BEDRIJFSVERVOERSPLAN
2017 Mobiliteitscijfers, maatregelen en vooruitblik
ABSTRACT Hoe reizen VUB’ers naar
de campus en welke
maatregelen neemt de
VUB op vlak van
mobiliteit?
Mobiliteitscoördinatie PRMI
1. Inleiding en wettelijk kader
Als universiteit in een grootstad willen we de impact van alle verplaatsingen van en naar onze
campussen beperken. We leggen de nadruk op zachte mobiliteit en openbaar vervoer. We werken aan
goed bereikbare campussen door overleg met overheden en vervoersoperatoren voor veilige
toegangswegen en een performant openbaar vervoer. We hanteren in ons mobiliteitsbeleid het
‘STOP’-principe: Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en pas in laatste instantie, de Personenwagen.
Sinds 2004 wordt driejaarlijks een bedrijfsvervoerplan (BVP) opgesteld, goedgekeurd door het
bestuurscollege en conform de federale en gewestelijke wetgeving. Elk bedrijf dient dergelijk plan op
te maken voor elke vestiging met meer dan 100 werknemers. Voor de Vrije Universiteit Brussel worden
vervoersplannen opgesteld voor campus Jette en Etterbeek, beide met hun eigen modal split en
mobiliteitsproblematiek.
Het bedrijfsvervoerplan omvat een mobiliteitsenquête die de woon-werkverplaatsingen van het
personeel in kaart brengt en een actieplan om het verkeer en zijn milieu-impact te verminderen. De
grote klimaatimpact van mobiliteit is bekend dankzij de carbon footprint nulmeting, waarbij
personenmobiliteit verantwoordelijk is voor de helft van de VUB-uitstoot van broeikasgassen in 2016
(Figuur 1). In Figuur 2 wordt de impact van personenmobiliteit naderbij bekeken, opgedeeld in
pendelverkeer en internationale dienstreizen van zowel personeel als studenten.
Figuur 1: Carbon footprint VUB
Figuur 2: Opsplitsing aandeel mobiliteit
De belangrijkste pijlers van het bedrijfsvervoerplan aan de universiteit zijn de promotie van de fiets,
kosteloos openbaar vervoer voor de werknemers en infrastructuurmaatregelen. Dit plan zorgde voor
een grote modal shift richting duurzame mobiliteit, de universiteit scoort op beide campussen beter
dan gemiddeld in Brussel.
In de loop der jaren werden maatregelen toegepast en verfijnd en werden de beschikbare
mobiliteitsdata uitgebreider. Sinds 2013 vindt er eveneens een driejaarlijkse enquête onder de
studenten plaats. De wettelijke focus van het eerste BVP lag op personeel, waar het de voorbije jaren
uitbreidde naar studenten met specifieke maatregelen op hun maat.
In dit bedrijfsvervoerplan wordt de huidige mobiliteitssituatie geanalyseerd aan de hand van de
mobiliteitsenquête bij het VUB-personeel in december 2017 en bij de VUB-studenten in november
2016. Gevolgd door een overzicht van de bestaande mobiliteitsmaatregelen aan de VUB en
opportuniteiten voor de toekomst. Het volgende bedrijfsvervoerplan volgt in 2020.
Energy30%
Non-energy0,5%
Inputs4%
Direct waste
1%End-of-Life
2%Transporting
people50%
Capital goods13%
Bilan Carbone®GHG emissions by category, in %
Employees Commuting
16%
Employees Business
travel13%
Student commuting
46%
Students travelling
internationally25%
Transporting people total VUBGHG emissions by type, in tCO2e
2. Huidige mobiliteitssituatie: woon-universiteitsverplaatsingen
De online mobiliteitsenquête bij het VUB-personeel van december 2017 leverde data op over de woon-
werkverplaatsingen, dienstverplaatsingen en thuiswerk. Aan deze enquête nam op beide campussen
45% van de werknemers deel. Onderstaande tabellen geeft de keuze voor hoofdverplaatsingsmiddel
weer, de evoluties in de tijd en een vergelijking met andere organisaties. Een samenvatting van alle
resultaten is te vinden in bijlage. De modal split van de studenten is afkomstig uit de
studentenmobiliteitsenquête afgenomen in 2016.
2.1. Campus Etterbeek
De campus is zeer goed bereikbaar met het openbaar vervoer, op wandelafstand van station Etterbeek
en bus- en tramhaltes, wat het zeer hoge treingebruik meteen verklaard. Het aandeel van de auto blijft
zakken (tot 11,74%), daartegenover stijgt het aandeel fietsers en voetgangers en het treingebruik (tot
45,64%!). (Tabel 1) In vergelijking met organisaties in gelijkaardige bereikbaarheidszones is het gebruik
van het openbaar vervoer en aandeel actieve pendelaars hoger. Het aandeel van de auto is bijna de
helft vergeleken met deze organisaties. (Tabel 2)
Tabel 1 Evolutie modal split hoofdverplaatsingsmiddel personeel campus Etterbeek
Figuur 3: Visualisatie modal split Etterbeek
2014
2011
2017
Tabel 2 Benchmarking campus Etterbeek
Figuur 3 geeft de herkomst en vervoersmodus van VUB-personeel naar campus Etterbeek weer. Het
valt op werknemers van over heel Vlaanderen naar de VUB komen en gemiddeld op grote afstand
wonen. Desalniettemin blijkt uit de enquête dat het aandeel werknemers wonend in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest (BHG) stijgt met 2%. Dit is geverifieerd met het personeelsbestand, 33% van de
VUB-personeelsleden woont in het BHG. Jaar na jaar groeit het aantal Brusselaars aan de VUB,
voornamelijk jonge VUB’ers komen en blijven in Brussel wonen.
Figuur 4 Herkomst woon-werk verkeer en manier van reizen naar campus Etterbeek
Bij de studenten op campus Etterbeek is de verdeling over de vervoersmodi zeer vergelijkbaar met de
modal split van het personeel. (Figuur 4) Uit de studentenmobiliteitsenquête 2016 volgt dat 30% van
de studenten op campus Etterbeek op kot zit, 70% is pendelstudent. Dit is gelijkaardig aan de
resultaten in 2013. Opvallend is een verschuiving van het aandeel kotstudenten op de campus (14,8%
6,67%) naar kotstudenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (12,3% 18,46%).
Figuur 5 Modal split studenten naar campus Etterbeek
2.2. Campus Jette
Door de ligging van de campus vlakbij de R0 en de A12 is de campus gemakkelijker bereikbaar met de
wagen. De bereikbaarheid met het openbaar vervoer is relatief beperkt in vergelijking met campus
Etterbeek. Toch kiest een derde van de personeelsleden die over een grotere afstand pendelen voor
het openbaar vervoer. Tabel 3 vergelijkt de modal split naar campus Jette met andere organisaties en
tabel 4 geeft de evolutie weer doorheen de jaren. Figuur 5 geeft een indicatie van de herkomst van
het Jette-personeel en zijn vervoersmiddel en figuur 6 is de modal split van de studenten in Jette.
Het aandeel van de wagen in Jette blijft dalen en zit momenteel op 53,4 %. De grote hinder omwille
van de tram 9 werf heeft voor een modal shift gezorgd weg van de wagen. Vanwege deze werken maar
eveneens door de uitbreiding van de fietsinfrastructuur, is het aantal fietsers in Jette zichtbaar
gestegen op de campus, zowel bij personeel en studenten. De enquête is afgenomen voor de Tram 9
in dienst ging. In Jette is het aandeel Brusselaars gestegen, in het personeelsbestand staan 19,9%
Brusselaars. Ondertussen is tram 9 in werking en zijn de grootste werven afgesloten, de invloed hiervan
zal duidelijk worden in de volgende mobiliteitsenquête in 2020.
Figuur 6: Visualisatie modal split Jette
Tabel 3 Benchmarking Campus Jette
Tabel 4 Evolutie modal split hoofdverplaatsingsmiddel personeel campus Jette
2014
2011
2017
Figuur 7 Herkomst woon-werk verkeer en manier van reizen naar campus Jette
Op basis van de studentenenquête blijkt dat 32% van de studenten op campus Jette op kot zit, 68% is
pendelstudent. Hier is het aandeel van de auto (24%) aanzienlijk groter dan in Etterbeek (12%), al ligt
het een stuk lager dan bij het personeel in Jette.
Figuur 8 Modal split studenten naar campus Jette
3. Huidige mobiliteitssituatie: Nationale dienstverplaatsingen
ETTERBEEK JETTE gemiddeld 0,33/dag gemiddeld 0,31/dag
4. Thuis- en telewerk
Werknemers van de VUB kunnen, rekening houdend met de functie, tijds- en plaatsonafhankelijk
werken. Dit gebeurt steeds op vrijwillige basis waarbij de werknemer een aanvraag indient en de
toestemming bekomt van zijn directe chef. Het personeelslid dat de toestemming heeft om tijds- en
plaatsonafhankelijk te werken heeft recht op een onkostenvergoeding, ongeacht de duur van het tijds-
en plaatsonafhankelijk werken en binnen de modaliteiten bepaald door de werkgever.
ETTERBEEK JETTE • 763 op 1048 respondenten werken thuis • Gemiddelde per maand: 3,33 dagen
(incl. niet-thuiswerkers)
• 113 op 206 respondenten werken thuis • Gemiddelde per maand: 2 dagen
(incl. niet-thuiswerkers)
5. Bestaande maatregelen aan de Vrije Universiteit Brussel
Het gebruik van de fiets naar de VUB wordt gestimuleerd door het uitbetalen van een
fietsvergoeding, het voorzien van fietsvriendelijke infrastructuur en een reeks
flankerende, sensibiliserende maatregelen. Een fietswerkgroep van fietsende
personeelsleden en studenten geeft advies bij infrastructuurwerken met invloed op
fietsers, ondersteunt het universiteitsbeleid in het maken van fietsvriendelijke keuzes en promoot
fietsen naar het werk. Op campus Etterbeek en Jette zijn er afgesloten fietsenstallingen, een
fietsherstelzuil, fietspompen en douches voor fietsend personeel en studenten.
Het GreenTeam VUB verdeelt fietspakketten onder de VUB-fietsers, deze omvatten een fluohesje,
rugzakhoes, broekklemmen, een fietskaart van het BHG en fietsinformatie. In samenwerking met Brik
worden er fietstochten georganiseerd om VUB’ers wegwijs en vertrouwd met fietsen in Brussel te
maken.
Sinds 2008 huisvest de universiteit het VUB-fietspunt, uitgebaat met Ateliers de la Rue Voot aan de
Triomflaan 40 waar personeel, studenten en buurtbewoners terecht kunnen voor fietsherstellingen,
workshops en huur van fietsen op korte en lange termijn. In Jette komt een drietal keer per jaar een
fietsenmaker naar de campus om er alle (personeels-en studenten)fietsen gratis te herstellen.
Sinds het eerste bedrijfsvervoerplan in 2004 ligt de nadruk op een 100% terugbetaling
van het openbaar vervoer voor de werknemers en het gebruik van de fiets. Er is een
derde betaler overeenkomst met de Lijn, MIVB en de NMBS. Begin- en einduur van de
werkdag kunnen worden ingevuld rekening houdende met de dienstregelingen van het
openbaar vervoer (rekening houdend met dienstnoodwendigheden). Dat deze maatregelen hun
vruchten afwerpen, is te zien in de modal split aan de instelling: personeelsleden kiezen vaker voor
openbaar vervoer dan in andere Brusselse organisaties.
Om het rationeel gebruik van de wagen aan te moedigen, wordt gecommuniceerd over
de mogelijkheden om te carpoolen. Een carpoolpolicy wordt opgezet in 2012 i.s.m.
Taxistop vzw. Op sociale media faciliteert een actieve facebookpagina spontane
carpoolritten tussen personeel en studenten. Er is een toegang systeem met
nummerplaatregistratie geïnstalleerd op beide campussen, wat sluipverkeer onmogelijk maakte. In de
komende jaren wordt de werking geoptimaliseerd.
Met operatoren van openbaar vervoer, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en
bedrijven in de buurt wordt nauw overlegd en waar mogelijk samengewerkt voor een
optimale bereikbaarheid en veilige campusomgeving.
De universitaire gemeenschap wordt zeer regelmatig geïnformeerd over het
mobiliteitsbeleid, -projecten en -acties via de elektronische nieuwsbrief, social media, intranet,
bulkmails en webpagina’s (https://student.vub.be/mobiliteit#bougez-vous!) Er bestaan specifieke
mobiliteitswebsites voor het personeel en studenten in het Nederlands en Engels. Hier staat telkens
de meest relevantie informatie over de bereikbaarheid van de campussen via verschillende modi en
het STOP-principe.
6.Actieplan: Bedrijfsvervoerplan 2.0
De VUB werkt vanuit haar duurzaamheidsvisie en Algemeen Strategisch Plan 2030 richting
klimaatneutraliteit. Anno 2018 is de VUB fors gegroeid en uitgebreid naar 4 campussen. In 2004
werkten 2.100 personen en waren er 7.500 studenten aan de Vrije Universiteit Brussel, in 2018 gaat
dit om 2.414 werknemers en ca. 13.500 studenten. De druk op de campusterreinen neemt dus toe,
een bedrijfsvervoerplan 2.0 moet een geïntegreerd mobiliteitsbeleid omvatten met zowel honing- als
azijnmaatregelen.
Het bedrijfsvervoerplan 2.0 is niet hét mobiliteitsplan naar klimaatneutraliteit, maar een fase met
nieuwe en evenwichtiger maatregelen. Dit plan draagt er ook aan toe dat de ruimtelijke ambities op
de campussen realiseerbaar worden. Een plan 3.0 tot X.0 zullen de VUB verder richting
klimaatneutraliteit leiden. De maatregelen binnen deze plannen worden stapsgewijs voorbereid en
afgetoetst met alle stakeholders op de campus.
Het Bedrijfsvervoerplan 2.0 blijft gericht zachte mobiliteit en openbaar vervoer naar de universiteit en
prioriteit aan zachte mobiliteit op de campussen. Met andere woorden hanteren we het STOP’-
principe en willen we het resterend potentieel voor duurzame mobiliteit aanspreken.
Enerzijds willen we onze campussen richten op actieve weggebruikers en veilig en vlot toegankelijk
voor voetgangers en fietsers maken. Zij zijn de norm bij campusontwerp:
- Creatie van fietshubs met uitbreiding van fietsenstallingen voor het groeiend aantal fietsers,
eveneens met ruimte voor bakfietsen en oplaadpunten voor elektrische fietsen, en uitbreiding
van douches en lockers bij deze stallingen.
- De ruimte ingenomen door auto’s op de campussen is disproportioneel met het aantal
personen met de auto. Privéwagengebruik willen we tot een minimum herleiden door in te
zetten op alternatieven. De grote openluchtparkings op de campussen maken plaats voor
meer kwalitatief ruimtegebruik, parkeren gebeurt ondergronds of geclusterd. Een
implementatie van een billijk toegangsbeleid voor gemotoriseerd vervoer beperkt toegang en
parkeren. Ruimte is schaars en parkeerplaatsen kostbaar. Hoe kan de VUB groeien zonder dat
dit meer wagens naar de campus haalt en de vraag naar parkeerplaatsen stijgt?
- De ruimtelijke ontwikkelingsplannen van de VUB biedt de mogelijkheid om een wandel- en
fietsvriendelijke campus uit te werken.
Maar de bedrijfsvervoersplannen moeten ook antwoord bieden op andere uitdagingen:
Kan gesleuteld worden om de mobiliteitsvergoedingen te versoepelen en het wisselen van
vervoersmodi over seizoenen mogelijk te maken?
Bovendien wonen werknemers op gemiddeld op grote afstand van de campussen. Hiervoor
kunnen personen beloond worden om korter bij het werk te wonen en zeker bij bewoners op
minder dan 2 kilometer.
Hoe kunnen we het aantal verplaatsingen reduceren: hoe laten we telewerken en teleclassing
groeien? En hoe sensibiliseren we VUB’ers om dichtbij de VUB te wonen?
Hoe faciliteren we E-mobility?
…
De werkgroep mobiliteit en de mobiliteitscoördinator bereiden het mobiliteitsbeleid voor in
samenspraak met alle betrokkenen.
Contact: mobiliteitscoö[email protected]