Transcript
Page 1: Anthony de Mello - Bewustzijn
Page 2: Anthony de Mello - Bewustzijn

BEWUSTZIJN

Page 3: Anthony de Mello - Bewustzijn

BEWUSTZIJN Risico's en mogelijkheden

van de werkelijkheid

ANTHONY DE MELLO

samsara

Page 4: Anthony de Mello - Bewustzijn

© The Center for Spiritual Exchange 1990

Oorspronkelijke titel: Awareness

Oorspronkelijke uitgave: Doubleday, a di vision ofThe Doubleday

Broadway Publishing Group, a division of Random House, lnc.

© Samsara Uitgeverij b.v. 2004 (vierde druk 2014)

Vertaling: Bob Snoijink Omslagontwerp: Kees Schreuders

Lay-out: Studio 28, Hillegom ISBN: 978-94-9141-118-2 I NUR 728

Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder

schriftelijke toestemming van: Samsara Uitgeverij bv, Herengracht 341, I 016 AZ Amsterdam.

Voorwoord Over ontwaken

Inhoud

Kan ik iets betekenen voor je tijdens deze retraite? Over het juiste soort egoïsme Over de zucht naar geluk Hebben we het over psychologie in deze cursus

spiritualiteit?

Verzaking is ook de oplossing nier Luister en leer af De poppenkast van liefdadigheid Wat gaat er door je heen? Goed, slecht, of boffen Onze illusie over anderen Zelfobservatie Gewaarzijn zonder alles te willen evalueren De illusie van beloning Jezelf vinden Je uitkleden tot je naakte 'ik' Negatieve gevoelens naar anderen Over afhankelijkheid Hoe geluk ontstaat Angst, de wortel van geweld Bewustzijn en conract met de werkelijkheid

7

11

13

16

18

20

24

26

30

38

43

45

50

52

58

60

64

69

72

75

82

84

Page 5: Anthony de Mello - Bewustzijn

Goede religie: de antithese van onbewustheid Etiketten Obstakels voor geluk Vier stappen naar wijsheid Alles is in orde met de wereld Slaapwandelen Verandering uit hebzucht Een veranderd persoon Aankomen bij de stilte De strijd verliezen Permanente waarde Voorkeur in plaats van verlangen Je vastklampen aan illusie Herinneringen knuffelen Concreet worden Met de mond vol tanden Culturele conditionering Gefilterde werkelijkheid Onthechting Verslavende liefde Nog meer woorden Verborgen agendàs Meegeven Een assortiment landmijnen De dood van 'mij' Inzicht en begrip Niet forceren Echt worden Een assortiment beelden Niets over liefde zeggen Controle verliezen Luisteren naar het leven Het einde van analyse Pal voor je neus Het land van liefde

86

96

98

103

109

113

117

124

128

133

136

139

142

146

152

160

164

168

173

178

181

183

187

189

192

195

200

202

204

207

209

212

215

218

222

Voorwoord

0 nder vrienden werd Tony de Mello op een keer ge­vraagd iets over de aard van zijn werk te vertellen.

Hij stond op en vertelde een verhaal dat hij later op con­

ferenties herhaalde, en dat zijn lezers zullen herkennen

van zijn boek Song of the Bird. Tot mijn verbazing zei hij

dat het verhaal op mij sloeg.

Een man vond een adelaarsei en legde dat in het

nest van een boerenkip. Het adelaarsjong kwam

gelijk uit met de kuikens en groeide samen met

hen op.

De adelaar deed zijn hele leven wat de kuikens de­

den, want hij dacht dat hij een scharrelkip was. Hij

krabde de aarde op zoek naar wurmen en insecten.

Hij tokte en kakelde, sloeg met zijn vleugels en

wist zich een stukje in de lucht te verheffen.

Jaren gingen voorbij en de adelaar werd heel oud.

Op een dag zag hij een prachtige vogel hoog boven zich in de wolkenloze lucht. Hij gleed met majes-

7

Page 6: Anthony de Mello - Bewustzijn

tueuze gratie op de krachtige thermiek en bewoog zijn sterke, gouden vleugels amper.

De oude adelaar keek met ontzag omhoog en

vroeg: 'Wie is dat?'

'Dat is de adelaar, de koning van de vogels,' zei zijn buurman. 'Zijn rijk is hoog in de lucht. Wij zijn kip­

pen, wij horen op de aarde.' Dus de adelaar leefde en stierf als een kip, want dat meende hij te zijn.

Verbaasd? Eerst was ik ronder meer beledigd! Vergeleek hij me in het openbaar met een scharrelkip? In zekere

zin wel, maar ook weer niet. Beledigend? Geen sprake

van. Zo was Tony niet. Maar hij maakte mij en de an­

dere aanwezigen duidelijk dat ik in zijn ogen een 'gou­den' adelaar was, die zich niet bewust was van de hoogten

waarheen hij kon scheren. Het verhaal deed me beseffen

wat een groot mens hij was, hoe oprecht zijn liefde en

respect voor mensen was, terwijl hij altijd de waarheid

sprak. Dat was de kwintessens van zijn werk: mensen de

ogen openen voor hun eigenlijke grootsheid. Dat was Tony de Mello op zijn best, als hij zijn boodschap van

het 'bewustzijn' uitdroeg, als hij het licht zag dat wij voor

onszelf en anderen zijn, als hij inzag dat we beter waren

dan we beseften.

Dit boek vangt Tony tijdens zijn adelaarsvlucht, wan­

neer hij - in levende dialoog en interactie - alle themàs

aanroert die het hart van iedereen die naar hem luistert doen zwellen.

Na zijn dood had ik de taak om op papier de geest van zijn woorden en zijn spontaniteit met een ontvan-

8

keiijk publiek levend te houden. Dankzij de fantastische

steun van George McCauley, s.j., Joan Brady, John Cul­

kin en anderen die te talrijk zijn om op te noemen, zijn de opwindende, onderhoudende en provocerende uren

die Tony heeft doorgebracht met de communicatie met

mensen van vlees en bloed schitterend gevangen op de bladzijden die hierna volgen.

Geniet van dit boek. Laat de woorden je ziel bin­

nenglippen en luister met je hart, zoals Tony zou zeg­

gen. Hoor zijn verhalen aan en je hoort je eigen verhalen.

Ik laat u nu alleen met Tony, een spirituele gids en een vriend voor het leven.

J. Francis Stroud, s.j.

De Mello Spirituality Center

Fordham University Bronx, New York

9

Page 7: Anthony de Mello - Bewustzijn

Over ontwaken

Spiritualiteit betekent wakker worden. De meeste mensen slapen, al zijn ze zich daar niet van bewust.

Ze worden slapend geboren, brengen hun leven slapend door, trouwen in hun slaap, verwekken kinderen in hun

slaap en sterven in hun slaap zonder ooit wakker te wor­

den. Nooit begrijpen ze de enorme schoonheid van wat

we het 'menselijke bestaan' noemen. Weet u, alle mystici - katholieke, christelijke, niet-christelijke, ongeacht hun theologie- zijn het over één ding eens: dat alles goed is,

alles is goed. Hoewel het een zootje is, is alles toch goed.

Vreemde paradox, dat zeker. Maar het tragische is dat de

meeste mensen nooit inzien dat alles goed is, omdat ze slapen. Ze hebben een nachtmerrie.

Vorig jaar hoorde ik een verhaal op de Spaanse tv over

een man die op de deur van zijn zoon klopt. 'Jaime,' zegt hij, 'wakker worden!' Jaime antwoord: 'Ik wil niet opstaan, papa.' De vader roept: 'Opstaan, je moet naar

school!' Jaime zegt: 'Ik wil niet naar school.' Vraagt de vader: 'Waarom niet?' Zegt Jaime: 'Drie redenen. In de

11

Page 8: Anthony de Mello - Bewustzijn

eerste plaats omdat het zo saai is; in de tweede plaats om­dat de kinderen me pesten en ten derde heb ik een he­

kel aan school.' En zijn vader zegt: 'Nou, ik geef je drie

redenen waarom je wél naar school moet. In de eerste plaats omdat het je plicht is, in de tweede plaats omdat

je vijfenveertig bent en ten derde omdat je de hoofdon­derwijzer bent.' Wakker worden, wakker worden! Je bent

volwassen. Je bent te groot om nog te slapen. Wakker worden! Hou op met spelen met je speelgoed.

De meeste mensen zeggen wel dat ze de kleuterschool

willen verlaten, maar laat je niets wijsmaken. Geloof hen

niet! Ze willen alleen maar dat je hun kapotte speelgoed repareert. 'Geef me mijn vrouw terug. Geef me mijn baan terug. Geef me mijn geld terug. Geef me mijn repu­

tatie en mijn succes terug.' Dat willen ze; ze willen ander speelgoed. Meer niet. Zelfs de beste psycholoog kan je vertellen dat mensen niet echt genezen willen worden. Ze

willen een pil tegen de pijn. Genezing doet te veel zeer. Wakker worden is onaangenaam, weet je. Het is zo

lekker comfortabel in bed. Het is irritant om gewekt re

worden. Daarom zal een verstandige goeroe geen poging

doen om mensen wakker te maken. Hopelijk zal ik wijs genoeg zijn om geen enkele poging te ondernemen om

je wakker te schudden als je slaapt. Daar heb ik in feite niets mee te maken, ook al zeg ik van tijd tot tijd 'Wak­

ker worden!' tegen je. Ik moet me met mijn eigen zaken bemoeien, mijn eigen dansje dansen. Heb je er iets aan,

mooi. Zo niet, pech gehad! Zoals de Arabieren zeggen: 'De regen blijft hetzelfde, maar hij laat doornstruiken groeien in her moeras en bloemen in de tuin.'

12

Kan ik iets voor je betekenen

tijdens deze retraite?

Dachten jullie dat ik iemand ging helpen? Nee! 0,

nee, nee, nee, nee, nee! Verwacht niet dat ik ie­

mand ga helpen. Ik verwacht evenmin iemand schade

te berokkenen. Als je beschadigd wordt, doe je dat zelf,

en als je wordt geholpen ook. Echt waar! Denk je dat mensen je helpen? Nee, hoor. Dacht je dat mensen je steunen? Welnee.

Er was eens een vrouw in een therapiegroep die ik heb

geleid. Ze was non. Ze zei tegen me: 'Ik voel me niet gesteund door mijn baas.' Ik vroeg: 'Hoe bedoel je?' En ze zegt: 'Nou, mijn baas, de overste van het provincie­

klooster, komt nooit op het noviciaat waar ik de leiding

heb. Nooit. Er komt nooit een woord van waardering.' Ik zei: 'Goed, we gaan een rollenspelletje doen. Stel je maar voor dat ik jouw overste ken. Ik weet zelfs precies hoe ze over je denkt. Dus ik speel de rol van overste en ik zeg tegen je: "Weet je, Mary de reden dat ik nooit op jouw werkplek verschijn, is omdat die de enige in de hele

provincie is waar geen problemen zijn. Ik weet dat jij de

13

Page 9: Anthony de Mello - Bewustzijn

leiding hebt, dus alles is in orde." Hoe voel je je nu?' Ze zegt: 'Geweldig.' Vervolgens zeg ik: 'Wil je de kamer even uitgaan? Dat hoort bij de oefening.' Dus dat deed ze. Toen ze weg was, zei ik tegen de andere deelnemers aan die groep: 'Ik ben nog steeds de overste, oké? Mary is de slechtste novicenmeesteres in de hele geschiedenis van

de provincie. De reden dat ik mijn gezicht nooit op het noviciaat laat zien, is dat ik gewoon niet kan verdragen wat ze allemaal uitspookt. Het is gewoon verschrikkelijk.

Maar als ik haar de waarheid verrel, hebben die novi­cen er alleen maar nog meer onder te lijden. Over een jaar of twee wordt ze vervangen; we hebben iemand in

opleiding. Ondertussen heb ik die aardige dingen tegen haar gezegd om haar gaande te houden. Wat vinden jullie daarvan?' Ze zeiden: 'Nou, onder de gegeven omstandig­heden was dat het enige dat je kon doen.' Daarna haalde ik Mary weer binnen en vroeg haar of ze zich nog altijd

zo geweldig voelde. '0, ja,' zei ze. Arme Mary! Ze dacht

dat ze werd gesteund terwijl dat niet het geval was. Waar het om gaat, is dat we het merendeel van wat we voelen en denken in ons eigen hoofd verzinnen, inclusief dat

zogenaamde geholpen worden door anderen. Dacht je dat je iemand helpt omdat je verliefd op hem

of haar bent? Vergeet het maar. Je bent nooit verliefd op iemand. Je bent alleen maar verliefd op het vooringeno­

men en hoopvolle idee dat je over iemand hebt. Neem even de tijd om dit te laten bezinken: je bent nooit ver­liefd op wie dan ook, je bent verliefd op je vooringeno­

men idee over die persoon. Is dat niet precies de reden waarom de verliefdheid overgaat? Je idee verandert, niet-

14

waar? 'Hoe kon je me zo teleurstellen, terwijl ik je zo ver­trouwde?' zeg je tegen iemand. Vertrouwde je hem echt?

Je hebt nooit iemand vertrouwd. Kom nou toch! Dat maakt deel uit van de hersenspoeling door de maatschap­

pij. Je vertrouwt nooit iemand. Je vertrouwt alleen maar op je oordeel over die persoon. Dus wat klaag je? Feit

is dat je niet graag zegt: 'Mijn oordeel over die persoon sloeg nergens op.' Dat is niet zo vleiend voor je, hè? Dus zeg je liever: 'Hoe kon je me zo teleurstellen?'

Dus hier gaat het om: mensen willen niet echt volwas­sen worden, mensen willen niet echt veranderen, mensen

willen niet echt gelukkig zijn. Iemand heeft een keer heel

wijs tegen me gezegd: 'Probeer ze niet gelukkig te maken, het brengt je alleen maar in moeilijkheden. Je moet niet proberen een varken te leren zingen; het is tijdverspilling

en je ergert het varken alleen maar.' Net zoals die zaken­man die een café ingaat, plaatsneemt en een vent met

een banaan in zijn oor ziet. Een banaan in zijn oor! En

hij denkt: ik vraag me af of ik dat tegen hem moet zeg­gen. Nee, ik heb er niets mee te maken. Maar het blijft hem dwars zitten, dus na een paar glazen zegt hij tegen

de man: 'Neem me niet kwalijk, maar eh ... je hebt een banaan in je oor.' De man zegt: 'Wat?' De zakenman her­

haalt: 'Je hebt een banaan in je oor.' En de man zegt weer: 'Nog es?' De zakenman schreeuwt: 'Je hebt een banaan in

je oor!' Zegt die man: 'Harder, want ik heb een banaan in m'n oor!'

Dus het is zinloos. Geef het op, geef het op, geef het op, zeg ik tegen mezelf Doe je zegje en ga ervandoor. En als ze er iets aan hebben, mooi. Zo niet, pech gehad.

15

Page 10: Anthony de Mello - Bewustzijn

Over het juiste soort egoïsme

Het eerste wat je moet begrijpen is dat je niet wak­ker wilt worden als je echt wakker wilt worden. De

eerste stap om wakker te worden is eerlijk genoeg zijn om jezelf te bekennen dat je het niet leuk vindt. Je wilt niet gelukkig zijn. Proef op de som? Laten we het maar pro­beren. Het zal je ongeveer een minuut kosten. Je kunt je ogen sluiten als je het doet, of ze open houden, dat doet er niet toe. Denk aan iemand van wie je erg veel houdt, iemand die je zeer na aan het hart ligt, die kostbaar voor je is, en in gedachte zeg je tegen die persoon: 'Ik ben lie­ver gelukkig dan dar ik jou heb. Als ik de keus had, zou ik daar geen moment aan twijfelen. Ik zou kiezen voor geluk.' Hoeveel van jullie voelden zich egoïstisch toen je dat zei? Een heleboel, kennelijk. Zie je hoezeer we ge­hersenspoeld zijn? Zie je hoe we gehersenspoeld zijn om te denken: 'Hoe kon ik zo egoïstisch zijn?' Maar kijk nu eens wie er egoïstisch is. Stel je voor dat iemand tegen jou zegt: 'Hoe kun je zo egoïstisch zijn dat je geluk kiest boven mij?' Zou je geen zin hebben om te antwoorden:

16

'Pardon? Hoe kun jij zo egoïstisch zijn dat je eist dat ik jou kies boven mijn eigen geluk?'

Een vrouw heeft me ooit veneld dat haar neef, een jezuïet, ooit een retraite heeft gegeven in een kerk in Mil­waukee toen ze klein was. Hij opende iedere conferentie met de woorden: 'Offervaardigheid is het bewijs van lief­de en de peilstok van de liefde is altruïsme.' Dát is mooi! Ik vroeg haar: 'Zou je willen dat ik jou liefhad ten koste van mijn geluk?' Ze antwoordde: 'Ja.' Verrukkelijk, hè? Zou dat niet mooi zijn? Zij zou mij liefhebben ten koste van haar eigen geluk en ik zou haar liefhebben ten koste van het mijne, dus het eindresultaat is twee ongelukkige mensen, maar lang leve de liefde!

17

Page 11: Anthony de Mello - Bewustzijn

Over de zucht naar geluk

Ik zei dat we niet gelukkig willen zijn. We willen an­dere dingen. Of laten we het nauwkeuriger stellen; we

willen niet onvoorwaardelijk gelukkig zijn. Ik ben bereid gelukkig te zijn, maar dan moet ik wel dit en dat en nog wat hebben. Maar in wezen zeg je dan tegen je vriend, of tegen God, of tegen wie dan ook: 'Jij bent mijn ge­luk. Als ik jou niet krijg, weiger ik gelukkig te zijn.' Het is heel belangrijk om dat te begrijpen. We kunnen ons niet voorstellen dat we gelukkig zijn zonder dat er aan die voorwaarden is voldaan. Dat klopt vrij aardig. We kunnen ons geen voorstelling maken van geluk zonder die dingen of mensen. Ons is geleerd het geluk daar te vinden.

Dus dat is het eerste wat we moeten doen als we wak­ker willen worden, wat hetzelfde is als zeggen: als we lief willen hebben, als we vrij willen zijn, als we vreugde en vrede en spiritualiteit willen ervaren. In die zin is spiri­tualiteit het meest praktische in de hele wijde wereld. Ik daag iedereen uit om iets praktischer te verzinnen dan

18

spiritualiteit, zoals ik het definieer: geen devotie, geen religie, geen eredienst, maar spiritualiteit in de zin van wakker worden, ontwaken! Kijk eens naar de gebroken harten, de eenzaamheid, de angst, de verwarring, het conflict in de harten van de mensen, al het innerlijke en uiterlijke conflict. Gesteld dat iemand je een manier gaf om van dat alles af te komen? Gesteld dat iemand je een manier gaf om een einde te maken aan die kolossale ver­spilling van energie, gezondheid en emotie als gevolg van die conflicten en verwarring? Zou je dat willen? Gesteld dat iemand ons een manier liet zien waarop we elkaar waarachtig lief konden hebben, waarop we in vrede en in liefde konden leven? Kun je iets praktischer verzinnen? Maar in plaats daarvan denken mensen dat zakendoen praktischer is, dat politiek praktischer is, dat wetenschap praktischer is. Wat is het aardse nut van iemand op de maan zetten als we niet eens op áárde kunnen leven?

19

Page 12: Anthony de Mello - Bewustzijn

Hebhen we het over psychologie

in deze cursus spiritualiteit?

Is psychologie praktischer dan spiritualiteit? Niets is praktischer dan spiritualiteit. Wat kan die arme psy­

choloog doen? Hij kan hooguit de druk wat verminde­ren. Ik ben zelf psycholoog, ik beoefen psychotherapie en ik zit zelf met dat enorme conflict als ik wel eens moet kiezen tussen psychologie en spiritualiteit. Ik vraag me af of iemand dat hier snapt. Ik heb het zelf vele jaren niet begrepen.

Ik zal het uitleggen. Ik heb het talrijke jaren niet be­grepen, tot ik opeens ontdekte dat mensen genóég gele­den moeten hebben in een relatie om gedesillusioneerd te raken met álle relaties. Is dat geen verschrikkelijke gedachte? Ze moeten voldóénde geleden hebben in een

relatie om op een keer wakker te worden en te zeggen: 'Ik ben het beu! Er moet een betere manier van leven zijn dan afhankelijk van iemand anders.' En wat deed ik als psychotherapeut? De mensen kwamen bij me met

hun relatieproblemen, hun communicatieproblemen enzovoort, en soms hielp ik hen. Maar soms ook niet,

20

moet ik helaas zeggen, omdat ik mensen in slaap hield. Misschien hadden ze nog een klein beetje meer moeten lijden. Misschien moesten de bodem van de put raken en zeggen: 'Ik ben het helemaal zat.' Pas als je ziek bent van

je ziekte kun je eruit. De meeste mensen bezoeken een psychiater of psycholoog voor verlichting van de pijn. Nogmaals: voor verlichting van de pijn. Niet om ervan af te komen.

Ik zal het verhaal van kleine Johnny vertellen die vol­

gens zeggen geestelijk onvolwaardig was. Maar blijkbaar was hij dat niet, zoals uit dit verhaal zal blijken. Johnny gaat naar handenarbeid op zijn school voor bijzonder onderwijs, krijgt een stuk stopverf en gaat ermee aan de slag. Hij neemt een stukje stopverf, trekt zich in een hoekje terug en gaat ermee spelen. De onderwijzer gaat naar hem toe en zegt: 'Hallo, Johnny.' En Johnny zegt: 'Hallo.' De onderwijzer zegt: 'Wat heb je daar in je hand?' En Johnny zegt: 'Dit is een klont koeienpoep.' Vraagt de onderwijzer: 'Wat ga je ervan maken?' Zegt hij: 'Ik maak een onderwijzer.'

De onderwijzer denkt: 'Kleine Johnny heeft een re­gressie.' Dus haalt hij de hoofdonderwijzer erbij die net langskwam en zegt: 'Johnny heeft een regressie.'

Dus de hoofdonderwijzer gaat naar Johnny toe en zegt: 'Hallo, jongen.' En Johnny zegt: 'Hallo.' De hoofd­onderwijzer vraagt: 'Wat heb je daar in je hand?' En hij zegt: 'Een klont koeienpoep.' Vraagt het hoofd: 'Wat maak je daarvan?' Zegt hij: 'Een schoolhoofd.'

Het hoofd denkt dat het een geval is voor de school­psycholoog, dus zegt hij: 'Haal de psycholoog erbij!'

21

Page 13: Anthony de Mello - Bewustzijn

De psycholoog is niet op zijn achterhoofd gevallen. Hij gaat naar Johnny toe en zegt: 'Hallo.' En Johnny zegt: 'Hallo.' En de psycholoog zegt: 'Ik weet wat je in je hand hebt.' Zegt Johnny: 'Nou?' 'Een klont koeienpoep.' Zegt Johnny: 'Juist.' 'En ik weet wat je daarvan gaat maken,' zegt de psycholoog.' 'Nou?' 'Je maakt een psycholoog.' 'Mis,' zegt Johnny. Daar heb ik niet genoeg koeienpoep voor!' En die noemden ze geestelijk onvolwaardig.

Die arme psychologen, ze doen zulk goed werk. Echt

waar. Er zijn momenten dat psychotherapie geweldig kan helpen, want als je ieder moment je verstand kunt verlie­zen, of stapelkrankjorum kunt worden, sta je op het punt ofwel psychoot, of mysticus te worden. Een mysticus is namelijk het tegenovergestelde van een gek. Weet je wat een teken is dat je wakker wordt? Als je je afvraagt: 'Ben ik nou gek, of zijn zij het allemaal?' Echt waar. Want we zijn gek. De hele wereld is gek. Rijp voor een inrichting! De enige reden dat we niet achter slot en grendel zinen, is dat het er zoveel zijn. Dus we zijn gek. We leven met krankzinnige ideeën over liefde, relaties, geluk, vreugde, alles. We zijn zo gek dat ik inmiddels geloof dat je er ze­ker van kunt zijn dat er iets goed mis is als iedereen het ergens over eens is. Ieder goed idee, ieder geweldig idee is bij zijn geboorte van een minderheid, van één persoon. Die man die Jezus Christus heette? Een eenmanspartij. Iedereen zei iets anders dan hij. Boeddha? Een eenmans­partij. Iedereen zei iets anders dan hij. Volgens mij heeft Benrand Russell eens gezegd: 'Ieder geweldig idee begint als blasfemie.' Dat is heel juist en nauwkeurig gezegd. Jul­lie gaan de komende dagen een heleboel blasfemie horen.

22

'Hij heeft godslastering bedreven!' Mensen zijn namelijk gek, ze zijn krankzinnig en hoe eerder je dat ziet, des te beter dat is voor je geestelijke en spirituele gezondheid. Vertrouw ze niet. Vertrouw je beste vrienden niet. Laat je desillusioneren door je beste vrienden. Ze zijn erg slim. Net zoals jij in je interactie met alle andere mensen, hoe­wel je dat waarschijnlijk niet beseft. Ach, je bent zo sluw, en subtiel, en zo geslepen. Je speelt het geweldig.

Ik ben niet erg complimenteus, hè? Maar ik zeg het nog maar een keer: je wilt wakker worden. Je speelt het geweldig. En je beseft het niet eens. Je denkt dat je heel liefhebbend bent. Ha! Wie heb je eigenlijk lief? Zelfs je zelfopoffering geeft je een goed gevoel, nietwaar? 'Ik of­fer mezelf op! Ik leef naar mijn ideaal.' Maar je haalt er toch iets uit? Je haalt altijd iets uit alles wat je doet. Tot je wakker wordt.

Dus hier heb je stap één. Besef dar je niet wakker wilt worden. Het valt niet mee om wakker te worden als je in de posthypnotische waan verkeert dat een stukje oude krant een cheque van een miljoen dollar is. Wat is het toch moeilijk om jezelf los te scheuren van dat stukje oude krant.

23

Page 14: Anthony de Mello - Bewustzijn

Verzaking is ook de oplossing niet

Zodra je aan verzaking doet, houd je jezelf voor de gek.

Wat dacht je daarvan? Je lijdt aan waanvoorstellin­

gen. Wat verzaak je nou eigenlijk? Zodra je iets verzaakt,

zit je voor de rest van je leven vast aan wat je verzaakt. In

India is een goeroe die zegt: 'Telkens als er een prostituee

bij me komt, heeft ze het over niets anders dan God. Ze

zegt dat ze ziek is van het leven dat ze leidt. Ze wil God.

Maar telkens als er een priester bij me komt, heeft hij het over niets anders dan seks.' Goed, als je iets verzaakt, zit je er voor eeuwig aan vast. Als je tegen iets vecht, zit je

er voor altijd aan vast. Zolang je ertegen vecht, verleen je

het macht. De macht die je eraan geeft is evenredig aan

de kracht die je gebruikt om je ertegen te verzetten. Dat geldt ook voor communisme en al het andere. Je

moet je demonen dus 'verwelkomen', want als je ertegen

vecht, geef je ze macht. Heeft niemand je dat ooit ver­

teld? Als je iets verzaakt, zet het je gevangen. De enige

manier om eraan te ontsnappen, is het te doorzien. Niet

verzaken, doorzién. Begrijp zijn werkelijke waarde en

24

je hoeft het niet eens te verzaken; het zal gewoon uit je

handen vallen. Maar natuurlijk zit je vast als je dat niet

ziet, als je gehypnotiseerd bent om te denken dat je niet

gelukkig kunt zijn wnder dit, dat of wat dan ook. Wat

we voor je moeten doen is niet wat de wgenaamde spiri­

tualiteit tracht te doen, namelijk jou wver krijgen dat je

offers brengt en dingen verzaakt. Dat is zinloos. Je blijft

in slaap. We moeten je helpen begrijpen, begrijpen en

nog eens begrijpen. Als je het begreep, zou het verlangen

ernaar domweg ophouden. Zo kun je het ook zeggen:

als je zou ontwaken, wu je het verlangen ernaar gewoon

laten vallen.

25

Page 15: Anthony de Mello - Bewustzijn

Luister en leer af

Sommige mensen worden gewekt door de harde wer­

kelijkheid van het leven. We lijden zoveel dat we wak­ker worden. Maar mensen blijven maar met het leven in botsing komen. Ze blijven slaapwandelen. Ze worden

nooit wakker. Tragisch genoeg komen ze nooit op het

idee dat er misschien nog een andere manier is. Ze ko­

men nooit op het idee dat er misschien een betere manier

is. Maar toch: als jij nog niet voldoende door het leven

door de mangel bent gehaald, en jij hebt nog niet genoeg

geleden, is er een andere manier: luisteren. Ik bedoel niet

dat je het eens moet zijn met wat ik zeg. Dat is geen luis­

teren. Je kunt ervan op aan dat het echt niet uitmaakt of

je het eens of oneens bent met wat ik zeg. Want eens- en

oneens zijn hebben te maken met woorden, concepten

en theorieën. Ze hebben niets met de waarheid te ma­

ken. De waarheid wordt nooit in woorden uitgedrukt.

Waarheid wordt plotseling gezien als gevolg van een be­

paalde houding. Dus je kunt het oneens zijn met me en

toch de waarheid zien. Maar er moet een houding van

26

openheid zijn, van bereidheid om iets nieuws te ontdek­

ken. Dat is belangrijk, niet of je het eens of oneens bent

met me. Tenslotte is het merendeel van wat je van me

krijgt eigenlijk maar theorie. Geen enkele theorie dekt

de werkelijkheid afdoende. Dus ik kan het met jullie niet

over de waarheid hebben, maar wel over obstakels voor

de waarheid. Die kan ik beschrijven. De waarheid kan

ik niet beschrijven. Dat kan niemand. Het enige dat ik

kan doen, is je een beschrijving geven van je dwalingen,

zodat je ze kunt laten vallen. Ik kan alleen je opvattingen

en overtuigingen die je ongelukkig maken ter discussie

stellen. Ik kan je alleen helpen af te leren. Dat is het hele

eieren eten als het om spiritualiteit gaat: afleren, bijna al­

les afleren wat ze je geleerd hebben. Een bereidheid om af

te leren, om te luisteren.

Luister je zoals de meeste mensen om te bevestigen

wat je al dacht? Let op je reacties als ik spreek. Dikwijls

zul je geschrokken, gechoqueerd, verontwaardigd, geïr­

riteerd of gefrustreerd zijn. Of je zegt: 'Geweldig!'

Maar luister je naar een bevestiging van wat je al

denkt? Of luister je om iets nieuws te ontdekken? Dat

is belangrijk. Het valt niet mee voor mensen die slapen.

Jezus, verkondigde het goede nieuws en werd verworpen.

Niet omdat het goed was, maar omdat het nieuw was.

We hebben een hekel aan iets nieuws. We haten het! En

hoe sneller we dat onder ogen zien des te beter. We wil­

len geen nieuwe dingen, vooral niet als ze ons van ons

stuk brengen, vooral niet als ze verandering betekenen.

En helemaal als het betekent dat we: 'Ik had het mis,'

moeten zeggen. Ik herinner me dat ik in Spanje eens een

27

Page 16: Anthony de Mello - Bewustzijn

87-jarige jezuïet ben tegengekomen; dertig, veertig jaar daarvoor was hij in India mijn hoogleraar geweest. En

hij kwam naar een cursus als deze. 'Ik had je zestig jaar geleden moeten horen spreken,' zei hij. 'Jij weet iets. Ik

heb er mijn hele leven naast gezeten.' God, om zoiets te

horen! Dat is nu vertróówen, darnes en heren! Openheid

voor de waarheid, ongeacht waar het je heen voert en als je niet eens weet wat de consequenties zullen zijn. Dat is

vertrouwen. Niét geloof, maar vertrouwen. Jullie geloofs­

overtuiging bezorgt je een heleboel veiligheid, maar ver­

trouwen is onveilig. Je weet het niet. Je bent klaar om te volgen en je bent open, je staat wagenwijd open! Je bent

bereid om te luisteren. En let wel, openstaan betekent niet goedgelovig zijn, her betekent niet dat je alles wat de

spreker zegt voor zoete koek slikt. 0, nee. Je moet alles wat ik zeg ter discussie stellen. Maar dat doe je vanuit een

houding van openheid, niet vanuit koppigheid. Stel het

maar ter discussie. Denk maar aan die prachtige woorden

van Boeddha, toen hij zei: 'Monniken en schriftgeleer­

den moeten mijn woorden niet uit respect accepteren,

maar ze analyseren, zoals een goudsmid goud analyseert, met snijden, schrapen, wrijven en smelten.'

Als je dat doet, luister je. Dan heb je weer een gro­

te stap in de richting van ontwaken gezet. Zoals ik al zei, is de eerste stap bereidheid om toe te geven dat je niet wakker wilt worden, dat je niet gelukkig wilt zijn.

In jou zitten allerlei vormen van weerstand daartegen.

Stap twee is bereidheid om te begrijpen, te luisteren en je hele geloofssysreem ter discussie te stellen. Niet alleen je

religieuze overtuigingen, maar ook je politieke, je maat-

28

schappelijke, je psychologische opvattingen, allemaal.

Bereidheid om ze te herijken, om de metafoor van Boed­dha te gebruiken. En ik zal je ruimschoots de gelegenheid

daartoe geven.

29

Page 17: Anthony de Mello - Bewustzijn

De poppenkast van liefdadigheid

Liefdadigheid is in wezen eigenbelang vermomd als altruïsme. Je zegt dat het heel moeilijk te aanvaarden

is dar er misschien momenten zijn dat je niet onvervalst probeert liefdevol of vol vertrouwen re zijn. Laat me dat eenvoudiger zeggen. Laten we her zo eenvoudig mogelijk maken. Laten we het maar zo bot en extreem mogelijk maken, althans om mee te beginnen. Er zijn twee soorten egoïsme. De eerste soort is als ik mezelf het genoegen doe om mezelf een genoegen te doen. Dat noemen we in her algemeen egocentrisch. De tweede soort is als ik mezelf het genoegen doe om anderen een genoegen te doen. Dat is een subtielere vorm van egoïsme.

De eerste soort ligt erg voor de hand, maar het tweede is verborgen, heel verborgen en daarom gevaarlijker, om­dat we het gevoel krijgen dat we echt geweldig zijn. Maar misschien zijn we toch nier zo geweldig. Je protesteert als

ik dat zeg. Prachtig! U mevrouw, u zegt dat u alleen woont en naar de pas­

torie gaat om een paar uur van uw tijd te geven. Maar u

30

geeft ook toe dat u dat eigenlijk om een egoïstische reden doet. U hebt het nodig, om nodig gevonden te worden, en u weet ook dat u er behoefte aan hebt om zó nodig te zijn dat u het gevoel krijgt dat u een kleine bijdrage aan de wereld levert. Maar u beweert ook dat het tweerich­tingsverkeer is, omdat ze u daarvoor nodig hebben.

U bent bijna verlicht! We hebben iets van u te leren. Jawel. Ze zegt: 'Ik geef iets, ik krijg iets.' Dat is prachtig. Dat is waar. Dat is echt. Dat is geen liefdadigheid, dat is verlicht eigenbelang.

En u meneer, u zegt dat het evangelie van Jezus Chris­tus in ultieme zin een evangelie van eigenbelang is. We bekomen namelijk het eeuwige leven door liefdadigheid. 'Komt rot mij, gezegenden van mijn vader; toen ik hon­

ger had, gaf gij mij te eten,' enzovoort. Volgens u beves­tigt dat helemaal wat ik heb gezegd. Als we naar Jezus

kijken, zegt u, zien we dat zijn daden van barmhartigheid daden van ultiem eigenbelang waren, namelijk om ziel­tjes re winnen voor het eeuwige leven. En daarin ziet u de

hele betekenis van de stootkracht van het leven: het die­nen van het eigenbelang door daden van naastenliefde.

Goed. Maar zier u, u vernachelt de boel een beetje door er godsdienst bij te halen. Dat is legitiem. Dat is geldig. Maar wat vindt u ervan als ik de evangeliën, de bijbel en Jezus tegen het eind van deze retraite behandel? Nu zal ik dit zeggen om de zaak nog ingewikkelder te ma­ken. 'Ik had honger, en u gaf mij te eten. Ik had dorst, en u gaf mij te drinken,' en wat antwoordden ze? 'Wanneer? Wanneer hebben wij dat gedaan? Dat wisten we niet.' Ze waren het zich niet bewust! Soms heb ik de afschuwelijke

31

Page 18: Anthony de Mello - Bewustzijn

fantasie waarin de koning zegt: 'Ik had honger en u gaf me te eten,' en de mensen ter rechterzijde zeggen: 'Dat klopt, Heer, dat wéten we.' 'Ik had het niet tegen jullie,'

zegt de koning. 'Dat staat niet in het script; jullie worden niet geacht het te weten.' Is dat niet boeiend? Maar jullie weten het. Jullie kennen het innerlijke genoegen dat je

ondervindt bij je daden van naastenliefde. Ha! Jawel! Dat

is het tegenovergestelde van iemand die zegt: 'Wat is er zo geweldig aan wat ik heb gedaan? Ik heb iets gedaan,

ik heb iets gekregen. Ik had geen idee dat ik iets goeds

deed. Mijn linkerhand had geen idee wat de rechter uit­

spookte.' Weet je, iets goeds is pas goed als je je er niet

van bewust bent dat je goeddoet. Of, zoals de soefi's zou­

den zeggen: 'Een heilige is iemand tot hij of zij het weet.'

Hij is zich er niet van bewust! Niet bewust! Sommigen zullen daar bezwaar tegen maken. Die zeg­

gen: 'Is het genoegen dat ik beleef aan geven niet het eeu­

wige leven hier-en-nu?' Ik zou het nier weten. Ik noem

'genoegen', genoegen, en anders nier. Althans voorlopig,

tot we straks aan religie toekomen. Maar ik wil dat jullie van meet af aan iets begrijpen, namelijk dat religie niet

- en ik herhaal: niét - per se iets met spiritualiteit uit­

staande hoeft te hebben. Houd godsdienst er voorlopig

alsjeblieft buiten.

Goed, u vraagt: hoe zit het met de soldaat die zich op

een granaat laat vallen om te voorkomen dat er anderen gewond raken? En hoe zit het met de man die in een

vrachtwagen vol dynamiet stapt om daarmee een Ameri­kaanse basis in Beiroet binnen te rijden? Hoe zit het met

hem? 'Een groter liefde dan deze heeft geen mens.' Maar

32

de Amerikanen denken daar anders over. Hij deed het

met opzet. Hij was verschrikkelijk, nietwaar? Maar hij dacht daar anders over, dat kan ik u verzekeren. Hij dacht dat hij naar de hemel ging. Jawel. Net als die soldaat van

u die op die granaat viel.

Ik probeer een beeld te krijgen van een handeling waar geen sprake is van zelf, waar je wakker bent en wat je doet

via jou gebeurt. Jouw daad wordt dan een gebeuren. 'Laat

het door mij gebeuren.' Dat sluit ik niet buiten. Maar als

jij het doet, zoek ik naar egoïsme. Ook al gaat het al­

leen maar om: 'Ik zal als een grote held de geschiedenis

in gaan.' Of: 'Ik zou nooit kunnen leven als ik dit niet deed.' Of: 'Ik zou niet meer met mezelf kunnen leven als

ik wegholde.' Maar onthoud dat ik het andere soort han­deling niet uitsluit. Ik zeg niet dat er geen handelingen

zijn waarbij geen sprake van zelf is. Misschien zijn die er wel. Dat zullen we moeten onderzoeken. Een moeder die

een kind redt; die háár kind redt, zeg je. Maar waarom

redt ze het kind van de buren dan niet? Het gaat om 'haar' kind. Het gaat om de soldaat die sterft voor zijn

land. Veel van dat soort sterfgevallen zitten me dwars.

Ik vraag me af: zijn die het gevolg van hersenspoeling? Marrelaren zitten me dwars. Volgens mij zijn die dikwijls

gehersenspoeld. Moslim-martelaren, hindoe-martelaren, boeddhistische martelaren, christelijke martelaren: ze

zijn gehersenspoeld! Ze lopen rond met het idee dat ze moeten sterven,

dat de dood iets groots is. Ze voelen niets, ze gaan er zo tegenaan. Maar niet allemaal, dus luister goed naar me.

Ik zei: niet állemaal, maar ik zou de mogelijkheid niet

33

Page 19: Anthony de Mello - Bewustzijn

uitsluiten. Een heleboel communisten worden gehersen­

spoeld (dat geloven jullie maar al te graag). Ze worden zo

gehersenspoeld dat ze bereid zijn te sterven. Ik zeg wel

eens tegen mezelf dat het proces dat we gebruiken om bijvoorbeeld een St. Franciscus Xaverius te maken, wel

eens identiek zou kunnen zijn aan het proces dat wordt

gevolgd om terroristen te maken. Je kunt iemand een re­traite van een maand laten doen waar hij brandend van

liefde voor Christus uitkomt, maar zonder een greintje

zelfbewustzijn. Niets. Zo iemand kan knap lastig zijn.

Hij denkt dat hij een grote heilige is. Ik wil geen smet

werpen op St. Franciscus Xaverius, die waarschijnlijk een

groot heilige was, maar hij was een moeilijk mens om mee te leven. Jullie weten dat hij een beroerde overste

was, echt waar! Doe maar een historisch onderzoek. Ig­natius moest altijd tussenbeide komen om alle ellende

weer goed te maken die deze goede man door zijn into­

lerantie aanrichtte. Je moet behoorlijk intolerant zijn om

te bereiken wat hij heeft bereikt. De beuk erin, ongeacht

hoeveel doden er aan de kant van de weg vallen. Dat is

wat sommige critici van St. Franciscus Xaverius nou juist

beweren. Hij placht mensen uit onze orde te stoten, en

die deden dan een beroep op Ignatius, die vervolgens zei:

'Kom maar naar Rome, dan zullen we het erover heb­ben.' En Ignatius loodste ze via de achterdeur weer naar

binnen. Hoeveel zelfbewustzijn was er in die situatie?

Wie zijn wij om te oordelen? We weten het niet.

Ik zeg niet dat er niet zoiets als zuivere motivatie be­

staat. Ik zeg dat alles wat we doen doorgaans uit eigenbe­

lang is. Alles. Als je iets uit liefde voor Christus doet, is

34

dat eigenbelang? Jawel. Als je iets doet uit liefde voor wie

ook, is dat in je eigen belang. Dat moer ik uitleggen.

Stel dat je toevallig in Phoenix woont en vijfhonderd

kinderen per dag te eten geeft. Geeft dar je een goed ge­voel? Nou, zou je denken dat het je een slecht gevoel geeft? Maar dat gebeurt wel eens. En dat is omdat er mensen

zijn die dingen doen opdat ze geen slécht gevoel hoeven

te hebben. En dat noemen ze dan liefdadigheid. Ze han­delen uit schuldgevoel. Dat is geen liefde. Maar goddank,

je doet iets voor mensen en het is aangenaam. Prachtig!

Je bent een gezond individu, omdat je je eigenbelang niet uit het oog verliest. Dat is gezond.

Laar me even samenvatten wat ik over onzelfzuchtige

liefdadigheid heb gezegd. Ik zei dat er twee soorten egoïs­

me zijn. Misschien had ik drie moeten zeggen. Ten eerste

als ik iets doe, of liever gezegd als ik mezelf het genoegen

doe om mezelf een genoegen te doen; ten tweede, als ik

mezelf het genoegen doe door anderen een genoegen te

doen. Wees daar nier trots op. Denk niet dar je een ge­

weldenaar bent. Je bent een heel gewoon iemand, maar je

hebt een verfijnde smaak. Je smaak is goed, maar mist de hoedanigheid van spiritualiteit. Toen je klein was, hield

je van Coca Cola, nu ben je ouder en houd je van een

koud biertje op een warme dag. Nu heb je een betere

smaak. Toen je klein was, hield je van chocolaatjes, nu

ben je ouder en houd je van een symfonie, of geniet je

van een gedicht. Je smaak is verbeterd. Maar niettemin

haal je je genoegen binnen, alleen nu gaar her om her genoegen anderen een genoegen te doen. Dan heb je nog

het derde type, dat het ergst is: als je goed doet om geen

35

Page 20: Anthony de Mello - Bewustzijn

slecht gevoel te krijgen. Het bezorgt je geen goed gevoel

om het te doen; het geeft je een slecht gevoel. Je haat het. Je brengt liefdevolle offers, maar je loopt te mopperen. Ha! Wat weet je toch weinig van jezelf als je denkt dat je

de dingen niet zo doet. Als ik een dollar kreeg voor elke keer dat ik dingen

deed die me een slecht gevoel gaven, zou ik nu miljonair zijn. Je weet hoe dat gaat. 'Kan ik u vanavond spreken,

pater?' 'Ja, kom binnen.' Ik wil hem niet spreken en ik

heb er een hekel aan om met hem te praten. Ik wil dat

tv-programma zien, maar hoe zeg ik hem dat? Ik heb de

moed niet om nee te zeggen. 'Kom binnen,' en ik denk: 0, mijn God, ik zit met die lastpost opgescheept.

Het geeft me geen goed gevoel om met hem te spre­

ken en het geeft me geen goed gevoel om nee te zeggen, dus kies ik de minste van de twee kwaden en zeg ik: 'Oké,

kom maar binnen.' Ik zal blij zijn als dit achter de rug is en als ik mijn glimlach kan afzetten, maar ik begin de sessie met: 'Hoe is het met je?' 'Prima,' zegt hij en hij gaat

maar door over hoe fantastisch hij de cursus vindt, en ik denk: 0, God, wanneer komt hij eens ter zake? Uitein­delijk komt hij ter zake, ik sla hem overdrachtelijk tegen

de muur en zeg: 'Nou, de eerste de beste malloot kan

zo'n probleem oplossen,' en stuur hem weg. Pffi Die ben ik kwijt, zeg ik. De volgende morgen bij het ontbijt ga ik

naar hem toe omdat ik het gevoel heb dat ik onbeleefd tegen hem ben geweest, en vraag: 'Hoe is het nou?' En hij antwoordt: 'Heel goed.' Hij voegt eraan toe: 'Weet u, wat u gisteravond hebt gezegd heeft echt geholpen. Kan ik u

vandaag na de lunch weer spreken?' 0, mijn God!

36

Dat is het ergste soort liefdadigheid, als je iets doet om geen rotgevoel te krijgen. Je hebt het lef niet om te zeggen dat je met rust gelaten wilt worden. Je wilt dat mensen je een goede priester vinden! Als je zegt: 'Ik vind het niet

leuk om mensen te kwetsen,' zeg ik: 'Kom nou! Ik geloof er niets van.' Ik geloof niemand die zegt dat hij of zij het

niet leuk vindt om mensen te kwetsen. We vinden het

heerlijk om mensen te kwetsen, vooral sommige mensen.

We vinden het prachtig. En als iemand anders kwetsend

is, vinden we het helemaal prachtig. Maar we willen zelf niet kwetsen, omdat wijzelf dan gekwetst zullen worden.

Aha, daar hebben we het. Als wij kwetsen, zullen anderen

een slecht beeld van ons krijgen. Ze zullen ons niet aardig vinden, ze zullen kwaad van ons spreken en daar houden

we niet van!

37

Page 21: Anthony de Mello - Bewustzijn

Wat gaat er door je heen?

Het leven is een banket. En het tragische is dat de

meeste mensen omkomen van de honger. Dat is in

wezen waarover ik het heb. Er is een aardig verhaal over

een paar mensen die op een vlot voor de kust van Brazilië

zitten en omkomen van de dorst. Ze hadden geen idee

dat het water waarop ze dreven zoet water was. De rivier

mondde met zo'n kracht uit op zee dat hij een paar ki­

lometer buitengaats reikte, dus werden ze omringd door

zoet water. Maar ze hadden geen idee. Op dezelfde ma­

nier worden wij omgeven door vreugde, geluk en liefde.

De meeste mensen hebben daar geen flauw benul van.

De reden: ze zijn gehersenspoeld. De reden: ze zijn ge­

hypnotiseerd; ze slapen. Stel je een hypnotiseur voor die

iemand op toneel zo heeft gehypnotiseerd, dat hij ziet

wat er niet is, en niet ziet wat er wel is. Daar gaat het al­

lemaal om. Heb berouw en aanvaard het goede nieuws.

Heb berouw! Ontwaak! Huil niet om je zonden. Waarom

zou je huilen om zonden die je in je slaap hebt begaan?

Pleng je tranen om wat je in trance hebt gedaan? Waar-

38

om wil je je met zo iemand identificeren? Word wakker! Word wakker! Heb berouw! Meet je een nieuwe manier

van denken aan. Kijk op een andere manier tegen de din­

gen aan! Want het 'koninkrijk' is al hier! De christen die

dat serieus neemt is een zeldzaamheid. Ik heb je gezegd

dat het eerste wat je moet doen wakker worden is, dat

je onder ogen moet zien dat je het niet leuk vindt om

wakker gemaakt te worden. Je omringt je liever met alle

dingen die je in je hypnotische waan zo kostbaar vindt,

zo belangrijk, zo onmisbaar voor je leven en overleven. In

de tweede plaats: inzicht. Zie in dat je misschien de ver­

keerde ideeën hebt, en dat het die ideeën zijn die je leven

beïnvloeden, die een rotzooitje van je leven maken en je

in slaap houden. Ideeën over liefde, ideeën over vrijheid,

ideeën over geluk enzovoort. En het valt niet mee om te

luisteren naar iemand die de ideeën die je zo dierbaar zijn

aan de kaak stelt.

Er zijn een paar interessante studies naar hersenspoe­ling gedaan. Er is aangetoond dat je gehersenspoeld bent

als je een idee aanneemt, of 'introjecteert', dat niet van

jou is, dat van iemand anders is. En het grappige is dat

je bereid bent om voor dat idee te sterven. Is dat niet cu­

rieus? De eerste test of je gehersenspoeld bent en kampt

met geïntrojecteerde ideeën en overtuigingen, speelt zich

af zodra ze worden aangevallen. Je voelt je verbijsterd, je

reageert emotioneel. Dat is een vrij goed teken - geen

onfeilbaar, maar een vrij goed teken- dat we te maken

hebben met hersenspoeling. Je bent bereid te sterven voor

een idee dat nooit van jou is geweest. Terroristen of zo­

genaamde heiligen nemen een idee over, slikken het met

39

Page 22: Anthony de Mello - Bewustzijn

huid en haar in en zijn bereid ervoor te sterven. Het valt

niet mee om te luisteren als je emotioneel wordt over een

idee. En ook als je er niet emotioneel over wordt, is het

niet makkelijk om te luisteren; je luistert altijd vanuit je

programmering, vanuit je conditionering, vanuit je hyp­

notische staat. Heel vaak interpreteer je alles wat er wordt

gezegd in termen van je hypnotische trance, je conditio­

nering of je programmering. Net als dat meisje dat naar

een lezing over landbouw luistert en zegt: 'Neem me niet

kwalijk, meneer, u weet dat ik het helemaal met u eens

ben dat oude paardenmest de beste mest is. Kunt u ons

vertellen hoe oud het paard, ideaal gesproken, moet zijn?'

Snap je van waaruit ze praat? We hebben allemaal zo onze

posities, nietwaar? En we luisteren ook vanuit die positie.

'Henry, wat ben je veranderd! Vroeger was je zo lang en

nu ben je zo klein. Je had zo'n goed postuur en nu ben

je zo mager. Je was zo blond en nu heb je zulk donker

haar. Wat is er met je gebeurd, Henry?' Zegt Henry: 'Ik

ben Henry niet, ik ben John.' '0, je hebt je naam dus

ook veranderd!' Hoe maak je dat zulke mensen naar je

luisteren?

Luisteren en zien, zijn het moeilijkste wat er is. We

willen niet zien. Denk je dat een kapitalist wil zien wat

er goed is aan het communistische systeem? Denk je dat

een communist wil zien wat er goed en gezond is aan het

kapitalistische systeem? Denk je dat een rijk man naar

arme mensen wil kijken? We willen niet kijken, want als

we dat doen, konden we weleens veranderen. We willen

niet kijken. Als je wel kijkt, verlies je de controle over het

leven dat je met zoveel kunst en vliegwerk bijeen weet te

40

houden. Dus om wakker te worden, is wat je het meest

nodig hebt niet energie, of kracht, of jeugdigheid, of zelfs

een grote intelligentie. Wat je bovenal nodig hebt is be­

reidheid om iets nieuws te leren. De kansen dat je wak­

ker wordt, zijn rechtstreeks evenredig aan de hoeveelheid

waarheid die je aankunt zonder weg te hollen. Hoeveel

ben je bereid op te nemen? Hoeveel van alles wat je dier­

baar is, ben je bereid te laten verpletteren zonder weg te

hollen? In hoeverre ben je bereid om iets te denken wat

jou niet vertrouwd is?

De eerste reactie is angst. Niet dat we bang zijn voor

het onbekende. Je kunt niet bang zijn voor iets wat je

niet kent. Niemand is bang voor het onbekende. Waar je

werkelijk bang voor bent is verlies van het bekende. Daar

ben je bang voor.

Ik heb bijvoorbeeld gesteld dat alles wat we doen

bezoedeld is door egoïsme. Dat is niet makkelijk om te

horen. Maar denk even na, laten we daar wat dieper in­

duiken. Als alles wat je doet, wordt geboren uit eigenbe­

lang- verlicht of anderszins- hoe voel je je dan over al

je naastenliefde en goede daden? Wat gebeurt daarmee?

Hier heb je een oefeningetje. Denk aan alle goede daden

die je hebt verricht, of aan een aantal (want je krijgt maar

een paar seconden). Zie nu in dat ze in werkelijkheid zijn

voortgevloeid uit eigenbelang, of je je dat nu bewust was

of niet. Wat gebeurt er met je trots? Wat gebeurt er met

je ijdelheid? Wat gebeurt er met dat lekkere gevoel dat je

jezelf hebt gegeven, dat schouderklopje, telkens als je iets

deed wat je zo liefdadig vond? Dat gaat plat, nietwaar?

Wat gebeurt er met dat neerkijken op je buurman die je

41

Page 23: Anthony de Mello - Bewustzijn

zo egoïstisch vond? De hele toestand verandert, nietwaar? 'Nou,' zeg je, 'mijn buurman heeft een ordinairdere voor­keur dan ik.' Jij bent de gevaarlijkste van de twee, echt waar. Jezus Christus had meer moeite met mensen als jij, dan met anderen. Veel meer. Hij kreeg altijd last met

mensen die er echt van overtuigd waren dat ze goed wa­ren. Andere typen leken hem helemaal niet zoveel last

te bezorgen, de mensen die openlijk egoïstisch waren en

het wisten. Kun je zien hoe bevrijdend dat is? Hé, word

eens wakker! Het is bevrijdend. Het is heerlijk! Voel je

je gedeprimeerd? Misschien wel. Is het niet heerlijk om te beseffen dat je niet beter bent dan wie ook ter wereld? Is dat niet prachtig? Teleurgesteld? Kijk dan eens wat

we aan het licht hebben gebracht. Wat gebeurt er met je ijdelheid? Je zou jezelf graag het lekkere gevoel geven dat je beter bent dan anderen. Maar zie dan hoe we dat

zelfbedrog aan het licht hebben gebracht!

42

Goed, slecht, of boffen

Mij lijkt egoïsme uit het instinct voor zelfbehoud voort te komen, dat ons diepste en eerste instinct

is. Hoe kunnen we voor egoloosheid kiezen? Het zou

bijna zijn alsof we voor niet-zijn zouden kunnen kiezen.

Voor mij zou het op hetzelfde neerkomen als niet-zijn.

Hoe dan ook, ik zeg: hou op met je schuldig voelen over

egoïsme; we zijn allemaal hetzelfde. Iemand had ooit iets

geweldig moois over Jezus te zeggen. De man was niet

eens een christen. Hij zei: 'Het mooie van Jezus was dat

hij zich thuis voelde onder zondaren, omdat hij begreep dat hij geen haar beter was dan zij.' We verschillen van

anderen - van misdadigers bijvoorbeeld - slechts door

wat we doen of laten, niét in wat we zijn. Het enige ver­schil tussen Jezus en die anderen was dat hij wakker was

en zij niet. Kijk eens naar mensen die de loterij winnen.

Zeggen ze: 'Ik ben zo trots dat ik deze prijs kan accepte­ren, niet voor mezelf, maar voor mijn land en de maat­

schappij.' Is er iemand die zo praat als hij de loterij wint? Nee. Omdat ze geluk gehad hebben; geluk. Dus ze heb-

43

Page 24: Anthony de Mello - Bewustzijn

ben de hoofdprijs in de loterij gewonnen. Is dat iets om trots op te zijn?

Zo is het ook met verlichting; als je die zou berei­

ken, zou dat zijn uit eigenbelang en zou je boffen. Wil je daarin gloriëren? Wat valt er te gloriëren? Kun je niet zien hoe totaal stompzinnig het is om prat te gaan op je

goede daden? De Farizeeër was geen boosaardig mens, hij was dom. Hij was dom, niet kwaadaardig. Hij dacht niet na. Iemand zei een keer: 'Ik durf niet op te houden met

denken, want als ik dat deed, zou ik niet weten hoe ik weer moest beginnen.'

44

Onze illusie over anderen

Dus als je ophoudt met denken, zou je zien dat er uiteindelijk niets is om uots op te zijn. Wat doet

dat met je relatie met andere mensen? Waar klaag je over? Een jongeman kwam eens klagen dat zijn meisje hem

had teleurgesteld, dat ze vals had gespeeld. Wat klaag je?

Had je iets beters verwacht? Verwacht het ergste maar; je hebt met egoïstische mensen te maken. Je bent niet goed

bij je hoofd; je had haar op een voetstuk, nietwaar? Je

dacht dat ze een prinses was, je dacht dat mensen aardig waren. Dat zijn ze niet! Ze zijn niet aardig. Ze zijn net zo slecht als jij; slecht, begrijp je? Ze slapen, net als jij. En

wat denk je dat ze najagen? Hun eigenbelang, net als jij.

Geen enkel verschil. Kun je je voorstellen hoe bevrijdend

het is als je nooit meer gedesillusioneerd wordt, nooit meer teleurgesteld zult zijn? Je zult je nooit meer in de

steek gelaten voelen. Je nooit meer afgewezen voelen. Wil je wakker worden? Zoek je geluk? Wil je vrijheid? Hier

heb je ze: laat je valse ideeën varen. Doorzie mensen. Als je jezelf doorziet, doorzie je iedereen. Dan zul je van ze

45

Page 25: Anthony de Mello - Bewustzijn

houden. Anders breng je je hele leven worstelend, met je

verkeerde ideeën over hen door, met je illusies die con­stant botsen met de werkelijkheid.

Het is waarschijnlijk voor velen onder u te onthut­

send om te begrijpen dat van iedereen, behalve de zeer

zeldzame ontwaakte persoon, verwácht kan worden dat hij egoïstisch is en zijn, of haar eigenbelang najaagt, of

dat nu op een lompe, of een subtiele manier gebeurt.

Dat brengt je ertoe om te begrijpen dat er niets is om je

teleurgesteld over te voelen, niets om gedesillusioneerd

over te zijn. Als je van meet af aan voeling met de wer­kelijkheid had gehouden, zou je nooit teleurgesteld zijn

geweest. Maar je hebt ervoor gekozen om mensen in stra­

lende kleuren af te schilderen; je verkoos mensen niet te

doorzien omdat je verkoos jezelf niet te doorzien. Dus

daarvoor betaal je nu de prijs.

Voordat we het hierover gaan hebben, wil ik je een

verhaal vertellen. Iemand vroeg eens: 'Hoe is het om ver­

licht te zijn? Hoe is het om wakker te zijn?' Het is zoals

die dakloze in Londen die zich opmaakt voor de nacht.

Hij was er amper in geslaagd om een korst brood te vin­

den. Hij komt op de oever van de Thames. Er viel een lichte motregen, dus dook hij in zijn oude, haveloze jas.

Hij wilde net gaan slapen toen er opeens een Rolls Royce

stopte. Er stapt een beeldschone jongedame uit die zegt:

'Arme man, bent u van plan de nacht hier op de oever door te brengen?' En de zwerver zegt: 'Ja.' Ze zegt: 'Dat

wil ik niet hebben. U gaat mee naar mijn huis om com­

fortabel de nacht door te brengen en een goede maal­

tijd te gebruiken.' Ze staat erop dat hij instapt. Goed,

46

ze verlaten Londen en komen in een plaats waar ze een enorme villa met veel land heeft. Ze worden naar bin­

nen begeleid door de butler, tegen wie ze zegt: 'James,

geef hem een kamer in het bediendeverblijf en zorg er­

voor dat hij goed wordt behandeld.' James gehoorzaamt. De jongedame heeft zich uitgekleed en wil net naar bed gaan als ze zich opeens haar logé herinnert. Dus ze trekt

iets aan en loopt door de gang naar het bediendeverblijf.

Ze ziet een streepje licht onder de deur van de kamer

waarin de zwerver is ondergebracht. Ze klopt zachtjes op de deur, doet hem open en treft de man nog wakker. Ze

vraagt: 'Wat is de moeilijkheid, mijn beste man? Hebt u

geen goede maaltijd gehad?' Hij zegt: 'Ik heb nog nooit

zo lekker gegeten, mevrouw.' 'Hebt u het warm genoeg?'

Hij zegt: 'Ja, dit is een heerlijk warm bed.' Vervolgens

zegt ze: 'Misschien hebt u gezelschap nodig. Schuif eens

een eindje op.' Ze komt dichterbij, hij schuift op en valt pardoes in de Thames.

Ha! Dat verwachtte je niet! Verlichting! Verlichting!

Wakker worden. Als je klaar bent om je illusies voor de

werkelijkheid in te ruilen, als je bereid bent om je dromen

voor feiten in te ruilen, zul je het allemaal vinden. Dan begint het leven betekenis te krijgen. Het leven wordt

schitterend. Er is een verhaal over Ramirez. Hij is al oud en woont

in zijn kasteel op de heuvel. Hij kijkt uit het raam (hij is verlamd en bedlegerig) en ziet zijn vijand. Zo oud als hij

is, beklimt zijn vijand de heuvel, leunend op een stok.

Het kost hem ongeveer tweeëneenhalf uur om boven te

komen. Ramirez kan niets uitrichten, want de bedien-

47

Page 26: Anthony de Mello - Bewustzijn

den hebben een vrije dag. Dus zijn vijand komt binnen,

gaat rechtstreeks naar de slaapkamer, steekt zijn hand in

zijn mantel en trekt een pistool. Hij zegt: 'Nu gaan we

eindelijk de rekening vereffenen, Ramirez!' Ramirez doet

zijn uiterste best om hem op andere gedachten te bren­

gen. Hij zegt: 'Kom nou, Borgia, dat kun je niet doen.

Je weet dat ik allang de man niet meer ben die je al die

jaren geleden als jongeling verkeerd heeft bejegend, en

jij bent ook geen jongeman meer. Laat het los!' '0, nee,'

zegt zijn vijand, 'Je mooie woorden zullen me niet van

mijn heilige voornemen afbrengen. Ik wil wraak en er is

niets wat jij daaraan kunt doen.' En Ramirez zegt: 'Wel

waar!' Zijn vijand vraagt: 'Wat dan?' Zegt Ramirez: 'Ik

kan wakker worden.' En dat deed hij. Hij ontwaakte! Zo

is verlichting. Als iemand tegen je zegt: 'Er is niets wat jij

eraan kunt doen,' zeg jij: 'Jawel, ik kan wakker worden!'

Opeens is het leven niet meer de nachtmerrie waarop het

had geleken. Word wakker!

Iemand kwam bij me met een vraag. Wat denk je dar

de vraag was? Hij vroeg: 'Bent u verlicht?' Wat denk je

dar mijn antwoord was? Wat doet dat er nou toe?

Wil je een beter antwoord? Mijn antwoord zou zijn:

'Hoe weet ik dat nou? Hoe weer jij dat nou? Wat doet

her ertoe?' Zal ik je eens wat zeggen? Als je iets te graag

wilt, ben je in grote moeilijkheden. Zal ik je nog eens wat

vertellen? Als ik verlicht was en jij zou naar me luisteren

omdat ik verlicht was, zou je in grote moeilijkheden zijn.

Ben je bereid om te worden gehersenspoeld door iemand

die verlicht is? Je kunt door iedereen gehersenspoeld wor­

den, weet je. Wat maakt het uit of iemand verlicht is of

48

niet? Maar zie je, je wilt op iemand leunen, nietwaar? We

willen op iedereen leunen van wie we denken dat hij er

is. We vinden het heerlijk om te horen dat mensen zijn

aangekomen. Het geeft ons hoop, niet dan? Waar wil je

op hopen? Is dat niet een andere vorm van verlangen?

Je wilt hopen op iets beters dan wat je momenteel

hebt, nietwaar? Anders zou je niet hopen. Maar aan de

andere kant ben je vergeten dat je alles op dit moment

al hebt, en je weet het niet. Waarom richt je je niet op

het nu, in plaats van te hopen op betere tijden in de toe­

komst? Waarom niet het nu begrijpen in plaats van het te

vergeten en op de toekomst te hopen? Is de toekomst niet

gewoon de zoveelste valkuil?

49

Page 27: Anthony de Mello - Bewustzijn

Zelfobservatie

De enige manier waarop iemand je kan helpen, is door vraagtekens te zetten bij je opvattingen. Als je

bereid bent te luisteren en bereid bent te worden uitge­

daagd, is er wel iets wat je kunt doen, maar niemand kan je helpen. Wat is het allerbelangrijkste? Dat heet zelfob­

servatie. Daar kan niemand je bij helpen. Niemand kan je een methode aanreiken. Niemand kan je een techniek

laten zien. Zodra je een techniek gaat hanteren, ben je weer geprogrammeerd. Maar zelfobservatie - jezelf in de

gaten houden- is belangrijk. Het is niet hetzelfde als na­

velstaren. Navelstaren is met jezelf gepreoccupeerd zijn, als je je druk maakt om jezelf, als je je zorgen maakt om

jezel( Ik heb het over zelfobservátie. Wat is dat? Het be­tekent dat je alles in jezelf en om je heen zoveel mogelijk

in de gaten houdt alsof het iemand anders overkomt. Wat betekent die laatste zin? Die wil zeggen dat je datgene

wat je overkomt niet persoonlijk opvat. Het wil zeggen dat je de dingen bekijkt alsof je er helemaal niets mee te

maken hebt.

50

De reden dat je gebukt gaat onder je depressie en je angs­ten is dat je je ermee identificeert. Je zegt: 'Ik heb een de­pressie.' Maar dat is niet juist. Jij bent niet gedeprimeerd. Als je nauwkeurig wilt zijn, kun je zeggen: 'Ik ervaar mo­menteel een depressie.' Maar je kunt moeilijk zeggen: 'Ik

ben gedeprimeerd.' Jij bent je depressie niet. Dat is maar

een merkwaardig trucje van het denken, een curieuze il­lusie. Je hebt jezelf onbewust in de waan gebracht dat jij

je depressie bént, dat jij je zorgen bént, dat jij de vreugde

en opwinding die je ervaart bént. 'Ik ben verrukt!' Je bent helemaal niet verrukt. Verrukking kan zich momenteel

in je afspelen, maar wacht maar: ze zal veranderen; ze is niet duurzaam; dat is ze nooit; ze blijft maar veranderen,

dat doet ze altijd. Wolken komen en gaan; sommige zijn zwart, andere wit, sommige zijn groot, andere klein. Als

we de analogie volhouden, ben jij de hemel, die de wol­ken observeert. Je bent een passieve, onthechte waarne­mer. Dat is een schok, vooral voor iemand in de westerse

cultuur. Je bemoeit je er niet mee. Niet tussenbeide ko­

men. Niet 'sleutelen'. Gadeslaan! Observeren! De moeilijkheid met mensen is, dat ze hun handen

vol hebben met het sleutelen aan dingen die ze niet eens begrijpen. We zijn altijd maar met dingen aan het sleu­

telen, nietwaar? Het komt nooit in ons op dat er niet gesleuteld hoeft te worden. Echt niet. Dit is de grote

verlichting. Dingen moeten worden begrepen. Als je ze begreep, zouden ze veranderen.

51

Page 28: Anthony de Mello - Bewustzijn

Gewaarzijn zonder alles

te willen evalueren

"'\VJil je de wereld veranderen? En als je eens bij je­W zelf begon? Als je eerst jezelf eens transformeerde?

Maar hoe bereik je dat? Door observatie. Door inzicht. Zonder tussenkomst of oordeel van jouw kant. Want je kunt niet begrijpen wat je beoordeelt.

Als je over iemand zegt: 'Hij is communist,' heb je op datzelfde moment een punt achter je inzicht gezet. Je hebt er een etiket op geplakt. 'Zij is een kapitalist.' Het begrijpen komt tot stilstand. Je hebt een etiket op haar geplakt en als dat etiket een ondertoon van goed­of afkeuring draagt, is het nog erger! Hoe wil je in he­

melsnaam begrijpen wat je afkeurt, of voor hetzelfde geld wat je goedkeurt? Dit alles klinkt zeker als berich­

ten uit een andere wereld? Geen oordeel, geen commen­taar, geen vooringenomenheid: je observeert domweg, je bestudeert, je slaat gade, zonder het verlangen om te veranderen wat-is. Want als je wat-is wil veranderen in wat je vindt dat zou-moeten-zijn, is het begrijpen opge­houden. Een hondentrainer probeert een hond zodanig

52

te begrijpen dat hij de honden bepaalde trucjes kan la­ten doen. Een geleerde slaat het gedrag van mieren gade zonder andere agenda dan de studie van mieren, om er zoveel mogelijk over te weten te komen. Een ander doel heeft hij niet. Hij probeert ze niet te trainen of er iets uit te halen. Hij heeft belangstelling voor mieren, hij wil er zoveel mogelijk over te weten komen. Dat is zijn instel­ling. Zodra je die houding aanneemt, zul je een mirakel beleven. Je zult veranderen, moeiteloos, en ten goede. Verandering zal zich voltrekken; je hoeft haar niet teweeg

te brengen. Naarmare het leven van bewustzijn z'n intrek in je duisternis neemt, zal alles wat boosaardig is verdwij­nen en alles wat goed is gevoed worden. Dat zul je zelf moeten ervaren.

Maar dat vergt een gedisciplineerde geest. En als ik gedisciplineerd zeg, heb ik het niet over inspanning. Dan

heb ik het over iets anders. Heb je ooit naar atleten geke­

ken? Hun hele leven bestaat uit sport, maar wat leiden ze een gedisciplineerd bestaan. En kijk maar naar een rivier die naar de zee stroomt. Hij bouwt zijn eigen oevers. Als er iets in jou is dat in de goede richting stroomt, schept

het zijn eigen discipline zodra je wordt gebeten door het insect van bewustzijn. 0, dat is zo prachtig! Het is het mooiste ter wereld; het belangrijkste, het heerlijkste. Niets ter wereld is zo belangrijk als ontwaken. Niets! En

natuurlijk is het op zijn eigen manier ook discipline. Er is niets zo verrukkelijk als bewustzijn. Of zou je

liever in duisternis willen leven? Zou je liever handelen zonder bewustzijn van je handelingen, spreken zonder je bewust te zijn van je woorden? Zou je liever naar mensen

53

Page 29: Anthony de Mello - Bewustzijn

luisteren zonder je bewust te zijn van wat je hoort, of din­gen zien zonder je bewust te zijn van waar je naar kijkt? De grote Soeraces heeft gezegd: 'Het onbewuste leven is niet de moeite waard om geleefd te worden.' Dat is een waarheid die voor zichzelf spreekt. De meeste mensen le­ven niet bewust. Ze leven mechanisch, met mechanische gedachten - doorgaans van iemand anders - met mecha­nische emoties, mechanische handelingen, mechanische reacties. Wil je weren hoe mechanisch je in werkelijkheid bent? 'Goh, wat heb je een mooi hemd.' Je krijgt een goed gevoel als je dar hoort. Vanwege een overhemd no­rabene! Er komen mensen naar mijn centrum in India en ze zeggen: 'Wat een prachtige plek, wat een mooie bomen [waar ik helemaal niet verantwoordelijk voor ben] wat een heerlijk klimaat.' En ik begin me al aardig goed te voelen tot ik mezelf betrap en zeg: 'Hé, heb je ooit zoiets stoms meegemaakt?' Ik ben niet verantwoordelijk voor die bomen; ik was niet verantwoordelijk voor de keus van locatie. Ik heb het weer niet besteld; het gebeurde gewoon. Maar 'ik' kwam ertussen, dus voel ik me goed. Ik voel me goed over 'mijn' cultuur en 'mijn' land. Kan het nog dommer? Ik meen het. Ze zeggen me dat mijn geweldige Indiase cultuur al die mystici heeft opgeleverd. Die heb ik niet gemaakt. Ik ben er niet verantwoordelijk voor. Of ze zeggen: 'Dat land van jou met al die armoede; ik ga ervan over m'n nek.' Ik schaam me .. Maar die heb ik niet gecreëerd. Wat is er aan de hand? Heb je er ooit bij stilgestaan? Ze zeggen tegen je: 'Ik vind je erg char­mant.' Je voelt je geweldig. Je krijgt een positieve aai. Zo noemen ze dat in: 'Ik ben oké, jij bent oké.' Ik ga ooit

54

een boek schrijven dat heet: 'Ik ben een eikel, jij bent een eikel.' Dat is het meest bevrijdende, het mooiste wat er is, als je openlijk bekent dat je een eikel bent. Heerlijk. Als mensen tegen me zeggen: 'Je hebt het mis', kan ik zeggen: 'Wat verwacht je anders van een eikel?'

Ontwapenen, iedereen moet ontwapend worden, door de ultieme bevrijding van: ik ben een eikel, jij bent een eikel. Meestal gaat het zo: ik druk een knop in en je gaat omhoog, ik druk een andere knop in en je gaat omlaag. En dat vind je lekker. Hoeveel mensen ken je die zich niets gelegen laten liggen aan lof of blaam? Dat is niet menselijk, zeggen we dan. Menselijk wil kennelijk zeggen dat je een aapje moet zijn, zodat men aan je staart kan trekken om je te laten doen wat je hóórt te doen. Maar is dat menselijk? Als je mij charmant vindt, wil dat alleen zeggen dat jij nu in een goed humeur bent, anders niet.

Het betekent ook dat ik op je boodschappenlijstje pas. We hebben allemaal een boodschappenlijstje en het is net alsof er aan dat lijstje voldaan moet worden; groot, eh, donker, eh, knap, volgens mijn smaak. 'Ik hou van de klank van zijn stem.' Je zegt: 'Ik ben verliefd.' Je bent niet verliefd, rare eikel. Telkens als je verliefd bent- en ik aarzel om dit te zeggen- ben je wel bijzonder stompzin­nig. Ga zitten en kijk wat er met je gebeurt. Je holt weg van jezelf. Je wilt vluchten. Iemand heeft eens gezegd: 'Ik dank God voor de werkelijkheid, én voor de moge­lijkheid eraan te ontsnappen.' Dus dat is wat er gebeurt. We zijn zo mechanisch, zo beheerst. We schrijven boeken

1

over zelfbeheersing en over hoe mooi het is om beheerst te zijn en hoe nodig het is dat mensen tegen je zeggen dat

55

Page 30: Anthony de Mello - Bewustzijn

je oké bent, en vervolgens heb je een goed gevoel over jezelf. Wat is het toch heerlijk om in de gevangenis te zit­ten! Of zoals iemand gisteren tegen me zei, om in je kooi te zitten. Vind je het leuk om gevangen te zitten? Vind je het leuk om beheerst te zijn? Ik zal je eens war zeggen: als je ooit toestaat om je goed te voelen als mensen tegen je zeggen dat je oké bent, bereid je je voor om je rot re voelen als ze zeggen dat je niet oké bent. Zolang je leeft om aan de verwachtingen van andere mensen re voldoen, kun je maar beter opletten hoe je je kleedt, hoe je je haar kamt, of je schoenen wel gepoetst zijn, kortom, of je wel voldoet aan al die verrekte verwachtingen van ze. Noem je dat menselijk?

Dat zul je ontdekken als je jezelf observeert! Je zult van afgrijzen vervuld worden! Feit is dat je noch oké bent, noch niet-oké. Misschien pas je in de huidige stem­ming of trend, of mode! Betekent dat, dat je oké bent geworden? Hangt je okéheid daarvan af? Hangt die af van war mensen van je vinden? Volgens die maatstaven moet Jezus Christus behoorlijk niet-oké zijn geweest. Je bent oké, noch niet-oké. Jij bent gewoon jij. Ik hoop dat dit de grote ontdekking zal worden, althans voor een aantal van jullie. Als drie of vier van jullie gedurende deze dagen die we samen doorbrengen tot die ontdekking ko­men, nou, dat zou schitterend zijn! Buitengewoon! Hou op met al dat oké-gedoe en niet-oké-gedoe; zet een punt achter al dat oordelen en observeer gewoon maar, kijk. Je zult grote ontdekkingen doen. Die ontdekkingen zullen je veranderen. Je zult daar niet de geringste moeite voor hoeven doen, neem dat maar van mij aan.

56

Dat doet me denken aan die vent in Londen na de oor­log. Hij zit in de bus met een pak op schoot dat in bruin papier is verpakt; het is een groot, zwaar object. De bus­conducteur komt naar hem toe en vraagt: 'Wat hebt u daar op schoot?' En de man zegt: 'Dit is een niet-geëx­plodeerde bom. Die hebben we opgegraven in de tuin en ik breng hem naar het politiebureau.' De conducteur zegt: 'Die moet u niet op schoot houden. Leg hem maar onder uw stoel.'

Psychologie en spiritualiteit zoals we die doorgaans begrijpen, halen de bom van je schoot en leggen hem onder je stoel. Ze lossen niet echt je problemen op. Ze ruilen je problemen in voor andere. Is je dat nooit o'p­gevallen? Je had een probleem, en nu ruil je dat in voor een ander probleem. Dat zal altijd zo blijven tot je het probleem hebt opgelost dat 'jij' heet.

57

Page 31: Anthony de Mello - Bewustzijn

De illusie van beloning

Voordat het zover is, komen we nergens. De grote

mystici en meesters van het oosten zullen vragen:

'Wie ben jij?' Vele mensen denken dat de belangrijkste

vraag ter wereld is: 'Wie is Jezus Christus?' Mis!

Velen denken dat die vraag luidt: 'Bestaat God?' Mis!

Velen denken dat die vraag is: 'Bestaat er leven na de

dood?' Fout! Niemand schijnt te worstelen met de vraag:

is er wel leven vóór de dood? Maar in mijn ervaring zijn

het juist de mensen die niet weten wat ze met dit leven

aan moeten die helemaal warm lopen voor, en zich zor­

gen maken over wat ze met dat ándere leven gaan doen.

Eén blijk dat je wakker bent, is dat het je geen ruk kan

schelen wat er in het volgende leven met je gaat gebeu­

ren. Het houdt je niet bezig, het kan je niets schelen. Je hebt er geen belangstelling voor, punt.

Weet je wat het eeuwige leven is? Je denkt dat het

eeuwigdurend leven is. Maar je eigen theologen zullen

je vertellen dat dit krankzinnig is, want eeuwigdurend is

nog steeds binnen de tijd. Het is tijd die eeuwigdurend

58

is. Eeuwig betekent tijdloos, zonder tijd. Het menselijk denken kan dat niet begrijpen. Het menselijk denken

kan tijd begrijpen en ontkennen. Wat tijdloos is, ligt bui­

ten ons begripsvermogen. Toch vertellen de mystici ons

dat de eeuwigheid nu plaatsvindt. Vind je dat geen goed nieuws? Het is nu. Mensen zijn zo van hun stuk als ik zeg

dat ze hun verleden moeten vergeten. Ze zijn zo trots op

hun verleden. Of ze schamen zich er zo voor. Ze zijn gek!

Gewoon laten vallen! Als je hoort: 'Heb berouw over je

verleden,' moet je beseffen dat dit een grote, religieuze

afleidingsmanoeuvre tegen ontwaken is. Wakker worden!

Dat is wat 'heb berouw' betekent. Niet dat je moet we­

nen om je zonden. Word wakker! Begrijp, hou op met

dat gejank. Begrijp! Word wakker!

59

Page 32: Anthony de Mello - Bewustzijn

Jezelf vinden

De grote meesters zeggen dat de belangrijkste vraag

ter wereld is: 'Wie ben ik?' Of liever gezegd: 'Wat

is ik?' Wat is dat ding dat 'ik' heet? Wat is dat ding dat

'zelf' heet? Bedoel je dat je al het andere ter wereld hebt

begrepen, maar dat niet? Je bedoelt dat je astronomie begrijpt en zwarte gaten en quasars en computerweten­

schap en je weet niet wie je bent? Jeetje, je slaapt nog

steeds. Je bent een slapende geleerde. Je bedoelt dat je

Jezus Christus hebt begrepen? Wie is degene die het begrijpen doet? Kom daar eerst maar eens achter. Dat

is de basis van alles nietwaar? Omdat we dit niet heb­ben begrepen, zitten we met al die domme mensen die betrokken zijn bij al die domme godsdienstoorlogen;

moslims tegen joden, protestanten tegen katholieken en

al die andere onzin. Zij weten niet wie zij zijn, want als

ze dat wel wisten, zouden er geen oorlogen zijn. Zo­

als dat kleine meisje dat aan dat kleine jongetje vraagt:

'Ben jij Anglicaans?' En hij zegt: 'Nee, wij zijn van een andere gekte.'

60

Maar nu wil ik graag de nadruk op zelfobservatie leggen. Je luistert naar mij, maar vang je behalve mijn stem ook andere geluiden op? Ben je je bewust van jóuw reacties als

je naar me luistert? Zo niet, dan word je gehersenspoeld. Of anders word je beïnvloed door krachten bij jou van­

binnen waarvan je je totaal niet bewust bent. En al ben

je je wel bewust van je reacties op wat ik zeg, weet je dan

ook waar je reactie vandaan komt? Misschien luister je

helemaal niet naar me; misschien luistert je pappie naar

me. Denk je dat dat mogelijk is? Natuurlijk is het dat. Keer op keer kom ik in mijn therapiegroepen mensen

tegen die er helemaal niet zijn. Hun papa is daar, hun

mama is daar, maar zij zijn er niet. Ze zijn er nooit ge­

weest. 'Ik leef nu, niet ik, maar mijn papa leeft in mij.' Nou, dat is absoluut en letterlijk waar. Ik zou je onder­

deel voor onderdeel kunnen ontleden en vragen: 'Goed,

deze zin, komt die van papa, mama, oma, opa of iemand anders?'

Wie woont er in jou? Het is nogal ijzingwekkend als

je daaracheer komt. Je denkt dat je vrij bent, maar er is

waarschijnlijk geen gebaar, gedachte, emotie, houding

of overtuiging die niet van iemand anders komt. Is dat niet vreselijk? En je beseft het niet. Ik heb het over een

mechanisch leven, dat in je is geramd. Je hebt sterke

gevoelens over bepaalde dingen en je denkt dat jij het

bent die deze sterke gevoelens heeft, maar is dat echt zo?

Het zal een heleboel aandacht vergen om te begrijpen dat wat jij 'ik' noemt, gewoon een conglomeraat is van je vroegere ervaringen, van je conditionering en je pro­

grammering.

61

Page 33: Anthony de Mello - Bewustzijn

Dat is pijnlijk. Het is in feite zo dat je een heleboel pijn zult ervaren als je begint wakker te worden. Het is pijn­lijk om je illusies verpletterd te zien worden. Alles wat je had gedacht te hebben opgebouwd breekt af en dat doet pijn. Dat is wat berouw behelst, dat is wat ontwa­ken inhoudt. Dus wat dacht je ervan om één minuut uit te trekken, daar waar je nu zit, om je, terwijl ik praat, bewust te zijn van wat je in je lichaam voelt, van wat er in je hoofd gebeurt en van je emotionele staat? Wees je bewust van dit schoolbord, als je ogen open zijn, en van de kleur van deze muren en het materiaal waarvan ze zijn gemaakt. Wees je bewust van mijn gezicht en jouw reactie op mijn gezicht. Je hébt namelijk een reactie, of je je die nu bewust bent of niet. En het is waarschijnlijk niet jouw reactie, maar een geconditioneerde reflex. En wat dacht je van je bewustzijn van een aantal dingen die ik net heb gezegd, hoewel dat geen bewustzijn zou zijn, omdat dat nu gewoon geheugen is.

Wees je bewust van je aanwezigheid in deze ruimte. Zeg tegen jezelf: 'Ik ben in deze ruimte.' Het is net alsof je buiten jezelf bent en naar jezelf kijkt. Let op een enigszins ander gevoel dan wanneer je naar dingen in de kamer zou kijken. Later zullen we vragen: wie is deze persoon die kijkt? Ik kijk naar mij. Wat is 'ik'? Wat is 'mij'? Voorlopig volstaat het dat ik mezelf gadesla, maar als je merkt dat je jezelf veroordeelt, of juist prijst, hou dan niet op met de veroordeling, of de lof, maar volg die gewoon. Ik veroor­deel mij; ik keur mezelf af; ik keur mezelf goed. Gewoon kijken, punt. Niets proberen te veranderen! Niet zeggen: '0, dit mocht ik juist niet doen.' Gewoon kijken naar

62

wat zich afspeelt. Zoals ik al eerder heb gezegd, betekent zelfobservatie kijken, observeren wat er zich in jezelf en om je heen afspeelt, alsof het iemand anders overkomt.

63

Page 34: Anthony de Mello - Bewustzijn

Je uitkleden tot je naakte 'ik'

Nu stel ik een andere oefening voor. Neem een stuk

papier en geef een beknopte beschrijving van jezelf.

Bijvoorbeeld: zakenman, priester, menselijk wezen, ka­

tholiek, jood, maakt niet uit.

Ik heb gemerkt dat sommige mensen dingen op­

schrijven als productief, zoekende pelgrim, competent, levendig, ongeduldig, evenwichtig, flexibel, verzoener,

minnaar, lid van het menselijke ras, overdreven gestruc­

tureerd. Dat is de vrucht van zelfobservatie, neem ik aan.

Alsof je iemand anders gadeslaat.

Maar let op het feit dat er een 'ik' is die 'mij' obser­veert. Dat is een interessant verschijnsel dat filosofen, mystici, geleerden en psychologen door de eeuwen heen

mateloos heeft gefascineerd, dat er een 'ik' is dat 'mij'

kan observeren. Het schijnt dat dieren dat helemaal niet kunnen. Het schijnt dat er een zekere hoeveelheid intelli­

gentie voor komt kijken. Wat ik je nu ga vertellen is geen

metafYsica; het is geen filosofie. Het is zuivere observatie en gezond verstand. De grote mystici van het oosten ver-

64

wijzen in werkelijkheid naar dat 'ik', niet naar dat 'mij'.

Een aanral van die mystici zegt dat we eerst beginnen met dingen, met bewustzijn van dingen; vervolgens gaan we verder met bewustzijn van gedachten, (die vormen het

'mij') en uiteindelijk belanden we bij het bewustzijn van

de denker. Dingen, gedachten, denker. Wat we werkelijk

zoeken is de denker. Kan de denker zichzelf kennen? Kan

ik weten wat het 'ik' is? Sommige mystici antwoorden:

'Kan het mes zichzelf snijden? Kan het gebit zichzelf bij­

ten? Kan het oog zichzelf zien? Kan je 'ik' zichzelf ken­

nen? Maar momenteel houd ik mezelf bezig met iets wat

veel praktischer is en dat is vaststellen wat het 'ik' niét is.

Ik zal zo langzaam mogelijk gaan, omdat de consequen­

ties verpletterend zijn. Schitterend of angstaanjagend, af­hankelijk van je perspectief.

Luister. Ben ik mijn gedachten? De gedachten die ik

denk? Nee. Gedachten komen en gaan; ik ben niet mijn

gedachten. Ben ik mijn lichaam? Er wordt gezegd dat

er elke minuut miljoenen lichaamscellen verwisseld of

vernieuwd worden, zodat er na zeven jaar geen enkele

levende cel meer in ons lichaam te vinden is die daar ze­

ven jaar daarvoor ook zat. Cellen komen en gaan. Cellen

worden geboren en sterven. Maar 'ik' lijkt te blijven. Dus

ben ik mijn lichaam? Blijkbaar niet!

'Ik' is iets anders, en meer dan het lichaam. Je kunt

zeggen dat het lichaam deel uitmaakt van 'ik', maar het

is wel een veranderlijk onderdeel. Het blijft maar op

weg, het blijft veranderen. We hebben er één naam voor,

maar het verandert voortdurend. Net zoals we één naam hebben voor de Niagara-watervallen, maar die bestaan

65

Page 35: Anthony de Mello - Bewustzijn

uit water dat voortdurend verandert. We gebruiken een

naam voor een eeuwig veranderende werkelijkheid. En mijn naam dan? Is 'ik' mijn naam? Blijkbaar niet,

want ik kan mijn naam veranderen zonder het 'ik' te ver­

anderen. Hoe zit het met mijn loopbaan? En mijn opvat­

tingen? Ik zeg dat ik katholiek of jood ben; is dat een

wezenlijk onderdeel van 'ik'? Als ik van de ene godsdienst

op de andere overstap, verandert dat 'ik' dan? Heb ik een

nieuw 'ik' of heeft hetzelfde 'ik' de overgang gemaakt?

Met andere woorden: is mijn naam een wezenlijk onder­

deel van mij, of van het 'ik'? Is mijn godsdienst een wezen­lijk onderdeel van het 'ik'? Ik heb verteld over dat kleine

meisje dat aan het jongetje vroeg of hij Anglicaan was.

Nou, iemand heeft me een ander verhaal verteld, over Paddy. Paddy liep op straat in Belfase en voelt opeens hoe

er een pistool tegen zijn achterhoofd wordt gezet en een

stem vraagt: 'Ben je katholiek of protestant?' Goed, Pad­

dy moet erg snel nadenken. Hij zegt: 'Ik ben een jood.'

De stem zegt: 'Ik moet wel de fortuinlijkste Arabier in heel Belfase zijn.' We vinden etiketten belangrijk. 'Ik ben

republikein,' zeggen we. Maar ben je dat echt? Je kunt

niet bedoelen dat je een ander 'ik' krijgt als je van de ene op de andere partij overstapt. Is dat niet hetzelfde oude

'ik' met een nieuwe politieke overtuiging? Ik herinner me een man die aan een vriend vraagt: 'Ga je republikeins stemmen?' De vriend zegt: 'Nee, ik wil democratisch

stemmen. Mijn vader was democraat, mijn grootvader

was democraat en mijn overgrootvader ook.' De man zegt: 'Dat is een idiote logica. Ik bedoel, als je vader een

paardendief was, je grootvader ook en je overgrootvader

66

ook, wat zou jij dan zijn?' De vriend antwoordt: 'Nou, dan zou ik republikein zijn.'

We investeren zoveel tijd van ons leven in het reageren

op etiketten, die van onszelf en die van anderen. We iden­tificeren de etiketten met het 'ik'. Katholiek en protestant

zijn veelgehoorde etiketten. Er was eens een man die naar

een pastoor ging en zei: 'Meneer pastoor, ik wil dat u een

mis opdraagt aan mijn hond.' De priester was verontwaar­

digd. 'Hoe bedoel je, een mis voor je hond?' Zei de man:

'Het gaat om mijn huisdier. Ik heb veel van die hond

gehouden en ik zou graag zien dat u een mis aan hem

opdroeg.' De pastoor zei: 'Wij dragen hier geen mis aan

honden op. U kunt het proberen bij het kerkgenootschap een eindje verderop. Vraag daar maar of ze een dienst voor

een hond willen opdragen.' De man nam afscheid en zei:

'Jammer. Ik heb echt veel van die hond gehouden. Ik was

van plan een vergoeding van een miljoen dollar aan te

bieden voor de mis.' En de priester zei: 'Wacht eens even,

u hebt niet gezegd dat uw hond katholiek was.'

Als je verstrikt bent in etiketten, wat hebben die dan voor waarde wat het 'ik' aangaat? Kunnen we zeggen dat

het 'ik' geen van de etiketten is, die we erop plakken?

Etiketten horen bij het 'mij'. Wat constant verandert,

is 'mij'. Verandert het 'ik' ooit? Feit is dat alle etiketten

die je maar kunt verzinnen (behalve misschien menselijk

wezen) betrekking hebben op 'mij'. Het 'ik' is geen van

die dingen. Dus als je buiten jezelf treedt om het 'mij' te

observeren, identificeer je je niet meer met 'mij'. Lijden

kan zich voordoen in 'mij', dus als je 'ik' identificeert met 'mij', begint het lijden.

67

Page 36: Anthony de Mello - Bewustzijn

Stel dat je bang bent, verlangens koestert of zorgen hebt.

Als 'ik' zich niet identificeert met geld, of naam, of na­

tionaliteit, of personen, of vrienden, of wat voor hoeda­

nigheid ook, wordt het 'ik' nooit bedreigd. Het kan heel

actief zijn, maar het wordt niet bedreigd. Denk maar aan

iets wat je pijn, angst of zorgen heeft gebaard, of dat nog

doet. Ten eerste: kun je zien dat zich onder dat lijden

een verlangen verschuilt? Dat er iets is waar je vurig naar

verlangt, anders zou je niet lijden? Wat is dat verlangen?

In de tweede plaats is dat niet zomaar een verlangen; er is ook sprake van identificatie. Je hebt jezelf op de een of

andere manier wijsgemaakt dat het welzijn van 'ik' -bijna

het hele bestaan van 'ik'- met dat verlangen gemoeid is. Alle lijden wordt veroorzaakt doordat ik mezelf met iets

identificeer, of dat nu in mij, of buiten mij is.

68

Negatieve gevoelens naar anderen

Op een van mijn conferenties maakte iemand de vol­

gende opmerking: 'Ik wil iets prachtigs dat mij is

overkomen met u delen. Ik was naar de bioscoop geweest

en kort daarop moest ik werken, en met drie mensen in

mijn leven had ik echt grote moeite. Dus ik zei, oké, ik ga eens buiten mezelf treden, net zoals ik in die film heb ge­

zien. Een paar uur lang zag ik mijn gevoelens onder ogen hoe negatief ik me tegenover die drie mensen voelde. Ik

zei: ik heb echt een hekel aan die lui. En ik zei: 'Jezus, wat

kun je aan al die dingen doen?' Een poosje later begon ik

te huilen toen ik besefte dat Jezus juist voor die mensen

was gestorven, en dat ze het trouwens toch niet konden

helpen dat ze zo waren. Die middag moest ik naar kan­

toor, waar ik met die mensen heb gesproken. Ik heb ze

verteld wat mijn problemen waren, en ze waren het met

me eens. Ik was niet boos op hen en ik had geen hekel

meer aan hen.'

Zodra je een negatief gevoel hebt jegens iemand, leef

je in een illusie. Dan is er iets ernstig mis met jou. Je ziet

69

Page 37: Anthony de Mello - Bewustzijn

de werkelijkheid niet. Iets in jou moet veranderen. Maar wat doen we meestal met onze negatieve gevoelens? 'Hij heeft de schuld, zij heeft de schuld. Zij moet veranderen.' Niet waar! Met de wereld is niets mis. Jij bent degene die moet veranderen.

Een van jullie heeft me een verhaal verteld over zijn werk in een inrichting. Tijdens een stafvergadering zei iemand: 'Het eten hier is niet om te vreten.' En de vaste diëtiste ontplofte. Zij had zich met het eten geïdentifi­ceerd. Ze zei: 'Wie het eten aanvalt, valt mij aan. Ik voel me bedreigd.' Maar het 'ik' wordt nooit bedreigd; het is alleen het 'mij' dat wordt bedreigd.

Maar gesteld dat je getuige bent van iets wat zonder meer onrechtvaardig is, iets wat overduidelijk en objec­

tief gezien verkeerd is. Is het dan geen goede reactie om te zeggen dat het niet zou mogen gebeuren? Zou je op de een of andere manier een verkeerde situatie niet recht willen zetten? Iemand verwondt een kind, je ziet dat het wordt mishandeld. Hoe zit het met dergelijke dingen? Hopelijk ga je er niet van uit dat ik bedoel dat je niets mag doen. Ik heb gezegd dat je zonder negatieve gevoelens effectiever zou zijn, véél effectiever. Want als er negatieve gevoelens meespelen, word je blind. 'Mij' stapt in beeld en alles wordt verknald. Waar we eerst één probleem hadden, hebben we er nu twee. Veel mensen maken de vergis­sing dar je niets aan een bepaalde situatie doet als je geen negatieve gevoelens als woede en afkeer en haat hebt. 0,

nee, nee, nee! Je bent niet emotioneel aangedaan, maar je komt wel in actie. Je wordt erg gevoelig voor mensen en dingen om je heen. War de gevoeligheid doodt, is wat

70

veel mensen het geconditioneerde zelf noemen: als je je zozeer identificeert met 'mij' dat er te veel 'mij' in de weg zit om de dingen objectief en onthecht re kunnen zien. Het is erg belangrijk dat je de dingen onthecht kunt zien als je in actie komt. Negatieve emoties steken daar een stokje voor.

Hoe zouden we dan het soort hartstocht noemen dat energie motiveert en activeert om iets aan objectief kwaad te doen? Wat het ook is, het is geen reactie; het is actie.

Een aantal van jullie vraagt zich af of er soms een grijs gebied bestaat voordat iets een gehechtheid wordt, voor­dar identificatie begint. Stel, er gaat een vriend dood. Het lijkt juist en erg menselijk om iets van triestheid te voe­len. Maar welke reactie? Zelfmedelijden? Waar zou jij nu om moeten treuren? Denk daar maar eens over na. Wat ik zeg, zal je vreselijk in de oren klinken, maar ik heb je al gezegd: ik kom uit een andere wereld. Jouw reactie is persóónlijk verlies, nietwaar? Je hebt medelijden met 'mij' of met anderen aan wie je vriend misschien vreug­de heeft gebracht. Maar dat betekent dat je medelijden hebt met andere mensen die zelfmedelijden hebben. Als ze geen medelijden met zichzelf hadden, waarmee zou­den ze dan medelijden hebben? We rouwen nooit als we iets verliezen wat we de vrijheid hebben gegund, wat we nooit hebben gepoogd te bezitten. Rouw is een teken dat ik mijn geluk afhankelijk heb gemaakt van dat ding of van die persoon, althans tot op zekere hoogte. We zijn zo gewend het tegenovergestelde te horen, dat wat ik zeg onmenselijk klinkt, nietwaar?

71

Page 38: Anthony de Mello - Bewustzijn

Over afhankelijkheid

Maar het is wat alle mystici van het verleden ons al hebben verteld. Ik zeg niet dat 'mij', her gecondi­

tioneerde zelf, nier af en toe in zijn oude patronen ver­valt. Zo zijn we geconditioneerd. Maar her doet de vraag rijzen of het mogelijk is een leven te leiden waarin je zo totaal alleen bent dat je van niemand afhankelijk bent.

Voor allerlei dingen zijn we allemaal van elkaar af­hankelijk, nietwaar? We zijn afhankelijk van de slager, de bakker, de kaarsenmaker. Onderling afhankelijk. Daar is niets op tegen! Op die manier organiseren we een sa­menleving en geven we verschillende functies aan ver­schillende mensen voor het algemeen welzijn om beter te kunnen functioneren en efficiënter te leven, althans dat hopen we. Maar wat houdt het in om psychisch van een ander afhankelijk te zijn, emotioneel? Dat wil zeggen dat je voor je geluk afhankelijk bent van een ander mens.

Denk daar maar eens over na. Want met die afhan­kelijkheid is de volgende stap - of je je die nu bewust bent of niet - dat je van andere mensen éist dat ze aan je

72

geluk bijdragen. Dan komt de volgende stap: angst voor verlies, angst voor vervreemding, angst voor afWijzing, wederzijdse manipulatie. Echte liefde doet angst verdwij­nen. Waar sprake is van liefde, zijn geen eisen, geen ver­wachtingen, geen afhankelijkheid. Ik verlang niet dat je mij gelukkig maakt, mijn geluk schuilt niet in jou. Als je mij verlaat, zal ik nier aan zelfmedelijden ten prooi val­len; ik geniet enorm van je gezelschap, maar ik klamp me niet aan je vast.

Ik geniet ervan op een 'nier-klevende' basis. Waar ik echt van geniet, is niet jij; het is iets wat groter is dan jij en ik samen. Het is iets wat ik heb ontdekt, een soort symfonie, een soort orkest dat een bepaalde melodie speelt als je er bent, maar als je weggaat, houdt het niet op met spelen. Als ik iemand anders ontmoet, speelt her een andere melodie, die ook erg mooi is. En als ik alleen ben, blijft her spelen. Het repertoire is enorm en het or­kest houdt nooit op met spelen.

Dat is wat wakker worden inhoudt. Dat is ook waar­om we gehypnotiseerd zijn, gehersenspoeld, in slaap. Het lijkt een griezelige vraag, maar kun je wel zeggen dat je van me houdt als je je aan me vastklampt en me niet wilt laten gaan? Als je me niet laat zijn? Kun je wel stellen dat je van me houdt, als je me psychisch of emotioneel nodig hebt voor je geluk? Dat is nu precies wat alle geschriften van alle godsdiensten en alle mystici altijd hebben geroe­pen. 'Hoe komt het dat ik het al die jaren heb gemist?' zeg ik dikwijls tegen mezelf. 'Hoe komt het dat ik het niet heb gezien?' Als je die radicale dingen in de geschriften leest, vraag je je af: is die vent gek? Maar na een poosje

73

Page 39: Anthony de Mello - Bewustzijn

denk je dat alle anderen gek zijn. 'Als je je vader en moe­der, en broers en zusters niet haat, en als je niet alles wat je bezit afZweert, kun je mijn discipel niet zijn.' Je moet alles laten vallen. Geen fysieke verzaking, begrijp je. Die

is makkelijk. Als je illusies wegvallen, ben je ten lange leste in contact met de werkelijkheid. En neem maar van mij aan dat je nooit meer eenzaam zult zijn, nooit meer.

Eenzaamheid wordt niet genezen door menselijk gezel­schap. Eenzaamheid wordt genezen door contact met

de werkelijkheid. 0, daar heb ik zoveel over te vertel­

len. Contact met de werkelijkheid, je illusies laten vallen, contact leggen met wat echt is. Wat het ook is, het heeft geen naam. We kunnen het alleen leren kennen door te

laten vallen wat onecht is. Je kunt alleen weten wat al­leenheid is door je 'vastklampen' te laten vallen, door je afhankelijkheid overboord te zetten. Maar de eerste stap

in die richting is dat als wenselijk te zien. Als je het niet wenselijk vindt, hoe kom je er dan ooit in de buurt?

Denk aan je eenzaamheid. Wordt die ooit opgelost door menselijk gezelschap? Dat leidt je alleen maar af. Er is leegte vanbinnen, nietwaar? En wat doe je als die leegte aan de oppervlakte komt? Je holt ervan weg, zet de tv aan, zet de radio aan, leest een boek, zoekt naar mense­lijk gezelschap, zoekt vermaak, zoekt afleiding. Dat doet

iedereen. Daar wordt tegenwoordig dik aan verdiend; er is een georganiseerde industrie om ons af te leiden en te amuseren.

74

Hoe geluk ontstaat

V om thuis in jezelf. Sla jezelf gade. Daarom heb ik al

�erder tegen je gezegd dat zelfobservatie zo heerlijk

en buitengewoon is. Na een poosje hoef je er helemaal

geen moeite meer voor te doen, omdat je dingen leert

kennen die zich niet in woorden laten vatten wanneer de

illusies beginnen te verbrokkelen. Dat heet geluk. Alles

verandert en je raakt verslaafd aan bewustzijn.

Er is een verhaal van een discipel die naar de meester ging en zei: 'Hebt u een wijs woord voor me? Kunt u me

iets zeggen wat me door mijn dagen loodst?' Het was de dag waarop de meester in stilte was, dus pakte hij een bloc­

note, en schreef er bewustzijn op. Toen de discipel dat zag, zei hij: 'Dat is te kort. Kunt u wat uitvoeriger zijn?' Waarop

de meester het blocnote pakte en Bewustzijn, bewustzijn,

bewustzijn schreef. De discipel zei: 'Ja, maar wat bedoelt u daarmee?' De meester pakte het blocnote en schreef: Be­

wustzijn, bewustzijn, bewustzijn betekent ... bewustzijn. Dat betekent jezelf observeren. Niemand kan je ver­

tellen hoe je dat moet doen, omdat hij je dan een tech-

75

Page 40: Anthony de Mello - Bewustzijn

niek zou geven, omdat hij je dan zou programmeren Maar

houd jezelf in de gaten. Als je met iemand praat, ben je je

daar dan van bewust, of identificeer je je ermee? Toen je

boos was op iemand, was je je er toen van bewust dat je

boos was, of identificeerde je je domweg met die boosheid?

Toen je er naderhand de tijd voor had, heb je die erva­

ring toen onderzocht in een poging haar te doorgronden?

Waar kwam die boosheid vandaan? Wat heeft het teweeg­

gebracht? Ik ken geen andere weg naar bewustzijn. Je kunt

alleen maar veranderen war je begrijpt. Wat je niet begrijpt

en waarvan je je niet bewust bent, onderdruk je. Jij veran­

dert niet. Maar als jij het begrijpt, verandert her.

Ze vragen me wel eens: 'Is dit groeien in bewustzijn

iets geleidelijks, of gaat het van hupsakee?' Er is een hand­

jevol gelukkigen, dat het in een flits ziet. Die worden zich

gewoon bewust. Er zijn anderen die er langzaam, gelei­

delijk en in toenemende mate in groeien. Ze gaan dingen

ontwaren. Illusies vallen weg, fantasieën worden afgepeld

en ze beginnen contact met de feiten te krijgen. Er zijn

geen standaardregels. Er is een beroemd verhaal over een

leeuw die bij een kudde schapen komt en er tot zijn ver­

bazing een leeuw onder aantreft. Het blijkt een leeuw die

van jongs af aan door schapen is grootgebracht. Hij mek­

kerde als een schaap en holde rond als een schaap. De

leeuw ging recht op hem af en toen de schaapleeuw te­

genover de echte leeuw stond, beefde hij als een rietje. En

de leeuw vroeg: 'Wat doe jij hier tussen de schapen?' En

de schaapleeuw zei: 'Ik ben een schaap.' Waarop de leeuw

zei: '0, nee, dat ben je niet. Je gaat met mij mee.' Dus

nam hij de schaapleeuw mee naar een plas water en zei:

76

'Kijk maar!' Toen de schaapleeuw zijn spiegelbeeld zag,

stiet hij een machtig gebrul uit, en op dat moment werd

hij getransformeerd en was hij nooit meer dezelfde. Als je geluk hebt en de goden zijn je genadig, of als je

begiftigd bent met goddelijke genade (je mag elke the­

ologische term gebruiken die je maar wilt), kun je mis­

schien in één klap begrijpen wie 'ik' is, en zul je nooit

meer dezelfde zijn, nooit. Niets kan je ooit nog raken en

niemand kan je ooit nog kwetsen.

Je bent voor niemand en niets meer bang. Is dat niet

buitengewoon? Je zult leven als een koning, als een ko­

ningin. Dat wordt er bedoeld als ze zeggen dat je een

vorstelijk bestaan zult leiden. Geen onzin zoals je foto

in de krant of een heleboel geld krijgen. Dat is allemaal

flauwekul. Je bent voor niemand bang omdat je er rotaal

vrede mee hebt om niemand te zijn. Succes of misluk­

king kan je geen ruk meer schelen. Die betekenen niets.

Eer en schande, ze berekenen niets! Als je jezelf voor

schut zet, betekent dat ook niets. Is dat geen verrukke­

lijke zijnstoestand? Sommige mensen komen daar met

veel moeite, stapje voor stapje, na maanden en weken

van zelfbewustzijn. Maar ik beloof je het volgende: ik ken

niemand die tijd heeft uitgetrokken voor bewustzijn en

in een kwestie van weken het verschil niet zag. De kwali­

teit van hun leven verandert, dus hoeven ze me niet meer

op m'n woord te geloven. Ze zien het; ze zijn anders. Ze

reageren anders. Ze reageren zelfs steeds minder. Je ziet

dingen die je nog nooit hebt gezien.

Je bent energieker, veel meer levend. Mensen denken

dat ze zonder verlangens dood zijn. Maar in werkelijkheid

77

Page 41: Anthony de Mello - Bewustzijn

raken ze hun spanning kwijt. Zet je faalangst en spanning over succes overboord en je bent jezelf. Ontspannen. Je rijdt niet meer met een aangetrokken handrem. Dat is wat er gebeurt.

Er is een prachtige uitspraak van Tranxu, een beroem­de Chinese wijze, die ik uit mijn hoofd heb geleerd. Hij luidt: 'Als de boogschutter niet voor een bepaalde prijs schiet, heeft hij al zijn vaardigheden bijeen. Als hij schiet om een koperen gesp te winnen, is hij al nerveus. Als hij schiet voor goud, is hij verblind, of ziet hij twee doelwit­

ten en is hij buiten zinnen. Zijn vaardigheden zijn niet veranderd, maar de prijs verdeelt hem. Het maakt hem iets uit! Hij denkt meer aan winnen dan aan schieten en de behoefte aan winnen berooft hem van zijn kracht.' Geldt dat niet voor de meeste mensen? Als je voor niets leeft, heb je al je vaardigheden, heb je al je energie, ben je ontspannen, maakt het je niet uit, doet het er niet toe of

je wint of verliest. Dat is nog eens ménselijk leven. Dat is het geheim

van het leven. Dat kan alleen via bewustzijn. En met be­wustzijn zul je begrijpen dat eer niets betekent. Het is een maatschappelijke conventie, anders niet. Daarom gaven de mystici en profeten er geen zier om. Eer of schande betekende niets voor hen. Ze leefden in een andere we­

reld, in de wereld van ontwaakten. Succes of mislukking betekende niets voor hen. Ze hadden de houding van: 'Ik ben een ezel, jij bent een ezel, dus wat is de moeilijk­heid?'

Iemand heeft eens gezegd: 'De drie moeilijkste dingen voor een mens zijn geen lichamelijke of intellectuele pres-

78

taties. Het zijn in de eerste plaats liefde teruggeven voor haat; in de tweede plaats het omhelzen van de buitenge­slotene; ten derde: toegeven dat je je vergist.' Maar die dingen zijn doodeenvoudig als je je niet met 'mij' identi­ficeert. Je kunt dingen zeggen als: 'Ik vergis me! Als je me wat beter kende, zou je zien hoe vaak ik het mis heb. Wat verwacht je anders van een ezel?' Als ik me niet identifi­ceer met die aspecten van 'mij' kun je mij niet kwetsen. Aanvankelijk zal de oude conditionering opspelen en zul

je gedeprimeerd en nerveus zijn. Je hebt verdriet, je huilt enzovoort. 'Voor verlichting was ik vaak gedeprimeerd; na de verlichting blijf ik maar gedeprimeerd.' Maar er is een verschil: ik identificeer me er niet meer mee. Heb je enig idee hoe groot dat verschil is?

Je treedt buiten jezelf en observeert die gedeprimeerd­

heid; je identificeert je er niet mee. Je doet niets om haar uit de wereld te helpen; je bent geheel en al bereid met je leven door te gaan terwijl ze door je heen gaat en weer verdwijnt. Als je niet weet wat dat betekent, heb je echt iets om je op te verheugen. En angst? Die komt, en je

maakt je nergens druk om. Wat raar! Je bent bang en je maakt je nergens druk om.

Is dat geen paradox? En je bent bereid die wolk wel­kom te heten, want hoe meer je ertegen vecht, hoe meer macht je eraan toekent. Je bent bereid er in het voorbij­gaan naar te kijken. Je kunt blij zijn terwijl je bang bent. Is dat niet bezopen? Je kunt blij zijn in je depressie. Maar je kunt niet de verkeerde opvatting over geluk hebben. Dacht je soms dat geluk uit opwinding of kicks bestond?

Dat is juist de oorzaak van die depressie. Heeft niemand

79

Page 42: Anthony de Mello - Bewustzijn

je dat ooit verteld? Oké, je bent nu aan opwinding ten

prooi, maar je plaveit alleen maar de weg voor je vol­

gende depressie. Je hebt je kick, maar in één moeite door

krijg je ook de bijbehorende angst: hoe kan ik dit laten voortduren? Dat is geen geluk, dat is verslaving.

Ik vraag me af hoeveel niet-verslaafden dit boek zullen lezen. Als je een doorsnee wereldburger bent, zijn het er

maar verdomd weinig. Kijk niet neer op alcoholisten en

drugsverslaafden, misschien ben jij wel net zo verslaafd

als zij. De eerste keer dat ik een glimp van deze nieuwe

wereld opving, was het angstaanjagend. Ik begreep wat

het betekende om alleen te zijn, zonder één enkele plek om mijn hoofd neer te leggen, om iedereen vrij te laten en zelf vrij te zijn, om voor niemand bijzonder te zijn

en van iedereen te houden, omdat liefde nu eenmaal zo

werkt. Zij beschijnt goed en kwaad in gelijke mate; zij

laat de regen zowel op zondaren als op heiligen dalen.

Kan een roos zeggen: 'Ik sta mijn geur af aan de goede

mensen die mij ruiken, maar ik weiger hem aan slechte

mensen te geven?' Of kan een lamp zeggen: 'Ik geef mijn

licht aan de goede mensen in deze kamer, maar niet aan

de slechte?' Of kan een boom zeggen: 'Ik geef mijn scha­duw aan de goede mensen die onder mij rusten, maar

niet de slechte?' Dat zijn beelden van de betekenis van

liefde. Liefde heeft ons altijd recht in het gezicht gekeken

vanuit de geschriften, maar we hebben er altijd overheen

gezien, omdat we zo geobsedeerd waren met wat onze

cultuur liefde noemt, met z'n liefdesliedjes en liefdesge­

dichten. Dat is helemaal geen liefde, maar juist het te-

80

genovergestelde. Dat is verlangen, machtswellust en be­

zitterigheid. Dat is manipulatie, angst en zorgelijkheid; dat is geen liefde. Ons is verteld dat geluk een gave huid

en een vakantieoord is. Daar zit het 'm niet in, maar we

beschikken over subtiele manieren om ons geluk afhan­kelijk te maken van andere dingen, zowel vanbinnen als

vanbuiten. We zeggen: 'Ik weiger gelukkig te zijn als mijn

neurose niet opduvelt.' Ik heb goed nieuws voor je: je

kunt nu meteen gelukkig zijn, mét neurose en al. Wil je nog beter nieuws? Er is maar één reden waarom je niet

ervaart wat wij in India anand noemen, gelukzaligheid.

Er is maar één reden waarom je nu, op dit moment, geen

gelukzaligheid beleeft, en die is omdat je je concentreert

op wat je niet hebt. Anders zou je nu gelukzalig zijn. Je richt je op wat je niet hebt. Maar nu, op dit moment,

beschik je over alle ingrediënten om gelukzalig te zijn. Wat Jezus tegen leken en hongerige en arme mensen

zei, was gewoon gezond verstand. Hij gaf hun het goede

nieuws; ze konden het zo pakken. Maar wie luistert er?

Niemand heeft belangstelling; ze zijn liever in slaap.

81

Page 43: Anthony de Mello - Bewustzijn

Angst, de wortel van geweld

Sommige mensen zeggen dat er maar twee dingen in de wereld zijn: God en angst, oftewel liefde en angst,

en anders niets. Er is maar één kwaad in de wereld: angst. Er is maar één goed in de wereld: liefde. Zij heeft soms andere namen. Soms heet ze geluk, of vrijheid, of vrede, of vreugde, of God, of wat dan ook. Maar het etiket is niet belangrijk. En er is geen enkel kwaad in de wereld dat niet te herleiden is op angst. Niet één enkel kwaad.

Onwetendheid en angst, onwetendheid veroorzaakt door angst, daar komt jullie geweld uit voort. Degene

die waarachtig geweldloos is, die niet tot geweld in staat is, is zonder vrees. Alleen als je bang bent, word je boos. Denk maar aan de laatste keer dat je boos was. Toe maar. Denk aan de laatste keer dat je boos was en zoek de angst erachter. Wat vreesde je te verliezen? Wat vreesde je dat je afgepakt zou worden? Daar komt boosheid vandaan. Denk aan een boos iemand, misschien wel iemand voor wie je bang bent. Kun je zien hoe bang hij of zij is? Hij is echt bang, heus waar. Zij is echt bang, anders zou ze niet

82

boos zijn. In laatste instantie zijn er maar twee dingen: liefde en angst.

Tijdens deze reuaite zou ik het liever hierbij laten: zonder structuur, en van de hak op de tak, om telkens weer bij bepaalde themàs terug te komen, omdat je op die manier echt kunt begrijpen wat ik te zeggen heb. Als het de eerste keer niet tot je doordringt, dan misschien de volgende keer. En wat de een niet raakt, treft misschien iemand anders wel. Ik heb verschillende themàs, maar ze gaan allemaal over hetzelfde. Je kunt het bewustzijn noe­men, of liefde, of spiritualiteit, of vrijheid, of ontwaken; het maakt niet uit. Het is echt allemaal hetzelfde.

83

Page 44: Anthony de Mello - Bewustzijn

Bewustzijn en contact met de werkelijkheid

A Hes in en buiten jezelf gadeslaan, en als er iets met je

.ngebeurt, kijken alsof her iemand anders overkomt,

zonder commentaar, zonder oordeel, zonder bepaalde houding, zonder russenbeide te komen, zonder poging

om iets te veranderen, alleen maar om te begrijpen. Naar­

mate je dat meer doet, zul je beseffen dat je je in toene­mende mate minder met 'mij' identificeert. De heilige

Theresa van Avila zei dat God haar regen het einde van

haar leven een uitzonderlijke genade schonk Deze mo­

derne uitdrukking gebruikte ze natuurlijk niet, maar waar het eigenlijk op neerkwam, was dat ze zich minder met

zichzelf identificeerde. Als iemand anders kanker heeft en

ik ken die persoon niet, ben ik helemaal niet zo geraakt.

Als ik over liefde en gevoeligheid beschikte, zou ik mis­

schien helpen, maar ik word niet emotioneel geraakt. Als

jij examen moet doen, doet dat mij helemaal niet zoveel.

Ik kan heel filosofisch zeggen: 'Nou, hoe meer je je zor­

gen maakt, des te erger het wordt. Waarom neem je niet een lekkere pauze in plaats van re studeren?'Maar als het

84

mijn beurt is om examen te doen, nou, dat i� een ander verhaal, nietwaar? De reden is dat ik geïdennficeerd ben met 'mij', met mijn gezin, mijn land, mijn eigendom­

men, mijn lichaam, met mij. H�e zou h.et �ijn als �od

me de genade schonk om die dingen met van ffilJ te

noemen? Ik zou onthecht zijn; ik zou niet geïdentificeerd zijn. Dat is wat het betekent om het zelf te verliezen, het

zelf te verloochenen, te sterven voor jezelf.

85

Page 45: Anthony de Mello - Bewustzijn

Goede religie:

de antithese van onbewustheid

Tij�ens een

,confer�ntie kwam er iemand naar me toe

dte vroeg: Hoe zrt het dan met Onze Lieve Vrouwe van Fatima? Wat denkt u van haar?' Als ik zulke vragen krijg, moet ik altijd denken aan het relaas van die keer

dat ze het beeld van Onze Lieve Vrouwe van Fatima met een vliegtuig meenamen op een pelgrimage. Toen ze over Zuid-Frankrijk vlogen, ging het toestel vreselijk tekeer;

het leek wel alsof het uit elkaar zou vallen. En het won­derbaarlijke beeld riep: 'Onze Lieve Vrouwe van Lourdes, bid voor mij!' En alles kwam goed. Was dat niet prachtig? Dat de ene Lieve Vrouwe de andere hielp?

Er is ook ooit een groep van duizend pelgrims naar Mexico City gegaan om eer te bewijzen aan het heilig­dom van Onze Lieve Vrouwe van Guadeloupe. Ze gin­gen voor het standbeeld zitten om te protesteren tegen

het feit dat de bisschop Onze Lieve Vrouwe van Leurdes had aangewezen als schutspatrones van het bisdom! Ze waren ervan overtuigd dat het Onze Lieve Vrouwe van Guadeloupe erg pijn deed, dus protesteerden ze om die

86

belediging goed te maken. Dat is de moeilijkheid met godsdienst, als je niet uitkijkt.

Als ik met hindoes praat, zeg ik: 'Jullie priesters zul­len niet blij zijn om dit te horen' (merk je wel hoe voor­

zichtig ik vanochtend ben?) 'maar volgens Jezus Christus zou God veel gelukkiger zijn als jullie transformeerden in

plaats van Hem te aanbidden. Hij zou veel blijer zijn met jullie liefde dan met jullie adoratie.' En als ik met mos­lims praat, zeg ik: 'Jullie ayatollah en moelàs zullen niet

blij zijn om dit te horen, maar God zal veel meer in zijn sas zijn als jullie getransformeerd worden dan met jullie herhaling van: 'God, God.' Het is oneindig veel belang­rijker dat jullie wakker worden. Dat is spiritualiteit, dat is alles. Als je dat hebt, heb je God. Dan is jouw eredienst 'in de geest van de waarheid'. Als je liefde wordt, als je wordt getransformeerd tot liefde.'

Het risico van godsdienst komt prachtig naar buiten in een verhaal van kardinaal Martini, de aartsbisschop van Milaan. Het verhaal gaat over een Italiaans stel dat gaat trouwen. Met de pastoor van hun parochie hebben

ze geregeld dat ze een kleine receptie kunnen houden op de binnenplaats van de kerk. Maar het regende, dus de

receptie kon daar niet doorgaan. Ze vroegen de pastoor: 'Is het goed als we de receptie in de kerk houden?'

De pastoor zat erg in zijn maag met het idee van een receptie in de kerk, maar ze zeiden: 'We eten wat taart, zingen een liedje, drinken een slokje wijn en dan gaan we naar huis.' Dus de pastoor werd overgehaald. Maar het waren nu eenmaal goede, levenslustige Italianen, dus

ze dronken een slokje wijn, zongen een liedje, dronken

87

Page 46: Anthony de Mello - Bewustzijn

nog wat wijn, zongen nog een paar liedjes en binnen een halfuur was het een enorm feest in de kerk. En iedereen had de tijd van zijn leven met een hoop plezier en gekkig­heid. Maar de pastoor was supergespannen. Hij ijsbeerde heen en weer in de sacristie, woest vanwege het lawaai dar ze maakten. De hulppastoor komt binnen en zegt: 'Ik zie dat u nogal gespannen bent.'

'Natuurlijk ben ik gespannen. Luister maar naar al her kabaal dat ze maken, en dar notabene in een Godshuis!'

'Nou ja, pastoor, ze konden echt nergens anders heen.'

'Dat weet ik heus wel! Maar moeten ze dan zo'n herrie maken?'

'Nou, we mogen niet vergeten dat Jezus zelf ooit een bruiloft heeft bijgewoond!'

Zegt de pastoor: 'Ik weet dat Jezus Christus een brui­loftsbanket heeft bijgewoond; jij hoeft me niet te vertel­len dat Jezus Christus heeft aangezeten aan een bruilofts­maal! Maar daar hadden ze geen Heilig Sacrament!'

Je weet dat er momenten zijn waarop het Heilig Sa­crament belangrijker wordt dan Jezus Christus. Wanneer eredienst belangrijker wordt dan liefde, wanneer de kerk belangrijker wordt dan het leven. Wanneer God belang­rijker wordt dan de buurman. En ga zo maar door. Dat is het gevaar. In mijn opvatting heeft Jezus ons hier dui­delijk toe opgeroepen: eerst het belangrijkste! De mens is belangrijker dan de sabbat. Doen wat ik zeg; namelijk datgene worden waarnaar ik verwijs, is veel belangrijker dan 'God, God' zeggen. Maar jullie moela zal daar niet blij mee zijn, dat kan ik je verzekeren. Jullie priesters zul-

88

len daar niet blij mee zijn. Meesral niet. Dus hier praten we over. Spiritualiteit. Ontwaken. En zoals ik heb gezegd: als je wakker wilt worden, is het buitengewoon belang­rijk dat je aan wat ik 'zelfobservatie' noem, gaat doen. Wees je bewust van wat je zegt, wees je bewust van wat je doet, wees je bewust van wat je denkt, wees je bewust van hoe je handelt. Wees je bewust van waar je vandaan komt, van war je drijfveren zijn. Het onbewuste leven is niet de moeite waard om geleefd te worden.

Her onbewuste leven is een mechanisch leven. Her is niet menselijk, het is geprogrammeerd, geconditioneerd. We kunnen evengoed een steen of een blok hout zijn. In het land waar ik vandaan kom, wonen honderddui­zenden mensen in krotjes, in peilloze armoede, die maar net weten te overleven, die de hele dag werken, die zwaar lichamelijk werk verrichten, slapen, 's morgens wakker worden, iets eten en weer van voren af aan beginnen. En jij leunt achterover en denkt: wat een leven. Is dat alles wat het leven voor hen in petto heeft? En dan kom je met een schok tot het besef dat het met 99,9 procent van de mensheid hier niet veel beter gesteld is. Je kunt naar de film, in een auto rondrijden, je kunt een cruise gaan maken. Dacht je dat je zoveel beter af was dan zij? Jullie zijn net zo dood als zij. Net zo'n machine als zij. Een iets grotere machine, maar toch een machine. Dat is treurig. Het is een treurige gedachte dat mensen zo door het le-

ven gaan.

Mensen gaan door het leven met vaste opvattingen; ze

veranderen nooit. Ze zijn zich er gewoon niet van bewust

wat er aan de hand is. Ze kunnen net zo goed een blok

89

Page 47: Anthony de Mello - Bewustzijn

hout of een steen zijn. Een pratende, lopende, denkende machine. Dat is niet menselijk. Ze zijn marionetten, be­speeld door allerlei elementen. Druk op een knop en je krijgt een reactie. Je kunt bijna voorspellen hoe iemand zal reageren. Als ik iemand bestudeer, kan ik je zo vertel­len hoe hij of zij zal reageren. In mijn therapiegroepen

schrijf ik soms van tevoren op een papiertje dat die-en-die de sessie zal beginnen en die-en-die zal reageren. Dacht je dat dat slecht is? Nou, luister maar niet naar mensen

die zeggen: 'Vergeet jezelf! Heb anderen lief!' Niet naar luisteren! Ze zitten er helemaal naast. Her ergste wat je kunt doen is jezelf vergeren als je anderen benadert met een zogenaamd helpende houding.

Dat heb ik me vele jaren geleden met een schok ge­realiseerd toen ik in Chicago psychologie studeerde. We deden een counselingcursus voor priesters. Die was uitsluitend bestemd voor priesters die bij actief counse­lingwerk betrokken waren en die ermee instemden om een bandopname van een sessie mee te nemen naar de klas. We waren met een man of twintig. Toen ik aan de beurt was, had ik een cassette meegenomen met een vraaggesprek dat ik met een jonge vrouw had gehad. De groepsleider stopte het in een recorder en we luisterden ernaar. Na een minuut of vijf zette de groepsleider zoals gewoonlijk de band stil en vroeg: 'Heeft er iemand com­mentaar?' Iemand vroeg me: 'Waarom heb je haar die

vraag gesteld?' Ik zei: 'Ik ben me er niet van bewust dar ik haar iets heb gevraagd. Ik weer zelfs heel zeker dat ik

haar helemaal niets heb gevraagd.' Hij zei: 'Wel waar.' Ik

wist heel zeker van niet, want in die tijd volgde ik bewust

90

de methode van Carl Rogers, die persoonsgeoriënteerd en niet-sturend is. Je stelt geen vragen, valt niet in de rede en geeft geen advies. Dus was ik me er erg van be­wust dat ik geen vragen moest stellen. Hoe dan ook, er ontstond een twistgesprek, dus zei de groepsleider: 'Zul­len we het bandje nog eens afspelen?' Dus speelden we her opnieuw af en toen hoorde ik tot mijn afgrijzen die levensgrote vraag, zo groot als het Empire State Building. Een enorme vraag. Voor mij was het interessantste dat ik die vraag drie keer had gehoord. De eerste keer - mag ik

aannemen - toen ik hem stelde, de tweede keer toen ik op mijn kamer naar het bandje luisterde (want ik wilde

een goed bandje mee naar de les nemen) en de derde keer

in het leslokaal. Maar hij was niet tot me doorgedrongen! Ik was me er niet bewust van.

Zoiets gebeurt dikwijls tijdens mijn therapiesessies of spirituele begeleiding. We nemen het gesprek op de band op en als de cliënt ernaar luistert, zegt hij of zij: 'Weet je, ik heb niet echt gehoord wat je tijdens het vraaggesprek zei.' Nog interessanter is dat ik niet wist wat ik tijdens het gesprek had gezegd. Het is een schok om te ontdekken dat ik tijdens een therapiesessie dingen zeg waarvan ik me niet bewust ben. De volledige betekenis ervan dringt pas later tot me door. Noem je dat ménselijk? 'Vergeet jezelf en heb anderen lief,' zeg je! Hoe dan ook, toen we daar in Chicago naar het hele bandje hadden geluisterd,

vroeg de groepsleider: 'Is er nog commentaar?' Een van de priesters, een vijftigjarige man voor wie ik sympathie had opgevat, zei: 'Tony, ik wil je graag een persoonlijke vraag stellen. Mag dat?' Ik zei: 'Ga je gang. Als ik geen

91

Page 48: Anthony de Mello - Bewustzijn

antwoord wil geven, doe ik dat niet.' Hij vroeg: 'Is de

vrouw van dit vraaggesprek knap?'

Weet je, ik zweer je dat ik in een fase van mijn ontwik­

keling- of onderontwikkeling- was waarin ik niet zag of

iemand knap was of niet. Het kon me niets schelen. Zij

was een schaap in de kudde van Christus; ik was pastor.

Ik bood hulp. Geweldig, hè? Zo was ik tenslotte opge­

leid. Dus ik vroeg: 'Wat heeft dat er nu mee te maken?'

Hij zei: 'Omdat je haar niet zo mag, hè?' Ik zei: 'Wat?'

Ik had er nog nooit bij stilgestaan of ik bepaalde in­

dividuen mocht of niet. Evenals de meeste mensen had

ik wel eens last van een zekere antipathie waarvan ik me

bewust was, maar mijn houding was meestal neutraal. Ik

vroeg: 'Hoe kom je daar nu bij?' Hij zei: 'Het bandje.' We

speelden het bandje nog eens af en hij zei: 'Luister naar

je stem. Let op hoe zoet je bent gaan klinken. Je bent

geïrriteerd, hè?' Het was waar en ik werd me er toen pas

van bewust. En wat zei ik tussen de regels door? Ik zei:

'Niet terugkomen.' Maar daarvan was ik me niet bewust.

Mijn priestervriend zei: 'Ze is een vrouw. Ze heeft het

vast opgevangen. Wanneer is je volgende afspraak met

haar?' Ik zei: 'Aanstaande woensdag.' Hij zei: 'Ik denk dat

ze niet terugkomt.' En dat was zo. Ik wachtte nog een

week, maar ze kwam niet. Toen belde ik haar op. Ik brak

een van mijn regels: niet de redder uithangen.

Ik belde haar op en zei: 'Weet je nog dat bandje dat

ik voor mijn opleiding mocht maken? Dat heeft me erg

geholpen, want mijn klas heeft me op allerlei dingen

gewezen.' (Ik zei niet wat!) 'Die kunnen de sessie wat

effectiever maken. Dus als je wilt terugkomen, zou dat

92

nog meer helpen.' Ze zei: 'Oké, ik zal nog een keer ko­

men.' En dat deed ze. De antipathie was er nog, maar

hij stond me niet meer in de weg. Datgene waarvan je

je bewust bent, heb je in de hand; datgene waarvan je je

niet bewust bent, heeft jou in de hand. Je bent altijd een

slaaf van datgene waarvan je je niet bewust bent. Als je je

ervan bewust bent, ben je er vrij van. Het is er wel, maar

het raakt je niet. Het hééft jou niet, je bent er geen slaaf

van. Dat is het verschil.

Bewustzijn, bewustzijn, bewustzijn, bewustzijn. We

werden in die opleiding getraind om participerende

waarnemers te worden. Om het beeldend uit te drukken:

ik zit met jou te praten en tegelijkertijd ben ik bezig jou

en mezelf gade te slaan. Wanneer ik naar je luister, is het

oneindig veel belangrijker voor mij om naar mezelf te

luisteren dan naar jou. Natuurlijk is het van belang naar

jou te luisteren, maar nog belangrijker is het om naar

mezelf te luisteren. Anders hoor ik jou niet. Of vermink

ik alles wat jij zegt. Dan benader ik jou vanuit mijn eigen

conditionering. Dan reageer ik op jou, op allerlei manie­

ren; vanuit mijn onzekerheid, vanuit mijn behoefte om

jou te manipuleren, vanuit mijn verlangen om te slagen,

vanuit irritaties of gevoelens waarvan ik me misschien

niet bewust ben. Dus is het verschrikkelijk belangrijk dat

ik naar mezelf luister wanneer ik naar jou luister. Daar

leidden ze ons voor op: het verwerven van bewustzijn.

Je hoeft je niet altijd voor te stellen dat je ergens in de

lucht zweeft. Je hoeft alleen maar een algemeen beeld te

krijgen van wat ik bedoel; stel je maar een goede chauf­

feur voor die achter het stuur zit en zich tegelijkertijd

93

Page 49: Anthony de Mello - Bewustzijn

concentreert op wat jij zegt. Hij kan zelfs ruzie met je

maken, maar tegelijkertijd is hij zich volmaakt bewust van de verkeersborden. Zodra er iets gebeurt wat niet hoort, zodra hij een geluid of lawaai hoort, of een hobbel voelt, weet hij het direct. Hij vraagt: 'Weet je wel zeker dat je de achterklep goed hebt dichtgedaan?' Hoe doet hij dat? Hij was zich bewust, hij was alert. Zijn aandacht was bij het gesprek of de ruzie, maar zijn bewustzijn was meer diffuus. Het nam allerlei dingen op.

Ik breek hier geen lans voor concentratie. Die is niet

belangrijk. Veel meditatietechnieken hechten groot be­lang aan concentratie, maar die wantrouw ik. Ze hebben te maken met geweld, en dikwijls doen ze niets anders

dan voor nog meer programmering en conditionering zorgen. Ik pleit voor bewustzijn, wat helemaal niet het­zelfde is als concentratie. Concentratie is een spotje, een schijnwerper. Je bent open voor alles wat zich aan je voordoet. Daar kun je van afgeleid worden, maar als je bewustzijn oefent, kun je nooit afgeleid worden. Als het bewustzijn aanstaat, is er nooit sprake van afleiding, want je bent je altijd bewust van wat zich ook maar voordoet.

Gesteld dat ik naar die bomen kijk en me ergens zorgen over maak. Ben ik afgeleid? Ik ben alleen afgeleid als ik me op die bomen wil concentreren. Maar als ik me er ook van

bewust ben dat ik me zorgen maak, is dat helemaal geen afleiding. Wees je gewoon bewust van waar je aandacht heen gaat. Als er iets mis gaat, of er gebeurt iets wat niet

moet, ben je onmiddellijk alert. Er gaat iets mis! Zodra er een negatief gevoel in het bewustzijn komt, word je ge­

waarschuwd. Jij bent net als de chauffeur van die auto.

94

Ik heb gezegd dat Theresa van Avila zei dat God haar de genade had verleend van disidentificatie van zichzelf. Kinderen praten zo. Een tweejarige zegt: 'Tommy heeft vanmorgen ontbeten.' Hij zegt niet 'ik', hoewel hijzelf Tommy is. Hij zegt 'Tommy' in de derde persoon. My­stici voelen zich zo. Ze hebben zich niet geïdentificeerd met zichzelf en leven in vrede.

Dat is de genade waarvan de heilige Theresa spreekt. Dat is het 'ik' dat de mystieke meesters van het oosten

mensen voortdurend zo graag willen laten ontdekken. En die van het westen ook! En daaronder kun je ook Meister Eekhart rekenen. Ze sporen mensen aan het 'ik' te ont­dekken.

95

Page 50: Anthony de Mello - Bewustzijn

Etiketten

Belangrijk is niet te weten wie 'ik' is, of wat 'ik' is.

Dat zal je nooit lukken. Er zijn geen woorden voor. Belangrijk is etiketten te laten vallen. Zoals een Japanse zenmeester zegt: 'Zoek niet naar de waarheid; zet ge­

woon je opvattingen overboord.' Laat je theorieën vallen; zoek niet naar de waarheid. De waarheid is niet iets wat je kunt zoeken. Als je je opinies overboord zou zetten,

zou je het weten. Hier gebeurt iets soortgelijks. Als je

je etiketten liet vallen, zou je het weten. Wat bedoel ik met etiketten? leder etiket dat je maar kunt bedenken,

behalve misschien dat van menselijk wezen. Ik ben een

menselijk wezen. Prima; zegt niet veel. Maar als je zegt: 'Ik ben succesvol', is dat bezopen. Succes maakt geen deel uit van het 'ik'. Succes is iets wat komt en gaat. Het kan er vandaag zijn en morgen weg zijn. Dat is niet 'ik.' Toen

je zei: 'Ik was een succes,' ging je de fout in; toen hulde je

jezelf in duisternis. Je identificeerde je met succes. Het­zelfde gebeurde toen je zei: 'Ik ben een mislukking, een

advocaat, een zakenman.' Je weet wat er met je gebeurt

als je je met zulke dingen identificeert. Je klampt je eraan vast, je gaat je zorgen maken dat de bodem er misschien uitvalt, en op dat punt steekt het lijden de kop op. Dat is wat ik eerder bedoelde toen ik zei: �s je lijdt, ben je in slaap.' Wil je een teken dar je slaapt? Hier heb je het: als je lijdt. Lijden is een teken dat je niet in contact bent

met de waarheid. Lijden komt op je pad opdat je je ogen

mag openen voor de waarheid, zodat je mag begrijpen dat er ergens iets is wat niet echt is. Lijden doet zich voor als je met de werkelijkheid botst. Als je illusies met de

werkelijkheid botsen, als her onechte in je botst met de waarheid, dan is er lijden. Anders is dat er niet.

97

Page 51: Anthony de Mello - Bewustzijn

Obstakels voor geluk

Wat ik nu ga zeggen klinkt een beetje arrogant, maar

het is waar. War er nu gaat komen kan het belang­rijkste moment van je leven worden. Als je dit snapt, stuit je op het geheim van ontwaken. Dan ben je voorgoed

gelukkig. Dan ben je nooit meer ongelukkig. Dan kan

niets je ooit nog kwetsen. Dat meen ik; niets. Het is net alsof je zwarte verf in de lucht gooit. De lucht wordt niet bezoedeld. Je kunt de lucht nooit zwart verven. Wat er ook met je gebeurt; jij blijft ongeschonden. Jij blijft in vrede. Er zijn mensen die hebben bereikt wat ik 'mens­

zijn' noem. Niet die flauwekul van een marionet zijn, die naar alle kanten wordt gerukt en zich door gebeurtenis­sen of andere mensen laat vertellen wat hij moet voelen.

Dus dat voel je dan en vervolgens noem je dat kwetsbaar zijn. Ha! Ik noem dat marionet zijn, dus je wilt een ma­

rionet zijn? Druk op een knop en je voelt je neerslachtig; vind je dat soms prettig? Maar als je weigert je met welke van de etiketten ook te identificeren, houden de meeste zorgen op.

98

Later zullen we het hebben over angst voor ziekte en

dood, maar doorgaans maak je je zorgen over wat er met je loopbaan gaat gebeuren. Een kleine zakenman van vijf­

envijftig zit ergens aan de bar een biertje te drinken en zegt: 'Nou, kijk eens naar m'n klasgenoten, die hebben het echt gemaakt.' De idioot! Wat bedoelt hij met: 'Ze hebben het gemaakt.'? Dat hun naam in de krant komt. Noem je dat 'het gemaakt hebben'? De een is directeur van een bedrijf; de ander is president van de rechtbank; weer iemand anders is dit of dat geworden. Het zijn al­lemaal apen.

Wie bepaalt wat het betekent om te slagen? Deze stompzinnige maatschappij! De voornaamste zorg van de maatschappij is zichzelf ziek te houden! En hoe eerder je dat beseft, des te beter. Ziek zijn ze, allemaal. Ze sporen niet, ze zijn gek. Je bent directeur van een gekkengesticht

geworden en je bent er nog trots op ook, al betekent het niets. Directeur van een onderneming zijn heeft niets te maken met slagen in het leven. Een heleboel geld hebben

heeft niets te maken met slagen in het leven. Je slaagt in

het leven als je wakker wordt! Dan hoef je je voor niemand te verontschuldigen, dan hoef je niets voor wie dan ook uit te leggen, het kan je geen moer schelen wat ze van je denken of zeggen. Je hebt geen zorg in de wereld, je bent

gelukkig. Dat noem ik nou succes hebben. Een goede baan hebben, of beroemd zijn, of een geweldige reputatie hebben heeft hoegenaamd niets met geluk of succes te maken. Niets! Het is volslagen irrelevant. Het enige waar hij zich echt zorgen om maakt, is war zijn kinderen van

hem zullen denken, war de buren van hem zullen denken,

99

Page 52: Anthony de Mello - Bewustzijn

wat de buren van hem zullen vinden en wat zijn vrouw

van hem zal denken. Hij had beroemd moeten worden.

Onze samenleving en cultuur proberen ons dat dag en

nacht in te prenten. Mensen die het gemaakt hebben!

Wat gemaakt? Ze hebben een ezel van zichzelf gemaakt.

Omdat ze al hun energie aan iets waardeloos hebben ver­

spild. Ze zijn bang en verward, ze zijn marionetten, net als de rest. Zie hen eens over het podium paraderen. Kijk

eens hoe van streek ze zijn als er een vlek op hun over­

hemd komt. Noem je dat succes? Kijk eens hoe bang ze

zijn van het vooruitzicht dat ze misschien niet herkozen zullen worden. Noem je dat succes? Ze wórden geleefd,

ze laten zich manipuleren. Het zijn ongelukkige mensen,

ze zijn miserabel. Ze genieten niet van het leven. Ze zijn

constant gespannen en zorgelijk. Noem je dat menselijk? En weet je waarom dat gebeurt? Er is maar één reden:

ze hebben zich met een of ander etiket geïdentificeerd.

Ze hebben het 'ik' geïdentificeerd met geld, of met hun

werk, of beroep. Dat was hun vergissing.

Ken je die van die advocaat die een loodgieterrekening

krijgt? Hij zegt tegen de loodgieter: 'Hé, je rekent twee­

honderd dollar per uur. Zoveel verdien ik niet eens als ad­

vocaat.' Zegt de loodgieter: 'Zoveel verdiende ik ook niet

toen ik nog advocaat was!' Je kunt loodgieter, advocaat,

zakenman of priester zijn, maar dat heeft allemaal niets

te rnaken met het wezenlijke 'ik'. Het raakt jou niet. Als

ik morgen van werk verander, is het net zoiets als andere kleren aantrekken. Ik blijf onberoerd. Bén jij je kleren?

Bén jij je naam? Bén jij je beroep? Hou op met je daar­mee te vereenzelvigen. Ze komen en gaan.

100

Als je dat echt begrijpt, kan geen kritiek je meer raken.

Vleierij of lof evenmin. Als iemand zegt: 'Je bent groots', waar heeft hij het dan over? Hij heeft het over 'mij', hij

heeft het niet over 'ik'. Dat 'ik' is groot noch klein. 'Ik' is

succesvol noch een mislukkeling. Het is geen van die eti­

ketten. Die dingen komen en gaan. Zulke dingen hangen

af van criteria van de samenleving. Zulke dingen hangen

af van je conditionering. Zulke dingen hangen af van de

stemming van de persoon die op zo'n moment tegen je

praat. Het heeft allemaal niets met 'ik' te maken. Dat 'ik'

is geen van die etiketten. 'Mij', is in het algemeen egoïs­

tisch, dwaas en kinderachtig; een enorme ezel. Dus als je

zegt: 'Jij bent een ezel,' weet ik dat allang! Het gecondi­

tioneerde zelf... Wat had je anders gedacht? Ik weet het al jaren. Waarom identificeer je je met hem? Dwaasheid!

Dat is 'ik' niet, dat is 'mij'.

Wil je gelukkig worden? Ononderbroken geluk heeft

geen oorzaak. Waarachtig geluk heeft geen reden. Jij kunt

mij niet gelukkig maken. Jij bent mijn geluk niet. Vraag

de ontwaakte: 'Waarom ben je gelukkig?' en hij zal ant­

woorden: 'Waarom niet?'

Geluk is onze natuurlijke staat. Geluk is de natuur­

lijke staat van kleine kinderen, aan wie het koninkrijk

nog toebehoort tot ze vervuild en besmet worden door

de stompzinnigheid van samenleving en cultuur. Om ge­

luk te verwerven hoef je niets te doen, omdat geluk niet

verworven kan worden. Weet iemand waarom? Omdat

we het al hebben. Hoe kun je nu verwerven wat je al hebt? Waarom ervaar je het dan niet zo? Omdat je iets

moet laten vallen. Je moet je illusies laten vallen. Er hoeft

lOl

Page 53: Anthony de Mello - Bewustzijn

niets te worden toegevoegd om gelukkig te zijn; je moet

juist iets laten vallen. Het leven is gemakkelijk; het leven

is verrukkelijk. Het is alleen moeilijk voor je illusies, je

ambitie, je hebzucht, je hunkeringen. Weet je waar die

dingen vandaan komen? Van het feit dat je je met allerlei

etiketten hebt vereenzelvigd!

102

Vier stappen naar wijsheid

Het eerste wat je moet doen is contact krijgen met

negatieve gevoelens waarvan je je niet eens bewust bent. Een heleboel mensen hebben daar last van. Een he­

leboel mensen zijn gedeprimeerd en weten het niet eens.

Pas als ze weer contact met vreugde maken, begrijpen

ze hoe neerslachtig ze zijn geweest. Je kunt niet afreke­

nen met de kanker die je niet hebt ontdekt. Je kunt de

katoenkevers op je boerderij niet te lijf gaan als je niet

van hun bestaan weet. Het eerste wat je moet hebben is bewustzijn van je negatieve gevoelens. Welke negatieve

gevoelens? Somberheid bijvoorbeeld. Je bent somber en

humeurig. Je hebt last van zelfhaat of schuldgevoel. Je

hebt het gevoel dat het leven zinloos is, dat het nergens

op slaat; je voelt je gekwetst. Je voelt je nerveus en ge­

spannen. Leer die gevoelens eerst maar eens kennen. De tweede stap in dit vierstappen programma is inzien

dat de gevoelens zich in jou afspelen, niet in de realiteit.

Dat is zoiets vanzelfsprekends, maar dacht je dat mensen

dat wisten? Dat weten ze niet, neem dat maar van mij

103

Page 54: Anthony de Mello - Bewustzijn

aan. Ze mogen een doctorsgraad hebben of rector magni­

ficus zijn, maar dit hebben ze niet begrepen. Mij hebben ze op school niet geleerd hoe ik moest leven. Verder heb­ben ze me alles geleerd. Iemand heeft ooit eens gezegd: 'Ze hebben me een uitstekende opleiding gegeven. Het heeft me jaren gekost om eroverheen te komen.' Dat is nu precies waar spiritualiteit over gaat, weet je: over afle­ren. Alle rommel afleren die ze je hebben geleerd.

Negatieve gevoelens zitten in jou, niet in de werkelijk­

heid. Dus houd eens op met proberen de werkelijkheid te veranderen! Dat is krankzinnig! Hou op met proberen

de ander te veranderen. We besteden al onze tijd en ener­

gie aan proberen externe omstandigheden te veranderen; we proberen onze partner te veranderen, onze baas, onze vrienden, onze vijanden en alle anderen. We hoeven he­

lemaal niets te veranderen. Negatieve gevoelens zitten in jóu. Niemand ter wereld heeft de macht om jou ongeluk­kig te maken. Geen enkele gebeurtenis heeft de macht jou van je stuk te brengen of te kwetsen. Geen gebeurte­nis, toestand, situatie noch persoon. Niemand heeft je dat verteld; ze hebben je juist het tegenovergestelde ge­leerd. Daarom ben je er nu zo belazerd aan toe. Daarom ben je in slaap. Ze hebben je dat nooit geleerd. Maar het spreekt vanzelf.

Gesteld dat de regen je picknick in duigen gooit. Wie voelt zich dan negatief? De regen of jij? Wat veroorzaakt de negatieve gevoelens? De regen of je negatieve gevoe­

lens? Als je je knie tegen een tafel stoot, is er niets mis met de tafel. Die heeft het druk met zijn waarvoor hij gemaakt is, met 'tafel zijn'. De pijn zit in je knie, niet

104

in de tafel. De mystici blijven maar proberen ons voor te houden dat er niets mis is met de werkelijkheid. De

werkelijkheid is niet problematisch. Problemen bestaan alleen in het menselijk denken. We mogen er wel aan

toevoegen: in het stompzinnige, slapende denken. De werkelijkheid is niet problematisch. Haal de mensen van deze planeet en het leven zou gewoon zijn gang gaan, de natuur zou gewoon zijn gang gaan met al zijn schoon­heid en geweld. Waar zou het probleem dan zijn? Dat is

er niet. Jij hebt het geschapen. Jij hebt je geïdentificeerd met 'mij' en dat is de moeilijkheid. Het gevoel zit in jou, niet in de realiteit.

Stap drie: identificeer je nooit met dat gevoel. Het heeft niets met het 'ik' het maken. Definieer je wezen­lijke zelf nooit in termen van dat gevoel. Zeg niet: 'Ik

ben gedeprimeerd.' Zeg je: 'Het is gedeprimeerd,' prima. Als je zegt dat er zich gedeprimeerdheid afspeelt, prima. Als je zegt dat er zich somberheid afspeelt, niets op tegen. Maar niet: 'Ik ben somber.' Dan definieer je jezelf in ter­men van dat gevoel. Dat is je illusie, dat is je vergissing.

Er is daar momenteel gedeprimeerdheid, er zijn daar

momenteel gekwetste gevoelens, maar laat ze zijn, laat ze met rust. Her gaar wel over. Alles gaar voorbij, alles. Je neerslachtige of opgewonden gevoelens hebben niets met

geluk te maken. Dar zijn maar pendelbewegingen. Als je kicks of opwinding zoekt, bereid je dan maar voor op een

depressie. Zoek je drugs? Bereid je maar voor op de kater. De pendel zwaait altijd heen en weer.

Dat heeft allemaal niets met 'ik' of geluk te maken.

Het is het 'mij'. Als je dat onthoudt, als je dar duizend

105

Page 55: Anthony de Mello - Bewustzijn

keer tegen jezelf zegt, als je die drie stappen duizend keer probeert, krijg je het te pakken. Misschien hoef je het niet eens drie keer te doen. Ik weet het niet. Er is geen

vuistregel voor. Maar doe het duizend keer en je zult de grootste ontdekking van je leven doen. De goudmijnen

van Alaska kunnen je gestolen worden. Wat wil je met

al dat goud? Als je niet gelukkig bent, kun je toch niet leven. Oké, je hebt goud gevonden. Wat maakt dat uit? Je

bent koning, je bent prinses. Je bent vrij, het kan je niets

meer schelen of je geaccepteerd of verworpen wordt, het maakt geen enkel verschil. Psychologen beweren dat het

belangrijk is om het gevoel te hebben ergens bij te horen.

Flauwekul! Waarom wil je iemands eigendom zijn? Het maakt allemaal niets meer uit.

Een vriend van me heeft verteld dat er een stam in

Afrika is waar de doodstraf uit verstoting bestaat. Als jij uit New York geschopt zou worden, of waar je ook woont,

zou je niet doodgaan. Hoe komt het dan dat zo'n Afri­kaans stamlid sterft? Omdat hij deelneemt aan de alge­

mene stompzinnigheid van het menselijke ras. Hij denkt dat hij niet meer kan leven als hij niet ergens bij hoort.

Heel anders dan de meeste mensen, of toch niet? Hij is

ervan overtuigd dat hij ergens bij moet horen. Maar je

hoeft bij niemand, bij niets, of bij wat voor groep ook te horen. Je hoeft zelfs niet verliefd te zijn. Wie heeft je

het tegenovergestelde gezegd? Je moet vrij zijn. Je moet

liefhebben. Meer niet, dat is je ware aard. Maar wat je me in wezen vertelt, is dat je begeerd wilt worden. Je wilt

geprezen worden, aantrekkelijk zijn. Je wilt dat alle aapjes achter je aan hollen. Je verdoet je leven. Wakker worden!

106

Je hebt dat allemaal niet nodig. Je kunt zonder dat alles

gelukzalig zijn. Je samenleving zal niet blij zijn dat te horen, want je

zult iets angstaanjagends krijgen als je je ogen opent en

dat begrijpt. Hoe kun je zo iemand onder de duim hou­den? Hij heeft jou niet nodig; hij voelt zich niet bedreigd

door je kritiek; het maakt hem niets uit wat je van hem denkt. Hij heeft al die touwtjes doorgeknipt; hij is geen

marionet meer. Dat is angstaanjagend. 'Dan moeten we

maar van hem af Hij zegt de waarheid; hij is onbevreesd

geworden; hij is opgehouden menselijk te zijn.' Ménse­lijk! Moet je nou toch kijken! Eindelijk is er juist sprake van een menselijk wezen! Hij is aan hun slavernij ont­

snapt; hij is uit hun gevangenis gebroken. Geen enkele gebeurtenis rechtvaardigt een negatief

gevoel. Er bestaat geen enkele situatie die een negatief gevoel rechtvaardigt. Alle mystici hebben zich schor ge­

schreeuwd om ons dat te vertellen. Maar niemand luis­

tert. Het negatieve gevoel is in jou. In de Bhagavad Gita,

het heilige boek van de hindoes, zegt Krishna tegen Ar­juna: 'Stort jezelf in het heetst van de strijd en laat je hart

aan de lotusvoeten van de Heer.' Een schitterende zin. Je hoeft niets te doen voor geluk. De grote Meister

Eekhart heeft her heel mooi gezegd: 'God wordt niet be­

reikt door iets aan de ziel toe te voegen, maar juist door er iets af te trekken.' Je doet niets om vrij te zijn, je laat

iets vallen. Dan ben je vrij.

Stap vier: hoe verander je de dingen? Hoe verander je

jezelf? Er zijn hier talrijke dingen die je goed moet begrij­pen, of liever gezegd één ding dat op talrijke manieren

107

Page 56: Anthony de Mello - Bewustzijn

kan worden uitgedrukt. Stel je een patiënt voor die naar

de dokter gaat en zegt waaraan hij lijdt. De dokter zegt:

'Goed, ik heb uw symptomen begrepen. Weet u wat ik ga doen? Ik zal een medicijn voor uw buurman voor­

schrijven.' Zegt de patiënt: 'Dank u wel, dokter, ik voel me al een stuk beter.' Is dat niet absurd? Maar dat doen we allemaal. Wie in slaap is, denkt altijd dat hij zich beter zal voelen als iemand anders verandert. Jij lijdt omdat

je in slaap bent, maar je denkt: hoe mooi zou het leven zijn als iemand anders zou veranderen; hoe prachtig zou

het leven zijn als mijn buurman, mijn vrouw, mijn baas

veranderde. We willen altijd dat iemand anders verandert, zodat

wij ons goed voelen. Maar is het ooit tot je doorgedron­

gen wat er met jou zou gebeuren, ook al zou je vrouw of je man veranderen? Je bent nog even kwersbaar als daar­voor; je bent nog steeds even idioot als daarvoor; je bent nog net zo in slaap. Jij bent degene die moet veranderen, die medicijnen moet slikken. Je blijft maar volhouden:

'Ik voel me goed omdat de wereld om me heen in orde is.' Mis! De wereld om me heen is in orde omdat ik me goed voel. Dat is wat de mystici bedoelen.

108

Alles is in orde met de wereld

Als je wakker wordt, als je het begrijpt, als je het ziet,

:wordt de wereld zoals het hoort. We liggen altijd overhoop met het probleem van het kwaad. Er is een sterk

verhaal over een jongetje dat langs een rivier loopt. Hij ziet een krokodil die gevangen zit in een net. De krokodil

zegt: 'Heb medelijden en bevrijd me. Ik zie er misschien lelijk uit, maar dat is niet mijn schuld, weet je. Zo ben

ik gemaakt. Maar hoe ik er ook uit mag zien, ik heb een

moederhart. Vanmorgen ben ik hier op zoek gegaan naar eten voor mijn jongen en toen ben ik in deze val verstrikt geraakt!' Dus de jongen zegt: 'Ja, maar als ik je losmaak,

pak je me en eet je me op.' De krokodil vraagt: 'Dacht je

dat ik zoiets met mijn weldoener en verlosser zou doen?' Dus de jongen laat zich overhalen om het net van de

krokodil te halen en die grijpt hem. Terwijl de jongen tussen de kaken van de krokodil zit, zegt hij: 'Dus dit is je

dank voor mijn goede daad?' En de krokodil zegt: 'Nou, je moet het niet persoonlijk opvatten, jongen, maar zo zit

de wereld gewoon in elkaar, dit is de wet van het leven.'

109

Page 57: Anthony de Mello - Bewustzijn

De jongen sputtert tegen, dus de krokodil zegt: 'Wil je soms aan iemand vragen of het niet zo is?' De jongen ziet een vogel op een tak zitten en zegt: 'Vogel, is het waar wat de krokodil zegt?' De vogel zegt: 'De krokodil heeft gelijk. Neem mij nou. Ik kwam een keer thuis met eten voor mijn jongen. Stel je mijn afgrijzen voor toen ik een slang langs de boomstam omhoog zag kruipen die recht op het nest af ging. Ik was totaal machteloos. Hij at mijn jonkies stuk voor stuk op. Ik bleef maar gillen en schreeu­wen, maar het was vergeefs. De krokodil heeft gelijk, dit is de wet van het leven; zo zit de wereld in elkaar.'

'Zie je nou wel?' zegt de krokodil. Maar de jongen zegt: 'Ik wil het nog aan iemand anders vragen.' Dus zegt de krokodil: 'Mij best, ga je gang.' Er liep een oude ezel over de rivieroever. 'Ezel,' zegt de jongen. 'Dit zegt de krokodil. Heeft hij gelijk?'

'De krokodil heeft groot gelijk,' zegt de ezel. 'Kijk maar naar mij. Ik heb mijn hele leven als een slaaf voor mijn meester gewerkt en hij heeft me amper genoeg te eten gegeven. Nu ik oud en nutteloos ben geworden, heeft hij me weggejaagd en nu zwerf ik door het oer­woud en kan ik ieder moment besprongen worden door een wild beest, dat een eind aan mijn leven zal maken. De krokodil heeft gelijk; het is de wet van het leven; zo zit de wereld in elkaar. 'Zie je nou wel?' zegt de krokodil. 'Kom op!'

De jongen zegt: 'Geef me nog één kans, een laatste kans. Ik wil het nog aan één ander wezen vragen. Weet je nog hoe goed ik voor je ben geweest?' Dus zegt de kroko­dil: 'Goed, dit is je laatste kans.'

110

De jongen ziet een konijn langs komen en vraagt: 'Konijn, heeft de krokodil gelijk?' Het konijn gaat op zijn hurken zitten en vraagt de krokodil: 'Heb jij dat tegen die jongen gezegd?' En de krokodil zegt: 'Ja, dat heb ik gezegd.' Zegt het konijn: 'Wacht even. Hier moeten we het even over hebben.' Zegt de krokodil: 'Ga je gang.' Maar het konijn zegt: 'Hoe kunnen we dit nu bespreken als je die jongen in je bek hebt? Laat hem los, hij moet mee discussiëren.' Zegt de krokodil: 'Jij bent me een slimmerik. Zodra ik mijn bek opendoe, loopt hij weg.' Zegt het konijn: 'Ik dacht dat je wel beter wist. Als hij probeert weg te hol­len, kun je hem met één klap van je staart doodslaan.' De krokodil zegt: 'Je hebt gelijk.' Hij laat de jongen los. Zodra hij vrij is, roept het konijn: 'Hollen!' De jongen holt weg en ontkomt. Vervolgens zegt het konijn tegen de jongen: 'Hou je niet van krokodillenvlees? Zouden de mensen van je dorp niet blij zijn met een stevig maal? Je hebt die krokodil niet echt bevrijd; het grootste stuk van zijn lichaam zit nog in dat net verstrikt. Waarom ga je het hele dorp niet halen voor een feestmaal?' En dat is precies wat de jongen doet. Hij gaat naar het dorp om alle man­nen te halen. Ze komen met bijlen, stokken en speren om de krokodil te doden. De hond van de jongen komt ook mee en als die het konijn ziet, zet hij de achtervolging in, krijgt het konijn te pakken en bijt het dood. De jongen is er te laat bij, en als hij het konijn ziet sterven, zegt hij: 'De krokodil had gelijk; zo zit de wereld in elkaar. Dit is de wet van het leven.'

Geen enkele filosofie voldoet om alle lijden, boosaar­digheid, martelingen, verwoesting en honger in de wereld

111

Page 58: Anthony de Mello - Bewustzijn

te verklaren! Je zult die nooit verklaren, Je kunt het wel

opgewekt proberen met je religieuze en andere formules, maar verklaren zul je ze nooit. Het leven is namelijk een mysterie, wat wil zeggen dar je denk-wezen er geen vat op zal krijgen. Daarom moet je wakker worden en dan

zul je plotseling beseffen dat de werkelijkheid niet het probleem is, maar jij het bent.

112

Slaapwandelen

De geschriften verwijzen daar altijd naar, maar je zult nooit een woord begrijpen van wat die geschriften

zeggen voordat je wakker wordt. Slapende mensen lezen de geschriften en kruisigen de Messias op grond daarvan.

Je zult wakker moeten worden om iets van de geschrif­ten te begrijpen. Als je wakker wordt, worden ze logisch, en de werkelijkheid eveneens. Maar je zult het nooit in woorden kunnen vangen. Zou je liever iets doen? Maar zelfs dan moet je je ervan vergewissen dat je niet in actie

komt om je domweg van je negatieve gevoelens te ont­doen. Veel mensen komen in actie en maken het alleen maar erger. Ze handelen niet uit liefde, maar vanuit ne­gatieve gevoelens. Ze handelen uit schuldgevoel, woede, haat; vanuit een gevoel van onrechtvaardigheid, of wat ook. Je moet zeker zijn van je 'zijn' voordat je in actie komt. Je moet weten wie je bent alvorens te handelen. Helaas vervangen mensen die slapend in actie komen de ene wreedheid voor de andere, de ene onrechtvaardig­

heid voor de andere. En zo gaat het ook. Meister Eekhart

113

Page 59: Anthony de Mello - Bewustzijn

zegt: 'Je wordt niet door wat je doet verlost, (of gewekt, noem het wat je wilt) maar door je zijn. Je wordt niet beoordeeld op grond van wat je doet, maar wat je bent.' Wat schiet jij ermee op als je de hongerigen voedt, de dorseigen laaft of gevangenen bezoekt?

Denk maar aan die uitspraak van Paulus: 'Als ik mijn

lichaam offer voor de brandstapel, en al mijn bezittingen om de armen te voeden, maar de liefde niet heb .. .' Niet wat je doet telt, maar je zijn. Dán kun je in actie komen. Of niet. Dat kun je pas beslissen als je wakker bent. He­laas wordt alle nadruk gelegd op het veranderen van de wereld en maar heel weinig op wakker worden. Als je wakker wordt, weet je wat je al of niet moet doen. Som­mige mystici zijn heel vreemd, weet je. Zoals Jezus, die iets heeft gezegd in de trant van: 'Ik ben niet naar deze mensen gezonden; ik beperk me tot wat ik op dit mo­ment moet doen. Misschien ook later.' Sommige mystici doen er het zwijgen toe. Geheimzinnig genoeg zingen sommigen liederen. Anderen doen aan dienstverlening. We weten het nooit zeker. Ze zijn hun eigen wet; ze we­ten precies wat hun te doen staat. Stort jezelf in het heetst van de strijd en laat je hart aan de lotusvoeten van de Heer, zoals ik al eerder zei.

Gesteld dat je je niet lekker voelt, je bent in een rothu­meur en je wordt door een schitterend landschap gereden.

Het landschap is prachtig, maar je bent niet in de stem­ming om er iets van te zien. Een paar dagen later volg je dezelfde route en je zegt: 'Lieve hemel, waar was ik dat ik dit allemaal niet heb gezien?' Alles wordt mooi als jij ver­andert. Of je kijkt door een raam, dat nat is van de regen,

114

naar bomen en bergen, en alles ziet er vaag en vertekend uit. Je zou naar buiten willen hollen om die bomen en bergen te veranderen. Wacht eens even; eerst dat raam eens bestuderen. Als de storm gaat liggen en het ophoudt met regenen, zeg je: 'Kijk eens aan, wat ziet alles er anders uit.' We zien mensen en dingen niet zoals zij zijn, maar zo­als wij zijn. Daarom krijg je twee verschillende reacties als twee mensen naar iets of iemand kijken. We zien mensen en dingen niet zoals zij zijn, maar zoals wij zijn.

Herinner je je die zin uit de Schrift, die zegt dat al­les goed wordt voor diegenen die God liefhebben? Als je uiteindelijk wakker wordt, probeer je geen goede dingen te laten gebeuren; ze gebeuren gewoon. Opeens begrijp je dat alles wat jou overkomt goed is. Denk maar eens aan

sommige mensen in je omgeving die je zou willen veran­deren. Je vindt hen humeurig, tactloos, onbetrouwbaar of wat dan ook. Maar als jij anders bent, zijn zij dat ook. Dat is een feilloze en wonderbaarlijke genezing. Zodra jij verandert, veranderen zij ook. En je zult hen ook anders zien. Iemand die er voorheen angstaanjagend uitzag, zal er nu angstig uitzien. Iemand die voorheen angstaanjagend leek, zal nu bang lijken. Opeens kan niemand je meer kwetsen. Opeens kan niemand meer druk op je uitoefe­nen. Het is zoiets als: jij legt een boek op tafel en ik pak het op en zeg: 'Je dringt me dit boek op. Ik moet het op­pakken of niet oppakken.' Mensen zijn zo druk met het beschuldigen van alle andere mensen; ze geven iedereen de schuld, ze geven het leven de schuld, de maatschappij, of de buurman. Op die manier verander je nooit. Zo gaat je nachtmerrie nooit over. Zo word je nooit wakker.

115

Page 60: Anthony de Mello - Bewustzijn

Zet het volgende programma in werking en doe het dui­zend keer: (a) leg de vinger op de negatieve gevoelens in jou; (b) zie in dat ze in jou zitten, niet in de wereld, niet

in de externe werkelijkheid; (c) beschouw ze niet als een wezenlij� onderdeel van 'ik'; die dingen komen en gaan; (d) begnJp dat wanneer jij verandert, alles verandert.

116

Verandering uit hebzucht

Dat laat nog één grote vraag onbeantwoord: moet ik

iets doen om mezelf te veranderen? Ik heb een gro­

te verrassing voor je, een heleboel goed nieuws! Je hoeft niets te doen. Hoe meer je doet, des te erger het wordt. Het enige dat je hoeft te doen, is begrijpen.

Denk eens aan iemand in je omgeving of op je werk

die je niet mag, die voeding geeft aan je negatieve gevoe­

lens. Ik wil je helpen begrijpen wat er aan de hand is. Het eerste wat je moet begrijpen is dat het negatieve gevoel

in jou zit. Jij bent verantwoordelijk voor het negatieve

gevoel, niet die ander. Iemand anders in jouw plaats zou volmaakt kalm en op zijn gemak zijn in aanwezigheid

van die bewuste persoon; hij zou niet geraakt worden. Jij wel. Nu moet je iets anders begrijpen, namelijk dat je een

eis stelt. Je hebt een verwachting van die persoon. Kun je dat voelen? Zeg vervolgens tegen die persoon: 'Ik heb

niet het recht om eisen aan je te stellen.' Als je dat kunt

zeggen, laat je je verwachting vallen. 'Ik heb geen recht om eisen aan je te stellen. 0, ik zal me wel beschermen

117

Page 61: Anthony de Mello - Bewustzijn

tegen de consequenties van je handelingen, stemmingen, of wat dan ook, maar ga je gang en wees wat je wilt. Ik heb geen recht om eisen aan je te stellen.'

Kijk maar eens wat er met je gebeurt als je dat doet. Als er weerstand opkomt om het te zeggen, nou, dan valt er van alles over 'mij' te ontdekken. Laat de dictator maar

naar buiten komen, laat die tiran dan maar zien. Je dacht dat je zo'n lammetje was, nietwaar? Maar ik ben een ti­

ran en jij bent een tiran. Een kleine variatie op 'Ik ben

een ezel, jij bent een ezel.' Ik ben een dictator, jij bent een dictator. Ik wil jouw leven leiden; ik wil je precies verrellen wat er van je wordt verwacht en hoe je je moet gedragen, en je kunt je maar beter gedragen zoals ik het

wil, of ik straf je met negatieve gevoelens. Vergeet niet wat ik heb gezegd, iedereen is gek.

Een vrouw vertelde me een keer dat haar zoon een prijs op de middelbare school had gewonnen. Hij muntte

uit in sport en leren. Ze was blij voor hem, maar ze kwam in de verleiding om te zeggen: 'Niet naast je schoenen

gaan lopen, wam die prijs is een valkuil in de tijd dat

je het niet meer zo goed zult doen.' Ze verkeerde in een dilemma: hoe kon ze hem beschermen tegen desillusie in de toekomst, zonder een domper op zijn vreugde van het

moment te zetten?

Hopelijk zal hij het leren als haar eigen wijsheid groeit. Het komt er niet op aan wat ze tegen hem zegt. Het is iets

wat ze uiteindelijk zal wórden. Dan zal ze het begrijpen.

Dan zal ze weten wat ze al dan niet moet zeggen. Die prijs was het gevolg van rivaliteit, en die kan wreed zijn als hij stoelt op zelfhaat en haat jegens anderen. Mensen

118

krijgen een goed gevoel als iemand anders een slecht ge­voel krijgt. Jij wint ten koste van een ander. Is dat niet vreselijk? En in dit gekkengesticht wordt het als vanzelf­

sprekend beschouwd!

Er is een Amerikaanse arts die iets heeft geschreven over het gevolg van rivaliteit op zijn leven. Hij studeerde aan een medische faculteit in Zwitserland en er zat een

vrij groot contingent Amerikaanse studenten op die uni­

versiteit. Hij zei dat er studenten bij waren die in shock waren toen ze beseften dat er geen cijfers werden gege­ven, geen prijzen werden toegekend, dat er geen lijst van

uitblinkers was en geen beste en één na beste van de klas.

Je slaagde of je zakte. Hij zei: 'Er waren er onder ons die dat niet konden behappen. We werden er bijna paranoïde

van. We dachten dat er een addertje onder het gras zat.' Dus ging een aantal naar een andere universiteit. Twee die het overleefden, ontdekten op een gegeven moment

iets merkwaardigs, wat ze nog nooit op een Amerikaanse universiteit hadden gezien: briljante studenten die ande­ren hielpen om te slagen, die aantekeningen uitwisselden.

Zijn zoon studeert medicijnen in de Verenigde Staten, en die vertelt hem dat studenten in het lab dikwijls knoei­

en met de microscopen zodat het de volgende student dikwijls drie à vier minuten kost om hem weer goed te krijgen. Rivaliteit. Ze moeten slagen, ze moeten de beste

zijn. En hij vertelt een heerlijk verhaaltje dat volgens hem op waarheid berust, maar het kan ook als een prachtige

parabel dienen. Er was eens een plaatsje in Amerika waar de mensen 's avonds bijeenkwamen om muziek te ma­ken. Er waren een saxofonist, een drummer en een vi-

119

Page 62: Anthony de Mello - Bewustzijn

olist bij, en het waren voornamelijk oudere mensen. Ze kwamen bij elkaar voor de gezelligheid en zuiver voor het plezier van het musiceren, hoewel het geen sterren waren. Dus ze genoten ervan en hadden een geweldige tijd, totdat ze op een keer besloten een nieuwe dirigent te nemen die veel ambitie en energie had. De nieuwe diri­gent zei: 'Luister mensen, we moeten een concert geven. We gaan ons voorbereiden op een optreden voor de be­volking.' Vervolgens loosde hij langzamerhand een paar mensen, die niet al te goed speelden, nam beroepsmusici in dienst, zorgde ervoor dat het orkest in vorm kwam en ze haalden de krant. Was dat niet prachtig? Dus besloten ze naar de grote stad te verhuizen en daar op te treden. Maar een aantal van de ouderen had tranen in de ogen en zei: 'Vroeger was het zo heerlijk, toen we nog beroerd speelden en ervan genoten.' Dus wreedheid had zijn in­trede in hun leven gedaan, maar die werd niet als zodanig herkend. Zie je hoe krankzinnig mensen zijn geworden?

Sommigen van jullie hebben me gevraagd wat ik be­doelde toen ik zei: Ga je gang en wees jezelf maar, daar is niets op tegen, maar ik zal mezelf beschermen. Ik zal mezelf zijn. Met andere woorden: ik laat me niet manipuleren. Ik leef mijn eigen leven, ik ga mijn eigen weg. Ik behoud mezelf het recht voor om mijn gedachten te denken en mijn neigingen en voorkeuren te volgen. En ik zal nee tegen je zeggen. Als ik geen zin in je gezelschap heb, zal dat niet zijn vanwege enige negatieve gevoelens die jij in me oproept. Dat doe je namelijk niet meer. Je hebt geen macht over me. Ik geef misschien gewoon de voorkeur aan het gezelschap van anderen. Dus als je mij vraagt:

120

'Ga je vanavond mee naar de film?' zeg ik: 'Sorry, ik wil

met iemand anders; ik geniet meer van zijn gezelschap

dan van het jouwe.' En daar is niets op tegen. Nee zeggen

tegen mensen is prachtig. Dat hoort bij wakker worden.

Een deel van wakker worden is dat je je leven leidt zoals

jou dat goeddunkt. En je moet goed begrijpen dat dit

niét egoïstisch is. Egoïstisch is eisen dat iemand anders

zijn leven zo inricht als jij het wil. Dát is egoïstisch. Het

is niet egoïstisch om je leven te leiden zoals jou dat goed­

dunkt. Het is egoïstisch om van iemand anders te ver­

langen dat hij zijn leven naar jouw voorkeur inricht, of

naar jouw trots, of jouw belang, of jouw genoegen. Dat

is egoïsme pur sang. Dus zal ik mezelf beschermen. Ik zal

me niet verplicht voelen tijd met je door te brengen; ik

voel me niet verplicht om ja tegen je te zeggen. Als ik je

gezelschap aangenaam vind, zal ik ervan genieten zon­

der me eraan vast te klampen. Maar ik zal je niet meer

mijden vanwege negatieve gevoelens die je in me op zou

roepen. Die macht heb je niet meer.

Wakker worden moet een verrassing zijn. Als je iets

niet verwacht en het gebeurt toch, voel je je verrast. Toen

Websters vrouw hem betrapte op het zoenen van het

dienstmeisje, zei ze tegen hem dat ze erg verrast was. Nu

was Webster een purist wat het juiste taalgebruik betreft

- hij had tenslotte een woordenboek geschreven - dus

hij antwoordde: 'Nee, lieve, ik ben verrast. Jij bent ver-

bijsterd!' Er zijn mensen die van ontwaken een doel maken. Ze

zijn vastbesloten er te komen. Ze zeggen: 'Ik weiger om

gelukkig te zijn voor ik wakker ben.' In dat geval is het

121

Page 63: Anthony de Mello - Bewustzijn

beter om te zijn zoals je bent, om je eenvoudig bewust

te zijn van hoe je bent. Eenvoudig bewustzijn is geluk,

vergeleken met altijd maar proberen te reageren. Mensen

reageren zo vlug omdat ze niet bewust zijn. Je zult leren

inzien dat er momenten zijn waarop je onvermijdelijk

zult reageren, zelfs als je je bewust bent. Maar naarmate

bewustzijn groeit, zul je minder reageren en meer doen.

Her doet er echt niet toe.

Er is een verhaal over een discipel die tegen zijn goeroe

zei dat hij naar een verre plek ging om te mediteren in de

hoop dat hij verlicht zou worden. Om de zes maanden

stuurde hij zijn goeroe een briefje over de vooruitgang

die hij boekte. In het eerste rapport stond: 'Nu begrijp

ik wat het betekent om het zelf te verliezen.' De goeroe

verscheurde het briefje en gooide het in de prullenmand.

Een halfjaar later kreeg hij weer een rapport, waarin

stond: 'Nu ben ik ontvankelijk geworden voor alle we­

zens.' Hij verscheurde het. Toen kwam er een derde brief

waarin stond: 'Nu begrijp ik het geheim van het Ene en

het Talrijke.' Dat werd ook versnipperd. En zo ging het

jaren door, tot er uiteindelijk geen rapporten meer kwa­

men. Na een poosje werd de goeroe nieuwsgierig en op

een dag ging er een reiziger naar die verre plek. De goeroe

vroeg: 'Wil jij eens gaan kijken wat er met die knaap is

gebeurd?' Uiteindelijk kreeg hij een briefje van zijn dis­

cipel, waarin stond: 'Wat maakt het uit?' Toen de goeroe

dat las, zei hij: 'Hij is er! Hij is er! Hij heeft het eindelijk

begrepen! Hij heeft het gesnapt!'

En dan is er nog dit verhaal over een soldaat op het

slagveld, die zijn geweer gewoon liet vallen, een stukje

122

papier opraapte en ernaar keek. Daarna liet hij het weer

op de grond dwarrelen. Vervolgens liep hij ergens anders

heen om hetzelfde te doen. Zijn medesoldaten zeiden:

'Die man stelt zich bloot aan de dood. Hij heeft hulp no­

dig.' Dus namen ze hem in het ziekenhuis op en hij kreeg

de beste psychiater om hem te behandelen, maar het leek

allemaal niet te helpen. Hij zwierf over de afdeling om

stukjes papier op te rapen en er doelloos naar te kijken

om ze vervolgens weer op de grond te laten dwarrelen.

Uiteindelijk zeiden ze: 'We moeten die man uit het leger

ontslaan.' Ze lieten hem komen, gaven hem zijn ontslag­

brief. Hij pakt hem achteloos aan, bekijkt hem, en roept:

'Is dit het? Dit is het!' Uiteindelijk had hij het.

Dus begin je ermee je bewust te zijn van je tegenwoor­

dige toestand, hoe die ook mag zijn. Hou op de dictator

uit te hangen. Hou op jezelf in een bepaalde richting te

duwen. Dan zul je op een dag begrijpen dat je door een­

voudig bewustzijn al datgene hebt bereikt waarheen je

jezelf probeerde te duwen.

123

Page 64: Anthony de Mello - Bewustzijn

Een veranderd persoon

Stel geen eisen in je jacht op bewustzijn. Het heeft meer van het gehoorzamen aan de verkeersregels. Als je die

veronachtzaamt, krijg je een boete. Hier in de Verenigde Staten moet je rechts houden; in Engeland houd je links, in India ook. Doe je dat niet, dan moet je een boete beta­len. Er is geen ruimte voor gekwetste gevoelens, eisen of verwachtingen; je houdt je gewoon aan de regels.

Jullie vragen hoe het zit met mededogen, hoe het zit met schuldgevoel. Je weet het wanneer je wakker wordt. Als je je momenteel schuldig voelt, hoe kan ik dat dan in hemelsnaam aan je uitleggen? Hoe zou je weten wat mededogen is? Weet je, soms willen mensen Jezus imi­teren, maar als een aap saxofoon speelt, maakt dat hem nog geen musicus. Je kunt Jezus niet imiteren door zijn uiterlijke gedrag na te bootsen. Je zult Jezus moeten zijn. Dan weet je predes wat je in een gegeven situatie moet doen, mét jouw temperament en mét jouw karakter en mét het temperament en karakter van degene die je te­genover je hebt. Niemand hoeft je dat te vertellen. Maar

124

om dat te doen, rnóét je zijn wat Jezus is geweest. Met een uiterlijke nabootsing schiet je niets op. Als je denkt dat mededogen iets met zachtheid te rnaken heeft, kan ik mededogen op geen enkele manier voor je beschrijven, hoegenaamd niet, omdat mededogen heel hard kan zijn. Mededogen kan heel grof zijn, mededogen kan je een schok geven, mededogen kan zijn mouwen opstropen om een operatie op je uit te voeren. Mededogen is allerlei dingen. Mededogen kan heel zacht zijn, maar dat is op geen enkele manier te voorspellen. Pas als je liefde wordt -met andere woorden, als je je illusies en gehechtheden hebt laten vallen- zul je het 'weten'.

Naarmate je je minder identificeert met het 'mij', zul je je meer met alles en iedereen op je gemak voelen. Weet je waarom? Omdat je niet bang meer bent dat je gekwetst wordt of dat ze je niet mogen. Je hebt er geen behoefte meer aan om indruk op wie dan ook te maken. Kun je je de op­luchting voorstellen als je geen indtuk meer op iemand wilt maken? Ach, wat een opluchting. Eindelijk geluk! Je voelt niet langer de behoefte of de drang om je te verontschul­digen. Ik hoor je veel liever zeggen: 'Ik ben ontwaakt' dan: 'Het spijt me'. Ik zou je veel liever horen zeggen: 'Ik ben wakker geworden sinds we elkaar voor het laatst hebben ontmoet. Wat ik je heb aangedaan zal niet weer gebeuren,' dan: 'Mijn excuses voor wat ik je heb aangedaan.' Waarom wu iemand een verontschuldiging verlangen? Hier valt iets te onderzoeken. Zelfs als iemand zogenaamd gemeen tegen je is geweest, dan nog is er geen ruimte voor excuses.

Niemand is gemeen tegen je geweest. Iemand is ge­meen geweest tegen wat hij of zij dacht dat jij was, maar

125

Page 65: Anthony de Mello - Bewustzijn

niet tegen jou. Niemand wijst jou ooit af; men wijst al­leen af wat ze denken dat jij bent. Maar dat mes snijdt aan twee kanten. Ook niemand aanvaardt jou. Voordat mensen wakker worden, accepteren of verwerpen ze

slechts een beeld dat ze van je hebben. Ze hebben een

beeld van je gevormd en dat wijzen ze af of aanvaarden ze. Zie eens hoe verpletterend het is om daar diep op in

te gaan. Het is een beetje te bevrijdend. Maar wat is het makkelijk om van mensen te houden als je je niet identi­

ficeert met wat ze zich van jou of van zichzelf verbeelden.

Het wordt makkelijk om van ze te houden, om van ie­

dereen te houden.

Ik sla 'mij' gade, maar 'mij' houdt me niet bezig. Om­dat het denkende 'mij' ook een heleboel slechte gedach­

ten heeft. Maar als ik 'mij' gadesla, ben ik me er constant van bewust dat het maar een weerspiegeling is. In werke­

lijkheid denk je niet echt in termen van 'ik' en 'mij'. Je

bent zoals iemand die een auto bestuurt. Hij wil nooit het bewustzijn over de auto verliezen. Je kunt wel dag­dromen, maar niet het bewustzijn over je omgeving ver­

liezen. Je moet constant alert zijn. Het is zoiets als een slapende moeder; de vliegtuigen die over het huis razen,

hoort ze niet, maar het kleinste kikje van haar baby wel.

Ze is alert, in dat opzicht is ze wakker. Over de ontwaakte staat valt niets te zeggen; je kunt het alleen over de slaap­

toestand hebben. Je kunt zinspelen naar de ontwaakte

staat. Je kunt niets over geluk zeggen. Geluk laat zich niet in een definitie vangen. Wat je wel kunt definiëren is mi­

sère. Laat je ongelukkigheid varen en je weet het. Liefde laat zich niet definiëren. Niet-liefde wel. Laat niet-liefde

126

vallen, laat angst vallen en je zult het weten. We willen

graag weten hoe de ontwaakte persoon is. Maar je weet

het pas als je er bent. Bedoel ik bijvoorbeeld dat we geen eisen aan onze

kinderen mogen stellen? Wat ik heb gezegd, was: 'Je hebt

niet het recht om eisen te stellen.' Vroeg of laat zal dat kind jou moeten lozen, in overeenstemming met het uit­

drukkelijke bevel van de Heer. En je zult geen enkel recht op hem kunnen doen gelden. In werkelijkheid is het jouw kind helemaal niet en dat is het ook nooit geweest. Hij

behoort het leven toe, niet aan jou. Niemand behoort jou toe. Waar jij het over hebt, is de opvoeding van je kind.

Als je je middageten wilt, kun je maar beter tussen twaalf en een thuis zijn, anders kun je het wel vergeten. Basta. Zo zijn de dingen hier geregeld. Kom je niet op tijd, dan

krijg je geen lunch. Je bent vrij, dat is waar, maar je moet

de consequenties aanvaarden.

Als ik zeg dat je geen verwachtingen van anderen moet hebben, of geen eisen aan hen moet stellen, bedoel ik

verwachtingen en eisen voor mijn welzijn. De president

van de Verenigde Staten heeft natuurlijk eisen aan het

volk te stellen. De verkeersagent heeft vanzelfsprekend

eisen te stellen aan de mensen. Maar dat zijn eisen aan

het gedrag, verkeersregels, goede organisatie, het soepel

laten draaien van een samenleving. Ze zijn niet bedoeld

om de president of de verkeersagent een goed gevoel te bezorgen.

127

Page 66: Anthony de Mello - Bewustzijn

Aankomen bij de stilte

Iedereen vraagt me wat er gebeurt als ze uiteindelijk aankomen. Is dat gewoon nieuwsgierigheid? We vra­

gen ons altijd af hoe iets in een of ander systeem past, of hoe iets anders logisch is in een bepaalde context, of hoe her voelt als we er zijn. Ga maar eens beginnen en je komt er wel achter; het laar zich niet beschrijven. Alom wordt er in het oosten gezegd: 'Zij die het weten, zeggen het niet; zij die het zeggen, weten het niet.' Het kan niet gezegd worden; alleen het tegenovergestelde laat zich be­schrijven. De goeroe kan je de waarheid niet geven. De waarheid kan niet in woorden of in een formule worden gevat. Dat is niet de waarheid. Dat is niet de werkelijk­heid. De werkelijkheid kun je niet in een formule van­gen. De goeroe kan je alleen op je fouten wijzen. Als je je fouten loslaat, zul je de waarheid kennen. En dan nog kun je het niet zeggen. Dat is een algemeen beginsel on­der de katholieke mystici. De grote Thomas van Aquino wilde regen het eind van zijn leven schrijven noch spre­ken; hij had het begrepen. Ik zou gedacht hebben dat

128

die beroemde stilte van hem maar een paar maanden zou duren, maar hij duurde jaren. Hij besefte dat hij voor aap stond en dat heeft hij ook met zoveel woorden gezegd.

Het is alsof je nog nooit een mango hebt geproefd en je vraagt: 'Hoe smaakt die?' Ik zou tegen je zeggen: 'Zuur.' Maar door jou dat woord te geven, heb ik je op een dwaalspoor gebracht. Probeer dat te begrijpen. De meeste mensen zijn niet zo verstandig. Ze klampen zich vast aan woorden- bijvoorbeeld aan de woorden van de Schrift

-en dan zitten ze er helemaal naast. 'Zuur,' zeg ik, en dan vraag je: 'Zuur zoals azijn? Zuur zoals citroen?' Nee, niet zuur zoals een citroen, maar zuur zoals een mango. 'Maar die heb ik nog nooit geproefd,' zeg je. Pech gehad! Maar jij schrijft er vervolgens een proefschrift over. Dat zou je niet hebben gedaan als je hem geproefd had. Echt niet. Je zou een proefschrift over andere dingen hebben geschre­ven, maar niet over mango's. En zodra je uiteindelijk een mango proeft, zeg je: 'Mijn god, wat heb ik mezelf voor aap gezet. Ik had dat proefschrift helemaal niet moeeen schrijven.' Dat is nou precies wat Thomas van Aquino heeft gedaan.

Een beroemde Duitse filosoof en theoloog heeft een heel boek gewijd aan de stilte van Thomas van Aquino. Hij deed er gewoon het zwijgen toe. Wilde niet meer spreken. In het voorwoord van zijn Summa Theologica,

de samenvatting van zijn hele theologische leer, zegt hij:

'Over God kunnen we niet zeggen wat Hij is, maar eerder wat Hij niet is. En dus kunnen we niet spreken over hoe Hij is, maar eerder hoe Hij niet is.' En in zijn beroemde commentaar op De Sancta Trinitate van Boethius zegt hij

129

Page 67: Anthony de Mello - Bewustzijn

dat er drie manieren zijn om God te kennen: (1) door de schepping, (2) door Gods handelingen door de eeuwen heen en (3) door de hoogste vorm van het kennen van God: door God te kennen als tamquam ignotum (door God te kennen als het onbekende). De hoogste vorm van spreken over de Drie-eenheid is in het besef dat je het niet weet. Welnu, hier is geen oosterse zenmeester aan het woord. Dit is een zalig verklaarde heilige van de

rooms-katholieke kerk, eeuwenlang de prins der theolo­gen. God kennen als het onbekende. Ergens anders zegt de heilige Thomas zelfs: als onkenbaar. De werkelijkheid, God, goddelijkheid, waarheid, liefde, zijn onkenbaar; dat wil zeggen dat het denkwezen er geen vat op kan krijgen. Dat zou zoveel vragen van mensen te ruste leggen, omdat we altijd in de illusie leven dat we het weten. Niet dus. We kunnen het niet weten.

Wat is de Schrift dan? Een hint, een vingerwijzing, geen beschrijving. Het fanatisme van een oprechte gelovige die denkt dat hij het weet richt meer schade aan dan de ge­combineerde inspanningen van tweehonderd schavuiten. Het is angstaanjagend om te zien waartoe waarachtige ge­lovigen bereid zijn, omdat ze denken dat ze het weten. Zou het niet prachtig zijn om in een wereld te leven waar ieder­een zegt: 'Ik weet het niet?' Dan is er één grote hindernis uit de weg geruimd. Zou dat niet heerlijk zijn?

Iemand die blind is geboren komt naar me toe en

vraagt: 'Wat is groen?' Hoe beschrijf je de kleur groen aan iemand die blind geboren is? Je gebruikt een analogie. Dus ik zeg: 'Groen is de kleur van zachte muziek.' Dan zegt hij: 'Aha, zoals zachte muziek.' Ik zeg: 'Ja, kalmeren-

130

de, zachte muziek.' Dan komt er een andere blinde naar me toe om te vragen wat groen is. Die vertel ik dat het iets is als zacht satijn, heel zacht en rustgevend om aan te raken. De volgende dag zie ik dat de twee blinden elkaar met flessen te lijf gaan. De ene zegt: 'Het is zo zacht als muziek' en de ander zegt: 'Het is zo zacht als satijn'. En­

zovoort. Geen van beiden weet waar ze het over hebben, want anders zouden ze hun mond wel houden. Zo erg is het. Erger nog, want gesteld dat je ooit het zicht kon

geven aan die blinde, en hij zit in zijn tuin om zich heen te kijken en je zegt tegen hem: 'Nou weet je wat de kleur groen is.' Dan zegt hij: 'Dat is zo. Vanmorgen heb ik er

al wat van gehoord.' Feit is dat je wordt omgeven door God en je kunt

Hem niet zien, omdat je 'weet' hoe God eruitziet. De laatste hindernis voor het zien van God is je God-con­cept. Je ziet God over het hoofd omdat je denkt dat je het weet. Dat is het verschrikkelijke van godsdienst. Dit staat in de evangeliën: dat de mensen het 'wisten' en dat

ze zich daarom van Jezus hebben ontdaan. De allerhoog­ste kennis van God is het besef dat God onkenbaar is. Er wordt veel te veel over God gepraat; de wereld is er ziek van. Er is te weinig bewustzijn, te weinig liefde, te weinig geluk, maar laten we die woorden ook maar niet gebruiken. Er worden te weinig illusies overboord gezet, er worden te weinig vergissingen losgelaten, er wordt te

weinig gehechtheid en wreedheid opgegeven, er is te wei­nig bewustzijn. Daaraan gaat de wereld mank, er is geen gebrek aan godsdienst. Godsdienst hoort over gebrek aan bewustzijn te gaan, over wakker worden. Moet je zien

131

Page 68: Anthony de Mello - Bewustzijn

waartoe we zijn afgedaald. Kom maar naar mijn land en kijk hoe ze elkaar vermoorden op grond van godsdienst. Je vindt het overal. Wie het weet, zegt het niet, wie het zegt, weet het niet. Alle openbaringen zijn, hoe goddelijk ook, niet meer dan vingers die naar de maan wijzen. Zoals we in het oosten zeggen: 'Als de wijze naar de maan wijst, ziet de idioot alleen de vinger.'

Jean Guiton, een heel vrome en orthodoxe Franse au­teur, voegt er angstaanjagend aan toe: 'Dikwijls gebruiken we de vinger om er ogen mee uit te steken.' Is dat niet vreselijk? Bewustzijn, bewustzijn, bewustzijn! In bewust­zijn schuilt genezing; in bewustzijn schuilt waarheid; in bewustzijn schuilt verlossing; in bewustzijn schuilt spiri­tualiteit; in bewustzijn schuilt groei; in bewustzijn schuilt liefde; in bewustzijn schuilt ontwaken. Bewustzijn.

Ik moet wel over woorden en concepten spreken, om­dat ik je moet uitleggen waarom we niet echt zien als we naar een boom kijken. Als we naar iemand kijken, zien we niet echt een persoon, dat denken we maar. We zien een beeld dat zich op ons netvlies heeft gegrift. We krijgen een indruk en houden die indruk vast en blij­ven die persoon door die indruk bekijken. En dat doen we met vrijwel alles. Als je dat begrijpt, zul je de pracht en schoonheid van bewustzijn van alles wat je omringt, begrijpen. Omdat de werkelijkheid voor je neus staat. 'God', wat dat ook mag zijn, is daar. Het is allemaal dáár. Het arme visje in de zee vraagt: 'Neemt u mij niet kwa­lijk, ik zoek de zee. Kunt u me vertellen waar ik die kan vinden?' Zielig hè? Als we gewoon onze ogen opendoen en zien, zouden we het begrijpen.

132

De strijd verliezen

T aten we het nog eens hebben over die schitterende Lzin in het evangelie over 'jezelf verliezen om jezelf te vinden'. Je vindt die terug in de meeste godsdienstige literatuur, en in alle religieus-spirituele en mystieke ge­schriften.

Hoe verlies je jezelf? Heb je ooit geprobéérd iets te verliezen? Juist, hoe meer moeite je ervoor doet, des te moeilijker het wordt. Pas als je het niet probeert, ver­lies je dingen. Je verliest iets onbewust. Nou, hoe sterf je aan jezelf? We hebben het nu over sterven, niet over zelf­moord. Ons wordt niet gezegd het zelf te doden, maar om te sterven. Het zelf pijnigen, het zelf lijden bezorgen, zou averechts werken. Het zou contraproductief zijn. Je bent nooit zo vol van jezelf als wanneer je lijdt. Je bent nooit méér op jezelf gericht dan wanneer je depressief bent. Je bent nooit zo bereid jezelf te vergeten als wan­neer je gelukkig bent. Geluk bevrijdt je van jezelf. Lijden, pijn en ellende binden je aan het zelf. Let maar eens op hoe bewust je je van je kies bent als je kiespijn hebt. Als je

133

Page 69: Anthony de Mello - Bewustzijn

geen kiespijn hebt, ben je je niet eens van je gebit bewust,

of dat je een hoofd hebt als je geen hoofdpijn hebt, nu we het er toch over hebben.

Dus het is een vergissing, een grote misvatting dat je het zelf moet pijnigen om het te kunnen ontkennen

door te kiezen voor zelfverloochening en ascese, zoals die traditioneel zijn begrepen. Het zelf verloochenen, eraan

versterven, het verliezen, komt neer op het begrijpen van zijn ware aard. Doe je dat, dan zal het verdwijnen; in

rook opgaan. Stel dat er iemand op een dag mijn kamer

binnenkomt. Ik zeg: 'Kom binnen. Mag ik weten wie u

bent?' En hij zegt: 'Ik ben Napoleon.' En ik zeg: 'Toch

niet dé Napoleon .. .' En hij zegt: 'Juist. Bonaparte, keizer

van Frankrijk.' Ik zeg: 'Kijk eens aanl' terwijl ik bij mezelf

denk: uitkijken met die gast. 'Neemt u plaats, majesteit,' zeg ik. 'Wel,' zegt hij, 'ik heb me laten vertellen dat u een

heel goede spirituele leidsman bent. Ik heb namelijk een

spiritueel probleem. Ik maak me zorgen, ik heb moeite

op God te vertrouwen. Mijn legers zijn in Rusland, ziet

u en ik heb slapeloze nachten over de uitkomst.' Dus ik zeg: 'Nou, majesteit, daar heb ik wel iets voor. Ik stel

voor dat u Mattheüs 6 leest: Beziet de leliën des velds ... zij arbeiden niet en spinnen niet.'

Inmiddels vraag ik me af wie er nu gekker is, die vent of ik. Maar ik ga mee met die gek. Dat doet de wijze goe­

roe in het begin met jou; hij gaat met je mee; hij neemt je problemen serieus. Hij droogt je tranen. Jij spoort niet, maar dat weet je niet. Weldra wordt het tijd dat hij je het

kleedje onder de voeten vandaan rukt en zegt: 'Hou nou

maar eens op, je bent Napoleon niet.' In die fameuze dia-

134

logen van de heilige Catherina van Siena zou God tegen haar hebben gezegd: 'Ik ben Hij die is, jij bent zij die niet is.' Heb je ooit je niet-isheid beleefd? In het oosten hebben we daar een beeld voor. Het is het beeld van de danser en de dans. God wordt gezien als de danser en de

schepping als Gods dans. Het is niet zo dat God de grote danser is en jij de kleine bent. 0, nee. Jij bent helemaal geen danser. Jij wórdt gedanst. Heb je dat ooit ervaren?

Dus als iemand bij kennis komt en beseft dat hij Napole­on niet is, houdt hij niet op te bestaan. Hij blijft bestaan,

maar beseft eensklaps dat hij iets anders is dan hij dacht. Het zelf verliezen, is plotseling beseffen dat je iets an­

ders bent dan je dacht. Jij dacht dat jij in het middelpunt

was; nu ervaar je jezelf als een satelliet. Je dacht dat jij de danser was; nu ervaar je jezelf als de dans. Dit zijn maar analogieën, beelden, dus neem ze niet al te letterlijk. Ze

geven je maar een vingerwijzing, een hint. Het zijn maar richtingaanwijzers, vergeet dat niet. Dus daar kun je niet

te veel gewicht aan geven. Neem ze niet al te letterlijk.

135

Page 70: Anthony de Mello - Bewustzijn

Permanente waarde

Om het over iets anders te hebben, is er nog de hele

kwestie van de persoonlijke waarde. Persoonlijke waarde is niet hetzelfde als eigenwaarde. Waar komt ei­

genwaarde vandaan? Krijg je het door succes in je werk?

Van een heleboel geld? Van een heleboel mannen aan­

trekken als je een vrouw bent, of een heleboel vrouwen

als je een man bent? Hoe broos is dat alles, hoe vergan­

kelijk. Als we het over eigenwaarde hebben, bedoelen we

dan in wezen niet hoe we worden weerkaatst in de spiegel

van andermans denkwezen? Maar is het wel nodig dat

we daar afhankelijk van zijn? Je begrijpt je persoonlijke

waarde als je jezelf niet langer identificeert met, of defini­

eert als die voorbijgaande dingen. Ik ben niet mooi om­

dat iedereen zegt dat ik mooi ben. In wezen ben ik mooi noch lelijk. Dat zijn dingen die komen en gaan. Morgen

kan ik plotseling getransformeerd zijn in een heel lelijk

schepsel, maar 'ik' is er nog steeds. Stel dat ik vervolgens

plastische chirurgie onderga en weer mooi word. Wordt

dan het 'ik' echt mooi? Je moet een hele tijd aan dat soort

136

dingen wijden. Ik heb je ze achter elkaar toegeworpen,

maar als je de tijd neemt om te begrijpen waar ik heen wil, om erbij stil te staan, zit je op een goudmijn. Ik weet

het, want toen ik voor het eerst op deze dingen stuitte,

ontdekte ik een enorme schat. Aangename ervaringen maken het leven heerlijk.

Pijnlijke ervaringen zorgen voor groei. Aangename erva­

ringen maken het leven wel heerlijk, maar op zich leiden

ze niet tot groei. Dat doen pijnlijke ervaringen. Lijden

verwijst naar een gebied in jou waar je nog niet volgroeid

bent, waar je moet groeien, transformeren en verande­

ren. Als je wist hoe je dat lijden moest gebruiken, o, wat

zou je dan groeien. Laten we ons voorlopig beperken tot

psychisch lijden, tot al die negatieve emoties waarmee we

zitten. Verdoe je tijd er niet mee. Ik heb je al verteld wat

je met die emoties kunt doen. Met de teleurstelling die

je ervaart als de dingen niet gaan zoals jij dat wilt; kijk

daarnaar! Kijk wat dat over jou zegt. Ik zeg dat zonder

veroordeling (anders raak je in zelfhaat verstrikt). Sla het

gade zoals je dat bij iemand anders zou doen. Kijk naar

die teleurstelling, naar de neerslachtigheid die je ervaart

als men kritiek op je heeft. Wat zegt die over jou? Heb je gehoord van die man die zei: 'Wie zegt dat

je zorgen maken niet helpt? Het helpt wel degelijk. Tel­

kens als ik me ergens zorgen over maak, gebeurt het niet!'

Nou, het heeft hém in elk geval wel geholpen. Of die

andere man die zegt: 'Een neuroot is iemand die zich

zorgen maakt over iets wat zich in het verleden niet heeft

afgespeeld. Hij is anders dan wij gewone mensen, die ons

zorgen maken over iets wat in de toekomst niet zal ge-

137

Page 71: Anthony de Mello - Bewustzijn

beuren.' Daar draait het om. Die zorgelijkheid, die angst, wat zegt die over jou?

Negatief gevoel, ieder negatief gevoel, is nuttig voor

bewustzijn, voor inzicht. Het geeft je de kans het te voe­

len, het van buitenaf te bekijken. In het begin zal de neer­

slachtigheid er nog steeds zijn, maar je hebt de verbinding

ermee verbroken. Langzaam maar zeker zul je de neer­

slachtigheid begrijpen. Naarmate je inzicht verdiept, zal

ze zich steeds minder voordoen en uiteindelijk helemaal

verdwijnen. Misschien. Maar tegen die tijd zal het je wei­

nig uitmaken. Voor verlichting was ik vaak neerslachtig.

Na verlichting bleef ik neerslachtig. Maar geleidelijk, of

snel, of plotseling bereik je de toestand van wakker-zijn.

Dat is de toestand waarin de verlangens verdwijnen. Maar

vergeet niet wat ik heb gezegd over verlangens en hunke­

ringen. Ik bedoelde: 'Ik weiger gelukkig te zijn voordat

ik krijg wat ik verlang.' Ik heb het over gevallen waarin geluk afhangt van de vervulling van verlangens.

138

Voorkeur in plaats van verlangen

Je moet je verlangens niet onderdrukken, anders word

je levenloos. Je zou je energie verliezen en dat zou vre­

selijk zijn. Verlangen in de gezonde betekenis van het

woord is energie, en hoe meer energie we hebben, des te

beter. Maar onderdruk je verlangens niet, begrijp ze. Pro­

beer je verlangens eerder te begrijpen dan te vervullen.

En verzaak de objecten van je verlangens niet zomaar,

begrijp ze. Zie ze in hun ware licht. Zie ze voor wat ze

werkelijk waard zijn. Als je je verlangens onderdrukt, en

als je het object van je verlangens probeert af te zweren,

blijf je er waarschijnlijk aan gebonden. Maar als je ernaar

kijkt en ziet wat ze eigenlijk zijn, als je begrijpt hoe je de

weg bereidt voor ellende, teleurstelling en depressie, zul­

len je verlangens veranderen in voorkeuren.

Als je door het leven gaat met voorkeuren, maar je

geluk er nooit van afhankelijk maakt, ben je wakker. Dan

ben je in elk geval op weg naar een ontwaakte staat. Ont­

waakt, gelukkig- noem het wat je wilt- is de waanloze

toestand, waarin je de dingen ziet zoals zij zijn, niet zoals

139

Page 72: Anthony de Mello - Bewustzijn

jij bene, althans voor zover dat voor een mens mogelijk is. Illusies laten vallen, de dingen zien zoals ze zijn, is de wer­kelijkheid zien. Telkens als je ongelukkig bene, heb je iets aan de werkelijkheid toegevoegd. Die toevoeging maakt

je ongelukkig. Ik herhaal: je hebt iets toegevoegd ... een negatieve reactie in jou. De realiteit levert de prikkel, jij

levert de reactie. Door je reactie heb je er iets aan toege­voegd. En als je goed kijkt wat je eraan hebt toegevoegd,

is er altijd sprake van illusie, een eis, een verwachting, een

hunkering. Altijd. Het wemelt van de voorbeelden van illusies. Maar als je vooruitgang boekt op dit pad, zul je die zelf oncdekken.

Bijvoorbeeld de illusie, de denkfout dat jij zult ver­anderen als je iets aan de externe wereld verandert. Jij verandert niet zomaar als je iets in je omgeving verandert.

Als je een nieuwe baan, een nieuwe partner, een nieuw huis, een andere goeroe of een andere spiritualiteit vindt, verandert dat niets aan jóu. Het is alsof je je verbeeldt dat

je je handschrift kunt veranderen door een andere pen te kopen. Of dat je je denkvermogen kunt beïnvloeden door een andere hoed op te zetten. Dat verandert jou echt niet, maar de meeste mensen steken al hun energie in de poging om hun uiterlijke omstandigheden aan hun smaak aan te passen. Dat lukt soms - voor vijf minuten - en dan krijgen ze een beetje respijt, maar zelfs gedu­

rende dat respijt zijn ze gespannen, omdat het leven altijd stroomt, het leven verandert constant.

Dus als je wilt leven, mag je geen permanent onderko­

men hebben. Je kunt geen plek hebben om je hoofd neer

te leggen. Je moet mee stromen. En de grote Confucius

140

heeft gezegd: 'Wie graag permanent gelukkig is, moet dikwijls veranderen.' Stroom. Maar we blijven maar ach­terom kijken, nietwaar? We klampen ons vast aan dingen van vroeger en nu. 'Wie de hand aan de ploeg slaat, kan

niet achterom kijken.' Wil je genieten van een melodie? Van een symfonie? Klamp je niet vast aan een paar ak­koorden. Hou niet vast aan een paar noten. Laat ze weer­

klinken, laat ze stromen. Het genieten van een symfonie schuilt in je bereidheid om de noten te laten passeren.

Maar als jij bijzonder wordt geraakt door een specifiek akkoord, en je roept naar het orkest: 'Blijf dat herhalen', zou dat het einde van de symfonie zijn. Ken je de verha­

len van Nasroedin, de oude moela? Hij is een legenda­rische figuur die door Grieken, Turken en Perzen wordt opgeëist. Hij gaf zijn mystieke onderricht in de vorm van verhalen, in het algemeen grappige verhalen. En het mik­punt van het verhaal was altijd Nasroedin zelf.

Op een dag speelde Nasroedin gitaar, maar hij speelde

steeds maar dezelfde noot. Na een poosje had zich een menigte om hem heen verzameld (het was op de markt)

en een van de mannen die op de grond zat, zei: 'Daar speel je een heel mooie noot, moela, maar waarom wis­

sel je die niet een beetje af, zoals andere musici?' Zegt de moela: 'Die idioten. Zij zoeken naar de juiste noot. Ik heb hem gevónden.'

141

Page 73: Anthony de Mello - Bewustzijn

Je vastklampen aan illusie

Als je je ergens aan vastklampt, is je leven voorbij. Als je iets vasthoudt, houdt het leven op. Het evange­

lie staat er vol van. En je bereikt je doel door inzicht. Inzicht. Doorzie ook een andere illusie, dat geluk niet

hetzelfde is als opwinding, het is niet herzelfde als kicks. Dat is een andere illusie, dat kicks het gevolg zijn van een

vervuld verlangen. Verlangen kweekt onrust en vroeg of

laat komt de kater. Als je voldoende hebt geleden, ben je klaar om dat te zien. Je voedt jezelf met kicks. Dat is zo­

iets als een renpaard voeden met lekkernijen. Je voedt het met taartjes en wijn. Zo voedt je een renpaard niet. Het is

zoiets als mensen voeden met drugs. Je vult je maag niet

met drugs. Je moet degelijk, stevig, voedzaam eten en

drinken hebben. Dat zul je allemaal zelf moeten inzien. Een andere illusie is dat iemand anders dat voor jou

kan doen, dat de een of andere verlosser, goeroe of leraar

het voor je kan opknappen. Zelfs de grootste goeroe ter wereld kan nog niet één stap voor jou zetten. Die zul je

zelf moeten zetten. De heilige Augustinus heeft het zo

142

prachtig verwoord: 'Jezus Chrisrus in eigen persoon kon voor zijn talrijke toehoorders niets doen.' Of, om dat

prachtige Arabische spreekwoord aan te halen: 'De aard van de regen is dezelfde, en toch levert hij doornstruiken

op in het moeras en bloemen in de tuin.' Jij zult het moe­ten doen. Niemand anders kan je helpen. Jij moet je eten

verteren, jij zult het inzicht moeten hebben.' Niemand

anders kan het voor jou begrijpen. Jij zult moeten zoe­

ken. Niemand kan voor jou zoeken. En als je de waarheid

zoekt, moet jij dat doen. Je kunt op niemand steunen.

Er is nog een illusie en die is dat het belangrijk is dat je aanzien hebt, dat er van je wordt gehouden, dat je wordt

gewaardeerd, dat je belangrijk bent. Veel mensen bewe­ren dat we een natuurlijk drang hebben om bemind en

gewaardeerd te worden, om ergens bij te horen. Dat is een vergissing. Laat die illusie varen en je zult geluk vin­

den. We hebben een natuurlijke drang om vrij te zijn,

een natuurlijke drang om lief te hebben, maar niet om bemind te wórden. Ik kom in mijn psychotherapiesessies

soms een heel algemeen probleem tegen: niemand houdt

van me, hoe kan ik dan gelukkig zijn? Ik leg hem of haar

uit: 'Bedoel je dat je nooit ogenblikken hebt waarop je

even bent vergeten dat je niet wordt bemind, dat je het

loslaat en gelukkig bent?' Natuurlijk hebben ze die. Een vrouw gaat bijvoorbeeld helemaal op in een film.

Het is een komedie en ze schatert het uit, en op dat geze­gende moment is ze vergeten zichzelf eraan te herinneren

dat niemand van haar houdt, niemand van haar houdt, niemand van haar houdt. Ze is gelukkig! Dan komt ze uit de bioscoop en de vriendin met wie ze naar de film

143

Page 74: Anthony de Mello - Bewustzijn

is geweest, gaat mee met een vriendje en laat de vrouw

helemaal alleen achter. Dan slaat ze aan het denken: 'Al

mijn vriendinnen hebben een vriend maar ik niet. Ik ben zo ongelukkig. Niémand houdt van me!'

In India hebben een heleboel arme mensen tegen­

woordig een transistorradio, en dat is een hele luxe. 'Ie­dereen heeft een transistorradio,' hoor je wel eens, 'maar ik niet. Ik ben zo ongelukkig.' Voordat de transistorradio

gemeengoed werd, was iedereen gelukkig zonder. Zo is

het ook met jou. Voordat je werd wijsgemaakt dat je pas

gelukkig kon zijn als er iemand van je hield, was je vol­

maakt gelukkig. Je kunt gelukkig zijn, al wordt er niet van je gehouden, al word je niet begeerd, al ben je voor

geen mens aantrekkelijk. Je wordt gelukkig als je in con­

tact bent met de werkelijkheid. Daar vind je God. Daar vind je geluk. Maar de meeste mensen zijn niet zover om

dat te horen. De volgende illusie is dat externe gebeurtenissen de

macht hebben om jou te kwetsen, dat andere mensen de

macht hebben om jou te kwetsen. Dat hebben ze nier. Jij

verleent hun die macht.

Nog een illusie: dat jij al die etiketten bent die andere

mensen of jijzelf op jou hebben geplakt. Dat ben je niet, echt niet! Dus daar hoef je je ook niet aan vast te klam­pen. Zodra iemand me vertelt dat ik een genie ben en ik

dat serieus neem, ben ik in last. Begrijp je dat? Omdat ik meteen gespannen ben. Ik moet ernaar gaan leven, ik

moet het handhaven. 'Ik moet na elke lezing aan jullie

vragen: 'Vonden jullie de lezing wel goed? V inden jullie me nog steeds een genie?' Snap je wel? Dus je moet dat

144

etiket verscheuren. Versnipper het en je bent vrij! Identi­

ficeer je niet met die etiketten. Die zijn van iemand an­ders. Zo ervaart dié persoon jou op dit moment. Ben je

echt een genie? Of ben je gek? Ben je een mysticus? Of spoor je niet? Wat maakt het eigenlijk uit? Vooropgesteld

dat je je bewust blijft, dat je het leven van moment tot

moment leeft. Het wordt schitterend verwoord in het

evangelie: Ziet naar de vogelen des hemels; zij zaaien niet en maaien niet en brengen niets bijeen in schuren... Beziet de leliën des velds ... zij arbeiden niet en spinnen niet. Daar is de ware mysticus aan het woord, de ontwaakte.

Waarom maak je je dan nog zorgen? Kun je ondanks al je zorgen één enkel moment aan je leven toevoegen?

Waarom zou je je zorgen maken over morgen? Dompel

je onder in vandaag. Iemand heeft eens gezegd: 'Het le­

ven is iets wat ons overkomt terwijl we druk bezig zijn met plannen maken.' Dat is zielig. Leef in het nu. Dat is een van de dingen die je zult merken als je ontwaakt. Je

merkt dat je in het hier en nu leeft, dat je ieder moment

proeft terwijl je het leeft. Een ander vrij betrouwbaar te­ken is als je de symfonie noot voor noot hoort zonder de

behoefte haar te onderbreken.

145

Page 75: Anthony de Mello - Bewustzijn

Herinneringen knuffelen

Dat brengt me op een ander thema, een ander onder­

werp. Maar het nu volgende onderwerp heeft veel te maken met wat ik heb gezegd en met mijn voorstel om

je bewust te worden van alles wat je aan de werkelijkheid toevoegt. We doen dit stap voor stap.

Een poosje geleden vertelde een jezuïet me hoe hij ja­

ren geleden een voordracht in New York hield, waar in

die tijd de Puertoricanen erg impopulair waren vanwege een of ander incident. Iedereen had iets tegen hen. Dus

zei hij in zijn praatje: 'Ik wil u een aantal dingen voor­

lezen dat de mensen in New York over bepaalde immi­

granten hebben gezegd.' Maar wat hij hun voorlas was in

werkelijkheid wat mensen hadden gezegd over de Ieren

en de Duitsers en over iedere golf van immigranten die

jaren eerder naar New York was gekomen! Hij stelde het

heel juist toen hij zei: 'Die mensen brengen geen misda­

digheid met zich mee; ze worden delinquenten als ze hier

worden geconfronteerd met bepaalde situaties. We moe­

ten hen begrijpen. Als je de situatie wilt verbeteren, heeft

146

het geen zin om vanuit vooroordeel te reageren. Je moet

inzicht hebben, je moet hen niet veroordelen.' Zo breng

je ook veranderingen in jezelf teweeg. Niet door jezelf te

veroordelen, niet door jezelf uit te schelden, maar door te

begrijpen wat er aan de hand is. Niet door jezelf een vieze

oude zondaar te noemen. Nee, nee, nee, nee! Om bewust te worden, moet je kijken, en je kunt niet

kijken als je bevooroordeeld bent. Bijna alles en iedereen

die we bekijken, bekijken we bevooroordeeld. Je zou er

bijna de moed van verliezen.

Zoals wanneer je een verloren gewaande vriend weer­

ziet. 'Ha, die Tom,' zei ik. 'Fijn om je weer te zien.' Ik

geef hem een stevige knuffel. W ie knuffel ik? Tom of

mijn herinnering aan hem? Een levend mens of een lijk? Ik neem aan dat hij nog altijd de aardige man is voor wie

ik hem hield. Ik neem aan dat hij nog steeds past bij het

idee dat ik van hem heb en bij mijn herinneringen en as­

sociaties. Dus druk ik hem tegen me aan. Vijf minuten

later kom ik erachter dat hij is veranderd en verlies ik

mijn belangstelling. Ik heb de verkeerde geknuffeld.

Als je wilt zien hoe waar dat is, moet je maar eens luis­

teren: een non uit India gaat in retraite. Iedereen in haar

congregatie zegt: '0, dat weten we nu wel, dat hoort bij

haar charisma, ze doet altijd werkweken en retraites; niets

zal haar ooit veranderen.' Toevallig verandert de bewuste non wel in die specifieke werkweek, of therapiegroep, of

wat het ook is. Ze verandert; iedereen ziet het verschil.

Iedereen zegt: 'Lieve hemel, je hebt wel een paar inzich­

ten gehad, hè?' Het is waar, en ze kunnen het verschil

zien in haar gedrag, en in haar gezicht. Dat gebeurt al-

147

Page 76: Anthony de Mello - Bewustzijn

tijd als zich een innerlijke verandering heeft voltrokken. Die tekent zich altijd af op je gezicht, in je ogen, op je lichaam. Goed, de zuster keert terug naar haar congre­gatie, en omdat die een bevooroordeeld, vastgeroest idee over haar heeft, blijven ze kijken door de ogen van dat vooroordeel. Zij zijn de enigen die haar verandering niet waarnemen. Ze zeggen: 'Ach nou ja, ze lijkt wat levendi­ger, maar wacht maar af, seraks is ze weer depressief' En een paar weken later is ze weer depressief; ze reageert op de reactie. En allemaal zeggen ze: 'Zie je wel, hebben we het niet gezegd? Ze is helemaal niet veranderd. Maar het tragische is dat ze wel was veranderd, alleen zagen zij het niet. Perceptie heeft verwoestende gevolgen voor liefde en menselijke relaties.

Hoe relaties er ook uitzien, ze moeten minstens twee dingen herbergen: in de eerste plaats helderheid van waarneming. Althans, voor zover we daartoe in staat zijn; sommige mensen zetten vraagtekens bij de mate waar­in wij helderheid van perceptie kunnen bereiken, maar volgens mij zal niemand protesteren als ik zeg dat het wenselijk is dat we ons die kant op begeven. Je zult waar­schijnlijk nauwkeuriger reageren als je helder waarneemt. Als je waarneming verrekend is, reageer je waarschijnlijk niet nauwkeurig. Hoe kun je van iemand houden die je niet eens ziet? Kun je iemand aan wie je gehecht bene echt zien? Kun je echt iemand zien voor wie je bang bent en die je daarom niet mag? We hebben altijd een hekel aan datgene waar we bang voor zijn.

'De vreze voor de Heer is het begin van de wijsheid,' hoor ik wel eens zeggen. Maar wacht eens even. Ik hoop

148

dat ze begrijpen wat ze zeggen, omdat we altijd een hekel hebben aan wat we vrezen. Waar we bang voor zijn wil­len we altijd vernietigen, lozen en vermijden. Als je bang bent voor iemand, mag je die persoon niet. Je afkeer is evenredig aan je angst. En je ziét die persoon ook niet, omdat de emotie ertussenin staat. Welnu, dat geldt ook als je je tot iemand aangetrokken voelt. Als er echte liefde bij komt kijken, heb je geen voorkeur of afkeer meer in de gewone zin van het woord. Je ziet mensen helder en reageert dienovereenkomstig. Maar op dit menselijke ni­veau blijven voorkeur en afkeer en aantrekkingskracht een sta-in-de-weg. Dus moet je je bewust zijn van je vooroordelen, je voorkeur en afkeer en datgene waartoe je je aangetrokken voelt. Die zijn er allemaal en komen voort uit je conditionering. Hoe komt her dat jij van din­gen houdt waarvan ik niet houd? Omdat jouw cultuur anders is dan de mijne. Je bent anders grootgebracht dan ik. Als ik je sommige dingen te eten geef waarop ik dol ben, zou jij over je nek gaan.

In bepaalde delen van India zijn mensen gek op hon­denvlees. Maar anderen zouden misselijk worden als ze hoorden dat ze hondenbiefstuk voorgezet zouden krij­gen. Waarom? Andere conditionering, andere program­mering. Hindoes zouden misselijk worden als ze wisten dat ze rundvlees hadden gegeten, maar Amerikanen zijn er gek op. Jij vraagt misschien: 'Maar waarom eten ze geen rundvlees?' Om dezelfde reden waarom jij je hond niet opeet. Precies dezelfde. De koe is voor de Indiase boer wat jouw hond voor jou is. Hij wil geen rundvlees eten. Er bestaat een ingebouwd cultureel vooroordeel te-

149

Page 77: Anthony de Mello - Bewustzijn

gen, dat een dier beschermt dat hard nodig is op de boer­derij, enzovoort.

Waarom word ik dan eigenlijk verliefd op iemand? Waarom word ik verliefd op een bepaald soort persoon en niet op een ander soort? Omdat ik geconditioneerd ben. Onderbewust heb ik een beeld van het type waartoe ik me aangetrokken voel. Dus als ik zo iemand tegen­kom, word ik halsoverkop verliefd. Maar heb ik haar ge­

zien? Nee! Ik zie haar pas als we getrouwd zijn, dan word ik pas wakker. En dan kan de liefde beginnen. Maar ver­

liefd worden, heeft niets met liefde te maken. Het is geen liefde, het is verlangen, brandend verlangen. Je wilt met hart en ziel van dat aanbiddelijke schepsel horen dat je

aantrekkelijk voor haar bent. Dat geeft jou een geweldig gevoel. Ondertussen vraagt de rest zich af: 'Wat ziet hij in godsnaam in haar?' Maar het is zijn conditionering, hij

ziet juist niets. Ze zeggen dat liefde blind is. Neem maar van mij aan dat niets zo scherp kan zien als echte liefde; niets. Het is het helderste ter wereld. Verslaving is blind,

gehechtheden zijn blind. Je vastklampen, hunkeren en verlangen zijn blind. Maar echte liefde niet. Noem die dingen geen liefde. Maar natuurlijk is dat woord in de meeste moderne talen ontheiligd.

Mensen hebben het over 'de liefde bedrijven' en 'ver­liefd worden'. Waar hebben ze het dan over, als ze verliefd

worden? Het eerste wat we nodig hebben is een heldere waarneming. Eén van de redenen waarom we mensen

niet duidelijk waarnemen ligt voor de hand. Onze emo­ties komen ertussen, onze conditionering, onze voorkeur en afkeer. Daar moeten we mee in de clinch. Maar we

150

moeten met nog iets veel fundamenteler in de clinch: met onze opvattingen, conclusies en concepten. Geloof het of niet, ieder concept dat bedoeld was om ons in con­tact met de werkelijkheid te brengen, zal uiteindelijk een hindernis worden om in contact met de werkelijkheid te komen, omdat we vroeg of laat vergeten dat woorden niet datgene zijn waar ze naar verwijzen. Het concept is niet hetzelfde als de werkelijkheid. Er is een verschil. Daarom heb ik al eerder gezegd dat de laatste hindernis voordat je

God vindt het woord 'God' zelf is, en het concept God. Die steken een spaak in het wiel als je niet uitkijkt. Ze waren bedoeld als ruggensteuntje; dat kunnen ze ook zijn, maar ze kunnen ook een hinderpaal worden.

151

Page 78: Anthony de Mello - Bewustzijn

Concreet worden

Telkens als ik een concept hanteer, is het iets wat ik

op een aantal individuen van toepassing kan laten

zijn. We hebben het niet over een concrete, specifieke

naam zoals Mary ofJohn, die geen conceptuele betekenis heeft. Een concept slaat op een willekeurig aantal indivi­

duen, talloze individuen. Concepten zijn universeel. Om

een voorbeeld te noemen, het woord 'blad' kan van toe­passing zijn op ieder afzonderlijk blaadje van een boom;

hetzelfde woord slaat op al die afZonderlijke blaadjes. Bo­

vendien slaat het woord op alle bladeren van alle bomen,

grote, tere, droge, gele, groene en bananenbladeren. Dus

als ik tegen je zeg dat ik vanmorgen een blad heb gezien,

heb je echt geen idee wat ik heb gezien. Laten we eens kijken of je dat begrijpt. Je hebt in ieder

geval een idee van wat ik niét heb gezien. Ik heb geen

dier gezien. Ik heb geen hond gezien. Ik heb geen mens

gezien. Ik heb geen schoen gezien. Dus je hebt een vaag

idee van wat ik heb gezien, maar het is niet gespecifi­

ceerd, het is niet concreet. 'Mens' verwijst niet naar de

152

oermens, noch naar de beschaafde mens, noch naar de

volwassen mens, noch naar een kind, noch naar man of

vrouw, noch naar een specifieke leeftijd, noch deze of

gene cultuur, maar naar het concept. De mens blijkt iets

concreets; je vindt nooit een universeel mens zoals jouw

concept. Dus je concept verwijst, maar is nooit helemaal

accuraat. Er ontbreekt uniekheid, concreetheid aan. Het

concept is universeel.

Als ik jou een concept geef, geef ik je iéts, maar toch,

wat heb ik je weinig gegeven. Het concept is heel waarde­

vol, heel nuttig voor de wetenschap. Als ik bijvoorbeeld

zeg dat iedereen hier een dier is, zou dat volmaakt nauw­

keurig zijn vanuit het gezichtspunt van de wetenschap.

Maar we zijn ook iets meer dan dieren. Als ik zeg dat Mary

Jane een dier is, klopt dat. Maar omdat ik iets essentieels

over haar heb weggelaten, is het niet waar. Het doet haar

onrecht. Als ik een bepaalde persoon een vrouw noem,

is dat waar. Maar er zijn in die persoon ook een heleboel

dingen die niet in het concept 'vrouw' passen. Het gaat al­

tijd om een specifieke, concrete, unieke vrouw, die alleen

maar ervaren en niet geconceptualiseerd kan worden. De

concrete persoon moet ik zelf gaan zien, moet ik zelf gaan

ervaren, moet ik zelf leren kennen. Het individu kun je

alleen intuïtief leren kennen, maar niet conceptualiseren.

Een persoon ontstijgt het denkwezen. Een heleboel van jullie zijn er waarschijnlijk trots op dat je je Ameri­

kaan kunt noemen, zoals veel Indiërs waarschijnlijk trots

zijn om 'Indiërs' te worden genoemd. Maar wat is 'Ame­

rikaan' en wat is 'Indiër'? Het is een conventie, het maakt

geen deel uit van je ware natuur. Het is maar een etiket.

153

Page 79: Anthony de Mello - Bewustzijn

Je kent die persoon niet echt. Het concept Iaat altijd iets uitermate belangrijks weg, of zier het over het hoofd, iets kostbaars wat je alleen in de werkelijkheid kunt aantref­fen, en dat is concrete uniekheid. De grote Krishnamurti heeft het prachtig gesteld toen hij zei: 'Vanaf her moment waarop je een kind de naam van een vogel leert, zal hij

die vogel nooit meer zien.' Heel waar! Zodra een kind zo'n pluizig, levend, bewegend object ziet en jij tegen

hem zegt: 'Mus', dan zal het kind morgen, als het weer zo'n pluizig, bewegend object ziet, zeggen: '0, mussen. Die ken ik al. Mussen zijn saai.'

Als je de dingen niet via je concepten bekijkt, ver­veel je je nooit. Dan zijn alle dingen uniek. Iedere mus is weer anders dan de andere, ondanks de overeenkomsten. Overeenkomsten zijn heel nuttig om te kunnen abstra­heren, om een concept te kunnen maken. Ze zijn zeer nuttig vanuit het perspectief van communicatie, scholing en wetenschap. Maar ze zijn ook heel misleidend en een

enorme hinderpaal bij het zien van dat ene, concrete in­dividu. Als je niet meer ervaart dan je concept, ervaar je de werkelijkheid nier, omdat de werkelijkheid concreet is. Het concept is een opstapje náár de werkelijkheid,

maar als je daar komt, moet je die zelf intuïtief ervaren. Een andere hoedanigheid van een concept is dat het

statisch is terwijl de werkelijkheid altijd in beweging is. We hebben het altijd over de Niagara-waterval, maar dat waterfenomeen verandert eeuwig. Er bestaat een woord 'rivier' voor iets war altijd stroomt. Je hebt één woord voor je 'lichaam' maar de cellen in je lichaam vernieuwen zich constant. Gesteld dat het buiten heel hard waait en

154

ik wil dat de mensen in mijn land een idee krijgen van een Amerikaanse storm of orkaan. Dus vang ik hem in een sigarenkistje, keer terug naar mijn land en zeg: 'Moet je kijken.' Natuurlijk is h�t geen storm meer, hè? Zo­dra hij gevángen is. Of ik wil je een idee geven van een stromende rivier en ik breng je een emmervoL Zodra ik hem in de emmer doe, is hij opgehouden met stromen. Zodra je dingen in een concept vangt, houden ze op met stromen; ze worden statisch en dood. Een bevroren golf

is geen golf. Een golf is in wezen beweging, handeling.

Als je hem bevriest, is hij geen golf meer. Concepten zijn altijd bevroren. De werkelijkheid stroomt.

Als we de mystici moeren geloven - en het kost wei­nig moeite dit te begrijpen of zelfs te geloven, maar nie­

mand ziet het in één oogopslag- is de werkelijkheid héél, maar wordt zij versnipperd door woorden en concepten.

Daarom is het zo moeilijk om de ene taal in de andere te vertalen, omdat iedere taal de werkelijkheid anders ver­snippert. Het Engels woord 'home' is niet in het Frans

of Spaans te vertalen. Casa dekt het begrip home niet. Home heeft in het Engels specifieke associaties.* Iedere

taal heeft onvertaalbare woorden en uitdrukkingen, om­dat we de werkelijkheid in stukjes snijden en we er iets aan toevoegen, of er iets van aftrekken, en omdat het ge­bruik blijft veranderen. De werkelijkheid is één geheel en wij snijden haar in stukjes om concepten te maken en woorden voor de verschillende onderdelen te gebruiken. Als je bijvoorbeeld nog nooit van je leven een dier hebt gezien en je op een dag een staart vindt - alleen maar een

* Associaties die we in het Nederlands weer wel kennen in 'thuis', vert.

155

Page 80: Anthony de Mello - Bewustzijn

staart - en iemand tegen je zegt: 'Dat is een staart', zou je dan enig idee hebben wat het was, als je geen idee had wat een dier was?

Ideeën versnipperen in feite het zicht op, of de intuï­tieve ervaring van, de werkelijkheid als geheel. Dat pro­beren de mystici ons altijd en eeuwig duidelijk te maken. Woorden kunnen je de werkelijkheid niet geven. Ze kun­nen alleen maar verwijzen, aanduiden. Je gebruikt ze als vingerwijzingen voor de werkelijkheid. Maar als je daar

eenmaal bent, worden concepten nutteloos. Een hindoe­priester had een keer een discussie met een filosoof, die beweerde dat het woord, of het concept 'god' de laatste hinderpaal was om god te bereiken. De priester reageerde heel geschokt, maar de filosoof zei: 'De ezel die je bestijgt en berijdt om naar een bepaald huis te reizen, is niet het middel waarmee je dat huis betreedt. Je gebruikt het con­cept om er te komen. Vervolgens stijg je af en laat de ezel gaan.' Je hoeft geen mysticus te zijn om te begrijpen dat de werkelijkheid iets is wat niet in woorden, of concepten kan worden gevangen. Om de werkelijkheid te kennen, moet je weten voorbij het weten.

Gaat je een licht op? Diegenen onder u die De wolk

van niet-weten hebben gelezen, zullen de uitdrukking herkennen. Dichters, schilders, mystici en grote filosofen hebben allemaal vingerwijzingen van die waarheid opge­

vangen. Gesteld dat ik op een zekere dag naar een boom zit te kijken. Vroeger zei ik als ik een boom zag: 'Nou ja, dat is een boom.' Maar als ik tegenwoordig naar een boom kijk, zie ik geen boom. Althans, ik zie niet wat ik gewend ben te zien. Ik zie iets met de frisheid van kin-

156

derogen. Ik heb er geen woord voor. Ik zie iets unieks, heels en stromends, wat niet versnipperd is. En ik word van ontzag vervuld.

En als ik geen woorden heb voor de werkelijkheid die voor mijn zintuigen zichtbaar is, hoe kan ik dan uit­drukking geven aan iets wat niet gezien wordt door het oog, noch gehoord door het oor? Hoe vind je een woord voor de werkelijkheid van God? Begin je te begrijpen wat Thomas van Aquino, Augustinus en al die anderen be­doelden, en wat de kerk voortdurend onderricht als ze zegt dat God een mysterie is, ondoorgrondelijk voor het menselijk denken?

De grote Karl Rahner schreef een van zijn laatste brieven aan een jonge, Duitse drugsverslaafde die hem om hulp had gevraagd. De verslaafde had gezegd: 'Jullie theologen spreken alsmaar over God, maar hoe kan die God relevant zijn voor mijn leven? Hoe kan die God me van de drugs af helpen?' Rahner schreef: 'Ik moet je in

alle eerlijkheid bekennen dat God voor mij een absoluut

mysterie is, en altijd is geweest. Ik begrijp niet wat God is en niemand kan dat. We krijgen vingerwijzingen en

hints; we doen haperende, ontoereikende pogingen om het mysterie in woorden te vatten. Maar er is geen woord voor, er is geen zin voor.' En tegen een groep theologen in Londen zei Rahner: 'Het is de taak van de theoloog om

alles via God te verklaren en om God als onverklaarbaar te verklaren.' Onverklaarbaar, mysterie. Men weet het niet, men kan het niet zeggen. Men zegt: 'Eh ... eh .. .'

Woorden zijn vingerwijzingen, geen beschrijvingen. Tragisch genoeg vervallen mensen tot afgoderij omdat ze

157

Page 81: Anthony de Mello - Bewustzijn

denken dat het aankomt op het woord als het om God gaat. Hoe kun je zo gestoord zijn? Kan het nog gek­ker? Zelfs als het om mensen, bomen, blaadjes of dieren gaat, is het woord niet waar het om gaat. En dan zeg jij dat waar het om God gaat, het woord het belangrijkste is? Waar heb je het over? Een internationaal befaamde schriftgeleerde woonde een cursus in San Francisco bij

en zei tegen me: 'Goeie god, nu ik naar jou heb geluis­terd, besef ik pas dat ik mijn hele leven aan afgoderij heb

gedaan!' Hij bekende dat openlijk. 'Het was nog nooit bij me opgekomen dat ik aan afgoderij deed. Mijn af­

godsbeeld is niet van hout of metaal; het was mentaal.' Dat is de gevaarlijkste afgoderij. Men gebruikt een heel

subtiele substantie, die van het denken, om een God te produceren.

Ik probeer je naar het volgende te leiden: naar be­wustzijn van de werkelijkheid die je omringt. Bewust

zijn betekent gadeslaan, datgene wat zich in en om je heen afspeelt gadeslaan. 'Zich afspeelt' is de spijker op z'n kop: bomen, gras, bloemen, dieren, stenen: de héle

werkelijkheid is in beweging. Je observeert, je slaat gade. Ben je een gevangene van je concepten? Wil je uit je ge­vangenis breken? Kijk dan maar, observeer; besteedt er vele uren aan. Wat je moet observeren? Het maakt niet

uit. De gezichten van mensen, de vormen van mensen, een vogel op zijn vlucht, een stapel stenen, of ki}R hoe het

gras groeit. Kom in contact met de dingen, kijk ernaar. Hopelijk zul je dan uit die rigide patronen breken die we allemaal hebben ontwikkeld, uit datgene wat onze ge­dachten en woorden ons hebben opgedrongen. Hopelijk

158

zullen we dan zien. Wat zien? Datgene wat we werkelijk­heid noemen, alles wat zich voorbij woorden en concep­ten bevindt. Dit is een spirituele oefening- verbonden met spiritualiteit- die bedoeld is om uit je kooi te bre­

ken, uit de gevangenis van concepten en woorden. Wat zou het treurig zijn als we door het leven moeten

zonder het ooit te zien met de ogen van een kind. Dat wil niet zeggen dat je je concepten helemaal overboord moet zetten. Ze zijn heel kostbaar. Hoewel we zonder con­

cepten ter wereld komen, hebben ze een heel positieve functie. Dankzij concepten ontwikkelen we onze intelli­

gentie. Dit is geen uitnodiging om weer kind te worden, maar om als kinderen te worden. De val uit het stadium van onschuld, uit het paradijs geworpen worden, moeten we nu eenmaal meemaken; we moeten via die concepten een 'ik' en een 'mij' ontwikkelen. Maar daarna moeten we weer terug naar het paradijs. We moeten weer verlost

worden. We moeten de oude man, dat oude karakter, het

geconditioneerde zelf afschudden en terugkeren naar de staat van het kind, zónder een kind te zijn. Als we aan het leven beginnen, bekijken we het met grote, verbaasde

ogen, maar dat is niet de intelligente verwondering van de mystici; het is de vormloze verwondering van het kind. Vervolgens sterft die verwondering om plaats te maken voor verveling, naarmate we taal, woorden en concepten

ontwikkelen. Vervolgens keren we hopelijk, als we geluk hebben, weer terug naar de verwondering.

159

Page 82: Anthony de Mello - Bewustzijn

Met de mond vol tanden

De vroegere secretaris-generaal van de Verenigde Na­ties, Dag Hammarskjöld, heeft het heel mooi ge­

zegd: 'God sterft niet wanneer we ophouden met geloven in een persoonlijke god. Maar wij sterven wanneer ons leven niet meer wordt verlicht door het constante schijn­sel van dagelijks hernieuwde verwondering, waarvan de

bron voorbij alle rede ligt.' We hoeven geen ruzie re ma­ken over een woord, want 'God' is maar een woord, een

concept. Je maakt nooit ruzie over de werkelijkheid; we maken alleen ruzie over meningen, concepten en oorde­len. Laat je concepten, meningen, vooroordelen en oor­delen varen, en je zult dar begrijpen.

Quia de deo scire non possumus quid sit, sed quid non sit, non possumus considerare de deo, quomodo sit sed quomodo

non sit. Dat is de inleiding van de hele Summa Th�ogica van de heilige Thomas van Aquino: 'Omdat we niet kun­nen weten wat God is, maar alleen wat God niet is, kunnen we niet overwegen hoe God is, maar alleen hoe Hij niet is.' Ik heb het al gehad over het commentaar van Thomas op

160

De Sancta Trinitate van Boethius, waarin hij zegt dat God als het onbekende kennen de hoogste mate van kennis van God is, tamquam ignotum. En Thomas zegt in zijn Questio Disputata de Potentia Dei: 'Dit is de ultieme menselijke kennis van God: het besef dat we God niet kennen.' Deze heer werd als de prins der theologen beschouwd. Hij was een mysticus en tegenwoordig is hij een zalig verklaarde heilige. We bevinden ons in goed gezelschap.

In India bestaat een Sanskriet gezegde voor hetzelfde:

Ne ti neti. Het betekent: 'Niet dit, noch dat.' Thomas' ei­gen weg werd de via negativa genoemd, de weg van de

ontkenning. C.S. Lewis hield een dagboek bij toen zijn vrouw op haar sterfbed lag. Het heet Verdriet, Dood en Ge­loof Hij was getrouwd met een Amerikaanse vrouw van wie hij erg veel hield. Hij vertelde zijn vrienden: 'Toen ik al in de zestig was, gaf God me wat hij me onthield toen ik in de twintig was.' Hij was nog niet getrouwd, of ze stierf een pijnlijke dood door kanker. Lewis zei dat

zijn hele geloof als een kaartenhuis instortte. Hier had je

de grote verdediger van het christelijke geloof, maar toen hij door een ramp werd getroffen, vroeg hij zich af: 'Is

God een liefhebbende vader, of is Hij een voorstander

van vivisectie?' Er is voldoende bewijs voor allebei! Toen mijn eigen moeder kanker kreeg, weet ik nog hoe mijn

zus me vroeg: 'Tony, waarom heeft God dit mama laten gebeuren?' Ik zei: 'Lieverd, vorig jaar zijn er in China een miljoen mensen de hongerdood gestorven en daar

heb je me nooit iets over gevraagd.' Soms is het maar het

beste als we met een klap met de werkelijkheid worden geconfronteerd, door een ramp, want dan kunnen we tot

161

Page 83: Anthony de Mello - Bewustzijn

vertrouwen komen, zoals C.S. Lewis. Hij zei dat hij er voordien nooit aan had getwijfeld, maar toen zijn vrouw stierf, wist hij het niet meer zo zeker. Waarom? Omdat het zo belangrijk voor hem was dat ze bleef leven. Zoals je weet, is Lewis de meester van de vergelijking en de ana­logie. Hij zegt: 'Het is als met een touw. Iemand vraagt je: "Zou dit touw een gewicht van zestig kilo houden?" Jij zegt: "Ja, hoor." Hij zegt vervolgens: "Nou, we gaan je beste vriend aan dit touw naar beneden laten." Dan zeg jij: "Wacht eens even, ik wil dat touw eerst nog eens testen." Opeens weet je het niet meer zo zeker.' Lewis schrijft in zijn dagboek ook, dat we niets over God kunnen weten en dat zelfs onze vragen over God absurd zijn. Waarom? Het is alsof iemand die blind is geboren je vraagt: 'Is de kleur groen warm of koud?' Neti neti, noch het een, noch het ander. 'Is het lang of is het kort?' Geen van beide. 'Is het zoet of is het zuur?' Geen van beide. 'Is het rond, ovaal of vierkant?' Geen van drieën. De blinde beschikt over woorden noch concepten voor een kleur waarvan hij geen idee, geen intuïtie, noch ervaring heeft. Je kunt al­leen in analogieën met hem spreken. Wat hij ook vraagt, je kunt alleen maar zeggen: 'Nee, dat niet.' Ergens zegt C.S. Lewis dat het zoiets is, als vragen hoeveel minuten er in de kleur geel zitten. ledereen kan die vraag heel serieus nemen, erover debatteren en ruzie maken. De een oppert dat er vijfentwintig wortelen in de kleur geel zitten en de ander zegt: 'Nee, zeventien aardappelen,' en opeens zijn ze aan het bakkeleien. Noch het een, noch het ander!

Dit is de hoogste menselijke kennis van God: het be­sef dat we het niet weten. Onze grootste tragedie is dat

162

we teveel weten. We dénken dat we het weten, dat is de tragiek. Dus zullen we het ook nooit ontdekken. Thomas van Aquino, die niet alleen theoloog maar ook een groot filosoof was, zegt zelfs bij herhaling: 'Alle inspanningen van het menselijk denken kunnen het wezen van één en­kele vlieg nog niet blootleggen.'

163

Page 84: Anthony de Mello - Bewustzijn

Culturele conditionering

Nog iets over woorden. Ik heb al eerder gezegd dat woorden beperkt zijn. Ik moet daar nog iets aan

toevoegen. Er zijn woorden die met niets corresponderen. Gesteld, ik ben een Indiër en krijgsgevangene in Paki­stan, en ze zeggen tegen me: 'Goed, vandaag brengen we je naar de grens en kun je een blik op je land werpen.' Dus ze brengen me naar de grens, ik kijk naar de andere kant en denk: 0, mijn land, mijn mooie land. Ik zie dor­pen en bomen en heuvels. Dit is mijn eigen vaderland! Na een poosje zegt een van de bewakers: 'Neem me niet kwalijk, we hebben ons vergist. We moeten nog vijftien kilometer verder.' Waarop heb ik gereageerd? Niets. Ik bleef gericht op het woord India. Maar bomen zijn India niet, bomen zijn bomen. In wezen bestaan grenzen niet. Die zijn getrokken door het menselijk denken; meestal door hebzuchtige en stompzinnige politici. Ooit was mijn land één, nu zijn het er vier. Als we niet ui�jken, worden het er zes. Dan hebben we zes vlaggen, zes legers. Daarom zul je mij nooit een vlag zien groeten. Ik veraf-

164

schuw alle nationale vlaggen omdat het afgodsvoorwer­pen zijn. Wat groeten we eigenlijk? Ik groet de mensheid, niet een vlag met een leger eromheen.

Vlaggen zitten in het hoofd. Hoe dan ook, onze voca­bulaire telt duizenden woorden die niets met de werke­lijkheid uitstaande hebben. Maar of ze emoties in ons los­maken! Dus beginnen we dingen te zien die er niet zijn. We zien in feite Indiase bergen die niet bestaan. Jullie Amerikaanse conditionering bestaat. Mijn Indiase con­ditionering bestaat. Maar dat is niets om trots op te zijn. Tegenwoordig spreken we in derdewereldlanden dikwijls over 'inculturatie'. Wat is cultuur eigenlijk? Ik ben niet blij met dat woord. Wil het zeggen dat je iets graag doet omdat je zo geconditioneerd bent? Dat je graag iets voelt omdat je zo bent geconditioneerd? Ben je dan niet een machine? Stel je een Amerikaanse baby voor die door een Russisch stel wordt geadopteerd en meegenomen naar Rusland. Hij heeft er geen idee van dat hij als Ameri­kaan is geboren. Hij leert Russisch als hij opgroeit; hij leeft en sterft voor moedertje Rusland; hij haat Amerika. Het kind krijgt het stempel van zijn eigen cultuur opge­drukt; zijn eigen literatuur wordt hem met de paplepel ingegoten. Hij bekijkt de wereld door de ogen van zijn cultuur. Als je je cultuur wilt dragen zoals je kleren, is daar niets op tegen. De Indiase vrouw zou een sari dragen en de Amerikaanse iets anders; de Japanse haar kimono. Maar niemand identificeert zich met zijn kleren. Maar jullie willen je cultuur met meer nadruk dragen. Je wordt er trots op. Ze leren je er trots op te zijn. Laat me dit zo krachtig mogelijk stellen. Een bevriende jezuïet heeft

165

Page 85: Anthony de Mello - Bewustzijn

eens tegen me gezegd: 'Telkens als ik iemand zie die arm

is of bedelt, moet ik hem iets geven. Dat heb ik van mijn

moeder.' Ik zei: 'Joe, dat is geen deugd, dat is een dwang­

neiging; een goeie vanuit het perspectief van de bedelaar,

maar niettemin een dwang.' Ik herinner me een andere

jezuïet die eens tijdens een intieme bijeenkomst van de

mannen van onze jezuïtische provincie in Bombay zei:

'Ik ben nu tachtig jaar, waarvan vijfenzestig jaar jezuïet.

Ik heb nooit mijn meditatie-uurtje overgeslagen, niet één

keer.' Welnu, zoiets kán bewonderenswaardig zijn, maar

het kan ook een dwangbehoefte zijn geweest. Er schuilt

weinig verdienste in een robothandeling. De schoonheid

van een handeling schuilt niet in het feit dat hij geboren

wordt uit gewoonte, maar uit gevoeligheid, bewustzijn,

helder waarnemen en juist reageren. Ik kan ja tegen de

ene bedelaar, en nee tegen de andere zeggen. Ik word niet

gemotiveerd door enige conditionering of programme­

ring van mijn vroegere ervaringen of cultuur. Niemand

heeft een stempel op me gedrukt, of als ze dat wel heb­

ben gedaan, reageer ik daar niet meer op. Als je ooit een

slechte ervaring hebt gehad met een Amerikaan, gebeten

bent door een hond of een akelige ervaring hebt gehad

met een bepaald soort voedsel, zou je voor de rest van je

leven zijn beïnvloed door die ervaring. En dat is erg! Daar

moet je je van bevrijden. Neem geen ervaringen van het

verleden mee. In feite ook geen goeie. Leer wat het wil

zeggen om iets volledig te ervaren, laat het vervolgens val­

len en ga door naar het volgende moment, onbeïnvloed

door het voorafgaande. Je zou met zo weinig bag:{ge rei­

zen dat je door het oog van de naald kunt kruipen. Je zou

166

weten wat het eeuwige leven is, omdat het eeuwige leven

nu is, in het tijdloze nu. Alleen zo kun je het eeuwige leven in. Maar wat sjouwen we een hoop ballast mee. We

nemen nooit de taak op ons om ons te bevrijden, om de

bagage te laten vallen, om onszelf te zijn. Het spijt me te

moeten zeggen dat ik, waar ik ook ga moslims aantref die

hun godsdienst, eredienst en koran gebruiken om zich

aan die taak te onttrekken. En hetzelfde geldt voor hin­

does en christenen.

Kun je je een mens voorstellen, die zich niet langer laat

beïnvloeden door woorden? Je kunt hem een willekeurig

aantal woorden geven en hij blijft je eerlijk behandelen.

Al zeg je tegen hem: 'Ik ben kardinaal en aartsbisschop

Sussemeso,' hij zal je nog steeds eerlijk behandelen. Hij

ziet je zoals je bent. Hij laat zich niet ringeloren door het

etiket.

167

Page 86: Anthony de Mello - Bewustzijn

Gefilterde werkelijkheid

Ik wil nog een ding zeggen over onze waarneming van

de werkelijkheid. Ik zal het in de vorm van een ana­

logie gieten. De president van de Verenigde Staten wil feedback van zijn burgers. De paus van Rome wil feed­

back van de hele kerk. Ze kunnen letterlijk miljoenen

onderwerpen op hun bord krijgen, maar ze kunnen ze

moeilijk allemaal innemen, laat staan verteren. Dus heb­

ben ze vertrouwelingen in dienst die uittreksels en samen­

vattingen maken, de zaak in de gaten houden en filteren;

uiteindelijk belandt er maar een deel op hun bureau.

Welnu, dat overkomt ons ook. Via alle poriën en levende

cellen van ons lichaam en via alle zintuigen krijgen we

feedback van de werkelijkheid. Maar we filteren er con­

stant dingen uit. Wie doet dat filteren? Onze conditio­nering? Onze cultuur? Onze programmering? De manier

waarop ons is geleerd om dingen te zien en ervaren? Zelfs

de taal kan een filter zijn. Er wordt zoveel gefilterd dat je

af en toe iets niet ziet wat er wel is. Kijk maar qáar een

paranoïde persoon die zich altijd bedreigd voelt door iets

168

wat er niet is, die de werkelijkheid constant interpreteert

naar bepaalde ervaringen in het verleden of een bepaalde

conditionering die hij of zij heeft ondergaan. Maar er is ook nog een andere demon die filtert. Die

heet gehechtheid, verlangen, hunkering. Hunkering ver­tekent en vernietigt de perceptie. Angst en verlangen zijn

onze spoken. Samuel Johnson heeft gezegd: 'De weten­

schap dat je over een week aan een strop zult bungelen,

zorgt voor een schitterende geestelijke concentratie.' Je

sluit alles buiten en concentreert je alleen op de angst,

het verlangen of de hunkering. Toen we klein waren, zijn

we op talrijke manieren gedrogeerd. We zijn opgevoed

met de behoefte aan anderen. Waarvoor? Voor accepta­

tie, goedkeuring, waardering, applaus, voor wat 'succes' wordt genoemd. Dat zijn woorden die niet met de wer­

kelijkheid overeenkomen. Het zijn conventies, dingen

die zijn uitgevonden, maar we beseffen niet dat ze niet

met de werkelijkheid corresponderen. Wat is succes? Dat

is wat een bepaalde groep voor goed houdt. Een andere

groep zal besluiten dat herzelfde slecht is. Wat goed is in

Washington, kan wel eens slecht worden gevonden in een

Kartuizerklooster. Succes in politieke kring wordt mis­

schien in andere kringen als een mislukking beschouwd. Maar we behandelen ze alsof ze echt zijn, nietwaar? Toen

we jong waren, zijn we geprogrammeerd om ongelukkig

te zijn. Ze leerden ons dat we geld, succes, een mooie of

knappe levenspartner, een goede baan, vriendschap, spi­

ritualiteit, God, enzovoort nodig hadden. Als je die din­gen niet verwerft, zul je niet gelukkig zijn, hoorden we.

Welnu, dat noem ik gehechtheid. Gehechtheid is het ge-

169

Page 87: Anthony de Mello - Bewustzijn

loof dat je zonder een bepaald object niet gelukkig kunt zijn. Zodra je dat gelooft en het zich in je onderbewuste nestelt, als het zich in je wortels van je wezen etst, ben je de klos. 'Hoe kan ik gelukkig zijn als ik niet gezond ben?' vraag je je af. Maar ik zal je eens iets vertellen. Ik heb mensen gekend die aan kanker lagen dood te gaan en gelukkig waren. Maar hoe konden ze gelukkig zijn als ze wisten dat ze doodgingen? Ze waren het. 'Hoe kan ik nou gelukkig zijn als ik geen geld heb?' De een heeft een miljoen op de bank en voelt zich onzeker; een ander heeft praktisch geen geld, maar lijkt zich helemaal niet onze­ker te voelen. Die is anders geprogrammeerd, dat is alles. Het is nutteloos om de eerste persoon te venellen wat hij moet doen; hij heeft behoefte aan inzicht. Aansporingen hebben totaal geen zin. Je moet inzien dat je geprogram­meerd bent; het is een valse overtuiging. Zie haar als vals, zie het als een fantasie. Wat doen mensen hun hele leven lang? Ze zijn bezig met vechten, vechten, vechten. Dat noemen ze overleven. Als de doorsnee Amerikaan zegt dat hij een broodwinning heeft, bedoelt hij veel meer dan nodig is voor zijn dagelijks brood. Kom maar naar mijn land om dat te zien. Je hebt al die auto's niet nodig om te leven. Je hebt geen tv nodig om te leven. Je hebt geen make-up nodig om te leven. Je hebt al die kleren niet nodig om te leven. Maar probeer de doorsnee Amerikaan daar maar eens van te overtuigen. Hij is gehersenspoeld; hij is geprogrammeerd. Dus werken en zwoegen ze om het begeerde object te krijgen dat hen gelukkig zal ma­ken. Luister maar naar het volgende verhaal. Het is jpuw verhaal, mijn verhaal, allemans verhaal: 'Voor ik het be-

170

geerde object heb, of geld, vriendschap, wat dan ook, zal

ik niet gelukkig zijn. Ik moet zwoegen om het te krijgen en als ik het heb, moet ik zwoegen om het te behouden. Ik krijg een tijdelijke kick. 0, ik ben zo opgewonden, ik heb het!' Maar hoe lang duurt dat? Een paar minuten, hooguit een paar dagen. Hoe lang duurt de opwinding als je een splinternieuwe auto hebt? Tot je volgende ge­hechtheid wordt bedreigd!

In werkelijkheid word ik de opwinding na een poosje beu. Ze hebben me verteld dat gebed is, waar het om gaat; ze hebben me verteld dat het om Gód draait; ze hebben me verteld dat vriéndschap is waar het om gaat. En omdat we niet weten wat gebed in werkelijkheid is, of wat God eigenlijk is, of wat vriendschap eigenlijk in­houdt, hebben we er maar wat van gemaakt. Maar na een poosje gingen gebed, God en vriendschap ons vervelen. Is dat niet treurig? Er is geen uitweg; die is er domweg niet. Het is het enige model dat we hebben gekregen om gelukkig te worden. Een ander model hebben we nooit gekregen. Je bent tot kardinaal benoemd. Wat een gewel­dige eer! Eer? Zei je eer? Je gebruikt het verkeerde woord. Nu zullen anderen ook die ambitie ontwikkelen. Je bent afgegleden naar wat het evangelie 'de wereld' noemt. En je zult je ziel verliezen. De wereld, macht, prestige, win­nen, succes, eer zijn allemaal niet-bestaande dingen. Je verwerft de wereld maar verliest je ziel. Je hele leven is leeg en zielloos geweest. Er zit niets in. Er is maar één uitweg en die is jezelf deprogrammeren! Hoe doe je dat? Door je bewust te worden van je programmering. Je kunt niet veranderen door de inspanning van de wil; je kunt niet

171

Page 88: Anthony de Mello - Bewustzijn

veranderen door idealen; je kunt niet veranderen door

het aannemen van nieuwe gewoonten. Je gedrag veran­

dert misschien, maar jij niet. Je kunt alleen veranderen

door bewustzijn en inzicht. Als je een steen als een steen

ziet, en een papiertje als een papiertje; als je die steen niet meer als een kostbare diamant ziet en niet denkt dat het

papiertje een cheque voor een miljard dollar is. Als je dát ziet, verander je. Er schuilt geen geweld meer in je pogin­

gen om jezelf te veranderen. Anders is wat jij verandering

noemt, alleen maar het verplaatsen van het meubilair. Je

gedrag is dan anders, maar jij niet.

(

172

Onthechting

De enige manier om te veranderen, is door je inzicht te veranderen. Maar wat betekent inzien? Hoe doen

we dat? Ga eens na hoezeer we de gevangene zijn van ver­

schillende gehechtheden; we streven ernaar om de wereld

zo te regelen dat we die gehechtheden kunnen houden,

omdat de wereld ze constant bedreigt. Ik ben bang dat

een vriend misschien niet meer van me zal houden; hij of zij richt zich misschien op iemand anders. Ik moet mezelf

aantrekkelijk blijven maken omdat ik die ander wil heb­

ben. Iemand heeft me gehersenspoeld om te denken dat

ik hem nodig heb, of haar liefde. Maar dat is echt niet

zo. Ik heb niemands liefde nodig; ik hoef alleen maar

in contact te komen met de werkelijkheid. Ik moet uit

die gevangenis breken, uit die programmering, uit die

conditionering, die valse opvattingen, die fantasieën; ik moet uitbreken naar de werkelijkheid. De werkelijkheid is heerlijk, een absolute verrukking. Eeuwig leven is nu.

We worden erdoor omgeven zoals vissen door de oceaan, maar we hebben er geen idee van. We laten ons teveel

173

Page 89: Anthony de Mello - Bewustzijn

afleiden door die gehechtheid. Tijdelijk schikt de wereld zich naar je gehechtheid, dus zeg je: 'Ja, geweldig! Mijn ploeg heeft gewonnen!' Maar wacht eens even, dat zal veranderen. Morgen ben je weer neerslachtig. Waarom blijven we dat maar doen?

Doe een minuut of wat de volgende oefening. Denk aan iets of iemand aan wie of waaraan je gehecht bent. Met andere woorden: aan iets of iemand, zonder wie of wat je denkt niet gelukkig te kunnen zijn. Het kan je baan zijn, je carrière, je beroep, je vriend. Je geld, wat dan ook. En zeg tegen dat object of die persoon: 'Ik heb je echt niet nodig om gelukkig te zijn. Ik hou mezelf al­leen maar voor de gek met de overtuiging dat ik zonder jou niet gelukkig zal zijn. Maar ik heb je echt niet nodig voor mijn geluk. Ik kan gelukkig zijn zonder jou. Jij bent mijn geluk noch mijn vreugde.' Als je gehechtheid een persoon betreft, zal hij of zij niet erg blij zijn dat te horen, maar doe her toch maar. Je kunt het ook stilzwijgend zeg­gen. Je zult hoe dan ook contact maken met de waarheid; dan verbrijzel je een fantasie. Geluk is een toestand van nier-illusie, van het laten vallen van illusies.

Je kunt ook een andere oefening proberen: denk aan een tijd dat je doodongelukkig was en dacht dat je nooit meer gelukkig zou zijn (je man was overleden, je vrouw was overleden, je beste vriend had je in de steek gela­ten, je was je geld verloren). Wat is er gebeurd? Het leven ging door en je slaagde erin een andere gehechtheid op te lopen, of je hebt iemand anders gevonden tot wie je je aangetrokken voelde; war is er met de oude gehechtheid gebeurd? Die had je niet echt nodig voor je geluk, hè?

'-

174

Dat had je ervan kunnen leren, maar we leren het nooit. We zijn geprogrammeerd; we zijn geconditioneerd. Het is enorm bevrijdend om niet langer emotioneel van wat ook afhankelijk re zijn. Als je dat één seconde kon erva­ren, zou je uit je gevangenis breken en een glimp van de lucht opvangen. Ooit zul je misschien zelfs vliegen.

Ik huiver ervoor om dit te zeggen, maar ik heb God gesproken en tegen Hem gezegd dat ik Hem niet nodig heb. Mijn eerste reactie was: dit staat zo loodrecht op al­les waarmee ik ben grootgebracht. Welnu, er zijn mensen die een uitzondering willen maken voor hun gehechtheid aan God. Die zeggen: �s God de God is die ik denk dat hij moet zijn, zal Hij het niet leuk vinden als ik mijn ge­hechtheid aan Hem opgeefl' Goed, als jij denkt dat je niet gelukkig wordt als je God niet krijgt, dan heeft die 'God' niets met de ware God te maken. Je denkt aan een droom­staat; je denkt aan je concept. Soms moet je je van God ontdoen om God te vinden. Dat zeggen talloze mystici.

We zijn zo verblind door van alles en nog wat dat we de fundamentele waarheid dat gehechtheden relaties schaden in plaats van helpen, niet zien. Ik herinner me nog hoe bang ik was om tegen een intieme vriend te zeg­gen: 'Ik heb je echt niet nodig. Zonder jou kan ik vol­maakt gelukkig zijn. En door je dat te vertellen, kom ik erachter dat ik erg geniet van je gezelschap: geen zorgen, jaloezie, bezitterigbeid meer, en ook geen geklit. Het is heerlijk om in je gezelschap te zijn zonder dat geclaim. Jij bent vrij, en ik ben het ook.' Maar ik ben ervan overtuigd dat dit velen van jullie als een vreemde taal in de oren zal klinken. Het heeft me heel veel maanden gekost om dat

175

Page 90: Anthony de Mello - Bewustzijn

geheel en al te begrijpen, en vergeet niet dat ik een jezu­ïet ben, wiens spirituele oefeningen nu precies hierover gaan, maar ik had de kern over het hoofd gezien, om­dat mijn cultuur en de maatschappij in het algemeen me hadden geleerd om mensen in termen van gehechtheid te bekijken. Het amuseert me soms danig om zelfs op het oog objectieve mensen als therapeuten en spirituele leids­

mannen te horen zeggen: 'Hij is een geweldig iemand, een prachtkerel. Ik ben erg op hem gesteld.' Later kom

ik erachter dat het een ruiltje is: hij mag mij, dus mag ik

hem. Ik kijk in mezelf en zie dat zich daar zo nu en dan hetzelfde voordoet: als je gehecht bent aan waardering

en lof, zul je mensen gaan bekijken in termen van het bedreigen of voeden van je gehechtheid. Als je een poli­ticus bent en verkozen wilt worden, hoe denk je mensen dan te bekijken, wat is de motivatie van je belangstel­ling voor mensen? Je maakt je druk om de persoon die op jou stemt. Als je belangstelling hebt voor seks, hoe

kijk je dan naar mannen en vrouwen? Als je gehecht bent aan macht, zal dat de bril waardoor je mensen bekijkt

kleuren. En gehechtheid vernietigt je capaciteit om lief te hebben. Wat is liefde? Liefde is gevoeligheid, liefde is bewustzijn. Om je een voorbeeld te geven: ik luister naar

een symfonie, maar als ik alleen maar het geluid van de trommels hoor, hoor ik de symfonie niet. Wat is een lief­devol hart? Een liefdevol hart is gevoelig voor het hele

leven, voor iedereen, een liefdevol hart verhardt zich niet voor wie of wat ook. Maar zodra je gehecht bent in de zin zoals ik het bedoel, sluit je talrijke dingen buiten. Je hebt slechts oog voor het object van je gehechtheid; je

176

hebt alleen oor voor de trommels; het hart is verhard. Bovendien is het blind, omdat het object van de gehecht­heid niet meer objectief wordt gezien. Liefde brengt hel­derheid van perceptie met zich mee; objectiviteit. Niets

heeft zo'n scherpe blik als de liefde.

177

Page 91: Anthony de Mello - Bewustzijn

Verslavende liefde

In liefde blijft het hart zacht en gevoelig. Maar als je

met alle geweld dit of dat wilt krijgen, word je gena­

deloos, hard en ongevoelig. Hoe kun je van mensen hou­den als je hen nodig hebt? Dan kun je hen alleen maar gebruiken. Als ik jou nodig heb om mij gelukkig te ma­

ken, moet ik je gebruiken, moet ik je manipuleren, moet ik een manier zien te vinden om je voor me te winnen. Ik kan je niet vrij laten zijn. Ik kan mensen alleen maar liefhebben als ik mijn leven heb geledigd van mensen. Als ik de behoefte aan mensen opgeef, bevind ik me mid­

den in de woestijn. In het begin voelt het afschuwelijk, voelt het eenzaam, maar als je dat een poosje aankunt,

kom je er plotseling achter dat het helemaal niet eenzaam voelt. Het blijkt alleenheid te zijn, en de woestijn begint te bloeien. Dan zul je uiteindelijk weten wat liefde is, wat

God is, wat werkelijkheid is. Maar het opgeven van de

verslaving kan in het begin zwaar zijn, tenzij je over een scherp inzicht beschikt, of voldoende hebt geleden. Het is geweldig om geleden te hebben. Alleen zo kun je het

178

beu worden. Je kunt het lijden gebruiken om er een eind aan te maken. De meeste mensen blijven domweg lij­

den. Dat verklaart het conflict dat ik af en toe voel tussen de rol van spiritueel leidsman en die van therapeut. Een

therapeut zegt: 'Laten we het lijden verzachten.' De spi­ritueel leidsman zegt: 'Laat haar maar lijden, dan wordt ze het beu om op die manier met mensen te relateren, en zal ze uiteindelijk uit haar gevangenis van emotionele

afhankelijkheid van andere mensen breken.' Moet ik een

pijnbestrijder aanbieden of de tumor verwijderen? Het is geen eenvoudige keuze.

Iemand smijt vol afkeer een boek op rafel. Laat hem

maar. Niet het boek oppakken en zeggen dat het wel goed is. Spiritualiteit is bewustzijn, bewustzijn, bewust­

zijn, bewustzijn, bewustzijn, bewustzijn. Toen je moeder vroeger boos op je was, zei ze niet dat er iets mis was met

haar, maar dat er iets mis was met jou, anders was ze niet boos geweest. Nou, ik heb de grote ontdekking gedaan dat er iets mis is met u, als u boos bent, mama. Dus u

kunt maar beter iets aan uw boosheid doen. Blijf erbij en doe er iets aan. Hij is niet van mij. Of er iets mis is met me of niet, ik zal daar, onafhankelijk van uw boosheid, naar kijken.

Het grappige is, dat als ik dat zonder enige negativiteit jegens iemand anders kan doen, ik ook behoorlijk objec­

tief over mezelf kan zijn. Alleen wie heel bewust is, kan weigeren het schuldgevoel en de woede over te nemen en kan zeggen: 'Je hebt een driftbui. Jammer. Ik voel niet

meer de geringste behoefte om je te redden en ik weiger me schuldig te voelen. Ik ga mezelf niet haten voor wat ik

179

Page 92: Anthony de Mello - Bewustzijn

ook maar heb gedaan, of het nu goed is of slecht. Ik ben bereid her te analyseren, ernaar te kijken en te zeggen:

'Goed, als ik het mis had, was dat in onbewustheid.' Niemand doet iets bewust verkeerd. Daarom zeggen

theologen zo prachtig dat Jezus geen fouten kon maken. Dat lijkt me heel logisch, omdat een verlicht mens geen

fouten kan maken. De verlichte is vrij. Jezus was vrij, en omdat hij vrij was, kon hij geen fouten maken. Maar omdat jij dat wél kunt, ben je niet vrij.

180

Nog meer woorden

Mark Twain heeft het heel mooi geformuleerd toen

hij zei: 'Het was zo koud dat we doodgevroren zouden zijn als de thermometer een paar centimeter lan­ger was geweest.' We vriezen inderdaad dood door woor­

den. De kou buiten doet er niet toe, maar de thermome­ter wel. Het is niet de realiteit die telt, maar wat je erover tegen jezelf zegt. Ik hoorde een prachtig verhaal over een

Finse boer. Toen ze de Russisch-Finse grens vastlegden, moest de boer besluiten of hij in Rusland of Finland wilde wonen. Na een hele poos zei hij dat hij in Finland

wilde wonen, maar hij wilde de Russische beambten niet voor het hoofd stoten. Die brachten hem een bezoek om

te informeren waarom hij in Finland wilde wonen. De boer antwoordde: 'Ik heb altijd in moedertje Rusland willen wonen, maar op mijn leeftijd zou ik niet nog een Russische winter aankunnen.'

Rusland en Finland zijn maar woorden, concepten,

maar niet voor mensen, niet voor gestoorde mensen. We

zoeken bijna nooit naar de werkelijkheid. Een goeroe

181

Page 93: Anthony de Mello - Bewustzijn

probeerde ooit een menigte uit te leggen hoe mensen

op woorden reageren, zich voeden met woorden en op

woorden leven, in plaats van op de werkelijkheid. Een

van de toehoorders stond op om re protesteren en zei: 'Ik

ben het er nier mee eens dar woorden zo'n effect op ons

hebben.' De goeroe zei: 'Ga zitten, klootzak.' De man

werd laaiend en zei: 'U noemt zichzelf verlicht, een goe­

roe, een meester, maar u moest zich schamen.' De goeroe

zei vervolgens: 'Neem me niet kwalijk, ik liet me meesle­

pen, mijn excuses, dat was fout; het spijt me.' Tenslotte

kalmeerde de man. Daarop zei de goeroe: 'Het kostte

maar een paar woorden om een hele storm in u te ontke­

tenen; en het kostte maar een paar woorden om die weer

tor bedaren te brengen, nietwaar?' Woorden, woorden,

woorden, wat kunnen ze ons gevangenzetten als ze niet

goed worden gebruikt.

182

Verborgen agendàs

Er is een verschil tussen kennis en bewustzijn, tussen

informatie en bewustzijn. Ik heb daarnet gezegd dat

je niet bewust kwaad kunt doen. Maar wel met kennis en

informatie, als je wéét dar iets niet deugt. 'Vader, vergeef

hen, want ze weten nier wat zij doen.' Dat zou ik vertalen

met want ze zijn zich niet bewust van wat ze doen. Paulus

zegt dat hij een van de grootste zondaren is omdat hij de

Kerk van Christus had vervolgd. Maar, voegt hij eraan

toe, ik heb het onbewust gedaan. Of, als men zich ervan

bewust was geweest dat ze de hereJezus kruisigden, zou­

den ze dat nooit hebben gedaan. Of: 'De tijd zal komen

dat ze u zullen vervolgen in de wáán dat ze de here God

dienen.' Ze zijn zich niet bewust. Ze zijn verstrikt in in­

formatie en kennis. Thomas van Aquino stelt het prach­

tig als hij zegt: 'Telkens als er iemand zondigt, zondigt hij

onder het mom van deugdzaamheid.' Ze zijn verblind; ze

beschouwen iets als goed, al weten ze dat het slecht is; ze

rationaliseren, omdat ze iets zoeken onder het voorwend­

sel dat het goed is.

183

Page 94: Anthony de Mello - Bewustzijn

Iemand heeft me twee voorbeelden van situaties genoemd waarin ze het moeilijk vond om zich bewust te zijn. Ze

werkte in de dienstverlenende sector; er staat een lange

rij klanten, er rinkelen een heleboel telefoons, ze is alleen en wordt behoorlijk afgeleid door een heleboel boze, ge­spannen mensen. Ze vindt het dan buirengewoon moei­lijk om sereen te blijven en haar kalmte te bewaren. De

andere situatie is wanneer ze achter het stuur zit in het verkeer, met toeterende claxons en mensen die obsceni­

teiten schreeuwen. Ze vroeg of die gespannenheid uitein­delijk zou verdwijnen en zij haar kalmte zou bewaren.

Heb je in de gaten waar de gehechtheid hier schuilt? Kalmte. Haar gehechtheid aan rust en kalmte. Ze zegt: 'Als ik mijn kalmte niet kan bewaren, kan ik niet geluk­kig zijn.' Is het nooit bij je opgekomen dat je gespannen

én gelukkig kunt zijn? Voor verlichting placht ik gedepri­

meerd te zijn, na verlichting blijf ik gedeprimeerd. Van

ontspanning en gevoeligheid kun je geen doel maken. Heb je ooit gehoord van mensen die gespannen worden

wanneer ze zich proberen te ontspannen? Als je gespan­

nen bent, observeer je domweg je gespannenheid. Je zult jezelf nooit begrijpen als je jezelf probeert te veranderen. Hoe harder je probeen jezelf te veranderen, hoe erger het

wordt. Er wordt van je verlangd bewust re zijn. Krijg ge­

voel voor die rinkelende telefoon, voel die geteisterde ze­

nuwen, voel dat stuur in die auto. Met andere woorden:

richt je op de realiteit en laat de spanning en rust voor zichzelf zorgen. In feite zul je ze wel voor zichzelf móéten

laten zorgen, omdat je het veel te druk hebt met je con­tact met de werkelijkheid. Laat alles wat er gebeurt, zich

184

stap voor stap voltrekken. De echte verandering komt

wanneer ze zich zal voltrekken, niet door je ego, maar dankzij de realiteit. Bewustzijn laat de werkelijkheid vrij om jou te veranderen.

Met bewustzijn verander je, maar je moet die werke­lijkheid ervaren. Momenteel kun je mij alleen maar op mijn woord geloven. Misschien heb jij ook een plan om je bewust te worden. Je ego probeert je, op zijn eigen sluwe manier, naar bewustzijn toe te duwen. Kijk uit! Je

zult op weerstand stuiten; je komt in de problemen. Als iemand moeite doet om de hele tijd maar bewust te zijn,

kun je een lichte spanning waarnemen. Hij wil graag wakker zijn, hij wil erachter komen of hij echt wakker is of niet. Dat hoort bij ascese, niet bij bewustzijn. Het

klinkt vreemd in een cultuur waarin we getraind wor­den om doelen te bereiken, om ergens te komen, maar in feite valt er nergens heen te gaan omdat je er al bent.

De Japanners hebben daar een mooie uitdrukking voor: Zodra je ophoudt met reizen, ben je gearriveerd. Je instel­ling zou moeten zijn: ik wil bewust zijn, ik wil in contact

zijn met alles wat zich voordoet en laten gebeuren wat zich ook maar afspeelt; als ik wakker ben, prima. En als ik slaap, ook goed.' Zodra je ergens een doel van maakt en probeert iets te pakken te krijgen, ben je op zoek naar egoverheerlijking, je bent je ego aan het promoten. Je

wilt het lekkere gevoel dat je het hebt gemaakt. Als je het inderdaad 'maakt', zul je het niet weten. Je linkerhand zal niet weten wat je rechter uitspookt. 'Heer, wanneer

hebben we dat gedaan? We waren het ons niet bewust.'

Liefdadigheid is nooit zo prachtig wanneer je het bewust-

185

Page 95: Anthony de Mello - Bewustzijn

zijn kwijt bent dat je aan liefdadigheid doet. 'Wil je zeg­gen dat ik je heb geholpen? Ik genoot er gewoon van, ik deed slechts mijn dansje. Als dat je heeft geholpen, is het mooi. Gefeliciteerd. Ik heb er niets voor gedaan.'

Als je er bent, als je je bewust bent, zul je je steeds minder druk maken over etiketten als 'wakker' of 'in slaap'. Een van de moeilijkheden waarmee ik te kampen heb, is om jullie nieuwsgierigheid te wekken en niet jul­lie spirituele hebzucht. Laten we wakker worden, dat zal

fantastisch zijn. Na een poosje doet het er niet meer toe; je bent je bewust, omdat je leeft. Het onbewuste leven is niet de moeite waard om geleefd te worden. En je laat de pijn voor zichzelf zorgen.

186

Meegeven

Hoe harder je probeert te veranderen, des te erger kan het worden. Wil dat zeggen dat een zekere

mate van passiviteit geboden is? Jawel, hoe meer je je te­gen iets verzet, des te meer macht je het verleent. Volgens mij is dat de betekenis van Jezus' woorden: 'Als iemand je op de rechterwang slaat, bied hem dan je linker.' De de­monen die je bestrijdt, verleen je altijd macht. Dat is heel oosters. Maar als je met de vijand meegeeft, overwin je hem. Hoe treed je op tegen het kwaad? Niet door het te bestrijden, maar door het te begrijpen. In dat begrijpen zal het verdwijnen. Hoe treed je op tegen duisternis? Niet met je vuisten. Je jaagt de duisternis niet met een be­zem de kamer uit, je draait het licht aan. Hoe meer je de duisternis bestrijdt, hoe echter hij voor je wordt en hoe meer je jezelf uitput. Maar als je het licht van bewustzijn aandraait, verdwijnt hij. Stel dat dit papiertje een cheque van een miljard dollar is. Ach, ik moet het verzaken, zegt het evangelie, ik moet het opgeven als ik het eeuwige le­ven wil. Ga je één vorm van hebzucht vervangen door

187

Page 96: Anthony de Mello - Bewustzijn

een andere? Vroeger had je een werelds ego en nu heb je een spiritueel ego, maar je houdt gewoon een ego, en nog wel een meer verfijnd ego waartegen moeilijker op

te treden is. Als je iets verzaakt, bind je jezelf eraan vast. Maar als ik het niet verzaak, maar er gewoon naar kijk en

zeg: 'Hé, dit is geen cheque van een miljard dollar, dit is maar een stukje papier,' valt er niets te bestrijden en niets

te verzaken.

188

Een assortiment landmijnen

In mijn land worden een heleboel mannen opgevoed met het idee dat vrouwen bij de veestapel horen. 'Ik

ben met haar getrouwd,' zeggen ze. 'Ze is mijn eigen­

dom.' Kun je hun iets kwalijk nemen? Bereid je voor op een schok: nee. Net zoals je talrijke Amerikanen niets

kwalijk kunt nemen voor de manier waarop ze naar de

Russen kijken. Hun bril is gewoon op een bepaalde ma­nier gekleurd en zo is het nu eenmaal: door die kleur bekijken ze de wereld. Wat komt ervoor kijken om hen

echt te maken, om hen ervan bewust te maken dat ze

door een gekleurde bril naar de wereld kijken? Voordat ze hun fundamentele vooroordelen zien, kan er geen sprake van verlossing zijn.

Zodra je naar de wereld kijkt door de bril van een

ideologie, ben je verkocht. De realiteit past in geen en­

kele ideologie. Het leven is meer. Daarom zoeken men­

sen altijd naar de betekenis van het leven. Maar het le­ven heeft geen betekenis; het kan geen betekenis hebben

omdat betekenis een formule veronderstelt; betekenis is

189

Page 97: Anthony de Mello - Bewustzijn

iets wat het denken bevredigt. Zodra je de werkelijkheid tot logica reduceert, loop je tegen iets op wat die logica teniet doet. Betekenis vind je alleen als je voorbijgaat aan betekenis. Het leven is alleen logisch als je het als een mysterie beschouwt, waarmee het denken, dat zich met concepten voedt, niets kan.

Ik zeg niet dat verering onbelangrijk is, maar wel dat twijfel eindeloos veel belangrijker is. Overal ter wereld zoeken mensen naar objecten om te vereren, maar ik vind mensen niet voldoende wakker in hun instelling en overtuiging. Wat zouden we blij zijn als terroristen hun ideologie minder vereerden en meer vraagtekens zetten. Maar we vinden het meestal niet prettig om dat op ons­zelf toe te passen; we denken dat wij wel oké zijn en de terroristen ernaast zitten. Maar wat voor jou een terrorist is, is een martelaar voor de andere kant.

Eenzaamheid is als je mensen mist, alleenheid is als je goed gezelschap bent voor jezelf. Denk maar aan dat grapje van George Bernard Shaw. Hij woonde zo'n afschu­welijke cocktailparty bij, waar over niets wordt gepraat. Iemand vroeg of hij zich vermaakte en hij antwoordde: 'Ik ben het enige dat me hier vermaakt.' Je geniet nooit van anderen als je afhankelijk van hen bent. Gemeen­schapszin wordt niet teweeggebracht door een stelletje slaven, door mensen die van anderen verlangen dat die hen gelukkig maken. Gemeenschapszin onsraat onder keizers en prinsessen. Je bent een keizer, geen bedelaar; je bent een prinses, geen bedelaar. In een waarachtige ge­meenschap wordt niet gebedeld. Er wordt niet geklit, er is geen sprake van zorgen en angst, er zijn geen katers,

190

bezitterigbeid of eisen. Een gemeenschap wordt gevormd door vrije mensen, niet door slaven. Dat is zo'n eenvou­dige waarheid, maar zij is kopje onder geduwd door een hele cultuur, inclusief de godsdienstige. De godsdienstige cultuur kan heel manipulatief zijn als je niet uitkijkt.

Sommige mensen zien bewustzijn als een hoog punt, een plateau voorbij de ervaring van ieder moment zoals het is. Zo maak je een doel van bewustzijn. Maar met waarachtig bewustzijn hoef je nergens heen, valt er niets

te bereiken. Hoe komen we bij dat bewustzijn? Via be­wustzijn. Als mensen zeggen dat ze echt ieder moment willen beleven, hebben ze het over bewustzijn, behalve

wat dat 'willen' aangaat. Je wilt bewustzijn niet ervaren, je ervaart het of niet.

Een vriend van me is net naar Ierland gegaan. Hij vertelde me dat hij weliswaar Amerikaans staatsburger is, maar toch recht heeft op een Iers paspoort. Hij ging er een halen omdat hij bang is om op een Amerikaans paspoort te reizen. Als hij door terroristen wordt bena­derd die zijn paspoort willen zien, wil hij kunnen zeg­gen: 'Ik ben een Ier.' Maar als mensen naast hem in het vliegtuig zitten, willen ze geen etiketten zien; ze willen iemand proeven en ervaren zoals hij werkelijk is. Hoeveel mensen brengen hun leven niet door met het eten van de menukaart in plaats van de maaltijd? Een menukaart is maar een aanwijzing van wat er beschikbaar is. Je wilt die biefstuk eten, niet het woord biefstuk.

191

Page 98: Anthony de Mello - Bewustzijn

De dood van 'mij'

Vun je wel volledig mens zijn zonder iets van tragedie �e ervaren? De enige tragedie die er in de wereld is, is onwetendheid. Alle kwaad komt daaruit voort. De enige tragedie die er in de wereld is, is slaperigheid en on­bewustheid. Daaruit wordt angst geboren en vanuit angst wordt al het andere geboren. Maar de dood is helemaal geen tragedie. Doodgaan is prachtig; het is alleen afschu­welijk voor mensen die het leven nooit hebben begrepen. Alleen als je bang bent voor het leven, ben je bang voor de dood. Alleen dode mensen zijn bang voor de dood. Maar levende mensen zijn nooit bang voor de dood. Een van jullie Amerikaanse schrijvers heeft het heel mooi ge­steld. Hij zei dat ontwaken de dood is van je geloof in on­recht en tragedie. Het eind van de wereld van de rups is de vlinder in de ogen van de meester. Dood is wederop­standing. We hebben het niet over de wederopstanding die zich ooit zal voltrekken, maar over een die zich nu, op dit moment voltrekt. Als je sterft voor het verleden, als je voor iedere minuut sterft, zou je iemand vol leven zijn,

192

want iemand die vol van leven is, is iemand die vol van dood is. We sterven altijd voor dingen. We werpen altijd

alles af om volledig levend te zijn en ieder moment weder

op te staan. De mystici, de heiligen en anderen doen veel moeite om mensen wakker te maken. Als ze niet wakker

worden, zullen ze altijd met die kleine ongemakken zoals honger, oorlog en geweld zitten. Het grootste kwaad is slapende mensen, onwetende mensen.

Een jezuïet schreef eens een brief aan pater Arrupe,

zijn overste, om te informeren naar de betrekkelijke waarde van communisme, socialisme en kapitalisme. Pa­

ter Arrupe gaf een heerlijk antwoord. Hij schreef: 'Een systeem is zo'n beetje even goed en kwaad als de mensen die het hanteren.' Mensen met een gouden hart zouden

van kapitalisme, communisme, of socialisme een pracht­systeem maken.

Verlang niet van de wereld dat hij verandert, verander eerst zelf. Dan kun je de wereld helder genoeg bekijken

om te kunnen veranderen wat er volgens jou veranderd moet worden. Haal de balk uit je eigen oog. Doe je dat

niet, dan verspeel je het recht om wie of wat dan ook te veranderen. Voordat je van jezelf bewust bent, heb je

niet het recht om bij iemand anders of in de wereld in te

grijpen. Het gevaar van een poging om anderen of andere dingen te veranderen als jijzelf nog niet bewust bent, is

dat je dingen verandert ten bate van jezelf, voor je eigen trots, je dogmatische overtuiging en opvattingen, of ge­woon om jezelf van je negativiteit te verlossen. Ik voel

me negatief, dus jij kunt maar beter veranderen zodat ik me goed voel. Doe eerst iets aan je negatieve gevoelens,

193

Page 99: Anthony de Mello - Bewustzijn

zodat je handelt uit liefde in plaats van haat of negativi­

teit. Het lijkt ook misschien merkwaardig dat mensen erg hard en toch heel liefdevol kunnen zijn voor anderen. De

chirurg kan heel hard en toch liefdevol voor een patiënt

zijn. Liefde kan bepaald heel hard zijn.

194

Inzicht en begrip

Maar wat houdt zelfverandering in? Ik heb het bij

herhaling al met zoveel woorden gezegd, maar nu zal ik het afbreken tot kleine onderdelen. Ten eerste in­

zicht. Geen inspanning, niet het aanwennen van gewoon­tes, niet het hebben van een ideaal. Idealen berokkenen

een heleboel schade. De hele tijd richt je je op wat zou

moeten zijn, in plaats van op wat is. En dus druk je een

plaatje van wat zou moeten zijn op de realiteit van het moment, terwijl je nooit helemaal hebt begrepen wat die

huidige werkelijkheid betekent. Ik zal je een voorbeeld uit mijn eigen counselors-praktijk geven. Een priester

komt bij me klagen dat hij lui is; hij wil ijveriger, actiever

zijn, maar hij is lui. Ik informeer wat hij met 'lui' be­doelt. Vroeger zou ik hebben gezegd: 'Laten we eens zien.

Waarom maak je geen lijstje van alle dingen die je elke

dag wilt doen. Dat lijstje loop je vervolgens 's avonds na

en dat zal je een goed gevoel geven. Zo kun je gewoontes

aannemen.' Of ik zou vragen: 'Wat is je ideaal, wie is je

beschermheilige?' En als hij zegt de heilige Franciscus Xa-

195

Page 100: Anthony de Mello - Bewustzijn

verius, zeg ik: 'Kijk eens hoeveel Franciscus heeft verzet. Mediteer maar eens op hem en dat zal je wel in beweging

krijgen.' Dat is een manier om ermee om te gaan, maar het spijt me te moeten zeggen dat het een oppervlakkige

manier is. Hem zover krijgen dat hij zijn wilskracht ge­

bruikt, dat hij zich inspant, is maar van beperkte duur. Misschien verandert zijn gedrag wel, maar hijzelf niet.

Dus nu kies ik de andere richting. Ik vraag: 'Lui? Wat is

dat? Er zijn ontelbare vormen van luiheid. Laat maar eens

horen wat jouw soort luiheid is. Beschrijf maar eens wat

jij met luiheid bedoelt.' Hij zegt: 'Nou ja, ik maak nooit

iets af. Ik heb geen zin om wat ook maar te doen.' Ik vraag: 'Je bedoelt vanaf het moment dat je 's morgens je

ogen opendoet?' Hij antwoordt: 'Ja. Ik word 's morgens wakker en dan is er niets wat de moeite waard is om voor op te staan.' Ik vraag: 'Ben je dan depressief?' Hij zegt:

'Zo zou je het kunnen noemen. Ik heb me min of meer teruggetrokken.' Ik vraag: 'Ben je altijd zo geweest?' Hij

zegt: 'Nou nee, niet altijd. Toen ik jonger was, was ik een

stuk actiever. Op het seminarie zat ik vol levenslust.' Ik

vraag: 'Wanneer is dit dan begonnen?' Hij zegt: '0, een jaar of vier geleden.' Ik vraag of er toen iets is voorgeval­

len. Hij denkt een poosje na. Ik zeg: 'Als je er zo over na

moet denken, kan er vier jaar geleden niets bijzonders

zijn gebeurd. En het jaar daarvoor?' Hij zegt: 'Nou, toen kreeg ik mijn priesterwijding.' Ik vraag: 'Is er iets gebeurd

in het jaar van je wijding?' Hij zegt: 'Een kleinigheid; het eindexamen theologie; daar ben ik voor gezakt. Het

was een teleurstelling, maar daar ben ik overheen. De bis­

schop was van plan me naar Rome te sturen om uitein-

196

delijk leraar aan het seminarie te worden. Dat idee stond me wel aan, maar omdat ik zakte, is hij van gedachten

veranderd en heeft hij me naar deze parochie gestuurd.

Dat was eigenlijk onrechtvaardig, omdat .. .' Nu begint hij zich op te winden. Er is sprake van woede waar hij nog

niet overheen is. Hij zal door die teleurstelling heen moe­ten werken. Het is nutteloos om een preek tegen hem

af te steken. Het is nutteloos om hem met ideeën op te zadelen. We moeten ervoor zorgen dat hij die woede en

teleurstelling onder ogen komt en iets van inzicht in die hele toestand verwerft. Als hij daardoorheen kan werken,

is hij weer terug in het leven. Als ik hem had aangespoord

en had verteld hoe hard zijn broeders en zusters werken,

zou hij zich alleen maar schuldig hebben gevoeld. Hem

ontbreekt het zelfinzicht dat hem zal genezen. Dus dat

is één.

Er ligt nog een taak, inzicht krijgen. Dacht je nou echt

dat dit je gelukkig zou maken? Je hebt alleen maar aange­

nomen dat het je gelukkig zou maken. Waarom wilde je

op het seminarie lesgeven? Omdat je gelukkig wilde zijn.

Je dacht dat een professoraat met een zekere status en prestige je gelukkig zou maken. Zou het dat echt gedaan

hebben? Daar is inzicht voor nodig.

Om onderscheid te maken tussen 'ik' en 'mij' is het

heel nuttig om je te los te maken van wat er gaande is.

Laat me je een voorbeeld geven. Er komt een jonge jezu­

ïet bij me; hij is een heerlijke, buitengewoon begaafde,

charmante, innemende man, hij had alles mee. Maar hij

had een curieuze afwijking. Tegen ondergeschikten was

hij een verschrikking. Hij was hen zelfs een keer te lijf ge-

197

Page 101: Anthony de Mello - Bewustzijn

gaan. Her was bijna een politiekwestie geworden. Telkens

als hij ergens de leiding had gekregen - over het terrein,

de school of wat dan ook - bleef dat probleem maar de

kop opsteken. Hij ging een retraite van een maand doen,

die wij jezuïeten een Tertianship noemen, waarin hij dag in dag uit moest mediteren op de geduldige liefde van

Jezus voor de minder bedeelden, enzovoort. Maar ik wist

dat die retraite niets uit zou halen. Hoe dan ook, hij ging

naar huis en voelde zich een maand of drie, vier beter.

(Iemand heeft over de meeste retraites eens gezegd dat

we eraan beginnen in de naam van de vader, de zoon en

de heilige geest, en we ze eindigen zoals het in het begin

was, nu is en altijd zal zijn; wereld zonder eind. Amen.)

Vervolgens was hij weer terug bij af. Dus kwam hij me

opzoeken. Ik had het erg druk. Hoewel hij helemaal uit

een andere stad in India was gekomen, kon ik hem niet

ontvangen. Dus zei ik: 'Ik ga mijn avondwandeling ma­

ken; als je mee wilt lopen is dat prima, maar verder heb

ik geen tijd.' Dus gingen we wandelen. Ik kende hem

al, en terwijl we zo liepen, kreeg ik een raar gevoel. En

als ik zo'n raar gevoel krijg, deel ik dat meestal met de

persoon in kwestie. Dus zei ik: 'Ik heb het merkwaar­

dige gevoel dat je iets voor me verbergt. Is dat zo?' Hij

reageerde verontwaardigd: 'Hoezo? Dacht u dat ik zo'n

lange reis zou maken om beslag op uw tijd te leggen en

dan iets te verbergen heb?' Ik zei: 'Nou ja, het is een raar

gevoel, anders nier. Ik vond dat ik het je moest zeggen.'

We liepen verder. Niet ver van waar ik woon is een meer.

Ik herinner me het tafereel nog goed. Hij vroeg: 'Kunnen

we ergens gaan zitten?' Ik zei: 'Oké.' We gingen op een

198

muurtje zitten dat om het meer heen loopt. Hij zei: 'U

had gelijk. Ik verberg wel iets voor u.' En met die woor­

den barst hij in tranen uit. Hij zei: 'Ik ga u iets vertellen

wat ik nog nooit aan iemand heb verteld sinds ik jezuïet

ben geworden. Mijn vader is overleden wen ik heel klein

was en mijn moeder is bediende geworden. Ze moest

wc's en badkamers schoonmaken, en soms moest ze wel

zestien uur per dag werken om onze opvoeding te bekos­

tigen. Daar schaam ik me zo voor dat ik het voor ieder­

een verborgen houd, en irrationeel genoeg blijf ik maar

wraak nemen op haar en de hele bediendenklasse.' Dat

gevoel was overgedragen. Niemand begreep waarom die

charmante man dat deed, maar nadat hij het had gezien,

heeft het probleem zich nooit meer voorgedaan. Nooit.

Er was niets meer mis met hem.

199

Page 102: Anthony de Mello - Bewustzijn

Niet forceren

Met mediteren op het gedrag van Jezus en het uiter­

lijk imiteren, schiet je niets op. Het komt er niet op aan om Christus na te bootsen, het is een kwestie van worden wat Jezus was. Het is een kwestie van Christus

worden, bewust worden, begrijpen wat er zich in je af­

speelt. Alle andere methoden die we gebruiken om ons­zelf te verbeteren kun je vergelijken met het duwen van een auto. Stel dat je naar een verre stad moet. Onderweg

krijg je panne. Nou ja, pech gehad. De auto doet het niet meer. Dus stropen we de mouwen op en duwen en duwen tot we een andere stad hebben bereikt. 'Nou,' zeg je. 'Het

is gelukt, niet dan?' Maar noem je dat leven? Weet je wat jij nodig hebt? Je hebt een deskundige nodig, een mon­teur die de motorkap optilt en de bougie vervangt. Draai

de sleutel in het contact en de auto rijdt. Je moet een des­kundige hebben -je hebt behoefte aan begrip, inzicht, bewustzijn- maar je moet niet gaan duwen. Het komt niet op inspanning aan. Daarom zijn mensen zo moe en mat. Jou en mij is ontevredenheid over onszelf met de

200

paplepel ingegoten. Dat is de psychische voedingsbodem van het kwaad. We zijn altijd ontevreden, we zijn altijd

aan het duwen. Kom op, span je eens wat meer in; steeds

meer inspanning. Maar dat innerlijke conflict zal blijven; er is bitter weinig inzicht.

201

Page 103: Anthony de Mello - Bewustzijn

Echtworden

Een van de feestdagen van mijn leven voltrok zich in India. Het was echt een geweldige dag, daags na

mijn priesterwijding. Ik zat in een biechtstoel. In onze parochie hadden we een heel vrome jezuïeten priester, een Spanjaard, die ik al kende van voor de tijd dat ik het no­

viciaat van de jezuïeten begon. Daags voor ik aan mijn

noviciaat begon, vond ik dat ik maar beter schoon schip kon maken, zodat ik een novice met een schone lei zou

zijn en mijn mentor niets hoefde te vertellen. Er ston­den altijd lange rijen voor de biechtstoel van die oude, Spaanse priester. Hij bedekte zijn ogen met een paarse

zakdoek, mompelde iets, gaf je een penitentie en stuurde

je weer weg. Hij had me maar een paar keer ontmoet, maar noemde me toch Amhony. Dus ik ging in de rij

staan en toen ik aan de beurt was, probeerde ik mijn stem

te verdraaien tijdens de biecht. Hij luisterde geduldig, gaf me mijn penitentie en absolutie en vroeg vervolgens: 'Wanneer begint je noviciaat, Anthony?'

202

Welnu, hoe dan ook, daags na mijn wijding kwam ik naar deze parochie. En de oude priester vraagt me: 'Wil jij de biecht afnemen?' Ik zei: 'Goed.' Hij zei: 'Ga dan maar in mijn biechtstoel zitten.' Ik dacht: 'Lieve hemel, ik ben een heilige. Ik mag in zijn biechtstoel zitten.' Drie uur lang hoorde ik de biecht aan. Het was Palmzondag en de paasmenigte kwam naar de kerk. Ik kwam er gede­

primeerd uit. Niet door wat ik had gehoord, want daar was ik op voorbereid. En omdat ik enig idee had wat er in mijn eigen hart omging, was ik door niets geschokt. Weet je wat me deprimeerde? Het besef dat ik van die vrome

platitudes uitdeelde. 'Bid maar tot de heilige maagd, ze houdt van je.' En: 'Vergeet niet dat God naast je staat.' Waren die banaliteiten een kuur voor kanker? En dit is de kanker waar ik mee te maken heb: het gebrek aan

bewustzijn en realiteit. Dus die dag legde ik een heilige gelofte tegen mezelf af: 'Ik zal het leren, ik zal het leren, zodat ze naderhand niet tegen me zullen zeggen: "Pater,

wat u tegen me zei was absoluut waar, maar volkomen nutteloos."'

Bewustzijn, inzicht. Als je een deskundige wordt- en

dat zul je weldra zijn - hoef je geen opleiding in de psy­chologie te volgen. Als je jezelf in de gaten gaat houden, als je jezelf begint te observeren om die negatieve gevoe­lens op te pikken, vind je een manier om ze te verklaren. En dan zul je de verandering gewaar worden. Maar ver­

volgens zul je moeten afrekenen met die grote schurk, en die schurk is zelfveroordeling, zelfhaat, ontevredenheid

over jezelf.

203

Page 104: Anthony de Mello - Bewustzijn

Een assortiment beelden

Laten we nog eens wat uitweiden over moeiteloos ver­anderen. Ik heb daar een mooi beeld voor gevonden,

het beeld van een zeilboot. Als een jacht een krachtige wind in de zeilen heeft, glijdt het moeiteloos over het water en hoeft de bootsman niets anders te doen dan te

sturen. Hij spant zich niet in; hij hoeft de boot niet te du­wen. Dat is een beeld van wat er gebeurt als verandering zich voltrekt door bewustzijn, door inzicht.

Ik heb mijn aantekeningen er eens op nageslagen en een paar citaten gevonden die goed passen bij wat ik heb gezegd. Luister maar naar deze: Er is niets zo wreed als de natuur. In het hele universum is er geen ontkomen aan en

toch is het niet de natuur die verwondt, maar iemands eigen hart. Begrijp je dat? Niet de natuur verwondt, maar je eigen hart. Ken je het verhaal van Paddy? Hij viel van de steiger en liep een flinke buil op zijn hoofd op. Ze vroe­gen: 'Heeft die val je bezeerd, Paddy?' En hij zei: 'Nee, de stop deed pijn, niet de val.' Als je water klieft, verwond je het water niet; als je iets vasts snijdt, breekt het. Je hebt

204

vaste opvattingen vanbinnen; die botsen met de natuur; daar doet het pijn, daar komt de pijn vandaan.

Hier heb je nog een mooie; hij komt van een oosterse wijze, hoewel ik niet meer weet wie. Net als met de bijbel doet de auteur niet terzake. Wat er wordt gezegd wel. Als

het oog ongehinderd is, resulteert dat in zicht; als het oor onbelemmerd is, resulteert dat in gehoor; als de neus on­belemmerd is, resulteert dat in reukvermogen; als de mond ongehinderd is, resulteert dat in smaak; als het denken niet

wordt gehinderd, resulteert dat in wijsheid. Wijsheid doet zich voor als je de barricades laat vallen

die je met je concepten en conditionering hebt opgewor­pen. Wijsheid is niet iets wat je verwerft; wijsheid is geen ervaring; wijsheid is niet het toepassen van de illusies van gisteren op de problemen van vandaag. Zoals iemand te­gen me zei toen ik jaren geleden psychologie studeerde in Chicago: 'Dikwijls is vijftig jaar priesterervaring één jaar ervaring, die vijftig keer is herhaald.' Je krijgt steeds de­zelfde oplossingen om op terug te vallen: zó ga je om met

een alcoholist; zó ga je om met priesters; zó ga je om met nonnen; zó ga je om met een gescheiden persoon. Maar dat is geen wijsheid. Wijsheid is gevoeligheid voor déze situatie, voor déze persoon, ongehinderd door de over­dracht van het verleden, zonder de droesem van vroegere

ervaring. Dat is iets heel anders dan de meeste mensen gewend zijn te denken. Ik wil nog één zin toevoegen aan wat ik heb voorgelezen: 'Als het hart onbelemmerd is, is liefde het resultaat.' Ik heb deze dagen veel over liefde gepraat. Ook heb ik gezegd dat er over liefde in wezen niets te zeggen valt. We kunnen alleen maar over niet-

205

Page 105: Anthony de Mello - Bewustzijn

liefde spreken. We kunnen alleen maar over verslavingen

spreken. Maar over liefde zelf kan niets expliciets gezegd

worden.

206

Niets over liefde zeggen

Hoe zou ik liefde beschrijven? Ik heb besloten je een

van de meditaties te geven die ik in een nieuw boek

schrijf. Ik zal het je langzaam voorlezen; je mediteert er

gaandeweg op, want ik heb het hier in verkorte vorm op­

geschreven zodat ik maar een minuut of vier nodig heb,

anders zou het een halfuur kosten. Het is een commen­

taar op een zin uit het evangelie. Die deed me aan een

andere overpeinzing denken, van Plato: je kunt van een vrij persoon geen slaaf maken, want een vrij iemand is zelfs vrij in de gevangenis. Die heeft iets weg van een andere

zin in het evangelie: Alr iemand je een mijl laat afleggen, loop er dan twee. Je kunt wel denken dat je een slaaf van

me hebt gemaakt door me een last op mijn rug te leggen,

maar dat is niet zo. Als iemand tracht de externe werke­

lijkheid te veranderen en zijn vrijheid te zoeken door niet

in de gevangenis te belanden, is hij voorwaar een gevan­

gene. Vrijheid schuilt niet in uiterlijke omstandigheden;

vrijheid houdt zich op in het hart. Als je wijsheid hebt

gevonden, wie kan je dan nog tot slaaf maken? Hoe dan

207

Page 106: Anthony de Mello - Bewustzijn

ook, luister maar eens naar de zin uit het evangelie waar

ik daarnet op doelde: Hij zond de mensen weg en vervol­

gens beklom hij de berg om in zijn eentje te bidden. Het werd laat en hij was daar geheel alleen. Dat is het wezen

van liefde. Is het ooit bij je opgekomen dat je alleen lief

kunt hebben wanneer je alleen bent? Wat wil het zeggen

om lief te hebben? Het wil zeggen iemand of iets zien zo­

als hij of het werkelijk is, niet zoals je het je verbeeldt. En

om de respons te geven die het verdient. Je kunt moeilijk

iets liefhebben wat je niet eens ziet. En wat verhindert

ons te zien? Onze conditionering. Onze concepten, onze

hokjes, onze vooroordelen, onze projecties, de etiketten

die we hebben gekregen van onze cultuur en vroegere er­

varingen. Zien is het moeilijkste dat een mens kan doen,

want het vergt een gedisciplineerde, alerte geest. Maar de

meeste mensen vervallen veel liever tot geestelijke luiheid

in plaats van iedere persoon en elk ding in zijn huidige,

verse moment te zien.

208

Controle verliezen

A ls je controle wilt begrijpen, denk dan maar aan een

.r-\..krein kind dat de smaak van drugs te pakken heeft

gekregen. Naarmate het lichaam van het kind aan de

drug gewend raakt, wordt het verslaafd. Zijn hele wezen

snakt naar de drug. Het zonder die drug stellen is zo on­

draaglijk dat sterven verkieslijker lijkt. Houd dat beeld

maar voor ogen: het lichaam is verslaafd geraakt aan de

drug. Dat is nu precies wat je samenleving niet zo lang na

je geboorte met je heeft gedaan. Je mocht niet genieten

van de stevige, voedzame kost van het leven: werk, spel,

vreugde, gelach, het gezelschap van anderen, het genot

van de zinnen en de geest. Ze lieten je de smaak te pak­

ken krijgen van de drug die goedkeuring, waardering en

aandacht heet.

Ik geef je een citaat van een groot man genaamd A.S.

Neill. Hij is de schrijver van Summerhill. Volgens Neill

is een symptoom van een ziek kind dat het altijd rond

zijn ouders hangt; hij is geïnteresseerd in persónen. Een

gezond kind is niet geïnteresseerd in personen, hij heeft

209

Page 107: Anthony de Mello - Bewustzijn

belangstelling voor dingen. Als een kind zich verzekerd weet van de liefde van zijn moeder, vergeet het die moe­

der; het gaat naar buiten om de wereld te onderzoeken. Het is nieuwsgierig. Hij gaat op zoek naar een kikker om in zijn mond te doen, dat soort dingen. Als een kind rond zijn moeder hangt, is dat een slecht teken. Het is onzeker. Misschien heeft zijn moeder geprobeerd liefde uit hem

te zuigen en heeft ze hem niet alle liefde en zekerheid gegeven waar het behoefte aan had. Zijn moeder heeft

constant, op allerlei subtiele manieren gedreigd hem in

de steek te laten. Dus hebben ze ons de smaak te pakken laten krijgen

van diverse drugsverslavingen: goedkeuring, aandacht, succes, de top bereiken, prestige, je naam in de krant krij­gen, macht en de baas zijn. Ze lieten ons proeven hoe het

is om de aanvoerder van het team te zijn, om bandleider te zijn, enzovoort. Naarmate we de smaak van die drugs te pakken kregen, raakten we eraan verslaafd en opgeza­deld met de angst om ze te verliezen. Denk maar eens aan het gebrek aan controle dat je voelde, de doodsangst bij het vooruitzicht om fouten te maken, bij het vooruitzicht

op kritiek door anderen. Dus raakte je abject verslaafd aan anderen en ben je je vrijheid kwijtgeraakt. Voortaan hadden anderen de macht om je gelukkig of ongelukkig

te maken. Je hunkert naar je drugs, maar hoezeer je ook de pest hebt aan het lijden dat ze met zich meebrengen, je merkt dat je volslagen hulpeloos bent. Er is nooit meer

een minuut waarin je, bewust of onbewust, niet bent af­gestemd op de reactie van anderen, en niet naar hun pij­pen danst. Dit is een mooie definitie van een ontwaakt

210

iemand: iemand die niet meer naar de pijpen danst van

de samenleving, maar die danst op de muziek die vanbin­nen komt. Als jij wordt genegeerd of afgewezen, ervaar je

een eenzaamheid die w ondraaglijk is dat je terugkruipt naar mensen om te bedelen om de troostrijke drug van steun, aanmoediging en geruststelling. Zo met mensen leven, vergt een spanning waar nooit een eind aan komt. De hel is de ander heeft Sartre gezegd. Heel waar. Als je je in die toestand van verslaving bevindt, moet je altijd je beste beentje voorzetten; je kunt nooit eens ontspan­

nen; je moet aan verwachtingen voldoen. Onder mensen zijn, is in spanning leven. Zonder mensen zijn brengt de

verschrikkelijke pijn van de eenzaamheid, omdat je hen mist. Je bent her vermogen kwijt om hen precies zo te

zien als ze zijn en goed op hen te reageren, omdat je per­

ceptie wordt vertroebeld door de behoefte aan je drugs. Je ziet hen voor zover ze jou aan je drug kunnen hel­pen of dat juist bedreigen. Bewust of onbewust bekijk je mensen altijd door die bril. Zal ik krijgen wat ik van ze moet hebben of juist niet? En als ze mijn verslaving voe­

den noch bedreigen, heb ik geen belangstelling voor hen.

Dit is verschrikkelijk om te zeggen, maar ik vraag me af of hier iemand is van wie dat niet gezegd kan worden.

211

Page 108: Anthony de Mello - Bewustzijn

Luisteren naar het leven

1e hebt behoefte aan bewustzijn en je hebt behoefte aan voeding. Je hebt behoefte aan goede, gezonde voeding.

eer van de stevige kost van het leven te genieten. Goed voedsel, goede wijn, goed water. Proef ze. Stap uit het denken en kom rot je zinnen. Dat is goed, gezond voed­sel. De geneugten van de zinnen en de geneugten van de geest. Goede boeken als je van lezen houdt. Of een echt goed gesprek, of nadenken. Dat is fantastisch. Jammer genoeg zijn de mensen gek geworden en raken ze steeds meer verslaafd omdat ze niet weten hoe ze van de heer­lijke dingen van het leven moeten genieten. Dus gaan ze voor steeds sterkere en grotere kunstmatige prikkels.

In de jaren zeventig deed president Carter een beroep op het Amerikaanse volk om soberheid te betrachten. Ik dacht: hij zou niet voor soberheid moeten pleiten, hij zou er juist voor moeten pleiten om van de dingen te genieten. De meeste mensen hebben het vermogen om te genieten verloren. Ik geloof echt dat de meeste men­sen in rijke landen dat vermogen kwijt zijn. Ze moeten

212

steeds meer dure speeltjes hebben; ze kunnen niet meer van de eenvoudige dingen van het leven genieten. Ik loop wel eens binnen bij die winkels die fantastische muziek hebben, je krijgt die platen met korting, maar ik hoor er nooit iemand naar luisteren: geen tijd, geen tijd, geen tijd. Ze voelen zich schuldig, ze hebben geen tijd om van het leven te genieten. Ze zijn overwerkt; doorgaan, hup, hup, hup. Als je echt van het leven en de genoegens van de zintuigen geniet, zou je versteld staan. Dan zou je de buitengewone discipline van dieren ontwikkelen. Een dier zal nooit teveel eten. In zijn natuurlijke omgeving wordt het nooit te dik. Het zal nooit iets drinken of eten wat niet goed is voor zijn gezondheid. Je zult een dier nooit zien roken. Het oefent altijd zoveel als nodig is. Let maar eens op je poes als hij heeft ontbeten, zie maar eens hoe hij zich ontspant. En let eens op hoe hij in actie komt, op de souplesse van zijn ledematen en dat leven­dige lijf. Dat zijn we allemaal kwijt. We zijn verdwaald in ons denken, in onze ideeën en idealen enzovoort, en het is alsmaar gaan, gaan, gaan. En we hebben een innerlijk zelfconflict dat bij dieren ontbreekt. En we veroordelen onszelf constant en zorgen ervoor dat we ons schuldig voelen. Je weet wel waarover ik het heb. Ik had over me­zelf kunnen zeggen wat een bevriende jezuïet me een paar jaar geleden vertelde: 'Haal dat bord met snoep weg, want als ik voor een bord met snoep of chocola zit, raak ik mijn vrijheid kwijt.' Dat gold ook voor mij. Ik verloor mijn vrijheid ten overstaan van allerlei dingen, maar nu niet meer! Ik ben met heel weinig tevreden en geniet er intens van. Als je ergens intens van hebt genoten, heb je

213

Page 109: Anthony de Mello - Bewustzijn

erg weinig nodig. Het is als met mensen die hun vakan­

tie voorbereiden; ze brengen maanden door met plannen

maken, en als ze er eenmaal zijn, maken ze zich zorgen

over de reserveringen voor de terugreis. Maar ze maken

wel foto's, en later zullen ze je die in een album laten

zien: foto's van plaatsen die ze nooit gezien, maar wel ge­

fotografeerd hebben. Dat is tekenend voor het moderne leven. Ik kan je niet genoeg waarschuwen tegen die vorm

van ascese. Neem gas terug en proef en ruik en luister;

laat je zintuigen tot leven komen. Wil je de koninklijke

weg naar mystiek bewandelen, ga dan stil zitten luisteren

naar alle geluiden om je heen. Concentreer je op geen

enkel geluid afzonderlijk. Probeer ze allemaal te horen.

Ha, je zult de wonderen zien die je te beurt vallen als

je zintuigen ontstopt raken. Dat is uitermate belangrijk

voor het proces van verandering.

214

Het einde van analyse

Ik wil je het verschil laten proeven tussen analyse en bewustzijn, of informatie aan de ene kant, en inzicht

aan de andere. Informatie is geen inzicht, analyse is geen

bewustzijn, kennis is geen bewustzijn. Stel dat ik hier

binnenloop met een slang die langs mijn arm omhoog

kruipt, en ik zeg tegen je: 'Zie je deze slang die over mijn

arm kruipt? Ik heb net in de encyclopedie gekeken voor­

dat ik naar deze bijeenkomst kwam, en ben erachter dat

dit een Russell-adder is. Als hij me bijt, ben ik binnen dertig seconden dood. Wil je zo vriendelijk zijn om me

een middel aan de hand te doen waardoor ik me kan be�

vrijden van het schepsel dat over mijn arm kruipt?' Wie praat er nu zo? Ik heb informatie, maar het ontbreekt me

aan bewustzijn.

Of gesteld dat ik mezelf naar de verdommenis help

met alcohol. 'Wil je zo vriendelijk zijn om mij manie­

ren te beschrijven om van die verslaving af te komen?'

Iemand die dat zegt heeft geen bewustzijn. Hij weet dat

hij zichzelf de vernieling in helpt, maar is zich er niet van

215

Page 110: Anthony de Mello - Bewustzijn

bewust. Was hij zich er wel van bewust, dan zou hij de verslaving direct laten vallen. Als ik me ervan bewust was wat die slang was, zou ik hem niet van mijn arm slaan; hij zou via mij van die arm geslagen worden. Daar heb ik het over. Dat is de verandering die ik bedoel. Je veran­dert jezelf niet. Het gaat niet om mij die mij verandert. Verandering vindt plaats via jou, in jou. Beter kan ik het niet uitdrukken. Je ziet dat er verandering in je plaats­vindt, via jou; het voltrekt zich in je bewustzijn. Jij doet het niet. Als jij het doet, is dat een slecht teken; dan is het niet duurzaam. En als het wel duurzaam is, zij God je naasten genadig, omdat je erg rigide zult zijn. Er is niet samen te leven met mensen die veranderen op basis van zelfhaat en ontevredenheid met zichzelf. Iemand heeft eens gezegd: Als je een martelaar wilt zijn, trouw dan met een heilige. Maar met bewustzijn behoud je je zachtheid, je vriendelijkheid, je openheid, je souplesse en je forceert niets; verandering voltrekt zich gewoon.

Ik herinner me dat een priester in Chicago, toen ik psychologie studeerde, ons vertelde: 'Weet je, ik beschik­te over alle informatie die ik nodig had; ik wist dat de alcohol me vernietigde, en neem maar van mij aan dat niets een alcoholist kan veranderen, zelfs niet de liefde voor vrouw en kinderen. Hij houdt wel van hen, maar dat verandert hem niet. Ik heb een ding ontdekt dat me wel veranderde. Ik lag op een keer in de goot en het mot­regende. Ik deed mijn ogen open en zag dat dit mijn dood zou worden. Ik zag het en heb nooit meer een druppel aangeraakt. Sterker nog, ik heb sindsdien nog wel eens gedronken, maar nooit voldoende om schade aan te rich-

216

ten. Ik kon het niet en kan het nog steeds niet.' Daarover heb ik het: over bewustzijn. Niet over informatie, maar over bewustzijn.

Een bevriende kettingroker zei een keer tegen me: 'Weet je, er zijn allerlei grappen over roken. Ze zeggen dat tabak mensen vermoordt, maar kijk eens naar de oude Egyptenaren; die zijn allemaal dood en ze rookten geen van allen.' Nou, op een dag kreeg hij problemen met zijn longen, dus ging hij naar ons kankerinstituut in Bombay. De dokter zei: 'U hebt twee vlekjes op de longen, pater. Dat kan kanker zijn, dus wil ik u volgende maand nog een keer zien.' Hij heeft nooit meer een siga­ret aangeraakt. Daarvoor wist hij dat sigaretten zijn dood zouden worden; nu was hij zich ervan bewust. Dat is het verschil.

De stichter van mijn religieuze orde, St. Ignatius, had er een mooie uitdrukking voor. Hij noemde het de waar­heid proeven en voelen; niet wéten, maar proeven en voelen; er gevoel voor krijgen. Als je er gevoel voor krijgt, verander je. Als je het alleen maar in je hoofd weet, niet.

217

Page 111: Anthony de Mello - Bewustzijn

Pal voor je neus

Ik zeg dikwijls tegen de mensen dat sterven de ware manier is om echt te leven. Het paspoort voor het le­

ven is jezelf in je graf voorstellen. Stel je maar voor dat

je in je kist ligt. De houding doet er niet toe. In India leggen we ze er met gekruiste benen in. Soms worden ze zo naar crematieplaats gebracht. Maar soms liggen ze plat op hun rug. Dus stel je maar voor dat je plat op je rug ligt en dood bent. Bekijk je problemen nu eens vanuit dat perspectief. Verandert alles, hè?

Wat een heerlijke, verrukkelijke meditatie. Elke dag doen als je de tijd hebt. Het is niet te geloven, maar le­vend dat je wordt! Ik heb er een meditatie over in een boek van me, Wel/spring. Je ziet je lichaam ontbinden, vervolgens je botten en daarna stof. Telkens als ik het daarover heb, zeggen mensen: 'Walgelijk!' Maar wat is daar nou w walgelijk aan? Allemachtig, het is de wer­kelijkheid. Maar velen van jullie hebben geen trek in de werkelijkheid. Je wilt niet over de dood nadenken. De meeste mensen leven niet, die houden alleen maar hun

218

lichaam in leven. Dat is niet leven. Je leeft pas als het je geen moer uitmaakt of je leeft of sterft. Op dat punt leef je pas. Als je bereid bent je leven te verliezen, leef je het. Maar als je je leven beschermt, ben je dood. Als je daar­boven op zolder zit en ik zeg tegen je: 'Kom naar bene­den,' en jij zegt: '0, nee. Ik heb gelezen over mensen die de trap afdalen. Die glijden uit en breken hun nek; dat is me te gevaarlijk.' Of ik krijg je niet naar de overkant, omdat je zegt: 'Weet je wel hoeveel mensen overreden worden bij het oversteken?' Als ik je niet eens naar de overkant van de straat krijg, hoe moet ik je dan een heel continent over laten steken? En als ik je niet eens rover kan krijgen om eens een blik uit het benauwde wldertje van je opvattingen en overtuigingen te werpen om een andere wereld te bekijken, ben je dood, morsdood. Dan is het leven aan je voorbijgegaan. Je zit in je kleine gevan­genis bang te zijn; je zult je God verliezen, je godsdienst, je vrienden en allerlei andere dingen. Het leven is aan de gokker, echt waar. Dat is wat Jezus heeft gezegd. Ben je bereid het te riskeren? Weet je wanneer je pas echt bereid bent het te riskeren? Als je hebt ontdekt dat wat men­sen 'leven' noemen geen leven is. Mensen verkeren in de waan dat leven betekent je lichaam in leven houden. Dus

omhels de gedachte aan de dood, heb haar lief. Ga er keer op keer naar terug. Denk maar aan dat prachtige lijk, aan dat skelet, aan die botten die verkruimelen tot er maar een handvol stof van over is. En daarna ... Wat een opluchting, wat een opluchting. Een aantal van jullie heeft waarschijnlijk geen idee waarover ik het nu heb; je bent te bang om erover na te denken. Maar het is w'n

219

Page 112: Anthony de Mello - Bewustzijn

opluchting om vanuit dat perspectief op het leven terug te kijken.

Of breng een bezoek aan een kerkhof. Het is een ge­weldig louterende ervaring waarvan je enorm opkikkert. Je kijkt naar een naam en zegt: 'Jeetje, die heeft zo lang geleden geleefd, twee eeuwen geleden. Die moet alle pro­blemen hebben gehad die ik nu heb, die moet ook een heleboel slapeloze nachten hebben gehad. Krankzinnig eigenlijk, we leven maar zo kort. Een Italiaanse dichter heeft gezegd: � leven in een lichtflits, de avond valt en de

eeuwige nacht zet in. Het is maar een flits en we verpes­ten hem. We verpesten hem met onze angst, onze zor­gen, onze beslommeringen, onze lasten. Welnu, als je die meditatie doet, kun je eindigen met informatie; maar je kunt ook eindigen met bewustzijn. En in dat moment van bewustzijn ben je nieuw. Althans, voor zolang als het duurt. Dan weet je het verschil tussen informatie en be­wustzijn.

Een bevriende astronoom heeft me onlangs een aantal

fundamentele dingen over astronomie verteld. Voordat hij het me vertelde, wist ik niet dat we de zon zien waar ze achtenhalve minuut geleden was, niet waar ze nu is. Omdat het een zonnestraal achteneenhalve minuut kost om ons te bereiken. Dus zie je haar niet waar ze is; nu is ze ergens anders. Sterren hebben ons ook honderd­duizenden jaren licht gestuurd. Dus wanneer we naar ze kijken, zijn ze misschien niet waar we ze zien; ze kunnen wel heel ergens anders zijn. Hij zei dat de aarde zich er­gens aan het staartje van de Melkweg bevindt, als we ons een sterrenstelsel voorstellen, een universum. Niet eens

220

in het midden. Iedere ster die we zien is een zon, en som­mige daarvan zijn zo groot dat ze de zon en de aarde en de afstand ertussen kunnen bevatten. Volgens een voor­zichtige raming zijn er honderd miljoen sterrenstelsels! Het universurn zoals wij het kennen, zet zich uit met een snelheid van ruim drie miljoen kilometer per seconde. Ik heb gefascineerd naar dat alles zitten luisteren, en toen ik uit het restaurant kwam waar we hadden zitten eten, keek ik omhoog met een ander gevoel, een ander per­

spectief op het leven. Dat is bewustzijn. Dus je kunt dat allemaal in je opnemen als kille feiten (en dat is informa­

tie), of je kunt opeens een ander perspectief op het leven krijgen: wat zijn wij? Wat betekent dit universum, wat is menselijk leven? Als je dat gevoel krijgt, is dát wat ik met bewustzijn bedoel.

221

Page 113: Anthony de Mello - Bewustzijn

Het land van liefde

A Is we illusies werkelijk zouden laten vallen door wat ..l"lze ons kunnen brengen, of door datgene waarvan ze ons kunnen bestelen, zouden we alert zijn. De con­sequentie van het nalaten ervan is angstaanjagend en onontkoombaar. We verliezen onze capaciteit om lief te hebben. Als je wilt liefhebben, moet je opnieuw le­ren zien. En als je wilt zien, moet je leren je drug op te geven. Zo eenvoudig is dat. Geef je afhankelijkheid op. Scheur je los van de tentakels van de samenleving die je wezen hebben omwikkeld en verstikt. Je moet ze loslaten. Uiterlijk zal alles doorgaan zoals daarvoor, maar hoewel je in de wereld blijft, zul je niet langer ván de wereld zijn. In je hart zul je dan uiteindelijk vrij zijn, zij het misschien volslagen alleen. Je verslaving aan de drug zal sterven. Je hoeft de woestijn helemaal niet in; je bevindt je te midden van de mensen; je geniet immens van ze, maar ze hebben niet langer de macht om je geluk­kig of ongelukkig te maken. Dat betekent alleenheid. In die alleenheid, sterft je afhankelijkheid. Oe capaciteit om

222

lief te hebben wordt geboren. Je ziet anderen niet langer als middel om je verslaving te bevredigen. Alleen wie dat heeft geprobeerd, kent de doodsangst van dat proces. Het is alsof je jezelf uitnodigt om te sterven. Het is alsof je die arme drommel van een drugsverslaafde vraagt om het enige geluk dat hij ooit heeft gekend op te geven. Hoe vervang je die door de smaak van brood en vruchten, en de frisse smaak van de ochtendlucht en de zoete smaak van het water in een bergbeek? Als hij worstelt met zijn

onthoudingsverschijnselen en de leegte die hij vanbin­

nen voelt nu zijn drug weg is, kan niets die leegte vullen behalve die drug. Kun je je een leven voorstellen waarin je domweg weigert genoegen te scheppen in één woord van lof, of weigert je hoofd op iemand schouders te leg­gen voor steun? Stel je een leven voor waarin je van nie­mand emotioneel afhankelijk bent, zodat niemand meer de macht heeft om je gelukkig of ongelukkig te maken. Je weigert om nog één specifiek persoon nodig te hebben, en om speciaal voor iemand te zijn, of iemand 'van jou' te noemen. Oe vogels hebben hun nest en de vossen hun hol, maar jij hebt op je levensreis geen plek om je hoofd te ruste te leggen. Als je die staat ooit bereikt, zul je ten langen leste weten wat het betekent om te zien met een blik die niet wordt vertroebeld door angst of verlangen. Ieder woord is hier op zijn plek. Om te zien met een blik die niet wordt vertroebeld door angst of verlangen. Je weet wat het betekent om lief te hebben. Maar om het land van de liefde te bereiken, moet je door de pijn van de dood, want om mensen lief te hebben, moet je behoefte aan mensen sterven en moet je absoluut alleen zijn.

223

Page 114: Anthony de Mello - Bewustzijn

Hoe kun je daar ooit komen? Door niet aflatend bewust­zijn, door het oneindige geduld en mededogen dat je voor de drugsverslaafde hebt. Door de smaak van de goede dingen van het leven te ontwikkelen om een tegenwicht te bieden voor de hunkering naar de drug. Welke goede dingen? De liefde voor het werk waarvan je geniet om het genieten zelf; de liefde voor hilariteit en intimiteit met mensen aan wie je je niet vastklampt en van wie je emoti­oneel niet afhankelijk bent, maar wier gezelschap je dier­baar is. Het helpt je ook om activiteiten te ontplooien die je met je hele wezen kunt doen, activiteiten waarop je zo dol bent dat succes, erkenning en goedkeuring domweg niets voor je betekenen als je bezig bent. Het zal ook hel­pen als je de natuur in trekt. Stuur de menigte weg, trek de bergen in en communiceer stilzwijgend met bomen en bloemen en dieren en vogels, met zee en wolken en lucht en sterren. Ik heb je al verteld wat een spirituele oefening het is om naar dingen te staren, om je bewust te zijn van de dingen om je heen. Hopelijk zullen de woorden weg­vallen, zullen de concepten wegvallen en zul je 'zien', zul je contact met de werkelijkheid maken. Dat is de kuur voor eenzaamheid. In het algemeen proberen we onze eenzaamheid te genezen door emotionele afhankelijk­heid van mensen, door gezelligheid en lawaai. Dat is geen kuur. Keer terug tot de dingen, keer terug tot de natuur, trek de bergen in. Dan zul je beseffen dat je hart je naar die uitgestrekte woestijn van alleenheid heeft gebracht, dat er niemand aan je zijde is, absoluut niemand.

In het begin zal dat ondraaglijk lijken. Maar dat is al­

leen omdat je niet aan alleenheid gewend bent. Als het je

224

lukt om daar een poosje te blijven, zal de woestijn eens­klaps in liefde opbloeien. Je hart gaat zingen en het zal voor eeuwig lente zijn; de drug is weg; je bent vrij. Dan begrijp je wat vrijheid is, wat liefde is, wat geluk is, wat werkelijkheid is, wat waarheid is, wat God is. Je zult zien, je zult weten voorbij concepten en conditionering, ver­slaving en gehechtheid. Ben ik nog te volgen?

Ik wil eindigen met een heerlijk verhaal. Er was eens een man die de kunst om vuur te maken uitvond. Hij

pakte zijn gereedschap in en trok naar een stam in het noorden waar het heel koud was, bitter koud. Hij leerde de mensen om vuur te maken. Ze hadden er veel belang­stelling voor. Hij liet hun zien waarvoor je vuur allemaal kon gebruiken: om te koken, om jezelf warm te hou­den, enzovoort. Ze waren heel dankbaar dat ze de kunst hadden geleerd om vuur te maken. Maar voordat ze hun dankbaarheid aan de man konden tonen, was hij weer verdwenen. Hij bekommerde zich niet om hun erken­ning of dankbaarheid; hij bekommerde zich om hun wel­zijn. Hij ging naar een andere stam, waar hij opnieuw de waarde van zijn uitvinding begon te demonstreren. Daar legden de mensen ook veel belangstelling aan de dag, iets teveel belangstelling naar de smaak van hun priesters, die in de gaten kregen dat die man een grote menigte trok en dat zij hun populariteit verloren. Dus besloten ze hem uit de weg te ruimen. Ze vergiftigden hem, kruisigden hem, noem het zoals je wilt. Maar nu waren ze bang dat de mensen zich misschien tegen hen zouden keren, dus leg­den ze grote wijsheid aan de dag, sluwheid zelfs. Weet je wat ze deden? Ze lieten een portret van de man maken en

225

Page 115: Anthony de Mello - Bewustzijn

hingen dat op het hoofdaltaar van de tempel. Het gereed­schap om vuur te maken legden ze voor het portret, en

ze leerden de mensen om her portret en her vuurgereed­

schap te aanbidden, wat ze eeuwenlang plichtsgetrouw

deden. Verering en aanbidding gingen door, maar er was

geen vuur.

Waar is het vuur? Waar is de liefde? Waar is de drug

die uit je systeem is gespit? Waar is de vrijheid? Dat is

het wezen van de spiritualiteit. Tragisch genoeg neigen

we dat uit het oog te verliezen, nietwaar? Hier heb je het

wezen van Jezus Christus. Maar we hebben teveel nadruk op 'Heer, o Heer' gelegd, niet dan? Waar is het vuur? En

als aanbidding niet tot vuur leidt, als verering niet tot

liefde leidt, als liturgie niet tot een helderder perceptie

van de realiteit leidt, als God niet tot leven leidt, wat

heeft godsdienst dan voor zin behalve dat ze nog meer

verdeeldheid, nog meer fanatisme en nog meer vijand­

schap zaait? De wereld gaat niet mank aan gebrek aan

godsdienst in de gewone zin van het woord, maar aan

liefde, aan bewustzijn. En liefde komt voort uit bewust­

zijn, en nergens anders door. Begrijp de hindernissen die

jijzelf op het pad van liefde, vrijheid en geluk legt en ze

vallen weg. Draai het licht van bewustzijn aan en de duis­

ternis verdwijnt. Geluk is niet iets wat je verwerft; liefde

is niet iets wat je produceert; liefde is iets wat jóu heeft.

Je hebt de wind, de regen en de sterren niet. Je bezit die dingen niet; je geeft je eraan over. En overgave voltrekt

zich als je je bewust bent van je illusies, als je je bewust

bent van je verslavingen, als je je bewust bent van je ver­langens en angsten. Zoals ik al eerder heb gezegd, is psy-

226

chologisch inzicht erg nuttig, maar analyse niet; analyse

is paralyse. Inzicht is niet per se analyse. Een van jullie beroemde Amerikaanse therapeuten heeft het prachtig

gesteld: \%t telt is de 'aha-erlebnil Met louter analyse

schiet je niets op. Die verschaft slechts informatie. Maar

als je voor een 'aha-erlebnis' kunt zorgen, heb je een in­zicht. Dat is verandering. Ten tweede is het belangrijk je

verslaving te doorgronden. Dat kost tijd. Helaas, zoveel

tijd die opgaat aan aanbidding, lofzang en psalmen, zou

heel nuttig besteed kunnen worden aan zelfinzicht. Ge­meenschapszin komt niet voort uit het gezamenlijk vie­

ren van de mis. Diep in je hart besef je net zo goed als ik

dat zulke vieringen alleen maar dienen om verschillen af te plakken. Gemeenschapszin ontstaat alleen door het in­

zicht in de blokkades die we ertegen opwerpen, door het

inzicht in de conflicten die voortkomen uit onze angsten

en verlangens. Op dat punt ontstaat gemeenschap. We

moeten ons er altijd voor hoeden om eredienst te maken

tot de zoveelste afleiding van de belangrijke kunst van het leven. En leven betekent niet werken voor de overheid, of

een groot zakenman zijn, of veel aan liefdadigheid doen.

Leven is als je alle belemmeringen overboord hebt gezet

en met frisse ogen in het huidige moment leeft. De vo­

gelen des hemels... zij arbeiden niet en spinnen niet. Dat

is leven. In het begin heb ik gezegd dat mensen in slaap en dood zijn. Dode mensen die regeringen leiden, dode

mensen aan het hoofd van grote ondernemingen, dode

mensen die anderen opleiden. Kom tot leven! Eredienst

moet daartoe leiden, anders is ze nutteloos. En in toe­nemende mate- zoals jullie en ik weten- verliezen we

227

Page 116: Anthony de Mello - Bewustzijn

overal de jeugd. Ze heeft een hekel aan ons. Ze wil niet met nog meer angst en schuldgevoel worden opgezadeld. Ze wil niet nog meer preken en aansporingen. Maar ze wil wel over liefde leren. Hoe kan ik gelukkig zijn? Hoe kan ik leven? Hoe kan ik die fantastische dingen proe­ven waarvan de mystici spreken? Dus dat is het tweede element: inzicht. Ten derde: identificeer je niet. Toen ik hier vandaag kwam, vroeg iemand me: 'Voelt u zich ooit neerslachtig?' T jonge, wat voel ik me af en toe gedepri­

meerd. Ik heb zo mijn aanvallen. Maar ze duren nooit lang, echt niet. Wat ik doe? Stap één: me niet identifice­

ren. Hé, daar heb je een neerslachtig gevoel. In plaats van er gespannen over te raken, in plaats van geïrriteerd te raken over mezelf, begrijp ik dat ik me neerslachtig voel, teleurgesteld, of wat dan ook. Stap twee: ik erken dat het gevoel in mij zit, niet in die andere persoon, bijvoorbeeld

niet in die persoon die me die brief niet heeft geschreven; het zit niet in de buitenwereld, maar in mij. Want zo lang ik denk dat het buiten mij zit, voel ik me gerechtvaardigd om me aan mijn gevoelens vast te klampen. Ik kan niet zeggen dat iedereen zich zo zou voelen; in feite zouden al­

leen idioten zich zo voelen, alleen slapende mensen. Stap drie: ik identificeer me niet met het gevoel. 'Ik', is niet

dat gevoel; 'ik', is niet eenzaam; 'ik', is niet neerslachtig; 'ik', is niet teleurgesteld. Er is sprake van teleurstelling;

je slaat het gade. Je zal er versteld van staan hoe snel het weer wegglijdt. Alles waarvan je je bewust bent blijft ver­anderen; wolken blijven drijven. Terwijl je dat doet, krijg

je allerlei inzichten over waarom er überhaupt sprake is van wolken.

228

Ik heb hier een heerlijk citaat, een paar zinnen, die ik in goud zou opschrijven. Die heb ik uit het boek Sum­

merhill van A.S. Neill. Ik zal je eerst wat achtergrond ge­ven. Waarschijnlijk weten jullie wel dat A.S. Neill veertig jaar in het onderwijs heeft gewerkt. Hij heeft een soort school voor buitenbeentjes ontwikkeld. Hij liet jongens en meisje toe en liet hen vervolgens vrij. Als je wilde leren lezen en schrijven, prima; als je dat niet wilde, ook goed. Je kon alles doen wat je wilde, zo lang je maar niet de vrij­

heid van iemand anders in de weg zat. Voor de rest was je vrij. De ergste leerlingen kwamen volgens hem van de kloosterschool. Dat was vroeger, natuurlijk. Hij zegt dat

het hun ongeveer zes maanden kostte om af te rekenen met alle verdrongen woede en weerzin. Ze rebelleerden en vochten een halfjaar tegen het systeem. Het ergst was

een meisje dat op de fiets stapte en de stad in reed, de klas meed, school meed en alles meed. Maar als ze een­maal over hun opstandigheid heen waren, wilde iedereen leren. Ze begonnen zelfs te protesteren. 'Waarom hebben

we vandaag geen les?' Maar ze wilden alleen maar leren waar ze belangstelling voor hadden. Ze werden getrans­formeerd. In het begin waren de ouders benauwd om hun

kinderen naar die school te sturen. Ze zeiden: 'Hoe kun je hun nu les geven als je ze geen discipline bijbrengt?

Je moet ze les geven, loodsen.' Wat was het geheim van Neills succes? Hij kreeg de ergste leerlingen, de leerlingen

die iedereen tot wanhoop hadden gedreven en binnen zes maanden waren ze allemaal getransformeerd. Luister maar naar wat hij zei; buitengewone woorden; heilige woorden. 'In elk kind schuilt een god. Onze pogingen

229

Page 117: Anthony de Mello - Bewustzijn

om het kind te kneden, zal die god in een duivel veran­deren. Kinderen komen als duiveltjes naar mijn school;

ze haten de wereld, ze zijn destructief, ongemanierd, ze liegen, ze stelen en ze zijn driftig. In zes maanden zijn het gelukkige, gezonde kinderen die geen kwaad meer doen.' Dat zijn verbazingwekkende woorden van een man wiens school in Engeland regelmatig werd geïnspecteerd door beambten van het ministerie van onderwijs en door elke hoofdonderwijzer of -onderwijzeres die de moeite nam

om langs te gaan. Verbazingwekkend. Het was zijn cha­risma. Zoiets kun je niet vanaf een blauwdruk doen; je moet er een bijzonder iemand voor zijn. Soms zei hij in

zijn lezingen voor hoofdonderwijzers en -onderwijze­ressen: 'Kom maar naar Summerhill en je zult zien dat

alle fruitbomen vol hangen met fruit. Niemand steelt her fruit van die bomen; er is geen neiging om het gezag

aan te vallen; ze zijn goed doorvoed en er is geen sprake van wrok of woede. Kom naar Summerhill en je vindt

er geen gehandicapt kind met een bijnaam. Jullie weten

hoe wreed kinderen kunnen zijn als iemand bijvoorbeeld stottert. Je vindt geen kind dat een stotteraar pest, nooit. Er is geen geweld in die kinderen omdat niemand ge­

weld op hen uitoefent. Dat is de reden.' Luister naar die openbaring, die heilige woorden. Zulke mensen bestaan. Het maakt niet uit wat geleerden, priesters en theologen zeggen: er zijn mensen die geen ruzie maken, die geen ja­

loezie kennen, die geen conflict kennen, die geen oorlog voeren, die geen vijandschap kennen, niets! En ze zijn er

altijd geweest. Ze bestaan in mijn land, of helaas moet ik zeggen, ze hebben tot voor kort bestaan. Ik ben bevriend

230

met jezuïeten die onder mensen hebben geleefd en ge­werkt die, zoals ze me verzekerden, niet in staat waren om te stelen of te liegen. Een non heeft me verteld dat ze naar noordoost India was gegaan om bij enkele stammen

te werken. De mensen deden niets achter slot en gren­del. Er werd nooit iets gestolen en niemand vertelde ooit een leugen, voordat beambten van de Indiase regering en missionarissen er hun intrede deden.

In elk kind schuilt een god. Onze pogingen om het

kind te kneden veranderen de god in een duivel. Er bestaat een prachtige Italiaanse film van Federico

Fellini, 8 1/2. Er is een scène waarin een christelijke broe­

der met een groep jongetjes van acht tot tien jaar op ex­cursie of een picknick gaat. Ze lopen over het strand en de achterhoede wordt gevormd door de broeder met een stuk of vier jongetjes om zich heen. De voorhoede komt een oudere vrouw tegen die prostituee is. Ze zeggen: 'Hallo' tegen haar en zij zegt: 'Hallo' terug. En ze zeggen:

'Wie bent u?' Zij zegt: 'Ik ben prostituee.' Ze weten niet wat dat is, maar doen net alsof ze het wel weten. Een van de jongetjes, die iets wereldwijzer lijkt dan de rest, zegt: 'Een prostituee is iemand die bepaalde dingen doet als je

haar geld geeft.' Ze vragen: 'Zou zij die dingen doen als we haar geld geven?' Het antwoord was: 'Waarom niet?'

Ze houden een inzameling, geven haar het geld en vragen: 'Wilt u bepaalde dingen doen nu we u dat geld hebben gegeven?' Ze zegt: 'Ja, hoor, jongens. Wat moet ik doen?'

Het enige dat de jongens kunnen bedenken, is vragen of ze haar kleren uit wil trekken. Dus dat doet ze. Welnu, ze bekijken haar. Ze hebben nog nooit een naakte vrouw

231

Page 118: Anthony de Mello - Bewustzijn

gezien. Verder weten ze niets te bedenken, dus vragen ze: 'Wilt u voor ons dansen?' Ze zegr: 'Ja hoor.' Dus gaan ze allemaal om haar heen staan zingen en klappen; de hoer draait met haar achterwerk en ze vermaken zich kostelijk. De broeder ziet dat allemaal. Hij komt over het stand aan hollen en schreeuwt naar de vrouw. Hij zorgt dat ze haar kleren weer aantrekt en de verteller zegt: 'Op dat moment werden de kinderen bedorven. Daarvoor waren ze nog onschuldig en mooi.'

Dat is geen ongewoon probleem. Ik ken een vrij con­servatieve jezuïet in India. Hij bezocht een van mijn cursussen. Naarmate ik mijn thema in de loop van twee dagen uiteenzette, leed hij ernstig. De tweede avond kwam hij naar me toe en zei: 'Tony, ik kan je niet vertel­len hoezeer ik moet lijden als ik naar je luister.' Ik vroeg: 'Waarom, Stan?' Hij zei: 'Je blaast een vraag in mij nieuw leven in, die ik vijfentwintig jaar lang heb onderdrukt, een afschuwelijke vraag. Telkens weer heb ik mezelf afge­vraagd: 'Heb ik die mensen niet bedorven door ze tot het christendom te bekeren?' De bewuste jezuïet was geen liberaal; hij was orthodox, toegewijd, vroom en conserva­tief. Maar hij had het gevoel dat hij een gelukkig, liefheb­bend, eenvoudig en onschuldig volk had bedorven door christenen van hen te maken.

Amerikaanse zendelingen die met hun vrouw naar de eilanden in de Stille Zuidzee gingen, zagen tot hun afgrij­zen vrouwen met blote borsten naar de kerk komen. Hun echtgenotes stonden erop dat de vrouwen zich fatsoen­lijker kleedden. Dus gaven de zendelingen hun hemden te dragen. De zondag daarop kwamen de vrouwen met

232

die hemden naar de kerk, maar ze hadden er twee grote gaten in geknipt voor de ventilatie. Zij hadden gelijk en de zendelingen niet.

Goed, om weer op Neill terug te komen, die zegt: 'En ik ben geen genie. Ik ben alleen maar iemand die weigert de stappen van de kinderen te loodsen.' Maar hoe zit het dan met de erfzonde? Volgens Neill schuilt er een god in ieder kind. Onze pogingen om het te kneden maken er een duivel van. Hij laat kinderen hun eigen normen en waarden ontwikkelen, en die zijn onveranderlijk goed en sociaal. Kun je dat geloven? Als een kind zich geliefd voelt - wat wil zeggen, als een kind voelt dat je aan zijn kant staat - is er niets mis mee. Het kind ervaart geen geweld meer. Geen angst, dus ook geen geweld. Het kind begint anderen te behandelen zoals hij ook wordt be­handeld. Dat boek moet je lezen. Het is een heilig boek, echt waar. Lees het; het heeft mijn leven en interactie met mensen op zijn kop gezet. Ik begon wonderen te zien. Ik begon de ontevredenheid met mezelf te zien die diep in mijn ziel was geëtst; de rivaliteit, de vergelijkingen, het niet-voldoen-aan, enzovoort. Je zou ertegen in kunnen

brengen dat ik niet zou zijn waar ik was, als ze me niet hadden gedwongen. Maar had ik wel behoefte aan al dat geduw? En hoe dan ook, wie wil er nu zijn wat ik ben? Ik wil gelukkig zijn, ik wil heilig zijn, ik wil liefhebbend zijn, ik wil vrede, ik wil vrijheid, ik wil mens zijn.

Weet je waar oorlog vandaan komt? Die ontstaat om­dat we ons innerlijk conflict naar buiten projecteren. Toon me een individu zonder innerlijk zelfconflict en ik toon je een individu in wie zich geen geweld afspeelt. Er

233

Page 119: Anthony de Mello - Bewustzijn

zal effectieve, misschien zelfs harde actie in hem schui­

len, maar geen haat. Als hij handelt, handelt hij als een chirurg. Als hij handelt, handelt hij als een liefhebbende

leraar met zwakzinnige kinderen. Je geeft hen nergens

de schuld van, je begrijpt hen; maar je handelt wel. Aan

de andere kant, als je in actie komt met je eigen onver­werkte haat en geweld, maak je de vergissing alleen maar

erger. Je probeert vuur met vuur te blussen. Je probeert

een overstroming met water te bezweren. Ik herhaal wat

Neill zegt: In elk kind schuilt een god. Onze pogingen om het kind te kneden, zal die god in een duivel veranderen. Kinderen komen als duiveltjes naar mijn school,- ze haten de wereld, ze zijn destructief, ongemanierd, ze liegen, ze stelen en zijn driftig. In zes maanden zijn het gelukkige, gezonde kinderen die geen kwaad meer doen. En ik ben geen genie. Ik ben alleen maar iemand die weigert de stappen van de kinderen te loodsen. Ik laat ze hun eigen normen en waar­den ontwikkelen en die zijn onveranderlijk goed en sociaal De godsdienst die mensen goed maakt, maakt mensen slecht, maar de religie die bekendstaat als vrijheid maakt alle mensen goed, want zij vernietigt innerlijk conflict (ik heb

het woord 'innerlijk' toegevoegd] dat duivels van mensen maakt.

Neill zegt ook: Het eerste wat ik doe als een kind op Sum­merhill komt, is zijn geweten vernietigen. Ik neem aan dat

jullie weten waar hij het over heeft, omdat ik dat weet. Je

hebt geen geweten nodig als je over bewustzijn beschikt; met gevoeligheid heb je geen behoefte aan een geweten. Je

bent niet gewelddadig, je bent niet angstig. Waarschijnlijk denk je dat dit een onhaalbaar ideaal is. Nou, lees dat boek

234

dan maar. Ik ben zo nu en dan individuen tegengekomen

die eensklaps tegen deze waarheid op zijn gelopen: de wor­tel van het kwaad bevindt zich in je. Naarmate je dat meer

inziet, hou je op met eisen aan jezelf te stellen, hou je op met dingen van jezelf te verwachten, hou je op met jezelf te forceren en heb je het begrepen. Voed jezelf met voedzaam eten, goed en voedzaam eten. Ik heb het niet over feitelijk

eten. Ik heb het over zonsondergangen, natuur, een goede film, een goed boek, werk waarvan je geniet, goed gezel­

schap en hopelijk zul je dan je verslaving aan die andere

gevoelens doorbreken.

Wat voor gevoel komt er over je als je in contact bent met de natuur, of als je opgaat in werk waarvan je houdt?

Of als je echt in een openhartig en intiem gesprek bent met iemand wiens gezelschap je op prijs stelt en aan wie je

je niet vastklampt? Wat voor gevoelens heb je dan? Verge­lijk ze met de gevoelens die je hebt als je een twistgesprek

wint, of als je een race wint, of als je populair wordt, of als iedereen voor je klapt. Die laatste gevoelens noem ik

wereldlijke gevoelens; de eerste noem ik gevoelens van de ziel. Een heleboel mensen veroveren de wereld en verlie­zen hun ziel. Een heleboel mensen leven een leeg, zielloos

bestaan omdat ze zich voeden met populariteit, waarde­ring en lof. Met 'Ik ben oké, jij bent oké'; met kijk mij eens, zorg voor mij, steun mij, waardeer mij; met de baas

spelen, met macht, met het winnen van de race. Voed jij jezelf daarmee? Zo ja, dan ben je dood. Dan ben je je ziel kwijt. Voed jezelf met ander, voedzamer materiaal.

Dan zul je een transformatie beleven. Ik heb je een heel

levensprogramma gegeven, nietwaar?

235

Page 120: Anthony de Mello - Bewustzijn

A nthony de Mello, s.j.was directeur van het Sadhana .1"\..Institute ofPastoral Counseling in het Indiase Poona. Als lid van de orde van jezuïeten in de provincie Bombay genoor hij grote bekendheid in Engels- en Spaanstalige landen voor zijn retraites, bijeenkomsten, cursussen over gebed en therapie, werk dat hij achttien jaar over de hele wereld heeft gedaan. Hoewel hij in 1987 plotseling is overleden, heeft hij een rijke erfenis van spiritueel onder­richt in boeken en bandopnames nagelaten.

De eerw. J. Francis Stroud s.j., campuspastor aan de uni­versiteit van New York, is tevens directeur van het De Mello Spirituality Center en heeft acht jaar nauw met Anthony de Mello samengewerkt.

236

Eerder verschenen

bij uitgeverij Samsara

Adams, Robert - Stilte van het hart, deel 1

Adams, Robert -Stilte van het hart, deel 2

Adyashanti -Dansende leegte Adyashanti -Ware meditatie Adyashami -Het einde van je wereld Adyashanti -Genade

Adyashami- De weg van bevrijding Alles over Niets (boek met 2 dvd's) Balsekar, Ramesh -Er was eens ... Balsekar, Ramesh - Nou én? Bancroft, Anne -Woorden van Boeddha Beintema, Rica-Jnana yoga in de praktijk Bernie, Jon -Alledaagse vrijheid Bon gers, Sally-Alledaagse verlichting Boogaard, Han v.d. I Wei Wu Wei -Leven zonder tranen Boogaard, Han v.d.- Dat wat Is Byrom, Thomas- Het hart van bewustzijn Caraway, Morgan -Een aangename ontgoocheling Cohen, AJan- Bent u net zo gelukkig als uw hond? Cohen, AJan -Wijsheid uit het hart Crowley, Gary-Van hier naar hier Delden, Jan van -Terug van nooit weggeweest Delden, Jan van- Vele wegen, één thuis Dych, William -Amhony de Mello, een bloemlezing Poster, Jeff-Leven zonder middelpunt Fosrer, Jeff-Een buitengewone afwezigheid Foudraine, Jan -Metanoia Gangaji -Vrijheid in overgave Gieles, Lenne-Thuis Glassman, Bernie -Oneindige cirkel Greven, John -Eén

Page 121: Anthony de Mello - Bewustzijn

Hamill, Sam I Lao Tse-Tao Te Tsjing Harding, Douglas -Open voor de bron Harrison, Steven -Zoek geen antwoord Harrison, Steven -Het gelukkige kind Harrison, Steven -Eén-zijn in relaties Hartong, Leo-Ontwaken in de droom Heyboer, Anton -De filosofie van een oorspronkelijke geest Heyboer, Anron -The philosophy of an original mind Hillig, Chuck-Verlichting voor beginners Hillig, Chuck-Parels voor de ziel Hyde, Unmani Liza -Ik ben het leven zelf Inzicht, vingers wijzend naar de maan Joncheere, Zoë-Leven als God Jourdain, Stephen I Farcet, Gilles -Zomaar verlicht Katz, Jerry- Non-Dualiteit Keers, Wolter-Vrij zijn Keers, Wolter -J nana Yoga Kicken, Patriek & Smit, Paul-Praten over bewustzijn K.iloby, Scoct- Liefdes stille revolutie Klein, Jean - Ik Ben Koehoorn, Jan-Zelfonderzoek Krishnamurti, U.G.-De denkbeeldige geest Lake, Gina -Het mechanisme van verlangen Larruners van Toorenburg, Wendy- Hoogbegaafd, nou én? Lamroers van Toorenburg, Wendy-Werkboek Hoogbegaafd Laurencius, Hans -Rozengeur & Prikkeldraad Lawry, Kalyani-Sailor Bob Adamson, leven en leer Liquorman, Wayne -Never mind Lucille, Francis-Eeuwigheid NU! McKenna, Jed -Spirituele verlichting? Vergeet het maar! McKenna, Jed- Spiritueel Incorrecte Verlichting McKenna, Jed-Spirituele Oorlogvoering McKenna, Jed-Notities McKenna, Jed-Jed's McKennàs theorie van alles Mello, Anthony de- Bewustzijn Morinaga, Soko -Van leerling rot meester

Nisargadatta Maharaj -In woord en beeld Norquist, Steven -De waarheid over verlichting Oever, Jan van den- Ik weet niet wie ik ben Parsons, Tony-Zoals het is Parsons, Tony-Niemand hier Parsons, Tony-Niemand daar Parsons, Tony -Alles en Niets Parsons, Tony-Het open geheim Raaijmakers, Annette -Volledig vrij Ram Tzu -Wie zoekt zal niet vinden Ramana Maharshi - In woord en beeld Rigter, Bob - Zen tijd Rossum, Jan van -Je bent niet wat je denke Schoonderwoerd, Sirnon -Een chriseen op sarsang Sengtsan-Oorspronkelijke Geest ShanriMayi -Ons hart weer alles Shapiro, Isaac -Het gebeurt vanzelf Smit, Alexander -Kennendbeid Smit, Alexander -Geschenk van het Absolute Smit, Paul -Non-dualiteit voor managers Smit, Paul -Verlichting voor luie mensen Spira, Ruperr -De helderheid der dingen Sterren, Paul van der-Verlichting in een lege verpakking Sterren, Paul van der-Over het brein, non--dualiteit en vrije wil Sylvester, Richard - Geen zelf, geen ander Tathagata, Florian-Zijn Tetteroo, Tosca-Alles over edelsteentherapie Tollifson, Joan -Ontwaken in her alledaagse Tollifson, Joan -Niets om je aan vast te houden Vingerwijzingen -Anikelen uit tien jaar InZicht Watts, Alan-Word wat je bent Wei Wu Wei -Onwerelds wijs Whenary, Roy-De structuur van zijn Zuijderhoudt, C.B. - Meeseer Eekhart versus advaita

Page 122: Anthony de Mello - Bewustzijn

Voor een overzicht van onze titels (met tekstfragTinenten)

kunt u ook kijken op onze website:

www.samsarabooks.com

Daar vindt u informatie over de boeken in voor­bereiding, de agenda met informatie over lezingen van onze auteurs en kunt u zich opgeven voor onze

nieuwsbrief of een catalogus aanvragen.

Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341

1 016 AZ Amsterdam Telefoon: 020- 5550366

Fax: 020- 5550388

E-mail: [email protected]

Page 123: Anthony de Mello - Bewustzijn

Top Related