1
Docentenhandleiding
VluchtelingenWerk Nederland
2
Doel: Leerlingen ervaren welke impact de vlucht naar en de aanmeldingsprocedure
in Nederland hebben op de vluchteling.
Kern: Vluchtelingen zijn mensen die hebben moeten vluchten omdat hun leven in
gevaar is in hun land van herkomst. De insteek van de lessen is om enerzijds
te kijken naar de vooroordelen die in Nederland zijn over vluchtelingen.
Anderzijds te beleven hoe het voor een vluchteling is om in het 'veilige'
Nederland te komen en uiteindelijk te mogen blijven.
Doelgroep: Leerjaar 1 en 2 VMBO
Lestijd: (2 lessen van) 1 lesuur
Vak: Aardrijkskunde, maar kan uiteraard ook als project les of bij vakken als
maatschappijleer en geschiedenis worden ingezet.
Vorm/organisatie:
Individueel online (computers) en een onderdeel uit les 1 is klassikaal online
(digibord/beamer).
Lesmateriaal: Voor het lesmateriaal heeft u een code nodig die u kunt aanvragen door u
aan te melden op www.codenamefuture.nl/vluchtelingenwerk.
Tips voor gebruik: Test de les van tevoren op de computer en in uw lokaal op het digibord of via
de beamer. Voor vragen of ondersteuning kunt u contact opnemen met
Codename Future: 070-3024770 of [email protected].
3
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 4
Aansluiting met de lesmethode(s) .......................................................................................................... 5
Factsheet ................................................................................................................................................. 6
DOEL .................................................................................................................................................... 6
KERNDOELEN ....................................................................................................................................... 6
LESTIJD ................................................................................................................................................. 7
LOCATIE ............................................................................................................................................... 7
ORGANISATIE ....................................................................................................................................... 7
LESVORM ............................................................................................................................................. 8
VMBO ....................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
INHOUD ............................................................................................................................................. 10
Les 1a en 1b: Digibord uitleg ................................................................................................................. 11
Les 2: Verwerkingsopdrachten .............................................................................................................. 14
OPDRACHT 1: ..................................................................................................................................... 14
OPDRACHT 2: ..................................................................................................................................... 15
OPDRACHT 3: ..................................................................................................................................... 15
Beoordelingsformulier........................................................................................................................... 17
Begrippen .............................................................................................................................................. 19
Les 1 - Vluchtelingen ......................................................................................................................... 19
Les 2 - Leven in veiligheid .................................................................................................................. 20
Extra informatie ..................................................................................................................................... 22
4
Inleiding Het beeld dat sommige Nederlanders hebben van een 'tsunami van asielzoekers' komt niet overeen
met de werkelijkheid. Het aantal mensen dat bescherming in Nederland zoekt is de lang vrij stabiel
geweest met ongeveer 15.000 vluchtelingen per jaar. De
laatste jaren is de stroom vluchtelingen toegenomen tot wel
43.093 in 2015. Voorheen mocht minder dan de helft van de
vluchtelingen blijven maar ook dat aantal neemt toe.
Omgerekend betekend dat dat elke gemeente van
Nederland 9 vluchtelingen per maand zou moeten opnemen
om alle vluchtelingen tijdelijk onderdak te geven. Niet al
deze vluchtelingen zullen uit eindelijk mogen blijven in
Nederland.
VluchtelingenWerk Nederland is zich ervan bewust dat er bij de Nederlandse bevolking vooroordelen
bestaan over vluchtelingen. Het bovenstaande beeld dat Nederland volstroomt met vluchtelingen is
hiervan een voorbeeld.
In de eerste les van het lesprogramma komen deze vooroordelen ook aan bod en kunnen leerlingen
aan de hand van bronnen zelf de feiten checken.
"Als je de Nederlandse nationaliteit hebt, dan ben je niet bang meer. Anders moet je misschien terug
zodra het in Irak veilig is. Als ik de Nederlandse nationaliteit heb, is dit mijn huis. Dan heb
je geen visa meer nodig en kan je makkelijker reizen. Voor mijn kinderen kan ik niet kiezen. Ik kan niet
zeggen waar ze bij horen. Maar zolang ik de verantwoordelijkheid heb, wil ik dat ze
Nederlander zijn.’ (vrouw, 39 jaar, Irak, sinds 2001 in Nederland)
De tweede les gaat in op de beleving van een vluchteling en met name over het 'gevoel van
veiligheid'. Vluchtelingen vluchten uit hun 'veilige omgeving' (plek, personen, taal, cultuur etc.)
omdat deze onveilig geworden is. Hun leven loopt direct gevaar. Vluchtelingen komen in een veilig
land, maar voelen zich niet altijd veilig. Leerlingen zien aan de hand van de asielprocedure en de
vluchtverhalen van o.a. Parwana (11) en Abdi (18) waarom Nederland 'onveilig' kan voelen. Aan het
eind van de les is er een keuze uit vier verwerkingsopdrachten.
Met dit lesmateriaal worden de 'vluchtelingen in Nederland' bij docenten en leerlingen onder de
aandacht gebracht en wordt inzicht gegeven in de crisissituatie in Syrië
5
Aansluiting met de lesmethode(s) Het onderwerp 'vluchtelingen in Nederland' van deze twee lessen sluit goed aan op het onderwerp
'migratie' in de verschillende lesmethodes. De lessen zijn afgestemd op de bestaande
aardrijkskundemethodes in de 1e en 2e klas van het VMBO/HAVO/VWO. In de aardrijkskunde
lesmethodes wordt weinig tot geen aandacht besteed aan 'vluchtelingen in Nederland'.
De lessen van dit project geven stof om onderwerp op het schaalniveau van Nederland en de
individuele vluchteling te belichten.
Lesmethode
Uitgever
Jaar Leer
jaar
Hoofdstuk
De Geo
Thieme Meulenhoff
2008 (vmbo-kgt) 2 Hoofdstuk 5: Mensen bewegen (vmbo-kgt
lesboek 2)
Mundo
Thieme Meulenhoff
2015 (lwoo/vmbo-bl.
vmbo-kgt en tl-havo,
havo/vwo)
2 Thema 11: Conflict in Israël
Thema 12: Wie zijn mijn buren?
(alle niveaus zelfde thema’s) BuiteNLand
Malmberg
2007 (vmbo-kgt)
2012 (havo/vwo)
1 Bevolking
(Hoofdstuk 1 vmbo-kgt, havo/vwo)
Wereldwijs
Malmberg
2012 (vmbo-bk, vmbo-
kgt, havo/vwo)
1 Hoofdstuk 2: Bevolking en cultuur (1 vmbo-
bk, vmbo-kgt. havo/vwo)
Terra
Noordhoff
uitgevers
2010 (vmbo-t /havo)
2009 (havo/vwo)
1, 2 Hoofdstuk 3: Migratie (1 havo/vwo)
Hoofdstuk 3: Conflicten (2 vmbo-t/havo)
Hoofdstuk 5: Europa (2 vmbo-t/havo)
Lessen kunnen ook gebruikt worden bij andere vakken. Sluit aan bij vraagstukken over migreren,
cultuurverschillen, oorlog en actualiteit rondom vluchtelingen. Zie kerndoelen volgende pagina.
6
Factsheet DOEL
Als de leerlingen de twee lessen hebben gemaakt kunnen zij:
..twee voor- en nadelen noemen over vluchtelingen) en in eigen woorden uitleggen waarom
vooroordelen niet altijd kloppen;
..in eigen woorden uitleggen waarom mensen uit andere landen soms vluchten;
..in eigen woorden uitleggen wat de procedure is als vluchtelingen in Nederland
bescherming vragen;
..twee voorbeelden noemen van zaken vluchtelingen aan/op lopen in Nederland;
..in eigen woorden uitleggen dat vluchtelingen veilig zijn in Nederland, maar zich niet altijd
veilig voelen;
..in eigen woorden uitleggen wat VluchtelingenWerk Nederland voor vluchtelingen doet.
Verder:
..leert de leerling een aantal kernbegrippen, zoals: asielzoeker, vluchteling, migrant,
asielprocedure, inburgeren etc.;
..doet de leerling zelfstandig bronnenonderzoek en bekijkt het verschijnsel vanuit diverse
perspectieven en schaalniveaus;
..kan de leerling een eigen mening vormen.
KERNDOELEN
De lessen sluiten aan bij de volgende kerndoelen van onderdeel E (mens en maatschappij):
36: Meningsvorming: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke
kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen,
en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.
38: Geografische betekenis: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland,
Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.
39: Onderzoek leren doen: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel
maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.
41: Omgaan met atlas en kaarten: De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en
kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of
antwoorden op vragen te vinden.
43: Cultuurverschillen in Nederland: De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en
veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze
daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor
elkaars opvattingen en leefwijzen.
7
44: De politiek: De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie
functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken
kunnen zijn.
46: Arm en rijk: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert
de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen)
leven in Nederland.
47: Oorlog, vrede en mensenrechten: De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld
te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en
samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de
wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.
DOELGROEP EN VAK
De les is bedoeld voor klas 1 en 2 van VMBO en wordt ingezet bij het vak aardrijkskunde. De lessen
kunnen ook gebruikt worden als project les bij een ander vak.
LESTIJD
De lessen duren elk 1 lesuur, exclusief de verwerking.
LOCATIE
De lessen vinden plaats in de klas (met laptops) of in een computerlokaal. In het lokaal is het handig
om beschikking te hebben om een digibord/beamer (vooral bij les 1).
ORGANISATIE
Voor het gebruiken van de lessen is een computer met internetverbinding en geluid noodzakelijk. De
leerlingen maken de les individueel of in tweetallen. De digibord module bij les 1 is via internet te
bekijken op het digitale schoolbord of via een beamer.
(Vraag leerlingen of zij hun oortjes mee willen nemen)
8
LESVORM
Les 1a en b - Vluchtelingen
Eerste deel 1a
15 min Klassikaal
Inleiding
Herhaling van:
- Wat is migratie? Wat zijn migranten?
- Vluchtelingen zijn ook migranten (migratiemotief)
Rol docent:
Leg de structuur van de les
aan leerlingen uit. Vertel dat
sommige antwoorden uit het
individuele gedeelte in het
klassikale gedeelte terug
zullen komen.
Geef ook aan wat de doel
van de les is.
Begin eventueel met iets
actueels rondom 'vluchteling
in Nederland'.
[ uitdelen van inlogcodes]
20 min Individueel
Inhoud:
- Waarom vluchten?
- Wat zijn vluchtelingen?
- Vluchtelingenverdrag, 1951
- Waar vluchten mensen heen?
- Regio: Syrië
- Asielaanvragen in Nederland
- Waar komen asielzoekers (in Nederland) vandaan?
Dit wordt gedaan aan de hand van vooroordelen over
vluchtelingen.
Rol docent:
Loop rond om te zorgen dat
de leerlingen vaart houden in
de les. Beantwoord vragen of
stel tussendoor korte vragen
om te peilen of de leerlingen
de les begrijpen.
Tweede deel 1b
10 min
Klassikaal (docent kan zelf kiezen voor digibord of
gewone plenaire bespreking)
Bespreken van de antwoorden van leerlingen:
- Wat is het verschil tussen
migranten/asielzoekers/vluchtelingen?
- Waarom vluchten mensen? Om welke redenen mogen
vluchtelingen asiel aanvragen?
Rol docent:
Neem voor in de klas de rol
van groepsleider/
gespreksleider aan. Probeer
zo veel mogelijk leerlingen
aan het woord te laten.
Tip: als leerlingen met een
laptop werken, vraag ze om
deze dicht te klappen.
[zie uitleg digibordles - blz. 11]
9
(extra) Huiswerk: De opdracht is om de statistische gegevens in
de database van het CBS over asielaanvragen te
analyseren.
Rol docent:
Print het werkblad uit.
[Zie bijlage: lesblad 1]
Les 2 - Leven in Veiligheid
Eerste deel van les 2
2 min. Klassikaal
Inleiding op de les
- Bespreek eventueel de huiswerkopdracht (CBS).
Rol docent:
Uitleggen van structuur en
doel van de les.
20 - 25
min.
Individueel
- Hoe is het om te moeten vluchten?
- Veiligheid - veilige vertrouwde omgeving, onveilige plek
- Verhalen van Parwana, Abdi en Maria
- Hoe werkt de asielprocedure?
- Wat gebeurd er met iemand waarvan asielaanvraag
afgewezen wordt? en met asielaanvraag die toegewezen
is?
Rol docent:
Loop rond om te zorgen dat
de leerlingen vaart houden in
de les. Beantwoord vragen of
stel tussendoor korte vragen
om te peilen of de leerlingen
de les begrijpen.
Tweede deel van les 2
Verwerkingsopdracht(en)
Rol docent:
Maak als docent een keuze
en bereid dit goed voor.
[zie uitleg
verwerkingsopdrachten - blz.
14-16]
10
INHOUD
Les 1 - Vluchtelingen
In deze op aardrijkskundig georiënteerde les krijgt de leerling te maken met voordelen die er in
Nederland over vluchtelingen zijn. Deze vooroordelen over vluchtelingen zijn:
Nederland wordt overspoeld met vluchtelingen.
Vluchtelingen zijn profiteurs die misbruik maken van de Nederlandse voorzieningen
Vluchtelingen kunnen beter in hun eigen regio blijven.
In deze les zien leerlingen in dat er een groot verschil is tussen een arbeidsmigrant en vluchteling.
Want vluchtelingen zijn, net als arbeidsmigranten, ook immigranten. Vluchtelingen hebben moeten
vluchten. Er zijn vier redenen waarom mensen vluchten: de reden is politiek, sociaal, economisch of
ecologisch van aard. In het Vluchtelingenverdrag van de VN (1951) worden alleen vluchtelingen met
een politieke en/of sociale redenen erkend als vluchteling.
Niet alle vluchtelingen vluchten naar Nederland. In de les wordt ingezoomd een regio waar er veel
vluchtelingen in buurlanden verblijven. Deze regio is Syrië.
Vervolgens wordt gekeken naar de gevolgen van vluchtelingen voor Nederland: Hoeveel
vluchtelingen komen er naar Nederland? Waar komen die vluchtelingen vandaan? Worden alle
vluchtelingen erkend als vluchteling? Mogen ze blijven? Gekeken wordt naar grafieken met de
aantallen en nationaliteiten van vluchtelingen in Nederland (asielzoekers).
Les 2 - Leven in Veiligheid
Deze tweede les gaat in op de beleving van vluchtelingen die naar het veilige Nederland komen. Toch
voelen vluchtelingen zich op deze veilige plek niet altijd even veilig. Waarom is dat? Wat heb je nodig
om je veilig te voelen?
Leerlingen ontdekken wat hun 'veilige' omgeving is (fysieke plek en personen). Net als bij
vluchtelingen wordt deze veilige omgeving onveilig en moeten ze vluchten. De leerling komt in een
veilig land, maar voelen ze zich wel veilig? Er zijn zo veel cultuurverschillen, taal die niet gesproken
wordt, geen familie, onzekerheid of je mag blijven etc. Wanneer zou je je weer veilig voelen?
Vluchtelingen zoals Parwana, Abdi en Maria hebben ook meegemaakt dat hun veilige omgeving
onveilig werd. Ze zijn naar het veilige Nederland gekomen, maar voelen zich niet altijd veilig.
Leerlingen zien in dat de asielprocedure (vooral het lange wachten) onzekerheid en angst bij
asielzoekers meebrengt. Uiteindelijk zijn er vluchtelingen waarvan asiel wordt afgewezen, maar ook
vluchtelingen die een verblijfsvergunning krijgen. Daarna kunnen ze stapje voor stapje hun leven in
veiligheid opbouwen.
11
Les 1b: Digibord uitleg Opmerking: Je kunt er als docent ook voor kiezen om de onderstaande onderdelen plenair te
bespreken met de klas zonder een digibord te gebruiken. De stellingen kunnen bijvoorbeeld
behandeld worden door de leerlingen die vóór zijn een hand op te steken.
Pagina Inhoud
Eerste deel van de les – 1a Introductie Uitleg van het doel van de twee lessen
Migratie Vluchten is een vorm van migratie
- wat is vluchten?
- wat is migratie?
Optie: zoek hier een verhaaltje/plaatjes bij als voorbeeld (max. 1 A4)
VluchtelingenWerk heeft verhalen staan op:
https://www.vluchtelingenwerk.nl/persoonlijke-verhalen
(De verhalen van Parwana en Abdi worden in les 2 gebruikt)
- Verschil tussen emigratie en immigratie (+ klassikaal opdrachtje - omcirkel)
Immigranten Wat leerlingen moeten weten is: mensen die naar Nederland komen zijn
immigranten. Er bestaan verschillende soorten immigranten.
(opdracht - verbind)
Antwoorden:
Vluchteling (asielzoeker): Iemand die naar Nederland vlucht, omdat hij/zij niet
veilig is.
Gastarbeider: Iemand die gevraagd is om in Nederland te komen werken
Arbeidsmigrant: Iemand die naar Nederland komt om te werken.
Europese migrant: Iemand uit een ander land van de Europese Unie. Deze
persoon komt in Nederland wonen en werken.
Huwelijks migrant: Iemand die naar Nederland komt om met een
Nederlander(se) te trouwen.
Gezinshereniging: Een immigrant die in Nederland is komen wonen, laat zijn
gezin naar Nederland komen. Dit gezin was achtergebleven in het land van
herkomst.
Migratiemotief Migratiemotief = waarom mensen migreren.
Op de pagina is het verschil tussen de motieven 'asiel' en 'arbeid' te zien.
Aan de slag
Tweede deel van de les – 1b
Introductie
12
Vluchteling - Wat is een migrant?
- Wat is een asielzoeker?
- Wat is een vluchteling?
Vooral verschil tussen asielzoeker/vluchteling is moeilijk!
(een asielzoeker is een vluchteling die in Nederland asiel heeft aangevraagd. Een
asielzoeker wordt weer vluchteling als deze, na de asielprocedure wordt erkend
als vluchteling.)
Tijdens de les hebben leerlingen een definitie gegeven van 'vluchteling'. Deze
definitie worden gezien op het digibord (in clusters van vijf). Bespreek een aantal
van de reacties.
Probeer met de klas een heldere definitie te maken van wat een 'vluchteling' is.
Volgens het Vluchtelingenverdrag van Geneve (1951):
" Een vluchteling is iemand die gegrond vrees heeft voor vervolging in zijn land
van oorsprong op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of
het behoren tot een bepaalde sociale groep."
Vluchten (Dit is een herhaling van de inhoud van de individuele module.)
- Waarom vluchten mensen?
Reden + voorbeeld
1. Politieke redenen: verdrukking, geen vrijheid van meningsuiting, geweld (wel
asiel)
2. Sociale redenen: geloof, ras, geaardheid (wel asiel)
3. Economische redenen: armoede, werkloosheid (geen asiel)
4. Ecologische redenen: overstroming, aardbeving, vulkaan uitbarsting, droogte
(hongersnood) (geen asiel)
Opmerking:
Leerlingen moeten begrijpen dat vluchtelingen niet voor elke reden asiel krijgen
in Nederland. Alleen POLITIEK en SOCIAAL.
Aantal DIAGRAM - mening van leerlingen over:
Hoeveel vluchtelingen er gemiddeld par jaar asielaanvragen
Vraag leerlingen waarom ze dat dachten.
Stelling:
buurlanden DIAGRAM - mening van leerlingen over de stelling:
"Vluchtelingen kunnen beter in hun eigen regio blijven, dus vluchten naar
buurlanden".
Op het digibord wordt opnieuw de mening over de stelling gevraagd nadat
leerlingen nieuwe informatie hebben gekregen.
- Laat de leerlingen opnieuw stemmen door hun hand op te laten steken o.i.d..
Stelling: DIAGRAM - mening van leerlingen over de stelling (begin van de les):
13
profiteurs "Vluchtelingen zijn profiteurs die misbruik maken van de Nederlandse
voorzieningen."
Benadruk:
- een vluchteling is anders dan een arbeidsmigrant.
Vragen
Les 2
Eerste deel van de les – 2: Klas werkt zelfstandig online aan de module
In principe kunnen de leerlingen deze les zelfstandig doorwerken. Deze les speelt met name in op
het gevoel. De vraag “hoe zou jij het vinden..” komt bijvoorbeeld meerdere malen terug in deze les. Er zijn een aantal onderdelen waar je toch klassikaal even aandacht aan kunt besteden zoals de
volgende begrippen:
Identiteit Wat is identiteit? Identiteit is dat wat uniek of eigen is aan iets of iemand. Je zou
aan de klas kunnen vragen wat hun identiteit is. Asiel Wat houdt asiel precies in? Het is de procedure die begint als een vluchteling
‘asiel’ aanvraagt (onderdak). Vanaf dat moment mogen zij niet meer verder reizen en gaan vluchtelingen in een asielzoekerscentrum wonen. Ze heten dan
ook geen ‘vluchteling’ meer maar ‘asielzoeker’. Inburgering Inburgeren wil zeggen dat iedereen: Nederlands kan spreken, lezen en schrijven
Nederlands kan verstaan en begrijpen wat er gezegd wordt Weet hoe we in
Nederland met elkaar samenleven. Na deze vraag maken de leerlingen zelf een
inburgeringstest. Je kunt ervoor kiezen om de uitslag van de test klassikaal te
bespreken. Wie is wel en niet gelaagd? Hoe komt dat denk je?
Eerste deel van de les – 2: Klas werkt aan de verwerkingsopdracht
Suggestie:
De laatste pagina’s van hoofdstuk 2 - ‘Gevlucht en gewenst?’ en ‘Afgewezen en opgesloten’ - geven
waarschijnlijk voer voor discussie. Overweeg rondom de vragen die oprijzen in de klas een debat te
houden. Doe eventueel het debat in plaats van de verwerkingsopdracht.
Het debat gaat dan over: Wat doet Nederland met vluchtelingen die zijn uitgewezen?
[ De stelling die hierbij kan zijn: “Om te zorgen dat afgewezen vluchtelingen niet illegaal in Nederland
blijven moeten we ze tot aan hun uitzetting in een bewaakte omgeving zetten.”]
14
Les 2: Verwerkingsopdrachten Suggestie:
De laatste pagina’s van hoofdstuk 2 - ‘Opgenomen en veilig?’ en ‘Afgewezen en opgesloten’ (alleen Havo/VWO) - geven waarschijnlijk voer voor discussie. Overweeg rondom de vragen die oprijzen in
de klas een debat te houden. Doe eventueel het debat in plaats van de verwerkingsopdracht.
Het debat gaat dan over: Wat doet Nederland met vluchtelingen die zijn uitgewezen?
[ De stelling die hierbij kan zijn: “Om te zorgen dat afgewezen vluchtelingen niet illegaal in Nederland
blijven moeten we ze tot aan hun uitzetting in een bewaakte omgeving zetten.”]
OPDRACHT 1: Vluchtelingenwerk Nederland
In deze opdracht gaan de leerlingen een Prezi (of PowerPoint) maken over VluchtelingenWerk
Nederland. Dit gaan de leerlingen in tweetallen doen. Deze Prezi (of PowerPoint) bestaat uit max. 10
slides.
Doel: Uitleggen wat VluchtelingenWerk Nederland doet.
Doelgroep: Een leeftijdsgenoot, die niet op deze school zit.
Punten die in de presentatie worden verwerkt:
Wat is VluchtelingenWerk Nederland?
Wat doet Vluchtelingenwerk Nederland? Wat zijn vluchtelingen?
Waar staat VluchtelingenWerk Nederland voor?
Wat doen de vrijwilligers van VluchtelingenWerk Nederland?
Wat kan jij doen voor VluchtelingenWerk Nederland?
(komen er nog meer organisaties op voor vluchtelingen in Nederland?) Is VluchtelingenWerk
uniek?
Prezi en PowerPoint zijn verschillend!
- Prezi wordt online gemaakt ( zie www.prezi.com ).
- PowerPoint staat meestal op Windows computers.
Beoordeling: Zie beoordelingsformulier (blz. 17-18)
15
OPDRACHT 2: De Nederlandse cultuur
In deze opdracht bedenken de leerlingen programma om een vluchteling of groepje vluchtelingen
kennis te laten maken met de Nederlandse cultuur. Het mooist is als dit programma ook echt wordt
uitgevoerd.
Eisen van deze dag:
begint op school: legt uit hoe het op een Nederlandse school werkt
iets typisch Nederlands doen
kennis laten maken met iets cultureels ( bijv. museum, erfgoed, tradities, landschap)
iets typisch Nederlands laten proeven, eten, bereiden.
Leerlingen zouden evt. (in overleg met VluchtelingenWerk Nederland) vluchteling(en) een
rondleiding op school kunnen geven. De rondleiding moet dan gaan over het Nederlandse school
systeem werkt en hoe het er op school aan toe gaat. Denk dan ook aan de hapjes etc.
Leerlingen maken een brochure met informatie van elementen uit het dagprogramma.
Beoordeling: Zie beoordelingsformulier (blz. 17-18)
OPDRACHT 3: Collage
In deze opdracht gaan leerlingen een collage maken. Vluchtelingen hebben maar een beperkt beeld
van Nederland. Wat moeten ze weten over Nederland volgens jou? Ze spreken de taal nog maar
slecht of zelfs niet, dus moeten de leerlingen gebruik maken van beelden! Deze collage maken ze
online of op papier.
Op papier: docent verzorgt de basismaterialen (groot vel papier om op te plakken, scharen, lijm).
Laat de leerlingen evt. zelf tijdschriften verzamelen om uit te knippen.
Online: docent moet zich aanmelden op www.glogser.com (of leerlingen zelf in Popplet laten
aanmelden) - www.popplet.com
Meer info over Glogster: http://blog.han.nl/onlineeducation/glog-en-glogster-voor-het-maken-van-
posterpresentatie-en-blog/
Advies: Indien u kiest voor het gebruiken van Glogster, probeer dit dan ruim voor de les uit!
16
30-dagen trial versie:
http://edu.glogster.com/register?premium=trial&utm_source=homepage&utm_medium=trial&utm_
campaign=hp )
- leerlingen kunnen toegevoegd worden en krijgen een nummer (optie c)
Beoordeling: Zie beoordelingsformulier (blz. 17-18)
17
Beoordelingsformulier
Beoordelingsformulier VluchtelingenWerk Nederland S
lech
t
Ma
tig
Vo
ldo
en
de
Go
ed
Uit
ste
ke
nd
1. Kennisconstructie
Informatie (kennis) uit de les gebruikt
Extra informatie (kennis) opgezocht en gebruikt.
2. Samenwerking
Duidelijke taakverdeling
De verloop van samenwerking van het groepje
leerlingen.
3. ICT gebruik voor leren
Gebruik van ICT ( e.g. Powerpoint/Prezi/Glogster/Word
etc.)om boodschap duidelijk te maken.
Gebruik gemaakt van informatie op het internet.
(Geen plagiaat – maar interpreteren en synthetiseren)
4. Probleemoplossend vermogen en creativiteit
Aan de vooraf gestelde eisen in de opdracht voldaan.
(bijv. doel/doelgroep/ communicatiemiddel etc. )
Opdracht 1- Powerpoint/Prezi over VluchtelingenWerk
- Doelgroep (leeftijdsgenoot)
- Inhoud van de presentatie – zie vragen 1
- Maximaal 10 dia’s gebruikt
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
Opdracht 2 – Dagprogramma/Brochure
- Doelgroep (vluchtelingen die de Nederlandse
cultuur niet kennen)
- Afwisseling in het dagprogramma (dus niet
eentonig)
- Reëel draaiboek en brochure
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
Opdracht 3 – Collage over beeld Nederland
1 Vragen: (a) Wat is VluchtelingenWerk Nederland? (b) Wat doet VluchtelingenWerk Nederland? (c) Wat zijn vluchtelingen? (d) Waar
staat VluchtelingenWerk Nederland voor? (e) Wat doen de vrijwilligers van VluchtelingenWerk Nederland? (f) Wat kan jij doen voor
VluchtelingenWerk Nederland? (g) Is VluchtelingenWerk uniek? Of zijn er nog andere organisaties in Nederland die opkomen voor
vluchtelingen in Nederland?
18
- Doelgroep (vluchtelingen met beperkt beeld van
Nederland)
- Uitleg van belang bij 5 plaatjes/video’s.
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
Optie: Debat
- Luisteren naar ideeën en kennis van anderen.
- Eigen mening kunnen verwoorden.
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
⃝
Creatief en origineel.
5. Communicatie
De communicatiemiddelen (flyer, poster, collage,
presentatie etc.) zien er aantrekkelijk uit.
Gebruik gemaakt van multimediale medium.
(foto’s, cartoons, filmpjes etc.)
De inhoud van het communicatiemiddel is helder.
(bijv. boodschap is helder, spelling etc.)
19
Begrippen
Les 1 - Vluchtelingen
Asiel - Asiel aanvragen is 'bescherming vragen' aan Nederland. Doordat een vluchteling bescherming
vraagt kan deze niet door Nederland terug worden gestuurd naar (of uitgeleverd worden aan) het
land van herkomst. De vluchteling heeft een politieke of sociale reden om te vluchten.
Asielprocedure - De asielprocedure is een onderzoek om uit te vinden of een asielzoeker wel echt
gevaar loopt in zijn eigenland. In het onderzoek voert de IND gesprekken met de asielzoeker. De
asielprocedure kan jaren duren. Uiteindelijk beslist de IND of een asielzoeker inderdaad
levensgevaarlijk is in zijn land van herkomst en dus echt een vluchteling is.
Asielzoeker - Een vluchteling die asiel heeft aangevraagd noemen we een asielzoeker. Deze persoon
blijft tijdens de asielprocedure ook een asielzoeker. Als de asielzoeker na de asielprocedure een
verblijfsvergunning heeft gekregen noemen we hem weer een vluchteling.
Emigrant - Iemand die zijn eigen land verlaat en zich in een ander land gaat vestigen. bijv. een
Nederlander die in Noorwegen gaat werken en wonen. (voor Noorwegen is de Nederlander een
immigrant).
Immigrant - Iemand die vanuit een ander land in jouw land komt vestigen. bv. een Noor die in
Nederland gaat wonen en werken.
Migratie - Verhuizen omdat je ergens anders gaat vestigen. Als je binnen een land verhuisd is dat
binnenlandse migratie, en als je buiten je land verhuisd is dat buitenlandse migratie. Meestal wordt
er met migratie de buitenlandse migratie bedoeld.
Migranten - Een migrant is de persoon die migreert. Er zijn verschillende redenen waarom een
migrant verhuisd .
Soorten migranten:
Gastarbeider: Iemand die gevraagd is om in Nederland te komen werken
Arbeidsmigrant: Iemand die naar Nederland komt om te werken.
Europese migrant: Iemand uit een ander land van de Europese Unie. Deze persoon komt in
Nederland wonen en werken.
Huwelijks migrant: Iemand die naar Nederland komt om met een Nederlander(se) te trouwen.
Gezinshereniging: Een immigrant die in Nederland is komen wonen, laat zijn gezin naar Nederland
komen. Dit gezin was achtergebleven in het land van herkomst.
Migratiemotief - De reden waarom mensen migranten zich ergens anders vestigen (migreren).
Migratiesaldo - Het aantal emigranten min het aantal immigranten. Een positief migratiesaldo
betekent dat er meer immigranten zijn gekomen dan de vertrokken emigranten. Een negatief
20
migratiesaldo is wanneer er meer emigranten zijn vertrokken dan dat er immigranten zijn
bijgekomen.
Vooroordelen - Vooroordelen zijn meningen die niet op feiten zijn gebaseerd.
Vluchten - In veel haast verlaten mensen hun huis en bezittingen (woongebied) omdat er gevaar is.
Mensen vluchten om politieke, sociale, economische en ecologische redenen.
Vluchteling - Een persoon die gedwongen wordt te vluchten omdat zijn of haar leven in gevaar is.
Een vluchteling in Nederland is een asielzoeker die een verblijfsvergunning heeft gekregen. Deze
persoon is dan door Nederland erkend als vluchteling. De definitie die men gebruikt komt uit het
vluchtelingenverdrag.
"Een vluchteling is iemand die gegrond vrees heeft voor vervolging in zijn land van oorsprong
op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een
bepaalde sociale groep."
Vluchtelingenkamp - Een vluchtelingenkamp bestaat vooral uit tenten want het is een tijdelijke
opvang voor vluchtelingen. In een vluchtelingenkamp zitten meestal vluchtelingen uit de omgeving.
Vluchtelingenverdrag - Het 'vluchtelingenverdrag van Geneve' van 1951 is een verdrag waarin
afgesproken is dat vluchtelingen geholpen moeten worden. Dit verdrag is opgesteld na aanleiding
van de joodse vluchtelingen die tijdens de tweede wereld oorlog geen bescherming hadden
gekregen. Het vluchtelingenverdrag is door meer dan 150 landen ondertekend en deze zijn verplicht
om vluchtelingen te helpen.
Les 2 - Leven in veiligheid
Aanmeldcentrum - Om in Nederland asiel aan te vragen meldt de asielzoeker zich aan in een
aanmeldcentrum. Hier worden de eerste gesprekken en onderzoeken gehouden. Het
aanmeldcentrum is van de IND. Er zijn twee aanmeldcentra in Nederland: op Schiphol en in Ter Apel
(provincie Groningen).
Alleenstaande minderjarige asielzoeker (ama) - Een kind jonger dan achttien jaar dat zonder ouders
of familie asiel aanvraagt.
Asiel - Asiel aanvragen is 'bescherming vragen' aan Nederland. Doordat een vluchteling bescherming
vraagt kan deze niet terug worden gestuurd naar (of uitgeleverd worden aan) het land van herkomst.
De vluchteling heeft een politieke of sociale reden om te vluchten.
Asielprocedure - De asielprocedure is een onderzoek om uit te vinden of een asielzoeker wel echt
gevaar loopt in zijn eigenland. In het onderzoek voert de IND gesprekken met de asielzoeker. De
asielprocedure kan jaren duren. Uiteindelijk beslist de IND of een asielzoeker inderdaad
levensgevaarlijk is in zijn land van herkomst en dus echt een vluchteling is.
Asielzoekerscentrum (AZC) - Een opvangcentrum voor asielzoekers die wachten op de uitslag van de
asielprocedure. Meestal bestaat een AZC uit verschillende gebouwen en wonen er heel veel mensen
bij elkaar. (bekijk de locaties AZC's: http://www.coa.nl/nl/opvanglocaties)
21
Illegaal - Een illegaal is een persoon die zonder verblijfsvergunning in een land verblijft. Dit is het
geval voor vele uitgeprocedeerde asielzoekers, hun asielaanvraag is afgewezen en moeten terug naar
land van herkomst. Illegalen zijn ook mensen die onwettig Nederland binnenkomen (via
mensensmokkelaars).
Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) - De IND heeft als taak het vreemdelingenbeleid van de
Nederlandse overheid uit te voeren.
Inburgeren - Wie langdurig in Nederland komt wonen of een vluchteling met een verblijfsvergunning
moet inburgeren. Met andere woorden: nieuwkomers moeten de taal leren spreken en de
Nederlandse samenleving leren kennen. Ze kunnen dan sneller integreren en een baan vinden.
Mensensmokkelaar - iemand die tegen betaling mensen met valse of vervalste reisdocumenten de
grens over smokkelt.
Onveilig (gevoel) - Je hebt het gevoel dat er iets engs/gevaarlijks gaat gebeuren. (gevaarlijk, bang,
angstig)
Verblijfsvergunning - Een verblijfsvergunning is een document waarmee een vluchteling (of
immigrant) in Nederland mag wonen en werken.
Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) - Vluchtelingenwerk Nederland is een organisatie die opkomt
voor de belangen van vluchtelingen in Nederland.
Veiligheid (gevoel van veiligheid) - Je voelt je veilig wanneer je weet dat er bescherming is tegen
gevaar. Je hoeft dus niet bang te zijn voor gevaar. Het gevoel van veiligheid heeft met de plek
(locatie) en personen te maken. Ook spelen omstandigheden van zowel de plek (b.v. donker) als
personen (b.v. vrienden of familie) mee.
22
Extra informatie 1. Actualiteit uit het nieuws over asielzoekers/vluchtelingen in Nederland.
In de afgelopen tijd (2012 - 2013) staan er verschillende berichten in het nieuws veel over asielzoekers
en over de Nederlandse asielprocedure. Te denken is bijvoorbeeld aan Mauro (eind 2011/begin 2012),
het tentenkampen in Ter Apel (2012 ), de hongerstaking door asielzoekers (mei 2013), mensenrechten
en het Nederlandse asielbeleid (Amnesty - mei 2013). Ook kunnen andere landen hierbij betrokken
worden. Japan wijst 99% van de asielaanvragen af (METRO – 2016) en er zijn meer dan 1 miljoen
asielaanvrage in Duitsland (NRC – 2016).
2. Vluchtelingenwerk Nederland - http://www.vluchtelingenwerk.nl/
- Dynamische kaart: http://www.vluchtelingenwerk.nl/integratiebarometer/integratiebarometer-
kaart.php
- Jaarverslag (2012): http://www.vluchtelingenwerk.nl/jaarverslagen/jaarverslag-2012.php
3. Rijksoverheid - Asielbeleid - http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid/asielzoekers
4. Film: Refugees, Who Needs Them?
Vier vluchtverhalen staan centraal in de film: van Ethiopië naar Amsterdam, van Libië naar
Amersfoort, van Bhutan naar Venlo en van China naar Urk.
(http://www.louishartloopercomplex.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=3951:com
ing-soon-refugees-who-needs-them&catid=22:evenementen&Itemid=60 )
5. Mensensmokkel - (en vluchtelingen)
De overheid schildert mensensmokkel eenzijdig af als zware en grootschalig georganiseerde
criminaliteit. Het overgrote deel van de migranten en vluchtelingen maakt tijdens hun reis naar
Europa gebruik van mensensmokkelaars. Uit het proefschrift "Navigating Borders" van IMES-
onderzoekster Ilse van Liempt blijkt dat de vluchtelingen en migranten hen veel meer zien als
noodzakelijke dienstverleners dan als gevaarlijke misdadigers. Haar onderzoek helpt helaas de
overheid om smokkelroutes en -structuren beter te leren kennen en te bestrijden.
http://www.doorbraak.eu/gebladerte/11296f82.htm