Meer info op vdab.be
Jaarbalans 2017 Werkloosheid en vacatures
In deze jaarbalans blik-
ken we terug op de
Vlaamse arbeidsmarkt
in 2017 en zetten we de
voornaamste jaarcijfers
over de werkloosheid,
de vacatures en de ar-
beidsmarktkrapte op
een rij.
In deze jaarbalans
Niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) 2
Werkloosheidsgraad 4
Vacatures 5
Ontvangen vacatures 5
Openstaande vacatures 6
Spanningsindicator 8
Eindbalans 2017 10
Vooruitzichten 2018-2022 11
Bijlagetabellen 13
In 2017 waren er in Vlaanderen gemiddeld 212.677
personen ingeschreven als niet-werkende werkzoe-
kende (NWWZ) bij VDAB.
In vergelijking met 2016 daalde het aantal NWWZ
met ruim 12.000 personen of -5,4%. Aan het huidige
tempo zakken we in april 2018 onder de symboli-
sche kaap van 200.000 NWWZ.
Niet-werkende werkzoekenden (NWWZ)
Dat we vandaag toch nog een heel eind verwijderd
zijn van het historisch lage werkloosheidsniveau in
2008 heeft onder meer te maken met de verstren-
ging van de beschikbaarheidsvereisten voor werk-
zoekende 55-plussers. Dit heeft er toe geleid dat
steeds meer werkzoekenden ook op oudere leeftijd
ingeschreven blijven als NWWZ, terwijl zij vroeger
vrijgesteld werden en zich niet meer moesten aan-
bieden op de arbeidsmarkt. Deze verstrenging zien
we ook weerspiegeld in de werkloosheidscijfers. Op
tien jaar tijd is het aantal 55-59-jarige niet-werken-
de werkzoekenden bijna verdubbeld (van 14.501 in
2007 tot 28.051 in 2017) en het aantal 60-plussers
zelfs verachtvoudigd (van 1.565 in 2007 tot 12.377 in
2017).
De daling van de werkloosheid zet zich door in de
vijf Vlaamse provincies. Toch springt vooral Lim-
burg in het oog met een werkloosheidsdaling van
liefst 10%. In Antwerpen (-4,2%) en Vlaams-Brabant
(-3,8%) is de werkloosheidsdaling minder uitgespro-
ken dan gemiddeld in Vlaanderen.
De sterke daling in Limburg kan wellicht deels toe-
gewezen worden aan de acties in het kader van
SALK, het Strategisch Actieplan voor Limburg in het
Kwadraat dat werd opgezet naar aanleiding van de
sluiting van Ford Genk.
Daarnaast heeft ook het transformatiebeleid en de
conjunctuurgevoeligheid van lokale bedrijven een
impact op de provinciale evoluties. Zo spelen de
collectieve ontslagen bij Bosch en Sylvania in Tienen
mogelijk nog hun rol in de mindere prestaties van
Vlaams-Brabant.
Niet-werkende werkzoekenden per provincie
De NWWZ omvatten vier categorieën van werkzoe-
kenden. De werkzoekenden met een werkloosheids-
uitkeringsaanvraag (WZUA, 144.946 werkzoekenden),
de jongeren in beroepsinschakelingstijd (BIT, 15.034
werkzoekenden), de vrij ingeschrevenen (29.510
werkzoekenden) en de andere verplicht ingeschre-
ven niet-werkende werkzoekenden (23.187 werkzoe-
kenden). Enkel deze laatste categorie kende nog een
stijging van het aantal werkzoekenden in 2017
(+13,8%). Deze groep omvat onder andere de deel-
tijds lerenden zonder baan en de werkzoekenden
met een leefloon (waaronder erkende vluchtelin-
gen).
Niet-werkende werkzoekenden (NWWZ)
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
2
Voor het eerst sinds vele jaren werd in 2017 ook bij
de zeer langdurig werklozen (>=2 jaar) een daling
genoteerd (-3,7%). Bovendien kenden nu ook de
jongeren en de laaggeschoolden een meer uitge-
sproken werkloosheidsdaling dan vorig jaar.
Als gevolg van de recente migratiestromen bleef de
werkloosheidsdaling bij de allochtone werkzoeken-
den (met huidige of vorige nationaliteit van buiten
EU) nog erg beperkt (-0,6%). Toch was er naar het
jaareinde toe wel een duidelijke verbetering merk-
baar in de globale cijfers. Daarnaast waren er ook
grote verschillen tussen de migratiegroepen. Terwijl
het aantal werkzoekenden uit de nieuwe migratie-
landen fors toenam (Syrië +71%, Somalië +49%, Irak
+35%, Afghanistan +22%), was er een sterke daling
bij de werkzoekenden uit Turkije (-10%) en Marokko
(-6%).
De werkzoekenden met een niet-EU-nationaliteit
(+4,6%) en de werkzoekenden met een arbeidshan-
dicap (+1,6%) konden daarentegen nog niet mee
profiteren van het herstel en kenden nog een werk-
loosheidsstijging.
De categorie ‘WZ in specifieke doelgroep’ omvat de
werkzoekenden die behoren tot minstens een van
de volgende zes doelgroepen: jongeren (<25 jaar),
55-plussers, langdurig werkzoekenden (>= 1 jaar),
laaggeschoolden, allochtonen en werkzoekenden
met een arbeidshandicap. In 2017 waren er 184.150
werkzoekenden die tot minstens een van deze doel-
groepen behoorden. Deze categorie kende een da-
ling op jaarbasis met -4,8%.
3
De VDAB-werkloosheidsgraad duidt aan hoeveel
procent van de beroepsbevolking ingeschreven is
als niet-werkende werkzoekende.
De evolutie van deze werkloosheidsgraad volgt een
gelijkaardig patroon als bij de NWWZ. In 2017 was
er voor het tweede opeenvolgende jaar sprake van
een substantiële daling van de VDAB-werkloosheids-
graad. Met een werkloosheidsgraad van 7,0 % zitten
we intussen bijna terug op het niveau van 2012.
Werkloosheidsgraad
Bron: VDAB, Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium,
Steunpunt Werk
*Voorlopig cijfer (trendniveau tot en met derde kwartaal 2017)
Naast de VDAB-werkloosheidsgraad wordt vaak
gebruik gemaakt van de werkloosheidsgraad op
basis van internationale definities zoals weergege-
ven in de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK)*.
Als gevolg van een striktere afbakening van de
werklozenpopulatie ligt de werkloosheidsgraad in
EAK traditioneel lager dan deze bij VDAB. Bij EAK
worden enkel werklozen geteld die actief naar werk
zoeken en onmiddellijk beschikbaar zijn voor de
arbeidsmarkt. Heel wat werkzoekenden met aange-
paste beschikbaarheid (bijvoorbeeld in een SWT-
stelsel) worden hierdoor niet meegeteld.
Ondanks het niveauverschil volgen beide indicato-
ren grotendeels hetzelfde patroon en zien we ook
bij EAK een daling van de werkloosheidsgraad tij-
dens de voorbije twee jaren.
Werkloosheidsgraad
4
6,4%5,9%
7,1% 7,2%6,7% 6,9%
7,5% 7,9% 7,8% 7,5%7,0%
4,4%3,9%
5,0% 5,2%4,3% 4,6%
5,1% 5,1% 5,2% 4,9% 4,5%
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
VDAB EAK
*
*Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium
Om de evoluties op de vacaturemarkt te beschrij-
ven, kijken we naar de vacatures binnen het nor-
maal economisch circuit zonder uitzendopdrachten
(NECzU) die rechtstreeks aan VDAB gemeld worden.
Het gaat om vacatures die door de werkgevers zelf
of via een VDAB-consulent ingevoerd worden in de
VDAB-databank. We brengen zowel de ontvangen
als de openstaande vacatures in kaart. Bij de
‘ontvangen vacatures’ gaat het om de som van alle
nieuwe vacatures die in de loop van het jaar bij
VDAB gemeld worden. Bij de ‘openstaande vacatu-
res’ gaat het daarentegen om een momentopname
waarbij enkel die vacatures geteld worden die op
het einde van de maand nog open staan. We rap-
porteren hierbij een gemiddelde over de twaalf
maanden van het betreffende jaar.
Naast de vacatures uit het NECzU die rechtstreeks
aan VDAB gemeld worden, zijn er nog heel wat an-
dere vacaturecircuits. Het gaat onder meer om va-
catures voor uitzendopdrachten en andere vacatu-
res die geplaatst worden via intermediairen zoals
wervings- en selectiekantoren. Hoewel deze circuits
een belangrijke plaats innemen op de huidige ar-
beidsmarkt, worden ze niet meegenomen in de
standaardrapportering over de vacaturemarkt om-
dat dit tot dubbeltellingen zou leiden. Werkgevers
hebben immers de keuze om hun vacatures te ad-
verteren via verschillende kanalen waardoor vaca-
tures meerdere keren kunnen voorkomen.
Ontvangen vacatures
Drie jaar geleden begon de vacaturemarkt opnieuw
aan te trekken en de groei zet zich tot vandaag
door. In 2017 werden in totaal 258.124 vacatures
rechtstreeks gemeld bij VDAB (inclusief 29.410 vaca-
tures buiten Vlaanderen), een stijging van 13,9% op
jaarbasis. Hiermee werd de recordhoogte uit 2016
opnieuw verbroken. Nooit eerder werden op een
jaar tijd zoveel nieuwe vacatures ontvangen bij
VDAB. Belangrijke drijfkrachten achter deze toena-
me zijn de banengroei en de vergrijzing.
Ontvangen vacatures
De forse groei van de vacaturemarkt zet zich door
in vier van de vijf Vlaamse provincies met als koplo-
per West-Vlaanderen (+19,9%). Enkel Vlaams-Brabant
kon niet in dezelfde mate mee teren op het positie-
ve elan en kende een stabilisatie van het aantal
nieuw ontvangen vacatures in 2017. Limburg blijft
weliswaar de provincie met de kleinste vacature-
markt, maar maakte opnieuw een forse inhaalbewe-
ging (+17,8%). Antwerpen positioneert zich nog
steeds als grootste vacaturemarkt met anno 2017
bijna 67.500 nieuwe vacatures rechtstreeks gemeld
bij VDAB.
Vacatures
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
5
Ontvangen vacatures per provincie
Ontvangen vacatures volgens werkervaring en stu-
dieniveau
Bij een opdeling van de vacatures naar werkerva-
ring en studieniveau zien we in elke categorie een
toename van het aantal nieuw ontvangen vacatures
in 2017. Naar werkervaring was de groei het sterkst
bij de vacatures waarin geen of minder dan zes
maanden werkervaring gevraagd wordt. In vergelij-
king met 2016 ontving VDAB 21,4% meer vacatures
in deze categorie, tegenover +12,3% in de categorie
met zes maanden tot twee jaar werkervaring en
+6,7% in de categorie met meer dan twee jaar
werkervaring. Naar studieniveau steeg de vraag
naar geschoolde profielen het sterkst met een stij-
ging van ongeveer 16% bij vacatures voor midden-
en hooggeschoolden, tegenover +10,8% bij vacatu-
res zonder studievereisten (of maximum 2e graad
secundair).
Openstaande vacatures
De openstaande vacatures tonen ons de stock of
voorraad aan vacatures die op de laatste dag van
de maand open staan bij VDAB. Het gaat hierbij om
alle vacatures die VDAB ontvangen heeft in de hui-
dige of een vorige maand en nog niet afgehandeld
zijn op de laatste dag van de huidige maand. De
evolutie van de openstaande vacatures wordt bijge-
volg niet enkel beïnvloed door het aantal nieuwe
vacatures, maar ook door de looptijd van de vaca-
tures. Dit betekent geenszins dat alle openstaande
vacatures niet of moeilijk ingevuld raken. De open-
staande vacatures omvatten immers zowel de nieu-
we vacatures als de vacatures die al langer open
staan. Een toename van het aantal openstaande
vacatures kan erop wijzen dat de jobmarkt aan-
trekt en dat er nieuwe vacatures gecreëerd worden,
maar kan tegelijkertijd ook betekenen de arbeids-
markt krapper wordt waardoor het moeilijker is om
geschikte kandidaten te vinden en vacatures langer
blijven open staan.
Voor de openstaande vacatures rapporteren we een
gemiddelde over de twaalf maanden van een jaar.
Hiermee krijgen we zicht op de beschikbare voor-
raad aan vacatures bij VDAB in een gemiddelde
maand van dat jaar.
In 2017 stonden er elke maand gemiddeld 38.099
vacatures open bij VDAB, een toename met 21% ten
opzicht van 2016. Net als bij de nieuw ontvangen
vacatures is dit de derde toename op rij en berei-
ken we in 2017 het hoogste niveau uit het voorbije
decennium. Enkel in 2008 kende VDAB een vergelijk-
baar niveau van openstaande vacatures.
Openstaande vacatures
In elke provincie was er een toename van het ge-
middeld aantal openstaande vacatures. De toename
was het sterkst in de provincies Limburg (+30,5%)
en West-Vlaanderen (+25,2%). Eerder stelden we
vast dat Vlaams-Brabant als enige provincie een
stabilisatie kende van het aantal nieuw ‘ontvangen
vacatures’ in 2017 (zie hoger). Toch zien we ook in
deze provincie een toename van het gemiddeld
aantal ‘openstaande vacatures’ (+17,2%). Dit wijst op
+14,1%
+17,3%
+19,9%
-0,2%+17,8%
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
80.000
Ant O-Vl W-Vl Vl-Br Lim
2016 2017
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
35.000
40.000
45.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
6
+21,4%
+12,3%
+6,7%
+10,8%
+16,8%
+15,6%
0 25.000 50.000 75.000 100.000
<6 maand
6 maand - 2 jaar
>2 jaar
Geen of max. 2e graad
Middengeschoold
Hooggeschoold
W
erke
rvar
ing
Studie
niv
eau
2016 2017
een gemiddeld langere looptijd voor de invulling
van de vacatures.
Openstaande vacatures per provincie
Openstaande vacatures volgens werkervaring
Openstaande vacatures volgens studieniveau
In 2017 was voor 35,7% van de openstaande vacatu-
res geen of minder dan zes maanden werkervaring
vereist. Een kleine 30% van de vacatures stond
open voor werkzoekenden met zes maanden tot
twee jaar werkervaring. Voor de andere 34,4%
zocht men kandidaten met minstens twee jaar er-
varing.
De verdeling naar studieniveau in 2017 toont dat in
42,1% van de openstaande vacatures geen studieni-
veau of maximum 2e graad secundair onderwijs
vermeld wordt. 23,9% van de openstaande vacatu-
res richt zich op werkzoekenden met een einddiplo-
ma van het secundair onderwijs (middengeschoold)
en in 34% wordt een hoger diploma verwacht
(hooggeschoold).
Terwijl alle categorieën een stijging kenden in aan-
tal vacatures, stellen we vast dat de vacaturevereis-
ten gemiddeld naar beneden werden bijgesteld.
Tussen 2016 en 2017 was er immers een relatieve
afname van het aandeel vacatures met meer dan
twee jaar werkervaring en van het aandeel vacatu-
res voor hooggeschoolden. Dit werd gecompen-
seerd met een relatieve toename bij vacatures met
weinig tot geen werkervaring en vacatures zonder
studievereisten (of maximum 2e graad secundair).
+20,5%
+17,3%+25,2%
+17,2%
+30,5%
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
Ant O-Vl W-Vl Vl-Br Lim
2016 2017
7
33,7%
35,7%
30,0%
29,9%
36,3%
34,4%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
2016
2017
<6 maand 6 maand - 2 jaar >2 jaar
40,8%
42,1%
24,1%
23,9%
35,1%
34,0%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
2016
2017
Geen of max. 2e graad Middengeschoold Hooggeschoold
De spanningsindicator drukt uit hoeveel niet-wer-
kende werkzoekenden er beschikbaar zijn ten op-
zichte van het totaal aantal openstaande vacatures.
Het is een zuiver kwantitatieve maatstaf die de
krapte op de arbeidsmarkt weergeeft op basis van
de beschikbare arbeidsreserve en vacatures. De
spanningsindicator houdt hierbij geen rekening met
de aanwezige competenties bij de werkzoekenden
of specifieke vereisten in de vacatures.
Bij een lagere spanningsratio zijn er minder werk-
zoekenden per vacature beschikbaar en neemt de
krapte toe. De evolutie van de spanningsindicator
volgt in grote lijnen het conjunctuurverloop. Indien
de conjunctuur aantrekt zal het aantal vacatures
logischerwijze stijgen en de werkloosheid afnemen.
Dit resulteert in een lagere spanningsindicator en
dus een grotere arbeidsmarktkrapte.
Spanningsindicator
In 2017 nam de spanningsindicator voor het derde
jaar op rij af. Gemiddeld waren er 5,6 NWWZ per
openstaande vacature geregistreerd bij VDAB. De
daling van de spanningsindicator is het gevolg van
de dalende werkloosheid en de groei op de vacatu-
remarkt. Ondanks de recordhoogte op de vacature-
markt blijft de spanningsindicator in 2017 toch nog
een eind boven het niveau van 2008. In 2008 was
de arbeidsmarktkrapte met andere woorden nog
prangender. Dit is te verklaren doordat er in 2017
nog een veel grotere arbeidsreserve beschikbaar
was dan in 2008 (212.677 NWWZ in 2017 tegenover
168.890 NWWZ in 2008), terwijl er toch een verge-
lijkbare voorraad openstaande vacatures aanwezig
was (±38.000).
Spanningsindicator per provincie
Op provinciaal niveau loopt de spanningsindicator
sterk uiteen. West-Vlaanderen kent de laagste span-
ningsindicator en heeft dus de krapste interne ar-
beidsmarkt. Per vacature zijn er gemiddeld 4,2
werkzoekenden beschikbaar. In Antwerpen en Lim-
burg zijn er in verhouding tot de vacatures bijna
twee keer zo veel werkzoekenden beschikbaar en
loopt de spanningsindicator op tot 7,7. Limburg
tekende echter wel voor de sterkste afname van de
spanningsindicator tussen 2016 en 2017. Ook de
Limburgse arbeidsmarkt wordt met andere woor-
den steeds krapper.
Delen we de spanningsindicator op naar beroeps-
groep dan krijgen we zicht op de beroepsspecifieke
krapte. De ‘industriële technici’ en de ‘informatici en
ICT-medewerkers’ zijn de beroepsgroepen met de
grootste krapte in 2017. Per openstaande VDAB-
vacature zijn er minder dan 3 werkzoekenden be-
schikbaar. Ook bij de ‘elektriciens en elektromecani-
ciens’, de ‘machinisten en kraanmannen’, de
‘technisch leidinggevenden’, de ‘verpleegkundigen
Spanningsindicator
9,7
7,6
5,5
7,0
11,2
7,7
6,1
4,2
5,8
7,7
0
2
4
6
8
10
12
Ant O-Vl W-Vl Vl-Br Lim
2016 2017
8
5,04,4
7,4 7,6
5,56,4
8,89,3
8,7
7,1
5,6
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
en verzorgenden’, de ‘vertegenwoordigers’ en de
‘bank- en verzekeringsexperten’ zijn er minder dan
5 werkzoekenden per openstaande VDAB-vacature.
Beroepsgroepen met een spanningsindicator onder
het Vlaams gemiddelde
Voor elk van deze beroepsgroepen daalde de span-
ningsratio tussen 2016 en 2017, wat wil zeggen dat
de krapte toegenomen is. De krapte in deze beroe-
pen maakt het voor werkgevers vaak moeilijk om
vacatures op te vullen. Dit zien we ook weerspiegeld
in de lijst van knelpuntberoepen waar onder ande-
re diverse technische en zorgberoepen prominent
aanwezig zijn.
0 2 4 6 8
Industriële technici
Informatici en ICT-medewerkers
Elektriciens enelektromecaniciens
Machinisten en kraanmannen
Technisch leidinggevenden
Verpleegkundigen enverzorgenden
Vertegenwoordigers
Bank- en verzekeringsexperten
2016 2017
9
Onder impuls van de economische groei en de gun-
stige conjunctuur evolueert ook de Vlaamse ar-
beidsmarkt verder in positieve zin. De werkloosheid
kende in 2017 een versnelde afname en de vacature-
markt piekte opnieuw naar een recordhoogte.
Nooit eerder werden op een jaar tijd zoveel nieuwe
vacatures ontvangen bij VDAB. Deze evoluties zorg-
den voor een krappere arbeidsmarkt in 2017.
Ondanks het herstel en de toegenomen arbeids-
marktkrapte blijft er een grote arbeidsreserve op de
Vlaamse arbeidsmarkt van meer dan 212.000 niet-
werkende werkzoekenden. Bovendien konden werk-
zoekenden met een niet-EU-nationaliteit en werk-
zoekenden met een arbeidshandicap nog niet mee
profiteren van het verbeterde klimaat.
De grote uitdaging voor het nieuwe jaar bestaat er
nu in om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt nog
beter op elkaar af te stemmen zodat elke werkzoe-
kende een plaats vindt op de Vlaamse arbeidsmarkt
en bedrijven in staat zijn om de broodnodige talen-
ten aan te trekken.
Eindbalans 2017
10
Vooruitzichten 2018-2022
11
Parallel aan de banengroei wordt voor de komende
vijf jaar eveneens een sterke daling van de werk-
loosheid verwacht. Volgens de ramingen van het
Federaal Planbureau zou de Vlaamse werkloosheid
tegen 2022 afnemen met 65.000 werkzoekenden. De
werkloosheidsgraad zou in deze periode dalen van
7% in 2017 tot 5,1% in 2022.
Ook met betrekking tot de demografie staan we
voor een keerpunt. De bevolkingsvooruitzichten van
het Federaal Planbureau en de Algemene Directie
Statistiek geven aan dat de groei van de Vlaamse
bevolking op arbeidsleeftijd in 2018 voor het eerst
stil zal vallen. Vanaf 2019 wordt deze zelfs negatief
en worden we geconfronteerd met een daling van
de bevolking op arbeidsleeftijd van gemiddeld
3.000 personen per jaar. Tegen 2022 zal de Vlaamse
bevolking op arbeidsleeftijd gedaald zijn met
12.000 personen ten opzichte van 2017.
Naast de globale daling van de bevolking op ar-
beidsleeftijd, moeten we ook rekening houden met
een wijziging van de interne leeftijdsstructuur. Hier-
bij zien we dat de zogenaamde jong/oud-ratio de
voorbije jaren stelselmatig kleiner geworden is en
de komende jaren naar een dieptepunt zal zakken.
De jong/oud-ratio zakt verder van 82 in 2017 tot 78
in 2022. Dit betekent dat we in 2022 per 100 oude-
ren (55-64 jaar) nog 78 jongeren (15-24 jaar) tellen
in de bevolking op arbeidsleeftijd. De groep jonge-
ren die zich potentieel aandient op de arbeidsmarkt
wordt met andere woorden systematisch kleiner in
verhouding tot de groep die de pensioenleeftijd
bereikt.
Ook bij de werkende populatie zien we de impact
van een vergrijzende bevolking. De voorbije jaren
zagen we een sterke toename van het aantal wer-
kende 50-plussers en hun werkzaamheidsgraad.
Deze groei impliceert echter ook dat de komende
De evoluties in de werkloosheid en de vacatures
tonen aan dat de krapte op de Vlaamse arbeids-
markt opnieuw de kop op steekt. Bovendien wijzen
de arbeidsmarktvooruitzichten erop dat we nog
maar aan het begin staan van een nieuwe golf van
toenemende krapte.
Uit de driemaandelijkse vacature-enquête van de
FOD Economie blijkt dat ook de meer omvattende
vacaturegraad in stijgende lijn gaat. De vacature-
graad geeft het aandeel openstaande vacatures in
de totale loontrekkende arbeidsvraag weer. In het
derde kwartaal 2017 kende Vlaanderen een vacatu-
regraad van 3,8%. Dit betekent dat er op een totaal
van 2,27 miljoen loontrekkende jobs in Vlaanderen,
90.000 openstaande jobs waren. Het gaat hierbij
zowel om vaste als tijdelijke jobs die in het midden
van het kwartaal beschikbaar waren en waarvoor
de ondernemingen geschikte kandidaten zochten.
Een jaar eerder bedroeg de vacaturegraad in Vlaan-
deren 3,2%, goed voor ruim 75.000 openstaande
jobs. Samen met België (3,6%) laat Vlaanderen de
op één na hoogste vacaturegraad in de Europese
Unie optekenen.
De vacaturegroei is een voorbode van de verdere
banengroei die op de Vlaamse arbeidsmarkt voor-
zien wordt in de komende jaren. Het Federaal Plan-
bureau verwacht voor het Vlaams Geweest een net-
to-jobcreatie van 1% per jaar in de periode 2018-
2022. Dit komt neer op een toename van bijna
27.000 jobs per jaar. Voor de totale periode gaat
het om 134.000 jobs die er per saldo bijkomen te-
gen 2022. De grootste toename wordt verwacht in
de ‘overige marktdiensten’ (o.a. diensten aan bedrij-
ven, waarbij ook dienstencheques) (+65.000 jobs) en
in de ‘gezondheidszorg en maatschappelijke dienst-
verlening’ (+48.500 jobs). Daarnaast wordt ook in de
‘bouw’ (+15.000 jobs) en de ‘handel en horeca
(+11.000 jobs) een aanzienlijke jobgroei verwacht.
jaren een zeer omvangrijke groep werknemers de
pensioenleeftijd zal bereiken en de arbeidsmarkt zal
verlaten. Dit resulteert in een sterk toenemende
vervangingsvraag als gevolg van deze pensionerin-
gen. Deze vervangingsvraag zal volgens de IMPACT-
projectie van het Steunpunt Werk stijgen van
298.400 in de periode 2011-2016 naar 334.100 in de
periode 2016-2021. Dit betekent dat er een jaarlijkse
netto-instroom nodig is van 67.000 jongeren (of
andere niet-werkenden) alleen al om de uitstroom
ten gevolge van pensionering op te vangen.
De recente evoluties en de arbeidsmarktvooruitzich-
ten geven aan dat de Vlaamse Arbeidsmarkt de ko-
mende jaren te kampen krijgt met een nooit eerder
gezien niveau van krapte. Dit is een grote uitdaging
voor Vlaanderen, maar ook eens kans om ervoor te
zorgen dat de meest achtergestelde groepen, met
inbegrip van mensen met een migratieachtergrond,
meer gelijke kansen krijgen op toegang tot kwali-
teitsonderwijs, beroepsopleiding en de arbeids-
markt. Om deze uitdaging het hoofd te bieden en
een versnelling hoger te schakelen naar een verbe-
terde afstemming tussen vraag en aanbod op de
Vlaamse arbeidsmarkt werd alvast een nieuw pact
tegen de krapte in het vooruitzicht gesteld. Ook
VDAB zal zich hierbij engageren en bijdragen aan
een betere screening van langdurig werkzoekenden,
een verbetering van de competentiegerichte mat-
ching, een vereenvoudiging en vermeerdering van
IBO en werkplekleren en een verhoging van de solli-
citatiefeedback door werkgevers.
12
Bijlagetabellen
13
Tijdreeksen
Bron: VDAB, Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium, Steunpunt Werk
¹EAK 2017 trendniveau tot en met 3e kwartaal
²NECzU rechtstreeks aan VDAB gemeld
³Aantal NWWZ / aantal openstaande vacatures
Vacatures per provincie, in het normaal economisch circuit zonder uitzendopdrachten (NECzU) recht-
streeks aan VDAB gemeld (Vlaanderen)
Vacatures volgens werkervaring en studievereisten, in het normaal economisch circuit zonder uitzend-opdrachten (NECzU) rechtstreeks aan VDAB gemeld (Vlaanderen)
NWWZ Spannings-
(n) VDAB EAK¹ Ontvangen Openstaand indicator³
2007 180.396 6,4 4,4 201.740 35.740 5,0
2008 168.890 5,9 3,9 193.095 37.969 4,4
2009 202.808 7,1 5,0 148.000 27.432 7,4
2010 208.242 7,2 5,2 174.800 27.563 7,6
2011 195.008 6,7 4,3 201.331 35.457 5,5
2012 204.437 6,9 4,6 176.810 31.754 6,4
2013 221.901 7,5 5,1 153.739 25.325 8,8
2014 233.349 7,9 5,1 159.088 25.035 9,3
2015 232.927 7,8 5,2 179.308 26.853 8,7
2016 224.779 7,5 4,9 226.671 31.477 7,1
2017 212.677 7,0 4,5 258.124 38.099 5,6
Werkloosheidsgraad (%) Vacatures² (n)
2016 2017 2016 2017
Antwerpen 59.118 67.465 8.078 9.731
Oost-Vlaanderen 46.334 54.354 6.823 8.005
West-Vlaanderen 39.192 46.984 5.794 7.254
Vlaams-Brabant 31.794 31.718 4.427 5.188
Limburg 23.935 28.193 2.827 3.688
Buiten Vlaanderen 26.298 29.410 3.529 4.233
Totaal 226.671 258 .124 31.477 38 .099
Ontvangen vacatures Openstaande vacatures
2016 2017 2016 2017
WerkervaringGeen ervaring (<6 maand) 83.239 101.059 10.606 13.614
Enige ervaring (6 maand - 2 jaar) 71.632 80.429 9.442 11.393
Met ervaring (>2 jaar) 71.800 76.636 11.429 13.093
Studieniveau
Geen studievereiste of max. 2e graad 92.594 102.572 12.837 16.028
Middengeschoold 48.536 56.686 7.600 9.116
Hooggeschoold 85.541 98.866 11.040 12.955
Ontvangen vacatures Openstaande vacatures