dossier arbo rendement arbeidsongevallen

97
ARBEIDSONGEVALLEN

Upload: patrik

Post on 27-Sep-2015

223 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

Arbo wetgeving lijst met wetten echt goed

TRANSCRIPT

  • ArbeidsongevAllen

  • Themadossier Arbo Rendement is een

    periodiek verschijnend themadossier

    voor arboprofessionals, preventie

    medewerkers en ondernemingsraden

    Hoofdredacteur

    Jasmijn bovendeert

    Auteur

    Josje salentijn, salentijn Consult

    arbotraining & advies, tel. 06 18 33 73

    93, [email protected]

    Eindredactie ravestein & Zwart

    Medewerkers Justus bottenheft,

    bastiaan geleijnse, Tycho van der

    Klip, ellen Kraft, John reid, guus van

    rijswijck, Muril simons, esther van

    Tienen, Jean-Marc van Tol, sjoerd van

    der velde

    Algemeen hoofdredacteur

    robert Hiemstra

    Uitgever Marnix Hoogerwerf

    Basisontwerp Pino design, Arnhem

    Druk Ten brink, Meppel

    Abonnementen

    dossier Arbo rendement verschijnt

    6 per jaar. de prijs voor een abon-

    nement op dossier Arbo rendement

    bedraagt voor abonnees op Arbo

    rendement 179 per jaar. losse num-

    mers: 49. Alle prijzen zijn inclusief

    verzendkosten en exclusief bTW.

    (Proef)abonnementen kunnen

    ieder moment ingaan, maar slechts

    worden beindigd indien uiterlijk

    twee maanden voor het einde van de

    abonnementsperiode schriftelijk is

    opgezegd. Zonder of bij niet-tijdige

    opzegging wordt het abonnement

    automatisch met een periode van een

    jaar verlengd. Abonnementen zijn

    zakelijk en derhalve is de consumen-

    tenwetgeving niet van toepassing.

    rendement behoudt zich het recht

    voor om prijzen en inhoud van de

    algemene voorwaarden te wijzigen.

    U kunt onze algemene voorwaarden

    en privacybeleid ook nalezen op

    www.rendement.nl/av.

    issn 1875-4627

    2013 rendement Uitgeverij bv

    Postbus 27020, 3003 lA rotterdam

    tel:. (010) 243 39 33

    fax: (010) 243 90 28

    e-mail: [email protected]

    website: www.rendement.nl

    niets uit deze uitgave mag, noch

    geheel, noch gedeeltelijk, worden

    overgenomen en/of vermenigvuldigd

    zonder voorafgaande schriftelijke

    toestemming van de uitgever.

    Hoewel aan de totstandkoming

    van deze uitgave uiterste zorg is

    besteed, aanvaarden de auteur(s),

    redacteur(en) en de uitgever geen

    aansprakelijkheid voor eventuele

    fouten en onvolkomenheden, noch

    voor de gevolgen hiervan.

  • ArbeidsongevAllen

    Bij arbeidsongevallen is preventie het motto

  • Geslaagd op de zaak!

    Uw mensen hoeven niet op pad om verder te komen

    Rendement is Cedeo-erkend.

    Rendement incompany-trainingen

    U wilt investeren in de kennis en vaardigheden van een groep medewerkers? Kies dan voor een incompany-training van Rendement. U zorgt voor de locatie, wij voor de rest. Niet alleen betaalt u een veel lager tarief, maar u bespaart ook nog eens fors op reistijd en -kosten. Ng een voordeel: we kunnen de inhoud van de training exact afstemmen op de behoefte van uw organisatie. Een incompany-training is bovendien laagdrempelig voor uw medewerkers, terwijl het gezamenlijk deelnemen goed is voor de onderlinge motivatie.

    Kijk voor meer info op www.rendement.nl/incompany

    Adv_Incomp_Arbo.indd 1 30-01-13 11:21

  • 5

    Voorwoord

    Een ongeluk zit in een klein hoekje. En juist een ongeluk op het werk is n van de grootste bedreigingen voor de veilig-heid en gezondheid van uw medewerkers. Niet alleen het slachtoffer lijdt eronder, het heeft zijn weerslag op de hele organisatie. Het is niet voor niets dat preventie van arbeids-ongevallen een kernpunt van uw arbobeleid moet zijn. Maar hoe u ook uw best doet, u kunt nooit helemaal uitsluiten dat er toch een ongeval plaatsvindt. Daarom moet u altijd voorbereid zijn op bedrijfsongevallen. Zo moet de bedrijfs-hulpverlening direct in actie kunnen komen om gevolgen te beperken en moet u in een aantal gevallen ook de Inspectie SZW op de hoogte brengen.

    Dit dossier over arbeidsongevallen belicht daarom twee kanten: aan de ene kant gaat het om het voorkomen van ar-beidsongevallen, aan de andere kant over wat u moet doen als er in uw organisatie onverhoopt toch een arbeidsongeval plaatsvindt. Hoofdstuk 2 belicht de oorzaken van arbeidson-gevallen, want om arbeidsongevallen te voorkomen moet u eerst weten waardoor ze veroorzaakt worden. De basisoor-zaken, aanleidingen en bijkomende factoren komen aan bod, net als de technische en organisatorische factoren en gedragsfactoren die kunnen bijdragen aan een arbeidson-geval. Aan de gedragsfactoren is bovendien nog een apart hoofdstuk gewijd. Dit onderscheid in factoren is ook belang-rijk als u gaat onderzoeken wat de oorzaken zijn geweest van een arbeidsongeval in uw organisatie.

    Hoofdstuk 3 gaat over preventie van arbeidsongevallen. Wel-ke werknemers lopen meer risico op een arbeidsongeval? Welke analyses kunt u maken om na te gaan welke risicos op arbeidsongevallen uw medewerkers lopen? En heeft u er al, dat is uw RI&E. Maar er zijn meer mogelijkheden. En vooral: hoe verkleint u deze risicos?

  • 6

    Daarna volgen een aantal hoofdstukken over wat u moet doen als uw medewerkers toch te maken krijgen met een arbeidsongeval. Welke arbeidsongevallen moet u wel en niet melden bij de Inspectie SZW? Hoe pakt u de registratie van ongevallen aan? Wat gebeurt er als de Inspectie bij uw or-ganisatie een onderzoek start naar het arbeidsongeval? En natuurlijk: wat zijn de gevolgen als u zich net aan de regels houdt?

    Wat arbeidsongevallen extra ingewikkeld maakt, is de kwestie van aansprakelijkheid. in principe is de werkgever vanwege de zorgplicht aansprakelijk voor de schade die een werknemer lijdt door een arbeidsongeval. Hoofd-stuk 8 legt u uit hoe dit precies zit.

    Als er een arbeidsongeval is voorgevallen in uw organisatie, is dat vaak een ellendige geschiedenis. Maar aan het einde van de zaak heeft u wel een enorme hoeveelheid informatie verzameld. Gebruik die gegevens om arbeidsongevallen in de toekomst te voorkomen. Als uw organisatie ervan leert, komt er tenminste ook nog iets positiefs voort uit het onge-luk. Dit dossier helpt u hierbij, met veel slimme voorbeelden uit de praktijk.

    Jasmijn BovendeertHoofdredacteur Arbo Rendement

  • 7

    Inhoudsopgave

    1 Arbeidsongevalllen 91.1 verschillende definities 101.2 Kleine en bijna-ongevallen 111.3 gevolgen van ongevallen 12

    2 Oorzaken 172.1 in elke organisatie anders 172.2 opsporen 182.3 soorten oorzaken 212.4 risicos per bedrijfstak 222.5 risicogroepen 21

    3 Preventie 273.1 risicoanalyse 273.2 risicos onder controle 303.3 Communiceren over risicos 343.4 veilig gedrag en veilige omgeving 36

    4 Handelen bij arbeidsongevallen 394.1 intern melden 394.2 organisatie van bHv 424.3 bHv in de ri&e 444.4 Collegas opvangen 45

    5 Arbeidsongevallen registreren 475.1 Meldingsplichtig en niet-meldingsplichtig 485.2 Welke gegevens? 485.3 Welke vorm? 505.4 registratie bijhouden 515.5 Profijt van registratie 52

  • 8

    6 Meldingsplichtige ongevallen 556.1 Meldingsplicht 556.2 na de melding 586.3 veiligheid van niet-werknemers 59

    7 Controle en sancties 617.1 onderzoek en bescherming 617.2 inspecteur over de vloer 627.3 ongevals(boete)rapport 65

    8 Aansprakelijkheid 678.1 Aansprakelijkheid juridisch bekeken 688.2 Contractuele aansprakelijkheid 718.3 in welke situaties? 728.4 Uitzondering op werkgeverssaansprakelijkheid 738.5 verantwoordelijkheid of schuldvraag 74

    9 Leren van de praktijk 779.1 ongevallenanalyse 789.2 gevolgen voor uw arbobeleid 789.3 voorwerk 799.4 ongevallenanalyse uitvoeren 829.5 Methodieken 839.6 Handige hulpjes 86

    10 Veilig gedrag 8910.1 gedragsverandering 8910.2 betrokkenheid management 9010.3 norm leidinggevende is norm medewerker 9010.4 Weerstanden oplossen 9110.5 laat medewerkers meepraten 9110.6 goed gedrag belonen 9210.7 lessen leren 92

  • 9

    Arbeidsongevallen

    Als er iets is dat u beter kunt voorkomen dan gene-

    zen, is het wel een arbeidsongeval. Als een werknemer

    tijdens zijn werk een ongeval krijgt, zijn de gevolgen

    groot. Voor de medewerker, zijn collegas en voor de

    hele organisatie. Toch is niet elke schram of struikel-

    partij op de werkvloer meteen een arbeidsongeval. En

    niet elk arbeidsongeval hoeft u te melden bij de In-

    spectie SZW.

    Een arbeidsongeval is n van de grootste gevaren die werk-nemers bedreigen. Niet alleen zit een ongeluk in een klein hoekje, de gevolgen kunnen ook nog eens desastreus zijn. De financile schade is vaak groot, maar dat is nog niets ver-geleken met de persoonlijke lichamelijke en geestelijke schade die de getroffen werknemer en andere betrokkenen kunnen lijden. Jaarlijks gebeuren er in Nederland meer dan 200.000 ar-beidsongevallen die letsel en verzuim tot gevolg hebben. Bijna honderd werknemers wordt het zelfs fataal. Zij komen om het leven door een arbeidsongeval. De sectoren met de hoogste risicos op arbeidsongevallen zijn de bouw, de me-taal en de op- en overslag.

    Het is uw taak arbeidsongevallen zo veel mogelijk te be-perken en voorkomen. Alle risicos uitsluiten is in de prak-tijk echter onmogelijk. daarom moet u ook weten hoe te handelen als zich onverhoopt toch een arbeidsongeval voordoet.

    1

    schade

    fataal

  • 10

    ArBEIDSOngEVALLEn

    verkeers-ongeval

    1.1 Verschillende definities

    Niet ieder ongeluk dat een werknemer krijgt, is een arbeids-ongeval. Daarvoor moet het ongeluk een direct verband hebben met de werkzaamheden die de werknemer voor zijn werkgever uitvoert. Een verkeersongeval tijdens het woon-werkverkeer hoort hier daarom niet bij. Maar als bijvoorbeeld beroepschauffeurs of vertegenwoordi-gers bij een verkeersongeval betrokken raken terwijl ze voor hun werk onderweg zijn, kan dit wel onder de noemer ar-beidsongeval vallen. In de praktijk worden zulke ongevallen door de politie onderzocht in het kader van de Wegenver-keerswet.

    een arbeidsongeval kan veel oorzaken hebben, maar heeft meestal te maken met de arbeidsomstandigheden. Arbeidsongevallen horen dus zeker bij uw takenpakket! om uw beleid zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de risicos op de werkvloer, is het om te beginnen van belang dat u precies weet wat voor ongevallen zich in uw organi-satie allemaal kunnen voordoen.

    ArbowetIn de Arbowet, artikel 1, lid 3, sub i staat het als volgt: ar-beidsongeval: een aan een werknemer in verband met het verrichten van arbeid overkomen ongewilde, plotselinge ge-beurtenis, die schade aan de gezondheid tot vrijwel onmid-dellijk gevolg heeft gehad en heeft geleid tot ziekteverzuim, of de dood tot vrijwel onmiddellijk gevolg heeft gehad.

    in de praktijk hebben veel mensen het ook wel over be-drijfsongevallen. dit is gewoon een andere term voor ar-beidsongeval. de laatste term staat ook in de wet, dus het is het handigst deze term te gebruiken.

  • 11

    ArBEIDSOngEVALLEn

    meldings-plichtig

    boete

    intern

    Voor uw eigen beleid kunt u nog verder kijken, naar inci-denten die net buiten deze definitie vallen. Denk maar aan ongelukken die niet direct gezondheidsschade veroorzaken. U moet de veiligheid van werknemers kunnen waarborgen, en ook kleine ongelukken zijn daarvoor een potentile be-dreiging.

    Het gaat ook om een arbeidsongeval bij een vermoeden van blijvend lichamelijk letsel of van blijvend geestelijk let-sel. denk maar aan een werknemer in de psychiatrie, die door een patint bedreigd wordt. deze gebeurtenis kan voor hem ook grote geestelijke gevolgen hebben.

    Inspectie SZWDe Inspectie SZW hanteert de term meldingsplichtige on-gevallen. Meldingsplichtige ongevallen zijn ongevallen die leiden tot ernstig letsel, een ziekenhuisopname of de dood van de werknemer die het ongeval heeft gehad. Het gaat dan om echt ernstige arbeidsongevallen. Zulke ongevallen moet u altijd melden bij de Inspectie SZW. Laat u dit na, dan krijgt uw organisatie een fikse boete. In hoofdstuk 6 leest u meer over meldingsplichtige ongevallen.

    1.2 Kleine en bijna-ongevallen

    Kleine ongevallen zijn vaak anders van aard dan grote. Toch geldt vaak dat waar een klein ongeval kan gebeuren, de kans op een ongeval met grotere gevolgen ook aanwezig is. Daar-om kunt u de definitie van een arbeidsongeval intern beter wat breder trekken, bijvoorbeeld: elk ongeval dat gebeurt door of gedurende het uitoefenen van de arbeid is een ar-beidsongeval. Onderzoek dus ook de kleine arbeidsongeval-len of bijna-ongevallen die zich in uw organisatie voordoen. Dit helpt u zeker uw preventiebeleid aan te scherpen. Neem deze ongevallen daarom ook altijd serieus en zoek uit wat er precies mis ging.

  • 12

    ArBEIDSOngEVALLEn

    registreren

    ingrijpend

    onzekerheid

    Het is verstandig om ook deze ongevallen gevolgen zorgvul-dig te registreren, ook al hebben ze geen ernstige gevolgen gehad. Bijna-ongelukken kunnen veel informatie geven over knelpunten. Een volgende keer kan het immers wl fout gaan.

    U bent verplicht arbeidsongevallen te registreren die lei-den tot verzuim van meer dan drie werkdagen. Meer hier-over leest u in hoofdstuk 5.

    1.3 gevolgen van ongevallen

    De gevolgen van een arbeidsongeval kunnen enorm zijn. Natuurlijk voor de werknemer die het ongeval overkomt, maar ook voor zijn collegas en voor uw organisatie als ge-heel. Bij het laatste gaat het dan niet alleen om financile gevolgen productiestop, verzuim door de werknemer, re-integratiekosten, schadevergoeding maar ook om gevolgen voor uw bedrijfsimago.

    WerknemerHet meest ingrijpend zijn de gevolgen natuurlijk voor het slachtoffer zelf. Een machinebouwer die blijvend letsel aan zijn handen oploopt die bijvoorbeeld zijn duim verliest kan zijn vak waarschijnlijk niet meer goed uitoefenen. Maar hij moet misschien ook zijn geliefde hobby als muzikant in de plaatselijke harmonie opgeven. Werknemers kunnen door bedrijfsongevallen lange tijd in onzekerheid verkeren over hun terugkeer op de werkvloer en zelfs blijvend (gedeel-telijk) arbeidsongeschikt worden. Ze kunnen door het onge-luk geestelijk een flinke knauw krijgen en bijvoorbeeld last krijgen van een depressie of een post-traumatisch stress-syndroom (PTTS). Maar ook als de gezondheidsschade niet blijvend is, moet de werknemer soms lang revalideren, wat veel geduld en doorzettingsvermogen vergt, terwijl collegas en werkgever er niet altijd begrip voor hebben.

  • 13

    ArBEIDSOngEVALLEn

    getuige

    nazorg

    CollegasZeker als ze getuige zijn geweest van het ongeval, kunnen ook de collegas aardig van de kaart raken als een werkne-mer een arbeidsongeval heeft gehad. Een collega die op de werkvloer omkomt is natuurlijk helemaal traumatisch voor een collega, maar een afgerukte voet of een schedelbasis-fractuur bij een collega is meestal ook niet iets waar werk-nemers gemakkelijk overheen stappen. Als een werknemer ziet dat zijn collega wordt aangevallen door een klant, zal hij zich net zo goed minder veilig voelen op de werkvloer, ook al krijgt hij dan zelf geen klappen. Dit kan leiden tot minder productiviteit, gebrek aan motivatie en uiteindelijk ook tot ziekteverzuim. Betrek in uw nazorg dus niet alleen de werknemer die het ongeluk heeft gehad, maar ook zijn collegas. Uw arbodienst of bedrijfsmaatschappelijk werker kan hierbij een belang-rijke rol spelen. Vraag deze partijen dus om advies of me-dewerking.

    rekensom van ministerie SZW

    Het ministerie van sZW heeft uitgerekend dat een dode-lijk arbeidsongeval een organisatie gemiddeld 70.000 kost. Als die werknemer na twee jaar in de WiA instroomt, kost dit 110.000. dit zijn uiteraard gemiddelden. de kos-ten voor de werkgever zijn onder te verdelen in:

    productieverlies; zorgkosten; specifieke bedrijfskosten, zoals:

    werkgeversaansprakelijkheid; vervangingskosten; de kosten van loondoorbetaling; de kosten van verzuimmanagement; de kosten van de uitvoering van de Wet Werk en in-

    komen naar Arbeidsvermogen (WiA).bron: Arboportaal.nl

  • 14

    ArBEIDSOngEVALLEn

    materile schade

    financile gevolgen

    schadevergoe-dingen

    WerkgeverOok voor de werkgever kunnen de gevolgen groot zijn. Bij een arbeidsongeval, zelfs bij een klein ongeluk, moet u vaak de productie stil laten leggen om de schade op te nemen en vast te stellen of de medewerkers veilig verder kunnen wer-ken. Daarnaast is er vaak sprake van enige materile schade, bijvoorbeeld aan apparaten of machines, aan de werkplek of aan het bedrijfspand zelf.De financile gevolgen voor een organisatie en daarmee voor alle werknemers mag u ook niet onderschatten. Grote ongevallen kunnen behoorlijke materile schade met zich meebrengen. Een uitslaande brand kan uw bedrijfspand en alles wat erin staat vernietigen. Het vrijkomen van een schadelijke stof kan enorme gezondheidsschade en zelfs ar-beidsongeschiktheid of de dood van medewerkers tot gevolg hebben. Zon ramp is k qua financile consequenties niet te overzien.

    Imagoschade

    los van de directe financile gevolgen is een groot ar-beidsongeval of een reeks kleine negatief voor het imago van uw organisatie. dit kan ervoor zorgen dat uw organisatie bij (potentile) werknemers een slechte naam krijgt, waardoor het moeilijker is werknemers te werven of behouden. Maar ook de klandizie van uw organisatie kan teruglopen door een slecht imago, zeker als het arbeids-ongeval breed wordt uitgemeten in de pers.

    Op termijnDe financile consequenties van arbeidsongevallen zijn moeilijk te overzien. U kunt direct de kosten van de ma-terile schade opmaken. Pas later wordt duidelijk wat het ongeval uw werkgever gaat kosten aan schadevergoedingen voor betrokken medewerkers en eventuele loondoorbetaling bij ziekte, re-integratiekosten of aan (premies voor) arbeids-

  • 15

    ArBEIDSOngEVALLEn

    ongeschiktheidsuitkeringen. Medewerkers weten de gang naar de letselschadeadviseurs steeds beter te vinden.

    Als de werknemer uw organisatie voor de rechter daagt, kost dat ook weer veel geld. Allemaal bij elkaar opgeteld kunnen die kosten dus enorm oplopen.

  • 16

    ArBEIDSOngEVALLEn

  • 17

    Oorzaken

    Als u arbeidsongevallen wilt tegengaan, moet u na-

    tuurlijk weten wat de oorzaken zijn. Een arbeidsonge-

    val kan het gevolg zijn van veel verschillende factoren

    die op elkaar inwerken. Bovendien kunt u er ook niet

    altijd een pijl op trekken. nadat er 99 mensen zonder

    problemen over een losse drempel hebben gelopen,

    struikelt de honderdste werknemer erover en breekt

    zijn enkel. Toch zijn er een aantal algemene zaken waar

    u rekening mee moet houden.

    Een ongeval kan ontstaan door heel diverse factoren. Ga ech-ter niet zitten afwachten totdat er een ongeluk gebeurt! U kunt wel degelijk iets doen om arbeidsongevallen te voorko-men als u weet welke factoren in uw organisatie:

    het meest frequent ongevallen veroorzaken; de ernstigste ongevallen veroorzaken.

    Het is belangrijk dat u precies weet welke oorzaken allemaal kunnen leiden tot een arbeidsongeval. Houd er rekening mee dat u het risico op arbeidsongevallen vrijwel nooit hele-maal kunt wegnemen, maar dat is geen reden om geen actie te ondernemen.

    2.1 In elke organisatie anders

    Iedere organisatie en ieder bedrijf is anders. De werkzaam-heden verschillen, net als de arbeidsmiddelen, de organisa-tie van het werk, de mentaliteit van de werknemers, de ar-beidstijden n de arbeidsomstandigheden. Daardoor lopen medewerkers in elke organisatie ook weer andere risicos en krijgen ze andere arbeidsongevallen. Het is dus zaak op te

    2

    factoren

  • 18

    ArBEIDSOngEVALLEn

    oorzaken

    preventie-beleid

    sporen wat deze risicos zijn. Deze moeten vanzelfsprekend ook in uw RI&E staan.

    denk ook eens aan de verslagen die de inspectie sWZ maakt n de inspectie van een branche. daarin kunt u lezen welke ongevallen zich bij andere bedrijven in uw sector voordoen. deze verslagen vindt u op www.inspec-tieszw.nl/actueel/publicaties/brancheinformatie.

    2.2 Opsporen

    Het is natuurlijk niet voldoende als u weet wat voor ongeval-len zich allemaal kunnen voordoen in uw branche. U moet ook weten welke ongevallen zich allemaal in w organisatie kunnen voordoen en mogelijke oorzaken daarvan. Op basis hiervan kunt u in uw eigen organisatie de risicos inventari-seren en passende maatregelen treffen.

    Oorzaken achterhalenAls u de arbeidsongevallen in uw organisatie onderzoekt en in kaart brengt, kunt u deze op veel verschillende manie-ren indelen. U kunt bijvoorbeeld kijken naar de ernst van het ongeval of de schade die het heeft veroorzaakt. Maar het belangrijkste is dat u vaststelt wat de oorzaak en aanleiding ervan waren. Want die informatie is noodzakelijk om uw preventiebeleid aan te scherpen. Pas als u weet wat de oor-zaak is van een ongeval of bijna-ongeval, kunt u het risico bij de bron aanpakken.

    ZelfinspectieEr zijn ook gedigitaliseerde hulpsystemen op de markt om oorzaken van bedrijfsongevallen te achterhalen. Zo heeft de Inspectie SZW een zelfinspectietool ontwikkeld voor het tegengaan van ongevallen. Deze is te vinden op http://voorkomongevallen.zelfinspectie.nl. Het gaat dan om zelf-inspectietools op maat voor bouw, metaal, transport & logis-

  • 19

    OOrZAKEn

    factoren

    basisoorzaak

    tiek en algemeen. De tools hebben aandacht voor middelen, voorlichting, onderhoud en inspectie, en toezicht houden.

    Overlijden na arbeidsongeval

    Het voert te ver om hier voor alle branches precies aan te geven welke risicos het grootst zijn. in het algemeen is het echter zo dat werknemers in de landbouw, visserij en de bouwnijverheid de meeste kans lopen te overlijden als gevolg van een arbeidsongeval. ook komen zij het vaakst terecht in het ziekenhuis na een arbeidsongeval. in de horeca en de bouwnijverheid zijn de kansen van een werknemer op letsel en verzuim het grootst. de inspectie sZW houdt precies bij welke (meldingsplichtige) arbeids-ongevallen er gebeuren in welke branches en rapporteert daarover. Hier kunt u ook uw voordeel mee doen. verder brengt Tno Kwaliteit van leven jaarlijks de Monitor Ar-beidsongevallen uit. dit rapport is de downloaden op tno.nl. Hier vindt u informatie over de frequentie van bedrijfs-ongevallen, oorzaken van ongevallen, soorten letsel en risicogroepen.

    Oorzaak en aanleidingDe oorzaak van een arbeidsongeval achterhalen, het klinkt eenvoudig. Toch is dat vaak niet het geval, want veel factoren kunnen bijdragen aan het mogelijk maken van een ongeval. Bovendien bent u er zelf meestal niet bij. U kunt de volgende factoren onderscheiden:

    basisoorzaak: vaak zijn er bij een arbeidsongeval n of meer factoren betrokken die bepalend zijn voor het plaatsvinden van het ongeval. Als u deze factor of fac-toren wegneemt, kunt u het ongeval voorkomen. Denk hierbij aan het ontwerp van een machine of de kennis van een operator.

    aanleiding: dit is een factor die veroorzaakt dat een ongeval zich direct voordoet. De voorwaarden voor het

  • 20

    ArBEIDSOngEVALLEn

    ongeval waren al aanwezig, maar deze aanleiding was de druppel. Het kan bijvoorbeeld gaan om het omzeilen van een beveiliging op een machine of werken op hoogte zonder valbeveiliging.

    bijkomende factoren: dit zijn factoren die ieder op zich geen arbeidsongeval veroorzaken, maar wel aan het ontstaan of mogelijk maken hiervan bijdragen. Als deze factoren ontbreken, kan het ongeval zich alsnog voordoen, maar wordt de kans daarop wel kleiner. Denk maar aan een medewerker die de taal waarin de veiligheidsinstructie is gegeven niet goed beheerst of een werknemer die met grote haast een klus probeert te klaren en daardoor niet zo zorgvuldig is als hij normaal gesproken wel zou zijn.

  • 21

    OOrZAKEn

    technisch

    organisa-torisch

    gedrags-factoren

    controleren

    concentratie

    2.3 Soorten oorzaken

    Hoewel er eindeloos veel oorzaken voor arbeidsongevallen mogelijk zijn, kunt u deze opdelen in drie categorien: 1 technische factoren, bijvoorbeeld door het werken met

    onjuiste apparatuur en gereedschappen of verkeerde werkmethoden volgen;

    2 organisatorische factoren, bijvoorbeeld door gebrek aan kennis en ervaring of stress en vermoeidheid;

    3 gedragsfactoren, bijvoorbeeld onvoldoende motivatie om beveiliging te gebruiken of onderschatten van de risicos.

    een ongeval wordt altijd veroorzaakt door n of meer-dere van deze factoren en die kunnen zowel basisoorzaak als aanleiding van het ongeval zijn.

    Technische factorenTechnische problemen of gebreken kunnen opeens tot een gevaarlijke situatie leiden of gezondheidsschade opleveren. Denkt u maar aan kortsluiting die brand veroorzaakt, de noodstop op een gevaarlijk machine die niet werkt, een ka-potte of ontbrekende veiligheidskap of een afzuiging voor gevaarlijke stoffen die hapert. Deze oorzaken zijn te voor-komen door technische hulpmiddelen en arbeidsmiddelen periodiek uitgebreid te controleren. Goede checklists zijn hiervoor een nuttig hulpmiddel. Ook moet duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor het onderhoud en de controle van de arbeidsmiddelen.

    Organisatorische factorenWerknemers denken zelf vaak minder snel aan organisatori-sche factoren, maar ook die spelen een grote rol bij ongeval-len. Werknemers die te lang doorwerken en daardoor hun concentratie verliezen, lopen extra risico. Ook onvoldoende organisatie van structureel onderhoud aan machines en per-soonlijke beschermingsmiddelen kan een rol spelen.

  • 22

    ArBEIDSOngEVALLEn

    instructies opvolgen

    branche-vereniging

    inspectie sZW

    GedragsfactorenTen slotte zijn er de gedragsfactoren. Veilig gedrag is cruci-aal bij het voorkomen van arbeidsongevallen. Werknemers moeten hun ogen goed open houden en veiligheidsinstruc-ties opvolgen. Doen ze dat niet, bijvoorbeeld omdat het werk sneller gaat znder die veiligheidskap of dat tilhulpmiddel, dan is de kans groot dat het een keer misgaat.

    Toch moet u gedragsfactoren nooit loskoppelen van het technisch en organisatorisch falen. dat vertroebelt name-lijk het zicht op het samenspel van oorzaken.

    2.4 risicos per bedrijfstak

    Bepaalde oorzaken van arbeidsongevallen komen in de ene branche natuurlijk meer voor dan in de andere. De werk-zaamheden kunnen immers per branche behoorlijk ver-schillen. Als u weet waar de grotere risicos in uw eigen branche liggen, kunt u daar in uw beleid extra aandacht aan besteden. Informeer eens bij uw branchevereniging. Deze kan u waar-schijnlijk de nodige informatie geven over de branchespe-cifieke risicos. Verder kunt u uw licht opsteken op inspec-tieszw.nl/actueel/publicaties/brancheinformatie.

    ArbobranchebrochuresDaarnaast kunt u de arbobranchebrochures erop naslaan. Dit zijn brochures waarmee de Inspectie SZW een branche of sector informeert voordat de instantie deze branche gaat inspecteren. In de brochures staat welke arbeidsrisicos het meeste voorkomen in een bepaalde branche, hoe die zijn op te lossen en hoe de Inspectie gaat controleren. Zo kunnen de bedrijven zich goed op de inspectie voorbereiden. Hier kunt u natuurlijk ook de nodige informatie uit halen over de risicos in uw organisatie, ook als u helemaal geen inspec-teur verwacht.

  • 23

    OOrZAKEn

    kwetsbaarder

    risicovol

    onervarenheid

    2.5 risicogroepen

    Ook bepaalde kenmerken van werknemers dragen eraan bij dat ze een arbeidsongeval kunnen krijgen. Zo zijn werkne-mers met weinig ervaring kwetsbaarder. Als bepaalde groe-pen medewerkers vaker slachtoffer worden van een bedrijfs-ongeval, ligt dat natuurlijk niet automatisch aan hun eigen kernmerken. Kijk eerst of er geen sprake is van een overver-tegenwoordiging van bepaalde groepen werknemers bij risi-covollere werkzaamheden. En of de arbeidsomstandigheden voor de ene groep gelijk zijn aan die voor de andere. In ieder geval moet u extra aandacht geven aan de volgende groepen werknemers:

    mannen; jongeren; ouderen; allochtonen.

    Zij zijn namelijk vaker betrokken bij een arbeidsongeval.

    MannenMannen lopen een groter risico op arbeidsongevallen dan vrouwen. Dit heeft meestal te maken met het feit dat man-nen oververtegenwoordigd zijn in risicovolle beroepen, zoals in de bouw, in de chemische industrie, of ze werken vaker met zware machines. Zijn mannelijke werknemers in uw organisatie vaker het slachtoffer van ongevallen, kijk dan in ieder geval of dit te maken heeft met het feit dat zij vaker risicovolle taken uitvoeren.

    JongerenJongeren zijn een duidelijke risicogroep. Medewerkers tot dertig jaar oud lopen een grotere kans op letsel en verzuim als gevolg van een arbeidsongeval. Een duidelijke oorzaak hiervan is hun onervarenheid, waardoor ze risicos vaak verkeerd inschatten. Er zijn dan ook strengere regels voor werknemers die jonger zijn dan 18 jaar. Voor jongeren onder de 16 jaar gelden nog meer beperkingen: zij mogen bepaalde soorten werk helemaal niet uitvoeren.

  • 24

    ArBEIDSOngEVALLEn

    beperkingen

    taal

    werkcultuur

    Spoedeisende hulp voor jongeren

    Jaarlijks hebben in nederland gemiddeld 19.000 jongeren in de leeftijd van 15-24 jaar na een arbeidsongeval een be-handeling nodig op de spoedeisende hulpafdeling (seH) van een ziekenhuis. Het jaarlijks aantal ziekenhuisopna-men is gemiddeld 600 en gemiddeld acht jongeren over-lijden jaarlijks door een arbeidsongeval. Jongeren in de sectoren bouw en metaal lopen de grootste kans op een arbeidsongeval. ondanks het nog steeds hoge aantal is het aantal jeugdige slachtoffers door een arbeidsongeval in het eerste decennium van de 21e eeuw gedaald. eind jaren negentig was nog sprake van jaarlijks 30.000 jonge werknemers die hun letsels moesten laten behandelen op een seH van een ziekenhuis.

    OuderenMaar ook ouderen lopen extra risico, voornamelijk op ernsti-ge ongevallen die ziekenhuisopname of zelfs de dood tot ge-volg hebben. Dit kan onder meer het gevolg zijn van fysieke beperkingen door hun hogere leeftijd. Bovendien herstellen zij minder snel van een ongeval.

    AllochtonenOok allochtonen lopen extra risico. In veel gevallen komt dit doordat ze de taal slechter beheersen en daardoor moeite hebben met voorlichting en communicatie rond veiligheid. Zo eiste de Inspectie SZW onlangs bij een ernstig arbeids-ongeval met een Poolse monteur naast technische voorzie-ningen ook dat de werkgever instructies zou geven in de taal die de medewerker begrijpt, in dit geval dus in het Pools.Ook het verschil in werkcultuur kan een rol spelen. Terwijl Nederlandse werknemers vrij mondig zijn en gevaarlijke si-tuaties gewoon aankaarten bij hun leidinggevende, durven allochtonen dat misschien minder snel en werken gewoon door in een onveilige situatie.

  • 25

    OOrZAKEn

    Vooral ziekenhuisopname bij breuken

    er zijn veel soorten letsel door arbeidsongevallen te on-derscheiden. U kunt onder meer de volgende vormen tegenkomen:

    oppervlakkig letsel en open wonden; botbreuken/fracturen; luxatie en distorsie (verdraaiing, verstuiking, uit de kom schieten);

    traumatische amputatie; orgaanletsel en hersenletsel; brandwonden en bevriezing; vergiftiging.

    van de letsels waarvoor ziekenhuisopname nodig is na het verlenen van spoedeisende hulp, komen botbreuken het meeste voor, gevolgd door oppervlakkig letsel en open wonden.

  • 26

    ArBEIDSOngEVALLEn

  • 27

    Preventie

    Het allerbelangrijkste bij arbeidsongevallen is de pre-

    ventie. Hoe snel en adequaat u ook reageert als zich

    een ongeval voordoet, feitelijk is het kwaad natuurlijk

    al geschied. U kunt dan alleen nog maar de gevolgen

    binnen de perken proberen te houden. U snapt dat het

    veel beter is om te voorkomen dat het berhaupt tot

    een arbeidsongeval moet komen. Maar aangezien er

    in nederland nog steeds behoorlijk wat arbeidsonge-

    vallen plaatsvinden, is dat gemakkelijker gezegd dan

    gedaan. Hoe pakt u dat aan?

    Arbeidsongevallen kunnen verschrikkelijke gevolgen heb-ben. Voor de medewerkers, voor omstanders en voor de organisatie als geheel. Uw arbobeleid moet er dus voorna-melijk op gericht zijn ongevallen te voorkomen. Daarvoor is het noodzakelijk dat u eerst de risicos goed inschat. Daarna moet u volgens de Arbowet risicos zoveel mogelijk bij de bron aanpakken. De beste methode van preventie is immers het risico helemaal weg te nemen. Lukt dat niet, dan kunt u risicos verder beperken via de volgorde van de arbeidshygi-enische strategie.

    3.1 risicoanalyse

    Het is onmogelijk om de juiste risicobeperkende maatrege-len te nemen, als u niet precies weet welke risicos uw mede-werkers lopen. Kent u de situatie op de werkvloer niet goed genoeg, dan weet u ook niet welke risicos medewerkers lopen en waar de kans het grootste is dat er arbeidsonge-

    3

    arbeidshygini-sche strategie

  • 28

    ArBEIDSOngEVALLEn

    voorkomen

    gedetailleerd

    rondgang

    ri&e

    prioriteiten

    vallen voorkomen. Daarom is de risicoanalyse zon cruciaal onderdeel van het voorkomen van arbeidsongevallen. U bent verplicht om bij het uitvoeren en opstellen van de RI&E een uitgebreide risicoanalyse uit te voeren. Breng gestructu-reerd de risicos in kaart. Het kan beter uitgebreider dan te summier. Vermeld dus niet alleen met welke gevaarlijke stoffen uw medewerkers werken, maar meet ook de aard, mate en duur van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Ga gedetailleerd in op de risicos van machines. U moet de risicos willen zien en ze diepgaander beoordelen om een goede inventarisatie ervan te kunnen maken. Soms heeft u daar een deskundige voor nodig.

    Drie niveausEen risicoanalyse is meer dan een lijstje maken met moge-lijke risicos na een rondgang door uw organisatie. Wilt u zeker weten dat u niets heeft gemist, dan is het van belang dat u de juiste risicoanalyse(s) uitvoert. Er zijn drie niveaus binnen uw organisatie waarop u dit kunt doen:

    strategisch niveau; tactisch niveau; operationeel niveau.

    De risico-inventarisatie in de RI&E valt overigens binnen het strategisch niveau. Deze analyse moet u natuurlijk altijd uitvoeren, want u bent wettelijk verplicht een RI&E op te stellen. Binnen deze drie niveaus kunt u weer diverse me-thoden voor risk assessment kiezen.

    Hele cyclusOngeacht welke risicobeoordeling u gebruikt en op welk niveau u de gevaren inventariseert, u moet altijd de gehele cyclus van de risicobeoordeling doorlopen. Het heeft geen nut om alleen de risicos te inventariseren, u moet ze ook evalueren en de benodigde maatregelen vaststellen. Als u de risicos niet onderverdeelt in klassen zoals hoog, middel en laag, kunt u ook moeilijk prioriteiten stellen in uw plan van aanpak.

  • 29

    PrEVEnTIE

    Arie

    brzo- verplichting

    werkplekken

    Wilt u uw organisatie helemaal doorlichten, dan kunt u een analyse uitvoeren op ieder niveau. Welke analyses strikt noodzakelijk zijn, hangt af van de werkzaamheden en werkomstandigheden in het bedrijf.

    3.1.1 Strategisch niveauMet een risicoanalyse op strategisch niveau wordt het be-drijfsniveau bedoeld. Hierbij moet u dus de gehele organisa-tie meenemen. Iedere werkgever is verplicht een risicoana-lyse uit te voeren op strategisch niveau. Dit is namelijk de RI&E! Als in uw organisatie grotere risicos aanwezig zijn, bent u niet klaar als u de RI&E heeft uitgevoerd. U moet dan mogelijk ook nog een aanvullende risico-inven-tarisatie en -evaluatie (ARIE) opstellen. In deze ARIE neemt u de risicos van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen op. Het document kent vergelijkbare verplichtingen als het Besluit rampen en zware ongevallen (Brzo), zoals een intern noodplan. Het is verstandig dat u goed controleert of u wel onder de ARIE-verplichting valt. Meestal is het zo dat kleine bedrij-ven niet onder de Brzo-verplichting vallen, maar wel een ARIE moeten opstellen.

    in het jaarplan van de inspectie sZW staat dat de Arie gaat verdwijnen. de inspectie sZW handhaaft wel het toezicht voor bedrijven die veel met gevaarlijke stoffen werken. op welke termijn de Arie komt te vervallen, is nog niet bekend

    3.1.2 Tactisch niveauEen risicoanalyse op tactisch niveau is gericht op de projec-ten, werkzaamheden en concrete taken die uw medewerkers uitvoeren, en op hun werkplekken. Hiervoor kunt u diverse instrumenten of methoden van analyse toepassen. U kunt

  • 30

    ArBEIDSOngEVALLEn

    TrA

    PrA

    arbeidshygini-sche strategie

    bijvoorbeeld een risicoanalyse van arbeidsmiddelen (ARA) uitvoeren. De meest praktische analyse voor veel organi-saties is echter de taakrisicoanalyse (TRA). De TRA is een verdiepende risicoanalyse van risicovolle taken, die u als ver-volg van en aanvulling op de RI&E kunt uitvoeren.

    voor vCA-gecertificeerde bedrijven (vCA staat voor vei-ligheidscertificaat aannemers) is de TrA al een verplich-ting. Het kan bijvoorbeeld gaan om het werken op hoogte door dakdekkers.

    3.1.3 Operationeel niveauTen slotte kunt u nog een risicoanalyse uitvoeren op opera-tioneel niveau. Dit is het niveau van de werknemer die op de werkvloer een bepaalde taak uitvoert. Op dit niveau kunt u de persoonlijke risicoanalyse (PRA) uitvoeren. Met behulp van een PRA controleert de werknemer zelf di-rect vr de uitvoering van een klus of hij de beschermende maatregelen kent en veilig kan werken. Of hij beoordeelt bij-voorbeeld of de machine waarmee hij moet werken in orde is en alle beschermingssystemen werken.

    3.2 risicos onder controle

    Als u precies zicht heeft op de risicos die de diverse me-dewerkers en andere betrokkenen lopen in uw organisatie, kunt u gaan kijken welke preventieve maatregelen de risicos het beste kunnen wegnemen of beperken. U bent wettelijk verplicht hierbij uit te gaan van de arbeidshyginische stra-tegie. Dit houdt in dat u in eerste instantie altijd probeert de ri-sicos bij de bron weg te nemen of te beperken, omdat dit de grootste zekerheid biedt. Pas daarna kunt u denken aan afscherming (fase 2), organisatorische maatregelen (fase 3) en tot slot individuele maatregelen, zoals persoonlijke be-schermingsmiddelen (fase 4).

  • 31

    PrEVEnTIE

    oplossingen-boek

    per branche

    3.2.1 ArbocatalogusEen andere manier om oplossingen te vinden voor de ar-beidsrisicos is uw organisaties, is het raadplegen van de arbocatalogus. Een arbocatalogus is een oplossingen-boek om de arbeidsrisicos in een bepaalde branche of sector te voorkomen of te verminderen. Werkgevers en werknemers hebben deze per branche gezamenlijk opge-steld. In veel arbocatalogi is aandacht voor maatregelen en oplossingen om risicos te voorkomen of te beperken. Nog niet elke branche heeft een arbocatalogus. De site arbo-portaal.nl biedt u een overzicht van alle goedgekeurde cata-logi. Daar kunt u nagaan of uw branche een catalogus heeft en ze ook openen als ze digitaal bschikbaar zijn. Er zijn nu ongeveer 150 arbocatalogi.

  • 32

    ArBEIDSOngEVALLEn

    bron

    Kijk de kunst af

    Het is handig om ook eens bij aanpalende branches te kij-ken naar oplossingen. Zo besteedt de arbocatalogus voor de banden- en wielenbranche uitgebreid aandacht aan de verplichting om grote (bedrijfs)wagenbanden op te pom-pen in een bandenkooi. die kooi kan de gevolgen voor de monteurs beperken, als er bij het oppompen een band ontploft. er zijn ook ongevalsanalyses beschikbaar, waar veel informatie uit te halen is over preventie van ongeval-len bijvoorbeeld de ongevalsanalyse over contact met rondvliegende voorwerpen of over extreme lichamelijke inspanning. Zie arboportaal.nl.

    3.2.2 Voorbeeld houtbewerkingsbrancheIn de houtbewerkingsbranche willen de sociale partners het risico van houtstof opnemen. Ze willen niet alleen het ge-vaar van een stofexplosie aanpakken, maar ook de gezond-heidsrisicos die ontstaan als werknemers de houtstof inade-men. Zoals de wet voorschrijft, volgen de sociale partners bij het oplossen of beperken van deze risicos de arbeidshy-ginische strategie.

    BronmaatregelenDe sociale partners proberen het probleem in eerste instan-tie op te lossen door het bij de bron aan te pakken. Ze laten de leverancier het hout zo veel mogelijk op maat aanleveren, zodat werknemers het niet meer hoeven te zagen. Verder beperken ze het ontstaan en de verspreiding van houtstof door te kiezen voor materialen die zo min mogelijk stof ver-oorzaken, bijvoorbeeld hout in plaats van MDF (geperste houtvezels).Het gevaar van een houtstofexplosie kunnen bedrijven bij de bron aanpakken door de verspreiding van houtstof in de ruimte tegen te gaan. Bij een laag houtstof van een halve millimeter bestaat immers al gevaar voor een stofexplosie.

  • 33

    PrEVEnTIE

    werkmethode

    blootstelling

    Ook een andere werkmethode kan verspreiding van houtstof beperken. Een vlakschuurmachine produceert bijvoorbeeld minder houtstof dan een rotatie- of bandschuurmachine. De arbocatalogus van de houtverwerkingsbranche adviseert bedrijven het juiste gereedschap te gebruiken en te zorgen dat het goed scherp is. Ook wordt ze aangeraden om de handleiding voor de gebruikers goed door te nemen.

    Organisatorische maatregelenAls het niet mogelijk is om de ongewenste verspreiding van houtstof bij de bron tegen te gaan, moeten bedrijven maat-regelen treffen om het risico van blootstelling aan houtstof terug te dringen. In de arbocatalogus van deze branche is vastgelegd dat col-lectieve beschermingsmaatregelen de voorkeur verdienen boven oplossingen die zijn gericht op de individuele werk-nemer.

    Pas in het uiterste geval stelt de werkgever persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking aan de werkne-mer om het probleem op te lossen.

    3.2.3 Voorbeeld metaalbrancheIn de metaalbranche zijn de sociale partners druk bezig om zogenaamde verbeterchecks te ontwikkelen. Deze checks zijn bedoeld voor de machines waarmee de meeste ongeval-len gebeuren en machines die veel gebruikt worden. Door het invullen van deze verbeterchecks weet u als arbo-professional maar ook de machinebediener zelf welke onderdelen van de machine niet in orde zijn, en daardoor geen veilige bediening kunnen garanderen.

    3.2.4 Voorbeeld drogisterijbrancheDe arbocatalogus Met plezier werken in de drogisterij (die u kunt vinden via http://drogisterijen.humatix.nl) biedt zo-wel voor de medewerker als voor de leidinggevenden tips en

  • 34

    ArBEIDSOngEVALLEn

    gedragen

    maatregelen

    maatregelen om in de drogisterij agressie en geweld tegen te gaan en om werkplezier te vergroten. Ook andere branches die agressie en geweld willen tegengaan of ervoor willen zor-gen dat werknemers met plezier aan het werk zijn, kunnen hier dus hun voordeel mee doen.

    3.3 Communiceren over risicos

    U kunt uw werk als arboprofessional tot in de puntjes uit-voeren. Maar u kunt nooit helemaal in uw eentje zorgen voor veilige werkomstandigheden. Daar hoeft u ook he-lemaal niet naar te streven. Het is juist de bedoeling dat maatregelen en oplossingen om veilig te werken ook wor-den gedragen binnen uw organisatie. Dit betekent dat niet alleen het management er achter moet staan, maar ook de werknemers. Zij spelen de doorslaggevende rol. Daarom is het van groot belang dat uw medewerkers vol-ledig op de hoogte zijn van de risicos die ze lopen en de maatregelen die de werkgever daartegen heeft genomen. Ze moeten ook weten welke maatregelen ze zelf nog moeten nemen om zo veilig mogelijk te kunnen werken. Daarom moet u helder en volledig met uw medewerkers communiceren over de risicos die ze lopen. Dit is een ab-solute voorwaarde voor veilig werken. U kunt immers wel beschermende maatregelen nemen bijvoorbeeld door ge-vaarlijke dampen goed af te zuigen maar als medewerkers niet weten dat ze afzuiging altijd moeten gebruiken, neemt het gevaar nauwelijks af.

    Als u moeite heeft om werknemers mee te krijgen of niet weet hoe u de communicatie moet aanpakken, ga dan eens praten met de ondernemingsraad (or) van uw organisatie. de raad heeft allicht meer voeling met de medewerkers en kan u vertellen wat er leeft. bovendien kennen de leden van de or de arbeidsomstandigheden uit eigen ervaring.

  • 35

    PrEVEnTIE

    doelgroep

    CommunicatiebeleidEen goed communicatiebeleid voor risicos is in ieder geval strategisch opgezet. U hangt dus niet een werkinstructie op het prikbord en gaat ervan uit dat iedereen die leest, begrijpt n uitvoert. U moet uw communicatie aanpassen aan de medewerkers, zodat u iedereen bereikt en de boodschap ef-fectief overbrengt. Denk dus na over de doelgroep die u wilt bereiken: wat is hun achtergrond, opleiding, taalkennis en hoe gaan uw medewerkers op de vloer met elkaar om?

    Spiegels en checklists

    de arboprofessional van een bedrijf heeft bij de ingang van de loods een spiegel gezet met de vraag: Kun jij je-zelf in de spiegel aankijken en zeggen dat je alle persoon-lijke beschermingsmiddelen aan hebt? dit vestigt steeds opnieuw de aandacht van werknemers op hun bescher-mingsmiddelen. de veiligheidskundige van een ander be-drijf heeft bij een gevaarlijke machine een korte checklist gehangen. Als de bediener bij het nalopen daarvan merkt dat een onderdeel niet in orde is, heeft hij de macht om de machine stil te leggen en het probleem te rapporteren aan zijn leidinggevende. deze aanpak resulteerde in min-der ongevallen en bijna-ongevallen.

    Ontdooien, bewegen, bevriezenU kunt bij risicocommunicatie werken met een communi-catietheorie die bestaat uit de stappen ontdooien, bewegen en bevriezen:

    Probeer eerst werknemers te ontdooien: leer ze de inge-sleten patronen af en laat zien hoe ze het werk veiliger kunnen doen.

    Dan worden ze bereid om te bewegen, hun gedrag aan te passen en op hun werkplek veiligheid voorop te stellen.

    Daarna is het moment aangebroken om dit goede gedrag te bevriezen.

  • 36

    ArBEIDSOngEVALLEn

    verantwoorde-lijkheid

    3.4 Veilig gedrag en veilige omgeving

    U kunt medewerkers nooit volledig beschermen tegen alle mogelijke risicos op de werkvloer. Maar als u ze aanleert zich veilig te gedragen en risicos te herkennen, wordt de kans dat het misgaat ineens een heel stuk kleiner. Veilig gedrag is op zich heel belangrijk, maar u mag dit na-tuurlijk nooit loskoppelen van de verantwoordelijkheid van uw organisatie om te zorgen voor een fysiek (en mentaal!) veilige werkomgeving. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om van een lasser te vragen om zich veilig te gedragen en zijn persoonlijke beschermingsmiddelen altijd te gebruiken, terwijl er totaal geen infrastructuur op de lasplaats is om lasrook goed af te zuigen.

    Checklist voor communicatieAls arboprofessional die communiceert over risicos doet u er verstandig aan om daarbij aan het volgende te denken:

    Wat wilt u bereiken met de communicatie op het gebied van aandacht, kennis, houding en gedrag?

    Wat belemmert of stimuleert de doelgroep van uw com-municatiebeleid? Welke stijl zal de volledige doelgroep aanspreken?

    Wie moet de boodschap overbrengen? Bedenk dat de boodschap lang niet altijd door een deskundige overge-dragen moet worden, ook collegas en de leidinggevende kunnen een goede rol vervullen.

    Geniet u de steun van de hogere leiding? Zonder deze steun is alle communicatie immers gedoemd te misluk-ken.

    Zijn uw medewerkers betrokken bij uw plan? Het is slim om dit vanaf het begin te doen en uw plannen ook samen met hen te testen. Denk hierbij ook aan de onder-nemingsraad.

    Bedenk dat u er met het zenden van een boodschap nog niet bent. Als werknemers uw beleid moeten accepteren, is het nuttig om ook bijvoorbeeld trainingen, coaching en regelmatige gesprekken te organiseren.

  • 37

    PrEVEnTIE

    Veilig gedrag stimuleren

    Het ministerie van sZW heeft een aantal praktische tips verzameld voor iedereen die aan de slag wil met veilig-heidscultuur. de uitgangspunten hiervan zijn:1 benvloed veiligheidsgedrag;2 beloon goed gedrag;3 betrokkenheid (top)management is essentieel;4 borg de veiligheidscultuur in een structuur; 5 laat medewerkers zelf nadenken; 6 leer van elkaar;7 los veiligheidsproblemen operationeel op;8 maak resultaten zichtbaar; 9 norm van de leidinggevende is norm van de

    medewerkers 10 zoek de weerstanden en los ze op;U kunt als arboprofessional een bepalende rol spelen in het creren en stimuleren van veilig gedrag bij de mede-werkers. de volgende tips kunnen u op weg helpen.

    Zorg ervoor dat arbo een onderdeel wordt van de functionerings- en beoordelingsgesprekken met me-dewerkers. dan kunnen steeds terugkerende inciden-ten bijvoorbeeld over het niet dragen van veiligheids-schoenen ook besproken worden tussen medewerker en leidinggevende.

    spreek in het werkoverleg over arbo. voer goede verbe-terpunten die medewerkers aankaarten ook uit, zodat ze zien dat u hun adviezen en ideen serieus neemt.

    deel successen met de medewerkers. geef bijvoor-beeld aan hoe lang er al geen ongevallen zijn voorge-komen.

  • 38

    ArBEIDSOngEVALLEn

  • 39

    Handelen bij arbeidsongevallen

    Per jaar zijn in nederland circa 213.000 mensen het

    slachtoffer van een arbeidsongeval, met letsel en ver-

    zuim tot gevolg. Met andere woorden: jaarlijks vinden

    per 1.000 werknemers 31 ongevallen plaats. U moet

    niet alleen weten hoe u arbeidsongevallen kunt voor-

    komen, maar ook wat u kunt doen om de schade zo

    beperkt mogelijk te houden. Dat kan een wereld van

    verschil zijn!

    Als u adequaat en snel ingrijpt na een arbeidsongeval, kunt u de gevolgen flink beperken. Zo kan een goede bedrijfs-hulpverlening levens redden of ernstig letsel voorkomen en een goed noodplan ervoor zorgen dat niet nog meer mede-werkers betrokken raken bij het ongeval. Bovendien kunt u gevolgen van een arbeidsongeval sterk benvloeden door te zorgen voor een optimale nazorg voor de direct betrokke-nen, maar ook voor collegas of getuigen van een ongeval. Dit is in eerste instantie van belang voor de betrokken indi-viduen, maar ook voor uw organisatie is het cruciaal. Mede-werkers moeten zich immers wel veilig blijven voelen. An-ders liggen ziekteverzuim en een hoger verloop op de loer.

    4.1 Intern melden

    Alle medewerkers moeten weten tot wie ze zich moeten wenden en wat ze moeten doen bij een arbeidsongeval. Dit moet ook onderdeel zijn van uw bedrijfsnoodplan. Daarin regelt u immers hoe een ongeval, brand of ander incident wordt gemeld, wie er wordt gealarmeerd en hoe de bedrijfs-

    4

    noodplan

    nazorg

  • 40

    ArBEIDSOngEVALLEn

    logisch

    hulpverlening is geregeld. Als een ongeval onopgemerkt blijft, is er geen actie mogelijk. Als elke seconde telt, moet de informatie snel beschikbaar zijn en bij de juiste mensen terechtkomen. Daarom moeten uw medewerkers zulke informatie logisch en gemakkelijk kunnen achterhalen. U kunt dan denken aan stickers op telefoons, informatie op intranet, instructie-kaarten op de deur van werkplaatsen, bouwketen of verga-derzalen. Zorg er ook voor dat de informatie op een paar centrale, logische plekken beschikbaar is. Denk aan de re-ceptie, balie, portiersloge of concirge. Is dat geen optie, dan kunt u die informatie ook op geplastificeerde kaartjes zet-ten, die iedere medewerker bij zich draagt. Bezoekers kunt u deze dan geven bij binnenkomst.

  • 41

    HAnDELEn BIj ArBEIDSOngEVALLEn

    protocol

    Wie is er allemaal in uw pand?

    niet alleen alle medewerkers moeten weten hoe ze moe-ten handelen bij een ongeval. ook gasten, bezoekers, cli-enten, patinten, chauffeurs, klanten en aannemers moet u hierover informeren. Zorg er bovendien voor dat nieuwe medewerkers tijdens hun inwerkperiode op de hoogte worden gesteld van het noodplan en het alarmnummer voor melding van een ongeval. bezoekers, klanten en an-dere mensen van buiten de organisatie kunt u laten infor-meren over de noodplannen tijdens hun eerste contact aan de balie of met de portier of bijvoorbeeld bij aanvang van een vergadering.

    4.1.1 MeldingsprocedureOm ervoor te zorgen dat bij een arbeidsongeval alle betrok-kenen in uw organisatie zo snel mogelijk op de hoogte zijn van alles wat ze moeten weten, is het verstandig een mel-dingsprocedure op te stellen. Op die manier verloopt de alarmering bij een arbeidsongeval altijd volgens hetzelfde stramien en dat is wel zo praktisch. Iedereen weet dan waar hij aan toe is. Zon procedure of protocol kan er in de prak-tijk als volgt uit zien: 1 Degene die het ongeval ontdekt, belt het interne alarm-

    nummer. 2 De receptionist of degene die het centrale punt bezet

    vraagt: de plaats van het ongeval; de aard van het ongeval; de omvang van het ongeval, het aantal slachtoffers en

    de ernst van hun verwondingen; naam en telefoonnummer van de melder.

    3 De receptie of het centrale punt belt zo nodig het externe alarmnummer (112).

    4 De receptie of het centrale punt meldt het incident bij het hoofd BHV.

  • 42

    ArBEIDSOngEVALLEn

    oefenen

    basisopleiding

    noodplan

    samenwerken

    5 Het hoofd BHV voert bevel en deelt instructies uit aan andere BHV-medewerkers.

    Bespreek deze procedure wel met uw medewerkers en laat ze het een keer oefenen. Als ze het al eens hebben gedaan, gaat er bij een noodgeval geen tijd verloren omdat werkne-mers twijfelen of ze wel de juiste procedure volgen.

    4.1.2 BedrijfshulpverleningDe bedrijfshulpverlening (BHV) heeft altijd minstens drie taken. In de Arbowet (artikel 15, lid 2) is vastgelegd welke taken dat zijn. BHVers met een basisopleiding in een een-voudige organisatiestructuur moeten deze taken kunnen uitvoeren:

    het verlenen van eerste hulp bij ongevallen; het beperken en bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;

    het in noodsituaties alarmeren van werknemers en ande-re personen (zoals clinten en bezoekers) in de organisa-tie of de inrichting en het ontruimen van de organisatie of de inrichting.

    Voor bedrijven die vallen onder het Besluit zware ongevallen en rampen (Brzo) en de ARIE kleinere bedrijven waar zich grotere gevaren ten aanzien van gevaarlijke stoffen voordoen bestaat nog een plicht. Zij zijn vanuit deze specifieke re-gelgeving namelijk verplicht om een (intern) noodplan op te stellen.

    4.2 Organisatie van BHV

    De BHVers kunnen natuurlijk niet overal tegelijk zijn en zelf alles zien. Daarom moeten zij bij meldingen en alarme-ring goed samenwerken met bijvoorbeeld de receptionisten of beveiligers. De receptionist of beveiliger alarmeert hulp-verleners en zet zo de BHV-organisatie in werking. Deze on-dersteuners kunnen zelf ook al BHV-taken vervullen. Denk bijvoorbeeld aan levensreddende eerste hulp met behulp van een AED, als die zich bij de receptie bevindt. Leg van te vo-ren vast hoe deze lijnen lopen.

  • 43

    HAnDELEn BIj ArBEIDSOngEVALLEn

    opleiding

    geen specifieke eisen

    in de Arbowet staan geen specifieke eisen waaraan be-drijfshulpverlening moet voldoen. ook over de hoeveel-heid bHvers per organisatie meldt de Arbowet niets. er staat slechts dat de bHv op maat moet zijn voor de risicos van het bedrijf. Uit uw ri&e moet dan duidelijk worden hoe de bedrijfshulpverlening en de eerste hulp bij ongevallen worden georganiseerd. ook over de opleiding van bHvers staat niets in de arbowetgeving. bHvers in eenvoudige organisaties hebben meestal voldoende aan een basisopleiding bHv, eventuele extra instructies en periodieke opfriscursussen. Als er sprake is van meerdere ploegen bHvers, heeft elke ploeg een ploegleider. voor onder meer ploegleiders en gebruikers van de automa-tische externe defibrillator (Aed) bestaan speciale oplei-dingen en instructies.

    PassendHet BHV-beleid moet passen bij:

    de aard van uw organisatie en de werkzaamheden; de specifieke kenmerken van het gebouw; risicos vanuit de omgeving van uw organisatie.

    Zo is in een chemisch bedrijf na een bedwelming van een medewerker andere deskundigheid van de BHVer nodig dan bij een medewerker die in een meubelmakerij zaag-wonden oploopt. Niet alleen de opleiding van de BHVers moet op die specifieke risicos zijn toegespitst, ook de juiste eerstehulpmiddelen moeten voor dergelijke typen ongeval-len beschikbaar zijn.

    op basis van de ri&e werkt u, in overleg met de onder-nemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, de wet-telijke bHv-taken uit.

  • 44

    ArBEIDSOngEVALLEn

    brandrisicos

    restrisicos

    voorgelicht

    opgeleid

    4.3 BHV in de rI&E

    U moet de organisatie van uw BHV gedetailleerd opnemen in uw RI&E. U moet hierbij in ieder geval denken aan de onderstaande punten.1 Wat zijn de ongevals- en brandrisicos in uw organisatie,

    waarvoor preventieve maatregelen niet mogelijk of haal-baar zijn? Of die kunnen plaatsvinden ondanks preven-tieve maatregelen?

    2 Welke maatgevende factoren zijn van belang voor de BHV? Denk aan:

    de aard van de bedrijfsprocessen (gevaarlijke stoffen, machines, gereedschappen, voertuigen);

    aard, grootte en complexiteit van het gebouw; de aanwezigheid van derden; de aanwezigheid van niet-zelfredzame personen; de opkomsttijd van professionele hulpverleners; risicos uit de omgeving.

    3 Is de BHV-organisatie voldoende afgestemd op de re-alistische restrisicos en maatgevende factoren in uw organisatie?

    geen minimumaantal

    Hoewel er dus geen wettelijke eisen zijn aan het aantal bHvers per aantal medewerkers, bent u wel verplicht om in uw eigen bHv-plan en in uw ri&e een aantal te noe-men. Hierbij moet u altijd rekening houden met zaken zoals ziekte, vakantie, bezetting en ploegendiensten, om dat minimumaantal aanwezige bHvers te garanderen.

    4 Zijn de werknemers voldoende voorgelicht over de ri-sicos die ze lopen en wat ze moeten doen in geval van calamiteiten?

    5 Zijn BHVers voldoende opgeleid en genstrueerd om hun taken adequaat uit te voeren?

  • 45

    HAnDELEn BIj ArBEIDSOngEVALLEn

    calamiteiten-oefening

    samenwer-kingsafspraken

    bouwbesluit

    eHbo

    schok

    6 Vinden er met enige regelmaat calamiteitenoefeningen plaats?

    7 Zijn er voldoende maatregelen genomen om de veilig-heids- en gezondheidsrisicos die BHVers lopen zoveel mogelijk te beperken?

    8 Zijn er samenwerkingsafspraken over BHV gemaakt? Het is nuttig dit te doen met onder meer andere bedrij-ven die in hetzelfde gebouw zijn gevestigd en naastge-legen bedrijven. Ligt uw organisatie in een woonwijk, maak dan afspraken met de verantwoordelijke autoritei-ten, zoals de brandweer.

    9 Voldoet de BHV aan de bepalingen in het Bouwbesluit? De overheid verlangt voor sommige gebouwen een zoge-heten gebruiksvergunning. Als er in een gebouw meer dan vijftig personen verblijven of als er gevaarlijke stof-fen zijn opgeslagen, moet de eigenaar van het gebouw een gebruiksvergunning aanvragen bij de gemeente. De gemeente bepaalt de voorschriften van de vergunning op advies van de brandweer. Het gaat dan om voorschriften over het beperken van de kans op brand, het beperken van de gevolgen van brand en het vluchten uit een ge-bouw bij brand.

    4.4 Collegas opvangen

    Na het ongeval hebben de BHVers als belangrijkste taak om eerste hulp (EHBO) te verlenen. Het doel is de patint te sta-biliseren totdat professionele hulp ter plaatse is of tot ze hem naar een arts kunnen brengen. Bij een ernstig ongeval het is verstandig om de plaats van het ongeval na hulpverlening verder niet meer te verstoren. Het kan namelijk zijn dat de Inspectie SZW de plek wil inspecteren. Realiseer u dat de schrik er na een bedrijfsongeval goed kan inzitten. De beelden van het slachtoffer staan nog op hun netvlies, misschien zijn er zelfs doden gevallen. Vooral als de gevolgen ernstig zijn, kan de schok ook groot zijn bij werknemers die niet direct getroffen zijn. Deze gevoelens kunnen nog lang nawerken, zeker als een werknemer weer

  • 46

    ArBEIDSOngEVALLEn

    opvang

    bedrijfsmaat-schappelijk

    werker

    aan het werk moet op de plek waar een collega een arbeids-ongeval heeft gehad.

    ProfessioneelProfessionele opvang van collegas, omstanders en hulpver-leners kan na een ongeval nodig zijn. De eerste opvang van deze directe getuigen is dan ook van groot belang. Roep als bedrijfsleiding de mensen bij elkaar. Alle betrokkenen kun-nen dan de gelegenheid krijgen gedachten en gevoelens te uiten. Een bedrijfsmaatschappelijk werker (intern of van uw arbodienst) kan hierbij assisteren. Op die manier kunt u de kans op een depressie of post-traumatische stressstoornis (PTSS) flink beperken.

  • 47

    Arbeidsongevallen registeren

    Kennis is macht. Als u arbeidsongevallen in uw or-

    ganisatie wilt bestrijden, moet u wel weten waar en

    wanneer ze plaatsvinden en wat er precies gebeurd is.

    Houd daarom goed bij welke arbeidsongevallen in uw

    organisatie gebeuren en waar. Daar kunt u dan uw pre-

    ventiebeleid op aanpassen. Dit is niet alleen praktisch,

    maar ook nog eens verplicht. Volgens de Arbowet (ar-

    tikel 9, lid 2) moet u namelijk registeren welke arbeids-

    ongevallen zich voordoen in uw organisatie. U mag wel

    zelf weten welke vorm die registratie heeft.

    Wilt u arbeidsongevallen in uw organisatie kunnen voor-komen en bestrijden, dan moet u een goed beeld hebben van de risicos die werknemers lopen. Uw preventieve beleid baseert u daarom op de inventarisatie van die risicos. Ook arbeidsongevallen uit het verleden zijn een belangrijke bron van informatie voor u. Aangezien de wet niet voorschrijft hoe die registratie er uit moet zien, kunt u dus de ongeval-lenadministratie voeren die voor uw organisatie het meest praktisch is.

    volgens de Arbowet moet u een lijst bijhouden van alle meldingsplichtige arbeidsongevallen en van alle ongeval-len die hebben geleid tot een verzuim van meer dan drie werkdagen. U moet van elk ongeval de datum waarop het plaatsvond noteren en de aard ervan.

    5

    inventarisatie

  • 48

    ArBEIDSOngEVALLEn

    inspectie sZW

    ongevallenad-ministratie

    registreren

    ongevalsrap-portages

    5.1 Meldingsplichtig en niet-meldingsplichtig

    De Arbowet schrijft voor dat u in ieder geval de arbeidson-gevallen registreert die u ook verplicht bent te melden bij de Inspectie SZW. Dit zijn alle ongevallen die leiden tot de dood, blijvend letsel bij het slachtoffer of een ziekenhuisop-name. Meer hierover leest u in hoofdstuk 6. Als er slechts sprake is van een poliklinische behandeling zonder blijvend letsel, hoeft u het ongeval niet te melden bij de Inspectie. Het is logisch dat u deze ongevallen moet registreren, aan-gezien dit de ongevallen zijn met de grootste gevolgen voor het slachtoffer. En als u de gegevens toch verzamelt om deze door te geven aan de Inspectie, is het een kleine moeite om ze ook meteen op te nemen in uw eigen ongevallenadmi-nistratie.

    5.1.1 VerzuimMaar ook ongevallen die niet meldingsplichtig zijn, moet u in bepaalde gevallen registreren. Hierbij gaat het om ar-beidsongevallen die verzuim veroorzaken. Wettelijk gezien hoeft u ze pas te registreren als het slachtoffer meer dan drie werkdagen heeft verzuimd als gevolg van het ongeval. Maar u kunt voor uw eigen overzicht bijvoorbeeld ook alle on-gevallen registreren waardoor spoedeisende hulp nodig was of die leidden tot (slechts) een dag verzuim.

    5.1.2 BHVOp basis van artikel 15, lid a van de Arbowet heeft de werk-gever de verplichting om bedrijfshulpverleners en andere deskundige werknemers zoals de preventiemedewerker kennis te laten nemen van ongevalsrapportages en de lijst met arbeidsongevallen.

    5.2 Welke gegevens?

    U kunt grotendeels zelf kiezen welke gegevens u wilt op-nemen in de administratie van arbeidsongevallen. Wettelijk gezien bent u in ieder geval verplicht om vast te leggen:

  • 49

    ArBEIDSOngEVALLEn rEgISTErEn

    de aard van het ongeval; de datum van het ongeval.

    Daarnaast kunt u onder meer de volgende gegevens regi s-treren:

    functie van het slachtoffer; afdeling waarin hij werkzaam is; persoonsgegevens zoals leeftijd en geslacht; waar het ongeval plaatsvond; de precieze toedracht van het ongeval; apparatuur en materieel waar het slachtoffer mee werkte toen het ongeval plaatsvond en de taak die hij uitvoerde;

    de directe fysieke gevolgen van het ongeval.Welke gegevens u precies wilt registreren, is aan u. Bedenk van te voren in ieder geval waarvoor u de gegevens precies wilt gebruiken, dan ziet u al snel wat u daarvoor nodig heeft.

    nEn-norm voor ongevallenregistratie

    sinds januari 2013 bestaat een zogeheten nederlands Technische Afspraak (nTA) voor de registratie van ar-beids- en bedrijfsongevallen. Het nederlands normalisa-tie-instituut (nen) heeft de norm ontwikkeld. deze nTA 8031 beschrijft variabelen voor het opzetten van een uni-forme ongevalsregistratie. Het gaat dan om de registratie van meldingsplichtige en niet-meldingsplichtige onge-vallen, bijna-ongevallen, gevaarlijke situaties, gevaarlijke handelingen en ongevallen met eHbo. nTA 8031 sluit aan bij van oHsAs en vCA. de norm geeft werkgevers een handvat voor het opzetten van een effectieve ongevallen-registratie. Het is de bedoeling dat u bij het gebruik van deze norm meer inzicht krijgt in wat er is gebeurd en dat u analyses kunt maken om ongevallen in de toekomst te voorkomen. de norm is voor 39,60 verkrijgbaar bij het nen. ook als u deze nTA gebruikt, moet u een registratie bijhouden van de ongevallen die leiden tot meer dan drie dagen verzuim.

  • 50

    ArBEIDSOngEVALLEn

    digitaal

    statistieken

    inzicht

    5.3 Welke vorm?

    Ook over de vorm van de registratie schrijft de wet niets voor. U kunt natuurlijk een papieren administratie bijhou-den, maar aangezien veel ondernemingen alle bedrijfsgege-vens tegenwoordig digitaal bewaren, ligt dat niet erg voor de hand. Het is praktischer om de gegevens meteen digitaal op te slaan. U kunt natuurlijk een Excel-tabelletje maken en daarin de gegevens inkloppen. Vooral bij grotere bedrijven waar zich vaak automatisch meer arbeidsongevallen voor-doen is het slim om hiervoor professionelere software te overwegen.

    Als u al werkt met een registratiesysteem voor uw arbobe-leid, bijvoorbeeld een ri&e-tool of een systeem voor ver-zuimregistratie, heeft dit misschien ook mogelijkheden om de ongevallen bij te houden.

    VergelijkenHet voordeel van de meeste registratieprogrammas is dat u gemakkelijk gegevens kunt vergelijken en statistieken kunt oproepen. Zo kunt u bijvoorbeeld kijken of er meer arbeids-ongevallen voorkomen binnen bepaalde afdelingen, als werknemers werken met bepaalde machines, bij specifieke werksoorten of binnen bepaalde leeftijds- of functiegroe-pen. Ook krijgt u een beter overzicht van de gevolgen van bepaalde soorten ongevallen. Statistieken, schemas en tabellen geven u een beter over-zicht en meer inzicht in de oorzaken en gevolgen van ar-beidsongevallen. Deze informatie is heel waardevol: u kunt de gegevens weer gebruiken om uw preventieve beleid te verbeteren. Na de implementatie van dit beleid kunt u door de nieuwe met de oude gegevens te vergelijken ook aanto-nen dat uw beleid werkt. Daarmee kunt u uw werkgever misschien ook overtuigen van het belang van investeren in preventie. Het werpt immers vruchten af!

  • 51

    ArBEIDSOngEVALLEn rEgISTErEn

    up-to-date

    digitaal

    5.4 registratie bijhouden

    Als u eenmaal heeft vastgesteld welke ongevallen u wilt re-gistreren, welke gegevens u per ongeval opneemt en welke vorm uw registratie krijgt, moet u er nog voor zorgen dat deze up-to-date blijft. Het moet duidelijk zijn wie hiervoor verantwoordelijk is. Deze persoon verzamelt de benodigde informatie en zorgt ervoor dat deze in het systeem opge-nomen wordt. Hier kan een taak zijn weggelegd voor u als arboprofessional of anders de preventiemedewerker van uw organisatie.

    5.4.1 FormulierOm deze taak te vereenvoudigen, is het mogelijk hiervoor een model of formulier te maken dat de verantwoordelijke leidinggevende kan invullen. Het is dan meteen duidelijk welke gegevens en toelichting nodig zijn. Dit formulier kunt u gedrukt, maar ook digitaal aanbieden, bijvoorbeeld via in-tranet of binnen uw interne computernetwerk. Zorg ervoor dat er geen barrires zijn voor degene die het ongevallenfor-mulier moet invullen:

    Het formulier moet gemakkelijk te vinden zijn. De tekst van het formulier moet beknopt en to the point zijn.

    Er moet duidelijk op staan aan wie degene die het invult het formulier moet versturen.

    Op het formulier moet u in ieder geval aangeven dat de werknemer of leidinggevende de datum van het ongeval moet vermelden, de namen van de betrokkenen en wat er precies is gebeurd. Laat de betrokkenen ook aangeven:

    om welk soort incident het gaat (ongeval, bijna-ongeval, onveilige situatie/handeling, schadegeval). Geef hier ruimte voor nadere toelichting of een omschrijving;

    welk soort letsel het slachtoffer heeft opgelopen (bijvoor-beeld een brandwond, kneuzing of snijwond);

    wat de plaats van het letsel is (bijvoorbeeld arm, been hand, hoofd, romp, oog);

  • 52

    ArBEIDSOngEVALLEn

    serieus

    terugkoppelt

    of de oorzaak van het incident lag in onveilige omstan-digheden, een onveilige handeling of andere zaken en welke dat dan waren;

    of het slachtoffer door het ongeval werkdagen heeft ver-zuimd en zo ja, hoeveel;

    welke maatregelen zijn genomen om herhaling te voor-komen en wie daar verantwoordelijk voor is.

    de directe oorzaken van het ongeval kunt u onderverde-len in bijvoorbeeld werkomstandigheden (onvoldoende beveiligd gereedschap, defect aan machine), handelin-gen (niet bevoegd tot bedienen van arbeidsmiddelen of gebruik van het verkeerde gereedschap) en organisatie (onvoldoende instructie of onjuiste etikettering).

    5.5 Profijt van de registratie

    U heeft pas echt profijt van de ongevallenregistratie als u het melden van ongevallen in uw organisatie stimuleert. Boven-dien moet u laten zien dat u en de werkgever het waarde-ren. Houd dan rekening met de volgende zaken:

    Neem meldingen altijd serieus. Laat duidelijk blijken dat de melding niet bedoeld is om een schuldige aan te wijzen, maar dient voor u en het management om lering trekken.

    Zorg ervoor dat uzelf, de preventiemedewerker of een lid van het management persoonlijk terugkoppelt over de bevindingen.

    Communiceer met de betrokken medewerkers over de melding, wat u ervan leert en welke vervolgacties u on-derneemt.

    Zet veiligheid bij management en medewerkers op de kaart als een gelijkwaardig onderdeel van de bedrijfsvoe-ring, net zoals de productiecijfers.

    Fouten maken mag: zij bieden namelijk kans tot verbe-tering.

  • 53

    ArBEIDSOngEVALLEn rEgISTErEn

    input

    ongevals-statistieken

    RI&EDe ongevallenregistratie dient vervolgens ook als input voor uw RI&E. Een ongeval maakt immers maar al te duidelijk welke risicos uw medewerkers nog lopen. U kunt het plan van aanpak bij de RI&E aanvullen met de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van een ongeval.

    AdviesU heeft ook een adviesfunctie tegenover het management van uw organisatie. Ongevalsstatistieken en concrete voor-beelden geven de urgentie aan van verbetering van uw arbo-beleid. De directie kan ze gebruiken om voorgestelde maat-regelen te onderbouwen.

    Vraag om ideen!

    Welke gegevens uit uw registratie zijn voor u nu echt nut-tig om uw preventieve beleid te helpen verbeteren? naast de feitelijke informatie zijn vragen over de directe oorza-ken en ideen voor verbetering nuttig. geef de invuller op het formulier de mogelijkheid om aan te geven hoe volgens hem de gebeurtenis voorkomen had kunnen worden. Met de vraag hoe het ongeval voorkomen had kunnen worden, maakt u echt gebruik van de kennis en ervaring van verantwoordelijken op de werkplek waar het ongeval plaatsvond.

  • 54

    ArBEIDSOngEVALLEn

  • 55

    Meldingsplichtige ongevallen

    Krijgt een medewerker van uw organisatie een ongeluk

    op zijn werk, dan gaat de wetgever ervan uit dat u niet

    aan uw arbo plichten heeft voldaan. Als een arbeids-

    ongeval ernstig is, moet u dit dan ook melden aan de

    Inspectie SZW. Daarom spreekt deze instantie van

    meldingsplichtige ongevallen. De inspectie wil name-

    lijk nagaan of het ongeval erop wijst dat uw organisatie

    zich niet aan de Arbowet houdt.

    Als er een arbeidsongeval gebeurt, is er natuurlijk iets goed misgegaan. U moet de Inspectie op de hoogte stellen, zo-dat deze instantie kan nagaan wat de toedracht of oorzaak van het ongeval was. Bovendien wil de inspectie nagaan of het ongeval is veroorzaakt door n of meer overtredingen van de wettelijke bepalingen in onder meer de Arbowet. Ar-beidsongevallen melden bij de Inspectie SZW is daarom de wettelijke plicht van iedere werkgever.

    Als u zich niet aan de regels houdt, loopt u het risico dat uw werkgever van de inspectie sZW een flinke boete krijgt opgelegd.

    6.1 Meldingsplichtig

    Iedere werkgever moet meldingsplichtige arbeidsongeval-len doorgeven aan de Inspectie SZW. Dit staat in artikel 9, lid 1 van de Arbowet. In veel gevallen zal deze taak zijn weg-

    6

    overtredingen

  • 56

    ArBEIDSOngEVALLEn

    gelegd voor u als arboprofessional. Niet alle arbeidsongeval-len zijn echter meldingsplichtig. U ben alleen verplicht een ongeval te melden als de werknemer door het ongeval:

    blijvend letsel oploopt; in het ziekenhuis wordt opgenomen (dus niet als hij poli-klinisch wordt behandeld);

    overlijdt.

    6.1.1 DirectU moet een meldingsplichtig arbeidsongeval direct melden bij de Inspectie. Soms weet u niet direct of het arbeidson-geval dat heeft plaatsgevonden meldingsplichtig is, omdat de gevolgen soms pas later duidelijk worden. In de praktijk moet u dus ook een arbeidsongeval aan de Inspectie melden

  • 57

    MELDIngSPLICHTIgE OngEVALLEn

    telefoon-nummer

    digitaal

    als het ongeval tot blijvend letsel zou kunnen leiden of zodra duidelijk wordt dat er ziekenhuisopname gaat plaatsvinden. Ook als de werknemer pas een week later toch naar het zie-kenhuis moet als gevolg van het ongeval, moet u dit melden bij de Inspectie. Vroeger hoefde u het alleen te melden als binnen 24 uur na het ongeval ziekenhuisopname plaats-vond, maar dat criterium is nu dus veranderd.

    Meldt u een ongeval niet direct, dan loopt uw werkgever het risico op een boete van maximaal 50.000!

    6.1.2 Levensbedreigend letsel of doodAls uw medewerker door een arbeidsongeval levensbedrei-gend letsel oploopt of komt te overlijden, moet u het ongeval direct melden door het (gratis) nummer 0800-51 51 te bellen. Dit landelijke telefoonnummer van de Inspectie is dag en nacht bereikbaar.

    6.1.3 niet levensbedreigendHeeft een arbeidsongeval geen levensbedreigend letsel tot gevolg, dan moet u het ongeluk ook direct melden, maar dan bij voorkeur digitaal. De website van de Inspectie SZW (inspectieszw.nl) heeft hiervoor een digitaal meldingsfor-mulier. U wordt dan stap voor stap door de melding geleid.

    Zorg ervoor dat in uw organisatie duidelijk is wie verant-woordelijk is voor deze melding en wie de achterwacht daarvoor is. Anders kan het door een simpel misverstand alsnog fout gaan.

    6.1.4 OndernemingsraadU moet niet alleen de Inspectie, maar ook de ondernemings-raad (OR) op de hoogte stellen van een arbeidsongeval. De raad zal er ook op letten of u meldingsplichtige ongevallen

  • 58

    ArBEIDSOngEVALLEn

    arbowaakhond

    onderzoek

    getuigen

    afschrift

    arbowetgeving

    wel aan de Inspectie meldt. De OR geldt immers als arbo-waakhond van de onderneming.

    6.1.5 rapportageHeeft de Inspectie SZW naar aanleiding van uw melding nog vragen, dan kunt u het verzoek krijgen om een schrifte-lijke rapportage van het ongeval op te sturen. Zorg er daar-om voor dat u alle gegevens die te maken hebben met het ongeval altijd goed documenteert. Ook tijdens bijvoorbeeld teambuildingactiviteiten zeker als medewerkers daaraan verplicht moeten deelnemen is de Arbowet van toepas-sing. Een ongeval kan dan dus ook een arbeidsongeval zijn.

    6.2 na de melding

    Als er bij de Inspectie SZW een melding van een arbeids-ongeval binnenkomt, start de Inspectie in principe altijd een onderzoek. Meestal brengt een inspecteur hiervoor een bezoek aan uw organisatie, zodat hij inzicht krijgt in de ar-beidsomstandigheden rond het ongeval. Hij kan ook betrokkenen en getuigen willen horen. De in-specteur moet natuurlijk een goed beeld krijgen van wat er is gebeurd. Daarom is het belangrijk dat u zorgt dat de situatie op de plaats van het ongeval zoveel mogelijk onge-wijzigd blijft. Vindt de inspecteur het niet nodig om een onderzoek te verrichten in uw organisatie, dan laat hij dat eerst telefonisch weten aan uw werkgever. Later bevestigt hij dit schriftelijk aan de werkgever. De werknemer die het arbeidsongeval heeft gehad, ontvangt hiervan een afschrift.

    Oorzaken en toedrachtHet doel van het onderzoek van de Inspectie is het vaststel-len van de oorzaak of oorzaken en de toedracht van het onge-val. Daarnaast kijkt de inspecteur natuurlijk of uw organisa-tie de arbowetgeving heeft overtreden. Maar ook als dit niet het geval is, kan hij aanwijzingen geven voor verbeteringen van uw beleid en de concrete werksituatie. Doe hier vooral uw voordeel mee, dan kunt u ongelukken in de toekomst

  • 59

    MELDIngSPLICHTIgE OngEVALLEn

    voorkomen

    wellicht voorkomen. Als de inspecteur van de Inspectie SZW dit nodig vindt, kan hij ook andere inspectiediensten inschakelen. Dat kan bijvoorbeeld voorkomen bij arbeidson-gevallen in de scheepvaart, de luchtvaart, bij de spoorwegen en het spoorvervoer, het wegvervoer en in de aardolie- en gaswinning, maar ook bij kermisattracties en pretparken.

    6.3 Veiligheid van niet-werknemers

    In bepaalde gevallen kan door de aard van de werkzaamhe-den in een organisatie of in de directe omgeving ook gevaar ontstaan voor de veiligheid en gezondheid van andere per-sonen dan de werknemers. Bij deze groep mensen kunt u denken aan bezoekers, chauffeurs, omwonenden, afnemers van diensten (zoals patinten, bewoners) of voorbijgangers. Is dit in bij uw organisatie het geval, dan bent u in de eerste plaats verplicht om doeltreffende maatregelen te nemen om dat gevaar te voorkomen, net zoals bij werknemers.

    Verplicht maatregelen te nemen!

    de verplichting van de werkgever om maatregelen te ne-men bij gevaar voor anderen, is vastgelegd in artikel 10, lid 1 van de Arbowet: indien bij of in rechtstreeks verband met de arbeid die de werkgever door zijn werknemers doet verrichten in een bedrijf of een inrichting of in de on-middellijke omgeving daarvan gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van andere personen dan die werknemers, neemt de werkgever doeltreffende maat-regelen ter voorkoming van dat gevaar.

    Ook meldingsplichtigAls zich toch een ongeval voordoet, en een niet-werknemer is het slachtoffer, kan dit ook een meldingsplichtig ongeval zijn. Denk aan een spelend kind dat een ongeluk krijgt op een bouwplaats die niet goed is afgesloten. Of aan een voor-

  • 60

    ArBEIDSOngEVALLEn

    politie

    bijganger die langs een bedrijfspand in aanbouw loopt en materiaal op zijn hoofd krijgt. Vaak is de politie als eerste ter plaatse en schakelt dan de Inspectie SZW in om een onderzoek in te stellen. Als dit niet het geval is en er is toch sprake van ernstig letsel, is dit een meldingsplichtig ongeval voor uw organisatie en moet u in actie komen. Er gelden dan dezelfde richtlijnen als bij een meldingsplichtig arbeidsongeval van een werknemer.

    Bij twijfel gewoon doen

    Het is beter dat u een ongeval meldt, en dat naderhand blijkt dat het niet nodig is, dan dat achteraf blijkt dat u heeft nagelaten een meldingsplichtig ongeval bij de in-spectie te melden. dan krijgt uw organisatie geheid een boete, die dus wel tot 50.000 kan oplopen. bovendien wekt u dan al gauw het wantrouwen van deze instantie. Ze zullen meldingen dan kritischer bekijken en uw orga-nisatie misschien vaker inspecteren. U kunt altijd tijdens de melding aan de inspectie vragen of een dergelijke mel-ding in het betreffende geval wel echt nodig is.

  • 61

    Controle en sancties

    U zit er misschien niet op te wachten, maar u komt

    er niet onderuit: na een meldingsplichtig ongeval kunt

    u ervan uitgaan dat een SZW-inspecteur een bezoek

    brengt aan uw organisatie. Er is immers ook geen spra-

    ke van een incidentje, maar er is behoorlijk wat mis-

    gegaan. Het ongeval is immers meldingsplichtig. De

    inspecteur zal de plaats van het ongeval onderzoeken

    en getuigen horen. U bent verplicht om de inspecteur

    alle medewerking te verlenen bij zijn onderzoek.

    Na een meldingsplichtig arbeidsongeval wil de Inspectie SZW meestal het naadje van de kous weten. De veiligheid van werknemers staat op het spel! In de meeste gevallen komt er daarom na een ongeval een inspecteur langs bij uw organisatie om te kijken wat er misgegaan is en wiens schuld dit is. Als blijkt dat u de wet heeft overtreden, kan de inspecteur forse sancties opleggen.

    7.1 Onderzoek en bescherming

    Als er een ongeval heeft plaatsgevonden, is het natuurlijk belangrijk om erachter te komen wat de oorzaak is. Pas dan kunt u immers herhaling van ongevallen voorkomen. Dat is ook het doel van de Inspectie SZW. Het doel van het bezoek is om de toedracht en oorzaak van het ongeval vast te stellen, en na te gaan of het ongeval is veroorzaakt door overtreding(en) van de wettelijke bepalingen.Directe bescherming van de medewerkers heeft echter de eerste prioriteit. Als een ongeval gemeld wordt na een eventuele eerste inspectie kan de inspecteur daarom di-

    7

    inspecteur

    herhaling

  • 62

    ArBEIDSOngEVALLEn

    stillegging

    maatschap-pelijk belang

    ongewijzigd

    contact-persoon

    rect sancties opleggen, om de werknemers te beschermen. Als het gevaar nog niet is geweken, kan de Inspectie zelfs stillegging van risicovolle werkzaamheden bevelen. Zon stillegging wordt pas opgeheven als de situatie weer veilig is. De werkgever is dan aan zet om herhaling te voorkomen, bijvoorbeeld door de gevaarlijke situatie uit te sluiten of te beperken.

    Niet meldingsplichtig, toch onderzoekDe Inspectie SZW onderzoekt in principe alle meldings-plichtige arbeidsongevallen. Soms is er voor de inspectie aanleiding om ook niet-meldingsplichtige arbeidsongeval-len te onderzoeken. Deze afweging kan de inspectie bij-voorbeeld maken als er een groot maatschappelijk belang bij gediend is. Als bijvoorbeeld in een vuurwerkbedrijf een niet-meldingsplichtig ongeval gebeurt, zal de Inspectie toch extra alert zijn omdat de gevolgen zo groot kunnen zijn.

    7.2 Inspecteur over de vloer

    Als u melding maakt van een arbeidsongeval, zal de inspec-teur zo snel mogelijk na de melding ter plaatse zijn, zodat hij de situatie zo goed mogelijk kan beoordelen. Het is daarom belangrijk dat de ongevalsituatie zo veel mogelijk ongewij-zigd blijft. Die plaats van het ongeval moet natuurlijk wel geen risicos opleveren voor andere werknemers. Het onderzoek mag ook niet belemmerd worden door ie-mand in uw organisatie. Het kan verstandig zijn een vaste contactpersoon aan te stellen voor de inspecteur gedurende het onderzoek. Dit komt de communicatie en een snelle af-handeling ten goede.

    Het ligt voor de hand dat u als arboprofessional deze rol op u neemt, maar de direct leidinggevende van het team of de afdeling waarbinnen het arbeidsongeval heeft plaatsgevonden, kan ook een logische kandidaat zijn.

  • 63

    COnTrOLE En SAnCTIES

    informatie

    vergezellen

    vrijuit

    7.2.1 Medewerking verlenen Uw organisatie is verplicht aan het onderzoek mee te wer-ken en de inspecteur alle gewenste hulp en informatie te ge-ven en hem in de gelegenheid te stellen zijn onderzoek goed uit te voeren. De werkgever moet zorgen dat de inspecteur documenten waar hij om vraagt snel krijgt. Soms kan de inspecteur een machine of een bepaalde werk-plek niet direct vrijgeven, omdat de oorzaak van het ongeval nog niet duidelijk is. Hoewel dat voor uw organisatie ver-lies van productiviteit betekent, zult u hier toch begrip voor moeten hebben.

    7.2.2 OndernemingsraadDe leden van de ondernemingsraad (OR) van uw organisatie hebben het recht de SZW-inspecteur te vergezellen tijdens zijn bezoek. De leden mogen hem van informatie voorzien en onder vier ogen met hem spreken.

    de or heeft nog meer rechten! Als de leden van de raad vinden dat de inspecteur zijn werk niet goed heeft gedaan, mogen die daarover een klacht indienen bij de inspectie sZW. dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de inspecteur een bepaalde situatie niet onderzocht heeft, terwijl de raad hem wel daarop heeft gewezen.

    7.2.3 getuigenOm zich een goed beeld te kunnen vormen, hoort de in-specteur doorgaans het slachtoffer of de slachtoffers van het arbeidsongeval, getuigen en eventuele andere betrokkenen, zoals klanten of bezoekers die iets hebben gezien. Overlijdt het slachtoffer als gevolg van het ongeval, dan neemt de inspecteur ook contact op met de nabestaanden. Getuigen worden door de inspecteur apart genomen om een verkla-ring af te leggen. Ze moeten vrijuit kunnen spreken, dus het is de bedoeling dat dit onder vier ogen kan gebeuren, niet in

  • 64

    ArBEIDSOngEVALLEn

    metingen

    bijzijn van u, de direct leidinggevende, de werkgever of de preventiemedewerker.

    6 m-methode

    de inspecteur van de inspectie sZW onderzoekt de oor-zaken van het ongeval op een systematische manier. een gangbaar sjabloon hiervoor is de 6 m-methode, ook wel bekend als het visgraatmodel. de inspecteur bestudeert:

    het management; de mens; de machines; de methoden; het materiaal; het milieu (omgeving).

    op het gebied van al deze aspecten stelt hij vragen en zoekt ondersteunende informatie. Zo moet de meest recente ri&e met het plan van aanpak op tafel komen. en de gebruiksaanwijzing bij een machine moet duidelijk-heid geven over de juiste werkwijze bij het omwisselen van bijvoorbeeld een mes in de snijmachine.

    7.2.4 Plaats van ongevalDe aandacht richt zich vooral op de plaats waar de het onge-val heeft plaatsgevonden. Is er een machine bij betrokken, dan kijkt de inspecteur bijvoorbeeld naar de staat van de machine en of alle afschermingen erop zaten ten tijde van het ongeval.

    WaarnemingenAlle waarnemingen van de inspecteur zijn van belang: hij luistert, ruikt, proeft en voelt op de plaats van het ongeval. Hij voelt bijvoorbeeld of een vloer glad of een oppervlak heet is. Hij kan monsters nemen van stoffen of metingen ver-richten. Hij kan ook experts inschakelen om dit voor hem te doen.

  • 65

    COnTrOLE En SAnCTIES

    arboregels

    verbanden

    slachtoffers

    7.3 Ongevals(boete)rapport

    De Inspectie SZW streeft ernaar om onderzoeken binnen 12 weken af te ronden. Maar dat hangt ook af van de com-plexiteit van het ongeval. Constateert de inspecteur dat er geen sprake is van een overtreding, dan maakt de Inspectie een ongevalsrapport op. Alle betrokkenen ontvangen hier-van een afschrift. Blijkt echter uit het ongevallenonderzoek dat uw werkgever wel degelijk arboregels heeft overtreden, dan maakt de inspecteur een ongevalsboeterapport op. Hij deelt dit ook mede aan uw werkgever en deze krijgt de ge-legenheid om een verklaring af te leggen. De werkgever en het slachtoffer ontvangen een afschrift van dit rapport, met daarin alle feiten die van belang zijn.

    Als de werkgever een overtreding heeft begaan, moet hij meteen maatregelen nemen om nieuwe ongevallen te voorkomen. de inspecteur controleert altijd of hij dit heeft gedaan.

    SystematischIn het ongevalsboeterapport wordt op systematische wijze onderbouwd welke overtreding(en) van de arbowetgeving heeft of hebben plaatsgevonden. Die onderbouwing berust op de eigen waarnemingen van de inspecteur, de verklarin-gen van slachtoffer(s) en getuigen en de werkgever en de beschrijving van de feiten en oorzakelijke verbanden die tot het ongeval hebben geleid. Al deze feiten worden in relatie gebracht met de relevante artikelen uit de arbowetgeving.

    InzageDe slachtoffers van het arbeidsongeval of hun nabestaanden kunnen het rapport inzien. Ook de ondernemingsr