PROFESSIONALISERING VAN LERAREN DOOR REFLECTIE EN ONDERZOEK
Dr. Mascha Enthoven, Hogeschool van Amsterdam, Onderwijs en Opvoeding
Prof. dr. Ron Oostdam, Hogeschool van Amsterdam, Onderwijs en Opvoeding
Dr. Ietje Pauw, Katholieke Pabo Zwolle
Drs. Marco Snoek, Hogeschool van Amsterdam, Onderwijs en Opvoeding
Dr. Rosanne Zwart, Universiteit Utrecht
1
WELKOM
• Welkom aan sprekers en discussiant tijdens het symposium;• Doel van het symposium• Opbouw van het symposium• Aankondiging eerste spreker
2
SPREKERS
• Dr. Rosanne Zwart, Universitair Docent, Universiteit Utrecht• Dr. Mascha Enthoven, Onderzoeker Kenniscentrum Onderwijs en
Opvoeding, Hogeschool van Amsterdam• Prof. dr. Ron Oostdam, Onderzoeksdirecteur/hoogleraar
Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding, Hogeschool en Universiteit van Amsterdam
• Dr. Ietje Pauw, Lector Katholieke Pabo Zwolle,• Drs. Marco Snoek, Lector Leren en Innoveren, Hogeschool van
Amsterdam• Dr. Ilona Mathijsen, Docent Onderzoek, Fontys Lerarenopleiding
Tilburg
3
DOEL VAN HET SYMPOSIUM
• Richtinggevend(e) kader(s) creëren voor de ontwikkeling van curricula op het gebied van reflectie en onderzoek, scholing voor lerarenopleiders en voor de verdere invulling van de relatie tussen opleidings- en beroepscontext op het gebied van docentenonderzoek.
4
OPBOUW VAN HET SYMPOSIUM
• Reviewstudie naar de resultaten over en van docentenonderzoek, Rosanne Zwart
• De implicaties van de methodologie van praktijkgericht onderzoek voor curriculumontwikkeling en scholing in de lerarenopleidingen van de Hogeschool van Amsterdam, Mascha Enthoven en Ron Oostdam
• Onderzoek naar de ontwikkeling van reflectieve- en onderzoeksvaardigheden in het curriculum van de Katholieke Pabo in Zwolle, Ietje Pauw
• Onderzoek naar een HBO masteropleiding en het onderzoek daarbinnen als boundary object tussen lerarenopleiding en beroepscontext, Marco Snoek
• Discussie door discussiant Ilona Mathijsen
5
RESULTATEN VAN EEN REVIEWSTUDIE NAAR ONDERZOEK DOOR DOCENTEN:
BETEKENIS VOOR DE OPLEIDINGSPRAKTIJK
6
Rosanne Zwart Wilfried Admiraal en Ben Smit
“As it is used in the service of more and more agendas and even institutionalized in certain contexts, it is in danger of becoming anything and everything. As we know, however, anything and everything often lead in the end to nothing of consequence or power” (Cochran-Smith & Lytle, 1999)
DOCENTONDERZOEK
VEEL VOORKOMENDE SCHOOLDOELEN
11
- oplossen meest centrale problemen van de school;
- bevorderen van capaciteit om goed les te geven;- bevorderen van de professionele school;- vasthouden van de betrokkenheid, voorkomen
van uitval.
DOEL DOCENTONDERZOEK
12
Innovatie
Kennisbasis
Professiona- lisering
Bijdrage onderzoek door docenten
Doel Begrijpen en verbeteren van de onderwijspraktijk en veranderen werkcondities.Kritisch reflectief.
Een stem geven aan docenten in veranderingen in het onderwijs
Ontwerpen van de onderwijspraktijk van docenten
Ontwikkelen van de docent als persoon en professional
Genereren en delen van kennis over de onderwijspraktijk
Type onderzoek
Actieonderzoek (technical, critical, practical & collaborative en participatory action research), self-study
Actieonderzoek, self-study
Ontwerponderzoek, design-based research, lesson-study
Self-study
Scholarship of teaching and learning
BETEKENIS VOOR DE OPLEIDING?
14
HET ONDERWIJS
Onderzoek
Opleiding
Praktijk
DOAOO
?
AOO - academisch onderwijs onderzoekDO - docentonderzoek? -
Bron: Martinovic et al., 2012
Type aanbeveling structuur/cultuur Aantal keer genoemd
Tijd 22
Collectiviteit 20
Ondersteunend leer/werkklimaat 13
Inbedding in de eigen school/lespraktijk 12
Eigenaarschap 12
Kwaliteit van de begeleiding 9
Eigen professionele ontwikkeling….
6…..
DILEMMA’S
16
• aansluiten bij de eigen onderwijspraktijk vs bijdragen aan meer algemene schoolontwikkelingsthema’s;
• collectiviteit en samenwerking vs recht doen aan eigenaarschap en motivatie van de individuele onderzoeksdocent;
• de noodzaak inkaderen, faciliteren en ondersteunen vs vrijlaten in de keuze voor doel, inhoud en vorm.
VRAGEN VOOR MASCHA
• Is de op door jouw te schetsen invulling voor het onderzoekscurriculum in de lerarenopleidingen de ideale invulling voor het vraagteken?
• Op welke manier wordt er binnen de bachelor en masteraanpak omgegaan met de laatste drie dilemma's met betrekking tot het faciliteren en begeleiden van (docent)onderzoek?
17
VERANDEREN MET VISIE:INNOVATIE VAN HET ONDERZOEKSCURRICULUM IN DE LERARENOPLEIDINGEN
Dr. Mascha Enthoven en Prof. dr. Ron OostdamKenniscentrum Onderwijs en Opvoeding, Hogeschool van Amsterdam
18
VAN REFLECTIEVE PROFESSIONAL NAAR PROFESSIONAL ALS ONDERZOEKER
19Figuur 1: Continuüm van de reflectieve professional naar de professional als onderzoeker, Enthoven en Oostdam, 2013
ONDERZOEK IN BACHELOR- EN MASTEROPLEIDINGEN
Middel:
Leren doen van onderzoek
Doel:
Kennis en vaardigheden van
onderzoeksmethoden
Doel:
Kritische, onderzoekende
houding
Doelspecifieke leerstofonderdelen
eindtermen en criteria,
geformuleerd op basis van
beroepsbeeld
BA
Doelspecifieke leerstofonderdelen
eindtermen en criteria, geformuleerd op basis
van beroepsbeeld
Beroepsopdrachten, aangevuld met
onderzoeksworkshops
Doel: Initieren van
nieuwe ontwikkeling en
en kritisch analyseren van ontwikkelingen
MA
Doelspecifieke leerstofonderdelen;
eindtermen en criteria, geformuleerd op basis
van beroepsbeeld
DE REFLECTIEVE PROFESSIONAL: KRITISCHE ONDERZOEKENDE HOUDING BIJ LERAREN
• Nieuwsgierig zijn / Willen weten / Je dingen afvragen.
• Een open houding / Op zoek naar eigen vooronderstellingen/ Oordeel kunnen uitstellen.
• Kritisch zijn: is het wel zo? / Zaken in twijfel trekken
• Willen begrijpen / Tot inzicht willen komen / Willen doorgronden.
• Bereid zijn tot perspectiefwisseling
• Distantie nemen van routines / Vraagtekens bij het vanzelfsprekende / Gebaande paden durven verlaten / Eigen richting durven kiezen
• Gerichtheid op bronnen / Willen voortbouwen op eerdere opvattingen en ideeën
• Gerichtheid op zeker weten / Goede bronnen willen gebruiken / Nauwkeurig willen zijn
• De behoefte hebben om opgedane kennis met anderen te delen.
21Vgl. Bruggink en Harinck (2012).
KENNIS EN VAARDIGHEDEN OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK
• Studenten verwerven kennis van de resultaten van onderzoek en gebruiken deze voor het sturen van hun handelen
• Studenten ontwikkelen instrumentele onderzoeksvaardigheden• Studenten hanteren de ethische richtlijnen van onderzoek• Studenten kennen de methodologische en/of theoretische
onderbouwing van resultaten van onderzoek
(Griffioen en Wortman, 2011; Enthoven & Oostdam, 2013)
22
INITIEREN EN KRITISCH VOLGEN VAN INTERVENTIES (MASTEROPLEIDINGEN)
Tot nu toe nog niet scherp gedefinieerd wat dit inhoudt. Er wordt veel volgens de volgende stappen gewerkt:
1. Ontwerp van een interventie (bijvoorbeeld nieuwe methode/lessenserie);
2. Enkele weken uitvoeren interventie;
3. Evalueren van de effecten van de interventie.
23
OVEREENKOMSTEN EN VERSCHILLEN BACHELOR- EN MASTERSTUDENTEN
• Zowel bachelor- als masterstudenten dienen kennis en vaardigheden op het gebied van onderzoek te ontwikkelen;
• De bachelorstudenten met name gericht op het versterken van hun kritische, onderzoekende houding;
• De masterstudenten daarnaast gericht op het kunnen intervenieren in hun praktijk.
24
Het middel “onderzoek” om tot deze doelen te komen dient nader te
worden gedefinieerd.
Middel: de interventiecyclus (VRIJ NAAR VAN STRIEN, 1986; VERSCHUREN, 2009)
25
OntwerpOnderzoek
Monitoring onderzoek
Aanleiding. Men ervaart een verschil tussen de huidige en een meer
wenselijke situatie. Men vraagt zich af: wat is het verschil tussen de
feitelijke en wenselijk situatie, door wie wordt dit wanneer ervaren en waarom is de andere situatie meer
wenselijk?
Probleem in kaart. Men heeft het probleem in kaart en men vraagt zich af wat de achtergronden en mogelijke
oorzaken van het probleem of over het nog niet bestaan van de wenselijke
situatie
Probleemanalytisch onderzoek
Diagnostisch onderzoek
Evaluatie onderzoek
Diagnose: Men heeft inzicht in de achtergronden en oorzaken van het probleem of de nog niet wenselijke
situatie. Men denkt na over de eisen waaraan een interventie zou moeten
voldoen om het probleem op te lossen of om tot de wenselijke situatie te komen
Ontwerpeisen en Prototype: Op basis van de probleemanalyse, diagnose en literatuur
over ontwerpen komt men tot ontwerpeisen en wellicht tot een prototype van het ontwerp dat
kan worden geïmplementeerd om te monitoren. Men vraagt zich af of dit ontwerp in de praktijk voldoet aan de ontwerpeisen die zijn gesteld en hoe men het gebruik van
het ontwerp ervaart.
Van prototype tot definitieve interventie Het monitoronderzoek heeft inzicht gegeven in de aspecten van het ontwerp die goed zijn en die moeten worden aangepast om in de praktijk te voldoen aan de ontwerpeisen. Men past het
prototype aan en implementeert het als definitieve interventie. Men vraagt zich
vervolgens of de interventie daadwerkelijk leidt tot de gewenste situatie of de oplossing van
het probleem.
DE INTERVENTIECYCLUS EN HET ONTWIKKELEN VAN EEN KRITISCHE ONDERZOEKENDE HOUDING
• Het leren opknippen van veranderingen in stappen die kunnen worden gevoed met (bestaand) onderzoek.
• Het leren uitvoeren van een of enkele stappen uit de interventiecyclus (zie ook Verschuren. 2012).
• Veel nadruk op probleemanalytisch en diagnostisch onderzoek: Is er eigenlijk en probleem en zo ja, hoe zit dit probleem in elkaar?
26
DE INTERVENTIECYCLUS EN HET LEREN INITIEREN EN KRITISCH VOLGEN VAN INTERVENTIES
• Het leren opknippen van veranderingen in stappen die kunnen worden gevoed met (bestaand) onderzoek.
• Het leren uitvoeren van een of enkele stappen uit de interventiecyclus (zie ook Verschuren. 2012).
• Veel nadruk op ontwerpprincipes en monitoronderzoek op basis van de resultaten van een grondige probleemanalyse en diagnoseonderzoek. Monitoronderzoek in plaats van evaluatieonderzoek, dus wat gebeurt en met mijn interventie in de praktijk. Voldoet deze aan mijn ontwerpprincipes en hoe ervaart men de uitvoering ervan?
27
VERBINDEN VAN HET DOEL VAN ONDERZOEK IN DE OPLEIDINGEN MET SOORT ONDERZOEK EN GEKOZEN ONDERZOEKSMETHODEN
28
De interventiecyclus (VRIJ NAAR VAN STRIEN, 1986; VERSCHUREN, 2009)
29
OntwerpOnderzoek
Monitoring onderzoek
Aanleiding. Men ervaart een verschil tussen de huidige en een meer
wenselijke situatie. Men vraagt zich af: wat is het verschil tussen de
feitelijke en wenselijk situatie, door wie wordt dit wanneer ervaren en waarom is de andere situatie meer
wenselijk?
Probleem in kaart. Men heeft het probleem in kaart en men vraagt zich af wat de achtergronden en mogelijke
oorzaken van het probleem of over het nog niet bestaan van de wenselijke
situatie
Probleemanalytisch onderzoek
Diagnostisch onderzoek
Evaluatie onderzoek
Diagnose: Men heeft inzicht in de achtergronden en oorzaken van het probleem of de nog niet wenselijke
situatie. Men denkt na over de eisen waaraan een interventie zou moeten
voldoen om het probleem op te lossen of om tot de wenselijke situatie te komen
Ontwerpeisen en Prototype: Op basis van de probleemanalyse, diagnose en literatuur over
ontwerpen komt men tot ontwerpeisen en wellicht tot een prototype van het ontwerp dat kan worden geïmplementeerd om te monitoren. Men vraagt
zich af of dit ontwerp in de praktijk voldoet aan de ontwerpeisen die zijn gesteld en hoe men het
gebruik van het ontwerp ervaart.
Van prototype tot definitieve interventie Het monitoronderzoek heeft inzicht gegeven in de aspecten van het ontwerp die goed zijn en die moeten worden aangepast om in de praktijk te
voldoen aan de ontwerpeisen. Men past het prototype aan en implementeert het als definitieve
interventie. Men vraagt zich vervolgens of de interventie daadwerkelijk leidt tot de gewenste
situatie of de oplossing van het probleem.
Data probleemanalytisch oz: - Bestaande gegevens in de school
(documenten, leerresultaten);- Observatie van de bestaande
praktijk;- Interviews met betrokkenen over
wenselijke situatie.
Data diagnostisch oz: - Ondervragen van betrokkenen
over oorzaken;- Raadplegen literatuur over
mogelijke oorzaken
Data ontwerp oz: - Resultaten van de diagnose- Literatuur over effectieve
ontwerpen voor soortgelijk probleem
Data monitor oz: - Observaties;- Interviews- Learner reports
Data evaluatie oz: - Resultaten uit de probleemanalyse:
beschrijving van de wenselijke situatie. Is deze behaald? Dit kunnen hogere leerresultaten zijn, meer tevredenheid etc. Afhankelijk van de beschrijving van deze situatie kies je relevante data.
VOORBEELD: PABO
• Een van de gewenste doelen met het onderzoek is het beter leren kijken naar de context en het uitstellen van het oplossen van problemen;
• De keuze voor het soort onderzoek voor afstuderende studenten is Probleemanalytisch onderzoek (het onderzoeken van de discrepantie tussen de feitelijke en de wenselijke situatie);
• Methoden die daarbij worden gestimuleerd: Analyse van bestaande gegevens (documenten, leerresultaten, leerlingwerk); observaties; diepte-interviews; literatuuronderzoek.
30
BEGELEIDERSKWALITEITEN
• Het sturen van het denkproces van de student in het opknippen van een gewenste verbetering in de praktijk;
• Het sturen op het stellen van vragen na elke stap en op basis van de resultaten van elke stap in de interventiecyclus;
• Het sturen op coherentie tussen hoofd- en deelvragen en gekozen soort onderzoek;
• Het sturen op validiteit van de gekozen methode.
31
VRAAG VOOR IETJE
• Hoe verhouden de reflectieve en onderzoeks- kennis en vaardigheden zich tot elkaar?
• Hoe kunnen zij elkaar versterken in een curriculum?• Hoe zou voor zittende leraren het versterken van reflectieve
vaardigheden eruit kunnen zien?
32
EEN NIEUWSGIERIGE EN ONDERZOEKENDE HOUDING ALS ASPECTEN VAN DE PROFESSIONELE IDENTITEIT VAN DE AANSTAANDE LERAAR
Dr. Ietje Pauw, lector Katholieke Pabo Zwolle
33
34
PROFESSIONELE IDENTITEIT
Het geheel aan opvattingen, kennis, gedragingen en vaardigheden, waardoor je voor een ander herkenbaar bent als een bekwame professional, bijvoorbeeld een bekwame basisschoolleraar (Pauw & Van Lint, 2014).
35
NIEUWSGIERIGE EN ONDERZOEKENDE HOUDINGStart met iets zien en iets willen weten.
Vraagt om vaardigheden zoals:- jezelf vragen kunnen stellen;- de vragen achter de vragen kunnen zien;- antwoorden kunnen geven op die vragen;- verbanden kunnen leggen met je eigen professionele identiteit.
Vraagt om metacognitieve vaardigheden. Maar hoe leer je dat?
36
REFLECTIE EN ONDERZOEK OP DE KPZinnovatie
professionele identiteit creatie
reflectielijn onderzoekslijn
persoonlijke ontwikkeling beredeneerde interventies
subjectief objectief
belezenheid
37
DE ROL VAN REFLECTIE EN ONDERZOEK
38
KRITISCHE FACTOREN
• de kwaliteit van de vragen die studenten zichzelf kunnen stellen;
• de mate waarin ze zelf lezen en schrijven;
• het kunnen toepassen van professionele taal (Pauw, 2007; 2013).
39
ROL VAN LERARENOPLEIDER
Niveau verhogen door:- goede instructie en inhoudelijke feedback geven; - samen spreken over teksten en daarna laten reviseren;- belang professionele taal benadrukken.
Stimuleren van- kritische zin en methodisch besef.
Alleen op deze wijze creëert de lerarenopleider het intellectuele klimaat, waarin de aanstaande leraar zijn nieuwsgierige en onderzoekende houding kan ontwikkelen.
40
LITERATUURLIJST
• Pauw, I. (2013). Professionele taal, de student en de lerarenopleider van de pabo. Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 34(4), 119-129.
• Pauw, I. (2007). De kunst van het navelstaren. De didactische implicaties van de retorisering van reflectieverslagen op de pabo. Een exploratieve studie. Proefschrift Universiteit Utrecht. Zwolle: KPZ InDruk.
• Pauw, I. & Lint, P. van (2014, 3e druk). Ev’n Prakkezer’n. Handleiding voor narratieve reflectie. Zwolle: KPZ.
41
VRAAG AAN MARCO
Wat zijn de beleidsmatige en normatieve voorwaarden en belemmeringen om tot zo'n brugfunctie tussen opleiding en school te komen?
ONDERZOEK ALS BOUNDARY OBJECT TUSSEN OPLEIDING EN SCHOOL
Marco SnoekKenniscentrum Onderwijs en Opvoeding, Hogeschool van Amsterdam
42
ONDERZOEKSVRAAG
Master-programma
?
Leiderschapscompetenties van leraren
?
Nieuwe rollen
?
Schoolontwikkeling
• To what extend and in what way does a post-initial Master’s program for teacher leadership contribute to teacher development, to new (leadership) roles and to school development and which factors
influence this?
werkpraktijk
leiderschapspraktijk
DOEL DOCENTONDERZOEK
44
Innovatie
Kennisbasis
Professiona- lisering
Bijdrage onderzoek door docenten
Kwalificeren en innoveren
WAARTOE ONDERZOEK?
45
HET ONDERWIJS
Onderzoek
Opleiding
Praktijk
DOAOO
?
AOO - academisch onderwijs onderzoekDO - docentonderzoek? -
Bron: Martinovic et al., 2012
?
GESCHEIDEN SYSTEMEN
School systeem
Leraren- opleiding systeem
?
Boundaries en boundary crossers
Transfervraagstuk?
BOUNDARY CROSSING EN EXPANSIVE LEARNING
School systeem
Leraren-opleiding systeem
Boundary zoneBoundary objecten
Boundary objecten
Expansive learning
Boundary object: mogelijkheid voor betekenisvolle dialoog tussen stakeholders uit verschillende activiteitssystemen, wat
leidt tot expansief leren binnen beide activiteitssystemen
GESCHEIDEN SYSTEMEN
School systeem
Leraren-opleiding systeem
!
Versterking van grensoverschrijdingen
‘Corporate curriculum’: the organization’s perspective on a learning design that aims at mutual effects at the level of individual and organizational behaviour, bridging individual professional development and school development (Kessels, 1993). External curriculum consistency: ’the homogeneity of the notions of parties involved on what the problem is and how it can be solved by means of educational provisions’ (Kessels, 1993, p.27).
VERSTERKING VAN BOUNDARY CROSSING• Ontwerp
• Strategisch alignment• Gedeeld eigenaarschap
• Uitvoering• Verbinding tussen opleidingsinhoud en schoolagenda• Collectief traject• Boundary crossing door leidinggevenden• Boundary crossing door opleiders
UITKOMSTEN
• Beperkt nieuwe rollen, wel nieuwe invulling:• Meer vanuit theorie (zelfverzekerdheid, stevigheid)• Meer analytisch, reflectie ipv snelle oplossing• Meer strategisch bewustzijn en eigen rol
• Veel in gang gezet: ‘meerdere broedplaatsen van innovatie’
• Impact op werkpraktijken (o.a. door coaching van collega’s) en op leiderschapspraktijk/zelfbewustzijn van teams (o.a. teamleren)
SUCCESFACTOREN
• Strategisch alignment• Collectiviteit• Koppeling aan functiebouwwerk
BELEMMERINGEN
• Eigenaarschap leidinggevenden• Boundary crossing door opleiders• Nadruk op onderzoek/kwalificeren?
DILEMMA’S ROSANNE
52
• aansluiten bij de eigen onderwijspraktijk vs bijdragen aan meer algemene schoolontwikkelingsthema’s;
• collectiviteit en samenwerking vs recht doen aan eigenaarschap en motivatie van de individuele onderzoeksdocent;
• de noodzaak inkaderen, faciliteren en ondersteunen vs vrijlaten in de keuze voor doel, inhoud en vorm.
Docententeams
Strategisch management
? ?
LD?
LD?
OpdrachtenStrategische vraagstukken
Dilemma’sPraktijkvraagstukken
Docententeams
Strategisch management
? ? LD?
Boundary crossingPendel strategie en praktijk
55
DISCUSSIE
Onder leiding van Ilona Mathijsen