1
Met naar de kleuterschool
2
3
r was eens…
• Ontwikkelt van binnen naar buiten
• Ontwikkeling verloopt grillig• Vlindert, exploreert, speelt…• Tast grenzen af• Fantasie en werkelijkheid• Op zoek naar houvast,
verbinding• …
het jonge kind
4
r was eens… het jonge kind
5
r was eens…
Van opstartbrein naar het slimme brein- Betsy van de Grift -
6
r was eens…
• De Katholieke kleuterschool
• Vormingsplan
• Ontwikkelingsdoelen
• Leerplannen
• Ontwikkelingsplan
• Zin in leren! Zin in leven!
7
De uitrusting
8
MOTIVATIE INSPIRATIE
Een geïnspireerd, neteigen leerplan
BETEKENISVOL LEREN
Kinderen hebben Zin in leren! Zin in leven!• Ze zijn intrinsiek gemotiveerd zijn om te leren en te leven,
ook wanneer dat leren en leven al eens stroef verloopt.
• Ze gaan op zoek gaan naar de betekenis en de zin van de dingen.
• Ze verbinden leren en leven met elkaar: leerstof is leefstofen omgekeerd.
9
10
4 + 6 46 213
11
Ontwikkelveld: Socio-emotionele ontwikkeling
Ontwikkelthema: Relationele vaardigheden
Generiek doel:
Leerlijn:
2,5 – 4:
Alleen spelen – toekijken wanneer andere kinderen
spelen – naast elkaar hetzelfde spel spelen (parallel
spel) - samen spelen met eenvoudige regels –
samenspelen gebaseerd op duidelijke afspraken en
regels
Korte tijd samenspelen – langere tijd samenspelen en
-werken
12
Ontwikkelveld: Muzische ontwikkeling
Ontwikkelthema: Muzische vaardigheid
Generiek doel:
Drama Dramaspel:
Leerlijn:
2,5 – 8:
Spontaan spelen met doen alsof (individueel of in
groep) – handelingen nabootsen – herkenbare situaties
en rollen spelen – fantasierollen spelen – een dramaspel
spelen onder begeleiding - spelen met stem, mimiek,
lichaam, attributen en verkleedmateriaal
13
Ontwikkelveld: Taalontwikkeling
Ontwikkelthema: Mondelinge taalvaardigheid Nederlands
Generiek doel:
Leerlijn:
2,5 – 4:Zich begrijpelijk uitdrukken (verbaal en non-verbaal), eventueel met
ondersteuning
Eenvoudige boodschappen binnen het hier-en-nu overbrengen die te maken
hebben met
- gewenning: interactie aangaan met andere kinderen, meedoen met versjes,
standaarduitdrukkingen zoals ‘goedemorgen’ gebruiken…
- zelfredzaamheid: hulp inroepen, vragen beantwoorden over interesses en
gevoelen…
- omgaan met anderen: voorwerpen of handelingen beschrijven in spelsituaties,
dingen over zichzelf vertellen aan anderen…
-spelend leren: praten over meegemaakte gebeurtenissen, een eenvoudig verhaal
navertellen met visuele ondersteuning…
14
De werking
15
Focussen
• Spontaan
• Gepland
• Duurzaam
Op niveau van:• De school• De klas• De leerling
16
Focussen
ONDERWIJSARRANGEMENT
17
Rijke ervaringskansen creëren
18
Leerlingen nemen eigenaarschap over spelen en leren in handen
Leraar als facilitator
Veelzijdig verkennen, onderzoeken en ontdekken van de werkelijkheid.
Leraar als mede-onderzoeker
Leraar staat aan het roer en bepaalt grotendeels de koers.
Actief beleven van samenzijn en groeien in verbondenheid
Leraar als verbinder
19
En nu… de praktijk
20
1. Op welke manier draagt dit
onderwijsarrangement bij aan de ontwikkeling
van onze leerlingen (leerling, context,
leerplan) en wat is volgens jou de focus?
2. Op welke manier werk je bij jou op school aan
een zachte overgang?
21
1. Op welke manier draagt dit
onderwijsarrangement bij aan de ontwikkeling
van onze leerlingen (leerling, context,
leerplan) en wat is volgens jou de focus?
2. Wat vind je sterk aan de klas- en
schoolinrichting bij jou op school? Waar zou je
met het team nog aan willen werken?
22
Belangstellingscentra
Een belangstellingscentrum is een onderwijsarrangement waarbij voor een korte of langere periode een geïntegreerd aanbod rond een onderwerp uit de (leef)wereld van de leerlingen uitgewerkt wordt.
De onderwerpen zijn levensnabij en nodigen leerling én leraar uit om actief een (nieuw) stukje wereld te verkennen, te onderzoeken, te grijpen en begrijpen.
Het aanbod is een samenhangend geheel van rijke ervaringskansen die leerlingen als het ware onderdompelt en hen de kans geeft om op hun eigen niveau deel te nemen aan de socio-culturele werkelijkheid van vandaag en morgen.
23
Belangstellingscentra
24
Belangstellingscentra
Bolu was twee weken geleden gevallen en de draadjes waren net verwijderd; in de bouwhoek speelden ze al een tijdje met houten latjes maar hoewel de oudste kleuters erg inventief met plasticine en tape aan de slag gingen lukte het knopen van touwtjes niet; de meter van Sara had een sjaal gebreid en die bleef steeds haken achter de kapstok en boekentas. Mia en ik zijn met de leerlingen op stap gegaan in en rond de klas op zoek naar ‘draadjes’. Nadien volgt er in kleine groep een brainstorm rond het onderwerp. Ook wij voegen ideeën toe. We denken aan draadjes die bescherming bieden of sterk zijn (voetbalgoal, draadjes in Bolu’s hoofd, draadjes die kunnen snijden (nylon, ijzerdraad). Uiteindelijk werken we het BC ‘Draadjes aan elkaar’ uit waarbij we inzoomen op de wensen van de leerlingen om uit te zoeken hoe draadjes gemaakt worden en welke soorten er zijn én hoe draadjes symbool kunnen zijn van verbinding en bescherming.
25
Belangstellingscentra
26
Belangstellingscentra
27
1. Op welke manier draagt dit
onderwijsarrangement bij aan de ontwikkeling
van onze leerlingen (leerling, context,
leerplan) en wat is volgens jou de focus?
2. Op welke manier wordt er bij jou op school
met BC’s gewerkt? In welke mate wordt er
rekening gehouden met ll, context, leerplan?