beleidsmakers en toezichthouders binnen politiek, justitie,

overheden en bedrijfsleven, en een maatschappelijke erkenning voor deze groep van

specialisten zijn slechts enkele actiepunten die het IFA vooropstelt voor de komende jaren.

Page 31: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

25

Hoofdstuk 3: Onderzoek

3.1 Inleiding

Dit derde en tevens laatste hoofdstuk van mijn masterproef wordt gewijd aan de

verslaggeving van mijn bevindingen uit eigen empirisch onderzoek, dat ik de laatste maanden

heb verricht bij kredietinstellingen in België. Het gehele uitgangspunt van mijn masterproef is

de Circulaire D1 2001/13 van 18 December 2001 van de CBFA. De probleemstelling hierbij

is, dat het gaat om een Circulaire. Dit wil concreet zeggen dat deze Circulaire slechts enkel de

basisprincipes aanreikt waaraan een compliance functie binnen kredietinstellingen in België

dient aan te voldoen. De concrete implementatie van deze aangereikte principes van de CBFA

wordt overgelaten aan de kredietinstellingen zelf. Wat dus wil zeggen, dat enige uniformiteit

tussen banken kan ontbreken. Het is de verantwoordelijkheid van de kredietinstellingen zelf,

na te gaan welke concrete vorm van deze basisprincipes het beste past binnen de algehele

structuur van hun organisatie. Dit om de optimale werking van de bank te kunnen blijven

garanderen. Dit brengt mij concreet tot de opzet van dit gehele hoofdstuk.

Door de aard van mijn probleemstelling, leunde kwalitatief onderzoek - namelijk het afnemen

van interviews bij kredietinstellingen in België - het beste aan, om een antwoord te kunnen

vinden op mijn vra(a)g(en). Mijn onderzoek bestaat concreet uit drie algemene

vergelijkingsniveaus. Dit wil zeggen dat ik allereerst een vergelijkingsniveau zal inbouwen

tussen de vier grootbanken in België. Met deze bedoel ik achtereenvolgens: ING, KBC, Dexia

en BNP Paribas Fortis. Een tweede vergelijkingsniveau bestaat erin om enkele kleine banken

binnen België met elkaar te vergelijken. Een derde en tevens laatste vergelijkingsniveau, is de

vergelijking tussen deze groot en klein banken binnen België.

De verslaggeving van mijn bevindingen uit deze interviews, kan geordend worden aan de

hand van enkele centrale concepten, die tevens terug te vinden zijn in de Circulaire D1

2001/13 van 18 December 2001 van de CBFA.

Het eerste centrale punt dat ik wil belichten in dit hoofdstuk, is de concrete positionering van

de compliance functie binnen deze desbetreffende banken. Dit wil zeggen dat ik zal nagaan of

de compliance functie gecentraliseerd (en) of gedecentraliseerd is binnen de structuur van de

gehele organisatie van deze banken. Afhankelijk van de specifieke algehele structuur van deze

kredietinstellingen, zal men in het ene geval opteren voor centralisatie en in het andere geval

voor decentralisatie. Indien deze kredietinstellingen eventueel zouden beschikken over

Page 32: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

26

dochtervennootschap(en) of bijkanto(o)r(en), zal ik nagaan hoe deze dochters zich verhouden

tot de moedervennootschap inzake hiërarchische verhoudingen en/of

(on)afhankelijkheidrelaties tussen beide. In dit eerste aandachtspunt zal ik ook nagaan of deze

structuur, die men nu kent inzake compliance, een eerder recente evolutie is, of al reeds

(deels) aanwezig was voor de implementatie van de Circulaire D1 2001/13 van 18 December

2001.

Een tweede belangrijke punt, betreft de werkingsgebieden van de compliance functie binnen

deze diverse kredietinstellingen. Hierbij zal ik nagaan wanneer en hoe de compliance functie

betrokken wordt bij de algehele processen van de organisatie. Welke soort van “tussenkomst”

bieden zij dan en hoe gaat dit concreet in zijn werking? Welke activiteitsgebieden behoren tot

hun werkingsdomein? Is er hier een recente evolutie waar te nemen?

Een derde grote aandachtspunt die belicht zal worden in dit hoofdstuk, handelt over de

concrete communicatiekanalen die aanwezig zijn tussen de diverse actoren binnen deze

kredietinstellingen zelf en de communicatiekanalen die aanwezig zijn tussen medewerkers

intern aan de bank en externe medewerkers. Concreet betekent dit dus bijvoorbeeld, dat

nagegaan zal worden wie het algemene compliance beleid uitstippelt voor de bank, welke

actoren daarbij betrokken zijn, wat hun eigen verantwoordelijkheden zijn bij het uittekenen

van deze beleidlijnen en dergelijke. Hierbij zal ik ook ingaan, of deze taken gepaard gaan met

voldoende ruimte voor eigen initiatief. Hoe ver reiken de verantwoordelijkheden van diverse

actoren binnen de desbetreffende bank, welke zijn de concrete verantwoordingskanalen?

Bestaan er overlappende bevoegdheden tussen de diverse afdelingen binnen de bank en heeft

dit al eventueel tot conflicten geleid in het verleden? Hoe trad men dan concreet op om aan

schadebeperking te doen?

Een ander belangrijk principe dat naar voor geschoven wordt door de Circulaire D1 2001/13

van 18 December 2001 en waaraan ik tevens aandacht zal besteden, zijn de zogenaamde

rapporteringkanalen en het daarmee samengaande niveau van transparantie. Deze principes

leunen nauw aan bij hetgeen ik bovenstaand al heb aangebracht. Ik zal in dit gedeelte

bijvoorbeeld nagaan of de compliance functie binnen deze kredietinstellingen, in de

mogelijkheid wordt gesteld om haar bevindingen kenbaar te maken aan de diverse actoren

binnen de bank. Heeft zij tijdens de uitoefening van haar opdrachten, voldoende toegang tot

noodzakelijke informatie afkomstig uit diverse departementen, om haar taak adequaat te

kunnen uitoefenen? Bijkomend vestig ik ook de aandacht op het niveau van transparantie die

Page 33: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

27

doorheen de gehele organisatie van toepassing is. Hierbij is het compliance charter van

toepassing. Weten de diverse medewerkers binnen deze kredietinstellingen wat compliance

concreet inhoudt? Zijn zij op de hoogte van de recentste compliance ontwikkelingen? Dit

brengt mij dan uiteindelijk tot een volgende aandachtspunt. Welke plaats bekleedt “het

voorzien in opleiding en scholing voor de bankmedewerkers” binnen deze diverse

kredietinstellingen? Is daar de laatste jaren verandering in gekomen?

Page 34: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

28

3.2 Onderzoeksbevindingen

3.2.1 Methodologie

Het onderzoek dat ik verricht heb bij kredietinstellingen in België is kwalitatief van aard. Ik

hanteerde een checklist die de rode draad vormde in mijn interviews. Gezien de specifieke

probleemstelling van mijn onderzoek, leek het mij niet aangewezen te werken met een

gesloten vragenlijst. Door de geslotenheid van de sector en de soms gevoelige materie

waarrond ik vragen wilde stellen, was een checklist hier het best van toepassing. Een

belangrijke reden om te kiezen voor een checklist in plaats van een gesloten vragenlijst was

dus voornamelijk om de interviews vlot te laten verlopen. Wanneer er bijkomende informatie

gepresenteerd werd, die ik niet onmiddellijk had voorzien, kon daar de nodige aandacht aan

besteed worden, indien dit een meerwaarde zou betekenen voor mijn thesis.

3.2.2 Implementatie van de principes volgens de Circulaire D1 2001/13 van 18

December 2001

3.2.2.1 Positionering binnen de organisatiestructuur

De positionering van de compliance functie binnen de algehele organisatiestructuur van de

kredietinstellingen die ik in mijn onderzoek heb betrokken, vertoont verschillen naargelang

men kijkt naar de grootbanken versus de kleinere kredietinstellingen. Kortweg zou men

kunnen concluderen dat bij de grootbanken in België de compliance functie zowel

gecentraliseerd als gedecentraliseerd is. Bij de kleinere kredietinstellingen in België is dit

slechts op één niveau namelijk gecentraliseerd.

De centrale compliance departementen van deze grootbanken, rapporteren hiërarchisch aan

hun voorzitter van het Directiecomité en functioneel aan de chief compliance officer van de

groep. Men spreekt hier over een dubbele link die harmoniserend werkt. Per afdeling/divisie,

bijvoorbeeld de divisie private banking, corporate banking, etc worden compliance

medewerkers gedecentraliseerd naar de business. Per kredietinstelling hanteert men

verschillende terminologie om dit te duiden. Zo heeft men het soms over CORMS, non

financial risk medewerkers of business tracking officers. Deze gedecentraliseerde compliance

medewerkers rapporteren hiërarchisch aan de businessmanager van hun divisie en functioneel

Page 35: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

29

aan het centrale compliance departement. Menig banken brengen naar voor dat centralisatie

en decentralisatie van de compliance functie hand in hand gaan. Centraal wordt het beleid

gevoerd. Om dit beleid volgens goede standaarden te kunnen uitstippelen en implementeren,

heeft men de gedecentraliseerde poot nodig. Zij fungeren als een soort van antenne, die de

nodige voeling met de specificiteit/complexiteit van de verschillende divisies en de concrete

praktijkvraagstukken aanbrengen. Via de opgezette businesslines, die aanwezig zijn tussen het

centrale departement en de specifieke businessunits, wordt de nodige kennisoverdracht

verzekerd. Zo zal het centrale departement dan ook bijvoorbeeld rond de tafel zitten met de

divisies in kwestie, wanneer men de impact van nieuwe wetgeving tracht na te gaan, of

wanneer men nieuwe wetgeving dient te implementeren. De samenwerkingsverbanden tussen

beiden zijn sterk aanwezig. Concreet betekent dit, dat het decentrale niveau instaat voor de

toepassing van de regels en richtlijnen die het centrale departement uitgestippeld heeft.

Eén grootbank die deel uitmaakt van mijn onderzoek, vormt echter een uitzondering op deze

regel. De kredietinstelling in kwestie opteerde voor een model waarbij de compliance functie

enkel centraal gepositioneerd is binnen de organisatie. Dit in tegenstelling tot de drie andere

grootbanken betrokken in mijn onderzoek. Dit kan toegeschreven worden aan de recente

overname die deze kredietinstelling doormaakte. Door deze overname werd de focus binnen

de organisatie verschoven van de business, naar controle en beheersing van risico‟s. Daardoor

kan men bij deze kredietinstelling sinds de overname, een stijgende input van resources op het

gebied van compliance en operationele risicobeheer waarnemen. Door deze centralisatie van

de compliance functie binnen de organisatie, is er geen functionele lijn meer aanwezig tussen

het centrale compliance department en de verschillende businessunits. Er is wel nog steeds

een functionele en hiërarchische lijn aanwezig van het compliance departement naar de top

van de piramide toe.

3.2.2.2 Structurele verhoudingen

De compliance functie ressorteert rechtstreeks onder een lid van het directiecomité en heeft

onmiddellijke toegang tot de raad van bestuur. Dit wil concreet zeggen dat er geen

tussenliggende structuur aanwezig is tussen de compliance functie en het directiecomité. Deze

manier van werken heeft als voordeel dat men niet telkens de gehele piramidestructuur dient

te doorlopen indien er problemen de kop op steken. Dit bevorderd de efficiënte werking van

de organisatie. Door de aanwezigheid van de directe link tussen de compliance functie en de

Page 36: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

30

raad van bestuur, wordt de onafhankelijkheid van de compliance functie gewaarborgd.

Wanneer het directiecomité de onafhankelijkheid van de compliance functie in gedrang zou

brengen, heeft deze rechtstreekse toegang tot de raad van bestuur. De onafhankelijkheid van

de compliance functie wordt ook weerspiegeld in de onbeperkte toegang die deze heeft tot

informatie en haar initiatief en rapporteringrecht. Deze onbeperkte toegang wordt verzekerd

door het compliance charter. Dit charter schrijft de vrijheid van onderzoek voor. Hierbij dient

wel aangehaald te worden dat het principe van „discretie‟ ten allen tijde dient gerespecteerd te

worden. Dit wil concreet zeggen dat men zich enkel van informatie dient te vergewissen

wanneer dit nodig en strikt noodzakelijk is, teneinde de goede werking van de organisatie te

waarborgen.

Het beleid inzake compliance wordt uitgestippeld door het centrale compliance departement.

Aan deze richtlijnen dient wel altijd de goedkeuring van de raad van bestuur en het

directiecomité gehecht te worden. In algemene termen zou je dus kunnen stellen dat het beleid

officieel uitgaat van de raad van bestuur en het directiecomité. Aangezien de raad van bestuur

en het directiecomité hun goedkeuring dienen te geven aangaande bijvoorbeeld het

compliance charter, de nota inzake integriteit en de deontologische codes, spreekt het voor

zich dat het achteraf veel gemakkelijker is om deze richtlijnen te implementeren in de

algehele werking van de organisatie. Daaruit voortvloeiend kan men ook concluderen dat de

kleine kantoortjes onder de kerktoren van elke gemeente, niets in te brengen hebben in het

algehele compliance beleid, aangezien dit uitgestippeld wordt door het centrale compliance

departement van de bank. De dochter en bijkantoren van de bank, die gevestigd zijn in het

buitenland, zijn in overeenstemming met de geldende regelgeving van het desbetreffende

land. De geldende regelgeving betreffende compliance vertoont hier wel enkele verschillen,

waardoor het algehele beleid niet zomaar kan worden doorgetrokken. Dit geldt tevens ook

voor andere filialen die ressorteren onder de algehele structuur. Zo zal bijvoorbeeld het filiaal

verzekeringen een eigen specifiek beleid bepalen, maar zij dienen wel conform het algemeen

geldende beleid van de groep te opereren. Indien er nieuwe wetgeving voor handen is, dient

de compliance afdeling een nota op te maken naar het directiecomité toe. In de praktijk heeft

het directiecomité daar niet veel aan en vraagt men eerder naar de impact van deze wetgeving

op de activiteiten van de bank. De compliance afdeling zal dan een GAB-analyse doorvoeren,

om concreet te kunnen nagaan welke aanpassingen er dienen gedaan te worden en welke

middelen daarvoor nodig zijn. Het compliance departement zal dan de nodige middelen

vragen aan het directiecomité.

Page 37: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

31

De interne audit afdeling van de bank werkt overkoepelend over de gehele organisatie. Zij

zijn gepositioneerd boven het geheel vanuit controlestandpunt maar niet hiërarchisch. Hun

toegang tot de verschillende departementen binnen de bank is onbeperkt. De compliance

functie dient echter geen zeggingschap en verantwoording af te leggen ten aanzien van de

interne audit afdeling. Dit wordt gewaarborgd door de onafhankelijke positie die de

compliance afdeling bekleedt.

Het is de compliance officer die rapporteert aan de CBFA. Op basis van de verzamelde

informatie die de compliance officer uit de verschillende businessunits vergaart, wordt er een

formeel jaarverslag opgesteld die deze compliance officer overhandigd aan de CBFA. Op

basis daarvan kan de CBFA nagaan of de compliance functie binnen de bank effectief werkt,

of deze voldoet aan de principes van de circulaire etc. Aan de CFI heeft de bank geen

rapporteringplicht maar een meldingsplicht. Hier valt het ook onder de verantwoordelijkheid

van de compliance officer om formele aangiftes te doen aan de CFI wanneer er zich een

vermoeden van witwassen voordoet.

Binnen elke kredietinstelling die betrokken was in mijn onderzoek wordt de nodige nadruk

gelegd op overlegmomenten en (jaar)verslagen om de goede werking van de organisatie te

kunnen waarborgen. Deze overlegmomenten gebeuren tussen diverse actoren van de

organisatie en afhankelijk van kredietinstelling tot kredietinstelling, verschilt de periodiciteit

waarmee dit gebeurt. Binnen de kleinere banken gebeuren deze overlegmomenten soms meer

ad hoc in vergelijking met de grootbanken.

3.2.2.3 De situatie voor en na de Circulaire

Alvorens de introductie van de circulaire inzake de compliance functie, was er in meer of

minder mate al sprake van een compliance gerelateerde functie binnen banken. Deze werd

slechts waardig ingevuld en uitgebouwd door de introductie van deze circulaire. Voor 2001

diende er wettelijk al sprake te zijn van zo een functie, maar dan slechts in het kader van de

witwaswetgeving. In vele banken was deze functie slechts een onderdeel van de juridische

afdeling en werden de nodige onderzoeken verricht door de inspectie en deze zat bij de

interne auditafdeling. Bij sommige kleinere banken werd deze positie waargenomen door een

lid van het directiecomité. Er was toen nog geen sprake van een centrale compliance afdeling.

Er werd louter jaarlijks een verslag opgemaakt, die stelde dat alles onder controle was.

Page 38: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

32

Voornamelijk voor de introductie van de circulaire, was compliance veel theoretischer. De

principes waren deels al aanwezig - in afgezwakte vorm althans - maar waren nog niet

volledig ingebouwd in de verschillende businessprocessen. Deze tendens is slechts waar te

nemen de laatste vijf jaar. Nu hebben de verschillende medewerkers binnen de bank echter

niet meer de keuze tussen het al dan niet compliant te zijn. Veel is geautomatiseerd, vele

processen zijn herzien, zodat compliance niet blijft op het niveau van het principe maar ook in

de praktijk wordt omgezet.

3.2.2.4 Reputatierisico

“Far from being an objective construct, reputation is, like beauty, in the eye of the beholder

and thus not easily defined.”52

Deze bovenstaande regel vat in het kort samen hetgeen doorheen mijn gehele onderzoek en

literatuurstudie naar boven is gekomen. Waarom doen banken – en tevens ook andere

organisaties – aan compliance? Allereerst komt naar voor, dat men dit zou doen omdat dit het

ethische is om te doen: “Ethics is simply doing the right thing, regardless of the

consequences”53

Dit blijkt echter meestal niet de vooraanstaande reden te zijn om “in

compliant” te zijn. Het rechtstreekse verband die er zou bestaan tussen enerzijds “het naleven

van de regelgeving” en anderzijds “het bestrijden van criminaliteit” – in dit geval het

witwassen van criminele gelden - is niet zomaar een causale relatie die men zonder de nodige

kanttekeningen zou mogen aannemen. Algemeen stellend, kan men zeggen dat het witwassen

van criminele gelden pas een “issue” wordt wanneer er gewonden vallen. Daarmee bedoel ik,

wanneer er sprake is van een benadeelde partij, dat door de illegale transactie negatieve

gevolgen ondervind. Dit wordt echter nog versterkt door het feit dat men onmogelijk op de

hoogte kan zijn van alle transacties die plaatsvinden binnen de organisatie. Het

witwasfenomeen is zodanig geëvolueerd de laatste jaren, dat men gewoonweg niet in staat is

om alle illegale transacties te filteren van degene die op het eerste zicht legaal lijken. Daarmee

wil ik duiden dat er zich binnen de organisatie eventuele illegale stromen kunnen voordoen

52

HARVEY, J., “Compliance and reporting issues arising for financial institutions from money laundering

regulations: a preliminary cost benefit study”, Journal of Money Laundering Control, 2004, Vol. 7(4), 336.

HARVEY, J. en LAU, S.F., “Crime-money, reputation and reporting”, Crime, Law and Social Change, 2009,

Vol. 52, 59. 53

RASMUSSEN, M., “Compliance Best Practices & Perspectives”, Bank Technology News, 2007, Vol. 20, 2.

HARVEY, J., “Just how effective is money laundering legislation?”, The Security Journal, 2008, Vol. 21, 189-

211.

Page 39: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

33

zonder dat men dit op het eerste oog opmerkt. Hiermee wil ik dus aanbrengen dat de

eventuele nadelen die iemand kan ondervinden daardoor in strikte zin losstaan van het

crimineel feit op zich.

Een ander belangrijk punt die onder de aandacht dient te worden gebracht is het self

reinforcing effect tussen enerzijds de publieke aandacht – media – voor het fenomeen

witwassen op zich en de toename van de regelgeving omtrent dit fenomeen anderzijds. Hoe

meer het publiek zich zal focussen op het crimineel fenomeen witwassen, hoe meer de

regelgevers zullen reageren met bijkomende en strengere wetgeving uit te vaardigen. Dit op

zich zal dan weer een versterkend effect uitoefenen op die public awareness voor dat

fenomeen. Men bevind zich als het ware in een spiraal die maar blijft doorgaan en tot hoge

kosten kan leiden. Ten gevolge daarvan zullen banken meer en meer duidelijk willen maken

dat hun organisatie “clean” is.

“The extent of disclosure can be taken as some indication of importance of an issue to the

reporting entity”54

Daarmee samengaand zullen deze banken in hun jaarlijkse rapportageverslag naar hun

aandeelhouders toe – het zogenaamde main disclosure vehicle – meer aandacht besteden aan

een soort van impression management en daardoor meer informatie vrijgeven. Zij zullen

bijvoorbeeld expliciet kunnen vermelden in dit jaarverslag, hoeveel geld zij geïnvesteerd

hebben aan het “in compliant zijn met”. Eventuele misopvattingen die er zouden heersen

onder het publiek, worden hierin dan ook beargumenteerd en eventueel uitgelegd.

Al het bovenstaande in acht nemend, kan men zich opnieuw de vraag stellen: waarom doet

men als organisatie aan compliance? De integriteit van het gehele financiële systeem steunt

hoofdzakelijk op het uitbouwen van vertrouwensrelaties tussen tal van actoren in dit systeem.

Deze vertrouwensrelaties op zich zorgen voor de nodige reputatie die deze financiële

instellingen nodig hebben om hun voortbestaan te kunnen garanderen. Is dit vertrouwen niet

aanwezig, bestaat er twijfel over de reputatie van de financiële instelling, dan zullen nieuwe

klanten uitblijven en bestaande klanten hun vermogen bij een andere bank plaatsen. Dit heeft

als gevolg dat de aandeelhouders van de desbetreffende financiële instelling diezelfde twijfels

gaan beginnen voelen en ook zij zullen hun kapitaal uit de bank halen en ergens anders

54

O‟DONOVAN, G., “Environmental disclosure in the annual report: extending the applicability and predictive

power of legitimacy theory”, Accounting, Auditing and Accountability Journal, Vol. 15(3), 64.

Page 40: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

34

onderbrengen. Dit alles zorgt voor een daling van de waarde van het aandeel van de financiële

instelling op zich.

Zoals al reeds aangehaald, gaat het hier om een soort van impression management dat niet

zozeer gebaseerd is op objectieve cijfers. Er bestaat niet zoiets als een kwantitatieve meting

van hoe efficiënt, hoe effectief men is op het gebied van compliance. Er is dus geen sprake –

nog niet althans – van een zogenaamde effectiviteitmeting. Welke impact de compliance

functie dan concreet heeft op het bestrijden van criminaliteit en wat zijn precieze meerwaarde

is, kan niet in kwantitatieve cijfers worden weergegeven.

Bij operational risk assessment gaat het er om, om de kans dat een risico zich voordoet, in te

schatten, dit gelinkt aan de mogelijke verliezen dat dit risico met zich mee kan meebrengen.

Dus concreet stelt men zich twee vragen: Wat is de kans dat een risico zich voordoet? En

hoeveel is het mogelijke verlies indien dit risico zich voordoet? Er dient niet gezegd te

worden, dat dit een gebied is waar veel onzekerheden heersen. Het gaat hem meer over het

toekennen van probabiliteiten. Daarbij baseert men zich slechts op een aantal factoren, dus

men gaat steekproefsgewijs te werk. Men zal zo doorgaan tot dat de kost van het niet aan

compliance te doen, gelijk is aan de opbrengst van het wel doen aan compliance. Het spreekt

natuurlijk voor zich dat dit punt moeilijk te bepalen is.

3.2.2.5 Effectiviteit, toegevoegde waarde, meerwaarde55

Zoals al reeds bovenstaand kort aangehaald, vond ik het belangrijk om tevens na te gaan, of

deze kredietinstellingen de compliance functie die zij geïmplementeerd hebben in hun

organisatiestructuur, ervaren als een bron van toegevoegde waarde voor hun dagelijkse

werking, of indien zij de compliance functie eerder aanzien als slechts een kostpost die zij

dienden te implementeren, maar waar verder niet veel opbrengsten uit voortspruiten.

Waar het becijferen van het aantal (staf)medewerkers en directieleden, de benodigde ruimte,

bureaus, de kost van administratieve ondersteuning, een gekend kolfje is naar de hand van de

personeelsfunctie en het facilitair domein, kwam algemeen naar voor uit de interviews, dat het

moeilijker wordt de vraag te beantwoorden naar de (financële) toegevoegde waarde van een

55

LEVI, M. en REUTER, P., “Money laundering”, Crime and justice, 2006, Vol. 34, 289-376. GILL, M. en

TAYLOR, G., “The risk-based approach to tackling money laundering: matching risk to products”, Company

Lawyer, 2003, Vol. 24(7), 210-213.

Page 41: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

35

goed georganiseerde en goed werkende compliance functie. Doet zich een incident voor, dan

is een berekening achteraf snel gemaakt: eens de brokken opgeruimd kan de opgelopen

schade in harde cijfers en statistieken worden vastgelegd. Na een jarenlange procedure,

kunnen de ereloonnota‟s van de advocaten worden opgeteld en ingeboekt. Schadeclaims en

commerciële tegemoetkomingen aan cliënten kunnen worden gefixeerd. Boetes worden in de

juiste schema‟s ingeboekt. Maar wat is dan de „opbrengst‟ van een net voorkomen fraude, van

het tijdig onderscheppen en melden van een witwasdossier of meer algemeen van het niet

negatief in de pers komen in minder aangename omstandigheden en dossiers? De banken

gaven algemeen aan, dat het bepalen van harde en sluitende criteria om de „opbrengst‟ of

„besparing‟ van een compliance departement vast te leggen geen sinecure en wellicht een

schier onmogelijke opdracht is. De kern van de toegevoegde waarde van een compliance

departement, kan volgens deze banken het best gevonden worden in zowel het

preventief/repressief aspect, wat toch nog steeds een negatieve connotatie heeft, maar ook in

de ondersteunende rol, doordat accidenten worden vermeden door vooraf de juiste vragen te

stellen, adviezen te geven en beslissingen te nemen. En aldus vervult de compliance officer

zowel de rol van politieman als pastoor.

Deze banken gaven ook aan, dat een effectieve en efficiënte compliance functie, kan

bijdragen tot de verbetering van de bank haar concurrentiepositie. Men gaf wel aan dat dit niet

in de strikte zin van het woord geïnterpreteerd dient te worden. Men gebruikt de compliance

functie niet om een concurrentievoordeel op te bouwen ten opzichte van andere banken. De

compliance functie is initieel geen middel die de banken inzetten in de strijd tegen de

concurrentie. Het hebben van een goed geïmplementeerde compliance functie impliceert,

minimalisering van eventuele toekomstige verliezen die men zou ervaren uit een

fraudedossier. Die verliezen zouden de groeimogelijkheden van de bank in de toekomst

kunnen aantasten. Een goed georganiseerde compliance functie, voorziet deze banken van

essentiële informatie, die strategisch gezien van primordiaal belang is. Door deze informatie

kan men een beter zicht krijgen op de zaken die zich afspelen zowel binnen, als buiten de

muren van de bank, daardoor kan men betere gefundeerde beslissingen nemen, die de bank

alleen maar ten goede kunnen komen. Deze boodschap, of beter gezegd, deze manier van

denken, dient men dan ook te incorporeren in de cultuur van de bank.

Het hebben van een goed werkende, goed geïmplementeerde compliance functie wil volgens

deze banken ook zeggen, dat je ten allen tijde een realistische visie voor ogen dient te hebben.

Dit wil concreet zeggen, dat het hebben van de nodige geschreven beleidslijnen en

Page 42: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

36

procedures, die de wetgever deze banken oplegt, niets betekenen indien de desbetreffende

bank deze niet in een haalbaar licht plaatst en indien deze aan volledigheid missen. Het in

overeenstemming zijn met de geldende regelgeving, is een eerste belangrijk stap die deze

banken onderschrijven, maar deze volstaat echter niet. Bij het uittekenen van deze

beleidslijnen en procedures, dient men deze telkens in het licht te plaatsen van wat de

desbetreffende bank met haar eigen organisatiestructuur en middelen als haalbaar definieert.

En dit varieert per organisatie. Verder gaan dan hetgeen opgelegd is door de wetgevende

instantie is mooi, maar men dient geen standaarden te zetten die men niet kan bereiken. Dit

zou echter alleen maar tijd en middelen opslorpen en dit zonder oogbaar resultaat.

Een aantal banken gaven aan dat het compliance aspect soms onvoldoende aanwezig is in de

automatische ketting van de verwerking van een transactie. Dit wil concreet zeggen dat de

compliance link binnen tal van processen – deels - afwezig is en dit dan voornamelijk in het

begin van het systeem. Men zou deze systemen dienen aan te passen, zodat men al bij de start

van het proces in compliant dient te zijn met de vooropgestelde normen. Indien dit dan niet zo

zou zijn, men niet verder zou kunnen gaan met de transactie. Het uiteindelijke doel is dus het

compliance aspect in te bouwen in het begin van het proces zodat de uitkomsten meer

conform de compliance normen zijn. Er dient niet gezegd te worden, dat deze aanpassing veel

tijd en moeite zal besparen in de toekomst. Een voorbeeld hiervan is Fircosoft en Erase56

.

Indien men door deze systemen een naam wil screenen op bijvoorbeeld terroristische

activiteit, vult men slecht enkele criteria in waarop men een zogenaamde match wil vinden.

Men kan dit optimaler doen, door in het begin van het proces meerdere criteria in te vullen

zodat men minder alerts krijgt op het einde van het gehele proces. Deze uitkomst zal dan

tevens een grotere kans hebben om positief te matchen op de vooropgestelde criteria. Deze

wijziging vergt een aanpassing van het huidige systeem aangezien dit systeem niet in staat is

om deze manier van werken te onderbouwen.

56

Fircosoft en Erase zijn een soort van databasesystemen die gebruikt worden door een kredietinstelling die ik

betrokken heb in mijn onderzoek.

Page 43: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

37

3.2.2.6 Impact financiële crisis

Criminologisch benaderd, zou men kunnen stellen dat, wanneer mensen zich in een toestand

van geldnood – een onevenwichtstoestand - komen te bevinden, door bijvoorbeeld de

financiële crisis, ze op zoek gaan naar een middel om hun zelfde levensstandaard –

evenwichtstoestand - als voorheen te kunnen handhaven. Afhankelijk van iemands

persoonlijke ontwikkeling, sociale omgeving, de sociale (interne) controle en bijvoorbeeld de

algemene pakkans, zal men al dan niet over gaan tot het doorvoeren van een kosten baten

analyse en dan al dan niet overgaan tot het plegen van criminaliteit zoals bijvoorbeeld fraude.

Deze benadering in het hoofd houdend, stellen menig banken zich een verhoogde

waakzaamheid inzake fraude signalen voorop. Dit houdt concreet in dat men zowel de sociale

als interne controle tracht te verhogen door het voeren van sensibiliseringscampagnes. Men

kan niet echt aangeven dat men als bank meer fraude ervaart als voorheen de financiële crisis.

Dit komt deels door het feit dat dergelijk fenomeen slechts pas na een langere periode in beeld

komt. Statisch kan dit dus nu (nog) niet bewezen worden.

De financiële crisis heeft blootgelegd, dat een aantal financiële risico‟s niet voldoende werden

beheerst. De specifieke impact van deze crisis op menig banken is uiteenlopend. Afhankelijk

van de soort kernactiviteiten die deze banken onderschrijven, ervaren zij verschillende

gevolgen. Algemeen zou je kunnen stellen, dat de proportionele verhouding tussen het

specifieke aandeel dat desbetreffende banken hebben in de financiële crisis en de uiteindelijke

gevolgen die deze banken ervaren, niet evenredig is. Een aantal van de banken die ik

geïnterviewd heb, ondervonden echter weinig impact van de financiële crisis. Dit kwam mede

door het feit dat zij traditioneel die activiteiten uitoefenen die niet werden aangetast door de

crisis, onder deze activiteiten verstaat men het zogenaamde „traditioneel bankieren‟. Aan de

andere kant ondervonden ook de banken, die tot op zekere hoogte gespaard bleven van de

financiële crisis, achteraf ook de verhoogde druk die op verschillende gebieden werd

waargenomen. Sommige banken ondervonden weinig negatieve gevolgen tijdens de

financiële crisis mede door het anticiperende beleid die zij alvorens deze crisis aanvatte

hadden gevoerd. Zij hadden toen reeds al zeer sterke richtlijnen uitgetekend die hun cliënten

dienden te beschermen tegen onverwachte gevolgen. In het domein van de verkoop van

financiële instrumenten, is de invloed van de financiële crisis volgens deze banken het grootst.

De financiële crisis introduceerde een tendens van stijgende regelgeving en een verstrenging

van de geldende regelgeving. De banken brachten algemeen naar voor dat de druk tot integer

Page 44: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

38

bankieren nu meer dan ooit centraal wordt geplaatst door o.a. de wetgevende instanties.

Daaruit voortvloeiend kan men waarnemen dat transparantie en informatiedoorstroming, naar

alle partijen die belang hebben bij een goede werking van de organisatie, ook centraler wordt

geplaatst. Zo zal men bijvoorbeeld naar de klanten toe, duidelijker communiceren over de

producten en diensten die men aanbiedt als kredietinstelling. Een voorbeeld hiervan is het

zogenaamde „Customer suitability initiatief‟ die een bepaalde kredietinstelling uit mijn

onderzoek had opgestart ten gevolge van de financiële crisis. Dit initiatief houdt concreet in,

dat men het juiste product aan de juiste klant wil verkopen, tegen de juiste voorwaarden. Dus

rekening houdend met het specifieke profiel van de cliënt. Men voert hierbij de nodige GAB-

analyse uit. Dit wil concreet zeggen dat men nagaat wat de specifieke normen zijn, daar

tegenover plaatst men de praktijk en kijkt men waar de gabs zijn. Hoe groot zijn deze gabs?

Waar zitten deze precies? En welke maatregelen dienen er genomen te worden om deze weg

te werken? Men kan dus vaststellen dat de klant meer en meer beschermd wordt. Een gevolg

daarvan is de verhoogde transparantie die in sommige banken waar te nemen is naar o.a. deze

klanten toe. Dit aspect moet in het licht bekeken worden om eventuele schadeclaims in de

toekomst te voorkomen. Het zogenaamde „reputatierisico‟ wordt hiermee ook meer belicht.

Een minderheid van de geïnterviewde kredietinstellingen gaven aan dat de financiële crisis

specifiek voor hen, deels als een zege kan beschouwd worden. Deze minderheid betreft

voornamelijk de kleinere banken. Doordat het vertrouwen van de klanten door de financiële

crisis werd aangetast, deden deze laatste aan risicospreiding en plaatsten daardoor hun

vermogen bij verschillende banken. Dit betekende dus groeiend cliënteel voor sommige

banken. Andere banken introduceerden een systeem van proactief beheer. Dit wil concreet

zeggen dat men met klanten die ten gevolge van de financiële crisis terugbetalingsproblemen

hadden, een individueel meer flexibeler terugbetalingschema ging uitwerken. Deze tussenstap

die men inbouwde zorgde ervoor dat men de kredieten korter kon opvolgen en korter op de

bal kon inspelen.

De geïnterviewde banken gaven aan dat deze tendens tot stijgende regelgeving in de toekomst

eventueel kan zorgen voor bijkomende activiteitsdomeinen voor de compliance functie. Dit

alles in acht nemend kan men dus stellen dat dit een verhoogde kost met zich zal meebrengen.

Bestaande processen dienen aangepast te worden, bijkomende investeringen zullen moeten

gedaan worden.

Page 45: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

39

Een verstrenging van de eisen inzake richtlijnen en regelgeving ten gevolge van de financiële

crisis, kan men bijvoorbeeld waarnemen aan het feit dat banken een grotere eigen vermogen

buffer dienen aan te leggen. Deze buffer dient om mogelijke risico‟s in de toekomst op te

vangen. Aangezien er meer buffers dienen aangelegd te worden, dient men te zorgen voor

meer eigen vermogen om hetzelfde niveau als voorheen te kunnen handhaven. Anders blijft er

na aftrek van de vereiste verhoogde buffers minder financiële middelen over als voorheen.

3.2.2.7 Opleiding/sensibiliseren

Een specifieke gestandaardiseerde „compliance opleiding‟ is niet voorhanden in België,

terwijl dit in sommige andere landen wel aanwezig is. Dit wil echter niet zeggen dat dit

„vormingsaspect‟ verwaarloosd wordt binnen het Belgische bankwezen. Algemeen kan ik

concluderen dat de aandacht die men heeft voor opleiding, zeer sterk benadrukt wordt binnen

de banken die ik geïnterviewd heb. Ik kan zelfs stellen dat dit een aspect is waarop banken

echt fier zijn.

Het opleidingsaspect binnen deze banken is tweeledig. Enerzijds bestaat er een „algemene

opleiding‟, waarbinnen compliance deels is in verwerkt. Anderzijds bestaat er specifieke

vorming inzake compliance. Deze toepassingen werken via e-learnings en kunnen dan ook ten

allen tijde geraadpleegd worden. Er dient echter aangehaald te worden dat dit een permanente

oefening is en dat de stappen niet louter eenmalig dienen doorlopen te worden. Aangezien

men hier niet te maken heeft met een statische oefening, dienen geregeld updates gemaakt te

worden. Deze oefeningen moeten door iedereen in de organisatie uitgevoerd worden. De

concrete invulling van deze oefeningen en het slaagpercentage die men dient te behalen, is

echter wel afhankelijk van de specifieke functies die deze medewerkers binnen de bank

vervullen en de mate van risico waaraan men blootgesteld wordt binnen de uitoefening van

hun taken.

Page 46: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

40

3.3 Besluit

Compliance is een bepaalde manier van werken, is cultuur, is integriteit, deontologie en ethiek

samengebundeld en is een kwestie van mentaliteit die doorheen de gehele organisatie dient

ingebouwd te worden. Het is een proces die uiteindelijk een soort van automatisme in de

dagelijkse werking van de organisatie moet worden. Dit is natuurlijk een oefening van lange

adem die doorheen zijn gehele evolutie op tal van problemen zal stuiten en niet van de één op

andere dag kan ontstaan of wijzigen.

Compliance moet beginnen aan de top en moet vervolgens een topdown benadering volgen.

Dit wil zeggen dat men compliance niet mag bekijken als een eiland op zich. Het management

geeft het stichtende voorbeeld. De compliance functie dient ten allen tijde de steun te hebben

van deze top, om het beleid die ze uitstippelt, zo goed mogelijk te kunnen incorporeren in de

algehele werking van de organisatie. Zo wordt efficiëntie nagestreefd. Er is niet alleen een top

down benadering aanwezig van het management naar de compliance cel toe, maar ook een top

down benadering van deze compliance cel naar de verschillende businessunits van de bank. In

deze verschillende businessunits zijn compliance medewerkers gepositioneerd die de eerste

lijncontrole uitvoeren. Naast deze top down benadering moet men ook bottum up te werk

gaan. Informatie die afkomstig is uit de verschillende businessunits moet kunnen doorstromen

naar de compliance cel toe. Deze centrale compliance cel dient op zijn beurt door te stromen

naar het management van de bank. Ook zo wordt de efficiëntie werking van de organisatie

gewaarborgd. De termen wisselwerking en communicatie tussen de verschillende actoren

binnen de bank worden hier dus centraal geplaatst en zorgen voor de toegevoegde waarde die

de compliance functie biedt.

Men kan drie lijnen van controle onderscheiden, namelijk the three Lines of defense. De

eerste lijn van controle betreft de verschillende businessunits van de bank. Zij staan in voor de

eerste lijnscontrole en communiceren daarover naar de tweede lijn toe. De tweede lijn betreft

het compliance departement van de bank. De derde lijn die men kan onderscheiden is de

interne audit afdeling. De interne audit afdeling werkt vanuit controlestandpunt

overkoepelend over de gehele organisatie. Naast deze drie lijnen die gepositioneerd zijn

binnenin de bank zelf, kan men een vierde lijn van controle onderscheiden die gepositioneerd

is buiten de bank, namelijk het CBFA.

Compliance heeft een ware evolutie ondergaan en dit zie je in de zogenaamde awareness die

er nu heerst over compliance. Voor de introductie van de circulaire inzake de compliance

Page 47: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

41

functie, was compliance geen begrip die doorheen de gehele organisatie gekend was. De

circulaire heeft daar echter verandering in gebracht. Door de circulaire is men compliance niet

enkel meer theoretisch gaan benaderen, maar heeft men er een praktijkgerichte invulling aan

gegeven. Hier stoot men echter wel op het probleem, dat men daardoor alles als compliance

gerelateerd gaat beginnen interpreteren. De circulaire spreekt over reputatierisico. Men kan

zich hierbij terecht de vraag stellen of eigenlijk niet alles als reputatierisico kan gezien

worden? Dit is bijvoorbeeld één van de uitdagingen die vele banken naar voorschuiven. Een

andere uitdaging die de banken in mijn onderzoek onder de aandacht brachten, is het vinden

van het optimum tussen kostprijs en risico. Wanneer men precies dit optimum bereikt is

veranderlijk van bank tot bank. Algemeen dient men de risico‟s binnen de bank zo optimaal

mogelijk te beheersen door de beschikbare resources zo efficiënt mogelijk in te zetten.

Page 48: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

42

Besluit

In het kader van het behalen van het diploma, Master in de Bedrijfseconomie, aan Universiteit

Gent, diende er een Masterproef geschreven te worden. Deze Masterproef moest de

veruitwendiging worden van de kennis die ik het afgelopen schooljaar vergaard had tijdens de

Masteropleiding Bedrijfseconomie, preferabel gelinkt aan mijn vooropleiding in de

Criminologische Wetenschappen. Ik interpreteer deze bundeling van theoretische en

praktijkgerichte inzichten in de compliance functie binnen kredietinstellingen, dan ook als het

pronkstuk van mijn harde werken van de afgelopen vijf jaren en is volgens mijn inziens een

weergave van het beste van deze twee werelden samen. Een werkstuk van deze omvang dient

er in de eerste plaats te zijn om je de nodige inzichten te verschaffen, die je niet kan leren van

op de schoolbanken zelf. Het onderzoek dat ik gevoerd heb, gelinkt aan een literatuurstudie,

heeft me tot inzichten gebracht die ik dacht nooit te verwerven. Dit komt mede door de

combinatie van het voeren van een literatuurstudie en eigen onderzoek. Deze inzichten

kunnen immers ruimer geïnterpreteerd worden dan deze gelinkt aan de compliance functie

binnen kredietinstellingen zelf. Het schrijven van een werkstuk van dergelijke omvang vereist

meer dan een slechts loutere synthese en samenvatting van de vergaarde informatie. Met deze

Masterproef heb ik getracht dit te verwezelijken.

De opzet van deze Masterproef was, na te gaan, hoe de compliance functie concreet

geïmplementeerd is binnen kredietinstellingen. Aan de hand van de aangereikte basisprincipes

inzake compliance, afkomstig uit de Circulaire D1 2001/13 van 18 December 2001 van de

CBFA, heb ik mijn onderzoek opgebouwd.

Compliance impliceert het stellen van prioriteiten, het afwegen van de nodige kosten en baten

en het vinden van het juiste evenwicht tussen beide. Dit evenwicht wordt soms ervaren, als

schieten met een kanon op een muis. Want is het uiteindelijk niet de overheid die

verantwoordelijk is voor het opsporen van criminelen? De informatietoevoer is zodanig

omvangrijk geworden, dat het een uitdaging op zich wordt om de juiste informatie te kunnen

vinden. Honderd procent compliance zal nooit bestaan. Dit is zowel niet haalbaar en

wensbaar. De concrete invulling van de compliance functie bij de onderscheiden

kredietinstellingen, zal nooit over de gehele lijn dezelfde zijn. Dit is tevens ook niet haalbaar

en wensbaar. Elke kredietinstelling, zoals elke andere gewone organisatievorm, vertoont de

nodige verschillen in haar fundamenten ten opzichte van andere kredietinstellingen. Deze

differentiatie moet men zien als een gewenste evolutie, die de efficiënte werking van een

Page 49: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

43

organisatie dient te optimaliseren. Algemene kaders dienen aangereikt te worden, dit om toch

een zeker niveau van uniformiteit te bereiken, maar tot op zekere hoogte dient te concrete

invulling aan de organisatie zelf overgelaten te worden.

Compliance kan men niet beschouwen als een statisch gegeven die losstaat van het algemeen

geheel. Compliance moet geïncorporeerd worden in alle processen die zich afspelen binnen de

bank en moet uiteindelijk uitgroeien tot een automatisme. Daarom kan men compliance

interpreteren als een shared responsibility van de gehele organisatie, waar ten gepaste tijde

aanpassingen, updates dienen gedaan te worden. Het creëren van awareness is hierbij van

primordiaal belang en kan beschouwd worden als een continue oefening.

Een belangrijke conclusie die ik kan trekken uit mijn gehele masterproef is dat de kost van

compliance zeer hoog is, maar de kost van non compliance nog hoger is. Non compliance

wordt bestraft, maar in compliance zijn, wordt niet beloond. Dit is een onevenwichtstoestand

waarover dient nagedacht te worden.

Page 50: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

I

Bibliografie

APREDA, R., “COMPLIANCE RISK AND THE COMPLIANCE FUNCTION COULD

ENHANCE CORPORATE GOVERNANCE NOT ONLY IN BANKS BUT IN OTHER

KIND OF ORGANIZATIONS AS WELL”, Corporate Ownership & Control, 2007, Vol. 4,

146-153.

BAREFOOT, J.A.S., “Compliance can't thrive in a vacuum”, ABA Banking Journal, 1993,

Vol. 85, 25-29.

BEAUMIER, C.M., “Anti-Money-Laundering Compliance: Elements of a Successful

Program”, Bank Accounting & Finance, 2008, Vol. 21, 39-43.

BEAUMIER, C.M., “New Challenges in Compliance Management”, Bank Accounting &

Finance, 2003, Vol. 17, 43-47.

BEAUMIER, C.M., “Should Your Board Have a Compliance Committee?”, Bank Accounting

& Finance, 2006, Vol. 19, 35-39.

BERNSTEL, J.B., “Your compliance officer: friend or foe?”, ABA Bank Marketing, 2005,

Vol. 37, 18-24.

BILLS, S., “Security, Compliance Top Concerns in Bank Survey”, Community Banks, 2008,

Vol. 173, 16.

BIRCH, C., “Helping Compliance Officers Maintain Balance”, Community Banker, 2008,

Vol. 17, 8.

CANGEMI, M.P., “The Controls Challenge”, Bank Accounting & Finance, 2008, Vol. 21, 43-

46.

CRUMP, J., “Passive vs. Active Compliance”, Bank Accounting & Finance, 2007, Vol. 20,

45-49.

DAWSON, M.A., “Integrating Compliance Risk Management into Enterprise Risk

Management”, Bank Accounting & Finance, 2008, Vol. 21, 30-34.

FARRELL, K.L. en SPARK, L.M., “Managing Risk”, Community Banker, 2008, Vol. 17, 13-

16.

GINOVSKY, G., “Reconciling risks & resources”, Community Banker, 2009, Vol. 18, 30-33.

Page 51: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

II

GREBB, M., “The war to keep compliance talent”, Bank Technology News, 2008, Vol. 21,

24-29.

GRUBB, T. en BURKE, T., “A Framework for Governance, Risk Management and

Compliance”, Bank Accounting & Finance, 2008, Vol. 21, 17-22.

HARVEY, J., “Compliance and reporting issues arising for financial institutions from money

laundering regulations: a preliminary cost benefit study”, Journal of Money Laundering

Control, 2004, Vol. 7(4), 333-346.

HARVEY, J., “Just how effective is money laundering legislation?”, The Security Journal,

2008, Vol. 21, 189-211.

HARVEY, J. en LAU, S.F., “Crime-money, reputation and reporting”, Crime, Law and Social

Change, 2009, Vol. 52, 57-72.

HSU, M., “National Compliance and Attorneys Conference”, Community Banker, 2004, Vol.

13, 14-15.

KASE, S., “Seven steps for successful compliance”, ABA Banking Journal, 1996, Vol. 88, 28-

30.

KEENAN, C., “What's your VISION for BSA compliance?”, Community Banker, 2006, Vol.

15, 36-42.

LEVI, M. en REUTER, P., “Money laundering”, Crime and justice, 2006, Vol. 34, 289-376.

MAZUR, M., “Compliance Cost Goes Up”, Community Banker, 2008, Vol. 17, 32-33.

MCGEER, B., “In Compliance, More Turn to Specialists”, American Banker, 2008, Vol. 173,

10-12.

MCGEER, B., “Marketing vs. Compliance: Why They Can Get Along”, American Banker,

2004, Vol. 169, 8-13.

MCKENZIE, M. en ADAMS, J.R., “Ten warnings from veteran compliance officers”, ABA

Banking Journal, 1993, Vol. 85, 28-30.

MCLAUGHLIN, C., “Turning Basel II Compliance Into A Competitive Advantage”, Bank

Technology News, 2004, Vol. 17, 48-50.

MOTLEY, A., “ACCENTUATE THE +IVE”, Community Banker, 2009, Vol. 18, 40-42.

MOTLEY, A., “Putting It All Together”, Community Banker, 2008, Vol. 17, 22-24.

NADLER, P., “Assessing Compliance Before the Examiners Do”, American Banker, 2004,

Vol. 169, 5.

Page 52: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

III

O‟DONOVAN, G., “Environmental disclosure in the annual report: extending the

applicability and predictive power of legitimacy theory”, Accounting, Auditing and

Accountability Journal, Vol. 15(3), 44-371.

OWEN, T.B., “HOW WILL YOU COPE IN THE CRISIS?”, Information World Review,

2008, 10-13.

PAPINI, J., “Bank Compliance Costs Keep Rising”, Investment Dealers' Digest, 2008, Vol.

74, 7-8.

RASMUSSEN, M., “Compliance Best Practices & Perspectives”, Bank Technology News,

2007, Vol. 20, 2-7.

SEABRON, N. en MOSS, V., “2007 Top Compliance Issues”, Credit Union Magazine, 2007,

Vol. 73, 70-75.

SPREUTELS, J.P., De cel voor financiële informatieverwerking en de voorkoming van het

witwassen van geld in België, Brussel, Bruylant, 2003, 330 p.

SPREUTELS, J.P., Tien jaar witwasbestrijding in België en in de wereld, Brussel, Bruylant,

2003, 209 p.

STEGER, C., “Can the Little Guy Get a Break?”, American Banker, 2004, Vol. 169, 11.

TAYLOR, G., “The risk-based approach to tackling money laundering: matching risk to

products”, Company Lawyer, 2003, Vol. 24(7), 210-213.

THIERENS, F., “De compliance functie in België”, Tijdschrift financieel recht

VERHAGE, A., “Compliance in de Belgische financiële sector. Of hoe zelfregulering en

overheidsregulering in elkaar verstrengeld raken.”, Onderzoeksgroep Sociale

Veiligheidsanalyse, Ugent.

VERHAGE, A., “Het antiwitwascomplex en de interacties met de compliance industrie. Een

empirisch onderzoek naar de private actoren in de strijd tegen witwassen.” FWO, Ugent,

2006-2009.

X., “Mastering Compliance Procedures Pays Off”, Teller Vision, 2009, 1-4.

X., “The Competitive Edge of Compliance”, Community Banker, 2007, Vol. 16, 15.

Page 53: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

IV

X., “What advice would you offer about administrating an effective compliance program?”,

Community Banker, 2007, Vol. 16, 24-26.

http://www.febelfin.be

http://www.gafi-fatf.org

http://www.ctif-cfi.be

http://www.cbfa.be

http://www.bis.org

Circulaire Compliance D1 2001/13 van 18 December 2001 (CBFA)

Circulaire D1 97/4 van 30 Juni 1997 over interne controle en interne audit (CBFA)

Circulaire D1 97/10 van 30 December 1997 (Voorkomingsbeleid / CBFA)

Wet van 11 Januari 1993 (Witwassen)

Wet van 4 December 1990, art. 181 e.v. (Handel met voorkennis)

Wet van 6 April 1995, art. 148, 2° (Koersmanipulatie)

Wet van 8 December 1992, fundamenteel gewijzigd bij Wet van 11 December 1998

(Privacywetgeving)

Wet van 22 Maart 1993, art. 27 (Onverenigbaarheidsregeling mandaten)

Boek 1, Titel 2 van de Wet van 6 April 1995 (Transacties in financiële instrumenten)

Page 54: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

V

Bijlage 1: Checklist Interviews

Positionering van de compliance functie binnen de structuur van de organisatie:

Gecentraliseerd, gedecentraliseerd, functionele en hiërarchische lijnen,

dochterondernemingen en bijkantoren, (on)afhankelijkheidrelaties, harmoniseren.

Structurele verhoudingen tot diverse actoren binnen en buiten de kredietinstelling:

Directiecomité, Raad van bestuur, Auditcomité, Interne audit afdeling, CBFA, CFI.

Rapportering - en verantwoordingskanalen: Communicatie, verslagen, charter,

integriteitsnota, deontologische codes.

Beperkingen voor de compliance functie: Toegang tot informatie, initiatiefrecht,

vrijheid van onderzoek.

Activiteitendomeinen van de compliance funtie. (Verhouding met ter beschikking

gestelde Resources)

Invloed financiële crisis: algemeen en specifiek. (Resources, waakzaamheid,

transparantie, maatregelen, gevolgen)

Opleiding en sensibilisering

Compliance voor en na de invoering van de Circulaire

Waarom doen aan compliance?

Effectiviteit, toegevoegde waarde

100% compliance bestaat niet, prioriteiten.

Uitdagingen voor compliance

Page 55: De positionering van de compliance officer binnen … · 2011. 2. 19. · governance, ...). In deze periode werd de nadruk gelegd op het respecteren van de regels rond handelen en

VI

Bijlage 2: Interviews (compliance officer)

ING: 04/02/10, Brussel

KBC: 11/02/10, Gent

Dexia: 03/03/10, Brussel

Argenta: 08/03/10, Antwerpen

Recordbank: 16/04/10, Gent

BNP Paribas Fortis: 27/04/10, Brussel