Een schooldagvan de
Medische Hulpverlening
Symposium 16 februari 2011
drs. Jorine Juffermans, arts MPH
Onderwijs volgens didactische as
Introductiecollege, hoorcollege (IC, HC) Zelfstudieopdrachten (ZSO) Werkgroepen (WG-a of WG-b) Responsiecollege (RC) Practicum (PR)
3 dagen op school + 2 dagen zelfstudie
4 leerlijnen door alle 4 jaren heen
De medische leerlijn De communicatieve leerlijn De onderzoeksleerlijn (toepassen
onderzoeksresultaten in de praktijk) De reflectieve leerlijn
Het medisch proces
Klacht/probleem – Anamnese– Lichamelijk onderzoek
Differentiële diagnose Eventueel aanvullend onderzoek Diagnose Behandeling
Het eerste jaar
Blok 1: het medisch proces
Blok 2: van klacht naar diagnose
Blok 3: vitale functies
Blok 4: bewaken van vitale functies
Elk blok duurt 10 weken en eindigt met een of meerdere toetsen.
E-learning
Als nieuwe opleiding geen last van de wet van de remmende voorsprong. Zoveel mogelijk ‘blended learning’ met de modernste middelen.
In het eerste blok: e-learning module EHBO
Blok 3: vitale functies
Thema’s Ademhaling (2 weken) Circulatie (2 weken) Bewustzijn en temperatuur (2 weken) Triage (1 week)
Voorbeeld schooldag
Hierin alleen de medische leerlijn opgenomen.
Wat Begin Eind
HC 8.50 10.25
WG-b 10.40 12.15
PR 12.20 13.55
RC 14.50 15.35
Hoorcollege
Hoorcollege
Zelfstudieopdracht
Werkgroep-b
Bespreken ZSO’s en soms een toepassingsopdracht
ZSO In welk deel van het hart bevindt de elektrische prikkel zich ter hoogte
van de P-top, het QRS-complex, het ST-segment en de T-top? In sommige afleidingen wijst het QRS-complex voornamelijk naar
beneden en in andere wijst deze juist naar boven. Waar hangt dit mee samen?
Waarvan is de amplitude (hoogte) van de toppen afhankelijk? Waaraan kun je zien of er sprake is van een geleidingsstoornis? Hoe kun je de hartfrequentie berekenen aan de hand van een ECG?
Toepassingsopdracht
Beschrijf en beoordeel de ECG-strookjes die jullie tijdens de WG ontvangen.
Practicum
Practicum ‘onderzoek hart en ECG’ Inspecteren: kleur van de patiënt, houding, CVD, oedeem, dyspnoe. Palperen: ictus cordis. Percuteren: hartgrenzen. Ausculteren: het beluisteren van de verschillende harttonen en souffles.
In tweetallen oefenen jullie in het toepassen van deze technieken.
Tevens aandacht voor rapportage.
– LO (bij medestudent)– ECG maken (bij medestudent) en beoordelen – Rapportage
Responsiecollege
Toetsen
Kennis (juist/onjuist + casus) Medisch rekenen Toepassing van kennis Medisch-technische vaardigheden Communicatieve vaardigheden
Toetsvragen
Juist
Onjuist
Toetsvraag 1
Casus
Een 24-jarige man is gevallen tijdens het mountainbiken. Hij is met zijn borstkas op het stuur terecht gekomen. Door de pijn durft hij bijna geen adem te halen.
Aan de hand van de pijn kan een onderscheid gemaakt worden tussen een kneuzing en een fractuur van de ribben.
Juist / onjuist
Toetsvraag 2
(vervolg casus)
Ribfracturen kunnen een pneumonie tot gevolg hebben.
Juist / onjuist
Toetsvraag 3
Een anamnese begint meestal met een gesloten vraag.
Juist / onjuist
Toetsvraag 4
Bij adductie van het been beweegt de voet zich van de mediaanlijn af.
Juist / onjuist
Toetsvraag 5
Rotatie van de wervelkolom gebeurt met name lumbaal.
Juist / onjuist
Toetsvraag 6
Bij het lichamelijk onderzoek van de buik hoort de auscultatie als laatste te gebeuren.
Juist / onjuist
Toetsvraag 7
Casus
Er ligt een man op straat. Hij beweegt niet. Je denkt dat hij bewusteloos is.
Als eerstehulpverlener let je eerst op mogelijk gevaar.
Juist / onjuist
Toetsvraag 8
(vervolg casus)
Voordat je de ademhaling controleert, moet je eerst de pols tellen.
Juist / onjuist
Toetsvraag 9
(vervolg casus)
Het bewustzijn moet je controleren door het toedienen van een pijnprikkel.
Juist / onjuist
Toetsvraag 10
(vervolg casus)
Je komt uiteindelijk tot de conclusie dat hartmassage noodzakelijk is.
Tijdens hartmassage moet je de handpalm links van het borstbeen plaatsen.
Juist / onjuist
Antwoorden
Juist2 – 7
Onjuist1 – 3 – 4 – 5 – 6 – 8
9 - 10
Om wie gaat het?
De eerste studenten
1. Met welke motivatie ben je aan de BMH begonnen?
2. Welke verwachtingen had je?
De eerste studenten3. Waarom heb je niet voor de HBO-V
gekozen?
4. Wat vertel je op een feestje als men vraagt hoe het onderwijs eruit ziet?